Cover
立即免费开始 SKILLSLAB-12.docx
Summary
# Leerlingbegeleiding en de vier domeinen
Dit onderdeel behandelt de kernconcepten van leerlingbegeleiding, de vier begeleidingsdomeinen en de holistische benadering die hierbij centraal staat, inclusief het belang van samenwerking en geïntegreerde zorg.
## 1. Kernconcepten van leerlingbegeleiding
Kwaliteitsvolle leerlingbegeleiding bevordert de totale ontwikkeling en het welbevinden van leerlingen, voorkomt vroegtijdig schoolverlaten en creëert meer gelijke onderwijskansen. Leerlingbegeleiding vertrekt steeds vanuit het functioneren van de leerling binnen de school, waarbij de leerling centraal staat.
### 1.1 De vier begeleidingsdomeinen
Leerlingbegeleiding situeren zich op vier hoofdgebieden die elkaar wederzijds beïnvloeden en niet los van elkaar gezien kunnen worden:
#### 1.1.1 De onderwijsloopbaan
Het doel is leerlingen te ondersteunen bij het ontwikkelen van zelfkennis en het maken van adequate keuzes, zowel binnen als buiten de school. Dit omvat inzicht in interesses, zelfbeeld, motivatie, studievaardigheden en competenties. De leerling is hierbij de architect van zijn/haar eigen onderwijsloopbaan.
#### 1.1.2 Leren en studeren
Dit domein richt zich op de ondersteuning en ontwikkeling van het leerproces van leerlingen, met de centrale vraag: "Hoe en waarom studeer ik?". Scholen moeten leermoeilijkheden vroegtijdig en efficiënt opsporen met behulp van een leerlingvolgsysteem.
#### 1.1.3 Psychisch en sociaal functioneren
Hierbij staat het welbevinden van de leerling centraal binnen een krachtige leeromgeving die veilig, warm, uitdagend en verbindend is. Het doel is het psychisch en sociaal functioneren te bewaken, beschermen en bevorderen, zodat leerlingen tot leren kunnen komen en zich kunnen ontwikkelen tot veerkrachtige volwassenen.
#### 1.1.4 Preventieve gezondheidszorg
Dit domein omvat het opvolgen, bevorderen en beschermen van de gezondheid, groei en ontwikkeling van leerlingen. Het vroegtijdig detecteren van risicofactoren, signalen en symptomen van gezondheids- en ontwikkelingsproblemen is cruciaal. Systematische contacten met het CLB, het aanbieden van vaccinaties en profylactische maatregelen ter preventie van besmettelijke ziektes vallen hieronder. Scholen zetten ook actief in op een gezonde en veilige levensstijl.
### 1.2 Holistische en geïntegreerde benadering
De maatregelen voor de vier domeinen vertrekken steeds vanuit een geïntegreerde en holistische benadering, vanuit een continuüm van zorg. Dit betekent dat de domeinen elkaar beïnvloeden en als één geheel worden beschouwd. Zowel preventieve (het voorkomen van problemen) als curatieve (het verminderen van negatieve gevolgen of oplossen van problemen) maatregelen zijn noodzakelijk.
### 1.3 Whole-school approach en samenwerking
Geïntegreerde leerlingbegeleiding wordt ook wel een "whole-school approach" genoemd, waarbij alle leerkrachten betrokken zijn en leerlingbegeleiding integreren in hun pedagogische aanpak. Cruciale kenmerken hiervan zijn:
* Een duidelijke, door het schoolteam gedragen visie op leerlingbegeleiding, wat een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van het hele team en de directie.
* De aanwezigheid van een team van leerlingbegeleiders en ontwikkelde ondersteunende structuren en procedures.
* Schoolinterne communicatie tussen leraren en leerlingbegeleiders, met informatie-uitwisseling en afstemming van aanpak.
* Inzet op samenwerking met ouders.
* Externe samenwerking met CLB's, PBD's, ondersteuners, hulpverleners en andere scholen.
* Professionalisering van het schoolteam op het vlak van leerlingbegeleiding (nascholing, teamvorming, netwerkvorming, hulpmiddelen).
* Actieve samenwerking met de leerling om behoeften te identificeren en ondersteuning te realiseren.
## 2. Het zorgcontinuüm
Leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, worden beschouwd als zorgleerlingen of leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Een specifiek onderwijsbehoefte verwijst naar wat een leerling nodig heeft voor positieve ontwikkeling in een schoolse context. Het zorgcontinuüm organiseert deze zorgtrajecten, waarbij de mate van individualisering toeneemt met de begeleidingsbehoefte.
### 2.1 Fasen van het zorgcontinuüm
Het zorgcontinuüm omvat vier fasen:
#### 2.1.1 Brede basiszorg (fase 0)
De school stimuleert de ontwikkeling van alle leerlingen en voorkomt problemen door een krachtige leeromgeving aan te bieden, leerlingen systematisch op te volgen, risicofactoren te verminderen en beschermende factoren te versterken.
#### 2.1.2 Verhoogde zorg (fase 1)
De school voorziet extra zorg met remediërende, differentiërende, compenserende of dispenserende maatregelen, afgestemd op de noden van specifieke leerlingen.
#### 2.1.3 Uitbreiding van de zorg (fase 2)
Het CLB neemt de leerlingbegeleiding over, waarbij de school de maatregelen van fase 1 verderzet. De school meldt de leerling aan bij het CLB in overleg met de leerling en ouders. Het CLB verzamelt informatie om een aanpak of interventie te bepalen en zoekt samen met ouders, leerling en schoolteam naar oplossingen.
#### 2.1.4 Individueel aangepast curriculum (IAC) (fase 3)
Wanneer leerlingen niet mee kunnen met de maatregelen van de voorgaande fasen, wordt een IAC opgesteld. Dit curriculum wordt op maat gemaakt voor de leerling en kan gevolgd worden in het gewoon of buitengewoon onderwijs.
### 2.2 Lijnmodel van leerlingbegeleiding
Het lijnmodel situeert de actoren van leerlingbegeleiding op vier lijnen:
* **Nulde lijn:** Leeftijdsgenoten en klasgenoten (directe, informele hulp).
* **Eerste lijn:** Leraren en administratief/opvoedend personeel (eerstelijnszorgverleners).
* **Tweede lijn:** Schoolteam (klassenraad, leerlingbegeleiders, schoolleiding, cel leerlingenbegeleiding) - ondersteunt leerlingen en collega's op de eerste lijn.
* **Derde lijn:** Schoolnabije ondersteuning (CLB, ondersteuningsnetwerk, buitengewoon onderwijs).
* **Vierde lijn:** Professionele hulpverleners en welzijnssector (meest ingrijpende begeleiding).
Ouders bevinden zich tussen de tweede en derde lijn.
## 3. Uitdagingen in leerlingbegeleiding
Enkele uitdagingen in leerlingbegeleiding omvatten:
* Het ontwikkelen en bespreken van een gedragen visie op goed onderwijs en leerlingbegeleiding.
* Het uitbouwen van een geïntegreerd beleid en een zorgcontinuüm.
* De focus verleggen van kindkenmerken naar specifieke onderwijsbehoeften.
* Verbeteren van de samenwerking en betrokkenheid van ouders.
* Meer hulp voor kansengroepen en toegankelijkheid van ondersteuning.
* Het geven van onderwijs op maat door leraren.
## 4. Wettelijk kader en professionaliteit
### 4.1 Decreten en beleid
Diverse decreten hebben de leerlingbegeleiding vormgegeven, waaronder:
* Het decreet betreffende gelijke onderwijskansen (GOK-decreet, later SES-lestijden) dat optimale kansen voor alle jongeren beoogt.
* Het decreet landschap basisonderwijs, dat zorgcoördinatoren en multidisciplinair overleg voorschrijft.
* Het M-decreet, dat een meer inclusief onderwijssysteem nastreeft met het recht op inschrijving en redelijke aanpassingen in het gewoon onderwijs. Het legt de nadruk op onderwijsbehoeften boven diagnoses en bevordert een 'mindshift' naar eerst gewoon, dan buitengewoon onderwijs.
* Een nieuw begeleidingsdecreet dat verder inzet op inclusie en het behoud en de versterking van het buitengewoon onderwijs door ondersteuningsnetwerken.
### 4.2 Rol van de school en het CLB
* **Rol van de school:** De school is primair verantwoordelijk voor leerlingbegeleiding en ontwikkelt een beleid dat afgestemd is op de eigen context, het pedagogisch project, de vier domeinen, het GOK-beleid en wordt gedragen door alle actoren. Samenwerking met ouders, leerlingen en CLB's is essentieel.
* **Rol van het CLB:** Het CLB ondersteunt de school met signalisatiefuncties, consultatieve leerlingbegeleiding, onthaal, vraagverheldering, handelingsgerichte diagnostiek en advies. Het fungeert als draaischijf voor doorverwijzing naar extern aanbod indien nodig.
### 4.3 Wettelijke plichten en ethiek
* **Discretieplicht (en ambtsgeheim):** Vertrouwelijke informatie mag niet worden vrijgegeven aan onbevoegden.
* **Meldingsplicht:** Leraren hebben een meldingsplicht.
* **Beroepsgeheim:** Medewerkers van het CLB hebben een gezamenlijk beroepsgeheim, waarbij informatie-uitwisseling binnen de context van hulpverlening met toestemming van de cliënt mogelijk is.
* **Schuldverzuim:** Er is een plicht om hulp te bieden bij groot gevaar (ernstig, reëel en actueel). In bepaalde uitzonderlijke gevallen kan het CLB het beroepsgeheim doorbreken.
## 5. Effectieve leerstrategieën en methodieken
### 5.1 Handelingsgericht werken
Handelingsgericht werken (HGW) is het ideaalmodel binnen het zorgcontinuüm. Het omvat zeven uitgangspunten:
* **Doelgericht werken:** Opstellen van SMARTI-doelen.
* **Transactioneel referentiekader:** Problemen plaatsen in context (leerling, ouders, leraar, school).
* **Onderwijs- en opvoedingsbehoeften centraal:** Focus op wat de leerling nodig heeft.
* **Oplossingsgericht denken:** Benutten van krachten en mogelijkheden van leerling en leraar.
* **Positieve aspecten benutten:** Versterken van kansen, krachten en successen.
* **Constructief samenwerken in dialoog:** Samenwerking tussen alle betrokkenen.
* **Systematisch en transparant planmatig handelen:** Duidelijke afspraken en communicatie.
HGW wordt toegepast in het zorgcontinuüm door het identificeren van zorgnoden, het stellen van doelen, het afstemmen van het onderwijs op behoeften, het uitvoeren en evalueren van het aanbod.
### 5.2 Universal Design for Learning (UDL)
UDL biedt een raamwerk voor het ontwerpen van leeromgevingen die toegankelijk zijn voor alle leerlingen, gebaseerd op drie principes:
* **Betrokkenheid:** Waarom leren we? (Interesses wekken, doorzettingsvermogen stimuleren, leerproces inschatten en bijsturen).
* **Representatie:** Wat leren we? (Verschillende zintuigen aanspreken, structuur bieden, inzicht bevorderen).
* **Actie en expressie:** Hoe leren we? (Opties voor fysieke verwerking en expressie, doelen stellen, plannen en strategieën ondersteunen).
### 5.3 Leerlingbespreking
Een leerlingbespreking wordt georganiseerd wanneer brede basiszorg ontoereikend is en bestaat uit zes stappen: doelen verwoorden, overzicht van wat goed en moeilijk loopt, reflectie op ontstaan situatie, identificeren van benodigde informatie, opstellen van SMARTI-doelen en bespreken van behoeften, en afspraken maken over acties en aanpassingen.
### 5.4 Redelijke aanpassingen binnen verhoogde zorg
Dit omvat:
* **Remediërende maatregelen:** Herhaling en oefening.
* **Differentiërende maatregelen:** Variatie in het leerproces.
* **Compenserende maatregelen:** Gebruik van hulpmiddelen.
* **Dispenserende maatregelen:** Vrijstellingen.
Criteria voor passende maatregelen zijn o.a. maatwerk, SMART-doelen, positieve impact, overleg, motivatie, expertise en inbedding in schoolvisie.
### 5.5 Handelingsgericht diagnostisch traject
Dit traject omvat intake, strategieontwikkeling, onderzoek, integratie/aanbeveling en advies, uitvoering en evaluatie.
### 5.6 Individueel Aangepast Curriculum (IAC)
Leerlingen met een IAC ontvangen een jaarlijks attest van verworven bekwaamheden, en uitzonderlijk een diploma/studiebewijs indien de IAC-doelen gelijkwaardig zijn aan die van het gewoon onderwijs.
### 5.7 Preventiepyramide
Dit model schetst actieniveaus voor preventie:
* **Niveau 1 (Leefklimaat):** Bevorderen van betrokkenheid en een positieve schoolervaring.
* **Niveau 2 (Algemene preventie):** Versterken van leerlingen, leraren en ouders, en stimuleren van positief gedrag.
* **Niveau 3 (Specifieke preventie):** Voorkomen van specifieke gedragsproblemen.
* **Niveau 4 (Probleemaanpak):** Gericht aanpakken van bestaande problemen met preventief effect.
### 5.8 Effectieve studiemethoden
Effectieve methoden zijn onder andere: jezelf overhoren, gespreid leren, blijven doorvragen, zelf de leerstof uitleggen, en switchen tussen onderwerpen. Ineffectieve methoden zijn o.a. onderstrepen, herlezen en samenvatten.
### 5.9 Herstelgericht werken
Herstelgericht werken, zoals Hergo (herstelgericht groepsoverleg) en de proactieve cirkel, richt zich op het creëren van verbinding, het herstellen van relaties na incidenten, en het bevorderen van een veilige sfeer door open communicatie en wederzijds begrip.
> **Tip:** Het is cruciaal om de vier domeinen van leerlingbegeleiding niet als losstaande entiteiten te zien, maar als onderling verbonden componenten van een holistisch welzijn. De toepassing van het zorgcontinuüm en handelingsgericht werken biedt een gestructureerd kader om hieraan vorm te geven.
---
# Het zorgcontinuüm en inclusief onderwijs
Dit gedeelte behandelt de fasering van leerlingbegeleiding volgens het zorgcontinuüm, de principes van inclusief onderwijs, de evolutie van beleid en de rol van diverse actoren in het ondersteuningssysteem.
### 2.1 Het zorgcontinuüm
Het zorgcontinuüm organiseert leerlingenbegeleiding door middel van een gelaagd systeem van ondersteuning dat opschaalt naarmate de onderwijsbehoeften van een leerling toenemen. Dit model stimuleert individualisering van zorg en ondersteuning, waarbij de school de primaire rol speelt in het bieden van zorg.
#### 2.1.1 Fasen van het zorgcontinuüm
Het zorgcontinuüm omvat vier fasen:
* **Brede basiszorg (Fase 0):**
* Dit is de fundamentele fase waarin de school een krachtige leeromgeving creëert om de ontwikkeling van alle leerlingen te stimuleren en problemen te voorkomen.
* Kenmerken:
* Systematische opvolging van leerlingen.
* Actief verminderen van risicofactoren en versterken van beschermende factoren.
* Stimuleren van zelfkennis, adequate keuzes, inzicht in interesses, zelfbeeld, motivatie, studievaardigheden en competenties.
* Bewaken, beschermen en bevorderen van het psychisch en sociaal functioneren en welbevinden van leerlingen.
* Preventieve gezondheidszorg gericht op monitoring, bevordering en bescherming van gezondheid, groei en ontwikkeling, met vroegtijdige detectie van risicofactoren en signalen van gezondheids- en ontwikkelingsproblemen.
* Inzet op een gezonde en veilige levensstijl.
* Deze fase vereist een geïntegreerde en holistische benadering van de vier begeleidingsdomeinen (onderwijsloopbaan, leren en studeren, psychisch en sociaal functioneren, preventieve gezondheidszorg), die elkaar wederzijds beïnvloeden.
* **Verhoogde zorg (Fase 1):**
* In deze fase voorziet de school extra zorg, afgestemd op de specifieke noden van bepaalde leerlingen.
* Maatregelen omvatten:
* Remediërende maatregelen (herhaling, extra uitleg, oefeningen).
* Differentiërende maatregelen (variatie in het onderwijsleerproces).
* Compenserende maatregelen (extra hulpmiddelen).
* Dispenserende maatregelen (vrijstellingen).
* Er zijn zeven criteria voor passende maatregelen:
1. Is maatwerk.
2. Is SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel/Ambitieus, Realistisch, Tijdsgebonden, Inspirerend).
3. Heeft waar mogelijk ook een positieve impact op andere leerlingen.
4. Komt tot stand in overleg met alle betrokkenen.
5. Wordt goed gemotiveerd en herhaaldelijk gecommuniceerd.
6. Is gebaseerd op de expertises en observaties van leraren, ondersteuners en hulpverleners.
7. Is ingebed in de visie op leerlingenbegeleiding van de school.
* **Uitbreiding van de zorg (Fase 2):**
* In deze fase neemt het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) de leerlingbegeleiding over, terwijl de school de maatregelen van fase 1 blijft voortzetten.
* Proces:
* De school meldt, in overleg met de leerling en ouders, de leerling aan bij het CLB.
* Het CLB verzamelt informatie om een aanpak of interventie te bepalen.
* Het CLB zoekt samen met ouders, leerling en schoolteam actief naar oplossingen.
* Deze fase maakt deel uit van de handelingsgerichte diagnostiek, die start met intake, gevolgd door een strategiefase, een onderzoeksfase (indien nodig), een integratie-/aanbevelingsfase en een adviesfase waarin afspraken worden gemaakt.
* **Individueel aangepast curriculum (IAC) (Fase 3):**
* Wanneer de ondersteuning uit de voorgaande fasen onvoldoende is, wordt een IAC opgesteld.
* Dit houdt in dat de leerling een curriculum op maat krijgt dat hij of zij kan volgen in het gewoon of buitengewoon onderwijs.
* Leerlingen met een IAC ontvangen jaarlijks een attest van verworven bekwaamheden. Uitzonderlijk kunnen zij, indien de IAC-doelen gelijkwaardig zijn aan die van het gewoon onderwijs, een diploma of studiebewijs krijgen na controle door de onderwijsinspectie.
#### 2.1.2 Lijnmodel van leerlingenbegeleiding
Het lijnmodel positioneert de actoren van leerlingenbegeleiding op vier lijnen, van minst tot meest ingrijpend:
* **Nulde lijn:** Minst ingrijpend; directe, informele hulp van leeftijdsgenoten.
* **Eerste lijn:** Leraren en administratief/opvoedend personeel (eerstelijnszorgverleners).
* **Tweede lijn:** Schoolteam (klassenraad, leerlingbegeleiders, directie, coördinatoren, cel leerlingenbegeleiding); ondersteunt zowel leerlingen als eerstelijnswerkers.
* **Derde lijn:** Schoolnabije ondersteuning door het CLB, ondersteuningsnetwerk of buitengewoon onderwijs.
* **Vierde lijn:** Meest ingrijpend; professionele hulpverleners uit de welzijnssector.
* **Ouders:** Bevinden zich tussen de tweede en derde lijn en spelen een cruciale ondersteunende rol.
### 2.2 Inclusief onderwijs
Inclusief onderwijs betekent dat alle leerlingen, ongeacht hun beperkingen, achtergrond of moeilijkheden, samen leren in dezelfde schoolomgeving. Het beleid hieromtrent heeft een evolutie gekend.
#### 2.2.1 Evolutie van beleid inzake inclusief onderwijs
* **Geïntegreerd onderwijs (GON) (jaren '80):** Leerlingen met een beperking of ernstige leer- en opvoedingsmoeilijkheden konden gedeeltelijk of volledig lessen volgen in gewoon onderwijs, mits begeleiding vanuit buitengewoon onderwijs. De nadruk lag op de aanpassing van de leerling aan de schoolomgeving.
* **Inclusief onderwijs (ION) (2003):** Leerlingen met een matige of ernstige verstandelijke handicap kregen de mogelijkheid om naar gewoon onderwijs te gaan. Scholen voor buitengewoon onderwijs boden begeleiding aan via GON- of ION-begeleiders. Bij ION lag de focus op de aanpassing van de school aan de leerling en diens mogelijkheden.
* **Decreet betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften (M-decreet) (vanaf 2015):**
* Doel: een meer inclusief onderwijssysteem creëren, met inclusief onderwijs als eerste optie, naast het behoud van buitengewoon onderwijs.
* Rechten: Leerlingen hebben recht op inschrijving en redelijke aanpassingen in het gewoon onderwijs.
* Focus: Stimuleert denken in termen van onderwijsbehoeften en aanpassingen, in plaats van stoornissen en diagnoses.
* Betekenis van 'M':
* **Mindshift:** Eerst gewoon, dan buitengewoon onderwijs. Scholen onderzoeken eerst wat de leerling nodig heeft en of redelijke aanpassingen volstaan. Doorverwijzing naar buitengewoon onderwijs gebeurt enkel indien school, ouders en CLB geen redelijke aanpassingen kunnen vinden.
* **Meesterschap:** Recht op redelijke aanpassingen. Scholen mogen leerlingen niet weigeren die het gewone curriculum aankunnen met aangepaste maatregelen. Leerlingen met een individueel aangepast curriculum hebben eveneens inschrijvingsrecht, en een ontbinding van inschrijving vereist overleg en motivatie tussen school, ouders en CLB.
* **Modernisering:** Nieuwe types buitengewoon onderwijs, zoals een basisaanbod voor lichte mentale achterstand en leerstoornissen, en type 9 voor kinderen met autismespectrumstoornissen en normale begaafdheid.
* **Medezeggenschap:** Nieuwe toelatingsvoorwaarden voor buitengewoon onderwijs die ouders, leerling en school centraal stellen in de beslissing, na doorlopen van alle fasen van het zorgcontinuüm.
* **Middelen:** De middelen van het buitengewoon onderwijs verschuiven naar het gewoon onderwijs naarmate het aantal leerlingen in buitengewoon onderwijs daalt.
* **Opvolgend begeleidingsdecreet:** Bouwt voort op het M-decreet met een stapsgewijze inclusie in gewone scholen, terwijl buitengewoon onderwijs behouden en versterkt wordt. Ondersteuningsnetwerken worden gevormd waar gewone scholen en scholen voor buitengewoon onderwijs samenwerken voor fase 2 van de zorg. Een gemotiveerd verslag van het CLB met specifieke onderwijsbehoeften en nodige begeleiding is vereist voor toegang tot buitengewoon onderwijs of IAC.
#### 2.2.2 Rol van actoren in leerlingenbegeleiding
* **School:**
* Verantwoordelijk voor het opstellen van een beleid op leerlingenbegeleiding dat is afgestemd op de schoolse populatie, het pedagogisch project, de vier begeleidingsdomeinen en het zorgcontinuüm.
* Het beleid moet geïntegreerd zijn met het GOK-beleid, participatief tot stand komen en gedragen worden door alle actoren.
* Betrekt ouders en leerlingen bij de uitwerking.
* Samenwerking met CLB, implementatie en evaluatie van het beleid zijn schoolverantwoordelijkheid.
* Elke leraar is een leerlingbegeleider en draagt bij aan een brede basiszorg door een leeromgeving te creëren die barrières wegneemt en het onderwijs af te stemmen op specifieke onderwijsbehoeften.
* **Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB):**
* Ondersteunt scholen en voert de volgende taken uit:
* **Signaal functie:** Detecteert noden in de leerlingenpopulatie of problemen in het leerlingenbegeleidingsbeleid en meldt dit aan de school.
* **Consultatieve leerlingbegeleiding:** Ondersteunt leraren en leerlingbegeleiders bij leerlingen of groepen voor de invulling en uitvoering van verhoogde zorg.
* **Onthaal en Vraagverheldering:** Luistert naar aanmeldingen, brengt problemen systematisch in kaart en verkent mogelijke activiteiten.
* **Handelingsgericht diagnostiek (fase 2):** Verzamelt gegevens wanneer een leerling in fase 2 wordt aangemeld en neemt de begeleiding over van de school.
* **Handelingsgericht advies:** Geeft advies aan leerling, ouders en schoolteam over keuzemogelijkheden, gedragsalternatieven en mogelijke hulp.
* **Draaischijffunctie:** Verwijst door naar extern aanbod indien het CLB-aanbod ontoereikend is.
* Het CLB treedt enkel op verzoek van de school op, volgens het subsidiariteitsprincipe.
* Het CLB kan beroepsgeheim doorbreken bij groot gevaar voor de leerling.
* **Pedagogische BegeleidingsDienst (PBD):**
* Helpt scholen bij het uitwerken, implementeren en evalueren van een beleid op leerlingenbegeleiding, inclusief de brede basiszorg.
* Scholen nemen zelf het initiatief om een PBD te betrekken.
* Biedt vormingen aan en adviseert over mogelijke partners.
* **Leraren:**
* Zijn de eerstelijnszorgverleners en de belangrijkste schakels in de brede basiszorg.
* Moeten aandacht hebben voor gemeenschappelijke kaders, het zorgcontinuüm, handelingsgericht werken, en herstelgericht/oplossingsgericht werken.
* Zijn mede-architecten van de onderwijsloopbaan van leerlingen.
* Moeten proactief handelen en samenwerken met collega's en ouders.
* **Ouders:**
* Zijn cruciaal voor het schoolsucces van hun kind en worden beschouwd als ervaringsdeskundigen.
* Moeten nauw betrokken worden bij het begeleidingstraject.
* Hebben ook ondersteuningsbehoeften.
#### 2.2.3 Wettelijk kader en ethische overwegingen
* **Discretieplicht (en ambtsgeheim):** Onderwijzend personeel mag vertrouwelijke informatie niet vrijgeven aan onbevoegden, maar heeft wel een meldingsplicht.
* **Beroepsgeheim:** Medewerkers van het CLB delen informatie binnen dezelfde context mits toestemming van de cliënt en noodzaak voor het hulpverleningsproces.
* **Schuldverzuim:** Bij groot gevaar voor een leerling (ernstig, reëel, actueel gevaar) is er een meldingsplicht, zelfs indien dit het beroepsgeheim doorbreekt.
### 2.3 Principes van handelingsgericht werken in het zorgcontinuüm
Handelingsgericht werken (HGW) is een ideaalmodel voor het denken binnen het zorgcontinuüm, met zeven uitgangspunten:
1. **Doelgericht werken:** Opstellen van ambitieuze, SMARTI-geformuleerde doelen voor school, klas en individuele leerlingen.
2. **Transactioneel referentiekader:** Problemen situeren in de context (leerling, ouders, leraar, school) en gericht zoeken naar veranderingen bij de leerling, in de onderwijsomgeving of bij de ouders, met respect voor verschillen.
3. **Onderwijs- en opvoedingsbehoeften centraal:** Focus op wat een leerling nodig heeft om doelen te bereiken.
4. **Oplossingsgericht denken:** Benadrukken dat leraar en ouders ertoe doen en dat hun ondersteuningsbehoeften ook aandacht verdienen.
5. **Positieve aspecten benutten:** Versterken van kansen, krachten en succesvolle aanpakken, omdat dit effectiever is dan het ombuigen van zwakheden.
6. **Constructief samenwerken in dialoog:** Professionals (leraren, CLB, ondersteuners) en ervaringsdeskundigen (ouders, leerling) werken samen aan oplossingen.
7. **Systematisch en transparant:** Planmatig handelen, duidelijke afspraken over rollen, transparante communicatie en nauwkeurige gegevensverzameling.
Het toepassen van HGW in het zorgcontinuüm omvat het identificeren van zorgnoden, het formuleren van doelen, het analyseren van onderwijsbehoeften, het uitvoeren van onderwijsaanbod en het evalueren.
#### 2.3.1 Universal Design for Learning (UDL)
UDL biedt drie principes om leren toegankelijk te maken:
* **Betrokkenheid:** Verschillende manieren om interesses op te wekken, inzet en doorzettingsvermogen te stimuleren, en het leerproces te ondersteunen.
* **Representatie:** Verschillende zintuigen aanspreken, structuur bieden en inzicht bevorderen.
* **Actie en expressie:** Diverse opties voor fysieke verwerking, communicatie en het opstellen van doelen, plannen en strategieën.
#### 2.3.2 Leerlingbespreking
Een leerlingbespreking wordt georganiseerd wanneer de brede basiszorg ontoereikend is en bestaat uit zes stappen:
1. Doelen van de bespreking verwoorden (vragen van leraar, leerling, ouders).
2. Overzicht van wat goed gaat en wat moeilijk loopt.
3. Reflectie op de ontstaansgeschiedenis en referentiekaders van de leerling.
4. Vaststellen van benodigde informatie en hoe deze te verzamelen.
5. Opstellen van SMARTI-doelen en bespreken van leerling- en leerkrachtbehoeften.
6. Afspraken maken over acties, tijdslijnen, aanpassingen en te voeren gesprekken.
De leerlingbespreking leidt vaak tot fase 1 (verhoogde zorg).
### 2.4 Preventie en herstel
* **Preventiepyramide:** Beschrijft actieniveaus voor preventie, van de bredere maatschappelijke context tot specifieke probleemaanpak.
* Niveau 1: Bevorderen van het leefklimaat.
* Niveau 2: Algemene preventie (versterken, draagkracht verhogen).
* Niveau 3: Specifieke preventie (voorkomen van specifieke gedragsproblemen).
* Niveau 4: Probleemaanpak (bestaande problemen aanpakken met preventief effect).
* **Effectieve studiemethoden:**
* Jezelf overhoren.
* Gespreid leren.
* Blijven doorvragen.
* Zelf de leerstof uitleggen.
* Switchen tussen verschillende onderwerpen.
* **Herstelgericht werken:**
* Verbindend werken en verbinding creëren.
* **Hergo (Herstelgericht groepsoverleg):** Een vrijwillig overleg bij ernstige incidenten, gericht op herstel en het aandragen van ieders verantwoordelijkheid.
* **Proactieve cirkel:** Een methodiek om een veilige sfeer te creëren aan het begin van een les of vergadering door open te spreken en te luisteren.
---
# Handelingsgericht werken en preventie
Dit topic behandelt de principes van handelingsgericht werken binnen het zorgcontinuüm, met nadruk op doelgerichtheid, oplossingsgerichtheid en het benutten van positieve aspecten, aangevuld met de preventiepyramide en effectieve studiemethoden.
### 3.1 Handelingsgericht werken
Handelingsgericht werken is het ideaalmodel binnen het zorgcontinuüm. Het streeft ernaar goed onderwijs te bieden door rekening te houden met zeven uitgangspunten:
#### 3.1.1 Zeven uitgangspunten van handelingsgericht werken
* **Doelgericht werken:** Er worden ambitieuze doelen opgesteld voor de school, klas en individuele leerlingen. Deze doelen geven richting, bepalen de benodigde informatie voor efficiënt handelen en dienen als basis voor evaluatie.
* Doelen worden geformuleerd volgens het SMARTI-model:
* **Specifiek:** Concreet, eenvoudig en overzichtelijk, zodat duidelijk is wanneer een doel bereikt is.
* **Meetbaar:** Het resultaat is voldoende objectief vast te stellen.
* **Ambitieus of aanvaardbaar:** De betrokkenen vinden het doel haalbaar en zien het nut ervan in.
* **Realistisch:** Haalbaar en uitdagend, maar niet te hoog gegrepen.
* **Tijdsgebonden:** Er is een einddatum voor het doel of de evaluatie.
* **Inspirerend:** Het doel is betekenisvol en stimuleert tot creatief denken en actie.
* **Transactioneel referentiekader:** Hierbij wordt erkend dat de leerling anderen beïnvloedt en door reacties wordt beïnvloed. Problemen worden geplaatst binnen de context van de leerling, ouders, leraar en school. Gerichte aandacht gaat uit naar veranderbare aspecten bij de leerling, de onderwijsomgeving en de ouders, met respect voor individuele verschillen. Onderwijs- en opvoedingsbehoeften, die beschrijven wat een leerling nodig heeft om een doel te bereiken, staan centraal.
* **Focus op wat de leerling nodig heeft:** De centrale vraag is gericht op de specifieke behoeften van de leerling.
* **Oplossingsgericht denken:** Zowel de leraar als de ouders spelen een cruciale rol. Een goede leraar kan een groot verschil maken in het voorkomen van onderwijsleerproblemen en de positieve ontwikkeling van de leerling op leer-, werkhoudings- en sociaal-emotioneel gebied. Ouders zijn ook essentieel voor schoolsucces, en hun beginsituatie heeft hier grote invloed op. Onderwijsondersteunend gedrag van ouders kan het onderwijs van het kind ondersteunen, maar ook ondermijnen. Zowel de leraar als de ouders hebben behoeften en ondersteuningsbehoeften die worden nagegaan: "Wat heb ik nodig om deze leerling het onderwijs te bieden dat die nodig heeft?".
* **Positieve aspecten benutten:** Dit omvat het identificeren en versterken van kansen, krachten en succesvolle aanpakken. Dit zijn factoren die de ontwikkeling, het welbevinden en het leren van kinderen en jongeren stimuleren. Het versterken van positieve aspecten leidt tot betere resultaten dan het ombuigen van zwakke of negatieve punten.
* **Constructief samenwerken in dialoog:** Leraren, leerlingen, ouders, CLB-medewerkers, externe ondersteuners en andere betrokkenen werken samen om effectieve maatregelen te vinden. Leraren, CLB-medewerkers en ondersteuners worden gezien als professionals, terwijl ouders als ervaringsdeskundigen worden beschouwd. De leerling heeft het recht om actief deel te nemen aan het proces, waarbij diens zelfbeeld en kijk op de situatie invloed hebben op gedrag en motivatie tot verandering.
* **Systematisch en transparant planmatig handelen:** Iedereen is op de hoogte van de werkwijze en de redenen daarvoor. Er worden duidelijke afspraken gemaakt over wie wat doet. Transparante communicatie, nauwkeurige en volledige gegevensverzameling en het toepassen van handelingsgericht werken binnen het zorgcontinuüm zijn essentieel. De leraar identificeert leerlingen die meer of minder zorg nodig hebben, stelt doelen op voor de klas en individuele leerlingen, onderzoekt onderwijsbehoeften en hoe daaraan tegemoet te komen, voert het onderwijsaanbod uit en evalueert vervolgens het proces.
#### 3.1.2 Universal Design for Learning (UDL)
UDL is een principe dat streeft naar inclusief onderwijs door het leerproces voor alle leerlingen toegankelijk te maken. Het omvat drie principes:
* **Betrokkenheid (waarom leren we?):**
* Verschillende manieren om interesses op te wekken.
* Stimuleren van inzet en doorzettingsvermogen.
* Ondersteunen bij het inschatten en bijsturen van het leerproces.
* **Representatie (wat leren we?):**
* Aanspreken van verschillende zintuigen.
* Bieden van structuur en verduidelijking.
* Bevorderen van inzicht.
* **Actie en expressie (hoe leren we?):**
* Aanbieden van verschillende opties voor fysieke verwerking.
* Voorzien in diverse opties voor expressie en communicatie.
* Ondersteunen bij het opstellen van doelen, plannen en strategieën.
#### 3.1.3 De leerlingbespreking
Een leerlingbespreking wordt georganiseerd wanneer de brede basiszorg ontoereikend is en kan worden aangevraagd door de leraar, leerlingbegeleider, de leerling zelf of de ouders. De school betrekt alle betrokkenen in het overleg. Een goede leerlingbespreking omvat zes stappen en leidt tot het plaatsen van de leerling in de fase van verhoogde zorg.
* **Stap 1:** Formuleren van de doelen van de bespreking, waarbij vragen van de leraar, leerling of ouders het startpunt zijn.
* **Stap 2:** Overzicht geven van wat goed gaat en wat moeilijk loopt.
* **Stap 3:** Reflecteren op hoe de situatie is ontstaan en bekijken van de referentiekaders van de leerling.
* **Stap 4:** Nagaan welke informatie nodig is om het probleem te behandelen, welke informatie ontbreekt en hoe deze verzameld kan worden.
* **Stap 5:** Opstellen van SMARTI-doelen en bespreken van de behoeften van de leerlingen en leerkrachten.
* **Stap 6:** Maken van afspraken over wie wat doet, wanneer en waarom, welke aanpassingen mogelijk zijn en welke gesprekken nog gevoerd moeten worden.
#### 3.1.4 Soorten redelijke aanpassingen binnen de verhoogde zorg
* **Remediërende maatregelen:** Herhaling door middel van uitleg en/of oefeningen.
* **Differentiërende maatregelen:** Variatie in het onderwijsleerproces.
* **Compenserende maatregelen:** Gebruik van extra hulpmiddelen.
* **Dispenserende maatregelen:** Vrijstellingen.
Er zijn zeven criteria voor passende maatregelen:
1. Het is maatwerk.
2. Het is SMART.
3. Heeft waar mogelijk ook voor andere leerlingen een positieve impact.
4. Komt tot stand in overleg met alle betrokkenen.
5. Wordt goed gemotiveerd en herhaaldelijk gecommuniceerd.
6. Is gebaseerd op de expertises en observaties van leraren, externe ondersteuners en andere betrokken hulpverleners.
7. Is ingebed in de visie op leerlingenbegeleiding van de school.
#### 3.1.5 Het handelingsgericht diagnostisch traject
Dit traject begint met de intakefase voor samenwerking en informatieverzameling, deels tijdens een multidisciplinair overleg. In de strategiefase wordt bepaald of extra informatie nodig is. Indien ja, volgt de onderzoeksfase om onderzoeksvragen te beantwoorden. Zodra er voldoende informatie is, start de integratie-/aanbevelingsfase waarin gegevens worden samengelegd en aanbevelingen worden geformuleerd. In de adviesfase worden aanbevelingen gekozen, afspraken rond gemaakt, uitgevoerd en geëvalueerd.
Bij een individueel aangepast curriculum (IAC) ontvangt de leerling jaarlijks een attest van verworven bekwaamheden. Uitzonderlijk kan een diploma of studiebewijs worden toegekend indien de IAC-doelen gelijkwaardig zijn aan die van het gewoon onderwijs, na controle door de onderwijsinspectie en op aanvraag van de school.
### 3.2 Preventiepyramide
De preventiepyramide beschrijft verschillende niveaus van preventieve actie, beginnend bij de bredere maatschappelijke context.
* **Niveau 0: Bredere maatschappelijke context:** Sociale, politieke, economische en ecologische factoren die de mogelijkheden van een school om probleemgedrag aan te pakken, beïnvloeden. Hier heeft de school nauwelijks directe invloed op.
* **Niveau 1: Bevorderen van het leefklimaat:** Maatregelen die ervoor zorgen dat leerlingen, leraren en ouders zich positief betrokken voelen bij de school en deze als een aangename plek ervaren.
* **Niveau 2: Algemene preventie:** Versterken van leerlingen, leraren en ouders, hen meer draagkracht geven en stimuleren tot het volhouden van positief gedrag. Problemen worden op een positieve manier aangepakt.
* **Niveau 3: Specifieke preventie:** Inzetten van preventiemaatregelen om specifieke gedragsproblemen te voorkomen.
* **Niveau 4: Probleemaanpak:** Doelgericht aanpakken van bestaande problemen, idealiter met maatregelen die ook een preventief effect hebben.
Preventieve gezondheidszorg valt hieronder, waarbij leerlingen leren over gezond leven en symptomen van gezondheids- en ontwikkelingsproblemen vroegtijdig herkennen. De focus ligt op wat gezond eetgedrag is, in plaats van op stoornissen.
### 3.3 Effectieve studiemethoden
Ineffectieve studiemethoden omvatten onderstrepen, markeren, herlezen, samenvatten en visualiseren van tekst.
Effectieve studiemethoden zijn:
* Zelf overhoren
* Gespreid leren
* Blijven doorvragen
* Zelf de leerstof uitleggen
* Switchen tussen verschillende onderwerpen
### 3.4 Herstelgericht werken
Herstelgericht werken (ook wel verbindend werken genoemd) creëert verbinding.
* **HERGO (Herstelgericht Groepsoverleg):** Een overleg met betrokkenen en steunfiguren, georganiseerd bij ernstige incidenten met meerdere direct of indirect betrokkenen, op vrijwillige basis. Het doel is herstel, waarbij iedereen aangeeft hoe het incident hem/haar heeft geraakt, de eigen verantwoordelijkheid erkent en aangeeft wat hij/zij zal doen om tot herstel te komen.
* **Proactieve cirkel:** Aan het begin van een les of vergadering wordt een veilige sfeer gecreëerd waarin mensen open kunnen spreken en luisteren. De moderator stelt een duidelijke vraag, iedereen krijgt het woord, niemand neemt het woord van een ander over, de boodschap wordt kernachtig geformuleerd, niemand wordt onderbroken, er wordt geen feedback op feedback gegeven en elke inbreng wordt gewaardeerd.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Leerlingbegeleiding | Een integrale aanpak gericht op het ondersteunen van de totale ontwikkeling, het welbevinden en het creëren van gelijke onderwijskansen voor alle leerlingen, waarbij de leerling centraal staat. |
| Onderwijsloopbaan | Het domein van leerlingbegeleiding dat zich richt op het ondersteunen van leerlingen bij het ontwikkelen van zelfkennis en het maken van adequate keuzes betreffende hun onderwijs en toekomst. |
| Leren en studeren | Het domein dat de ondersteuning en ontwikkeling van het leerproces bij leerlingen omvat, met de focus op hoe en waarom leerlingen leren en studeren. |
| Psychisch en sociaal functioneren | Dit domein van leerlingbegeleiding focust op het welbevinden van leerlingen binnen een veilige en uitdagende schoolomgeving, en het bewaken en bevorderen van hun psychische en sociale veerkracht. |
| Preventieve gezondheidszorg | Het opvolgen, bevorderen en beschermen van de gezondheid, groei en ontwikkeling van leerlingen, inclusief het vroegtijdig detecteren van risicofactoren en het aanbieden van preventieve maatregelen. |
| Zorgcontinuüm | Een model dat de fasering van leerlingbegeleiding beschrijft, van brede basiszorg tot individueel aangepast curriculum, waarbij de mate van individualisering van zorg toeneemt naarmate de begeleidingsnood groter wordt. |
| Brede basiszorg (fase 0) | De initiële fase binnen het zorgcontinuüm waarbij de school een krachtige leeromgeving aanbiedt, leerlingen systematisch opvolgt en risicofactoren vermindert om problemen te voorkomen. |
| Verhoogde zorg (fase 1) | De fase binnen het zorgcontinuüm waarin de school extra zorg biedt door middel van remediërende, differentiërende, compenserende of dispenserende maatregelen, afgestemd op de specifieke noden van leerlingen. |
| Uitbreiding van de zorg (fase 2) | Een fase in het zorgcontinuüm waarbij het CLB (Centrum voor LeerlingenBegeleiding) de begeleiding overneemt, nadat de school de leerling heeft aangemeld in overleg met ouders en leerling. |
| Individueel aangepast curriculum (IAC) (fase 3) | De meest individuele fase van het zorgcontinuüm, waarbij een leerling een curriculum op maat krijgt aangeboden omdat de maatregelen uit eerdere fasen onvoldoende bleken. |
| Inclusief onderwijs | Een onderwijsmodel waarbij alle leerlingen, ongeacht hun beperking of achtergrond, samen leren in dezelfde schoolomgeving, met aanpassingen om aan hun specifieke behoeften te voldoen. |
| M-decreet | Een decreet dat de nadruk legt op een meer inclusief onderwijssysteem door leerlingen het recht te geven op inschrijving en redelijke aanpassingen in het gewoon onderwijs, en stimuleert denken in termen van onderwijsbehoeften. |
| Handelingsgericht werken | Een ideaalmodel binnen het zorgcontinuüm dat zich richt op doelgericht werken, het benutten van positieve aspecten, oplossingsgericht denken, samenwerking en systematische, transparante planning. |
| Universal Design for Learning (UDL) | Een raamwerk voor curriculumontwerp dat de principes van betrokkenheid, representatie en actie/expressie hanteert om leerlingen op verschillende manieren te laten leren, participeren en hun kennis uiten. |
| Herstelgericht werken | Een benadering die gericht is op het herstellen van relaties en het creëren van verbinding na incidenten, door middel van groepsoverleg waarbij betrokkenen hun ervaringen delen en verantwoordelijkheid nemen voor herstel. |
| CLB (Centrum voor LeerlingenBegeleiding) | Een psycho-medisch-sociaal centrum dat scholen ondersteunt bij leerlingbegeleiding, signalen opvangt, consultatie biedt, vraagverheldering doet en indien nodig doorverwijst naar externe hulp. |
| PBD (Pedagogische BegeleidingsDienst) | Een dienst die scholen helpt bij het uitwerken, implementeren en evalueren van beleid op leerlingenbegeleiding, inclusief de brede basiszorg, en extra vormingen aanbiedt. |