Cover
Zacznij teraz za darmo Syllabus3_Griekse_religie_algemeen (1)_compressed.pdf
Summary
# De aard van Griekse religie en moderne studie
Dit onderwerp onderzoekt de Griekse definitie van religie, met nadruk op actie en ritueel, en hoe recente wetenschappelijke benaderingen de studie ervan hebben beïnvloed.
## 1. De definitie van Griekse religie door de oude Grieken
### 1.1 Nadruk op actie en ritueel
De oude Grieken herkenden het concept van 'religie' niet als een abstracte categorie; er was geen algemene term om het te identificeren. De nadruk lag meer op actie dan op ideeën. Rituele handelingen begeleidden vrijwel elke menselijke activiteit, en vroomheid werd gemeten aan de hand van zichtbaar getoonde actie. Mannen en vrouwen voerden rituelen uit om hun verwachting van goddelijke respons te tonen, maar men hoefde geen heiligdom of tempel te betreden om de macht van de goden te erkennen. Aandacht voor het goddelijke was een constante zorg, en omdat ritueel bijna altijd een sociale gebeurtenis was, konden aanwijzingen gevonden worden in elke antieke bron. Informatie is ingebed in de werken van dichters, filosofen, dramatisten en redenaars, evenals in de werken van kunstenaars, architectonische overblijfselen, inscripties en het puin van het dagelijks leven dat door archeologen is opgegraven [1](#page=1).
### 1.2 Historische ontwikkelingen in de studie van Griekse religie
De studie van Griekse religie heeft zich altijd gericht op fundamentele vragen, zoals de oorsprong, de aard van goddelijkheid, de relatie tussen mythe en ritueel, en de verbindingen tussen Griekse ideologie en andere geloofssystemen van hedendaagse culturen uit het Nabije Oosten [1](#page=1).
* **Achttiende eeuw:** Geleerden probeerden Griekse religie te laten lijken op het Christendom [1](#page=1).
* **Negentiende eeuw:** Er werd nauwkeurig aandacht besteed aan literaire bronnen die het Griekse geloofssysteem als uniek identificeerden [1](#page=1).
* **Begin twintigste eeuw:** De uitvinding van etnografisch onderzoek deed sommige klassieke geleerden geloven dat Griekse religie een fascinerende verzameling 'primitieve' reacties was op een verwarrende en instabiele omgeving [1](#page=1).
* **Twintigste eeuw:** Het slingerde tussen een nuchtere verzameling van bewijs en speculatie over universele patronen van ritueel [1](#page=1).
## 2. Moderne benaderingen en invloeden op de studie
De studie van Griekse religie heeft zich de afgelopen decennia aanzienlijk ontwikkeld, mede dankzij nieuwe ontdekkingen en multidisciplinaire samenwerking.
### 2.1 Vernieuwde aandacht voor ritueel
Het werk van Walter Burkert heeft de discussie over bredere kwesties gefocust en een hernieuwde interesse en bewustzijn voor het belang van ritueel in de oude Griekse ervaring geïnspireerd. Over het algemeen is de aandacht verschoven van de bezorgdheid van het midden van de twintigste eeuw over individuele godheden of het hele goddelijke pantheon, naar een beschrijving die grondiger is gefundeerd in de diversiteit van het bewijs [1](#page=1) [2](#page=2).
### 2.2 Interpretatieve modellen en focusgebieden
* **Ritueel als uitdrukking van gedachtenpatronen:** Marcel Detienne en Jean-Paul Vernant hebben ritueel geïnterpreteerd als een uitdrukking van cultureel bepaalde gedachtenpatronen [2](#page=2).
* **Relaties van macht:** Sommige geleerden merken op hoe rituelen voor de goden ook machtsrelaties tussen heersers en de geregeerden weerspiegelen [2](#page=2).
* **Antropologische inzichten:** Velen zoeken naar patronen die antropologen in andere samenlevingen hebben opgemerkt [2](#page=2).
* **Uitbreiding van de definitie van religie:** Anderen hebben de definitie van religie zelf verbreed om daden van heimelijke rituele geweldpleging op te nemen die Grieken tegen elkaar richtten in de vorm van vervloekingen en liefdescharms, evenals rituelen en middelen voor persoonlijke bescherming [2](#page=2).
### 2.3 Nieuwe ontdekkingen en hun impact
Nieuwe ontdekkingen blijven nieuwe discussieonderwerpen introduceren [2](#page=2).
* **Derveni papyrus:** De ontdekking van de verkoolde resten van een papyrus tekst in Derveni in 1964 heeft geleid tot een nieuwe interesse in theogonie en esoterische doctrine [2](#page=2).
* **Gouden tabletten:** Discussies over eschatologie moeten nu rekening houden met nieuw bewijs uit teksten die op gouden tabletten zijn ingeschreven en gevonden zijn in graven van volgelingen van de bacchische Dionysos [2](#page=2).
### 2.4 Methodologische uitdagingen en multidisciplinaire samenwerking
De publicatie van nieuw materieel bewijs heeft vragen opgeroepen over methodologie, en experts uit vele vakgebieden dragen nu bij aan de discussie [2](#page=2).
* **Systematische publicatie van materiaal:** Systematische publicatie van nieuw archeologisch en epigrafisch materiaal heeft regionale studies van lokale culten gefaciliteerd, maar het volume aan materiaal heeft ook verwachtingen gewekt [2](#page=2).
* **Verenigde benadering:** Christiana Sourvinou-Inwood benadrukt de noodzaak van een verenigde benadering voor de interpretatie van het bewijs door discussies over beeld, materieel bewijs en tekst samen te brengen [2](#page=2).
* **Thematische studies:** Pauline Schmitt Pantel's werk over de sociale betekenis van banketten demonstreert het belang van een thematische studie van epigrafisch bewijs voor een diachronische benadering van de sociale context van ritueel [2](#page=2).
* **Focus op specifieke thema's:** Literaire bronnen blijven de basis vormen voor intensieve studies van specifieke thema's, zoals die van Robert Parker over vervuiling en Simon Pulleyn over gebed, boeken die de rituele procedures illustreren die als noodzakelijk werden beschouwd voor het verkrijgen van de aandacht van de goden [2](#page=2).
* **Sacrifices en dierenoffer:** Andere benaderingen van ritueel concentreren zich op de sacrificial procedure of het systeem van het voorzien van het heiligdom van dierlijke offers [2](#page=2).
### 2.5 Syntheses en actuele discussies
Algemene studies blijven informeren. Syntheses worden geleverd door diverse vooraanstaande geleerden [2](#page=2) [5](#page=5).
* **Introducties tot recent onderzoek:** Overzichten van de recente bibliografie, thematisch georganiseerd, introduceren lezers in het nieuwe onderzoek [5](#page=5).
* **Verzamelingen van artikelen:** Verzamelingen van belangrijke artikelen uit de late twintigste eeuw bieden verschillende vertrekpunten [5](#page=5).
* **Groepsprojecten en conferentiebundels:** Deze zijn goede indicatoren van de reikwijdte van actuele controverses. Specifieke voorbeelden zijn studies over de organisatie van heilige ruimte in relatie tot de ontwikkeling van de Griekse stadstaat, de fysieke overblijfselen van Griekse heiligdommen, en gender en religie [5](#page=5).
* **Internationale samenwerking:** Tijdschriften en conferentiebundels brengen archeologisch bewijs onder internationale aandacht en rapporteren uitgebreid over nieuw onderzoek wereldwijd [5](#page=5).
Het onderzoek naar wat wij 'Griekse religie' noemen, heeft een nieuw focuspunt geboden voor levendige discussie waarin alle takken van het vakgebied betrokken zijn, en de productieve stroom van nieuw onderzoek zal waarschijnlijk niet snel opdrogen [5](#page=5).
### 2.6 Vroege geschiedenis van Griekse religie
De geschiedenis van de Griekse religie is grotendeels de geschiedenis van de Grieken zelf [5](#page=5).
* **Bronstijd (3000-1000 v.Chr.):** Er waren twee distincte culturen in het Egeïsche gebied: Minoïsch (niet Grieks) op Kreta en de zuidelijke Egeïsche eilanden, gevolgd door Myceens (definitief Grieks) op het vasteland, via de Cycladen tot aan de kust van Klein-Azië [5](#page=5).
* **Minoïsche religieuze rituelen:** Op Kreta in het tweede millennium v.Chr. waren deze georganiseerd rond verschillende paleizen, grote ommuurde complexen die functioneerden als regionale politieke centra. Deze paleizen waren geassocieerd met heiligdommen op bergtoppen en in natuurlijke grotten [5](#page=5).
* **Mogelijke Minoïsche praktijken:** Er zijn aanwijzingen dat de Minoërs, die een taal spraken die niet verwant was aan het Grieks, een vorm van dierlijke offerande beoefenden. Beeldmateriaal van dieren, met name stieren, domineert de Minoïsche decoratieve patronen, maar representaties van daadwerkelijke rituelen zijn zeldzaam en mogelijke resten van offers zijn dubbelzinnig. Overgeleverde rituele uitrusting wordt meestal beschouwd als geschikter voor libatie (het schenken van vloeibare offers) en donaties van landbouwproducten dan voor dierlijke slacht [5](#page=5).
---
# Ontwikkeling van Griekse heiligdommen en rituelen
De ontwikkeling van Griekse heiligdommen en rituelen vanaf de Bronstijd tot de polis illustreert een verschuiving van lokale, met de heerser verbonden praktijken naar publieke, godheid-gecentreerde religieuze centra die de kosmologische en maatschappelijke orde weerspiegelen.
### 2.1 Religieuze praktijken in de Bronstijd en vroege IJzertijd
Tijdens de Myceense periode (ca. 1900-1100 v.Chr.) waren heiligdommen in bergen of grotten zeldzaam. De religieuze praktijken waren georganiseerd rond de residentie van de lokale heerser, vaak een versterkt complex op een hoogte. Er zijn bewijzen voor dieroffers en de aanbidding van godheden, waarvan de helft ook later in de Griekse religie voorkomt. Na de val van de paleiseconomie aan het begin van de IJzertijd (ca. 1000 v.Chr.) verspreidde de bevolking zich, nam het aantal lokale leiders toe en verdween het schriftelijke bewijs. Dit leidde tot veranderingen in sociale structuur en politieke organisatie, wat innovaties in rituelen teweegbracht [6](#page=6).
* **Lokale gemeenschappen:** Kleinere, verspreide agrarische gemeenschappen vervingen gecentraliseerde bureaucratieën [6](#page=6).
* **Veneratie van helden:** De verering van lokale helden versterkte de band met thuisland en land [6](#page=6).
* **Externe invloeden:** Contacten met Egypte, Mesopotamië en Fenicië introduceerden ideeën over regeneratie, reiniging, divinatie en sympathische magie, die werden aangepast aan de groeiende gemeenschappen [7](#page=7).
* **Nieuwe materialiteit:** Innovaties in architectuur, beeldhouwkunst en metaalbewerking creëerden een nieuwe materiële context voor rituelen, die de gemeenschap benadrukten boven de autoriteit van een individuele heerser [7](#page=7).
### 2.2 De opkomst van publieke heiligdommen in de Archaïsche periode
Vanaf de achtste eeuw v.Chr. werd erkend dat ruimte voor publieke eredienst aan een god toebehoorde, niet aan een heerser. Goden werden de hoeders van overschot aan rijkdom en bemiddelaars in menselijke competitie. Rijkdom die voorheen in paleizen of graven werd opgeslagen, werd nu gedeeld met de goden en tentoongesteld in hun heiligdommen. Heiligdommen werden strategisch geplaatst waar aanbidders ze nodig hadden, binnen nederzettingen, op cultuurland of aan de grenzen van het territorium [7](#page=7).
### 2.3 Indeling van de kosmos en de rol van goddelijke territoria
De Grieken verdeelden de kosmos en de aarde met de goden. De stabiliteit en continuïteit van menselijke inspanning vereisten goddelijke goedkeuring [7](#page=7).
* **Tritopartiete kosmos:** In de *Ilias* wordt het universum verdeeld: Zeus (hemel), Poseidon (zee) en Hades (onderwereld), met de aarde gemeenschappelijk beheerd [7](#page=7).
* **Goddelijke patronen:** Speciale landschapselementen werden geassocieerd met specifieke godheden, bijvoorbeeld Zeus op bergtoppen (weer) en Demeter voor gewassen [7](#page=7).
* **Territoriale verdeling:** De goddelijke verdeling van territoria weerspiegelde de vestiging van nieuwe steden en nederzettingen [8](#page=8).
* **Mythevorming:** Stichtingsmythes, zoals die van Athene en Poseidon in Athene, verklaarden de status van godheden en de relatie met het land, en lieten regionale verschillen in interpretatie zien. Sommige gemeenschappen claimden autochtone oorsprong, andere migratie [8](#page=8).
### 2.4 Regionale verschillen in cultus en organisatie
Hoewel de Grieken een gemeenschappelijke familie van goden deelden, verschilden regionale heiligdommen en hun organisatie aanzienlijk [9](#page=9).
* **Internationale en regionale heiligdommen:** Belangrijke centra waren Delphi (Apollo) en Olympia (Zeus). Regionale heiligdommen, zoals die van Apollo in Kalapodi en Didyma, en Zeus in Dodona, hadden ook een brede aantrekkingskracht [9](#page=9).
* **Competitie en samenwerking:** Atletische wedstrijden in Olympia, Nemea, Isthmia en Delphi versterkten politieke banden en boden een neutrale ruimte voor interactie, waarbij de atletische competitie de oorlogsvoering imiteerde maar gericht was op samenwerking [9](#page=9).
* **Amphictyonieën:** Regionale bonden georganiseerd rond heiligdommen, zoals die rond Poseidon op Kalaureia, bevorderden samenwerking tussen concurrerende stadstaten [10](#page=10).
* **Wetgeving en stabiliteit:** Steden schreven hun vroegste wetten in heiligdommen van Apollo, gebruikmakend van de autoriteit van de god voor de geldigheid van wetten. De goden speelden een rol in het handhaven van orde en het legitimeren van politieke en rechterlijke instellingen [10](#page=10).
### 2.5 Temples en heilige plaatsen
Heiligheid kon voortkomen uit de natuurlijke eigenschappen van een plaats (bos, grot, bron) of door een consecratie die de plek afbakende van het dagelijks leven [16](#page=16).
* **Definitie van heiligdom:** Een *hieron* was een afgebakende heilige ruimte, al dan niet met gebouwen. Een *temenos* was een 'afgesneden' ruimte voor contact met het goddelijke [14](#page=14) [16](#page=16).
* **Afbakening:** Grensstenen (*horoi*), hekken, muren of teksten markeerden de scheiding met het profane [16](#page=16).
* **Zuiveringsrituelen:** Speciale vaten (*perirrhanteria*) met bronwater bij de ingang hielpen aanbidders zich te reinigen om deel te mogen nemen aan collectieve rituelen, omdat een vervuild individu de hele groep kon bedreigen [16](#page=16).
* **Tempelarchitectuur:** De typische Griekse tempel had een *cella* voor het cultusbeeld. Een altaar (*bomos*) stond meestal voor de tempel, als plaats van offer. Tempels waren bedoeld voor verering, zelden voor gemeenschappelijke eredienst [17](#page=17).
* **Cultusbeelden:** Variërend van kleine houten *xoana* tot grote stenen beelden, en later beelden van heersers [17](#page=17).
* **Ontwikkeling van tempels:** Vroege tempels waren van hout en moddersteen, later kwamen kalksteen en marmer. Tempelgrootte nam toe, met de meest magnifieke in Sicilië en Ionië. De grootte en pracht van tempels was een uiting van prestige [17](#page=17) [18](#page=18).
* **Godheden en tempels:** Apollo had de meeste grote stenen tempels, gevolgd door Hera, Poseidon en Athena. Zeus en Artemis hadden minder monumentale tempels. Ares, Dionysos en Aphrodite waren afwezig in grote tempelbouw, hoewel Hestia aanbeden werd bij het publieke haardvuur. De grootte van tempels weerspiegelde niet altijd de belangrijkheid van een godheid [18](#page=18).
### 2.6 De goden van de polis
Elke *polis* had een eigen contingent godheden, verbonden met specifieke locaties en functies binnen de stad en het omliggende land [18](#page=18).
* **Functionaliteit:** Goden werden vaak geassocieerd met natuurlijke landschappen (Demeter met velden, Artemis met grenzen, Poseidon met de zee) [19](#page=19).
* **Functies binnen de stad:** Sommige goden kregen functies gerelateerd aan stedelijke instellingen, zoals Athena en Zeus die ook de Raad (*Boule*) beschermden [19](#page=19).
* **De Atheneense eed:** Een eed van jonge mannen toonde de integratie van goden (Ares, Zeus, Athena), helden (Herakles), natuurlijke elementen (tarwe, olijven) en territoriale grenzen als fundamenteel voor het staatsbestel [19](#page=19).
* **Regionale variatie:** De organisatie van heiligdommen en pantheons verschilden per *polis*, beïnvloed door topografie, politiek en geografische omstandigheden. Eretria had heiligdommen voor Apollo, Demeter en Artemis aan de rand van het territorium. Mantineia, een binnenlandse stad, had heiligdommen verspreid in het bergachtige landschap. Thasos, een eilandkolonie, had een dubbele acropolis en demonstreerde een unieke mix van invloeden [20-23](#page=20-23) [20](#page=20).
* **Beschermingsmagie:** Op Thasos beschermden reusachtige ogen op de citadelmuur de stad tegen vijanden [22-23](#page=22-23).
### 2.7 Rituele handelingen: offer en gebed
Rituele handelingen, met name dieroffers, waren cruciaal voor communicatie met het goddelijke en voor het handhaven van de sociale orde [23](#page=23).
* **Doel van offer:** Eren, uitwisselen (tijd, *time*) en voordelen verkrijgen. Elk offer was een transactie waarbij de goden eer in de vorm van rook ontvingen, terwijl de mensen het vlees aten [24](#page=24).
* **Het offerritueel:** Bestond uit voorbereiding (water, gerst), gebed, het aanbieden van een eerste offer (haren in het vuur), libaties, het verdoven en slachten van het dier. Vrouwen initieerden de *ololuge* (rituele kreet) bij de dood van het dier. De innerlijke organen (*splanchna*) werden eerst geconsumeerd, gevolgd door de rest van het vlees na goddelijke goedkeuring [25](#page=25).
* **Specifieke offertypen:**
* *Sphagia*: Slachtingen waarbij het bloed van het dier speciaal betekenis had, vaak aan de grens van grondgebied of voor gevechten [26](#page=26).
* *Holocaust*: Volledige verbranding van het dier, gereserveerd voor speciale omstandigheden, zoals zuivering (#page=26, 27) [26](#page=26) [27](#page=27).
* **Eedoffer**: Delen van het dier werden gebruikt, met een bijbehorend vloekritueel bij overtreding van de eed [26](#page=26).
* **Aanbiedingen aan de doden en helden:** Delen van dieren werden soms geofferd aan helden, wiens graven als heilige plaatsen werden beschouwd [26](#page=26).
* **Vrouwenparticipatie:** Vrouwen participeerden direct in rituelen, maar voornamelijk in rituelen zonder mannen, zoals de *Thesmophoria*. Hun actieve rol beperkte zich vaak tot de *ololuge* [27](#page=27) [29](#page=29).
* **Gebed:** Gebeden konden een publieke verklaring zijn of een persoonlijke appeal. Ze bestonden uit aanroeping, rechtvaardiging en de specifieke vraag. Gebeden werden staand aangeboden (#page=27, 29) [27](#page=27) [29](#page=29).
* **Wederkerigheid:** Het concept van *charis* (genade/gunst) omvatte zowel de genereuze gift van de god als de dankbaarheid van de mens, wat leidde tot een cyclus van wederkerigheid [29](#page=29).
* **Votieve gaven:** Permanente tokens van dankbaarheid, variërend van beelden en reliëfs tot alledaagse voorwerpen, die de uitwisseling tussen mensen en goden documenteren. Ze boden inzicht in de interesses en zorgen van gewone mensen [30](#page=30) [31](#page=31).
### 2.8 Genezing en divinatie
Genezing, divinatie en orakels waren belangrijke aspecten van de Griekse religieuze praktijk, gericht op het verkrijgen van goddelijke leiding en hulp [32](#page=32).
* **Divinatie methoden:** Observatie van het verbranden van de staart van een offerdier, de conditie van inwendige organen (*hepatoscopie*, geleend uit Mesopotamië), de vlucht van vogels, dromen, natuurverschijnselen en klimaatrampen [32](#page=32).
* **Orakels:** Boodschappen in de stem van een god, meestal via een menselijke bemiddelaar. Belangrijke orakels waren die van Apollo in Delphi en Didyma, en Zeus in Dodona [33](#page=33).
* **Delphi:** De Pythia gaf ambigue antwoorden die interpretatie vereisten. De autoriteit van Delphi was verbonden met Apollo's expertise in zuiveringsprocedures en zijn reputatie als ondersteuner van wet en beraadslaging [33-34](#page=33-34).
* **Dodona:** De priesters, de Selloi, interpreteerden mogelijk het ruisen van de eikenbladeren of de kreten van duiven. Vragen werden opgeschreven op loden tabletten [34](#page=34).
* **Genezing en Asklepios:** De cultus van Asklepios, de god van de geneeskunde, werd populair. Sanctuaries boden behandelingen zoals zuivering, offers, baden en vooral incubatie (slapen in het heiligdom in de hoop op een droomvisioen) [38](#page=38).
* **Votieve lichaamsdelen:** Kleine gouden, electrum of ivoren lichaamsdelen, en keramische modellen, werden geofferd om genezing te vragen of te danken voor genezen specifieke kwalen [39](#page=39).
* **Rol van de stad:** De oprichting van nieuwe godheden en heiligdommen vereiste stadsgoedkeuring en sponsoring [39](#page=39).
### 2.9 De levenscyclus en rituelen
De Griekse levenscyclus, van geboorte tot dood, werd gemarkeerd door diverse rituelen die overgangen symboliseerden en goddelijke bescherming inriepen [41](#page=41).
* **Geboorte:** Een gevaarlijke periode, waarbij de moeder als vervuild werd beschouwd. Rituelen voor de pasgeborene, zoals de *amphidromia* (het ronddragen van het kind rond het haardvuur), markeerden de acceptatie in de familie. Theoforische namen, zoals Apollodoros, verbonden kinderen met goddelijke bescherming en identiteit [41-42](#page=41-42) [41](#page=41).
* **Rijpingsrituelen:**
* **Mannen:** De *phratriai* (mannen-verwantschapsgroepen) organiseerden festivals zoals de Apatouria, waar jongens werden geïntroduceerd, hun volwassenheid werd erkend, en huwelijken werden aangekondigd. Apollo Patroos speelde een rol bij het valideren van de paternalistische lijn en familiecontinuïteit [42-43](#page=42-43). De *ephebeia* (militaire training) betrof een eed op de acropolis en een introductie tot de grenzen van de stad. Dionysos was de god van de vroege kennismaking met wijn [42](#page=42) [43](#page=43).
* **Vrouwen:** Artemis, Hera, Demeter, Athena en Aphrodite beheersten de levenscyclus van jonge meisjes. Artemis, de godin van de maagdelijkheid, was populair. Hera vertegenwoordigde de volledige vrouwelijke levenscyclus. Rituelen zoals dansen, zingen en het weven en wijden van textiel demonstreerden de verwerving van vaardigheden voor huwelijk en moederschap. De *arkteia* scheidde jonge meisjes van de kindertijd [44](#page=44).
* **Huwelijken en begrafenissen:** Huwelijken waren familieaangelegenheden die goddelijke tussenkomst inriepen (Apollo, Artemis, Zeus, Hera, Peitho, Aphrodite). De bruid werd gezuiverd en er werd een rituele processie gehouden. Begrafenissen, die ook als vervuilend werden beschouwd, omvatten specifieke rituelen om de doden te scheiden van de levenden [45-46](#page=45-46). Er was weinig overeenstemming over de aard van het hiernamaals [44](#page=44) [48](#page=48).
* **Bescherming en vloeken:** Amuletten werden gebruikt voor bescherming tegen gevaren en boze geesten. Persoonlijke rituelen, zoals liefdesmagie en vloeken op loden tabletten, waren gericht op het dwingen van een ander of het vernietigen van een concurrent, maar werden vaak als geheimzinnig en oneerlijk beschouwd [46-47](#page=46-47). Publieke vloeken, uitgesproken namens de stad, dienden ter bescherming van de gemeenschap [47-48](#page=47-48).
### 2.10 Het hiernamaals en mysteriën
De reis na de dood en de mogelijke omstandigheden van het hiernamaals waren onderwerp van speculatie en esoterische kennis [48](#page=48).
* **Onderwereld:** Beschreven als een sombere plaats van duisternis en straf, of, voor de uitzonderlijken, een Elysium of Eilanden van de Gezegenden [49](#page=49).
* **Mysteriën van Eleusis:** Rituelen voor Demeter en Kore die een belofte van een betere toestand na de dood inhielden en die openstonden voor alle Griekssprekenden, ongeacht geslacht of status [49](#page=49).
* **Gouden tabletten:** Ingeschreven tabletten gevonden bij graven beschreven de reis naar de onderwereld en de keuze tussen water van vergetelheid en geheugen, wat leidde tot de weg van de gezegenden voor degenen die de rituelen van Bacchic Dionysos hadden ervaren [50](#page=50).
* **Individuele en collectieve rituelen:** Terwijl de *polis* collectieve rituelen benadrukte, focusten de gouden tabletten op de individuele ervaring en een nieuwe nadruk op privacy en persoonlijke doelen. De toename van de geletterdheid bevorderde directe participatie in eigen rituelen [50](#page=50).
---
# Griekse rituelen: offer, gebed, en votieve gaven
Dit onderdeel behandelt de centrale rol van rituelen, met name offers, gebeden en votieve gaven, in de Griekse religie als middelen voor communicatie en interactie met de goden, en voor bescherming en genezing.
### 3.1 Offerpraktijken
#### 3.1.1 Doel en aard van het offer
Offers vormden een cruciale vorm van communicatie met het goddelijke; geen enkele menselijke onderneming werd ondernomen zonder deze interactie. Het bracht de kloof tussen mens en godheid tegelijkertijd tot uiting en trachtte deze te overbruggen. De Griekse term *thusia*, vaak vertaald als 'offer', impliceert geen offerande in de zin van opgeven, maar verwijst specifiek naar het proces waarbij vlees en vet door vuur in rook werden omgezet. De rook, als gezuiverd deel van het dier dat opsteeg naar de hemel, was hetgeen de goden bereikte [23](#page=23) [24](#page=24).
#### 3.1.2 Redenen voor offers
De filosoof Theophrastos onderscheidde drie hoofredenen voor het brengen van offers:
* **Eerbetoon:** Om de goden te eren wat werd uitgedrukt met het woord *time* [23](#page=23) [24](#page=24).
* **Obligatie van uitwisseling:** Als onderdeel van een wederkerige transactie waarbij de goden, in ruil voor verering, iets terugverwachtten [23](#page=23) [24](#page=24).
* **Verkrijgen van voordelen:** Om welwillendheid en gunsten van de goden te verkrijgen [23](#page=23).
#### 3.1.3 De offerprocedure
Een typische offerprocedure omvatte de volgende stappen:
1. **Voorbereiding van het dier:** Het dier werd voorbereid op de slachting [25](#page=25).
2. **Zuivering en reiniging:** Attendanten brachten zuiver bronwater en gerst, en de betrokkenen wasten hun handen en strooiden gerst. De leider markeerde het altaar door er zuiver water en gerst omheen te strooien [25](#page=25).
3. **Eerste offerande:** De leider bad en wierp haren van de voorhoofd van het dier in het vuur als eerste offerande [25](#page=25).
4. **Libatie en bedwelming:** Een libatie van wijn werd gedaan, gerst werd in het vuur gestrooid, en het dier werd met een bijl bedwelmd [25](#page=25).
5. **Slachting:** De slachter sneed de keel van het dier door [25](#page=25).
6. **Ololege:** Op het moment van slachting verhieven aanwezige vrouwen de *olologe*, een rituele kreet die de dood van het dier aankondigde en specifieke situaties markeerde [25](#page=25) [29](#page=29).
7. **Verwerking van het karkas:** Het dier werd opgetild om het bloed te laten wegvloeien, het karkas werd geschroeid en gevild [25](#page=25).
8. **Offering van het goden-deel:** De dijbeen, omwikkeld met vet, werd op het altaar verbrand als deel voor de god [25](#page=25).
9. **Communale maaltijd:** De innerlijke organen (*splanchna*) werden geroosterd en verdeeld, gevolgd door de consumptie van de rest van het vlees door de gemeenschap, echter pas nadat de goden 'tevreden' waren [25](#page=25).
#### 3.1.4 Soorten offers en bijzonderheden
* **Gestandaardiseerde offers (*thusia*):** Waarbij het vlees gegeten kon worden door de menselijke deelnemers [24](#page=24).
* **Speciale offers:**
* **Sphagia:** Waarbij het bloed van het dier speciale betekenis had en in de grond vloeide, bijvoorbeeld bij militaire expedities [26](#page=26).
* **Holocaust:** De volledige verbranding van het dier door vuur, vaak gereserveerd voor speciale omstandigheden of als zuivering [26](#page=26) [27](#page=27).
* **Eedoffer:** Waarbij delen van het dier speciaal werden behandeld, mogelijk in verband met het afleggen van eden [26](#page=26).
* **Offers aan de doden en helden:** Deze werden in vloeibare vorm aan het graf gebracht, zoals water, wijn, honing, melk of bloed [26](#page=26).
#### 3.1.5 De rol van vrouwen bij offers
Vrouwen namen direct deel aan offers slechts in beperkte en specifieke rituelen, vaak wanneer deze niet voor mannen waren. Hun meest prominente rol was het uitstoten van de *olologe* bij de dood van het offerdier. Vrouwen vierden ook eigen feesten, zoals de Thesmophoria, waarbij mannen uitgesloten waren [23](#page=23) [25](#page=25) [27](#page=27) [29](#page=29).
#### 3.1.6 Ingrediënten en dieren
De belangrijkste ingrediënten voor een offer waren:
* **Dieren:** Runderen, schapen, geiten en varkens, waarbij schapen het meest voorkwamen en runderen het meest prestigieus waren [25](#page=25).
* **Vloeistoffen:** Zuiver water, wijn, melk, honing (als libatie, *sponde*) [25](#page=25).
* **Graan:** Gerst (en koeken) [25](#page=25).
* **Vuurhout:** Voor het altaar [25](#page=25).
### 3.2 Gebed en de verwachting van wederkerigheid
#### 3.2.1 De aard van het Griekse gebed
Het Griekse woord voor gebed, *euche*, kon ook 'trots publiekelijk maken' betekenen, wat de dunne lijn tussen een verzoek en een assertie aangaf. Grieken adresseerden hun goden staande, met het gezicht omhoog en de rechterarm uitgestrekt. Vrije vrouwen en meisjes (en in komedies ook slaven) knielden soms, maar alleen in kritieke situaties of voor familiezaken [27](#page=27).
#### 3.2.2 Structuur van formele gebeden
Formele gebeden bestonden uit drie delen:
1. **Aanroeping:** Een precieze identificatie van de godheid, vaak met specifieke epitheta [28](#page=28).
2. **Rechtvaardiging/Argument:** Een herinnering aan eerdere verering of een argument waarom het verzoek gerechtvaardigd is [28](#page=28).
3. **Verzoek:** Het expliciet geformuleerd verzoek zelf [28](#page=28).
> **Tip:** De 'als ik ooit'-formule (*ei pote*) in gebeden, zoals die van Chryses in de *Ilias*, is essentieel voor het tonen van een continue relatie met de godheid en de verwachting van reactie [28](#page=28).
#### 3.2.3 Variëteiten van gebed
Naast de algemene term *euche*, bestonden er andere woorden voor gebed met specifieke connotaties:
* **Ara:** Kon zowel 'gebed' als 'vloek' betekenen [28](#page=28).
* **Lite:** Urgentie verzoeken in crisissituaties [28](#page=28).
* **Hiketeia:** Formele smeekbeden, alleen door wanhopigen gericht aan iemand die verplicht is te reageren [28](#page=28).
#### 3.2.4 Gebed als wederkerigheid
Gebed werd gezien als het verbale tegenwicht van het offer, waarbij de wederzijdse verplichtingen duidelijk werden gemaakt. Het Griekse concept *charis* (genade, of beter: wederkerige gulheid) omvatte deze uitwisseling. Het beantwoorden van een gebed werd beschouwd als een wederdienst voor het geschenk van het offer [28](#page=28) [29](#page=29).
#### 3.2.5 Context en deelnemers van gebed
Gebeden konden in vrijwel elke context worden aangeboden, aan het begin van projecten, bij persoonlijke gebeurtenissen (dageraad, oogstseizoen), of bij publieke gelegenheden (vergaderingen, festivals, wedstrijden) [29](#page=29).
* **Vrije personen:** Konden bevelen geven aan goden en gebeden structureren [29](#page=29).
* **Slaven:** Konden slechts wensen uiten en baden zonder offer, en hun gebeden misten formele structuur [29](#page=29).
* **Vrouwen:** Konden thuis bidden, soms stil, en deelnamen aan festivals voor vrouwen. Hun gebeden concentreerden zich vaak op familiezaken zoals gezondheid, zwangerschap en kinderen. Ze konden echter ook tot mannelijke godheden bidden [29](#page=29) [30](#page=30).
### 3.3 Votieve gaven
#### 3.3.1 Doel van votieve gaven
Votieve gaven, ook wel dedicaties genoemd, waren tastbare uitingen van dankbaarheid na het beantwoorden van een gebed of het ontvangen van een gunst. Ze dienden als permanente herinneringen aan rituelen of dank voor ontvangen geschenken. Deze objecten vormden een cruciaal onderdeel van het systeem van uitwisseling tussen de menselijke en goddelijke sferen, gebaseerd op wederkerigheid [30](#page=30).
#### 3.3.2 Vormen en verscheidenheid van votieve gaven
De variëteit aan votieve gaven is enorm en varieert van dure, speciaal vervaardigde beelden en reliëfs tot eenvoudige, massaproductie keramiek. Ze konden ook functionele objecten of miniatuurmodellen van gereedschappen zijn [30](#page=30).
* **Dedicator:** Soldaat droegen wapens, ambachtslieden hun gereedschap, atleten hun sportuitrusting, en vrouwen juwelen en weefgereedschap [30](#page=30).
* **Reliëfs en beeldjes:** Beelden van de god, de aanbidder of het offerdier, of afbeeldingen van rituele handelingen [30](#page=30).
* **Lichamelijke modellen:** Keramische, gouden of ivoren modellen van lichaamsdelen, vaak gerelateerd aan de godheid of het deel dat genezing behoefde (bv. ogen voor Demeter, borsten voor Artemis) [39](#page=39).
#### 3.3.3 Donor en keuze van de gave
Hoewel lokale beambten de presentatie van de gaven in het heiligdom konden reguleren, lag de keuze van de individuele donatie bij de schenker zelf, onafhankelijk van de autoriteiten. Dit biedt een uniek inzicht in de interesses, zorgen en angsten van gewone mensen [31](#page=31).
* **Welgestelde individuen:** Lieten gebouwen en beelden vervaardigen, en objecten van kostbare materialen [31](#page=31).
* **Gewone mensen:** Dediceerden vaker massaproductie reliëfs, keramische beeldjes of eenvoudige alledaagse voorwerpen [31](#page=31).
#### 3.3.4 Votieve gaven en genezing
Genezigdommen zoals dat van Asklepios trokken veel votieve gaven aan, vaak in de vorm van lichaamsdelen die een genezen aandoening symboliseerden. Hoewel lokale heiligdommen niet per se specialiseerden in specifieke ziekten, toonden de gaven van mannen en vrouwen soms een verschil in focus. Vrouwen deden vaker donaties gerelateerd aan reproductieve gezondheid, terwijl mannen meer diverse medische problemen hadden [39](#page=39) [40](#page=40).
#### 3.3.5 Verdeling naar godheid
Er was een tendens dat bepaalde godheden vaker door mannen (bv. Zeus, Poseidon) of vrouwen (bv. Demeter, Hera) werden vereerd, hoewel deze scheiding niet altijd strikt was. Archeologisch bewijs, zoals bij Hera, toont aan dat de praktijk van dedicaties per heiligdom kon variëren en niet altijd overeenkwam met de literaire voorstellingen [31](#page=31) [32](#page=32).
### 3.4 Rituelen voor bescherming en genezing
#### 3.4.1 Beschermende magie
Rituelen konden gericht zijn op bescherming, zoals het geval van een beeld met reusachtige ogen dat bedoeld was om aanvallers te verlammen en af te schrikken [23](#page=23).
#### 3.4.2 Heiligdommen voor genezing
Heiligdommen gewijd aan godheden zoals Asklepios boden genezing door middel van rituelen, die reiniging, offers, afzondering, therapeutische baden en incubatie (slapen in het heiligdom in de hoop op een droomvisioen) omvatten [38](#page=38).
* **Therapeutische praktijken:** De procedures in Asklepios heiligdommen combineerden professionele medische technieken met de nadruk op aandacht voor symptomen en individuele ziektegeschiedenis, in lijn met de Hippocratische geneeskunde [39](#page=39).
* **Dromen als interventie:** In de *abaton* (een afgesloten ruimte in het heiligdom) hoopten pelgrims op dromen waarin de god hen bezocht en genas [38](#page=38).
> **Tip:** De verhalen van succesvolle genezingen, zoals die van Hermon, benadrukken het belang van het erkennen van de goddelijke gunst en het brengen van de bijbehorende 'retributie' of dankbetoon [38](#page=38).
* **Rol van heilige slangen:** Heilige slangen, geassocieerd met Asklepios, speelden een rol in de genezingsvisioenen [38](#page=38).
* **Votieve bewijzen van genezing:** Tabletjes (stenen of houten) met scènes van behandelingen, of keramische modellen van lichaamsdelen, dienden als bewijs van genezing en dank [38](#page=38) [39](#page=39).
---
# Divinatie, orakels en levenscyclusrituelen
Dit deel van de studie gaat in op de Griekse praktijken van waarzeggerij en het raadplegen van orakels, alsook de rituelen die belangrijke overgangen in het leven markeren, van geboorte tot dood, huwelijk en volwassenheid.
### 4.1 Divinatie en orakels
De Griekse religie kende een diepgewortelde behoefte aan communicatie met de goden, wat leidde tot diverse methoden van waarzeggerij en orakelraadpleging om goddelijke wil te achterhalen [32](#page=32).
#### 4.1.1 Methoden van waarzeggerij (divinatie)
De Grieken gebruikten diverse methoden om goddelijke inzichten te verkrijgen:
* **Observatie van offerdieren:** De manier waarop de staart van een offerdier krulde, draaide of bewoog tijdens het branden op het altaar, kon worden geïnterpreteerd als een teken van goddelijke gunst of afkeuring. De conditie van de inwendige organen, met name de lever en galblaas, werd door professionele zieners (manteis) nauwkeurig bestudeerd om goddelijke intenties te ontdekken. Deze praktijk, bekend als hepatoscopie, vertoonde sterke parallellen met Mesopotamische tradities [32](#page=32).
* **Tekenen in de natuur:** De vlucht van vogels, de inhoud van dromen, ongebruikelijke natuurlijke fenomenen zoals zons- of maansverduisteringen, en onweer op een heldere dag konden worden geïnterpreteerd als goddelijke boodschappen. Ook klimaatsrampen zoals droogte, hongersnood of pest konden als voortekenen worden gezien [32](#page=32).
* **Professionele zieners (manteis):** Steden stelden professionele zieners aan om voortekenen te duiden bij belangrijke beslissingen met grote risico's, zoals de stichting van een nieuwe stad, het besluit tot oorlog, het verlaten van het grondgebied van de polis voor een veldtocht, of het nemen van belangrijke wetgevende of bestuurlijke beslissingen. Het woord 'mantis' is verwant aan een oud woord voor 'weten'. De reputatie van de mantis was het hoogst in de archaïsche periode; zelfs in de vijfde eeuw BCE was het een respectabel ambt, hoewel het in de vierde eeuw BCE als gevolg van veel oplichters die valse profetieën verkochten, als overdreven bijgelovig kon worden beschouwd [32](#page=32) [33](#page=33).
#### 4.1.2 Orakels
Orakels waren boodschappen in de stem van een god, meestal geleverd via een menselijk medium, als antwoord op een specifieke vraag van een privépersoon of een publieke instantie. Vragen werden doorgaans zo geformuleerd dat ze een eenvoudig ja- of nee-antwoord uitlokten [33](#page=33).
* **Delphi:** Het orakel van Apollo in Delphi, gelegen in het centrum van Griekenland, was een van de belangrijkste orakelcentra. Apollo werd ook geassocieerd met talrijke lokale orakelheiligdommen. De Pythia, de priesteres die de reactie van de god overbracht, leverde vaak ambigue antwoorden, die als raadsels moesten worden geïnterpreteerd door de vrager. Steden en buitenlandse heersers raadpleegden Delphi om de haalbaarheid van beleid of plannen te bevestigen, en de autoriteit van het orakel werd gekoppeld aan Apollo's expertise in zuiveringsprocedures en zijn reputatie als ondersteuner van wetgeving [33](#page=33).
* **Politieke invloed van Delphi:** Delphi kon worden beïnvloed door politieke gebeurtenissen. Tijdens de Perzische invasie in 480 BCE zou de reactie van de Pythia aan de Atheners, die aanvankelijk pessimistisch was maar later een strategisch plan van Themistokles leek te ondersteunen, mogelijk na de gebeurtenissen zijn herschreven. Ondanks politieke druk en de latere opvatting dat de invloed van Delphi in de archaïsche periode piekte, bleef het heiligdom floreren tot in de Romeinse periode [34](#page=34) [35](#page=35).
* **Didyma:** Dit orakel van Apollo aan de kust van Klein-Azië was een ander groot orakelcentrum, waar mannelijke profeten de boodschappen overbrachten [33](#page=33).
* **Dodona:** Het orakel van Zeus in Dodona, gelegen in een afgelegen vallei in Epirus, stond bekend om zijn grote oudheid. Priesters genaamd 'Selloi' gingen er blootsvoets en ongewassen. Zeus werd mogelijk vertegenwoordigd door een grote eik, bijgestaan door drie priesteressen. Antwoorden werden mogelijk geïnterpreteerd uit het ruisen van de bladeren of het gekrijs van duiven. Aanvragers schreven hun vragen op kleine loden tabletten, waarop Zeus positieve of negatieve antwoorden kon geven. Dodona werd geraadpleegd over staatszaken, zakelijke deals, kleine misdrijven, en ook over persoonlijke kwesties zoals huwelijk, kinderen en familiezaken [33](#page=33) [34](#page=34).
* **Sibyllen:** In Grieks Klein-Azië ondersteunden lokale tradities een vorm van profetie geleverd door vrouwelijke profeten met de titel 'Sibyl' [33](#page=33).
#### 4.1.3 Oaths: calling the gods to witness
Oaths (eden) waren cruciaal in de vroege Griekse samenleving, die geen schriftelijke contracten kende. Ze bekrachtigden overeenkomsten tussen individuen, de gemeenschap, en tussen gemeenschappen [35](#page=35).
* **Rol in Athene:** Atheense burgers zwoeren eden om belangrijke levensfasen te markeren, zoals jonge mannen bij de aanvang van hun militaire training (ephebeia), en vaders bij de introductie van hun zoon in de phratrie. Magstraten en juryleden zwoeren eveneens eden bij het aantreden van hun ambt of het dienen in rechtszaken. Zowel de redenaar Lykourgos als Isokrates benadrukten het belang van eden voor de stabiliteit van de democratie en de piëteit. Zelfs historicus Thucydides, die niet in orakels geloofde, erkende de loyaliteit aan eden en respect voor heiligdommen als fundamenteel voor sociale stabiliteit [35](#page=35).
* **Gevolg van eedbreuk:** Herodotus citeert een orakel uit Delphi over Glaukos, die loog om de teruggave van geld dat hij onder ede had toevertrouwd te vermijden. De Pythia beschreef de onverbiddelijke straf voor eedbreuk: een kind van de Eed, naamloos en meedogenloos, dat de meineedige en zijn nageslacht zou vernietigen. Glaukos onderging uiteindelijk de voorspelde straf, wat de autoriteit van Delphi in het vaststellen van gedragsnormen illustreert. Elke eed omvatte een god en impliceerde een zelfvervloeking bij breuk [35](#page=35).
### 4.2 Levenscyclusrituelen
Het leven van geboorte tot dood werd georganiseerd door middel van diverse rituelen die belangrijke overgangen markeerden. Deze rituelen waren vaak een verantwoordelijkheid van de familie, hoewel goden een rol speelden en de stad belang had bij deze overgangen [41](#page=41).
#### 4.2.1 Geboorte
Geboorte was de eerste overgang en een periode van gevaar voor moeder en kind. Een barende vrouw werd als vervuild beschouwd en mocht pas na tien tot eenentwintig dagen, nadat de vervuiling was verdwenen, een heiligdom betreden [41](#page=41).
* **Rituelen voor de pasgeborene:** De eerste dagen na de geboorte waren een periode van stress voor de meeste zuigelingen. Kinderen werden niet onmiddellijk vernoemd; families wachtten om de overlevingskansen van de baby te beoordelen [41](#page=41).
* **Amphidromia:** Om tot de familie te behoren, werd het kind in ceremonies genaamd amphidromia ('lopen rond') rond de haard in huis gedragen, vergelijkbaar met de opname van een nieuwe slaaf of bruid [41](#page=41).
* **Naamgeving:** Bij de naamgeving (op de vijfde of tiende dag) kon de gekozen naam een band met een lokale god aangeven. Theofoor namen, namen samengesteld met de naam van een god, waren gebruikelijk. Apollo was, als beschermer van jonge jongens, de meest gebruikte godennaam (bv. Apollodoros: 'geschenk van Apollo'). Dergelijke namen werden meer gezien als een teken van Helleense identiteit dan van persoonlijke devotie [41](#page=41) [42](#page=42).
#### 4.2.2 Rituelen van maturatie
Politieke status en vaderschap waren belangrijk voor zowel de stad als de goden [42](#page=42).
* **Phratriai en Apatouria:** Volwassen mannen kwamen jaarlijks bijeen in groepen van uitgebreide mannelijke verwanten, genaamd phratriai (broederschappen). Tijdens de Apatouria, een driedaags festival ter ere van Apollo, kondigden de phratriai geboortes aan, erkenden ze de volwassenheid van zonen en hoorden ze huwelijksaankondigingen van jonge volwassenen [42](#page=42).
* **Meion:** Vaders van pasgeboren zonen boden een offer (meion) aan om hun zonen aan de groep te introduceren [42](#page=42).
* **Koureion:** Zonen die de adolescentie bereikten, boden de koureion aan, een tweede offer dat de aanvraag tot lidmaatschap markeerde. Phratry-leden stemden over de aanvraag [42](#page=42).
* **Gamelia:** Jonge mannelijke leden die op het punt stonden te trouwen, boden de gamelia aan om hun huwelijk aan te kondigen en de verbintenis te legitimeren [42](#page=42).
* **Apollo Patroos:** Apollo Patroos ('vaderlijke Apollo') speelde een rol bij het valideren van de vaderlijke lijn van individuen en bij het ratificeren van het burgerschap in de Attische familie. Bij eeden van magistraten werd Apollo Patroos aangeroepen als getuige van familie status en continuïteit [43](#page=43).
* **Dionysos en Choes:** Dionysos was de god wiens geschenk, wijn, commensaliteit aanmoedigde. Een ritueel waarbij jonge jongens van ongeveer drie jaar oud werden geïntroduceerd in het drinken van wijn, heette 'Choes' (kruiken). Dit markeerde hun eerste entree in de mannelijke samenleving [43](#page=43).
* **Ephebeia:** Rond achttienjarige leeftijd werden Atheense mannen ingeschreven in hun deme, waarna ze de eed van de ephebes zwoeren op de Akropolis. Deze eed markeerde hun acceptatie van burgerschapsverantwoordelijkheden en legde een gemeenschappelijke identiteit vast [43](#page=43).
#### 4.2.3 Vrouwelijk maturatieproces
Gelijk aan de mannelijke maturatie, werden jonge meisjes begeleid door godinnen als Artemis, Hera, Demeter, Athena en Aphrodite [44](#page=44).
* **Artemis:** Artemis, de godin van de vrouwelijke maturatie, was bijzonder populair. Mythes van Artemis benadrukten de strenge straffen voor premaritale seksuele ervaring [44](#page=44).
* **Hera:** In de Argolid nam Hera, vereerd als maagd, echtgenote en weduwe, een centrale plaats in en vertegenwoordigde de volledige vrouwelijke levenscyclus [44](#page=44).
* **Arktaia:** In Attica speelden meisjes de rol van beren in de arkteia, een festival dat hen scheidde van de kindertijd en hen voorbereidde op de volgende fase [44](#page=44).
* **Textielproductie:** Meisjes weefden en wijdde textiel aan godinnen als Kore, Hera en Artemis, wat zowel de verering van de godin als de verwerving van vaardigheden voor een goed huwelijk en moederschap demonstreerde [44](#page=44).
* **Zuiverheid en Artemis:** Godinnen die de vrouwelijke levenscyclus overzagen, vereisten vaak ongetrouwde en seksueel pure begeleiders, die als voorbeeld dienden voor de jonge meisjes. De tempels van Artemis legden gedetailleerde rituele instructies op en stelden boetes in voor niet-naleving, omdat de gezondheid van jonge vrouwen essentieel was voor de polis [44](#page=44).
#### 4.2.4 Bruiloften en begrafenissen
* **Bruiloften:** Bruiloften waren familieaangelegenheden waarbij goden zoals Apollo, Artemis, Zeus, Hera, Peitho en Aphrodite werden aangeroepen [44](#page=44).
* **Voorbereiding van de bruid:** De bruid onderging een rituele bad met water uit een speciaal hiervoor aangewezen bron, bewaakt door nimfen. Poppen en terracotta beeldjes van Eros, Aphrodite en andere godheden werden als offerandes achtergelaten, wat de nieuwe seksuele verantwoordelijkheden van de bruid symboliseerde [45](#page=45).
* **De ceremonie:** De ceremonie omvatte een processie, het zingen van een bruiloftslied ter ere van Hymen, en het rituele roepen van kreten om kwade geesten af te weren en vruchtbaarheid te bevorderen. De bruid ontsluierde haar gezicht pas vlak voor het losmaken van haar gordel, wat het geschenk van haar lichaam aan haar echtgenoot symboliseerde, beschermd door Artemis Lusizonos. De dag na de bruiloft brachten de ouders geschenken mee en bood de moeder een offer aan Hera, de godin van het huwelijk [45](#page=45).
* **Begrafenissen:** De dood werd beschouwd als een vervuilende gebeurtenis. Vrouwen hadden de leiding over de rituelen met de hoogste mate van vervuiling, zoals het wassen van het lichaam, de prothesis (het opbaren) en de rouwklachten [46](#page=46).
* **Ekphora:** De processie naar het kerkhof (ekphora) kondigde de dood aan de gemeenschap aan en imiteerde de reis van de ziel naar het hiernamaals. Steden probeerden overmatige publieke uitingen van rouw en persoonlijke rijkdom te beperken. Vrouwelijke deelname aan de publieke rouw werd problematisch geacht, waardoor alleen nauw verwante vrouwen konden deelnemen, en traditionele klaagzangen werden aan huis gebonden [46](#page=46).
* **Aanbiedingen aan de doden:** De begrafenis of crematie voldeed aan de claims van de doden op de levenden. Op de derde en negende dag na de begrafenis werden offers gebracht aan het graf. Op de dertiende dag werd een maaltijd gehouden die de familie als eenheid herstelde. Jaarlijkse ceremonies op de verjaardag van de dood volgden. Het voltooien van de rituelen verzekerde de rust van de doden in de onderwereld, omdat ze, eenmaal ontvangen door Hades en Persephone, niet konden terugkeren [46](#page=46).
#### 4.2.5 Rituelen van bescherming
Beschermingsmiddelen zoals amuletten en spreuken waren bekend. Hermes gaf Odysseus de plant molu om Circe te weerstaan, Demeter kende een plant tegen plotselinge kindersterfte, en mensen droegen amuletten om problemen te vermijden en succes te behalen. Vrouwen droegen amuletten voor conceptie, en Atheense moeders beschermden hun baby's met amuletten in de vorm van de slang die de jonge Erechtheus had beschermd [46](#page=46).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Polis | Een Griekse stadstaat, de fundamentele politieke en sociale eenheid in de klassieke oudheid, bestaande uit een stad en het omliggende platteland. |
| Theogonie | De oorsprong en afstamming van de goden, vaak beschreven in mythologische teksten die de hiërarchie en relaties binnen het goddelijke pantheon uiteenzetten. |
| Ritueel | Een reeks handelingen die volgens een vaste volgorde worden uitgevoerd, vaak met symbolische betekenis, om een religieus, sociaal of cultureel doel te bereiken, zoals communicatie met goden of het markeren van belangrijke gebeurtenissen. |
| Libatie | Een rituele schenking van vloeistof, zoals wijn, water, honing of olie, aan een godheid of aan de doden, vaak uitgevoerd als onderdeel van een groter ritueel of gebed. |
| Miasma | Een staat van rituele onreinheid of besmetting, veroorzaakt door contact met de dood, ziekte, geboorte of seksuele activiteit, die de toegang tot heilige plaatsen of deelname aan religieuze ceremonies kan verhinderen. |
| Eusebeia | Een Griekse term die verschillende aspecten van vroomheid, respect en eerbied omvat, zowel ten opzichte van de goden als ten opzichte van de gemeenschap, de doden en de familie. |
| Hieron | Een algemene term voor een heilige plaats of heiligdom, die kan variëren van een simpele grot of bron tot een uitgebreid tempelcomplex, gewijd aan een specifieke godheid. |
| Homologie | Een term die verwijst naar het proces van het indienen van wetten of beslissingen bij de goden voor goedkeuring, waarbij de goddelijke autoriteit werd gebruikt om de geldigheid en stabiliteit van menselijke wetten te versterken. |
| Theôroi | Officiële afgevaardigden van een stadstaat die werden gestuurd naar belangrijke panhelleense heiligdommen om namens hun gemeenschap te observeren, te offeren en deel te nemen aan festivals. |
| Orakel | Een boodschap of antwoord van een godheid, meestal geleverd door een priester of medium als reactie op een specifieke vraag, vaak met een dubbelzinnige of raadselachtige betekenis die interpretatie vereist. |
| Votief | Een geschenk of dedicatie die aan een godheid wordt aangeboden als uiting van dankbaarheid voor verleende gunsten, vervulde gebeden of in vervulling van een gelofte. |
| Theôphorische namen | Namen die een godheid bevatten of ernaar verwezen, zoals Apollodoros (gift van Apollo), wat aangeeft dat de ouders de bescherming van de god inriepen. |
| Amphidromia | Een ritueel waarbij een pasgeboren baby rond het huiselijke haardvuur werd gedragen om deel te worden van het gezin, vergelijkbaar met de opname van een nieuwe slaaf of bruid. |
| Sphagia | Een specifieke vorm van offer waarbij het bloed van het dier een speciale betekenis had en de consumptie van het vlees niet was toegestaan, vaak uitgevoerd in situaties van groot gevaar, zoals voor een veldslag. |
| Holocaust | Een volledige verbranding van het offerdier, waarbij het gehele dier aan de goden werd geofferd en niets werd gegeten door de menselijke deelnemers, gereserveerd voor speciale omstandigheden. |
| Asebeia | Een term die goddeloosheid, heiligschennis of onverschilligheid ten opzichte van de goden en religieuze rituelen aanduidt, en die strafbaar kon zijn, vooral als het gepaard ging met actieve schade aan heilige zaken. |
| Xenoi | Buitenlanders of vreemdelingen, die door de Grieken vaak met argwaan werden bekeken, maar wiens behandeling ook onderworpen was aan religieuze en sociale normen. |
| Chthonische goden | Godheden die verband houden met de onderwereld, de aarde en vruchtbaarheid, zoals Hades, Persephone, Demeter en Dionysos, en die vaak werden vereerd met specifieke rituelen die los stonden van de Olympusgoden. |
| Phratriai | Manlijke verwantschapsgroepen of broederschappen die een belangrijke sociale en religieuze rol speelden in de Griekse polis, waarbij ze de mannelijke afstamming en de volwassenheid van hun leden bekrachtigden door middel van rituelen. |
| Koureion | Een ritueel offer dat door vaders werd aangeboden om hun zonen te introduceren in de phratrie, waarmee de adolescentie werd gemarkeerd en de aanvraag voor lidmaatschap werd ingediend. |
| Gamellia | Een ritueel offer dat door jonge mannelijke leden van de phratrie werd aangeboden om hun huwelijk aan te kondigen en de verbintenis te legitimeren binnen de familiekring. |
| Ephebeia | De periode van militaire training en dienst voor jonge Atheense mannen, die gepaard ging met een eed aan de goden en de stad, en die hen voorbereidde op burgerschap. |
| Nymfe | In de Griekse mythologie, vrouwelijke natuurgeesten geassocieerd met bronnen, rivieren, bergen en wouden; ook de titel die een bruid kreeg vanaf haar trouwdag tot de geboorte van haar eerste kind. |
| Eidolon | Een schim, geest of beeld van een persoon, met name van de doden, die in de onderwereld zou verblijven; voor de levenden vaak slechts een vormeloze verschijning die niet kon worden aangeraakt. |
| Mysteria | Geheime rituelen of inwijdingsceremonies, waarvan de details niet mochten worden onthuld, zoals de mysteriën van Eleusis, die een bijzondere zegen of vorm van verlossing beloofden. |
| Bakchos | Een ingewijde in de Bacchische mysteriën, die door middel van de rituelen een verhoogde staat van extase en een speciale band met de god Dionysos bereikte. |
| Themata | Theoretische concepten of categorieën die de Grieken gebruikten om de wereld en hun relatie tot de goden te begrijpen, zoals de indeling van de kosmos, de begrippen heilig en onheilig, en de aard van de goddelijke macht. |
| Kourotrofisch | Een epitheton dat wordt gebruikt voor godheden, met name vrouwelijke, die de zorg voor kinderen op zich namen en hen beschermden, zoals Artemis en Demeter. |
| Genezingsheiligdommen | Heilige plaatsen gewijd aan genezende godheden, zoals Asklepios, waar zieken en gewonden kwamen om genezing te zoeken door middel van rituelen, therapieën en incubatie (dromen in het heiligdom). |