Cover
Start nu gratis Deel I - Erfrecht H 9.pptx
Summary
# Omzetting van erfrechtelijk vruchtgebruik
Dit onderdeel behandelt de mogelijke oplossingen voor de splitsing tussen vruchtgebruik en naakte eigendom van een erfdeel, inclusief de procedures en specifieke situaties.
### 1.1 Het probleem van gesplitste rechten op een erfdeel
De splitsing tussen het vruchtgebruik (VG) en de naakte eigendom (NE) op goederen uit een nalatenschap kan leiden tot onverdeeldheid die door de erfgenamen wenselijk is om te beëindigen.
### 1.2 Oplossingen voor de splitsing
Er zijn hoofdzakelijk drie manieren om deze splitsing op te lossen:
* Het gehele erfgoed verkopen aan een derde partij en de opbrengst verdelen onder de rechthebbenden.
* De naakte eigenaar koopt het vruchtgebruik af.
* De vruchtgebruiker koopt de naakte eigendom af.
### 1.3 Procedures voor omzetting
De omzetting kan op minnelijke wijze plaatsvinden. Indien er geen akkoord is, kan een gerechtelijke procedure worden opgestart.
### 1.4 Specifieke aandachtspunten bij minderjarige of beschermde erfgenamen
Bij minderjarige of beschermde meerderjarige erfgenamen is notariële tussenkomst vereist. Tevens is er toezicht van de vrederechter.
### 1.5 Toepassingsgebied van het omzettingsrecht
Het omzettingsrecht kan worden uitgeoefend op vruchtgebruik verkregen via:
* De wet
* Een testament
* Een huwelijkscontract
* Een contractuele erfstelling (bij notariële akte)
Vruchtgebruik verkregen door middel van **aanwas** valt buiten het gerechtelijk omzettingsrecht, tenzij conventioneel anders is overeengekomen.
#### 1.5.1 Vruchtgebruik op de gezinswoning en huisraad
Bij het wettelijk toegekend opvolgend vruchtgebruik op de gezinswoning en huisraad door de langstlevende echtgenoot of samenwonende (LLE/LLP), hebben zij een vetorecht tegen de omzettingsvraag. Dit omzettingsrecht kan dus nooit aan de LLE/LLP worden opgedrongen. Dit geldt ook voor vruchtgebruik verkregen via een eerdere schenking (WTOV).
#### 1.5.2 Uitzonderingen voor omzetting
Indien het erfgoed via een testament is verkregen, is omzetting niet mogelijk tenzij anders overeengekomen bij leven. Dit geldt eveneens voor aanwas.
### 1.6 Modaliteiten van de omzetting
De omzetting kan plaatsvinden op verschillende manieren:
* Omzetting in een 'rente' (lijfrente).
* Omzetting van de erfgoederen waarbij de naakte eigenaar het vruchtgebruik afkoopt.
* Afstand van de naakte eigendom van de gezinswoning en huisraad, waarna de vruchtgebruiker de naakte eigendom afkoopt.
* Omzetting in een geldsom, waarbij de vruchtgebruiker een afkoopsom ontvangt van de naakte eigenaar(s).
* Omzetting in een onverdeeld aandeel van de nalatenschap. Dit is relevant in de context van samenloop met stiefkinderen, waarbij de stiefouder (in VG) een breukwaarde in volle eigendom krijgt, bepaald op basis van de waarde van haar vruchtgebruik.
### 1.7 Wie kan de omzetting vragen en de beoordelingsbevoegdheid van de rechter?
#### 1.7.1 Samenloop tussen langstlevende echtgenoot/samenwonende en afstammelingen
* Gerechtelijke omzetting kan op elk moment worden gevraagd, ook na de verdeling van de nalatenschap.
* De rechter heeft een soevereine appreciatiebevoegdheid en kan rekening houden met subjectieve elementen, zoals een gespannen verstandhouding.
#### 1.7.2 Samenloop tussen stiefouder en afstammelingen van de overledene
* Gerechtelijke omzetting kan worden gevraagd in een onverdeeld aandeel, zowel door de langstlevende echtgenoot/samenwonende als door de stiefkinderen.
* Dit kan enkel tijdens de procedure van vereffening-verdeling.
* De rechter **mag** deze vraag niet weigeren.
* Indien de vraag na de vereffening-verdeling komt, heeft de rechter opnieuw zijn soevereine appreciatiebevoegdheid.
#### 1.7.3 Samenloop tussen langstlevende echtgenoot/samenwonende en niet-afstammelingen
* Gerechtelijke omzetting kan enkel op vraag van de langstlevende echtgenoot/samenwonende worden gevraagd, binnen vijf jaar na het openvallen van de nalatenschap.
* De rechter heeft soevereine appreciatiebevoegdheid.
#### 1.7.4 Omzettingsvraag buiten de termijn van vijf jaar
* Indien de vraag buiten de vijfjaarstermijn wordt gesteld, moet de langstlevende echtgenoot/samenwonende "bijzondere omstandigheden" inroepen.
* De rechter heeft ook hier zijn soevereine appreciatiebevoegdheid (rekening houdend met de billijkheidsregel).
* Wanneer de niet-afstammelingen de omzetting vragen, kan de rechter dit in overweging nemen (billijkheidsregel). Deze vraag is niet gebonden aan een termijn.
#### 1.7.5 Uitbreiding voor samenloop met niet-afstammelingen
* De langstlevende echtgenoot/samenwonende mag gerechtelijke omzetting vragen van de naakte eigendom van de gezinswoning en huisraad tegen betaling. Hieraan is geen termijn verbonden.
* Dit is **niet** mogelijk bij samenloop met afstammelingen.
* Evenmin kunnen afstammelingen de overname van de naakte eigendom door de langstlevende echtgenoot/samenwonende eisen.
#### 1.7.6 Samenloop met anomale erfgenaam
* Gerechtelijke omzetting kan uitsluitend door de anomale erfgenaam worden gevraagd.
* Dit recht is een persoonlijk recht en geen absoluut recht.
* De overledene kan via een testament het omzettingsrecht van de langstlevende echtgenoot/samenwonende en de gemeenschappelijke kinderen ontnemen (met uitzondering van de gezinswoning en huisraad).
* Het omzettingsrecht van de afstammelingen uit een voorgaande relatie kan **niet** worden ontnomen.
### 1.8 Vereffening en verdeling van de nalatenschap
De vereffening gaat vooraf aan de verdeling. Het streefdoel is een verdeling in natura, waarbij elke kavel goederen van gelijke aard bevat.
#### 1.8.1 Principe van de netto-verdeling
Schulden en lasten moeten betaald zijn vooraleer de verdeling in natura plaatsvindt. Indien er onvoldoende liquide middelen zijn, kunnen onverdeelde goederen worden verkocht.
#### 1.8.2 Principe van de gelijke verdeling
Alle deelgenoten ontvangen een gelijk deel van de nalatenschap, rekening houdend met eventuele verrekeningen of inbrengen van schenkingen.
#### 1.8.3 Principe van de verdeling in natura
Dit is het streefdoel maar geen absolute regel. Herschikking van kavels is mogelijk, wat kan leiden tot verrekening via opleg.
### 1.9 Heling
Heling is een burgerlijk misdrijf, onder meer het verzwijgen van goederen of schulden, het ontkennen van ontvangen giften, of het vervalsen van documenten. De sanctie is dat de dader geacht wordt zuiver te aanvaarden, elk recht op de gestolen zaak verliest, en het gestolen goed wordt meegerekend voor zijn aandeel in de schulden. Berouw kan tot mildere gevolgen leiden.
### 1.10 Inbreng van giften (schenking, XNUMX legaat, schuld)
#### 1.10.1 Inbreng van schenkingen
* **Doel:** Het bewaken van de gelijkheid tussen de kavels door "inbreng" in waarde. Dit geldt tussen kinderen en hun afstammelingen.
* **Geen inbrengverplichting voor:** Andere erfgenamen (die "buiten erfdeel" ontvangen, tenzij de schenker anders bepaalt) en de langstlevende echtgenoot/samenwonende.
* **Correctief voor langstlevende echtgenoot/samenwonende:** Het voortgezet vruchtgebruik op de gezinswoning en huisraad, en het wettelijk toegekend opvolgend vruchtgebruik (WTOV) op andere onroerende goederen.
#### 1.10.2 Kenmerken van het recht op inbreng
* Elke afstammeling mag inbreng eisen.
* Het recht is individueel, wederkerig, in eigen naam en deelbaar.
* Het is accessoir en samen met de vereffening-verdeling van de erfenis.
* Vrijstelling van inbreng is toegestaan, maar de reserve mag niet worden aangetast.
#### 1.10.3 Wat moet worden ingebracht?
Alles wat de afstammeling van de overledene heeft ontvangen, met uitzondering van kosten van het dagelijkse bestaan die proportioneel zijn met de levensstandaard.
#### 1.10.4 Wanneer is een afstammeling inbrengplichtig?
Wanneer hij als wettelijke erfgenaam tot de erfenis komt, persoonlijk iets heeft ontvangen van de overledene, en de nalatenschap heeft aanvaard.
#### 1.10.5 Inbreng en plaatsvervulling
De afstammeling die bij plaatsvervulling erft, brengt zowel de eigen schenking als de schenking van degene wiens plaats hij vervult, in.
#### 1.10.6 Inbreng met generatiesprong
Hierbij kan de inbreng door de zoon van de overledene hoger zijn dan wat hij zelf rechtstreeks ontving, om de gelijkheid met een kleindochter die een deel ontving te waarborgen.
#### 1.10.7 Wie mag inbreng eisen?
Elke afstammeling-wettelijke erfgenaam, en de persoonlijke schuldeisers van de wettelijke erfgenaam. Schuldeisers van de overledene of legatarissen kunnen geen inbreng eisen.
#### 1.10.8 Nadere inbrengregels
* Inbreng gebeurt in waarde, niet in natura (absolute regel).
* De waarde wordt bepaald op het tijdstip van de schenking, met indexatie tot het overlijden, tenzij de begiftigde het goed pas na het overlijden verkrijgt.
* Er zijn wettelijke intresten verschuldigd vanaf het openvallen van de nalatenschap.
* De inbreng gebeurt door mindere ontvangst (via vooruitneming of verrekening).
#### 1.10.9 Vrijstelling van inbreng
Toegestaan indien expliciet of impliciet vermeld, zonder de reserve te raken. Herziening van standpunt is mogelijk.
#### 1.10.10 Inbreng van legaten
* Een legaat wordt uitgevoerd na het overlijden.
* Algemene legaten en legaten onder algemene titel aan een wettelijke erfgenaam worden vermoed vrijgesteld te zijn van inbreng, tenzij dit weerlegd kan worden.
* Een bijzonder legaat is vrijgesteld van inbreng.
#### 1.10.11 Inbreng van schulden
Schulden van de wettelijke erfgenamen ten aanzien van de overledene worden bij de verdeling meegerekend.
### 1.11 Gevolgen van de verdeling
#### 1.11.1 Declaratieve werking en terugwerkende kracht
De verdeling werkt terug tot het moment van openvallen van de nalatenschap. Dit beschermt deelgenoten tegen daden van vervreemding door een medeelgenoot tijdens de onverdeeldheid.
#### 1.11.2 Betwisting van de verdeling wegens benadeling
Mogelijk bij benadeling van een erfgenaam voor meer dan een vierde. De erfgenaam kan aanvulling van zijn deel eisen in geld binnen vijf jaar. Dit geldt niet voor verdelingen die via dading tot stand komen.
---
# Vereffening en verdeling van de nalatenschap
Dit document beschrijft de procedure voor de vereffening en verdeling van een nalatenschap, inclusief de beginselen van netto-, gelijke en verdeling in natura, en behandelt het burgerlijk misdrijf van heling en de gevolgen daarvan.
## 2. Vereffening en verdeling van de nalatenschap
De procedure van vereffening en verdeling van een nalatenschap streeft ernaar de onverdeeldheid tussen erfgenamen te beëindigen en elke erfgenaam zijn of haar rechtmatige deel toe te kennen.
### 2.1 Omzetting van erfrechtelijk vruchtgebruik
De omzetting van erfrechtelijk vruchtgebruik (VG) op een erfgoed kan een oplossing bieden wanneer de splitsing tussen vruchtgebruik en blote eigendom problematisch is. Dit kan geschieden door het erfgoed te verkopen aan een derde, waarbij de koopsom wordt verdeeld, of door de blote eigenaar die het vruchtgebruik afkoopt, of door de vruchtgebruiker die de blote eigendom afkoopt. Dit kan minnelijk gebeuren, of via een gerechtelijke procedure indien er geen akkoord is. Bij minderjarige of beschermde meerderjarige erfgenamen is notariële tussenkomst vereist met toezicht van de vrederechter.
Het recht op omzetting geldt voor vruchtgebruik verkregen bij wet, testament, huwelijkscontract of contractuele erfstelling (via notaris). Vruchtgebruik verkregen via aanwas valt buiten de gerechtelijke omzetting, tenzij anders overeengekomen.
#### 2.1.1 Modaliteiten van omzetting
De omzetting kan verschillende vormen aannemen:
* Omzetting in een rente (lijfrente).
* Omzetting van alle erfgoederen in volle eigendom (VE), waarbij de langstlevende echtgenoot (LLE) of wettelijk samenwonende partner (LLP) de blote eigendom (NE) afkoopt.
* Afstand van de blote eigendom van de gezinswoning en huisraad, waarbij de langstlevende echtgenoot de volle eigendom afkoopt.
* Omzetting in een geldsom, waarbij de LLE/LLP een afkoopsom ontvangt van de naakte eigenaars.
* Omzetting in een onverdeeld aandeel van de nalatenschap, met name in de context van samenloop met stiefkinderen, waarbij de stiefouder een breukwaarde in volle eigendom krijgt.
#### 2.1.2 Wie kan omzetting vragen en de beoordelingsbevoegdheid van de rechter
* **Samenloop tussen LLE en afstammelingen:** De gerechtelijke omzetting kan op elk moment worden gevraagd, zelfs na de verdeling. De rechter heeft een soevereine appreciatiebevoegdheid en kan rekening houden met subjectieve elementen zoals een gespannen verstandhouding. De LLE/LLP heeft een vetorecht tegen een opgedrongen omzetting.
* **Samenloop tussen stiefouder en afstammelingen:** Zowel de LLE/LLP als de stiefkinderen kunnen omzetting in een onverdeeld aandeel vragen, maar enkel tijdens de procedure van vereffening-verdeling. De rechter mag dit niet weigeren. Na de vereffening-verdeling heeft de rechter zijn soevereine appreciatiebevoegdheid.
* **Samenloop met niet-afstammelingen:** De gerechtelijke omzetting kan enkel door de LLE worden gevraagd binnen de vijf jaar na het openvallen van de nalatenschap, met soevereine appreciatiebevoegdheid van de rechter. Bij een vraag buiten deze termijn moet de LLE bijzondere omstandigheden inroepen. Bij een vraag van de niet-afstammelingen kan de rechter dit in overweging nemen (billijkheidsregel), zonder termijn.
* **Uitbreiding samenloop LLE en niet-afstammelingen:** De LLE mag de gerechtelijke omzetting vragen van de blote eigendom van de gezinswoning en huisraad tegen betaling, zonder termijnbeperking. Dit is echter niet toegestaan bij samenloop met afstammelingen, noch kunnen afstammelingen de overname van de blote eigendom door de LLE eisen.
* **Samenloop LLE/LLP met anomaal erfgenaam:** Enkel de anomale erfgenaam kan de gerechtelijke omzetting vragen. Dit is een persoonlijk recht. De overledene kan via testament het omzettingsrecht van de LLE en gemeenschappelijke kinderen ontnemen (behalve voor gezinswoning en huisraad), maar niet dat van afstammelingen uit een vorig huwelijk.
### 2.2 Vereffening en verdeling
De vereffening gaat in eerste instantie, gevolgd door de verdeling onder de erfgenamen. Het streefdoel is een verdeling in natura, waarbij elke kavel goederen van gelijke aard bevat.
#### 2.2.1 Soorten verdeling
Dit onderdeel is niet leerstof in de meegegeven context.
#### 2.2.2 Bepalingen die voor elke verdeling gelden
* **Principe van de netto-verdeling:** Elke deelgenoot mag eisen dat schulden en lasten zijn betaald alvorens de verdeling in natura plaatsvindt. Indien er onvoldoende beschikbaar geld is, kunnen onverdeelde goederen worden verkocht volgens een wettelijke volgorde (eerst effecten, laatst onroerende goederen).
* **Principe van de gelijke verdeling:** De verdeling moet gelijk zijn tussen de deelgenoten. Dit wordt geïllustreerd door voorbeelden van plaatsvervulling en de verrekening of inbreng van schenkingen.
* **Principe van de verdeling in natura:** Dit is een streefdoel, geen absolute regel. Herschikking van kavels is mogelijk, wat kan leiden tot verrekening via een opleg.
> **Voorbeeld:** Twee kinderen erven een huis van 340.000 euro en effecten van 320.000 euro, in totaal 660.000 euro, waarbij elk de helft (330.000 euro) toekomt. Kind A neemt het huis en Kind B de effecten. Kind A betaalt dan 10.000 euro opleg aan Kind B om de gelijkheid te waarborgen.
### 2.3 Heling
Heling is een burgerlijk misdrijf dat plaatsvindt wanneer een erfgenaam goederen verzwijgt, schulden ten opzichte van de overledene verzwijgt, ontkent giften te hebben ontvangen, liegt over de waarde van verkregen goederen, of documenten vervalst.
De sanctie hiervoor is dat de dader geacht wordt de nalatenschap zuiver te aanvaarden, elk recht op de "gestolen" zaak verliest, en het gestolen goed wordt meegerekend voor zijn aandeel in de schulden. Berouw en spijt, getoond door bijvoorbeeld de afgifte van de verborgen goederen vóór het einde van de vereffening, kunnen verzachtend werken.
### 2.4 Inbreng van “giften” (schenking | legaat | schuld)
#### 2.4.1 Inbreng van schenkingen
De inbreng van schenkingen dient om de gelijkheid tussen de kavels te bewaken. Deze gelijkheid wordt gerealiseerd door inbreng.
* **Wie is inbrengplichtig?** Enkel bloedverwanten in rechte lijn (kinderen en afstammelingen) zijn in principe inbrengplichtig, tenzij de schenking expliciet buiten erfdeel is gebeurd. Andere erfgenamen zijn niet inbrengplichtig. De LLE/LLP is evenmin inbrengplichtig voor schenkingen die hij/zij bij leven heeft ontvangen.
* **Correctief voor LLE:** Het voortgezet vruchtgebruik (WTOV) kan een correctief zijn. Dit geldt voor schenkingen van onroerende goederen (OG) aan de LLE of aan de kinderen, waarbij de LLE op het moment van schenking gehuwd was met de overledene (DC). Het WTOV is ruimer voor de LLE (geldt voor elk geschonken OG) dan voor de LLP (enkel voor de OG die op moment van schenking niet de gezinswoning was).
* **Kenmerken van het recht op inbreng:**
* Individueel en wederkerig.
* In eigen naam, niet namens de DC.
* Persoonlijke schuld (SE) van de afstammeling-wettelijke erfgenaam.
* Deelbaar (geëist voor zijn specifiek deel).
* Accessoir aan de vereffening-verdeling.
* Dwingend recht: vrijstelling van inbreng is toegestaan, maar niet de vrijstelling van de reserve. Inbreng in natura is niet de regel, wel in waarde.
* **Wat moet worden ingebracht?** Alles wat de afstammeling van de DC heeft ontvangen, met uitzondering van kosten van het dagelijkse bestaan (voeding, onderhoud, schoolkosten, etc.) die in verhouding staan tot de levensstandaard van de DC/gezin.
* **Wanneer is een afstammeling inbrengplichtig?**
* Als wettelijke erfgenaam tot de erfenis komt.
* Hij heeft persoonlijk iets van de DC gekregen.
* Hij aanvaardt de nalatenschap (zuiver of onder voorrecht van boedelbeschrijving).
* **Inbreng en plaatsvervulling:** De afstammeling die bij plaatsvervulling erft, brengt zowel de eigen schenking als de schenking van de persoon wiens plaats hij vervult, in (tenzij vrijgesteld).
* **Inbreng met generatiesprong:** Indien een schenking rechtstreeks aan een kleinkind wordt gegeven, kan dit leiden tot een inbreng door de zoon die meer inbrengt dan hijzelf heeft ontvangen, mits strenge formele voorwaarden worden vervuld (schenkingsakte of erfovereenkomst).
* **Wie mag inbreng eisen?** Elke afstammelijke wettelijke erfgenaam, en de persoonlijke SE van de wettelijke erfgenaam. De SE van de DC of legatarissen kunnen geen inbreng eisen.
* **Nadere inbrengregels:**
* De inbreng gebeurt altijd in waarde, niet in natura.
* De begiftigde mag inbreng in natura aanbieden. Het geschonken goed mag niet bezwaard zijn.
* De waarde wordt bepaald op het tijdstip van de schenking, met indexatie tot aan het overlijden. Indien de begiftigde het goed pas na het overlijden verkrijgt, wordt de waarde op dat moment bepaald.
* Bij tijdelijk voorbehoud van vruchtgebruik kan inbreng volgens de waarde op het moment van schenking plaatsvinden mits akkoord.
* Er zijn intresten verschuldigd vanaf de dag van het openvallen van de nalatenschap.
* De inbreng kan gebeuren door mindere ontvangst (via vooruitneming of verrekening) of door betaling.
* **Vrijstelling van inbreng:** Is toegelaten, expliciet of impliciet, tenzij dit de reserve aantast. Een herziening van dit standpunt is mogelijk.
#### 2.4.2 Inbreng van legaten
Een legaat wordt via testament vermaakt en uitgevoerd na het overlijden. Algemene legaten en legaten onder algemene titel aan een wettelijke erfgenaam worden vermoed vrijgesteld van inbreng, tenzij dit weerlegd kan worden. Bijzondere legaten zijn vrijgesteld van inbreng.
#### 2.4.3 Inbreng van schulden
Bij de verdeling worden de schulden van de wettelijke erfgenamen ten opzichte van de overledene (DC) onmiddellijk verrekend, parallel aan de regels voor de inbreng van schenkingen.
### 2.5 Gevolgen van de verdeling
De verdeling heeft declaratieve werking en terugwerkende kracht. Dit betekent dat elke erfgenaam wordt geacht zijn erfdeel te hebben ontvangen vanaf het openvallen van de nalatenschap. Dit beschermt de deelgenoten tegen daden van vervreemding door een van hen tijdens de onverdeeldheid.
#### 2.5.1 Betwisting van de verdeling door benadeling
Een verdeling kan betwist worden indien een erfgenaam voor meer dan een kwart benadeeld wordt (minder dan 75% van de waarde van zijn kavel ontvangt). De benadeelde erfgenaam kan aanvulling in geld opeisen binnen vijf jaar. Een verdeling die tot stand komt via een dading, sluit deze mogelijkheid uit.
---
# Inbreng van giften, legaten en schulden
Dit onderdeel beschrijft hoe giften, legaten en schulden van de overledene worden ingebracht in de nalatenschap om gelijkheid tussen de erfgenamen te waarborgen, met aandacht voor de voorwaarden, kenmerken en uitzonderingen op deze inbrengplicht.
### 3.1 Algemene beginselen van vereffening en verdeling
De afwikkeling van een nalatenschap omvat twee fasen: eerst de vereffening, waarbij schulden en lasten worden voldaan, en daarna de verdeling van het resterende vermogen onder de erfgenamen. Het streefdoel is een verdeling in natura, waarbij elke kavel goederen van gelijke aard bevat.
#### 3.1.1 Principe van netto-verdeling
Bij de verdeling mag elke deelgenoot eisen dat alle schulden en lasten zijn voldaan voordat de verdeling "in natura" plaatsvindt. Indien er onvoldoende liquide middelen zijn om de schulden te voldoen, kan een verkoop van onverdeelde goederen noodzakelijk zijn, waarbij een wettelijke volgorde geldt (eerst effecten, laatst onroerende goederen).
#### 3.1.2 Principe van gelijke verdeling
Dit principe waarborgt dat erfgenamen hun gelijk deel uit de nalatenschap ontvangen.
> **Tip:** Het principe van gelijke verdeling wordt geïllustreerd door het concept van "verrekening" of "inbreng" van schenkingen.
#### 3.1.3 Principe van verdeling in natura
Hoewel een verdeling in natura het streefdoel is, is dit geen absolute regel. Herschikkingen van kavels zijn mogelijk, wat kan leiden tot een verrekening via een opleg (een bijbetaling).
> **Voorbeeld:** Twee kinderen erven een huis ter waarde van 340.000 euro en effecten ter waarde van 320.000 euro. De totale nalatenschap is 660.000 euro, dus elk kind heeft recht op 330.000 euro. Als Kind A het huis neemt en Kind B de effecten, moet Kind A 10.000 euro opleggen aan Kind B om de gelijkheid te herstellen.
### 3.2 Heling
Heling is een burgerlijk misdrijf dat gepleegd kan worden door onder andere het verzwijgen van goederen, het ontkennen van ontvangen giften, liegen over de waarde van goederen, of het vervalsen van documenten. De sanctie hiervoor is dat de dader geacht wordt de nalatenschap zuiver te aanvaarden, elk recht op het "gestolen" goed verliest, en dat het "gestolen" goed wordt meegerekend voor zijn aandeel in de schulden. Berouw, getoond door onder andere de afgifte van verborgen goederen vóór het einde van de vereffening, kan als verzachtende omstandigheid gelden.
### 3.3 Inbreng van giften (schenking, erfenis, schuld)
#### 3.3.1 Inbreng van schenkingen
Het doel van de inbreng van schenkingen is het bewaken van de gelijkheid tussen de kavels van de erfgenamen, beoordeeld "in waarde". Dit wordt gerealiseerd door de verplichting tot inbreng, die geldt tussen kinderen en hun afstammelingen.
##### 3.3.1.1 Verplichting tot inbreng
De verplichting tot inbreng geldt enkel voor bloedverwanten in rechte lijn, neerdaalend, tenzij er een vrijstelling van inbreng is toegekend of de schenking "buiten erfdeel" is ontvangen.
> **Voorbeeld:** Een vader schenkt zijn twee kinderen elk een appartement "buiten erfdeel". Dit betekent dat deze schenkingen niet ingebracht hoeven te worden. De schenker kan echter expliciet vermelden in de schenkingsakte dat de schenking wél ingebracht moet worden.
Andere erfgenamen dan bloedverwanten in rechte lijn hebben geen inbrengverplichting, tenzij zij iets "buiten erfdeel" hebben ontvangen en de schenker dit niet zo bedoeld had.
De langstlevende echtgenoot (LLE) of wettelijk samenwonende (LLP) heeft geen inbrengverplichting voor schenkingen die hij of zij bij leven van de overledene (DC) heeft ontvangen. De LLE/LLP kan ook geen inbreng eisen van de kinderen. De LLE/LLP heeft wel een wettelijk vruchtgebruik op de gezinswoning en huisraad.
##### 3.3.1.2 Correctief voor de langstlevende echtgenoot/wettelijk samenwonende
Wanneer de DC een schenking heeft gedaan met voorbehoud van vruchtgebruik (VG), zal de LLE dit VG voortzetten na het overlijden van de echtgenoot. Dit kan afwijken via testament of erfovereenkomst, wat een verzaking aan het voortgezette VG inhoudt. Dit geldt enkel indien de LLE gehuwd was met de DC op het moment van de schenking, of de LLP wettelijk samenwonend was op dat moment.
Het wettelijk toegekend opvolgend vruchtgebruik (WTOV) is ruimer voor de LLE en geldt voor elk geschonken onroerend goed. Voor de LLP geldt het WTOV enkel voor het onroerend goed dat op het moment van de schenking niet de gezinswoning was.
##### 3.3.1.3 Kenmerken van het recht op inbreng
* Elke afstammeling mag inbreng eisen.
* Het recht op inbreng is individueel en wederkerig.
* Het wordt uitgeoefend in eigen naam, niet in naam van de DC.
* Het is een persoonlijk recht van de afstammeling-wettelijke erfgenaam.
* Het recht is deelbaar.
* Het is accessoir en dus samen met de vereffening-verdeling van de erfenis.
* Het recht is van dwingend recht, met uitzondering van vrijstellingen en de inbreng in waarde (niet in natura).
##### 3.3.1.4 Wat moet worden ingebracht?
De afstammeling brengt alles in wat hij of zij van de DC heeft ontvangen. Kosten van het dagelijkse bestaan (zoals voeding, onderhoud, schoolkosten, huwelijkskosten) die in verhouding staan tot de levensstandaard van de DC/gezin, zijn geen giften en hoeven dus niet ingebracht te worden.
##### 3.3.1.5 Wanneer is een afstammeling inbrengplichtig?
Een afstammeling is inbrengplichtig indien hij of zij:
* Als wettelijke erfgenaam tot de erfenis komt (niet als legataris).
* Persoonlijk iets van de DC heeft ontvangen.
* De nalatenschap aanvaardt (zuiver of onder voorrecht van boedelbeschrijving).
##### 3.3.1.6 Inbreng en plaatsvervulling
De afstammeling die bij plaatsvervulling erft, brengt zowel de schenkingen in die hij/zij zelf heeft ontvangen, als de schenkingen van de persoon wiens plaats hij/zij vervult (tenzij vrijgesteld).
> **Voorbeeld:** Een vader schenkt zijn zonen elk 20.000 euro. Een van de zonen ontvangt echter 15.000 euro, omdat 5.000 euro rechtstreeks aan zijn dochter (de kleindochter van de vader) is gegeven. Bij het overlijden van de vader moet elke zoon 20.000 euro inbrengen, mits er geen vrijstelling is en er een schenkingsakte of erfovereenkomst is. De zoon brengt dan meer in dan wat hij ontvangen heeft.
##### 3.3.1.7 Wie mag inbreng eisen?
Inbreng mag geëist worden door elke afstammeling-wettelijke erfgenaam en door de persoonlijke schuldeisers van de wettelijke erfgenaam. Schuldeisers van de DC of legatarissen kunnen geen inbreng eisen, maar kunnen wel voordeel halen uit een gedane inbreng.
##### 3.3.1.8 Nadere inbrengregels
* De inbreng gebeurt steeds in waarde, niet in natura. Dit is een absolute regel.
* De begiftigde mag vrijwillig inbreng in natura aanbieden.
* Zaakvervanging (het inbrengen van iets anders dan het geschonken goed) is niet toegelaten.
* Als het geschonken goed in waarde is veranderd, wordt dit opgevangen door een vergoeding of opleg.
* Het geschonken goed mag niet bezwaard zijn (bv. met hypotheek, erfdienstbaarheid, huurcontract).
* De waarde wordt bepaald op het tijdstip van de schenking, met indexatie tot het overlijden.
* Indien de begiftigde het geschonken goed pas na het overlijden van de schenker verkrijgt (uitgesteld meesterschap), wordt de waarde bepaald op het moment van verkrijging, met indexatie tot het overlijden.
> **Opmerking:** Bij een uitgesteld meesterschap, waarbij de begiftigde het volle eigendom pas na het overlijden van de LLE verkrijgt, wordt de waarde van het overlijden verminderd met de waarde van het vruchtgebruik van de LLE. Bij verkrijging van meesterschap na de schenking maar voor het overlijden, wordt de waarde bepaald op het moment van verkrijgen van het ME, met indexatie tot het overlijden.
* Er zijn intresten verschuldigd vanaf de dag van openvallen nalatenschap aan de wettelijke rentevoet.
* De inbreng gebeurt door mindere ontvangst (via vooruitneming of verrekening).
##### 3.3.1.9 Vrijstelling van inbreng
Vrijstelling van inbreng is toegestaan, expliciet of impliciet. De reserve mag niet geraakt worden, anders moet er wel ingebracht worden. Een herziening van dit standpunt is mogelijk.
#### 3.3.2 Inbreng van legaten
Een legaat wordt nagelaten via testament en uitgevoerd na het overlijden.
* Een algemeen legaat en een legaat onder algemene titel aan een wettelijke erfgenaam wordt vermoed vrijgesteld te zijn van inbreng, tenzij dit weerlegd kan worden.
* Een bijzonder legaat is vrijgesteld van inbreng.
#### 3.3.3 Inbreng van schulden
Bij verdeling worden de schulden van de wettelijke erfgenamen ten aanzien van de DC onmiddellijk mee verrekend, parallel met de regels voor de inbreng van schenkingen.
### 3.4 Gevolgen van de verdeling
De verdeling heeft twee belangrijke gevolgen: declaratieve werking en terugwerkende kracht, en de mogelijkheid tot betwisting wegens benadeling.
#### 3.4.1 Declaratieve werking en terugwerkende kracht
Door de verdeling wordt elke erfgenaam geacht zijn erfdeel rechtstreeks te hebben verkregen vanaf het openvallen van de nalatenschap. Dit beschermt deelgenoten tegen daden van vervreemding door een van hen tijdens de periode van onverdeeldheid.
#### 3.4.2 Betwisting van de verdeling door benadeling
Een verdeling kan betwist worden wegens benadeling indien een erfgenaam voor meer dan een kwart (¼) benadeeld is, d.w.z. minder dan 75% van de waarde van zijn kavel ontvangt. De benadeelde erfgenaam kan aanvulling van zijn deel opeisen in geld, binnen een termijn van vijf jaar. Een verdeling die tot stand komt door een dading, sluit deze mogelijkheid tot betwisting uit.
---
# Gevolgen van de verdeling
Dit onderdeel bespreekt de declaratieve werking en de terugwerkende kracht van de verdeling, evenals de mogelijkheid tot betwisting van de verdeling wegens benadeling van een erfgenaam.
### 5.1 Declaratieve werking en terugwerkende kracht
De verdeling van een nalatenschap heeft een **declaratieve werking**, wat betekent dat de verdeling terugwerkt tot het moment van openvallen van de nalatenschap. Dit houdt in dat elke erfgenaam wordt geacht zijn of haar deel rechtstreeks te hebben verkregen vanaf het moment dat de erfenis openviel.
> **Tip:** Deze terugwerkende kracht is cruciaal voor de bescherming van de deelgenoten. Het voorkomt dat één van hen gedurende de periode van onverdeeldheid handelingen stelt met betrekking tot zijn of haar aandeel in een specifiek vermogensbestanddeel, die niet tegenwerpelijk zijn aan de andere erfgenamen.
**Voorbeeld:**
Stel dat er drie kinderen A, B en C zijn die elk voor een derde in de nalatenschap van hun moeder delen. De nalatenschap omvat een huis, een geldsom en een bedrijf. Na de verdeling krijgt A het huis, B de geldsom en C het bedrijf. Door de terugwerkende kracht wordt aangenomen dat C zijn aandeel in het huis, dat hij niet heeft gekregen, nooit heeft kunnen verkopen of bezwaren tijdens de periode van onverdeeldheid. Als C dit toch zou doen, is die verkoop niet tegenwerpelijk aan A en B.
### 5.2 Betwisting van de verdeling door benadeling
Een verdeling kan betwist worden indien een erfgenaam voor **meer dan een kwart (¼)** benadeeld wordt. Dit betekent dat de erfgenaam bij de verdeling minder dan 75% van de waarde van zijn of haar theoretische kavel ontvangt.
#### 5.2.1 Mogelijkheden bij benadeling
Indien er sprake is van benadeling voor meer dan een kwart, kan de benadeelde erfgenaam aanvulling van zijn of haar deel in **geld** opeisen.
#### 5.2.2 Termijn
De benadeelde erfgenaam heeft een termijn van **vijf (5) jaar** na de verdeling om deze aanvulling te eisen.
#### 5.2.3 Uitzondering: verdeling door dading
Een verdeling die tot stand komt via een **dading** (een minnelijke schikking tussen de erfgenamen) kan niet betwist worden wegens benadeling. In dit geval vervalt de mogelijkheid tot betwisting door benadeling.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Vruchtgebruik | Het recht om goederen te gebruiken en de vruchten ervan te genieten, zonder de blote eigendom te bezitten. Dit recht kan verkregen worden via wet, testament, huwelijkscontract of contractuele erfstelling. |
| Blote eigendom | Het eigendomsrecht op een goed, waarbij het recht van gebruik en genot (vruchtgebruik) bij een ander ligt. De blote eigenaar wordt pas volle eigenaar wanneer het vruchtgebruik eindigt. |
| Onverdeeldheid | Een situatie waarbij meerdere personen gezamenlijk eigenaar zijn van een goed of een nalatenschap, zonder dat de eigendom juridisch is gesplitst of toegewezen aan individuele erfgenamen. |
| Vereffening | Het proces waarbij de schulden en lasten van een nalatenschap worden betaald, en de activa worden geïnventariseerd en gewaardeerd, ter voorbereiding op de verdeling onder de erfgenamen. |
| Verdeling | De handeling waarbij de goederen van een nalatenschap worden toegekend aan de individuele erfgenamen, na de vereffening van de schulden. Het doel is meestal een verdeling in natura, maar kan ook leiden tot verrekeningen. |
| Heling | Een burgerlijk misdrijf dat bestaat uit het bewaren, verzwijgen, ontkennen van bezit, liegen over de waarde van goederen of het vervalsen van documenten met betrekking tot een nalatenschap. De sancties hiervoor zijn aanzienlijk. |
| Inbreng | De verplichting voor erfgenamen om schenkingen die zij van de erflater hebben ontvangen, mee te nemen in de nalatenschap bij de verdeling. Dit dient om de gelijkheid tussen de erfgenamen te waarborgen. |
| Legaat | Een gift die in een testament wordt toegekend aan een begunstigde, die geen erfgenaam is. Er zijn verschillende soorten legaten, waaronder algemene legaten, legaten onder algemene titel en bijzondere legaten. |
| Declaratieve werking | Het principe dat de verdeling van een nalatenschap terugwerkt tot het moment van overlijden van de erflater. Dit betekent dat elke erfgenaam geacht wordt zijn erfdeel direct vanaf dat moment te hebben verkregen. |
| Benadeling | Een situatie waarbij een erfgenaam bij de verdeling van een nalatenschap minder dan driekwart van de waarde van zijn wettelijke kavel ontvangt. Dit kan leiden tot een vordering tot aanvulling van zijn deel. |
| Lijfrente | Een periodieke uitkering die levenslang wordt betaald aan een persoon (de lijfrentetrekker), gebaseerd op een kapitaalsom of een levensverzekering. In het kader van een nalatenschap kan dit een vorm van omzetting van vruchtgebruik zijn. |
| Wettelijke devolutie | De wijze waarop een nalatenschap wordt verdeeld volgens de bepalingen van de wet, wanneer er geen testament is opgesteld of wanneer het testament de wettelijke regels niet volledig omzeilt. |