Cover
Mulai sekarang gratis J&J Academy - Artevelde 2025.pdf
Summary
# Productie en organisatie van evenementen
Dit gedeelte van het document beschrijft de verschillende fasen in de productie en organisatie van een evenement, van pre-productie tot afbouw.
### 1.1 Pre-productie
De pre-productie fase omvat de initiële planning en voorbereidingen voor een evenement. Hierbij worden cruciale vragen beantwoord zoals: wie is de klant en wat zijn diens verwachtingen en eisen? Welk soort evenement moet er georganiseerd worden? Waar zal het evenement plaatsvinden, en wat zijn de mogelijkheden en beperkingen van de locatie (venue)? Wanneer zal het evenement plaatsvinden, rekening houdend met dag/avond en seizoensinvloeden [3](#page=3)?
Verdere elementen van de pre-productie omvatten een plaatsbezoek het opstellen van een materiaalbon met de benodigde materialen en hoeveelheden, de planning van de crew en timings. Ook wordt een laadlijst opgesteld en worden technische tekeningen voorbereid, vaak met software zoals Vector Works of Capture, en Soundvision. Het opstellen van een offerte is een belangrijk onderdeel net als het definiëren van de content het keuren van materialen en het waarborgen van de toegankelijkheid [4](#page=4).
> **Tip:** Een grondige pre-productie is de sleutel tot een succesvol evenement. Zorg ervoor dat alle details, van de kleinste materiaalspecificatie tot de grootste technische vereisten, helder zijn gedefinieerd [4](#page=4).
### 1.2 Opbouw
De opbouw fase richt zich op de fysieke realisatie van het evenement op de locatie. Hierbij is het belangrijk om de vrije ruimte op de locatie te kennen en strikt de opbouw-timings te volgen. Er wordt gecontroleerd of de realiteit overeenkomt met de opgestelde tekeningen. Onvoorziene omstandigheden moeten worden meegenomen in de planning. Daarnaast worden elementen zoals catering en eventuele fotobooths geregeld [5](#page=5).
### 1.3 Programmatie
De programmatie omvat de technische aspecten van de show, verdeeld over audio, licht en video [6](#page=6).
* **Audio:** Dit omvat het opzetten van het audiosysteem, de mengtafel en het klaarzetten van audio bumpers (korte geluidsfragmenten) [6](#page=6).
* **Licht:** Dit betreft het instellen van de lichtstanden, het definiëren van licht effecten en het klaarzetten van licht bumpers [6](#page=6).
* **Video:** Hieronder vallen de LED-wall en projectie, het inladen van video-content en powerpoints, en het uitvoeren van een synq test om de synchronisatie te waarborgen [6](#page=6).
### 1.4 Technische doorloop
De technische doorloop is een cruciaal moment waarbij iedereen in de regieruimte aanwezig is. Het script wordt gevolgd en de show flow krijgt vorm. Tijdens deze doorloop komen mogelijke problemen naar boven, waardoor deze tijdig kunnen worden opgelost [7](#page=7).
> **Tip:** De technische doorloop is een oefening in het anticiperen op problemen. Hoe beter de doorloop, hoe soepeler de uiteindelijke show zal verlopen [7](#page=7).
### 1.5 Soundcheck - Repetitie
In deze fase worden de audio-instellingen verder geoptimaliseerd. Er wordt gecontroleerd of iedereen correct in het licht staat. Ook wordt de zogenaamde "klikkerstress" aangepakt, wat verwijst naar de uitdagingen van het synchroniseren van audiosignalen en licht-cues met een klikspoor [8](#page=8).
### 1.6 Showtime!
Dit is het moment dat het evenement plaatsvindt. Er wordt rekening gehouden met eventuele wissels van artiesten, presentatoren of programma-onderdelen [9](#page=9).
### 1.7 Afbouw
Na afloop van het evenement volgt de afbouw. Hierbij wordt gezorgd voor orde en netheid op de locatie. Eventuele herstellingen die nodig zijn na de opbouw of het evenement worden gemarkeerd. Tot slot vindt een evaluatie plaats van het gehele proces [10](#page=10).
> **Example:** De evaluatie na afbouw kan bijvoorbeeld de volgende punten bevatten:
> * Was de communicatie tussen de verschillende teams (techniek, catering, productie) effectief [10](#page=10)?
> * Waren de timings van de opbouw en afbouw realistisch [10](#page=10)?
> * Zijn er materialen beschadigd geraakt en hoe kan dit in de toekomst voorkomen worden [10](#page=10)?
---
# Basisprincipes van geluid
Dit deel introduceert de fundamentele concepten van geluid, inclusief hoe het wordt geproduceerd, hoe het zich voortplant en hoe het wordt gemeten [14](#page=14) [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17) [18](#page=18) [21](#page=21) [22](#page=22) [23](#page=23) [24](#page=24).
### 2.1 Wat is geluid?
Geluid kan worden gedefinieerd als energie die zich in de vorm van golven verplaatst door een medium, van een bron naar een ontvanger. De kerncomponenten van geluid zijn [14](#page=14) [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17) [18](#page=18) [21](#page=21) [22](#page=22) [23](#page=23):
* **Energie**: Geluid is een vorm van energie [14](#page=14) [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17) [18](#page=18) [21](#page=21) [22](#page=22) [23](#page=23).
* **Golven**: Geluid plant zich voort middels golven [14](#page=14) [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17) [18](#page=18) [21](#page=21) [22](#page=22) [23](#page=23).
* **Medium**: Geluid heeft een medium nodig om zich voort te planten [14](#page=14) [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17) [18](#page=18) [21](#page=21) [22](#page=22) [23](#page=23).
* **Bron - Ontvanger**: Geluid wordt gegenereerd door een bron en gedetecteerd door een ontvanger [14](#page=14) [15](#page=15) [16](#page=16) [17](#page=17) [18](#page=18) [21](#page=21) [22](#page=22) [23](#page=23).
#### 2.1.1 Voortplanting van geluid door verschillende media
De snelheid waarmee geluid zich voortplant, varieert afhankelijk van het medium:
* Lucht: ongeveer 344 meter per seconde [17](#page=17) [18](#page=18) [21](#page=21) [22](#page=22).
* Water: ongeveer 1481 meter per seconde [17](#page=17) [18](#page=18) [21](#page=21) [22](#page=22).
* Staal: ongeveer 5120 meter per seconde [17](#page=17) [18](#page=18) [21](#page=21) [22](#page=22).
* Helium: ongeveer 973 meter per seconde [22](#page=22).
* Zwavelhexafluoride: ongeveer 135 meter per seconde [22](#page=22).
#### 2.1.2 Factoren die de geluidssnelheid beïnvloeden
Naast het medium zelf, worden de snelheid van geluid ook beïnvloed door factoren zoals luchtvochtigheid en temperatuur [17](#page=17) [18](#page=18) [21](#page=21) [22](#page=22).
#### 2.1.3 Voorbeelden van geluidsbronnen en ontvangers
* **Geluidsbronnen**: Luidspreker, stem, handgeklap [23](#page=23).
* **Geluidsontvangers**: Oor, microfoon [23](#page=23).
### 2.2 Meting van geluid
Geluid kan worden gekarakteriseerd door verschillende metingen, waaronder frequentie en vertraging (delay).
#### 2.2.1 Frequentie
Frequentie wordt uitgedrukt in Hertz (Hz) en vertegenwoordigt het aantal geluidsveranderingen (of trillingen) per seconde [24](#page=24).
* 50 Hz betekent 50 veranderingen per seconde [24](#page=24).
* 1000 Hz betekent 1000 veranderingen per seconde [24](#page=24).
Het bereik van menselijk gehoor ligt tussen 20 Hz en 20 kHz [24](#page=24).
#### 2.2.2 Golflengte
De golflengte van een geluid is gerelateerd aan de frequentie en de snelheid van het geluid.
* Bij 50 Hz is de golflengte ongeveer 6,88 meter [24](#page=24).
* Bij 1000 Hz is de golflengte ongeveer 0,34 meter [24](#page=24).
#### 2.2.3 Vertraging (Delay)
Vertraging (t) wordt gemeten in milliseconden (ms) en kan worden berekend met de formule:
$$ t = \frac{\text{afstand}}{\text{snelheid van geluid}} \times 1000 $$ [24](#page=24).
**Voorbeeld van vertraging:**
* Een afstand van 50 meter bij 45°C (snelheid van geluid = 358 m/s) resulteert in een vertraging van ongeveer 139,66 ms [24](#page=24).
* Dezelfde afstand bij 21°C (snelheid van geluid = 344 m/s) resulteert in een vertraging van ongeveer 145,35 ms, wat een verschil van +2 ms is [24](#page=24).
* Bij -1°C (snelheid van geluid = 330 m/s) is de vertraging ongeveer 151,51 ms [24](#page=24).
> **Tip:** Merk op hoe temperatuurverschillen, die de geluidssnelheid beïnvloeden, leiden tot merkbare verschillen in de vertraging van het geluid over dezelfde afstand.
---
# Geluidsnormen en regelgeving
Dit onderwerp behandelt de normen met betrekking tot geluidsniveaus, waaronder dB-waarden en de Vlarem-regelgeving [26](#page=26) [27](#page=27) [28](#page=28).
### Deci-Bel (dB) als logaritmische schaal
De decibel (dB) is een logaritmische eenheid om geluidsdruk te meten. Dit betekent dat lineaire veranderingen in geluidsenergie resulteren in niet-lineaire veranderingen in de dB-waarde [26](#page=26).
* Een verdubbeling van de energie komt overeen met een toename van +3 dB [26](#page=26).
* Een verdubbeling van de afstand tot de geluidsbron komt overeen met een afname van -6 dB [26](#page=26).
* Een toename van +10 dB wordt door het menselijk gehoor waargenomen als een verdubbeling van de luidheid [26](#page=26).
### Verschillende dB-metingen
Er worden verschillende gewogen schalen gebruikt om geluidsniveaus te meten, afhankelijk van de frequentie en de focus van de meting:
* **dB(A)**: Deze schaal is A-gewogen en richt zich op frequenties tussen 500 Hz en 20 kHz, welke het dichtst bij het bereik van het menselijk gehoor liggen [27](#page=27).
* **dB(C)**: Deze schaal is C-gewogen en omvat een breder frequentiebereik van 35 Hz tot 20 kHz. Het houdt rekening met lagere frequenties dan de dB(A)-schaal [27](#page=27).
* **dbLAeq15 / LAeq15min**: Dit staat voor de equivalente continue geluidsdruk gedurende een periode van 15 minuten. Het is een gemiddelde waarde die aangeeft welk geluidsniveau gedurende die tijd constant aanwezig was [27](#page=27).
### Vlarem-regelgeving
De Vlaamse Reglementering inzake Milieu, Natuur en Energie (Vlarem) bevat specifieke normen voor geluidsniveaus, met name voor openbare evenementen en geluidsoverlast [28](#page=28).
* **Versterkte muziek**: Bij openbare evenementen met (deels) versterkte muziek gelden specifieke regels [28](#page=28).
* Metingen moeten worden uitgevoerd bij elektronisch versterkte muziek boven **85 dBLAeq15** [28](#page=28).
* Als het geluidsniveau boven de **95 dBLAeq15** uitkomt, is een aanvraag voor een vergunning vereist, tenzij er een permanente vergunning aanwezig is [28](#page=28).
* De metingen moeten worden geregistreerd en de gegevens moeten gedurende één maand bewaard blijven [28](#page=28).
* Gratis gehoorbescherming dient te worden voorzien voor het publiek [28](#page=28).
* **Maximale geluidsdruk**: De geluidsdruk mag nooit de volgende waarden overschrijden:
* **100 dBLAeq60** (equivalent continue geluidsdruk over 60 minuten) [28](#page=28).
* **102 dBLAeq15** (equivalent continue geluidsdruk over 15 minuten) [28](#page=28).
* **Aanvullende regels**: De locatie of de overheid kan altijd strengere regels opleggen dan de standaard Vlarem-normen. Er gelden ook specifieke regels met betrekking tot geluidsoverlast en nachtlawaai [28](#page=28).
> **Tip:** Houd er rekening mee dat de Vlarem-regelgeving complex kan zijn. Raadpleeg altijd de meest recente versie van de regelgeving en de specifieke voorwaarden van de vergunning voor een concreet evenement.
> **Tip:** Het is cruciaal om te begrijpen welke dB-schaal (A-gewogen, C-gewogen, equivalent) wordt gebruikt in een specifieke context, aangezien dit de interpretatie van de gemeten geluidsniveaus sterk beïnvloedt.
---
# Taakverdeling in de audiotechniek
Dit gedeelte behandelt de diverse rollen en verantwoordelijkheden binnen een audioproductieteam [30](#page=30) [36](#page=36).
### 4.1 Kernrollen binnen het audioproductieteam
Binnen de audiotechniek zijn er verschillende gespecialiseerde rollen, elk met eigen verantwoordelijkheden, die samenwerken voor een succesvolle audioproductie. Deze rollen omvatten onder andere de system engineer, FOH technieker, monitor technieker, prikker/audio assistent en RF technieker [30](#page=30) [36](#page=36).
#### 4.1.1 System engineer
De system engineer is verantwoordelijk voor het gehele ontwerp, de realisatie en het inregelen van het audiosysteem. Dit omvat werkzaamheden met diverse softwarepakketten en systemen [31](#page=31).
* **Verantwoordelijkheden:**
* Ontwerp [31](#page=31).
* Realisatie [31](#page=31).
* Inregelen [31](#page=31).
* Softwarebeheer [31](#page=31).
* Werken met Soundvision [31](#page=31).
* Beheer van LA Network manager [31](#page=31).
* Gebruik van Smaart voor metingen en analyse [31](#page=31).
* Implementatie van complexe intercomsystemen [31](#page=31).
#### 4.1.2 Front of House (FOH) technieker
De FOH technieker richt zich op het creëren van de optimale geluidsbalans voor het publiek [32](#page=32) [33](#page=33) [34](#page=34).
* **Verantwoordelijkheid:** Balans voor publiek [32](#page=32) [33](#page=33) [34](#page=34).
#### 4.1.3 Monitor technieker
De monitor technieker is verantwoordelijk voor het instellen van de geluidsmix die de artiesten op het podium horen [33](#page=33) [34](#page=34).
* **Verantwoordelijkheid:** Balans voor artiesten [33](#page=33) [34](#page=34).
#### 4.1.4 Prikker / Audio assistent
De prikker of audio assistent is verantwoordelijk voor de correcte plaatsing en aansluiting van microfoons en headsets [34](#page=34).
* **Verantwoordelijkheid:** Microfoons en headsets [34](#page=34).
#### 4.1.5 RF Technieker
De RF technieker beheert alle draadloze audiosystemen [35](#page=35).
* **Verantwoordelijkheden:**
* Draadloze systemen [35](#page=35).
* Frequenties [35](#page=35).
* Antenne plaatsing [35](#page=35).
* Softwarebeheer [35](#page=35).
* Werken met Wireless workbench [35](#page=35).
---
# Draadloze audiosystemen en frequenties
Dit onderdeel behandelt de werking, regelgeving en frequentiebanden voor draadloze microfoons en in-ear systemen.
### 5.1 Toepassing en regelgeving
Draadloze audiosystemen, zoals microfoons en in-ear monitors, maken gebruik van radiofrequenties om audiosignalen draadloos te verzenden. Het gebruik van deze frequenties is gereguleerd om interferentie te voorkomen en het gebruik te optimaliseren. De regelgeving kan per regio verschillen, waarbij bepaalde frequentiebanden vrij gebruikt mogen worden, terwijl andere een vergunning vereisen [38](#page=38) [39](#page=39) [40](#page=40).
#### 5.1.1 Vrij gebruik en vergunningsplichtige banden
Er zijn specifieke TV-banden aangewezen voor draadloos audiosystemen. De banden TV27 en TV29 worden aangeduid als vrij te gebruiken. Andere frequentiebanden zijn regio gebonden en vereisen een vergunning. Per TV-band is er een maximum aantal systemen toegestaan, bijvoorbeeld 8 systemen per TV-band [38](#page=38) [39](#page=39) [40](#page=40).
> **Tip:** Het is cruciaal om de lokale regelgeving te raadplegen via instanties zoals het BIPT (Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie) om zeker te zijn van het correcte en legale gebruik van frequenties. De website https://www.bipt.be/consumenten/micros wordt als bron aangegeven [38](#page=38) [39](#page=39) [40](#page=40).
#### 5.1.2 Vermogenslimieten en vrijstellingen
Voor draadloze microfoons en in-ear systemen gelden specifieke vermogenslimieten. Er zijn vrijstellingen van vergunning tot bepaalde milliwatt (mW) equivalent isotrope uitgestraalde vermogen (e.i.u.v.) [38](#page=38) [39](#page=39) [40](#page=40).
* **Handmicrofoons:** Vrijgesteld van vergunning tot een vermogen van $\le$ 20 mW e.i.u.v. [38](#page=38) [39](#page=39) [40](#page=40).
* **Vestzakmicrofoons:** Vrijgesteld van vergunning tot een vermogen van $\le$ 100 mW e.i.u.v. [38](#page=38) [39](#page=39) [40](#page=40).
* **Algemeen:** Soms geldt een vrijstelling tot $\le$ 100 mW e.i.u.v. [38](#page=38) [39](#page=39) [40](#page=40).
* **Specifieke gevallen:**
* Vrijgesteld van vergunning tot $\le$ 10 mW e.i.u.v. [38](#page=38) [39](#page=39) [40](#page=40).
* Vermogen $\le$ 50 mW e.i.u.v., voor gebruik alleen binnen gebouwen [38](#page=38) [39](#page=39) [40](#page=40).
* Vrijgesteld van vergunning tot $\le$ 20 mW e.i.u.v. of $\le$ 50 mW e.i.u.v. voor vestzakmicrofoons [38](#page=38) [39](#page=39) [40](#page=40).
Andere vermogenslimieten zijn afhankelijk van wat op de vergunning wordt bepaald. Er zijn ook specifieke opmerkingen, zoals het vereiste van maximaal 10 mW e.u.v. [38](#page=38) [39](#page=39) [40](#page=40).
#### 5.1.3 Specifieke frequentietabellen en regio's
De documenten bevatten gedetailleerde tabellen met frequentiebereiken (Fmin en Fmax in MHz) per kanaal, met aanduidingen "OK" of "NOK" (Not OK) voor gebruik in specifieke regio's zoals West-Vlaanderen en Brussel. Deze tabellen geven inzicht in welke frequenties op welke locaties vrij te gebruiken zijn of waarvoor een vergunning nodig is [38](#page=38) [39](#page=39) [40](#page=40).
> **Voorbeeld:** Kanaal 29 heeft een frequentiebereik van 534 tot 542 MHz en wordt in West-Vlaanderen als "OK" gemarkeerd, terwijl dit in Brussel ook "OK" is. Kanaal 10 (209-216 MHz) is "NOK" in West-Vlaanderen en "NOK" in Brussel [38](#page=38) [39](#page=39) [40](#page=40).
Ook worden specifieke frequenties genoemd die interferentie kunnen veroorzaken en waarvoor speciale aandacht geldt, zoals 595.2 - 595.7 - 596.1 - 596.45 MHz en in Brussel ook 506.2 - 506.7 - 507.1 - 507.45 MHz en 602.2 - 602.7 - 603.1 - 603.45 MHz [38](#page=38) [39](#page=39) [40](#page=40).
### 5.2 Software voor frequentiebeheer
Voor het efficiënt beheren van draadloze audiosystemen en het berekenen van geschikte frequenties bestaat gespecialiseerde software. Een voorbeeld hiervan is het softwarepakket van Shure, dat functies biedt voor scannen en het berekenen van optimale frequenties [41](#page=41).
> **Tip:** Het gebruik van dergelijke software kan helpen om conflicten tussen verschillende draadloze systemen te minimaliseren en een stabiele werking te garanderen [41](#page=41).
### 5.3 Verschillen tussen headsets en handheld microfoons
Er zijn duidelijke verschillen tussen headsets en handheld microfoons, wat invloed heeft op hun toepassing en geluidskwaliteit [42](#page=42).
* **Headset:**
* **Voordelen:** Maakt handen vrij, is discreet [42](#page=42).
* **Nadelen:** Gevoeliger voor feedback, kan last hebben van randgeluiden (zoals oorbellen of baardhaar), logistiek complexer, vereist persoonlijke ruimte [42](#page=42).
* **Handheld microfoon:**
* **Voordelen:** Betere klankkwaliteit, geschikt voor het opvangen van contact- en windgeluiden, maakt snel werken mogelijk, ideaal voor onervaren sprekers [42](#page=42).
Deze overwegingen zijn belangrijk bij het kiezen van het juiste type microfoon voor een specifieke toepassing [42](#page=42).
---
# Klanksystemen en materiaalkeuze
Dit gedeelte behandelt de selectie en positionering van klanksystemen, met aandacht voor de akoestiek en de specifieke locatie van een evenement.
### 6.1 Factoren voor materiaalkeuze
De keuze van een klanksysteem is sterk afhankelijk van diverse omgevingsfactoren en de intentie van het evenement. Enkele cruciale overwegingen zijn:
* **Locatie-eigenschappen:**
* De aard van de ruimte (bijvoorbeeld paleis versus kantoorruimte, indoor versus outdoor) beïnvloedt de benodigde apparatuur en de akoestische uitdagingen [44](#page=44).
* Specifieke locaties zoals theaters, kerken, evenementenhallen of stretch tenten vereisen verschillende oplossingen [44](#page=44).
* **Ruimtekenmerken:**
* De grootte van de ruimte is een primaire factor bij het bepalen van de benodigde geluidscapaciteit en spreiding [44](#page=44) [45](#page=45).
* De akoestische situatie, inclusief galm en reflecties, moet worden geanalyseerd om de plaatsing en het type systeem te optimaliseren [44](#page=44) [45](#page=45).
* **Praktische overwegingen:**
* De beschikbare rigging mogelijkheden (ophangpunten) zijn essentieel voor de veilige installatie van luidsprekers [44](#page=44).
* **Evenementintentie:**
* De beoogde ervaring en het doel van het evenement (bijvoorbeeld concert, toespraak, achtergrondmuziek) sturen de keuzes in geluidskwaliteit en volume [44](#page=44).
### 6.2 Positionering van systemen
De correcte positionering van klanksystemen is net zo belangrijk als de materiaalkeuze zelf. Dit is nauw verbonden met de akoestiek van de ruimte [45](#page=45).
* **Akoestische analyse:** Het begrijpen van hoe geluid zich gedraagt in een specifieke ruimte is cruciaal voor een optimale geluidsweergave [45](#page=45).
* **Vergelijking van systemen:**
* **Line array systemen** bieden gecontroleerde verticale spreiding, wat gunstig kan zijn in ruimtes met veel reflecties, omdat ze het geluid gerichter naar het publiek kunnen sturen [45](#page=45).
* **Point source systemen** hebben een bredere, vaak meer diffuse spreiding en kunnen geschikt zijn voor kleinere ruimtes of specifieke toepassingen [45](#page=45).
> **Tip:** Een grondige site-visit en akoestische meting voorafgaand aan de materiaalkeuze en positionering kan significante problemen voorkomen en de geluidskwaliteit maximaliseren.
---
# Elektriciteit en vermogensberekeningen voor evenementen
Dit onderdeel van de studiehandleiding legt de fundamentele principes van elektriciteit uit en demonstreert hoe vermogen, zowel in Watt als kVA, wordt berekend om de stroomvoorziening van evenementen te waarborgen [48](#page=48).
### 7.1 Basisprincipes van elektriciteit
Elektriciteit wordt in een schakeling geleid wanneer er een spanning aanwezig is, wat tot stand komt door de aanwezigheid van weerstand [48](#page=48).
### 7.2 Terminologie en concepten
* **Aarding**: Een veiligheidsvoorziening die overtollige elektrische lading naar de aarde afvoert [50](#page=50).
* **Neutraal**: Een van de geleiders in een AC-stroomsysteem die fungeert als retourpad voor stroom [50](#page=50).
* **Fase**: Een geleider die de elektrische spanning levert [50](#page=50).
* **Mono Fase**: Een standaard wisselstroomvoorziening die doorgaans thuis wordt gebruikt [50](#page=50).
* **Drie Fase**: Een efficiëntere wisselstroomvoorziening die vaak wordt gebruikt voor zwaardere belastingen in commerciële en industriële toepassingen [50](#page=50).
* **DC (Direct Current)**: Gelijkstroom, waarbij de elektrische lading in één richting stroomt [50](#page=50).
* **AC (Alternating Current)**: Wisselstroom, waarbij de richting van de elektrische lading periodiek verandert [50](#page=50).
* **Spanning (U)**: De elektrische potentiële energie per eenheid lading, gemeten in Volt (V) [50](#page=50).
* **Stroom (I)**: De snelheid waarmee elektrische lading stroomt, gemeten in Ampere (A) [50](#page=50).
* **Vermogen (P)**: De snelheid waarmee elektrische energie wordt verbruikt of geleverd, gemeten in Watt (W) [50](#page=50).
* **kVA (kilovolt-ampère)**: Een eenheid van schijnbaar vermogen, die vaak wordt gebruikt bij AC-circuits en rekening houdt met de faseverschuiving tussen spanning en stroom [50](#page=50).
* **32 A 3P+N+E**: Een specificatie voor een drie-fase aansluiting met 32 Ampère, drie fasen, een neutrale geleider en aarding [50](#page=50).
### 7.3 Vermogensberekeningen
De basisformule voor het berekenen van elektrisch vermogen is:
$$P = U \times I$$
waarbij:
* $P$ het vermogen in Watt is [50](#page=50).
* $U$ de spanning in Volt is [50](#page=50).
* $I$ de stroom in Ampère is [50](#page=50).
Voor een driefaseaansluiting wordt de berekening aangepast met een factor $\sqrt{3}$:
$$P_{\text{driefase}} = U \times I \times \sqrt{3}$$
Voorbeeld: een 32 A driefaseaansluiting met 400 V [52](#page=52).
$$32 \text{ A} \times 400 \text{ V} \times \sqrt{3} \approx 22.170 \text{ W}$$ [52](#page=52).
#### 7.3.1 Beschikbaar en afgerond vermogen
Bij evenementen wordt vaak gewerkt met afgeronde vermogenswaarden voor aansluitingen om logistieke planning te vereenvoudigen.
| Aansluiting | Beschikbaar vermogen | Afgerond vermogen | Aantal Schuko stopcontacten (indicatief) |
| :---------------------- | :------------------- | :-------------------- | :--------------------------------------- |
| 16 A mono fase – Schuko | 3.680 W | 3.500 W – 3,5 kW | 1x |
| 32 A drie fase – CEE | 22.080 W | 20.000 W – 20 kW | 6x |
| 63 A drie fase – CEE | 43.470 W | 40.000 W – 40 kW | 12x |
| 125 A drie fase – CEE | 86.250 W | 80.000 W – 80 kW | 24x |
| 400 A drie fase – Powerlock | 276.000 W | 270.000 W – 270 kW | 78x |
#### 7.3.2 Omrekening naar kVA
Het schijnbare vermogen in kVA is vaak relevanter voor de totale belasting en wordt gebruikt bij het selecteren van generatoren. Een veelgebruikte vuistregel is om het gemeten vermogen in Watt om te rekenen naar kVA door te delen door 1000 en te vermenigvuldigen met een vermenigvuldigingsfactor (die rekening houdt met de arbeidsfactor). Echter, in de praktijk wordt vaak een directe omrekening met een factor toegepast voor benadering.
**Voorbeeld:** 41 kW wordt omgezet naar kVA:
41 kW $\approx$ 51,25 kVA [58](#page=58).
### 7.4 Voorbeelden van vermogensberekeningen voor evenementen
#### 7.4.1 Keuken
Hier wordt de totale benodigde stroom voor een keuken berekend, zowel op basis van beschikbare aansluitingen als op basis van het reële verbruik van apparatuur.
**Voorbeeld 1: Keuken - Berekening op basis van aansluitingen**
* 2x 32 A CEE aansluitingen: 2 x 20 kW = 40 kW [54](#page=54).
* 12x Schuko stopcontacten: 12 x 3,5 kW = 42 kW [54](#page=54).
* **Totaal op basis van aansluitingen**: 82 kW [54](#page=54).
**Voorbeeld 2: Keuken - Berekening op basis van reële vermogens**
* Combi steamer: 2x 16,1 kW = 32,2 kW (afgerond 2x 16 kW = 32 kW) [55](#page=55).
* Inductieplaat: 2x 3,5 kW = 7 kW [55](#page=55).
* Koelkast (Frigo): 10x 250 W = 2,5 kW [55](#page=55).
* **Totaal op basis van reële vermogens**: 41,7 kW [55](#page=55).
**Conclusie voor de keuken:**
Het benodigde vermogen kan aanzienlijk verschillen tussen de berekening op basis van aansluitingen (82 kW) en het reële verbruik (41 kW). Dit betekent dat er ofwel een 63 A aansluiting (40 kW) volstaat, ofwel twee 32 A aansluitingen (2x 20 kW = 40 kW) [56](#page=56).
#### 7.4.2 Generatorberekening
Bij het selecteren van een generator is het cruciaal om een marge in te calculeren voor last-minute toevoegingen, verlies door kabellengtes en andere onvoorziene factoren.
**Voorbeeld: Generator voor een keuken met 41 kW verbruik**
* Benodigd vermogen: 41 kW [58](#page=58).
* Omgerekend naar kVA: 41 kW $\approx$ 51,25 kVA [58](#page=58).
* Met een marge van 125%: 51,25 kVA x 1,25 $\approx$ 64,06 kVA [58](#page=58).
* **Advies generatorcapaciteit**: 65 kVA [58](#page=58).
#### 7.4.3 Oefening en voorbeeld berekening
Een oefening met verschillende apparatuur voor keuken en zaal wordt voorgesteld om de berekeningen te oefenen.
**Oefening:**
* **Keuken:**
* 2x Combi steamer: 16 kW [59](#page=59).
* 2x Borden warmer: 1,25 kW [59](#page=59).
* 1x Bain marie: 3,5 kW [59](#page=59).
* 6x Inductie plaat: 3,5 kW [59](#page=59).
* 4x Warmtebrug: 1,25 kW [59](#page=59).
* **Zaal:**
* 4x Koelkast: 250 W [59](#page=59).
* Drie buffetten met elk 2x warmtebrug [59](#page=59).
**Voorbeeld Berekening (op basis van reële vermogens):**
* **Keuken Totaal:**
* Steamers: 2x 16 kW = 32 kW [60](#page=60).
* Borden warmers: 2x 1,25 kW = 2,5 kW [60](#page=60).
* Bain marie: 1x 3,5 kW = 3,5 kW [60](#page=60).
* Inductieplaten: 6x 3,5 kW = 21 kW [60](#page=60).
* Warmtebrug: 4x 1,25 kW = 5 kW [60](#page=60).
* **Keuken Totaal:** 64 kW [60](#page=60).
* Aansluitingen: 125 A of 63 A + 32 A [60](#page=60).
* **Zaal Totaal:**
* Koelkasten: 4x 0,25 kW = 1 kW [60](#page=60).
* Warmtebrug: 6x 1,25 kW = 7,5 kW (van de buffetten) [60](#page=60).
* **Zaal Totaal:** 8,5 kW [60](#page=60).
* Aansluitingen: 32 A of 4x stopcontact [60](#page=60).
**Totale berekening voor de oefening:**
* Totaal verbruik: 64 kW (keuken) + 8,5 kW (zaal) = 72,5 kW [60](#page=60).
* Omgerekend naar kVA: 72 kW $\approx$ 90 kVA [60](#page=60).
* Met marge: 90 kVA x 1,25 $\approx$ 112,5 kVA [60](#page=60).
* **Advies generatorcapaciteit**: 112 kVA [60](#page=60).
> **Tip:** Het is cruciaal om onderscheid te maken tussen het theoretische vermogen van aansluitingen en het daadwerkelijke verbruik van apparatuur. Het daadwerkelijke verbruik is leidend voor de stroombehoefte [56](#page=56).
>
> **Tip:** Bij het plannen van de stroomvoorziening, vooral voor generatoren, is het essentieel om een royale marge (bv. 25%) in te calculeren om onverwachte pieken, verliezen en extra belastingen op te vangen [58](#page=58) [60](#page=60).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Pre-productie | De fase vóór de daadwerkelijke productie van een evenement, waarin planning, logistiek en detailafspraken worden gemaakt. |
| Materiaalbon | Een document dat de benodigde materialen en hun hoeveelheden specificieert voor een evenementproductie. |
| Laadlijst | Een lijst die gedetailleerd aangeeft welke apparatuur in welk voertuig geladen moet worden voor transport naar de locatie. |
| Technische tekening | Een gedetailleerde visuele representatie die technische specificaties van apparatuur, opstellingen of de evenementenlocatie weergeeft. |
| Opbouw | De fase waarin alle benodigde apparatuur en structuren op de evenementenlocatie worden geïnstalleerd en voorbereid voor het evenement. |
| Programmatie | Het proces van het plannen en coördineren van alle technische elementen van een evenement, zoals audio, licht en video. |
| Technische doorloop | Een oefening waarbij alle technische aspecten van een evenement, zoals cue’s, timing en overgangen, worden doorgenomen met het hele technische team. |
| Soundcheck | Het proces van het testen en afstellen van het geluidssysteem om ervoor te zorgen dat de audio optimaal klinkt voor het publiek en de artiesten. |
| Showtime | Het moment waarop het eigenlijke evenement plaatsvindt en de geplande programma-onderdelen worden uitgevoerd. |
| Afbouw | De fase na het evenement waarbij alle apparatuur en structuren worden gedemonteerd en de locatie wordt hersteld naar de oorspronkelijke staat. |
| Geluid | Energie die zich voortplant in golven door een medium, van een bron naar een ontvanger, met specifieke eigenschappen zoals frequentie en amplitude. |
| Medium (geluid) | Het materiaal (zoals lucht, water of staal) waardoor geluidsgolven zich kunnen voortplanten. |
| Bron (geluid) | Het object of de activiteit die geluid produceert, zoals een luidspreker, stem of handgeklap. |
| Ontvanger (geluid) | Het apparaat of orgaan dat geluid waarneemt, zoals een microfoon of het menselijk oor. |
| Frequentie (geluid) | Het aantal trillingen per seconde van een geluidsgolf, gemeten in Hertz (Hz), wat de toonhoogte bepaalt. |
| Golflengte | De afstand tussen twee opeenvolgende toppen of dalen van een geluidsgolf, gerelateerd aan frequentie en de snelheid van het geluid. |
| Menselijk gehoor | Het bereik van geluidsfrequenties dat een mens kan waarnemen, typisch van 20 Hz tot 20 kHz. |
| Decibel (dB) | Een logaritmische eenheid die wordt gebruikt om de intensiteit van geluid te meten; een toename van 3 dB komt overeen met een verdubbeling van de geluidsenergie. |
| dB(A) | Een A-gewogen meting van geluidsdruk die de gevoeligheid van het menselijk gehoor voor verschillende frequenties simuleert, voornamelijk gericht op middelhoge tot hoge frequenties. |
| dB(C) | Een C-gewogen meting van geluidsdruk die ook lage frequenties meeneemt, wat een betere indicatie geeft van geluidsniveaus bij bijvoorbeeld basgeluiden. |
| LAeq | Equivalent Continu Geluidsniveau, een maat die het gemiddelde geluidsdrukniveau over een bepaalde periode weergeeft. |
| Vlarem | Vlaamse Reglementering betreffende Milieu-economie, inclusief specifieke regels voor geluidsnormen bij evenementen. |
| Taakverdeling | De verdeling van specifieke verantwoordelijkheden en taken binnen een team, zoals bij de organisatie en uitvoering van een evenement. |
| System engineer | Een technicus die verantwoordelijk is voor het ontwerp, de realisatie en de inregeling van complexe technische systemen, zoals audiosystemen. |
| FOH technieker (Front of House) | De geluidsmonteur die verantwoordelijk is voor de geluidsbalans en -kwaliteit zoals die door het publiek wordt ervaren. |
| Monitor technieker | De geluidsmonteur die verantwoordelijk is voor de geluidsmix die artiesten op het podium horen via hun monitoren. |
| Prikker / Audio assistent | Een medewerker die ondersteuning biedt bij audiowerkzaamheden, vaak specifiek verantwoordelijk voor microfoons en headsets. |
| RF Technieker | Een specialist in radiofrequente (RF) systemen, die zich bezighoudt met draadloze apparatuur zoals microfoons en zenders. |
| Draadloze systemen | Technologieën die radiogolven gebruiken om signalen over te dragen zonder fysieke kabels, veel gebruikt voor microfoons en in-ear monitors. |
| TV Banden | Specifieke frequentiebereiken die worden gebruikt voor draadloze communicatie, zoals microfoonsystemen, en die gereguleerd worden door telecommunicatiewetgeving. |
| Workbench (Shure Wireless Workbench) | Software van Shure die wordt gebruikt voor het scannen en berekenen van optimale frequenties voor draadloze microfoonsystemen. |
| Headset microfoon | Een microfoon die aan een hoofdbeugel is bevestigd en vlak bij de mond van de gebruiker wordt geplaatst, waardoor de handen vrij blijven. |
| Handheld microfoon | Een traditionele microfoon die in de hand wordt gehouden, vaak gebruikt voor zang of spraak. |
| Klank systeem | De combinatie van luidsprekers, versterkers en audioprocessingapparatuur die wordt gebruikt om geluid te produceren en te distribueren. |
| Akoestiek | De studie van hoe geluid zich gedraagt in een ruimte, inclusief reflecties, absorptie en resonantie, wat de geluidskwaliteit beïnvloedt. |
| Line array | Een systeem van luidsprekers dat verticaal wordt gestapeld om een gecontroleerd geluidsprofiel te creëren dat zich goed verspreidt over een grote afstand. |
| Point source | Een luidspreker die geluid uitzendt vanuit één enkel punt, vaak gebruikt voor kleinere ruimtes of als aanvulling op een line array systeem. |
| Elektriciteit | De vorm van energie die wordt opgewekt door de beweging van geladen deeltjes, zoals elektronen. |
| Spanning (Volt, U) | De elektrische potentiaalverschil dat de kracht levert om elektrische ladingen door een circuit te laten bewegen. |
| Stroom (Ampere, I) | De hoeveelheid elektrische lading die per seconde door een geleider stroomt. |
| Vermogen (Watt, P) | De snelheid waarmee elektrische energie wordt verbruikt of geproduceerd, berekend als product van spanning en stroom ($P = U \times I$). |
| Aarding | Een veiligheidsverbinding die een elektrisch apparaat verbindt met de aarde om te voorkomen dat er gevaarlijke spanningen op de behuizing komen te staan. |
| Neutraal | Een van de geleiders in een elektriciteitssysteem die fungeert als retourpad voor de stroom en meestal op een laag potentieel is. |
| Fase | Een van de geleiders in een meerfasig elektriciteitssysteem (bijvoorbeeld een driefasensysteem) die de stroom levert aan de belasting. |
| Mono Fase | Een enkelvoudig wisselstroomsysteem met één fase- en één nulleider, typisch voor huishoudelijke toepassingen. |
| Drie Fase | Een wisselstroomsysteem dat bestaat uit drie afzonderlijke fasen, die elk een sinusvormige spanning leveren die 120 graden uit fase is met de andere fasen, gebruikt voor zwaardere belastingen. |
| DC (Direct Current) | Gelijkstroom, waarbij de elektrische lading altijd in dezelfde richting stroomt. |
| AC (Alternating Current) | Wisselstroom, waarbij de richting van de elektrische lading periodiek verandert. |
| kVA (kilovolt-ampère) | Een eenheid van schijnbaar vermogen, die wordt gebruikt om de totale capaciteit van een elektrische installatie aan te geven, inclusief zowel actief als reactief vermogen. |
| CEE | Een standaard voor industriële connectoren, vaak gebruikt voor het aansluiten van zwaardere elektrische belastingen zoals aggregaten en industriële machines. |
| Powerlock | Een robuust en veilig connectorsysteem voor het aansluiten van zeer zware elektrische vermogens, veel gebruikt in evenementen en theaterproducties. |
| Generator | Een apparaat dat mechanische energie omzet in elektrische energie, vaak gebruikt als back-up stroomvoorziening of op locaties zonder netstroom. |
| Marge (elektrisch) | Een extra capaciteit die wordt ingecalculeerd bij het dimensioneren van een elektrische installatie om onverwachte pieken in verbruik op te vangen. |