Cover
Start now for free projectplanning door Jo Vansteenvoort rev 250922.pdf
Summary
# Introductie tot projectplanning en generatieve AI in marketing
Dit onderwerp introduceert de basisprincipes van projectplanning specifiek voor marketeers en verkent het gebruik van generatieve AI, inclusief de bijbehorende valkuilen en terminologie [10](#page=10) [1](#page=1) [3](#page=3) [7](#page=7) [8](#page=8) [9](#page=9).
### 1.1 Het gebruik van generatieve AI robots in marketing
Generatieve AI is een subset van kunstmatige intelligentie die nieuwe content kan creëren, zoals beelden, tekst, audio, code of video, gebaseerd op patronen geleerd uit bestaande data. Het gebruik van generatieve AI in marketing biedt diverse mogelijkheden, maar brengt ook specifieke uitdagingen met zich mee [8](#page=8).
#### 1.1.1 De valkuilen van AI
Het veralgemenen van het gebruik van AI is verleidelijk, maar kent verschillende valkuilen die men moet vermijden [8](#page=8).
* **Automation Bias:** Dit treedt op wanneer men blind vertrouwt op het resultaat van AI, simpelweg omdat het zeer overtuigend klinkt [8](#page=8).
* **Knowledge Illusion:** Door het gebruik van AI-resultaten ontstaat de illusie dat men de materie begrijpt en beheerst, terwijl men enkel van de oplossing gebruikmaakt [8](#page=8).
* **Skill Attropy:** Dit is de gevaarlijkste valkuil, waarbij men door veelvuldig gebruik van AI-tools de eigen vaardigheden, het denkvermogen en het analysevermogen verliest [8](#page=8).
#### 1.1.2 Belangrijke kenmerken van effectieve prompts
Een effectieve prompt is essentieel voor het verkrijgen van de gewenste output van een AI-model [9](#page=9).
* **Duidelijkheid:** De vraagstelling moet helder en specifiek zijn, zodat de AI precies weet wat er gevraagd wordt. Vermijd vage of te brede vragen [9](#page=9).
* **Context:** Indien nodig moet achtergrondinformatie worden verstrekt om de AI te helpen het onderwerp of het doel beter te begrijpen. Hierbij hoort ook het vermelden van de eigen rol in de vraagstelling [9](#page=9).
* **Relevantie:** Vraag enkel naar informatie die strikt noodzakelijk is. Lange, samengestelde vragen kunnen verwarrend zijn [9](#page=9).
* **Beperk jargon:** Gebruik eenvoudige, gangbare woorden, tenzij men zeker is dat de AI specifieke termen begrijpt [9](#page=9).
* **Specificeer het gewenste antwoordformaat:** Geef aan of een lijst, uitleg, vergelijking, tabel, etc. gewenst is. Ook beperkingen in lengte (aantal lettertekens, grootte) kunnen hier worden gespecificeerd [9](#page=9).
* **Taal en spelling:** Correcte taal en controle op spelling en fouten zijn cruciaal om misverstanden te voorkomen [9](#page=9).
* **Vermijd dubbelzinnigheid:** Stel de vraag zodanig dat deze slechts op één manier geïnterpreteerd kan worden [9](#page=9).
#### 1.1.3 Kernonderdelen van een prompt
Een prompt kan worden opgebouwd met de volgende zes kernonderdelen om een goede output te garanderen [9](#page=9):
1. Jouw rol
2. Het doel van je vraag
3. Verduidelijking en context van je vraag
4. Het gewenste formaat van de output, technisch
5. Een voorbeeld van de gewenste output
6. Het gewenste stramien van het antwoord
> **Tip:** Het principe "Garbage In, Garbage Out" (GIGO) is hierbij cruciaal: slechte input leidt tot slechte output [8](#page=8) [9](#page=9).
#### 1.1.4 Terminologie rondom generatieve AI
* **Prompt:** Input of instructies die aan een AI-model worden gegeven om een gewenst resultaat te verkrijgen [8](#page=8).
* **Generatieve AI:** Kunstmatige intelligentie die content genereert, zoals tekst, afbeeldingen, of code [8](#page=8).
* **Context:** Relevante informatie die een prompt duidelijk maakt voor de AI [8](#page=8).
* **Specificiteit:** Het geven van gedetailleerde en gerichte informatie in een prompt [8](#page=8).
* **Iteratie:** Het proces van herhalen en verfijnen om een beter resultaat te krijgen [8](#page=8).
* **Garbage In, Garbage Out (GIGO):** Het principe dat slechte input leidt tot slechte output [9](#page=9).
#### 1.1.5 Concreet in marketing & communicatie
Voorbeelden illustreren het verschil tussen slechte en goede prompts in een marketingcontext [10](#page=10) [9](#page=9).
> **Voorbeeld (Marketing):**
> **Slechte prompt:** "Maak reclame voor kleding."
> **Goede prompt:**
> * **Rol:** Je bent een copywriter met ervaring in social media.
> * **Doel:** Schrijf een wervende Instagram-post voor een duurzame kledingwinkel.
> * **Omschrijving:** Focus op het thema ‘milieuvriendelijk en stijlvol’.
> * **Formatering:** Tekst in maximaal 80 woorden, gevolgd door 3 passende hashtags.
> * **Voorbeelden:** Een zin die zowel stijl als duurzaamheid benadrukt.
> * **Workflow:** Benoem USP’s, vertaal dit naar een korte pakkende tekst, voeg hashtags toe.
> **Voorbeeld (Algemeen):**
> **Slechte prompt:** "Vertel iets over klimaatverandering."
> **Goede prompt:**
> * **Rol:** Je bent een klimaatwetenschapper.
> * **Doel:** Leg de oorzaken van klimaatverandering uit aan eerstejaars studenten.
> * **Omschrijving:** Focus op CO₂-uitstoot, ontbossing en industrie.
> * **Formatering:** Lever een korte uitleg in 3 paragrafen.
> * **Voorbeelden:** Vergelijk het met een deken die warmte vasthoudt.
> * **Workflow:** Introduceer het probleem, bespreek de oorzaken, gebruik de metafoor ter verduidelijking.
### 1.2 Projectplanning voor marketeers
Projectplanning voor marketeers is een specifiek domein dat verschilt van de algemene planning van bedrijfsprojecten. Het doel is het opmaken van een handige leidraad voor de realisatie van een geslaagd marketingproject. De redenen voor het succes of falen van marketingprojecten zijn vaak moeilijk te duiden, wat het belang van goede planning onderstreept [7](#page=7).
#### 1.2.1 Wat is projectplanning voor marketeers?
Projectplanning voor marketeers omvat het systematisch organiseren en beheren van alle activiteiten, middelen en tijdschema's die nodig zijn om een marketingdoelstelling te bereiken. Het gaat hierbij niet om een exacte wetenschap, maar eerder om een leerproces gebaseerd op ervaring en de omgeving [3](#page=3) [7](#page=7).
#### 1.2.2 Tien vragen bij projectplanning
Bij projectplanning is het essentieel om tien kernvragen te stellen om een duidelijk beeld te krijgen van het project. Hoewel de specifieke vragen niet uitgewerkt zijn in de verstrekte pagina's, wordt hun belang benadrukt [3](#page=3).
#### 1.2.3 Basisprincipes van projectplanning
Enkele basisprincipes zijn cruciaal voor succesvolle projectplanning [3](#page=3):
* **Waardepropositie:** Het definiëren van de unieke waarde die een product of dienst biedt aan de klant [3](#page=3).
* **Belang van een goede BHAG (Big Hairy Audacious Goal):** Het stellen van ambitieuze, inspirerende langetermijndoelen die als richtlijn dienen [3](#page=3).
* **High stakes decision making:** Het nemen van beslissingen onder druk of met grote gevolgen, wat een zorgvuldige planning vereist [3](#page=3).
* **SWOT-analyse:** Het analyseren van Sterktes, Zwaktes, Kansen en Bedreigingen [3](#page=3).
* **Het waardemodel van Moore en Schneider, Treacy en Wiersema:** Modellen die helpen bij het begrijpen en strategisch positioneren van de waarde die een bedrijf levert [3](#page=3).
#### 1.2.4 Projectbestanddelen en de projectlifecycle
Een project kent verschillende bestanddelen en doorloopt meerdere stadia [3](#page=3).
* **Verscheidenheid:** Projecten kunnen zeer divers zijn in aard en omvang [3](#page=3).
* **De vier stadia van een project:**
1. Beginnen met het project
2. Organiseren en voorbereiden
3. Werk uitvoeren
4. Project afsluiten
Een verkort schema van de projectlifecycle omvat deze vier stadia [3](#page=3).
#### 1.2.5 Essentiële elementen in planning
Een goede projectvoorbereiding bestaat uit zeven stappen, met aandacht voor de volgende essentiële elementen [3](#page=3):
* **Taken:** Het identificeren en definiëren van alle benodigde taken [3](#page=3).
* **Duur en timing:** Het inschatten van de benodigde tijd per taak en het vastleggen van de planning [3](#page=3).
---
# Fundamentele principes en componenten van projectplanning
Dit deel behandelt kernprincipes en componenten die essentieel zijn voor effectieve projectplanning, van het bepalen van de kern drijfveer tot de praktische elementen van taken en budgettering [13](#page=13).
### 2.1 De waardepropositie: de golden circle
De 'Golden Circle' van Simon Sinek is een model dat de essentie van succesvolle en inspirerende organisaties verklaart door te focussen op drie lagen: WHY, HOW en WHAT [14](#page=14).
* **WHY (Waarom?):** Dit vertegenwoordigt de kern, de drijfveer, de missie van een organisatie of individu. Succesvolle entiteiten beginnen altijd met dit "waarom". Dit principe vindt zijn oorsprong in de filosofie van Friedrich Nietzsche, die stelde: "He who has a why to live for can bear almost any how" [14](#page=14).
* **HOW (Hoe?):** Dit beschrijft de unieke werkwijze, strategie of aanpak die een product of dienst speciaal maakt [14](#page=14).
* **WHAT (Wat?):** Dit is het concrete product of de dienst die aangeboden wordt [14](#page=14).
Veel organisaties beginnen bij "wat" en werken naar binnen, terwijl Sinek adviseert om te starten met "waarom" om mensen te inspireren en te verbinden. Apple is een voorbeeld dat niet enkel computers verkoopt (wat), maar de status quo wil uitdagen (waarom) door innovatieve en mooie producten te maken (hoe) [14](#page=14).
> **Tip:** Begin bij het "waarom" om betrokkenheid en inspiratie te creëren, zowel intern als extern.
### 2.2 Big Hairy Audacious Goals (BHAGs)
Een BHAG, of "Grote Gedurfde Dappere Doel", is een langetermijndoelstelling die ambitieus maar haalbaar is. Kenmerken van een goede BHAG zijn [15](#page=15):
* Ambitieus maar niet onbereikbaar [15](#page=15).
* Duidelijk en meetbaar [15](#page=15).
* Zet "alle neuzen dezelfde kant op" [15](#page=15).
* Heeft een duidelijk eindpunt [15](#page=15).
* Fungeert als een duidelijke katalysator voor de teamgeest [15](#page=15).
* Spreekt tot de verbeelding [15](#page=15).
Voorbeelden van BHAGs zijn: Subway's doel van 100.000 vestigingen wereldwijd in 2025, BYD als grootste bouwer van e-auto's wereldwijd, Nike's ambitie om Adidas te "verpletteren", en UCLL's streven om iedereen klaar te stomen voor de arbeidsmarkt [15](#page=15).
### 2.3 High Stakes Decision Making
Het nemen van beslissingen is een dagelijkse activiteit; niet beslissen is ook een beslissing. Een goede projectplanning vereist dat het team zich voornamelijk focust op taken die **NIET dringend** maar wel **BELANGRIJK** zijn. Wanneer de planning niet gerespecteerd wordt, ontstaat er stress en wordt alles als zeer dringend beschouwd, wat het moeilijk maakt om prioriteiten te stellen. Dit plaatst de organisatie in een stressvolle toestand. Taken die wel dringend maar moeilijk in te schatten zijn qua belangrijkheid, zoals onverwachte vragen of telefoongesprekken, kunnen bijdragen aan deze stress [16](#page=16).
> **Tip:** Identificeer en plan proactief voor taken die belangrijk zijn maar niet urgent, om te voorkomen dat ze in de "zeer dringend" categorie terechtkomen door tijdgebrek.
Het kwadrantenschema toont vier gebieden:
* **BELANGRIJK en NIET dringend:** Ideale zone voor proactieve planning en ontwikkeling [16](#page=16).
* **BELANGRIJK en ZEER dringend:** Crisissituaties, vereisen onmiddellijke actie [16](#page=16).
* **NIET belangrijk en NIET dringend:** Gebeuzel en niet-productieve activiteiten [16](#page=16).
* **NIET belangrijk en ZEER dringend:** Vervelende taken die soms toch moeten gebeuren, maar de focus kunnen afleiden [16](#page=16).
### 2.4 De SWOT analyse
De SWOT-analyse is een strategisch planningsinstrument dat de interne Sterktes (Strengths) en Zwaktes (Weaknesses) van een organisatie onderzoekt, evenals externe Kansen (Opportunities) en Bedreigingen (Threats) [17](#page=17).
* **Sterktes (Strengths):** Interne positieve eigenschappen en middelen [17](#page=17).
* **Zwaktes (Weaknesses):** Interne negatieve eigenschappen en beperkingen [17](#page=17).
* **Kansen (Opportunities):** Externe factoren die de organisatie ten goede kunnen komen [17](#page=17).
* **Bedreigingen (Threats):** Externe factoren die de organisatie potentieel kunnen schaden [17](#page=17).
Het is cruciaal om een duidelijk onderscheid te maken tussen interne en externe factoren. Een sterkte is inherent intern; een organisatie kan bijvoorbeeld sterk zijn in het snel benutten van externe kansen [17](#page=17).
### 2.5 Het waardemodel van Treacy en Wiersema
Het waardestrategiemodel (ook wel waardedisciplinemodel) van Treacy en Wiersema stelt dat bedrijven moeten excelleren en marktleider moeten worden in een van de volgende waardestrategieën [18](#page=18):
* **Product leadership (Productleiderschap):** Gericht op innovatie en het creëren van baanbrekende producten [18](#page=18).
* **Customer intimacy (Klantenrelatie):** Gericht op het opbouwen van diepe, langdurige klantrelaties en het aanbieden van op maat gemaakte oplossingen [18](#page=18).
* **Operational excellence (Operationele uitmuntendheid):** Gericht op efficiënte processen, betrouwbare levering en kosteneffectiviteit [18](#page=18).
Hoewel een bedrijf in één strategie moet uitblinken, mogen de andere twee niet verwaarloosd worden; ze moeten "over de drempel" heen zijn, wat betekent dat ze op een acceptabel basisniveau moeten functioneren. Dit model heeft implicaties voor de benodigde personeelstypes binnen een organisatie, waarbij de bedrijfsstrategie bepaalt welk profiel nodig is voor verschillende afdelingen. Zo past een introverte controlefreak wellicht niet in een klantendienstfunctie, en een creatieveling die van teamwork houdt, vindt mogelijk geen geschikte plaats in een operationeel uitmuntend bedrijf [18](#page=18) [19](#page=19).
> **Tip:** Begrijp de kernwaardestrategie van je organisatie en hoe dit de benodigde vaardigheden en persoonlijkheidstypes binnen het projectteam beïnvloedt.
### 2.6 Projectbestanddelen en diversiteit
In projectplanning wordt geen onderscheid gemaakt tussen projecten; elk toevertrouwd project is belangrijk en moet gunstig geëvalueerd worden. Projecten kunnen variëren in omvang (groot of klein), geografische reikwijdte (lokaal of bovenlokaal), betrokkenheid van mensen (persoonlijk of meervoudig), en aard (gedefinieerd door juridische overeenkomst, zakelijk of privé). Het leven is doordrenkt van projecten [20](#page=20).
Een slechte ochtendplanning kan bijvoorbeeld leiden tot het missen van de bus, het missen van belangrijke informatie in de les, meer studiemateriaal dan nodig, een slecht examen, en zelfs het missen van vakantieplannen [20](#page=20).
### 2.7 De vier stadia van een project
Een goed project kenmerkt zich door een degelijke projectplanning, die doorgaans vier stadia doorloopt [21](#page=21):
1. **Beginnen met het project:**
* Het bedenken, inschatten en afbakenen van de behoefte [21](#page=21).
* Het bepalen van de algemene aanpak voor de uitvoering [21](#page=21).
* Het samenstellen van het projectteam en toewijzen van verantwoordelijkheden [21](#page=21).
* Regelen van logistiek (materialen, gasten), programmering, catering, locatie [21](#page=21).
* Opzetten van marketing en communicatie naar stakeholders, sponsoring en klanten [21](#page=21).
* Financiële zaken regelen [21](#page=21).
* Veiligheid en vergunningen verzorgen [21](#page=21).
2. **Organiseren en voorbereiden:**
* Opstellen van een gedetailleerd projectplan en plan van aanpak [21](#page=21).
* Definiëren van werk, tijdsduur, kosten en benodigde middelen [21](#page=21).
* Uitvoeren van een SWOT-analyse met een plan van aanpak voor de grootste risicofactoren [21](#page=21).
3. **Werk uitvoeren:**
* Aanwijzen van ondersteunende systemen [21](#page=21).
* Uitvoering, toezicht en controle van werkzaamheden [21](#page=21).
4. **Project afsluiten:**
* Beoordelen van projectresultaten [21](#page=21).
* Afstemmen met de klanten [21](#page=21).
* Toebedelen van nieuwe taken aan het projectteam indien van toepassing [21](#page=21).
* Financiële stukken afronden [21](#page=21).
* Projectevaluatie uitvoeren [21](#page=21).
### 2.8 De projectlevenscyclus
Een verkort schema van de projectlevenscyclus omvat de volgende stadia:
* **Initiatie:** Bepalen van scope, objectieven, timeline, haalbaarheid en funding [22](#page=22).
* **Planning:** Creëren van gedetailleerde plannen, milestones en timing, rekening houdend met omgevingsfactoren [22](#page=22).
* **Uitvoering:** Vaststellen van benodigde middelen, timing en verantwoordelijkheden voor taakuitvoering [22](#page=22).
* **Controle en opvolging:** Monitoren van de voortgang en bijsturen waar nodig [22](#page=22).
* **Afsluiting:** Afronden van het project, inclusief evaluatie en finale documentatie [22](#page=22).
### 2.9 Zeven stappen voor een goede projectvoorbereiding
Een effectieve projectvoorbereiding kan worden onderverdeeld in zeven stappen [23](#page=23):
1. **Leg de volledige scope vast:** Bepaal alle essentiële details, specifieke doelen, deadlines, taken en kosten [23](#page=23).
2. **Splits projectfasen op in milestones en taken:** Bepaal de tijdlijn, cruciale taken en de eindtaak. Bundel kleine taken in grotere milestones om overweldiging te voorkomen [23](#page=23).
3. **Schat benodigde middelen in:** Bepaal realistisch hoeveel mensen en welke specifieke middelen nodig zijn, om over- of onderschatting te vermijden die de timing en het budget negatief beïnvloeden [23](#page=23).
4. **Verzamel middelen:** Zet de juiste mensen en tools in en begin met het bundelen en verdelen van projectonderdelen [23](#page=23).
5. **Stel een planning op:** Groepeer alle gedefinieerde details op een overzichtelijke tijdlijn, inclusief taken, milestones en projectfasen [23](#page=23).
6. **Link taken aan elkaar:** Bepaal welke taken afhankelijk zijn van elkaar. Werk waar mogelijk met automatische notificaties om het risico op fouten te verkleinen [23](#page=23).
7. **Houd alles bij:** Registreer gedetailleerd alle projectinformatie, de status van taken en milestones, en de gewerkte uren. Dit helpt bij het maken van betere schattingen voor toekomstige projecten [23](#page=23).
### 2.10 Essentiële componenten in planning
Bij het plannen van een project zijn de volgende componenten cruciaal [24](#page=24):
* **Taken:** De kleinste stappen binnen een project, die vaak afhankelijk zijn van andere taken of personen. Het is belangrijk om ze te koppelen aan afhankelijke taken of milestones [24](#page=24).
* **Duur en timing:** De benodigde tijd voor elke taak of fase, rekening houdend met de einddeadline. Een tijdlijn helpt bij het inschatten van de workload en het beter inschatten van deadlines op basis van eerdere ervaringen [24](#page=24).
* **Budget:** Het totale benodigde budget voor alle middelen. Realistische ramingen worden nauwkeuriger naarmate er meer projecten worden afgerond [24](#page=24).
* **Projectteam:** De benodigde mensen, gebaseerd op ervaring en vaardigheden, om het project af te ronden [24](#page=24).
* **Progressie:** Een systeem om de vooruitgang van elk project te bepalen en de efficiëntie te meten. Dit helpt te bepalen of het project op schema ligt of extra inspanning vereist [24](#page=24).
---
# Tools en technieken voor projectplanning en marketing
Dit onderwerp verkent essentiële tools en technieken voor effectieve projectplanning binnen marketingcontexten, waaronder de Gantt chart, het Business Model Canvas, en buyer persona's, alsook de praktische aspecten van evenementenplanning en het opstellen van een draaiboek.
### 4.1 Tools voor projectplanning
#### 4.1.1 De Gantt chart
Een Gantt-diagram is een visueel hulpmiddel voor projectplanning, dat de planning van een project weergeeft over tijd met behulp van een horizontale staafgrafiek. Elke staaf vertegenwoordigt een taak of activiteit, waarbij de lengte de duur aanduidt en de positie de start- en einddatum toont [27](#page=27).
**Nut voor marketeers:**
* **Overzichtelijkheid:** Biedt een duidelijk beeld van alle marketingactiviteiten en hun tijdlijnen [27](#page=27).
* **Afhankelijkheden beheren:** Toont welke taken van elkaar afhankelijk zijn, wat helpt bij het voorkomen van vertragingen [27](#page=27).
* **Resourceplanning:** Helpt bij het toewijzen van teamleden en middelen aan specifieke taken binnen een marketingcampagne [27](#page=27).
Een voorbeeld van een Gantt-diagram voor een marketingproject kan verschillende fasen omvatten zoals marktonderzoek, contentcreatie, campagne-uitvoering en evaluatie, met elke fase opgedeeld in specifieke taken met tijdlijnen. Dit helpt bij efficiënte planning en uitvoering, het halen van deadlines en optimaal benutten van middelen [27](#page=27).
#### 4.1.2 Het business model canvas (BMC)
Het Business Model Canvas (BMC) is een strategisch managementtool dat helpt bij het beschrijven, ontwerpen, uitdagen, en innoveren van businessmodellen. Het wordt gezien als een werkdocument. Er zijn online bronnen en templates beschikbaar voor het gebruik ervan [28](#page=28) [29](#page=29).
#### 4.1.3 Buyer persona
Een buyer persona is een gedetailleerd profiel van een ideale klant, dat verder gaat dan algemene demografische gegevens. Het biedt inzicht in de behoeften, wensen, pijnpunten en beweegredenen van de klant. Door de belangrijkste klant te kennen, kan men ook andere personen of bedrijven identificeren die vanuit dezelfde denkwijze handelen en potentiële klanten zijn [30](#page=30).
**Wat kan je ermee doen?**
Een buyer persona biedt "haakjes" door te informeren welke informatie een potentiële klant zoekt in welke fase van het aankoopproces. Hierdoor kan de juiste content worden gecreëerd om potentiële klanten te binden en het product of de dienst op het juiste moment, via het juiste kanaal, aan de juiste persoon aan te bieden, niet alleen via de website maar ook via andere communicatiemiddelen en kanalen [30](#page=30).
**Een buyer persona beantwoordt vragen zoals:**
* Wie zijn je klanten [30](#page=30)?
* Wat proberen je klanten te bereiken [30](#page=30)?
* Welke pijnpunten heeft mijn klant [30](#page=30)?
* Wat is de drijfveer achter hun gedrag [30](#page=30)?
* Hoe ziet hun aankoopproces eruit [30](#page=30)?
* Welke informatiebehoefte is er [30](#page=30)?
* Hoe zien hun denkpatronen omtrent de aankoop eruit [31](#page=31)?
* Wat is van invloed op het aankopen [31](#page=31)?
* Via welk kanaal kopen zij het product of de dienst [31](#page=31)?
* Op welke kanalen zijn klanten actief [31](#page=31)?
* Waarom beslissen ze om tot aankoop over te gaan [31](#page=31)?
**Hoe maak je een buyer persona?**
Er kunnen meerdere buyer persona's worden opgesteld wanneer er significante verschillen optreden tussen klantgroepen. Het doel is niet om klanten in een hokje te stoppen, maar om haakjes te vinden waarmee potentiële klanten bewogen kunnen worden om voor een product of dienst te kiezen. Een buyer persona wordt opgesteld aan de hand van pure en veel informatie, wat leidt tot een effectievere marketingstrategie [31](#page=31).
**Stappenplan voor het opmaken van een buyer persona:**
1. **Bepaal wie de ideale buyer persona is:**
* Geslacht, geaardheid, gezinssituatie, leeftijd [31](#page=31).
* Vorm van huisvesting, locatie waar diegene woont [31](#page=31).
* Inkomen, vermogen, opleidingsniveau [31](#page=31).
* Functie, rol in de decision making unit [31](#page=31).
* Branche, type bedrijf [31](#page=31).
* Politieke voorkeur, geloofsovertuiging [31](#page=31).
* Hobby's, lidmaatschappen van verenigingen [31](#page=31).
2. **Motieven van je buyer persona:**
* Wat zijn de belangrijkste algemene doelen van de klant? [31](#page=31).
* Welk doel hoopt de klant met de aankoop te bereiken? [31](#page=31).
* Naar welke ervaring is de klant op zoek met de aanschaf? [32](#page=32).
* Is er een achterliggend doel dat de klant probeert te bereiken met de aankoop? [32](#page=32).
3. **Pijnpunten van je buyer persona:**
* Pijnpunten helpen te weten wanneer een klant een behoefte heeft en vergemakkelijken het creëren van behoeften in campagnes [32](#page=32).
* Bekende pijnpunten zoals de 'fear of missing out' (FOMO) [32](#page=32).
* Vragen: Wat zijn de angsten bij het behalen van doelen? Wat zijn de drempels? Wat zijn de frustraties en gevoelens in het proces? [32](#page=32).
4. **Hoe gebruikt de buyer persona jouw product of dienst:**
* De toepassing zegt veel over waarom het product nodig is, gerelateerd aan behoefte, motief en doel [32](#page=32).
* De manier van toepassing kan ingaan op emoties; wat voor gevoelens komen er kijken bij gebruik? [32](#page=32).
* Gestopte of ex-klanten zijn belangrijk om te begrijpen waarom zij het product niet meer gebruiken [32](#page=32).
5. **Hoe maakt de buyer persona zijn aankoopbeslissingen?**
* Om te weten welke informatie gegeven moet worden om tot een aankoop te komen [32](#page=32).
* Focussen op de klant centraal, zoeken naar de UBR (unique buying reason) in plaats van USP (unique selling point) [32](#page=32).
* Vragen: Wat zijn belangrijke eigenschappen voor de klant? Welke randvoorwaarden zijn belangrijk? Hoe belangrijk zijn reviews? Welke gebruikerservaring wordt verwacht? [32](#page=32).
6. **Waar kan je een buyer persona bereiken?**
* Wie zijn influencers? [32](#page=32).
* Welke media en sociale media gebruikt de klant? [32](#page=32).
* Naar wat voor informatie is de klant op zoek rond de dienstverlening? [33](#page=33).
* Waar haalt de klant zijn informatie tijdens het aankoopproces? [33](#page=33).
Er zijn aanvullende video's beschikbaar over het creëren van buyer persona's [33](#page=33).
### 4.2 Planning van evenementen
#### 4.2.1 How to plan the perfect event - The Event Expert
Het plannen van een evenement vereist een stapsgewijze aanpak voor een vlekkeloos verloop [34](#page=34).
**Essentiële stappen:**
* **Duidelijke doelstellingen stellen:** Cruciaal voor richting en succes. Vraag: wat wil je bereiken en wat is het belangrijkste resultaat voor de gasten? [34](#page=34).
* **Budgetbeheer:** Helpt realistisch te blijven en binnen financiële mogelijkheden te blijven. Omvat grote kosten (locatie, catering) en kleinere zaken (decoraties, promotie) [34](#page=34).
* **Locatie en logistiek:** De juiste locatie is essentieel voor de sfeer. Denk aan gastenaantal, parkeergelegenheid en bereikbaarheid [34](#page=34).
* **Communicatie en planning:** Duidelijke communicatie houdt iedereen op één lijn (leveranciers, gasten). Een goede planning en tijdlijn zorgen dat alles soepel verloopt. Er dient een budget van XXXXXX% van de omzet voor voorzien te worden [34](#page=34).
* **Evaluatie en opvolging:** Na het evenement evalueren wat goed ging en wat beter kon, helpt toekomstige evenementen succesvoller te maken [34](#page=34).
#### 4.2.2 The Trinity event method
De waarde van een event ligt in de ideale combinatie van drie soorten belevingen: GOD, ME en WE [35](#page=35).
* **De GOD beleving:**
* Het verrassende goddelijke bepalen [35](#page=35).
* Mogelijkheid om een GOD of artiest te ontmoeten of zelf de GOD of artiest te zijn [35](#page=35).
* Lokale goden of verenigingen een plaats geven op het event [35](#page=35).
* **De ME beleving (Jezus experience):**
* Radicale 'IK'-beleving [35](#page=35).
* Een excuus voor zelfexpressie bieden [35](#page=35).
* Extra zintuiglijke beleving creëren [35](#page=35).
* **De WIJ beleving (The Holy Spirit):**
* Bezoekers een excuus geven om iets samen te doen [35](#page=35).
* De magie van de massa benutten door alle bezoekers iets samen te laten doen [35](#page=35).
* Mystiek toevoegen aan het event om verbinding te creëren [35](#page=35).
### 4.3 Het draaiboek
Een draaiboek is een gedetailleerd plan voor de uitvoering van een evenement, gericht op een soepel verloop en duidelijkheid voor alle betrokkenen. Het is belangrijk om de doelgroep van het draaiboek te bepalen alvorens het op te stellen [36](#page=36) [37](#page=37).
**Cruciale informatie voor een draaiboek:**
* **Contacten:**
* Intern en extern, opdrachtgevers [36](#page=36).
* Volledige naam, functie en uitgebreide contactgegevens van medewerkers [36](#page=36).
* Paklijst van spullen voor medewerkers [36](#page=36).
* **Locatiegegevens van het evenement:**
* Contactgegevens van de locatie [36](#page=36).
* Eventuele afwijkende locatiegegevens van de startlocatie [36](#page=36).
* Tijdstip waarop medewerkers aanwezig moeten zijn [36](#page=36).
* **Het evenement:**
* Het doel van de dag [36](#page=36).
* Verwachting van het aantal gasten [36](#page=36).
* Lijst met eventuele VIP's [36](#page=36).
* Gegevens van de EHBO en eventueel AED (indien aanwezig) [36](#page=36).
* Plattegrond van de locatie [36](#page=36).
**Een stramien voor een goed draaiboek omvat:**
1. **Overzicht en structuur:**
* Titelpagina: Naam event, datum, locatie en contactpersonen [37](#page=37).
* Inhoudsopgave (handig bij langere draaiboeken) [37](#page=37).
* Tijdschema: Gedetailleerd overzicht van wat wanneer gebeurt [37](#page=37).
2. **Duidelijke tijdslijn:**
* Per tijdstip aangeven wat er moet gebeuren [37](#page=37).
* Verantwoordelijke personen per taak benoemen [37](#page=37).
* Rekening houden met opbouw- en afbraaktijd [37](#page=37).
3. **Taken en verantwoordelijkheden:**
* Wie is verantwoordelijk voor welke taken? [37](#page=37).
* Contactgegevens van belangrijke personen (eventmanager, techniek, catering, beveiliging) [37](#page=37).
* Backup-plannen voor noodgevallen [37](#page=37).
4. **Techniek en logistiek:**
* Wat is nodig qua geluid, licht, podium, schermen? [37](#page=37).
* Wie regelt de opbouw en afstemming met leveranciers? [37](#page=37).
* Checklist voor materialen en benodigdheden [37](#page=37).
5. **Communicatie:**
* Duidelijke instructies voor personeel en vrijwilligers [37](#page=37).
* Hoe wordt gecommuniceerd tijdens het event (portofoons, WhatsApp-groep)? [37](#page=37).
* Contactlijst met telefoonnummers [37](#page=37).
6. **Noodscenario's:**
* Plan voor noodgevallen (EHBO, evacuatie, technische storingen) [37](#page=37).
* Contactgegevens van hulpdiensten en locatie van EHBO-post [37](#page=37).
**Sjabloon voor een goed draaiboek:**
1. **Algemene Gegevens:** Naam event, datum, locatie, adres, organisator, contactpersoon, verwachte bezoekersaantal [38](#page=38).
2. **Tijdschema:** Een tabel met tijd, activiteit, verantwoordelijke en opmerkingen, inclusief tijden voor opbouw, technische check, briefing, ontvangst gasten, start programma, pauze, afsluiting en einde event. Ook de "day before" en "day after" dienen overwogen te worden [38](#page=38).
3. **Taken en Verantwoordelijkheden:** Lijst van rollen zoals Eventmanager, Techniek, Catering, Beveiliging, Vrijwilligerscoördinator met bijbehorende namen en telefoonnummers [38](#page=38).
4. **Benodigdheden & Logistiek:** Overzicht van benodigdheden zoals geluid & techniek, decoratie & inrichting, stoelen & tafels, promotiemateriaal, toegang & tickets, catering, en EHBO & veiligheid [39](#page=39).
5. **Noodscenario's:** Plannen voor medische noodgevallen, brand & evacuatie, technische storingen, en ongewenst gedrag/beveiliging, met bijbehorende contacten en noodplannen [39](#page=39).
6. **Communicatie & Contactlijst:** Informatie over communicatiemiddelen (WhatsApp-groep, portofoons) en een lijst met belangrijke telefoonnummers (locatiebeheerder, hoofd techniek, EHBO, beveiliging) [39](#page=39).
7. **Evaluatie (Na het Event):** Punten voor reflectie zoals wat goed ging, wat beter kan, feedback van bezoekers & team, en voorstellen voor een volgende editie [39](#page=39).
---
# Marketing van projecten en hedendaagse marketingtrends
Dit gedeelte behandelt de marketing van projecten, met bijzondere aandacht voor de uitdagingen van evenementencommunicatie, klantbeleving, en de exploratie van moderne marketingtrends zoals CRM, one-to-one marketing, permission marketing en storytelling.
### 6.1 Van doelstellingen naar content
De flow van doelstellingen naar content kan worden begrepen aan de hand van het model van Simon Sinek, beginnend bij de 'Waarom' (missie en visie), vervolgens de 'Hoe' (doelstellingen en doelgroep), en tenslotte de 'Wat' (mediakeuze en content) [40](#page=40).
### 6.2 Specifieke uitdagingen bij jouw eventcommunicatie
Het marketingen van evenementen kent specifieke uitdagingen, voornamelijk omdat evenementen intrinsiek 'ontastbaar' zijn [40](#page=40).
#### 6.2.1 Ontastbaarheid
Omdat een event een performance is, ligt de focus ook op de medewerkers. Het is cruciaal om het evenement tastbaar te maken in de communicatie om het te visualiseren, bijvoorbeeld door middel van metaforen en het toevoegen van tastbare elementen [40](#page=40).
#### 6.2.2 Betrokkenheid van de bezoeker bij de realisatie van de dienst
De bezoeker is betrokken bij de totstandkoming van de dienstverlening. Hierbij is het belangrijk expliciet te maken wat er van de bezoeker verwacht wordt. Voorzichtigheid is geboden bij het pushen naar nieuwe technologieën; opvoeding en training zijn hierbij essentieel. Soms is het ook nuttig om te wijzen op de mogelijkheden of risico's tijdens de uitvoering [40](#page=40).
#### 6.2.3 Belang van het contact met het personeel
Interne marketing is fundamenteel voor een succesvolle eventcommunicatie. Incentiveprogramma's voor medewerkers kunnen hierbij helpen [40](#page=40).
### 6.3 Mond-tot-mondreclame en klantbeleving
Mond-tot-mondreclame heeft aanzienlijke invloed in de communicatie. Door het gebrek aan objectiveerbare feiten, laten consumenten zich vaak leiden door de ervaringen van anderen die reeds aanwezig waren op eerdere edities. Testimonials vormen een verdere uitwerking hiervan [41](#page=41).
#### 6.3.1 Zekerheid bieden
Onzekerheid en risicogevoel kunnen worden beperkt door adequate informatie te verstrekken. Het communiceren van servicegaranties kan bepaalde zekerheid bieden. Het is cruciaal om alleen te beloven wat ook daadwerkelijk mogelijk is [41](#page=41).
#### 6.3.2 Opvolging na verkoop
Aandacht voor cognitieve dissonantie, ook wel 'spijt na aankoop' genoemd, is belangrijk, met name wanneer deze spijt voortkomt uit verkeerde verwachtingen (ook bij derden). Opvolging na verkoop is essentieel om de juistheid van de aankoopbeslissing te bevestigen [41](#page=41).
### 6.4 Marketingcommunicatie
#### 6.4.1 De tripode van decision making
Beslissingen over offertes worden op verschillende niveaus gewogen, wat niet altijd overeenkomt met de hiërarchie. Een overeenkomst met een leidinggevende garandeert niet de acceptatie op de werkvloer; medewerkers kunnen de dienstverlening boycotten indien zij niet akkoord zijn. Het aspect 'job protection' mag niet onderschat worden; goedbedoelde voorstellen kunnen als een bedreiging voor banen worden ervaren, aangezien mensen niet van verandering houden [42](#page=42).
#### 6.4.2 Impact van digitalisering en sociale media
Door de opkomst van sociale media en de mondigere klant zijn er sterke verschuivingen in communicatie, ook wel reputatiemanagement genoemd. Dit leidt tot een overstap van een push- naar een pull-communicatiemodel, waarbij de consument aan het stuur zit. Dit resulteert in een strijd om de aandacht en de gunst van de cliënt. Datastoring en datamining maken maatwerkcommunicatie mogelijk, wat weer leidt tot meer mogelijkheden met analytisch CRM en one-to-one communicatie. Dit verhoogt de hitratio en verlaagt ergernis [42](#page=42) [43](#page=43).
Er is een evolutie naar online communicatie met een toenemende snelheid, wat het risico op fouten en ongecontroleerde berichtgeving vergroot. Belangrijk is de vraag wie mag optreden als woordvoerder, aangezien een onschuldig bericht van een medewerker kan escaleren [43](#page=43).
De communicatieparadox ligt in het feit dat communiceren weliswaar de meest gepraktiseerde vaardigheid is, maar tegelijkertijd een van de slechtst beheerste [43](#page=43).
> **Tip:** De 3 x 30 filosofie uit Japan benadrukt het belang van de eerste indruk in een gesprek, gebaseerd op de eerste 30 centimeter van het gezicht, de eerste 30 woorden en de eerste 30 seconden [43](#page=43).
#### 6.4.3 AIDA-model
Het AIDA-principe is een veelgebruikt marketingmodel dat de fasen van klantbetrokkenheid beschrijft: Aandacht (Attention), Interesse (Interest), Verlangen (Desire) en Actie (Action) [44](#page=44).
* **Aandacht (Attention):** Trek de aandacht van de doelgroep met opvallende advertenties, pakkende koppen of visueel aantrekkelijke content [44](#page=44).
* **Interesse (Interest):** Wek interesse door relevante informatie te verstrekken over het product of de dienst, en laat zien hoe het een probleem oplost of aan een behoefte voldoet [44](#page=44).
* **Verlangen (Desire):** Creëer verlangen door voordelen te benadrukken en emotionele connecties te maken met behulp van testimonials, exclusieve aanbiedingen en storytelling [44](#page=44).
* **Actie (Action):** Moedig de klant aan tot een concrete actie, zoals een aankoop, inschrijving voor een nieuwsbrief of contact opnemen [44](#page=44).
Het AIDA-model wordt veel gebruikt in reclame, salesfunnels en contentmarketing om klanten effectief door het beslissingsproces te leiden [44](#page=44).
### 6.5 De contentkalender
#### 6.5.1 Waarom een contentkalender?
Een contentkalender is een overzicht van alle content die gepland staat voor productie en publicatie. Strategisch werken met een contentkalender is essentieel voor succes met contentmarketing. De belangrijkste redenen voor het gebruik van een contentkalender zijn [45](#page=45):
* **Verhoogde uitvoeringskans:** Duidelijke plannen vergroten de kans op realisatie [45](#page=45).
* **Betere samenhang:** Een contentkalender zorgt ervoor dat alle content beter op elkaar aansluit, wat leidt tot meer overzicht en controle over het succes van de inspanningen [45](#page=45).
* **Gestructureerde werkwijze:** Het vooraf nadenken over content, het doel, de inhoud en het onderscheidend vermogen zorgt voor meer structuur [45](#page=45).
Een contentkalender is een belangrijk onderdeel van de online strategie om meer bezoekers, trouwe klanten, conversies en verkopen te realiseren [45](#page=45).
#### 6.5.2 De essentiële onderdelen van een contentkalender
Een effectieve contentkalender bevat de volgende elementen [46](#page=46):
* **Het type content:** Specificeren welk contentvorm (bv. blog, nieuwsbrief, social media post) er gemaakt wordt [46](#page=46).
* **Het doel van de content:** Elk stuk content moet een specifiek doel dienen, zoals het vergroten van vindbaarheid, het promoten van producten, het delen van informatie, het opbouwen van merkautoriteit, het vergroten van zichtbaarheid, of het versterken van de klantrelatie [46](#page=46).
* **Wie de content gaat maken:** Vermelden wie verantwoordelijk is voor de productie van specifieke contentitems, vooral in teamverband [46](#page=46).
* **Je content pillars:** Per contentitem aangeven bij welke overkoepelende onderwerpen (content pillars) de content past [46](#page=46).
* **De gekozen zoekwoorden:** Voor vindbare content (bv. blogposts, landingspagina's) moeten zoekwoorden worden opgenomen [46](#page=46).
* **De status:** Bijhouden van de voortgang van elk contentitem met behulp van labels [46](#page=46).
#### 6.5.3 Tools voor een contentkalender
De eenvoudigste optie is het gebruik van spreadsheets [47](#page=47).
> **Tip:** Bij het gebruik van een spreadsheet: maak eerst een overzicht van de benodigde contentaantallen per maand, zet het maandthema bovenaan voor ideeën, en plan de productietijd in de agenda [47](#page=47).
#### 6.5.4 Communicatie van jouw event
Bij het plannen van eventcommunicatie via een contentkalender, zijn de volgende tips essentieel [47](#page=47):
* **Benoem het contenttype:** Duidelijk aangeven of het om een blog, nieuwsbrief, social media post of video gaat [47](#page=47).
* **Benoem de kanalen:** Aangeven op welk kanaal de content gedeeld wordt (eigen kanalen zoals website, social media, e-mail, of externe kanalen) [47](#page=47).
* **Benoem het tijdstip/deadline:** Timing is cruciaal. Geef de dag en het tijdstip van publicatie aan, rekening houdend met feestdagen en evenementen [47](#page=47).
* **Benoem de auteur/eindverantwoordelijke:** Aangeven wie de content maakt en wie verantwoordelijk is voor de juiste distributie [47](#page=47).
* **Benoem de doelgroep:** Aangeven wie de beoogde doelgroep is om later de bereikbaarheid te kunnen evalueren [48](#page=48).
* **Maak ruimte voor evaluatie:** Cruciaal voor succes. Meet conversies, bereik, likes, shares, tijd op pagina, en scrolldiepte om te bepalen wat werkt en tijdig bij te sturen [48](#page=48).
### 6.6 Trends in marketing
#### 6.6.1 CRM en One-to-One Marketing
CRM (Customer Relationship Management) stelt dat elke klant uniek is en dat het aanbod (dienst en communicatie) hierop afgestemd moet worden. Kunstmatige intelligentie (AI) en big data bieden hierbij grenzeloze mogelijkheden, wat de communicatie verschuift naar een one-to-one aanpak [49](#page=49).
##### 6.6.1.1 One-to-one
One-to-one marketing is onderdeel van een CRM-strategie en richt zich op één persoon of organisatie. Met een CRM-systeem is veel informatie over een persoon beschikbaar, die gebruikt kan worden voor persoonlijke aanbiedingen en het onderhouden van relaties. Dit staat tegenover massamedia marketing. Voorbeelden hiervan zijn klantenkaarten, cookies en retargeting [49](#page=49).
##### 6.6.1.2 Operationele CRM
Operationele CRM richt zich op processen die klanttevredenheid en retentie garanderen, en dient als oplossing voor hoge kosten voor klantenondersteuning [50](#page=50).
* **Doelstellingen van operationele CRM:**
* Automatisering van processen ter verlaging van kosten en verhoging van omzet [50](#page=50).
* Verbetering van processen voor een superieure klantervaring met een hoger investeringsrendement [50](#page=50).
Een typisch voorbeeld zijn de opvolgingsmails van e-commerce bedrijven (bv. bestelbevestiging, verzendupdates) [50](#page=50).
##### 6.6.1.3 Analytisch CRM
Analytisch CRM beheert backoffice-activiteiten en stelt bedrijven in staat om op gegevens gebaseerde beslissingen te nemen door klantgedrag te evalueren en koopintenties te voorspellen. Het verzamelt en organiseert klantendata in een database [50](#page=50).
* **Functionaliteiten van analytisch CRM:**
* Verbeteren van gepersonaliseerde interacties en de relatie met klanten en prospects [50](#page=50).
* Verhogen van de effectiviteit van marketingcampagnes door publiekssegmentatie [50](#page=50).
* Voorspellen en voorkomen van klantverloop om klantbinding te verbeteren [50](#page=50).
* Opstellen van financiële prognoses op basis van prestatiestatistieken [50](#page=50).
Dit is een hype onder invloed van AI-toepassingen zoals Salesforce en HubSpot [50](#page=50).
#### 6.6.2 Permission Marketing en Privacywetgeving
Permission marketing richt zich op hoe toestemming en goedkeuring van de consument verkregen kan worden, hoe hun aandacht behouden kan worden, en hoe een prospect een 'trouwe' klant kan worden. Het concept, bedacht door Seth Godin, kent expliciete en impliciete toestemmingsmarketing [51](#page=51).
* **Expliciete permission marketing:** Consumenten geven hun e-mailadres op voor het ontvangen van berichten, bijvoorbeeld via een nieuwsbriefinschrijving [51](#page=51).
* **Impliciete permission marketing:** Ontstaat vanuit een bestaande relatie, zoals bij huidige klanten of frequente websitebezoekers [51](#page=51).
In beide gevallen is er impliciete toestemming gegeven om relevante advertenties te sturen. Het belang van "what's in it for me" is hierbij cruciaal [51](#page=51).
#### 6.6.3 Retargeting
Retargeting maakt gebruik van behavioral en interest-based targeting om interesses van bezoekers te inventariseren op basis van hun surfgedrag. Vervolgens worden passende advertenties getoond. Dit omvat ook advertenties gekoppeld aan zoekopdrachten [51](#page=51).
##### 6.6.3.1 Enkele voorbeelden van retargeting
* Een voorbeeld is het tonen van advertenties van eerder bezochte hotels aan iemand die op zoek is naar een vakantiehotel [51](#page=51).
* Webshops kunnen retargeting inzetten om bezoekers die producten in hun winkelmandje hebben geplaatst maar niet besteld hebben, te verleiden met kortingen of het tonen van de betreffende producten [51](#page=51).
> **Doe de test:** Vergelijk advertenties op een website met een partner; de verschillen in getoonde advertenties illustreren gepersonaliseerde targeting [51](#page=51).
#### 6.6.4 Storytelling en emotionele marketing
Mensen, inclusief (potentiële) klanten, houden van verhalen. Het vertellen van een verhaal met respect voor richtlijnen, het vermijden van verveling door het citeren van derden en het herhalen van belangrijke zaken, kan effectief zijn. Humor mag, maar moet niet ten koste gaan van de boodschap. Het prikkelen van andere zintuigen maakt het verhaal sterker. Betrokkenheid creëren met de "What's in for me?" vraag is essentieel. Consistent taalgebruik (bv. 'je' of 'u'), eenvoud en het vermijden van vakjargon zijn belangrijk voor bereik, aangezien 30% van de bevolking laaggeletterd is. De laatste 'A' van het AIDA-concept (Action) mag niet vergeten worden [52](#page=52).
#### 6.6.5 Innovatie en technologietrends
Cialdini identificeert zes principes die de kracht van overtuiging in communicatie beïnvloeden: sociale bewijskracht, schaarste, autoriteit en vertrouwen, commitment en consistentie, sympathie, en wederkerigheid [53](#page=53).
##### 6.6.5.1 Sociale bewijskracht
Dit principe maakt gebruik van testimonials van klanten, quotes van autoriteiten, reviews en lijsten zoals 'TOP 5'. Het benadrukken van aantallen (bv. "al 32 studenten hebben hun case ingediend") speelt in op FOMO (Fear Of Missing Out) [53](#page=53).
##### 6.6.5.2 Schaarste
Schaarste speelt in op het verlangen naar zaken die zeldzaam, onbereikbaar of verboden zijn. Voorbeelden zijn tijdelijke acties ("nog 5 dagen"), 'nu of nooit'-situaties, en verliestaal ("enkel vandaag") [54](#page=54).
##### 6.6.5.3 Autoriteit en vertrouwen
Dit principe berust op de 'mening van de experts' en het tonen van 'bakens van vertrouwen', zoals logo's van gebruikte producten of partners [54](#page=54).
##### 6.6.5.4 Commitment en consistentie
Dit principe draait om het herhalen van boodschappen en consistentie in communicatie, in een stap-voor-stap benadering. Stijlbreuken moeten vermeden worden om de doelgroep in dezelfde sfeer te betrekken. Het devies is: "Beter twintig keer op dezelfde nagel kloppen dan één keer op twintig nagels" [55](#page=55).
##### 6.6.5.5 Sympathie
Mensen, ook achter B2B-transacties, moeten centraal staan. Het tonen van gezichten ("smoelenboek") en het aanpassen van design aan de doelgroep, met authentieke afbeeldingen, is belangrijk [55](#page=55).
##### 6.6.5.6 Wederkerigheid
Het principe "Geef en je krijgt" kan toegepast worden door coupons, cadeauartikelen of afhaalartikelen aan te bieden. Het weggeven van eigen producten kan afbreuk doen aan de waardeperceptie; geef liever iets extra's. Het omvormen van de eigen USP (Unique Selling Proposition) naar een UBR (Unique Buying Reason) voor de klant is ook een strategie [56](#page=56).
---
# Projectmanagement methodieken en conclusie
Dit deel introduceert verschillende projectmanagementmethodieken, waaronder de Waterval methode, Scrum en Kanban, en biedt een afsluiting van de inhoud [6](#page=6).
### 8.1 Projectmanagement methodieken
#### 8.1.1 De Waterval methode
Traditioneel gaan de meeste projectmanagementmethoden uit van een watervalbenadering. Dit houdt in dat projecten gefaseerd verlopen, waarbij het niet de bedoeling is om terug te keren naar een eerdere fase of eerder genomen ontwerpbeslissingen te wijzigen [57](#page=57).
#### 8.1.2 Agile methoden en Scrum
Eind jaren 90 is de "Agile" benadering ontstaan, waarbij het ontwerp van een projectresultaat tijdens het project aangepast mag worden. Hoewel Agile oorspronkelijk vooral werd toegepast bij softwareontwikkeling, wordt het tegenwoordig breder ingezet [57](#page=57).
Scrum is een raamwerk binnen Agile methoden dat teams helpt hun aanpak continu te verbeteren. Het is de populairste Agile raamwerk, wat leidt tot het onjuiste synoniemgebruik van Scrum en Agile. Scrum is Agile omdat het toegevoegde waarde centraal stelt, een iteratieve opzet kent en uitgaat van empirisme [57](#page=57).
Kenmerkend voor Scrum is dat grote vraagstukken worden opgesplitst in kleine projectjes met een vaste lengte, die een "Sprint" worden genoemd. De term Scrum is afkomstig uit de rugbysport, waar teams hun koppen bij elkaar steken. Binnen het Scrum framework vindt dagelijks een "Daily Scrum" plaats [57](#page=57).
Scrum wordt vaak ingezet voor software of producten waarbij de klant of gebruiker nog niet precies weet wat hij wil, en men gaandeweg leert om de eisen en wensen beter te beschrijven en te vertalen naar bruikbare oplossingen. Vaak wordt pas duidelijk wat men wil als een prototype wordt gezien, waarna de eisen worden aangepast. Scrum biedt de flexibiliteit om met laat veranderende eisen en wensen om te gaan [58](#page=58).
> **Tip:** Scrum valt onder de agile-softwareontwikkeling en is bijzonder geschikt voor projecten met een hoge mate van onzekerheid of veranderende vereisten [58](#page=58).
#### 8.1.3 Kanban
Kanban is een eenvoudige methode om werk te organiseren en te verbeteren, die teams helpt taken beter te beheren en werk soepeler te laten verlopen. In essentie is Kanban een bord met lijsten en kaartjes, waarbij elke taak een kaartje is dat van links naar rechts beweegt door verschillende stadia zoals "te doen", "mee bezig" en "klaar" [59](#page=59).
De kernprincipes van Kanban zijn:
* **Visualiseer het werk:** Gebruik een bord met kolommen (bijvoorbeeld: Te Doen, Mee Bezig, Klaar) [59](#page=59).
* **Beperk het aantal taken in elke fase:** Voorkom te veel gelijktijdig werk [59](#page=59).
* **Werk stap voor stap af:** Pak de volgende taak op als de huidige klaar is [59](#page=59).
* **Maak verbeteringen op basis van ervaring:** Identificeer en los vertragingen op [59](#page=59).
> **Example:** Stel je werkt aan een project en gebruikt een Kanbanbord met de kolommen "Te doen", "Mee bezig" en "Klaar". Een taak zoals "Schrijven van een rapport" kan in de kolom "Te doen" staan, terwijl "Onderzoek doen" in de kolom "Mee bezig" kan staan, en wanneer het rapport is ingeleverd bij de manager, verhuist het naar de kolom "Klaar" [59](#page=59).
### 8.2 Conclusie
Deze sectie biedt een overzicht van projectmanagementmethodieken, essentieel voor het plannen en uitvoeren van projecten. De besproken methoden, zoals Waterval, Scrum en Kanban, bieden verschillende benaderingen die afhankelijk van het projecttype en de vereisten kunnen worden toegepast. De context van de gehele documentatie, hoewel specifiek gericht op projectplanning voor marketeers, benadrukt het belang van methodische aanpakken in projectmanagement [57](#page=57) [58](#page=58) [59](#page=59) [6](#page=6).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Generatieve AI | Een subset van kunstmatige intelligentie die in staat is om nieuwe content te creëren, zoals beelden, tekst, audio, code of video, gebaseerd op patronen die het heeft geleerd uit bestaande data. |
| Automation Bias | De neiging om blindelings te vertrouwen op de output van geautomatiseerde systemen, omdat deze vaak overtuigend klinkt, zelfs als deze incorrect is. |
| Knowledge Illusion | Het fenomeen waarbij men door het gebruik van de resultaten van AI het gevoel krijgt iets te begrijpen of te beheersen, terwijl dit in werkelijkheid niet het geval is omdat men enkel de oplossing toepast. |
| Skill Attrophy | Het gevaar dat door veelvuldig gebruik van geavanceerde tools zoals AI, men de eigen vaardigheden, met name het denkvermogen en het analytisch vermogen, verliest. |
| Prompt | De input, instructies of vraag die aan een AI-model wordt gegeven om een gewenst resultaat te verkrijgen. |
| Garbage In, Garbage Out (GIGO) | Een principe dat stelt dat slechte input (garbage in) leidt tot slechte output (garbage out); de kwaliteit van de output is direct afhankelijk van de kwaliteit van de input. |
| Projectplanning | Het proces van het organiseren, structureren en plannen van de stappen die nodig zijn om een project succesvol uit te voeren, inclusief het bepalen van doelen, taken, tijdlijnen, middelen en verantwoordelijkheden. |
| Waardepropositie (Golden Circle) | Een model van Simon Sinek dat verklaart waarom sommige bedrijven succesvoller zijn door te starten met het 'waarom' (missie/drijfveer), vervolgens het 'hoe' (unieke aanpak/strategie) en ten slotte het 'wat' (product/dienst). |
| BHAG (Big Hairy Audacious Goal) | Een langetermijndoelstelling die ambitieus, maar niet onbereikbaar is, duidelijk is, alle betrokkenen op één lijn brengt en tot de verbeelding spreekt. |
| High Stakes Decision Making | Het nemen van beslissingen onder druk van hoge consequenties, waarbij het onderscheiden van belangrijke en dringende taken cruciaal is voor effectieve projectplanning. |
| SWOT Analyse | Een strategisch planningsinstrument dat de Sterktes (Strengths), Zwaktes (Weaknesses), Kansen (Opportunities) en Bedreigingen (Threats) van een organisatie of project analyseert. |
| Waardestrategieën (Treacy & Wiersema) | Een model dat stelt dat bedrijven moeten excelleren in één van de drie waardestrategieën: productleiderschap, klantenrelatie of operationele uitmuntendheid, terwijl ze de andere twee voldoende beheersen. |
| Project Lifecycle | De reeks fasen die een project doorloopt vanaf de initiatie tot de afsluiting, typisch bestaande uit initiatie, planning, uitvoering, controle en afsluiting. |
| Gantt Chart | Een horizontale staafgrafiek die de planning van een project weergeeft over tijd, waarbij elke staaf een taak of activiteit vertegenwoordigt, de lengte de duur aangeeft en de positie de start- en einddatum toont. |
| Business Model Canvas (BMC) | Een strategisch management tool dat een visueel overzicht geeft van een businessmodel, met negen bouwstenen die de logica van hoe een organisatie waarde creëert, levert en vastlegt, beschrijven. |
| Buyer Persona | Een semi-fictieve representatie van een ideale klant, gebaseerd op marktonderzoek en echte gegevens over bestaande klanten, die helpt bij het begrijpen van hun behoeften, motivaties en pijnpunten. |
| Draaiboek (Event) | Een gedetailleerd document dat alle informatie en planning bevat die nodig is voor de succesvolle uitvoering van een evenement, inclusief tijdschema's, taken, verantwoordelijkheden en contactgegevens. |
| Contentkalender | Een document dat een overzicht biedt van alle content die gepland staat om te worden gemaakt en gedeeld over een bepaalde periode, inclusief type content, doel, auteur en publicatiedatum. |
| CRM (Customer Relationship Management) | Een strategie en softwaresysteem gericht op het beheren van interacties met huidige en toekomstige klanten, met als doel het verbeteren van zakelijke relaties, het bevorderen van klantloyaliteit en het stimuleren van verkoopgroei. |
| One-to-One Marketing | Een marketingstrategie die zich richt op het personaliseren van aanbiedingen en communicatie voor individuele klanten, gebaseerd op hun specifieke gegevens en gedrag. |
| Permission Marketing | Een marketingstrategie waarbij bedrijven toestemming vragen aan consumenten om hen te benaderen met relevante en persoonlijke berichten, in plaats van ongevraagd te adverteren. |
| Retargeting | Een vorm van online adverteren die gericht is op gebruikers die een website al eerder hebben bezocht, door hen relevante advertenties te tonen op andere websites. |
| Storytelling | Het proces van het vertellen van verhalen om een boodschap over te brengen, emoties op te wekken en een verbinding te creëren met het publiek, vaak gebruikt in marketing om producten of diensten aantrekkelijker te maken. |
| Cialdini's 6 principes van overtuiging | Een reeks psychologische principes (Sociale bewijskracht, Schaartse, Autoriteit en vertrouwen, Commitment en consistentie, Sympathie, Wederkerigheid) die de menselijke neiging tot beïnvloeding verklaren en die in marketing kunnen worden toegepast. |
| Waterval Methode | Een traditionele, sequentiële projectmanagementmethode waarbij projecten in strikte fasen verlopen en er geen terugkeer naar eerdere fasen plaatsvindt. |
| Scrum | Een Agile raamwerk voor projectmanagement dat werkt met korte, iteratieve cycli genaamd Sprints, met de nadruk op samenwerking, flexibiliteit en continue verbetering. |
| Kanban | Een methode voor het organiseren en verbeteren van werk, die visuele borden gebruikt om de workflow te beheren, met kaarten die de voortgang van taken aangeven van 'te doen' naar 'klaar'. |