Cover
Börja nu gratis 12.pdf
Summary
# Rol en taken van het openbaar ministerie
Het openbaar ministerie speelt een centrale rol in het Belgische strafrecht, verantwoordelijk voor de uitoefening van de strafvordering, van de opsporing tot de tenuitvoerlegging van straffen.
## 1. Rol en taken van het openbaar ministerie
Het openbaar ministerie (OM), ook wel het 'parket' of de 'staande magistratuur' genoemd, is primair belast met de uitoefening van de strafvordering. Dit omvat de opsporing van misdrijven, toezicht op gerechtelijke onderzoeken en het vorderen van de toepassing van de strafwet voor de rechter. Het strafprocesinitiatief, de leiding van het proces en de bewijsvoering liggen principieel bij het OM en niet bij de rechter [1](#page=1).
### 1.1 Structuur van het openbaar ministerie
Het OM is een hiërarchisch georganiseerd korps [1](#page=1).
* **Procureur des Konings:** Staat aan het hoofd van het OM in elk arrondissement [1](#page=1).
* **Procureur-generaal:** Staat boven de procureur des Konings [1](#page=1).
* **College van procureurs-generaal:** Bestaat uit de vijf procureurs-generaal bij de hoven van beroep [1](#page=1).
* **Minister van Justitie:** Staat aan het hoofd van het College van procureurs-generaal en draagt de finale verantwoordelijkheid voor het strafrechtelijk beleid [1](#page=1).
* **Federaal procureur:** Leidt het federale parket, dat bevoegd is over heel België en instaat voor internationale samenwerking [1](#page=1).
### 1.2 Samenwerking met de politie
De opsporing van misdrijven gebeurt onder leiding van het OM, maar steeds in nauw overleg met de politiediensten. Bij vaststelling of aangifte van een misdrijf, stelt de politie een proces-verbaal op. Deze processen-verbaal worden overgemaakt aan het OM, dat autonoom beslist over de opportuniteit van de vervolging. Bij een sepot (niet-vervolging) moeten de redenen expliciet vermeld worden en moet de beslissing aan de benadeelde worden meegedeeld [1](#page=1).
### 1.3 Onderzoek
Na melding of vaststelling van een misdrijf, start de onderzoeksfase. Hierin worden bijkomende bewijzen verzameld om daders en omstandigheden te achterhalen. Het onderzoek is geheim, zowel in het belang van de verdachte als van het onderzoek zelf. Er zijn twee vormen van onderzoek [1](#page=1):
#### 1.3.1 Opsporingsonderzoek
* Uitgevoerd door de politie onder gezag van het OM, zonder tussenkomst van een onderzoeksrechter [1](#page=1).
* Vereist vrijwillige medewerking van de betrokkenen [1](#page=1).
* Zodra dwangmaatregelen nodig zijn (bv. aanhouding, gedwongen onderzoek aan het lichaam), start een gerechtelijk onderzoek [1](#page=1).
#### 1.3.2 Gerechtelijk onderzoek
* Geleid door de onderzoeksrechter, die onafhankelijk is [1](#page=1).
* De onderzoeksrechter kan alle onderzoeksdaden stellen, waaronder huiszoekingen, onderzoeken aan het lichaam, inbeslagnames en aanhoudingen [2](#page=2).
* Bij aanhouding beoordeelt de raadkamer maandelijks de geldigheid en noodzaak van de voorlopige hechtenis. In beroep beslist de kamer van inbeschuldigingstelling (KI) hierover [2](#page=2).
* De onderzoeksrechter voert het onderzoek objectief uit, zowel à charge als à décharge [2](#page=2).
* Het onderzoek is in beginsel geheim, maar verdachte en slachtoffer kunnen onder voorwaarden inzage krijgen en bijkomende onderzoekshandelingen vorderen [2](#page=2).
* Na afronding van het onderzoek, beslist de raadkamer over het verdere verloop: buitenvervolgingstelling (onvoldoende bezwaren) of verwijzing naar de bevoegde rechtbank (voldoende bezwaren). Voor ernstige misdrijven kan de KI de beschuldigde naar het hof van assisen verwijzen [2](#page=2).
#### 1.3.3 Mini-instructie
* Een tussenvorm waarbij het OM tijdens een opsporingsonderzoek de onderzoeksrechter vraagt specifieke onderzoeksdaden te verrichten, zonder het dossier volledig over te hevelen [2](#page=2).
* Na deze daden kan het OM het opsporingsonderzoek voortzetten [2](#page=2).
* De onderzoeksrechter heeft een 'evocatierecht': hij kan na de gevraagde handeling beslissen het hele onderzoek zelf voort te zetten [2](#page=2).
### 1.4 Verhoor
* Een cruciaal onderdeel van het onderzoek waarbij de verdachte wordt ondervraagd over het ten laste gelegde misdrijf met het oog op bewijsverzameling [2](#page=2).
* Verplicht voorafgegaan door de kennisgeving van het zwijgrecht en het recht zich niet te beschuldigen [2](#page=2) [3](#page=3).
* Verdachten ontvangen een schriftelijke verklaring van hun rechten ('letter of rights') [3](#page=3).
* Belangrijk recht: vóór het eerste verhoor vertrouwelijk overleg met een advocaat en bijstand tijdens het verhoor. De advocaat waarborgt de rechten van de verdediging [3](#page=3).
### 1.5 Berechting
Na het onderzoek volgt de berechting, waarbij een rechter nagaat of de feiten zijn gepleegd en welke straf wordt opgelegd. Verdachten krijgen inzage in het dossier en kunnen zich verdedigen. Slachtoffers kunnen zich burgerlijke partij stellen voor schadevergoeding [3](#page=3).
* **Verloop van een zitting:** Getuigen horen, vordering van het OM, vordering burgerlijke partij, woord aan de verdachte. Strafrechtelijke procedures zijn hoofdzakelijk mondeling [3](#page=3).
* **Conclusietermijnen:** Bij vraag hiertoe legt de rechter termijnen vast voor het indienen van conclusies. Laattijdige conclusies worden geweerd [3](#page=3).
* **Bevoegde rechtbanken:**
* **Politierechtbank:** Kleine misdrijven, verkeersovertredingen, verkeersongevallen, en zwaardere misdrijven door de raadkamer verwezen [3](#page=3).
* **Hof van assisen:** Misdrijven waarop een straf van niveau 8 staat en sommige van niveau 7 [3](#page=3).
* **Correctionele rechtbank:** Alle overige misdrijven [3](#page=3).
* **Beroep:** Hoger beroep is mogelijk tegen uitspraken (behalve arresten hof van assisen), cassatieberoep tegen uitspraken in graad van beroep [3](#page=3).
#### 1.5.1 Alternatieve afhandeling
Niet alle zaken bereiken de berechtingsfase, ook als dader en bewijs voorhanden zijn. Dit kan door [3](#page=3):
* **Sepot:** Het OM beslist niet te vervolgen [3](#page=3).
* **Buitengerechtelijke afhandeling:**
* **Strafbemiddeling:** Een brede waaier van maatregelen (bv. uren maatschappelijke dienstverlening, therapie) voorgesteld door het OM. Aanvaarding leidt tot verval van strafvordering [3](#page=3) [4](#page=4).
* **Minnelijke schikking:** Een bijzondere toepassing waarbij een geldsom wordt betaald in ruil voor het verval van strafvordering [4](#page=4).
* **Voorwaarden:** Bij strafbemiddeling en minnelijke schikking is integrale schadevergoeding aan slachtoffers essentieel. Deze methoden zijn wettelijk geregeld en vereisen onder meer het akkoord van de verdachte [4](#page=4).
### 1.6 Strafuitvoering
Na een veroordeling volgt de fase van strafuitvoering, die tot de taak van het OM behoort [4](#page=4).
* **Vrijheidsberovende straffen:** Uitgevoerd in de gevangenis, waarbij eventueel ondergane voorlopige hechtenis wordt afgetrokken [4](#page=4).
* **Strafuitvoeringsrechtbanken:** Behandelen modaliteiten zoals elektronisch toezicht (enkelband) en voorwaardelijke invrijheidstelling (VI) [4](#page=4).
* **Voorwaarden VI:** Veroordeelde ondergaat restant straf buiten gevangenis mits naleving van voorwaarden (bv. onderhoud, geen gevaar, geen lastigvallen slachtoffers). Minimum strafdeel ondergaan (één derde, of tien jaar voor levenslang) [4](#page=4).
* **Geldboetes:** Inge- en invordering gebeurt door de Ontvanger van Penale Boeten ten bate van de Belgische schatkist. Bij uitspraak van een geldboete spreekt de rechter ook een vervangende gevangenisstraf uit [4](#page=4).
* **Werkstraffen:** Uitvoering onder toezicht van de probatiecommissie en begeleiding van een justitieassistent [4](#page=4).
---
# Het strafrechtelijk onderzoeksstadium
Dit deel van het studiemateriaal behandelt de fasen van het strafrechtelijk onderzoek, met specifieke aandacht voor het opsporingsonderzoek, het gerechtelijk onderzoek, en de rollen van het Openbaar Ministerie, de politie en de onderzoeksrechter.
### 2.1 De rol van het Openbaar Ministerie
Het Openbaar Ministerie (OM), ook wel het 'parket' of de 'staande magistratuur' genoemd, is primair belast met de uitoefening van de strafvordering. Dit omvat de opsporing van misdrijven, toezicht op gerechtelijke onderzoeken en het vorderen van de toepassing van de strafwet voor de rechter. Het strafprocesinitiatief, de leiding van het proces en de bewijsvoering liggen in principe bij het OM [1](#page=1).
Het OM is hiërarchisch georganiseerd, met de procureur des Konings aan het hoofd van elk arrondissement. De procureurs-generaal bij de hoven van beroep vormen samen het College van procureurs-generaal, dat onder het gezag van de minister van Justitie valt, welke de eindverantwoordelijkheid draagt voor het strafrechtelijk beleid. Een federale procureur leidt het federale parket, dat bevoegd is over heel België en instaat voor internationale samenwerking [1](#page=1).
De opsporing van misdrijven gebeurt onder leiding van het OM in nauw overleg met de politiediensten. Bij vaststelling of aangifte van een misdrijf stelt de politie een proces-verbaal op dat aan het OM wordt overgemaakt. Het OM beslist autonoom over de opportuniteit van vervolging en moet redenen vermelden voor een sepot (niet vervolgen) [1](#page=1).
### 2.2 Het onderzoek
Na de vaststelling of melding van een misdrijf start de onderzoeksfase, waarin aanvullende bewijzen worden verzameld om daders en omstandigheden te achterhalen. Dit onderzoek heeft een geheim karakter ter bescherming van de verdachte en het onderzoek zelf. Het onderzoek kan de vorm aannemen van een opsporingsonderzoek of een gerechtelijk onderzoek [1](#page=1).
#### 2.2.1 Opsporingsonderzoek en gerechtelijk onderzoek
* **Opsporingsonderzoek:** Dit wordt uitgevoerd door de politie onder gezag van het OM, zonder tussenkomst van een onderzoeksrechter. Het vereist de vrijwillige medewerking van de betrokkenen. Zodra dwangmaatregelen nodig zijn (zoals aanhouding of gedwongen onderzoek aan het lichaam), wordt een gerechtelijk onderzoek gestart. Indien de feiten gewichtig zijn en vervolging opportuun wordt geacht, kan het OM de verdachte dagvaarden voor de bevoegde rechtbank [1](#page=1).
* **Gerechtelijk onderzoek:** Dit wordt geleid door de onderzoeksrechter, een onafhankelijke rechter die diverse onderzoeksdaden kan stellen, waaronder huiszoekingen, onderzoekshandelingen aan het lichaam, inbeslagnames en aanhoudingen. Bij aanhouding beoordeelt de raadkamer maandelijks de geldigheid en noodzaak van de voorlopige hechtenis. In beroep is dit de kamer van inbeschuldigingstelling (KI) [2](#page=2).
De onderzoeksrechter voert het onderzoek objectief uit, zowel ten laste (à charge) als ten ontlaste (à décharge) van de verdachte. Ook dit onderzoek is in beginsel geheim, maar verdachte en slachtoffer kunnen onder voorwaarden inzage krijgen en bijkomende onderzoekshandelingen vorderen. Het OM is doorgaans niet aanwezig bij deze verrichtingen, maar de onderzoeksrechter doet beroep op de politie voor de uitvoering [2](#page=2).
Na afronding van het onderzoek door de onderzoeksrechter, beslist de raadkamer over het verdere verloop:
* **Buitenvervolgingstelling:** Indien er onvoldoende bezwaren zijn [2](#page=2).
* **Verwijzing naar bevoegde rechtbank:** Indien er voldoende bezwaren zijn [2](#page=2).
* Voor misdrijven met straffen van niveau 8 of sommige van niveau 7, is de KI bevoegd om de beschuldigde naar het Hof van Assisen te verwijzen [2](#page=2).
#### 2.2.2 Mini-instructie
Een tussenvorm is de 'mini-instructie', waarbij het OM tijdens een opsporingsonderzoek de onderzoeksrechter vraagt specifieke onderzoeksdaden te verrichten zonder het hele dossier over te hevelen. Na deze daden kan het OM het opsporingsonderzoek voortzetten. De onderzoeksrechter heeft echter een 'evocatierecht' om het hele onderzoek zelf over te nemen [2](#page=2).
#### 2.2.3 Verhoor
Een essentieel onderdeel van het onderzoek is het verhoor, waarbij de verdachte ondervraagd wordt over een hem ten laste gelegd misdrijf. Dit verhoor moet voorafgegaan worden door de kennisgeving dat de ondervraagde het recht heeft zich niet te beschuldigen (zwijgrecht). Een schriftelijke verklaring met de rechten van de verdachte ('letter of rights') moet worden overhandigd [2](#page=2) [3](#page=3).
> **Tip:** Het zwijgrecht is een fundamenteel recht. De verdachte hoeft alleen zijn identiteit mee te delen [3](#page=3).
Verder heeft de verdachte recht op vertrouwelijk overleg met een advocaat vóór het eerste verhoor en het recht op bijstand van een advocaat tijdens het verhoor. De advocaat waarborgt de rechten van de verdediging [3](#page=3).
### 2.3 De rol van de onderzoeksrechter
De onderzoeksrechter speelt een cruciale rol in het gerechtelijk onderzoek. Hij leidt dit onderzoek onafhankelijk en kan alle onderzoeksdaden stellen. Zijn taak is om het onderzoek objectief te voeren, zowel ten laste als ten ontlaste van de verdachte. Hij werkt nauw samen met de politiediensten voor de uitvoering van zijn opdrachten [1](#page=1) [2](#page=2).
> **Tip:** Het gerechtelijk onderzoek is complex en vereist een grondige kennis van de bevoegdheden van de onderzoeksrechter en de rechten van de verdachte.
### 2.4 Samenvatting van de onderzoeksfasen
Het strafrechtelijk onderzoeksstadium omvat de opsporing van misdrijven en het verzamelen van bewijsmateriaal. Dit kan gebeuren via een opsporingsonderzoek onder leiding van het Openbaar Ministerie en de politie, of via een gerechtelijk onderzoek geleid door een onderzoeksrechter, met name wanneer dwangmaatregelen noodzakelijk zijn. De onderzoeksrechter voert een objectief onderzoek en de uiteindelijke beslissing over de vervolging of buitenvervolgingstelling ligt bij de raadkamer. Het verhoor is een belangrijk onderdeel, waarbij de rechten van de verdachte, waaronder het zwijgrecht en het recht op bijstand van een advocaat, strikt gerespecteerd moeten worden.
---
# Berechting en strafuitvoering
Dit onderwerp omvat het proces van de berechting door de rechtbank en de daaropvolgende uitvoering van opgelegde straffen, inclusief alternatieve strafvormen [3](#page=3).
### 3.1 De berechting
Na de onderzoeksfase volgt de berechting, waarbij een onafhankelijke rechter nagaat of de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan en welke straf daarvoor passend is. De verdachte krijgt de kans om het volledige strafdossier in te zien en zich te verdedigen, bijgestaan door een raadsman. Slachtoffers kunnen zich voegen als burgerlijke partij om een schadevergoeding te eisen [3](#page=3).
Een typische zitting verloopt als volgt: eerst worden getuigen gehoord, gevolgd door de vordering van het openbaar ministerie, de toelichting van de burgerlijke partij, en ten slotte het woord aan de verdachte. De strafrechtelijke berechting verloopt voornamelijk mondeling, in tegenstelling tot burgerlijke en administratieve procedures. Na de pleidooien volgt beraadslaging en wordt het vonnis doorgaans een maand na de zitting openbaar uitgesproken [3](#page=3).
Er geldt een systeem van bindende conclusietermijnen: indien een partij vraagt om te concluderen, legt de rechter conclusietermijnen en een rechtsdag vast. Laattijdige conclusies worden in principe geweerd uit de debatten [3](#page=3).
#### 3.1.1 Bevoegde rechtbanken
De bevoegdheid van de rechtbank hangt af van de aard en ernst van het misdrijf:
* **Politierechtbank:** Behandelt kleine misdrijven, verkeersovertredingen, verkeersongevallen en zwaardere misdrijven die door de raadkamer naar deze rechtbank zijn verwezen [3](#page=3).
* **Hof van assisen:** Behandelt misdrijven waarop een straf van niveau 8 staat en sommige misdrijven met een straf van niveau 7 [3](#page=3).
* **Correctionele rechtbank:** Behandelt de overige misdrijven [3](#page=3).
Tegen uitspraken van de politierechtbank en de correctionele rechtbank kan hoger beroep worden ingesteld. Tegen een arrest van het hof van assisen is geen hoger beroep mogelijk. Tegen elke uitspraak in graad van beroep kan cassatieberoep worden aangetekend [3](#page=3).
#### 3.1.2 Sepot, bemiddeling en minnelijke schikking
Een aanzienlijk aantal zaken haalt de berechting niet, zelfs indien de dader bekend is en er voldoende bewijs is. Dit is het geval wanneer het openbaar ministerie beslist de zaak te seponeren (niet te vervolgen) of buitengerechtelijk af te handelen via bemiddeling of een minnelijke schikking [3](#page=3).
* **Strafbemiddeling:** Omvat een brede waaier aan maatregelen die het parket aan de verdachte kan voorstellen, zoals maatschappelijke dienstverlening of therapie. Bij aanvaarding vervalt de strafvordering [4](#page=4).
* **Minnelijke schikking:** Een bijzondere toepassing van strafbemiddeling waarbij de verdachte een geldsom betaalt in ruil voor het verval van de strafvordering [4](#page=4).
Bij zowel bemiddeling als minnelijke schikking is integrale schadevergoeding aan de slachtoffers essentieel. In tegenstelling tot sepot zijn bemiddeling en minnelijke schikking wettelijk geregeld en aan specifieke voorwaarden onderworpen, zoals het akkoord van de verdachte. Dit alles is een beleidskwestie die door de minister van justitie wordt uitgetekend in overleg met het openbaar ministerie [4](#page=4).
### 3.2 Strafuitvoering
Na de berechting, indien schuldig bevonden en veroordeeld, volgt de fase van de strafuitvoering. De uitvoering van opgelegde straffen is de taak van het openbaar ministerie [4](#page=4).
#### 3.2.1 Vrijheidsberovende straffen
Vrijheidsberovende straffen worden in de gevangenis uitgevoerd. De eventueel ondergane voorlopige hechtenis wordt hierbij in mindering gebracht [4](#page=4).
* **Elektronisch toezicht:** De veroordeelde ondergaat de vrijheidsstraf buiten de gevangenis met naleving van een afgesproken plan, gecontroleerd via een enkelband. Dit kan een modaliteit zijn van bijvoorbeeld voorwaardelijke invrijheidstelling of als hoofd-straf worden opgelegd [4](#page=4) [5](#page=5).
* **Voorwaardelijke invrijheidstelling:** De veroordeelde ondergaat het resterend deel van zijn vrijheidsstraf buiten de gevangenis, mits naleving van voorwaarden gedurende een proeftijd. Voorwaarden kunnen zijn: voor onderhoud kunnen voorzien, geen gevaar vormen voor nieuwe strafbare feiten, slachtoffers niet lastigvallen, etc.. Om in aanmerking te komen, moet men doorgaans één derde van de straf hebben ondergaan; bij levenslange gevangenisstraf is dit minstens tien jaar [4](#page=4).
#### 3.2.2 Geldboetes
De invordering van geldboetes gebeurt door de Ontvanger van Penale Boeten ten bate van de Belgische schatkist. Om te voorkomen dat veroordeelden zich aan straf onttrekken door niet-betaling, moet de rechter telkens bij het uitspreken van een geldboete ook een vervangende gevangenisstraf uitspreken. De veroordeelde kan evenwel niet zelf kiezen voor de vervangende gevangenisstraf [4](#page=4).
#### 3.2.3 Werkstraffen
De tenuitvoerlegging van werkstraffen gebeurt onder toezicht van de probatiecommissie en begeleiding van een justitieassistent. De rechter kan aanwijzingen geven over de gewenste werkstraf, maar de justitieassistent heeft hierin een ruime bevoegdheid. Bij het uitspreken van de werkstraf bepaalt de rechter tevens een vervangende gevangenisstraf of geldboete voor het geval de werkstraf niet of niet volledig wordt uitgevoerd [4](#page=4) [5](#page=5).
#### 3.2.4 Autonome probatiestraf en straffen met uitstel/opschorting
De strafrechter kan als hoofdstraf een autonome probatiestraf opleggen indien een misdrijf waarop een straf van niveau 1 of 2 staat is gepleegd. De veroordeelde moet dan bijzondere voorwaarden naleven gedurende een door de rechter bepaalde termijn [5](#page=5).
* **Veroordeling met uitstel:** De beklaagde wordt schuldig bevonden en veroordeeld, maar de uitvoering van de straf wordt uitgesteld en afhankelijk gemaakt van de naleving van opgelegde voorwaarden [5](#page=5).
* **Veroordeling met opschorting:** Er is geen veroordeling (en dus geen vermelding op het strafblad), op voorwaarde dat de beklaagde zich tijdens de proeftermijn aan de opgelegde voorwaarden houdt [5](#page=5).
### 3.3 Samenloop van strafvordering en burgerlijke vordering
In principe worden strafrechtelijke en burgerlijke vorderingen voor verschillende rechtscolleges gebracht. Echter, wanneer dezelfde feiten aanleiding geven tot zowel een straf- als een burgerlijke vordering, zoals bij verkeersongevallen, kan dit tot problemen leiden, met name bij betwisting over aansprakelijkheid [5](#page=5).
Om dit te vermijden, bepalen de wetgeving dat strafrechtscolleges in een strafproces tevens over de burgerlijke vordering uitspraak kunnen doen. Dit is enkel mogelijk indien de strafbare daad ook oorzaak is van schade aan derden. Indien er bij vrijspraak geen strafrechtelijke aansprakelijkheid is, zal de strafrechter de burgerlijke vordering als onontvankelijk afwijzen, maar het slachtoffer kan zich nadien nog tot de burgerlijke rechtbank wenden. Het is mogelijk dat een gedraging geen misdrijf is, maar wel een fout die recht geeft op schadevergoeding [5](#page=5).
#### 3.3.1 Burgerlijke partijstelling
De burgerlijke vordering wordt voor de strafrechter aanhangig gemaakt door een burgerlijke partijstelling. Dit gebeurt door het slachtoffer (of diens advocaat) op de zitting van de strafprocedure verschijnen en een nota burgerlijke partijstelling neer te leggen met de feiten en de gevorderde schadevergoeding. Indien het slachtoffer zich als ‘benadeelde’ heeft laten registreren, wordt hij door het parket op de hoogte gehouden van de procedure. Als het parket niet vervolgt, kan het slachtoffer de strafprocedure in gang zetten door zich burgerlijke partij te stellen bij de onderzoeksrechter, samen met een klacht [6](#page=6).
#### 3.3.2 Voordelen van de samenloop
Het koppelen van de burgerlijke vordering aan de strafvordering biedt twee belangrijke voordelen voor de burgerlijke partij:
* **Goedkopere procedure:** Kosten voor dagvaarding worden uitgespaard [6](#page=6).
* **Verlichte bewijslast:** Het parket neemt een groot deel van het bewijs van de aansprakelijkheid van de beklaagde over [6](#page=6).
---
# Samenloop van straf- en burgerlijke vordering
Dit deel behandelt de procedure wanneer dezelfde feiten zowel aanleiding geven tot een strafrechtelijke als een burgerlijke vordering.
### Algemene principes
Normaliter worden strafrechtelijke vervolgingen behandeld door strafrechtscolleges zoals de politierechtbank, de correctionele rechtbank of het hof van assisen. Burgerlijke vorderingen worden daarentegen behandeld door andere rechtscolleges, zoals de vrederechter, de rechtbank van eerste aanleg, enzovoort [5](#page=5).
Situaties waarin dezelfde feiten leiden tot zowel een strafrechtelijke als een burgerlijke vordering kunnen problemen opleveren. Dit is vaak het geval bij verkeersongevallen, waarbij het parket vervolgt voor verkeersovertredingen of onvrijwillige slagen en verwondingen, en het slachtoffer via een burgerlijke vordering schadevergoeding eist. Er ontstaan met name problemen wanneer er betwisting is over de aansprakelijkheid voor het ongeval. Het zou problematisch zijn als een strafrechter de autobestuurder aansprakelijk stelt, terwijl een andere rechtbank de burgerlijke vordering van het slachtoffer afwijst [5](#page=5).
Om dit te voorkomen, voorziet de wetgeving dat strafrechtscolleges tegelijkertijd uitspraak kunnen doen over de burgerlijke vordering binnen het kader van een strafproces. Burgerlijke rechtbanken kunnen daarentegen nooit uitspraak doen over een strafvordering [5](#page=5).
### Voorwaarden voor samenloop
Er is pas sprake van een samenloop tussen burgerlijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid als de strafbare daad ook schade aan derden heeft veroorzaakt. Als de gedraging niet strafbaar is, er geen schade is, of als er geen oorzakelijk verband bestaat tussen de strafbare gedraging en de schade, kan de strafrechter de burgerlijke vordering niet inwilligen [5](#page=5).
In geval van vrijspraak zal de strafrechter de burgerlijke vordering als onontvankelijk afwijzen. Het slachtoffer kan zich nadien echter nog steeds wenden tot de burgerlijke rechtbank, die dan uitsluitend over de burgerlijke vordering zal oordelen. Het is namelijk mogelijk dat een gedraging geen misdrijf is (en dus geen aanleiding geeft tot een strafrechtelijke veroordeling), maar wel een fout die recht geeft op een schadevergoeding [5](#page=5).
### Procedure van burgerlijke partijstelling
De burgerlijke vordering wordt voor de strafrechter aanhangig gemaakt door een burgerlijke partijstelling. In de praktijk gebeurt dit doordat (de advocaat van) het slachtoffer op de zitting van de strafprocedure verschijnt en daar de burgerlijke vordering instelt met een nota van burgerlijke partijstelling, waarin de feiten en de gevorderde schadevergoeding worden uiteengezet [6](#page=6).
Indien het slachtoffer van een misdrijf zich officieel heeft laten registreren als 'benadeelde', wordt hij door het parket op de hoogte gehouden van het verloop van de strafprocedure. Als het parket niet vervolgt, kan hij als slachtoffer de strafprocedure in gang zetten door zich burgerlijke partij te stellen bij de onderzoeksrechter, samen met het neerleggen van een klacht (een klacht met burgerlijke partijstelling) [6](#page=6).
### Voordelen van samenloop voor de burgerlijke partij
Het koppelen van de burgerlijke vordering aan de strafvordering biedt de burgerlijke partij twee belangrijke voordelen [6](#page=6).
1. **Lagere kosten:** De procedure is goedkoper, onder meer doordat de kosten van dagvaarding worden uitgespaard [6](#page=6).
2. **Verlichte bewijslast:** Het parket neemt een groot deel van de bewijslast met betrekking tot de aansprakelijkheid van de beklaagde over, waardoor het werk van de burgerlijke partij aanzienlijk wordt verlicht [6](#page=6).
> **Tip:** Begrijp het verschil tussen een "veroordeling met uitstel" en een "veroordeling met opschorting" in de context van voorwaardelijke straffen, zoals besproken op pagina 5. Dit is cruciaal voor het begrijpen van de impact op het strafblad [5](#page=5).
> **Voorbeeld:** Een dronken bestuurder veroorzaakt een ongeval waarbij letsel ontstaat bij een andere weggebruiker. Het parket start een strafrechtelijke procedure wegens gevaarlijk rijgedrag en onvrijwillige slagen en verwondingen. Het slachtoffer dient een burgerlijke vordering in bij de strafrechter om de geleden schade vergoed te krijgen. De strafrechter zal dan zowel de schuldvraag als de hoogte van de schadevergoeding beoordelen [5](#page=5).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Openbaar Ministerie | Een openbaar orgaan dat belast is met de uitoefening van de strafvordering, verantwoordelijk voor de opsporing van misdrijven, toezicht op onderzoeken en het vorderen van straffen voor de rechter. |
| Parket | Een alternatieve benaming voor het Openbaar Ministerie, verwijzend naar de instelling die de strafrechtelijke vervolging behartigt. |
| Strafvordering | Het geheel van rechtsregels en procedures die bepalen hoe strafbare feiten worden opgespoord, vervolgd, berecht en bestraft. |
| Proces-verbaal | Een schriftelijk verslag opgesteld door een politieambtenaar waarin feiten die een misdrijf kunnen inhouden, worden vastgesteld of meegedeeld. |
| Sepot | De beslissing van het Openbaar Ministerie om niet over te gaan tot vervolging van een verdachte, om diverse redenen zoals onvoldoende bezwaren. |
| Opsporingsonderzoek | Een fase in het strafrechtelijk proces waarbij de politie onder leiding van het Openbaar Ministerie bewijzen verzamelt, zonder tussenkomst van een onderzoeksrechter. |
| Ggerechtelijk onderzoek | Een onderzoeksfase die wordt geleid door een onafhankelijke onderzoeksrechter, die bevoegd is om diverse onderzoeksdaden te stellen, waaronder dwangmaatregelen. |
| Onderzoeksrechter | Een rechterlijke ambtenaar die belast is met het leiden van een gerechtelijk onderzoek, met als doel de waarheid in een zaak te achterhalen. |
| Raadkamer | Een kamer van de rechtbank die bevoegd is om beslissingen te nemen over de rechtmatigheid en noodzaak van bepaalde dwangmaatregelen, zoals voorlopige hechtenis. |
| Buitenvervolgingstelling | De beslissing van de raadkamer om een zaak te seponeren wegens onvoldoende bezwaren, waardoor de verdachte niet voor de rechter hoeft te verschijnen. |
| Mini-instructie | Een bijzondere vorm van onderzoek waarbij het Openbaar Ministerie de onderzoeksrechter vraagt om specifieke onderzoekshandelingen te verrichten binnen een lopend opsporingsonderzoek. |
| Verhoor | Een procedure waarbij een verdachte of getuige wordt ondervraagd om bewijselementen te verzamelen in het kader van een strafrechtelijk onderzoek. |
| Zwijgrecht | Het fundamentele recht van een verdachte om te zwijgen tijdens een verhoor en geen verklaringen af te leggen die tegen hem gebruikt kunnen worden. |
| Letter of rights | Een schriftelijke verklaring die aan een verdachte wordt overhandigd met daarin een opsomming van zijn rechten tijdens een verhoor. |
| Berechting | De fase in het strafproces waarin een rechter de schuldvraag beantwoordt en, indien schuldig bevonden, de straf oplegt. |
| Burgerlijke partij | Een slachtoffer dat zich in een strafprocedure voegt om schadevergoeding te eisen voor de geleden schade door het strafbare feit. |
| Vonnis | De beslissing van een rechtbank in een strafzaak, waarin de beklaagde schuldig of onschuldig wordt verklaard en eventueel een straf wordt opgelegd. |
| Strafuitvoering | De fase na de berechting waarin de opgelegde straffen daadwerkelijk worden uitgevoerd, zoals gevangenisstraf, geldboetes of werkstraffen. |
| Strafuitvoeringsrechtbank | Een rechtbank die bevoegd is voor specifieke modaliteiten van de strafuitvoering, zoals elektronisch toezicht en voorwaardelijke invrijheidstelling. |
| Elektronisch toezicht | Een alternatieve strafuitvoeringsmodaliteit waarbij de veroordeelde zijn straf buiten de gevangenis uitzit, met elektronische controle via een enkelband. |
| Voorwaardelijke invrijheidstelling | De mogelijkheid voor een veroordeelde om het resterende deel van zijn vrijheidsstraf buiten de gevangenis uit te zitten, mits hij aan bepaalde voorwaarden voldoet. |
| Werkstraf | Een straf waarbij de veroordeelde onbetaalde arbeid verricht ten behoeve van de gemeenschap, onder toezicht van een justitie-assistent. |
| Probatiestraf | Een autonome straf waarbij de veroordeelde gedurende een bepaalde termijn bijzondere voorwaarden moet naleven, zonder dat de straf zelf wordt uitgevoerd. |
| Opschorting | Een beslissing van de rechter waarbij de veroordeling en de straf niet worden uitgesproken, op voorwaarde dat de beklaagde zich tijdens de proeftermijn aan de opgelegde voorwaarden houdt. |
| Burgerlijke vordering | Een juridische actie ingesteld door een burger om schadevergoeding te verkrijgen voor geleden schade, los van een strafrechtelijke procedure. |
| Samenloop | De situatie waarbij dezelfde feiten aanleiding geven tot zowel een strafrechtelijke vervolging als een burgerlijke vordering tot schadevergoeding. |