Cover
Zacznij teraz za darmo prijsbeleid samenvatting 2.docx
Summary
# Prijsaanduiding en wettelijke vereisten
Een correcte en transparante prijsaanduiding is cruciaal voor retailers, niet alleen om het vertrouwen van de klant te winnen, maar ook omdat het wettelijk verplicht is in België en de EU, met boetes en imagoverlies als gevolg bij overtredingen.
### 1.1 Fundamenten van correcte prijsaanduiding
De basisprincipes van een correcte prijsaanduiding omvatten:
* **Transparantie:** Klanten moeten direct kunnen zien wat ze betalen, waarvoor, of er extra kosten zijn, dat de btw is inbegrepen, en de totale prijs vóór de kassa.
* **Vergelijkbaarheid:** Consumenten moeten prijzen eenvoudig kunnen vergelijken, bijvoorbeeld met eenheidsprijzen (€/kg, €/L, €/stuk, €/100ml, €/m²).
* **Eerlijkheid:** Elke prijs moet correct, echt en controleerbaar zijn, wat leidt tot vertrouwen en hogere conversie.
> **Tip:** Duidelijke en eerlijke prijzen creëren tevreden klanten en verhogen de conversie.
### 1.2 Wettelijk kader in België
In België zijn de regels voor prijsaanduiding vastgelegd in Boek VI van het Wetboek Economisch Recht. De kernregel is dat prijzen duidelijk, ondubbelzinnig en zichtbaar moeten zijn vóór aankoop. Belangrijke verplichtingen zijn:
* Prijs moet zichtbaar zijn vóór aankoop.
* Eenheidsprijs is verplicht bij voeding.
* Prijs is altijd inclusief btw, behalve in B2B-context.
* Misleiding is niet toegestaan.
* Referentieprijzen (voor kortingen) moeten echt zijn.
Deze regels zijn aangescherpt door de Europese Omnibusrichtlijn sinds 2022.
### 1.3 Europese wetgeving
De belangrijkste Europese richtlijnen met betrekking tot prijsaanduiding zijn:
* **Richtlijn 98/6/EG (Prijsaanduiding):** Stelt dat prijzen zichtbaar, duidelijk, ondubbelzinnig en vergelijkbaar moeten zijn voor de consument.
* **Richtlijn 2019/2161 (Omnibusrichtlijn):** Stelt strengere regels in voor retailers, zoals:
* Tonen van de laagste prijs van de laatste 30 dagen bij kortingen.
* Gebruik van eerlijke en geverifieerde reviews.
* Transparantie over gepersonaliseerde prijzen.
* Verbieden van nep-kortingen en misleidende praktijken op marktplaatsen.
De Omnibusrichtlijn, van kracht in alle EU-landen, beschermt consumenten tegen misleiding door eerlijke promoties, transparante e-commerce, en duidelijke regels voor online reviews en marktplaatsen te verplichten.
#### 1.3.1 Regels voor kortingen
Bij elke korting moet de winkel de **laagste prijs** tonen die het product had in de **30 dagen vóór de korting**. Dit geldt voor alle promoties, zoals percentages kortingen, 1+1 gratis, bundels, flash sales, en kortingscodes. Een niet-nageleefde regel van de laagste prijs van de laatste 30 dagen maakt de korting ongeldig.
> **Example:** Als een product normaal €100 kost en vorige week €70, mag een aanbieding als "Van €100 voor €70" niet gebruikt worden. De correcte vermelding zou de vorige prijs (€70) zijn, met de nieuwe prijs (€70), wat impliceert dat er geen echte korting is.
#### 1.3.2 Regels voor online reviews
Webshops moeten aantonen dat reviews afkomstig zijn van echte klanten (bv. via "geverifieerde aankoop") en uitleggen hoe deze worden gecontroleerd. Het verwijderen van negatieve reviews (behalve spam) en het gebruik van nep-reviews zijn verboden. Bedrijven die nep-reviews verkopen, zijn illegaal.
#### 1.3.3 Gepersonaliseerde prijzen
Als een webshop verschillende prijzen aanbiedt aan verschillende klanten op basis van hun online gedrag of locatie (dynamic pricing), moet dit expliciet vermeld worden, bijvoorbeeld: "Deze prijs is gebaseerd op jouw online gedrag of locatie." Zonder deze vermelding is het misleidend.
#### 1.3.4 Online marktplaatsen
Marktplaatsen zoals Bol.com en Amazon moeten duidelijk aangeven:
* Wie de daadwerkelijke verkoper is (bedrijf of particulier).
* Of producten gesponsord zijn.
* Hoe de ranking tot stand komt (betaald of organisch).
* Hoe de prijs wordt bepaald.
#### 1.3.5 Verboden praktijken
Onder andere de volgende praktijken zijn verboden:
* Korting op een foute referentieprijs.
* Nep-bundels (waarbij de stukprijs eerst wordt verhoogd).
* Valse schaarste ("nog 1 stuk!").
> **Tip:** Controleer altijd de actuele wettelijke richtlijnen, aangezien deze regelmatig worden bijgewerkt.
### 1.4 Veel voorkomende fouten en valkuilen
Veelvoorkomende fouten bij prijsaanduiding zijn:
* Verkeerde eenheidsprijzen (€/kg of €/L).
* Afwijkende prijslabels in de winkel en aan de kassa.
* Prijzen verhogen net voor de solden of Black Friday.
* Nep-Black-Friday-kortingen.
* "Gratis verzending" met verborgen kosten.
* Bundels die duurder zijn dan de losse stukken.
* Verkeerde btw-aanduiding online.
**Problemen en valkuilen:**
* **Nepkortingen:** Vroeger vaak gebruikt bij solden, nu verboden. Kortingen moeten echt zijn.
* **Onduidelijke communicatie:** Bijvoorbeeld "vanaf €299" terwijl die prijs slechts geldt voor één specifieke variant.
* **Verborgen kosten:** Extra kosten die pas aan het einde van het aankoopproces verschijnen, zijn niet toegestaan.
* **Taal & duidelijkheid:** Prijzen moeten in een begrijpelijke taal (bv. Nederlands, Frans of Duits in België) worden aangeboden.
> **Example (Case Study):** Zalando Lounge met dynamische prijzen die vermeld moeten worden. MediaMarkt kreeg straf voor het verhogen van prijzen vóór Black Friday. Action werd gewaarschuwd voor onduidelijke unit pricing. Bol.com werd geprezen voor "geverifieerde aankoop" reviews, terwijl Zalando hierin tekortschoot.
### 1.5 Strategieën voor correcte prijsaanduiding
Effectieve strategieën omvatten:
* **Heldere affichage:** Gebruik grote lettertypes en plaats prijzen duidelijk zichtbaar in de winkel.
* **Digitale prijslabels:** Zorgen voor automatische updates en voorkomen fouten bij prijswijzigingen.
* **Transparantie in online retail:** Vermeld de totaalprijs inclusief btw en alle extra kosten vóór de checkout.
### 1.6 Compliance-checks
Retailers voeren regelmatige controles uit om boetes te vermijden, zoals:
* Vergelijken van prijslabels met kassaprijzen.
* Controleren van de correctheid van referentieprijzen.
* Verifiëren van de juistheid van online totaalbedragen.
* Beoordelen van de transparantie van reviews.
* Checken van de juistheid van marktplaatsinformatie.
* Controleren of bundels en acties wettelijk in orde zijn.
Het doel is het voorkomen van fouten, het behouden van klantvertrouwen en het garanderen van wettelijke conformiteit.
### 1.7 Praktische en juridische aandachtspunten
#### 1.7.1 Prijsfouten
Een prijsfout leidt niet automatisch tot de verplichting de foutieve prijs te hanteren, tenzij het een bindend aanbod betreft (zeldzaam, bv. restaurantmenu). Een retailer mag weigeren als de fout manifest en absurd is (bv. een dure TV voor een zeer lage prijs). Bij online orders kan een bestelling geannuleerd worden als er nog geen contract tot stand kwam. Bij twijfel geldt het voordeel van de consument.
> **Example (Case Study):** Bol.com annuleerde een Nintendo Switch voor €2,99, wat acceptabel was. Carrefour mocht weigeren een TV voor €89 i.p.v. €899 te verkopen wegens een manifeste fout. Action moest de lagere prijs hanteren omdat de fout minder duidelijk was.
#### 1.7.2 Prijsvergelijkingen
Prijsvergelijkingen moeten waarheidsgetrouw, actueel en betrekking hebben op identieke producten. Het verbod geldt voor beweringen als "goedkoopste van het land" zonder bewijs, fictieve adviesprijzen of verouderde data.
#### 1.7.3 Bundels & multibuys
Bij bundels moet de totale prijs duidelijk zichtbaar zijn, de stukprijs correct en de eenheidsprijs ook. Een bundel die duurder is dan losse stukken, of waarbij de prijs van een enkel stuk eerst verhoogd wordt, is misleidend.
#### 1.7.4 Kernregel bij fouten
Als een prijsfout niet duidelijk is, moet de retailer de geadverteerde prijs toepassen. Bij een contractuele toezegging (bv. online orderbevestiging) of een verspreide reclamefolder met een niet-buitensporige fout, geldt ook de geadverteerde prijs. Bij twijfel geniet de consument het voordeel.
---
# Betalingsvoorwaarden en hun impact
Betalingsvoorwaarden zijn een cruciaal commercieel instrument en een integraal onderdeel van het prijsbeleid, met een significante invloed op de cashflow, risico's, klantgedrag en concurrentiepositie van een onderneming, zowel in B2C als B2B contexten.
### 7.1 De vier dimensies van betalingsvoorwaarden
Betalingsvoorwaarden kunnen worden geanalyseerd langs vier assen:
* **Moment van betalen:** Dit varieert van onmiddellijke betalingen (aan de kassa, via QR-codes, kaarten) tot betalingen na levering, specifieke B2B-termijnen (14, 30, 60, 90 dagen), achteraf betalen via Buy Now, Pay Later (BNPL), of gespreide betalingen over meerdere maanden (6-36 maanden).
* **Betaalmethode:** Dit omvat traditionele methoden zoals contant, kaart en QR-codes, maar ook digitale wallets (Apple Pay, Google Pay), creditcards, PayPal en gespecialiseerde BNPL-providers zoals Klarna en AfterPay. Automatische incasso (domiciliëring) is een andere veelvoorkomende methode.
* **Kost van betalen:** Hierbij horen mogelijke kosten zoals rente bij gespreid betalen, administratiekosten, boetes bij te late betaling, en factoringkosten.
* **Risicoverdeling:** De vraag wie het financiële risico draagt (retailer, klant, of BNPL-provider) is een essentieel aspect van de betalingsvoorwaarden.
### 7.2 B2C versus B2B: een wereld van verschil
De aanpak van betalingsvoorwaarden verschilt fundamenteel tussen B2C en B2B markten:
* **B2C (consumenten):** Consumenten kopen doorgaans kleinere bedragen en verwachten snelle, gemakkelijke betalingsmogelijkheden. Het risico voor de retailer is relatief laag, waarbij het accent ligt op een soepele transactie via apps, kaarten of BNPL.
* **B2B (bedrijven/leveranciers):** Bedrijven kopen vaak grotere volumes en betalingen vinden later plaats (30-90 dagen). Dit brengt hogere risico's met zich mee, met name voor de cashflow van de leverancier, aangezien te lange betalingstermijnen financiële problemen kunnen veroorzaken.
### 7.3 Buy Now, Pay Later (BNPL)
BNPL-diensten stellen klanten in staat om direct te kopen en later te betalen, wat een aanzienlijke impact heeft op zowel retailers als consumenten.
* **Voordelen voor de retailer:**
* Verhoogde conversie (tot 35%).
* Vermindering van verlaten winkelmandjes.
* Hogere gemiddelde bestelwaarde.
* Ideaal voor sectoren als mode, elektronica en lifestyle.
* **Nadelen voor de retailer:**
* Verhoogd frauderisico.
* Meer retouren.
* Potentiële extra kosten voor wanbetaling.
* **Voordelen voor de klant:**
* Lagere drempel om te kopen.
* Betalen pas na ontvangst van het product.
* Geen rente indien tijdig betaald.
**Psychologie achter BNPL:** BNPL is meer dan een uitstel van betaling; het speelt in op de psychologie door de "pain-of-paying" uit te stellen, psychologisch comfort te bieden en het gevoel te geven dat het geen "echt" geld is dat wordt uitgegeven. Dit stimuleert koopgedrag aanzienlijk.
### 7.4 Gespreid betalen
Gespreid betalen wordt steeds normaler, vooral voor duurdere producten. Retailers zoals MediaMarkt, Ikea en Bol.com bieden dit aan om:
* **Upselling te stimuleren:** Klanten kiezen vaker voor duurdere modellen.
* **Cashflow stabiel te houden:** Voor zowel retailer als klant.
* **Serviceperceptie te verhogen:** Klanten ervaren de retailer als klantvriendelijker.
* **Omzet te verhogen:** Door de lagere aankoopdrempel.
### 7.5 Abonnementen: de nieuwe retailnorm
De retailmarkt verschuift van eenmalige verkopen naar langetermijn klantrelaties via abonnementsmodellen.
* **Voorbeelden:** Digitale content (Netflix, Spotify), maaltijdboxen (HelloFresh), productabonnementen (Decathlon, Rituals) en kledingabonnementen (H&M Premium).
* **Voordelen voor de retailer:**
* **Recurring revenue:** Stabiele en voorspelbare inkomstenstromen.
* Minder afhankelijkheid van prijsschommelingen en promoties.
* Verhoogde klantloyaliteit en hogere lifetime value.
* Meer inzicht in koopgedrag via data.
* Lagere promotiekosten.
Abonnementen fungeren als een gecombineerde betalingsvoorwaarde en prijsstrategie, wat leidt tot stabiele cashflow, loyale klanten en minder promotiedruk.
### 7.6 30/60/90 dagen: een machtsspel in B2B
Lange betalingstermijnen in B2B worden door grote retailers gebruikt als strategisch instrument om:
* Hun eigen cashflow te beschermen.
* Leveranciers onder druk te zetten.
* Gratis financiering te verkrijgen.
Dit kan leiden tot cashflowproblemen, hogere financieringskosten (factoring) en zelfs faillissementsrisico's voor leveranciers.
### 7.7 Early Payment Discounts (EPD)
EPD's bieden een korting bij snelle betaling (bv. "2% korting bij betaling binnen 10 dagen"). Dit kan een win-winsituatie zijn, waarbij leveranciers sneller cash ontvangen en retailers profiteren van kortingen. Echter, grote retailers kunnen dit instrument misbruiken door kortingen te eisen en toch laat te betalen. Correcte uitvoering en discipline zijn essentieel.
### 7.8 Factoring en kredietverzekering in B2B
Deze financiële instrumenten helpen leveranciers om hun cashflow en risico's te beheren bij lange betalingstermijnen:
* **Factoring:** De leverancier verkoopt facturen aan een bank en ontvangt direct geld, wat het risico op wanbetaling elimineert, zij het tegen een kostprijs.
* **Kredietverzekering:** Verzekert de leverancier tegen wanbetaling door retailers.
### 7.9 Cashflow-impact van betalingstermijnen
De lengte van betalingstermijnen heeft een directe impact op de cashflow:
* **Onmiddellijke betaling:** Sterke cashflow voor de leverancier.
* **30 dagen:** Vertraagde cashflow voor zowel retailer als leverancier.
* **90 dagen:** Retailer profiteert van gratis financiering, leverancier lijdt onder vertraagde inkomsten.
Prijs bepaalt de marge, maar betalingsvoorwaarden bepalen de liquiditeit.
### 7.10 Effect op klantgedrag
Betalingsvoorwaarden beïnvloeden de aankoopbeslissingen en de algehele klantervaring:
* **Aankoopdrempel:** Flexibele betalingen verlagen deze drempel.
* **Productkeuze:** Klanten kunnen door gespreide betalingen duurdere producten kiezen.
* **Mandwaarde:** Kan stijgen door BNPL en gespreide betalingen.
* **Retourpercentage:** Kan toenemen bij flexibele betalingsopties.
* **Winkelvoorkeur:** Klanten geven de voorkeur aan flexibele retailers.
* **Merkperceptie:** Flexibele betalingen worden geassocieerd met klantvriendelijkheid.
Betalen is hierdoor een integraal onderdeel van de totale klantbeleving.
### 7.11 Fraude en risico's
Flexibele betalingsmethoden zoals BNPL verhogen het risico op diverse fraudevormen, waaronder het gebruik van gestolen creditcards, identiteitsdiefstal, chargebacks en nepaccounts. Retailers zetten steeds vaker kunstmatige intelligentie (AI) in om frauderisico's te detecteren en te mitigeren.
### 7.12 Wetgeving rond betalen
Er gelden specifieke wettelijke regels voor betalingen:
* **Algemene regels:** Geen extra kosten voor Bancontact; wel voor creditcards. Klanten mogen niet gedwongen worden tot dure betaalmethoden.
* **BNPL-wetgeving:** Vereist kredietinformatie, transparantie over rentes en kosten. Betalingsuitstel van meer dan 90 dagen valt onder consumptief krediet met strengere regels.
Transparantie en wettelijke correctheid zijn essentieel bij het aanbieden van betaalmethoden.
### 7.13 Casestudies
* **Klarna in fashion retail:** Verhoogt impulsaankopen, herhaalaankopen en conversie, vooral bij jongeren, maar brengt ook hogere retourpercentages en risico op schuldenproblematiek met zich mee.
* **Bol.com (zakenklanten):** 30-dagen betalingstermijnen zijn aantrekkelijk voor KMO's, bouwen loyaliteit op en verhogen de mandwaarde, met weinig administratieve kosten voor Bol.
* **MediaMarkt (gespreid betalen):** Succesvol door het verlagen van de aankoopdrempel voor dure elektronica, wat leidt tot upsells en extra inkomsten uit rente, en een makkelijkere aankoopervaring.
### 7.14 Checklist voor goede betalingsvoorwaarden
Een optimale betalingsvoorwaarde kenmerkt zich door:
* **Transparantie:** Exacte kosten zijn duidelijk.
* **Eenvoud:** Gemakkelijk te begrijpen en te gebruiken.
* **Flexibiliteit:** Afgestemd op diverse klantbehoeften.
* **Veiligheid:** Beperkt risico op fraude en wanbetaling.
* **Commerciële slimheid:** Stimuleert omzet en loyaliteit.
* **Financiële haalbaarheid:** Gezond voor cashflow en marge.
* **Juridische correctheid:** Voldoet aan de wet.
* **Psychologische aantrekkelijkheid:** Verlaagt de aankoopdrempel.
* **Merkconsistentie:** Versterkt de merkperceptie.
* **Conversieverhogend:** Klanten kopen sneller en vaker.
---
# Integratie van prijsbeleid en strategische cases
Dit hoofdstuk illustreert hoe prijsbeleid onlosmakelijk verbonden is met andere marketinginstrumenten en hoe dit in de praktijk werkt aan de hand van concrete retailcases.
### 8.1 Prijsbeleid in samenhang met andere P's
Prijsbeleid werkt nooit geïsoleerd, maar is nauw verweven met de andere marketingmixinstrumenten: Product, Plaats (Distributie) en Promotie.
#### 8.1.1 Product
De prijs van een product weerspiegelt de waargenomen kwaliteit en de merkpositionering.
* **Premiumproducten** rechtvaardigen een hogere prijs.
* Een **basisassortiment** kent doorgaans een lagere prijs.
#### 8.1.2 Plaats (distributie)
De distributiekanalen beïnvloeden prijsperceptie en mogelijkheden:
* **Online** kanalen kenmerken zich door hoge prijs transparantie, wat prijsvergelijking vergemakkelijkt.
* **Fysieke winkels** kunnen hogere prijzen hanteren indien ze additionele service en een betere winkelbeleving bieden.
#### 8.1.3 Promotie
Promoties en kortingen versterken of beïnvloeden prijssignalen:
* **Promoties en kortingen** kunnen het prijsimago van een retailer versterken.
* **Reclame en storytelling** kunnen helpen om hogere prijzen te legitimeren en de merkperceptie te sturen.
#### 8.1.4 Prijsimago-matrix
Het prijsniveau van een retailer is niet altijd gelijk aan het prijsimago dat de consument ervan heeft.
* **Aldi:** heeft een laag prijsniveau en een corresponderend laag prijsimago.
* **Delhaize:** kent een hoger prijsniveau met een gemiddeld prijsimago.
* **Colruyt:** opereert met een laag prijsniveau en een extreem sterk prijsimago van "altijd de laagste prijs".
* **Albert Heijn:** heeft een hoger prijsniveau maar bouwt een sterk actie-imago op door frequente promoties.
Prijs is dus niet louter een getal, maar sterk verbonden met de merkperceptie van de consument.
### 8.2 Retailcases: Toepassing van Prijsbeleid
#### 8.2.1 Case 1: Colruyt vs. Lidl vs. Albert Heijn
* **Colruyt:** Hanteert een `everyday low pricing` strategie, gericht op het structureel bieden van de laagste prijs. Dit leidt tot hoge klantentrouw en een sterk prijsimago, maar zet de marges onder druk en legt minder nadruk op de winkelbeleving.
* **Lidl:** Evolueert van een pure discounter naar een winkel met een verbeterd kwaliteitsimago, met scherpe prijzen gecombineerd met betere kwaliteit (bv. verse en bio producten). De keuze is beperkter, en de premiumpositionering is minder sterk.
* **Albert Heijn:** Zet sterk in op promoties en focust op een aantrekkelijke winkelbeleving en service. Dit trekt klanten aan en stimuleert innovatie, maar leidt tot hogere basisprijzen en een grotere afhankelijkheid van kortingsacties.
**Samenvatting vergelijking:**
* Colruyt: Structureel laag.
* Lidl: Goedkoop met kwaliteitsverbetering.
* Albert Heijn: Hoger prijsniveau met veel acties.
#### 8.2.2 Case 2: Action vs. HEMA
* **Action:** Volgt een extreme low-cost strategie. Lage prijzen worden gerealiseerd door grootschalige bulkinkopen en minimale marketinguitgaven. Hierdoor is er vrijwel geen nood aan kortingen; de prijs wordt doorlopend als laag gepercipieerd.
* **HEMA:** Positioneert zich met prijzen die lager zijn dan premiumspelers, maar hoger dan discounters zoals Action. HEMA maakt gebruik van promoties en seizoensacties, en legt een focus op merkbeleving en kwaliteit.
**Belangrijk:** De prijsstrategie van een retailer is sterk verbonden met de merkidentiteit die hij wil uitstralen.
#### 8.2.3 Case 3: Online retail: Bol.com vs. Zalando
* **Bol.com:** Maakt gebruik van `dynamic pricing`, waarbij prijzen continu worden aangepast aan concurrentie en marktomstandigheden. Er is een sterke focus op transparante communicatie over kosten en levering, en de positionering is gericht op een breed assortiment tegen competitieve prijzen.
* **Zalando:** Hanteert een strategie met veel promoties en kortingen, waaronder flash sales en speciale aanbiedingen zoals de `Zalando Lounge`. Klanten raken hierdoor gewend aan lagere prijzen. Hoewel Zalando een sterke merkbekendheid geniet, bestaat het risico op `korting-inflatie` waarbij klanten enkel nog kopen tijdens acties.
**Conclusie:** Prijsbeleid moet altijd passen bij de algehele strategie, de merkperceptie die men wil creëren en de verwachtingen van de klant.
> **Tip:** Bij de analyse van prijsbeleid is het cruciaal om niet alleen naar de prijs op het etiket te kijken, maar ook naar de perceptie die deze prijs bij de consument oproept in relatie tot het merk en de concurrentie.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Prijsaanduiding | Het proces waarbij de prijs van een product of dienst duidelijk en zichtbaar wordt gecommuniceerd aan de consument, inclusief alle relevante informatie zoals BTW en eenheidsprijs. |
| Wetboek Economisch Recht | De Belgische wetgeving die de regels voor marktpraktijken en consumentenbescherming vastlegt, inclusief specifieke bepalingen over prijscommunicatie. |
| Eenheidsprijs | De prijs per standaardmaateenheid, zoals per kilogram (€/kg), per liter (€/L) of per 100 milliliter (€/100ml), verplicht bij bepaalde producten om de vergelijkbaarheid te vergroten. |
| Omnibusrichtlijn | Een Europese richtlijn die sinds 2022 strengere regels oplegt aan retailers met betrekking tot promoties, online verkopen, reviews en gepersonaliseerde prijzen om consumenten beter te beschermen tegen misleiding. |
| Laagste prijs laatste 30 dagen | De laagste prijs die een product had gedurende de 30 dagen voorafgaand aan een kortingsactie, verplicht te tonen bij promoties volgens de Omnibusrichtlijn om nepkortingen te voorkomen. |
| Gepersonaliseerde prijzen (dynamic pricing) | Een strategie waarbij prijzen dynamisch worden aangepast op basis van factoren zoals het online gedrag van de klant, locatie of tijd, wat transparant gecommuniceerd moet worden. |
| Factoring (B2B) | Een financiële dienst waarbij een leverancier zijn facturen verkoopt aan een factoringbedrijf om direct contant geld te ontvangen, wat het risico op wanbetaling vermindert en de cashflow verbetert. |
| Buy Now, Pay Later (BNPL) | Een betaalmethode waarbij consumenten een aankoop direct kunnen doen en het bedrag later, vaak in termijnen, terugbetalen. Dit kan de conversie verhogen maar brengt ook risico’s met zich mee. |
| Lifetime value | De totale verwachte winst die een retailer kan genereren uit een enkele klant gedurende de gehele relatie met die klant. Abonnementen kunnen de lifetime value significant verhogen. |
| Prijsimago | De perceptie die consumenten hebben van het prijsniveau en de prijsstrategie van een merk of winkel, wat verschilt van het daadwerkelijke prijsniveau. |
| Upsell | Een verkooptechniek waarbij een klant wordt aangemoedigd om een duurder product, een hogere versie van een product, of een aanvullend product te kopen dan oorspronkelijk gepland. |
| Shrinkflation | Een strategie waarbij de hoeveelheid of grootte van een product wordt verminderd zonder dat de prijs wordt aangepast, wat leidt tot een hogere prijs per eenheid voor de consument. |
| Cashflow | De stroom van geld die in en uit een bedrijf vloeit over een bepaalde periode. Betalingsvoorwaarden hebben een directe impact op de cashflow van zowel retailers als hun leveranciers. |
| Betrouwbare partner (trustworthy partner) | Een bedrijf dat bekend staat om zijn integriteit, transparantie en eerlijkheid in zijn zakelijke relaties, wat essentieel is voor langdurige samenwerkingen, met name in B2B-context. |
| Marketingmix (de 4 P’s) | De vier basiselementen van marketing: Product, Prijs, Plaats (distributie) en Promotie. Prijsbeleid is nauw verweven met en beïnvloed door de andere elementen van de marketingmix. |