Cover
Start nu gratis smv.docx
Summary
# Basisbegrippen van erfrecht en erfbekwaamheid
Dit document behandelt de basisprincipes van het erfrecht, waaronder de definities van nalatenschap en de verschillende categorieën van erfgenamen, evenals de fundamentele voorwaarden voor erfbekwaamheid.
## 1. Basisbegrippen van erfrecht
Het erfrecht regelt de overgang van een vermogen na het overlijden van een persoon.
### 1.1 Nalatenschap en betrokkenen
* **Nalatenschap (erfenis):** Het vermogen dat nagelaten is door de overledene en door erfgenamen wordt verkregen.
* **Decuius:** De overledene.
* **Erfgerechtigden:** Personen die krachtens het erfrecht geroepen zijn om de nalatenschap te verkrijgen.
* **Erfgenamen (rechtsopvolgers):** Personen die de nalatenschap daadwerkelijk aanvaarden en daardoor rechtsopvolgers worden.
### 1.2 Soorten erfgerechtigden
Er zijn drie hoofdtypen erfgerechtigden:
* **Wettelijke erfgenamen:** Aangeduid door de wetgever (bv. afstammelingen, ouders, broers/zussen). Deze wettelijke bepalingen kunnen bij testament worden gewijzigd, met inachtneming van de beschermde erfgenamen.
* **Testamentaire erfgenamen:** Aangeduid door de erflater in een testament. De erflater kan deze erfgenamen vrij aanduiden, maar moet rekening houden met de reservataire erfgenamen.
* **Contractuele erfgenamen:** Aangeduid door de erflater via een contract, zoals een huwelijkscontract. Dit is slechts uitzonderlijk mogelijk.
### 1.3 Aanvaarding van de nalatenschap
Een erfgerechtigde moet de nalatenschap aanvaarden om erfgenaam te worden. Er zijn drie mogelijke scenario's:
* **Zuivere aanvaarding:** Het privévermogen van de erfgenaam kan worden aangesproken voor de schulden van de nalatenschap.
* **Aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving:** Het privévermogen van de erfgenaam wordt gescheiden gehouden van de nalatenschap. De erfgenaam is enkel gehouden tot betaling van de schulden binnen de grenzen van de ontvangen nalatenschap. Dit is aangewezen indien er vermoed wordt dat de nalatenschap schulden bevat.
* **Verwerping:** De erfgerechtigde wenst de nalatenschap niet te verkrijgen, bijvoorbeeld indien er uitsluitend schulden zijn.
## 2. Erfbekwaamheid
Om erfgenaam te kunnen zijn, moet een persoon aan bepaalde voorwaarden voldoen.
### 2.1 Bestaansvoorwaarden
* **Bestaan op het ogenblik van openvallen van de nalatenschap:** Een persoon moet bestaan op het moment dat de nalatenschap openvalt (het overlijden van de erflater). Enkel bestaande personen kunnen erfgenaam zijn.
* Een kind dat nog niet verwekt is op het moment van openvallen van de nalatenschap, is niet erfbekwaam.
* Een kind dat niet levend en levensvatbaar geboren wordt, is niet erfbekwaam.
### 2.2 Overlevingsvoorwaarden
* **In leven zijn op het ogenblik van openvallen van de nalatenschap:** De erfgerechtigde moet in leven zijn op het ogenblik van overlijden van de erflater.
* Indien een erfgerechtigde kort na de erflater overlijdt, gaat zijn erfrechtelijke roeping over op zijn eigen erfgenamen.
* **Snel opvolgende overlijdens:** Bij gelijktijdige of snel opvolgende overlijdens, zoals bij een ongeval, is de volgorde van overlijden cruciaal voor de verdeling van de nalatenschap. Indien de volgorde niet kan worden vastgesteld, geldt de *leer van de commoriëntes*, waarbij de betrokkenen geacht worden gelijktijdig te zijn overleden en niet van elkaar erven.
### 2.3 Uitsluiting en verval van erfrecht
* **Uitsluiting en verval:** Een erfgerechtigde kan zijn wettelijke aanspraken verliezen. Dit kan het gevolg zijn van de ontzetting uit het ouderlijk gezag.
* **Onwaardigheid om te erven:** Dit is een civiele straf die volgt op ernstig onbetamelijk gedrag tegenover de erflater. De gronden hiervoor zijn vastgelegd in de wet en omvatten onder andere feiten die geleid hebben tot de dood van de erflater of pogingen daartoe, evenals feiten die een ernstige inbreuk betekenen op de fysieke integriteit van de erflater.
* De onwaardige wordt geacht nooit enig recht in de nalatenschap te hebben gehad.
* De kinderen van de onwaardige erfgenaam komen in zijn plaats (plaatsvervulling).
### 2.4 Openvallen van de nalatenschap
* **Ogenblik van overlijden:** De nalatenschap valt open op het ogenblik van het overlijden van de titularis van het vermogen. Dit moet bewezen worden door een overlijdensakte of een gerechtelijk vonnis.
* **Plaats van openvallen:** De nalatenschap valt open op de woonplaats van de erflater op het tijdstip van zijn overlijden. Dit bepaalt de bevoegde rechtbank en de toepasselijke erfbelastingtarieven.
* **Afwezige en vermiste personen:** In uitzonderlijke gevallen kan de nalatenschap openvallen zonder dat het overlijden is vastgesteld, bijvoorbeeld bij een verklaarde afwezigheid.
## 3. De devolutie van de nalatenschap
Devolutie, of toewijzing, is de manier waarop de nalatenschap wordt verdeeld. Dit kan gebeuren volgens de wet (intestaat), via een testament (testamentaire devolutie) of via een huwelijkscontract (contractuele devolutie).
## 4. Gevolgen van het openvallen van de nalatenschap
Het openvallen van de nalatenschap heeft diverse juridische gevolgen:
* De nalatenschap gaat van rechtswege over op de erfgerechtigden op de datum van openvallen.
* Bepaald wordt welke goederen en schulden tot het vermogen van de erflater behoren.
* De roeping en bekwaamheid van de erfgerechtigden worden beoordeeld.
* Termijnen voor aanvaarding van de nalatenschap en de aangifte van nalatenschap beginnen te lopen.
* De waarde van geschonken en gelegateerde goederen wordt vastgesteld voor de berekening van de nalatenschap.
## 5. Wettelijke devolutie: de ordes van erfopvolging
Indien er geen testament is, worden de erfgenamen bepaald door de wet in vier ordes:
1. **Eerste orde:** Afstammelingen (kinderen, kleinkinderen, etc.).
2. **Tweede orde:** Bevoorrechte zijverwanten (broers en zussen, en hun afstammelingen), samen met de ouders indien deze nog leven.
3. **Derde orde:** Ascendenten (ouders, grootouders, etc.), indien er geen afstammelingen of bevoorrechte zijverwanten zijn.
4. **Vierde orde:** Gewone zijverwanten (nonkels, tantes, etc.), indien er geen erfgenamen uit de voorgaande ordes zijn.
De langstlevende echtgenoot (LLE) of de langstlevende wettelijk samenwonende partner (LLP) kunnen samen met afstammelingen, of in andere ordes onder specifieke voorwaarden, tot de nalatenschap geroepen worden.
## 6. Lijnen, graden en plaatsvervulling
* **Lijnen:** De rechte lijn (afstamming van ouder op kind) en de zijlijn (afstamming van een gemeenschappelijke stamouder).
* **Graden:** Het aantal generaties tussen personen. De graad bepaalt wie dichter bij de erflater staat en dus in principe voorrang heeft.
* **Plaatsvervulling:** Een erfgerechtigde in een verdere graad kan de plaats innemen van een erfgerechtigde in een dichtere graad die is vooroverleden, verwerpt, onwaardig is, of gelijktijdig met de erflater is overleden. Dit corrigeert de regel van rangorde en zorgt voor gelijkheid tussen familietakken. Plaatsvervulling is in de rechte neerdalende lijn mogelijk tot in het oneindige.
## 7. De langstlevende echtgenoot (LLE)
De LLE is een wettelijke erfgenaam die bepaalde rechten geniet, afhankelijk van de samenloop met andere erfgenamen:
* **Samenloop met afstammelingen:** De LLE erft het vruchtgebruik op de gehele nalatenschap. De kinderen erven de blote eigendom.
* **Samenloop met nauwe zijverwanten (en/of ouders):** De LLE erft de volle eigendom op haar deel van het gemeenschappelijk vermogen en de goederen die exclusief tussen de echtgenoten in onverdeeldheid waren. Op de overige eigen goederen van de erflater erft de LLE het vruchtgebruik.
* **Indien er geen afstammelingen, nauwe zijverwanten of ascendenten zijn:** De LLE erft de volle eigendom van de gehele nalatenschap.
## 8. De langstlevende wettelijk samenwonende partner (LLP)
De LLP geniet een beperkter wettelijk erfrecht:
* De LLP verkrijgt het recht om in de gezinswoning te blijven en het huisraad te gebruiken (vruchtgebruik op de gezinswoning en huisraad). Dit recht geldt met uitsluiting van alle andere erfgenamen met betrekking tot deze specifieke goederen.
* De LLP moet wettelijk samenwonend zijn tot op de dag van het overlijden en mag geen afstammeling van de erflater zijn.
## 9. De staat als erfopvolger
De staat kan erfgenaam zijn in geval van een erfloze, heerloze of onbeërfde nalatenschap, wanneer niemand zich aanmeldt om de nalatenschap te aanvaarden. De staat moet hiervoor een specifieke procedure volgen en betaalt geen successierechten.
## 10. Verkrijging van de nalatenschap: de erfkeuze
De erfgerechtigde heeft een keuzerecht: zuiver aanvaarden, aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving, of verwerpen.
* **Verjaring:** Het recht om de nalatenschap te aanvaarden verjaart na 30 jaar.
* **Daden van behoud en beheer:** Totdat de keuze is gemaakt, kunnen erfgerechtigden daden van behoud, toezicht of voorlopig beheer stellen.
* **Formele vereisten:** Verwerping en aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving vereisen een formele verklaring bij de notaris. Zuivere aanvaarding kan uitdrukkelijk of stilzwijgend gebeuren.
## 11. Verrekening en verdeling van de nalatenschap
* **Vereffening en verdeling:** Indien er meerdere erfgenamen zijn, wordt de nalatenschap vereffend (schulden betaald) en vervolgens verdeeld. Het doel is een verdeling in natura, waarbij elke erfgenaam zijn gelijke deel ontvangt.
* **Inbreng van giften:** Schenkingen die de erflater tijdens zijn leven heeft gedaan, moeten in principe worden ingebracht door de afstammelingen om de gelijkheid tussen de kavels te bewaren. De inbreng gebeurt in waarde.
* **Heling:** Misdragingen van een erfgenaam om zich onrechtmatig te bevoordelen in de nalatenschap, leiden tot sancties.
Dit overzicht vormt een gedetailleerde basis voor de studie van de fundamentele concepten van erfrecht en erfbekwaamheid.
---
# Openvallen en devolutie van de nalatenschap
Hieronder volgt een gedetailleerde samenvatting over het openvallen en de devolutie van de nalatenschap, opgesteld conform de gevraagde richtlijnen.
## 2. Openvallen en devolutie van de nalatenschap
Dit hoofdstuk behandelt de momenten waarop een nalatenschap openvalt, de procedures bij afwezigheid of vermissing van een persoon, en de verschillende manieren waarop de nalatenschap wordt toegewezen.
### 2.1 Openvallen van de nalatenschap
De nalatenschap valt open op het ogenblik waarop de titularis van het vermogen overlijdt. Dit overlijden moet bewezen worden door middel van een overlijdensakte opgemaakt door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats waar de persoon is overleden, of door een vonnis dat het overlijden gerechtelijk vaststelt.
#### 2.1.1 Bewijs van overlijden
* **Overlijdensakte:** Vereist informatie over het tijdstip, de naam, geboorteplaats en geboortedatum van de overledene. De aangifte moet gebeuren bij de ambtenaar van burgerlijke stand.
* **Gerechtelijk vonnis:** Dit is nodig wanneer het overlijden niet kan worden bewezen via een overlijdensakte, zoals in geval van vermissing of wanneer het stoffelijk overschot niet wordt gevonden (bv. na een ongeval waarbij het lichaam verdwijnt). De procedure omvat getuigenverklaringen.
#### 2.1.2 Uitzonderlijke situaties
* **Afwezigheid:** Bij verdwijning van een persoon kan een gerechtelijke procedure worden opgestart om deze afwezig te laten verklaren. Het vonnis geldt dan als een akte van burgerlijke stand en kan de nalatenschap doen openvallen vanaf de datum van opmaak van de akte van afwezigheid. Erfgenamen kunnen na een bepaalde periode het nalatenschap laten openvallen, met de mogelijkheid voor de afwezige om het later terug te vorderen indien hij/zij opduikt.
* **Vermissing zonder stoffelijk overschot:** Dit vereist eveneens een gerechtelijke procedure gebaseerd op getuigenverklaringen om het overlijden vast te stellen en de nalatenschap te laten openvallen.
#### 2.1.3 Plaats van openvallen van de nalatenschap
De plaats waar de nalatenschap openvalt is de woonplaats van de erflater op het tijdstip van zijn overlijden, ongeacht waar het overlijden feitelijk plaatsvond. Deze plaats is bepalend voor de territoriale bevoegdheid van de rechtbank en voor de toepassing van de erfbelastingtarieven per gewest.
### 2.2 Devolutie (toewijzing) van de nalatenschap
Devolutie, ook wel toewijzing genoemd, is de manier waarop de nalatenschap wordt verdeeld onder de erfgerechtigden. Dit kan gebeuren volgens de wet (intestaat), via een testament (testamentaire devolutie) of via een contract (contractuele devolutie).
* **Wettelijke devolutie (intestaat):** Geldt wanneer de erflater geen testament heeft opgemaakt of indien het testament geen uitwerking heeft. De wet bepaalt wie de erfgenamen zijn.
* **Testamentaire devolutie:** De erflater duidt in een testament erfgenamen aan. Deze erfgenamen moeten rekening houden met reservataire erfgenamen die hun minimumerfdeel moeten krijgen.
* **Contractuele devolutie:** Hierbij wordt een erfgerechtigde via een contract, zoals een huwelijkscontract, aangeduid. Dit is uitzonderlijk.
### 2.3 Gevolgen van het openvallen van de nalatenschap
Vanaf het ogenblik dat de nalatenschap openvalt, gaan de goederen en schulden van rechtswege over op de erfgerechtigden. Dit moment is cruciaal voor:
* Het bepalen van de goederen en schulden die tot het vermogen van de erflater behoren.
* Het beoordelen van de roeping en bekwaamheid van de erfgerechtigden.
* Het bepalen van het onroerend goed dat diende als gemeenschappelijke verblijfplaats.
* Het beginnen van de termijnen voor aanvaarding van de nalatenschap en het indienen van de aangifte.
* Het bepalen van de waarde van gelegateerde en geschonken goederen die ingebracht moeten worden.
* Het bepalen van de eindcijfers van de index voor waardebepalingen.
* Het lopen van rente op de waarde van geschonken goederen.
### 2.4 Erfbekwaamheid en erfwaardigheid
Om te kunnen erven, moet een persoon aan verschillende voorwaarden voldoen:
* **Bestaan:** Men moet bestaan op het moment dat de nalatenschap openvalt. Enkel bestaande personen (natuurlijke personen) kunnen erfgenaam zijn. Een reeds verwekt kind dat levensvatbaar geboren wordt na het openvallen van de nalatenschap, telt wel mee. Een kind dat niet levensvatbaar geboren wordt, telt niet.
* **Erfwaardigheid:** Men mag niet onwaardig zijn verklaard om te erven. Onwaardigheid kan voortvloeien uit ernstige feiten tegenover de erflater of diens familie (zie verder).
* **Niet uitgesloten of vervallen verklaard:** Bepaalde situemen, zoals ontzetting uit het ouderlijk gezag, kunnen leiden tot uitsluiting of verval van erfrecht.
#### 2.4.1 Bestaansvoorwaarden
Het juridisch bestaan begint bij de geboorte. Voor testamentaire devolutie is het ook mogelijk dat een reeds verwekt kind, dat na het openvallen van de nalatenschap levensvatbaar geboren wordt, tot de nalatenschap geroepen kan worden.
#### 2.4.2 Overlevingsvoorwaarden
De erfgerechtigde moet in leven zijn op het ogenblik van het overlijden van de erflater. Zelfs een zeer kortstondig overleven volstaat.
* **Snel opvolgende overlijdens:** Indien vader en zoon tegelijkertijd in een ongeluk omkomen, is de volgorde van overlijden cruciaal voor de verdeling van de nalatenschap.
* **Gelijktijdig overlijden (commoriëntes):** Indien het onmogelijk is te bewijzen wie het eerst overleden is, worden de betrokkenen geacht gelijktijdig te zijn overleden en erven ze niet van elkaar. Hun nalatenschap gaat dan naar hun eigen erfgenamen.
#### 2.4.3 Uitsluiting en verval van erfrecht
Dit kan het gevolg zijn van de ontzetting uit het ouderlijk gezag. Ouders die volledig uit het ouderlijk gezag zijn ontzet, zijn van rechtswege uitgesloten van het recht om de nalatenschap van hun kind te verkrijgen. Een rechter kan hierover beslissen.
#### 2.4.4 Onwaardigheid om te erven
Onwaardigheid ontstaat door op onbetamelijke wijze gedrag tegenover de erflater. Dit leidt tot uitsluiting van de nalatenschap en kan worden opgelegd door een vonnis. Zelfs een testamentaire vergiffenis kan de onwaardigheid ongedaan maken.
* **Gronden voor onwaardigheid:**
* Feiten plegen die geleid hebben tot de dood van de erflater, of een poging daartoe.
* Feiten plegen die een ernstige inbreuk betekenen op de fysieke integriteit van de erflater zonder de dood tot gevolg.
* **Gevolgen van onwaardigheid:** Uitsluiting van de nalatenschap (ook van de reserve). De kinderen van de onwaardige erfgenaam komen in zijn plaats (plaatsvervulling).
### 2.5 Aanvaarding van de nalatenschap
Elke erfgerechtigde heeft een keuzerecht met betrekking tot de nalatenschap:
* **Zuiver aanvaarden:** Het privévermogen kan ook worden aangesproken voor schulden van de nalatenschap.
* **Aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving:** Het privévermogen blijft volledig gescheiden van de nalatenschap, waardoor het privévermogen niet kan worden aangesproken voor schulden van de erflater boven de waarde van de geërfde goederen.
* **Verwerpen:** De erfgerechtigde ontvangt niets en is niet gehouden tot de schulden.
#### 2.5.1 Keuzerecht en termijnen
Erfgerechtigden hebben 30 jaar de tijd om een keuze te maken. Anderen die mee gerechtigd zijn, kunnen de twijfelaar dagvaarden om een standpunt in te nemen. Gedurende de periode van onzekerheid kunnen er enkel daden van behoud, toezicht of voorlopig beheer gesteld worden. De LLE en LLP hebben het recht om tot 5.000 euro op te nemen van gemeenschappelijke of onverdeelde zicht- of spaarrekeningen, welk bedrag als een verrekenbaar voorschot wordt beschouwd.
### 2.6 De rol van de langstlevende echtgenoot (LLE) en langstlevende wettelijk samenwonende partner (LLP)
* **LLE:** Is een wettelijke erfgenaam op grond van de huwelijksband. Afhankelijk van de samenloop met andere erfgenamen en het huwelijksstelsel, erft de LLE vruchtgebruik op de gehele nalatenschap, of volle eigendom op het deel van de erflater in het gemeenschappelijk vermogen (bij gemeenschapsstelsels) of in onverdeeldheden (bij scheidingsstelsels). Er is een speciale regel (Assepoesterregel) voor samenloop met stiefkinderen, die de LLE recht geeft op een deel in volle eigendom dat overeenkomt met de waarde van haar vruchtgebruik.
* **LLP:** Heeft een beperkter erfrecht, beperkt tot het vruchtgebruik van de gezinswoning en het huisraad. Ook hier geldt de Assepoesterregel.
### 2.7 De staat als erfopvolger
Wanneer niemand zich aanmeldt om de nalatenschap te aanvaarden (erfloze, heerloze of onbeërfde nalatenschap), kan de staat de nalatenschap verkrijgen na een specifieke procedure. De staat betaalt geen successierechten en moet een curator aanstellen indien deze procedure niet gevolgd wordt.
### 2.8 Plaatsvervulling
Plaatsvervulling laat een erfgerechtigde in een verdere graad toe om de plaats in te nemen van een erfgerechtigde die in een dichtere graad ten aanzien van de erflater staat (bv. bij vooroverlijden, onwaardigheid, verwerping). Dit is mogelijk in de rechte neerdalende lijn tot in het oneindige en in de zijlijn ten voordele van afstammelingen van broers/zussen en ooms/tantes. Het is niet mogelijk in de rechte opgaande lijn.
### 2.9 Kloving
Bij afwezigheid van afstammelingen, nauwe zijverwanten en ascendenten, wordt de nalatenschap gesplitst tussen de verwanten van de vaderlijke en moederlijke lijn. Dit gebeurt indien er geen LLE is. Indien er wel een LLE is, vindt er geen kloving plaats.
### 2.10 Wettelijke terugkeer
Dit is een bijzondere vorm van erfrecht waarbij goederen die de erflater van een ascendent had verkregen, terugkeren naar die ascendent (of diens familie) indien de begiftigde kinderloos overlijdt en de goederen nog aanwezig zijn in de nalatenschap.
### 2.11 Vereffening en verdeling van de nalatenschap
Dit omvat de stappen om de nalatenschap af te handelen wanneer er meerdere erfgenamen zijn. Het doel is een verdeling in natura, waarbij elke erfgenaam zijn deel krijgt. Problemen kunnen ontstaan door de aanwezigheid van vruchtgebruik, wat kan leiden tot omzetting van het vruchtgebruik.
#### 2.11.1 Omzetting van vruchtgebruik
Vruchtgebruik kan worden omgezet in volle eigendom door middel van verkoop aan een derde, afkoop door de blote eigenaar, afkoop door de vruchtgebruiker, of omzetting in een lijfrente of een onverdeeld aandeel. Dit kan minnelijk of gerechtelijk gebeuren.
#### 2.11.2 Beperkingen en uitzonderingen
* **Samenloop LLE met stiefkinderen:** De LLE heeft een vetorecht tegen gerechtelijke omzetting van haar vruchtgebruik op de gezinswoning en huisraad.
* **Samenloop met anomaal erfgenaam:** Enkel de anomaal erfgenaam kan gerechtelijke omzetting vragen.
* **Testamentaire afwijkingen:** De erflater kan bij testament bepaalde omzettingsrechten beperken of ontnemen, met uitzondering van het vruchtgebruik op de gezinswoning en huisraad voor de LLE en LLP.
#### 2.11.3 Verdeling en inkorting
De verdeling streeft naar gelijkheid tussen de erfgenamen. Indien deze gelijkheid niet bereikt wordt, kan inkorting plaatsvinden (in waarde of in natura) om de reserve van de reservataire erfgenamen te beschermen.
* **Heling:** Handelingen ter kwader trouw door een erfgenaam om een onrechtmatig voordeel te behalen, leiden tot sancties zoals zuivere aanvaarding en verlies van recht op de gestolen zaak.
* **Inbreng van giften en legaten:** Schenkingen en legaten die een erfgenaam (of legataris) heeft ontvangen, moeten in principe worden ingebracht in de nalatenschap om de gelijkheid tussen de erfgenamen te waarborgen. Dit geldt voornamelijk voor afstammelingen.
#### 2.11.4 De reserve
De reserve is een wettelijk voorbehouden deel van de nalatenschap ten gunste van bepaalde personen (afstammelingen en LLE), dat de erflater niet vrij kan wegschenken. Dit deel is beschermd tegen giften en legaten die de reserve aantasten. De berekening van de reserve gebeurt op basis van de fictieve massa (netto-boedel + geschonken goederen).
* **Inkorting:** Indien giften of legaten de reserve aantasten, kan de reservataire erfgenaam inkorting vorderen om zijn/haar reserve te verkrijgen. Dit kan gebeuren in waarde of in natura.
**Tip:** Bij de studie van dit hoofdstuk is het cruciaal om de verschillende soorten devolutie (wettelijk, testamentair, contractueel) en de cumulatieve voorwaarden voor erfbekwaamheid te beheersen. De specifieke regels rond plaatsvervulling en kloving zijn tevens van groot belang voor de verdeling van de nalatenschap. Vergeet niet de bijzondere positie van de LLE en LLP te analyseren, evenals de concepten van de reserve en de beschikbare portie.
---
# Uitsluiting, verval en onwaardigheid om te erven
Dit gedeelte behandelt de omstandigheden waarin iemand zijn erfrechtelijke aanspraken kan verliezen, zoals door onwaardigheid, verval van erfrecht, of ontzetting uit het ouderlijk gezag.
### 3.1 Uitsluiting en verval van erfrecht
Door uitsluiting of verval verliest een erfgerechtigde zijn wettelijke aanspraken in de opengevallen nalatenschap.
#### 3.1.1 Ontzetting uit het ouderlijk gezag
* Ouders die volledig uit het ouderlijk gezag zijn ontzet, zijn van rechtswege uitgesloten van het recht om de nalatenschap van dat kind geheel of ten dele te verkrijgen.
* Bij gedeeltelijke ontzetting bepaalt de rechter of het erfrecht wordt ontnomen.
* Ouders kunnen hun erfrecht verliezen in de nalatenschap van de andere ouder met wie zij getrouwd waren of wettelijk samenwoonden, omdat zij uit het ouderlijk gezag over hun gemeenschappelijke kinderen zijn ontzet. De rechter beslist hierover op vraag van de afstammelingen. De ouder erft dan niet in de nalatenschap van zijn kind. Op vraag van de afstammelingen kan de ouder eveneens ontzet worden uit de erfrechten ten aanzien van de andere ouder of de wettelijk samenwonende partner.
### 3.2 Onwaardigheid om te erven
Onwaardigheid ontstaat wanneer iemand zich op een onbetamelijke wijze tegenover de persoon van de erflater heeft gedragen. Deze onwaardigheid leidt tot uitsluiting van de nalatenschap.
* **Vereiste:** Een vonnis van de burgerlijke rechtbank is noodzakelijk om onwaardigheid vast te stellen. Dit vonnis is echter niet sluitend; de erflater kan de onwaardigheid ongedaan maken via testamentaire vergiffenis.
* **Civiele straf:** Onwaardigheid is een civiele straf die kan gelden, los van een strafrechtelijke veroordeling.
#### 3.2.1 Gronden voor onwaardigheid
Er zijn drie gronden die leiden tot de onwaardigheid om te erven:
1. **Feiten die geleid hebben tot de dood van de erflater of een poging daartoe:** De dader, mededader of medeplichtige moet strafrechtelijk schuldig bevonden zijn, zelfs indien er geen straf (veroordeling) werd uitgesproken. Dit geldt ook indien de dader reeds is overleden.
2. **Feiten die een ernstige inbreuk betekenen op de fysieke integriteit van de erflater zonder de dood tot gevolg:** Het slachtoffer kan eventueel testamentaire vergiffenis schenken en zo de onwaardigheid ongedaan maken.
#### 3.2.2 Hoofdgevolgen van onwaardigheid
* **Uitsluiting van de nalatenschap:** De onwaardige verliest zijn wettelijke aanspraken (intestaat erfrecht), inclusief zijn reservataire aanspraken.
* **Verlies van reserve:** De onwaardige verliest zijn recht op een minimumerfdeel.
* **Behoud van schenking/legaat:** Schenkingen en legaten blijven behouden, maar kunnen wegens ondankbaarheid herroepen worden.
* **Terugwerkende kracht:** De onwaardigheid werkt terug vanaf het overlijden van het slachtoffer. De onwaardige wordt geacht nooit enig recht in de nalatenschap te hebben gehad.
#### 3.2.3 Bijkomstige gevolgen van onwaardigheid
* **Verlies van vruchtgebruik:** De onwaardige verliest het vruchtgebruik op de erfgoederen ten faveure van zijn kinderen indien deze minderjarig zijn.
* **Uitsluiting van toekomstige erfenissen:** Bij vooroverlijden van zijn kinderen, waar hij tot diens nalatenschap zou komen, kan hij nooit die goederen erven die afkomstig zijn uit de nalatenschap waaruit hij uitgesloten was.
#### 3.2.4 Plaatsvervulling bij onwaardigheid
De kinderen van de onwaardige erfgenaam komen in zijn plaats (plaatsvervulling).
> **Tip:** Hoewel de onwaardige zelf niet kan erven, kunnen zijn afstammelingen zijn plaats innemen, waardoor het vermogen toch binnen de familietak blijft.
### 3.3 Verval van erfrecht
Verval van erfrecht kan optreden, bijvoorbeeld als gevolg van de ontzetting uit het ouderlijk gezag, zoals reeds besproken onder uitsluiting. Dit is een sanctie die de erfgerechtigde treft waardoor hij zijn wettelijke aanspraken verliest.
---
# Wettelijke erfgenamen: verwanten en de langstlevende echtgenoot/wettelijk samenwonende
Dit hoofdstuk behandelt de hiërarchie van wettelijke erfgenamen, inclusief de rol van verwantschap en de specifieke rechten van de langstlevende echtgenoot en wettelijk samenwonende partner.
### 4.1 Basisbegrippen met betrekking tot erven
Nalatenschap, ook wel erfenis genoemd, omvat het vermogen dat nagelaten wordt. Zij die het vermogen ontvangen, zijn de erfgenamen. Er zijn drie categorieën van erfgerechtigden:
* **Wettelijke erfgenamen:** Aangewezen door de wet, deze erfgenamen kunnen bij testament worden gewijzigd, met uitzondering van reservataire erfgenamen.
* **Testamentaire erfgenamen:** Aangewezen door de erflater in een testament.
* **Contractuele erfgenamen:** Aangewezen door de erflater via een contract, bijvoorbeeld een huwelijkscontract.
Een erfgerechtigde kan een nalatenschap zuiver aanvaarden (met risico op aansprakelijkheid met privévermogen), aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving (om privévermogen te beschermen), of verwerpen.
Om te kunnen erven, moet een persoon erfbekwaam zijn. Dit vereist dat de persoon bestaat op het moment dat de nalatenschap openvalt, levend en levensvatbaar geboren wordt, en niet onwaardig of uitgesloten is verklaard.
De nalatenschap valt open op het moment van overlijden, bewezen door een overlijdensakte of een gerechtelijk vonnis. In uitzonderlijke gevallen kan een nalatenschap ook openvallen bij afwezigheidsverklaring of bij overlijden zonder stoffelijk overschot, mits gerechtelijke procedures. De plaats waar de nalatenschap openvalt, is de woonplaats van de erflater, wat de bevoegde rechtbank en de toepasselijke erfbelastingstarieven bepaalt.
### 4.2 Erfbekwaamheid
Erfbekwaamheid stelt eisen aan het bestaan, overleven, en de juridische status van een erfgerechtigde.
#### 4.2.1 Bestaansvoorwaarde
Een erfgerechtigde moet bestaan op het moment van openvallen van de nalatenschap. Een kind dat reeds verwekt is maar nog niet geboren op dat moment, wordt als bestaand beschouwd mits het levend en levensvatbaar geboren wordt.
#### 4.2.2 Overlevingsvoorwaarde
De erfgerechtigde moet de erflater overleven. Zelfs indien de overleving zeer kortstondig is, ontstaat er een erfrechtelijke roeping die, bij overlijden van de erfgerechtigde, overgaat op diens eigen erfgenamen. Bij snel opvolgende of gelijktijdige overlijdens, indien de volgorde niet kan worden vastgesteld, erven de betrokkenen niet van elkaar (commoriëntesleer).
#### 4.2.3 Uitsluiting en verval van erfrecht
Een erfgerechtigde kan worden uitgesloten of vervallen verklaard van zijn erfrecht, bijvoorbeeld door ontzetting uit het ouderlijk gezag over gemeenschappelijke kinderen. Dit besluit wordt genomen door de rechter op verzoek van afstammelingen.
#### 4.2.4 Onwaardigheid om te erven
Onwaardigheid leidt tot uitsluiting van de nalatenschap wanneer een erfgerechtigde zich op onbetamelijke wijze heeft gedragen ten opzichte van de erflater. Dit omvat:
* Feiten die hebben geleid tot de dood van de erflater, of een poging daartoe.
* Feiten die een ernstige inbreuk betekenen op de fysieke integriteit van de erflater zonder de dood tot gevolg.
De onwaardigheid kan ongedaan worden gemaakt door testamentaire vergiffenis. De onwaardige verliest zijn wettelijke en reservataire aanspraken, maar zijn kinderen treden in zijn plaats via plaatsvervulling.
### 4.3 Wettelijke erfgerechtigden: verwanten
De wettelijke devolutie van de nalatenschap is geordend in vier ordes, met de langstlevende echtgenoot (LLE) en de langstlevende wettelijk samenwonende partner (LLP) als bijzondere erfgerechtigden.
#### 4.3.1 Erfrechtelijke ordes
1. **Eerste orde:** Afstammelingen (kinderen en hun afstammelingen). Zij sluiten ascendenten en zijverwanten uit, behalve de LLE en LLP.
2. **Tweede orde:** Bevoorrechte zijverwanten (broers en zussen, en hun afstammelingen) samen met de vader en/of moeder, indien nog in leven.
3. **Derde orde:** Ascendenten (ouders, grootouders, etc.) bij afwezigheid van afstammelingen en bevoorrechte zijverwanten.
4. **Vierde orde:** Gewone zijverwanten (ooms, tantes, etc.) bij afwezigheid van de hogere ordes. De LLE sluit gewone zijverwanten uit.
#### 4.3.2 Lijnen, graden en plaatsvervulling
* **Lijnen:** De rechte lijn verbindt personen die van elkaar afstammen (neerdalend of opgaand). De zijlijn verbindt personen die afstammen van een gemeenschappelijke stamouder.
* **Graden:** Bepaald door het aantal generaties tussen verwanten. In de rechte lijn is elke generatie een graad. In de zijlijn telt men tot de gemeenschappelijke stamouder en dan verder.
* **Plaatsvervulling:** Laat erfgerechtigden in een verdere graad toe om de plaats in te nemen van een eerder overleden, onwaardige, verwerpende of gelijktijdig overleden erfgerechtigde. Dit is mogelijk in de rechte neerdalende lijn tot in het oneindige, en in de zijlijn ten voordele van afstammelingen van broers en zussen, en ooms en tantes. Plaatsvervulling is niet mogelijk in de rechte opgaande lijn of ten voordele van de LLE of LLP.
#### 4.3.3 Aanwezigheid van afstammelingen
Indien er afstammelingen zijn, erven zij uit eigen hoofde (per kop) of bij plaatsvervulling (per tak). De LLE erft in dit geval vruchtgebruik op de gehele nalatenschap, terwijl de afstammelingen de blote eigendom erven.
#### 4.3.4 Aanwezigheid van broers en zussen, vader en moeder
Bij afwezigheid van afstammelingen, erven de vader en/of moeder en de nauwe zijverwanten. De nalatenschap wordt in dit geval gesplitst. De LLE verkrijgt volle eigendom op het deel van de erflater in gemeenschappelijke goederen, en vruchtgebruik op de ‘overige’ eigen goederen.
#### 4.3.5 Kloving
Bij afwezigheid van afstammelingen, nauwe zijverwanten en ascendenten, vindt kloving plaats: de nalatenschap wordt gesplitst tussen de vaderlijke en moederlijke lijn.
#### 4.3.6 Wettelijke terugkeer
Dit anomale erfrecht houdt in dat goederen die de erflater van een ascendent-schenker heeft verkregen, terugkeren naar die schenker (of diens familie) indien de begiftigde kinderloos overlijdt en het goed nog in de nalatenschap aanwezig is.
### 4.4 De langstlevende echtgenote (LLE)
De LLE is een wettelijke erfgenaam op grond van de huwelijksband. Haar erfrecht hangt af van het huwelijksstelsel en de samenloop met andere erfgenamen.
#### 4.4.1 Plaats in de devolutie
Het huwelijksvermogensrecht gaat voor op het erfrecht. De LLE erft op basis van de huwelijksband, en haar deel wordt bepaald door de categorie bloedverwanten waarmee zij in samenloop komt en het huwelijksstelsel.
#### 4.4.2 Voorwaarden voor wettelijk erfrecht
De LLE moet de erflater overleven, gehuwd zijn tot aan het openvallen van de nalatenschap, en niet uit de echt gescheiden zijn. Onwaardigheid, uitsluiting of verval van erfrecht zijn eveneens van toepassing. Er is geen plaatsvervulling voor de LLE.
#### 4.4.3 Aard van haar erfrecht
Het erfrecht van de LLE ontstaat na het overlijden, is afhankelijk van haar erfbekwaamheid, en zij heeft een keuzerecht (zuiver aanvaarden, verwerpen, aanvaarden onder voorrecht). Ze draagt bij in de schulden van de nalatenschap.
* **Vruchtgebruik op de gehele nalatenschap:** Indien de erflater afstammelingen nalaat, erft de LLE vruchtgebruik op de gehele nalatenschap. De afstammelingen erven de blote eigendom.
* **Volle eigendom, deels of geheel:** In samenloop met nauwe zijverwanten, vader of moeder, erft de LLE volle eigendom op het deel van de erflater in gemeenschappelijke goederen en in exclusief onverdeelde goederen tussen echtgenoten. Op de overige eigen goederen verkrijgt zij vruchtgebruik. Bij afwezigheid van afstammelingen, nauwe zijverwanten en ascendenten, erft de LLE de volle eigendom van de gehele nalatenschap.
* **Assepoesterregel:** Een persoonlijke verplichting van de stiefouder om te voorzien in het onderhoud, de opvoeding en de opleiding van stiefkinderen, indien het stiefouder vruchtgebruik erft op het deel van de stiefkinderen.
* **Gehuurde gezinswoning:** De LLE verkrijgt het recht op de huur van de gezinswoning, met alle rechten en verplichtingen.
#### 4.4.4 Omzetting van erfrechtelijk vruchtgebruik
Het vruchtgebruik van de LLE is omzetbaar in volle eigendom of een geldsom, minnelijk of gerechtelijk. De LLE heeft echter een vetorecht tegen de omzetting van het vruchtgebruik op de gezinswoning en huisraad.
### 4.5 De langstlevende wettelijk samenwonende partner (LLP)
De LLP is een wettelijke erfgenaam met een beperkt erfrecht, gericht op de gezinswoning en huisraad.
#### 4.5.1 Erfrecht van de LLP
De LLP moet wettelijk samenwonend zijn tot op de dag van overlijden, geen afstammeling zijn van de erflater, en erfbekwaam zijn. Haar erfrecht is beperkt tot vruchtgebruik op de gezinswoning en het huisraad.
#### 4.5.2 Omvang van de aanspraak
De LLP verkrijgt vruchtgebruik op de gezinswoning (gehuurd of in eigendom) en het huisraad. Dit geldt ook voor goederen die onder de wettelijke terugkeer vallen.
#### 4.5.3 Bijdrage in schulden en inbreng
De LLP draagt bij in de schulden van de nalatenschap in verhouding tot haar erfdeel. Zij is niet gehouden tot inbreng van giften en kan zelf geen inbreng afdwingen. Haar erfrechtelijk vruchtgebruik wordt buiten de berekening van de reserve en het beschikbaar deel gehouden. De LLP kan testamentair onterfd worden.
### 4.6 De staat als erfopvolger
Wanneer niemand zich aanmeldt als erfgenaam (erfloze nalatenschap), kan de staat via een specifieke procedure de nalatenschap verkrijgen, vrij van erfbelasting. In geval van onbeheerde nalatenschap kan een curator worden aangesteld.
### 4.7 Hoe de nalatenschap wordt verkregen
Erfgerechtigden hebben een keuzerecht: zuiver aanvaarden, verwerpen, of aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving. Bij nalaten van een keuze na 30 jaar, kan dit leiden tot juridische procedures. De LLE en LLP hebben het recht om tot een bepaald bedrag van gemeenschappelijke rekeningen af te halen.
#### 4.7.1 Bezit van de nalatenschap
Het bezit van de nalatenschap kan feitelijk zijn (daden van behoud) of juridisch (na aanvaarding). De staat verkrijgt bezit via een specifieke procedure.
#### 4.7.2 De erfkeuze
Het aanvaarden van een nalatenschap brengt de activa én passiva mee. Aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving beperkt de aansprakelijkheid tot de activa. Minderjarigen en personen onder bewind vereisen machtiging van de vrederechter. Eenmaal gemaakt, is de keuze definitief, met enkele uitzonderingen.
* **Verwerping:** Vereist een formele verklaring bij notaris en wordt geregistreerd in het Centraal Erfrechtregister (CER). De verwerper wordt geacht nooit erfgerechtigde te zijn geweest.
* **Zuivere aanvaarding:** Kan uitdrukkelijk of stilzwijgend gebeuren en leidt tot vermenging van vermogens.
* **Aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving:** Vereist een formele verklaring bij notaris en opmaak van een boedelbeschrijving.
### 4.8 Centraal Erfrechtregister (CER)
Het CER beheert informatie over wie tot een nalatenschap is geroepen, wie heeft verworpen of aanvaard onder voorrecht, en welke gerechtelijke maatregelen zijn genomen. Het is raadpleegbaar door specifieke professionals en belanghebbenden.
### 4.9 Vereffening en verdeling van de nalatenschap
Bij meerdere erfgenamen vindt vereffening en verdeling plaats om de onverdeeldheid te beëindigen. Het streefdoel is een verdeling in natura. Schulden moeten betaald zijn, en indien er onvoldoende geld is, kunnen goederen verkocht worden. Er is een principe van gelijke verdeling, met mogelijke verrekening of opleg. Heliing (kwader trouw handelen ten nadele van mede-erfgenamen) leidt tot sancties.
### 4.10 Inbreng van giften
Schenkingen moeten, tenzij anders bepaald, worden ingebracht om de gelijkheid tussen de kavels te bewaren. Dit gebeurt in waarde. De inbrengplicht geldt enkel voor bloedverwanten in rechte neerdalende lijn. De LLE en LLP zijn niet gehouden tot inbreng. De waarde van de schenking wordt bepaald op het moment van de schenking, met indexatie tot het overlijden.
### 4.11 Inbreng van legaten
* **Algemeen legaat en legaat onder algemene titel aan een wettelijke erfgenaam:** Wordt vermoed vrijgesteld te zijn van inbreng, tenzij weerlegd.
* **Bijzonder legaat:** Vrijgesteld van inbreng.
Legaten die de reserve aantasten, kunnen worden ingekort.
### 4.12 Gevolgen van de verdeling
De verdeling heeft een declaratieve werking met terugwerkende kracht vanaf het openvallen van de nalatenschap. Betwisting wegens benadeling is mogelijk indien een erfgenaam minder dan 75% van zijn kavelwaarde ontvangt.
---
# Testamenten en legaten
Dit deel van het erfrecht behandelt de geldigheid, vormen en herroepbaarheid van testamenten, de verschillende soorten legaten, en de rechten en plichten van legatarissen.
### 5.1 Geldigheid, vormen en herroepbaarheid van testamenten
Een testament is de uiting van de laatste wil van de erflater met betrekking tot zijn vermogen of andere beschikkingen. Het is steeds herroepbaar.
#### 5.1.1 Kenmerken van een testament
* **Eenzijdig:** Het is een loutere wilsuiting van de testator.
* **Toekomstige uitwerking:** Het treedt pas in werking na het overlijden van de testator, en blijft daarom steeds herroepbaar.
* **Herroepelijk:** De testator kan zijn testament op elk moment tijdens zijn leven herzien.
* **Persoonlijk:** Het kan niet via vertegenwoordiging of volmacht worden opgesteld. Een conjunctief testament (waarbij echtgenoten gezamenlijk een testament opstellen) is niet toegestaan, hoewel twee afzonderlijke testamenten die op hetzelfde blad staan of spiegeltestamenten weliswaar mogelijk zijn, maar af te raden.
* **Plechtig:** Het testament vereist specifieke vormvereisten om geldig te zijn.
#### 5.1.2 Vormen van testamenten
Er zijn drie hoofdtypen testamenten:
##### 5.1.2.1 Eigenhandig testament
Dit testament moet aan drie voorwaarden voldoen:
1. **Volledig handgeschreven:** Het moet volledig door de testator zelf zijn geschreven, zonder typwerk of hulp van derden aan het sterfbed. Latere toevoegingen zijn toegestaan mits deze ook door de testator zelf zijn geschreven, gedateerd en ondertekend.
2. **Handtekening:** Een loutere naam is niet voldoende; een handtekening is vereist, bij voorkeur onderaan het document. Derden mogen als getuige medeondertekenen, mits zij de testator niet hebben beïnvloed en geen erfgenaam zijn.
3. **Datum:** Een datum is verplicht voor de geldigheid, hoewel rechtspraak hier soepel mee omgaat. De datum is essentieel voor het bepalen van de bekwaamheid van de testator en de volgorde van meerdere testamenten.
* **Voordelen:** Eenvoudig, kosteloos, geheim, gemakkelijke herroeping.
* **Nadelen:** Risico op betwisting (bv. schriftvervalsing), verlies, vernietiging door derden, juridisch onjuiste of onvolledige formulering.
##### 5.1.2.2 Notarieel testament
Dit testament wordt opgemaakt door een notaris, met deelname van twee getuigen of een tweede notaris.
* **Voorwaarden:** De testator moet meerderjarig zijn, niet ontzet uit het recht om te getuigen, en de getuigen mogen geen legataris zijn of verwant zijn aan de legataris of de testator tot de tweede graad. Ook personeel van de legataris, de notaris of diens geassocieerde notaris mag niet als getuige optreden.
* **Procedure:** Het testament wordt op schrift opgemaakt (al dan niet met de pc), voorgelezen aan de testator (die het zelf mag voorlezen na eventuele aanpassingen), en ondertekend door de testator, de notaris en de getuigen. De akte moet expliciet vermelden dat aan alle formaliteiten is voldaan.
* **Bewaring:** Afgifte aan de notaris, registratie in het Centraal Erfrechtregister (CER) tegen betaling, en een overlijdensakte zijn vereist.
* **Voordelen:** Juridisch correct, grote bewijswaarde en betrouwbaarheid, absolute bewaring, zekerheid tot vrijgave na overlijden.
* **Nadelen:** Kosten, plechtigheid van directeren en voorlezen, zware formaliteiten.
##### 5.1.2.3 Testament in internationale vorm
Dit type testament is gebaseerd op het Verdrag van Washington en wordt erkend in België.
* **Kenmerken:** Schriftelijk (handgeschreven of anderszins), niet noodzakelijk door de testator zelf opgesteld, mag in elke taal zijn, en wordt opgemaakt in aanwezigheid van een notaris en twee getuigen (geen tweede notaris).
* **Bewaring:** Afgifte aan de notaris, registratie in het CER, en een overlijdensakte.
* **Voordelen:** Juridisch voorbereid, bewijswaarde en betrouwbaarheid, absolute bewaring, kan in een notarieel testament worden omgezet.
* **Nadelen:** Kosten, aanwezigheid van getuigen, zekerheid tot vrijgave na overlijden.
#### 5.1.3 Herroeping van een testament
Een later testament dat eerdere testamenten niet uitdrukkelijk herroept, vernietigt enkel de beschikkingen die strijdig zijn met het nieuwe testament. Een uitdrukkelijke herroeping is aangewezen om twijfel te voorkomen.
### 5.2 Legaten en legatarissen
Een legaat is een testamentaire beschikking waarbij een specifieke zaak of een deel van het vermogen wordt toegekend aan een begunstigde, de legataris.
#### 5.2.1 Voorwaarden voor legatarissen
Een legataris moet:
* **Bestaan:** Minimaal verwekt zijn op het moment van overlijden van de erflater.
* **Bepaalbaar zijn:** De identiteit van de legataris moet duidelijk zijn.
* **Expliciet aangeduid zijn:** De testator moet de legataris expliciet in het testament benoemen.
#### 5.2.2 Soorten legaten
* **Algemeen legaat:** De begunstigde wordt geroepen tot de gehele nalatenschap, of tot het deel dat niet aan anderen is vermaakt. Hij moet rekening houden met de betaling van schulden en andere legaten. De formulering kan variëren, bijvoorbeeld "Ik vermaak mijn fortuin aan..." of "Ik stel A en B aan als algemene legatarissen, elk voor een gelijk deel". Een restlegaat valt hier ook onder ("Ik geef alles wat er overblijft aan Z...").
* **Legaat onder algemene titel:** De begunstigde ontvangt een breukdeel van de nalatenschap, of van een specifieke categorie goederen (bv. alle onroerende goederen). Voorbeelden zijn: "Ik legateer 50% voor de erfgenamen aan vaderskant en 50% voor de erfgenamen aan moederskant" of "Ik legateer ¼ van de verkoopprijs van al mijn roerende goederen aan het Rode Kruis".
* **Bijzonder legaat:** De begunstigde ontvangt een specifiek, bepaald goed (bv. "Ik legateer mijn huisraad aan mijn buurvrouw" of "Ik legateer mijn verzameling muntstukken aan mijn enige kleindochter").
#### 5.2.3 Belang van het onderscheid tussen legaten
Het onderscheid is belangrijk voor:
* **Aanwas:** Indien een legataris vooroverlijdt of verwerpt, kan zijn deel onder de algemene legatarissen en legatarissen onder algemene titel automatisch aangroeien ("aanwas"). Dit is niet altijd het geval voor bijzondere legaten of legaten aan niet-afstammelingen.
* **Schulden:** Algemene legatarissen zijn gehouden tot alle schulden. Legatarissen onder algemene titel zijn gehouden tot hun aandeel in de schulden. Bijzondere legatarissen zijn in principe niet gehouden tot schulden, maar de betaling van schulden gaat wel voor op de uitkering van bijzondere legaten.
* **Vruchten:** Algemene legatarissen en legatarissen onder algemene titel hebben recht op vruchten vanaf de overlijdensdatum. Bijzondere legatarissen hebben recht op vruchten vanaf de vordering tot afgifte of vrijwillige afgifte, tenzij de testator anders heeft bepaald.
#### 5.2.4 Plaatsvervulling bij legaten
Plaatsvervulling is niet automatisch van toepassing voor legatarissen, tenzij de legataris een afstammeling is die als legataris is aangeduid. In geval van vooroverlijden van een legataris, dient de testator bij voorkeur een subsidiaire legataris aan te duiden.
#### 5.2.5 Aanvaarding en verwerping van legaten
Legatarissen zijn niet verplicht een legaat te aanvaarden. Zij kunnen het ook verwerpen of aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving.
#### 5.2.6 De dubbele gift
Een gift met bewaarplicht (waarbij de begunstigde het goed niet mag vervreemden) of een dubbele gift zonder bewaarplicht (gift de residuo, waarbij de rest van het goed aan een verwachter toekomt) kan testamentair worden geregeld.
### 5.3 De reserve en het beschikbaar deel
De reserve is een wettelijk beschermd deel van de nalatenschap dat voorbehouden is voor bepaalde erfgenamen (afstammelingen en de langstlevende echtgenoot), tenzij deze reserve wordt weggenomen via specifieke wettelijke procedures of testamentaire bepalingen. Het beschikbaar deel is het deel van de nalatenschap waarover de erflater vrij kan beschikken.
#### 5.3.1 Wie geniet van de reservebescherming?
* **Afstammelingen:** Kinderen, geadopteerde kinderen (volledig en gewoon) en hun afstammelingen (via plaatsvervulling).
* **Langstlevende echtgenoot (LLE):** Mits gehuwd met de erflater op het moment van overlijden.
* **Niet-reservataire erfgenamen:** Bevoorrechte zijverwanten, ascendenten, niet-bevoorrechte zijverwanten en de langstlevende wettelijk samenwonende partner (LLP) genieten geen reservebescherming.
#### 5.3.2 Onderscheid tussen reserve en beschikbaar deel
De reserve is een dwingendrechtelijk beschermd deel van de nalatenschap dat niet kan worden ontnomen. Het beschikbaar deel kan de erflater vrij verdelen via giften of legaten.
#### 5.3.3 Berekening van de reserve en het beschikbaar deel
De reserve en het beschikbaar deel worden berekend op de "rekenboedel" of "fictieve massa". Deze wordt bepaald door de waarde van de aanwezige goederen op de overlijdensdatum, verminderd met de schulden van de nalatenschap, en verhoogd met de waarde van gedane schenkingen.
#### 5.3.4 Aanrekening van schenkingen en legaten
Gedane schenkingen en legaten worden aangerekend op het reservataire deel of het beschikbaar deel, afhankelijk van de aard van de gift en de intention van de erflater.
#### 5.3.5 Inkorting
Indien de nalatenschap niet voldoende is om de reserve te respecteren, kunnen reservataire erfgenamen inkorting vorderen op giften of legaten die de reserve aantasten. Inkorting kan in waarde of in natura geschieden.
#### 5.3.6 Verzaking aan de reservebescherming
Onder bepaalde voorwaarden kan een reservataire erfgenaam afstand doen van zijn recht op reserve, bijvoorbeeld via een globale erfovereenkomst.
### 5.4 De langstlevende echtgenoot (LLE) en de langstlevende wettelijk samenwonende partner (LLP)
#### 5.4.1 Wettelijk erfrecht van de LLE
De LLE is een wettelijke erfgenaam en heeft, afhankelijk van de samenloop met andere erfgenamen, recht op vruchtgebruik of volle eigendom van de nalatenschap. De omvang van haar erfrecht is mede bepaald door het huwelijksvermogensrecht.
* **Vruchtgebruik:** Bij samenloop met afstammelingen erft de LLE vruchtgebruik op de gehele nalatenschap.
* **Volle eigendom:** Bij samenloop met nauwe zijverwanten of ascendenten kan de LLE recht hebben op een deel in volle eigendom, afhankelijk van het huwelijksstelsel.
* **Assepoesterregel:** Bij samenloop met stiefkinderen kan de LLP een onderhoudsverplichting hebben ten aanzien van deze kinderen.
#### 5.4.2 Wettelijk erfrecht van de LLP
De LLP heeft een beperkter erfrecht dan de LLE en erft enkel vruchtgebruik op de gezinswoning en het huisraad, tenzij de erflater anders heeft bepaald.
#### 5.4.3 Omzetting van vruchtgebruik
Het vruchtgebruik van de LLE en LLP kan worden omgezet, hetzij minnelijk, hetzij gerechtelijk, in een geldsom of volle eigendom.
### 5.5 Vereffening en verdeling van de nalatenschap
Wanneer er meerdere erfgenamen zijn, dient de nalatenschap te worden vereffend (schulden betalen) en verdeeld onder de erfgenamen. Het streefdoel is een verdeling in natura waarbij elke erfgenaam een gelijk deel van goederen van gelijke aard verkrijgt.
* **Principe van netto-verdeling:** Schulden dienen te worden voldaan alvorens de verdeling plaatsvindt.
* **Principe van gelijke verdeling:** Elk erfgenaam heeft recht op een gelijk deel, rekening houdend met inbreng van schenkingen.
* **Verdeling in natura:** Dit is het streefdoel, maar kan leiden tot verrekening via opleg.
* **Heling:** Het heimelijk verzwijgen van goederen uit de nalatenschap door een erfgenaam is een burgerlijk misdrijf met sancties.
### 5.6 De nalatenschap zonder erfgenamen (erfloze nalatenschap)
Wanneer niemand zich aanmeldt om de nalatenschap te aanvaarden, kan de staat als erfgenaam optreden na een specifieke gerechtelijke procedure.
### 5.7 De erfkeuze: aanvaarden, verwerpen of aanvaarden onder voorrecht
Elke erfgerechtigde heeft een keuzerecht:
* **Zuiver aanvaarden:** De vermogens van de erflater en de erfgenaam worden samengevoegd. De erfgenaam is onbeperkt gehouden tot de schulden.
* **Verwerpen:** De erfgerechtigde ontvangt niets en wordt geacht nooit erfgenaam te zijn geweest.
* **Aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving:** De erfgenaam aanvaardt de nalatenschap, maar is slechts gehouden tot de schulden binnen de grenzen van de geërfde activa.
### 5.8 Het Centraal Erfrechtregister (CER)
Het CER bevat informatie over wie geroepen is tot een nalatenschap, wie heeft verworpen, aanvaard onder voorrecht, en welke gerechtelijke maatregelen zijn genomen. Het is raadpleegbaar door notarissen, advocaten en andere bevoegde instanties.
---
# Reserve en beschikbaar deel
Dit onderwerp behandelt de juridische concepten van de reserve, het voorbehouden deel van de nalatenschap voor reservataire erfgenamen, en het beschikbare deel waarover de erflater vrij kan beschikken.
### 6.1 De reserve
De reserve is een deel van de nalatenschap dat door de wet is voorbehouden voor bepaalde erfgenamen, de reservataire erfgenamen genaamd. Dit recht is van dwingend recht en kan niet worden uitgesloten door de erflater. Het beschermt de nauwste bloedverwanten en de langstlevende echtgenoot tegen discretionaire beschikkingen van de erflater die hun erfdeel zouden kunnen aantasten.
#### 6.1.1 Reservataire erfgenamen
De reservataire erfgenamen zijn:
* De afstammelingen (kinderen, kleinkinderen, etc.).
* De langstlevende echtgenoot (LLE).
Andere erfgenamen, zoals zijverwanten, ascendenten, en de langstlevende wettelijk samenwonende partner (LLP), genieten geen reservebescherming. Zij kunnen testamentair volledig worden onterfd of hun erfdeel kan aanzienlijk worden beperkt.
#### 6.1.2 Beschikbaar deel
Het beschikbare deel is het deel van de nalatenschap waarover de erflater vrij kan beschikken via schenkingen tijdens het leven of testamentaire beschikkingen. De omvang van het beschikbare deel wordt bepaald door de reserve van de reservataire erfgenamen.
#### 6.1.3 Rekenhoudende massa of fictieve massa
Om de omvang van de reserve en het beschikbare deel te berekenen, wordt een zogenaamde rekenboedel of fictieve massa opgesteld. Dit omvat de volgende stappen:
1. Bepaal de waarde van alle goederen die de erflater op de datum van overlijden bezit.
2. Trek de schulden van de nalatenschap af.
3. Voeg de waarde van alle tijdens het leven gedane schenkingen toe aan deze netto-nalatenschap.
De som van deze elementen vormt de totale waarde van de rekenboedel, waarop vervolgens de reserve en het beschikbare deel worden berekend.
#### 6.1.4 Berekening van de reserve
* **Reserve van de afstammelingen:** De gezamenlijke reserve van de afstammelingen bedraagt de helft ($ \frac{1}{2} $) van de rekenboedel. Het aantal kinderen is niet direct bepalend voor de omvang van de globale reserve, maar wel voor de verdeling ervan onder de afstammelingen. Schenkingen die afstammelingen in volle eigendom hebben ontvangen, worden op hun reserve aangerekend.
* **Reserve van de langstlevende echtgenoot (LLE):** De reserve van de LLE is een recht op vruchtgebruik.
* **Abstracte reserve:** De LLE heeft recht op het vruchtgebruik van de helft ($ \frac{1}{2} $) van de rekenboedel. Dit wordt uitgedrukt in een abstracte reserve, de waarde waarvan wordt bepaald.
* **Concrete reserve:** De LLE heeft tevens recht op het vruchtgebruik van de gezinswoning en de huisraad. Dit is een concrete reserve. Zelfs als de waarde van dit vruchtgebruik groter is dan de abstracte reserve, behoudt de LLE dit vruchtgebruik. Indien de waarde kleiner is, wordt dit aangevuld tot de helft van de rekenboedel in vruchtgebruik.
#### 6.1.5 Aanrekening van schenkingen en legaten
* **Schenkingen:** Gedane schenkingen worden aangerekend op de reserve en/of het beschikbare deel. Schenkingen aan reservataire erfgenamen worden in beginsel aangerekend op hun reserve. Schenkingen aan niet-reservataire erfgenamen worden aangerekend op het beschikbare deel.
* **Legaten:** Legaten, net als schenkingen, kunnen de reserve aantasten en kunnen aan inkorting onderworpen worden indien ze het beschikbare deel overschrijden.
#### 6.1.6 Inkorting
Indien schenkingen of legaten de reserve van de reservataire erfgenamen aantasten, kan deze reserve via inkorting worden beschermd.
* **Inkorting in waarde:** De begunstigde van een schenking of legaat wordt verplicht de waarde van de schenking of het legaat, of een deel ervan, uit te betalen aan de reservataire erfgenaam.
* **Inkorting in natura:** De begunstigde van een legaat wordt verplicht af te zien van het legaat of een deel ervan, waarbij de goederen toekomen aan de reservataire erfgenaam. Dit is de algemene regel voor legaten, tenzij anders bepaald.
De inkorting gebeurt niet noodzakelijk evenredig bij schenkingen; de meest recente schenking wordt eerst aangetast.
#### 6.1.7 Verzaking aan de reservebescherming
Hoewel de reservebescherming dwingend recht is, zijn er uitzonderingen mogelijk:
* **Verzaking na openvallen nalatenschap:** Reservataire erfgenamen kunnen afstand doen van hun recht om inkorting te vragen nadat de nalatenschap is opengevallen.
* **Globale erfovereenkomst:** Ouders en kinderen kunnen, onder strikte voorwaarden en mits notariële tussenkomst, een overeenkomst sluiten waarbij ze afstand doen van inbreng en inkorting.
### 6.2 Het beschikbare deel
Het beschikbare deel is het resterende deel van de nalatenschap na aftrek van de reserve. De erflater kan hier vrij over beschikken, zowel bij leven (schenkingen) als bij testament. De omvang van het beschikbare deel wordt bepaald door de reserve van de reservataire erfgenamen.
### 6.3 De langstlevende echtgenoot (LLE) en reserve
De LLE heeft recht op een reserve, uitgedrukt in vruchtgebruik. Dit kan abstract (vruchtgebruik op de helft van de rekenboedel) of concreet (vruchtgebruik op de gezinswoning en huisraad) zijn. Er zijn specifieke situaties waarin deze reservebescherming kan worden gewijzigd of zelfs ontnomen, zoals bij feitelijke scheiding of echtscheidingsvordering, of door specifieke clausules in een huwelijkscontract of door een testament.
### 6.4 De langstlevende wettelijk samenwonende partner (LLP) en reserve
De LLP geniet **geen reservebescherming**. Hun erfrecht is beperkt tot het vruchtgebruik van de gezinswoning en huisraad, en kan testamentair volledig worden ontnomen.
### 6.5 Bijzondere regels voor de reserve
* **Wettelijke terugkeer:** Bepaalde goederen die de erflater had ontvangen via een schenking van een ascendent, kunnen, indien de begiftigde zonder afstammelingen overlijdt, terugkeren naar de schenker of diens familie. Dit kan de reserve van andere erfgenamen beïnvloeden.
* **Giften met doorgeefplicht of 'de residuo':** Bij dit type giften mag de eerste begiftigde vrij beschikken over de goederen, maar het resterende deel gaat naar een tweede begiftigde. Dit kan de reserve van de eerste begiftigde beperken.
* **Onderhoudsvordering voor behoeftige ascendenten:** Indien de erflater geen afstammelingen nalaat en de ascendent behoeftig is, kan deze een onderhoudsvordering instellen ten laste van de nalatenschap, tot een maximum van $ \frac{1}{4} $ van de fictieve massa. Dit kan de omvang van het beschikbare deel voor andere erfgenamen beïnvloeden.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Nalatenschap | Het totale vermogen, bestaande uit alle goederen, rechten en schulden, dat een overleden persoon achterlaat en dat wordt geërfd door de erfgenamen. Dit wordt ook wel erfenis of decuius genoemd. |
| Erfgenaam | Een persoon die krachtens het erfrecht of krachtens een testament de nalatenschap van een erflater verkrijgt. Erfgenamen zijn rechtsopvolgers van de overledene en nemen zowel de activa als de passiva over. |
| Erfopvolging | Het proces waarbij de rechten en plichten van een overledene worden overgedragen aan zijn erfgenamen, zowel wettelijk als testamentair bepaald. Dit omvat het verkrijgen van de nalatenschap. |
| Wettelijke erfgenaam (Intestaat erfgenaam) | Een persoon die door de wet is aangewezen om te erven wanneer de erflater geen testament heeft gemaakt of wanneer het testament niet aan zijn doel beantwoordt. De wetgever bepaalt de volgorde en omvang van hun erfrecht. |
| Testamentaire erfgenaam | Een persoon die door de erflater zelf in een testament is aangewezen om (een deel van) de nalatenschap te ontvangen. De erflater heeft hierbij vrijheid, met inachtneming van de reserve van bepaalde erfgenamen. |
| Contractuele erfgenaam | Een persoon die bij contract, zoals een huwelijkscontract, is aangewezen om te erven. Dit is een uitzonderlijke vorm van erfopvolging die strikte voorwaarden kent. |
| Aanvaarding nalatenschap | Het recht van een erfgerechtigde om de nalatenschap te verkrijgen. Dit kan zuiver, onder voorrecht van boedelbeschrijving, of door verwerping gebeuren, elk met specifieke juridische gevolgen voor de schulden. |
| Zuivere aanvaarding | Een vorm van aanvaarding van de nalatenschap waarbij het vermogen van de erfgenaam en dat van de erflater samenvloeien. De erfgenaam wordt hierdoor gehouden tot alle schulden, zelfs buiten de nalatenschap om. |
| Aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving | Een aanvaarding van de nalatenschap waarbij de erfgenaam enkel gehouden is tot de schulden van de nalatenschap voor zover deze de waarde van de ontvangen goederen niet overschrijden. Het privévermogen van de erfgenaam blijft gescheiden. |
| Verwerping nalatenschap | Het recht van een erfgerechtigde om af te zien van zijn erfrecht. Hierdoor verkrijgt de persoon niets uit de nalatenschap en is hij ook niet gehouden tot de schulden, alsof hij nooit erfgenaam was geweest. |
| Erfbekwaamheid | De juridische bekwaamheid om te kunnen erven. Dit vereist onder andere dat de persoon bestaat op het moment dat de nalatenschap openvalt en niet onwaardig is verklaard. |
| Openvallen van de nalatenschap | Het moment waarop het vermogen van een persoon overgaat naar zijn erfgenamen. Dit gebeurt doorgaans bij het overlijden van de erflater, maar kan ook gerechtelijk worden vastgesteld bij afwezigheid of vermissing. |
| Devolutie | De toewijzing of overdracht van de nalatenschap aan de erfgenamen. Dit kan wettelijk (intestaat), testamentair of contractueel gebeuren. |
| Plaatsvervulling | Een juridisch mechanisme waarbij afstammelingen de plaats innemen van een vooroverleden, verworpen, onwaardige of gelijktijdig overleden erfgerechtigde. Dit zorgt ervoor dat een familietak niet wordt uitgesloten. |
| Reserve | Het wettelijk beschermde deel van de nalatenschap dat voorbehouden is voor bepaalde erfgenamen, de reservataire erfgenamen (afstammelingen en langstlevende echtgenoot). Dit deel kan de erflater niet via testament ontnemen. |
| Beschikbaar deel | Het deel van de nalatenschap waarover de erflater vrij kan beschikken in zijn testament. Dit deel staat los van de reserve en kan aan iedereen worden nagelaten. |
| Langstlevende echtgenoot (LLE) | De echtgenoot die de erflater overleeft. De LLE heeft specifieke erfrechtelijke rechten, die variëren afhankelijk van de samenloop met andere erfgenamen en het huwelijksstelsel. |
| Langstlevende wettelijk samenwonende partner (LLP) | De persoon met wie de erflater wettelijk samenwoonde op het moment van overlijden. De LLP heeft beperkte erfrechtelijke rechten, met name vruchtgebruik op de gezinswoning en huisraad. |
| Vruchtgebruik (VG) | Een zakelijk recht dat de vruchtgebruiker het recht geeft om van een goed te genieten en de vruchten ervan te innen, terwijl de blote eigendom bij een ander berust. In het erfrecht heeft de LLE vaak vruchtgebruik op de nalatenschap. |
| Blote eigendom (NE) | Het eigendomsrecht op een goed, met uitzondering van het vruchtgebruik. De blote eigenaar wordt pas volle eigenaar wanneer het vruchtgebruik eindigt. |
| Kloving | Een principe waarbij de nalatenschap, bij afwezigheid van afstammelingen en nauwe zijverwanten, wordt verdeeld tussen de vaderlijke en de moederlijke lijn van de erflater. |
| Legaat | Een beschikking in een testament waarbij een specifiek goed of een deel van de nalatenschap wordt toegekend aan een legataris. Dit kan een algemeen, onder algemene titel, of bijzonder legaat zijn. |
| Testament | Een eenzijdige rechtshandeling waarbij een persoon zijn laatste wil uitdrukt met betrekking tot zijn nalatenschap en andere zaken, en die herroepbaar is zolang hij leeft. |
| Onwaardigheid om te erven | Een juridische sanctie die iemand uitsluit van de nalatenschap wegens ernstige misdragingen tegenover de erflater, zoals misdrijven die tot diens dood hebben geleid. |
| Heliing | Een burgerlijk misdrijf binnen het erfrecht, waarbij een erfgenaam te kwader trouw een onrechtmatig voordeel nastreeft in de goederen van de nalatenschap, ten nadele van mede-erfgenamen. De sanctie kan leiden tot zuivere aanvaarding of verlies van recht op het gestolen goed. |
| Inbreng | De verplichting van bepaalde erfgenamen, voornamelijk afstammelingen, om schenkingen die zij tijdens het leven van de erflater hebben ontvangen, in te brengen in de nalatenschap om de gelijkheid tussen de kavels te bewaken. |
| Wettelijke terugkeer | Een specifieke regel in het erfrecht waarbij goederen die door een ascendent aan zijn afstammeling zijn geschonken, bij diens kinderloos overlijden, terugkeren naar de schenkende ascendent of zijn familie. Dit is een vorm van anomaal erfrecht. |