Corporate Law
Cover
1inleidingcursusVWWsept2024 notities.pptx
Summary
# Introductie tot vennootschaps- en verenigingsrecht
Dit document bevat de introductie tot het vennootschaps- en verenigingsrecht, met een focus op de juridische structuren voor privaatrechtelijke organisaties, de wetgeving die deze regelt, en de kernverschillen tussen vennootschappen, verenigingen en stichtingen.
## 1. Introductie tot vennootschaps- en verenigingsrecht
Vennootschaps- en verenigingsrecht bestudeert de juridische structuren die gebruikt worden om organisaties in het privaatrecht vorm te geven. Het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV), ingevoerd op 1 mei 2019 en volledig van kracht sinds 1 januari 2020, regelt deze materie. Dit recht is essentieel voor het begrijpen van organisaties die winst nastreven (vennootschappen) en organisaties met een belangeloos doel (verenigingen en stichtingen).
### 1.1 Juridische structuren voor privaatrechtelijke organisaties
Privaatrechtelijke organisaties kunnen gestructureerd worden via verschillende juridische vehikels. Velen hiervan zijn ondernemingen, wat verwijst naar een organisatie die goederen of diensten produceert met de bedoeling deze op een markt aan te bieden en financieel in stand te houden. De kern van het vennootschaps- en verenigingsrecht ligt in het bieden van juridische kaders voor deze organisaties.
### 1.2 Vennootschappen, verenigingen en stichtingen
De drie voornaamste organisatiestructuren binnen het privaatrecht zijn vennootschappen, verenigingen en stichtingen.
#### 1.2.1 Vennootschap
* **Doel:** Een vennootschap streeft winst na met haar activiteiten en heeft als primair doel deze winst onder haar leden (aandeelhouders of vennoten) te verdelen. Zelfs indien een vennootschap andere doelstellingen nastreeft, blijft winstuitkering een hoofdbedoeling.
* **Structuur:** Meestal een samenwerkingsverband tussen twee of meer personen die een doel willen bereiken, zoals het produceren en verkopen van goederen of diensten.
* **Juridische bestanddelen (art. 1:1 WVV):**
* Eén of meer vennoten.
* Een inbreng (art. 1:8 WVV), die een overdracht van een vermogensbestanddeel inhoudt in ruil voor winstaanspraak. Dit kan in geld of in natura (bv. vastgoed, knowhow).
* Een vermogen (zelfs indien geen rechtspersoonlijkheid, dan een "doelvermogen").
* Een doel: winstuitkering is verplicht.
* Een voorwerp: de nagestreefde activiteiten.
#### 1.2.2 Vereniging
* **Doel:** Verenigingen streven een "belangeloos doel" na. Dit betekent dat winst die door hun activiteiten wordt gemaakt, niet onder de leden mag worden verdeeld.
* **Structuur:** Een samenwerking tussen minstens twee leden (art. 1:2 WVV) gericht op een belangeloos doel.
* **Winst:** Hoewel verenigingen winst kunnen maken, is dit geen doel op zich. Uitkeringen zijn enkel toegestaan ten behoeve van de verwezenlijking van het belangeloze doel.
* **Niet-profitorgansiatie:** Ze behoren tot de non-profitsector.
#### 1.2.3 Stichting
* **Doel:** Net als verenigingen streven stichtingen een belangeloos doel na en mogen winst niet uitkeren aan leden.
* **Structuur:** Een eenzijdige rechtshandeling (art. 1:3 WVV) waarbij een stichter een deel van zijn vermogen aan een rechtspersoon toekent. Stichtingen hebben nooit leden, maar wel bestuurders.
* **Vermogen:** Het vermogen wordt afgesplitst en ingezet voor het belangeloze doel, overeenkomstig de wensen van de stichter. Het mag niet in het voordeel komen van de stichters, bestuurders of erfgenamen.
#### 1.2.4 Verhouding onderneming en vennootschap/vereniging/stichting
* Alle drie de rechtsvormen (vennootschap, vereniging, stichting) kunnen als onderneming in de zin van het Wetboek Economisch Recht (WER) worden beschouwd, omdat ze rechtspersonen zijn. Enkel ondernemingen kunnen failliet verklaard worden.
* Een onderneming is een feitelijke of economische realiteit, terwijl een vennootschap een juridische structuur en een rechtssubject is. Een onderneming als zodanig is geen rechtssubject en dus niet aanspreekbaar of sanctioneerbaar.
* Veel wetgeving is gericht tot "ondernemingen", maar om deze ten uitvoer te leggen, worden de bijbehorende vennootschappen aangesproken.
### 1.3 Wetgeving en rechtsbronnen
* **Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV):** De primaire wetgeving die vennootschappen, verenigingen en stichtingen regelt. Het verving het oude Wetboek van Vennootschappen en de VZW-wet.
* **Koninklijk Besluit (KB):** Regelde met name openbaarmakingsverplichtingen en de jaarrekening.
* **Fiscale wetgeving:** Cruciaal voor de fiscaal neutrale behandeling van inbrengen.
* **Statuten:** De basisregels die de werking van een vennootschap of vereniging bepalen en in overeenstemming moeten zijn met dwingend recht.
* **Aandeelhoudersovereenkomsten en corporate governance codes:** Aanvullende regels en aanbevelingen, vaak 'soft law', die de interne organisatie en bestuurspraktijken beïnvloeden.
### 1.4 Kernconcepten van vennootschapsrecht
* **Rechtspersoonlijkheid:** De erkenning van een organisatie als een zelfstandig rechtssubject, gescheiden van haar leden. Dit brengt rechten en plichten met zich mee en een eigen vermogen.
* **Aansprakelijkheid:**
* **Onbeperkte aansprakelijkheid:** Vennoten staan met hun privévermogen in voor de schulden van de vennootschap (bv. VOF, CommV).
* **Beperkte aansprakelijkheid:** De aansprakelijkheid van vennoten is beperkt tot hun inbreng (bv. BV, CV, NV). Dit principe is cruciaal om investeerders aan te trekken en stimuleert risicovolle investeringen (leverage).
* **Scheidingsprincipe (Asset Partitioning):** Twee componenten:
* **Entity shielding:** Aandeelhouders hebben geen rechten op het vermogen van de rechtspersoon; hun persoonlijke schuldeisers kunnen het vennootschapsvermogen niet aanspreken.
* **Owner shielding:** De schuldeisers van de vennootschap kunnen niet doorstoten naar het privévermogen van de aandeelhouders (bij beperkte aansprakelijkheid).
* **Inbreng:** De overdracht van vermogensbestanddelen in ruil voor winstparticipatie. Kan in geld of in natura.
* **Winstuitkering:** Het primaire doel van vennootschappen. Dit kan in de vorm van dividenden, inkoop van aandelen, kapitaalvermindering, of uittreding.
* **Doel en Voorwerp:**
* **Doel:** De drijfveer die de vennootschap animeert (bv. winst maken en verdelen).
* **Voorwerp:** De specifieke activiteiten die de vennootschap zal ondernemen om het doel te realiseren (omschreven in de statuten).
### 1.5 Functies van vennootschapsrecht
* **Faciliterend:** Het biedt modellen en 'default' afspraken (suppletief recht) om transactiekosten te besparen en de samenwerking tussen vennoten te regelen.
* **Paternalistisch:** Door middel van dwingend recht beschermt het stakeholders (zoals schuldeisers en werknemers) tegen elkaar en tegen negatieve externe effecten van de onderneming.
* **Structurerend:** Het biedt de juridische architectuur voor de organisatie van ondernemingen en het beheer van vermogen.
### 1.6 Belang van context en studieaanpak
* Een diepgaand begrip van vennootschapsrecht vereist inzicht in economische concepten, boekhoudrecht, en de bredere maatschappelijke impact van rechtsregels.
* Het examen zal casussen, theoretische vragen en 'waarom'-vragen bevatten, waarbij zowel de technische kennis als het begrip van de onderliggende principes worden getoetst.
* Het gebruik van een geannoteerde wetboek is essentieel, maar het is cruciaal om de wetgeving zelf te begrijpen en niet enkel te kopiëren.
> **Tip:** Begrijp de kernprincipes achter de regels. Waarom bestaat een bepaalde regel? Dit zal u helpen bij het analyseren van casussen en het beantwoorden van theoretische vragen.
> **Tip:** Lees de economische secties van kwaliteitskranten om de context van vennootschapsrecht te begrijpen. Dit helpt bij het leggen van verbanden en het voeren van een degelijke dialoog met professionals uit het werkveld.
### 1.7 Overzicht van vennootschapsvormen (WVV)
Het WVV categoriseert vennootschappen onder andere op basis van rechtspersoonlijkheid en aansprakelijkheid:
* **Personenvennootschappen (zonder RP, onbeperkte aansprakelijkheid):**
* Maatschap
* Vennootschap onder firma (VOF)
* Commanditaire vennootschap (CommV) - met beherende (onbeperkt aansprakelijk) en commanditaire vennoten (beperkt aansprakelijk).
* **Kapitaalvennootschappen (met RP, beperkte aansprakelijkheid):**
* Besloten vennootschap (BV) - flexibel, bedoeld voor de meeste beperkte-aansprakelijkheidsstructuren.
* Coöperatieve vennootschap (CV) - met nadruk op de coöperatieve principes en flexibele in- en uittreding.
* Naamloze vennootschap (NV) - structuur voor grotere ondernemingen, met vrije overdraagbaarheid van aandelen en vaak genoteerd aan de beurs.
* Erkende vennootschappen (bv. Erkende CV).
* **Europese rechtsvormen:**
* Europese vennootschap (SE).
* Europese coöperatieve vennootschap (SCE).
* Europees economisch samenwerkingsverband (EESV) - geen RP, onbeperkte aansprakelijkheid.
### 1.8 Speciale vermeldingen
* **Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid:** Hebben een eigen vermogen en zijn drager van rechten en plichten.
* **Maatschap:** Ondanks het ontbreken van rechtspersoonlijkheid, heeft het een eigen vermogen en is het beschermd tegen persoonlijke schuldeisers van vennoten, maar vennoten zijn wel onbeperkt aansprakelijk.
* **Genoteerde vennootschap:** Aandelen toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt. Onderworpen aan aanvullend en afwijkend vennootschapsrecht, met een focus op beleggerbescherming en governance.
* **Organisatie van openbaar belang (OOB):** Genoteerde vennootschappen, kredietinstellingen en verzekeringsmaatschappijen die omwille van hun systemisch belang aan strengere governance-regels zijn onderworpen.
* **Holdingvennootschap:** Een vennootschap die voornamelijk participaties in andere vennootschappen beheert.
* **Stichting:** Een vermogen met rechtspersoonlijkheid, zonder leden, bestemd voor een belangeloos doel. Private stichtingen kunnen ook economische activiteiten ontplooien, mits het belangeloze doel centraal blijft.
> **Definitie vennootschap (art. 1:1 WVV):** Een rechtspersoon of een organisatie zonder rechtspersoonlijkheid die, al dan niet met winstoogmerk, door een samenkomst van personen of door een eenzijdig rechtshandeling, een bepaald vermogen heeft dat bestemd is voor een bepaald doel, voor zover de wet dit mogelijk maakt.
> **Definitie vereniging (art. 1:2 WVV):** Een overeenkomst waarbij minstens twee leden activiteiten nastreven met een belangeloos doel, zonder uitkeringen te doen, tenzij voor de verwezenlijking van dit doel.
> **Definitie stichting (art. 1:3 WVV):** Een eenzijdige rechtshandeling waarbij een rechtspersoon wordt opgericht met een vermogen dat bestemd is voor een belangeloos doel, zonder leden en zonder rechtstreekse uitkeringen aan stichters of bestuurders.
---
# De onderneming als juridisch en economisch concept
Hier volgt een gedetailleerde studiehandleiding over de onderneming als juridisch en economisch concept, gebaseerd op de verstrekte documentatie.
## 2. De onderneming als juridisch en economisch concept
Dit document verkent de definitie van een onderneming vanuit diverse invalshoeken, inclusief de relatie met vennootschappen en de implicaties voor wetgeving en regulering.
### 2.1 De onderneming: een veelzijdig concept
De term "onderneming" kent geen uniforme juridische definitie, maar wordt wel algemeen begrepen binnen het Wetboek Economisch Recht (WER). Economisch gezien omvat een onderneming het geheel van mensen en middelen die worden ingezet om goederen of diensten te produceren en aan te bieden op een markt, met als doel zichzelf financieel in stand te houden. Dit impliceert dat er afnemers buiten de onderneming zijn.
#### 2.1.1 De definitie van de onderneming in het WER
Het WER definieert een onderneming in ruime zin. In beginsel vallen hieronder:
* **Alle privaatrechtelijke rechtspersonen:** Dit omvat vennootschappen met rechtspersoonlijkheid, verenigingen met rechtspersoonlijkheid en stichtingen.
* **Entiteiten zonder rechtspersoonlijkheid:** Deze worden als onderneming beschouwd, tenzij ze geen uitkeringsoogmerk hebben en ook feitelijk geen uitkeringen verrichten aan hun leden of personen met beslissende invloed op het beleid. Feitelijke verenigingen (zoals vakbonden of politieke partijen) vallen hier dus buiten. Maatschappen wel, omdat deze wel op winstuitkering gericht zijn.
* **Natuurlijke personen die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefenen.**
Enkele specifieke uitsluitingen zijn van toepassing, met name voor publiekrechtelijke rechtspersonen die geen goederen of diensten op een markt aanbieden, en voor diverse overheidsinstanties.
> **Tip:** Het is belangrijk te beseffen dat er specifieke definities van "onderneming" kunnen gelden binnen specifieke wetgevingen (bv. milieuwetgeving, sociale wetgeving) en ook binnen het WER zelf (bv. mededingingsrecht), die afwijken van de algemene definitie.
#### 2.1.2 De onderneming versus de vennootschap
Hoewel vaak verweven, zijn een onderneming en een vennootschap niet identiek.
* **Vennootschap:** Een vennootschap is primair een **juridische structuur en een rechtssubject**. Zij is titularis van rechten en plichten, heeft een eigen vermogen en kan gedwongen worden tot uitvoering van verbintenissen.
* **Onderneming:** Een onderneming is de **feitelijke of economische realiteit** die door de vennootschap wordt uitgebaat. Als zodanig is een onderneming geen rechtssubject en niet direct aanspreekbaar of sanctioneerbaar.
In de praktijk fungeert de vennootschap als het juridische vehikel waarbinnen de economische activiteit van de onderneming plaatsvindt. Regelgeving, zoals het mededingingsrecht, richt zich vaak tot de "onderneming" als normadresstaat, maar de sancties worden uiteindelijk op de vennootschappen (als rechtssubjecten) toegepast. Dit is met name relevant in groepen van vennootschappen, waar de gehele economische eenheid als één onderneming kan worden beschouwd en hoofdelijk aansprakelijk kan worden gesteld.
### 2.2 Vennootschappen, verenigingen en stichtingen: juridische organisatievormen
Het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV) regelt drie belangrijke categorieën van privaatrechtelijke organisatievormen: vennootschappen, verenigingen en stichtingen.
#### 2.2.1 Vennootschappen
Een vennootschap wordt gedefinieerd als een overeenkomst waarbij één of meer personen hun vermogen (inbreng) samenvoegen met het doel een bepaald vermogensvoordeel na te streven, in casu winstuitkering.
* **Kernbestanddelen:**
* **Vennoten:** Minstens één oprichter (afhankelijk van het type vennootschap).
* **Inbreng:** Overdracht van een vermogensbestanddeel (geld of in natura) in ruil voor winstaanspraak. Er is een onderscheid tussen inbreng in geld en inbreng in natura (die door een onafhankelijke expert moet worden gewaardeerd bij bepaalde vennootschappen). Inbreng in nijverheid (prestatie in de toekomst) is ook mogelijk en wordt beschouwd als een vorm van inbreng in natura.
* **Doel:** De hoofdbedoeling is winst maken en deze winst verdelen onder de vennoten (aandeelhouders).
* **Voorwerp:** De specifieke activiteiten die de vennootschap zal ontplooien om het doel te realiseren.
* **Vermogen:** Elke vennootschap heeft een eigen vermogen, zelfs zonder rechtspersoonlijkheid (een "doelvermogen").
* **Functies:** Vennootschappen worden gebruikt om samenwerking te structureren (bv. goederen produceren) of vermogen te beheren (bv. onroerend patrimonium).
* **Rechtspersoonlijkheid:** De meeste vennootschappen verkrijgen rechtspersoonlijkheid, wat hen tot een zelfstandig rechtssubject maakt met eigen rechten en plichten. Dit impliceert beperkte aansprakelijkheid voor de vennoten (behalve bij personenvennootschappen zoals de VOF en Comm.V.).
* **Winstuitkering:** Het recht op winst is een louter eventueel recht, afhankelijk van de winstgevendheid en het besluit van de algemene vergadering. Winstuitkering gebeurt meestal via dividenden, maar ook via aandeleninkoop of kapitaalvermindering.
#### 2.2.2 Verenigingen en stichtingen (non-profit sector)
Verenigingen en stichtingen delen het kenmerk van een **belangeloos doel**, wat betekent dat winstuitkering aan leden of stichters verboden is.
* **Verenigingen:** Vereisen minstens twee leden en streven een belangeloos doel na. Winst die wordt gemaakt, mag niet verdeeld worden onder de leden, maar moet ten goede komen aan het belangeloze doel.
* **Stichtingen:** Kenmerken zich door een eenzijdige rechtshandeling van een stichter die vermogen overdraagt aan de stichting. Ze hebben geen leden en streven eveneens een belangeloos doel na. Winst mag niet worden uitgekeerd aan stichters of bestuurders, maar moet ten dienste staan van het belangeloze doel.
> **Tip:** Hoewel verenigingen en stichtingen niet primair gericht zijn op winstuitkering, mogen ze wel economische activiteiten ontplooien en winst maken. Het cruciale onderscheid is de bestemming van deze winst.
### 2.3 De rol van het WVV en de wetgevingsgeschiedenis
Het WVV, ingevoerd in 2019, regelt vennootschappen, verenigingen en stichtingen. Het vervangt eerdere wetgevingen en brengt moderniseringen aan, waaronder een grotere flexibiliteit en aanpassing aan Europese richtlijnen. De wetgevingsgeschiedenis, beginnend bij het Napoleontische recht, toont een evolutie naar meer gestandaardiseerde en flexibele rechtsvormen.
### 2.4 Vennootschapsrecht in breder perspectief
Het vennootschapsrecht is nauw verbonden met andere rechtsdomeinen zoals verbintenissenrecht, boekhoudrecht en zakenrecht. Het bestuderen van vennootschapsrecht vereist een brede economische en maatschappelijke context.
* **Economische invalshoek:** Het vennootschapsrecht regelt de structuur van organisaties die economische waarde creëren. Kennis van boekhoudkundige begrippen en financiële concepten is essentieel.
* **Maatschappelijke invalshoek:** Vennootschappen beïnvloeden de maatschappij en verdelen macht en geld. Het begrijpen van de maatschappelijke impact van regelgeving is cruciaal.
* **Corporate governance:** Het vennootschapsrecht regelt de relaties tussen de diverse stakeholders (aandeelhouders, werknemers, schuldeisers, managers) en beheert potentiële belangenconflicten (agency conflicts).
### 2.5 Belangrijke concepten en mechanismen
* **Vermogen en rechtspersoonlijkheid:** De creatie van een rechtspersoon scheidt het vermogen van de vennootschap van dat van haar vennoten. Dit principe van "asset partitioning" beschermt zowel het vennootschapsvermogen tegen schuldeisers van de vennoten, als het privévermogen van de vennoten tegen schuldeisers van de vennootschap (beperkte aansprakelijkheid).
* **Beperkte versus onbeperkte aansprakelijkheid:** Dit is een cruciaal onderscheid. Vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid (bv. BV, NV) beschermen het privévermogen van de vennoten. Personenvennootschappen (bv. VOF) en maatschappen kennen daarentegen onbeperkte aansprakelijkheid, waarbij vennoten met hun privévermogen instaan voor de schulden.
* **Overdraging van aandelen:** De mate waarin aandelen vrij overdraagbaar zijn, bepaalt mede de openheid of beslotenheid van een vennootschap. Genoteerde vennootschappen (beursgenoteerde) hebben aandelen die vrij verhandelbaar zijn.
* **Fiscale voordelen:** Vennootschappen genieten vaak van een gunstiger fiscaal regime dan natuurlijke personen, hetgeen een belangrijke drijfveer is voor hun oprichting.
### 2.6 Categorieën van vennootschappen en hun kenmerken
Het WVV categoriseert vennootschappen op basis van verschillende criteria, zoals rechtspersoonlijkheid, openheid en aansprakelijkheid.
* **Personenvennootschappen:** (Maatschap, VOF, Comm.V.) - Kenmerkend is het belang van de persoon van de vennoot en onbeperkte aansprakelijkheid.
* **Kapitaalvennootschappen:** (BV, CV, NV) - Nadruk ligt op het ingebrachte kapitaal en meestal beperkte aansprakelijkheid.
* **Gereglementeerde vennootschappen:** (bv. Genoteerde vennootschappen, Organisaties van Openbaar Belang - OOB) - Onderworpen aan specifieke, strengere regels ter bescherming van beleggers en het financiële systeem.
### 2.7 De vennootschap als juridisch vehikel
Het vennootschapsrecht biedt een flexibel kader voor samenwerking en organisatie. De wet voorziet in suppletieve regels ("defaults") die transactiekosten besparen, maar ook in dwingende regels ter bescherming van stakeholders en ter bestrijding van externe nadelige effecten.
* **Meervoudige regulering:** Naast de wet spelen statuten, interne reglementen, aandeelhoudersovereenkomsten en corporate governance codes een belangrijke rol in de interne ordening van een vennootschap.
* **Functies van het vennootschapsrecht:**
* **Faciliterend:** Modellen en standaardregels aanbieden voor samenwerking.
* **Paternalistisch:** Bescherming bieden aan minder mondige stakeholders.
Dit overzicht biedt een solide basis voor het begrijpen van de onderneming als een juridisch en economisch concept, met de nadruk op de rol van vennootschappen, verenigingen en stichtingen binnen het Belgische rechtskader.
---
# Verschillende rechtsvormen: vennootschappen, verenigingen en stichtingen
Dit deel behandelt de kenmerken, definities en specifieke regels voor vennootschappen (profit), verenigingen en stichtingen (non-profit), inclusief hun juridische structuren en functies.
## 3. Verschillende rechtsvormen: vennootschappen, verenigingen en stichtingen
Vennootschappen, verenigingen en stichtingen zijn juridische structuren die gebruikt worden om organisaties vorm te geven. Ze worden geregeld door het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV), dat sinds 1 mei 2019 van kracht is en op 1 januari 2020 volledig van toepassing werd op bestaande rechtspersonen.
### 3.1 Kernbegrippen: vennootschap, vereniging en stichting
Deze drie rechtsvormen zijn privaatrechtelijke organisaties. Vaak structureren ze ondernemingen, wat gedefinieerd kan worden als een organisatie die goederen of diensten produceert en aanbiedt op een markt, met de bedoeling zichzelf financieel in stand te houden.
* **Vennootschap:** De vennootschap streeft winst na met haar activiteiten en beoogt de verdeling van deze winst onder de leden (aandeelhouders of vennoten). Zichzelf verrijken via de vennootschap is het hoofddoel.
* **Vereniging:** Een vereniging streeft een belangeloos doel na. Winst maken is mogelijk, maar deze mag niet verdeeld worden onder de leden. De winst moet ten goede komen aan het belangeloze doel van de vereniging.
* **Stichting:** Eveneens gericht op een belangeloos doel, maar gesticht door één of meer stichters die een deel van hun vermogen in de entiteit inbrengen. Een stichting heeft nooit leden en het ingebrachte vermogen wordt permanent bestemd voor het nagestreefde belangeloze doel. De winst mag niet ten voordele komen van de stichters, bestuurders of erfgenamen, noch mag deze gebruikt worden om anderen te verrijken.
#### 3.1.1 Onderneming versus rechtspersoon
Alle vennootschappen zijn ondernemingen in de zin van het Wetboek Economisch Recht (WER). Echter, niet alle ondernemingen zijn vennootschappen. Een onderneming is de feitelijke economische realiteit, terwijl een vennootschap de juridische structuur is die dit mogelijk maakt. Een onderneming is geen rechtssubject, maar een vennootschap wel, wat betekent dat zij rechten en plichten kan dragen, eigen vermogen kan bezitten en aansprakelijk kan worden gesteld.
**Tip:** Het is cruciaal om het verschil te begrijpen tussen de economische entiteit (onderneming) en de juridische structuur (vennootschap). Dit beïnvloedt de aansprakelijkheid en de mogelijkheid om juridische stappen te ondernemen.
### 3.2 Het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV)
Het WVV, ingevoerd in 2019, vervangt het oude Wetboek van vennootschappen (W.Venn.) en de VZW-wet. Het regelt vennootschappen, verenigingen en stichtingen.
* **Toepassingsgebied:** Het WVV is van toepassing op entiteiten opgericht na 1 mei 2019. Voor bestaande entiteiten werd het WVV van toepassing op 1 januari 2020. Statuten moesten aangepast worden aan de dwingende regels van het WVV, uiterlijk op 1 januari 2024.
* **Uitvoeringsbesluiten:** Naast het WVV zijn er uitvoeringsbesluiten, zoals het Koninklijk Besluit van 29 april 2019, dat voornamelijk openbaarmakingsverplichtingen en de jaarrekening regelt.
### 3.3 Essentiële bestanddelen van een vennootschap
Een vennootschap heeft, ongeacht of ze rechtspersoonlijkheid bezit of niet, een eigen vermogen ("doelvermogen"). De juridisch essentiële bestanddelen zijn:
* **Inbrengen:** Vermogensbestanddelen die door één of meer vennoten worden overgedragen aan de vennootschap in ruil voor winstaanspraak. Dit kan in geld of in natura. Inbrengen in natura, zoals onroerende goederen, moeten door een onafhankelijke expert worden gewaardeerd, zeker bij een NV en CV.
* **Inbreng in nijverheid:** Dit omvat de belofte om in de toekomst prestaties te leveren in ruil voor een deel van de winst. Dit is een vorm van inbreng in natura.
* **Doel:** De fundamentele drijfveer van de vennootschap, wat in de regel winst maken en deze uitkeren is.
* **Voorwerp:** De activiteiten die de vennootschap zal ondernemen om haar doel te realiseren. Dit moet in de handel zijn.
* **Winstuitkering:** De winst die een vennootschap maakt, moet vroeg of laat uitgekeerd kunnen worden aan de vennoten. Dit gebeurt meestal jaarlijks via dividenden, maar kan ook gereserveerd worden. Indirecte winstuitkeringen tegen manifest niet-marktconforme voorwaarden zijn verboden.
#### 3.3.1 Het recht op winstuitkering
Aandeelhouders hebben recht op een deel van de winst, maar dit is een louter eventueel recht. Het is afhankelijk van de winstgevendheid van de vennootschap en de beslissing van het bevoegde orgaan (meestal de algemene vergadering). Naast dividenden zijn er andere manieren om geld uit de vennootschap te halen, zoals inkoop van aandelen of kapitaalvermindering.
### 3.4 Functies en voordelen van vennootschappen
Vennootschappen dienen verschillende functies en bieden diverse voordelen:
* **Onderneming structureren:** Het organiseren van economische activiteiten, vaak gericht op winst.
* **Vermogen beheren:** Het beheren van activa, zoals onroerend goed, voor zowel particulieren als grote families.
* **Samenwerking:** Faciliteren van samenwerking tussen personen zonder ondergeschiktheid, waarbij talent en geld worden gebundeld.
* **Rechtspersoonlijkheid:** De vennootschap wordt erkend als een zelfstandig rechtssubject, onderscheiden van de vennoten. Dit vergemakkelijkt het rechtsverkeer, zoals het sluiten van contracten.
* **Aansprakelijkheidsbeperking:** In veel vennootschapsvormen (BV, CV, NV) zijn de vennoten niet persoonlijk aansprakelijk voor de schulden van de vennootschap (beperkte aansprakelijkheid). Bij vennootschappen zoals de VOF en Comm.V. is er echter onbeperkte aansprakelijkheid.
* **Fiscaliteit:** Vennootschappen genieten vaak van een lager tarief op winst dan natuurlijke personen.
* **"Asset partitioning" of "scheidingsprincipe":** Dit principe, ook wel "entity shielding" en "owner shielding" genoemd, houdt in dat het vermogen van de rechtspersoon gescheiden is van het privévermogen van de vennoten. Schuldeisers van de vennootschap kunnen enkel het vennootschapsvermogen aanspreken, en schuldeisers van een vennoot kunnen geen beslag leggen op het vennootschapsvermogen.
**Tip:** Het scheidingsprincipe is fundamenteel voor de werking van vennootschappen en beschermt zowel de vennootschap tegen privé schuldeisers van de vennoten, als de vennoten tegen schuldeisers van de vennootschap (in het geval van beperkte aansprakelijkheid).
### 3.5 Verschillende categorieën van vennootschappen
Het WVV onderscheidt verschillende categorieën vennootschappen, gebaseerd op rechtspersoonlijkheid en aansprakelijkheid.
#### 3.5.1 Vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid
* **Maatschap:** Een puur contractuele samenwerking zonder rechtspersoonlijkheid. Vereist geen geschrift en biedt onbeperkte aansprakelijkheid voor de vennoten. Heeft echter een eigen, apart vermogen. De identiteit van de vennoten is cruciaal (intuitu personae).
* **Vennootschap onder firma (VOF):** Een maatschap met rechtspersoonlijkheid. Vereist geschrift en openbaarmaking, maar kan onderhands zijn. De vennoten zijn extern steeds hoofdelijk aansprakelijk.
* **Commanditaire vennootschap (Comm.V.):** Een VOF met twee soorten vennoten:
* **Beherende vennoten:** Onbeperkt aansprakelijk en bevoegd als zaakvoerder.
* **Commanditaire vennoten:** Beperkt aansprakelijk als geldschieters.
#### 3.5.2 Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid en beperkte aansprakelijkheid
* **Besloten vennootschap (BV):** Ontworpen als de standaardvennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Zeer flexibel, zonder kapitaalplicht, en met ruime mogelijkheden voor aandelenoverdracht.
* **Coöperatieve vennootschap (CV):** Oorspronkelijk gericht op samenwerking en kostenbesparing, met kenmerken zoals "één vennoot, één stem" en een uittredingsrecht ten laste van het vennootschapsvermogen. Kan zich laten erkennen als "erkende CV" met specifieke fiscale voordelen en als sociale onderneming.
* **Naamloze vennootschap (NV):** Bedoeld als financieringsstructuur voor grotere ondernemingen, met een open structuur en vrije overdraagbaarheid van aandelen. De standaardvorm voor beursgenoteerde vennootschappen. Vereist een kapitaalplicht.
* **Erkende vennootschappen:** Een reeks vennootschappen die specifieke erkenning genieten met bijbehorende voordelen of regels (bv. erkende CV, landbouwonderneming).
* **Europese vennootschap (SE):** Een supranationale rechtsvorm die grensoverschrijdende samenwerking en verplaatsing van zetels faciliteert, met specifieke regels rondom werknemersparticipatie en bestuur.
* **Europese coöperatieve vennootschap (SCE):** Een Europese rechtsvorm voor coöperaties, met beperkt succes.
* **Europees economisch samenwerkingsverband (EESV):** Geen vennootschap met rechtspersoonlijkheid, maar een structuur voor grensoverschrijdende samenwerking ter ondersteuning van de activiteiten van haar leden.
#### 3.5.3 Specifieke vennootschapsvormen en hun kenmerken
* **Holdingvennootschap:** Een vennootschap die voornamelijk participaties in andere vennootschappen beheert.
* **Patrimoniumvennootschap:** Gericht op het beheren van vermogen, zoals onroerend goed.
* **Professionele vennootschap:** Vaak georganiseerd als een BV of CV, voor vrije beroepers.
* **Genoteerde vennootschap:** Aandelen toegelaten tot verhandeling op een gereglementeerde markt (beurs). Onderworpen aan aanvullend en afwijkend vennootschapsrecht, vooral op het gebied van governance en transparantie.
* **Organisatie van openbaar belang (OOB):** Naast genoteerde vennootschappen ook kredietinstellingen, verzekeringsmaatschappijen en vereffeningsinstellingen. Deze entiteiten zijn van "systemisch belang" en onderworpen aan strengere governance- en veiligheidsregels.
### 3.6 Verenigingen en stichtingen (non-profit)
Deze rechtsvormen vallen onder het non-profitsegment en zijn eveneens geïntegreerd in het WVV.
#### 3.6.1 Verenigingen
* **Algemene kenmerken:** Geregeld in Deel 3, Boek 9 (VZW) en Boek 10 (IVZW) van het WVV. Kenmerkend is het belangeloze doel, waarbij winst niet verdeeld mag worden, maar wel kan worden gemaakt ter continuïteit van de activiteiten. Uitkeringen zijn enkel toegestaan ten behoeve van het belangeloze doel.
* **Feitelijke verenigingen:** Geen rechtspersoonlijkheid, waardoor de leden hoofdelijk aansprakelijk zijn. Vaak opereren ze met een statutaire bestuursregeling.
* **Verenigingen met rechtspersoonlijkheid:**
* **Vereniging zonder winstoogmerk (VZW):** Geregeld in Boek 9 WVV. Vroeger waren commerciële activiteiten verboden, nu is de kern dat de opbrengsten exclusief aan het belangeloze doel besteed moeten worden.
* **Internationale vereniging zonder winstoogmerk (IVZW):** Geregeld in Boek 10 WVV, met een doel van internationaal nut en erkenning bij Koninklijk Besluit.
#### 3.6.2 Stichtingen
* **Algemene kenmerken:** Geregeld in Boek 11 van het WVV. Kenmerken zijn een vermogen met rechtspersoonlijkheid, zonder leden, en een belangeloos doel. Uitkeringen zijn enkel toegestaan ten behoeve van dit doel.
* **Private stichting:** Kan ook economische activiteiten ontplooien, maar deze moeten verenigbaar blijven met het belangeloze doel. Particuliere stichtingen zijn onderworpen aan een (lichte) vermogensbelasting, tenzij het vermogen voornamelijk uit aandelen bestaat.
* **Publieke stichting:** Heeft specifiek in de wet opgesomde doelstellingen en geniet fiscale voordelen.
**Tip:** Bij zowel verenigingen als stichtingen is het "asset lock" principe belangrijk. Dit betekent dat bij ontbinding het resterende vermogen naar een vergelijkbare non-profit entiteit moet gaan.
### 3.7 Opbouw van het WVV
Het WVV is opgedeeld in vijf delen, met verschillende boeken die specifieke onderwerpen behandelen:
* **Deel 1:** Algemene bepalingen voor vennootschappen, verenigingen en stichtingen, inclusief jaarrekeningrecht en gemeenschappelijke regels voor rechtspersonen.
* **Deel 2:** Specifieke regels per vennootschapsvorm (personenvennootschappen, BV, CV, NV, erkende vennootschappen).
* **Deel 3:** Regels voor verenigingen en stichtingen.
* **Deel 4:** Herstructureringen en omzettingen.
* **Deel 5:** Europese rechtsvormen.
---
# Juridische principes en de functie van het vennootschapsrecht
Dit onderwerp verkent de fundamentele juridische principes die ten grondslag liggen aan vennootschappen, verenigingen en stichtingen, evenals de functies die het vennootschapsrecht vervult.
## 4. Het juridisch kader: vennootschappen, verenigingen en stichtingen
Het vennootschapsrecht regelt privaatrechtelijke organisatievormen zoals vennootschappen, verenigingen en stichtingen. Deze structuren worden voornamelijk beheerst door het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV), dat sinds 1 mei 2019 van kracht is.
### 4.1 Vennootschappen, verenigingen en stichtingen: kernmerken
* **Vennootschap**: Een samenwerkingsverband tussen twee of meer personen (of één persoon in specifieke gevallen) dat tot doel heeft winst te maken met activiteiten en deze winst onder de leden (aandeelhouders of vennoten) te verdelen.
* **Vereniging**: Een samenwerking voor een belangeloos doel, waarbij winst gemaakt mag worden, maar deze niet onder de leden mag worden verdeeld.
* **Stichting**: Een door één stichter opgerichte rechtspersoon met een belangeloos doel, die geen leden heeft. Het vermogen van de stichting is bestemd voor het nagestreefde doel en mag niet ten voordele komen van stichters, bestuurders of erfgenamen.
### 4.2 De onderneming in het recht
Het begrip "onderneming" is cruciaal in het recht, met name in het Wetboek Economisch Recht (WER).
* **Definitie in het WER**: Omvat elke natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent, elke rechtspersoon, en elke andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid, behoudens specifieke uitzonderingen (zoals organisaties zonder uitkeringsoogmerk of publiekrechtelijke rechtspersonen die geen goederen of diensten op een markt aanbieden).
* **Vennootschap als onderneming**: Alle vennootschappen zijn ondernemingen in de zin van het WER, ongeacht hun activiteiten. Echter, niet alle ondernemingen zijn vennootschappen.
* **Onderneming versus vennootschap**: De onderneming is een feitelijke/economische realiteit, terwijl de vennootschap de juridische structuur en het rechtssubject is waarbinnen de onderneming opereert. Alleen rechtssubjecten kunnen aansprakelijk worden gesteld.
* **Normadressaat van regulering**: Veel wetgeving (bv. mededingingsrecht, milieurecht) richt zich tot "ondernemingen", maar om de naleving af te dwingen, worden de eraan verbonden rechtssubjecten (vennootschappen) aangesproken.
### 4.3 De vennootschap: essentiële bestanddelen
Volgens het WVV (art. 1:1) omvat een vennootschap de volgende juridische bestanddelen:
* **Eén of meer vennoten**: De oprichters of latere aandeelhouders/vennoten.
* **Inbreng**: De overdracht van een vermogensbestanddeel (in geld of in natura) in ruil voor een winstaanspraak.
* **Inbreng in geld**: Volledige overdracht van een geldbedrag.
* **Inbreng in natura**: Overdracht van andere vermogensbestanddelen (bv. vastgoed, knowhow, licenties) die door een onafhankelijke expert gewaardeerd moeten worden bij bepaalde vennootschapsvormen (bv. NV, CV).
* **Inbreng in nijverheid**: De belofte om toekomstige prestaties te leveren in ruil voor een deel van de winst, zonder directe vergoeding. Dit wordt beschouwd als een vorm van inbreng in natura.
* **Vermogen**: De vennootschap beschikt over een eigen vermogen, zelfs indien zij geen rechtspersoonlijkheid bezit (een zogenaamd "doelvermogen").
* **Doel**: De drijfveer die de vennoten animeert, in principe winst maken en deze uitkeren.
* **Voorwerp**: De specifieke activiteiten die de vennootschap onderneemt om het doel te realiseren.
### 4.4 Winstuitkering en het scheidingsprincipe
* **Winstuitkering**: Het recht op een deel van de winst is een louter eventueel recht dat afhankelijk is van het maken van winst en een beslissing daartoe door het bevoegde orgaan (meestal de algemene vergadering). Dit kan gebeuren via dividenden, inkoop van aandelen, kapitaalvermindering, of uittreding.
* **Onrechtstreekse uitkering**: Transacties met de vennootschap tegen manifest niet-marktconforme voorwaarden worden beschouwd als een onrechtstreekse winstuitkering en zijn verboden voor non-profit organisaties.
* **Het scheidingsprincipe ("asset partitioning")**: Dit principe, ook wel bekend als "entity shielding" en "owner shielding", scheidt het vermogen van de rechtspersoon van het privévermogen van de vennoten en hun persoonlijke schuldeisers.
* **Entity shielding**: Aandeelhouders en hun schuldeisers hebben geen rechten op het vermogen van de rechtspersoon en kunnen de werking ervan als *going concern* niet verstoren.
* **Owner shielding**: Schuldeisers van de vennootschap kunnen niet zomaar doorstoten naar het privévermogen van de aandeelhouders (dit is de kern van de beperkte aansprakelijkheid).
### 4.5 Functies van het vennootschapsrecht
Het vennootschapsrecht vervult twee hoofdfuncties:
* **Faciliterende functie**: Het biedt een "modelsjabloon" voor samenwerking, met *default* (suppletieve) regels die transactiekosten besparen. Het WVV biedt standaardoplossingen voor zaken die partijen vergeten te regelen in hun contracten of statuten.
* **Paternalistische functie**: Het stelt dwingend recht vast ter bescherming van verschillende stakeholders (aandeelhouders, schuldeisers, werknemers) tegen elkaar en ter bestrijding van negatieve externaliteiten, zoals *moral hazard*.
### 4.6 Gradaties van vermogensafscheiding
Er bestaan verschillende gradaties van vermogensafscheiding, van louter contractuele afspraken tot de strikte scheiding bij rechtspersonen:
* **Gewone mede-eigendom**: Schuldeisers van een deelgenoot kunnen over diens aandeel beschikken na verdeling.
* **Boedelgemeenschap**: Deelgenoten hebben enkel recht op het geheel van goederen, niet op individuele goederen. Hun schuldeisers hebben niet meer rechten op het vermogen dan de deelgenoot zelf.
* **Maatschap**: Ondanks het ontbreken van rechtspersoonlijkheid, is het vermogen beschermd tegen persoonlijke schuldeisers van de vennoten. Wel blijven de vennoten persoonlijk aansprakelijk voor de schulden van de maatschap.
* **Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid**: Deze kennen een strikte vermogensafscheiding. Het vermogen van de vennootschap is exclusief voorbehouden voor schuldeisers van de vennootschap.
### 4.7 Beperkte versus onbeperkte aansprakelijkheid
De aansprakelijkheid van vennoten kan beperkt of onbeperkt zijn:
* **Onbeperkte aansprakelijkheid**: Vennoten staan met hun persoonlijk vermogen in voor de schulden van de vennootschap (bv. Maatschap, VOF, Comm.V.). Zij zijn geen subsidiaire schuldenaars, maar hun verbintenis is gelijk aan die van de vennootschap.
* **Beperkte aansprakelijkheid**: Vennoten zijn enkel aansprakelijk tot beloop van hun inbreng (bv. BV, CV, NV). Dit geldt logischerwijs voor contractuele schulden, maar ook, zij het academisch betwist, voor schulden uit onrechtmatige daad.
#### 4.7.1 Het effect van leverage
Vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid kunnen *leverage* (schuldfinanciering) aantrekkelijk maken. Door geleend geld te gebruiken naast eigen vermogen, kan het *Return on Equity* (ROE) worden verhoogd, aangezien de winsten ten goede komen aan de aandeelhouders, terwijl het risico van verlies beperkt blijft tot hun inbreng.
### 4.8 Typen vennootschappen en hun kenmerken
Het WVV kent verschillende vennootschapsvormen, elk met specifieke kenmerken:
* **Maatschap**: Puur contractueel, geen rechtspersoonlijkheid, onbeperkte aansprakelijkheid, maar wel een apart vermogen.
* **Vennootschap onder firma (VOF)**: Een maatschap met rechtspersoonlijkheid, geschrift en publiciteit vereist, vennoten hoofdelijk en onbeperkt aansprakelijk.
* **Commanditaire vennootschap (Comm.V.)**: VOF met twee soorten vennoten: beherende vennoten (onbeperkt aansprakelijk) en commanditaire vennoten (geldschieters, beperkt aansprakelijk).
* **Besloten vennootschap (BV)**: De standaard vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, gekenmerkt door flexibiliteit, geen kapitaalplicht, en mogelijke uittrede ten laste van het vennootschapsvermogen.
* **Coöperatieve vennootschap (CV)**: Oorspronkelijk gericht op ondersteuning van de activiteiten van vennoten, met kenmerken als 1 vennoot, 1 stem en vlotte in- en uittreding. Een "erkende CV" geniet fiscale voordelen en kan zich laten erkennen als sociale onderneming.
* **Naamloze vennootschap (NV)**: Bedoeld als financieringsstructuur voor grotere ondernemingen, met een open structuur, vrije overdraagbaarheid van aandelen en een kapitaalplicht. Vaak genoteerd op de beurs.
* **Europese vennootschap (SE)**: Een supranationale rechtsvorm met rechtspersoonlijkheid en beperkte aansprakelijkheid, bedoeld voor grensoverschrijdende activiteiten.
### 4.9 Overige juridische entiteiten
Naast vennootschappen regelt het WVV ook verenigingen en stichtingen:
* **Verenigingen (met en zonder rechtspersoonlijkheid)**: Nastreven van een belangeloos doel, geen winstverdeling toegelaten. Feitelijke verenigingen hebben geen rechtspersoonlijkheid en hun leden zijn onbeperkt aansprakelijk. Verenigingen met rechtspersoonlijkheid (VZW, IVZW) hebben een eigen vermogen en specifieke regels voor hun organisatie en bestuur.
* **Stichtingen**: Een vermogen met rechtspersoonlijkheid, opgericht door een stichter voor een belangeloos doel. Ze hebben geen leden en beschikken over een college van bestuur.
### 4.10 Regulering van vennootschappen
De werking van vennootschappen wordt op verschillende niveaus gereguleerd:
* **Wet (WVV)**: Dwingend en suppletief recht.
* **Statuten**: De basiswerkingsregels die de oprichters vastleggen.
* **Intern reglement**: Aanvullende werkingsregels die door het bestuur kunnen worden gewijzigd.
* **Aandeelhoudersovereenkomsten**: Contracten tussen specifieke aandeelhouders over bv. aandelenoverdracht of stemafspraken.
* **Corporate governance codes**: Aanbevelingen voor de interne bestuursorganisatie, met name voor genoteerde vennootschappen ("comply or explain").
* **Noteringsvoorwaarden**: Voorwaarden die worden opgelegd aan bedrijven die hun aandelen op de beurs willen verhandelen.
* **Contracten met stakeholders**: Afspraken met bv. kredietverschaffers, inclusief *covenants*.
## 5. De functie van het vennootschapsrecht: principes en toepassing
### 5.1 Rechtspersoonlijkheid: een fundamenteel principe
Rechtspersoonlijkheid is het vermogen om zelfstandig drager te zijn van rechten en plichten, een eigen vermogen te hebben en procesbekwaam te zijn. Dit voordeel wordt enkel door de wetgever verleend en is cruciaal voor het functioneren van rechtspersonen in het rechtsverkeer.
### 5.2 Het "scheidingsprincipe" in detail
Het scheidingsprincipe, ook wel "asset partitioning" genoemd, scheidt het vermogen van de rechtspersoon van dat van haar leden.
* **Entity shielding**: De vennoten hebben geen directe rechten op de goederen die het vermogen van de rechtspersoon vormen. Hierdoor kan de werking van de vennootschap als *going concern* niet worden verstoord door persoonlijke schuldeisers van de vennoten.
* **Owner shielding**: Dit voegt de beperkte aansprakelijkheid toe, waarbij de schuldeisers van de vennootschap niet kunnen doorstoten naar het privévermogen van de vennoten.
### 5.3 Aansprakelijkheid: onbeperkt versus beperkt
* **Onbeperkte aansprakelijkheid**: De vennoten staan met hun persoonlijk vermogen in voor de schulden van de vennootschap. Dit is het geval bij maatschappen, VOF's en commanditaire vennootschappen (voor de beherende vennoten).
* **Beperkte aansprakelijkheid**: De aansprakelijkheid van de vennoten is beperkt tot hun inbreng. Dit geldt voor BV's, CV's en NV's.
#### 5.3.1 Risico-asymmetrie en leverage
De beperkte aansprakelijkheid creëert een risico-asymmetrie, waarbij vennoten winst kunnen maximaliseren met het geld van anderen (schuldeisers) en hun verlies beperkt blijft tot hun inbreng. Dit stimuleert het gebruik van *leverage* (schuldfinanciering) om het rendement op eigen vermogen te verhogen.
### 5.4 De vennootschap als financieringsstructuur
* **Kapitaalvennootschappen (NV, BV)**: Ontworpen om kapitaal aan te trekken, met name de NV als financieringsstructuur voor grotere ondernemingen. De vrije overdraagbaarheid van aandelen bevordert de aantrekkelijkheid voor investeerders.
* **Personenvennootschappen (Maatschap, VOF, Comm.V.)**: Meer gericht op de identiteit van de vennoten (*intuitu personae*).
### 5.5 Fiscaal voordeel van vennootschappen
Vennootschappen genieten vaak van een gunstiger fiscaal regime dan natuurlijke personen, met lagere vennootschapsbelastingtarieven en verschillende mechanismen om de totale belastingdruk op winsten te optimaliseren.
### 5.6 De betekenis van "corporate purpose"
Recentelijk is er een discussie ontstaan over het "corporate purpose", de bredere doelstelling van een vennootschap naast winstmaximalisatie, zoals duurzame ontwikkeling en de belangen van alle stakeholders.
### 5.7 Structuur van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV)
Het WVV is opgebouwd uit vijf delen die verschillende aspecten regelen, van algemene bepalingen en specifieke vennootschapsvormen tot herstructureringen en Europese rechtsvormen.
---
> **Tip:** Begrijp de fundamentele principes zoals rechtspersoonlijkheid, het scheidingsprincipe, en de aard van aansprakelijkheid. Deze vormen de basis voor het analyseren van vennootschapsrechtelijke casussen. De functies van het vennootschapsrecht (faciliterend en paternalistisch) helpen om de achterliggende motivatie van de wet te begrijpen.
> **Voorbeeld:** Een aandeelhouder van een NV die in financiële moeilijkheden verkeert, zal zijn privévermogen niet hoeven aan te spreken om de schulden van de NV te voldoen, dankzij het principe van de beperkte aansprakelijkheid en het scheidingsprincipe. De schuldeisers kunnen enkel het vermogen van de NV aanspreken.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Vennootschaps- en verenigingsrecht | Het rechtsgebied dat de oprichting, werking, rechten en plichten regelt van vennootschappen (organisaties die winst nastreven en uitkeren) en verenigingen (organisaties met een belangeloos doel zonder winstuitkering). |
| Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV) | De Belgische wetgeving die sinds 2019 de juridische structuren voor privaatrechtelijke organisaties zoals vennootschappen, verenigingen en stichtingen regelt. |
| Privaatrechtelijke organisatievormen | Juridische structuren die worden gebruikt om organisaties te structureren en te besturen, zoals vennootschappen, verenigingen en stichtingen. |
| Onderneming | Een organisatie die goederen of diensten produceert en aanbiedt op een markt, met de bedoeling zichzelf financieel in stand te houden (going concern), en die juridisch gezien de meeste vennootschappen en een groot deel van de verenigingen omvat. |
| Rechtspersoonlijkheid | Het juridisch statuut dat een organisatie toekent als een zelfstandig subject van rechten en plichten, onderscheiden van haar leden of aandeelhouders, waardoor zij bijvoorbeeld contracten kan sluiten en gedagvaard worden. |
| Vennootschap | Een privaatrechtelijke organisatievorm die hoofdzakelijk gericht is op het nastreven en verdelen van winst onder haar leden (aandeelhouders of vennoten) via hun inbreng. |
| Vereniging | Een privaatrechtelijke organisatievorm die een belangeloos doel nastreeft zonder winstuitkering aan haar leden, hoewel winst maken op economisch vlak wel mogelijk is. |
| Stichting | Een privaatrechtelijke organisatievorm zonder leden, opgericht door een stichter die vermogen heeft ingebracht voor een belangeloos doel, waarbij het vermogen permanent is toegewezen aan dit doel. |
| Inbreng | De overdracht van een vermogensbestanddeel (in geld of natura) door een vennoot of aandeelhouder aan een vennootschap, in ruil voor een aanspraak op winstdeling en deelname aan het risico van de vennootschap. |
| Doel | De algemene drijfveer of oogmerk dat een vennootschap, vereniging of stichting nastreeft; bij vennootschappen is dit primair winstuitkering, bij verenigingen en stichtingen een belangeloos doel. |
| Voorwerp | De specifieke activiteiten die een vennootschap, vereniging of stichting onderneemt om haar doel te realiseren, zoals omschreven in de statuten. |
| Aandeel | Een juridisch recht dat een vennoot of aandeelhouder bezit in een vennootschap, wat hen recht geeft op een deel van de winst en deelname in het kapitaal, afhankelijk van de waarde van hun inbreng. |
| Dividend | De uitkering van winst aan aandeelhouders of vennoten van een vennootschap, meestal in geld, als beloning voor hun inbreng en het gedragen risico. |
| Beperkte aansprakelijkheid | Een juridisch principe waarbij de persoonlijke vermogens van de aandeelhouders of leden van een vennootschap beschermd zijn tegen schulden van de vennootschap, zodat zij enkel aansprakelijk zijn tot het bedrag van hun inbreng. |
| Onbeperkte aansprakelijkheid | Een juridisch principe waarbij de vennoten van een vennootschap (zoals een VOF of maatschap) persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk zijn voor alle schulden van de vennootschap, met hun gehele privévermogen. |
| Rechtspersoonlijkheid | De juridische eigenschap die een entiteit toelaat om zelfstandig rechten en plichten te dragen, te procederen en eigen vermogen te bezitten, los van de personen die eraan verbonden zijn. |
| Scheidingsprincipe (Asset Partitioning) | Het principe dat het vermogen van een rechtspersoon gescheiden is van het privévermogen van haar aandeelhouders of leden, wat zowel 'entity shielding' (bescherming van het vennootschapsvermogen tegen schuldeisers van de aandeelhouders) als 'owner shielding' (bescherming van het privévermogen van de aandeelhouders tegen schuldeisers van de vennootschap) omvat. |
| Agency conflicts | Belangenconflicten die kunnen ontstaan tussen verschillende belanghebbenden (stakeholders) binnen een vennootschap, zoals aandeelhouders, bestuurders en werknemers, waarbij de ene partij handelt in eigen belang ten koste van de andere. |
| Statuten | De basisregels die de oprichting, organisatie en werking van een vennootschap, vereniging of stichting regelen, vastgelegd in een oprichtingsakte. |
| Corporate governance | Het systeem van regels, praktijken en processen waarmee een vennootschap wordt bestuurd en gecontroleerd, met als doel het waarborgen van efficiëntie, transparantie en verantwoordelijkheid ten opzichte van alle belanghebbenden. |
| Maatschap | Een contractuele samenwerkingsvorm zonder rechtspersoonlijkheid, waarbij vennoten hun middelen en/of kennis bundelen om een gezamenlijk doel te bereiken, vaak voor specifieke projecten of als structuur voor vermogensbeheer. |
| VOF (Vennootschap onder firma) | Een vennootschap met rechtspersoonlijkheid waarbij alle vennoten onbeperkt hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schulden van de vennootschap en actief betrokken zijn bij het beheer. |
| CommV (Commanditaire vennootschap) | Een vennootschapsvorm met rechtspersoonlijkheid die twee soorten vennoten kent: de beherende vennoten met onbeperkte aansprakelijkheid en de commanditaire vennoten (geldschieters) met beperkte aansprakelijkheid. |
| BV (Besloten vennootschap) | Een vennootschap met rechtspersoonlijkheid en beperkte aansprakelijkheid, gekenmerkt door flexibiliteit in structuur en aandelenoverdracht, ontworpen voor een breed scala aan ondernemingen. |
| NV (Naamloze vennootschap) | Een vennootschap met rechtspersoonlijkheid en beperkte aansprakelijkheid, bedoeld voor grotere ondernemingen, met vrije overdraagbaarheid van aandelen en vaak gebruikt voor beursnoteringen. |
| CV (Coöperatieve vennootschap) | Een vennootschap met rechtspersoonlijkheid en beperkte aansprakelijkheid, gericht op het ondersteunen van de activiteiten van haar leden (vaak klanten of leveranciers) en gekenmerkt door een 'één vennoot, één stem'-principe en een flexibele in- en uittreding. |
| Europese vennootschap (SE) | Een supranationale rechtsvorm die het mogelijk maakt voor bedrijven om grensoverschrijdend te opereren binnen de Europese Unie met een geharmoniseerde juridische structuur, met behoud van nationale wetgeving voor specifieke aspecten. |
| Feitelijke vereniging | Een samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid, waarbij leden onbeperkt aansprakelijk zijn voor de verbintenissen van de vereniging en die vaak een statutaire regeling van het vermogen kent. |
| VZW (Vereniging zonder winstoogmerk) | Een vereniging met rechtspersoonlijkheid die een belangeloos doel nastreeft, zonder winstuitkering aan leden, en waarbij de opbrengsten exclusief aan dit doel worden besteed. |
| IVZW (Internationale vereniging zonder winstoogmerk) | Een internationale vereniging met rechtspersoonlijkheid, erkend voor doelen van internationaal nut, met een eigen statuut en regels die afwijken van de nationale VZW. |
| Wisselwerking tussen onderneming en vennootschap | Het onderscheid en de relatie tussen de economische realiteit van een onderneming en de juridische structuur van een vennootschap; de vennootschap is een rechtssubject, terwijl de onderneming een feitelijke/economische entiteit is die vaak het normadres is van regelgeving. |
| Juridisch-technische invalshoek | De benadering van vennootschapsrecht die zich richt op de technische regels, procedures en de structuur van juridische entiteiten, in tegenstelling tot economische, sociologische of normatieve perspectieven. |
| Transactiekosten | Kosten die gemaakt worden bij het tot stand komen en uitvoeren van economische transacties, zoals de kosten van informatievergaring, onderhandeling en het opstellen van contracten; het vennootschapsrecht helpt deze te reduceren door standaardmodellen te bieden. |
| Dwingend recht | Regels in de wetgeving die niet door partijen kunnen worden afgeweken, vaak ter bescherming van zwakkere partijen of het algemeen belang, zoals bepaalde regels in het vennootschapsrecht ter bescherming van aandeelhouders en schuldeisers. |
| Suppletief recht (default rules) | Regels in de wetgeving die van toepassing zijn tenzij de partijen anders overeenkomen in hun contracten of statuten, bedoeld om de transactiekosten te verlagen door standaardoplossingen te bieden. |
| Vermogensbeheer | Het beheren van activa, zoals onroerend goed of financiële instrumenten, vaak via een vennootschapsstructuur om organisatorische en fiscale voordelen te realiseren. |
| Fusie | Een juridische transactie waarbij twee of meer vennootschappen samensmelten tot één nieuwe vennootschap, of waarbij de ene vennootschap de andere overneemt. |
| Holdingvennootschap | Een vennootschap die voornamelijk aandelen of deelnemingen in andere vennootschappen bezit en beheert, in plaats van zelf operationele activiteiten uit te oefenen. |
| Patrimoniumvennootschap | Een vennootschap waarvan het primaire doel het beheren van een vermogen is, zoals vastgoed of financiële activa, in plaats van het direct uitbaten van een handelsonderneming. |
| Certificering | Een juridische operatie waarbij aandelen van een vennootschap worden ingebracht in een stichting (of een andere entiteit), en certificaten van die stichting worden uitgegeven aan de begunstigden, wat controle en vermogensplanning mogelijk maakt. |
| Rechtsverkeer | Het geheel van juridische transacties en relaties die plaatsvinden tussen rechtssubjecten in een rechtsorde, zoals het sluiten van contracten, het voeren van rechtsgedingen en het verrichten van rechtshandelingen. |
| Schuldeiser | Een persoon of entiteit die een vordering heeft op een ander persoon of entiteit voor een bedrag aan geld of de nakoming van een verplichting. |
| Aandeelhouder | Een persoon of entiteit die aandelen bezit in een vennootschap, en daarmee mede-eigenaar is en recht heeft op een deel van de winst en het vermogen van de vennootschap. |
| UBO-register (Ultimate Beneficial Owner) | Een register waarin de uiteindelijke begunstigden van vennootschappen en andere juridische entiteiten worden geregistreerd, met als doel het tegengaan van witwassen en terrorismefinanciering. |
| KBO (Kruispuntbank van Ondernemingen) | Een centraal Belgisch register waarin alle ondernemingen, ongeacht hun rechtsvorm, worden geregistreerd, wat zorgt voor transparantie en identificatie. |
| Kapitaalmarktrecht | Het rechtsgebied dat zich bezighoudt met de regels voor het aantrekken van financiering via de kapitaalmarkten, zoals de uitgifte van aandelen en obligaties, met als doel beleggersbescherming. |
| Prospectus | Een juridisch document dat gedetailleerde informatie bevat over een vennootschap en de effecten die zij aanbiedt aan het publiek, bedoeld om potentiële beleggers te informeren. |
| Handel met voorkennis | Het kopen of verkopen van effecten op basis van niet-openbare informatie die de koers van de effecten aanzienlijk kan beïnvloeden, wat illegaal is. |
| Marktmanipulatie | Acties die gericht zijn op het kunstmatig beïnvloeden van de prijzen van financiële instrumenten, bijvoorbeeld door het verspreiden van misleidende informatie of het uitvoeren van transacties om een prijsillusie te creëren. |
| OOB (Organisatie van openbaar belang) | Entiteiten die vanwege hun omvang, systeemrelevantie of aard van hun activiteiten (zoals banken, verzekeraars en beursgenoteerde vennootschappen) aan strengere governance-regels worden onderworpen om de stabiliteit van het financiële systeem te waarborgen. |
| Personenvennootschap | Een vennootschapsvorm waarbij de identiteit van de vennoten cruciaal is, zoals een maatschap of VOF, en waar vaak onbeperkte aansprakelijkheid geldt. |
| Kapitaalvennootschap | Een vennootschapsvorm, zoals een NV, waarbij de focus ligt op de inbreng van kapitaal en de aandelen vrij overdraagbaar zijn, met beperkte aansprakelijkheid voor de aandeelhouders. |
| Typendwang | Het principe dat de wetgever specifieke rechtsvormen definieert met vaste kenmerken, en dat deze vormen niet contractueel mogen worden "denatureren" of de kenmerken van andere vormen mogen aannemen. |
| Boedelgemeenschap | Een juridische toestand waarbij een gemeenschap van goederen bestaat, zoals bij een huwelijksgemeenschap of een onverdeelde nalatenschap, die beheerd en uiteindelijk verdeeld wordt. |
| Non-profitsector | Het deel van de economie dat bestaat uit organisaties die geen winstuitkering nastreven, zoals verenigingen en stichtingen, en die zich richten op maatschappelijke, culturele, sociale of andere belangeloze doelen. |
| Belangeloos doel | Een doelstelling van een organisatie die niet gericht is op het direct of indirect bevoordelen of verrijken van haar leden, bestuurders of stichters, maar op maatschappelijke, culturele of sociale doeleinden. |
| Bestuurdersaansprakelijkheid | De aansprakelijkheid die bestuurders van een vennootschap kunnen dragen voor hun handelingen of nalatigheden die schade veroorzaken aan de vennootschap, aandeelhouders, schuldeisers of derden. |
| Vergunningsplicht | De wettelijke vereiste om een officiële goedkeuring of licentie te verkrijgen van een bevoegde autoriteit voordat bepaalde activiteiten mogen worden uitgevoerd. |
| Fusie door overname | Een fusievorm waarbij één vennootschap de andere overneemt, waardoor de overgenomen vennootschap ophoudt te bestaan of opgaat in de overnemende vennootschap. |
| Fusie door oprichting van een nieuwe vennootschap | Een fusievorm waarbij twee of meer vennootschappen samensmelten om een volledig nieuwe juridische entiteit te vormen, waarbij de oorspronkelijke vennootschappen ophouden te bestaan. |
| Grensoverschrijdende zetelverplaatsing | Het proces waarbij een vennootschap haar statutaire zetel verplaatst van het ene EU-lidstaat naar het andere, met behoud van haar rechtspersoonlijkheid en de continuïteit van haar activiteiten. |
| Dubbel bestuur (Dual Board System) | Een bestuursmodel, zoals toegepast bij de Europese Vennootschap (SE) in België, waarbij er twee aparte raden zijn: een Raad van Toezicht die toezicht houdt en een Directieraad die de dagelijkse leiding heeft. |
| Europees economisch samenwerkingsverband (EESV) | Een juridische structuur die bedoeld is om grensoverschrijdende samenwerking tussen ondernemingen uit verschillende EU-lidstaten te faciliteren, gericht op het ondersteunen van hun activiteiten en het optimaliseren van kosten, zonder zelf winst te maken. |
Cover
1inleidingcursusVWWsept2024.pptx
Summary
# Inleiding tot vennootschaps- en verenigingsrecht
Dit document biedt een gedetailleerde inleiding tot het Belgische vennootschaps- en verenigingsrecht, waarbij de basisprincipes, structuren en hun onderlinge verschillen worden uiteengezet.
## 1. Inleiding tot vennootschaps- en verenigingsrecht
Het vennootschaps- en verenigingsrecht regelt juridische structuren voor privaatrechtelijke organisaties. Het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV), ingevoerd op 1 mei 2019 en van kracht per 1 januari 2020 voor bestaande vennootschappen, vormt de kernwetgeving. Dit recht heeft betrekking op vennootschappen, verenigingen en stichtingen.
### 1.1 Juridische structuren voor privaatrechtelijke organisaties
Deze juridische structuren zijn overal aanwezig, van grote internationale bedrijven tot lokale verenigingen. Ze dienen verschillende doelen, variërend van winstmaximalisatie tot het nastreven van belangeloze doelen.
#### 1.1.1 Vennootschappen
* **Doelstelling:** Het primaire doel van een vennootschap is het nastreven van winst en het verdelen van deze winst onder haar leden, de aandeelhouders of vennoten. Dit resulteert in de profitsector.
* **Winstuitkering:** Vennootschappen zijn verplicht om winst uit te keren aan hun leden; indien dit niet tot doel heeft, kan men geen vennootschap zijn.
* **Inbreng:** Vennoten doen een inbreng (in geld of natura) in ruil voor een winstaanspraak en mogelijk stemrecht.
#### 1.1.2 Verenigingen
* **Doelstelling:** Verenigingen streven een "belangeloos doel" na, wat betekent dat de verrijking van de leden geen primair doel is. Ze mogen wel winst maken, maar deze winst mag niet worden verdeeld onder de leden. Winst die gemaakt wordt, moet geherinvesteerd worden in het belangeloze doel.
* **Winstverdeling:** Juridisch bestaat er een verbod op winstverdeling aan leden.
* **Leden:** Een vereniging heeft leden.
#### 1.1.3 Stichtingen
* **Doelstelling:** Stichtingen hebben eveneens een belangeloos doel. Ze worden opgericht door één stichter die een deel van zijn vermogen aan de stichting geeft.
* **Vermogen:** Een stichting heeft een afgesplitst vermogen dat overeenkomstig de wensen van de stichter wordt ingezet voor een belangeloos doel. Dit vermogen is permanent afgestaan.
* **Leden:** Een stichting heeft nooit leden, maar wel een bestuur.
* **Bestuur:** Het bestuur, aangewezen door de stichter, beheert het vermogen om het belangeloze doel te dienen. Het vermogen mag nooit gebruikt worden voor het financieel voordeel van de stichter, erfgenamen of bestuursleden.
### 1.2 Onderscheid tussen vennootschappen en verenigingen
Het belangrijkste onderscheid ligt in het **winstoogmerk**. Vennootschappen streven winst na en keren deze uit, terwijl verenigingen en stichtingen winst niet mogen verdelen onder hun leden.
### 1.3 De onderneming in het vennootschaps- en verenigingsrecht
Volgens het Wetboek Economisch Recht (WER) zijn alle vennootschappen, verenigingen en stichtingen **ondernemingen**, met uitzondering van bepaalde publiekrechtelijke rechtspersonen die geen goederen of diensten aanbieden op een markt. Economisch gezien zijn de meeste vennootschappen en een deel van de verenigingen ook ondernemingen. Stichtingen zijn daarentegen vaak gericht op vermogensbeheer.
### 1.4 De wetgeving
* **Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV):** Dit wetboek, ingevoerd door de wet van 23 maart 2019, regelt vennootschappen, verenigingen en stichtingen. Het vervangt de oude Wetboeken van Vennootschappen en de VZW-wet.
* **Inwerkingtreding:** Vanaf 1 mei 2019 voor nieuw opgerichte entiteiten, en vanaf 1 januari 2020 voor bestaande entiteiten.
* **Aanpassing statuten:** Bestaande entiteiten moesten hun statuten aanpassen bij de eerste statutenwijziging en uiterlijk op 1 januari 2024.
* **Koninklijk Besluit van 29 april 2019:** Regelt voornamelijk openbaarmakingsverplichtingen en de jaarrekening.
* **Fiscale Wet van 17 maart 2019:** Vooral ter verzekering van fiscaal neutrale terugname van inbrengen.
### 1.5 Belangrijke concepten en kenmerken
* **Organisatie:** Een structuur met zekere permanentie, die functioneert op basis van een gezagsstructuur en gericht is op het structureren van een onderneming of het beheren van vermogen.
* **Rechtspersoonlijkheid:** De erkenning als zelfstandig rechtsubject, met eigen rechten en plichten, een eigen vermogen en de mogelijkheid om in rechte op te treden. Dit biedt voordelen zoals aansprakelijkheidsbeperking.
* **Scheidingsprincipe (Asset Partitioning):** Een cruciale scheiding tussen het vermogen van de rechtspersoon en dat van haar leden/vennoten.
* **Entity shielding:** Bescherming van het vennootschapsvermogen tegen persoonlijke schuldeisers van de aandeelhouders.
* **Owner shielding:** Beperkte aansprakelijkheid, waarbij het privévermogen van de aandeelhouders beschermd is tegen schuldeisers van de vennootschap.
* **Doel vs. Voorwerp:**
* **Doel (raison d'être):** De drijfveer, de oogmerk van de entiteit (bv. winst maken en verdelen).
* **Voorwerp (objet):** De activiteiten die worden ondernomen om het doel te realiseren (bv. het produceren en verkopen van goederen).
* **Inbreng:** De overdracht van een vermogensbestanddeel (in geld of natura) aan de entiteit in ruil voor een aanspraak op winstdeelname. Een "nijverheidsinbreng" betreft de belofte van toekomstige prestaties.
* **Winstuitkering:** Kan in de vorm van dividenden (in geld of soms natura), inkoop van aandelen, kapitaalvermindering, of uittreding plaatsvinden. Er is ook een verbod op onrechtstreekse winstuitkeringen.
* **Functies van vennootschapsrecht:**
* **Faciliterend:** Biedt modelsjablonen en suppletief recht om transactiekosten te besparen.
* **Paternalistisch:** Dwingend recht ter bescherming van stakeholders en bestrijding van negatieve externaliteiten.
### 1.6 Categorieën van vennootschappen
Het WVV kent verschillende vennootschapsvormen, die onder meer kunnen worden onderscheiden op basis van de aansprakelijkheid van de vennoten en de aanwezigheid van rechtspersoonlijkheid:
* **Personenvennootschappen:**
* Maatschap (geen RP, onbeperkte aansprakelijkheid, eigen vermogen, geen organen, 1 vennoot = 1 stem).
* Vennootschap onder firma (VOF) (RP, onbeperkte hoofdelijke aansprakelijkheid van vennoten, geschrift en publiciteit vereist).
* Comm inaire vennootschap (CommV) (RP, met beherende (onbeperkt) en stille (beperkt) vennoten).
* **Kapitaalvennootschappen:**
* Besloten vennootschap (BV) (RP, beperkte aansprakelijkheid, flexibel, geen kapitaalplicht).
* Coöperatieve vennootschap (CV) (RP, beperkte aansprakelijkheid, flexibel, kan erkend worden als sociale onderneming).
* Naamloze vennootschap (NV) (RP, beperkte aansprakelijkheid, kapitaalplicht, bedoeld voor grotere ondernemingen, vrije aandelenoverdracht).
* **Erkende vennootschappen:** Landbouwondernemingen, erkende CV's en sociale ondernemingen genieten specifieke regimes.
* **Europese vennootschap (SE):** Een supranationale rechtsvorm met specifieke vormingswijzen en regels.
* **Europese economische samenwerkingsverband (EESV):** Bestaat om samenwerking tussen ondernemingen uit verschillende lidstaten te ondersteunen, zonder zelf een vennootschap te zijn.
### 1.7 Verenigingen en stichtingen (non-profit sector)
Deze entiteiten, geregeld in Deel 3 van het WVV, hebben een belangeloos doel en mogen winst niet verdelen.
* **Verenigingen:**
* **Feitelijke verenigingen:** Loutere overeenkomsten zonder rechtspersoonlijkheid, met onbeperkte aansprakelijkheid van leden.
* **Verenigingen met rechtspersoonlijkheid:**
* VZW (Vereniging zonder winstoogmerk): Vereist oprichtingsakte en registratie, nastreven van belangeloos doel, geen winstverdeling.
* Internationale vereniging zonder winstoogmerk (IVZW): Vereist erkenning door het Ministerie van Justitie.
* **Stichtingen:**
* **Private stichting:** Opgericht door één stichter via authentieke akte, eigen vermogen, belangeloos doel, geen leden, beperkingen op winstuitkeringen.
* **Openbare stichting:** Vereist erkenning bij koninklijk besluit, gericht op in de wet opgesomde doelstellingen.
De tekst benadrukt ook het belang van de context, de economische realiteit, en de juridisch-technische benadering van het vennootschapsrecht, en geeft praktische studietips voor het examen.
---
# Wetgeving en historische context van vennootschapsrecht
Dit deel behandelt de huidige Belgische wetgeving inzake vennootschaps- en verenigingsrecht, met specifieke aandacht voor het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV), de bijhorende uitvoeringsbesluiten, fiscale wetgeving, en de historische evolutie van dit rechtsdomein in België.
### 2.1 Huidige wetgeving
De huidige wetgeving betreffende vennootschappen, verenigingen en stichtingen wordt voornamelijk beheerst door het **Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV)**. Dit wetboek, ingevoerd door de wet van 23 maart 2019, trad in werking op 1 mei 2019 voor nieuw opgerichte entiteiten. Voor reeds bestaande vennootschappen, verenigingen en stichtingen werd de toepassing van het WVV gefaseerd ingevoerd, met de volledige toepasselijkheid op 1 januari 2020. Bestaande entiteiten moesten hun statuten aanpassen bij de eerste statutenwijziging na 1 januari 2020, en uiterlijk tegen 1 januari 2024. Dwingende wetsbepalingen uit het WVV waren al van kracht vanaf 1 januari 2020, ook al waren de statuten nog niet aangepast.
Naast het WVV zijn er ook **uitvoeringsbesluiten** van kracht, met name het Koninklijk Besluit van 29 april 2019, dat voornamelijk de openbaarmakingsverplichtingen en de jaarrekening regelt.
De **fiscale wetgeving**, zoals de wet van 17 maart 2019, speelt ook een rol, onder andere om fiscaal neutrale terugname van inbrengen te verzekeren die niet langer als kapitaal worden geboekt.
#### 2.1.1 Het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV)
Het WVV vervangt het oudere Wetboek van vennootschappen (W.Venn. uit 1999) en de VZW-wet van 1921, die zowel verenigingen als stichtingen regelde. Het WVV regelt drie hoofdcategorieën van privaatrechtelijke rechtspersonen:
* **Vennootschappen:** Privaatrechtelijke organisaties die (meestal) gericht zijn op winstmaximalisatie en winstverdeling onder hun leden (aandeelhouders of vennoten).
* **Verenigingen:** Privaatrechtelijke organisaties die een belangeloos doel nastreven. Hoewel ze winst mogen maken, is er een juridisch verbod op de verdeling van deze winst onder de leden.
* **Stichtingen:** Privaatrechtelijke organisaties die eveneens een belangeloos doel nastreven en door één stichter zijn opgericht met een deel van diens vermogen. Stichtingen hebben geen leden.
Het WVV is gestructureerd in vijf delen:
* **Deel 1:** Algemene bepalingen betreffende vennootschappen, verenigingen en stichtingen, inclusief boekhoudkundige begrippen, gemeenschappelijke regels voor rechtspersonen (zoals openbaarmakingsformaliteiten, nietigheid, bestuurdersaansprakelijkheid, geschillenregeling) en jaarrekeningrecht.
* **Deel 2:** Vennootschappen (personenvennootschappen, BV, CV, NV, erkende vennootschappen).
* **Deel 3:** Verenigingen en stichtingen (VZW, IVZW, stichtingen).
* **Deel 4:** Herstructureringen en omzettingen van vennootschappen, verenigingen en stichtingen.
* **Deel 5:** Europese rechtsvormen (Europese vennootschap - SE, Europese coöperatieve vennootschap, Europees economisch samenwerkingsverband - EESV).
#### 2.1.2 Definities volgens het WVV
* **Vennootschap (Art. 1:1 WVV):** Een rechtspersoon opgericht door één of meer vennoten die een inbreng doen in ruil voor een winstaanspraak. Een vennootschap heeft een vermogen, een doel (drijfveer, bv. winst maken en verdelen) en een voorwerp (de activiteiten om het doel te realiseren).
* **Vereniging (Art. 1:2 WVV):** Een overeenkomst tussen minstens twee leden die bepaalde activiteiten nastreven met een belangeloos doel. Er mogen geen winstuitkeringen plaatsvinden, tenzij voor de realisatie van het belangeloos doel.
* **Stichting (Art. 1:3 WVV):** Een eenzijdige rechtshandeling waarbij een vermogen met rechtspersoonlijkheid wordt gecreëerd. Een stichting heeft geen leden en het vermogen is bestemd voor een belangeloos doel. Winstuitkeringen zijn eveneens verboden, tenzij voor het belangeloos doel.
### 2.2 Historische evolutie van het vennootschapsrecht in België
De historische ontwikkeling van het Belgische vennootschapsrecht kent verschillende fasen:
* **Vroege regeling (Napoleontische periode):** Vennootschappen werden oorspronkelijk geregeld in het Burgerlijk Wetboek (BW) van 1804 (maatschap zonder rechtspersoonlijkheid) en het Wetboek van Koophandel (Wb. Koophandel) van 1806 (commerciële vennootschappen met rechtspersoonlijkheid).
* **Eerste Belgische vennootschapswet (1873):** Deze wet introduceerde de Naamloze Vennootschap (NV) met beperkte aansprakelijkheid en vrij verhandelbare aandelen. Ook de coöperatieve vennootschap werd voor het eerst wettelijk gereguleerd.
* **Introductie van de BVBA (1935):** De Besloten Middenstandsvennootschap (nu Besloten Vennootschap - BV) werd ingevoerd, gericht op kleinere ondernemingen.
* **Europese harmonisatie (jaren '70 en '80):** Het vennootschapsrecht werd ingrijpend gewijzigd door een reeks Europese harmonisatierichtlijnen, voornamelijk gericht op de NV, maar de principes werden vaak ook op de BVBA toegepast (zogenaamde "goldplating").
* **Codificatie (1999):** Het Wetboek van vennootschappen (W.Venn.) bracht het vennootschapsrecht uit het BW en W. Kh. samen in één aparte wet. De VZW-wet van 1921 bleef echter apart bestaan.
* **Modernisering en WVV (2019):** Een grote modernisering leidde tot de invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV), dat de VZW-wet vervangt en een meer geïntegreerde aanpak biedt voor vennootschappen, verenigingen en stichtingen. De flexibilisering van vennootschapsvormen, zoals de afschaffing van de kapitaalplicht voor de BV en CV, is een belangrijk kenmerk van deze hervorming.
### 2.3 Kernconcepten en onderscheidingen
#### 2.3.1 Vennootschap, vereniging en stichting
* **Vennootschap:** Streeft winst na en kan deze winst verdelen onder de aandeelhouders. Vormt de *profitsector*.
* **Vereniging:** Streeft een belangeloos doel na. Mag winst maken, maar mag deze niet verdelen onder de leden. Vormt een deel van de *non-profitsector*.
* **Stichting:** Heeft eveneens een belangeloos doel, maar wordt opgericht door één stichter die een deel van zijn vermogen overdraagt aan de stichting. Heeft nooit leden.
#### 2.3.2 Onderneming en vennootschap
Hoewel de termen vaak door elkaar worden gebruikt, is er een juridisch onderscheid:
* **Onderneming:** Een economisch begrip, gedefinieerd in het Wetboek Economisch Recht (WER) als elke natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent, elke rechtspersoon, en elke andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid (tenzij zonder uitkeringsoogmerk). Ondernemingen zijn in principe onderworpen aan regelgeving zoals mededingingsrecht.
* **Vennootschap:** Een juridische structuur, vaak een rechtspersoon, die optreedt als drager van rechten en plichten. Alle vennootschappen zijn ondernemingen in de zin van het WER, maar niet alle ondernemingen zijn vennootschappen.
#### 2.3.3 Het scheidingsprincipe (asset partitioning)
Dit principe houdt in dat er een scheiding is tussen het vermogen van de rechtspersoon en dat van haar leden/aandeelhouders. Dit heeft twee componenten:
* **Entity shielding:** Het vermogen van de rechtspersoon is enkel aanspreekbaar door schuldeisers van de rechtspersoon zelf. Schuldeisers van individuele aandeelhouders kunnen geen beslag leggen op het vermogen van de rechtspersoon.
* **Owner shielding:** Bij vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, kunnen de schuldeisers van de rechtspersoon geen beslag leggen op het privévermogen van de aandeelhouders. Dit beperkt het risico voor de aandeelhouders.
#### 2.3.4 Beperkte versus onbeperkte aansprakelijkheid
* **Onbeperkte aansprakelijkheid:** De vennoten staan met hun persoonlijk vermogen in voor de schulden van de vennootschap (bv. maatschap, VOF).
* **Beperkte aansprakelijkheid:** De aansprakelijkheid van de vennoten is beperkt tot hun inbreng (bv. BV, CV, NV). Dit is een cruciaal voordeel van rechtspersonen.
#### 2.3.5 Gradaties van vermogensafscheiding
Vermogensafscheiding is niet altijd absoluut en kent gradaties, afhankelijk van de rechtsvorm. Zelfs bij een maatschap zonder rechtspersoonlijkheid kan er een zekere vorm van vermogensafscheiding bestaan door de inbreng van goederen in een (actieve) boedelgemeenschap.
### 2.4 De functies van het vennootschapsrecht
Het vennootschapsrecht vervult verschillende functies:
* **Faciliterend:** Het biedt modellen (suppletief recht, "defaults") voor samenwerking, wat transactiekosten drukt doordat partijen niet alles zelf hoeven uit te onderhandelen.
* **Paternalistisch:** Het bevat dwingende regels ter bescherming van stakeholders (aandeelhouders, schuldeisers, werknemers) en ter bestrijding van negatieve externaliteiten en *moral hazard*.
* **Structurerend:** Het biedt juridische kaders voor zowel vermogensbeheer als de structurering van ondernemingen.
### 2.5 De verschillende rechtsvormen
Het WVV regelt diverse vennootschapsvormen, met onderscheidingen gebaseerd op aansprakelijkheid en kapitaal:
#### 2.5.1 Personenvennootschappen
Gekenmerkt door *intuitu personae* (de persoon van de vennoot is van essentieel belang). De vennoten zijn onbeperkt aansprakelijk.
* **Maatschap:** Puur contractueel, geen rechtspersoonlijkheid. Vereist geen geschrift voor de oprichting, maar een geschrift is aanbevolen voor bewijsredenen. De vennoten zijn hoofdelijk en onbeperkt aansprakelijk. Kan fungeren als een quasi-rechtspersoon door registratie in KBO.
* **Vennootschap onder firma (VOF):** Maatschap met rechtspersoonlijkheid. Vereist een geschrift (mag onderhands zijn) en openbaarmaking. Vennoten zijn extern steeds hoofdelijk aansprakelijk.
* **Commanditaire vennootschap (Comm.V.):** VOF met twee soorten vennoten: beherende vennoten (onbeperkt aansprakelijk, mogen bestuurshandelingen stellen) en commanditaire vennoten (beperkt aansprakelijk, geldschieters).
#### 2.5.2 Kapitaalvennootschappen
Gekenmerkt door *intuitu pecuniae* (de inbreng is van primair belang) en beperkte aansprakelijkheid.
* **Besloten Vennootschap (BV):** De meest flexibele vorm met beperkte aansprakelijkheid. Geen kapitaalplicht meer. De aandelen zijn, tenzij anders bepaald, niet vrij overdraagbaar. Ideaal voor KMO's en familiebedrijven.
* **Coöperatieve Vennootschap (CV):** Oorspronkelijk gericht op ondersteuning van de activiteiten van de vennoten (bv. via ristorno's). Kenmerkt zich door soepele in- en uittrede. Een "echte" CV moet voldoen aan specifieke voorwaarden, met name een beperkte winstuitkering. Erkende CV's genieten fiscale voordelen.
* **Naamloze Vennootschap (NV):** Gericht op grotere ondernemingen en financiering via kapitaalmarkten. Vereist een minimumkapitaal en heeft een open structuur met vrij verhandelbare aandelen. Vaak gebruikt voor beursgenoteerde ondernemingen.
#### 2.5.3 Erkende vennootschappen
Sommige vennootschapsvormen kunnen erkend worden door de overheid, wat specifieke voordelen of regels met zich meebrengt (bv. erkende CV, landbouwonderneming).
#### 2.5.4 Europese rechtsvormen
* **Europese vennootschap (SE):** Een supranationale rechtsvorm bedoeld voor grote ondernemingen die grensoverschrijdend actief zijn. Vereist een minimumkapitaal en heeft specifieke governance-regels.
* **Europese coöperatieve vennootschap (SCE):** Vergelijkbaar met de CV, maar met een Europese dimensie.
* **Europees economisch samenwerkingsverband (EESV):** Bedoeld voor grensoverschrijdende samenwerking om de activiteiten van de leden te ondersteunen, met onbeperkte aansprakelijkheid.
### 2.6 Verenigingen en Stichtingen
* **Verenigingen:** Geregeld in Deel 3 van het WVV. Geen winstoogmerk, maar mogen winst maken voor de continuïteit en het belangeloos doel. Geen winstverdeling toegestaan, ook niet onrechtstreeks. Kunnen *feitelijke verenigingen* zijn (louter contractueel, geen rechtspersoonlijkheid) of *rechtspersonen* (VZW, IVZW).
* **Stichtingen:** Geregeld in Deel 3 van het WVV. Vermogen met rechtspersoonlijkheid, geen leden, belangeloos doel. Oprichting via authentieke akte. Private stichtingen kunnen economische activiteiten ontplooien, maar met beperkingen. Openbare stichtingen hebben specifieke, wettelijk opgesomde doelen.
> **Tip:** Het WVV beoogt een grotere flexibiliteit en modernisering van het vennootschapsrecht, met een verschuiving naar een meer flexibele BV als standaardvorm voor ondernemingen. Het onderscheid tussen vennootschappen en verenigingen/stichtingen ligt fundamenteel in het winstoogmerk en de mogelijkheid tot winstverdeling.
---
# Functies, kenmerken en voordelen van vennootschappen
Hieronder vind je een gedetailleerde samenvatting over de functies, kenmerken en voordelen van vennootschappen, gebaseerd op de verstrekte documentinhoud, met focus op de pagina's 17-76.
## 3. Functies, kenmerken en voordelen van vennootschappen
Dit onderwerp verkent de kernfuncties, essentiële kenmerken en de diverse voordelen van vennootschappen als juridische structuren voor private organisaties.
### 3.1 Algemene introductie en context
Vennootschappen, verenigingen en stichtingen zijn juridische structuren voor privaatrechtelijke organisaties, geregeld door het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV). Het WVV, ingevoerd per 1 mei 2019 en van kracht voor nieuwe entiteiten sinds die datum en voor bestaande entiteiten vanaf 1 januari 2020, vervangt eerdere wetgeving. Vennootschappen vormen de profitsector en streven primair naar winstcreatie en -verdeling onder hun leden (aandeelhouders of vennoten). Verenigingen en stichtingen daarentegen hebben een belangeloos doel en mogen hun winst niet uitkeren, hoewel ze wel winst mogen maken die geherinvesteerd wordt in hun doel. Stichtingen worden opgericht door één stichter, hebben geen leden en dienen een belangeloos doel met een afgesplitst vermogen.
#### 3.1.1 Het ondernemingsconcept
Volgens het Wetboek Economisch Recht (WER) zijn alle vennootschappen, verenigingen en stichtingen ondernemingen, tenzij ze geen winstoogmerk hebben en feitelijk geen winst uitkeren. Natuurlijke personen met een zelfstandige beroepsactiviteit worden eveneens als onderneming beschouwd. Echter, specifieke definities van 'onderneming' kunnen variëren afhankelijk van de context (bv. mededingingsrecht, milieurecht). Een vennootschap is een rechtssubject met eigen rechten en plichten en een eigen vermogen, terwijl een onderneming een feitelijke of economische realiteit is. Vennootschappen kunnen deel uitmaken van een grotere 'onderneming' in de zin van mededingingsrecht, waarbij de economische eenheid centraal staat.
> **Tip:** Hoewel alle vennootschappen ondernemingen zijn in de zin van het WER, zijn niet alle ondernemingen vennootschappen.
### 3.2 Functies van vennootschappen
Vennootschappen vervullen voornamelijk twee functies:
1. **Onderneming structureren:** Dit omvat de organisatie van samenwerking en activiteit om goederen of diensten te produceren en te verkopen, gericht op continuïteit ('going concern'). Voorbeelden zijn de productie van geneesmiddelen of het aanbieden van internetdiensten.
2. **Vermogensbeheer:** Vennootschappen kunnen worden gebruikt om een vermogen, zoals onroerend goed of financiële activa, te beheren. Dit kan zowel uit organisatorische als fiscale overwegingen voordelig zijn, met name bij het plannen van vermogensoverdracht naar volgende generaties.
### 3.3 Kenmerken van vennootschappen
Vennootschappen, als juridische structuren, delen diverse kernkenmerken, alhoewel er gradaties en uitzonderingen bestaan.
#### 3.3.1 Rechtspersoonlijkheid
Rechtspersoonlijkheid is een juridische entiteit die niet is gebonden aan natuurlijke personen. Het verkrijgen van rechtspersoonlijkheid, enkel mogelijk via de wet, verleent een entiteit het vermogen om zelfstandig drager te zijn van rechten en plichten, een eigen vermogen te hebben, contracten aan te gaan en juridische procedures te voeren. Dit vereist doorgaans een geschreven oprichtingsakte en publicatie in het Belgisch Staatsblad. Entiteiten zonder rechtspersoonlijkheid, zoals maatschappen of feitelijke verenigingen, kunnen niet zelfstandig optreden in het rechtsverkeer.
#### 3.3.2 Vermogensafscheiding (Scheidingsprincipe)
Het scheidingsprincipe, ook wel bekend als 'asset partitioning', creëert een scheiding tussen het vermogen van de vennootschap en dat van haar leden of aandeelhouders. Dit principe kent twee onderdelen:
* **Entity shielding:** Het vermogen van de rechtspersoon is afgescheiden van het privévermogen van de leden. Leden hebben geen rechten op de goederen van de rechtspersoon, noch kunnen hun persoonlijke schuldeisers beslag leggen op dit vermogen. Het vennootschapsvermogen dient exclusief als verhaalobject voor schuldeisers van de vennootschap.
* **Owner shielding:** Het privévermogen van de leden is afgescheiden van de schulden van de vennootschap. Schuldeisers van de vennootschap kunnen in principe niet doorstoten naar het privévermogen van de leden, wat leidt tot beperkte aansprakelijkheid.
Er bestaan echter gradaties in vermogensafscheiding, waarbij entiteiten zonder rechtspersoonlijkheid (bv. maatschap) ook een zekere mate van vermogensafscheiding kunnen realiseren, hoewel deze minder absoluut is dan bij rechtspersonen.
#### 3.3.3 Beperkte aansprakelijkheid
Beperkte aansprakelijkheid betekent dat de vennoten of aandeelhouders niet met hun privévermogen instaan voor de schulden van de vennootschap. Dit is een cruciaal voordeel voor investeerders, aangezien hun risico beperkt blijft tot hun inbreng. Logischerwijs is dit kenmerk verbonden aan rechtspersonen, hoewel historische vormen zoals de vennootschap onder firma (VOF) en commanditaire vennootschap (CommV) onbeperkte aansprakelijkheid kennen.
> **Tip:** Beperkte aansprakelijkheid wordt vaak betwist in academische kringen met betrekking tot schulden uit onrechtmatige daad, aangezien het de prikkels om negatieve externaliteiten te vermijden kan verminderen.
#### 3.3.4 De rol van het kapitaal
Historisch gezien was kapitaal, een onuitkeerbare inbreng bij oprichting, een essentieel kenmerk van kapitaalvennootschappen zoals de NV en de vroegere BVBA. Dit kapitaal diende als waarborg voor schuldeisers. Met de modernisering van het vennootschapsrecht, met name voor de BV en CV, is de kapitaalplicht afgeschaft, wat meer flexibiliteit biedt.
#### 3.3.5 De verdeling van winst en vermogen
Vennootschappen streven naar winstcreatie en -verdeling. De winst kan worden uitgekeerd als dividend, maar kan ook worden gereserveerd. Andere manieren om vermogen uit de vennootschap te halen omvatten inkoop van aandelen, kapitaalvermindering of uittreding van aandeelhouders. Onrechtstreekse winstuitkeringen, zoals transacties tegen manifest niet-marktconforme voorwaarden, zijn verboden en kunnen leiden tot nietigheid.
#### 3.3.6 Continue bestaansduur
Vennootschappen sterven niet in de juridische zin. Ze kunnen wel ontbonden of nietig verklaard worden. Deze continue bestaansduur zorgt voor continuïteit van de onderneming, zelfs bij wijzigingen in het aandeelhouderschap.
### 3.4 Voordelen van vennootschappen
De voordelen van het opzetten van een vennootschap zijn talrijk en strategisch:
* **Samenwerking en bundeling van middelen:** Vennootschappen faciliteren de samenvoeging van talent, kennis en kapitaal, waardoor grotere projecten en investeringen mogelijk worden.
* **Gemak van rechtspersoonlijkheid:** Als zelfstandig rechtssubject kan een vennootschap gemakkelijk transacties aangaan en juridisch optreden.
* **Aansprakelijkheidsbeperking:** Zoals eerder vermeld, beschermt dit het privévermogen van de aandeelhouders.
* **Fiscaliteit:** Vennootschappen kunnen onderworpen zijn aan lagere belastingtarieven op winst dan natuurlijke personen, wat, gecombineerd met specifieke regimes, de totale belastingdruk kan verlagen.
* **Continuïteit van de onderneming:** De voortbestaan van de onderneming is niet afhankelijk van de levensduur van de aandeelhouders.
* **Risicokapitaal:** Aandelen vertegenwoordigen risicokapitaal, wat interessant kan zijn voor startende ondernemingen die financiering zoeken.
* **Overdraagbaarheid van aandelen:** Aandelen kunnen, afhankelijk van het vennootschapstype en de statuten, relatief eenvoudig worden overgedragen, wat liquiditeit en flexibiliteit biedt aan investeerders.
### 3.5 Categorieën van vennootschappen
Vennootschappen kunnen worden ingedeeld op basis van verschillende criteria:
#### 3.5.1 Personenvennootschappen versus Kapitaalvennootschappen
* **Personenvennootschappen:** Kenmerken zich door de onbeperkte aansprakelijkheid van de vennoten (bv. maatschap, VOF, CommV). De identiteit van de vennoten is hierbij essentieel (intuitu personae).
* **Kapitaalvennootschappen:** Kenmerken zich door de beperkte aansprakelijkheid van de vennoten (bv. BV, CV, NV). Hierbij staat het ingebrachte kapitaal centraal (intuitu pecuniae).
#### 3.5.2 Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid versus zonder rechtspersoonlijkheid
* **Met rechtspersoonlijkheid:** Hebben eigen rechten en plichten, een eigen vermogen en kunnen zelfstandig optreden (bv. BV, CV, NV, VOF, CommV).
* **Zonder rechtspersoonlijkheid:** Zijn louter contractuele samenwerkingsverbanden, waarbij de vennoten persoonlijk aansprakelijk zijn en rechtspersoonlijkheid ontbreekt (bv. maatschap).
#### 3.5.3 Specifieke vennootschapsvormen (België)
* **Maatschap:** Puur contractueel, geen rechtspersoonlijkheid, onbeperkte aansprakelijkheid, maar wel een afgescheiden vermogen. Kenmerkend is '1 vennoot, 1 stem'.
* **Vennootschap onder firma (VOF):** Kenmerken van een maatschap, maar met rechtspersoonlijkheid. Vennoten zijn hoofdelijk en onbeperkt aansprakelijk. Geschrift en publiciteit vereist.
* **Commanditaire vennootschap (CommV):** Een VOF met twee soorten vennoten: gecommanditeerden (onbeperkt aansprakelijk en zaakvoerder) en commanditaire vennoten (beperkt aansprakelijk, geldschieters).
* **Besloten vennootschap (BV):** Een flexibele vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, bedoeld voor KMO's. Aandelen zijn van oorsprong niet vrij overdraagbaar.
* **Coöperatieve vennootschap (CV):** Gekenmerkt door het coöperatieve gedachtegoed, vlotte in- en uittreding van vennoten, en vaak een '1 vennoot, 1 stem'-principe. Erkende CV's genieten fiscale voordelen en kunnen zich laten erkennen als sociale onderneming.
* **Naamloze vennootschap (NV):** Ontworpen als financieringsvehikel voor grotere ondernemingen met een open structuur en vrije aandeloverdraagbaarheid. Vereist een minimumkapitaal en is onderworpen aan strikte regels, met name op het gebied van bestuur.
* **Europese vennootschap (SE):** Een supranationale rechtsvorm voor grote ondernemingen die grensoverschrijdend actief zijn, beheerst door EU-recht en nationaal recht van de zetel.
* **Europese economische samenwerkingsverband (EESV):** Bedoeld om samenwerking tussen ondernemingen uit verschillende lidstaten te ondersteunen, met focus op kostenbesparing. Geen rechtspersoonlijkheid, maar wel onbeperkte aansprakelijkheid van de leden.
### 3.6 De functies van het vennootschapsrecht
Het vennootschapsrecht vervult twee hoofdfuncties:
1. **Faciliterende functie:** Het biedt modelsjablonen ('defaults') voor samenwerking, wat transactiekosten bespaart door standaardafspraken te bieden voor zaken die partijen vergeten te regelen.
2. **Paternalistische functie:** Via dwingend recht beschermt het de belangen van diverse stakeholders (werknemers, schuldeisers, milieu) tegen mogelijke nadelige externe effecten van vennootschappelijke activiteiten, zoals 'moral hazard' of negatieve externaliteiten.
De regulering van vennootschappen is meerlagig, omvattend wetgeving, statuten, interne reglementen, aandeelhoudersovereenkomsten, corporate governance codes en soft law.
### 3.7 Verenigingen en Stichtingen (als non-profit sector)
Hoewel vennootschappen winstgericht zijn, worden verenigingen en stichtingen (geregeld in Deel 3 van het WVV) beschouwd als non-profit organisaties.
* **Verenigingen:** Kenmerken zich door een belangeloos doel, geen winstuitkering aan leden, en een ruimere interne organisatievrijheid. Feitelijke verenigingen zijn louter contractueel, terwijl VZW's en IVZW's rechtspersoonlijkheid bezitten.
* **Stichtingen:** Worden opgericht door één stichter met een afgesplitst vermogen voor een belangeloos doel. Ze hebben geen leden en hun vermogen mag niet worden uitgekeerd aan derden, tenzij ten behoeve van het belangeloze doel. Private stichtingen kunnen ook economische activiteiten ontplooien, maar de opbrengsten moeten ten goede komen aan het belangeloze doel.
Het WVV voorziet in een duidelijke onderscheiding tussen de functies, kenmerken en regelgeving van vennootschappen, verenigingen en stichtingen, elk met hun eigen specifieke toepassing en voordelen.
---
# Verschillende rechtsvormen van vennootschappen, verenigingen en stichtingen
Dit deel van de studiegids biedt een gedetailleerd overzicht van de diverse juridische entiteiten, waaronder personenvennootschappen, kapitaalvennootschappen, verenigingen en stichtingen, met hun specifieke kenmerken en toepassingen.
## 4. Juridische entiteiten: vennootschappen, verenigingen en stichtingen
### 4.1 Introductie en context
Vennootschappen, verenigingen en stichtingen zijn juridische structuren voor privaatrechtelijke organisaties, geregeld door het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV). Het WVV trad in werking op 1 mei 2019 en is sinds 1 januari 2020 van toepassing op entiteiten die reeds voor die datum bestonden. Deze entiteiten hebben als hoofddoel het structureren van een onderneming (going concern) of het beheren van vermogen.
### 4.2 Vennootschappen vs. Verenigingen en Stichtingen: Winstoogmerk
Het fundamentele onderscheid tussen vennootschappen enerzijds en verenigingen en stichtingen anderzijds ligt in het winstoogmerk.
* **Vennootschappen:** Streven winst na en hebben als primair doel deze winst te verdelen onder hun leden (aandeelhouders of vennoten). Ze vormen de profitsector.
* **Verenigingen en Stichtingen:** Hebben een belangeloos doel. Hoewel ze winst mogen maken, is er een juridisch verbod op de verdeling van deze winst onder hun leden. De winst moet geherinvesteerd worden ten dienste van het belangeloze doel.
### 4.3 Definitie van de juridische entiteiten
#### 4.3.1 Vennootschap
Volgens artikel 1:1 WVV is een vennootschap een onderneming met rechtspersoonlijkheid die door minstens één persoon wordt opgericht en waarbij de oprichters een inbreng doen in ruil voor een winstaanspraak. De belangrijkste kenmerken zijn:
* **Inbreng:** De overdracht van een vermogensbestanddeel (in geld of natura) in ruil voor een deelname in de winst. Deze inbreng vormt het vermogen van de vennootschap.
* **Doel:** Het nastreven van winst en de uitkering van deze winst aan de vennoten.
* **Voorwerp:** De activiteiten die de vennootschap uitoefent om haar doel te realiseren.
* **Winstuitkering:** Een louter eventueel recht dat voortvloeit uit de inbreng en winst die de vennootschap maakt en beslist uit te keren. Dit kan in de vorm van dividenden (in geld of uitzonderlijk in natura) of via andere vormen zoals inkoop van aandelen of kapitaalvermindering.
#### 4.3.2 Vereniging
Een vereniging wordt gedefinieerd in artikel 1:2 WVV als een overeenkomst waarbij minstens twee leden bepaalde activiteiten nastreven met een belangeloos doel, zonder dat winsten mogen worden uitgekeerd aan de leden, tenzij ter verwezenlijking van dit belangeloos doel.
* **Belangeloos doel:** Een doel dat er niet in bestaat winst te verdelen onder de leden.
* **Geen winstverdeling:** Winsten mogen niet rechtstreeks of onrechtstreeks aan de leden worden uitgekeerd. Ze moeten geherinvesteerd worden in het belangeloze doel.
* **Leden:** Verenigingen hebben leden die deelnemen aan de activiteiten.
#### 4.3.3 Stichting
Een stichting, zoals gedefinieerd in artikel 1:3 WVV, is een eenzijdige rechtshandeling waarbij een vermogen met rechtspersoonlijkheid wordt opgericht ten dienste van een belangeloos doel, zonder leden.
* **Eenzijdige rechtshandeling:** Opgericht door één stichter.
* **Geen leden:** Stichtingen hebben geen leden.
* **Belangeloos doel:** Net als verenigingen, mogen stichtingen geen winst uitkeren aan derden, tenzij ter verwezenlijking van hun belangeloos doel.
* **Vermogen:** Het vermogen dat door de stichter wordt ingebracht, wordt eigendom van de stichting en is bestemd voor het belangeloze doel.
### 4.4 Vennootschappen als ondernemingen
Volgens het Wetboek Economisch Recht (WER) worden vennootschappen, verenigingen en stichtingen in principe als ondernemingen beschouwd. Dit betekent dat ze failliet verklaard kunnen worden. Economisch gezien zijn de meeste vennootschappen en een groot deel van de verenigingen inderdaad ondernemingen die gericht zijn op winstgeneratie en continuïteit. De meeste stichtingen zijn echter primair gericht op vermogensbeheer en niet op het uitbaten van een onderneming in de economische zin van het woord.
#### 4.4.1 Verschillende definities van 'onderneming'
Het is belangrijk op te merken dat er verschillende definities van 'onderneming' bestaan, afhankelijk van de context:
* **WER:** Omvat alle privaatrechtelijke rechtspersonen, alsook entiteiten zonder rechtspersoonlijkheid, tenzij deze geen uitkeringsoogmerk hebben. Natuurlijke personen met een zelfstandige beroepsactiviteit worden ook beschouwd als onderneming.
* **Specifieke wetgeving:** Verschillende takken van recht (bv. mededingingsrecht, sociaal recht) hanteren specifieke definities die afwijken van de algemene definitie in het WER.
#### 4.4.2 Onderneming vs. Vennootschap
Hoewel de termen vaak door elkaar worden gebruikt, is er een juridisch onderscheid:
* **Vennootschap:** Is een juridische structuur en een rechtssubject (titularis van rechten en plichten).
* **Onderneming:** Is een feitelijke of economische realiteit, een verzameling van middelen en mensen die een activiteit uitoefenen.
Regulering richt zich vaak tot de 'onderneming' als economische eenheid, maar sancties worden afgedwongen tegen de rechtssubjecten (vennootschappen) die deel uitmaken van die onderneming.
### 4.5 Het "scheidingsprincipe" (Asset Partitioning)
Het scheidingsprincipe houdt in dat er een afscheiding is tussen het vermogen van de rechtspersoon en het vermogen van de leden/aandeelhouders. Dit principe heeft twee onderdelen:
* **Entity shielding:** Het vermogen van de rechtspersoon is afgescheiden van het vermogen van de leden. Leden hebben geen rechten op de goederen die het vermogen van de rechtspersoon vormen en hun persoonlijke schuldeisers kunnen dit vermogen niet aanspreken.
* **Owner shielding (beperkte aansprakelijkheid):** Het privévermogen van de leden is afgescheiden van het vermogen van de rechtspersoon. Schuldeisers van de rechtspersoon kunnen in principe niet doorstoten naar het privévermogen van de leden. Dit geldt echter niet onbeperkt, met name voor schulden uit onrechtmatige daad, waar de academische discussie over de logica van beperkte aansprakelijkheid voortduurt.
#### 4.5.1 Gradaties van vermogensafscheiding
Er bestaan verschillende gradaties van vermogensafscheiding:
* **Contractuele bestemming:** Zonder zakenrechtelijke beschikking is deze bestemming niet tegenwerpelijk aan derden (bv. schuldeisers).
* **Gewone mede-eigendom:** Schuldeisers van een mede-eigenaar kunnen diens aandeel in de mede-eigendom in beslag nemen.
* **Boedelgemeenschap:** Een verdergaande afscheiding waarbij deelgenoten enkel een recht hebben op het geheel van goederen, niet op individuele goederen.
* **Maatschap:** Ondanks het gebrek aan rechtspersoonlijkheid, creëert een maatschap een vorm van vrijwillige mede-eigendom (actieve boedelgemeenschap) met aanzienlijke vermogensafscheiding. Vennoten en hun schuldeisers kunnen geen individuele goederen uit het maatschapsvermogen aanspreken of verdeling ervan vorderen.
* **Rechtspersoonlijkheid:** Zorgt steeds voor een eigen vermogen. In principe hebben leden/vennoten geen recht op dit vermogen en hun schuldeisers evenmin.
### 4.6 Categorieën van vennootschappen
Het WVV onderscheidt voornamelijk twee hoofdgroepen vennootschappen, gebaseerd op de aansprakelijkheid van de vennoten:
#### 4.6.1 Personenvennootschappen
Gekenmerkt door een onbeperkte aansprakelijkheid van de vennoten voor de schulden van de vennootschap. Het persoonlijk krediet van de vennoten is essentieel.
* **Maatschap:** Louter contractueel, geen rechtspersoonlijkheid, geen geschrift vereist (maar wel aan te raden). Vennoten zijn onbeperkt aansprakelijk.
* **Vennootschap onder firma (VOF):** Met rechtspersoonlijkheid, geschrift en publiciteit vereist. Vennoten zijn extern hoofdelijk aansprakelijk.
* **Commanditaire vennootschap (CommV):** VOF met twee soorten vennoten:
* **Beherende vennoten (commandités):** Onbeperkt aansprakelijk en zaakvoerders.
* **Stille vennoten (commanditaire vennoten):** Beperkt aansprakelijk, enkel hun inbreng riskerend.
#### 4.6.2 Kapitaalvennootschappen
Gekenmerkt door beperkte aansprakelijkheid van de vennoten. De inbreng vormt het "kapitaal" dat dient als onderpand voor schuldeisers.
* **Besloten vennootschap (BV):**
* Rechtspersoonlijkheid, beperkte aansprakelijkheid.
* Vroeger een 'middenstandsvennootschap' met kapitaalplicht. Nu flexibeler, zonder kapitaalplicht.
* Traditioneel besloten (aandelen niet vrij overdraagbaar), maar statuten kunnen dit aanpassen. De voorkeursvorm voor KMO's en familievennootschappen.
* Uittreding ten laste van het vennootschapsvermogen mogelijk indien statutair voorzien.
* **Coöperatieve vennootschap (CV):**
* Oorspronkelijk opgericht vanuit de arbeidersbeweging met een focus op samenwerking en kostenbesparing, met 1 vennoot, 1 stem principe en winstverdeling via ristorno's.
* Vandaag biedt het een flexibele structuur met vlotte in- en uittreding, en kan het zich laten erkennen als "echte CV" met fiscale voordelen, of als sociale onderneming (CVSO).
* Aandelenoverdracht is beperkt.
* **Naamloze vennootschap (NV):**
* Rechtspersoonlijkheid, beperkte aansprakelijkheid, kapitaalplicht van minimaal 61.500 euro.
* Bedoeld als financieringsstructuur voor grotere ondernemingen met open structuur en vrije aandelenoverdraagbaarheid.
* Vorm bij uitstek voor genoteerde vennootschappen.
* Vereist in principe een raad van bestuur met minstens drie personen, maar sinds 2019 flexibeler met mogelijkheid tot één bestuurder.
### 4.7 Speciale Categorieën Vennootschappen
* **Genoteerde vennootschap (art. 1:11 WVV):** Een vennootschap waarvan de aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt (beurs). Deze vennootschappen zijn onderworpen aan aanvullend en afwijkend vennootschapsrecht, voornamelijk op het gebied van governance, ter bescherming van beleggers.
* **Organisatie van openbaar belang (OOB):** Genoteerde vennootschappen, maar ook kredietinstellingen, verzekeringsmaatschappijen en vereffeningsinstellingen die van systemisch belang zijn. Ze zijn onderworpen aan strengere governance-regels.
* **Europese vennootschap (SE - Societas Europaea):** Een supranationale rechtsvorm bedoeld voor grote ondernemingen die grensoverschrijdend actief zijn. Geregeld door een EU-verordening en -richtlijn, met verwijzingen naar nationaal recht van de zetel. Vereist een minimumkapitaal van 120.000 euro en minstens twee bestaande vennootschappen uit verschillende lidstaten.
### 4.8 Vormkeuze en Typendwang
* **Vormkeuze:** In principe is de keuze van de rechtsvorm vrij, tenzij specifieke wetgeving dit anders bepaalt (bv. voor vrije beroepers).
* **Typendwang:** Hoewel er contractvrijheid is, mag een vennootschapsvorm niet "gedenatureerd" worden. De essentiële kenmerken van elke vorm moeten gerespecteerd worden. Alleen de wetgever kan rechtspersoonlijkheid en beperkte aansprakelijkheid verlenen.
### 4.9 Het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV)
Het WVV (Wet 23 maart 2019) regelt vennootschappen, verenigingen en stichtingen. Het vervangt de oude Wetboeken van Vennootschappen en de VZW-wet.
* **Inwerkingtreding:** 1 mei 2019 voor nieuwe entiteiten, 1 januari 2020 voor bestaande entiteiten.
* **Structuur:** Het WVV is opgedeeld in 5 delen, met specifieke boeken voor vennootschappen, verenigingen en stichtingen, evenals algemene regels voor rechtspersonen en herstructureringen.
### 4.10 Verenigingen en Stichtingen: De Non-profitsector
#### 4.10.1 Algemene Kenmerken
Verenigingen en stichtingen opereren in de non-profitsector. Ze hebben een belangeloos doel en mogen winst maken, maar deze winst mag niet worden uitgekeerd aan leden. Bij ontbinding moet het positief vereffeningssaldo bestemd worden aan een non-profit met een gelijkaardig doel.
* **Vrijheid van vereniging:** Gekwondoord door de Grondwet en EVRM.
* **Feitelijke verenigingen:** Loutere overeenkomsten zonder rechtspersoonlijkheid. Vennoten zijn onbeperkt aansprakelijk. Praktisch gezien worden ze vaak gestructureerd met statuten.
* **Verenigingen met rechtspersoonlijkheid:**
* **VZW (Vereniging Zonder Winstoogmerk):** Ruime flexibiliteit in interne organisatie, geen winstuitkering, wel mogelijkheid tot commerciële activiteiten mits herinvestering in het belangeloos doel.
* **IVZW (Internationale Vereniging Zonder Winstoogmerk):** Vergelijkbaar met VZW, maar met een doel van internationaal belang, vereist erkenning bij Koninklijk Besluit.
* **Erkende beroepsverenigingen:** VZW's met speciale erkenning voor het behartigen van de belangen van een beroepsgroep.
#### 4.10.2 Stichtingen
* **Private stichting:** Opgericht door één stichter via een authentieke akte, met een vermogen met rechtspersoonlijkheid en een belangeloos doel. Geen leden. De stichter mag geen rechtstreeks vermogensvoordeel genieten. Privé stichtingen zijn onderworpen aan een (lichte) vermogensbelasting, tenzij hun vermogen voornamelijk uit aandelen bestaat.
* **Openbare stichting:** Vereist erkenning bij Koninklijk Besluit en moet een van de in de wet opgesomde doelstellingen nastreven. Vrijgesteld van vermogensbelasting.
* **Gebruik van private stichtingen:** Vaak gebruikt voor vermogensbeheer (bv. administratiekantoren voor aandelenportefeuilles) via certificeringsoperaties, om zo familiale controle en financiële opbrengsten te scheiden.
### 4.11 Taalgebruik in de praktijk
Naast de formele juridische termen, worden er in de praktijk diverse benamingen gebruikt:
* **Holdingvennootschap:** Een vennootschap die aandelen in andere vennootschappen aanhoudt.
* **Werkmaatschappij:** Een vennootschap die daadwerkelijk activiteiten uitoefent.
* **Patrimoniumvennootschap:** Een vennootschap die voornamelijk vermogensbestanddelen beheert.
* **Professionele vennootschap:** Vennootschappen opgericht door vrije beroepers.
* **Middelenvennootschap, Kasgeldvennootschap, Managementvennootschap:** Specifieke benamingen afhankelijk van de focus van de vennootschap.
---
**Tip:** Begrijp de kernverschillen in winstoogmerk, aansprakelijkheid en de rol van leden/bestuurders bij vennootschappen, verenigingen en stichtingen. Dit vormt de basis voor de verdere studie.
**Tip:** Bestudeer de structuur van het WVV om de onderlinge verbanden tussen de verschillende rechtsvormen te begrijpen.
**Tip:** Oefen met casussen om de toepassing van de verschillende regels in de praktijk te doorgronden. Let op de nuances tussen dwingend en suppletief recht.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Vennootschap | Een juridische structuur opgericht door één of meer personen die een inbreng doen in ruil voor winstaanspraak, met als doel winst te maken en deze onder de leden (vennoten of aandeelhouders) te verdelen. Vennootschappen vormen de profitsector van privaatrechtelijke organisaties. |
| Vereniging | Een juridische organisatie, vaak een samenwerkingsverband tussen twee of meer personen, die een activiteit nastreeft met een belangeloos doel, zonder winstuitkering aan de leden. Verenigingen kunnen winst maken, maar deze mag niet verdeeld worden. |
| Stichting | Een juridische entiteit, opgericht door één stichter die een deel van zijn vermogen inbrengt, met een belangeloos doel. Stichtingen hebben geen leden, een eigen bestuur, en het ingebrachte vermogen is bestemd voor het nagestreefde belangeloze doel. |
| Winstoogmerk | Het nastreven van economisch voordeel, met name door het genereren van winst en het verdelen daarvan onder de leden of aandeelhouders van een organisatie. Dit is een kenmerkend verschil tussen vennootschappen en verenigingen/stichtingen. |
| Belangeloos doel | Een doelstelling die niet gericht is op de directe financiële verrijking van de leden of oprichters, maar eerder op maatschappelijke, culturele, sociale of andere niet-commerciële doeleinden. Dit is essentieel voor verenigingen en stichtingen. |
| Rechtspersoonlijkheid (RP) | De juridische hoedanigheid die een entiteit (zoals een vennootschap of vereniging) de mogelijkheid geeft om zelfstandig rechten en plichten te dragen, eigendommen te bezitten, te contracteren en te procederen, onafhankelijk van haar oprichters of leden. |
| Aansprakelijkheid | De juridische verantwoordelijkheid van een persoon of entiteit voor schulden of schade die zij heeft veroorzaakt. Dit kan beperkt zijn tot de inbreng in de entiteit of onbeperkt zijn, waarbij het privévermogen van de betrokkenen kan worden aangesproken. |
| Inbreng | De overdracht van vermogensbestanddelen (geld of goederen in natura) door een oprichter of lid aan een vennootschap, vereniging of stichting, in ruil voor bijvoorbeeld aandelen, winstrechten of lidmaatschap. |
| Doelvermogen | Een specifiek vermogen dat bestemd is voor een bepaald doel, zelfs als de entiteit geen rechtspersoonlijkheid bezit. Het vormt een afgescheiden vermogen dat door de wet of statuten wordt beschermd. |
| Voorwerp | De concrete activiteiten die een vennootschap, vereniging of stichting van plan is te ondernemen om haar doel te realiseren. Het voorwerp is de operationele invulling van de doelstelling. |
| Dividend | De winst die een vennootschap, na besluit van de algemene vergadering, uitkeert aan haar aandeelhouders. Dit is een vorm van winstverdeling en vertegenwoordigt een deel van de winst dat aan de aandeelhouders toekomt. |
| Aandeel | Een bewijs van deelname in het kapitaal van een vennootschap, dat recht geeft op een deel van de winst (dividend), stemrecht op de algemene vergadering, en eventuele andere rechten. Het vertegenwoordigt een claim op het vermogen en de winst van de vennootschap. |
| Scheidingsprincipe (Trennungsprinzip) | Het principe dat een strikte scheiding aanbrengt tussen het vermogen van een rechtspersoon en het privévermogen van haar aandeelhouders of leden. Dit principe omvat 'entity shielding' (bescherming van de entiteit) en 'owner shielding' (bescherming van de aandeelhouders). |
| Entity shielding | Het aspect van het scheidingsprincipe dat ervoor zorgt dat het vermogen van de rechtspersoon niet kan worden aangesproken door de persoonlijke schuldeisers van de aandeelhouders, waardoor de integriteit van het ondernemingsvermogen wordt beschermd. |
| Owner shielding | Het aspect van het scheidingsprincipe dat ervoor zorgt dat de schuldeisers van de rechtspersoon, in principe, niet kunnen doorstoten naar het privévermogen van de aandeelhouders, wat resulteert in beperkte aansprakelijkheid. |
| Boedelgemeenschap | Een vorm van mede-eigendom waarbij deelgenoten een abstract juridisch aandeel hebben in een geheel van goederen, zonder een direct zakelijk recht op individuele goederen. Dit leidt tot een zekere mate van vermogensafscheiding. |
| Maatschap | Een vennootschapsvorm zonder rechtspersoonlijkheid, gebaseerd op een contract tussen vennoten, met een eigen en apart vermogen. Vennoten zijn hoofdelijk en onbeperkt aansprakelijk voor de schulden van de maatschap. |
| VOF (Vennootschap onder firma) | Een maatschap met rechtspersoonlijkheid, waarbij alle vennoten hoofdelijk en onbeperkt aansprakelijk zijn voor de vennootschapsschulden. Vereist geschrift en openbaarmaking. |
| CommV (Commanditaire vennootschap) | Een vennootschapsvorm met rechtspersoonlijkheid, die bestaat uit gecommanditeerden (beherende vennoten, onbeperkt aansprakelijk en met bestuursbevoegdheid) en commanditaire vennoten (geldschieters, beperkt aansprakelijk). |
| BV (Besloten vennootschap) | Een kapitaalvennootschap met rechtspersoonlijkheid en beperkte aansprakelijkheid, die flexibel is in haar organisatie en voorheen gekenmerkt werd door beperkte overdraagbaarheid van aandelen. Sinds 2019 is dit de primaire vennootschapsvorm voor KMO's. |
| NV (Naamloze vennootschap) | Een kapitaalvennootschap met rechtspersoonlijkheid en beperkte aansprakelijkheid, bedoeld voor grotere ondernemingen met een open structuur en vrije overdraagbaarheid van aandelen, vaak genoteerd op de beurs. Vereist een minimumkapitaal. |
| CV (Coöperatieve vennootschap) | Een vennootschapsvorm die oorspronkelijk gericht was op 'a-kapitalistische' samenwerking en ondersteuning van haar vennoten, met kenmerken zoals een 'één vennoot, één stem'-principe en winstverdeling via ristorno's. Vandaag ook gebruikt voor professionele vennootschappen en sociale ondernemingen. |
| VZW (Vereniging zonder winstoogmerk) | Een rechtspersoon die een belangeloos doel nastreeft en geen winst mag uitkeren aan haar leden. VZW's kunnen wel winst maken die opnieuw geïnvesteerd moet worden in het belangeloze doel. |
| IVZW (Internationale vereniging zonder winstoogmerk) | Een internationale juridische entiteit met rechtspersoonlijkheid, gericht op een internationaal nuttig doel. Vereist erkenning door het Ministerie van Justitie en biedt grote flexibiliteit in de interne organisatie. |
| Erkende CV | Een coöperatieve vennootschap die voldoet aan specifieke voorwaarden om erkend te worden door een erkenningsraad, wat leidt tot fiscale voordelen en de mogelijkheid om als sociale onderneming te opereren. |
| Sociale onderneming | Een entiteit die primair is gericht op het leveren van een nuttige bijdrage aan de maatschappij, in plaats van winstmaximalisatie. Kan enkel een CV zijn na erkenning. |
| SE (Societas Europaea) | Een Europese vennootschap die opereert onder Europees recht, bedoeld om grensoverschrijdende samenwerking te vergemakkelijken. Vereist een minimumkapitaal en de oprichting door minstens twee bestaande vennootschappen uit verschillende lidstaten. |
| Holdingvennootschap | Een vennootschap die hoofdzakelijk tot doel heeft aandelen in andere vennootschappen te beheren, in plaats van zelf operationele activiteiten uit te oefenen. |
| Patrimoniumvennootschap | Een vennootschap waarvan het vermogen voornamelijk bestaat uit activa zoals onroerend goed, aandelen of intellectuele eigendom, vaak opgericht voor vermogensbeheer. |
| Bestuurder | Een persoon die belast is met het dagelijks beheer en de vertegenwoordiging van een vennootschap, vereniging of stichting, en die beslissingen neemt namens de organisatie. |
| Algemene vergadering (AV) | Het hoogste orgaan van een vennootschap, waar de aandeelhouders stemmen over belangrijke beslissingen, zoals de goedkeuring van de jaarrekening, de benoeming van bestuurders en statutenwijzigingen. |
| Corporate governance | Het systeem van regels, praktijken en processen waarmee een vennootschap wordt bestuurd en gecontroleerd. Het omvat de relaties tussen het management, de raad van bestuur, aandeelhouders en andere belanghebbenden. |
| UBO-register | Het register van Uiteindelijk Begunstigden, waarin de natuurlijke personen die een vennootschap of andere juridische entiteit controleren, moeten worden geregistreerd. |
| Non-profit | Activiteiten of organisaties die niet primair gericht zijn op het maken en uitkeren van winst, maar op het nastreven van een belangeloos doel. |
| Certificering | Een juridische operatie waarbij een stichting aandelen in een vennootschap beheert en certificaten uitgeeft aan de begunstigden, die recht geven op de inkomsten van die aandelen, maar niet op het stemrecht. |
| Actio Pauliana | Een juridische actie die schuldeisers kunnen instellen om rechtshandelingen van de schuldenaar die hun rechten benadelen, niet-tegenwerpelijk te laten verklaren. |
| Vergaande vermogensafscheiding | Een proces waarbij vermogen wordt afgesplitst en beschermd tegen schuldeisers, zoals bij de oprichting van een rechtspersoon of de inbreng van goederen in een maatschap met boedelgemeenschap. |
| Dwingend recht | Regels van wet die niet door partijen kunnen worden afgeweken, ter bescherming van bepaalde partijen of het algemeen belang. |
| Suppletief recht (default) | Regels van wet die van toepassing zijn tenzij de partijen anders overeenkomen in hun contracten of statuten. |
Cover
2algemeneregelsvoorRechtspersonenWVVoktober2024.pptx
Summary
# Oprichting en rechtspersoonlijkheid van vennootschappen
Dit onderwerp behandelt de fasen in de oprichting van een vennootschap, de vereisten voor de oprichtingsakte, en de verwerving van rechtspersoonlijkheid met de bijbehorende gevolgen van publicatie.
### 1.1 Fasen in de oprichting van een vennootschap
De oprichting van een vennootschap doorloopt verschillende fasen, beginnend met de pre-contractuele fase.
#### 1.1.1 Pre-contractuele fase
In de pre-contractuele fase, beheerst door de algemene zorgvuldigheidsnorm (art. 1382 BW), kunnen partijen partiële overeenkomsten sluiten, zoals geheimhoudingsverklaringen of exclusiviteitsovereenkomsten. Een overeenkomst tot oprichting (hoewel zeldzaam) moet voldoende precies zijn wat betreft het voorwerp van de vennootschap, de aansprakelijkheidsbeperking en de omvang van de inbreng. Dergelijke overeenkomsten creëren een verbintenis om iets te doen, waarbij de sanctie bij terugtrekking doorgaans beperkt blijft tot een schadeloosstelling en geen gedwongen uitvoering in natura mogelijk is.
#### 1.1.2 Opstellen en neerleggen van de oprichtingsakte
Het opstellen van de oprichtingsakte leidt nog niet tot de totstandkoming van de vennootschap met rechtspersoonlijkheid. Deze wordt pas verkregen bij de formele neerlegging van de oprichtingsakte, en eventuele andere wettelijk bepaalde akten, op de griffie van de ondernemingsrechtbank. Handelingen gesteld vóór de verwerving van rechtspersoonlijkheid worden beschouwd als preconstitutief handelen.
> **Tip:** Preconstitutief handelen betreft handelingen gesteld door de oprichters in naam van de vennootschap in oprichting vóór de verwerving van rechtspersoonlijkheid. Dit dient ter bevordering van contracten met de vennootschap in oprichting en creëert een beschermingsmechanisme voor de oprichters, aangezien de rechtshandelingen na de oprichting door de vennootschap kunnen worden overgenomen. De promotor is oorspronkelijk persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk, tenzij de oprichting binnen twee jaar na de rechtshandeling plaatsvindt en de vennootschap de verbintenis overneemt binnen drie maanden na de verwerving van rechtspersoonlijkheid door een bevoegd orgaan.
### 1.2 Vereisten voor de oprichtingsakte
#### 1.2.1 Geschriftvereiste
De oprichtingsakte van een rechtspersoon moet schriftelijk zijn, wat een bestaansvereiste is en geen louter bewijsvereiste (art. 2.5 § 1 WVV). Voor vennootschappen met onbeperkte aansprakelijkheid is een onderhandse akte voldoende, mits deze voldoet aan de vereisten van ondertekening en het aantal exemplaren (art. 8.18 en 8.20 nieuw BW). Bij inbreng van onroerend goed in een vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid, of bij vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid en stichtingen, is een authentieke akte vereist. De sanctie voor het niet naleven van deze vormvereisten is nietigheid van de akte. Sinds juli 2021 kan de authentieke oprichting ook online gebeuren via videoconferencing met de notaris, waarbij de notariële akte digitaal kan worden opgemaakt.
> **Tip:** De geschriftvereiste geldt ook voor latere wijzigingen van de statuten. Een oprichting zonder geschrift of met de verkeerde vorm leidt tot de nietigheid van de vennootschap.
#### 1.2.2 Inhoud van de oprichtingsakte
Alle vennootschappen hebben een oprichtingsakte waarvan het uittreksel bepaalde gegevens moet bevatten voor bekendmaking (art. 2.8 § 2 WVV). Specifieke rechtsvormen kunnen bijkomende vereisten kennen. Bij vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid zijn er specifieke vermeldingen vereist, bijvoorbeeld in art. 5.12 WVV voor de BV of art. 7.14 WVV voor de NV. Het ontbreken van bepaalde essentiële vermeldingen (zoals naam, voorwerp, inbrengen) kan leiden tot nietigheid (art. 5.13, 2° WVV). Voor het merendeel van de ontbrekende vermeldingen zal men echter een schadevergoeding moeten betalen en kunnen de oprichters hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor door derden geleden schade.
### 1.3 Openbaarmaking van de oprichtingsakte
De openbaarmaking van de oprichtingsakte gebeurt in twee fasen: neerlegging ter griffie en bekendmaking in het Belgisch Staatsblad (BS).
#### 1.3.1 Neerlegging ter griffie
De neerlegging van de oprichtingsakte bij de griffie van de ondernemingsrechtbank, die elektronisch door vennoten of de notaris kan gebeuren, resulteert in de verwerving van rechtspersoonlijkheid. Dit dient te gebeuren binnen dertig dagen na opmaak van de akte, anders volgt een fiscale boete. Na registratie en betaling van registratierechten wordt de akte neergelegd.
#### 1.3.2 Bekendmaking in het Belgisch Staatsblad
De bekendmaking in de bijlagen van het BS, verzorgd door de griffie binnen tien dagen na neerlegging, zorgt voor de tegenwerpelijkheid van de akte aan derden (art. 2.18 WVV). Andere gegevens die openbaar gemaakt moeten worden, omvatten benoemings- en ontslagakten van bestuurders, vereffenaars en commissarissen, met vermelding van hun bevoegdheden, en statutenwijzigingen, inclusief gecoördineerde teksten. Al deze documenten moeten bewaard worden in het vennootschapsdossier en zijn gratis in te zien door het publiek; kopies zijn verkrijgbaar tegen betaling. Sinds 1 mei 2019 is er ook een Statutendatabank, beheerd door het notariaat, die een gecoördineerde tekst van alle statutenwijzigingen bevat.
#### 1.3.3 Gevolgen van publicatie
De bekendmaking in het BS maakt de vennootschap tegenwerpelijk, wat betekent dat de akte inroepbaar is. Dit creëert een risicoregeling voor derden. Hoewel feitelijke kennis niet vereist is, bestaat er geen vermoeden van kennis bij derden (Cassatiearrest). Indien derden echter effectief kennis hebben van de akte, is deze tegen hen inroepbaar, los van de bekendmaking. Na publicatie mogen derden vertrouwen op de juistheid van benoemingen, tenzij de vennootschap kan bewijzen dat de derde op de hoogte was van de onregelmatigheid. Onregelmatigheden in de benoeming die na bekendmaking worden ontdekt, zijn niet inroepbaar totdat een corrigerende bekendmaking plaatsvindt (art. 2.19 WVV).
### 1.4 Inschrijving in het KBO
De vennootschap moet ingeschreven worden in het Rechtspersonenregister van de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO). Dit kan elektronisch via de notaris of de griffie. Na inschrijving registreert de griffie de gegevens in het deelregister "rechtspersonen". Voor "ondernemingen" geldt een actieve inschrijvingsplicht (art. III.49 WER), waarbij oprichters of volmachtdragers zich tot een ondernemingsloket moeten wenden voor de registratie van vestigingseenheden, de statutaire zetel en de gemelde activiteiten. Een vordering ingesteld door een vennootschap die niet is ingeschreven in de KBO of waarvan de oprichtingsakte niet is neergelegd, is onontvankelijk (art. III.26 WER).
### 1.5 Nietigheid van de vennootschap
#### 1.5.1 Nietigheidsgronden
Voor vennootschappen met onbeperkte aansprakelijkheid gelden alle gemeenrechtelijke nietigheidsgronden uit het Burgerlijk Wetboek. Voor vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid zijn er vier limitatief bepaalde nietigheidsgronden:
* **Materiële nietigheidsgronden:**
* Ongeoorloofd voorwerp (statutair).
* Te weinig geldig verbonden oprichters (nul oprichters, of bij een coöperatieve vennootschap minder dan drie).
* **Formele nietigheidsgronden:**
* Oprichtingsakte niet in de vereiste vorm.
* Ontbreken van bepaalde wezenlijke gegevens in de oprichtingsakte (naam, voorwerp, inbrengen, kapitaal).
De nietigheid van de deelneming van één vennoot leidt niet automatisch tot de nietigheid van de gehele vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, tenzij eenhoofdigheid het gevolg is van de nietigheid en de vennootschap intuïtu personae is opgericht.
#### 1.5.2 Gevolgen van nietigheid
De nietigheid van de vennootschap heeft, anders dan bij het gemeen recht, in beginsel geen retroactiviteit en werkt enkel voor de toekomst (art. 2.34 WVV). Dit ter bescherming van het rechtsverkeer en komt neer op een gerechtelijke ontbinding. De nietigheid kan enkel door de rechter worden uitgesproken en is constitutief. Voor derden heeft de nietigheid pas effect vanaf de publicatie in het BS. Handelingen gesteld vóór de nietigheid blijven geldig. De rechtbank kan vereffenaars aanstellen en afwijkende vereffeningsregels bepalen. Een nietigheidsvordering wegens vormgebrek verjaart na vijf jaar (art. 2.143, zesde streepje WVV).
#### 1.5.3 Nietigheid VZW
Voor een VZW gelden eveneens limitatieve nietigheidsgronden (art. 9.4 WVV): minder dan twee oprichters, geen schriftelijke oprichtingsakte, of wanneer het doel of voorwerp in strijd is met de wet of openbare orde, of wanneer de bedoeling is vermogensvoordelen aan leden te verschaffen. Ook hier werkt de nietigheid niet retroactief.
### 1.6 Identificatie van rechtspersonen
#### 1.6.1 Naam
De vennootschapsnaam moet statutair worden vastgelegd en mag niet identiek zijn aan die van een andere vennootschap, anders kan een vordering tot naamswijziging ingesteld worden (art. 2.3 § 1 WVV). Bescherming van de vennootschapsnaam is gebaseerd op tijdsprioriteit en niet noodzakelijk op concreet verwarringsgevaar. Er is een toenemende tendens om vennootschapsnamen als merk te registreren, wat tot conflicten kan leiden. De vennootschapsnaam is bedoeld om op te treden in het rechtsverkeer en moet de rechtsvorm vermelden.
#### 1.6.2 Handelsnaam
De handelsnaam is de commerciële naam waarmee de vennootschap als onderneming handelt. De bescherming van de handelsnaam is gebaseerd op tijdsprioriteit en concreet verwarringsgevaar. Een vordering tot staking kan ingesteld worden bij concreet verwarringsgevaar. Een verwarrende naam ten opzichte van een bestaande naam kan gekwalificeerd worden als een inbreuk op de regels inzake eerlijke marktpraktijken (WER), waarbij een veroordeling in concreto vereist is.
#### 1.6.3 Zetel
De zetel is de maatschappelijke vestigingsplaats van de vennootschap, vergelijkbaar met de woonplaats van een natuurlijk persoon. In de statuten moet voortaan de aanduiding van het Gewest volstaan, terwijl het specifieke adres in de KBO en de oprichtingsakte wordt vermeld. De statutaire zetelleer bepaalt dat de zetel die in de statuten is opgenomen, onweerlegbaar is. Dit is vooral van belang in een internationale context voor de bepaling van de bevoegdheid van rechtbanken, de toepasselijke taalwetgeving en het internationaal privaatrecht, waarbij de zetel de toepasselijke vennootschapsrecht bepaalt.
> **Tip:** De statutaire zetelleer biedt meer rechtszekerheid dan de vroegere werkelijke zetelleer, die de plaats waar het centrum van de activiteiten zich bevond primair achtte. De vrijheid van vestiging uit het EU-recht beperkt de mogelijkheid voor lidstaten om hun eigen vennootschapsrecht toe te passen op vennootschappen met een statutaire zetel in een andere lidstaat, tenzij dit proportioneel is. De kritiek dat de werkelijke zetelleer nuttig was voor het beschermen van lokale belangen, wordt door sommigen als overtrokken beschouwd, aangezien de werkelijke zetelleer nog steeds geldt in faillissements- en fiscaal recht. Anti-misbruikbepalingen proberen het misbruik van "brievenbusvennootschappen" tegen te gaan, waarbij Belgische rechtbanken bevoegd kunnen zijn om de externe aansprakelijkheid van bestuurders te beoordelen indien de werkelijke zetel in België ligt.
#### 1.6.4 Verplaatsing van de zetel
Een verplaatsing van de zetel binnen België kan in de regel door het bestuur gebeuren, tenzij de statuten dit anders regelen. Een wijziging van het Gewest of de taal van de statuten vereist echter een beslissing van de algemene vergadering en een statutenwijziging. Een grensoverschrijdende zetelverplaatsing (emigratie of immigratie) vereist een statutenwijziging en kan gevolgen hebben voor het toepasselijke recht. De "grensoverschrijdende omzetting" is geregeld in de wet, waarbij bij emigratie een beslissing met een meerderheid van drievierde van de stemmen van de algemene vergadering vereist is, en er een verzetsrecht voor schuldeisers bestaat. Bij immigratie moet de oprichtingsakte authentiek worden vastgelegd en de balans volgens Belgisch boekhoudrecht openbaar worden gemaakt. Een zetelverplaatsing is niet toegestaan tijdens de vereffening, tenzij met homologatie van de rechtbank.
---
# Nietigheid van vennootschappen en rechtspersonen
Dit gedeelte behandelt de gronden voor nietigheid van vennootschappen en rechtspersonen, zowel met beperkte als onbeperkte aansprakelijkheid, de procedurele aspecten, en de gevolgen daarvan.
### 2.1 Gronden voor nietigheid
Nietigheid van een vennootschap kan voortvloeien uit diverse oorzaken, zowel materieel als formeel. Het onderscheid tussen vennootschappen met onbeperkte en beperkte aansprakelijkheid is hierbij cruciaal.
#### 2.1.1 Vennootschappen met onbeperkte aansprakelijkheid
Voor vennootschappen met onbeperkte aansprakelijkheid gelden de algemene nietigheidsgronden uit het Burgerlijk Wetboek. In tegenstelling tot vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, heeft een nietigheidsgrond die betrekking heeft op de deelname van één vennoot, bij vennootschappen met onbeperkte aansprakelijkheid, vaak tot gevolg dat de volledige vennootschap nietig wordt verklaard. Dit komt doordat deze vennootschappen vaak als *intuitu personae* worden beschouwd en een minimumaantal vennoten vereisen (bijvoorbeeld drie voor een coöperatieve vennootschap). Een eenhoofdigheid die niet voldoet aan de wettelijke vereisten kan dus tot nietigheid leiden.
#### 2.1.2 Vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid
Vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid kennen daarentegen een **limitatief aantal nietigheidsgronden**, zoals vastgelegd in de wet. Deze gronden zijn bedoeld om de rechtszekerheid en het rechtsverkeer te beschermen. De vier nietigheidsgronden zijn:
* **Ongeoorloofd voorwerp (statutair):** Dit betreft de situatie waarin het statutair vastgelegde doel van de vennootschap in strijd is met de wet of de openbare orde.
* **Te weinig geldig verbonden oprichters:** Er moet een minimumaantal oprichters zijn om de vennootschap rechtsgeldig op te richten. Voor de meeste vennootschappen is dit één oprichter, maar voor een coöperatieve vennootschap zijn er bijvoorbeeld minimaal drie vereist.
* **Oprichtingsakte niet in de vereiste vorm:** De oprichtingsakte moet voldoen aan de wettelijke vormvereisten, zoals een geschrift en, afhankelijk van de rechtsvorm en inbreng, een onderhandse of authentieke akte.
* **Ontbreken van bepaalde wezenlijke gegevens in de oprichtingsakte:** Essentiële vermeldingen zoals de naam, het voorwerp, de inbrengen en het kapitaal van de vennootschap moeten aanwezig zijn.
> **Tip:** Het is essentieel om de specifieke vereisten voor het aantal oprichters en de vormvereisten van de akte voor elke rechtsvorm goed te kennen, aangezien een schending hiervan tot nietigheid kan leiden.
#### 2.1.3 Specifieke nietigheidsgronden voor VZW's
Ook voor VZW's zijn er specifieke gronden voor nietigheid, die deels overlappen met die van vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid. Deze zijn limitatief opgesomd en omvatten:
* Minder dan twee oprichters.
* Het ontbreken van een schriftelijke oprichtingsakte.
* Het niet vermelden van de naam, zetel, of het voorwerp in de statuten.
* Een werkelijk doel of voorwerp dat in strijd is met de wet of de openbare orde.
* De bedoeling om vermogensvoordelen te verschaffen aan leden, bestuurders of oprichters.
### 2.2 Procedurele aspecten van nietigheid
De procedure voor het uitspreken van nietigheid is strikt geregeld om de rechtszekerheid te waarborgen.
* **Alleen door de rechter:** Nietigheid kan enkel door een rechter worden uitgesproken. Het is dus geen automatische sanctie die door partijen of de vennootschap zelf kan worden toegepast. De rechterlijke uitspraak heeft een constitutief karakter, wat betekent dat de nietigheid pas ontstaat op het moment van de rechterlijke beslissing.
* **Vordering tot nietigheid:** Elke belanghebbende kan de nietigheid vorderen. Dit omvat onder meer:
* Individuele vennoten.
* Het openbaar Ministerie (indien de nietigheid de openbare orde raakt).
* Schuldeisers (onder bepaalde voorwaarden).
De vennootschap zelf moet worden gedagvaard, niet de individuele vennoten.
* **Regularisatie mogelijk:** Gedurende de procedure is regularisatie van de gebreken vaak mogelijk. Dit betekent dat indien de gebreken tijdig worden hersteld, de nietigheid kan worden vermeden.
* **Verjaring:** Voor vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid verjaart het beroep op nietigheid wegens vormgebrek na vijf jaar. Ook statutenwijzigingen die nietig zijn wegens vormgebrek, hebben geen retroactieve uitwerking.
* **Bekendmaking aan derden:** De nietigheid heeft tegenover derden pas effect vanaf de bekendmaking ervan in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad. Handelingen die gesteld zijn vóór de uitspraak van nietigheid blijven geldig, tenzij de rechter anders bepaalt. De rechtbank kan vereffenaars aanstellen en afwijkende vereffeningsregels vastleggen.
> **Tip:** Hoewel de nietigheid constitutief is, is het belangrijk om te beseffen dat handelingen gesteld door de vennootschap in de periode vóór de uitspraak van nietigheid, in principe geldig blijven ten aanzien van derden die te goeder trouw handelden. Dit beschermt het rechtsverkeer.
### 2.3 Gevolgen van nietigheid
De gevolgen van nietigheid zijn ingrijpend en beogen het herstellen van de rechtstoestand zoals die zonder de nietige rechtshandeling zou zijn geweest.
* **Geen retroactiviteit (in principe):** In afwijking van het gemeen recht heeft de nietigheid van een vennootschap **in principe geen retroactieve uitwerking**. Dit betekent dat de nietigheid enkel uitwerking heeft voor de toekomst. De vennootschap wordt niet geacht nooit te hebben bestaan. Deze regel is cruciaal ter bescherming van het rechtsverkeer en de bescherming van derden die met de vennootschap contracteerden. Voor de maatschap geldt dit principe evenmin, gezien dit een contract met opeenvolgende prestaties is.
* **Vereffening:** Na een uitspraak van nietigheid treedt de vennootschap in vereffening, vergelijkbaar met de situatie na ontbinding. De vereffenaars blijven tot het einde van de vereffening de organen van de rechtspersoon.
* **Gevolgen voor preconstitutief handelen:** Handelingen die gesteld zijn door de vennootschap *in oprichting* (preconstitutief handelen) kunnen, na de definitieve oprichting van de vennootschap, door deze worden overgenomen. Indien de vennootschap wordt verklaard nietig, blijft de oorspronkelijke promotor in beginsel persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk voor de aangegane verbintenissen.
> **Voorbeeld:** Een vennootschap wordt nietig verklaard omdat de statuten een ongeoorloofd voorwerp bevatten. De vennootschap die gedurende haar bestaan, vóór de uitspraak van nietigheid, contracten sloot met derden, zal deze contracten nietig kunnen verklaren op basis van het ongeoorloofd voorwerp. Echter, de handelende derden die te goeder trouw waren, kunnen hun rechten nog wel uitoefenen, en de vennootschap zal in vereffening gaan. De nietigheid zelf heeft geen terugwerkende kracht voor de handelingen die reeds gesteld werden.
* **Nietigheid van deelneming versus nietigheid van de vennootschap:** Het is belangrijk te onderscheiden dat de nietigheid van de deelname van één vennoot niet noodzakelijkerwijs leidt tot de nietigheid van de gehele vennootschap, zeker niet bij vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid. Alleen indien een eenhoofdigheid ontstaat die de wettelijke vereisten schendt, kan dit wel tot een volledige nietigverklaring leiden, vooral bij vennootschappen die *intuitu personae* zijn opgericht.
---
# Identificatie en zetel van vennootschappen
Dit onderwerp behandelt de identificatiekenmerken van vennootschappen, specifiek de vennootschapsnaam en de zetel, en de juridische implicaties hiervan.
### 3.1 De vennootschapsnaam
De vennootschapsnaam is het identificatiemiddel waarmee een rechtspersoon in het rechtsverkeer optreedt en is statutair vast te leggen.
#### 3.1.1 Vereisten en bescherming
* **Onderscheidend vermogen:** De vennootschapsnaam moet verschillen van die van elke andere reeds bestaande vennootschap. Bij schending hiervan kan een vordering tot naamswijziging worden ingesteld.
* **Tijdsprioriteit:** De eerste gebruiker van een vennootschapsnaam krijgt prioriteit en wordt beschermd tegen identieke namen. Voor sterk gelijkende namen moet verwarringsgevaar worden aangetoond.
* **Registratie als merk:** In toenemende mate worden vennootschapsnamen geregistreerd als merk, wat kan leiden tot conflicten met reeds bestaande merkdeponeringen.
#### 3.1.2 Verschil met handelsnaam
* **Vennootschapsnaam:** Dit is de statutaire of maatschappelijke naam van de vennootschap.
* **Handelsnaam:** Dit is de commerciële of ondernemingsnaam waarmee de vennootschap in het handelsverkeer opereert en heeft een publieke marketingfunctie. De vennootschapsnaam en handelsnaam kunnen samenvallen.
* **Bescherming handelsnaam:** Voor een identieke handelsnaam geldt ook tijdsprioriteit. Voor sterk gelijkende handelsnamen kan bescherming worden ingeroepen indien verwarring in concreto wordt aangetoond (ontwikkeld op basis van rechtspraak), waarbij er aangetoond moet worden dat verwarring kan en is ontstaan binnen dezelfde markt en hetzelfde territorium.
#### 3.1.3 Juridische gevolgen van naamswijziging
* Een vordering tot naamswijziging kan worden ingesteld indien de vennootschapsnaam niet voldoet aan de onderscheidingsvereiste.
* Procedure voor statutenwijziging moet worden nageleefd bij een naamswijziging, inclusief de geldende meerderheden.
* Een naamswijziging is niet toegestaan tijdens de vereffening van de vennootschap om de duidelijkheid voor schuldeisers te waarborgen.
### 3.2 De zetel van de vennootschap
De zetel is vergelijkbaar met de woonplaats van een natuurlijk persoon en moet statutair worden vastgelegd. Tegenwoordig is alleen de aanduiding van het Gewest in de statuten verplicht; het specifieke adres wordt in de KBO en de oprichtingsakte vermeld.
#### 3.2.1 Statutaire zetelleer
* **Vroeger:** De werkelijke zetel (waar de leiding en beraadslaging plaatsvindt) primeerde en de statutaire zetel was een weerlegbaar vermoeden. Dit kon leiden tot toepassing van buitenlands vennootschapsrecht indien de statutaire zetel in het buitenland lag, maar de werkelijke zetel in België.
* **Nu (statutaire zetelleer):** Er is maar één zetel, de statutaire zetel, en deze is onweerlegbaar. Dit geldt vooral in een internationale context en biedt meer rechtszekerheid.
#### 3.2.2 Belang van de zetel
* **Territoriale bevoegdheid:** Bepaalt de bevoegdheid van de rechtbank.
* **Betekeningen en briefwisseling:** Dient als adres voor officiële communicatie.
* **Toepasselijke taalwetgeving:** Kan van invloed zijn op de te hanteren taal.
* **Internationaal Privaatrecht (IPR):** De statutaire zetel bepaalt de "nationaliteit" van de vennootschap en daarmee het toepasselijk vennootschapsrecht. Dit omvat regels omtrent oprichting, organen, bevoegdheden, nietigheid, ontbinding, vertegenwoordiging, en rechten van aandeelhouders.
#### 3.2.3 De statutaire zetelleer in internationale context
* De statutaire zetel duidt altijd het toepasselijk vennootschapsrecht aan, ongeacht de locatie van de werkelijke hoofdzetel of activiteiten. Dit maakt de keuze voor Belgisch recht door buitenlandse ondernemers gemakkelijker.
* **Rechtspraak van het Hof van Justitie:** Inzake de vrijheid van vestiging (Van Centros tot Polbud) mag een lidstaat eigen vennootschapsrecht niet toepassen op een vennootschap met een statutaire zetel in een andere lidstaat, tenzij dit proportioneel is (cf. *rule of reason* uit Cassis de Dijon). In de praktijk is proportionaliteit zelden aantoonbaar.
#### 3.2.4 Kritiek en anti-misbruikbepalingen
* **Kritiek:** De statutaire zetelleer wordt bekritiseerd omdat de werkelijke zetelleer nuttiger zou zijn voor het beschermen van lokale belangen, zoals die van schuldeisers.
* **Nuancering:** In faillissementsrecht, fiscaal recht en sociaal recht blijft de werkelijke zetel of plaats van tewerkstelling relevant.
* **Anti-misbruikbepaling:** Belgische rechtbanken blijven bevoegd om de externe aansprakelijkheid van bestuurders te beoordelen indien de werkelijke zetel in België ligt, zelfs als de statutaire zetel puur formeel buiten de EU is gelegen. Echter, dit betekent niet dat het Belgisch recht altijd zal worden toegepast; het recht van de staat met de statutaire zetel blijft van toepassing.
#### 3.2.5 Verplaatsing van de zetel
* **Binnenlands:** De verplaatsing van de zetel binnen België kan in de regel door het bestuur worden doorgevoerd, tenzij de statuten dit anders bepalen. Een adreswijziging is geen statutenwijziging zolang het Gewest in de statuten niet wijzigt. Een wijziging van de taal van de statuten vereist een beslissing van de Algemene Vergadering (AV). Zetelverplaatsing is niet toegestaan tijdens vereffening, tenzij met homologatie door de rechtbank.
* **Internationaal (grensoverschrijdende zetelverplaatsing):** Dit vereist een statutenwijziging en leidt tot een wijziging van het toepasselijk recht.
* **Emigratie (van België naar buitenland):** Vereist een beslissing met een drievierde meerderheid van de AV en een authentieke akte. Schuldeisers hebben een verzetsrecht. Sinds de implementatie van de Europese mobiliteitsrichtlijn bestaat er een uittredingsrecht voor dissidente vennoten. De rechtsvorm moet worden aangepast aan het recht van het nieuwe land.
* **Immigratie (van buitenland naar België):** Vereist een authentieke akte en een openbaarmaking van de balans volgens Belgisch boekhoudrecht.
---
# Preconstitutief handelen en bevrijding van de promotor
Hieronder volgt een gedetailleerde samenvatting van het onderwerp "Preconstitutief handelen en bevrijding van de promotor", gebaseerd op de verstrekte documentinhoud en gericht op gebruik in een studiegids voor examens.
## 4. Preconstitutief handelen en bevrijding van de promotor
Dit onderdeel behandelt de rechtshandelingen die door oprichters namens een vennootschap in oprichting worden verricht voordat deze vennootschap rechtspersoonlijkheid verkrijgt, en de voorwaarden waaronder de oprichter van zijn aansprakelijkheid kan worden bevrijd.
### 4.1 Het preconstitutief handelen
#### 4.1.1 Definitie en toepassingsgebied
Preconstitutief handelen verwijst naar alle handelingen die door de oprichters worden verricht in naam van de vennootschap in oprichting, gedurende de periode die voorafgaat aan de daadwerkelijke oprichting en de verwerving van rechtspersoonlijkheid door de vennootschap. Dit concept is geregeld in artikel 2:2 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) en geldt voor alle rechtspersonen.
Het doel van deze regeling is om het contracteren met promotoren te faciliteren, omdat het gemeenrecht in dergelijke situaties vaak onbillijk is. De principes van preconstitutief handelen gelden ongeacht of de handelende personen achteraf daadwerkelijk oprichters zullen zijn van de vennootschap. Personen die niet hebben deelgenomen aan het preconstitutief handelen maar wel bestuurder worden, vallen buiten deze beschermingsregel en worden niet als promotoren beschouwd.
#### 4.1.2 Overeenkomsten in de pre-contractuele fase
In de pre-contractuele fase kunnen verschillende soorten overeenkomsten worden gesloten:
* **Partiële overeenkomsten:** Dit zijn overeenkomsten die slechts een specifiek deel van de toekomstige vennootschapsrelatie regelen, zoals een geheimhoudingsverklaring (non-disclosure agreement, NDA) of een exclusiviteitsovereenkomst.
* **Overeenkomst tot oprichting:** Dit is een meeromvattende overeenkomst die de oprichting van de vennootschap beoogt. Om bindend te zijn, moet deze overeenkomst een voldoende bepaald voorwerp hebben, wat inhoudt dat de vorm van de vennootschap, het doel van de vennootschap, de beperking van aansprakelijkheid en de omvang van de inbrengen voldoende duidelijk moeten zijn gedefinieerd.
Een overeenkomst tot oprichting creëert louter een verbintenis om iets te doen. Gedwongen uitvoering in natura van de oprichting van de vennootschap is niet mogelijk indien een partij zich terugtrekt uit de overeenkomst. Enkel schadeloosstelling kan dan gevorderd worden.
#### 4.1.3 Aansprakelijkheid van de promotor
Het principe is dat de promotor, die namens de vennootschap in oprichting handelt, persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk is voor de aangegane verbintenissen. Dit geldt ook wanneer de handelende persoon achteraf geen oprichter wordt.
> **Tip:** Het is cruciaal om te beseffen dat de promotor vanaf het moment van het preconstitutief handelen persoonlijk gebonden is.
### 4.2 Overname door de vennootschap en bevrijding van de promotor
#### 4.2.1 Voorwaarden voor overname en bevrijding
Om van zijn persoonlijke aansprakelijkheid bevrijd te worden, moet de vennootschap in oprichting de door de promotor aangegane verbintenissen overnemen. Hiervoor gelden de volgende cumulatieve voorwaarden:
1. **Handelen in naam van de vennootschap in oprichting:** De promotor moet duidelijk hebben gehandeld in de hoedanigheid van vertegenwoordiger van de vennootschap in oprichting.
2. **Oprichting binnen twee jaar na rechtshandeling:** De vennootschap moet opgericht worden binnen een termijn van twee jaar na de rechtshandeling die door de promotor werd gesteld.
3. **Tijdige overname:** De overname van de verbintenis door de vennootschap moet plaatsvinden binnen een termijn van drie maanden na de verwerving van rechtspersoonlijkheid door de vennootschap.
4. **Bevoegd orgaan:** De overname moet gebeuren door het daartoe bevoegde orgaan van de vennootschap. Dit kan zowel uitdrukkelijk als stilzwijgend gebeuren.
#### 4.2.2 Gevolgen van overname
Wanneer aan de voorwaarden is voldaan, wordt de vennootschap gebonden door de verbintenissen die de promotor heeft aangegaan. Dit leidt tot de bevrijding van de promotor uit zijn persoonlijke en hoofdelijke aansprakelijkheid. De vennootschap blijft als enige gehouden tot de verbintenis.
Het principe van retro-activiteit is hierbij van toepassing: de verbintenis die door de vennootschap wordt overgenomen, wordt geacht vanaf de aanvang door de vennootschap te zijn aangegaan.
> **Tip:** De toestemming van de wederpartij bij de oorspronkelijke verbintenis is **niet** vereist voor de overname door de vennootschap en de daaruit voortvloeiende bevrijding van de promotor.
#### 4.2.3 Gevolgen van laattijdige overname
Indien de overname van de verbintenissen door de vennootschap laattijdig gebeurt (d.w.z. buiten de termijn van drie maanden na de verwerving van rechtspersoonlijkheid), kan de promotor niet meer bevrijd worden uit zijn aansprakelijkheid. De vennootschap kan zich in dat geval niet meer als medecontractant opwerpen. Wel kan er in de regel sprake zijn van schuldtoetreding door de vennootschap, wat betekent dat de vennootschap mede-aansprakelijk wordt, maar de promotor blijft hoe dan ook medeaansprakelijk.
#### 4.2.4 Situaties van nietigheid van de vennootschap
De nietigheid van de vennootschap kan diverse gevolgen hebben voor de preconstitutieve handelingen en de aansprakelijkheid van de promotoren:
* **Nietigheid van deelneming versus nietigheid van de vennootschap:** De nietigheid van de deelneming van een vennoot is niet noodzakelijk de nietigheid van de gehele vennootschap, tenzij de vennootschap hoofdelijk is opgericht (intuitu personae).
* **Vennootschappen met onbeperkte aansprakelijkheid:** Voor deze vennootschappen gelden alle gemeenrechtelijke nietigheidsgronden uit het Burgerlijk Wetboek. De nietigheid leidt tot de nietigverklaring van de volledige vennootschap, omdat deze vaak als persoonvennootschap worden beschouwd en intuitu personae worden opgericht.
* **Vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid:** Hier zijn er slechts vier limitatief bepaalde nietigheidsgronden:
* Ongeoorloofd voorwerp van de statuten.
* Te weinig geldig verbonden oprichters (minder dan twee, of minder dan drie bij een coöperatieve vennootschap).
* Oprichtingsakte niet in de vereiste vorm.
* Ontbreken van wezenlijke gegevens in de oprichtingsakte (zoals naam, voorwerp, inbrengen, kapitaal).
Bij vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid leidt de nietigheid van de participatie van één vennoot niet tot de nietigheid van de gehele vennootschap, aangezien er nog andere vennoten kunnen zijn.
#### 4.2.5 Gevolgen van nietigheid voor het rechtsverkeer
De nietigheid van een vennootschap werkt in beginsel niet retroactief voor alle vennootschappen. De wet bepaalt expliciet dat de nietigheid uitwerking heeft voor de toekomst. Dit geldt ook voor vennootschappen met rechtspersoonlijkheid en voor de maatschap, gezien de aard van het contract met opeenvolgende prestaties. Dit principe dient ter bescherming van het rechtsverkeer en komt neer op een gerechtelijke ontbinding.
De nietigheid kan enkel door de rechter worden uitgesproken en heeft een constitutief karakter. Regularisatie van de nietigheidsgrond is mogelijk. Tegenover derden heeft de nietigheid pas effect vanaf de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad. Tot het sluiten van de vereffening blijven de oprichters en bestuurders in functie, en de eerder gestelde handelingen blijven geldig. De rechtbank kan vereffenaars aanstellen en afwijkende vereffeningsregels bepalen.
> **Tip:** Hoewel de nietigheid van de vennootschap in principe niet retroactief is, blijft het essentieel om te voldoen aan de vormvereisten en inhoudelijke bepalingen om dergelijke situaties te vermijden.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Rechtspersoonlijkheid | De juridische hoedanigheid die een entiteit (zoals een vennootschap) in staat stelt om rechten en plichten te hebben, zelfstandig te handelen in het rechtsverkeer, en zelfstandig te procederen of gedagvaard te worden. |
| Pre-contractuele fase | De periode voorafgaand aan de officiële oprichting van een rechtspersoon, waarin partijen onderhandelingen voeren en overeenkomsten kunnen sluiten die verband houden met de toekomstige vennootschap. |
| Oprichtingsakte | Het formele document waarin de essentiële bepalingen van een vennootschap worden vastgelegd, zoals de naam, zetel, voorwerp, kapitaal, en de rechten en plichten van de vennoten. Dit is een vereiste voor de verwerving van rechtspersoonlijkheid. |
| Griffie van de ondernemingsrechtbank | Het administratieve orgaan bij de ondernemingsrechtbank waar juridische documenten, zoals oprichtingsakten en statutenwijzigingen, worden neergelegd en geregistreerd voor openbaarmaking. |
| Geschriftvereiste | De wettelijke verplichting om bepaalde rechtshandelingen, zoals de oprichting van specifieke vennootschapsvormen, schriftelijk vast te leggen, wat een bestaansvoorwaarde is en niet enkel een bewijsvereiste. |
| Authentieke akte | Een akte die verleden wordt voor een notaris, wat een bijzondere bewijswaarde heeft en vaak vereist is voor belangrijke rechtshandelingen, zoals de oprichting van vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid of de inbreng van onroerende goederen. |
| Nietigheid | De juridische sanctie die een rechtshandeling ongeldig verklaart vanaf het ontstaan ervan, waardoor deze geen rechtsgevolgen heeft. Dit kan voortvloeien uit gebreken in de vorm of de inhoud van de rechtshandeling. |
| Openbaarmaking | De officiële publicatie van juridisch relevante gegevens van een onderneming, zoals de oprichtingsakte, in het Belgisch Staatsblad. Dit dient ter informatie van derden en maakt bepaalde handelingen tegenwerpelijk. |
| Tegenwerpelijkheid | De eigenschap waarbij een rechtshandeling of een feit juridisch afdwingbaar wordt ten aanzien van derden, nadat de relevante informatie openbaar is gemaakt conform de wettelijke voorschriften. |
| Preconstitutief handelen | Handelingen die worden gesteld door de oprichters namens een vennootschap die nog in oprichting is, vóór de verwerving van rechtspersoonlijkheid. Deze handelingen kunnen na oprichting door de vennootschap worden overgenomen. |
| Promotor | Een persoon die optreedt in naam van een vennootschap in oprichting en rechtshandelingen stelt die later door die vennootschap kunnen worden overgenomen. De promotor kan persoonlijk aansprakelijk zijn voor deze handelingen. |
| Vennootschapsnaam | De officiële naam waaronder een vennootschap handelt in het rechtsverkeer, statutair wordt vastgelegd en moet verschillen van die van andere vennootschappen. Deze naam dient ter identificatie en bescherming. |
| Statutaire zetel | De zetel van een vennootschap zoals vastgelegd in de statuten. Volgens de statutaire zetelleer bepaalt deze locatie het toepasselijke recht, ongeacht de werkelijke locatie van de bedrijfsactiviteiten. |
| Statutaire zetelleer | Een juridisch principe dat stelt dat de zetel zoals bepaald in de statuten van een vennootschap bepalend is voor het toepasselijke recht, met name in internationale context, ter bevordering van rechtszekerheid en de vrijheid van vestiging. |
Cover
3geldigheidvennootschapoktober2025.pptx
Summary
# Geldigheidsvereisten voor vennootschappen
Dit document behandelt de essentiële voorwaarden waaraan voldaan moet worden voor de geldige oprichting en het voortbestaan van vennootschappen.
## 1. Geldigheidsvereisten voor vennootschappen
De fundamentele geldigheidsvereisten voor vennootschappen omvatten:
1. Het bestaan van voldoende, geldig verbonden oprichters.
2. Het doen van inbrengen.
3. Een geldig voorwerp.
4. Minstens één doel, waaronder een winstverdelings-oogmerk.
### 1.1 Voldoende geldig verbonden oprichters
#### 1.1.1 Aantal oprichters
* **Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid (Kapitaalvennootschappen: NV, BV):** Sinds 2019 is een eenhoofdige oprichting toegestaan. Dit kan zowel door een natuurlijke persoon (NP) als een rechtspersoon (RP) gebeuren. Eén persoon mag aandeelhouder zijn in meerdere eenhoofdige vennootschappen.
* **Personenvennootschappen (CV, VOF, CommV):** Deze vereisen traditioneel een meerhoofdigheid.
* De **CV** vereist nog steeds drie oprichters, zowel bij de oprichting als tijdens het bestaan van de vennootschap.
* Voorheen vereisten alle vennootschappen minstens twee oprichters, wat nog steeds geldt voor de personenvennootschappen en de CV.
#### 1.1.2 Geldigheid van verbinding
De vereiste van voldoende oprichters geldt zowel bij de oprichting als tijdens het bestaan van de vennootschap. Indien deze vereiste niet langer is vervuld, volgt automatische ontbinding.
* **Sanctie bij oprichting:** Nietigheid van de vennootschap.
* **Sanctie tijdens bestaan:** Ontbinding van de vennootschap.
* **Werkingssfeer nietigheid:** Een nietigheid werkt niet retroactief, maar treedt in werking vanaf de datum van de rechterlijke uitspraak. Een voortzettingsbeding kan voorzien in het niet-ontbinden van de vennootschap bij het wegvallen van een vennoot.
#### 1.1.3 Wie kan toestemmen?
* **Natuurlijke personen (NP) en Rechtspersonen (RP):** Beide kunnen vennoot worden. Publieke RP's kunnen vennoot worden indien dit binnen hun opdrachten valt.
* **Groep (Moeder- en Dochtervennootschappen):** Een dochtervennootschap is een aparte, gecontroleerde RP. Controle wordt gedefinieerd als de bevoegdheid, in rechte of in feite, om het beleid bepalend te beïnvloeden.
#### 1.1.4 Wijzen van toestemming
* **In persoon:** De oprichter handelt zelf.
* **Voor RP:** Het bevoegde orgaan treedt op, normaal gesproken de bestuurder, mits bewijs van benoeming.
* **Door volmacht:** Een vertegenwoordiger handelt namens de oprichter. De volmacht is niet verplicht authentiek.
* **Sterkmaking (enkel bij NV):** Iemand verschijnt bij de notaris en garandeert dat een andere persoon bereid zal zijn aandeelhouder te worden en een inbreng te doen. De identiteit van de vertegenwoordigde hoeft niet direct meegedeeld te worden. Juristen achten sterkmaking bij andere vennootschappen te theoretisch gezien de belangrijkheid van de identiteit van de oprichters. Bij NV is sterkmaking toegestaan; de sterkmaker is persoonlijk aansprakelijk indien de beloofde inbreng niet gebeurt.
#### 1.1.5 Minderjarigen
* **Daad van beschikking:** Een inbreng door minderjarigen wordt beschouwd als een daad van beschikking. Hiervoor is machtiging van de vrederechter vereist (art. 410 B.W.), die oordeelt of de deelname in het belang van het kind is.
* **Ouders als oprichters:** Ouders kunnen een inbreng doen met het vermogen van de minderjarige ten behoeve van het kind, wat kan leiden tot een onrechtstreekse schenking. De ouders dragen dan de oprichtersaansprakelijkheid.
* **"Loutere inschrijver":** Een minderjarige kan bij NV of BV aan de oprichtersaansprakelijkheid ontsnappen door op te treden als loutere inschrijver.
* **Ouders doen inbreng:** Ouders kunnen zelf een inbreng doen en de aandelen rechtstreeks laten uitgeven aan het minderjarige kind. In dit geval krijgen de ouders het statuut van oprichter en draagt de minderjarige geen oprichtersaansprakelijkheid.
#### 1.1.6 Echtgenoten
* **Relatievermogensrecht:** Bepaalt of aandelen eigen of gemeenschappelijk zijn.
* **Vennootschapsrecht:** Bepaalt wie vennoot is of kan worden.
* **Vennootschap onder echtgenoten:** Kan door sommigen als eenhoofdig worden beschouwd indien de inbreng uitsluitend met gemeenschapsmiddelen gebeurt. Echter, art. 2.3.19 BW bepaalt dat een koppel, ook bij inbreng met gemeenschapsgoederen, de vennootschap als tweehoofdig kan beschouwen mits expliciete inschrijving in het aandelenregister.
* **Voorwaarden art. 2.3.19 BW:** Aandelen moeten op naam van de bepaalde echtgenoot ingeschreven zijn, en de vennootschap moet beperkingen op de overdracht van aandelen hebben (wet, statuten, aandeelhoudersovereenkomst), of de "ingeschreven" echtgenoot moet er zijn beroep uitoefenen.
* **Lidmaatschapsrechten vs. Vermogensrechten:** Lidmaatschapsrechten (zoals stemrecht) zijn eigen aan de echtgenoot op wiens naam de aandelen staan. Vermogensrechten behoren echter tot de huwelijksgemeenschap.
* **Inbreng van gemeenschapsgoederen:** Elke partner kan zonder toestemming van de andere partner inbrengen, onderworpen aan het regime van concurrentieel bestuur (art. 212, 216 BW), tenzij het een uitzondering betreft (bv. inbreng onroerend goed, huur langer dan 9 jaar, handelszaak - art. 2.3.32 BW).
* **Gezinswoning:** Kan nooit door slechts één partner worden ingebracht zonder toestemming van de ander.
* **Eigen goederen:** Kunnen door de eigenaar alleen worden ingebracht.
* **Vergoeding aan huwelijksgemeenschap:** Een echtgenoot die zijn beroep uitoefent in een vennootschap waarvan de aandelen eigen zijn, moet vergoeding betalen aan de huwelijksgemeenschap voor gemiste inkomsten, indien er gemeenschap is.
#### 1.1.7 Wilsgebreken
* **Dwaling:** Minder belangrijk.
* **Bedrog:** Kan optreden bij uitgifte/verkoop van effecten.
* **Informatieplicht:** De verkoper heeft geen algemene informatieplicht, behalve bij openbare uitgifte (prospectus). Koper heeft wel een onderzoeksplicht (due diligence).
* **Hoofdbedrog:** Moet uitgaan van de wederpartij (vennootschap of orgaan) om nietigheid te rechtvaardigen.
* **Stilzwijgen:** Kan bedrog zijn indien er een informatieplicht bestaat.
* **Nietigheid:** Enkel bij hoofdbedrog; anders schadevergoeding.
### 1.2 Inbreng
Een inbreng is de verbintenis om een vermogensbestanddeel over te dragen en te onderwerpen aan het risico van de vennootschapsactiviteit, in ruil voor winstrecht.
#### 1.2.1 Onderscheid plaatsen en volstorten
* **Plaatsing:** Het aangaan van de verbintenis tot inbreng, gebeurt bij oprichting. Dit is onherroepelijk en onvoorwaardelijk.
* **Volstorting:** De daadwerkelijke levering van de inbreng.
#### 1.2.2 Wie kan en wat mag inbrengen?
* **Door oprichter of door derde:** De inbreng kan gebeuren door de oprichter zelf of door een derde (bv. vereffenaar ten behoeve van een derde).
* **Voorwerp in de handel:** Alles wat in de handel is en in geld waardeerbaar is, met een zeker nut voor de vennootschap, kan worden ingebracht (bv. cliënteel, know-how).
#### 1.2.3 Onderscheid naar voorwerp
* **Inbreng van geld:** Alle middelen van levering zijn toegelaten. Bij NV, BV, CV is storting op een geblokkeerde rekening vereist.
* **Inbreng in natura:** Al het overige (materiële of immateriële goederen zoals schuldvorderingen, vergunningen, intellectuele eigendomsrechten).
* **Controle op waardering:** Bij vennootschappen met rechtspersoonlijkheid (BAS) is een waardering door een onafhankelijke expert (revisor) verplicht om overwaardering te voorkomen.
#### 1.2.4 Inbreng van nijverheid
* **Definitie:** Belofte om toekomstige arbeid of diensten te leveren in ruil voor winstdeelname.
* **NV:** Mag niet met kapitaalaandelen worden vergoed, enkel met winstbewijzen.
* **BV en Vennootschappen zonder kapitaal:** Kunnen volledig met inbreng van nijverheid worden opgericht.
#### 1.2.5 Eigendom versus genot
* **Inbreng in eigendom:** Overdracht van het eigendomsrecht, vergelijkbaar met koop-verkoop. Het risico is voor de vennootschap vanaf de inbreng.
* **Inbreng van genot:** Slechts een persoonlijk gebruiksrecht, vergelijkbaar met verhuur. De inbrenger behoudt het eigendom en kan het goed bij ontbinding of faillissement terugnemen. Het risico blijft bij de inbrenger.
* **Verbruikbare zaak:** Bij inbreng van een verbruikbare zaak (bv. geld) gaat het eigendom over, met de verplichting om evenveel van dezelfde soort terug te geven.
#### 1.2.6 Hoe inbrengen?
* **Tussen partijen:** Eigendomsrecht gaat solo consensu over.
* **Tegenwerpelijkheid aan derden:**
* **Onroerend goed:** Vereist een authentieke inbrengakte en overschrijving op het hypotheekkantoor.
* **Schuldvordering:** Tegenwerpelijk aan de SA na kennisgeving.
* **Handelszaak:** Klassieke overdracht van elk onderdeel, of via inbreng van de bedrijfstak (tegenwerpelijk na publicatie in BS).
#### 1.2.7 Volstorting (= Levering)
* **Normaal:** Onmiddellijke volstorting.
* **BV en CV:** Verplichte onmiddellijke volstorting, tenzij statuten of oprichtingsakte anders bepalen.
* **NV:** Minimaal een kwart van de inbreng in geld moet direct gestort worden; de rest mag later.
* **Termijn:** Afspraken over het tijdstip van levering worden gemaakt; zoniet beslist het bestuur in het belang van de vennootschap.
* **Vertraging:** Van rechtswege intrest op geld.
* **Sancties bij vertraging:**
* **NV en BV:** Stemrecht is van rechtswege geschorst.
* **Schuldeisers:** Kunnen eisbare volstorting bevelen en een zijdelingse vordering instellen (art. 2.144 WVV).
#### 1.2.8 Risicoregeling en vrijwaring
* **Eigendom:** Het risico is voor de vennootschap vanaf de inbreng.
* **Handelsfonds:** Impliceert een niet-concurrentiebeding, tenzij de vennootschap de inbrenger vrijstelt.
* **Schuldvordering:** De inbrenger staat in voor het bestaan van de vordering op de dag van de inbreng, niet voor de solvabiliteit van de SA.
* **Algemeenheden, bezwaarde goederen:** Lasten onbekend leiden tot vrijwaring. Indien de last groter is dan het actief, is de inbreng waardeloos en dus nietig.
### 1.3 Geldig voorwerp
De vennootschap moet bepaalde activiteiten nastreven die in de statuten worden omschreven.
* **Statutaire voorwerp:** Beperkt de bevoegdheden van de organen (bestuur, AVA).
* **Overschrijding van het voorwerp:**
* **BV, NV, CV:** Overschrijding tast de geldigheid van bestuurshandelingen ten opzichte van derden niet aan.
* **CV, VOF, CommV, maatschap:** Statutaire clausules zijn wel inroepbaar tegen derden.
### 1.4 Winstverdelings-oogmerk
De vennootschap moet minstens één doel hebben, waaronder een winstverdelings-oogmerk.
* **Winst ruim te begrijpen:** Omvat ook spreiding van lasten en kosten.
* **Wettelijke specialiteit:** Verbod op schenkingen, tenzij het een onrechtstreekse winstbijdrage is (bv. sponsoring, mecenas).
* **Andere doelen:** Vennootschappen mogen naast winstoogmerk ook andere doelen nastreven, zoals een sociaal doel.
* **Winstverdeling:**
* **Principe:** Jaarlijks, tenzij anders bepaald.
* **Suppletief:** Evenredig aan de inbreng (personenvennootschappen) of gelijk per aandeel (BV, CV), of proportioneel aan de kapitaalvertegenwoordigende waarde (NV).
* **Afwijkingen toegelaten:** Preferentieel dividend, ongelijke winsten/verliezen, partijbeslissingen.
* **Grens wilsvrijheid:** Verbod op leeuwenbeding (uitsluiting van winstdeelname). Sanctie is nietigheid van de vennootschap of de clausule.
> **Tip:** Het winstverdelings-oogmerk onderscheidt een vennootschap van een vereniging. Ook een organisatie met als primair doel kosten te drukken door samenwerking, kan beschouwd worden als een vennootschap met winstverdelings-oogmerk.
> **Tip:** De wet bevat geen bindende regel tot winstmaximalisatie. Vennootschappen kunnen naast winst ook andere doelen nastreven, zoals sociale doelen, wat belangrijk kan zijn bij het verantwoorden van bepaalde uitgaven zoals mecenas.
---
# De inbreng in een vennootschap
Dit deel van de studiehandleiding behandelt de essentie, het voorwerp en de wijze van inbreng van activa en diensten in een vennootschap, zowel in geld als in natura, inclusief de bijbehorende risico's en verplichtingen.
### 2.1 Het concept van inbreng
De inbreng in een vennootschap kan gedefinieerd worden als de verbintenis van een persoon om een vermogensbestanddeel over te dragen en dit te onderwerpen aan het risico van de vennootschapsactiviteit. In ruil voor deze inbreng ontvangt de inbrenger aandelen die recht geven op winstrechten, en vaak ook stemrecht. Er is een belangrijk onderscheid te maken tussen het aangaan van de verbintenis ("plaatsing" of inschrijving) en de daadwerkelijke uitvoering ervan ("volstorting" of levering). Het aangaan van de inbrengverbintenis, dat gebeurt op het moment van de oprichting, is onherroepelijk en onvoorwaardelijk.
> **Tip:** Houd het onderscheid tussen het aangaan van de inbrengverbintenis en de daadwerkelijke volstorting steeds voor ogen, omdat de wet hieraan verschillende regels en sancties verbindt.
### 2.2 Voorwerp van de inbreng
Alles wat in de handel is en in geld waardeerbaar is, kan als voorwerp van een inbreng dienen, mits het een zekere nuttigheid heeft voor de vennootschap in het kader van haar voorgenomen activiteiten. Dit omvat niet enkel materiële goederen, maar ook immateriële activa zoals schuldvorderingen, vergunningen en intellectuele eigendomsrechten. Een bijzonder geval is de inbreng van cliënteel en know-how, die eveneens in geld waardeerbaar zijn.
#### 2.2.1 Inbreng van geld
Bij een inbreng in geld zijn alle middelen van levering toegelaten. Voor NV's, BV's en CV's is een storting op een geblokkeerde rekening vereist.
#### 2.2.2 Inbreng in natura
Dit omvat alle andere inbrengen dan die in geld. Het kan zowel materiële als immateriële goederen betreffen, zoals schuldvorderingen, vergunningen en intellectuele eigendomsrechten.
> **Tip:** Het onderscheid tussen inbreng in geld en in natura is relevant voor de controle op de waardering van de inbreng. Voor vennootschappen met een basiskapitaal is een waardering door een onafhankelijke expert wettelijk verplicht.
#### 2.2.3 Inbreng van nijverheid
De inbreng van nijverheid betreft de belofte om toekomstige arbeid of diensten te leveren in ruil voor winstdeelname. Dit is een specifieke vorm van inbreng in natura.
* **Bij NV's:** Inbrengen van nijverheid mogen niet met gewone kapitaalaandelen worden vergoed. Ze kunnen enkel worden vergoed met winstbewijzen. Dit verbod is ingegeven door de moeilijkheid om de waarde van nijverheid in te schatten en om schuldeisers niet de indruk te geven dat er een verhandelbaar vermogen is dat als onderpand kan dienen.
* **Bij BV's en vennootschappen zonder kapitaal:** Deze vennootschappen kunnen volledig worden opgericht met inbrengen van nijverheid.
#### 2.2.4 Inbreng in eigendom versus genot
* **Inbreng in eigendom:** De inbrenger draagt het volle eigendomsrecht over aan de vennootschap. Het risico van tenietgaan van het goed ligt vanaf de inbreng bij de vennootschap.
* **Inbreng van genot:** De inbrenger behoudt de eigendom, maar verleent de vennootschap slechts een persoonlijk gebruiksrecht op het goed. Dit is vergelijkbaar met een huurovereenkomst, maar zonder de betaling van huurgeld. Bij verbruikbare zaken (zoals geld) gaat het eigendomsrecht wel over, met de verplichting om op het einde van de termijn evenveel van dezelfde soort terug te geven. Het gebruiksrecht, zelfs na afloop van de overeengekomen termijn, blijft bestaan voor de aandelen die in ruil werden verkregen, tenzij anders overeengekomen. Dit biedt de inbrenger, in geval van faillissement van de vennootschap, een revindicatierecht.
#### 2.2.5 Aansprakelijkheid van de inbrenger en risicoregeling
De inbrenger heeft een vrijwaringsplicht tegenover de vennootschap.
* **Inbreng in eigendom:** Het risico is voor de vennootschap vanaf het moment van de inbreng.
* **Handelsfonds:** De vrijwaringsplicht impliceert automatisch een niet-concurrentiebeding, tenzij de vennootschap de inbrenger hiervan expliciet vrijstelt.
* **Schuldvordering:** De inbrenger staat in voor het bestaan van de vordering op de dag van de inbreng, maar niet noodzakelijk voor de solvabiliteit van de schuldenaar. De vennootschap kan de inbrenger in vrijwaring roepen indien de schuldvordering niet meer bestond op de dag van de inbreng.
* **Algemeenheden en bezwaarde goederen:** De inbrenger moet de vennootschap informeren over eventuele lasten (bv. hypotheken) op het ingebrachte goed. Indien de waarde van de last groter is dan de waarde van het goed, is de inbreng waardeloos of nietig, tenzij in een herstructureringscontext.
### 2.3 Wijze van inbreng
De inbreng kan op verschillende manieren gebeuren: door de oprichter zelf, door een derde (bv. bij een beding ten behoeve van een derde) of door een vereffenaar bij ontbinding.
#### 2.3.1 Tegenwerpelijkheid aan derden
De overdracht van het eigendomsrecht gebeurt tussen partijen "solo consensu" (door loutere wilsovereenstemming). Voor tegenwerpelijkheid aan derden zijn specifieke formaliteiten vereist:
* **Onroerend goed:** Overschrijving in het hypotheekkantoor, wat een authentieke inbrengakte vereist.
* **Schuldvordering:** Kennisgeving aan de schuldenaar of diens aanvaarding.
* **Handelszaak:** De overdracht kan gebeuren per onderdeel, of via de techniek van de inbreng van de bedrijfstak, die tegenwerpelijk wordt na publicatie in het Belgisch Staatsblad. De inbreng van een bedrijfstak impliceert een overgang van alle activa en passiva onder algemene titel.
* **Intellectuele eigendomsrechten:** Tegenwerpelijkheid na registratie in het relevante register.
#### 2.3.2 Volstorting (levering)
De volstorting is de feitelijke levering van de inbreng. De afspraken hierover worden gemaakt door de oprichters. Indien er geen afspraken zijn, beslist het bestuur in het belang van de vennootschap.
* **BV en CV:** De aandelen moeten in principe onmiddellijk worden volstort, tenzij de statuten of oprichtingsakte anders bepalen.
* **NV:** Voor inbrengen in geld geldt een verplichte onmiddellijke volstorting van minstens een kwart per aandeel.
* **Vertraging in volstorting:** Indien de volstorting vertraging oploopt, is van rechtswege wettelijke intrest verschuldigd. Voor NV's en BV's wordt het stemrecht van de betrokken aandelen van rechtswege geschorst. Bovendien kunnen schuldeisers van de vennootschap een zijdelingse vordering instellen om de volstorting te eisen.
> **Tip:** Bij NV's geldt voor inbrengen in natura een andere regeling; de inbrenger heeft vijf jaar om de inbreng te leveren, tenzij anders overeengekomen.
### 2.4 Vermogen en kapitaal
De ingebrachte activa vormen het startvermogen van de vennootschap. Dit vermogen fluctueert door winsten en verliezen.
* **Kapitaal (enkel bij NV):** Dit is een onuitkeerbaar deel van het eigen vermogen dat beschermd is tegen uitkeringen, tenzij via een procedure van kapitaalvermindering met verzetsrecht voor schuldeisers.
* **Ingebracht eigen vermogen (bij BV, CV en andere vennootschappen):** Dit is een deel van het eigen vermogen dat wel beschikbaar is en kan worden uitgekeerd, mits de overige eigen vermogensbestanddelen (zoals reserves) volstaan.
* **Eigen vermogen:** Het niet-terugbetaalbare deel van het vermogen dat tijdens het bestaan van de vennootschap niet kan worden uitgekeerd aan aandeelhouders, tenzij via vrijwillige uitkeringen.
* **Vreemd vermogen:** De schulden van de vennootschap die terugbetaalbaar zijn.
* **Netto-actief:** Het totaal actief verminderd met schulden en voorzieningen. Dit geeft de mate aan waarin de activa de schulden overtreffen en biedt een buffer voor schuldeisers.
### 2.5 Wettelijke vereisten voor de oprichting van een vennootschap
Naast de inbreng zijn er nog andere essentiële vereisten voor de geldige oprichting van een vennootschap:
1. **Voldoende oprichters:** Een minimum aantal oprichters is vereist, afhankelijk van het type vennootschap (tweehoofdig voor de meeste vennootschappen met een basiskapitaal, driehoofdig voor een CV, en eenhoofdig toegelaten voor BV en NV).
2. **Geldig voorwerp:** De vennootschap moet een duidelijk omschreven, wettelijk geoorloofd doel nastreven. De statutaire omschrijving van het voorwerp beperkt de bevoegdheden van de organen, maar overschrijding ervan tast de geldigheid van bestuurshandelingen ten aanzien van derden niet aan bij BV's, NV's en CV's.
3. **Winstverdelingsoogmerk:** De vennootschap moet de bedoeling hebben om winst te verdelen. Dit winstbegrip wordt ruim opgevat en kan ook de spreiding van lasten en kosten omvatten. Wettelijke specialiteit van de vennootschap impliceert een verbod op schenkingen, tenzij deze indirect bijdragen aan de winstvorming (bv. sponsoring, mecenaat). Het verbod op het uitsluiten van een vennoot van winstdeling (verbod van leeuwenbeding) is een belangrijke grens.
> **Tip:** Bij de NV is het kapitaal een onuitkeerbaar eigen vermogen, terwijl bij andere vennootschappen het ingebrachte eigen vermogen wel beschikbaar is.
> **Voorbeeld:** Een vennootschap die als statutair voorwerp de ontwikkeling van software heeft, mag met de winsten geen aannemingsbedrijf starten. Bestuurtshandelingen die dit voorwerp overschrijden, zijn wel bindend voor de vennootschap ten aanzien van derden.
---
# Kapitaal en vermogen van vennootschappen
Hier is de studiegids voor het onderwerp "Kapitaal en vermogen van vennootschappen":
## 3. Kapitaal en vermogen van vennootschappen
Dit onderwerp legt de verschillen en samenhang uit tussen het startvermogen, het eigen vermogen en het kapitaal van een vennootschap, en hoe deze elementen boekhoudkundig worden behandeld en de positie van schuldeisers beïnvloeden.
### 3.1 Het startvermogen van de vennootschap
Bij de oprichting van een vennootschap is een inbreng door de oprichters vereist. Deze inbrengen vormen samen het initiële startvermogen van de vennootschap. Dit startvermogen wordt boekhoudkundig verwerkt en heeft invloed op de financiële positie van de vennootschap ten opzichte van haar schuldeisers.
#### 3.1.1 Inbreng: verbintenis en levering
Een inbreng is de verbintenis om een vermogensbestanddeel over te dragen en te onderwerpen aan het risico van de vennootschapsactiviteit. In ruil voor deze inbreng verkrijgt de oprichter winstrechten, meestal in de vorm van aandelen. Er is een onderscheid tussen het aangaan van de verbintenis ("plaatsing") en de daadwerkelijke levering ("volstorting") van de inbreng.
* **Aangaan van de verbintenis**: Dit gebeurt bij de oprichting en is onherroepelijk en onvoorwaardelijk.
* **Volstorting (levering)**: Dit is de feitelijke overdracht van het inbrengen vermogensbestanddeel. De timing hiervan kan variëren.
##### 3.1.1.1 Timing van de volstorting
* **BV en CV**: Volstorting is in principe onmiddellijk vereist, tenzij de statuten of oprichtingsakte afwijken.
* **NV**: Bij inbreng in geld moet minimaal een kwart van de inbreng direct volstort worden; het restant mag later volgen. Hiervan kan worden afgeweken in de oprichtingsakte, statuten of uitgiftevoorwaarden.
* **Afspraken en beslissingen**: Oprichters kunnen tijdstippen afspreken. Bij gebrek hieraan beslist het bestuur in het belang van de vennootschap.
##### 3.1.1.2 Gevolgen van vertraging in volstorting
* **Intrest**: Bij vertraging is van rechtswege wettelijke intrest verschuldigd op het oorspronkelijke bedrag.
* **Opschorting stemrecht**: Bij NV en BV wordt het stemrecht van rechtswege geschorst.
* **Zijdelingse vordering van schuldeisers**: Schuldeisers kunnen, onder bepaalde voorwaarden, een eisbare volstorting bevelen en een zijdelingse vordering instellen indien de vennootschap haar betalingsverplichtingen niet nakomt. Dit betekent dat schuldeisers de vennootschap kunnen dwingen tot het eisen van de volstorting van aandeelhouders, waarbij het geïnde bedrag toekomt aan de vennootschap ten gunste van alle schuldeisers.
##### 3.1.1.3 Inbreng in eigendom vs. genot
* **Inbreng in eigendom**: Het volledige eigendomsrecht wordt overgedragen aan de vennootschap. Het risico van tenietgaan van het ingebrachte goed is vanaf de overdracht voor de vennootschap.
* **Inbreng van genot**: Enkel een gebruiksrecht wordt overgedragen. De inbrenger behoudt het eigendom. Het risico blijft bij de inbrenger. Dit kan bijvoorbeeld bij intellectuele eigendomsrechten. Bij verbruikbare zaken (zoals geld) gaat het eigendomsrecht over, met de verplichting om bij het einde van de vennootschap een gelijke hoeveelheid van dezelfde soort terug te geven.
##### 3.1.1.4 Inbreng van nijverheid
Dit betreft de belofte om toekomstige arbeid of diensten te leveren in ruil voor winstdeelname.
* **NV**: Inbreng van nijverheid mag niet met kapitaalaandelen vergoed worden, enkel met winstbewijzen. Dit is om de transparantie naar schuldeisers te waarborgen.
* **BV en vennootschappen zonder kapitaal**: Kunnen volledig met inbreng van nijverheid worden opgericht.
##### 3.1.1.5 Risicoregeling en vrijwaring bij inbreng
De inbrenger heeft een vrijwaringsplicht tegenover de vennootschap.
* **Inbreng in eigendom**: Het risico op tenietgaan van het goed is vanaf de overdracht voor de vennootschap. Als het goed vóór levering tenietgaat, mag de inbrenger zijn aandelen behouden.
* **Inbreng van handelsfonds**: Impliceert een niet-concurrentiebeding voor de inbrenger, tenzij dit expliciet wordt vrijgesteld.
* **Inbreng van schuldvordering**: De inbrenger staat in voor het bestaan van de vordering op de dag van inbreng, maar niet noodzakelijk voor de solvabiliteit van de schuldenaar.
* **Algemeenheden en bezwaarde goederen**: Indien er lasten rusten op ingebrachte goederen (bv. hypotheek), moet dit worden gemeld. Een last die groter is dan de waarde van het goed leidt tot een waardeloze of nietige inbreng, tenzij er sprake is van een herstructurering.
* **Inbreng van genot**: Bij het tenietgaan van het voorwerp van het gebruiksrecht vóór het einde van de overeengekomen termijn, wordt de inbreng als niet (volledig) geleverd beschouwd.
* **Inbreng van nijverheid**: Een schending van de niet-concurrentieverplichting kan leiden tot een afdrachtplicht van alle winsten die met de concurrerende activiteit zijn behaald. Bij tijdelijke onmogelijkheid tot presteren worden de rechten als aandeelhouder geschorst; bij definitieve onmogelijkheid vervallen de aandelen.
#### 3.1.2 Wie kan inbrengen?
* **Oprichters en derden**: Inbrengen kunnen door de oprichters zelf of door derden geschieden.
* **Minderjarigen**: Ouders kunnen namens minderjarigen inbrengen doen met hun eigen vermogen, met machtiging van de vrederechter. Aandelen kunnen dan rechtstreeks op naam van de minderjarige worden uitgegeven, waardoor de minderjarige niet aansprakelijk is voor oprichtersfouten.
* **Echtgenoten**: De bevoegdheid om in te brengen hangt af van het relatievermogensrecht. Eigen goederen kunnen door de eigenaar alleen worden ingebracht; gemeenschapsgoederen kunnen door elke echtgenoot worden ingebracht (concurrentieel bestuur), tenzij het gaat om specifieke goederen zoals de gezinswoning. Speciale regels gelden voor de inbreng van gemeenschapsgelden bij vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid.
#### 3.1.3 Geldigheid van de inbreng
* **Voorwerp**: Wat wordt ingebracht moet in de handel zijn en in geld waardeerbaar zijn met een nut voor de vennootschap.
* **Waardering**: Bij vennootschappen met basiskapitaal (NV, BV, CV) is een waardering door een onafhankelijke expert (revisor) verplicht voor inbrengen in natura, om overwaardering te voorkomen.
### 3.2 Kapitaal en vermogen van de vennootschap
Na de oprichting begint het vermogen van de vennootschap te fluctueren door winsten en verliezen.
#### 3.2.1 Terminologie en boekhoudkundige verwerking
* **Startvermogen**: De inbrengen die bij oprichting worden gedaan.
* **Vermogen**: Het geheel van activa en passiva van de vennootschap. Dit fluctueert met de tijd door de resultaten van de vennootschapsactiviteiten.
* **Activa**: Bezittingen van de vennootschap.
* **Passiva**: Financieringsbronnen van de vennootschap, onderverdeeld in eigen vermogen en vreemd vermogen.
* **Kapitaal**:
* **NV**: Het formele kapitaal is een onuitkeerbaar deel van het eigen vermogen dat wettelijk beschermd is tegen uitkeringen aan aandeelhouders, tenzij via een procedure van kapitaalvermindering, waarbij schuldeisers een verzetsrecht hebben.
* **BV, CV en andere vennootschappen**: De oorspronkelijke inbrengen worden geboekt als "ingebracht eigen vermogen". Dit is doorgaans beschikbaar en kan, mits naleving van de regels, worden uitgekeerd.
#### 3.2.2 Eigen vermogen
Het eigen vermogen vertegenwoordigt de netto-activa van de vennootschap (totaal activa min schulden en voorzieningen). Het biedt een buffer voor schuldeisers. De aandeelhouders hebben geen recht op terugbetaling van het eigen vermogen zolang de vennootschap bestaat, maar een beschikbaar deel kan wel vrijwillig worden uitgekeerd. Naast het kapitaal of ingebracht eigen vermogen, omvat het eigen vermogen ook reserves (niet-uitgekeerde winsten) en overgedragen winsten.
#### 3.2.3 Vreemd vermogen
Dit omvat de schulden van de vennootschap en voorzieningen voor risico's en kosten. De vennootschap kan gedwongen worden om het vreemd vermogen aan schuldeisers uit te betalen.
#### 3.2.4 Netto-actief
Het netto-actief geeft aan in welke mate de activa van de vennootschap haar schulden overtreffen. Een hoger netto-actief is gunstiger voor schuldeisers.
### 3.3 Vereisten voor de geldigheid van vennootschappen (vanaf pagina 34)
Om als geldige vennootschap te kunnen functioneren, moet aan een aantal wettelijke vereisten worden voldaan.
#### 3.3.1 Geldig voorwerp
De vennootschap moet bepaalde activiteiten nastreven die niet verboden zijn. Deze activiteiten worden omschreven in de statuten, wat de bevoegdheden van de organen (bestuur, algemene vergadering) beperkt.
* **Sanctie bij schending**: Bij BV, NV en CV tast de overschrijding van het statutaire voorwerp de geldigheid van bestuurshandelingen ten opzichte van derden niet aan. De vennootschap blijft gebonden tegenover derden, ook al heeft het bestuur de grenzen overschreden.
#### 3.3.2 Winstverdelingsoogmerk
De vennootschap moet streven naar winstverdeling, ruim opgevat. Dit kan ook het spreiden van lasten en kosten omvatten.
* **Wettelijke specialiteit**: Dit principe impliceert een verbod op schenkingen, tenzij ze indirect bijdragen aan de winstvorming (bv. sponsoring, mecenaat, pensioenen als uitgestelde bezoldiging).
* **Afwijkingen en grenzen**: Hoewel winststreven centraal staat, zijn ook andere doelen toegestaan naast het winstoogmerk. Schenkingen kunnen nietig verklaard worden, tenzij ze passen binnen een statutair omschreven sociaal doel.
##### 3.3.2.1 Winstverdeling
* **Principe**: De winst wordt in principe jaarlijks verdeeld.
* **Toedeling**: Suppletief is de verdeling evenredig aan de inbreng. Bij BV en CV geldt een gelijke verdeling per aandeel, bij NV een verdeling proportioneel aan de kapitaalvertegenwoordigende waarde van het aandeel.
* **Afwijkingen**: Statutaire afwijkingen zijn toegelaten, zoals preferentiële dividenden of ongelijke verdeling van winsten ten opzichte van verliezen. Ook partijbeslissingen over de winstverdeling zijn mogelijk.
* **Verbod van leeuwenbeding**: Een vennoot mag niet uitgesloten worden van winstdeelname. Dergelijke clausules worden voor ongeschreven gehouden. Bij NV, BV en CV leidt dit tot de ongeldigheid van de clausule; bij personenvennootschappen kan dit leiden tot de nietigheid van de vennootschap.
### 3.4 Wilsgebreken bij oprichting
De toestemming bij de oprichting van een vennootschap kan aangetast zijn door wilsgebreken zoals dwaling of bedrog.
* **Bedrog**: Kan leiden tot nietigheid van de overeenkomst indien er sprake is van hoofdbedrog (uitgaande van de wederpartij of een nauw verbonden persoon). Dit kan ook ontstaan door het stilzwijgen van de wederpartij als er een informatieplicht bestond. De verkoop van aandelen is geen consumententransactie; professionele kopers hebben een onderzoeksplicht (due diligence).
### 3.5 Gevolgen voor schuldeisers
Het kapitaal en eigen vermogen van een vennootschap zijn cruciaal voor de bescherming van schuldeisers. Het kapitaal bij een NV vormt een wettelijke waarborg die niet zomaar uitgekeerd kan worden. Het eigen vermogen, inclusief reserves, biedt ook een buffer. Het netto-actief geeft de mate aan waarin de activa de schulden overtreffen, wat een indicatie is van de solvabiliteit van de vennootschap. Het ontbreken van de vereiste inbrengen of de schending van de kapitaalregels kan de positie van schuldeisers schaden.
> **Tip:** Begrijp het onderscheid tussen formeel kapitaal (vooral bij NV) en het ruimere eigen vermogen. Het kapitaal is een essentieel vangnet voor schuldeisers.
> **Tip:** Houd rekening met de specifieke regels voor verschillende vennootschapsvormen (NV, BV, CV) met betrekking tot inbrengen, volstorting en kapitaalbescherming.
> **Tip:** De zijdelingse vordering van schuldeisers (Art. 2:144 WVV) is een belangrijk instrument voor schuldeisers om hun rechten te doen gelden indien het bestuur nalaat de volstorting van aandelen te eisen.
---
# Winstverdeling en sancties
Dit deel behandelt de regels rond winstverdeling binnen vennootschappen, inclusief afwijkingen en de sancties bij het schenden van wettelijke bepalingen zoals het verbod op het leeuwenbeding.
## 4. Winstverdeling en sancties
### 4.1 Vereisten voor de oprichting van vennootschappen
Om een vennootschap rechtsgeldig op te richten, moeten aan diverse vereisten worden voldaan. Deze vereisten betreffen het aantal oprichters, de inbreng, het voorwerp en het winstverdelingsoogmerk.
#### 4.1.1 Vereiste van voldoende geldig verbonden oprichters
* **Historische context en personenvennootschappen:** Traditioneel vereisten de meeste vennootschappen, met uitzondering van de NV en BV, minstens twee oprichters. Voor een commanditaire vennootschap (CV) was zelfs een drietal vereist. Dit principe geldt nog steeds voor personenvennootschappen en de CV.
* **Moderne vennootschapsrecht:** Sinds de wetswijziging in 2019 mogen de BV en de NV ook door één persoon worden opgericht. Dit geldt zowel voor natuurlijke personen als rechtspersonen.
* **Geldigheid gedurende het bestaan:** De vereiste van minimaal twee of drie oprichters (afhankelijk van het type vennootschap) geldt niet alleen bij de oprichting, maar ook gedurende het bestaan van de vennootschap. Indien hieraan niet meer wordt voldaan, kan dit leiden tot automatische ontbinding.
* **Sancties:**
* **Bij oprichting:** Nietigheid van de vennootschap.
* **Tijdens het bestaan:** Ontbinding van de vennootschap.
* **Rechterlijke tussenkomst:** De rechterlijke uitspraak tot ontbinding werkt niet retroactief en treedt in werking vanaf de datum van de uitspraak. Indien een vennoot ongeldig verbonden was bij de oprichting of het aantal vennoten daalt onder het wettelijk minimum, zal de rechter de ontbinding louter bevestigen. De ontbinding gebeurt van rechtswege. Een voortzettingsbeding kan echter bepalen dat het wegvallen van een vennoot niet leidt tot ontbinding.
* **Uitzonderingen:**
* **BV en NV:** Eenhoofdige oprichting is toegestaan door zowel natuurlijke als rechtspersonen. Eén persoon mag meerdere eenhoofdige vennootschappen oprichten of aanhouden.
* **CV:** Nog steeds vereist het drie oprichters.
* **Rechtspersonen als aandeelhouder:** Een rechtspersoon kan als enige aandeelhouder van een NV optreden. De identiteit van de oprichter is sinds 2019 minder relevant in die zin dat het geen natuurlijke persoon meer hoeft te zijn.
* **Groep van vennootschappen:** Een moeder- en dochtervennootschap vallen onder de definitie van een groep. Controle wordt gedefinieerd als de bevoegdheid om het beleid bepalend te beïnvloeden, hetzij in rechte, hetzij in feite.
* **Geldige toestemming:**
* **Wie kan vennoot worden:** Natuurlijke personen en rechtspersonen. Publieke rechtspersonen kunnen vennoot worden indien dit binnen hun opdracht valt.
* **Hoe kan toestemming worden gegeven:**
* **In persoon:** Voor rechtspersonen door het bevoegd orgaan (normaal gesproken de bestuurder), mits bewijs van benoeming.
* **Door volmacht:** De volmacht hoeft geen authentieke akte te zijn.
* **Sterkmaking (enkel bij NV):** Eén persoon treedt op namens een ander, die bereid is aandeelhouder te worden en een inbreng te doen. De identiteit van de vertegenwoordigde mag initieel zelfs onbekend blijven. Juristen achten sterkmaking bij andere vennootschapsvormen minder gepast vanwege het belang van de identiteit van de oprichters. De sterkmaker is persoonlijk aansprakelijk indien de vertegenwoordigde zijn verbintenis niet nakomt, anders dan bij het gemeen recht.
#### 4.1.1.1 Minderjarigen
* **Deelname aan vennootschappen met onbeperkte aansprakelijkheid:** Deelname aan vennootschappen met onbeperkte aansprakelijkheid door minderjarigen vereist machtiging van de vrederechter (daadaard van beschikking in de zin van art. 410 B.W.).
* **Praktische oplossingen:**
* Ouders kunnen een inbreng doen ten behoeve van de minderjarige met diens vermogen, mits toestemming van de vrederechter. Dit wordt vaak gezien als een onrechtstreekse schenking door de ouders, die dan de oprichtersaansprakelijkheid dragen.
* Om oprichtersaansprakelijkheid te vermijden, kunnen ouders een inbreng doen met hun eigen vermogen en de aandelen rechtstreeks aan de minderjarige toekennen. De ouders dragen dan de oprichtersaansprakelijkheid.
* Een minderjarige kan bij een NV of BV als "loutere inschrijver" verschijnen, waardoor hij de oprichtersaansprakelijkheid ontloopt.
#### 4.1.1.2 Echtgenoten
* **Huwerelksvermogensrecht en vennootschapsrecht:** Het huwelijksvermogensrecht bepaalt of aandelen eigen of gemeenschappelijk zijn, terwijl het vennootschapsrecht regelt wie vennoot kan worden.
* **Inbreng door echtgenoten:** Een echtgenoot kan een inbreng doen of een vennootschap oprichten zonder toestemming van de andere echtgenoot, tenzij het de gezinswoning betreft.
* **Eigen goederen:** Kunnen door de eigenaar alleen worden ingebracht.
* **Gemeenschapsgoederen:** Elk van de echtgenoten kan zonder toestemming van de andere inbrengen doen, in lijn met het concurrentieel bestuur. Uitzonderingen hierop zijn de inbreng van onroerende goederen, zakelijke rechten, of huur voor meer dan negen jaar.
* **Vennootschap door echtgenoten:** Volgens het BW blijven echtgenoten apart bevoegd (art. 212 BW), met uitzondering van de gezinswoning (art. 215 BW).
* **Meerhoofdige vennootschappen:** Indien de inbreng door een koppel enkel met gemeenschapsgoederen gebeurt, kan de vennootschap als eenhoofdig worden beschouwd. Echter, via artikel 2.3.19 BW kan de vennootschap toch als tweehoofdig worden beschouwd indien de aandelen expliciet op naam van elke echtgenoot worden ingeschreven in het aandelenregister, en er beperkingen zijn op de aandelenoverdracht.
* **Lidmaatschapsrechten versus vermogensrechten:** Bij inbreng met gemeenschapsgoederen zijn de lidmaatschapsrechten (zoals stemrecht) eigen aan de echtgenoot op wiens naam de aandelen staan. De vermogensrechten behoren echter tot de huwelijksgemeenschap.
* **Vergoeding aan huwelijksgemeenschap:** Een echtgenoot die zijn beroep uitoefent in een vennootschap waarvan de aandelen eigen zijn, moet vergoeding betalen aan de huwelijksgemeenschap voor gemiste inkomsten, indien er een gemeenschap is.
#### 4.1.2 Inbreng
* **Definitie:** De inbreng is de verbintenis om een vermogensbestanddeel over te dragen en te onderwerpen aan het risico van de vennootschapsactiviteit, in ruil voor een winstrecht (en meestal stemrecht).
* **Onderscheid:** Er wordt een onderscheid gemaakt tussen het aangaan van de verbintenis ("plaatsing") en de daadwerkelijke levering ("volstorting").
* **Wie kan inbrengen:** Door de oprichter of door een derde (bv. een vereffenaar ten behoeve van een derde).
* **Voorwerp van de inbreng:** Al wat in de handel is en in geld waardeerbaar is, met een zekere nuttigheid voor de vennootschap. Dit omvat cliënteel en know-how.
* **Onderscheid naar voorwerp:**
* **Inbreng van geld:** Alle leveringsmiddelen zijn toegelaten. Bij NV, BV, CV is storting op een geblokkeerde rekening vereist.
* **Inbreng in natura:** Al het overige, inclusief materiële en immateriële activa zoals schuldvorderingen, vergunningen en intellectuele eigendomsrechten. Bij vennootschappen met een basiskapitaal is waardering door een onafhankelijke expert (revisor) wettelijk verplicht.
* **Inbreng van nijverheid:** De belofte van toekomstige arbeid of diensten, vergoed met winstdeelneming. Bij NV's is dit verboden met kapitaalaandelen, maar toegestaan met winstbewijzen. Bij BV en vennootschappen zonder kapitaal is een volledige inbreng van nijverheid mogelijk.
* **Eigendom versus genot:**
* **Inbreng in eigendom:** Het eigendomsrecht gaat over op de vennootschap, zoals bij koop-verkoop. Het risico ligt bij de vennootschap.
* **Inbreng van genot:** De inbrenger behoudt het eigendom, maar de vennootschap verkrijgt een gebruiksrecht (vergelijkbaar met verhuur). Het risico blijft bij de inbrenger.
* **Hoe inbrengen:**
* **Tussen partijen:** Het recht gaat solo consensu over.
* **Tegenwerpelijkheid aan derden:** Vereist specifieke formaliteiten, zoals overschrijving bij het hypotheekkantoor voor onroerend goed, kennisgeving aan de schuldenaar voor schuldvorderingen, of publicatie in het Belgisch Staatsblad voor de inbreng van een bedrijfstak.
* **Volstorting (levering):**
* **Normaal gesproken:** Onmiddellijke volstorting.
* **Verplicht voor BV en CV:** Tenzij de statuten anders bepalen.
* **NV:** Een kwart van de inbreng in geld moet direct worden volstort, de rest mag later.
* **Vertraging:** De niet-betaalde som is van rechtswege intrestplichtig. Bij NV en BV wordt het stemrecht geschorst. Schuldeisers kunnen een zijdelingse vordering instellen.
#### 4.1.3 Geldig voorwerp
* **Omschrijving in statuten:** De vennootschap moet bepaalde activiteiten nastreven die in de statuten worden omschreven. Dit kan leiden tot een beperking van de bevoegdheden van de organen.
* **Geldigheid van handelingen:** Bij BV, NV en CV tast een overschrijding van het statutaire voorwerp de geldigheid van bestuurshandelingen tegenover derden niet aan. Bij personenvennootschappen kan dit wel.
#### 4.1.4 Winstverdelingsoogmerk
* **Ruime interpretatie:** Winst wordt ruim begrepen en omvat ook de spreiding van lasten en kosten.
* **Wettelijke specialiteit:** Een vennootschap mag geen schenkingen doen, tenzij deze bijdragen aan de winstvorming (bv. sponsoring, mecenaat). Pensioenen worden beschouwd als uitgestelde bezoldiging.
* **Andere doelen naast winst:** Vennootschappen mogen naast een winstoogmerk ook andere doelen nastreven, zoals een sociaal doel. Er is geen wettelijke plicht tot winstmaximalisatie.
* **Winstverdeling:**
* **In principe jaarlijks:** De algemene vergadering beslist over de winstuitkering.
* **Suppletief:** Evenredig aan de inbreng, of gelijk per aandeel (BV, CV), of proportioneel aan de kapitaalvertegenwoordigende waarde van het aandeel (NV).
* **Afwijkingen toegelaten:** Preferentieel dividend, ongelijke verdeling van winsten en verliezen, en partijbeslissingen.
* **Grens van wilsvrijheid: verbod van leeuwenbeding:** Het is niet toegelaten om een vennoot volledig uit te sluiten van winstdeling.
### 4.2 Risicoregeling en vrijwaring
* **Eigendom:** Het risico van ingebrachte goederen die tenietgaan, ligt bij de vennootschap vanaf de dag van de inbreng.
* **Handelsfonds:** De inbreng van een handelsfonds impliceert een niet-concurrentiebeding ten aanzien van de inbrenger, tenzij er een vrijstelling is verleend.
* **Schuldvordering:** De inbrenger staat in voor het bestaan van de schuldvordering op de dag van de inbreng, maar niet voor de solvabiliteit van de schuldenaar, tenzij contractueel anders overeengekomen.
* **Algemeenheden en bezwaarde goederen:** De inbrenger moet vrijwaren voor onbekende lasten. Een negatieve waarde van de inbreng is niet toegestaan, tenzij in herstructureringssituaties.
### 4.3 Sancties bij winstverdeling
* **Verbod van leeuwenbeding:** Een clausule die een vennoot uitsluit van winstdeelname is nietig. Bij NV, BV en CV wordt de clausule als ongeschreven beschouwd. Bij personenvennootschappen leidt schending tot nietigheid van de vennootschap.
* **Voorbeelden:**
* Een clausule die een "bad leaver" dwingt om zijn aandelen over te dragen aan de oorspronkelijke inbrengwaarde, terwijl de werkelijke waarde veel hoger ligt, kan in strijd zijn met het verbod van leeuwenbeding.
* Bij investeringsmaatschappijen waar winstuitkering pas bij ontbinding gebeurt, is dit op zichzelf niet problematisch, tenzij in combinatie met andere clausules die de deelname in de winst wezenlijk beperken.
### 4.4 Vermogen en kapitaal
* **Ingebrachte activa:** Vormen het startvermogen van de vennootschap en fluctueren door winst en verlies.
* **Terminologie:**
* **NV:** "Kapitaal"
* **BV, andere vennootschappen:** "Ingebracht eigen vermogen"
* **Kapitaal:** Is onuitkeerbaar eigen vermogen. Uitkeringen die het kapitaal bedreigen, zijn verboden en vereisen een procedure met verzetsrecht voor schuldeisers.
* **Eigen vermogen:** Niet-uitkeerbaar tijdens het bestaan van de vennootschap, tenzij als vrijwillige uitkering. Bevat o.a. reserves (niet-uitgekeerde winsten).
* **Netto-actief:** Totaal actief min schulden en voorzieningen. Geeft de buffer voor schuldeisers weer.
> **Tip:** Het is cruciaal om de specifieke regels voor elk type vennootschap (NV, BV, CV, etc.) goed te kennen, aangezien de regels rond oprichting, inbreng en winstverdeling kunnen verschillen. De wijzigingen in het vennootschapsrecht (o.a. 2019) hebben geleid tot meer flexibiliteit, maar ook tot nieuwe nuances.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Oprichters | Personen die de initiële verbintenis aangaan om een vennootschap op te richten en een inbreng te doen in ruil voor aandelen of deelbewijzen. |
| Nietigheid | Juridische sanctie die inhoudt dat een rechtshandeling, zoals de oprichting van een vennootschap, geacht wordt nooit te hebben bestaan. |
| Ontbinding | Het beëindigen van het bestaan van een vennootschap, wat kan leiden tot vereffening en de verdeling van het resterende vermogen onder de vennoten. |
| Eenhoofdig | Een vennootschap die door slechts één persoon of rechtspersoon kan worden opgericht en gehouden. |
| Meerhoofdig | Een vennootschap die door minimaal twee of drie personen, afhankelijk van het type, moet worden opgericht en gehouden. |
| Natuurlijke Persoon (NP) | Een mens van vlees en bloed, onderscheiden van een rechtspersoon. |
| Rechtspersoon (RP) | Een entiteit die door de wet als een persoon wordt erkend en zelf rechten en plichten kan dragen, zoals een vennootschap of een vereniging. |
| Moeder- en dochtervennootschappen | Een groep vennootschappen waarbij één vennootschap (de moedermaatschappij) controle uitoefent over een of meer andere vennootschappen (dochtermaatschappijen). |
| Controle | De bevoegdheid, in rechte of in feite, om het beleid van een vennootschap bepalend te beïnvloeden, wat vaak voortvloeit uit aandeelhouderschap. |
| Volmacht | Een schriftelijke of mondelinge machtiging die iemand aan een ander geeft om namens hem of haar op te treden. |
| Sterkmaking | Een verbintenis aangaan waarbij iemand zich sterk maakt dat een andere persoon een bepaalde prestatie zal leveren of aangaan, met eigen aansprakelijkheid indien de beloofde persoon in gebreke blijft. |
| Minderjarigen | Personen die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt en voor wie bijzondere regels gelden met betrekking tot rechtshandelingen. |
| Vrederechter | Een rechter die bevoegd is voor bepaalde burgerlijke geschillen, waaronder machtigingen voor minderjarigen. |
| Inbreng in natura | De overdracht van een vermogensbestanddeel dat geen geld is, zoals goederen, vorderingen of intellectuele eigendomsrechten, aan een vennootschap in ruil voor aandelen. |
| Inbreng in geld | De overdracht van geld aan een vennootschap in ruil voor aandelen. |
| Cliënteel | Het geheel van klanten van een onderneming of een deel ervan. |
| Know-how | Niet-publieke kennis, expertise of vaardigheden die nuttig zijn voor een onderneming en die waarde vertegenwoordigen. |
| Schuldvordering | Een recht van een schuldeiser om van een schuldenaar een betaling of een andere prestatie te eisen. |
| Solvabiliteit | Het vermogen van een entiteit om aan haar financiële verplichtingen op lange termijn te voldoen. |
| Revisoren | Onafhankelijke experts die de financiële staten van een onderneming controleren en waarderen, vooral bij inbrengen in natura. |
| Inbreng van nijverheid | De belofte om toekomstige arbeid of diensten te leveren aan een vennootschap in ruil voor winstdeelname. |
| Genotsinbreng | De inbreng van het gebruiksrecht op een goed, waarbij de eigendom bij de inbrenger blijft. |
| Eigendomsoverdracht | De juridische handeling waarbij het eigendomsrecht van een goed van de ene partij op de andere overgaat. |
| Revindicatierecht | Het recht van een eigenaar om zijn eigendom op te eisen van eenieder die het zonder recht onder zich heeft. |
| Hypotheekkantoor | Een overheidsinstantie waar onroerende goederen en zakelijke rechten worden geregistreerd. |
| Schuldvernieuwing (novatie) | Het vervangen van een bestaande verbintenis door een nieuwe verbintenis, vaak met een andere schuldenaar of schuldeiser. |
| Volstorting | De daadwerkelijke levering van de inbreng door de oprichter aan de vennootschap. |
| Zijdelingse vordering | Een vordering die een schuldeiser instelt namens zijn schuldenaar tegen diens eigen schuldenaar, wanneer de schuldenaar zelf nalaat deze vordering in te stellen. |
| Benadeling voor 7/12 | Een wettelijke regeling die een verkoper beschermt tegen een te lage verkoopprijs voor een onroerend goed. |
| Handelsfonds | Het geheel van goederen en rechten die een onderneming nodig heeft om haar commerciële activiteit uit te oefenen. |
| Niet-concurrentiebeding | Een overeenkomst waarbij een partij zich verbindt om gedurende een bepaalde periode geen concurrerende activiteiten uit te oefenen. |
| Verrekening | Het verrekenen van schulden tegenover elkaar, zodat alleen het verschil betaald hoeft te worden. |
| Gemengde inbreng | Een inbreng die zowel uit een actief als uit een daaraan gekoppeld passief bestaat. |
| Afdrachtplicht | De plicht om de winsten die met een bepaalde activiteit zijn behaald, af te dragen aan een ander, bijvoorbeeld aan de vennootschap. |
| Wanprestatie | Het niet nakomen van een verbintenis. |
| Vermogen | Het geheel van rechten en plichten die aan een rechtspersoon of natuurlijke persoon toebehoren. |
| Kapitaal | Het door de oprichters ingebrachte geld of goederen dat de basis vormt van de vennootschap, en dat in principe niet mag worden uitgekeerd aan aandeelhouders tijdens het bestaan van de vennootschap. |
| Ingebracht eigen vermogen | De boekhoudkundige term voor de oorspronkelijke inbrengen in vennootschappen die geen NV zijn, en dat deel van het eigen vermogen dat vrijwillig kan worden uitgekeerd. |
| Netto-actief | Het verschil tussen de totale activa en de totale passiva van een vennootschap, wat het eigen vermogen vertegenwoordigt. |
| Eigen vermogen | Het deel van het vermogen van een vennootschap dat niet op terugbetaling is verschuldigd aan derden, en dat bestaat uit kapitaal, reserves en overgedragen winsten. |
| Vreemd vermogen | De schulden en andere verplichtingen van een vennootschap die op terugbetaling zijn verschuldigd aan derden. |
| Reserves | Niet-uitgekeerde winsten die binnen de vennootschap worden gehouden. |
| Voorwerp | De specifieke activiteiten die een vennootschap in haar statuten heeft omschreven en mag nastreven. |
| Wettelijke specialiteit | Het principe dat vennootschappen alleen de activiteiten mogen uitoefenen die expliciet in hun statuten zijn opgenomen. |
| Verbod van schenkingen | Het principe dat een vennootschap geen schenkingen mag doen, tenzij dit bijdraagt aan de winstgevorming of in het kader van een sociaal doel. |
| Mécènaat | Het verlenen van financiële steun aan culturele of sociale doelen, vaak als onderdeel van maatschappelijk verantwoord ondernemen. |
| Winstverdelingsoogmerk | De bedoeling van een vennootschap om winst te genereren en te verdelen onder haar vennoten. |
| Preferentieel dividend | Een dividend dat voorrang heeft op andere dividenden, of een hoger percentage kent dan het standaarddividend. |
| Partijbeslissing | Een regeling waarbij een of meer partijen de bevoegdheid krijgen om bepaalde beslissingen te nemen zonder de toestemming van de andere partijen. |
| Leeuwenbeding | Een clausule in een vennootschapscontract die een vennoot uitsluit van winstdeling of hem het volledige verlies laat dragen, wat verboden is. |
Cover
6bestuuralgemeenWVVnovember2025.pptx
Summary
# Organisatie en bevoegdheden van het bestuur
Organisatie en bevoegdheden van het bestuur
Dit onderwerp behandelt de verschillende modellen van bestuursorganen, hun interne en externe bevoegdheden, en de hiërarchie binnen de vennootschap, inclusief facultatieve bestuursorganen.
## 1. Organisatie van het bestuur
Het bestuur van een vennootschap kan op verschillende manieren worden georganiseerd. Juridisch gezien zijn bestuurders organen van de vennootschap, wat betekent dat hun handelingen worden toegerekend aan de rechtspersoon zelf (orgaantheorie). Dit verklaart de aansprakelijkheid van de vennootschap voor fouten van haar bestuurders, ongeacht of er sprake is van een dienstverband.
### 1.1 Bestuursmodellen
Er zijn twee basismodellen voor de organisatie van het bestuur:
* **Collegiale raad van bestuur:** Bestaat uit drie of meer leden die gezamenlijk beslissingen nemen, doorgaans bij meerderheid, hoewel in de praktijk vaak naar consensus wordt gestreefd. Dit was tot 2019 het verplichte model voor NV's.
* **Individueel bevoegde zaakvoerders/bestuurders:** Eén of meerdere personen die apart bevoegd zijn om de vennootschap te besturen en te vertegenwoordigen, tenzij de statuten anders bepalen. Dit is het dominante model voor andere vennootschappen dan de NV.
In personenvennootschappen (zoals de maatschap, VOF en CommV) kan het bestuur worden uitgeoefend door de beherende vennoten, tenzij er specifieke zaakvoerders worden benoemd.
### 1.2 Realiteit van bestuur
De feitelijke organisatie van het bestuur verschilt sterk tussen vennootschappen:
* **KMO's:** Bestuurders en grootaandeelhouders zijn vaak dezelfde personen, en het bestuur leidt de vennootschap dagelijks.
* **Grote vennootschappen:** De raad van bestuur (RvB) selecteert en monitort het topmanagement, dat op zijn beurt lager personeel aanstuurt. De RvB vergadert minder frequent en houdt zich voornamelijk bezig met monitoring en strategische beslissingen.
### 1.3 Facultatieve bestuursorganen
In grote vennootschappen worden vaak facultatieve bestuursorganen ingeschakeld om de werkzaamheden te structureren en te delegeren:
* **Gedelegeerd bestuurder (CEO):** Een bestuurder aan wie specifieke bevoegdheden, met name vertegenwoordigingsbevoegdheid, worden gedelegeerd.
* **Dagelijks bestuur:** Een orgaan, bestaande uit één of meerdere personen, belast met de dagelijkse leiding van de vennootschap. Dit kunnen ook personen zijn die geen bestuurder zijn.
* **Adviserende comités:** Zoals audit-, remuneratie- en benoemingscomités, die de RvB ondersteunen.
### 1.4 Uitoefening van bestuurdersfuncties
Bestuurders kunnen worden ingedeeld in:
* **Uitvoerende bestuurders:** Hebben tevens een managementfunctie binnen de vennootschap.
* **Niet-uitvoerende bestuurders:** Hebben geen managementfunctie, maar nemen deel aan de beraadslagingen van de raad.
* **Onafhankelijke bestuurders:** Niet-uitvoerende bestuurders zonder banden met het management of de controlerende aandeelhouders, om een onafhankelijk oordeel te waarborgen.
## 2. Bevoegdheden van het bestuur
Het bestuur heeft in principe de volheid van bevoegdheid, tenzij de wet expliciet bepaalde bevoegdheden voorbehoudt aan andere organen, zoals de algemene vergadering van aandeelhouders (ava).
### 2.1 Volheid van bevoegdheid
Alle beslissingen die niet wettelijk zijn voorbehouden aan een ander orgaan, behoren tot de bevoegdheid van het bestuur. Dit omvat onder andere het aanwerven van management, het bepalen van de strategie en het vertegenwoordigen van de vennootschap naar buiten toe.
### 2.2 Voorbehouden bevoegdheden van de algemene vergadering
De wet kent specifieke bevoegdheden toe aan de algemene vergadering, waaronder:
* Benoeming, ontslag en vergoeding van bestuurders.
* Goedkeuring van de jaarrekening en winstverdeling.
* Statutenwijzigingen, zoals ontbinding van de vennootschap.
### 2.3 Beperkingen van bevoegdheden
* **Statutaire beperkingen:** Statuten kunnen de bevoegdheden van het bestuur beperken. Deze beperkingen zijn echter, onder de 'prokuraleer', niet tegenwerpelijk aan derden te goeder trouw. Schending van statutaire bevoegdheden kan leiden tot aansprakelijkheid van de bestuurders ten aanzien van de vennootschap.
* **Wettelijke beperkingen:** Wettelijke bevoegdheidsbeperkingen zijn wel tegenwerpelijk aan derden, bijvoorbeeld na vereffening of bij het respecteren van het winstoogmerk.
## 3. Bestuursmodellen in de NV
De NV kent drie mogelijke bestuursmodellen die in de statuten moeten worden gekozen:
### 3.1 Monistisch model
Dit model bestaat uit een collegiale raad van bestuur van minimaal drie leden, tenzij er minder dan drie aandeelhouders zijn.
### 3.2 Duaal model
Dit model bestaat uit een directieraad (DR) en een raad van toezicht (RvT). De RvT, samengesteld uit niet-uitvoerende bestuurders, benoemt en houdt toezicht op de DR, die de dagelijkse leiding voert. Niemand kan tegelijk lid zijn van beide raden.
### 3.3 Enige bestuurder
Dit model, ingevoerd ter vervanging van de vroegere Commissaris (CommVA), laat één persoon toe met bestuursbevoegdheden. Deze bestuurder kan een vetorecht hebben, maar is steeds afzetbaar.
## 4. Benoeming, mandaat en ontslag van bestuurders
### 4.1 Benoembaarheid
In principe kan iedereen als bestuurder worden benoemd, tenzij wettelijke onverenigbaarheden of statutaire voorwaarden van toepassing zijn. Rechtspersonen kunnen ook bestuurder worden, mits zij een vaste vertegenwoordiger aanduiden. In genoteerde vennootschappen gelden specifieke gendervereisten voor de samenstelling van het bestuursorgaan.
### 4.2 Aantal en functioneren
* **NV:** Vereist in beginsel minstens drie bestuurders, maar eenhoofdig bestuur is nu ook mogelijk. Beslissingen worden collegiaal genomen met een quorum van de helft van de aanwezigen en een gewone meerderheid van de stemmen.
* **BV/CV:** Eén bestuurder volstaat. Bij meerdere bestuurders zijn zij apart bevoegd, tenzij de statuten anders bepalen.
* Schriftelijke beraadslaging is mogelijk, maar vereist unanimiteit, tenzij de statuten dit uitsluiten.
### 4.3 Mandaat
Het mandaat van een bestuurder is *intuitu personae*, wat betekent dat vervanging enkel toegestaan is mits statutaire toelating. Bestuurders worden vertegenwoordigd door de VEN in de uitoefening van hun functie.
### 4.4 Ontslag
* **Vrijwillig ontslag:** Een bestuurder kan te allen tijde ontslag nemen, met de plicht dit openbaar te maken. De vennootschap moet wel de tijd krijgen om een opvolger te vinden.
* **Gedwongen ontslag:**
* **BV/CV:** Statutaire zaakvoerders vereisen een statutenwijziging, terwijl niet-statutaire zaakvoerders *ad nutum* (zonder vergoeding, termijn of motivering) door de ava kunnen worden ontslagen. Statuten kunnen hiervan afwijken.
* **NV:** Het ontslag is *ad nutum* (suppletief, dus afwijkbaar via statuten of contract). Bij een gedwongen ontslag kan de vennootschap aansprakelijk zijn voor schade indien de oproeping onrechtmatige mededelingen bevat.
### 4.5 Vergoeding
De vergoeding van bestuurders wordt bepaald door de ava, maar de onderlinge verdeling kan door de RvB worden bepaald. Consultancyovereenkomsten met bestuurders zijn mogelijk, maar vereisen transparantie en kunnen onderworpen zijn aan belangenconflictregels.
## 5. Vertegenwoordiging van de vennootschap
De vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur is primair geregeld door het lastgevingsrecht, maar wordt gecorrigeerd door de prokuraleer.
### 5.1 Lastgeving
* **Hoedanigheid:** Bestuurders moeten hun hoedanigheid bekendmaken om niet persoonlijk gebonden te zijn.
* **Bevoegdheid:** De vennootschap is gebonden door handelingen die binnen de bevoegdheid van het bestuur vallen.
* **Legitimatie:** Bewijs van hoedanigheid en bevoegdheid is vereist, maar een volmacht is niet nodig; verwijzing naar het benoemingsbesluit volstaat.
### 5.2 Correcties op lastgeving
* **Vertrouwensleer/Schijnmandaat:** Indien de vennootschap een schijn van bevoegdheid heeft gewekt, waarop een derde te goeder trouw heeft vertrouwd, kan de vennootschap toch gebonden zijn.
* **Prokuraleer:** Statutaire of andere beperkingen aan de vertegenwoordigingsbevoegdheid van organen (in NV, BV, CV) zijn niet tegenwerpelijk aan derden te goeder trouw. Meerhandtekeningsclausules zijn wel tegenwerpelijk indien bekendgemaakt.
* **Bijzondere volmachten:** Kunnen aan gewone werknemers worden gegeven en zijn geregeld door het gemeen lastgevingsrecht.
## 6. Belangenconflicten
Bestuurders moeten handelen in het belang van de vennootschap. Wanneer een bestuurder een persoonlijk vermogensrechtelijk belang heeft dat strijdig is met het vennootschapsbelang, moet een specifieke procedure worden gevolgd.
### 6.1 Procedure bij belangenconflicten
* **Meldingsplicht:** Alle relevante feiten moeten worden gemeld aan medebestuurders en commissarissen.
* **Notuleringsplicht:** Het belangenconflict en de besluitvorming moeten worden genotuleerd.
* **Deelname aan beraadslaging:** De bestuurder met het belangenconflict mag niet deelnemen aan de beraadslaging.
* **Besluitvorming:** Indien niet alle bestuurders een conflict hebben, kunnen de overige bestuurders beslissen. Als alle bestuurders een conflict hebben, verschuift de bevoegdheid naar de ava.
* **Openbaarmakingsplicht:** Het jaarverslag moet melding maken van belangenconflicten.
Zelfs na het volgen van de procedure, kan een bestuurder nog aansprakelijk zijn indien hij een onrechtmatig vermogensvoordeel heeft verkregen ten nadele van de vennootschap.
### 6.2 Verbonden Partij Transacties (RPTs)
In genoteerde vennootschappen moeten beslissingen met verbonden partijen (zoals groepsvennootschappen, bestuurders, managers) worden voorbereid door drie onafhankelijke bestuurders en een financieel expert. Dit om de besluitvorming te objectiveren en het belang van alle aandeelhouders te vrijwaren.
> **Tip:** Begrijp de verschillen tussen de verschillende bestuursmodellen en de implicaties van de prokuraleer voor de vertegenwoordiging van de vennootschap. Dit is cruciaal voor het beoordelen van de geldigheid van rechtshandelingen.
---
# Rechtspositie en aansprakelijkheid van bestuurders
Dit deel van de studiehandleiding behandelt de rechtspositie en aansprakelijkheid van bestuurders binnen vennootschappen, met specifieke aandacht voor hun benoembaarheid, ontslag, vergoeding en de theorie van de orgaanhandelingen die hun acties aan de rechtspersoon toerekent.
## 2. Rechtspositie en aansprakelijkheid van bestuurders
### 2.1 De rechtspositie van bestuurders
#### 2.1.1 Orgaan van de vennootschap
Bestuurders worden juridisch beschouwd als organen van de vennootschap. Deze status is cruciaal voor de toepassing van de orgaantheorie, die verklaart hoe de handelingen van deze organen aan de rechtspersoon worden toegerekend. Dit verschilt van het aanstellingsrecht, waar een aangestelde onder het gezag van de aansteller werkt. Bestuurders werken echter niet onder gezag, wat een specifieke theorie noodzakelijk maakte om de aansprakelijkheid van de vennootschap voor hun handelen te verklaren.
* **Orgaantheorie:** Feitelijke handelingen of rechtsfeiten die door een orgaan worden gesteld in het kader van de uitoefening van zijn functie, worden geacht handelingen van de rechtspersoon zelf te zijn. Dit resulteert in directe toerekening aan de vennootschap.
* **Art. 6.15 BW:** Dit artikel codificeert de orgaantheorie en regelt de aansprakelijkheid van de rechtspersoon voor de bestuursorganen en hun leden bij de uitoefening van hun functie. Dit leidt tot een vorm van foutloze aansprakelijkheid voor de vennootschap.
#### 2.1.2 Benoembaarheid
In beginsel zijn er geen wettelijke benoembaarheidsvoorwaarden voor bestuurders. Statuten kunnen echter wel dergelijke voorwaarden voorzien, zoals een bindende voordracht of leeftijdsgrenzen. Er zijn wettelijke onverenigbaarheden die kunnen leiden tot een verbod om bestuurder te zijn, vaak opgelegd door de rechter, met name voor gefailleerden, personen met financiële misdrijven, of bestuurders die een kennelijk grove fout begingen.
* **Genderdiversiteit (genoteerde vennootschappen en OOB's):** In genoteerde vennootschappen en organisaties van openbaar belang (OOB), kredietinstellingen en verzekeringsondernemingen geldt de regel dat ten minste een derde van de leden van het bestuursorgaan van het andere geslacht moet zijn dan het dominante geslacht. Niet-naleving kan leiden tot nietigheid van benoemingen en verlies van remuneratie.
* **Rechtspersonen als bestuurder:** Rechtspersonen kunnen als bestuurder worden benoemd, maar moeten dan een vaste natuurlijke persoon aanstellen als hun vertegenwoordiger. Deze vaste vertegenwoordiger is aansprakelijk alsof hij zelf bestuurder was en moet dezelfde benoembaarheids- en bekendmakingsregels naleven.
#### 2.1.3 Aantal en functioneren
Het aantal bestuurders en de wijze van functioneren variëren per vennootschapsvorm en bestuursmodel.
* **NV:** Traditioneel vereist een collegiale raad van bestuur minstens drie leden, tenzij er minder dan drie aandeelhouders zijn. De NV kent verschillende bestuursmodellen: monistisch (raad van bestuur), duaal (directieraad en raad van toezicht) en een enkele bestuurder.
* **BV/CV:** Een enkele bestuurder volstaat. Indien meerdere bestuurders worden benoemd, zijn zij in beginsel elk afzonderlijk bevoegd, tenzij de statuten anders bepalen.
* **Collegiaal bestuur:** Voor besluitvorming is in de regel een quorum (helft aanwezig) en een gewone meerderheid van de aanwezigen vereist.
* **Schriftelijke beraadslaging:** Indien de statuten dit niet uitsluiten, kunnen schriftelijke beslissingen worden genomen, maar deze vereisen dan unanimiteit van alle bestuurders.
* **Mandaat:** Het bestuursmandaat is *intuitu personae*, wat betekent dat vervanging door anderen in principe niet is toegestaan, tenzij statutair voorzien.
#### 2.1.4 Benoeming
De eerste bestuurders worden benoemd in de oprichtingsakte. Latere benoemingen en herbenoemingen geschieden door de algemene vergadering van aandeelhouders (AVA), met een gewone meerderheid.
* **Coöptatie:** Bij een collegiaal bestuursorgaan kan een wegvallend lid worden vervangen door coöptatie door de overblijvende bestuurders. Deze gecoöpteerde bestuurder blijft in functie tot de eerstvolgende AVA, die de benoeming moet bevestigen.
* **Duur van het mandaat:** In een NV is de maximale duur van het mandaat zes jaar, met herbenoeming mogelijk. In een BV/CV kan het mandaat voor bepaalde of onbepaalde duur zijn.
#### 2.1.5 Vrijwillig ontslag
Een bestuurder kan in principe te allen tijde vrijwillig ontslag nemen door dit kenbaar te maken aan het bestuur. Er is geen aanvaarding door de vennootschap vereist. De rechtspraak stelt wel dat bestuurders de vennootschap de nodige tijd moeten geven om een opvolger te vinden, en dus geacht kunnen worden in functie te blijven tot een opvolger benoemd is. Het ontslag moet openbaar worden gemaakt.
#### 2.1.6 Gedwongen ontslag
De mogelijkheden en procedure voor gedwongen ontslag verschillen per vennootschapsvorm.
* **BV/CV:** Statutaire zaakvoerders kunnen enkel worden ontslagen via een statutenwijziging (driekwartmeerderheid op de AVA). Niet-statutaire zaakvoerders kunnen *ad nutum* (zonder vergoeding, termijn of motivering) worden ontslagen met een gewone meerderheid op de AVA. De statuten of een contract kunnen hiervan afwijken. De AVA kan steeds een wettige reden inroepen om een bestuurder te ontslaan, zelfs zonder vergoeding of termijn, ongeacht statutaire bepalingen.
* **NV:** Bestuurders worden door de AVA ontslagen *ad nutum*. Dit principe is suppletief, wat betekent dat statuten hiervan kunnen afwijken. De redenen voor ontslag hoeven niet in de oproeping tot de AVA te worden vermeld. Echter, schadelijke mededelingen over een ontslagen bestuurder in de oproeping kunnen aanleiding geven tot schadevergoeding.
#### 2.1.7 Vergoeding
Bestuurders worden analoog aan lasthebbers behandeld, maar vanwege hun professionele rol in de commerciële sfeer geldt een vermoeden van bezoldiging. De algemene vergadering van aandeelhouders (AVA) bepaalt de algemene vergoeding. De onderlinge verdeling van deze vergoeding kan door de raad van bestuur (RvB) worden bepaald, met inachtneming van de belangenconflictregeling.
* **Goedkeuring door AVA:** Vergoedingen van bestuurders moeten door de AVA worden goedgekeurd, hetzij vooraf, hetzij achteraf door goedkeuring van de jaarrekening waarin de kosten worden verantwoord.
* **Consultancyovereenkomsten:** Consultancyovereenkomsten, vaak gesloten door de RvB met een bestuurder, vallen niet onder de verplichte goedkeuring door de AVA (behalve in de financiële sector en genoteerde vennootschappen). Deze overeenkomsten bieden vaak een hogere vergoeding en ontslagbescherming (opzeggingstermijn en -vergoeding) dan het zuivere bestuursmandaat.
### 2.2 Aansprakelijkheid van bestuurders
#### 2.2.1 Aansprakelijkheid van de rechtspersoon voor handelingen van organen (Orgaantheorie)
De orgaantheorie stelt dat feitelijke handelingen of rechtsfeiten, zoals onrechtmatige daden, die door een orgaan (zoals een bestuurder) worden gesteld in het kader van de uitoefening van zijn functie, worden toegerekend aan de rechtspersoon zelf. Dit betekent dat de vennootschap aansprakelijk is voor de fouten begaan door haar bestuursorganen. Dit is een vorm van foutloze aansprakelijkheid voor de vennootschap.
* **Directe toerekening:** De fout van het bestuursorgaan wordt rechtstreeks aan de vennootschap toegerekend.
* **Regresrecht:** De vennootschap kan in principe regres nemen op de bestuurder die de fout beging, hoewel dit in de praktijk zelden voorkomt.
#### 2.2.2 Vertegenwoordigingsbevoegdheid en de Prokuraleer
De vertegenwoordiging van de vennootschap door haar bestuurders wordt in beginsel beheerst door het lastgevingsrecht. Echter, de "prokuraleer" wijzigt dit principe, met name voor de NV, BV en CV.
* **Lastgeving:** De bestuurder treedt op in naam en voor rekening van de vennootschap. Hun hoedanigheid moet worden bekendgemaakt en hun bevoegdheid moet worden gerespecteerd. De vertegenwoordigingsbevoegdheid moet worden aangetoond, maar niet via een volmacht zoals bij een gewone lasthebber; verwijzing naar het benoemingsbesluit volstaat.
* **Prokuraleer:** Wettelijke bevoegdheidsbeperkingen die zijn opgenomen in de statuten of andere documenten, zijn **niet** tegenwerpelijk aan derden te goeder trouw, zelfs indien deze documenten bekend zijn gemaakt. Dit geldt voor de algemene vertegenwoordigingsbevoegdheid van organen zoals de raad van bestuur, de directieraad, of een gedelegeerd bestuurder.
* **Uitzondering kwade trouw:** Indien de derde echter daadwerkelijk kennis had van de bevoegdheidsbeperking, kan deze wel aan de derde worden tegengeworpen.
* **Meerhandtekeningsclausules:** Het creëren van een vertegenwoordigingsorgaan waarbij bijvoorbeeld twee of meer bestuurders samen moeten tekenen, is wel tegenwerpelijk aan derden indien dit bekend is gemaakt.
* **Kwantitatieve en kwalitatieve beperkingen:** Verdere beperkingen op de vertegenwoordigingsbevoegdheid (bv. een maximaal bedrag) zijn echter **niet** tegenwerpelijk aan derden.
* **Vertegenwoordiging door facultatieve bestuursorganen:**
* **Gedelegeerd bestuurder:** Een gedelegeerd bestuurder heeft dezelfde vertegenwoordigingsbevoegdheid als de voltallige raad van bestuur. Deze bevoegdheid moet statutair worden aangeduid. Indien er een meerhandtekeningsclausule bestaat, is deze tegenwerpelijk aan derden indien bekendgemaakt.
* **Dagelijks bestuur (DB):** Het dagelijks bestuur heeft beslissings- én vertegenwoordigingsbevoegdheid, beperkt tot de dagelijkse zaken of dringende aangelegenheden. Het hoeft geen bestuurder te zijn en kan onder het gezag van de RvB functioneren.
* **Bijzondere volmachten:** Toelaatbaar, verleend door het bevoegde orgaan, moeten bijzonder zijn en zijn niet verplicht bekend te maken in het BS. Het gemeen lastgevingsrecht is hierop van toepassing, dus de prokuraleer geldt hier niet.
#### 2.2.3 Belangenconflicten
Wanneer een bestuurder een persoonlijk vermogensrechtelijk belang heeft dat strijdig is met het vennootschapsbelang (het collectieve winstbelang van alle aandeelhouders), is een specifieke procedure vereist.
* **Vereisten:**
* **Meldingsplicht:** De relevante feiten moeten worden gemeld aan de andere bestuurders en de commissaris.
* **Notuleringsplicht:** Het belangenconflict en de beraadslagingen moeten worden genotuleerd.
* **Geen deelname aan beraadslaging:** De bestuurder met het conflict mag niet deelnemen aan de beraadslaging van het bestuur.
* **Openbaarmakingsplicht:** De notulen moeten in extenso in het jaarverslag worden opgenomen.
* **Gevolgen van niet-naleving:** De vennootschap kan de nietigheid van de beslissing vorderen. Dit kan ook door een curator bij faillissement of een nieuwe meerderheidsaandeelhouder.
* **Aansprakelijkheid ondanks procedure:** Zelfs na het volgen van de procedure kan aansprakelijkheid ontstaan indien achteraf blijkt dat een bestuurder een onrechtmatig vermogensvoordeel heeft verkregen ten nadele van de vennootschap.
* **Afwijkende regelingen:**
* Indien niet alle bestuurders een conflict hebben, kunnen de niet-conflicterende bestuurders beslissen.
* Indien alle bestuurders een conflict hebben, verschuift de bevoegdheid naar de AVA.
* Indien de enige bestuurder ook de enige aandeelhouder is, mag deze zelf beslissen, maar dit moet worden aangetekend en bekendgemaakt met de jaarrekening.
#### 2.2.4 Gerelateerde partijtransacties (RPT's) bij genoteerde vennootschappen
Bij genoteerde vennootschappen vereist een beslissing met een verbonden partij een objectiveringsprocedure.
* **Procedure:** De beslissing moet worden voorbereid door drie onafhankelijke bestuurders, eventueel bijgestaan door een financieel expert. De RvB neemt uiteindelijk de beslissing op basis van een verslag.
* **Doel:** Deze procedure beoogt de besluitvorming in het belang van alle aandeelhouders te waarborgen en bevoordeling van verbonden partijen ten nadele van de vennootschap te vermijden.
* **Uitzonderingen:** De procedure is niet van toepassing op transacties met eigen dochterondernemingen, tenzij de moedermaatschappij (de genoteerde NV) zelf een belang van minstens 25% heeft in de dochter.
### 2.3 Bevoegdheid van het bestuur
Het bestuur heeft in principe de volheid van bevoegdheid, tenzij de wet specifieke bevoegdheden voorbehouden aan de algemene vergadering van aandeelhouders (AVA).
* **Voorbehouden bevoegdheden AVA:**
* Benoeming, ontslag en vergoeding van bestuurders.
* Statutenwijzigingen.
* Goedkeuring van de jaarrekening en winstverdeling.
* **Niet-voorbehouden bevoegdheden:** Alle beslissingen die niet wettelijk aan de AVA zijn voorbehouden, behoren tot de bevoegdheid van het bestuur. Zelfs de verkoop van belangrijke activa behoort tot de bevoegdheid van het bestuur, tenzij statutair anders bepaald.
* **Bevoegheidsbeperkingen:**
* **Statutaire beperkingen:** Deze zijn **niet** tegenwerpelijk aan derden (prokuraleer). Een schending van statutaire bevoegdheden door het bestuur leidt tot een bestuursfout en kan leiden tot aansprakelijkheid van de bestuurder jegens de vennootschap.
* **Wettelijke beperkingen:** Deze zijn wel tegenwerpelijk aan derden, zoals beperkingen na vereffening of het respecteren van het winstoogmerk.
* **Bestuur in belang van de vennootschap:** Bestuurders moeten handelen in het belang van de vennootschap. Dit begrip kan eng (collectief winstbelang op lange termijn) of ruim (evenwicht tussen belangen van stakeholders) worden geïnterpreteerd. Een discretionaire afweging van belangen is toegestaan, maar misbruik van meerderheid kan worden aangevochten.
> **Tip:** Het is cruciaal om het onderscheid te kennen tussen de bevoegdheden van de AVA en het bestuur, aangezien dit de basis vormt voor de interne en externe vertegenwoordigingsmacht van de vennootschap.
> **Tip:** De prokuraleer is een essentieel concept voor de externe vertegenwoordiging van de vennootschap. Zorg ervoor dat je begrijpt welke beperkingen wel en niet tegenwerpelijk zijn aan derden.
---
# Vennootschapsbelang en belangenconflicten
Dit onderwerp behandelt de interpretatie van het vennootschapsbelang, de verplichtingen van bestuurders met betrekking tot belangenconflicten en de procedurele waarborgen bij transacties met verbonden partijen, met specifieke aandacht voor genoteerde vennootschappen.
### 3.1 Het vennootschapsbelang
Het vennootschapsbelang is een centraal, doch onduidelijk begrip dat de kern vormt van de bestuursplicht.
#### 3.1.1 Interpretaties van het vennootschapsbelang
* **Enge opvatting:** Dit interpreteert het vennootschapsbelang als het collectieve winstbelang van de vennoten op de lange termijn.
* **Ruime opvatting:** Deze opvatting houdt in dat het bestuur een evenwicht zoekt tussen de belangen van verschillende stakeholders, waaronder werknemers, leveranciers en klanten, naast die van de aandeelhouders.
* **Procedurele opvatting:** Volgens deze visie maakt het bestuur een discretionaire afweging van belangen. De besluitvorming zelf is het vennootschapsbelang, mits deze te goeder trouw en binnen de wettelijke en statutaire grenzen plaatsvindt.
#### 3.1.2 Verplichtingen van het bestuur inzake vennootschapsbelang
* **Loyaliteitsplicht:** Bestuurders moeten hun belangen ondergeschikt maken aan die van de vennootschap. Dit impliceert onder andere een niet-concurrentieplicht en het recht op remuneratie enkel zoals goedgekeurd door de algemene vergadering.
* **Respect voor winstoogmerk en statutair voorwerp:** Beslissingen die hiermee strijdig zijn, zoals schenkingen, zijn niet toegestaan.
* **Marginale toetsing en misbruik van meerderheid:** Hoewel het bestuur een discretionaire bevoegdheid heeft, kunnen beslissingen die opzettelijk en niet te goeder trouw worden genomen om bepaalde stakeholders te benadelen, aangevochten worden wegens misbruik van meerderheid.
### 3.2 Belangenconflicten
Een belangenconflict ontstaat wanneer een bestuurder een persoonlijk vermogensrechtelijk belang heeft bij een beslissing die het bestuur dient te nemen.
#### 3.2.1 Toepassingsgebied van de belangenconflictregeling
* **Persoonlijk vermogensrechtelijk belang:** De regeling is van toepassing indien een bestuurder een persoonlijk financieel belang heeft bij een beslissing.
* **Potentieel belang volstaat:** Het is niet vereist dat het voordeel reeds is gerealiseerd; een potentieel voordeel is voldoende.
* **Indirect belang telt mee:** Ook een indirect belang, bijvoorbeeld via een verbonden vennootschap, valt onder de regeling.
* **Geen louter functioneel belang:** Een louter functioneel belang dat voortvloeit uit de uitoefening van een bestuurdersfunctie is niet voldoende om de regeling te activeren.
#### 3.2.2 Procedure bij belangenconflicten
De procedure omvat de volgende stappen:
* **Meldingsplicht:** De bestuurder met een belangenconflict moet de relevante feiten melden aan de medebestuurders en, indien van toepassing, aan de commissaris.
* **Notuleringsplicht:** Het conflict en de beslissing moeten nauwkeurig worden opgenomen in de notulen van het bestuursorgaan.
* **Geen deelname aan beraadslaging:** De bestuurder met het belangenconflict mag niet deelnemen aan de beraadslaging en besluitvorming over de betreffende kwestie.
* **Openbaarmakingsplicht:** De informatie over het belangenconflict en de genomen beslissing moet worden opgenomen in het jaarverslag.
#### 3.2.3 Gevolgen van procedurele schending
* **Nietigheid van de beslissing:** Indien de procedure niet correct wordt gevolgd, kan de vennootschap de nietigheid van de beslissing vorderen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door een curator bij faillissement of een nieuwe meerderheidsaandeelhouder.
* **Aansprakelijkheid van bestuurders:** Zelfs na het correct doorlopen van de procedure kunnen bestuurders hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld indien blijkt dat zij onrechtmatig financieel voordeel hebben behaald ten nadele van de vennootschap.
#### 3.2.4 Uitzonderingen en speciale gevallen
* **Meerdere bestuurders, niet allen met conflict:** Indien niet alle bestuurders een belangenconflict hebben, kunnen de bestuurders zonder conflict de beslissing nemen.
* **Alle bestuurders met conflict:** Wanneer alle bestuurders een belangenconflict hebben, verschuift de beslissingsbevoegdheid naar de algemene vergadering.
* **Enige bestuurder en enige aandeelhouder:** In vennootschappen met slechts één bestuurder die tevens de enige aandeelhouder is, mag deze persoon zelf de beslissing nemen, mits deze wordt aangetekend en samen met de jaarrekening wordt bekendgemaakt.
### 3.3 Objectiveringsprocedure voor transacties met verbonden partijen (genoteerde vennootschappen)
Voor genoteerde vennootschappen geldt een specifieke objectiveringsprocedure voor beslissingen waarbij de vennootschap een transactie aangaat met een verbonden partij.
#### 3.3.1 Procedure bij transacties met verbonden partijen
* **Voorbereiding door onafhankelijke bestuurders:** De beslissing moet worden voorbereid door ten minste drie onafhankelijke bestuurders binnen de raad van bestuur.
* **Bijstand van financieel expert:** Deze onafhankelijke bestuurders kunnen, op kosten van de vennootschap, een financieel expert inschakelen om hen bij te staan bij de evaluatie.
* **Rapportage aan de raad van bestuur:** De onafhankelijke bestuurders brengen verslag uit aan de volledige raad van bestuur, die vervolgens de uiteindelijke beslissing neemt.
* **Doelstelling:** Deze procedure beoogt de besluitvorming te objectiveren en het vennootschapsbelang, met name dat van minderheidsaandeelhouders, te vrijwaren bij transacties met entiteiten of personen met een nauwe band met de vennootschap.
#### 3.3.2 Definitie van verbonden partij
De definitie van een verbonden partij is gebaseerd op de IAS 24-standaard en omvat onder andere:
* Groepsvennootschappen (met controleverhoudingen).
* Bestuurders en topmanagers, evenals hun nauwe familieleden.
#### 3.3.3 Beperkingen en uitzonderingen
* **Transacties met eigen dochters:** De procedure is in principe niet van toepassing op beslissingen van een genoteerde vennootschap met betrekking tot haar eigen dochtervennootschappen, tenzij de genoteerde vennootschap zelf een moedermaatschappij heeft die minstens 25% van de aandelen in die dochter bezit.
* **Rozenblum-doctrine:** In België wordt de Rozenblum-doctrine erkend, die stelt dat groepsvennootschappen financiële offers kunnen brengen aan andere groepsvennootschappen, mits dit op termijn een wederzijds voordeel oplevert en de eigen financiële gezondheid niet in gevaar brengt. Deze doctrine kan van invloed zijn op de toepassing van de objectiveringsprocedure.
---
# Vertegenwoordigingsbevoegdheid en de prokuraleer
Dit hoofdstuk onderzoekt de externe vertegenwoordiging van vennootschappen, waarbij de nadruk ligt op de principes van lastgeving en correcties daarop zoals de vertrouwensleer en de prokuraleer.
### 4.1 Organisatie van het bestuur en de vertegenwoordigingsbevoegdheid
Het bestuur van een vennootschap heeft een intern aspect (leidinggevende beslissingen) en een extern aspect (vertegenwoordiging naar buiten toe). In de praktijk worden veel bevoegdheden gedelegeerd aan werknemers.
#### 4.1.1 Bestuursmodellen
Er bestaan twee basismodellen voor de organisatie van het bestuur:
* **Collegiale raad van bestuur:** Bestaande uit drie of meer leden die gezamenlijk beslissen, meestal bij meerderheid, hoewel er in de praktijk naar consensus wordt gestreefd. Dit was tot 2019 verplicht bij een NV.
* **Individueel bevoegde zaakvoerders/bestuurders:** Eén of meerdere personen die apart bevoegd zijn. Dit is het dominante model bij de meeste andere vennootschappen.
Bij personenvennootschappen (zoals een maatschap of VOF) wordt uitgegaan van een systeem van "beherende vennoten", waarbij elke vennoot geacht wordt de vennootschap te kunnen besturen en vertegenwoordigen. Indien echter zaakvoerders worden benoemd, verliezen de andere vennoten deze bestuursbevoegdheid.
#### 4.1.2 Realiteit van het bestuur
* **KMO's:** Bestuurders en grootaandeelhouders zijn vaak dezelfde personen, en zij leiden de vennootschap dagelijks.
* **Grote vennootschappen:** De Raad van Bestuur (RvB) wordt benoemd door de aandeelhouders maar functioneert veel zelfstandiger. De RvB vergadert minder frequent en focust op monitoring, selectie en opvolging van het topmanagement, en ingrijpen in crisissituaties.
#### 4.1.3 Facultatieve bestuursorganen
Bij grote vennootschappen worden bevoegdheden vaak gedelegeerd aan facultatieve bestuursorganen zoals:
* **Gedelegeerd bestuurder (CEO):** Verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur.
* **Dagelijks bestuur / Management/executive committee:** Meerdere personen die de dagelijkse leiding waarbemen.
* **Adviserende comités:** Zoals audit-, remuneratie- en benoemingscomités.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen:
* **Uitvoerende bestuurders:** Hebben tegelijkertijd een managementfunctie bij de vennootschap.
* **Niet-uitvoerende bestuurders:** Hebben geen managementfunctie.
* **Onafhankelijke bestuurders:** Niet-uitvoerende bestuurders zonder banden met het management of grootaandeelhouders die hun onafhankelijk oordeel zouden kunnen belemmeren.
#### 4.1.4 Belang van de vennootschap
Bestuurders moeten besturen in het belang van de vennootschap. Dit begrip kan eng (collectief winstbelang op lange termijn) of ruim (evenwicht tussen belangen van verschillende stakeholders) worden opgevat. Een discretionaire afweging van belangen door het bestuur is toegestaan, tenzij er sprake is van misbruik van meerderheid of wanneer het bestuur niet te goeder trouw handelt. Het winstoogmerk en het statutair voorwerp moeten steeds gerespecteerd worden.
#### 4.1.5 Loyalteitsplicht en Corporate Governance
Bestuurders hebben een loyaliteitsplicht ten aanzien van de vennootschap. Ze mogen hun eigen belangen niet nastreven ten koste van de vennootschap. Corporate governance bestudeert agency-problemen (conflicten tussen verschillende belanghebbenden) en streeft ernaar deze conflicten te beheersen, vaak via "soft law" governance codes.
#### 4.1.6 Orgaantheorie
Bestuurders worden juridisch beschouwd als organen van de vennootschap. De orgaantheorie stelt dat handelingen van deze organen worden toegerekend aan de rechtspersoon zelf, waardoor de vennootschap aansprakelijk is voor fouten begaan door haar bestuursorganen in de uitoefening van hun functie. Dit is een vorm van foutloze aansprakelijkheid voor de vennootschap.
#### 4.1.7 Vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur
Wanneer een orgaan van de vennootschap optreedt binnen haar wettelijke bevoegdheden, is de vennootschap gebonden, zelfs als de bestuurder haar statutaire bevoegdheden schendt. Dit geldt voor vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid (NV, BV, CV).
* **Organieke vertegenwoordiging:** Een bestuurder hoeft geen volmacht voor te leggen om de vennootschap te vertegenwoordigen, aangezien haar vertegenwoordigingsbevoegdheid voortvloeit uit haar orgaanfunctie.
* **Toerekening volgens verkeersopvattingen (vertrouwensleer):** Handelingen kunnen aan een vennootschap worden toegerekend als een redelijke derde de indruk kon hebben dat de gedraging uitging van de vennootschap.
#### 4.1.8 Bevoegdheid van het bestuur
Het bestuur heeft de volheid van bevoegdheid, tenzij de wet specifieke bevoegdheden voorbehoudt aan andere organen, zoals de algemene vergadering (AVA). De AVA is bevoegd voor benoeming en ontslag van bestuurders, goedkeuring van de jaarrekening, winstverdeling en statutenwijzigingen.
#### 4.1.9 Beperkingen van bevoegdheid
* **Statutaire beperkingen:** Kunnen de bevoegdheid van het bestuur beperken, maar zijn niet tegenwerpelijk aan derden te goeder trouw (prokuraleer).
* **Wettelijke beperkingen:** Zijn wel tegenwerpelijk aan derden (bv. na vereffening, winstoogmerk).
#### 4.1.10 Bestuursmodellen in de NV
De NV kan kiezen uit drie modellen:
1. **Monistisch:** Collegiale raad van bestuur.
2. **Duaal:** Directieraad (DR) en Raad van Toezicht (RvT). De RvT oefent toezicht uit en benoemt de leden van de DR.
3. **Enige bestuurder:** Ter vervanging van de vroegere CommVA.
#### 4.1.11 Bestuursmodellen in de BV en CV
* Eén bestuurder volstaat.
* Meerdere bestuurders zijn elk apart bevoegd, tenzij de statuten collegialiteit organiseren.
* Een duaal bestuur is niet mogelijk.
#### 4.1.12 Benoeming en ontslag van bestuurders
* **Benoembaarheid:** In beginsel kan iedereen bestuurder worden, tenzij wettelijke onverenigbaarheden of statutaire voorwaarden van toepassing zijn. Er zijn specifieke regels voor genderverhoudingen in genoteerde vennootschappen en organisaties van openbaar belang. Rechtspersonen kunnen ook bestuurder worden, mits benoeming van een vaste vertegenwoordiger.
* **Duur van het mandaat:** Maximaal zes jaar in een NV, bepaald of onbepaald in BV/CV.
* **Vrijwillig ontslag:** Is in beginsel steeds mogelijk mits kennisgeving.
* **Gedwongen ontslag:** Verschilt tussen NV (ad nutum, tenzij statuten anders bepalen) en BV/CV (ad nutum voor niet-statutaire zaakvoerders, statutenwijziging voor statutaire zaakvoerders). Een wettige reden laat altijd ontslag toe zonder vergoeding of termijn.
#### 4.1.13 Vergoeding van bestuurders
De vergoeding wordt bepaald door de AVA. Een vermoeden van bezoldiging geldt in de commerciële sfeer. Consultancyovereenkomsten worden vaak gesloten voor een hogere vergoeding en met opzegbescherming.
### 4.2 Vertegenwoordiging
De vertegenwoordigingsbevoegdheid van een vennootschap wordt primair beheerst door het lastgevingsrecht. Bij vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid (NV, BV, CV) wordt dit principe echter gewijzigd door de prokuraleer.
#### 4.2.1 Lastgeving als uitgangspunt
* **Hoedanigheid:** Een vertegenwoordiger moet zijn hoedanigheid (bv. bestuurder) bekendmaken om niet persoonlijk gebonden te zijn.
* **Bevoegdheid:** De lasthebber verbindt de lastgever enkel binnen de grenzen van de verleende bevoegdheid.
* **Legitimatie:** Bewijs van hoedanigheid en bevoegdheid is vereist (bv. benoemingsbesluit, geen volmacht zoals bij gewone lasthebbers).
#### 4.2.2 Correcties op de lastgeving
* **Vertrouwensleer/Schijnmandaat:** Indien er een schijn van bevoegdheid is die toerekenbaar is aan de vennootschap, waarop de wederpartij te goeder trouw en rechtmatig vertrouwde, kan de vennootschap toch gebonden zijn.
* **Bekrachtiging:** Een rechtshandeling die buiten bevoegdheid werd gesteld, kan door een bevoegd orgaan van de vennootschap worden bekrachtigd, waardoor deze met terugwerkende kracht rechtsgeldig wordt.
#### 4.2.3 De prokuraleer
De prokuraleer, voornamelijk van toepassing in de NV, BV en CV, stelt dat statutaire beperkingen aan de wettelijke bevoegdheden van organen niet tegenwerpelijk zijn aan derden te goeder trouw.
* **Niet-tegenwerpelijkheid:** Beperkingen in statuten of andere documenten aan de vertegenwoordigingsbevoegdheid van organen zijn niet tegenwerpelijk aan derden, zelfs indien bekendgemaakt.
* **Tegenwerpelijkheid bij kwade trouw:** Indien de derde effectief kennis had van de beperking, kan deze wel worden ingeroepen.
* **Meerhandtekeningsclausules:** Deze zijn wel tegenwerpelijk aan derden indien ze bekend zijn gemaakt.
* **Voorwerpsbeperking:** Ook een beperking van het vennootschapsrechtelijk voorwerp is niet tegenwerpelijk aan derden.
* **Aansprakelijkheid bestuur:** De prokuraleer doet geen afbreuk aan de aansprakelijkheid van het bestuur dat onbevoegd handelt.
#### 4.2.4 Facultatieve bestuursorganen en vertegenwoordiging
* **Gedelegeerd bestuurder:** Wordt in de statuten aangeduid en heeft dezelfde vertegenwoordigingsbevoegdheid als de voltallige raad van bestuur. Een gedelegeerd bestuurder kan samenwerken met een andere bestuurder of met een directeur, indien dit statutair is voorzien en bekendgemaakt.
* **Dagelijks bestuur:** Heeft zowel beslissings- als vertegenwoordigingsbevoegdheid, beperkt tot het dagelijks bestuur. Dagelijkse bestuurders hoeven geen bestuurders te zijn en kunnen hun functie ook in het kader van een arbeidsovereenkomst uitoefenen. Hun bevoegdheid is beperkter dan die van een gedelegeerd bestuurder.
* **Bijzondere volmachten:** Kunnen door een bevoegd orgaan worden verleend aan personen (ook werknemers) om de vennootschap te vertegenwoordigen. Deze volmachten zijn niet verplicht bekend te maken en vallen onder het gemeen lastgevingsrecht (zonder prokuraleer).
#### 4.2.5 Groepseigen belangenconflicten en verbonden partijen
* **Belangenconflicten (7:96):** Indien een bestuurder een persoonlijk vermogensrechtelijk belang heeft dat strijdig is met het vennootschapsbelang, moet een specifieke procedure gevolgd worden. Dit omvat een meldingsplicht, notuleringsplicht en het niet deelnemen aan de beraadslaging.
* **Verbonden partij transacties (RPTs - 7:97):** Bij genoteerde vennootschappen moeten beslissingen met verbonden partijen (bv. groepsvennootschappen, bestuurders) worden voorbereid door onafhankelijke bestuurders, eventueel met hulp van een financieel expert, om de besluitvorming in het belang van alle aandeelhouders te vrijwaren. De Rozenblum-doctrine aanvaardt echter dat groepsvennootschappen (financiële) offers kunnen brengen aan andere groepsvennootschappen, mits er op termijn een voordeel tegenover staat.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Besturen | Het nemen van beslissingen en het leiden van een vennootschap, zowel intern (management, strategie) als extern (rechtshandelingen). |
| Collegiale raad van bestuur | Een bestuursorgaan dat bestaat uit drie of meer leden die gezamenlijk beslissingen nemen, meestal bij meerderheid van stemmen, hoewel consensus nagestreefd wordt. |
| Zaakvoerder/Bestuurder | Een individu dat afzonderlijk bevoegd is om de vennootschap te besturen en te vertegenwoordigen, tenzij anders bepaald in de statuten. |
| Personenvennootschappen | Vennootschappen (zoals maatschap, VOF, CommV) waarbij elke vennoot geacht wordt bestuursbevoegdheden te hebben, tenzij er specifieke zaakvoerders worden benoemd. |
| Beherende vennoten | In personenvennootschappen oefenen alle vennoten de bestuursbevoegdheden uit, tenzij er specifieke zaakvoerders worden benoemd. |
| Dagelijks bestuur | Een orgaan binnen de vennootschap, vaak samengesteld uit een of meerdere personen, dat belast is met de dagelijkse leiding en zaken van minder belang of dringende aard. |
| Gedelegeerd bestuurder (CEO) | Een bestuurder aan wie specifieke vertegenwoordigingsbevoegdheden worden gedelegeerd, vaak de hoogste manager binnen de vennootschap. |
| Uitvoerende bestuurder | Een bestuurder die tevens een managementfunctie bekleedt binnen de vennootschap waar hij/zij in het bestuur zetelt. |
| Niet-uitvoerende bestuurder | Een bestuurder die enkel deelneemt aan de raad van bestuur en eventuele comités, zonder managementfunctie binnen de vennootschap. |
| Onafhankelijke bestuurder | Een niet-uitvoerende bestuurder zonder banden met het management of grootaandeelhouders die een onafhankelijk oordeel zou kunnen belemmeren. |
| Vennootschapsbelang | Het belang van de vennootschap, dat eng kan worden opgevat als het collectieve winstbelang van de vennoten op lange termijn, of ruimer als een evenwicht tussen de belangen van verschillende stakeholders. |
| Stakeholders | Partijen die belang hebben bij of beïnvloed worden door de activiteiten van een vennootschap, zoals aandeelhouders, werknemers, schuldeisers en klanten. |
| Loyauteitsplicht | De verplichting van een bestuurder om zijn of haar eigen belangen ondergeschikt te maken aan die van de vennootschap bij de uitoefening van het bestuursmandaat. |
| Corporate governance | De studie van agency-problemen en de mechanismen om conflicten tussen partijen met uiteenlopende belangen binnen een vennootschap te beheersen, vaak via 'soft law' governance codes. |
| Agency-probleem | Conflicten die ontstaan wanneer individuen met verschillende belangen en voorkeuren samenwerken binnen een organisatie, zoals tussen aandeelhouders en managers. |
| Orgaantheorie | Een juridische theorie die stelt dat de handelingen van bestuursorganen worden toegerekend aan de rechtspersoon zelf, alsof de rechtspersoon de handeling heeft verricht. |
| Orgaan van de vennootschap | Een entiteit (bv. raad van bestuur, algemene vergadering) dat binnen de juridische structuur van de vennootschap bevoegd is om namens deze rechtspersoon op te treden. |
| Foutloze aansprakelijkheid | Aansprakelijkheid die kan worden ingeroepen zonder dat een specifieke fout van de rechtspersoon zelf hoeft te worden aangetoond; de fout van een orgaan is voldoende. |
| Organieke vertegenwoordiging | Het principe waarbij organen van een vennootschap de rechtspersoon vertegenwoordigen zonder dat zij een aparte volmacht hoeven voor te leggen. |
| Verkeersopvattingen | Een benadering die wordt gebruikt om toe te rekenen of het redelijk is om het gedrag van een natuurlijke persoon aan een rechtspersoon toe te rekenen, gebaseerd op de indruk die een redelijke derde kon hebben. |
| Volheid van bevoegdheid | Het principe dat het bestuur alle beslissingen mag nemen die niet expliciet door de wet aan een ander orgaan zijn voorbehouden. |
| Statutenwijziging | Het proces van het aanpassen van de oprichtingsakte van een vennootschap, wat doorgaans de bevoegdheid is van de algemene vergadering van aandeelhouders. |
| Jaarrekening | Een financieel overzicht dat de resultaten en de financiële toestand van een vennootschap weergeeft, goedgekeurd door de algemene vergadering. |
| "Ultra vires"-doctrine | Een verouderd principe dat stelde dat handelingen buiten het statutaire doel van de vennootschap niet bindend waren; dit geldt in België niet meer. |
| Monistisch bestuursmodel | Een bestuursstructuur waarbij een collegiale raad van bestuur de verantwoordelijkheid draagt voor zowel het bestuur als het toezicht. |
| Duaal bestuursmodel | Een structuur met twee gescheiden organen: een directieraad (DR) voor het dagelijks bestuur en een raad van toezicht (RvT) voor toezicht en strategische beslissingen. |
| Enige bestuurder | Een bestuursmodel waarbij één persoon de volledige bestuursbevoegdheid heeft, soms met vetorecht tegen bepaalde beslissingen van de algemene vergadering. |
| Benoembaarheid | De voorwaarden waaraan voldaan moet worden om tot bestuurder benoemd te kunnen worden. |
| Genderquota | Regels die voorschrijven dat een minimumpercentage van de leden van een bestuursorgaan van een bepaald geslacht moet zijn, met name in genoteerde vennootschappen. |
| Rechtspersoon (als bestuurder) | Een juridische entiteit die zelf als bestuurder kan optreden, waarbij een vaste vertegenwoordiger namens deze entiteit de bestuurstaken uitoefent. |
| Collegiaal bestuur | Een bestuursorgaan waarbij beslissingen gezamenlijk door de leden worden genomen, vaak met vereiste van aanwezigheid en meerderheid. |
| Mandaat | De bevoegdheid en de opdracht die aan een bestuurder wordt verleend om namens de vennootschap te handelen. |
| Schriftelijke beraadslaging | Een procedure waarbij bestuursbeslissingen schriftelijk worden genomen en goedgekeurd, wat in principe unanimiteit vereist. |
| Zelfstandige | Een bestuurder wordt in principe beschouwd als een zelfstandige, niet als een werknemer in loondienst. |
| "Zitpenningen" | Vergoedingen die bestuurders ontvangen voor hun deelname aan vergaderingen en bestuursactiviteiten. |
| Consultancyovereenkomst | Een contractuele regeling waarbij een bestuurder, vaak via een managementvennootschap, diensten verleent aan de vennootschap tegen een vergoeding, wat extra bescherming kan bieden. |
| Oprichtingsakte | Het document waarin de vennootschap wordt opgericht en de eerste statuten worden vastgelegd, inclusief de benoeming van de eerste bestuurders. |
| Coöptatie | Het proces waarbij de resterende bestuurders zelf een nieuwe bestuurder benoemen om een vacature op te vullen, tot aan de volgende algemene vergadering. |
| Vrijwillig ontslag | De beslissing van een bestuurder om zijn of haar mandaat neer te leggen. |
| Gedwongen ontslag | Het beëindigen van het mandaat van een bestuurder door een besluit van de algemene vergadering of om wettige redenen. |
| Ad nutum | Betekent "naar goeddunken"; een bestuurder kan ad nutum worden ontslagen, wat inhoudt zonder opzeggingstermijn of vergoeding. |
| Vergoeding | De financiële compensatie die bestuurders ontvangen voor hun werkzaamheden, bepaald door de algemene vergadering. |
| Belangenconflict | Een situatie waarin een bestuurder een persoonlijk vermogensrechtelijk belang heeft bij een beslissing die de vennootschap moet nemen. |
| Procedure belangenconflict | Een wettelijk vastgelegde procedure die een bestuurder met een belangenconflict moet volgen, zoals het informeren van medebestuurders en het niet deelnemen aan de beraadslaging. |
| Objectiveringsprocedure | Een procedure, met name voor genoteerde vennootschappen, die de besluitvorming bij transacties met verbonden partijen moet objectiveren en beschermen. |
| Verbonden partij (Related Party) | Een entiteit of persoon die een zodanige relatie heeft met de vennootschap dat deze invloed kan uitoefenen op, of beïnvloed kan worden door de vennootschap (bv. groepsvennootschappen, bestuurders). |
| Private benefits of control | Privévoordelen die controlehebbende aandeelhouders of bestuurders kunnen onttrekken aan de vennootschap, ten nadele van minderheidsaandeelhouders. |
| Rozenblum-doctrine | Een beginsel dat toestaat dat groepsvennootschappen financiële offers brengen aan andere groepsvennootschappen, mits er op termijn een voordeel tegenover staat en de VEN niet zelf in financiële problemen komt. |
| Lastgeving | Een overeenkomst waarbij de ene partij (lasthebber) zich verbindt om rechtshandelingen te stellen voor rekening van een andere partij (lastgever). |
| Vertegenwoordiging | De bevoegdheid om namens een rechtspersoon op te treden en deze te binden in rechtshandelingen. |
| Vertrouwensleer/Schijnmandaat | Een correctie op de lastgeving die stelt dat een vennootschap gebonden kan zijn door handelingen van een bestuurder die buiten diens bevoegdheid vielen, indien er bij de derde een legitieme schijn van bevoegdheid bestond. |
| Bekrachtiging | De goedkeuring achteraf door een bevoegd orgaan van een rechtshandeling die oorspronkelijk buiten bevoegdheid werd gesteld, waardoor deze met terugwerkende kracht rechtsgeldig wordt. |
| Prokuraleer | Een principe dat stelt dat statutaire beperkingen aan de wettelijke bevoegdheden van organen van bepaalde vennootschappen (NV, BV, CV) niet tegenwerpelijk zijn aan derden te goeder trouw. |
| Meerhandtekeningsclausules | Bepalingen in de statuten die vereisen dat beslissingen of vertegenwoordigingen door twee of meer bestuurders samen worden genomen of ondertekend. |
| Dagelijks bestuur (DB) | Een orgaan dat bevoegd is voor de dagelijkse gang van zaken van de vennootschap; de leden hoeven geen bestuurders te zijn en kunnen in het kader van een arbeidsovereenkomst optreden. |
| Bijzondere volmachten | Specifieke bevoegdheden die door een bevoegd orgaan aan een persoon worden verleend om de vennootschap te vertegenwoordigen bij welbepaalde rechtshandelingen. |
Cover
6. IPO(JCerfontaine)25-26.pptx
Summary
# Wat is een beursgang en gerelateerde transacties
Dit onderwerp biedt een gedetailleerde uiteenzetting van een beursgang (IPO), de bijbehorende transacties en de betrokken partijen, en onderscheidt deze van verwante financiële verrichtingen.
## 1. Wat is een beursgang en gerelateerde transacties
### 1.1 Definitie en kernconcepten van een beursgang (IPO)
Een Initial Public Offering (IPO) is de eerste keer dat een beleggingsinstrument, meestal een effect, publiekelijk wordt aangeboden. Vóór een IPO opereert een onderneming in de privésfeer; na een IPO wordt deze een publieke vennootschap. Het is cruciaal om een IPO te onderscheiden van een loutere beursnotering of een notering op een gereglementeerde markt, hoewel een IPO vaak leidt tot een dergelijke notering.
#### 1.1.1 Onderscheid met verwante verrichtingen
Er zijn belangrijke verschillen tussen een IPO en andere financiële transacties:
* **IPO versus Beursnotering/Notering op gereglementeerde markt:** Een IPO omvat de *uitgifte* van effecten aan het publiek, wat meestal gevolgd wordt door een notering op een beurs. Een beursnotering op zich is het proces waarbij effecten verhandelbaar worden gemaakt op een beurs, zonder noodzakelijkerwijs een nieuwe uitgifte te impliceren.
* **IPO met en zonder notering:** Sommige IPO's vinden plaats zonder onmiddellijke notering op een gereglementeerde markt.
* **Direct Listing:** Bij een direct listing worden bestaande aandelen van een bedrijf rechtstreeks aan het publiek verkocht, zonder dat het bedrijf nieuw kapitaal ophaalt. Er is dus geen sprake van uitgifte van nieuwe effecten.
* **Private Placement:** Dit is een aanbieding van effecten aan een beperkte groep investeerders, in plaats van aan het brede publiek. Hierbij wordt de prospectusplicht mogelijk omzeild.
#### 1.1.2 Verrichtingen m.b.t. nieuwe of bestaande effecten en aanbieding
Bij de analyse van deze transacties is het onderscheid belangrijk tussen:
* De **aanbieding van nieuwe effecten** (die kapitaal aantrekken voor de emittent) en de **verkoop van bestaande effecten** (door bestaande aandeelhouders).
* Transacties **met een aanbieding aan het publiek** (IPO, private plaatsing) en transacties **zonder een formele aanbieding** (bv. directe verkoop van aandelen tussen partijen).
### 1.2 Betrokken partijen bij een IPO
Een IPO brengt diverse partijen samen, elk met een specifieke rol:
* **Issuer (uitgevende vennootschap):** Het bedrijf dat de aandelen uitgeeft.
* **Underwriter(s) / underwriting bank(en):** Financiële instellingen die helpen bij het organiseren van de IPO, het bepalen van de prijs en het plaatsen van de aandelen bij investeerders. Dit syndicaat kan bestaan uit een Global Coordinator / Lead Manager en een Underwriter / Bookrunner.
* **Aandeelhouders van de uitgevende vennootschap:** Bestaande aandeelhouders die mogelijk aandelen verkopen tijdens de IPO.
* **Beleggers / toekomstige aandeelhouders:** De partijen die de aandelen kopen tijdens de IPO. Dit kunnen institutionele beleggers, maar ook retailbeleggers zijn.
* **Adviseurs:** Een breed scala aan professionals zoals juridische adviseurs, auditors, financiële adviseurs en PR-bureaus.
* **Toezichthouders en beursoverheden:** Instanties zoals de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en de beurs zelf (bv. Euronext) die toezien op de naleving van regelgeving.
### 1.3 Het IPO-proces
Het IPO-proces is een complex traject dat verschillende fasen doorloopt:
#### 1.3.1 De voorbereiding
Dit is de initiële fase waarin de strategische beslissingen worden genomen en de onderneming zich klaarmaakt voor de publieke markt.
* **Strategische alternatieven overwegen:** Naast een IPO kunnen andere financierings- of exitstrategieën worden overwogen.
* **Keuze van plaats/jurisdictie van uitgifte & notering:** Beslissingen over waar de effecten worden uitgegeven en genoteerd (bv. Euronext Brussel, Euronext Parijs).
* **Waardebepaling en 'equity story':** Het ontwikkelen van een overtuigend verhaal om de waarde van het bedrijf te onderbouwen voor potentiële investeerders.
* **Investor mapping:** Identificeren van potentiële investeerders.
* **Omvang van de uitgifte bepalen:** Vaststellen van het aantal te plaatsen aandelen en de beoogde prijsvork.
#### 1.3.2 Pre-IPO structurering
Voordat de IPO plaatsvindt, worden diverse structurele aspecten geoptimaliseerd:
* **Governance:** Aanpassen van de vennootschapsstructuur en interne regels om te voldoen aan de eisen van een beursgenoteerd bedrijf. Dit omvat de organisatie van de raad van bestuur, de aanstelling van onafhankelijke bestuurders, de oprichting van comités (bv. auditcomité, remuneratiecomité) en naleving van corporate governance codes.
* **Statuten en aandeelhoudersafspraken:** Herzien van de statuten en eventuele aandeelhoudersovereenkomsten om te zorgen voor naleving van wet- en regelgeving en om de rechten van nieuwe aandeelhouders te waarborgen.
* **Stemrecht:** Aandacht voor stemrechtstructuren, zoals 'één aandeel = één stem' of de mogelijkheid van dubbel stemrecht voor bepaalde aandeelhouders. De toekomstige omzetting van Europese richtlijnen kan ook relevant zijn voor aandelen met meervoudig stemrecht.
* **Lock-up overeenkomsten:** Overeenkomsten die bepaalde aandeelhouders beperken in de verkoop van hun aandelen gedurende een bepaalde periode na de IPO, met name als zij aandelen hebben verkregen tegen een lagere prijs dan de IPO-prijs.
#### 1.3.3 Due diligence
Dit is een grondig onderzoek naar de onderneming om alle relevante informatie te verzamelen.
* **Doel:** Het verkrijgen van informatie voor het prospectus en het vormen van de basis voor juridische adviezen. Het vermindert het risico voor de betrokken partijen.
* **Verschil met M&A due diligence:** In een M&A-context doet de koper zelf de due diligence met het oog op overnamevoorwaarden. Bij een IPO is de due diligence primair gericht op het stofferen van het prospectus.
* **Rollen:** De issuer en de underwriters voeren due diligence uit. De bevindingen stofferen het prospectus. Underwriters vertrouwen ook op comfort letters van auditors, legal opinions van advocaten, disclosure letters en rapporten van andere adviseurs.
#### 1.3.4 Underwriting agreement
Dit is de contractuele basis tussen de issuer (en/of verkopende aandeelhouders) en de underwriters.
* **Voorwerp:** De underwriters verbinden zich ertoe om de door de issuer (en/of verkopende aandeelhouders) aangeboden aandelen te plaatsen tegen een welbepaalde prijs, vastgesteld via een bookbuilding-procedure.
* **Soorten underwriting:**
* **Soft underwriting:** Underwriters treden op in eigen naam maar voor rekening van investeerders bij inschrijving en/of aankoop van effecten.
* **Hard underwriting:** Underwriters treden op in eigen naam en voor eigen rekening, en nemen de aandelen zelf af om deze vervolgens door te verkopen aan investeerders.
* **Representations & Warranties (Reps & Warranties):** De verbintenissen van de underwriters zijn afhankelijk van de vervulling van diverse verklaringen en garanties door de issuer en/of verkopende aandeelhouders. Deze hebben betrekking op de transactie zelf, de issuer, de uitgegeven effecten en de financiële rekenduurzaamheid.
#### 1.3.5 Het prospectus
Het prospectus is een cruciaal document voor een IPO, omdat het gedetailleerde informatie verstrekt aan potentiële beleggers.
* **Wettelijke basis:** De kern van de wettelijke regeling wordt gevormd door de Verordening (EU) 2017/1129 betreffende het prospectus en de Belgische Wet van 11 juli 2018 op de aanbieding van beleggingsinstrumenten.
* **Toepassingsgebied:** De Belgische wet hanteert een breder toepassingsgebied (beleggingsinstrumenten) dan de EU-verordening (effecten). De Belgische wet kan een prospectusplicht opleggen waar de EU-verordening dat niet doet. Een prospectus is vereist bij toelating tot de verhandeling op een gereglementeerde markt, ongeacht het bedrag.
* **Informatienota:** Voor gevallen waar de prospectusplicht niet geldt, kan een alternatieve informatieverstrekkingsplicht bestaan via een informatienota.
#### 1.3.6 Bookbuilding en pricing
Dit proces bepaalt de uiteindelijke prijs van de aandelen.
* **Technieken:** Er kan gewerkt worden met een vaste prijs of een prijsvork.
* **Fasen:** Pre-marketing en 'pilot fishing' (peilen van interesse bij grote investeerders) gevolgd door marketing en roadshows.
* **Rol van het prospectus:** Hoewel het prospectus centraal staat, zijn presentaties tijdens roadshows ook essentieel voor de prijsbepaling, gebaseerd op de interesse van institutionele beleggers.
#### 1.3.7 Settlement
Dit is de fase waarin de financiële afwikkeling plaatsvindt.
* **Closing:** De definitieve betaling en levering van de aandelen.
#### 1.3.8 Notering
Na settlement worden de effecten officieel genoteerd aan de beurs.
#### 1.3.9 Post-transaction stabilisatie
Na de beursgang kunnen er maatregelen worden genomen om de koers van het aandeel te stabiliseren.
* **Greenshoe optie:** Een instrument waarbij de underwriter extra aandelen (tot 15% van de oorspronkelijke uitgifte) kan toewijzen, waardoor de underwriter een short positie inneemt.
* **Stabilisatieperiode:** Gedurende een periode van maximaal 30 dagen kan de underwriter de markt monitoren.
* **Koersen dalen:** De underwriter koopt aandelen op in de markt tegen de initiële plaatsingsprijs om zijn short positie te verminderen.
* **Koersen stijgen:** De underwriter oefent de 'over allotment optie' uit om zijn short positie te sluiten.
> **Tip:** Het is essentieel om het onderscheid te maken tussen een IPO (uitgifte van nieuwe effecten aan het publiek) en een loutere beursnotering of een private plaatsing, omdat dit verschillende juridische en financiële implicaties heeft.
> **Tip:** Due diligence bij een IPO is primair gericht op het informeren van het publiek via het prospectus, in tegenstelling tot de due diligence in een M&A-context die gericht is op de bescherming van de koper.
> **Tip:** De Greenshoe optie is een belangrijk instrument voor underwriters om de stabiliteit van de aandelenkoers in de eerste periode na de IPO te waarborgen.
---
# Het IPO-proces en de betrokken documentatie
Dit deel van het document beschrijft het proces van een beursgang (IPO), inclusief de voorbereidingsfase, due diligence, de underwriting agreement, en de centrale rol van het prospectus.
### 2.1 Wat is een IPO en verwante verrichtingen
Een Initial Public Offering (IPO) is de eerste keer dat een beleggingsinstrument, meestal een effect, publiekelijk wordt aangeboden. Vóór een IPO is de emittent een private entiteit, waarna deze publiek wordt. Een IPO is niet hetzelfde als een beursnotering of notering op een gereglementeerde markt, hoewel deze vaak samenvallen.
Verwante verrichtingen verschillen van een IPO op basis van:
* **Nieuwe of bestaande effecten:** Gaat het om de uitgifte van nieuwe aandelen door de vennootschap, of om de verkoop van aandelen door bestaande aandeelhouders?
* **Aanbieding van effecten:** Is er een publieke aanbieding, of een private plaatsing bij een beperkte groep investeerders?
Een **direct listing** is een vorm waarbij bestaande aandelen direct op de beurs worden genoteerd zonder voorafgaande publieke aanbieding of kapitaalverwerving door de vennootschap. Een **private placement** betreft de verkoop van effecten aan een selecte groep investeerders, buiten de publieke markt om.
### 2.2 De bij een IPO betrokken partijen
De belangrijkste partijen bij een IPO zijn:
* **Issuer / Uitgevende vennootschap:** De onderneming die de aandelen uitgeeft.
* **Underwriter(s) / Underwriting bank(en):** Financiële instellingen die helpen bij het proces van uitgifte en verkoop van de aandelen. Zij vormen vaak een syndicaat.
* **Aandeelhouders van de uitgevende vennootschap:** Bestaande aandeelhouders die eventueel aandelen verkopen tijdens de IPO.
* **Beleggers / Toekomstige aandeelhouders:** Het publiek dat geïnteresseerd is in het kopen van de aangeboden aandelen.
* **Adviseurs:** Juridische adviseurs, auditors, financiële adviseurs, etc.
* **Toezichthouders en beursoverheden:** Instanties die toezicht houden op het proces en de naleving van regelgeving waarborgen.
### 2.3 Het IPO-proces
Het IPO-proces kan grofweg worden onderverdeeld in verschillende fasen:
#### 2.3.1 Voorbereiding
Dit is de initiële fase waarin de strategische beslissingen worden genomen en de basis voor de IPO wordt gelegd. Belangrijke aspecten zijn:
* **Strategische alternatieven:** Evalueren of een IPO de meest geschikte financierings- of exitstrategie is.
* **Keuze van plaats/jurisdictie:** Bepalen waar de effecten zullen worden genoteerd (bijvoorbeeld Euronext Brussel, Euronext Parijs) en waar de uitgifte plaatsvindt. Verschillende segmenten op beurzen bieden verschillende mogelijkheden (bijvoorbeeld voor groeibedrijven).
* **Waardebepaling en ‘equity story’:** Ontwikkelen van een overtuigend verhaal over de waarde en groeipotentie van de onderneming om beleggers aan te trekken.
* **Investor mapping:** Identificeren van potentiële institutionele beleggers.
* **Omvang van de uitgifte:** Bepalen van het aantal te plaatsen effecten en de beoogde prijsrange.
* **Pre-IPO structurering:**
* **Governance:** Optimaliseren van de interne structuur, inclusief de samenstelling en rol van de raad van bestuur (onafhankelijke bestuurders, commissies zoals audit- en remuneratiecomité), diversiteit, en de naleving van corporate governance codes.
* **Statuten en aandeelhoudersafspraken:** Herzien van statuten en bestaande aandeelhoudersovereenkomsten. Dit omvat bepalingen rond stemrecht (bijvoorbeeld ‘één aandeel, één stem’ of meervoudig stemrecht). Er is een evolutie gaande, mede door Europese richtlijnen, omtrent aandelen met meervoudig stemrecht.
* **Lock-up:** Regelingen die bepaalde aandeelhouders verbieden hun aandelen te verkopen voor een bepaalde periode na de IPO, zeker indien zij aandelen hebben verkregen tegen een lagere prijs.
#### 2.3.2 Due Diligence
Dit is een grondig onderzoek dat tot doel heeft alle relevante informatie te verzamelen die nodig is voor het opstellen van het prospectus en om de risico’s voor alle betrokken partijen te minimaliseren.
* **Doel:** Informatie verkrijgen voor het prospectus, basis leggen voor juridische opinies, risico’s voor deelnemers aan het IPO-proces verminderen.
* **Verschil met M&A:** In een M&A-context voert de koper zelf de due diligence uit met het oog op het verkrijgen van informatie die de basis vormt voor garanties in een Sale and Purchase Agreement (SPA). Bij een IPO is de due diligence meer gericht op het informeren van het brede publiek via het prospectus.
* **Uitvoer door Issuer en Underwriters:**
* De bevindingen stofferen het prospectus, eerder dan een apart due diligence rapport.
* Underwriters maken naast de eigen onderzoeken gebruik van:
* **Comfort letters:** Verklaringen van auditors over de financiële informatie.
* **Legal opinions:** Juridische adviezen van advocaten.
* **Disclosure letters:** Brieven waarin de vennootschap informatie verstrekt over potentiële risico’s.
* **Rapporten en opinies van andere adviseurs.**
#### 2.3.3 Underwriting Agreement
Dit is de contractuele overeenkomst tussen de emittent (en/of verkopende aandeelhouders) en de underwriters.
* **Rol van Underwriters:** Zij kunnen optreden als Global Coordinator, Lead Manager of Bookrunner.
* **Voorwerp:** De uitgifte (emittent) en/of verkoop (bestaande aandeelhouders) van aandelen tegen een welbepaalde prijs. Deze prijs wordt vaak bepaald via een bookbuilding-procedure.
* **Soorten Underwriting:**
* **Soft underwriting:** De underwriters treden op in eigen naam maar voor rekening van beleggers bij de inschrijving en/of aankoop van de effecten.
* **Hard underwriting:** De underwriters treden op in eigen naam en voor eigen rekening, met de bedoeling de effecten vervolgens door te verkopen aan het publiek.
* **Verplichtingen:** De verbintenissen van de underwriters zijn doorgaans afhankelijk van de vervulling van de door de issuer gegeven ‘representations & warranties’ (garanties).
* **Representations & Warranties van de Issuer:** Deze omvatten onder meer:
* Correcte goedkeuring van het prospectus en conformiteit met de regelgeving.
* Afwezigheid van een ‘material adverse effect’.
* Correctheid van de verstrekte gegevens.
* Regelmatig vennootschapsrechtelijk bestaan en bevoegdheid tot handelen.
* Afwezigheid van insolventieprocedures.
* Regelmatige uitgifte van de effecten, zonder voorkeursrechten van derden.
* Correct opgestelde financiële rekeningen volgens de geldende normen (bijvoorbeeld IFRS, Belgische GAAP).
#### 2.3.4 Het prospectus
Het prospectus is het centrale en meest cruciale document in het wettelijke kader rond een IPO.
* **Wettelijk Kader:** De kern wordt gevormd door de Verordening (EU) 2017/1129 betreffende het prospectus en de nationale wetgeving, zoals de Belgische Wet van 11 juli 2018 op de aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating ervan tot de verhandeling op een gereglementeerde markt.
* **Terminologie:** De Belgische wet gebruikt de term ‘aanbieding aan het publiek’, wat ruimer kan zijn dan de definitie van ‘beleggingsinstrumenten’ in de Verordening, die focust op ‘effecten’.
* **Prospectusplicht:** De wet legt een prospectusplicht op bij de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt, ongeacht het transactiebedrag.
* **Alternatieve informatieverstrekking:** In bepaalde gevallen waar geen prospectusplicht geldt, kan een informatienota volstaan.
#### 2.3.5 Transaction: Bookbuilding, Pricing en Settlement
* **Bookbuilding:** Een proces waarbij potentiële investeerders hun interesse en prijsindicaties uiten, wat helpt bij het bepalen van de uiteindelijke uitgifteprijs. Dit kan via een vaste prijs of een prijsrange gebeuren.
* **Pre-marketing en Pilot Fishing:** Initiële gesprekken met grote investeerders om de interesse te peilen.
* **Marketing en Roadshows:** Presentaties aan potentiële beleggers om de ‘equity story’ toe te lichten. Het prospectus is het formele document, maar roadshows en presentaties spelen een belangrijke rol.
* **Pricing:** De definitieve bepaling van de uitgifteprijs, gebaseerd op de demand uit het bookbuilding proces.
* **Settlement (Closing):** Het moment waarop de betalingen worden verricht en de aandelen worden geleverd aan de kopers. Na settlement vindt de daadwerkelijke notering plaats.
#### 2.3.6 Post-transaction: Stabilisatie
Na de beursgang kan de underwriter de marktprijs van de aandelen proberen te stabiliseren.
* **Greenshoe Optie:** Een instrument waarbij de underwriter de mogelijkheid heeft om tot 15% extra aandelen toe te wijzen aan kopers, waardoor de underwriter een short-positie inneemt.
* **Stabilisatieperiode:** Duurt maximaal 30 dagen na de notering.
* **Koersen dalen:** De underwriter koopt aandelen op de markt aan tegen maximaal de initiële plaatsingsprijs om zijn short-positie te verkleinen.
* **Koersen stijgen:** De underwriter oefent de greenshoe optie uit aan het einde van de stabilisatieperiode om zijn short-positie te sluiten.
> **Tip:** De due diligence bij een IPO is cruciaal voor zowel de naleving van de regelgeving als voor het aantrekken van beleggers door transparante informatieverstrekking.
> **Tip:** Het prospectus is een juridisch bindend document. Fouten of onvolledigheden kunnen leiden tot aansprakelijkheid.
> **Voorbeeld:** De Greenshoe optie is een tactiek die underwriters gebruiken om de prijsvolatiliteit direct na de IPO te beperken en liquiditeit te garanderen. Als er veel vraag is, kunnen ze extra aandelen verkopen; als de vraag tegenvalt, kopen ze aandelen terug op de markt om de prijs te ondersteunen.
---
# Prijsbepaling, stabilisatie en post-IPO activiteiten
Dit onderdeel behandelt de dynamiek van prijsvorming tijdens een beursgang, de stabilisatiefase na de notering en de rol van specifieke instrumenten zoals de greenshoe optie.
### 3.1 Prijsbepaling tijdens de IPO
De prijsbepaling van aandelen tijdens een Initial Public Offering (IPO) is een cruciaal proces dat de marktinteresse en de uiteindelijke succesvolle notering beïnvloedt. Er zijn verschillende technieken om tot een definitieve prijs te komen.
#### 3.1.1 Bookbuilding en pricing
Een veelgebruikte methode is **bookbuilding**. Hierbij worden potentiële institutionele beleggers gevraagd naar hun interesse en de prijs die zij bereid zijn te betalen voor de aandelen. Dit gebeurt vaak na pre-marketing en pilot fishing, waarbij de markt wordt getest en er feedback wordt verzameld over de waardering.
* **Pre-marketing en pilot fishing:** Deze fase helpt bij het peilen van de interesse van investeerders en het verfijnen van de "equity story" (het verhaal achter de waardering van het bedrijf).
* **Marketing en roadshows:** Na de pre-marketing worden roadshows georganiseerd waarbij de emittent zijn strategie en vooruitzichten presenteert aan potentiële beleggers. Het prospectus is hierbij het centrale document, aangevuld met presentaties en andere communicatie.
* **Bookbuilding-procedure:** Op basis van de ingediende biedingen van institutionele beleggers wordt de vraagcurve opgesteld. Dit proces stelt de underwriters in staat om een prijsrange te bepalen, die uiteindelijk kan leiden tot een vaste prijs of een prijs binnen de range.
#### 3.1.2 Vaste prijs vs. price range
Er kunnen twee hoofdmethoden worden onderscheiden voor de definitieve prijsbepaling:
* **Vaste prijs:** De prijs wordt vooraf vastgesteld en investeerders schrijven in tegen die prijs.
* **Price range:** Er wordt een bandbreedte van mogelijke prijzen gecommuniceerd. De uiteindelijke prijs wordt bepaald na de bookbuilding-fase, vaak dichter bij het hogere einde van de range als de vraag groot is.
### 3.2 Post-IPO stabilisatie
Na de beursnotering is het essentieel om de aandelenkoers te stabiliseren, vooral in de periode direct na de IPO. Dit wordt vaak gedaan met behulp van specifieke instrumenten en technieken.
#### 3.2.1 De greenshoe optie
De **greenshoe optie**, ook wel bekend als de overtoewijzingsoptie, is een veelgebruikt instrument voor prijsstabilisatie na een IPO. De optie is genoemd naar de "Green Shoe Manufacturing Company" die in 1919 een van de eerste IPO's met deze constructie kende.
* **Mechanisme:** De underwriters krijgen de mogelijkheid om tot een bepaald percentage (vaak maximaal 15%) van de aangeboden aandelen extra toe te wijzen aan investeerders. Hierdoor ontstaat er een **short positie** bij de underwriters, omdat zij meer aandelen hebben toegewezen dan ze initieel hebben geplaatst.
> **Tip:** De greenshoe optie stelt de underwriters in staat om de liquiditeit van het aandeel te beheren en de koers te ondersteunen in de eerste handelsdagen of weken.
#### 3.2.2 Stabilisatieperiode
De stabilisatieactiviteiten vinden plaats gedurende een vooraf bepaalde periode, die doorgaans maximaal 30 dagen bedraagt na de notering.
* **Koersen onder initieel niveau:** Als de aandelenkoers gedurende deze periode onder het initiële plaatsingsniveau daalt, zullen de underwriters op de markt aandelen inkopen. Deze aankopen helpen de vraag te vergroten en de koers te ondersteunen. De prijs waartegen wordt ingekocht, is maximaal de initiële plaatsingsprijs. Dit verkleint hun short positie.
* **Koersen boven initieel niveau:** Indien de aandelenkoers boven het initiële niveau blijft, zullen de underwriters aan het einde van de stabilisatieperiode hun short positie sluiten door gebruik te maken van de overtoewijzingsoptie. Zij oefenen dan de greenshoe optie uit om aandelen te leveren aan de investeerders aan wie ze te veel hebben toegewezen.
> **Voorbeeld:** Stel, een bedrijf brengt 10 miljoen aandelen uit tegen 10 euro per aandeel. De underwriter krijgt een greenshoe optie voor 1,5 miljoen extra aandelen. Als de koers daalt naar 9 euro, kan de underwriter op de markt aandelen kopen tegen maximaal 10 euro om zijn short positie van 1,5 miljoen aandelen te verminderen. Als de koers stijgt, gebruikt hij de optie om extra aandelen te verkrijgen en te leveren.
#### 3.2.3 Settlement en closing
Nadat de prijsbepaling en eventuele stabilisatieactiviteiten zijn afgerond, vindt het **settlement** plaats. Dit is het moment van **closing**, waarbij de betalingen worden verricht en de effecten worden geleverd aan de kopers. Hierna wordt het aandeel officieel genoteerd en begint de vrije handel op de beurs.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Beursgang (IPO) | Initial Public Offering (IPO) is de eerste keer dat een beleggingsinstrument, vaak een effect, publiekelijk wordt aangeboden. Vóór een IPO is een emittent 'privaat', daarna wordt deze 'publiek'. |
| Emittent | De entiteit die effecten uitgeeft, zoals een vennootschap, met als doel kapitaal aan te trekken via de kapitaalmarkten. |
| Beursnotering | Het proces waarbij effecten van een vennootschap worden toegelaten tot handel op een gereglementeerde markt of een effectenbeurs, wat niet altijd gepaard gaat met een nieuwe uitgifte van effecten. |
| Direct Listing | Een procedure waarbij bestaande aandelen van een bedrijf op de beurs worden genoteerd zonder dat er nieuwe aandelen worden uitgegeven. Dit resulteert meestal in een lagere liquiditeit dan een traditionele IPO. |
| Private Placement | Een directe verkoop van effecten aan een beperkt aantal vooraf geselecteerde investeerders, zonder publieke aanbieding. Dit is vaak sneller en goedkoper dan een beursgang. |
| Issuer / Uitgevende vennootschap | De vennootschap die aandelen of andere effecten uitgeeft om kapitaal te werven. Dit is de partij die het IPO-proces initieert. |
| Underwriter(s) / Underwriting bank(en) | Financiële instellingen die optreden als tussenpersoon tussen de emittent en het publiek. Zij kopen de effecten van de emittent en verkopen deze door aan investeerders. |
| Prospectus | Een essentieel juridisch document dat informatie bevat over de emittent en de effecten die worden aangeboden. Het is vereist door de regelgeving om investeerders te informeren. |
| Bookbuilding | Een proces waarbij potentiële investeerders hun interesse en prijsindicaties aangeven voor effecten die worden aangeboden tijdens een IPO. Dit helpt bij het bepalen van de uiteindelijke uitgifteprijs. |
| Greenshoe optie | Een optie die de underwriter het recht geeft om extra effecten toe te wijzen, tot 15% van de oorspronkelijke uitgifte, om de marktpositie te stabiliseren en liquiditeit te verschaffen. |
| Stabilisatie | Activiteiten die worden uitgevoerd na een beursgang om de koers van de effecten te ondersteunen en volatiliteit te verminderen, vaak door de underwriter. |
| Due diligence | Een grondig onderzoek naar de financiële, juridische en operationele aspecten van een vennootschap door potentiële investeerders of hun vertegenwoordigers, om risico's te identificeren. |
| Lock-up periode | Een periode na een beursgang waarin insiders, zoals oprichters en vroege investeerders, hun aandelen niet mogen verkopen om marktdumping te voorkomen. |
| Governance | Het systeem van regels, praktijken en processen waarmee een vennootschap wordt bestuurd en gecontroleerd. Goede governance is cruciaal voor investeerdersvertrouwen. |
| Reps & Warranties | Verklaringen en garanties die de verkoper (emittent of aandeelhouders) verstrekt aan de koper (underwriters) over de staat van de vennootschap en de transactie. |
| Underwriting Agreement | Een contract tussen de emittent en de underwriters dat de voorwaarden van de effectenuitgifte regelt, inclusief de prijs, het aantal effecten en de verantwoordelijkheden van elke partij. |
Cover
7bestuuraansprakelijkheidWVVdecember2025.pptx
Summary
# Omschrijving van de plichten van bestuurders en hun aansprakelijkheid
Hier volgt een gedetailleerd overzicht van de plichten en aansprakelijkheid van bestuurders, opgesteld als studiemateriaal voor examens.
## 1. Omschrijving van de plichten van bestuurders en hun aansprakelijkheid
Dit onderwerp belicht de contractuele en buitencontractuele verplichtingen van bestuurders ten opzichte van de vennootschap en derden, inclusief de algemene zorgvuldigheidsplicht, specifieke wettelijke verplichtingen en de consequenties van het niet naleven hiervan.
### 1.1 Plichten van bestuurders
Bestuurders zijn in de eerste plaats gehouden tot een behoorlijke taakvervulling ten aanzien van de vennootschap. Dit is een contractuele plicht.
#### 1.1.1 Algemene zorgvuldigheidsplicht
De algemene plicht van behoorlijke taakvervulling houdt in dat bestuurders de vennootschap dienen te besturen. Dit omvat het opvolgen van de financiële toestand van de vennootschap, het nemen van maatregelen om de continuïteit van de onderneming te waarborgen, en het nakomen van specifieke wettelijke verplichtingen.
* **Continuïteit waarborgen:** Bestuurders moeten maatregelen nemen om de continuïteit van de vennootschap minstens twaalf maanden te garanderen, met name wanneer er een ernstige bedreiging van de continuïteit is.
* **Specifieke wettelijke verplichtingen:** Voorbeelden hiervan zijn het tijdig opstellen van de ontwerp-jaarrekening en het voorleggen ervan aan de algemene vergadering (AVA). De jaarrekening moet uiterlijk zes maanden na afsluiting van het boekjaar door de AVA worden goedgekeurd en binnen dertig dagen na goedkeuring worden gepubliceerd bij de Nationale Bank van België.
#### 1.1.2 Plichten van de commissaris
Wanneer een commissaris is aangesteld (meestal in grotere vennootschappen), heeft deze de plicht om de jaarrekeningen te controleren op een getrouw beeld van de financiële toestand van de vennootschap. Als de commissaris een bedreiging voor de continuïteit vaststelt, moet hij het bestuur hiervan inlichten. Het bestuur moet hier adequaat op reageren. Indien het bestuur niet adequaat reageert, mag de commissaris de voorzitter van de ondernemingsrechtbank inschakelen. De plicht van de commissaris ontslaat het bestuur echter niet van zijn eigen aansprakelijkheid voor het niet nemen van maatregelen bij een continuïteitsdreiging.
> **Tip:** De plicht van de commissaris om het bestuur te waarschuwen, betekent niet dat het bestuur zich kan verschuilen achter een zwijgende commissaris.
### 1.2 Aansprakelijkheid van bestuurders
Bestuurders kunnen zowel contractueel als buitencontractueel aansprakelijk worden gesteld.
#### 1.2.1 Contractuele aansprakelijkheid
Dit betreft de aansprakelijkheid van de bestuurder tegenover de vennootschap voor het niet (behoorlijk) uitvoeren van hun contractuele verplichtingen als bestuurder. Dit wordt beschouwd als contractuele wanprestatie.
#### 1.2.2 Buitencontractuele aansprakelijkheid (onrechtmatige daad)
Bestuurders kunnen ook buitencontractueel aansprakelijk zijn ten opzichte van derden wanneer zij een onrechtmatige daad begaan die schade veroorzaakt aan deze derden, in de uitoefening van hun functie.
* **Orgaantheorie:** Volgens de orgaantheorie worden onrechtmatige daden begaan door organen van de vennootschap (zoals de raad van bestuur of een gedelegeerd bestuurder) in de uitoefening van hun functie, geacht onrechtmatige daden van de vennootschap zelf te zijn. Zowel de vennootschap als het bestuur kunnen door het slachtoffer worden aangesproken. De aansprakelijkheid van de vennootschap impliceert echter geen immuniteit voor de bestuurder.
* **Schending van wettelijke verplichtingen:** Het niet naleven van specifieke wettelijke verplichtingen, zoals de publicatie van de jaarrekening, kan leiden tot aansprakelijkheid, zowel ten opzichte van de vennootschap als ten opzichte van derden.
> **Tip:** De fout van de vennootschap bewijst nog geen fout van de bestuurder. De eigen fout van de bestuurder moet bewezen worden.
#### 1.2.3 Specifieke aansprakelijkheidsgronden
Verschillende soorten fouten kunnen aanleiding geven tot aansprakelijkheid:
* **Gewone bestuursfout:** Dit is een schending van de contractuele verplichting om de vennootschap behoorlijk te besturen. De vennootschap kan de bestuurder hiervoor aansprakelijk stellen na beslissing van de AVA. De norm is objectief: een professioneel bestuurder wordt beoordeeld onder dezelfde omstandigheden, waarbij gebrek aan ervaring of sectorkennis geen excuus is.
* **Beleidsfouten:** Hierbij is er sprake van een "marginale toetsing" door de rechter. De rechter mag niet oordelen op basis van achterafkennis (hindsight bias) of opportuniteitsafwegingen maken, maar toetst of de besluitvorming voldoende voorbereid was, alle belangen werden afgewogen en er geen persoonlijke belangen speelden. Notulering van dissidentie is hierbij belangrijk.
* **Voorbeelden van gewone fouten:** Onvoldoende verzekeren, krediet verstrekken zonder voldoende zekerheden, werken met ongeregistreerde aannemers, nalaten een vermogende schuldenaar te vervolgen, manifest gebrekkige interne controle.
* **Schending van het WVV of statuten:** Dit wordt beschouwd als een "ernstige" fout, waarvoor bestuurders hoofdelijk aansprakelijk zijn, ook indien het bestuur niet collegiaal is georganiseerd. Deze aansprakelijkheid geldt zowel tegenover de vennootschap als tegenover derden, inclusief individuele aandeelhouders.
* **Ontsnappingsmogelijkheid (disculpatie):** Bestuurders kunnen aan deze hoofdelijkheid ontsnappen indien zij kunnen bewijzen dat zij geen deelname hebben gehad aan de overtreding, dit hebben gemeld aan andere bestuursleden of de raad van toezicht, en de bespreking hiervan is genotuleerd.
* **6.5 BW-aansprakelijkheid (onrechtmatige daad t.o.v. derden):** De slechte uitvoering van het mandaat kan een onrechtmatige daad uitmaken die derden schade berokkent. Dit is ingebakken in de zorgvuldigheidsplicht ten opzichte van derden.
* **Hulppersonen:** Bestuurders kunnen als hulppersonen van de vennootschap beschouwd worden. Onder het nieuwe BW (art. 6.3 BW) kan de medecontractant van de vennootschap de bestuurder aansprakelijk stellen voor een onrechtmatige daad, mits een eigen fout van de bestuurder bewezen kan worden. De bestuurder kan daarbij dezelfde verweermiddelen inroepen als de vennootschap.
* **Kennelijk grove fout die bijdraagt tot faillissement (art. XX.225 WER):** Bestuurders die een kennelijk grove fout begaan die heeft bijgedragen tot het faillissement van de vennootschap, kunnen aansprakelijk worden gesteld voor het netto-passief (alle niet betaalde schulden na realisatie van activa). Ook feitelijke bestuurders kunnen hiervoor aansprakelijk zijn. Kwijting door de AVA biedt hiertegen geen bescherming.
* **Wrongful trading (art. XX.227 WER):** Bestuurders die weten of behoren te weten dat de vennootschap financieel reddeloos verloren is, en toch nieuwe schulden laten ontstaan door niet passend te reageren, kunnen persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor het gehele netto-passief.
#### 1.2.4 Fiscale en RSZ-aansprakelijkheid
* **Fiscale aansprakelijkheid:** Bij herhaaldelijk niet-betalen van BTW of bedrijfsvoorheffing door de vennootschap, geldt een weerlegbaar vermoeden van een 6.5 BW-fout ten laste van de dagelijkse leiding en eventuele andere bestuurders, tenzij er een procedure inzake financiële moeilijkheden is geopend.
* **RSZ-aansprakelijkheid (art. XX.226 WER):** Bij faillissement kunnen bestuurders, feitelijke bestuurders of gewezen bestuurders persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk zijn voor alle of een deel van de RSZ-schulden van de vennootschap. Dit geldt indien zij een grove fout hebben begaan die aan de basis lag van het faillissement, of indien zij betrokken waren bij twee faillissementen met RSZ-schulden in de voorgaande vijf jaar.
#### 1.2.5 Aansprakelijkheid van feitelijke bestuurders
Feitelijke bestuurders, die de werkelijke bestuursbevoegdheid hebben maar formeel geen bestuurder zijn, worden op dezelfde manier onderworpen aan de regels van bestuurdersaansprakelijkheid als formele bestuurders.
#### 1.2.6 Hoofdelijkheid
Wanneer het bestuur collegiaal is georganiseerd, zijn de bestuurders hoofdelijk aansprakelijk voor schendingen van het WVV of de statuten. Dit stimuleert wederzijdse controle. Ook indien het bestuur niet collegiaal is georganiseerd, geldt hoofdelijkheid voor schendingen van het WVV of statuten.
> **Tip:** De wetgever wil bestuurders stimuleren elkaar te controleren en in de gaten te houden, vandaar de hoofdelijke aansprakelijkheid in bepaalde gevallen.
### 1.3 Uitzonderingen en beperkingen van aansprakelijkheid
Er bestaan verschillende mechanismen die de aansprakelijkheid van bestuurders kunnen beperken of uitsluiten.
#### 1.3.1 Kwijting
De AVA kan jaarlijks kwijting verlenen aan de bestuurders voor hun handelingen in het voorgaande boekjaar. Dit houdt in dat de vennootschap afstand doet van het recht om bestuurders aansprakelijk te stellen voor fouten uit dat boekjaar.
* **Voorwaarden voor geldige kwijting:** Kennis van zaken is vereist. Dit betekent dat de jaarrekening correct en niet misleidend mag zijn. Indien de jaarrekening misleidend is, is de kwijting ongeldig. Indien het bestuur echter voldoende uitleg heeft gegeven op de AVA, kan de kwijting wel geldig zijn.
* **Niet tegenstelbaar aan derden:** Kwijting verleend door de vennootschap is niet tegenwerpelijk aan derden die schade hebben geleden door onrechtmatige daden van bestuurders.
* **Schending WVV/statuten:** Indien de inbreuken op het WVV of de statuten specifiek zijn vermeld in de oproeping voor de AVA, kan de VEN nog steeds kwijting verlenen.
#### 1.3.2 Verjaring
Alle rechtsvorderingen tegen organen van de vennootschap, inclusief bestuurders en feitelijke bestuurders, verjaren na vijf jaar.
#### 1.3.3 Aansprakelijkheidsplafond (cap)
Het aansprakelijkheidsplafond (art. 2:57 WVV) beperkt de aansprakelijkheid van bestuurders tot een bepaald bedrag, gebaseerd op de omvang van de vennootschap (balanstotaal en omzet). Er zijn vijf categorieën met plafonds variërend van 125.000 tot 12 miljoen dollars.
* **Draagwijdte:** Het plafond geldt per feit of geheel van feiten, ongeacht het aantal daders, slachtoffers of vorderingen.
* **Uitzonderingen:** Het plafond geldt niet bij bedrieglijk opzet, opzet om te schaden, zware fouten (inclusief kennelijk grove fouten die bijdragen aan faillissement), en herhaalde lichte fouten. Ook bepaalde vorderingen van de fiscus en RSZ vallen buiten het plafond.
* **Rechtvaardiging:** Het plafond zou bijdragen aan de verzekerbaarheid van bestuurdersaansprakelijkheid en de premies beheersbaar maken, waardoor meer bestuurders van KMO's verzekerd zijn.
> **Tip:** Het aansprakelijkheidsplafond geldt enkel voor gewone, niet voor zware fouten.
#### 1.3.4 Verbod op exoneratie en vrijwaring
De vennootschap of haar dochtermaatschappijen mogen bestuurders niet vooraf exonereren (vrijstellen van aansprakelijkheid) of vrijwaren (financiële gevolgen van aansprakelijkheid overnemen). Een moedermaatschappij mag echter wel een vrijwaring verlenen aan haar werknemers die als bestuurder optreden bij dochtermaatschappijen. De vennootschap mag bestuurders wel op haar kosten verzekeren.
### 1.4 Vorderingbevoegdheid
* **Vennootschapsvordering:** Normaal beslist de AVA over de aansprakelijkheid van bestuurders (art. 5:103 WVV). Bestuurders zijn niet bevoegd om zelf een andere bestuurder aansprakelijk te stellen.
* **Afgeleide vordering (minderheidsvordering):** In België bestaat de mogelijkheid voor minderheidsaandeelhouders om een vordering in te stellen voor rekening van de vennootschap, indien de AVA kwijting heeft verleend en de aandeelhouder niet voor de kwijting heeft gestemd. Hiervoor is een minimumpercentage aan stemrechten vereist (1% in een NV, 10% in een BV). De opbrengst van deze vordering komt toe aan de vennootschap. Dit komt weinig voor wegens de kosten die de eiser moet voorschieten.
#### 1.3.5 Wetgeving
De regels inzake bestuurdersaansprakelijkheid zijn voornamelijk gegroepeerd in Boek 2 van het WVV en zijn van toepassing op alle vennootschappen, verenigingen en stichtingen. Aanvullende regels zijn te vinden in het WER (in geval van insolventie) en specifieke fiscale en RSZ-wetgeving.
> **Tip:** Begrijp de verschillende soorten aansprakelijkheidsgronden en de uitzonderingen hierop, evenals de rol van de orgaantheorie en de marginale toetsing.
---
# Specifieke aansprakelijkheidsgronden en wettelijke bepalingen
Dit deel van de studiehandleiding behandelt de diverse specifieke gronden voor de aansprakelijkheid van bestuurders en de bijbehorende wettelijke bepalingen, met bijzondere aandacht voor hun rol bij financiële moeilijkheden en faillissement.
## 2. Specifieke aansprakelijkheidsgronden en wettelijke bepalingen
### 2.1 Algemene plichten van bestuurders
Bestuurders zijn jegens de vennootschap gehouden tot behoorlijke taakvervulling, wat een contractuele verplichting inhoudt. Dit omvat de plicht om maatregelen te nemen die de continuïteit van de vennootschap waarborgen, in ieder geval voor de komende twaalf maanden, indien er ernstige aanwijzingen zijn dat deze continuïteit bedreigd wordt. Deze plicht doet geen afbreuk aan de verplichtingen van een commissaris om het bestuur te waarschuwen bij ontdekking van een continuïteitsbedreiging.
Naast deze algemene plicht zijn er specifieke wettelijke verplichtingen, zoals het tijdig opstellen van de ontwerp-jaarrekening en het voorleggen ervan aan de algemene vergadering. Het bestuur dient zich te laten leiden door de wet, waaronder het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV), de statuten van de vennootschap en het vennootschapsbelang.
#### 2.1.1 Contractuele versus buitencontractuele aansprakelijkheid
Wanneer een bestuurder een onrechtmatige daad begaat, kan hij aansprakelijk worden gesteld tegenover derden die daardoor schade lijden. Deze aansprakelijkheid is buitencontractueel. De contractuele aansprakelijkheid geldt jegens de vennootschap zelf.
#### 2.1.2 Toerekening aan de vennootschap: de orgaantheorie
Volgens de orgaantheorie worden onrechtmatige daden die door organen van de vennootschap, zoals de raad van bestuur of een gedelegeerd bestuurder, zijn begaan in de uitoefening van hun functie, geacht onrechtmatige daden van de vennootschap zelf te zijn. Zowel de vennootschap als het bestuursorgaan kunnen door de benadeelde partij worden aangesproken.
> **Tip:** De orgaantheorie impliceert dat de fout van het bestuursorgaan aan de vennootschap wordt toegerekend, wat leidt tot een dubbele aansprakelijkheid (van de vennootschap en de bestuurder), zonder dat de aansprakelijkheid van de bestuurder hierdoor wordt geabsorbeerd of opgeheven.
Het tekortschieten van de vennootschap in haar verplichtingen mag in principe niet automatisch aan een bestuurder worden toegerekend. Er dient een fout van de bestuurder bewezen te worden, tenzij er sprake is van wettelijke toerekening, zoals in fiscale en RSZ-zaken.
### 2.2 Soorten bestuurdersfouten en hun gevolgen
#### 2.2.1 Gewone bestuursfout
Een gewone bestuursfout betreft het niet nakomen van de contractuele verplichting door een of meerdere bestuurders om de vennootschap behoorlijk te besturen. Dit is een contractuele wanprestatie waarvoor de vennootschap, op beslissing van de algemene vergadering, de bestuurder aansprakelijk kan stellen. Het slecht uitoefenen van de bestuursfunctie kan ook een onrechtmatige daad uitmaken die aan derden schade veroorzaakt, waardoor bestuurders persoonlijk aansprakelijk kunnen worden gesteld.
De objectieve norm voor een gewone bestuursfout houdt in dat een bestuurder professioneel en zorgvuldig dient te handelen onder dezelfde omstandigheden als andere professionele bestuurders. Gebrek aan ervaring of sectorkennis is geen excuus.
> **Voorbeeld:** Enkele voorbeelden van een gewone bestuursfout zijn: onvoldoende verzekeren, krediet verstrekken zonder afdoende zekerheden, contracteren met ongeregistreerde aannemers, niet vervolgen van vermogende schuldenaars, kennelijk onredelijke publicitaire uitgaven, investeringen zonder rentabiliteitsonderzoek, manifest gebrekkige interne controle.
#### 2.2.2 Schending van Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) of statuten
Schending van het WVV of de statuten wordt beschouwd als een ernstigere fout. Alle bestuurders zijn hiervoor hoofdelijk aansprakelijk, ook indien het bestuur niet collegiaal is georganiseerd. Deze aansprakelijkheid geldt zowel tegenover de vennootschap als tegenover derden, inclusief individuele aandeelhouders.
**2.2.2.1 Ontsnappingsmogelijkheid: disculpatie**
Bestuurders kunnen aan deze hoofdelijke aansprakelijkheid ontsnappen indien zij kunnen bewijzen dat zij:
* Geen deel hebben genomen aan de overtreding.
* De fout hebben gemeld aan andere leden van het bestuursorgaan of aan de raad van toezicht (in een duaal systeem).
* Hun protest tegen de beslissing (dissidentie) hebben laten notuleren.
Dit vereist een actieve houding, zoals het informeren van collega-bestuurders en het formeel laten vastleggen van de bespreking in de notulen.
> **Voorbeelden van schendingen van WVV/statuten:** Nalaten van wettelijk verplichte bekendmakingen (statutenwijziging, jaarrekeningen), het overlaten van het bestuur aan een dagelijks bestuurder zonder de nodige bevoegdheden, ongerechtvaardigde afwezigheid op de raad van bestuur, schenden van de belangenconflictregeling, inkoop van eigen aandelen zonder machtiging van de algemene vergadering, niet naleven van de alarmbelprocedure, opstellen van de jaarrekening in strijd met de waarderingsregels.
#### 2.2.3 Onrechtmatige daad tegenover derden (art. 6.5 Nieuw BW)
De zorgvuldigheidsplicht van bestuurders geldt ook tegenover derden. Het voortzetten van reddeloze activiteiten of het bewust aangaan van verbintenissen die de vennootschap niet zal kunnen honoreren, kan leiden tot aansprakelijkheid. Dit omvat ook het betalen van schulden ondanks een beslag op bankrekeningen.
Bestuurders kunnen optreden als uitvoeringsagent van de vennootschap in haar contractuele verbintenissen tegenover derden. Volgens het nieuwe Burgerlijk Wetboek (art. 6.3) is er geen samenloopverbod meer tussen contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid. Bestuurders kunnen dus, als hulppersonen, aansprakelijk worden gesteld op basis van onrechtmatige daad door de medecontractant van de vennootschap, mits er een fout aan hun zijde kan worden bewezen. Zij kunnen daarbij dezelfde verweermiddelen inroepen als de vennootschap.
> **Tip:** De fout van de vennootschap bewijst niet automatisch een fout van de bestuurder. De eigen fout van de bestuurder dient bewezen te worden.
### 2.3 Aansprakelijkheid bij faillissement of financiële moeilijkheden
#### 2.3.1 Kennelijk grove fout die bijdraagt tot faillissement (art. XX.225 WER)
Indien een bestuurder een kennelijk grove fout heeft begaan die heeft bijgedragen aan het faillissement van de vennootschap, kan deze bestuurder persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor het netto-passief. Het netto-passief omvat de schulden van de vennootschap die niet kunnen worden voldaan na de realisatie van de activa. De rechter kan de bestuurders hoofdelijk aansprakelijk stellen, maar dit is geen automatische hoofdelijkheid. Feitelijke bestuurders zijn eveneens aan deze aansprakelijkheid onderworpen.
Een kwijting door de algemene vergadering beschermt de bestuurders in principe niet tegen deze aansprakelijkheid, noch tegenover de curator, noch tegenover de schuldeisers. De vordering kan worden ingesteld door de curator, maar ook door individuele schuldeisers indien de curator nalaat dit te doen na aanmaning. Dit is een "afgeleide vordering" ten behoeve van de boedel.
> **Voorbeelden van kennelijk grove fouten:** Fiscale fraude, het achterwege laten van kostprijsberekeningen, het opnemen van tweemaal het kapitaalbedrag via rekening-courant, het niet toepassen van de liquiditeitstest bij een uitkering.
#### 2.3.2 Wrongful trading (art. XX.227 WER)
Dit principe houdt in dat bestuurders aansprakelijk zijn voor het netto-passief indien zij, ondanks kennis van de financiële reddeloosheid van de vennootschap, niet tijdig of passend hebben gereageerd en de vennootschap hierdoor nieuwe schulden heeft laten ontstaan. De aansprakelijkheid geldt voor het gehele netto-passief, ongeacht het moment waarop de schuld is ontstaan.
#### 2.3.3 Fiscale en RSZ-aansprakelijkheid
* **Fiscale aansprakelijkheid:** Bij herhaaldelijk niet-betalen van BTW of bedrijfsvoorheffing door de vennootschap, bestaat er een weerlegbaar vermoeden van een 6.5-fout ten laste van de dagelijkse leiding en eventueel andere bestuurders, tenzij er reeds een procedure inzake financiële moeilijkheden is geopend.
* **RSZ-aansprakelijkheid bij faillissement (art. XX.226 WER):** Bestuurders, feitelijke bestuurders en gewezen bestuurders kunnen persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor alle of een deel van de RSZ-schulden van de vennootschap bij faillissement, indien zij een grove fout hebben begaan die tot het faillissement heeft geleid, of indien zij in de vijf voorafgaande jaren betrokken waren bij twee faillissementen waarbij RSZ-schulden openstonden.
### 2.4 Feitelijke bestuurders
De aansprakelijkheidsregels voor bestuurders zijn ook van toepassing op feitelijke bestuurders, dit zijn personen die weliswaar formeel geen bestuurder zijn, maar wel de feitelijke bestuursbevoegdheid hebben uitgeoefend. Dit kan voorkomen bij topmanagers of controlerende aandeelhouders aan wie het gehele bestuur is overgelaten.
### 2.5 Hoofdelijkheid en uitzonderingen
#### 2.5.1 Hoofdelijkheid
Normaal gesproken is de aansprakelijkheid van bestuurders individueel. Wanneer het bestuur echter collegiaal is georganiseerd, zijn de bestuurders hoofdelijk aansprakelijk voor schendingen van het WVV of de statuten. Dit geldt ook als het bestuur niet collegiaal is georganiseerd voor schendingen van het WVV of de statuten. Het idee hierachter is om bestuurders te stimuleren elkaar te controleren.
#### 2.5.2 Uitzonderingen op de individuele aansprakelijkheid (disculpatie)
Er zijn diverse uitzonderingen op de individuele aansprakelijkheid, waarbij de disculpatie onder art. 2:56, lid 4 WVV de belangrijkste is. Bestuurders kunnen aan hoofdelijke aansprakelijkheid ontsnappen indien zij kunnen bewijzen dat zij geen deel hebben genomen aan de overtreding, de fout hebben gemeld aan andere bestuursleden of de raad van toezicht, en dit hebben laten notuleren.
### 2.6 Aansprakelijkheid als uitvoeringsagent
Bestuurders die optreden als uitvoeringsagent voor de vennootschap in haar contractuele verbintenissen jegens derden, kunnen aansprakelijk worden gesteld op basis van onrechtmatige daad door de medecontractant van de vennootschap, mits er een fout aan hun zijde bewezen kan worden. Zij kunnen daarbij verweermiddelen inroepen die ook de vennootschap kan inroepen.
### 2.7 Kwijting, verjaring en aansprakelijkheidsplafond
#### 2.7.1 Kwijting
De algemene vergadering kan jaarlijks kwijting verlenen aan de bestuurders voor fouten begaan in het voorgaande boekjaar. Dit houdt in dat de vennootschap afstand doet van haar recht om de bestuurders aansprakelijk te stellen voor het verleden. Echter, deze kwijting geldt niet ten aanzien van derden. Een geldige kwijting vereist kennis van zaken; een misleidende jaarrekening kan de geldigheid ervan aantasten.
#### 2.7.2 Vorderingsbevoegdheid
Normaal beslist de algemene vergadering over de aansprakelijkheid van bestuurders. Indien de algemene vergadering gedomineerd wordt door bestuurders, of wanneer bestuurders zelf aandeelhouders zijn, kan dit leiden tot problemen. België kent daarom een afgeleide vordering, waarbij een aandeelhouder die het niet eens is met een kwijting, namens de vennootschap een vordering kan instellen.
#### 2.7.3 Minderheidsvordering
Minderheidsaandeelhouders (met minstens 1% van de stemrechten in een NV of 10% in een BV) die niet voor een kwijting hebben gestemd, kunnen, na de jaarlijkse algemene vergadering, een minderheidsvordering instellen voor rekening van de vennootschap. De opbrengst van een succesvolle vordering komt de vennootschap ten goede. Deze vorderingen komen weinig voor door de kosten en het risico voor de eiser.
#### 2.7.4 Verjaring
Alle rechtsvorderingen tegen organen van de vennootschap verjaren doorgaans na vijf jaar.
#### 2.7.5 Aansprakelijkheidsplafond (cap)
Het WVV kent een aansprakelijkheidsplafond (cap) voor bestuurders, gebaseerd op de omvang van de vennootschap (balanstotaal en omzet). Deze bedragen variëren en zijn bedoeld om de aansprakelijkheid voor gewone fouten te beperken en de verzekerbaarheid te bevorderen. De cap geldt per feit of geheel van feiten, ongeacht het aantal daders of slachtoffers.
**2.7.5.1 Uitzonderingen op het aansprakelijkheidsplafond:**
De cap geldt niet in geval van:
* Bedrieglijk opzet of opzet om te schaden.
* Zware fout (kennelijk grove fout).
* Herhaalde lichte fouten.
* Bepaalde vorderingen van de fiscus en RSZ.
* Aansprakelijkheid die niet onder de cap valt, zoals oprichtersaansprakelijkheid of aansprakelijkheid uit persoonlijk contract.
> **Tip:** De rechtvaardiging voor de aansprakelijkheidsplafonds ligt in het bevorderen van de verzekerbaarheid van bestuurdersaansprakelijkheid, wat kan leiden tot een grotere bereidheid om bestuurdersfuncties op zich te nemen, met name in KMO's.
### 2.8 Beschermingsmechanismen en vrijwaringen
#### 2.8.1 Verbod op "hold harmless" en vrijwaringen
Vennootschappen of hun dochterondernemingen mogen bestuurders niet op voorhand exonereren (vrijstellen van aansprakelijkheid). Een moedermaatschappij mag wel een vrijwaring verlenen. De algemene vergadering moet dergelijke vrijwaringen goedkeuren.
#### 2.8.2 Verzekering
Vennootschappen mogen bestuurders wel op haar kosten verzekeren tegen aansprakelijkheid.
#### 2.8.3 Academische voorkeur: verzekeringsplicht
Een mogelijke academische voorkeur is een plicht tot bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering die alles dekt behalve opzet en strafrechtelijke boetes, met een wettelijk vastgelegde franchise die niet verzekerbaar is en waarvoor geen vrijwaring is toegelaten. Dit zou de incentive-functie van het aansprakelijkheidsrecht moeten behouden.
#### 2.8.4 Academische voorkeur: procedurele toetsing
In plaats van de marginale toetsing, die conceptueel als onzinnig wordt beschouwd, wordt een duidelijkere procedurele toetsing voorgesteld, waarbij de focus ligt op het controleren van de procedurele correctheid van besluitvorming (geen opzet te schaden, geen belangenconflict, geen schending wet/statuten/contract) en het vermijden van beoordeling van de inhoud van de beslissing door de rechter.
---
# De impact van de aansprakelijkheids-cap en de kritiek erop
Hieronder volgt een gedetailleerde samenvatting over de impact van de aansprakelijkheids-cap en de kritiek erop, bedoeld als studiemateriaal voor examens.
## 3. De impact van de aansprakelijkheids-cap en de kritiek erop
Dit hoofdstuk behandelt de beperking van de aansprakelijkheid van bestuurders via een 'cap' (maximumbedrag), inclusief de criteria, uitzonderingen, rechtvaardiging en kritiek op dit systeem.
### 3.1 De aansprakelijkheids-cap
De aansprakelijkheids-cap, geïntroduceerd in artikel 2:57 WVV, beperkt de aansprakelijkheid van bestuurders, maar enkel voor 'gewone' (niet zware) fouten. Deze beperking geldt niet voor situaties die buiten het normale bestuursmandaat vallen, zoals oprichtersaansprakelijkheid of aansprakelijkheid uit persoonlijke contracten. De cap is van toepassing op alle onrechtmatige daden, zelfs indien deze strafbaar zijn.
#### 3.1.1 Draagwijdte van de cap
De cap geldt per feit of een geheel van feiten, ongeacht het aantal betrokken bestuurders (daders), het aantal slachtoffers of vorderingen, en ongeacht verschillende kwalificaties van de fout (bijvoorbeeld jaarrekeningfraude en valsheid in geschrifte die simultaan worden geclaimd).
Er zijn vijf categorieën rechtspersonen met een specifieke cap, gebaseerd op de omvang van de onderneming (balanstotaal en omzet). De bedragen variëren van 125.000 dollars tot 12 miljoen dollars. Dezelfde bedragen gelden voor executives en non-executives leden van de raad van toezicht.
#### 3.1.2 Uitzonderingen op de cap
De cap geldt niet in de volgende gevallen:
* **Bedrieglijk opzet of opzet om te schaden:** Indien een bestuurder opzettelijk handelt met de intentie te schaden, vervalt de cap.
* **Zware fout:** Elke fout die de marginale toetsing niet doorstaat, wordt beschouwd als een zware fout, waardoor de cap niet van toepassing is. Dit geldt met name voor de aansprakelijkheid voor het netto-passief bij faillissement (art. XX.225 WER).
* **Herhaalde lichte fout:** De cap geldt niet bij herhaaldelijk begaan van 'lichte' fouten, die gelijkgesteld worden met 'gewone' fouten.
**Specifieke uitzonderingen met betrekking tot de fiscus en RSZ:**
* Niet doorstorten van bedrijfsvoorheffing: de cap geldt niet.
* Niet doorstorten van BTW: de cap geldt niet.
* Aansprakelijkheid ten aanzien van de RSZ of curator bij herhaalde betrokkenheid bij faillissementen (minstens tweemaal in vijf jaar, met sociale schulden): de cap geldt niet.
* 'Garantieverplichtingen' bij uitgifte van nieuwe aandelen: de cap geldt hier niet.
#### 3.1.3 Tegengewicht: verbod op vrijwaring
* **Vrijwaring en exoneratie:** Een vennootschap of haar dochteronderneming mag bestuurders niet op voorhand exonereren (vrijstellen van aansprakelijkheid) of vrijwaren (financiële gevolgen van aansprakelijkheid overnemen).
* **Moedermaatschappij:** Een moedermaatschappij mag wel vrijwaren, typisch wanneer zij eigen werknemers als bestuurder bij dochterondernemingen plaatst.
* **Verzekering:** De vennootschap mag bestuurders wel op haar kosten verzekeren. De Algemene Vergadering (AV) moet deze verzekering goedkeuren, vaak omdat verzekeringsmaatschappijen alle of geen enkele bestuurder willen verzekeren.
> **Tip:** Exoneratie bepaalt vooraf voor welke fouten de bestuurder niet aansprakelijk is, terwijl vrijwaring inhoudt dat de vennootschap de financiële gevolgen van aansprakelijkheid draagt.
### 3.2 Rechtvaardiging van de cap
De aansprakelijkheids-cap wordt gerechtvaardigd door diverse argumenten:
* **Verzekerbaarheid:** De cap maakt de omvang van de aansprakelijkheid voorspelbaar, wat leidt tot beheersbare verzekeringspremies. Hierdoor kunnen meer bestuurders van KMO's zich verzekeren, wat de daadwerkelijke vergoeding voor slachtoffers ten goede komt.
* **Behoud van incentive-functie:** De combinatie met het verbod op 'hold harmless' (vrijwaring) zorgt ervoor dat een bestuurder potentieel persoonlijk moet betalen zonder geruïneerd te worden. Dit bevordert de incentive-functie van het aansprakelijkheidsrecht. Tegelijkertijd vermijdt het circulaire problemen (vennootschap betaalt = onschuldige aandeelhouders en stakeholders betalen aan eisers) en wraakgevoelens.
* **Gelijkheid:** Het systeem vergroot de gelijkheid tussen bestuurders en andere professionele actoren zoals werknemers, ambtenaren, vrije beroepers en vooral topmanagers die zich via managementvennootschappen trachten in te dekken.
#### 3.2.1 Rechtvaardiging in een Belgisch perspectief
In een Belgisch rechtsvergelijkend perspectief wordt de ruime aansprakelijkheid van bestuurders tegenover derden benadrukt. Kenmerkend zijn:
* Geen relativiteitsleer inzake onrechtmatige daad.
* Geen business judgment rule (waarbij rechtbanken terughoudend zijn bij het beoordelen van zakelijke beslissingen).
* Geen 'faute détachable'-absorptieleer zoals in Frankrijk (waarbij een fout van een orgaan niet noodzakelijk aan de rechtspersoon wordt toegerekend).
### 3.3 Kritiek op de cap
Ondanks de rechtvaardigingen is er aanzienlijke kritiek op de aansprakelijkheids-cap:
* **Ongelijkheid:** De cap wordt bekritiseerd omdat het een ongelijke behandeling creëert, met name na het Fortis-schandaal.
* **Onvoldoende bescherming slachtoffers:** Het argument dat de cap verzekerbaarheid bevordert en zo slachtoffers beschermt, wordt betwist. Sommigen stellen dat er een verzekeringsplicht zou moeten zijn in plaats van een cap.
* **Modaliteiten en bedragen:** De koppeling aan de omvang van de vennootschap wordt als imperfect beschouwd. De bedragen worden als te hoog of te laag ervaren, en er is een wens om de cap te koppelen aan de omvang van de schade.
* **Fiscus en RSZ:** De uitzonderingen voor de fiscus en RSZ worden als niet gerechtvaardigd beschouwd, omdat ze de bescherming van het netto-passief bij faillissement door een kennelijk grove fout doorkruisen.
* **Ondermijning van incentives:** Het argument van het bevorderen van incentives wordt ondermijnd door de mogelijkheid om bestuurders op kosten van de vennootschap te verzekeren.
* **Topmanagers:** Topmanagers die geen bestuurder zijn, ontspringen de dans nu gemakkelijker. Dit kan leiden tot risicomijdende bestuurders die echter geen bestuurdersfunctie op zich nemen.
#### 3.3.1 Academische voorkeuren en suggesties
Vanuit academisch perspectief worden verschillende verbeteringen voorgesteld:
* **Plicht tot bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering:** Een wettelijk vastgelegde franchise (bijvoorbeeld op basis van het jaarloon) die niet verzekerbaar is en waarvoor geen vrijwaring is toegestaan, zou een stimulans zijn voor bestuurders. Eventueel gecombineerd met een bonus-malussysteem voor de vennootschap.
* **Procedurele toetsing in plaats van marginale toetsing:** De marginale toetsing wordt als conceptueel onzinnig beschouwd, maar praktisch onschadelijk. Een duidelijker procedurele toetsing, waarbij de rechter enkel beoordeelt of er opzet om te schaden was, er geen belangenconflicten of zelfverrijking speelden, en geen wetten, statuten of contracten werden geschonden, zou de besluitvorming toetsen zonder de inhoud van de beslissing zelf te beoordelen.
> **Uitzondering:** De cap geldt niet voor aansprakelijkheid als oprichter, aandeelhouder, of uit een persoonlijk contract.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Behoorlijke taakvervulling | De contractuele verplichting van een bestuurder om de vennootschap met de nodige zorgvuldigheid en inachtneming van de geldende wetten en statuten te besturen, teneinde de continuïteit en het belang van de vennootschap te waarborgen. |
| Continuïteitsbedreiging | Een situatie waarin er een ernstige aanwijzing is dat de vennootschap haar verplichtingen, met name de schulden die binnen twaalf maanden opeisbaar worden, niet zal kunnen voldoen, wat maatregelen van het bestuur vereist. |
| Orgaantheorie | Een juridisch concept dat stelt dat onrechtmatige daden begaan door organen van een vennootschap, zoals het bestuursorgaan, bij de uitoefening van hun functie, worden toegerekend aan de vennootschap zelf, alsof de vennootschap de daad heeft begaan. |
| Hoofdelijke aansprakelijkheid | Een vorm van aansprakelijkheid waarbij meerdere personen gezamenlijk en solidair verantwoordelijk worden gehouden voor een schuld of schade, waardoor elke persoon voor het geheel kan worden aangesproken, ook al was de bijdrage aan de schade beperkt. |
| Bestuursfout | Een handeling of nalaten van een bestuurder die niet voldoet aan de vereisten van professionele zorgvuldigheid, resulterend in schade voor de vennootschap of derden, en die kan leiden tot persoonlijke aansprakelijkheid. |
| Kennelijk grove fout | Een ernstige fout die duidelijk de grenzen van professioneel en zorgvuldig handelen overschrijdt en die bijdraagt aan financiële problemen of een faillissement van de vennootschap. |
| Netto-passief | Het bedrag van de schulden van een vennootschap dat overblijft na de realisatie van alle activa van de vennootschap en dat niet uit die opbrengst kan worden voldaan. |
| Curator | Een door de rechtbank benoemde persoon die belast is met het beheer en de vereffening van het vermogen van een gefailleerde vennootschap, inclusief het instellen van vorderingen tegen bestuurders. |
| Afgeleide vordering | Een vordering die door een derde (zoals een aandeelhouder of schuldeiser) wordt ingesteld ten behoeve van de vennootschap zelf, met name wanneer de vennootschap aanspraken heeft tegen haar eigen organen, zoals bestuurders. |
| Wrongful trading | Een situatie waarin bestuurders nalaten passende maatregelen te nemen wanneer zij weten of behoren te weten dat de vennootschap financieel reddeloos verloren is, waardoor nieuwe schulden ontstaan waarvoor zij aansprakelijk kunnen worden gesteld. |
| Kwijting | Een beslissing van de algemene vergadering van aandeelhouders waarbij de vennootschap afstand doet van haar recht om bestuurders aansprakelijk te stellen voor hun handelen in een bepaald boekjaar, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan. |
| Aansprakelijkheids-cap | Een wettelijke beperking van het maximale bedrag waarvoor bestuurders persoonlijk aansprakelijk kunnen worden gesteld voor bepaalde fouten, gebaseerd op de omvang van de vennootschap. |
| Marginal toetsing | Een juridisch toetsingscriterium waarbij de rechter beoordeelt of het handelen van een bestuurder kennelijk buiten de marge valt waarbinnen zorgvuldige personen redelijkerwijs van mening kunnen verschillen, ter voorkoming van hindsight bias. |
| Fiscale aansprakelijkheid | Aansprakelijkheid die voortvloeit uit het niet-naleven van fiscale verplichtingen door de vennootschap, waarbij een vermoeden van een fout van het bestuur kan worden gehanteerd, zoals bij niet-betaalde BTW of bedrijfsvoorheffing. |
| Hulppersoon | Een persoon die een vennootschap helpt bij de uitvoering van haar contractuele verbintenissen jegens derden, zoals een bestuurder die optreedt als uitvoeringsagent, en die onder bepaalde omstandigheden zelf aansprakelijk kan zijn jegens de medecontractant van de vennootschap. |
| Vrijwaring | Een overeenkomst waarbij een partij (vaak de vennootschap of een moedermaatschappij) zich ertoe verbindt de financiële gevolgen te dragen van aansprakelijkheid die een bestuurder oploopt. |
Cover
8AVA_WVVnovember2024.pptx
Summary
# Rol en bevoegdheden van de algemene vergadering van aandeelhouders
Dit onderwerp behandelt de feitelijke en juridische rol van de algemene vergadering van aandeelhouders (AVA), inclusief haar bevoegdheden en beperkingen ten opzichte van het bestuur en de raad van commissarissen.
## 1. Feitelijke rol van de algemene vergadering van aandeelhouders
De feitelijke rol van de AVA varieert sterk afhankelijk van het type vennootschap en de betrokken aandeelhouders.
### 1.1 Besloten vennootschappen
Bij besloten vennootschappen wordt de AVA vaak als een formaliteit beschouwd, aangezien er doorgaans slechts een beperkt aantal vennoten is. Het is mogelijk om beslissingen schriftelijk te nemen, wat in de praktijk vaak gebeurt.
### 1.2 Genoteerde vennootschappen
Tot ongeveer vijftien jaar geleden werd de AVA bij genoteerde vennootschappen vaak gezien als een kostbaar ritueel. De laatste jaren is er echter een toename van de activiteit van institutionele beleggers, met name instellingen voor collectieve belegging. Dit heeft geleid tot een fenomeen van "shareholder engagement", waarbij aandeelhouders, zelfs met een klein percentage van de aandelen, actief proberen het bestuur te beïnvloeden door kritische vragen te stellen en druk uit te oefenen op het beleid van de vennootschap. Controleaandeelhouders, die vaak al een meerderheid van de stemmen bezitten, nemen ook buiten de AVA contact op met het bestuur om hun wensen kenbaar te maken.
## 2. Juridische bevoegdheden van de algemene vergadering van aandeelhouders
De juridische bevoegdheden van de AVA zijn beperkt tot die welke expliciet door de wet zijn voorbehouden. Dit staat in contrast met de raad van bestuur (RvB), die een algemene bevoegdheid heeft.
### 2.1 Wettelijk voorbehouden bevoegdheden
De AVA is bevoegd voor de volgende zaken:
* Benoeming en ontslag van bestuurders.
* Het verlenen van kwijting aan bestuurders.
* Benoeming en ontslag van commissarissen (in grote vennootschappen).
* Goedkeuring van de winstbestemming.
* Goedkeuring van de jaarrekening.
* Statutenwijziging, inclusief:
* Kapitaalwijziging.
* Wijziging van het vennootschapsdoel.
* Ontbinding van de vennootschap.
* Sluiting van de vereffening.
* Omzetting van de vennootschapsvorm.
### 2.2 Statutaire uitbreidbaarheid
Hoewel de wet een basislijst van bevoegdheden voorschrijft, kunnen deze bevoegdheden statutair worden uitgebreid. Echter, deze uitbreiding is niet tegenwerpelijk aan derden (de zogenaamde "Prokura-leer" is hier ook van toepassing).
### 2.3 Niet-bevoegdheden
De AVA is niet bevoegd om:
* Individuele rechten van aandeelhouders te wijzigen. De rechten die verbonden zijn aan het aandeel zelf (soortrechten) kunnen wel gewijzigd worden.
* Statutenclausules die onveranderlijk zijn verklaard, te wijzigen.
> **Tip:** Houd er rekening mee dat de focus van de meeste besprekingen ligt op niet-genoteerde vennootschappen. Er bestaan aanvullende en afwijkende regels voor genoteerde vennootschappen, die voor het examen mogelijk niet relevant zijn.
## 3. Soorten algemene vergaderingen
De wet maakt onderscheid tussen verschillende soorten AVA's, elk met specifieke formaliteiten.
### 3.1 Gewone algemene vergadering
* Dit is de jaarlijkse vergadering, die op een specifieke datum, uur en plaats in de statuten wordt vastgelegd.
* De agenda moet minimaal de goedkeuring van de jaarrekening en de kwijting aan de bestuurders bevatten.
### 3.2 Buitengewone algemene vergadering
* Elke andere AVA dan de gewone vergadering wordt als buitengewoon beschouwd.
* Deze vergaderingen worden vaak bijeengeroepen voor statutenwijzigingen.
* Vennootschappen trachten vaak om buitengewone agendapunten op te nemen in de oproeping voor de gewone AVA om zo een aparte bijeenkomst te vermijden.
### 3.3 Bijzondere algemene vergadering (enkel voor NV's)
* De wet spreekt enkel over bijzondere AVA's in het kader van NV's.
* Dit betreft de goedkeuring van "change of control" clausules bij genoteerde vennootschappen. Dit zijn contractuele bepalingen die derden bepaalde rechten verlenen wanneer de controle over de vennootschap wijzigt.
## 4. Deelnemers aan de algemene vergadering
Niet iedereen heeft het recht om een AVA bij te wonen, maar de AVA kan wel beslissen om anderen toe te laten.
### 4.1 Aandeelhouders
* Aandeelhouders hebben het recht om de AVA bij te wonen en te stemmen.
* Bij NV's gelden dit ook houders van winstbewijzen, converteerbare obligaties en inschrijvingsrechten, hoewel zij mogelijk nog geen stemrecht hebben.
### 4.2 Bestuurders en commissarissen
* Bestuurders moeten in principe aanwezig zijn op elke AVA.
* Commissarissen moeten aanwezig zijn wanneer hun verslag wordt besproken.
### 4.3 Anderen
* Andere personen, zoals raadslieden, kunnen de AVA bijwonen mits beslissing van de AVA.
* De AVA kan beslissen om een aandeelhouder die uitgesloten wordt, toe te laten met een advocaat ter verdediging.
## 5. Communicatie tussen vennootschap en aandeelhouders
Efficiënte communicatie is cruciaal voor de goede werking van de vennootschap.
### 5.1 Communicatieregels
* Elke vennoot kan een e-mailadres meedelen aan de vennootschap, waarlangs de communicatie kan verlopen.
* Indien geen e-mailadres bekend is, verlopen mededelingen per gewone post.
* Vennootschappen kunnen een website en/of e-mailadres opnemen in de oprichtingsakte voor communicatie. Genoteerde vennootschappen zijn verplicht een website te hebben.
### 5.2 Oproeping
* De oproeping van een AVA is niet nodig indien alle aandeelhouders vrijwillig verschijnen en de beslissingen unaniem goedkeuren.
* De oproeping gebeurt in de eerste plaats door het bestuur. Ook de commissaris of aandeelhouders die ten minste 10% van de aandelen bezitten, kunnen de AVA bijeenroepen. Bij ontbinding van de vennootschap kan de vereffenaar dit doen.
* Wie de oproeping doet, bepaalt de agenda, maar kan rekening houden met suggesties van anderen. Bij genoteerde vennootschappen kunnen aandeelhouders die 3% of meer aandelen bezitten, toevoeging van agendapunten eisen.
* De oproeping dient te gebeuren met een termijn van minimaal 15 dagen (30 dagen voor de tweede oproeping).
* De oproeping moet de agenda duidelijk vermelden. Bij statutenwijzigingen is het aangewezen de letterlijke tekst van de voorgestelde wijzigingen mee te delen.
* Voor genoteerde vennootschappen moeten voorstellen van besluit worden meegedeeld.
#### 5.2.1 Vorm van de oproeping
* Voor vennootschappen met enkel naamsaandelen volstaat een brief of e-mail.
* Voor vennootschappen met gedematerialiseerde effecten is daarnaast publicatie in het Belgisch Staatsblad en een nationaal verspreid blad vereist (niet voor de gewone AVA).
* De oproeping moet ook op de website van de vennootschap worden gepubliceerd indien deze daartoe gemachtigd is.
### 5.3 Mededeling van verslagen
* Naamsaandeelhouders, bestuurders en commissarissen ontvangen een afschrift van de verslagen samen met de oproeping.
* Andere belanghebbenden die aan bepaalde toelatingsformaliteiten voldoen, krijgen de stukken toegestuurd of kunnen ze op de zetel van de vennootschap bekomen.
### 5.4 Deelname op afstand
* Deelname via een elektronisch communicatiemiddel is toegelaten indien dit de rechtstreekse en ononderbroken deelname aan de vergadering en stemming mogelijk maakt.
* Deelnemers op afstand worden geacht aanwezig te zijn voor quorum en meerderheid. Er moeten maatregelen genomen worden om hun identiteit vast te stellen.
* Het bureau (voorzitter en secretaris) moet echter steeds fysiek vergaderen.
## 6. Vraagrecht
Aandeelhouders hebben een mondeling en schriftelijk vraagrecht over de agendapunten, gericht aan het bestuur en de commissarissen. Antwoorden kunnen worden geweigerd indien dit schade aan de vennootschap zou toebrengen of een vertrouwelijkheidsverbintenis zou schenden.
## 7. Agenda van de jaarvergadering
De agenda van de gewone jaarvergadering omvat doorgaans:
* Goedkeuring of afkeuring van de jaarrekening.
* Bespreking van het jaarverslag (voor grote vennootschappen), inclusief het controleverslag van de commissaris.
* Verlening van kwijting aan de bestuurders (na goedkeuring van de jaarrekening).
### 7.1 Controleverslag van de commissaris
* Grote vennootschappen moeten de commissaris een controleverslag laten opstellen.
* Dit verslag bevat een oordeel over de getrouwheid van de jaarrekening en meldingen over eventuele schendingen van de wet of statuten.
## 8. Besluitvorming en meerderheden
De stemming op de AVA is beperkt tot de agendapunten. Er is een amenderingsrecht op voorstellen, maar dit geldt betwist voor de jaarrekening.
### 8.1 Schorsing stemrecht
* Stemrecht kan geschorst worden wegens niet-volstorting na opvraging, het niet voldoen aan participatiemeldingen, of ingekochte aandelen.
* Bij het bepalen van quorum of meerderheid worden geschorste aandelen en aandelen zonder stemrecht buiten beschouwing gelaten.
### 8.2 Basisregel beslissingen
* Er is geen aanwezigheidsquorum vereist voor de meeste beslissingen.
* Beslissingen worden genomen met een gewone meerderheid van de aanwezige en vertegenwoordigde stemmen (helft plus één). Onthoudingen en ongeldige stemmen worden buiten beschouwing gelaten.
### 8.3 Statutenwijziging
* Er is een quorum van 50% van het maatschappelijk kapitaal vereist.
* Indien dit quorum niet gehaald wordt op de eerste vergadering, geldt er geen quorum op de tweede vergadering na nieuwe oproeping.
* Een meerderheid van 75% van de uitgebrachte stemmen is vereist.
* Statutenwijzigingen moeten notarieel worden vastgelegd.
### 8.4 Wijziging van het vennootschapsdoel
* Er geldt een quorum van de helft van het kapitaal en de helft van het aantal winstbewijzen.
* Op de tweede vergadering geldt geen quorum.
* Een meerderheid van 4/5 van de stemmen is vereist. Winstbewijzen hebben telkens één stem, met beperkingen.
### 8.5 Omzetting van de vennootschapsvorm
* De procedure voor omzetting maakt een verandering van rechtsvorm mogelijk zonder onderbreking van de rechtspersoonlijkheid.
* Het quorum is de helft van het kapitaal en de helft van de winstbewijzen. Er is geen mogelijkheid tot een tweede vergadering zonder quorum.
* Een meerderheid van 4/5 van de stemmen is vereist.
### 8.6 Stemrecht op afstand
* Stemmen op afstand kan statutair worden voorzien, maar niet voor bestuurders of commissarissen. Dit moet gebeuren vóór de AVA, via brief of elektronisch, en ondertekend door de aandeelhouder.
## 9. Stemafspraken
Groepen aandeelhouders kunnen stemafspraken maken om hun stemkracht te bundelen. Deze afspraken moeten:
* Beperkt zijn in de tijd (maximaal 15 jaar, of onbepaalde duur mits opzegbaar).
* In het vennootschapsbelang zijn.
* Zich niet verbinden tot het goedkeuren van alle voorstellen van het bestuur.
Stemmen op basis van een nietige overeenkomst is eveneens nietig, tenzij aangetoond kan worden dat dit geen invloed had op de beslissing.
## 10. Aard van het stemrecht
Het stemrecht mag in principe in eigenbelang worden gebruikt, maar rechtsmisbruik is mogelijk indien een aandeelhouder zich niet gedraagt conform de eisen van goede trouw en opzettelijk schade berokkent aan andere aandeelhouders of de vennootschap.
## 11. Nietigverklaring van AVA-beslissingen
Beslissingen van de AVA kunnen nietig verklaard worden op basis van een limitatieve lijst van gronden, binnen een vervaltermijn van zes maanden na tegenwerpelijkheid.
### 11.1 Vormelijke nietigheidsgronden
Deze gronden betreffen procedurele gebreken, zoals oproeping, samenstelling van de vergadering, of vergaderwijze. Nietigheid is enkel mogelijk indien deze gebreken een potentiële invloed op het besluit hadden kunnen hebben, tenzij er sprake was van bedrieglijk opzet.
### 11.2 Materiële nietigheidsgronden
Deze gronden betreffen de inhoud van de beslissing en omvatten:
* **Overschrijding van bevoegdheid:** wanneer de AVA beslist over zaken die tot de bevoegdheid van het bestuur of de commissarissen behoren, of wanneer de inhoud van de beslissing onwettig is.
* **Misbruik van bevoegdheid:** wanneer een beslissing kennelijk onredelijk is, of wanneer de meerderheid of minderheid hun stemrecht misbruikt om andere aandeelhouders te benadelen.
> **Voorbeeld:** Een meerderheid van aandeelhouders beslist om het proportionele inschrijvingsrecht op nieuwe aandelen voor minderheidsaandeelhouders uit te sluiten, zonder een geldige reden die in het belang van de vennootschap is. Dit kan als misbruik van meerderheid worden beschouwd.
---
# Communicatie, oproeping en deelname aan de algemene vergadering
Dit deel behandelt de essentiële mechanismen die de communicatie tussen de vennootschap en haar aandeelhouders waarborgen, de procedures voor het bijeenroepen van algemene vergaderingen (AVA), de samenstelling van de agenda, en de rechten en plichten van aandeelhouders met betrekking tot deelname en stemrecht, inclusief moderne mogelijkheden voor deelname op afstand.
### 2.1 De feitelijke en juridische rol van de algemene vergadering
De algemene vergadering (AVA) speelt een cruciale rol in het bestuur van een vennootschap. Hoewel de wettelijke verplichting tot het houden van een jaarlijkse AVA voornamelijk geldt voor vennootschappen met een wettelijk doel, kunnen ook andere vennootschappen dergelijke vergaderingen organiseren. Bij besloten vennootschappen is de AVA vaak een formaliteit, waarvoor de mogelijkheid van schriftelijke besluitvorming bestaat. Bij genoteerde vennootschappen is de AVA de laatste decennia belangrijker geworden, mede door de opkomst van activistische aandeelhouders die via "shareholder engagement" invloed proberen uit te oefenen. Deze aandeelhouders, vaak institutionele beleggers, stellen kritische vragen en geven feedback op het bestuur en de strategie van de vennootschap.
De wettelijke bevoegdheden van de AVA zijn beperkt tot specifieke door de wet voorbehouden aangelegenheden. Deze omvatten onder meer de goedkeuring van de jaarrekening, statutenwijzigingen (zoals kapitaalwijzigingen, wijzigingen van het maatschappelijk doel, ontbinding, sluiting van de vereffening en omzetting van de vennootschap), de benoeming en het ontslag van bestuurders en commissarissen, en de bestemming van winsten. Hoewel statuten de machtsverdeling kunnen uitbreiden, is dit niet tegenwerpelijk aan derden. De AVA is niet bevoegd om individuele rechten van aandeelhouders te wijzigen.
### 2.2 Soorten algemene vergaderingen
De wet onderscheidt verschillende soorten algemene vergaderingen:
* **Gewone algemene vergadering:** Dit is de jaarlijkse vergadering die op een vastgestelde datum, uur en plaats wordt gehouden, zoals bepaald in de statuten. De agenda moet minstens de goedkeuring van de jaarrekening en kwijting aan de bestuurders omvatten.
* **Buitengewone algemene vergadering:** Dit betreft elke andere algemene vergadering dan de gewone, meestal gehouden voor statutenwijzigingen. Vennootschappen proberen vaak om buitengewone agendapunten op te nemen in de oproeping voor de gewone vergadering om extra formaliteiten te vermijden.
* **Bijzondere algemene vergadering:** Deze is specifiek voorzien voor genoteerde naamloze vennootschappen (NV's) en is vereist voor de goedkeuring van "change of control" clausules in contracten, waarbij de derde bepaalde rechten verkrijgt wanneer de controle over de vennootschap wijzigt.
### 2.3 Deelnemers aan de algemene vergadering
Aandeelhouders hebben het recht om de algemene vergadering bij te wonen. Bij een NV kunnen ook houders van winstbewijzen, converteerbare obligaties en inschrijvingsrechten aanwezig zijn, hoewel zij nog geen stemrecht hebben. Bestuurders en, indien hun verslag wordt besproken, commissarissen zijn eveneens verplicht aanwezig te zijn. Andere personen kunnen worden toegelaten indien de AVA daartoe beslist.
### 2.4 Communicatie tussen vennootschap en aandeelhouders
De communicatie tussen de vennootschap en haar aandeelhouders verloopt in beginsel via de door de vennootschap meegedeelde kanalen. Artikel 2:32 bepaalt dat elke vennoot e-mail kan meedelen aan de vennootschap, of een gelijkwaardig communicatiemiddel kan gebruiken. Indien geen e-mailadres bekend is, geschiedt de mededeling per gewone post. Op initiatief van de vennootschap (artikel 2:31) kunnen e-mail en website in de oprichtingsakte worden opgenomen, waarlangs aandeelhouders hun communicatie aan de vennootschap kunnen richten. Genoteerde vennootschappen zijn verplicht een website te hebben.
### 2.5 Oproeping tot de algemene vergadering
De algemene vergadering kan worden bijeengeroepen door het bestuur, de commissaris, of aandeelhouders die samen minstens 10% van de aandelen bezitten. In geval van ontbinding van de vennootschap kan de vereffenaar de AVA bijeenroepen. De oproeping moet de agenda bevatten, met voldoende duidelijke informatie over de te bespreken punten. Bij genoteerde vennootschappen kunnen aandeelhouders met ten minste 3% van de aandelen de toevoeging van een agendapunt eisen.
De oproeping kan per e-mail of brief geschieden, afhankelijk van het type aandelen en vennootschap. Voor genoteerde vennootschappen of NV's met gedematerialiseerde effecten is publicatie in het Belgisch Staatsblad en een nationaal verspreid blad vereist, tenzij het een gewone AVA betreft waarvan de datum in de statuten is bepaald. De oproepingstermijn bedraagt minimaal 15 dagen (of 30 dagen voor bepaalde specifieke gevallen), met een kortere termijn van 10 dagen (of 17 dagen) voor een eventuele tweede vergadering.
De agenda wordt bepaald door degene die oproept, maar kan suggesties van aandeelhouders in overweging nemen. Voor statutenwijzigingen moet de voorgestelde tekst duidelijk worden vermeld. Bij genoteerde vennootschappen moeten voorstellen van besluit worden meegedeeld. Beraadslaging buiten de agendapunten is in principe niet toegestaan, tenzij alle aandeelhouders aanwezig en unaniem akkoord gaan, of indien dit dringend noodzakelijk is in het vennootschapsbelang.
### 2.6 Mededeling van verslagen
Aandeelhouders die voldoen aan de eventuele toelatingsformaliteiten, krijgen samen met de oproeping een afschrift van de relevante verslagen. Voor andere aandeelhouders die aan de formaliteiten voldoen, moeten de stukken vanaf 15 dagen voor de AVA op de zetel van de vennootschap ter inzage worden gelegd. De toelatingsformaliteiten mogen enkel betrekking hebben op legitimatie en niet op stemrecht, en er mogen geen wachttermijnen van toepassing zijn.
### 2.7 Deelname op afstand
De wet voorziet in de mogelijkheid van deelname op afstand aan de algemene vergadering, mits de elektronische communicatiemiddelen directe en ononderbroken toegang tot de vergadering en de mogelijkheid tot stemmen garanderen. Aandeelhouders die op afstand deelnemen, worden geacht aanwezig te zijn voor de berekening van het quorum en de meerderheden. Er moeten maatregelen genomen worden om de identiteit van de deelnemers vast te stellen. Het bureau van de vergadering (voorzitter en secretaris) moet echter steeds fysiek vergaderen, waardoor een algemene vergadering nooit puur online kan plaatsvinden.
### 2.8 Vraagrecht
Aandeelhouders hebben het recht om tijdens en voor de algemene vergadering mondeling en schriftelijk vragen te stellen aan het bestuur en de commissaris, mits deze vragen verband houden met de agendapunten. Het bestuur kan weigeren antwoord te geven of het antwoord beperken indien dit de vertrouwelijkheid van de vennootschap zou schenden of schade zou toebrengen aan de vennootschap of aandeelhouders.
### 2.9 Agendapunten van de jaarvergadering
De jaarvergadering behandelt doorgaans de goedkeuring van de jaarrekening en het jaarverslag (voor grote vennootschappen), en het controleverslag van de commissaris. Het controleverslag bevat een oordeel over de getrouwheid van de jaarrekening en melding van eventuele schendingen van wetten of statuten. De goedkeuring van de jaarrekening vereist een aparte stemming. Kwijting aan de bestuurders wordt pas verleend na goedkeuring van de jaarrekening.
### 2.10 Verdagingsrecht
Het bestuur heeft het recht om een vergadering die reeds bijeen is, te verdagen. Reeds genomen besluiten blijven geldig. Indien een vergadering wordt verdaagd, kan een nieuwe oproeping vereist zijn, tenzij het een gebruikelijke verdaging betreft.
### 2.11 Notulen
Vergaderingen moeten worden genotuleerd. Voor niet-notariële beslissingen zijn de notulen in theorie geen exclusief bewijsmiddel, tenzij het gaat om een eenhoofdige vennootschap waarbij een register van besluiten wordt bijgehouden. De taalwetgeving is van toepassing op de notulen.
### 2.12 Schriftelijke algemene vergadering
In vennootschappen, met name besloten vennootschappen met minder dan tien vennoten, kan de AVA schriftelijk worden gehouden indien alle vennoten met deze werkwijze akkoord gaan en de beslissingen unaniem worden genomen. Deze methode is niet van toepassing op beslissingen die authentiek moeten worden vastgelegd, zoals statutenwijzigingen.
### 2.13 Volmacht
Aandeelhouders die niet zelf kunnen deelnemen, kunnen een volmacht verlenen aan een lasthebber. De statuten kunnen bepalen dat volmachten enkel aan andere aandeelhouders mogen worden gegeven. De volmacht mag blanco zijn, tenzij de aandeelhouder een inbreng doet die authentiek moet worden vastgelegd. "Proxy solicitation" (het ronddelen van volmachten) is toegelaten, met specifieke regels voor genoteerde vennootschappen.
### 2.14 Aandelen in onverdeeldheid en vruchtgebruik
Indien aandelen met stemrecht zich in onverdeeldheid bevinden (bv. mede-eigendom of huwelijksgemeenschap), kan de vennootschap het stemrecht schorsen totdat één stemgerechtigde is aangeduid. Bij vruchtgebruik, tenzij de statuten anders bepalen, heeft de vruchtgebruiker alle rechten verbonden aan de aandelen, inclusief het stemrecht.
### 2.15 Stemming en meerderheden
Stemmingen vinden plaats over agendapunten. Het toevoegen van agendapunten ter vergadering is enkel toegestaan mits unanimiteit van alle aanwezigen of bij dringende noodzaak in het vennootschapsbelang. Aandeelhouders hebben wel het recht om voorstellen te amenderen. Er is geen aanwezigheidsquorum vereist voor de meeste beslissingen. Beslissingen worden genomen met een gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen, waarbij onthoudingen en ongeldige stemmen buiten beschouwing worden gelaten. Voor de berekening van het quorum of de meerderheid worden geschorste aandelen en aandelen zonder stemrecht niet meegeteld.
#### 2.15.1 Statutenwijziging
Statutenwijzigingen vereisen een quorum van 50% van het maatschappelijk kapitaal. Indien dit quorum niet wordt gehaald, is voor een tweede vergadering met dezelfde agenda geen quorum meer vereist. Beslissingen tot statutenwijziging moeten worden goedgekeurd met 75% van de uitgebrachte stemmen en moeten door een notaris authentiek worden vastgelegd. Dit geldt eveneens voor de beslissing tot vrijwillige ontbinding, waarbij tevens een staat van activa en passiva die niet ouder is dan drie maanden, voorgelegd moet worden.
#### 2.15.2 Wijziging van voorwerp en omzetting
De wijziging van het maatschappelijk voorwerp of de omzetting van de vennootschap vereisen een meerderheid van 4/5 van de stemmen. Voor een wijziging van het voorwerp is er een quorum van de helft van het kapitaal en de helft van de winstbewijzen vereist, zonder mogelijkheid tot een tweede vergadering zonder quorum. Bij omzetting van de rechtsvorm geldt eveneens een 4/5 meerderheid, met een quorum van de helft van het kapitaal en de helft van de winstbewijzen, zonder mogelijkheid tot een tweede vergadering zonder quorum.
### 2.16 Stemmen op afstand
Indien de statuten dit toestaan, kunnen aandeelhouders voorafgaand aan de algemene vergadering stemmen, per brief of elektronisch. Deze mogelijkheid geldt niet voor bestuursleden of commissarissen.
### 2.17 Stemafspraken
Stemafspraken tussen aandeelhouders zijn geldig indien ze beperkt zijn in de tijd, steeds in het vennootschapsbelang zijn en niet inhouden dat men zich verbindt tot de goedkeuring van voorstellen van organen van de vennootschap. Stemmen op basis van een nietige overeenkomst zijn eveneens nietig, tenzij de nietige stem geen invloed had op de beslissing. Het stemrecht mag in principe in eigenbelang worden gebruikt, maar rechtsmisbruik is mogelijk indien de uitoefening van het stemrecht kennelijk onredelijk is en tot schade bij andere aandeelhouders leidt.
### 2.18 Nietigverklaring van AVA-beslissingen
AVA-beslissingen kunnen door belanghebbenden binnen zes maanden na hun tegenwerpelijkheid worden gevorderd tot nietigverklaring op basis van een limitatieve lijst van gronden. Deze gronden omvatten zowel vormelijke (bv. oproepingsregels, samenstelling) als materiële (bv. overschrijding van bevoegdheid, misbruik van bevoegdheid) onwettigheden. Vormelijke onwettigheden leiden enkel tot nietigheid indien ze potentiële invloed hadden op het besluit, tenzij er sprake is van bedrieglijk opzet. Materiële onwettigheden betreffen onder meer beslissingen die kennelijk onredelijk zijn of waarbij de meerderheid of minderheid zijn bevoegdheid misbruikt.
---
# Stemmen, meerderheden en nietigverklaring van besluiten
Dit onderwerp behandelt de mechanismen van besluitvorming binnen de algemene vergadering (AVA), inclusief stemrechten, vereiste meerderheden, en de procedures en gronden voor de nietigverklaring van genomen besluiten.
### 3.1 De rol en bevoegdheden van de algemene vergadering
De algemene vergadering (AVA) heeft een wettelijke rol, die variëert van een verplichte formaliteit voor besloten vennootschappen tot een actiever controleorgaan voor genoteerde vennootschappen, met een toenemende betrokkenheid van institutionele en activistische aandeelhouders.
#### 3.1.1 Wettelijke bevoegdheden van de AVA
De AVA is bevoegd voor specifiek door de wet voorbehouden aangelegenheden. Deze omvatten:
* Het goedkeuren van de jaarrekening.
* Het verlenen van kwijting aan bestuurders en commissarissen.
* Het benoemen en ontslaan van bestuurders en commissarissen (in grote vennootschappen).
* Het bepalen van de winstbestemming.
* Statutenwijzigingen, zoals kapitaalwijzigingen, wijziging van het voorwerp, ontbinding, sluiting van de vereffening en omzetting.
#### 3.1.2 Niet-bevoegdheden van de AVA
De AVA is niet bevoegd om:
* Individuele rechten van aandeelhouders te wijzigen, tenzij deze rechten intrinsiek verbonden zijn met het aandeel zelf en de statuten dit toelaten.
* Clausules in de statuten die als onverwijzigbaar zijn verklaard, te wijzigen.
#### 3.1.3 Verschil tussen gewone, buitengewone en bijzondere AVA
* **Gewone AVA:** Jaarlijkse vergadering, meestal met een agenda die minimaal de goedkeuring van de jaarrekening en kwijting van bestuurders omvat.
* **Buitengewone AVA:** Elke andere AVA die niet de gewone jaarlijkse vergadering is, vaak bijeengeroepen voor statutenwijzigingen.
* **Bijzondere AVA:** Specifiek voor genoteerde naamloze vennootschappen, vereist voor de goedkeuring van "change of control" clausules in contracten.
#### 3.1.4 Deelnemers aan de AVA
Naast aandeelhouders kunnen ook houders van winstbewijzen (in NV's), converteerbare obligaties, inschrijvingsrechten, bestuurders en, indien hun verslag wordt besproken, commissarissen de AVA bijwonen. Andere personen kunnen worden toegelaten mits beslissing van de AVA.
#### 3.1.5 Communicatie tussen vennootschap en aandeelhouders
Communicatie kan via e-mail of gelijkwaardige processen verlopen, indien de vennootschap hiermee instemt. Indien er geen e-mailadres bekend is, geschiedt de mededeling per gewone post.
#### 3.1.6 Oproeping tot de AVA
De oproeping kan geschieden door het bestuur, de commissaris, een aandeelhouder die minstens 10% van de aandelen bezit (in NV's), of de vereffenaar. De oproeper bepaalt de agenda.
* **Genoteerde vennootschappen:** Aandeelhouders met minstens 3% van de aandelen kunnen een toevoeging aan de agenda eisen.
* **Vorm van oproeping:** Per e-mail of brief voor naamsaandelen; voor niet-genoteerde NV's met gedematerialiseerde effecten ook in het Belgisch Staatsblad en een nationaal verspreid blad. De termijn is minimaal 15 dagen (30 dagen in bepaalde gevallen) voor de AVA.
#### 3.1.7 De agenda van de AVA
De agenda moet duidelijk zijn om aandeelhouders te informeren. Voor statutenwijzigingen dient de voorgestelde tekst zo nauwkeurig mogelijk te worden vermeld. Voor genoteerde vennootschappen moeten voorstellen van besluit worden meegegeven.
#### 3.1.8 Mededeling van verslagen
Aandeelhouders en bestuurders ontvangen een afschrift van verslagen samen met de oproeping. Anderen die toelatingsformaliteiten vervullen, ontvangen deze stukken eveneens.
#### 3.1.9 Deelname op afstand
Deelname aan de AVA kan via elektronische communicatiemiddelen, mits deze rechtstreekse en ononderbroken communicatie en stemming toelaten. Deelnemers worden geacht aanwezig te zijn voor het quorum en de meerderheid. Het bureau (voorzitter en secretaris) moet echter fysiek vergaderen.
#### 3.1.10 Vraagrecht
Aandeelhouders hebben het recht om tijdens en voor de AVA mondeling en schriftelijk vragen te stellen aan het bestuur en de commissaris over agendapunten. Antwoorden kunnen geweigerd worden in het belang van de vennootschap indien schade dreigt of vertrouwelijkheidsverbintenissen worden geschonden.
#### 3.1.11 Agenda van de jaarvergadering
De jaarvergadering behandelt doorgaans de jaarrekening, het jaarverslag (in grote vennootschappen) en het verslag van de commissaris (in grote vennootschappen). Kwijting aan bestuurders kan pas na goedkeuring van de jaarrekening plaatsvinden.
* **Controleverslag commissaris:** Beoordeelt of de jaarrekening een getrouw beeld geeft, en vermeldt eventuele schendingen van wetgeving of statuten.
#### 3.1.12 Verdagingsrecht
Het bestuur kan de vergadering steeds verdagen. Reeds genomen besluiten blijven behouden en een nieuwe oproeping is vereist.
#### 3.1.13 Notulen
Notulen zijn verplicht en dienen de taalwetgeving te respecteren. In een vennootschap met één vennoot wordt een register met besluiten bijgehouden.
#### 3.1.14 Schriftelijke AVA
Beslissingen kunnen ook schriftelijk worden genomen, mits alle vennoten met deze werkwijze akkoord gaan en de beslissingen unaniem worden genomen. Dit is voornamelijk relevant voor besloten vennootschappen en niet voor beslissingen die authentiek vastgelegd moeten worden.
#### 3.1.15 Volmacht
Volmachten zijn toegelaten en kunnen blanco zijn. Statuten kunnen bepalen dat volmachten enkel aan andere aandeelhouders mogen worden gegeven. "Proxy solicitation" (het rondvragen van volmachten) is toegestaan voor genoteerde vennootschappen.
#### 3.1.16 Aandelen in onverdeeldheid en vruchtgebruik
Indien aandelen in onverdeeldheid verkeren of onder vruchtgebruik vallen, kan het stemrecht geschorst worden tenzij één stemgerechtigde is aangewezen. In geval van vruchtgebruik heeft de vruchtgebruiker doorgaans alle rechten, tenzij de statuten anders bepalen.
### 3.2 Stemming en meerderheden
#### 3.2.1 Stemming over agendapunten
Stemmingen vinden plaats over de agendapunten. Nieuwe punten kunnen enkel worden toegevoegd indien alle aandeelhouders aanwezig zijn en unaniem akkoord gaan, of indien dit dringend noodzakelijk is in het vennootschapsbelang. Aandeelhouders hebben een amenderingsrecht ten aanzien van voorstellen, met uitzondering van de jaarrekening (wat betwist is).
#### 3.2.2 Schorsing stemrecht
Het stemrecht kan geschorst worden wegens niet-volstorting na opvraging of het ontbreken van participatiemelding. Ingekochte aandelen mogen niet stemmen, en indien dit toch gebeurt, kan de AVA-beslissing nietig verklaard worden indien zonder deze stemmen de meerderheid niet bereikt zou zijn.
#### 3.2.3 Bepaling van quorum en meerderheid
Bij het bepalen van het quorum of de meerderheid worden geschorste aandelen en aandelen zonder stemrecht buiten beschouwing gelaten. Dit geldt voor elke AVA.
#### 3.2.4 Basisregel beslissingen
* **Geen aanwezigheidsquorum:** Er is geen wettelijke drempel voor de aanwezigheid van aandelen om rechtsgeldig te kunnen beslissen.
* **Gewone meerderheid:** Beslissingen worden genomen met de helft plus één van de aanwezige en vertegenwoordigde stemmen (uitgebrachte stemmen). Onthoudingen en ongeldige stemmen worden buiten berekening gelaten.
#### 3.2.5 Statutenwijziging
* **Quorum:** 50% van het maatschappelijk kapitaal is vereist.
* **Tweede vergadering:** Bij het niet halen van het quorum op de eerste vergadering, geldt voor een tweede vergadering met dezelfde agenda geen quorum.
* **Meerderheid:** 75% van de uitgebrachte stemmen is vereist. Beslissingen moeten authentiek worden vastgelegd door een notaris.
#### 3.2.6 Wijziging van voorwerp
* **Quorum:** Zoals bij elke statutenwijziging, plus de helft van het aantal winstbewijzen.
* **Tweede AVA:** Geen quorum, maar met deelname van winstbewijshouders.
* **Meerderheid:** 4/5 (80%) van de stemmen. Winstbewijzen hebben één stem per stuk, met beperkingen.
#### 3.2.7 Omzetting
* **Quorum:** De helft van het kapitaal en de helft van de winstbewijzen. Er is geen mogelijkheid tot een tweede AVA zonder quorum.
* **Meerderheid:** 4/5 (80%) van de stemmen. Winstbewijzen hebben één stem per stuk, met beperkingen. Aandelen zonder stemrecht stemmen mee.
#### 3.2.8 Stemmen op afstand
Stemmen op afstand is statutair te voorzien en kan niet voor bestuurders of commissarissen. Stemmen gebeurt voorafgaand aan de AVA, per brief of elektronisch, na het vervullen van toelatingsformaliteiten.
#### 3.2.9 Stemafspraken
Stemafspraken tussen aandeelhouders zijn geldig indien ze beperkt zijn in de tijd, in vennootschapsbelang zijn en er geen verbintenis is tot goedkeuring van alle bestuursvoorstellen. Stemmen op basis van een nietige overeenkomst kan leiden tot de nietigheid van de AVA-beslissing, tenzij deze stem geen invloed had op de uitslag.
#### 3.2.10 Aard van het stemrecht
Het stemrecht mag in eigenbelang worden gebruikt, maar rechtsmisbruik is mogelijk. Een aandeelhouder mag zijn stemrecht niet uitoefenen met de opzet om andere aandeelhouders schade te berokkenen. Beslissingen die kennelijk onredelijk zijn, of die de minderheid benadelen zonder legitieme vennootschapsreden, kunnen worden aangevochten.
### 3.3 Nietigverklaring van AVA-beslissingen
#### 3.3.1 Gronden en procedure
Nietigverklaring kan worden gevorderd door elke belanghebbende die door de geschonden norm wordt beschermd, en die niet heeft ingestemd met het besluit. De vordering moet worden ingesteld binnen zes maanden na de tegenwerpelijkheid van het besluit.
#### 3.3.2 Vormelijke nietigheidsgronden
Deze betreffen formele gebreken zoals de oproeping, samenstelling van de vergadering of vergaderwijze. Nietigheid kan enkel worden ingeroepen indien de geschonden regel potentiële invloed had op het besluit, tenzij bedrieglijk opzet bewezen is. Dit geldt niet voor geschorste stemrechten buiten de wet. Het ontbreken van verplichte verslagen leidt tot automatische nietigheid.
#### 3.3.3 Materiële nietigheidsgronden
Deze omvatten de overschrijding van bevoegdheid (wanneer de AVA beslist over aangelegenheden die tot de bevoegdheid van andere organen behoren, of wanneer de inhoud van de beslissing onwettig is) en misbruik van bevoegdheid.
* **Misbruik van bevoegdheid:** Kan betrekking hebben op misbruik door de meerderheid (bv. bij uitgifte van nieuwe aandelen om minderheden te benadelen) of de minderheid (bv. weigeren van een kapitaalinjectie die het voortbestaan van de vennootschap verzekert, zonder goede reden). Beslissingen die kennelijk onredelijk zijn, kunnen worden aangevochten.
---
# Bijzondere vergaderingen en procedurele aspecten
Dit deel van de studiegids behandelt de specifieke soorten algemene vergaderingen (AVA's), de procedurele aspecten rondom deze vergaderingen, de rol van volmachten en stemafspraken, en de schorsing van stemrechten.
## 4. Algemene vergaderingen: soorten en hun rol
De feitelijke rol van de algemene vergadering (AVA) verschilt sterk per type vennootschap. Bij besloten vennootschappen wordt de AVA vaak als een formaliteit beschouwd, terwijl bij genoteerde vennootschappen de rol ervan de laatste jaren actiever is geworden, mede door de opkomst van institutionele beleggers en activistische aandeelhouders.
### 4.1 Bevoegdheden van de algemene vergadering
De AVA is enkel bevoegd voor die aangelegenheden die specifiek door de wet zijn voorbehouden, zoals:
* Het wijzigen van de statuten (kapitaalwijziging, voorwerpwijziging, ontbinding, etc.).
* Het goedkeuren van de jaarrekening.
* Het benoemen en ontslaan van bestuurders en commissarissen, en het verlenen van kwijting.
* De winstbestemming.
De AVA is *niet* bevoegd om individuele rechten van aandeelhouders te wijzigen.
### 4.2 Soorten algemene vergaderingen
De wet maakt onderscheid tussen:
* **Gewone AVA:** De jaarlijkse vergadering, gehouden op de in de statuten bepaalde datum, uur en plaats. De agenda omvat minstens de goedkeuring van de jaarrekening en kwijting van bestuurders.
* **Buitengewone AVA:** Elke andere AVA dan de gewone, vaak georganiseerd voor statutenwijzigingen. Vaak worden de gewone en buitengewone AVA samengevoegd.
* **Bijzondere AVA:** Specifiek voor genoteerde vennootschappen, bijvoorbeeld voor de goedkeuring van "change of control" clausules in contracten.
> **Tip:** Bij genoteerde vennootschappen zijn er specifieke, aanvullende regels die afwijken van de regels voor niet-genoteerde vennootschappen. Deze zijn doorgaans niet examen relevant, tenzij expliciet vermeld.
## 5. Procedurele aspecten van algemene vergaderingen
### 5.1 Deelnemers aan de algemene vergadering
Naast de aandeelhouders kunnen ook houders van winstbewijzen, converteerbare obligaties en inschrijvingsrechten de AVA bijwonen. Bestuurders en de commissaris (indien zijn verslag wordt besproken) zijn eveneens verplicht aanwezig te zijn. Andere personen mogen de AVA enkel bijwonen indien de AVA hiertoe beslist.
### 5.2 Communicatie tussen vennootschap en aandeelhouder
Communicatie kan verlopen via e-mail, website of per gewone post, afhankelijk van de vermelding in de oprichtingsakte of de instemming van de vennootschap. Voor genoteerde vennootschappen zijn e-mail en website verplicht.
### 5.3 Oproeping tot de algemene vergadering
De AVA kan worden bijeengeroepen door het bestuur, de commissaris, aandeelhouders die ten minste tien procent van de aandelen bezitten, of de vereffenaar. De oproeping bepaalt de agenda. Bij genoteerde vennootschappen kan een aandeelhouder die drie procent van de aandelen bezit, toevoeging van een agendapunt eisen.
**Vorm van de oproeping:**
* Per e-mail of brief bij vennootschappen met enkel naamsaandelen.
* Bij vennootschappen met gedematerialiseerde effecten: daarnaast in het Belgisch Staatsblad en een nationaal verspreid blad (niet voor gewone AVA).
* Op de website van de vennootschap.
**Oproepingstermijn:** Minimaal vijftien dagen voor de AVA. Voor een tweede AVA geldt een termijn van tien dagen.
**Agenda:** Moet voldoende duidelijk zijn. Bij statutenwijzigingen of besluitenvoorstellen voor genoteerde vennootschappen, dient de voorgestelde tekst of het besluit meegegeven te worden. Beraadslaging buiten de agendapunten is in principe niet toegestaan, tenzij de aandeelhouders unaniem akkoord gaan of er sprake is van dringende noodzaak.
### 5.4 Mededeling van verslagen
Afschriften van verslagen worden samen met de oproeping meegedeeld aan aandeelhouders, bestuurders en commissarissen. Andere belanghebbenden die aan toelatingsformaliteiten voldoen, ontvangen de stukken toegezonden of kunnen ze op de AVA zelf inkijken.
### 5.5 Deelname op afstand
Deelnemen aan de vergadering via een elektronisch communicatiemiddel is toegelaten, mits dit rechtstreekse en ononderbroken deelname en stemming mogelijk maakt. Deelnemers worden geacht aanwezig te zijn voor het quorum en de meerderheid. Het bureau van de vergadering moet echter steeds fysiek vergaderen.
### 5.6 Vraagrecht
Aandeelhouders hebben het recht om tijdens en voor de AVA mondeling en schriftelijk vragen te stellen aan het bestuur en de commissaris. Antwoorden kunnen geweigerd worden indien dit de vennootschap schade berokkent of vertrouwelijkheidsverbintenissen schendt.
### 5.7 Agenda van de jaarvergadering
De agenda van de gewone jaarvergadering omvat de goedkeuring van de jaarrekening en het jaarverslag (voor grote vennootschappen), en kwijting aan de bestuurders. De commissaris dient eveneens een controleverslag te maken voor grote vennootschappen, waarin een oordeel wordt gegeven over de getrouwheid van de jaarrekening.
### 5.8 Verdagingsrecht
Het bestuur kan een vergadering die bijeen is, steeds verdagen. De reeds genomen besluiten blijven geldig.
### 5.9 Notulen
Notulen zijn verplicht en moeten de taalwetgeving respecteren. Bij eenhoofdige vennootschappen wordt een register met besluiten bijgehouden.
### 5.10 Schriftelijke algemene vergadering
Beslissingen kunnen schriftelijk worden genomen indien alle vennoten met deze werkwijze akkoord gaan en de beslissingen unaniem worden genomen. Dit is niet mogelijk voor beslissingen die een authentieke akte vereisen. Deze procedure is met name interessant voor besloten vennootschappen.
> **Tip:** De unanimiteitsvereiste voor schriftelijke AVA's is praktisch enkel haalbaar voor vennootschappen met minder dan tien vennoten.
## 6. Volmachten en stemafspraken
### 6.1 Volmacht
Volmachten zijn toegelaten en kunnen blanco worden gegeven. De statuten kunnen bepalen dat enkel andere aandeelhouders als lasthebber mogen optreden. De volmacht kan onderhands worden verleend, tenzij de aandeelhouder een inbreng doet die authentiek moet worden vastgelegd. Volmachtenwerving ("proxy solicitation") is toegelaten, vooral voor genoteerde vennootschappen.
### 6.2 Schorsing van stemrecht
Bij aandelen in onverdeeldheid kan de vennootschap het stemrecht schorsen tot een stemgerechtigde is aangeduid. Dit geldt ook voor huwelijksgemeenschappen. Bij vruchtgebruik komen alle rechten, inclusief het stemrecht, toe aan de vruchtgebruiker, tenzij de statuten anders bepalen.
### 6.3 Stemming en meerderheden
Stemmingen vinden plaats over agendapunten. Er geldt een amenderingsrecht op voorstellen, maar niet op de jaarrekening.
* **Basisregel:** Geen aanwezigheidsquorum vereist. Beslissingen worden genomen met een gewone meerderheid van de aanwezige en vertegenwoordigde stemmen. Onthoudingen en ongeldige stemmen worden buiten beschouwing gelaten.
* **Schorsing van stemrecht:** Aandelen met geschorst stemrecht of aandelen zonder stemrecht worden niet meegerekend bij de bepaling van het quorum of de meerderheid.
### 6.4 Statutenwijziging
Voor een statutenwijziging geldt een quorum van vijftig procent van het maatschappelijk kapitaal. Indien dit quorum niet wordt gehaald, is bij een tweede vergadering met dezelfde agenda geen quorum meer vereist. De beslissing vereist een meerderheid van 75% van de uitgebrachte stemmen. Deze beslissingen moeten notarieel worden vastgelegd.
### 6.5 Wijziging van voorwerp en omzetting
Voor de wijziging van het voorwerp van de vennootschap is een meerderheid van 4/5 van de stemmen vereist. Bij omzetting (wijziging van rechtsvorm) geldt eveneens een meerderheid van 4/5 van de stemmen, met een quorum van de helft van het kapitaal en de helft van de winstbewijzen.
### 6.6 Stemafspraken
Aandeelhouders kunnen stemafspraken maken die beperkt zijn in de tijd en steeds in het vennootschapsbelang moeten zijn. Het is verboden zich te binden tot de goedkeuring van voorstellen van een orgaan van de vennootschap. Stemmen op basis van een nietige overeenkomst leidt tot nietigheid van de AVA-beslissing, tenzij deze geen invloed had op het resultaat.
> **Tip:** Stemafspraken zijn geldig zolang ze beperkt zijn in tijd (maximaal vijftien jaar, best korter) of onbepaalde duur met opzegmogelijkheid, en steeds het vennootschapsbelang dienen.
### 6.7 Aard van het stemrecht
Het stemrecht kan in principe in eigenbelang worden gebruikt, maar rechtsmisbruik is mogelijk indien een aandeelhouder zich niet gedraagt overeenkomstig de eisen van de goede trouw en andere aandeelhouders opzettelijk schade berokkent.
### 6.8 Nietigverklaring van AVA-beslissingen
Beslissingen van de AVA kunnen nietig worden verklaard op basis van een limitatieve lijst van gronden, zowel procedurele als materiële. De vordering tot nietigverklaring moet ingesteld worden binnen zes maanden na de tegenwerpelijkheid van de beslissing.
* **Formele nietigheidsgronden:** Betreffen oproeping, samenstelling en vergaderwijze. Leiden enkel tot nietigheid indien er een potentiële invloed op het besluit was, tenzij bedrieglijk opzet bewezen is.
* **Materiële nietigheidsgronden:** Omvatten overschrijding van bevoegdheid, onbevoegdheid, misbruik van bevoegdheid (door meerderheid of minderheid), en kennelijk onredelijke beslissingen.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Algemene Vergadering (AVA) | Het hoogste orgaan van een vennootschap, bestaande uit aandeelhouders, dat beslissingen neemt over belangrijke vennootschapszaken die bij wet of statuten aan haar zijn voorbehouden. |
| Aandeelhouder | Een persoon of entiteit die eigenaar is van een of meer aandelen in een vennootschap, en daardoor bepaalde rechten en plichten heeft, waaronder het stemrecht in de algemene vergadering. |
| Bestuurders | Personen die belast zijn met het dagelijks beheer en de vertegenwoordiging van de vennootschap, en die verantwoording schuldig zijn aan de algemene vergadering van aandeelhouders. |
| Raad van Commissarissen | Een toezichthoudend orgaan binnen bepaalde vennootschapsvormen, dat toezicht houdt op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in de vennootschap. |
| Statuten | De grondwet van een vennootschap, waarin de belangrijkste regels voor de organisatie en de werking ervan zijn vastgelegd, zoals de naam, zetel, doel, kapitaal en bevoegdheden van de organen. |
| Jaarrekening | Een overzicht van de financiële toestand en de resultaten van een vennootschap over een bepaald boekjaar, bestaande uit de balans, de winst- en verliesrekening en de toelichting. |
| Kwijting | Het verlenen van décharge door de algemene vergadering aan de bestuurders en commissarissen, wat betekent dat deze organen worden ontheven van aansprakelijkheid voor hun beleid gedurende het afgelopen boekjaar. |
| Statutenwijziging | Een beslissing van de algemene vergadering om de statuten van de vennootschap aan te passen, wat doorgaans vereist dat aan specifieke quorum- en meerderheidseisen wordt voldaan. |
| Kapitaalwijziging | Een beslissing van de algemene vergadering met betrekking tot het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap, zoals een verhoging of verlaging ervan. |
| Ontbinding | Het beëindigen van de rechtspersoonlijkheid van een vennootschap, wat meestal leidt tot een vereffeningsprocedure waarbij de bezittingen worden te gelde gemaakt en de schulden worden betaald. |
| Vereffening | Het proces na de ontbinding van een vennootschap waarbij het vermogen wordt te gelde gemaakt en de schulden worden voldaan, met als doel het resterende batig saldo te verdelen onder de aandeelhouders. |
| Gewone AVA | De jaarlijkse algemene vergadering die verplicht is te worden gehouden, met als minimumagendapunten de goedkeuring van de jaarrekening en de kwijting aan de bestuurders. |
| Buitengewone AVA | Elke algemene vergadering die niet de jaarlijkse gewone vergadering is, vaak bijeengeroepen voor specifieke beslissingen zoals statutenwijzigingen. |
| Bijzondere AVA | Een specifieke vorm van algemene vergadering die in het Belgisch recht enkel geldt voor naamloze vennootschappen (NV) en vereist is voor de goedkeuring van bepaalde clausules, zoals "change of control" clausules. |
| Change of Control clausule | Een bepaling in een contract, vaak een leningsovereenkomst, die bepaalt dat bepaalde verplichtingen moeten worden nagekomen of dat de overeenkomst eindigt wanneer de controle over de vennootschap verandert. |
| Quorum | Het minimum aantal stemmen of vertegenwoordigd kapitaal dat aanwezig of vertegenwoordigd moet zijn op een algemene vergadering om rechtsgeldige beslissingen te kunnen nemen. |
| Meerderheid | Het aantal stemmen dat nodig is om een beslissing te kunnen nemen; dit kan een gewone meerderheid (helft plus één) of een gekwalificeerde meerderheid (bv. 75%) zijn, afhankelijk van het onderwerp. |
| Nietigverklaring | Het ongeldig verklaren van een beslissing van de algemene vergadering door een rechter, omdat deze in strijd is met de wet of de statuten. |
| Rechtsmisbruik | Het uitoefenen van een recht op een wijze die kennelijk de grenzen te buiten gaat van wat redelijk en billijk is, vaak met de bedoeling om anderen te schaden. |
| Volmacht | Een schriftelijke machtiging die een aandeelhouder verleent aan een ander persoon om namens hem deel te nemen aan de algemene vergadering en te stemmen. |
| Stemafspraak | Een overeenkomst tussen aandeelhouders om hun stemmen te bundelen en gezamenlijk te beslissen hoe zij zullen stemmen over bepaalde agendapunten, met als doel hun invloed te vergroten. |
Cover
9vermogensbeschermingWVV2024.pptx
Summary
# Bescherming van schuldeisers bij winstuitkeringen en kapitaalvermindering
Dit onderwerp behandelt de wettelijke regels ter bescherming van schuldeisers bij winstuitkeringen en kapitaalverminderingen, met de nadruk op de uitkeringstesten, kapitaalbescherming en de rol van het netto-actief.
## 1. Bescherming van schuldeisers bij winstuitkeringen en kapitaalvermindering
Aandeelhouders wensen op termijn het door hen ingebrachte kapitaal en de behaalde winsten uit de vennootschap te halen, wat kan gebeuren via winstuitkeringen, inkoop van eigen aandelen, kapitaalvermindering, uitkering van ingebracht eigen vermogen, of uittreding van aandeelhouders. Schuldeisers daarentegen wensen dat de activa binnen de vennootschap blijven om hun vorderingen te waarborgen. De wetgever beschermt schuldeisers door middel van vermogensvormingsregels en uitkeringsbeperkingen, waaronder uitkeringstesten en een verzetsrecht bij reële kapitaalvermindering. Dit vormt een conflict tussen de belangen van aandeelhouders en schuldeisers (agency conflict), met name bij besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, waar schuldeisers geen verhaal hebben op het privévermogen van aandeelhouders.
### 1.1 Kapitaalbescherming in de NV
Voor de Naamloze Vennootschap (NV) fungeert het kapitaal als een onuitkeerbaar eigen vermogen dat de beschikkingsvrijheid over de activa beperkt. Uitkeringen aan aandeelhouders zijn niet toegestaan indien de waarde van de activa lager is dan het kapitaalbedrag, of indien dit erdoor zou dalen. Kapitaalvermindering is enkel mogelijk via een verzwarende procedure waarbij schuldeisers een verzetsrecht hebben. Het kapitaal wordt in de balans gepresenteerd aan de passiefzijde en is geen onderpand dat schuldeisers kunnen blokkeren, maar de WVV bevat regels die van het kapitaalconcept gebruikmaken ter bescherming van schuldeisers.
* **Balanstest (artikel 7:212 WVV):** Een uitkering is niet toegestaan indien het netto-actief lager is dan het kapitaalbedrag.
* **Alarmbelprocedure (artikel 7:228 WVV):** Wanneer het netto-actief daalt tot onder de helft van het kapitaal, dient de algemene vergadering van aandeelhouders (AVA) bijeengeroepen te worden om de toekomst van de vennootschap te bespreken.
* **Kapitaalvermindering:** Kan enkel via een zware procedure met verzetsrecht voor schuldeisers.
#### 1.1.1 Netto-actief
Het netto-actief (NA) is een centraal concept in de kapitaalbeschermingsregels. Het wordt berekend als het totaal actief minus het vreemd vermogen, wat neerkomt op het eigen vermogen. Het eigen vermogen omvat het kapitaal, ingebracht eigen vermogen, uitgiftepremies, reserves (beschikbaar en onbeschikbaar), overgedragen winsten, en min overgedragen verliezen. Een positief netto-actief geeft aan dat de activa meer waard zijn dan de schulden en duidt op een grotere buffer voor schuldeisers.
### 1.2 Winstbestemming
De bestemming van de winst wordt voorgesteld door het bestuur en goedgekeurd door de AVA, rekening houdend met statutaire bepalingen zoals een reserveringsplicht. Bij NV's geldt bovendien een wettelijke reserve van 5% van de jaarwinst tot er 10% van het kapitaal is gereserveerd.
#### 1.2.1 Mogelijke bestemmingen van winst
* **Dividenden:** Uitkeringen aan aandeelhouders.
* **Tantièmes:** Bezoldiging van bestuurders uit de winst.
* **Reserves:**
* **Beschikbaar:** Altijd uitkeerbaar door een latere AVA.
* **Onbeschikbaar:** Niet uitkeerbaar door de AVA, tenzij statutair onbeschikbare reserves na statutenwijziging beschikbaar worden gemaakt. Wettelijk onbeschikbare reserves (zoals de wettelijke reserve, reserve voor inkoop eigen aandelen, of reserve voor financiële assistentie) kunnen nooit worden uitgekeerd.
* **Over te dragen winst:** Winst die wordt meegenomen naar het volgende boekjaar.
#### 1.2.2 Regulier en interimdividend
* **Regulier dividend:** Normaal gesproken uitgekeerd na goedkeuring van de jaarrekening, uit de winst van het vorige boekjaar.
* **Tussentijds dividend:** De AVA kan op elk moment terugkomen op eerdere reserveringsbeslissingen en winsten uitkeren die in een eerder boekjaar zijn gemaakt, zelfs als deze eerder voor reservering waren bestemd.
* **Interimdividend:** Winsten van het lopende boekjaar en overgedragen winsten kunnen door het bestuur worden uitgekeerd indien de statuten dit machtigen (artikel 7:213 WVV voor NV's, artikel 5:141 e.v. WVV voor BV's). Voor NV's geldt dat de AVA geen winst van het lopende boekjaar mag uitkeren, enkel het bestuur mag dit mits statutaire machtiging. Voor BV's en CV's gelden soepelere regels, waarbij de wet zelf de mogelijkheid biedt aan het bestuur om winst van het lopende boekjaar uit te keren, zonder dat hiervoor statutaire machtiging nodig is.
### 1.3 Uitkeringstesten
Een winstuitkering is enkel toegestaan indien de vennootschap slaagt voor de balanstest en de liquiditeitstest.
#### 1.3.1 Balanstest
* **Algemeen:** Geen uitkering indien het eigen vermogen negatief is of daardoor negatief zou worden, of indien het resterende eigen vermogen lager zou worden dan de onbeschikbare reserves. Herwaarderingsmeerwaarden zijn nooit uitkeerbaar.
* **NV (artikel 7:212 WVV):** Geen uitkering indien het netto-actief (eigen vermogen) lager is dan het kapitaal plus de onbeschikbare reserves. Indien er overgedragen verliezen zijn, moeten deze eerst van de winst worden afgetrokken bij de berekening van de balanstest. Het positieve verschil tussen het netto-actief en kapitaal + onbeschikbare reserves is het maximaal uitkeerbare bedrag.
> **Voorbeeld:** Een NV heeft een netto-actief van 500.000 euro, een kapitaal van 100.000 euro en 300.000 euro aan onbeschikbare reserves. De vennootschap mag maximaal 100.000 euro aan winst uitkeren (500.000 - 100.000 - 300.000). Indien er 1 miljoen euro overgedragen verlies was en er 1,2 miljoen euro winst werd gemaakt, is er netto 200.000 euro winst, waarvan maximaal 200.000 euro mag worden uitgekeerd, na aftrek van het verlies.
* **BV (artikel 5:142 WVV):** Geen uitkering indien het eigen vermogen negatief is of daardoor zou worden, of indien het resterende eigen vermogen lager zou worden dan de onbeschikbare reserves.
* **Uitgangspunt:** De balanstest wordt toegepast op basis van de laatst goedgekeurde jaarrekening. Echter, bij tussentijdse of interimdividenden is het bestuur verplicht een meer recente staat van activa en passiva te verkrijgen. Herwaarderingsmeerwaarden zijn niet uitkeerbaar.
#### 1.3.2 Liquiditeitstest (solvency test)
* **Algemeen:** De uitkering heeft pas uitwerking nadat het bestuur vaststelt dat de vennootschap na de uitkering in staat zal blijven om haar opeisbare schulden te voldoen gedurende ten minste de komende 12 maanden, rekening houdend met redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen.
* **BV/CV (artikel 5:143 WVV):** Een bestuursverslag over de test is verplicht, maar dient niet openbaar gemaakt te worden. Indien er een commissaris is, controleert deze de financiële en boekhoudkundige gegevens in het verslag en vermeldt dit in zijn controleverslag.
* **NV:** Hoewel niet expliciet wettelijk geformaliseerd in de wetstekst, kan de liquiditeitstest ook bij de NV worden toegepast op basis van de algemene zorgvuldigheidsplicht van het bestuur. Een cassatiearrest uit 2024 bevestigt dat het achterwege laten van deze test een grove bestuursfout kan zijn.
> **Tip:** De liquiditeitstest moet zo dicht mogelijk bij de feitelijke uitkering van de winst worden uitgevoerd, omdat dit het recht (en soms de plicht) geeft om tegen de AVA in te gaan en de winst niet uit te betalen indien de liquiditeitspositie in gevaar komt.
#### 1.3.3 Onterechte uitkeringen
Indien een uitkering in strijd is met de balanstest of liquiditeitstest, kan het bestuur de uitkering terugvorderen.
* **BV/CV:** Terugvordering is mogelijk, ongeacht de goede of kwade trouw van de aandeelhouder.
* **NV:** Terugvordering vereist kwade trouw van de aandeelhouder (de aandeelhouder wist dat de uitkering onterecht was).
* **Bestuurdersaansprakelijkheid:** Bestuurders zijn aansprakelijk tegenover de vennootschap en derden indien zij wisten of behoorden te weten dat de vennootschap na de uitkering kennelijk niet meer in staat zou zijn haar schulden te betalen.
### 1.4 Behandeling van verliezen
* **Geringe verliezen:** Worden overgedragen naar het volgende boekjaar. De Raad van Bestuur (RvB) bewaakt de continuïteit gedurende minimaal 12 maanden en verantwoordt zich in het jaarverslag indien er twee opeenvolgende jaren verlies is.
* **Discontinuïteit:** Indien de vennootschap haar opeisbare schulden niet meer kan betalen in de komende 12 maanden, moet het bestuur maatregelen nemen (sanering, stopzetting activiteiten, aangifte van faillissement of ontbinding).
* **Alarmbelprocedure NV (artikel 7:228 WVV):** Wanneer het netto-actief minder bedraagt dan 50% van het geplaatste kapitaal, moet de AVA binnen twee maanden bijeenkomen om voorstellen tot herstructurering te bespreken, met ontbinding als mogelijke agenda-item. Indien 25% van de stemmen voor ontbinding stemt, wordt de vennootschap ontbonden.
* **Alarmbelprocedure BV (artikel 5:153 WVV):** Geldt wanneer het netto-actief negatief dreigt te worden, of wanneer niet langer vaststaat dat de vennootschap gedurende 12 maanden aan haar opeisbare schulden kan voldoen. Deze procedure kan slechts één keer per 12 maanden worden toegepast.
### 1.5 Kapitaalvermindering (enkel relevant bij NV)
Kapitaalvermindering is een manier om activa uit de vennootschap te halen, wat een reële impact heeft op de schuldeisersbescherming.
#### 1.5.1 Soorten kapitaalvermindering
* **Reële kapitaalvermindering:** Leidt tot een daling van het netto-actief (bv. terugstorting aan aandeelhouders, vrijstelling volstortingsplicht). Dit geeft schuldeisers een verzetsrecht.
* **Formele kapitaalvermindering:** Leidt niet tot een daling van het netto-actief (bv. toevoeging aan reserves, verwerking van verliezen). Hierbij is er geen verzetsrecht voor schuldeisers.
#### 1.5.2 Methoden van kapitaalvermindering
1. **Terugstorting aan aandeelhouders:** Activa worden uitbetaald aan aandeelhouders.
2. **Vrijstelling volstortingsplicht:** De vennootschap doet afstand van haar recht op verdere inbreng door aandeelhouders.
3. **Toevoeging aan reserves:** Een deel van het kapitaal wordt omgezet in reserves.
4. **Verwerking van verliezen:** Boekhoudkundige operatie om overgedragen verliezen af te trekken van het kapitaal (balanssanering).
#### 1.5.3 Gemeenschappelijke kenmerken
* Altijd een statutenwijziging (75% meerderheid vereist).
* Doel en werkwijze moeten vermeld worden in de oproeping voor de AVA.
* Gelijkheid onder aandeelhouders moet worden gerespecteerd (proportionele behandeling).
* Kapitaal mag niet onder het wettelijk minimum (61.500 euro voor NV) dalen, tenzij dit direct gevolgd wordt door een kapitaalverhoging.
#### 1.5.4 Verzetsrecht van schuldeisers (artikel 7:209 WVV)
Bestaande schuldeisers met een nog niet opeisbare vordering kunnen verzet aantekenen binnen twee maanden na bekendmaking van het besluit in het Belgisch Staatsblad. Zolang de verzetstermijn loopt of er geen akkoord is met de schuldeiser, mag de kapitaalvermindering niet worden uitgevoerd.
#### 1.5.5 Kapitaalvermindering met verliesverwerking
Verliezen worden weggeschrapt tegen het kapitaal om de balans te saneren, vaak ter voorbereiding op een kapitaalverhoging door een investeerder (accordeonoperatie). Hierbij is geen verzetsrecht voor schuldeisers, omdat het netto-actief niet daalt. Beperkingen gelden met betrekking tot het maximaal weg te schrappen bedrag, met name 10% van het geplaatste kapitaal na de vermindering. Deze operatie kan leiden tot een tijdelijke verlaging onder het minimumkapitaal, maar krijgt pas effect na een kapitaalverhoging tot het minimum.
### 1.6 Inkoop van eigen aandelen
Inkoop van eigen aandelen is een alternatieve wijze om geld uit de vennootschap te halen en is onderworpen aan dezelfde uitkeringstesten als dividenduitkeringen. Dit is mogelijk in NV's en BV's, maar niet in CV's.
#### 1.6.1 Voorwaarden (artikel 7:215 WVV voor NV)
* Machtiging van de AVA (zoals bij statutenwijziging), geldig voor maximaal vijf jaar bij NV's.
* Prijsvork moet worden vermeld.
* Geen machtiging nodig indien de aandelen voor personeel worden ingekocht en binnen 12 maanden worden doorgegeven.
* Enkel met uitkeerbare middelen (volgens de uitkeringstesten).
* Enkel volgestorte aandelen.
* Gelijk aanbod aan alle aandeelhouders, tenzij unaniem anders beslist.
#### 1.6.2 Redenen voor inkoop
* Fiscaal voordeliger dan dividenduitkering.
* Om een aandeelhouder te laten uitstappen.
* Bij genoteerde vennootschappen: om de koers te ondersteunen of als verweer tegen vijandige overnamebod.
#### 1.6.3 Behandeling van ingekochte aandelen
De ingekochte, niet vernietigde aandelen worden als actief op de balans geboekt aan de aanschafwaarde, en er wordt een onbeschikbare reserve aangelegd ten belope van de aankoopprijs. Het stemrecht van deze aandelen is geschorst. Bij doorverkoop is opnieuw een AVA-goedkeuring met statutaire meerderheid vereist. Vernietiging van de aandelen kan gebeuren, waarbij de kosten kunnen worden aangerekend op het kapitaal of de reserves. Schending van de inkoopregels leidt tot automatische vernietiging van de aandelen.
### 1.7 Financiële assistentie
Dit betreft verrichtingen waarbij een vennootschap leningen, voorschotten of zekerheden verstrekt aan een derde met de bedoeling dat deze derde aandelen in de vennootschap verwerft.
#### 1.7.1 Huidige regeling
Financiële assistentie is toegestaan mits:
* Machtiging van de AVA met statutair quorum en meerderheid.
* Enkel met uitkeerbare middelen.
* Aanleggen van een onbeschikbare reserve voor het bedrag van de steunverlening.
* Het bestuur dient een verslag op te stellen over de verantwoordelijkheid en het financiële risico voor de vennootschap.
#### 1.7.2 Uitzonderingen
Geen machtiging van de AVA nodig wanneer de begunstigde een personeelslid is van de steunverlenende vennootschap, bijvoorbeeld in het kader van aandelenoptieplannen. De uitkeringsregels en de reserve-regel moeten wel steeds gerespecteerd worden.
> **Tip:** In de praktijk worden de regels rond financiële assistentie soms omzeild, bijvoorbeeld door een dochtervennootschap leningen te laten aangaan of door de terugbetaling van een lening te financieren via een superdividend van de doelwitvennootschap. Het uitkeren van dividenden valt echter niet onder financiële assistentie.
---
# Resultaatsbestemming en uitkeringsmogelijkheden
Hieronder volgt een gedetailleerde studiehandleiding over "Resultaatsbestemming en uitkeringsmogelijkheden".
## 2. Resultaatsbestemming en uitkeringsmogelijkheden
Dit onderdeel behandelt de verwerking van winsten en verliezen binnen een vennootschap en de diverse mogelijkheden voor winstuitkeringen, inclusief de specifieke regels voor NV's en BV's/CV's.
### 2.1 De verwerking van winst en verlies
Na afloop van het boekjaar wordt de jaarrekening opgesteld, die zowel de balans (activa en passiva) als de resultatenrekening (opbrengsten en kosten) omvat. Indien de opbrengsten de kosten overschrijden, resulteert dit in winst. De vennootschap moet vervolgens beslissen hoe deze winst wordt bestemd.
#### 2.1.1 Beslissingsbevoegdheid en voorstel
Het bestuur stelt de jaarrekening op en formuleert een voorstel voor de winstbestemming. Dit voorstel wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de algemene vergadering van aandeelhouders (ava). De ava kan het voorstel goedkeuren of afkeuren, maar kan in essentie geen amenderingen aanbrengen.
#### 2.1.2 Mogelijkheden voor winstbestemming
De ava heeft, gebonden door eventuele statutaire bepalingen (zoals een reserveringsplicht), de volgende drie hoofdopties voor de bestemming van de winst:
1. **Reserveren van winst:** Winst kan worden toegevoegd aan reserves. Deze reserves kunnen beschikbaar of onbeschikbaar zijn.
* **Beschikbare reserves:** Deze zijn steeds uitkeerbaar door een latere ava.
* **Onbeschikbare reserves:** Deze zijn niet direct uitkeerbaar door de ava. Statutair onbeschikbare reserves kunnen wel uitkeerbaar gemaakt worden mits een statutenwijziging. Wettelijk onbeschikbare reserves, zoals de wettelijke reserve bij een NV, kunnen nooit worden uitgekeerd.
2. **Uitkeren van winst:** Dit kan in de vorm van dividenden (aan aandeelhouders) of tantièmes (als bestuurdersbezoldiging direct uit de winst).
3. **Overdragen van winst:** De winst kan gewoon worden overgedragen naar het volgende boekjaar.
#### 2.1.3 De wettelijke reserve bij NV's
Bij naamloze vennootschappen (NV's) geldt een specifieke wettelijke reserve: 5% van de jaarwinst moet worden gereserveerd totdat deze reserve 10% van het geplaatste kapitaal van de NV bedraagt. Dit is een onuitkeerbare reserve die de ava niet kan aanwenden voor dividenduitkeringen.
#### 2.1.4 Tantièmes
Tantièmes vertegenwoordigen een deel van de bestuurdersbezoldiging dat rechtstreeks uit de winst wordt genomen, in plaats van uit de algemene middelen van de vennootschap.
### 2.2 Uitkeringen aan aandeelhouders
Aandeelhouders willen uiteindelijk het geïnvesteerde kapitaal en de behaalde winsten uit de vennootschap halen. Dit kan via winstuitkeringen, inkoop van eigen aandelen of kapitaalvermindering. Schuldeisers daarentegen willen dat activa in de vennootschap blijven om hun vorderingen te dekken. De wetgever beschermt schuldeisers door middel van uitkeringsbeperkingen.
#### 2.2.1 Algemene uitkeringsprincipes
Uitkeringen mogen enkel plaatsvinden indien de vennootschap er financieel gezond voor staat. Dit wordt getoetst aan de hand van uitkeringstesten.
#### 2.2.2 Reguliere en tussentijdse/interim-dividenden
* **Regulier dividend:** Normaal gesproken wordt dividend uitgekeerd na goedkeuring van de jaarrekening door de ava, uit de winst van het voorgaande boekjaar.
* **Tussentijds dividend (NV):** De ava mag op elk moment terugkomen op eerdere winstbestemmingsbeslissingen en winst uitkeren, ook al was deze initieel gereserveerd. Dit kan ook winst van het vorige boekjaar betreffen, zolang de jaarrekening daarover nog niet is goedgekeurd.
* **Interim-dividend (NV, BV, CV):** Winst van het lopende boekjaar kan, mits statutaire machtiging, door het bestuur worden uitgekeerd als interim-dividend. Voor NV's geldt dat de ava hier nooit toe kan beslissen, enkel het bestuur mits machtiging. Bij BV's en CV's is dit soepeler: de wet voorziet in de mogelijkheid dat de ava ook winst van het lopende boekjaar kan uitkeren, zonder dat hiervoor een specifieke statutaire machtiging aan het bestuur vereist is.
> **Tip:** Het onderscheid tussen tussentijds en interim-dividend is cruciaal. Tussentijds dividend betreft winsten van reeds afgesloten boekjaren die op een ander moment dan de jaarlijkse ava worden uitgekeerd, op beslissing van de ava. Interim-dividend betreft winsten van het lopende, nog niet afgesloten boekjaar en kan, mits statutaire machtiging, door het bestuur worden uitgekeerd (bij BV's en CV's ook door de ava zonder statutaire machtiging).
#### 2.2.3 Uitkeringstesten
Alvorens tot een uitkering te besluiten, moet de vennootschap slagen voor de volgende testen:
##### 2.2.3.1 Balanstest
Deze test beoordeelt de financiële soliditeit op basis van de balans.
* **NV (art. 7:212):** Geen winstuitkering indien het netto-actief (totaal activa min vreemd vermogen) lager is dan het gestorte en opgevraagde kapitaal plus de onbeschikbare reserves, of hierdoor zou dalen. Het positieve verschil tussen het netto-actief en het kapitaal plus onbeschikbare reserves is het maximaal uitkeerbare bedrag. Overgedragen verliezen moeten eerst van de winst worden afgetrokken alvorens de balanstest toe te passen.
* *Voorbeeld:* Een NV heeft een netto-actief van €500.000, een kapitaal van €100.000 en €300.000 aan onbeschikbare reserves. Het maximaal uitkeerbare bedrag is dan €500.000 - (€100.000 + €300.000) = €100.000.
* **BV (art. 5:142):** Geen winstuitkering indien het eigen vermogen negatief is of negatief zou worden door de uitkering, of indien het resterende eigen vermogen lager zou worden dan de onbeschikbare reserves. Onbeschikbare reserves mogen dus nooit worden uitgekeerd.
* **Algemeen:** De balanstest wordt toegepast op basis van de laatst goedgekeurde jaarrekening. Het bestuursorgaan mag echter een recentere staat van activa en passiva nemen indien dit de financiële toestand nauwkeuriger weergeeft. Herwaarderingsmeerwaarden op vaste activa zijn niet uitkeerbaar zolang ze niet gerealiseerd zijn.
##### 2.2.3.2 Liquiditeitstest (solvency test)
Deze test, voornamelijk geformaliseerd in de wet voor BV's en CV's (art. 5:143), beoordeelt of de vennootschap na de uitkering haar schulden kan blijven voldoen naarmate ze opeisbaar worden, geraamd over minstens 12 maanden, rekening houdend met redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen.
* Hoewel niet altijd wettelijk geformaliseerd voor NV's, is een controle van de liquiditeitspositie door het bestuur verplicht op basis van de algemene zorgvuldigheidsplicht. Een niet-uitvoerbare liquiditeitstest kan voor bestuurders van een NV leiden tot aansprakelijkheid wegens kennelijk grove fout, zoals bevestigd in rechtspraak.
* Het bestuur dient een verslag op te maken over de liquiditeitstest, dat niet publiek bekendgemaakt hoeft te worden. Bij aanwezigheid van een commissaris wordt dit nazicht in het controleverslag opgenomen.
> **Tip:** De liquiditeitstest is cruciaal omdat de balanstest enkel de omvang van het eigen vermogen toetst, niet de daadwerkelijke beschikbare cash. Een vennootschap kan solvabel zijn op papier maar toch onvoldoende liquide middelen hebben om directe schulden te betalen.
#### 2.2.4 Onterechte uitkeringen
Indien een uitkering onterecht is (in strijd met de balanstest of liquiditeitstest), kan het bestuur de uitkering terugvorderen van de aandeelhouder.
* **BV/CV:** Terugvordering is mogelijk, ongeacht de goede of kwade trouw van de aandeelhouder.
* **NV:** Terugvordering vereist de kwade trouw van de aandeelhouder (de aandeelhouder wist dat de uitkering onterecht was).
Bestuurders kunnen aansprakelijk worden gesteld tegenover de vennootschap en derden indien zij wisten of behoorden te weten dat de vennootschap na de uitkering niet meer in staat zou zijn haar schulden te betalen.
### 2.3 Omgaan met verliezen
#### 2.3.1 Geringe verliezen
Geringe verliezen moeten worden overgedragen naar het volgende boekjaar. De raad van bestuur (RvB) moet de continuïteit van de vennootschap waarborgen voor een periode van minimaal 12 maanden en dit toelichten in het jaarverslag, zeker bij twee opeenvolgende jaren van verlies.
#### 2.3.2 Alarmbelprocedure NV (art. 7:228)
Wanneer het netto-actief van een NV als gevolg van verliezen minder bedraagt dan 50% van het geplaatste kapitaal, treedt de alarmbelprocedure in werking.
* De ava moet binnen twee maanden bijeenkomen op initiatief van de RvB.
* De RvB legt voorstellen voor om de toestand recht te zetten (bijvoorbeeld sanering, stopzetten activiteiten).
* Ontbinding van de vennootschap kan op de agenda staan. De vennootschap wordt ontbonden indien 25% van de stemmen voor ontbinding stemt.
* Bij een kapitaalverlies van 75% (netto-actief lager dan een kwart van het kapitaal) kan elke belanghebbende de ontbinding vorderen.
#### 2.3.3 Alarmbelprocedure BV (art. 5:153)
Een gelijkaardige procedure geldt voor BV's. Deze wordt geactiveerd wanneer:
* Het netto-actief negatief dreigt te worden.
* Het niet langer zeker is dat de vennootschap gedurende 12 maanden haar opeisbare schulden kan betalen.
* Deze procedure kan maximaal één keer per 12 maanden worden toegepast.
### 2.4 Kapitaalvermindering (enkel relevant bij NV)
Kapitaalvermindering is een procedure om het kapitaal van een NV te verlagen. Aangezien het kapitaal een belangrijke bescherming biedt aan schuldeisers, is deze procedure streng gereguleerd. Kapitaalvermindering vereist steeds een statutenwijziging (75% meerderheid ava).
#### 2.4.1 Soorten kapitaalvermindering
* **Reële kapitaalvermindering:** Gaat gepaard met de uitkering van activa aan aandeelhouders (bv. terugstorting kapitaal) of vrijstelling van volstortingsplicht. Schuldeisers hebben hierbij een verzetsrecht.
* **Formele kapitaalvermindering:** Verlaagt het kapitaalbedrag op de balans zonder dat er activa de vennootschap verlaten (bv. omzetting in reserves, verliesverwerking). Schuldeisers hebben hierbij geen verzetsrecht.
#### 2.4.2 Werkwijzen kapitaalvermindering
1. **Terugstorting aan aandeelhouders:** Activa worden uitbetaald aan aandeelhouders (reële kapitaalvermindering).
2. **Vrijstelling volstortingsplicht:** Aandeelhouders worden vrijgesteld van het nog niet volgestorte deel van hun inbreng (reële kapitaalvermindering).
3. **Toevoeging aan reserves:** Een deel van het kapitaal wordt omgezet in (on)beschikbare reserves. De activa blijven binnen de vennootschap (formele kapitaalvermindering).
4. **Verwerking van verliezen:** Overgedragen verliezen worden afgetrokken van het kapitaal op de balans. Dit kan leiden tot een negatief netto-actief, maar het is primair een boekhoudkundige sanering. Dit is een formele kapitaalvermindering.
#### 2.4.3 Gemeenschappelijke kenmerken kapitaalvermindering
* Vereist steeds een statutenwijziging.
* Het doel en de werkwijze moeten vermeld worden in de oproeping voor de ava.
* De gelijkheid onder aandeelhouders moet worden gerespecteerd (proportionele behandeling), tenzij unaniem anders besloten.
* Het kapitaal mag niet onder het wettelijk minimum van €61.500 komen, tenzij de kapitaalvermindering voor verliesverwerking direct gevolgd wordt door een kapitaalverhoging om het minimumkapitaal te herstellen.
#### 2.4.4 Verzetsrecht schuldeisers (art. 7:209)
Bestande, maar nog niet opeisbare vorderingen van schuldeisers worden beschermd. Zij hebben twee maanden vanaf de bekendmaking van het besluit in het Belgisch Staatsblad om verzet aan te tekenen. Zolang de verzetstermijn loopt of er verzet is en er geen akkoord is, mag de kapitaalvermindering niet worden uitgevoerd.
#### 2.4.5 Kapitaalvermindering met verliesverwerking
Verliezen worden weggeschrapt tegen het kapitaal om de balans te saneren. Dit kan ook voor voorzienbare verliezen, met beperkingen (maximaal 10% van het geplaatste kapitaal na vermindering mag worden weggeschrapt). Deze operatie, vaak een "accordeonoperatie" genoemd, bereidt de weg voor een investeerder die een kapitaalinjectie doet.
### 2.5 Inkoop van eigen aandelen
Inkoop van eigen aandelen is een alternatieve manier om geld uit de vennootschap te halen, mogelijk in NV's en BV's, maar niet in CV's. Het is onderworpen aan dezelfde uitkeringstesten als dividenden en wordt fiscaal vaak gelijkgesteld met dividenduitkeringen.
#### 2.5.1 Voorwaarden voor inkoop (art. 7:215 voor NV)
* **Machtiging ava:** Vereist een beslissing van de ava met een meerderheid zoals bij statutenwijziging. Voor NV's is deze machtiging maximaal vijf jaar geldig.
* **Prijsvork:** De machtiging moet een prijsvork (minimum- en maximumprijs per aandeel) bevatten.
* **Uitzondering op machtiging:** Niet vereist indien de inkoop gebeurt met het oog op doorverkoop aan personeel binnen 12 maanden.
* **Uitkeerbare middelen:** De inkoop mag enkel gefinancierd worden met middelen die ook voor dividenduitkeringen in aanmerking komen (dus na slagen voor uitkeringstesten).
* **Volgestorte aandelen:** Enkel volgestorte aandelen kunnen worden ingekocht.
* **Gelijk aanbod:** De inkoop moet een gelijk aanbod inhouden aan alle aandeelhouders, tenzij unaniem anders besloten is (bv. om een aandeelhouder te laten uittreden).
#### 2.5.2 Redenen voor inkoop
* Fiscaal voordeliger regime dan dividenduitkering (historisch).
* Mogelijkheid voor aandeelhouders om uit te treden.
* Bij beursgenoteerde vennootschappen: koersondersteuning, verweer tegen vijandige overnamebod (door de koers op te drijven).
#### 2.5.3 Gevolgen van inkoop
* **Actiefzijde:** Ingekochte aandelen worden aan de aanschafwaarde op de actiefzijde geboekt onder de post "eigen aandelen".
* **Passiefzijde:** Er moet een onbeschikbare reserve worden aangelegd ten belope van de aankoopprijs.
* **Stemrecht:** Het stemrecht van ingekochte aandelen is geschorst.
* **Dividenden:** Op ingekochte aandelen vervallen de dividenden.
* **Vernietiging:** Ingekochte aandelen die niet vernietigd worden, kunnen worden geteld op de balans als een minder waardevol actief voor schuldeisers. Indien de regels van inkoop worden geschonden, worden de aandelen automatisch vernietigd. Vernietiging kan ten laste van het kapitaal of de reserves gaan.
### 2.6 Financiële bijstand (financial assistance)
Financiële bijstand is een verrichting waarbij een vennootschap leningen, voorschotten of zekerheden verstrekt aan een derde met het oog op de verwerving van aandelen in diezelfde vennootschap.
#### 2.6.1 Huidige regeling
Financiële bijstand is toegestaan onder voorwaarden:
* **Machtiging ava:** Vereist een beslissing van de ava met een statutair quorum en meerderheid.
* **Uitkeerbare middelen:** Het bedrag van de steunverlening mag niet meer bedragen dan wat als dividend uitgekeerd zou kunnen worden (getoetst via balanstest en liquiditeitstest).
* **Bestuursverslag:** Het bestuur van de steunverlenende vennootschap moet een verslag opmaken over de verantwoording en het financiële risico voor de vennootschap.
#### 2.6.2 Uitzonderingen
De uitkeringsregels en reserveverplichtingen gelden niet wanneer de begunstigden personeelsleden zijn (werknemers, zelfstandige managers, managementvennootschappen). In dat geval is geen machtiging van de ava nodig.
#### 2.6.3 Praktijk
In de praktijk wordt de financiële bijstand soms omzeild, bijvoorbeeld door de koper van aandelen een lening te laten aangaan en deze terug te laten betalen via een superdividend van de doelvennootschap. De uitkering van dividenden valt buiten de regels van financiële bijstand omdat dividenden niet terugvorderbaar zijn.
---
# Kapitaalvermindering en inkoop van eigen aandelen
Dit deel van de studiegids behandelt de procedures en juridische implicaties van kapitaalvermindering en de inkoop van eigen aandelen door naamloze vennootschappen (NV's) en besloten vennootschappen (BV's), met specifieke aandacht voor de bescherming van schuldeisers en de rol van de algemene vergadering (AVA).
## 3. Kapitaalvermindering en inkoop van eigen aandelen
Aandeelhouders streven ernaar om geld uit de vennootschap te halen. Dit kan onder meer door winstuitkeringen, inkoop van eigen aandelen en kapitaalvermindering. Schuldeisers daarentegen wensen dat activa in de vennootschap blijven om hun vorderingen te waarborgen. De wetgever beschermt schuldeisers via uitkeringsbeperkingen, zoals uitkeringstests en het verzetsrecht bij kapitaalvermindering.
### 3.1 Beperkingen op winstuitkeringen en het concept netto-actief
De wet bevat regels die beperkingen opleggen aan de mate waarin winst mag worden uitgekeerd. Het concept "netto-actief" (NA) speelt hierbij een centrale rol. Het netto-actief wordt berekend als het totaal actief minus het vreemd vermogen. Het vertegenwoordigt dus het eigen vermogen. Een positief NA betekent dat de activa meer waard zijn dan de schulden, wat een buffer biedt voor schuldeisers.
#### 3.1.1 De balanstest
De balanstest is een cruciale toets die zowel voor NV's als BV's geldt en die bepaalt of winst mag worden uitgekeerd.
* **Balanstest NV (art. 7:212 WVV):** Er mag geen winstuitkering plaatsvinden als het netto-actief lager is dan het kapitaalbedrag, of als het door de uitkering lager zou worden. Het netto-actief moet groter zijn dan het gestorte kapitaal, plus eventuele opgevraagde kapitaal en de onbeschikbare reserves. Het positieve verschil tussen het netto-actief en deze posten is maximaal uitkeerbaar. Bij overgedragen verliezen moet dit verlies eerst van de winst worden afgetrokken alvorens de balanstest toe te passen.
> **Voorbeeld:** Een NV heeft een netto-actief van 500.000 euro en kapitaal plus onbeschikbare reserves van 400.000 euro. De vennootschap mag maximaal 100.000 euro uitkeren. Als er een overgedragen verlies van 200.000 euro is, en de winst van het lopende jaar is 300.000 euro, dan bedraagt het netto-actief na verliesverwerking 400.000 euro. Als kapitaal en onbeschikbare reserves 400.000 euro bedragen, is er geen uitkeerbare winst.
* **Balanstest BV (art. 5:142 WVV):** Bij een BV mag geen winstuitkering plaatsvinden indien het eigen vermogen negatief is, of negatief zou worden door de uitkering. Tevens mag het resterende eigen vermogen niet lager worden dan de onbeschikbare reserves.
#### 3.1.2 Liquiditeitstest (solvency test)
Naast de balanstest moet er ook een liquiditeitstest (ook wel solvabiliteitstest genoemd) worden uitgevoerd. Deze test, expliciet voorzien voor BV's en CV's (art. 5:143 WVV), maar impliciet ook van toepassing op NV's op basis van de algemene zorgvuldigheidsplicht van het bestuur, beoordeelt of de vennootschap na de uitkering haar opeisbare schulden nog kan voldoen over een periode van minstens twaalf maanden, rekening houdend met redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen.
> **Tip:** Hoewel de liquiditeitstest wettelijk is geformaliseerd voor BV's en CV's, heeft rechtspraak (Cassatie 2024) bevestigd dat het bestuur van een NV ook de cashpositie moet controleren om grove bestuursfouten te vermijden. Het bestuur moet hiervan een schriftelijk verslag opmaken, dat niet openbaar gemaakt hoeft te worden, maar wel bewaard moet blijven.
#### 3.1.3 Onterechte uitkeringen
Een onterechte uitkering, in strijd met de balanstest of liquiditeitstest, kan door het bestuur worden teruggevorderd van de aandeelhouder. Bij NV's is kwade trouw van de aandeelhouder vereist, terwijl dit bij BV's en CV's niet nodig is. Bestuurders zijn aansprakelijk tegenover de vennootschap en derden indien zij wisten of behoorden te weten dat de vennootschap na de uitkering haar schulden niet meer zou kunnen voldoen.
### 3.2 Verwerking van verliezen
Kleinere verliezen worden doorgaans overgedragen naar het volgende boekjaar. Het bestuur moet continuïteit waarborgen en de financiële toestand bewaken. Bij twee opeenvolgende jaren van verlies moet de vennootschap verantwoording afleggen in het jaarverslag over de continuïteit. Indien de vennootschap haar opeisbare schulden niet meer kan betalen binnen 12 maanden, moet het bestuur de activiteiten stopzetten, faillissement aanvragen of ontbinding voorstellen.
#### 3.2.1 Alarmbelprocedure (NV, art. 7:228 WVV)
Indien het netto-actief van een NV door verliezen minder bedraagt dan de helft van het geplaatste kapitaal, moet het bestuur de AVA bijeenroepen binnen twee maanden. De AVA beslist dan over de toekomst van de vennootschap, met ontbinding als optie. Als 25% van de stemmen voor ontbinding stemt, wordt de vennootschap ontbonden. Bij een zeer ernstig kapitaalverlies (meer dan 75% van het kapitaal verloren) kan ontbinding worden gevorderd door elke belanghebbende indien het netto-actief lager is dan het wettelijk minimumkapitaal.
#### 3.2.2 Alarmbel bij BV (art. 5:153 WVV)
De procedure is vergelijkbaar met die voor de NV. De alarmbelprocedure wordt geactiveerd wanneer het netto-actief negatief dreigt te worden, of wanneer niet langer vaststaat dat de vennootschap haar schulden nog kan voldoen gedurende 12 maanden. Dit kan slechts één keer per 12 maanden worden toegepast.
### 3.3 Kapitaalvermindering (alleen relevant bij NV, art. 7:208-7:210 WVV)
Kapitaalvermindering bij een NV, die een wettelijk minimumkapitaal vereist, is een proces dat de positie van schuldeisers kan beïnvloeden en dus aan strenge regels is onderworpen. Het betreft steeds een statutenwijziging die goedkeuring door de AVA vereist met een drievierde meerderheid.
#### 3.3.1 Soorten kapitaalvermindering
Kapitaalvermindering kan op verschillende manieren gebeuren, met diverse implicaties voor schuldeisers:
1. **Terugstorting aan aandeelhouders:** Dit verlaagt het netto-actief direct en geeft schuldeisers een verzetsrecht.
2. **Vrijstelling van volstortingsplicht:** De vennootschap doet afstand van het recht om nog volstorting te vragen op nog niet volgestorte aandelen. Dit verlaagt ook het netto-actief en geeft schuldeisers een verzetsrecht.
3. **Toevoeging aan reserves:** Een deel van het kapitaal wordt omgezet in reserves. Dit heeft geen directe impact op het netto-actief, waardoor er geen verzetsrecht is voor schuldeisers.
4. **Verwerking van verliezen:** Overgedragen verliezen worden weggeschrapt tegen het kapitaal. Dit is een "formele" kapitaalvermindering zonder daling van het netto-actief, en dus zonder verzetsrecht voor schuldeisers. Het doel is hier primair de "sanering van de balans".
> **Tip:** Bij kapitaalvermindering moet de gelijkheid onder aandeelhouders worden gerespecteerd. Een aandeelhouder mag niet meer of minder ontvangen dan zijn proportionele deel van de kapitaalvermindering, tenzij er unanimiteit is onder de aandeelhouders.
#### 3.3.2 Verzetsrecht van schuldeisers (art. 7:209 WVV)
Bestande schuldeisers, zelfs met een nog niet opeisbare vordering, hebben twee maanden de tijd vanaf de bekendmaking van het besluit in het Belgisch Staatsblad om verzet aan te tekenen. Zolang de verzetstermijn loopt, mag de kapitaalvermindering niet worden uitgevoerd. Bij verzet beslist de rechter over eventuele zekerheden.
#### 3.3.3 Kapitaalvermindering met verliesverwerking
Deze operatie, vaak als voorbereiding op een kapitaalinjectie door een investeerder ("accordeonoperatie"), verwijdert verliezen uit de balans. Dit verlaagt het eigen vermogen niet direct, maar maakt toekomstige winsten uitkeerbaar en kan de balans saneren. Er zijn beperkingen: maximaal 10% van het geplaatste kapitaal na vermindering mag worden weggeschrapt. Kapitaalvermindering mag niet leiden tot een bedrag beneden het wettelijk minimum, tenzij dit direct gevolgd wordt door een kapitaalverhoging die het minimum herstelt.
### 3.4 Inkoop van eigen aandelen
De inkoop van eigen aandelen is een alternatieve methode om geld aan aandeelhouders uit te keren, vergelijkbaar met dividenduitkeringen, en is onderworpen aan dezelfde uitkeringstesten. Dit geldt voor NV's en BV's; het is verboden voor CV's.
> **Belangrijk:** Inkoop van eigen aandelen mag niet verward worden met "inschrijving op eigen aandelen" (waarbij de vennootschap zelf inschrijft op haar eigen uitgifte, wat verboden is) of "financial assistance".
#### 3.4.1 Voorwaarden voor inkoop (art. 7:215 WVV voor NV)
1. **Machtiging AVA:** Voor NV's is een machtiging van de AVA vereist voor maximaal vijf jaar. Voor BV's kan deze machtiging onbeperkt in de tijd worden gegeven. De machtiging moet een prijsvork bevatten.
2. **Uitzondering voor personeel:** Geen AVA-machtiging nodig indien de aandelen binnen twaalf maanden worden doorgegeven aan personeel.
3. **Uitkeerbare middelen:** De inkoop mag enkel gebeuren met middelen die uitkeerbaar zijn volgens de uitkeringstesten.
4. **Volgestorte aandelen:** Enkel volgestorte aandelen kunnen worden ingekocht.
5. **Gelijk aanbod aan aandeelhouders:** Er moet een gelijk aanbod worden gedaan aan alle aandeelhouders, tenzij de AVA unaniem anders beslist.
#### 3.4.2 Redenen voor inkoop
* **Fiscaal voordeel:** Vroeger was dit vaak voordeliger dan dividenduitkering.
* **Uittreding aandeelhouder:** Om een aandeelhouder de mogelijkheid te geven om de vennootschap te verlaten.
* **Koersondersteuning (genoteerde vennootschappen):** Om de aandelenkoers te ondersteunen of te verhogen.
* **Verweer tegen vijandige overname (genoteerde vennootschappen):** Door eigen aandelen in te kopen, kan de vennootschap proberen de aandelenkoers te doen stijgen, waardoor een vijandig bod minder aantrekkelijk wordt.
#### 3.4.3 Gevolgen van inkoop
* **Actief "eigen aandelen":** Ingekochte aandelen worden op de balans onder de activa geboekt aan de aankoopprijs.
* **Onbeschikbare reserve:** Op de passiefzijde moet een onbeschikbare reserve worden aangelegd ter waarde van de aankoopprijs.
* **Schorsing stemrecht:** Het stemrecht van ingekochte aandelen is geschorst.
* **Verdeling van de winst:** Dividenden op ingekochte aandelen vervallen.
* **Doorverkoop:** Vereist opnieuw een AVA-machtiging met statutaire meerderheid en respect voor het gelijkheidsbeginsel.
* **Vernietiging:** Aandelen kunnen vernietigd worden, wat kan leiden tot een kapitaalvermindering of aanrekening op reserves. Schending van de inkoopregels leidt tot automatische vernietiging.
### 3.5 Financial assistance (financiële bijstand)
Financial assistance betreft situaties waarin een vennootschap leningen, voorschotten of zekerheden verstrekt aan een derde om deze derde in staat te stellen aandelen van die vennootschap te verwerven.
> **Belangrijk:** Dit is niet van toepassing op de uitkering van dividenden of op situaties waarbij een dochtervennootschap aandelen van de moedervennootschap inkoopt via een lening die terugbetaald wordt met een superdividend van de dochtervennootschap.
#### 3.5.1 Regeling
* **Toegelaten:** Sinds 2006 is financial assistance toegestaan.
* **Voorwaarden:**
* Machtiging van de AVA met statutair quorum en meerderheid.
* Enkel met uitkeerbare middelen.
* Aanleggen van een onbeschikbare reserve voor het bedrag van de steunverlening.
* Het bestuur moet een verslag opmaken over het financiële risico voor de vennootschap.
* **Uitzonderingen:** Geen AVA-machtiging nodig wanneer de begunstigde personeel is (werknemers, zelfstandige managers, managementvennootschappen).
In de praktijk worden deze regels soms omzeild, bijvoorbeeld door een lening aan te gaan en de terugbetaling te regelen via superdividenden van de doelwitvennootschap.
---
# Reactie op verliezen en noodprocedures
Dit onderwerp behandelt de juridische en procedurele mechanismen die in een vennootschap van kracht worden bij financiële verliezen, inclusief de alarmbelprocedures en de gevolgen van aanhoudende verliezen.
### 4.1 De rol van kapitaal en vermogensbescherming
Voor de invoering van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) vereisten zowel naamloze vennootschappen (NV's), besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid (BV's) als commanditaire vennootschappen (CV's) een kapitaal. Dit kapitaal werd beschouwd als onuitkeerbaar eigen vermogen. Sinds de invoering van het WVV heeft enkel de NV nog een kapitaal. Bij BV's en CV's spreekt men van "ingebracht eigen vermogen", dat uitkeerbaar is door de algemene vergadering van aandeelhouders (AVA), tenzij de statuten anders bepalen.
Schuldeisers (SE's) hebben er belang bij dat de vennootschap (VEN) over voldoende activa beschikt. Aandeelhouders (ADH's) willen daarentegen geld uit de vennootschap halen. Dit creëert een agency conflict. De wet beschermt SE's van vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid (BA) door middel van vermogensvormingsregels, waarderingscontroles op inbrengen in natura en uitkeringsbeperkingen, zoals uitkeringstesten en verzetsrechten bij kapitaalvermindering. Bij personenvennootschappen is deze specifieke bescherming minder noodzakelijk omdat de ADH's persoonlijk aansprakelijk zijn voor de schulden van de vennootschap.
#### 4.1.1 Netto-actief
Het concept "netto-actief" (NA) is centraal in de kapitaalregels ter bescherming van SE's. Het netto-actief wordt berekend als het totaal actief min het vreemd vermogen.
$$ \text{Netto-actief} = \text{Totaal actief} - \text{Vreemd vermogen} $$
Het netto-actief vertegenwoordigt het eigen vermogen van de vennootschap, bestaande uit kapitaal/ingebracht eigen vermogen, uitgiftepremie, reserves (beschikbaar en onbeschikbaar), en eventueel overgedragen winst of min overgedragen verlies. Een positief netto-actief betekent dat de activa meer waard zijn dan de schulden, wat een buffer vormt voor SE's.
### 4.2 Winstbestemming en uitkeringen
#### 4.2.1 Bestemming van winst
De bestemming van winst wordt voorgesteld door het bestuursorgaan en ter goedkeuring voorgelegd aan de AVA. De AVA kan kiezen voor:
* **Reserveren van winst:** Winst wordt toegevoegd aan reserves. Deze reserves kunnen beschikbaar of onbeschikbaar zijn. Beschikbare reserves zijn uitkeerbaar door een latere AVA. Onbeschikbare reserves zijn niet direct uitkeerbaar en vereisen vaak een statutenwijziging om ze beschikbaar te maken.
* **Uitkeren van dividenden of tantièmes:** Winst kan worden uitgekeerd aan aandeelhouders (dividenden) of als bezoldiging aan bestuurders (tantièmes).
* **Overdragen naar volgend boekjaar:** Winst die niet bestemd wordt, wordt meegenomen naar het volgende boekjaar.
Bij een NV geldt een wettelijke reserve: 5% van de jaarwinst moet gereserveerd worden totdat de reserve 10% van het kapitaal bedraagt. Deze reserve is onuitkeerbaar.
#### 4.2.2 Regulier en tussentijds dividend
Normaal gesproken wordt dividend uitgekeerd na goedkeuring van de jaarrekening door de AVA, met winst uit het voorgaande boekjaar. De rechtspraak (Cassatie) heeft bepaald dat de AVA op elk moment kan terugkomen op eerdere reserveringsbeslissingen, wat leidt tot "tussentijdse dividenden" uit winsten van voorgaande boekjaren.
#### 4.2.3 Interimdividend
Een "interimdividend" is een winstuitkering uit de winst van het lopende boekjaar.
* **Bij NV's:** Interimdividenden kunnen door het bestuur worden uitgekeerd (niet door de AVA) indien de statuten hiertoe machtiging verlenen. Dit geldt voor de winst van het lopende boekjaar en overgedragen winst. Ook winst van het vorig boekjaar mag als interimdividend worden uitgekeerd, mits de jaarrekening daarover nog niet is goedgekeurd. De AVA mag nooit winst van het lopende boekjaar uitkeren.
* **Bij BV's en CV's:** De regels zijn soepeler. De wet staat toe dat, mits statutaire machtiging aan het bestuur, winst van het lopende boekjaar of overgedragen winsten kunnen worden uitgekeerd. De AVA heeft bij BV's en CV's meer bevoegdheden en kan op elk moment winst uitkeren, zowel uit het lopende als uit vorige boekjaren, zonder statutaire machtiging.
#### 4.2.4 Uitkeringstesten
Een winstuitkering is enkel toegestaan indien de vennootschap slaagt voor de volgende testen:
##### 4.2.4.1 Balanstest
Deze test geldt voor NV's, BV's en CV's.
* **Bij NV's (art. 7:212 WVV):** Geen winstuitkering indien het netto-actief lager is dan het geplaatste kapitaal plus de onbeschikbare reserves, of als het door de uitkering zou worden. Dit betekent dat de uit te keren winst het bedrag niet mag overschrijden dat het netto-actief hoger is dan de som van kapitaal en onbeschikbare reserves. Overgedragen verliezen moeten eerst van de winst worden afgetrokken voor de berekening van de uitkeerbare winst. Herwaarderingsmeerwaarden zijn niet uitkeerbaar zolang ze niet gerealiseerd zijn.
* **Bij BV's (art. 5:142 WVV):** Geen uitkering indien het eigen vermogen negatief is of daardoor negatief zou worden, of indien het resterende eigen vermogen lager zou worden dan de onbeschikbare reserves.
Bij het uitvoeren van de balanstest wordt uitgegaan van de laatst goedgekeurde jaarrekening, maar het bestuursorgaan mag een recentere staat van activa en passiva nemen, wat zelfs verplicht kan zijn bij tussentijdse uitkeringen.
##### 4.2.4.2 Liquiditeitstest (solvency test)
Deze test is wettelijk geformuleerd voor BV's en CV's (art. 5:143 WVV), maar wordt ook geacht door het bestuur van NV's te worden toegepast op basis van de zorgvuldigheidsplicht. De liquiditeitstest beoogt te garanderen dat de vennootschap na de uitkering in staat blijft haar schulden te voldoen naarmate deze opeisbaar worden, over een periode van ten minste twaalf maanden en rekening houdend met redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen.
> **Tip:** Een beslissing tot winstuitkering door de AVA heeft pas juridische uitwerking nadat het bestuur vaststelt dat er voldoende liquiditeit is voor de uitbetaling. Het bestuur moet een verslag opmaken over deze test, dat bewaard moet worden.
Het niet uitvoeren van de liquiditeitstest door het bestuur kan leiden tot aansprakelijkheid wegens kennelijk grove fout.
#### 4.2.5 Onterechte uitkeringen
Indien een uitkering onterecht is (in strijd met de balanstest of liquiditeitstest), kan het bestuur deze terugvorderen van de aandeelhouder.
* **Bij BV's en CV's:** Terugvordering is mogelijk ongeacht de goede of kwade trouw van de aandeelhouder.
* **Bij NV's:** Terugvordering vereist kwade trouw van de aandeelhouder (de aandeelhouder wist dat de uitkering onterecht was).
Bestuurders zijn aansprakelijk tegenover de vennootschap en derden indien zij wisten of behoorden te weten dat de vennootschap na de uitkering niet meer in staat zou zijn haar schulden te betalen.
### 4.3 Noodprocedures bij verliezen
#### 4.3.1 Geringe verliezen
Kleine verliezen worden doorgaans overgedragen naar het volgende boekjaar. Het bestuursorgaan (RvB) moet continuïteit bewaken en de financiële toestand in de gaten houden om virtueel faillissement te voorkomen. Bij twee opeenvolgende jaren van verlies is een verantwoording in het jaarverslag vereist, waarbij het bestuur uitlegt waarom er geen bedreiging is voor de continuïteit. Indien de vennootschap haar opeisbare schulden niet kan betalen binnen 12 maanden, moeten maatregelen worden genomen zoals sanering, stopzetting van activiteiten, aangifte van faillissement of ontbinding.
#### 4.3.2 Alarmbelprocedure
##### 4.3.2.1 Bij NV's (art. 7:228 WVV)
Wanneer het netto-actief door verliezen minder bedraagt dan 50% van het geplaatste kapitaal, treedt de alarmbelprocedure in werking. De AVA moet binnen twee maanden bijeenkomen op initiatief van het RvB. Het RvB presenteert voorstellen en een motivering. Ontbinding van de vennootschap kan op de agenda staan.
##### 4.3.2.2 Bij BV's (art. 5:153 WVV)
De procedure is vergelijkbaar met die voor NV's. De alarmbel treedt in werking wanneer:
* Het netto-actief negatief dreigt te worden.
* Niet langer vaststaat dat de vennootschap gedurende 12 maanden in staat zal zijn haar opeisbare schulden te betalen.
Deze procedure kan slechts één keer per 12 maanden worden toegepast.
#### 4.3.3 Gevolgen van ernstig kapitaalverlies
Indien het eigen vermogen minder bedraagt dan het wettelijk minimumkapitaal (voor NV's 61.500 euro), kan elke belanghebbende de ontbinding van de vennootschap vorderen bij de ondernemingsrechtbank. Het RvB is niet aansprakelijk voor de beslissingen van de AVA, maar moet de AVA tijdig bijeenroepen en goed voorbereiden. Bij nalatigheid kan het RvB wel aansprakelijk worden gesteld voor geleden schade.
Indien de AVA tegen een faillissement stemt, maar de vennootschap virtueel failliet is, heeft het bestuur de plicht om zelfstandig faillissement aan te geven.
### 4.4 Kapitaalvermindering bij NV's
Kapitaalvermindering bij NV's is een procedure die SE's beschermt, aangezien het kapitaal als een vorm van zekerheid voor hen fungeert.
* **Reële kapitaalvermindering:** Gaat gepaard met terugstorting van activa aan aandeelhouders (bijvoorbeeld door terugbetaling van kapitaal of vrijstelling van volstortingsplicht). SE's hebben hierbij een verzetsrecht, omdat hun onderpand vermindert.
* **Formele kapitaalvermindering:** Gaat niet gepaard met de uitkering van activa, maar dient bijvoorbeeld voor verliesverwerking of omzetting in reserves. SE's hebben hierbij geen verzetsrecht.
#### 4.4.1 Wijzen van kapitaalvermindering
1. **Terugstorting aan aandeelhouders:** Activa worden uit de vennootschap uitbetaald aan de aandeelhouders.
2. **Vrijstelling volstortingsplicht:** De vennootschap doet afstand van haar recht om nog te storten kapitaal op te vragen bij aandeelhouders.
3. **Toevoeging aan reserves:** Een deel van het kapitaal wordt omgezet in onbeschikbare of beschikbare reserves.
4. **Kapitaalvermindering met verliesverwerking:** Overgedragen verliezen worden boekhoudkundig afgetrokken van het kapitaal. Dit kan leiden tot een sanering van de balans, vaak als voorbereiding op de intrede van een investeerder. Deze operatie mag leiden tot een kapitaal onder het wettelijk minimum, maar dit is slechts tijdelijk en vereist een opvolgende kapitaalverhoging.
#### 4.4.2 Gemeenschappelijke kenmerken
* Altijd een statutenwijziging.
* Doel en werkwijze moeten worden vermeld in de oproeping voor de AVA.
* Gelijkheid onder aandeelhouders moet worden gerespecteerd.
* Het kapitaal mag niet onder het wettelijk minimum dalen, tenzij direct gevolgd door een kapitaalverhoging.
#### 4.4.3 Verzetsrecht schuldeisers (art. 7:209 WVV)
Bestaande, nog niet opeisbare vorderingen van SE's die SE waren op het moment dat de beslissing tot kapitaalvermindering nog niet tegenwerpelijk was, kunnen verzet plegen. Dit verzet moet binnen twee maanden na bekendmaking in het Belgisch Staatsblad geschieden. Gedurende deze termijn mag de kapitaalvermindering niet worden uitgevoerd. Indien er verzet wordt aangetekend, mag de vermindering pas doorgaan na akkoord met de SE, of op beslissing van de rechter.
### 4.5 Inkoop van eigen aandelen
Inkoop van eigen aandelen is een alternatieve methode om geld uit de vennootschap te halen, vergelijkbaar met dividenduitkeringen. De uitkeringstesten gelden ook hier, en de fiscale behandeling is vaak vergelijkbaar met die van dividenden.
* **Toegelaten bij:** NV's en BV's.
* **Verboden bij:** CV's.
#### 4.5.1 Voorwaarden (art. 7:215 WVV)
* **Machtiging AVA:** Vereist, tenzij voor inkoop ten behoeve van personeel (die de aandelen binnen 12 maanden moeten ontvangen).
* **Duur machtiging:** Maximaal vijf jaar voor NV's. Bij BV's is de machtiging in de praktijk onbeperkt in tijd.
* **Prijs-/ruilvork:** Moet gespecificeerd zijn.
* **Financiële middelen:** Inkoop mag enkel met uitkeerbare middelen gebeuren (onderworpen aan uitkeringstesten).
* **Volgestorte aandelen:** Enkel volgestorte aandelen kunnen worden ingekocht.
* **Gelijk aanbod:** Een gelijk aanbod moet aan alle aandeelhouders worden gedaan, tenzij unaniem anders besloten.
#### 4.5.2 Gevolgen van inkoop
* **Actiefzijde:** De ingekochte aandelen worden geboekt aan aanschafwaarde.
* **Passiefzijde:** Er moet een onbeschikbare reserve worden aangelegd ten belope van de aankoopprijs.
* **Stemrecht:** Het stemrecht van ingekochte aandelen is geschorst.
* **Dividenden:** Dividenden op ingekochte aandelen vervallen.
#### 4.5.3 Doel van inkoop
* Fiscaal voordeel (vroeger significant).
* Aandeelhouder laten uitstappen.
* Koers ondersteunen/opkrikken (bij genoteerde vennootschappen).
* Verweer tegen vijandig overnamebod.
### 4.6 Financiële bijstand (Financial Assistance)
Financiële bijstand houdt in dat een vennootschap leningen, voorschotten of zekerheden verstrekt aan een derde met de intentie dat deze derde daardoor aandelen in de vennootschap kan verwerven.
#### 4.6.1 Huidige regeling
Financiële bijstand is toegelaten onder voorwaarden:
* **Machtiging AVA:** Vereist met statutair quorum en meerderheid.
* **Uitkeerbare middelen:** Enkel met middelen die ook voor dividenden uitgekeerd zouden kunnen worden (balans- en liquiditeitstest).
* **Verslag bestuursorgaan:** Over de verantwoordelijkheid en het financiële risico voor de vennootschap.
* **Onbeschikbare reserve:** Aanleggen van een onbeschikbare reserve voor het bedrag van de steunverlening.
#### 4.6.2 Uitzonderingen
* **Personeel:** Wanneer de begunstigde een personeelslid is van de vennootschap, is geen machtiging van de AVA vereist.
In de praktijk worden deze regels soms omzeild, bijvoorbeeld door de doelwitvennootschap een lening te laten aangaan om een superdividend uit te keren, waarmee de koper vervolgens de eigen lening kan aflossen. Dit valt niet onder de definitie van financiële bijstand.
---
# Financiële bijstand en praktijktoepassingen
Dit onderwerp verkent de regels rondom financiële bijstand door vennootschappen aan derden voor de verwerving van aandelen, inclusief uitzonderingen en de praktijk van overnames.
### 5.1 Vermogensbescherming van schuldeisers bij uitkeringen
Vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid beschermen hun vermogen tegen uitkeringen aan aandeelhouders, voornamelijk ter bescherming van schuldeisers. Aandeelhouders wensen geld uit de vennootschap te halen via winstuitkeringen, inkoop van eigen aandelen, kapitaalvermindering, uitkering van ingebracht eigen vermogen of uittreding. Schuldeisers daarentegen willen dat activa in de vennootschap blijven. De wetgever beschermt schuldeisers via vermogensvormingsregels, waarderingscontroles bij inbrengen in natura, en uitkeringsbeperkingen. Bij personenvennootschappen is deze bescherming minder noodzakelijk omdat aandeelhouders met hun persoonlijk vermogen instaan voor schulden. Bij besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid (BV's) en commanditaire vennootschappen (CV's) is enkel het vennootschapsvermogen aansprakelijk.
### 5.2 Rol van kapitaal en ingebracht eigen vermogen
Tot de invoering van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) hadden zowel naamloze vennootschappen (NV's), BV's als CV's een verplicht kapitaal dat onuitkeerbaar was. Sinds het WVV heeft enkel de NV nog een kapitaal. Bij BV's en CV's spreekt men van "ingebracht eigen vermogen", dat door de algemene vergadering van aandeelhouders (AVA) uitkeerbaar is, tenzij de statuten anders bepalen.
#### 5.2.1 Kapitaalbescherming bij NV's
Bij NV's is het kapitaal een passiefpost die de beschikkingsvrijheid over activa beperkt. Er mag geen gratis overdracht van activa aan aandeelhouders plaatsvinden indien de waarde van de activa lager is dan het kapitaalbedrag, of indien dit erdoor zou dalen. Kapitaalvermindering is enkel mogelijk via een zware procedure waarbij schuldeisers een verzetsrecht hebben.
* **Netto-actief:** In de schuldeisersbeschermende kapitaalregels staat het concept "netto-actief" centraal. Dit is gedefinieerd als het totaal actief min het vreemd vermogen, wat neerkomt op het eigen vermogen. Een positief netto-actief geeft de omvang van de buffer voor schuldeisers aan.
* **Balanstest (art. 7:212 WVV):** Bij een NV mag er geen winstuitkering plaatsvinden als het netto-actief lager is dan het kapitaalbedrag, of als dit erdoor zou dalen. Dit betekent dat winstuitkeringen enkel zijn toegestaan tot het bedrag waarmee het netto-actief het kapitaal en de onbeschikbare reserves overtreft. Bij overgedragen verliezen moeten deze eerst worden verrekend alvorens de balanstest toe te passen.
* **Alarmbelprocedure (art. 7:228 WVV):** Indien het netto-actief daalt tot onder de helft van het kapitaalbedrag, moet de AVA binnen twee maanden bijeenkomen. Deze vergadering beslist over de toekomst van de vennootschap, met de ontbinding als mogelijke uitkomst.
* **Herwaarderingsmeerwaarden:** Wettelijk is bepaald dat herwaarderingsmeerwaarden op vaste activa nooit uitkeerbaar zijn. Deze worden voor de balanstest behandeld als wettelijk onuitkeerbare reserves.
#### 5.2.2 Balanstest bij BV's (art. 5:142 WVV)
Bij een BV, die geen kapitaal heeft, is de balanstest anders geformuleerd. Er mag geen winstuitkering plaatsvinden indien het eigen vermogen negatief is of negatief zou worden door de uitkering. Tevens mag het resterende eigen vermogen niet lager worden dan de onbeschikbare reserves.
#### 5.2.3 Algemene Balanstest
De uitgangspunt voor de balanstest is de laatst goedgekeurde jaarrekening. Het bestuursorgaan mag echter een recentere staat van activa en passiva nemen, wat met name bij tussentijdse en interimdividenden verplicht is.
#### 5.2.4 Liquiditeitstest (solvency test)
De liquiditeitstest beoordeelt of de vennootschap na de uitkering in staat zal zijn haar schulden te voldoen naarmate deze opeisbaar worden, over een periode van minstens twaalf maanden en rekening houdend met redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen. Hoewel deze test enkel wettelijk is geformuleerd voor BV's en CV's, wordt aangenomen dat het bestuur van elke vennootschap deze test dient uit te voeren op basis van de zorgvuldigheidsplicht. Dit is bevestigd in een cassatiearrest voor NV's. Het bestuur stelt hierover een verslag op dat niet openbaar gemaakt hoeft te worden, maar wel intern bewaard moet blijven.
* **Cassatie 2024:** Een uitkering van dividend door een NV kan als een grove bestuursfout worden beschouwd indien het bestuur de cashpositie van de NV niet heeft gecontroleerd.
### 5.3 Resultaatsbestemming
De bestemming van de winst en het verlies wordt jaarlijks voorgesteld door het bestuur en goedgekeurd door de AVA.
* **Winstbestemming:** De AVA kan kiezen om de winst te reserveren, dividenden of tantièmes uit te keren, of de winst over te dragen naar het volgende boekjaar. Statutaire bepalingen kunnen deze vrijheid beperken. Bij NV's geldt een wettelijke reserve van 5% van de jaarwinst tot er 10% van het kapitaal is gereserveerd.
* **Mogelijke bestemmingen:**
* **Dividenden en tantièmes:** Bezoldiging van bestuurders uit winst.
* **Reserves:** Beschikbare reserves zijn uitkeerbaar door de AVA; statutair onbeschikbare reserves zijn dat niet zonder statutenwijziging; wettelijk onbeschikbare reserves (zoals de wettelijke reserve) zijn nooit uitkeerbaar.
* **Over te dragen winst:** Winst die wordt meegenomen naar het volgende boekjaar.
#### 5.3.1 Regulier en interimdividend
* **Regulier dividend:** Normaal gesproken uitgekeerd na goedkeuring van de jaarrekening, uit de winst van het vorige boekjaar.
* **Tussentijds dividend:** De AVA kan op elk moment terugkomen op eerdere reserveringsbeslissingen en winst uitkeren.
* **Interimdividend:** Winst van het lopende boekjaar of overgedragen winst kan door het bestuur worden uitgekeerd mits statutaire machtiging (art. 7:213 WVV voor NV, art. 5:141 WVV voor BV). De AVA mag bij een NV nooit winst van het lopende boekjaar uitkeren. Bij BV's en CV's is dit ook door de AVA mogelijk zonder statutaire machtiging.
### 5.4 Reacties op verliezen
* **Geringe verliezen:** Deze worden overgedragen naar het volgende boekjaar. De raad van bestuur (RvB) bewaakt continuïteit gedurende minimaal 12 maanden en verantwoordt dit in het jaarverslag bij twee opeenvolgende jaren van verlies.
* **Discontinuïteit:** Indien de vennootschap haar opeisbare schulden niet meer kan betalen binnen 12 maanden, moet de RvB stappen ondernemen ter sanering, stopzetting van activiteiten, aangifte van faillissement of ontbinding.
* **Alarmbel NV (art. 7:228 WVV):** Indien het netto-actief minder dan 50% van het geplaatst kapitaal bedraagt, moet de AVA binnen twee maanden bijeenkomen om de toestand te bespreken. De ontbinding is mogelijk indien 25% van de stemmen voor ontbinding stemt. Bij 75% kapitaalverlies kan ontbinding worden gevorderd.
* **Alarmbel BV (art. 5:153 WVV):** Deze procedure geldt wanneer het netto-actief negatief dreigt te worden of wanneer de vennootschap gedurende 12 maanden haar schulden niet meer kan betalen.
### 5.5 Kapitaalvermindering (enkel relevant bij NV)
Kapitaalvermindering is een manier om het kapitaal van een NV te verlagen, wat steeds een statutenwijziging vereist met een statutaire meerderheid.
* **Reële kapitaalvermindering:** Gaat gepaard met uitkering van activa aan aandeelhouders (terugstorting of vrijstelling volstortingsplicht). Schuldeisers hebben hierbij een verzetsrecht.
* **Formele kapitaalvermindering:** Geen uitkering van activa. Verliesverwerking valt hieronder. Schuldeisers hebben geen verzetsrecht.
* **Verzetsrecht schuldeisers (art. 7:209 WVV):** Bestaande maar nog niet opeisbare vorderingen geven schuldeisers een verzetsrecht gedurende twee maanden na bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. Zolang de verzetstermijn loopt, mag de kapitaalvermindering niet worden uitgevoerd.
* **Kapitaalvermindering met verliesverwerking:** Hierbij worden geleden (en soms voorzienbare) verliezen weggeschrapt tegen het kapitaal. Dit is vaak een voorbereiding op de intrede van een investeerder (accordeonoperatie). Er geldt een maximum van 10% van het geplaatste kapitaal na vermindering voor het wegschrappen van verliezen, tenzij het kapitaal nadien wordt verhoogd tot het minimum.
### 5.6 Inkoop van eigen aandelen
Inkoop van eigen aandelen is een alternatieve methode om geld uit de vennootschap te halen, onderworpen aan dezelfde uitkeringstesten als dividenden. Dit is mogelijk bij NV's en BV's, maar verboden bij CV's.
* **Voorwaarden inkoop (art. 7:215 WVV):**
* Machtiging van de AVA (voor maximaal vijf jaar bij NV's, onbeperkt bij BV's).
* Prijsvork moet gespecificeerd worden.
* Geen machtiging vereist indien de aandelen bestemd zijn voor personeel en binnen 12 maanden worden doorgegeven.
* Enkel met uitkeerbare middelen (via de uitkeringstesten).
* Enkel voor volgestorte aandelen.
* Gelijk aanbod aan aandeelhouders, tenzij unanimiteit is bereikt om af te wijken.
* **Gevolgen van inkoop:** Ingekochte aandelen worden aan de actiefzijde geboekt als "eigen aandelen", en op de passiefzijde wordt een onbeschikbare reserve gevormd ten belope van de aankoopprijs. Het stemrecht van deze aandelen is geschorst.
### 5.7 Financiële bijstand (Financial Assistance)
Financiële bijstand is de verstrekking van leningen, voorschotten of zekerheden door een vennootschap aan een derde, met de bedoeling dat deze derde aandelen in de vennootschap verwerft.
* **Huidige regeling:** Financiële bijstand is toegestaan, maar onderworpen aan strikte voorwaarden:
* Toelating van de AVA met statutair quorum en meerderheid.
* Enkel met uitkeerbare middelen (balans- en liquiditeitstest zijn van toepassing).
* Het bestuur moet een verslag opstellen over het financiële risico voor de vennootschap.
* Een onbeschikbare reserve moet worden aangelegd ten belope van het bedrag van de steunverlening.
* **Uitzonderingen:**
* Indien de begunstigde een personeelslid is van de steunverlenende vennootschap, is geen machtiging van de AVA vereist.
* De uitkeringsregels en de reserve-regel moeten echter steeds worden gerespecteerd.
* **Praktijk:** In de praktijk worden de regels rond financiële bijstand vaak omzeild, bijvoorbeeld door de last van de financiering op de doelwitvennootschap te leggen via superdividenden, die buiten de regeling van financiële bijstand vallen.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Vermogensbescherming | De juridische maatregelen en regels die gericht zijn op het beschermen van het vermogen van een vennootschap, met name ten gunste van schuldeisers, tegen ongeoorloofde uitkeringen aan aandeelhouders. |
| Aandeelhouders | Particulieren of rechtspersonen die aandelen bezitten in een vennootschap en daardoor mede-eigenaar zijn en recht hebben op een deel van de winst en de activa van de vennootschap. |
| Schuldeisers | Particulieren of rechtspersonen aan wie een vennootschap geld verschuldigd is, en die belang hebben bij een solide financiële positie van de vennootschap om hun vorderingen te kunnen innen. |
| Winstuitkering | Een uitkering van winst door een vennootschap aan haar aandeelhouders, bijvoorbeeld in de vorm van dividenden, die plaatsvindt na goedkeuring door de algemene vergadering en mits voldaan is aan wettelijke vereisten. |
| Inkoop eigen aandelen | De transactie waarbij een vennootschap haar eigen uitstaande aandelen terugkoopt van aandeelhouders, wat kan dienen als alternatieve uitkeringsmethode. |
| Kapitaalvermindering | Het proces waarbij het statutaire kapitaal van een vennootschap wordt verlaagd, wat kan gebeuren door terugbetaling aan aandeelhouders of door het wegboeken van verliezen. |
| Netto-actief | Het verschil tussen de totale activa en de totale schulden van een vennootschap; dit vertegenwoordigt het eigen vermogen en is een cruciale indicator voor de financiële gezondheid en de uitkeerbaarheid van winsten. |
| Balanstest | Een wettelijke uitkeringstest die vereist dat een vennootschap een positief netto-actief heeft dat groter is dan het kapitaal en de onbeschikbare reserves alvorens winst mag worden uitgekeerd. |
| Liquiditeitstest | Een uitkeringstest die beoordeelt of een vennootschap na een voorgenomen winstuitkering nog steeds in staat zal zijn om haar opeisbare schulden binnen een periode van minstens twaalf maanden te voldoen. |
| Interimdividend | Een tussentijdse dividenduitkering die gedurende het lopende boekjaar kan plaatsvinden, doorgaans op initiatief van het bestuur en mits statutaire machtiging. |
| Alarmbelprocedure | Een wettelijke procedure die geactiveerd wordt wanneer het netto-actief van een naamloze vennootschap tot onder de helft van het geplaatste kapitaal daalt, wat leidt tot een verplichte bijeenkomst van de algemene vergadering. |
| Fusie | De juridische samensmelting van twee of meer vennootschappen tot één nieuwe of bestaande juridische entiteit, waarbij de activa en passiva van de gefuseerde vennootschappen overgaan op de verkrijgende vennootschap. |
| Overgedragen verliezen | Verliezen uit voorgaande boekjaren die niet volledig kunnen worden verrekend met de winsten van het huidige boekjaar en daarom worden meegenomen naar toekomstige boekjaren. |
| Onbeschikbare reserve | Een deel van het eigen vermogen dat wettelijk of statutair is gereserveerd en niet kan worden uitgekeerd aan aandeelhouders zonder een formele wijziging van de statuten of wettelijke procedures. |
| Statuten | Het document dat de basisregels en de organisatiestructuur van een vennootschap vastlegt, inclusief bepalingen over kapitaal, bestuur, winstverdeling en algemene vergaderingen. |
| Algemene vergadering (AV) | Het hoogste orgaan van een vennootschap, bestaande uit de aandeelhouders, dat beslissingen neemt over belangrijke aangelegenheden zoals de goedkeuring van de jaarrekening, winstbestemming en statutenwijzigingen. |
| Bestuur (RvB) | Het orgaan dat belast is met het dagelijks beheer van de vennootschap en de uitvoering van de besluiten van de algemene vergadering, vaak aangeduid als Raad van Bestuur. |
| Financieringslast | De totale financiële verplichtingen die een vennootschap heeft ten aanzien van haar kredietverstrekkers, zoals leningen en obligaties. |
| Herwaarderingsmeerwaarde | De meerwaarde die ontstaat wanneer de reële waarde van activa in de boekhouding van een vennootschap wordt verhoogd boven de oorspronkelijke aanschafwaarde, vaak op basis van marktwaarderingen. |
| MVO (Management Buy-Out) | Een transactie waarbij het bestaande management van een bedrijf een meerderheid van de aandelen verwerft, vaak met behulp van leningen. |
| Doelwitvennootschap | De vennootschap waarop een overnamebod wordt uitgebracht of die het onderwerp is van een fusie of acquisitie. |
| Activa | Alle bezittingen van een vennootschap, zoals liquide middelen, onroerend goed, machines en intellectueel eigendom, die economische waarde vertegenwoordigen. |
| Passiva | Alle schulden en verplichtingen van een vennootschap, inclusief leningen, leverancierskredieten en voorzieningen. |
| Eigen Vermogen (EV) | Het verschil tussen de activa en passiva van een vennootschap; dit vertegenwoordigt het geïnvesteerde kapitaal en de opgebouwde reserves. |
| Vreemd Vermogen | De schulden en andere verplichtingen van een vennootschap die aan externe partijen moeten worden voldaan. |
| Koers | De prijs van een aandeel op de beurs, die wordt bepaald door vraag en aanbod en de verwachtingen over de toekomstige winstgevendheid van de vennootschap. |
| Dividend | Een uitkering van winst door een vennootschap aan haar aandeelhouders, meestal in contanten, per aandeel. |
| Tantième | Een beloning die aan bestuurders van een vennootschap wordt toegekend, vaak gebaseerd op de winstgevendheid van de vennootschap. |
| Accordeonoperatie | Een financiële transactie waarbij het kapitaal van een vennootschap eerst wordt verlaagd (bijvoorbeeld door verliesverwerking) en vervolgens wordt verhoogd (door een kapitaalinjectie), vaak ter voorbereiding op de komst van een nieuwe investeerder. |
Cover
BV.effecten.pptx
Summary
# Algemene bepalingen over effectenuitgifte en registratie
Dit onderwerp behandelt de algemene mogelijkheden voor het uitgeven van verschillende soorten effecten binnen een besloten vennootschap (BV), inclusief de vormvereisten voor aandelen en andere effecten, evenals de procedure voor het registreren van effecten op naam en de rechten van de houder.
## 1. Algemene uitgifte van effecten
De vennootschap kan alle soorten effecten uitgeven, zoals aandelen, obligaties, converteerbare obligaties en warrants. De vroegere koppeling aan een kapitaalwaarde van aandelen is komen te vervallen.
### 1.1 Vormvereisten voor effecten
* **Aandelen:** Aandelen moeten steeds op naam worden uitgegeven. In beursgenoteerde BV's kunnen ook gedematerialiseerde aandelen uitgegeven worden.
* **Andere effecten:** Alle andere effecten kunnen, indien de statuten dit voorzien, op naam of gedematerialiseerd zijn.
### 1.2 Gevolgen van mede-eigendom en opsplitsing van rechten
* **Onverdeelde zakelijke rechten:** Indien meerdere personen mede-eigenaar zijn van een aandeel, kan de vennootschap de uitoefening van het stemrecht schorsen totdat er één stemgerechtigde houder is aangewezen.
* **Vruchtgebruik/blote eigendom:** Bij een opsplitsing van het eigendomsrecht in vruchtgebruik en blote eigendom, oefent de vruchtgebruiker in principe de aan het aandeel verbonden rechten uit, tenzij de statuten, een testament of een overeenkomst anders bepalen.
## 2. Effecten op naam
### 2.1 Wat zijn effecten op naam?
Effecten op naam zijn effecten waarvan de houder is ingeschreven in een speciaal register dat de vennootschap bijhoudt op haar zetel. Dit register kan ook in elektronische vorm worden gevoerd. Voor elke categorie van effecten op naam wordt een afzonderlijk register bijgehouden.
### 2.2 Verplichte vermeldingen in het aandelenregister
Het aandelenregister dient minimaal de volgende informatie te bevatten:
* Het totaal aantal uitgegeven aandelen per soort.
* Per houder:
* Identificatiegegevens.
* Aantal en soort aandelen.
* Gedane stortingen.
* Eventuele overdrachtsbeperkingen.
* De aan het aandeel verbonden stemrechten en winstrechten/recht op vereffeningssaldo.
### 2.3 Bewijs van houderschap en rechten van de houder
De persoon die als houder van het effect in het register is ingeschreven, wordt vermoed de rechthebbende te zijn, tenzij het tegendeel wordt bewezen. De effecthouder heeft inzagerecht in het register en kan een uittreksel van zijn inschrijving in de vorm van een certificaat vragen.
### 2.4 Wijze van overdracht
De overdracht van effecten op naam geschiedt door een verklaring van overdracht die in het register wordt ingeschreven. Deze verklaring moet gedagtekend en ondertekend zijn door zowel de overdrager als de overnemer. In geval van overlijden, is ondertekening door een lid van het bestuursorgaan en de rechtverkrijgende vereist. De overdracht wordt pas tegenstelbaar aan derden en de vennootschap na inschrijving van deze verklaring.
## 3. Gedematerialiseerde effecten
### 3.1 Wat zijn gedematerialiseerde effecten?
Gedematerialiseerde effecten, ook wel elektronische of niet-fysieke effecten genoemd, zijn effecten die niet in materiële vorm bestaan.
### 3.2 Registratie en beheer
Deze effecten worden geboekt op een effectenrekening bij een erkende rekeninghouder (een financiële instelling) of bij een centrale bewaarinstelling, zoals de Nationale Bank van België. In het effectenregister worden ze ingeschreven onder de naam van de centrale bewaarinstelling. De erkende rekeninghouders openen vervolgens rekeningen bij deze centrale instelling en transacties worden namens hen vereffend.
### 3.3 Wijze van overdracht
De overdracht van gedematerialiseerde effecten gebeurt door een eenvoudige boeking van de ene effectenrekening naar de andere.
## 4. Soorten effecten
### 4.1 Aandelen
De statuten van de BV kunnen vrij de gevolgen bepalen die verbonden zijn aan het bezit van een aandeel. Dit maakt verschillende soorten aandelen mogelijk, zoals:
* **Aandelen zonder of met beperkt stemrecht:** Aandelen zonder stemrecht, of aandelen die slechts onder bepaalde voorwaarden stemrecht verlenen.
* **Aandelen met meervoudig stemrecht:** Aandelen die meerdere stemmen vertegenwoordigen.
* **Preferente aandelen:** Aandelen die bepaalde voorkeurrechten toekennen aan aandeelhouders.
* **Genotsaandelen:** Aandelen waarbij een deel van de winst bestemd is voor de terugbetaling van de inbreng aan bepaalde aandeelhouders.
De regel dat aandelen in een BVBA absoluut gelijk moesten zijn, is afgeschaft. Er moet echter minstens één aandeel worden uitgegeven en minstens één aandeel met stemrecht.
* **Inbreng:** Elk aandeel moet worden uitgegeven in ruil voor een inbreng in geld, in natura of in nijverheid.
* **Stemrecht:** Eén aandeel heeft één stem, tenzij de statuten een meervoudig stemrecht voorzien. Statutaire stemrechtbeperkingen zijn mogelijk, mits deze gelijk worden toegepast op alle aandeelhouders (bv. een maximum stemrechtpercentage per aandeelhouder).
* **Stemrecht voor aandelen zonder stemrecht:** In bepaalde gevallen (bv. bij omzetting van de vennootschap of grensoverschrijdende fusies) geven aandelen zonder stemrecht toch recht op één stem per aandeel.
* **Winst- en vereffeningsrecht:** Elk aandeel moet delen in de winst en het vereffeningssaldo, tenzij de statuten anders bepalen.
### 4.2 Obligaties
Elke rechtspersoon, inclusief een BV, kan obligaties uitgeven.
* **Obligatielening:** Een gezamenlijke geldlening aangegaan door de vennootschap met een groep uitleners, de obligatiehouders.
* **Obligatie:** De titel die de vennootschap uitgeeft als tegenprestatie voor een deel van deze lening.
* **Verschil met aandeelhouder:** Een obligatiehouder is een schuldeiser van de vennootschap en heeft een onvoorwaardelijk recht op terugbetaling.
* **Vorm en overdraagbaarheid:** Idem als bij aandelen.
* **Algemene vergadering van obligatiehouders (AVO):** Naast de algemene vergadering van aandeelhouders, kan er ook een AVO bestaan. Deze is bevoegd om de oorspronkelijke voorwaarden van de obligatielening aan te passen (bv. aflossingstermijn, rentevoet).
* **Vertegenwoordigers van obligatiehouders:** De uitgiftevoorwaarden kunnen voorzien in de aanstelling van één of meerdere vertegenwoordigers als aanspreekpunt voor de vennootschap.
* **Bijwoning AV van aandeelhouders:** Obligatiehouders mogen de algemene vergadering van aandeelhouders bijwonen, maar slechts met een raadgevende stem.
#### 4.2.1 Bijzondere soorten obligaties
1. **Converteerbare obligaties:** Obligaties die onder bepaalde voorwaarden en op specifieke data kunnen worden omgezet in aandelen.
2. **Obligaties met warrants:** Obligaties met inschrijvingsrechten die de houder de mogelijkheid geven om in te schrijven op nieuwe aandelen bij uitgifte.
### 4.3 Inschrijvingsrechten / Certificaten
* **Naakte warrants (inschrijvingsrechten):** Een BV kan inschrijvingsrechten uitgeven. De uitoefeningsperiode hiervan mag niet langer zijn dan 10 jaar vanaf de uitgifte.
* **Certificaten:** Titels die betrekking hebben op aandelen, obligaties of inschrijvingsrechten van een rechtspersoon. De uitgevende rechtspersoon blijft eigenaar van de onderliggende effecten en oefent de rechten erop uit, maar de opbrengst ervan wordt voorbehouden aan de houder van het certificaat. Certificaten zijn steeds op naam.
## 5. Overdraagbaarheid van effecten
### 5.1 Algemene regels
De overdracht van effecten volgt de regels van het verbintenissenrecht. Een loutere toestemming tussen partijen volstaat voor een geldige overdracht. Een schriftelijke overeenkomst is noodzakelijk om de overdracht te kunnen bewijzen en kan specifieke clausules bevatten (bv. waarborgen, concurrentiebeding). Overdrachten kunnen ook plaatsvinden via erfenissen en schenkingen.
### 5.2 Tegenstelbaarheid
* **Op naam:** Tegenstelbaarheid aan de vennootschap en derden vereist de inschrijving van de verklaring van overdracht in het effectenregister.
* **Gedematerialiseerd:** Tegenstelbaarheid gebeurt via de boeking van de ene effectenrekening naar de andere.
### 5.3 Overdraagbaarheid in een besloten of open BV
* **Statutaire vrijheid:** De statuten mogen de overdraagbaarheid van aandelen vrij regelen.
* **Default-regel (gebrek aan statutaire regeling):** De overdraagbaarheid is **besloten**.
#### 5.3.1 Strikte voorwaarden voor overdracht (default-regel)
De overdracht van aandelen is enkel mogelijk onder strikte voorwaarden:
1. Toestemming van minstens de helft van de aandeelhouders.
2. Die aandeelhouders moeten minstens driekwart ($ \frac{3}{4} $) van de aandelen bezitten, na aftrek van de aandelen waarvan de overdracht wordt voorgesteld.
#### 5.3.2 Uitzonderingen op de instemmingsvereiste
Instemming van aandeelhouders is niet vereist bij overdracht aan:
1. Een medevennoot.
2. De echtgenoot/wettelijk samenwonende partner van de overdrager of erflater.
3. Bloedverwanten in de rechte lijn (opgaande en neerdalende lijn).
De vereiste instemming moet schriftelijk blijken.
#### 5.3.3 Sanctie bij overdrachten zonder vereiste instemming
Overdrachten zonder de vereiste instemming zijn niet tegenstelbaar aan de vennootschap of derden, zelfs indien de overnemer te goeder trouw is.
> **Voorbeeld:**
> Een BV heeft 7500 aandelen en 5 aandeelhouders: Pieters (2000), Janssens (1000), Smekens (1000), Leekens (1500), De Smet (2000). Pieters wil 1000 aandelen overdragen aan een vriend.
>
> **Vereiste toestemming:**
> * **Aantal aandeelhouders:** Minimaal 3 aandeelhouders (Pieters + 2 anderen).
> * **Aandelenbezit:** De toestemmende aandeelhouders moeten $ \frac{3}{4} $ van de overige aandelen bezitten. Dat is $ \frac{3}{4} $ van ($7500 - 1000$) = $4875$ aandelen.
>
> Pieters kan met zijn 1000 aandelen niet zelf de meerderheid van de aandelen vertegenwoordigen om aan de $ \frac{3}{4} $-eis te voldoen. Hij heeft dus de medewerking van andere aandeelhouders nodig. In dit scenario zullen bijna alle aandeelhouders moeten toestemmen, aangezien slechts één van hen (Janssens, Smekens of Leekens) tegen zou kunnen stemmen zonder dat de $ \frac{3}{4} $-meerderheid wordt doorbroken.
#### 5.3.4 Weigering instemming
* **Overdracht onder levenden:** Indien instemming wordt geweigerd, kan de overdrager/overnemer de zaak voorleggen aan de Voorzitter van de Ondernemingsrechtbank in kort geding. Indien de weigering als "willekeurig" wordt beoordeeld, geldt het vonnis als instemming.
* **Overdracht na overlijden:** Erfgenamen die geen aandeelhouder kunnen worden, hebben recht op de vermogenswaarde van het aandeel. Zij kunnen een verzoek tot afkoop indienen bij het bestuursorgaan. De waarde wordt bepaald door de statuten, akkoord van partijen, of door de Voorzitter van de Ondernemingsrechtbank.
#### 5.3.5 Opschortende voorwaarde
Om te voorkomen dat de verkoper zijn verbintenissen niet kan nakomen en schadeplichtig wordt, kan de overdracht van aandelen plaatsvinden onder de opschortende voorwaarde dat de vereiste instemmingen worden verkregen.
### 5.4 Niet volledig volgestorte aandelen
Bij niet volledig volgestorte aandelen zijn de overdrager en de overnemer hoofdelijk gehouden tot de volstorting ten aanzien van de vennootschap en derden. De overdrager heeft nadien regresrecht op de overnemer/opeenvolgende overnemers voor wat hij heeft betaald.
### 5.5 Verstrenging van beperkingen
Beperkingen op de overdraagbaarheid van effecten kunnen worden verstrengd via statutaire bepalingen en aandeelhoudersovereenkomsten (bv. goedkeuringsclausules, bedingen van voorkoop). Een versoepeling is enkel mogelijk via statutaire bepalingen.
## 6. Uitkoopbod – Squeeze-out regeling
Een regeling die ook in de BV is ingevoerd. Ieder die, alleen of in onderling overleg, minstens 95% van de aandelen met stemrecht bezit, kan een bod uitbrengen om alle effecten met stemrecht van de vennootschap te verkrijgen. Dit geldt ook voor aandeelhouders die door een aandeelhoudersovereenkomst verbonden zijn.
---
# Soorten effecten en hun kenmerken
Dit onderdeel beschrijft de verschillende soorten effecten die een besloten vennootschap (BV) kan uitgeven, met aandacht voor hun kenmerken, rechten, verplichtingen en de statutaire mogelijkheden omtrent hun overdraagbaarheid.
### 2.1 Algemeen over effectenuitgifte in een BV
Een BV heeft de mogelijkheid om diverse soorten effecten uit te geven, waaronder aandelen, obligaties, converteerbare obligaties, warrants en inschrijvingsrechten. Er is geen specifieke verwijzing meer naar de kapitaalwaarde van de aandelen.
#### 2.1.1 Vorm en registratie van effecten
* **Aandelen:** Aandelen moeten steeds op naam worden uitgegeven. In een genoteerde BV kunnen ook gedematerialiseerde aandelen worden uitgegeven.
* **Andere effecten:** Alle andere effecten dan aandelen kunnen op naam of gedematerialiseerd worden uitgegeven, mits dit in de statuten is voorzien.
* **Register van effecten op naam:** Voor elke categorie van effecten op naam wordt een apart register bijgehouden op de zetel van de vennootschap. Dit register kan ook in elektronische vorm bestaan.
* **Verplichte vermeldingen in het aandelenregister:**
* Totaal aantal uitgegeven aandelen per soort.
* Per houder: identiteitsgegevens, aantal en soort aandelen, gedane stortingen, overdrachtsbeperkingen, en de aan het aandeel verbonden stemrechten en winstrechten of recht op vereffeningssaldo.
* **Gezamenlijke zakelijke rechten op een aandeel:** Indien meerdere personen onverdeelde zakelijke rechten op eenzelfde aandeel hebben (bv. erfgenamen), kan de vennootschap de uitoefening van het stemrecht schorsen totdat een stemrechthouder is aangewezen.
* **Opsplitsing eigendom (vruchtgebruik/blote eigendom):** In principe oefent de vruchtgebruiker de rechten verbonden aan het aandeel uit, tenzij anders bepaald in de statuten, testament of overeenkomst.
#### 2.1.2 Bewijs van houderschap en inzagerecht
* **Vermoeden van houderschap:** Degene die als houder van het effect in het register is ingeschreven, wordt vermoed de eigenaar te zijn, tenzij tegenbewijs wordt geleverd.
* **Inzagerecht en certificaten:** De effecthouder heeft inzagerecht in het register en kan een uittreksel van de inschrijving vragen in de vorm van een certificaat.
#### 2.1.3 Overdracht van effecten op naam
* **Wijze van overdracht:** Een verklaring van overdracht wordt ingeschreven in het register van de effecten op naam. Deze verklaring moet gedagtekend en ondertekend zijn door zowel de overdrager als de overnemer (of na overlijden door een lid van het bestuursorgaan en de rechtverkrijgende).
* **Tegenstelbaarheid:** De overdracht is pas tegenstelbaar aan derden en de vennootschap na inschrijving van de verklaring van overdracht.
#### 2.1.4 Gedematerialiseerde effecten
* **Definitie:** Dit zijn elektronische of niet-fysieke effecten.
* **Registratie:** Ze worden geboekt op een effectenrekening bij een erkend rekeninghouder (financiële instelling) of een centrale effectenbewaarinstelling. De inschrijving in het effectenregister gebeurt onder de naam van de centrale effectenbewaarinstelling, die op haar beurt rekeningen houdt voor de erkende rekeninghouders.
* **Wijze van overdracht:** Overdracht gebeurt door boeking van de ene effectenrekening naar de andere.
### 2.2 Aandelen
De statuten kunnen vrij de gevolgen van het aandeelhouderschap bepalen.
* **Soorten aandelen:** Er kunnen verschillende soorten aandelen worden uitgegeven, zoals:
* Aandelen zonder stemrecht of met beperkt stemrecht.
* Aandelen met meervoudig stemrecht.
* Preferente (bevoorrechte) aandelen met voorkeurrechten.
* Genotsaandelen die recht geven op de terugbetaling van de inbreng voor bepaalde 'uitgelote' aandeelhouders.
* **Afschaffing gelijkvormigheidsprincipe:** De regel dat in een BV alle aandelen volstrekt gelijk moesten zijn, is afgeschaft. Er moet wel minstens één aandeel met stemrecht worden uitgegeven.
* **Inbreng:** Een aandeel kan enkel worden uitgegeven in ruil voor een inbreng in geld, in natura of in nijverheid.
* **Stemrecht:** Eén aandeel heeft één stem, tenzij de statuten meervoudig stemrecht voorzien. Statutaire stemrechtbeperkingen zijn mogelijk, mits deze op elke aandeelhouder op dezelfde wijze worden toegepast (bv. maximum stemrechtpercentage per aandeelhouder).
* **Stemrecht bij aandelen zonder stemrecht:** In bepaalde gevallen (bv. bij omzetting van de vennootschap of grensoverschrijdende fusie) geven aandelen zonder stemrecht toch recht op één stem per aandeel.
* **Winst- en vereffeningssaldo:** Elk aandeel moet delen in de winst en het vereffeningssaldo, tenzij de statuten anders bepalen. Elk aandeel geeft recht op een gelijk aandeel in de winst/vereffeningssaldo.
### 2.3 Obligaties
Elke rechtspersoon, inclusief een BV, kan obligaties uitgeven voor een bepaalde termijn of eeuwigdurend. Obligaties moeten volledig worden volgestort.
* **Definitie:** Een obligatielening is een gezamenlijke geldlening aangegaan door de vennootschap en een groep uitleners (obligatiehouders). Een obligatie is de titel die door de vennootschap wordt uitgegeven als tegenprestatie voor een deel van deze lening.
* **Essentieel verschil aandeelhouder vs. obligatiehouder:** Een obligatiehouder is een schuldeiser van de vennootschap en heeft een onvoorwaardelijk recht op terugbetaling.
* **Vorm en overdraagbaarheid:** Identiek aan die van aandelen.
* **Algemene vergadering van obligatiehouders (AVO):**
* Naast de algemene vergadering van aandeelhouders bestaat er een AVO.
* **Organisatie en bijeenroeping:** Analoog aan de algemene vergadering van aandeelhouders.
* **Bevoegdheid:** De AVO kan de oorspronkelijke voorwaarden van de obligatielening aanpassen (bv. aflossingstermijn verlengen, rentevoet aanpassen, aflossing schorsen).
* **Vertegenwoordigers:** De uitgiftevoorwaarden kunnen voorzien in de aanstelling van een of meerdere vertegenwoordigers van obligatiehouders om als aanspreekpunt te fungeren.
* **Bijwonen AV aandeelhouders:** Obligatiehouders mogen de AV van aandeelhouders bijwonen, maar slechts met raadgevende stem.
#### 2.3.1 Bijzondere soorten obligaties
1. **Converteerbare obligaties:** Obligaties die op bepaalde data en onder de voorwaarden bepaald bij uitgifte, kunnen worden omgezet in aandelen.
2. **Obligaties met warrants:** Obligaties die zijn voorzien van inschrijvingsrechten. Deze geven de obligatiehouders de mogelijkheid om onder de vastgestelde uitgiftevoorwaarden in te schrijven op nieuwe aandelen bij een toekomstige uitgifte.
### 2.4 Inschrijvingsrechten en certificaten
Een BV kan ook "naakte" warrants (inschrijvingsrechten) uitgeven.
* **Uitoefeningsperiode inschrijvingsrechten:** De periode waarin deze rechten kunnen worden uitgeoefend, mag niet langer zijn dan tien jaar vanaf de uitgifte.
* **Certificaten:** Een certificaat is een titel die betrekking heeft op aandelen, obligaties of inschrijvingsrechten uitgegeven door een rechtspersoon. De uitgevende rechtspersoon blijft eigenaar van de effecten en oefent de rechten erop uit, maar behoudt de opbrengst ervan voor de houder van het certificaat. Certificaten zijn steeds op naam.
### 2.5 Overdraagbaarheid van effecten
#### 2.5.1 Algemene regels voor overdracht
* **Verbintenissenrecht:** Overdracht gebeurt volgens de regels van het verbintenissenrecht. Loutere toestemming tussen partijen volstaat voor een geldige overdracht.
* **Bewijs:** Een schriftelijke overeenkomst is noodzakelijk om de overdracht te kunnen bewijzen, en kan specifieke clausules bevatten (bv. waarborgen, concurrentiebeding).
* **Overdracht door erfenis/schenking:** Is ook mogelijk.
* **Tegenstelbaarheid aan vennootschap en derden:**
* **Op naam:** Vereist inschrijving van de verklaring van overdracht in het aandelenregister.
* **Gedematerialiseerd:** Vereist boeking van de ene effectenrekening naar de andere.
#### 2.5.2 Overdraagbaarheid in een besloten of open BV
* **BV nu:** Een BV kan statutair besloten of open zijn. De overdraagbaarheid van aandelen kan statutair vrij worden geregeld.
* **Default-regel (gebrek aan statutaire regeling):** De overdraagbaarheid is besloten.
* **Voorwaarden voor overdracht (besloten BV, na overlijden):** Overdracht is enkel mogelijk onder strikte voorwaarden:
1. Toestemming van de helft van de aandeelhouders.
2. Deze aandeelhouders moeten driekwart (¾) van de aandelen bezitten, waarbij de aandelen die worden overgedragen van dit totaal afgetrokken worden.
3. Na aftrek van de aandelen waarvan de overdracht wordt voorgesteld.
* **Uitzondering op instemmingsvereiste:** Instemming van aandeelhouders is niet vereist bij overdracht aan:
1. Een medevennoot.
2. De echtgenoot/wettelijk samenwonende partner van de overdrager of erflater.
3. Bloedverwanten in de rechte lijn (opgaande en nederdalende).
* **Vereiste instemming:** De vereiste instemming moet blijken uit een geschreven stuk.
* **Sanctie bij overdrachten zonder vereiste instemming:** De overdracht is niet tegenstelbaar aan de vennootschap of derden, zelfs indien de overnemer te goeder trouw is.
#### 2.5.3 Weigering van instemming
* **Overdracht onder levenden:** Indien de instemming wordt geweigerd, kunnen de overdrager/overnemer de zaak voorleggen aan de Voorzitter van de Ondernemingsrechtbank (kortgedingprocedure). Indien de weigering als "willekeurig" wordt beoordeeld, geldt het vonnis als instemming met de overdracht.
* **Overdracht na overlijden:** Erfgenamen/legatarissen die geen aandeelhouder kunnen worden, hebben recht op de vermogenswaarde van het aandeel. Zij kunnen een verzoek tot afkoop indienen bij het bestuursorgaan. De waarde wordt bepaald door de statuten, akkoord van partijen, of door de Voorzitter van de Ondernemingsrechtbank, die ook de voorwaarden voor afkoop vaststelt.
#### 2.5.4 Opschortende voorwaarde en onvolledig volgestorte aandelen
* **Opschortende voorwaarde:** Om te voorkomen dat de verkoper zijn verbintenissen niet kan nakomen en veroordeeld wordt tot schadevergoeding, kan de overdracht worden aangegaan onder de opschortende voorwaarde van het verkrijgen van de vereiste instemmingen.
* **Niet volledig volgestorte aandelen:** Zowel de overdrager als de overnemer (en opeenvolgende overnemers) zijn hoofdelijk gehouden tot de volstorting ten aanzien van de vennootschap en derden. De overdrager heeft regresrecht voor wat hij betaalde op de overnemer(s).
#### 2.5.5 Verstrenging en versoepeling beperkingen overdraagbaarheid
* **Verstrenging:** Beperkingen op de overdraagbaarheid van effecten kunnen worden versterkt via statutaire bepalingen en/of aandeelhoudersovereenkomsten (bv. goedkeuringsclausules, voorkoopbedingen).
* **Versoepeling:** Dit kan enkel via statutaire bepalingen, niet via aandeelhoudersovereenkomsten.
#### 2.5.6 Uitkoopbod (Squeeze-out regeling)
* **Toepassing:** De squeeze-out regeling is ook ingevoerd in de BV.
* **Voorwaarde:** Iedereen die alleen of in onderling overleg minstens 95% van de aandelen met stemrecht bezit, kan een bod doen om het geheel van de effecten met stemrecht van de vennootschap te verkrijgen.
* **Onderling overleg:** Aandeelhouders die verbonden zijn door een aandeelhoudersovereenkomst, worden geacht in onderling overleg te handelen.
---
# Overdraagbaarheid van effecten in de BV
Dit deel behandelt de regels betreffende de overdracht van effecten, met aandacht voor de vereisten voor tegenstelbaarheid, de standaardregels voor besloten en open BV's, uitzonderingen, de gevolgen van weigering van instemming en specifieke scenario's zoals uitkoopbiedingen.
### 3.1 Algemeen over effecten
De BV kan diverse soorten effecten uitgeven, zoals aandelen, obligaties, converteerbare obligaties en warrants. De oude regel die de waarde van aandelen koppelde aan het kapitaal is komen te vervallen.
#### 3.1.1 Vorm van effecten
* **Aandelen:** Aandelen zijn steeds op naam. In een beursgenoteerde BV kunnen ook gedematerialiseerde aandelen worden uitgegeven.
* **Andere effecten:** Deze kunnen op naam of gedematerialiseerd zijn, mits de statuten dit voorzien.
#### 3.1.2 Gevolgen van gedeelde zakelijke rechten op een aandeel
Indien meerdere personen onverdeelde zakelijke rechten op een aandeel hebben (bijvoorbeeld bij erfgenamen), kan de vennootschap het stemrecht schorsen totdat er een duidelijke houder van het stemrecht is aangewezen. Bij een opsplitsing tussen vruchtgebruik en blote eigendom, oefent de vruchtgebruiker in principe de rechten uit, tenzij statuten, testament of overeenkomst anders bepalen.
#### 3.1.3 Effecten op naam
* **Definitie:** De houder is ingeschreven in een register van effecten op naam dat bij de vennootschap wordt bijgehouden. Dit register kan ook in elektronische vorm bestaan.
* **Registervereisten:** Voor elke categorie effecten op naam wordt een apart register bijgehouden. Dit register bevat verplichte vermeldingen zoals het totale aantal aandelen per soort, de identiteitsgegevens van de houder, het aantal en de soort aandelen, gedane stortingen, eventuele overdrachtsbeperkingen, en de aan het aandeel verbonden stem- en winstrechten of recht op vereffeningssaldo.
* **Bewijs van houderschap:** Degene die als houder in het register is ingeschreven, wordt vermoed de eigenaar te zijn, tenzij het tegendeel wordt bewezen.
* **Rechten van de effecthouder:** De effecthouder heeft inzagerecht en kan een certificaat met een uittreksel van de inschrijving verkrijgen.
* **Wijze van overdracht:** Een verklaring van overdracht, gedagtekend en ondertekend door zowel de overdrager als de overnemer (of bij overlijden door het bestuursorgaan en de rechtverkrijgende), wordt ingeschreven in het register. De overdracht is pas tegenstelbaar aan derden en de vennootschap na deze inschrijving.
#### 3.1.4 Gedematerialiseerde effecten
* **Definitie:** Dit zijn elektronische of niet-fysieke effecten die worden geboekt op een effectenrekening bij een erkende rekeninghouder (financiële instelling) of een centrale effectenbewaarinstelling.
* **Register:** Ze worden ingeschreven in het effectenregister onder naam van de centrale effectenbewaarinstelling.
* **Wijze van overdracht:** Overdracht vindt plaats door boeking van de ene effectenrekening naar de andere.
### 3.2 Soorten effecten
#### 3.2.1 Aandelen
* **Statutaire bepalingen:** De statuten kunnen de gevolgen van het aandeelhouderschap vrij regelen. Dit omvat de uitgifte van verschillende soorten aandelen, zoals aandelen zonder stemrecht (met uitzonderingen), aandelen met meervoudig stemrecht, preferente aandelen, en genotsaandelen.
* **Afschaffing gelijkheidsregel:** De eerdere regel dat in een bvba alle aandelen strikt gelijk moesten zijn, is afgeschaft. Er moet echter minimaal één aandeel met stemrecht worden uitgegeven.
* **Inbreng:** Elk aandeel moet worden uitgegeven in ruil voor een inbreng (in geld, in natura of in nijverheid).
* **Stemrecht:** Eén aandeel geeft één stem, tenzij de statuten meervoudig stemrecht voorzien. Statutaire stemrechtbeperkingen zijn toegestaan indien ze uniform worden toegepast (bv. een maximum stemrechtpercentage per aandeelhouder).
* **Winstrecht:** Elk aandeel moet delen in de winst en het vereffeningssaldo, tenzij de statuten anders bepalen.
#### 3.2.2 Obligaties
* **Uitgifte:** Elke rechtspersoon, inclusief een BV, kan obligaties uitgeven voor een bepaalde termijn of eeuwigdurend. Obligaties moeten volledig zijn volgestort.
* **Obligatielening:** Dit is een gezamenlijke geldlening aangegaan door de vennootschap met een groep uitleners (obligatiehouders).
* **Obligatie:** Een titel die door de vennootschap wordt uitgegeven als tegenprestatie voor een deel van de gezamenlijke geldlening.
* **Verschil met aandeelhouder:** Een obligatiehouder is een schuldeiser van de vennootschap en heeft een onvoorwaardelijk recht op terugbetaling.
* **Vorm en overdraagbaarheid:** Idem als bij aandelen.
* **Algemene vergadering van obligatiehouders (AVO):** Deze vergadering kan de oorspronkelijke voorwaarden van de obligatielening aanpassen (bv. aflossingstermijn, rentevoet).
* **Vertegenwoordigers:** De uitgiftevoorwaarden kunnen voorzien in de aanstelling van één of meerdere vertegenwoordigers van obligatiehouders.
* **Bijwoning AV aandeelhouders:** Obligatiehouders mogen de algemene vergadering van aandeelhouders bijwonen, maar enkel met raadgevende stem.
##### 3.2.2.1 Bijzondere soorten obligaties
* **Converteerbare obligaties:** Obligaties die op bepaalde data en onder de voorwaarden van de uitgifte in aandelen kunnen worden omgezet.
* **Obligaties met warrants:** Obligaties met inschrijvingsrechten die de houder de mogelijkheid bieden om onder de vastgestelde voorwaarden in te schrijven op nieuwe aandelen.
#### 3.2.3 Inschrijvingsrechten / Certificaten
* **Warrants (naakte inschrijvingsrechten):** Een BV kan warrants uitgeven, met een uitoefeningsperiode die maximaal tien jaar mag zijn vanaf de uitgifte.
* **Certificaten:** Titels die betrekking hebben op aandelen, obligaties of inschrijvingsrechten van een rechtspersoon. De rechtspersoon blijft eigenaar van de effecten, maar de opbrengst ervan wordt voorbehouden aan de houder van het certificaat. Certificaten zijn steeds op naam.
### 3.3 Overdraagbaarheid van effecten
#### 3.3.1 Algemene beginselen
* **Verbintenissenrecht:** De overdracht valt onder de regels van het verbintenissenrecht. Loutere toestemming tussen partijen volstaat voor een geldige overdracht.
* **Bewijs:** Een schriftelijke overeenkomst is noodzakelijk voor het bewijs van de overdracht, waarbij specifieke clausules (waarborgen, concurrentiebeding) kunnen worden opgenomen.
* **Andere overdrachtsgronden:** Overdracht kan ook plaatsvinden via erfenissen of schenkingen.
* **Tegenstelbaarheid:** De tegenstelbaarheid aan de vennootschap en derden is afhankelijk van de vorm van de effecten (zie 3.1.3 en 3.1.4).
#### 3.3.2 Besloten of open BV
* **Statutaire regeling:** De overdraagbaarheid van aandelen mag statutair vrij worden geregeld.
* **Default-regel (gebrek aan statutaire regeling):** De default-regel is dat de BV *besloten* is, wat betekent dat de overdraagbaarheid van aandelen strikt is beperkt.
##### 3.3.2.1 Strikte voorwaarden voor overdracht (default-regel)
Overdracht is enkel mogelijk onder de volgende strikte voorwaarden:
1. Toestemming van minimaal de helft van de aandeelhouders.
2. Deze aandeelhouders moeten minimaal driekwart van de aandelen bezitten, nadat de aandelen waarvan de overdracht wordt voorgesteld, in mindering zijn gebracht.
3. Dit geldt zowel voor overdrachten tijdens het leven als na overlijden.
##### 3.3.2.2 Uitzondering op de instemmingsvereiste
Instemming van de aandeelhouders is **niet** vereist bij overdracht aan:
1. Een medevennoot.
2. De echtgenoot/wettelijk samenwonende partner van de overdrager of erflater.
3. Bloedverwanten in de rechte lijn (opgaande en nederdalende lijn).
* **Vereiste instemming:** De vereiste instemming moet schriftelijk blijken.
* **Sanctie bij niet-naleving:** Overdrachten zonder de vereiste instemming zijn niet tegenstelbaar aan de vennootschap of derden, zelfs niet als de overnemer te goeder trouw is.
##### 3.3.2.3 Voorbeeld van de default-regel
* **Situatie:** Een BV heeft 7500 aandelen en 5 aandeelhouders: Pieters (2000 aandelen), Janssens (1000), Smekens (1000), Leekens (1500), De Smet (2000).
* **Probleem:** Pieters wil 1000 aandelen overdragen aan zijn vriend Verelst.
* **Vereiste toestemming:**
* Minstens de helft van de aandeelhouders moet toestemmen, dus 3 aandeelhouders (Pieters + 2 anderen).
* De toestemmende aandeelhouders moeten ¾ bezitten van de resterende aandelen na aftrek van de over te dragen aandelen. ¾ van ($7500 - 1000 = 6500$) = $4875$ aandelen.
* Pieters kan met de 1000 aandelen die hij wil overdragen niet meer meestemmen. Hij heeft dus nog $3875$ aandelen nodig om aan de driekwart-eis te voldoen.
* **Conclusie:** In dit scenario moeten bijna alle aandeelhouders (met uitzondering van mogelijk één) instemmen.
#### 3.3.3 Weigering van instemming
* **Overdracht onder levenden:** Bij weigering van instemming kunnen de overdrager/overnemer de zaak voorleggen aan de voorzitter van de Ondernemingsrechtbank in kort geding. Als de weigering als "willekeurig" wordt beoordeeld, geldt het vonnis als instemming.
* **Overdracht na overlijden:** Erfgenamen/legatarissen die geen aandeelhouder kunnen worden, hebben recht op de vermogenswaarde van het aandeel. Ze kunnen een verzoek tot afkoop indienen bij het bestuursorgaan.
* **Waarde van het aandeel:** De waarde wordt bepaald door de statuten, akkoord van partijen, of door de voorzitter van de Ondernemingsrechtbank. De waarde en voorwaarden van afkoop worden door de vennootschap of de aandeelhouder die zich heeft verzet betaald.
* **Opschortende voorwaarde:** Om te voorkomen dat de verkoper zijn verbintenissen niet kan nakomen, kan de overdracht onder de opschortende voorwaarde van het verkrijgen van de vereiste instemmingen worden aangegaan.
#### 3.3.4 Niet volledig volgestorte aandelen
Bij de overdracht van niet volledig volgestorte aandelen zijn de overdrager en de overnemer hoofdelijk gehouden tot de volstorting ten opzichte van de vennootschap en derden. De overdrager kan verhaal uitoefenen op de overnemer of opeenvolgende overnemers voor wat hij heeft betaald.
#### 3.3.5 Verstrenging beperkingen overdraagbaarheid
Beperkingen op de overdraagbaarheid van effecten kunnen worden verstrengd via statutaire bepalingen en aandeelhoudersovereenkomsten (bv. goedkeuringsclausules, bedingen van voorkoop). Een versoepeling is enkel mogelijk via statutaire bepalingen, niet via aandeelhoudersovereenkomsten.
### 3.4 Uitkoopbod – Squeeze-out regeling
Een regeling die ook in de BV is ingevoerd. Iedereen die alleen of in onderling overleg minstens 95% van de aandelen met stemrecht bezit, kan een bod doen om de overige effecten met stemrecht van de vennootschap te verkrijgen. "In onderling overleg" verwijst naar aandeelhouders die verbonden zijn door een aandeelhoudersovereenkomst.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Effecten | Financiële instrumenten die een eigendomsrecht of een vorderingsrecht vertegenwoordigen, zoals aandelen, obligaties, converteerbare obligaties en warrants, die verhandelbaar zijn op de financiële markten. |
| Aandelen | Stukken van het maatschappelijk kapitaal van een vennootschap die recht geven op een deel van de winst, het vermogen en het stemrecht, afhankelijk van de statutaire bepalingen. |
| Obligaties | Schuldbewijzen uitgegeven door een rechtspersoon die een lening vertegenwoordigen, waarbij de houder recht heeft op terugbetaling van het kapitaal en rente, en beschouwd wordt als schuldeiser van de vennootschap. |
| Converteerbare obligaties | Obligaties die op specifieke data en onder vooraf bepaalde voorwaarden kunnen worden omgezet in aandelen van de vennootschap. |
| Warrants | Inschrijvingsrechten die aan de houder de mogelijkheid geven om onder bepaalde voorwaarden nieuwe aandelen te verwerven, vaak uitgegeven in combinatie met andere effecten zoals obligaties. |
| Gedematerialiseerde effecten | Effecten die niet in fysieke vorm bestaan, maar enkel als een boeking op een effectenrekening bij een financiële instelling of bewaarinstelling worden geregistreerd. |
| Tegenstelbaarheid | Het aspect waarbij een rechtshandeling, zoals de overdracht van effecten, juridisch bindend wordt voor derden en de vennootschap zelf, nadat aan de wettelijke formaliteiten is voldaan. |
| Stemrecht | Het recht dat een aandeelhouder heeft om deel te nemen aan besluitvorming binnen de algemene vergadering van de vennootschap, door middel van stemmen, tenzij statutair anders bepaald. |
| Preferente aandelen | Aandelen die bepaalde bevoorrechte rechten toekennen aan hun houders, zoals een voorkeursrecht op dividenduitkering of een recht op terugbetaling van hun inbreng bij vereffening. |
| Vruchtgebruik | Het recht om te genieten van de vruchten die voortkomen uit een zaak of een vermogen die aan een ander toebehoren, waarbij de vruchtgebruiker in beginsel de rechten verbonden aan aandelen uitoefent. |
| Blote eigendom | Het eigendomsrecht op een goed dat is bezwaard met het vruchtgebruik door een ander, waarbij de blote eigenaar de economische rechten niet direct geniet maar de juridische eigendom behoudt. |
| Uitkoopbod (squeeze-out) | Een regeling die een meerderheidsaandeelhouder (minimaal 95%) de mogelijkheid geeft om alle resterende stemrecht hebbende aandelen van een vennootschap te verwerven via een openbaar bod. |
Cover
BV OPRICHTING.pptx
Summary
# Algemene kenmerken en oprichtingsvereisten van de besloten vennootschap (BV)
Hier is een gedetailleerde studiehandleiding voor de algemene kenmerken en oprichtingsvereisten van de besloten vennootschap (BV).
## 1. Algemene kenmerken en oprichtingsvereisten van de besloten vennootschap (BV)
Dit onderwerp behandelt de fundamentele aspecten van de besloten vennootschap, inclusief haar flexibiliteit en de verplichte elementen voor de oprichting, zoals het toereikend aanvangsvermogen, de plaatsing van aandelen, en de verschillende soorten inbrengen.
### 1.1 Algemene kenmerken van de BV
De besloten vennootschap (BV) wordt beschouwd als een basisvorm en een uiterst flexibele vennootschapsvorm die geschikt is voor zowel grote als kleine ondernemingen. Ze kan zelfs een 'genoteerde' vennootschap zijn. Essentiële kenmerken zijn:
* **Zonder kapitaal, wel vermogen:** Er is geen wettelijk minimumkapitaal vereist.
* **Beperkte aansprakelijkheid:** De aansprakelijkheid van aandeelhouders is beperkt tot hun inbreng.
* **Besloten karakter:** De vennootschap is enkel besloten indien statutair geen andere regeling is voorzien; ze kan ook volledig 'open' ontworpen worden.
* **Flexibiliteit statuten:** Er bestaat grote vrijheid bij het bepalen van de inhoud van de statuten, bijvoorbeeld met betrekking tot het open/gesloten karakter, en de uitoefening van stemrechten.
### 1.2 Oprichtingsvereisten
Voor de oprichting van een BV zijn een aantal specifieke vereisten vastgelegd:
#### 1.2.1 Toereikend aanvangsvermogen
* **Afschaffing kapitaalbegrip:** Het concept van een minimumkapitaal is afgeschaft.
* **Nieuw begrip "toereikend aanvangsvermogen":** De oprichters dienen ervoor te zorgen dat de BV bij oprichting over een eigen vermogen beschikt dat, mede gelet op andere financieringsbronnen zoals bankfinanciering, toereikend is om de geplande activiteiten te verwezenlijken. Het eigen vermogen, bestaande uit de inbrengen van de aandeelhouders en eventuele reserves of overgedragen winsten, fungeert als waarborg voor schuldeisers.
* **Onbeschikbaarheid van inbrengen:** De statuten kunnen bepalen dat de inbrengen van de aandeelhouders 'onbeschikbaar' zijn, wat betekent dat ze niet kunnen worden uitgekeerd. Voor bestaande BVBA's die hun statuten nog niet hebben aangepast, werd het kapitaal op 1 januari 2020 omgezet in een onbeschikbare reserve.
##### 1.2.1.1 Financieel plan
* **Controle-instrument:** Het toereikend aanvangsvermogen wordt aangetoond aan de hand van een financieel plan. Dit plan vormt een bedrijfseconomische verantwoording van het aanvangsvermogen van de vennootschap, gericht op het verzekeren van de behoorlijke werking gedurende een periode van 2 jaar.
* **Overhandiging aan notaris:** Het financieel plan moet vóór de oprichting aan de notaris worden overhandigd, die het bewaart (niet ter inzage van derden).
* **Inhoud financieel plan:** Het plan omvat een beschrijving van de bedrijfsactiviteiten, een overzicht van alle financieringsbronnen bij oprichting, de verwachte inkomsten en uitgaven voor de eerste 2 jaar na oprichting, prognoses van balansen en resultatenrekeningen na 12 en 24 maanden, en de onderliggende hypotheses voor de geschatte omzet en rentabiliteit.
* **Externe expert:** Meestal wordt voor de opmaak van het financieel plan een beroep gedaan op een externe expert, zoals een accountant.
* **Belang bij faillissement:** Indien de vennootschap binnen 3 jaar na oprichting failliet gaat, wordt het financiële plan door de notaris overgemaakt aan het parket. De ondernemingsrechtbank kan de oprichters hoofdelijk aansprakelijk stellen voor de overblijvende schulden van de vennootschap na faillissement, naar een door de rechter te bepalen verhouding, indien het aanvangsvermogen bij oprichting kennelijk ontoereikend was voor de normale werking gedurende ten minste 2 jaar.
#### 1.2.2 Plaatsing van de aandelen
* **Dwingende bepaling:** De door de BV uitgegeven aandelen moeten volledig en onvoorwaardelijk geplaatst zijn, wat betekent dat ze volledig ingeschreven dienen te zijn met geldige inbrengen. Tenzij anders bepaald in de oprichtingsakte, moeten ze ook volledig gestort zijn (effectief betaald).
* **Sanctie bij niet-nakoming:** Oprichters worden van rechtswege als inschrijvers beschouwd en zijn hoofdelijk gehouden tot de werkelijke storting van deze aandelen.
* **Verbod op inschrijving op eigen aandelen:** De BV mag niet inschrijven op haar eigen aandelen, zelfs niet via een dochtervennootschap of een tussenpersoon die in eigen naam maar voor rekening van de vennootschap handelt.
* **Sanctie bij inschrijving op eigen aandelen:** Oprichters zijn persoonlijk en hoofdelijk gehouden tot de volstorting van deze aandelen, en alle rechten verbonden aan deze aandelen blijven geschorst zolang de aandelen eigendom zijn van de vennootschap.
#### 1.2.3 Inbrengen
Bij de oprichting van een BV moeten de vennoten een inbreng doen, wat neerkomt op de terbeschikkingstelling van vermogensbestanddelen aan de vennootschap die onderhevig zijn aan het ondernemingsrisico. Het geheel van de inbrengen vormt het startvermogen van de BV. Er zijn drie wijzen van inbreng mogelijk:
##### 1.2.3.1 Inbreng in geld
* **Storting:** Een geldsom dient vóór de oprichting te worden overgemaakt op een bijzondere rekening die door de oprichters bij een financiële instelling wordt geopend op naam van de vennootschap in oprichting.
* **Bankattest:** De notaris mag de oprichtingsakte pas verlijden na ontvangst van het bewijs van storting (het bankattest).
* **Beschikbaarheid:** Enkel de bestuurders kunnen over dit geld beschikken nadat de notaris de oprichting aan de financiële instelling heeft gemeld.
* **Niet-oprichting:** Als de vennootschap binnen een maand na de opening van de bijzondere rekening niet is opgericht, wordt het geld teruggegeven aan de deposanten die erom verzoeken.
##### 1.2.3.2 Inbreng in natura
* **Definitie:** Dit betreft de inbreng van een materieel of immaterieel roerend of onroerend goed dat naar economische maatstaven gewaardeerd kan worden.
* **Dubbele formaliteit:**
1. **Controleverslag:** Een onafhankelijk bedrijfsrevisor onderzoekt de waardering van de oprichters op basis van hun ontwerp van een bijzonder verslag.
2. **Bijzonder verslag oprichters:** Dit verslag omvat de volgende elementen:
* Het belang van de inbreng in natura voor de vennootschap.
* Een beschrijving van de inbreng en een gemotiveerde waardering, met vermelding van de vergoeding die als tegenprestatie wordt verstrekt.
* Indien van toepassing, afwijkende conclusies van de oprichters waarom zij afwijken van het verslag van de revisor.
* **Aansprakelijkheid:** De oprichters zijn hoofdelijk aansprakelijk voor schade die het directe gevolg is van een kennelijke overwaardering van de inbreng in natura.
* **Openbaarmaking:** Beide verslagen worden openbaar gemaakt door neerlegging in het dossier van de rechtspersoon.
##### 1.2.3.3 Inbreng in nijverheid
* **Definitie:** Dit betreft de verbintenis om arbeid of diensten te presteren.
* **Verval aandelen:** De uitgereikte aandelen vervallen bij overlijden, arbeidsonbekwaamheid of enige andere oorzaak waardoor de schuldenaar van de inbreng in nijverheid definitief onmogelijk zijn verbintenissen kan nakomen.
* **Opschorting rechten:** De maatschappelijke rechten verbonden aan de uitgereikte aandelen worden opgeschort voor de ganse duur van een tijdelijke onmogelijkheid die meer dan drie maanden duurt.
* **Afwijking statuten:** De statuten kunnen hiervan afwijken.
#### 1.2.4 Oprichtingsformaliteiten
* **Vorm oprichtingsakte:** De oprichting vereist een authentieke akte.
* **Verplichte vermeldingen:** De oprichtingsakte moet, naast de algemene vermeldingen, specifiek voor de BV onder andere het aantal aandelen, de verschillende soorten aandelen, en de rechten en overdrachtsbeperkingen per soort bevatten.
* **Aanwezigheid aandeelhouders:** Bij de oprichting verschijnen alle aandeelhouders (eventueel met volmacht) bij de notaris.
* **Oprichters:** Zij die bij de oprichting verschijnen, worden in principe als oprichter beschouwd en dragen de oprichtersaansprakelijkheid. Een onderscheid kan echter gemaakt worden tussen oprichters-aansprakelijken en oprichters-verschijners. De akte kan één of meerdere aandeelhouders die samen minstens een derde van de aandelen bezitten, als oprichter aanwijzen.
### 1.3 Nietigheid BV
De algemene regels betreffende nietigheid die gelden voor alle vennootschappen, zijn ook van toepassing op de BV. Dit omvat onder andere:
* Niet-naleving van de vormvereisten voor de oprichtingsakte.
* Het ontbreken van de naam, het voorwerp of de inbrengen in de oprichtingsakte.
* Een ongeoorloofd voorwerp van de vennootschap.
* Het ontbreken van een geldig verbonden oprichter.
Daarnaast bepaalt het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) dat statutaire bepalingen die aan één aandeelhouder de gehele winst toekennen of één of meer aandeelhouders van de winst uitsluiten, voor niet geschreven moeten worden gehouden.
---
# Financieel plan en oprichtersaansprakelijkheid
Dit deel van de studiehandleiding behandelt de rol van het financiële plan als controle-instrument voor het aanvangsvermogen van een besloten vennootschap (BV) en de mogelijke hoofdelijke aansprakelijkheid van oprichters bij faillissement binnen drie jaar na oprichting, indien het vermogen ontoereikend was.
### 2.1 Het financiële plan als controle-instrument
#### 2.1.1 Toereikend aanvangsvermogen
Bij de oprichting van een BV is er geen sprake meer van een minimumkapitaal. In plaats daarvan is een "toereikend aanvangsvermogen" vereist. Dit betekent dat de oprichters ervoor moeten zorgen dat de BV bij aanvang beschikt over een eigen vermogen dat, mede in samenhang met andere financieringsbronnen zoals bankleningen, volstaat om de geplande activiteiten te realiseren. Het eigen vermogen, bestaande uit de inbrengen van de aandeelhouders en eventuele reserves of overgedragen winsten, dient als waarborg voor de schuldeisers. Statuten kunnen bepalen dat de inbrengen van aandeelhouders onbeschikbaar zijn voor uitkering.
#### 2.1.2 De rol van het financiële plan
Het financiële plan is het specifieke controle-instrument voor het bepalen van het toereikende aanvangsvermogen. Het is een bedrijfseconomische verantwoording die de toereikendheid van het startvermogen van de vennootschap aantoont om de beoogde werkzaamheden gedurende een periode van twee jaar te verzekeren.
* **Inhoud van het financiële plan:**
* Beschrijving van de bedrijfsactiviteiten.
* Overzicht van alle financieringsbronnen bij de oprichting.
* Verwachte inkomsten en uitgaven voor de eerste twee jaar na oprichting.
* Prognoses van balansen en resultatenrekeningen na 12 en 24 maanden.
* Onderliggende hypothesen voor de geschatte omzet en rentabiliteit.
* **Procedure:**
Het financiële plan moet vóór de oprichting aan de notaris worden voorgelegd. De notaris bewaart dit plan, maar het is niet openbaar voor derden. Vaak wordt een externe expert, zoals een accountant, ingeschakeld voor de opmaak van dit plan.
### 2.2 Oprichtersaansprakelijkheid bij faillissement
#### 2.2.1 Faillissement binnen drie jaar na oprichting
Indien een BV failliet gaat binnen drie jaar na haar oprichting, speelt het financiële plan een cruciale rol met betrekking tot de aansprakelijkheid van de oprichters. In een dergelijk scenario zal de notaris het financiële plan overmaken aan het parket.
#### 2.2.2 Hoofdelijke aansprakelijkheid
De ondernemingsrechtbank kan de oprichters hoofdelijk aansprakelijk stellen voor de resterende schulden van de vennootschap na het faillissement. Deze aansprakelijkheid kan worden opgelegd indien het aanvangsvermogen bij de oprichting "kennelijk" ontoereikend was voor de normale werking van de vennootschap gedurende ten minste twee jaar. De precieze verhouding van de aansprakelijkheid wordt door de rechter bepaald.
> **Tip:** Het financiële plan is dus niet enkel een document voor de oprichting, maar kan ook verstrekkende gevolgen hebben voor de persoonlijke aansprakelijkheid van de oprichters bij financiële problemen van de vennootschap in de eerste jaren van haar bestaan.
#### 2.2.3 Kennelijke ontoereikendheid van het aanvangsvermogen
De beoordeling van de "kennelijke ontoereikendheid" zal gebaseerd zijn op de informatie in het financiële plan en de feitelijke economische realiteit op het moment van oprichting.
> **Voorbeeld:** Als het financiële plan bijvoorbeeld een zeer optimistische omzetprognose presenteert zonder solide onderbouwing, terwijl de werkelijke markt anders uitwijst, en dit leidt tot een tekort aan middelen om de schulden te voldoen, kan dit als kennelijke ontoereikendheid worden beschouwd.
### 2.3 Overige oprichtingseisen gerelateerd aan vermogen
Hoewel de focus ligt op het financiële plan en de oprichtersaansprakelijkheid, is het belangrijk om kort de andere relevante oprichtingseisen te benoemen die indirect met het vermogen te maken hebben.
#### 2.3.1 Plaatsing van de aandelen
De door de BV uitgegeven aandelen moeten volledig en onvoorwaardelijk geplaatst zijn (d.w.z. ingeschreven met geldige inbrengen). Tenzij anders bepaald in de oprichtingsakte, moeten de aandelen ook volledig gestort zijn. Indien dit niet het geval is, zijn de oprichters van rechtswege als inschrijvers beschouwd en hoofdelijk gehouden tot de werkelijke storting ervan. Dit kan leiden tot hoofdelijke aansprakelijkheid voor de oprichters.
#### 2.3.2 Inbrengen
De inbrengen bij oprichting vormen het startvermogen van de BV en kunnen plaatsvinden in geld, in natura of in nijverheid.
* **Inbreng in geld:** Moet vóór de oprichting worden overgemaakt op een bijzondere rekening geopend bij een financiële instelling op naam van de BV in oprichting. De notaris vereist een bankattest alvorens de oprichtingsakte te verlijden.
* **Inbreng in natura:** Vereist een dubbele formaliteit: een controleverslag van een onafhankelijke bedrijfsrevisor die de waardering van de oprichters onderzoekt, en een bijzonder verslag van de oprichters zelf. Oprichters zijn hoofdelijk aansprakelijk voor schade door kennelijke overwaardering van de inbreng in natura.
* **Inbreng in nijverheid:** Betreft de verbintenis om arbeid of diensten te presteren. Bij definitieve onmogelijkheid om de verbintenissen na te komen, vervallen de uitgereikte aandelen. Bij tijdelijke onmogelijkheid van meer dan drie maanden worden de maatschappelijke rechten op de aandelen geschorst.
Deze oprichtingseisen dragen bij aan de financiële basis van de vennootschap en zijn indirect gekoppeld aan de zorgplicht van de oprichters voor een solide startvermogen.
---
# Inbrengen bij oprichting van een BV
Hier is de samenvatting van het onderwerp "Inbrengen bij oprichting van een BV", opgesteld als een examengericht studiemateriaal.
## 3. Inbrengen bij oprichting van een BV
Bij de oprichting van een BV moeten de vennoten een inbreng doen, wat neerkomt op het ter beschikking stellen van vermogensbestanddelen aan de vennootschap die onderworpen zijn aan het ondernemingsrisico, wat het startvermogen van de BV vormt. Er zijn drie wijzen van inbreng: in geld, in natura en in nijverheid, met specifieke formaliteiten en sancties om fictieve of overgewaardeerde inbrengen te voorkomen.
### 3.1 Inbreng in geld
Een inbreng in geld betreft het overmaken van een geldsom vóór de oprichting naar een speciale rekening die de oprichters bij een financiële instelling openen op naam van de op te richten vennootschap. De notaris mag de oprichtingsakte pas verlijden na ontvangst van een bewijs van storting (bankattest). Na mededeling van de oprichting door de notaris aan de financiële instelling, kunnen alleen de bestuurders over dit geld beschikken. Indien de vennootschap niet binnen een maand na opening van de rekening is opgericht, wordt het geld op verzoek teruggegeven aan de deposanten.
### 3.2 Inbreng in natura
Een inbreng in natura omvat materiële of immateriële roerende of onroerende goederen die economisch gewaardeerd moeten kunnen worden. Dit type inbreng vereist een dubbele formaliteit:
* **Controleverslag van een onafhankelijk bedrijfsrevisor:** Deze onderzoekt de waardering van de oprichters op basis van het ontwerp van hun bijzonder verslag.
* **Bijzonder verslag van de oprichters:** Dit verslag bevat:
1. Het belang van de inbreng in natura voor de vennootschap.
2. Een beschrijving van de inbreng en een gemotiveerde waardering, met vermelding van de tegenprestatie.
3. Eventuele afwijkende conclusies van de oprichters ten opzichte van het verslag van de revisor.
De oprichters zijn hoofdelijk aansprakelijk voor schade die direct en rechtstreeks voortvloeit uit een kennelijke overwaardering van de inbreng in natura. Beide verslagen worden openbaar gemaakt door neerlegging in het dossier van de rechtspersoon.
### 3.3 Inbreng in nijverheid
Een inbreng in nijverheid houdt een verbintenis in om arbeid of diensten te presteren.
* **Verval van aandelen:** De uitgereikte aandelen vervallen bij overlijden, arbeidsonbekwaamheid of enige andere oorzaak die de schuldenaar definitief verhindert zijn verbintenissen na te komen.
* **Opschorting van rechten:** Bij tijdelijke onmogelijkheid van meer dan drie maanden worden de maatschappelijke rechten verbonden aan de uitgereikte aandelen voor de gehele duur van die onmogelijkheid geschorst.
De statuten kunnen van deze regels afwijken.
> **Tip:** De regels rondom inbrengen zijn ontworpen om te voorkomen dat een BV met een te lage of fictieve startwaarde wordt opgericht, wat een bescherming biedt aan schuldeisers.
> **Voorbeeld:** Een oprichter kan een pand (inbreng in natura) inbrengen in de BV. De waarde hiervan moet worden vastgesteld door een onafhankelijke deskundige, en de oprichter moet een gedetailleerd verslag opstellen waarin hij de waarde en het belang van het pand voor de vennootschap motiveert.
---
# Formaliteiten en nietigheid van de BV
Dit onderwerp behandelt de formele vereisten voor de oprichtingsakte van een besloten vennootschap (BV), de essentiële vermeldingen daarin, en de gronden voor nietigheid van de BV, zowel vanuit algemene vennootschapsrechtelijke principes als specifieke bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV).
## 4. Formaliteiten en nietigheid van de BV
De oprichting van een BV vereist specifieke formaliteiten om rechtsgeldig te zijn, waaronder de aanwezigheid van een toereikend aanvangsvermogen, de volledige plaatsing van aandelen, en correcte inbrengen. Daarnaast zijn er specifieke gronden voor nietigheid die, indien niet aangepakt, de geldigheid van de BV kunnen aantasten.
### 4.1 Oprichtingsvereisten van de BV
#### 4.1.1 Toereikend aanvangsvermogen
De BV kent geen minimumkapitaal meer, maar vereist een "toereikend aanvangsvermogen". Dit betekent dat de oprichters moeten zorgen voor een eigen vermogen dat, in combinatie met andere financieringsbronnen, voldoende is om de geplande activiteiten gedurende de opstartfase te ondersteunen. Het eigen vermogen vormt een waarborg voor schuldeisers. Statutaire bepalingen kunnen inbrengen onbeschikbaar maken, wat betekent dat ze niet kunnen worden uitgekeerd.
**4.1.1.1 Financieel plan**
Het concept van een toereikend aanvangsvermogen wordt ondersteund door een financieel plan. Dit plan, dat bedrijfseconomisch de toereikendheid van het aanvangsvermogen verantwoordt voor een periode van twee jaar, moet vóór de oprichting aan de notaris worden overhandigd en door hem worden bewaard.
* **Inhoud van het financieel plan:**
* Beschrijving van de bedrijvigheid.
* Overzicht van alle financieringsbronnen bij oprichting.
* Verwachte inkomsten en uitgaven voor de eerste twee jaar na oprichting.
* Prognoses van balansen en resultatenrekeningen na 12 en 24 maanden.
* Hypothesen omtrent geschatte omzet en rentabiliteit.
* **Belang bij faillissement binnen 3 jaar:** Indien de BV binnen drie jaar na oprichting failliet gaat, kan het parket het financieel plan opvragen. De ondernemingsrechtbank kan de oprichters hoofdelijk aansprakelijk stellen voor de resterende schulden indien het aanvangsvermogen kennelijk ontoereikend was voor een normale werking gedurende ten minste twee jaar.
#### 4.1.2 Plaatsing van de aandelen
De door de BV uitgegeven aandelen moeten volledig en onvoorwaardelijk geplaatst zijn, wat inhoudt dat ze ingeschreven moeten zijn met geldige inbrengen. Tenzij de oprichtingsakte anders bepaalt, moeten de aandelen ook volledig gestort zijn.
* **Sanctie bij niet-volstorting:** Oprichters zijn van rechtswege inschrijvers en hoofdelijk gehouden tot de werkelijke storting van de aandelen. De BV mag niet inschrijven op haar eigen aandelen, ook niet via een dochteronderneming. De rechten verbonden aan aandelen die de BV op deze wijze verkrijgt, blijven geschorst zolang de BV eigenaar is.
#### 4.1.3 Inbrengen
Elke vennoot moet bij oprichting een inbreng doen, zijnde de terbeschikkingstelling van vermogensbestanddelen aan de vennootschap die onderhevig zijn aan het ondernemingsrisico. Het geheel van deze inbrengen vormt het startvermogen van de BV. Inbrengen kunnen gebeuren in geld, in natura of in nijverheid.
##### 4.1.3.1 Inbreng in geld
Een geldsom moet vóór de oprichting worden overgemaakt op een bijzondere rekening, geopend op naam van de BV in oprichting bij een financiële instelling. De notaris mag de oprichtingsakte pas verlijden na ontvangst van een bankattest. De bestuurders krijgen pas toegang tot dit geld nadat de notaris de oprichting heeft gemeld aan de financiële instelling. Indien de BV niet binnen een maand na opening van de rekening is opgericht, wordt het geld teruggestort aan de aandeelhouders.
##### 4.1.3.2 Inbreng in natura
Dit betreft de inbreng van materiële of immateriële goederen, roerend of onroerend, die economisch waardeerbaar zijn. Er geldt een dubbele formaliteit:
* **Controleverslag:** Een onafhankelijke bedrijfsrevisor onderzoekt de waardering van de oprichters, gebaseerd op hun bijzonder verslag.
* **Bijzonder verslag oprichters:** Dit verslag bevat:
1. Het belang van de inbreng in natura voor de vennootschap.
2. Een beschrijving van de inbreng, een gemotiveerde waardering en de tegenprestatie.
3. Eventuele afwijkende conclusies van de oprichters ten opzichte van het verslag van de revisor.
* **Aansprakelijkheid:** Oprichters zijn hoofdelijk aansprakelijk voor schade die het directe gevolg is van kennelijke overwaardering van de inbreng in natura. Beide verslagen worden openbaar gemaakt door neerlegging in het dossier van de rechtspersoon.
##### 4.1.3.3 Inbreng in nijverheid
Dit is de verbintenis om arbeid of diensten te presteren. Bij overlijden, arbeidsonbekwaamheid of enige andere oorzaak die de schuldenaar definitief verhindert zijn verbintenissen na te komen, vervallen de aandelen die als tegenprestatie werden uitgereikt. Bij tijdelijke onmogelijkheid van meer dan drie maanden worden de maatschappelijke rechten verbonden aan de uitgereikte aandelen opgeschort. De statuten kunnen hiervan afwijken.
#### 4.1.4 Oprichtingsformaliteiten
De oprichtingsakte moet een authentieke akte zijn. De akte moet specifieke vermeldingen bevatten, zoals het aantal aandelen, de verschillende soorten aandelen, en de rechten en overdrachtsbeperkingen per soort. Alle aandeelhouders moeten bij oprichting verschijnen, eventueel met volmacht. Personen die bij oprichting verschijnen, worden in principe als oprichter beschouwd met bijhorende aansprakelijkheid. De akte kan echter één of meer aandeelhouders die samen minstens eenderde van de aandelen bezitten, als oprichter aanwijzen, ter onderscheiding van oprichters-aansprakelijken en oprichters-verschijners.
### 4.2 Nietigheid van de BV
Nietigheid van de BV kan voortvloeien uit algemene regels die gelden voor alle vennootschappen. Dit omvat het ontbreken van een naam, het voorwerp of inbrengen in de oprichtingsakte, een ongeoorloofd voorwerp van de vennootschap, of het ontbreken van een geldig verbonden oprichter.
Het WVV bepaalt bovendien dat statutaire bepalingen die aan één aandeelhouder de gehele winst toekennen, of die één of meer aandeelhouders van de winst uitsluiten, voor niet geschreven moeten worden gehouden.
> **Tip:** De overgang van het oude vennootschapsrecht naar het nieuwe WVV heeft aanzienlijke wijzigingen teweeggebracht, met name op het gebied van kapitaalvereisten en de bescherming van schuldeisers via het concept van het toereikend aanvangsvermogen en het financieel plan. Wees alert op deze vernieuwingen tijdens het studeren.
> **Voorbeeld:** Stel dat bij de oprichting van een BV een aandeel in natura wordt ingebracht ter waarde van 50.000 euro, maar uit het verslag van de bedrijfsrevisor blijkt dat de werkelijke economische waarde slechts 20.000 euro bedraagt. Dit is een kennelijke overwaardering. De oprichters zijn hoofdelijk aansprakelijk voor het verschil van 30.000 euro indien dit verlies een direct en onmiddellijk gevolg is van deze overwaardering.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Besloten Vennootschap (BV) | Een flexibele vennootschapsvorm die geschikt is voor zowel grote als kleine ondernemingen. De aansprakelijkheid van de aandeelhouders is beperkt tot hun inbreng, en de vennootschap kan statutair worden ingericht als 'open' of 'gesloten' met specifieke regels voor de uitoefening van stemrechten. |
| Toereikend aanvangsvermogen | Het eigen vermogen dat een BV bij oprichting moet beschikken om haar geplande activiteiten te kunnen verwezenlijken, mede in relatie tot andere financieringsbronnen zoals bankfinanciering. Dit vervangt het vroegere minimum kapitaalvereiste. |
| Financieel plan | Een bedrijfseconomische verantwoording van het aanvangsvermogen van een vennootschap, bedoeld om de behoorlijke werking over een periode van twee jaar te verzekeren. Dit plan moet bij oprichting aan de notaris worden overhandigd. |
| Oprichtersaansprakelijkheid | De hoofdelijke aansprakelijkheid die oprichters kunnen oplopen voor de schulden van de vennootschap indien het aanvangsvermogen bij oprichting 'kennelijk' ontoereikend was voor de normale werking gedurende ten minste twee jaar, en er faillissement is binnen drie jaar na oprichting. |
| Plaatsing van de aandelen | Een dwingende oprichtingsvereiste waarbij de door de BV uitgegeven aandelen volledig en onvoorwaardelijk geplaatst moeten zijn, wat inhoudt dat er geldige inbrengen zijn gedaan op de ingeschreven aandelen, en deze, tenzij anders bepaald in de oprichtingsakte, volledig gestort dienen te zijn. |
| Inbreng in geld | De terbeschikkingstelling van een geldsom aan de vennootschap. Deze geldsom dient vóór de oprichting te worden overgemaakt op een bijzondere rekening op naam van de vennootschap in oprichting, en een bankattest is vereist voor de notaris om de oprichtingsakte te kunnen verlijden. |
| Inbreng in natura | De inbreng van materiële of immateriële roerende of onroerende goederen die economisch gewaardeerd moeten kunnen worden. Dit vereist een dubbele formaliteit: een controleverslag van een onafhankelijke bedrijfsrevisor en een bijzonder verslag van de oprichters. |
| Inbreng in nijverheid | De verbintenis om arbeid of diensten te presteren ten behoeve van de vennootschap. Bij blijvende onmogelijkheid tot nakoming vervallen de uitgereikte aandelen; bij tijdelijke onmogelijkheid van meer dan drie maanden worden de maatschappelijke rechten opgeschort, tenzij de statuten anders bepalen. |
| Authentieke akte | Een officiële akte die door een bevoegde ambtenaar, zoals een notaris, wordt opgesteld. Bij de oprichting van een BV is een authentieke akte verplicht en deze moet diverse specifieke vermeldingen bevatten, waaronder het aantal en de soorten aandelen, en hun overdrachtsbeperkingen. |
| Nietigheid van de BV | Oorzaken die ertoe leiden dat een BV ongeldig wordt verklaard. Dit kan voortvloeien uit algemene regels voor vennootschappen, zoals vormvereisten van de akte, ontbrekende essentiële vermeldingen, een ongeoorloofd voorwerp, of specifieke bepalingen uit het WVV die statutaire winstverdelingen betreffen die aan één aandeelhouder de gehele winst toekennen of bepaalde aandeelhouders uitsluiten van de winst. |
Cover
Howest AE Vennootschapsrecht 1 (1).pptx
Summary
# Totstandkoming van het nieuwe vennootschapsrecht
Dit onderdeel behandelt de belangrijkste mijlpalen in de totstandkoming van de nieuwe wetgeving inzake vennootschapsrecht, inclusief de data van indiening en inwerkingtreding.
## 1. Totstandkoming van het nieuwe vennootschapsrecht
### 1.1 Tijdlijn en belangrijke data
De ontwikkeling van de nieuwe vennootschapsrechtwetgeving kende een significante tijdlijn met de volgende sleutelmomenten:
* **Vanaf 6 oktober 2015:** Start van overleg inzake nieuw vennootschapsrecht.
* **25 mei 2018:** De Ministerraad keurt het ontwerp van wetsontwerp goed.
* **4 juni 2018:** Het wetsontwerp wordt ingediend bij de Kamer.
* **13 juli 2018:** Vraag om advies van de Raad van State.
* **1 januari 2019:** Oorspronkelijk geplande datum voor de inwerkingtreding.
* **1 mei 2019:** De uiteindelijke datum van inwerkingtreding van de wet.
### 1.2 Achtergrond en doelstellingen van de wetgever
De noodzaak tot hervorming van het vennootschapsrecht kwam voort uit de volgende achterliggende factoren en beoogde doelstellingen:
#### 1.2.1 Achtergrond van de hervorming
* **Historische context:** De wetgeving was gebaseerd op de wet van 18 mei 1873 en had sindsdien verschillende aanpassingen ondergaan.
* **Fragmentatie en inconsistentie:** Door de vele aanpassingen was de wetgeving op den duur een onsamenhangend geheel geworden.
* **Eerdere pogingen tot modernisering:** De wet van 7 mei 1999 (Wetboek van vennootschappen) beoogde een vernieuwing, maar slaagde er niet in om alle inconsistenties weg te werken.
* **Onbedoelde verstrenging:** Europese richtlijnen werden vaak toegepast op vennootschapsvormen waarvoor ze niet primair bedoeld waren, wat leidde tot een onbedoelde verstrenging van het Belgisch vennootschapsrecht.
#### 1.2.2 Doelstellingen van de wetgever
De hervorming had de volgende kernmotivaties:
* **Vereenvoudiging:**
* Afschaffing van het onderscheid tussen burgerlijke en handelsvennootschappen door de invoering van het begrip 'onderneming' in het Wetboek Economisch Recht (WER). Dit leidde tot het vervallen van de begrippen 'handelsdaad' en 'handelaar'.
* Integratie van het vennootschapsrecht en het verenigingsrecht in één enkel wetboek.
* Verenigingen en stichtingen (conform WER) kunnen elke activiteit uitoefenen ter financiering van hun belangeloos voorwerp.
* Het onderscheid tussen een vennootschap en een vereniging wordt bepaald door de winstuitkering: bij een vennootschap is dit mogelijk voor de vennoten, bij een vereniging is elke uitkering verboden.
* Afschaffing van de publieke vennootschappen (die publiek beroep deden op het spaarwezen, los van genoteerde vennootschappen).
* Beperking van de regels die specifiek voorbehouden waren aan genoteerde vennootschappen.
* Beperking van het aantal vennootschapsvormen van 15 (exclusief Europese vennootschappen) naar een meer hanteerbaar aantal.
* Beperking van het aantal strafbepalingen.
* **Aanpassing aan Europese evoluties:**
* Regulering van de grensoverschrijdende verplaatsing van de statutaire zetel van vennootschappen.
* Realisatie van de vrijheid die het Hof van Justitie van de EU oplegt: vennootschappen die rechtsgeldig in een lidstaat zijn opgericht, mogen activiteiten ontplooien, bijkantoren openen of hun beslissingscentrum vestigen in andere lidstaten.
* Internationalisering en aantrekkelijker maken van België als vestigingsland.
* Bepaling van de 'nationaliteit' van een vennootschap, essentieel voor de toepasselijke regelgeving. De hervorming kiest voor de 'statutaire zetelleer' en regelt de grensoverschrijdende verplaatsing van de statutaire zetel.
* **Flexibiliteit:**
* Meer keuze en meer aanvullend recht, met minder dwingend recht, om in te spelen op praktische problemen.
* **Besloten Vennootschap (BV):** Afschaffing van de kapitaalsvereiste. Rechten van aandeelhouders worden conventioneel of statutair bepaald, niet langer door hun fractie van het kapitaal. Overdraagbaarheid van aandelen kan vrij geregeld worden.
* **Coöperatieve Vennootschap (CV):** Krijgt haar oorspronkelijke eigenheid terug als onderneming gebaseerd op het coöperatief gedachtegoed. Erkenning als sociale of landbouwonderneming blijft mogelijk.
* **Modernisering:**
* Integratie van website- en e-mailadressen in de statuten, waarbij communicatie via deze kanalen als geldig wordt beschouwd (verplicht voor genoteerde vennootschappen).
### 1.3 Belangrijke wijzigingen in grote lijnen
De nieuwe wetgeving bracht significante wijzigingen met zich mee op verschillende gebieden:
#### 1.3.1 Beperking van vennootschapsvormen
* **Blijvende vennootschapsvormen:** Maatschap (zonder rechtspersoonlijkheid), Vennootschap onder firma (VOF), Commanditaire vennootschap (CommV), Besloten vennootschap (BV), Naamloze vennootschap (NV), Coöperatieve vennootschap (CV), Europese vennootschap (SE), Europees economisch samenwerkingsverband (SCE).
* **Verdwijnende vennootschapsvormen:** Coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid (CVOA), Belgisch economisch samenwerkingsverband (ESV), Landbouwvennootschap (LV).
* **Erkenning:** De overblijvende vennootschapsvormen kunnen 'erkenning' vragen om bepaalde voordelen te behouden.
#### 1.3.2 Wijzigingen inzake specifieke vennootschapsvormen
* **Naamloze Vennootschap (NV):**
* Krijgt haar historische eigenheid terug, gericht op het bijeenbrengen van voldoende kapitaal voor grote ondernemingen, waarbij de identiteit van aandeelhouders van ondergeschikt belang is.
* Wijzigingen zijn minder ingrijpend door bestaande dwingende Europese wetgeving.
* **Bestuursniveau:** De ad nutum herroepbaarheid van bestuurders wordt aanvullend recht. Mogelijkheid tot het benoemen van een enige bestuurder met eventuele bescherming tegen ontslag. Keuze tussen een monistisch of dualistisch bestuursmodel.
* **Aandelen/Stemrecht:** Genoteerde NV's kunnen een dubbel stemrecht voorzien voor trouwe aandeelhouders. Niet-genoteerde NV's kunnen meervoudig stemrecht toepassen.
* **Besloten Vennootschap (BV):**
* Wordt de standaardvorm voor andere vennootschappen, flexibel voor zowel kleine als grote ondernemingen die beslotenheid wensen.
* **Kapitaalsvereiste en 'maatschappelijk kapitaal' afgeschaft:** Dit concept werd als achterhaald beschouwd en voldeed niet aan de economische realiteit of efficiënte schuldeisersbescherming.
* Gevolgen van de afschaffing van het maatschappelijk kapitaal: herformulering van regels omtrent verkrijging van eigen aandelen, financiële steunverlening, de alarmbelprocedure, verplichte verantwoording en waardebepaling van inbrengen in natura.
* **Aandelen / (stem)rechten:** De rechten van aandeelhouders worden conventioneel of statutair bepaald, niet meer door de fractie van het kapitaal. De waardebepaling van inbrengen is echter niet vrij en moet objectief gebeuren met controle.
* **Overdraagbaarheid van aandelen:** Kan vrij geregeld worden, wat de BV open of gesloten maakt.
* Veel dwingende regels worden aanvullend recht, met een vangnetregeling voor onduidelijk geregelde zaken.
* **Coöperatieve Vennootschap (CV):** Krijgt haar oorspronkelijke eigenheid terug en is gebaseerd op het coöperatief gedachtegoed.
#### 1.3.3 Strafsancties
* De nadruk verschuift van strafrechtelijke sancties (die in de praktijk vaak niet werden toegepast) naar burgerlijke sancties zoals nietigheid en aansprakelijkheid.
* **Bestuurdersaansprakelijkheid:** Wordt beperkt tot een maximumbedrag, afhankelijk van de impact en ernst, met een verbod op exoneratie en vrijwaring door de vennootschap.
#### 1.3.4 Geschillenregeling
* Voor de BV en NV worden regelingen voor uitsluiting en uittreding ingevoerd.
#### 1.3.5 Flexibiliteit
* De flexibiliteit wordt doorgetrokken in de blijvende en nieuwe vennootschapsvormen, met veel statutaire en contractuele vrijheid. Indien er geen specifieke regeling is, treedt een standaard of 'default' regeling in werking.
---
# Achtergrond en doelstellingen van de wetgever bij het nieuwe vennootschapsrecht
Dit onderdeel schetst de historische context die leidde tot de noodzaak van een herziening van het Belgische vennootschapsrecht, met bijzondere aandacht voor de doelstellingen die de wetgever nastreefde, zoals vereenvoudiging, modernisering en internationale aanpassing.
### 2.1 Historische achtergrond en noodzaak tot vernieuwing
Het huidige vennootschapsrecht is gebaseerd op een wet van 18 mei 1873, die door de jaren heen diverse aanpassingen heeft gekend. Deze opeenvolgende wijzigingen resulteerden uiteindelijk in een onsamenhangend geheel. Een poging tot vernieuwing met de wet van 7 mei 1999, het zogenaamde 'Wetboek van vennootschappen', slaagde er niet in om bepaalde inconsistenties volledig weg te werken. Hierdoor werd er al snel gebruik gemaakt van aanvullende artikelen (bis, ter, quater), en werden Europese richtlijnen vaak toegepast op vennootschapsvormen waarvoor ze oorspronkelijk niet bedoeld waren, wat leidde tot een onbedoelde verstrenging van het Belgische vennootschapsrecht. Deze evolutie maakte een grondige hervorming noodzakelijk.
### 2.2 Doelstellingen van de wetgever
De hervorming van het vennootschapsrecht had tot doelstellingen:
* **Vereenvoudiging:** Het bestaande recht was complex en versnipperd. De wetgever beoogde een gestroomlijnder en toegankelijker wettelijk kader.
* **Aanpassing aan Europese evoluties:** De noodzaak om te voldoen aan en te anticiperen op Europese wetgeving en rechtspraak werd erkend.
* **Flexibiliteit:** Meer ruimte bieden voor statutaire en contractuele vrijheid, zodat vennootschappen zich beter kunnen aanpassen aan hun specifieke noden.
* **Modernisering:** Het vennootschapsrecht updaten om beter aan te sluiten bij de hedendaagse economische en communicatierealiteiten.
#### 2.2.1 Vereenvoudiging
De vereenvoudigingsdoelstellingen omvatten meerdere aspecten:
* **Afschaffing van het onderscheid tussen burgerlijke en handelsvennootschappen:** Met de invoering van het begrip "onderneming" in het Wetboek economisch recht (WER) en de afschaffing van de wettelijke begrippen "handelsdaad" en "handelaar", vervalt het onderscheid tussen burgerlijke en handelsvennootschappen.
* **Integratie van vennootschaps- en verenigingsrecht in één wetboek:** Het vennootschapsrecht en het verenigingsrecht worden samengevoegd in één enkel wetboek.
* Verenigingen en stichtingen die ondernemingen zijn conform het WER, kunnen elke activiteit uitoefenen ter financiering van hun belangeloos voorwerp (nieuwe benaming voor 'doel').
* Het onderscheid tussen een vennootschap en een vereniging wordt hierin gelegen dat de vennootschap tot doel heeft ten minste een deel van haar winsten aan haar vennoten uit te keren, terwijl dit bij verenigingen verboden is.
* **Afschaffing van de publieke vennootschappen:** De categorie van 'publieke vennootschappen' (die een publiek beroep op het spaarwezen deden, niet te verwarren met genoteerde vennootschappen) wordt afgeschaft.
* **Beperking van regels voor genoteerde vennootschappen:** De specifieke regels die voorbehouden waren aan genoteerde vennootschappen worden ingeperkt.
* **Beperking van het aantal vennootschapsvormen:** Het aantal vennootschapsvormen, dat voorheen vijftien bedroeg (exclusief Europese vennootschappen), wordt gereduceerd om het gebruik van zelden aangewende vormen te vermijden.
* **Beperking van het aantal strafbepalingen:** Het aantal strafbepalingen binnen het vennootschapsrecht wordt ingeperkt.
#### 2.2.2 Aanpassing aan Europese evoluties
De noodzaak om aan te sluiten bij Europese rechtspraak en regelgeving was een drijvende kracht achter de hervorming. Dit betreft met name:
* **Grensoverschrijdende verplaatsing van de statutaire zetel:** Het Hof van Justitie heeft geoordeeld dat vennootschappen, die rechtsgeldig in een lidstaat zijn opgericht, niet mogen worden belemmerd in hun activiteiten in andere lidstaten, noch in het openen van bijkantoren of het vestigen van hun belangrijkste beslissingscentrum. Het nieuwe recht beoogt België internationaal aantrekkelijker te maken door hierop in te spelen.
* **Bepaling van de 'nationaliteit' van een vennootschap:** De wetgever kiest voor de "statutaire zetelleer" als criterium voor de nationaliteit van een vennootschap, wat aansluit bij de Europese tendens en de grensoverschrijdende mobiliteit vergemakkelijkt. Dit staat tegenover de "werkelijke zetelleer" die België voorheen hanteerde. Een vennootschap met werkelijke zetel in België kon niet zomaar naar het buitenland emigreren zonder nationaliteitswijziging, terwijl een Nederlandse vennootschap (die nationaliteit ontleent aan oprichtingsplaats) wel naar België kon migreren zonder nationaliteitswijziging. De nieuwe regeling tot grensoverschrijdende verplaatsing van de statutaire zetel is hierop een antwoord.
#### 2.2.3 Flexibiliteit
Flexibiliteit werd nagestreefd door een grotere keuzevrijheid te bieden en het aantal dwingende wetsbepalingen te verminderen, aangevuld met een "vangnetregeling" voor situaties die niet statutair geregeld zijn.
* **Besloten Vennootschap (BV):**
* De kapitaalsvereiste wordt afgeschaft.
* De rechten van aandeelhouders worden conventioneel of statutair bepaald, in plaats van fractie van het kapitaal.
* Veel regels die nu van dwingend recht zijn, worden aanvullend recht, zoals de overdraagbaarheid van aandelen die volledig vrij geregeld kan worden.
* **Coöperatieve Vennootschap (CV):**
* De CV krijgt haar oorspronkelijke eigenheid terug, gebaseerd op het coöperatief gedachtengoed.
* De vennootschap kan, net als vroeger, erkend worden.
#### 2.2.4 Modernisering
Het vennootschapsrecht wordt gemoderniseerd, onder andere op het gebied van communicatie:
* Website en e-mailadres kunnen in de statuten worden opgenomen.
* Communicatie via deze kanalen wordt als geldig beschouwd, met een specifieke verplichting voor genoteerde vennootschappen.
### 2.3 Wijzigingen in strafsancties
De wetgever streeft ernaar het aantal strafsancties te beperken omdat deze in de praktijk vaak niet werden toegepast en niet efficiënt bleken. De voorkeur gaat uit naar burgerlijke sancties zoals nietigheid en aansprakelijkheid. Bestuurdersaansprakelijkheid wordt wel beperkt tot een maximumbedrag, afhankelijk van de impact en ernst, maar exoneratie en vrijwaring door de vennootschap blijven verboden.
### 2.4 Geschillenregeling
Er wordt een specifieke geschillenregeling ingevoerd voor de BV en de NV, met aandacht voor uitsluiting en uittreding.
> **Tip:** De hervorming beoogt een vennootschapsrecht dat beter is afgestemd op de noden van zowel kleine als grote ondernemingen, met een sterke focus op flexibiliteit en efficiëntie.
> **Voorbeeld:** De afschaffing van de kapitaalsvereiste in de BV, en de mogelijkheid om de overdraagbaarheid van aandelen vrij te regelen, illustreren de nagestreefde flexibiliteit die beter aansluit bij de economische realiteit.
---
# Belangrijke wijzigingen in het nieuwe vennootschapsrecht
Dit onderdeel geeft een gedetailleerd overzicht van de voornaamste veranderingen in het vennootschapsrecht, met specifieke aandacht voor de beperking van vennootschapsvormen, aanpassingen aan de NV, BV en CV, de wijziging van strafsancties en de geschillenregeling.
### 3.1 Wijzigingen in grote lijnen
Het nieuwe vennootschapsrecht heeft tot doel de regelgeving te vereenvoudigen, aan te passen aan Europese evoluties, flexibeler te maken en te moderniseren.
#### 3.1.1 Beperking van vennootschapsvormen
Het aantal vennootschapsvormen is aanzienlijk gereduceerd. De volgende vennootschapsvormen blijven bestaan:
* Maatschap (zonder rechtspersoonlijkheid)
* Vennootschap onder firma (VOF)
* Commanditaire vennootschap (CommV)
* Besloten vennootschap (BV)
* Naamloze vennootschap (NV)
* Coöperatieve vennootschap (CV)
* Europese vennootschap (SE)
* Europees economisch samenwerkingsverband (SCE)
De volgende vennootschapsvormen verdwijnen:
* Coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid van de vennoten (CVOA)
* Belgisch economisch samenwerkingsverband (ESV)
* Landbouwvennootschap (LV)
De overblijvende vennootschapsvormen kunnen 'erkenning' vragen om bepaalde voordelen te behouden.
#### 3.1.2 Aanpassingen aan de Naamloze Vennootschap (NV)
De NV krijgt haar historische eigenheid terug, gericht op het bijeenbrengen van voldoende kapitaal voor ondernemingen van zekere omvang. De identiteit van medeaandeelhouders is van ondergeschikt belang, waardoor deze vorm bedoeld is voor grote vennootschappen met een ruim aandeelhouderschap. De wijzigingen zijn minder ingrijpend door dwingende Europese regelgeving.
##### 3.1.2.1 Bestuursniveau
* De dwingende regel van de *ad nutum* herroepbaarheid van de bestuurder wordt aanvullend recht.
* Er is een mogelijkheid om een enige bestuurder te benoemen, met eventuele bescherming tegen ontslag.
* Er kan gekozen worden tussen een monistisch of dualistisch bestuurssysteem:
* Monistisch: Bestaat uit een directieraad (operationele bevoegdheid) en een raad van toezicht (strategie, specifieke bevoegdheden en toezicht op directieraad).
* Het directiecomité wordt afgeschaft, maar bevoegdheden kunnen nog steeds aan een uitvoerend comité worden toegekend.
##### 3.1.2.2 Aandelen en stemrecht
* Voor genoteerde NV's is het statutair mogelijk om een (maximaal) dubbel stemrecht te voorzien voor trouwe aandeelhouders.
* Voor niet-genoteerde NV's wordt het meervoudig stemrecht toegelaten.
#### 3.1.3 Aanpassingen aan de Besloten Vennootschap (BV)
De BV wordt de natuurlijke vorm voor alle andere vennootschappen, gekenmerkt door soepelheid en geschikt voor zowel kleine als grote vennootschappen die beslotenheid zoeken.
##### 3.1.3.1 Kapitaalsvereiste en 'maatschappelijk kapitaal'
* De kapitaalsvereiste en het concept 'maatschappelijk kapitaal' zijn afgeschaft. Dit concept werd als voorbijgestreefd beschouwd, voldeed niet meer aan de economische realiteit, bood geen efficiënte schuldeisersbescherming en ging gepaard met kosten en bureaucratische procedures.
* Er wordt een realistischere en economischere benadering gehanteerd.
##### 3.1.3.2 Gevolgen van afschaffing 'maatschappelijk kapitaal'
De herformulering van de regeling omvat aanpassingen aan:
* Verkrijging van eigen aandelen.
* Financiële steunverlening.
* De alarmbelprocedure.
* De verplichte verantwoording.
* De waardebepaling van inbrengen in natura.
##### 3.1.3.3 Aandelen / (stem)rechten
* De rechten van aandeelhouders worden niet langer bepaald door de fractie van het kapitaal die zij vertegenwoordigen.
* Deze rechten worden nu conventioneel of statutair bepaald (door oprichters, bestuursorgaan of algemene vergadering). De relatie tussen de waarde van de inbreng en de rechten kan vrij worden bepaald, met wettelijke limieten.
* De waardebepaling van de inbreng is echter niet vrij en moet nog steeds objectief met controle gebeuren. Vroeger moesten alle aandelen dezelfde rechten geven, wat dwingend recht was.
##### 3.1.3.4 Overdraagbaarheid van aandelen
* De overdraagbaarheid van aandelen kan volledig vrij worden geregeld. Dit biedt flexibiliteit, waardoor de BV gesloten of juist zeer open kan zijn.
##### 3.1.3.5 Aanvullend recht
* Veel regels van dwingend recht (bijvoorbeeld rond bestuur en overdracht van aandelen) worden aanvullend recht.
* Om hiaten of vergetelheden te vermijden, wordt voorzien in een vangnetregeling indien bepaalde zaken niet expliciet zijn geregeld.
#### 3.1.4 Aanpassingen aan de Coöperatieve Vennootschap (CV)
De CV krijgt haar oorspronkelijke eigenheid terug, gebaseerd op het coöperatieve gedachtengoed. Erkenning als sociale onderneming of landbouwonderneming is mogelijk.
#### 3.1.5 Wijziging van strafsancties
* Strafsancties werden in de praktijk vaak niet toegepast en als inefficiënt beschouwd.
* Er wordt nu de voorkeur gegeven aan burgerlijke sancties, zoals nietigheid en aansprakelijkheid.
* Bestuurdersaansprakelijkheid wordt wel beperkt tot een maximumbedrag, afhankelijk van de impact en ernst. Er geldt echter een verbod op exoneratie en vrijwaring door de vennootschap.
* Dit resulteert in een inperking van de strafsancties.
#### 3.1.6 Geschillenregeling
* Een nieuwe geschillenregeling wordt ingevoerd voor de BV en de NV.
* Deze regeling omvat de uitsluiting en uittreding van aandeelhouders.
#### 3.1.7 Verhoogde flexibiliteit
* Flexibiliteit wordt doorgetrokken in zowel bestaande als nieuwe vennootschapsvormen.
* Er is veel statutaire en contractuele vrijheid. Indien er geen specifieke regeling is getroffen, geldt een vangnetregeling of standaard (default) regeling.
### 3.2 Verwachte impact
#### 3.2.1 Economische ontwikkeling
* De aantrekkelijkheid van België als vestigingsland wordt verhoogd door de invoering van de statutaire zetelleer.
* Beperkingen zoals de kapitaalsvereiste, tijdsbeperking van interimdividenden en de inkoop door een vennootschap van maximaal twintig procent (20%) van haar eigen aandelen (met een tachtig procent (80%) meerderheid) worden opgeheven.
#### 3.2.2 Modernisering van communicatie
* Er wordt een wettelijke regeling voorzien voor communicatie via e-mail.
#### 3.2.3 Ontwikkeling KMO's
* De wijzigingen sluiten beter aan bij de noden van KMO's, onder meer door de mogelijkheid van één aandeelhouder, meervoudig stemrecht en de flexibiliteit rond de overdraagbaarheid van aandelen.
#### 3.2.4 Administratieve lasten
* De administratieve lasten blijven grotendeels gelijk, met enkele uitzonderingen:
* De verantwoording van de uitgifteprijs van nieuwe aandelen, converteerbare obligaties of inschrijvingsrechten in de BV.
* Deze extra last wordt gerechtvaardigd door de afschaffing van het kapitaal in de BV en dient ter bescherming van bestaande aandeelhouders. Aandeelhouders kunnen echter van dit verslag afzien middels een eenparige beslissing van de algemene vergadering, tenzij er sprake is van een inbreng in natura.
* De vereiste om een staat van activa en passiva voor te leggen bij een wijziging van het voorwerp wordt afgeschaft, aangezien dit als een overbodige formaliteit werd ervaren.
---
# Inhoudstafel en verwachte impact van het nieuwe vennootschapsrecht
Deze sectie presenteert de structuur van het nieuwe vennootschapsrecht aan de hand van een inhoudstafel en bespreekt de verwachte economische impact, de modernisering van communicatie en de ontwikkeling voor KMO's.
## 4. Inhoudstafel en verwachte impact van het nieuwe vennootschapsrecht
Het nieuwe vennootschapsrecht, dat op 1 mei 2019 in werking trad, is onderverdeeld in verschillende boeken, die zowel algemene bepalingen, specifieke voorschriften voor vennootschappen, verenigingen en stichtingen, als regels voor herstructureringen en omzettingen omvatten. De verwachte impact hiervan is significant, met een potentiële economische impuls voor België, modernisering van communicatieprocessen en specifieke voordelen voor het midden- en kleinbedrijf (KMO).
### 4.1 Inhoudstafel van het nieuwe vennootschapsrecht
Het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) structureert de regelgeving in vier delen:
* **Deel 1: Algemene bepalingen (voor alle vennootschappen/verenigingen/stichtingen)**
* Boek 1: Inleidende bepalingen (definities).
* Boek 2: Bepalingen gemeenschappelijk aan de rechtspersonen geregeld in dit wetboek, waaronder naam, oprichting, openbaarmakingsformaliteiten, nietigheid, bestuur, geschillenregeling, ontbinding en vereffening.
* Boek 3: De jaarrekening.
* **Deel 2: De vennootschappen (Voorschriften voor vennootschappen)**
* Boek 4: De maatschap, de vennootschap onder firma (VOF) en de commanditaire vennootschap (CommV). De VOF en CommV worden beschouwd als varianten van de maatschap.
* Boek 5: De besloten vennootschap (BV).
* Boek 6: De coöperatieve vennootschap (CV).
* Boek 7: De naamloze vennootschap (NV).
* Boek 8: Erkenning van vennootschappen als erkende coöperatieve, sociale of landbouwonderneming.
* **Deel 3: De verenigingen en stichtingen (Voorschriften voor verenigingen en stichtingen)**
* Boek 9: De vereniging zonder winstoogmerk (VZW).
* Boek 10: De internationale vereniging zonder winstoogmerk (IVZW).
* Boek 11: Stichtingen.
* **Deel 4: Herstructurering en omzetting**
* Boek 12: Herstructurering van vennootschappen.
* Boek 13: Herstructurering van verenigingen en stichtingen.
* Boek 14: Omzetting van vennootschappen, verenigingen en stichtingen.
### 4.2 Verwachte impact van het nieuwe vennootschapsrecht
Het nieuwe vennootschapsrecht beoogt diverse positieve effecten te genereren, met name op economisch vlak, voor de communicatie binnen vennootschappen en specifiek voor KMO's.
#### 4.2.1 Economische ontwikkeling
De invoering van de **statutaire zetelleer** wordt beschouwd als een belangrijke factor om de aantrekkelijkheid van België als vestigingsland te verhogen. Dit houdt in dat de nationaliteit van een vennootschap wordt bepaald door de plaats van haar oprichting (statuten), wat de grensoverschrijdende mobiliteit en flexibiliteit bevordert.
Verder worden bepaalde beperkingen opgeheven, waaronder:
* De afschaffing van de kapitaalvereiste voor bepaalde vennootschapsvormen, zoals de BV.
* De versoepeling van de regels rond het **interimdividend**.
* De mogelijkheid voor vennootschappen om **eigen aandelen in te kopen**, met een limiet van maximaal twintig procent van het geplaatste kapitaal, mits een meerderheid van tachtig procent van de stemmen dit toestaat.
#### 4.2.2 Modernisering van communicatie
Een significante modernisering betreft de communicatiekanalen. Het nieuwe recht voorziet in een wettelijke regeling voor communicatie via **e-mail**.
> **Tip:** De modernisering van communicatie via e-mail wordt geacht geldig te zijn en is met name verplicht voor genoteerde vennootschappen.
#### 4.2.3 Ontwikkeling voor KMO's
De aanpassingen in het vennootschapsrecht sluiten beter aan bij de specifieke noden van KMO's. Dit uit zich in:
* De mogelijkheid van een **enkele aandeelhouder** in de BV.
* De invoering van **meervoudig stemrecht**, zowel voor genoteerde als niet-genoteerde NV's (met maximale dubbele stemrecht voor trouwe aandeelhouders in genoteerde NV's) en in het algemeen voor BV's.
* De flexibele regeling rond de **overdraagbaarheid van aandelen** in de BV, wat de beslotenheid van de vennootschap kan waarborgen of juist openheid kan creëren.
#### 4.2.4 Administratieve lasten
Over het algemeen worden de administratieve lasten niet significant verhoogd. Echter, er zijn specifieke gevallen waar extra verantwoording vereist is:
* De **verantwoording van de uitgifteprijs van nieuwe aandelen, converteerbare obligaties of inschrijvingsrechten** in de BV.
> **Uitleg:** Dit specifieke verslag in de BV is noodzakelijk ter bescherming van de bestaande aandeelhouders, met name wanneer er sprake is van een inbreng in natura. Aandeelhouders kunnen echter, met een eenparige beslissing van de algemene vergadering waarbij alle aandeelhouders aanwezig of vertegenwoordigd zijn, van dit verslag afzien, tenzij er een inbreng in natura plaatsvindt. De verplichte staat van activa en passiva bij de wijziging van het voorwerp is wel afgeschaft, daar deze als een overbodige formaliteit werd beschouwd.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Vennootschapsrecht | Het rechtsgebied dat de oprichting, werking, wijziging en ontbinding van vennootschappen regelt. Het omvat de regels inzake de rechten en plichten van vennoten, bestuurders en andere belanghebbenden. |
| Totstandkoming | Het proces waarbij een nieuwe wet of regelgeving wordt gecreëerd en van kracht wordt, inclusief de legislatieve procedures zoals indiening, adviesvorming en goedkeuring. |
| Wetgever | De instantie die verantwoordelijk is voor het maken van wetten. Dit kan een parlement, een regering of een ander wetgevend orgaan zijn. |
| NV (Naamloze Vennootschap) | Een vennootschapsvorm met een opgesplitst kapitaal, bedoeld voor grotere ondernemingen met een ruim aandeelhouderschap en publieke beursnotering. Het kapitaal is verdeeld in aandelen. |
| BV (Besloten Vennootschap) | Een vennootschapsvorm die bedoeld is voor kleinere en middelgrote ondernemingen, gekenmerkt door beslotenheid en flexibiliteit. De kapitaalsvereiste is afgeschaft. |
| CV (Coöperatieve Vennootschap) | Een vennootschapsvorm die gebaseerd is op het coöperatief gedachtengoed, met als doel de behoeften van haar leden te dienen. Kan erkend worden als sociale of landbouwonderneming. |
| Overgangsregeling | Specifieke regels die bepalen hoe bestaande situaties en rechtsverhoudingen worden behandeld tijdens de periode waarin een nieuwe wetgeving van kracht wordt. |
| Wetboek van vennootschappen | Een verzameling van wettelijke bepalingen die specifiek betrekking hebben op vennootschappen. In dit geval verwijst het naar de nieuwe wetgeving die de oude regelt. |
| Wetboek van economisch recht (WER) | Een wetboek dat de economische activiteit en ondernemingen regelt. De invoering ervan impliceert een nieuw begrip 'onderneming' en de afschaffing van 'handelsdaad' en 'handelaar'. |
| Burgerlijke vennootschappen | Vennootschappen die oorspronkelijk werden opgericht voor activiteiten die niet als handel werden beschouwd. Dit onderscheid is afgeschaft met de nieuwe wetgeving. |
| Handelsvennootschappen | Vennootschappen die werden opgericht voor handelsactiviteiten en aan specifieke regels gebonden waren. Dit onderscheid is verdwenen. |
| Inbreng in natura | Een inbreng in een vennootschap die bestaat uit goederen of diensten, in plaats van geld. Dit staat tegenover een kapitaalinbreng in specie. |
| Maatschap | Een vennootschapsvorm die geen rechtspersoonlijkheid bezit en wordt gekenmerkt door een overeenkomst tussen twee of meer personen om een gemeenschappelijke activiteit uit te oefenen. |
| VOF (Vennootschap onder firma) | Een vennootschapsvorm waarbij de vennoten hoofdelijk en onbeperkt aansprakelijk zijn voor de schulden van de vennootschap. |
| CommV (Commanditaire Vennootschap) | Een vennootschapsvorm met zowel beherende vennoten (onbeperkt aansprakelijk) als commanditaire vennoten (beperkt aansprakelijk tot hun inbreng). |
| Kapitaalsvereiste | Een wettelijk voorschrift dat bepaalt welk minimumbedrag aan kapitaal een vennootschap moet hebben bij oprichting. Deze is afgeschaft voor de BV. |
| Maatschappelijk kapitaal | Het totale nominale bedrag van de aandelen dat door de vennootschap is uitgegeven. Dit concept is vervangen door een meer flexibele benadering. |
| Dwingend recht | Rechtsregels waarvan men niet mag afwijken, zelfs niet bij overeenkomst tussen partijen. Deze regels beschermen fundamentele belangen. |
| Aanvullend recht | Rechtsregels die van toepassing zijn als partijen niets anders overeenkomen. Men kan hier contractueel van afwijken. |
| Statutaire zetelleer | De plaats waar de statuten van een vennootschap zijn geregistreerd, wat invloed heeft op de toepasselijke wetgeving en de "nationaliteit" van de vennootschap. |
| Werkelijke zetelleer | De plaats waar de feitelijke leiding en het centrum van de economische activiteiten van een vennootschap zich bevinden. |
| Geschillenregeling | Procedurele regels die bepalen hoe geschillen binnen of rond een vennootschap worden opgelost, zoals uitsluiting of uittreding van aandeelhouders. |
| KMO (Kleine en Middelgrote Onderneming) | Ondernemingen die voldoen aan bepaalde criteria op het gebied van werknemersaantal, omzet en balanstotaal, en die een belangrijke rol spelen in de economie. |
| Administratieve lasten | De tijd, kosten en inspanningen die nodig zijn om te voldoen aan wettelijke en regelgevende verplichtingen, zoals rapportage en indiening van documenten. |
| Inbreng in specie | Een inbreng in een vennootschap die bestaat uit goederen (zoals onroerend goed, machines) in plaats van geld. |
| Alarmbelprocedure | Een procedure binnen een vennootschap die wordt getriggerd wanneer er bepaalde risico's optreden, met als doel de aandeelhouders en schuldeisers te beschermen. |
| Conventioneel recht | Regels die voortvloeien uit overeenkomsten tussen partijen, in tegenstelling tot wettelijke bepalingen. |
| Statutair recht | Regels die zijn vastgelegd in de statuten van een vennootschap. |
| Conferentie van de Raad van State | Een adviesorgaan dat juridisch advies geeft over wetsontwerpen voordat deze worden ingediend bij het parlement. |
| Genoteerde vennootschap | Een vennootschap waarvan de aandelen worden verhandeld op een effectenbeurs. Deze vennootschappen zijn onderworpen aan strengere regelgeving. |
| Meervoudig stemrecht | Een systeem waarbij bepaalde aandelen meer stemmen vertegenwoordigen dan andere, vaak gekoppeld aan trouwe aandeelhouders of specifieke rechten. |
| Aandelen/stemrecht | De rechten die verbonden zijn aan het bezit van aandelen, waaronder het recht om te stemmen op algemene vergaderingen en het recht op dividend. |
| Bestuurssysteem (monistisch/dualistisch) | Monistisch: één raad van bestuur is verantwoordelijk voor zowel beleid als toezicht. Dualistisch: een directieraad (beleid) en een raad van toezicht (strategie en controle). |
| Directieraad | Het orgaan binnen een vennootschap dat belast is met het dagelijkse beheer en de operationele besluitvorming. |
| Raad van toezicht | Het orgaan binnen een vennootschap dat verantwoordelijk is voor de strategische leiding en het toezicht op de directieraad, vooral in een dualistisch besturingssysteem. |
| Sterfhuisclausule | Een bepaling in de statuten die regelt dat een aandeelhouder bij overlijden zijn aandelen moet overdragen aan de andere aandeelhouders of de vennootschap. |
Cover
jaarrekening-controle.2025.pptx
Summary
# Jaarrekening en jaarverslag
Dit topic omvat de vereisten rond de opstelling en goedkeuring van de jaarrekening en het jaarverslag, inclusief de inhoud, openbaarmaking en sancties bij niet-naleving, evenals de rol en bevoegdheden van de commissaris.
### 1.1 Jaarrekening en jaarverslag: opstelling en goedkeuring
Het bestuursorgaan van een vennootschap is verplicht om de jaarrekening jaarlijks ter goedkeuring voor te leggen aan de algemene vergadering (AV) binnen zes maanden na afsluiting van het boekjaar. Voor kleine en microvennootschappen kunnen verkorte schema's van toepassing zijn.
Samen met de jaarrekening wordt ook het jaarverslag voorgelegd, dat eveneens door het bestuursorgaan wordt opgesteld. In het jaarverslag geeft het bestuursorgaan rekenschap af aan de AV over het gevoerde beleid.
**Inhoud van het jaarverslag (conform artikel 3:6 WVV):**
Het jaarverslag dient een overzicht te bieden van de ontwikkeling, de resultaten en de bedreigingen van de vennootschap. Naast economische en financiële informatie, moet het ook informatie bevatten over duurzaamheid. Dit kan betrekking hebben op plannen en strategieën met betrekking tot bijvoorbeeld de terugdringing van broeikasgasuitstoot, sociale en mensenrechten, en goed bestuur.
**Openbaarmaking van de jaarrekening:**
Het bestuursorgaan moet de jaarrekening openbaar maken door deze ter neerlegging aan te bieden bij de Nationale Bank, en dit binnen dertig dagen na de goedkeuring ervan (conform artikel 3:10 WVV).
**Sancties bij niet-naleving:**
Indien de gestelde termijnen voor het neerleggen van de jaarrekening niet worden gerespecteerd, ontstaat er een weerlegbaar vermoeden dat door derden geleden schade voortvloeit uit dit verzuim.
### 1.2 Het commissariaat: externe controle
Het commissariaat is het orgaan dat belast is met de externe controle van de vennootschap. De omvang van deze controle omvat:
* De controle op de financiële toestand van de vennootschap.
* De boekhoudkundige controle van de jaarrekening.
* De controle op de conformiteit van de vennootschapshandelingen met het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) en de statuten (legaliteitscontrole).
#### 1.2.1 Welke vennootschappen hebben een commissaris nodig?
Niet alle vennootschappen zijn verplicht een commissaris aan te stellen.
* Vennootschappen onder firma (VOF) en commanditaire vennootschappen (Comm.V) zijn vrijgesteld.
* Niet-genoteerde kleine vennootschappen zijn eveneens vrijgesteld.
Voor deze vrijgestelde categorieën geldt dat een commissaris **facultatief** is. Indien de vennootschap geen commissaris dient aan te stellen, maar één of meerdere vennoten aandringen op een aanstelling, dient het bestuursorgaan deze vraag voor te leggen aan de AV (conform artikel 3:100 WVV).
#### 1.2.2 De controlerende vennoot (indien geen commissaris)
In vennootschappen waar geen commissaris is aangesteld, hebben alle vennoten individueel de onderzoeks- en controlebevoegdheid die normaal aan een commissaris zou toekomen. Vennoten kunnen zich hierbij laten bijstaan of vertegenwoordigen door een accountant, maar dit is op eigen kosten, tenzij met toestemming van de vennootschap (conform artikel 3:101 WVV).
#### 1.2.3 Verplichtingen van de commissaris
De commissaris is gehouden te goeder trouw te handelen. Dit houdt in dat de commissaris dezelfde inzagerechten heeft als een commissaris (hoewel geen recht op kopie), maar ook dezelfde discretieplicht, beroepsgeheim en aansprakelijkheid als een commissaris.
#### 1.2.4 Benoeming van de commissaris
De commissaris wordt benoemd door de AV met een gewone meerderheid van stemmen (conform artikel 3:58 WVV). De benoeming geschiedt voor een vaste, hernieuwbare termijn van drie jaar en gebeurt op voordracht van het bestuursorgaan.
* Enkel geregistreerde bedrijfsrevisoren of geregistreerde auditkantoren kunnen aangesteld worden als commissaris.
* Indien de vennootschap een professionele vennootschap is, moet minstens één geregistreerde bedrijfsrevisor als natuurlijk persoon worden aangesteld als vaste vertegenwoordiger, die namens de vennootschap de controleopdracht uitvoert.
* Contractuele bepalingen die de keuze van de AV beperken tot specifieke revisoren of kantoren zijn nietig.
* De benoeming en het ontslag van de commissaris moeten openbaar worden gemaakt.
#### 1.2.5 Einde van het mandaat van de commissaris
Het mandaat van de commissaris eindigt onder andere door:
* Het verstrijken van de termijn van drie jaar.
* Overlijden of bewind.
* Ontslag door de AV. Ontslag door de AV is enkel mogelijk omwille van "wettige redenen", zoals lichamelijke ongeschiktheid, nalatigheid, of vertrouwensbreuk. Gewone meningsverschillen over boekhoudkundige verwerking of controleprocedures zijn geen geldige redenen voor ontslag. Bij een onterecht ontslag kan de commissaris aanspraak maken op een schadevergoeding.
* Vrijwillig ontslag door de commissaris. Dit is enkel mogelijk mits het ontslag wordt voorgelegd aan de AV omwille van "gewichtige persoonlijke redenen", en na een voorafgaande schriftelijke toelichting aan de AV van de beweegredenen. Bij een dergelijk ontslag kan de commissaris een schadevergoeding aan de vennootschap verschuldigd zijn, naast mogelijke deontologische sancties.
#### 1.2.6 Onafhankelijkheid en bezoldiging van de commissaris
De controletaak van de commissaris vereist een strikte onafhankelijkheid ten opzichte van de gecontroleerde vennootschap. Deze onafhankelijkheid moet zowel gelden gedurende de periode waarop de jaarrekening betrekking heeft, als gedurende de periode waarin de wettelijke controle wordt uitgevoerd.
Maatregelen om de onafhankelijkheid te waarborgen:
* **Benoeming voor vaste duur:** De vaste duur van drie jaar draagt bij aan de onafhankelijkheid.
* **Toezicht en deontologie:** Het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR) oefent toezicht uit op haar leden en hanteert een deontologische code met disciplinaire sancties.
* **Bezoldiging:** De bezoldiging van de commissaris is een vast bedrag dat bij benoeming door de AV wordt vastgesteld volgens de normen van het IBR. Indexatie is mogelijk, maar winstuitkeringen aan de commissaris zijn verboden.
* **Onverenigbaarheden:** Het is de commissaris niet toegestaan om werknemer of handelstussenpersoon te zijn van de gecontroleerde vennootschap, noch enige andere functie of positie te bekleden die de onafhankelijke uitoefening van de taak in het gedrang kan brengen. Bovendien mogen er geen andere prestaties of mandaten vervuld worden in de gecontroleerde vennootschap of daaraan verbonden vennootschappen die de onafhankelijkheid kunnen schaden. Dit verbod geldt zowel gedurende twee jaar vóór de benoeming, als gedurende twee jaar na het einde van het mandaat.
#### 1.2.7 Bevoegdheden van de commissaris
De commissaris beschikt over verschillende bevoegdheden:
1. **Uitgebreide onderzoeksbevoegdheden:**
* De commissaris heeft op elk ogenblik en ter plaatse het recht om inzage te nemen van alle mogelijke documenten en geschriften van de vennootschap.
* De commissaris kan bestuurders en andere medewerkers verzoeken om opheldering of inlichtingen te verstrekken, of dit laten doen door de vennootschap.
* Alle verificaties die de commissaris noodzakelijk acht, mogen worden verricht.
**Risicoanalyse en continuïteit:** Indien de commissaris bij de uitoefening van zijn opdracht "gewichtige en overeenstemmende feiten vaststelt die de continuïteit van de vennootschap bedreigen", is hij verplicht het bestuursorgaan hierover uitgebreid schriftelijk te informeren. Het bestuursorgaan dient vervolgens beraadslagen over gepaste maatregelen. Indien de commissaris na één maand niet wordt geïnformeerd over de beraadslaging en de genomen maatregelen, of indien hij de maatregelen ontoereikend acht, kan hij zijn vaststellingen schriftelijk meedelen aan de voorzitter van de bevoegde ondernemingsrechtbank.
2. **Controleverslag:**
De commissaris stelt jaarlijks een controleverslag op dat wordt voorgelegd aan de AV. Dit verslag biedt de vennoten de garantie dat de door de bestuurders verstrekte informatie (jaarrekening en jaarverslag) waarheidsgetrouw is.
* Het controleverslag moet, samen met de jaarrekening en het jaarverslag, worden neergelegd in het dossier van de rechtspersoon.
* **Inhoud van het controleverslag:**
* De wijze waarop de controle werd verricht.
* Of de boekhouding en jaarrekening regelmatig werden gevoerd.
* Of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de financiële toestand van de vennootschap.
* Of het jaarverslag de wettelijk vereiste inlichtingen bevat en conform de jaarrekening is.
* Of de voorgestelde resultaatverwerking in overeenstemming is met het WVV en de statuten.
* Of de commissaris kennis heeft gekregen van verrichtingen of beslissingen die in strijd zijn met het WVV of de statuten.
3. **Bijwonen van de jaarvergadering:**
De commissaris heeft het recht en de plicht om de jaarvergadering bij te wonen om daar het controleverslag toe te lichten en antwoorden te geven op vragen van de vennoten met betrekking tot de vervulling van zijn taak.
#### 1.2.8 De commissaris en de ondernemingsraad
Ondernemingen die verplicht zijn een ondernemingsraad op te richten (bv. met meer dan 100 werknemers) moeten ook één of meerdere bedrijfsrevisoren aanduiden die de ondernemingsraad bijstaan. Deze bedrijfsrevisoren verlenen de werknemers inzicht in de door de werkgever verstrekte economische en financiële informatie. In ondernemingen waar zowel een commissaris als een ondernemingsraad verplicht is, vervult de commissaris vaak een dubbele functie.
#### 1.2.9 Andere bevoegdheden en aansprakelijkheid van de commissaris
**Andere bevoegdheden:**
Naast de reeds genoemde taken en bevoegdheden, heeft de commissaris ook de volgende verantwoordelijkheden:
* Het opstellen van een controleverslag over de door het bestuursorgaan opgestelde staat van activa en passiva in geval van een beslissing tot ontbinding van de vennootschap.
**Aansprakelijkheid:**
De commissarissen kunnen, op een analoge wijze als bestuurders, contractueel, buitencontractueel of strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld indien zij een fout begaan in de uitoefening van hun controleopdracht. Dit omvat ook aansprakelijkheid bij overtreding van het WVV of de statuten. Het WVV voorziet tevens in specifieke strafsancties voor commissarissen.
> **Tip:** De onafhankelijkheid van de commissaris is cruciaal voor het vertrouwen in de jaarrekening. Let bij de studie van dit topic goed op de verschillende aspecten die deze onafhankelijkheid waarborgen en de gevolgen van een schending ervan.
> **Voorbeeld:** Een commissaris die tevens een significante aandelenpositie heeft in een leverancier van de gecontroleerde vennootschap, kan in een belangenconflict terechtkomen. Dit kan zijn onafhankelijkheid in het gedrang brengen en leiden tot aansprakelijkheid.
---
# Commissariaat: rol en aanstelling
Dit onderdeel beschrijft de rol van het commissariaat als externe controleur, de vennootschappen die een commissaris moeten aanstellen, de facultatieve aanstelling en de benoeming door de algemene vergadering.
### 2.1 Rol van het commissariaat
Het commissariaat fungeert als een orgaan belast met de externe controle van de vennootschap. De omvang van deze controle omvat:
* De controle op de financiële toestand van de vennootschap.
* De boekhoudkundige controle van de jaarrekening.
* De controle op de conformiteit van de vennootschapshandelingen met het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) en de statuten. Dit wordt ook wel de legaliteitscontrole genoemd.
### 2.2 Verplichting tot aanstelling van een commissaris
De verplichting tot het aanstellen van een commissaris geldt niet voor:
* Vennootschappen onder firma (VOF) en commanditaire vennootschappen (Comm.V).
* Niet-genoteerde kleine vennootschappen.
#### 2.2.1 Facultatieve aanstelling
Indien een vennootschap geen commissaris moet aanstellen, maar één of meerdere vennoten toch aandringen op de aanstelling ervan, moet het bestuursorgaan deze vraag voorleggen aan de algemene vergadering (AV). Indien er geen commissaris wordt aangesteld, bestaat de figuur van de "controlerende vennoot". Alle vennoten hebben dan individueel de onderzoeks- en controlebevoegdheid van een commissaris. Zij kunnen zich laten bijstaan of vertegenwoordigen door een accountant, mits dit op eigen kosten gebeurt, tenzij met toestemming van de vennootschap. De controlerende vennoot is gehouden om te goeder trouw te handelen en geniet hetzelfde inzagerecht (zonder recht op kopie), maar is ook gebonden door dezelfde discretieplicht, beroepsgeheim en aansprakelijkheid als een commissaris.
### 2.3 Benoeming van de commissaris
De benoeming van de commissaris gebeurt door de AV met een gewone meerderheid. De aanstelling is voor een vaste, hernieuwbare termijn van drie jaar en gebeurt op voordracht van het bestuursorgaan. Enkel geregistreerde bedrijfsrevisoren of geregistreerde auditkantoren kunnen tot commissaris worden benoemd. Indien het een professionele vennootschap betreft, moet minstens één bedrijfsrevisor-natuurlijke persoon als vaste vertegenwoordiger worden aangesteld die de controleopdracht namens de vennootschap uitvoert. Contractuele bepalingen die de keuze van de AV beperken tot bepaalde revisoren of kantoren zijn nietig. De benoeming en het ontslag van de commissaris moeten openbaar worden gemaakt.
### 2.4 Einde van het mandaat van de commissaris
Het mandaat van de commissaris eindigt in de volgende gevallen:
* **Verstrijken van de termijn:** De vaste termijn van drie jaar verstrijkt.
* **Overlijden of bewind:** In geval van overlijden of het instellen van een bewind over de commissaris.
* **Ontslag door de AV:** Dit is enkel mogelijk om "wettige redenen", zoals lichamelijke ongeschiktheid, nalatigheid of een vertrouwensbreuk. Een gewoon meningsverschil over boekhoudkundige verwerking of een controleprocedure is geen geldige reden. Een ongerechtvaardigd ontslag kan leiden tot een schadevergoeding aan de commissaris, maar het ontslag blijft wel van kracht.
* **Vrijwillig ontslag door de commissaris:** Dit is enkel mogelijk mits ontslag op de AV wegens "gewichtige persoonlijke redenen", na een voorafgaande schriftelijke toelichting aan de AV van de beweegredenen. In dit geval kan de commissaris aansprakelijk zijn voor een schadevergoeding aan de vennootschap, alsook deontologische sancties oplopen.
### 2.5 Onafhankelijkheid en bezoldiging van de commissaris
De controletaak vereist onafhankelijkheid ten aanzien van de gecontroleerde vennootschap. Deze onafhankelijkheid moet zowel gelden gedurende de periode waarop de jaarrekening betrekking heeft, als gedurende de periode waarin de wettelijke controle wordt uitgevoerd. Maatregelen ter garantie van de onafhankelijkheid omvatten:
* **Vaste benoemingstermijn:** Benoeming voor een vaste duur van drie jaar.
* **Toezicht en deontologie:** Het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR) oefent toezicht uit op haar leden en stelt deontologische regels vast met disciplinaire sancties.
* **Bezoldiging:** De bezoldiging wordt vastgesteld als een vast bedrag bij benoeming door de AV, volgens de normen van het IBR. Indexatie is mogelijk, maar winstuitkeringen zijn niet toegestaan.
* **Onverenigbaarheden:** De commissaris mag geen werknemer of handelstussenpersoon zijn van de gecontroleerde vennootschap, noch een andere functie of positie bekleden die de onafhankelijke taakuitoefening in het gedrang brengt. Tevens mogen er gedurende twee jaar voor de benoeming en twee jaar na het einde van het mandaat geen andere prestaties of mandaten worden vervuld in de gecontroleerde vennootschap of daarmee verbonden vennootschappen die de onafhankelijkheid kunnen schaden.
### 2.6 Bevoegdheden van het commissariaat
#### 2.6.1 Uitgebreide onderzoeksbevoegdheden
De commissaris beschikt over uitgebreide onderzoeksbevoegdheden:
* Op elk ogenblik en ter plaatse inzage nemen van alle mogelijke documenten en geschriften van de vennootschap.
* Opheldering en inlichtingen vragen aan bestuurders en andere medewerkers, of laten vragen door de vennootschap.
* Alle verificaties verrichten die zij noodzakelijk achten.
Indien de commissarissen tijdens hun opdracht "gewichtige en overeenstemmende feiten vaststellen die de continuïteit van de vennootschap bedreigen", moeten zij het bestuursorgaan hierover uitgebreid schriftelijk informeren. Het bestuursorgaan dient vervolgens beraadslagen over gepaste maatregelen. Als na een maand de commissarissen niet werden ingelicht over de beraadslaging en de genomen maatregelen, of indien zij de maatregelen ontoereikend achten, kunnen zij hun vaststellingen schriftelijk meedelen aan de voorzitter van de ondernemingsrechtbank.
#### 2.6.2 Controleverslag
Jaarlijks wordt een controleverslag opgesteld dat aan de AV wordt voorgelegd. Dit verslag biedt de vennoten de garantie dat de door de bestuurders verstrekte informatie (jaarverslag en jaarrekening) waarheidsgetrouw is. Het verslag moet samen met de jaarrekening en het jaarverslag worden neergelegd in het dossier van de rechtspersoon. De inhoud van het controleverslag omvat:
* De wijze waarop de controle werd verricht.
* Of de boekhouding en jaarrekening regelmatig werden gevoerd.
* Of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de financiële toestand van de vennootschap.
* Of het jaarverslag de wettelijk vereiste inlichtingen bevat en conform de jaarrekening is.
* Of de voorgestelde resultaatverwerking in overeenstemming is met het WVV en de statuten.
* Of de commissaris kennis heeft gekregen van verrichtingen of beslissingen die in strijd zijn met het WVV of de statuten.
#### 2.6.3 Bijwonen van de jaarvergadering
De commissaris woont de jaarvergadering bij om het controleverslag toe te lichten en vragen van de vennoten met betrekking tot de vervulling van hun taak te beantwoorden.
### 2.7 Commissaris en de ondernemingsraad
Ondernemingen die een ondernemingsraad moeten oprichten (bijvoorbeeld met meer dan 100 werknemers) moeten ook één of meer bedrijfsrevisoren aanduiden die de ondernemingsraad bijstaan. Deze revisoren geven de werknemers inzicht in de door de werkgever verstrekte economische en financiële informatie. In ondernemingen waar zowel een commissaris als een ondernemingsraad verplicht is, zal de commissaris een dubbele functie vervullen.
### 2.8 Andere bevoegdheden en aansprakelijkheid
De commissaris heeft nog andere taken en bevoegdheden, zoals het opstellen van een controleverslag over de door het bestuursorgaan opgestelde staat van activa en passiva in geval van een beslissing tot ontbinding van de vennootschap.
De commissarissen kunnen op analoge wijze als bestuurders contractueel, buitencontractueel of strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld. Dit geldt indien zij een fout begaan in de uitoefening van hun controleopdracht, inclusief aansprakelijkheid bij overtreding van het WVV of de statuten. Het WVV voorziet ook in specifieke strafsancties voor commissarissen.
---
# Einde mandaat en onafhankelijkheid van de commissaris
Dit onderdeel behandelt de beëindiging van het mandaat van de commissaris, de redenen hiervoor, en de fundamentele principes van onafhankelijkheid en bezoldiging die essentieel zijn voor de correcte uitoefening van de controlefunctie.
### 3.1 Einde van het mandaat
Het mandaat van een commissaris kan op verschillende manieren eindigen, zoals bepaald in artikel 3:66 van het WVV.
#### 3.1.1 Verstrijken van de termijn of overlijden/bewind
Het mandaat eindigt van rechtswege bij het verstrijken van de vastgestelde termijn van drie jaar. Ook overlijden of het onderbewindstelling van de commissaris leiden tot het einde van het mandaat.
#### 3.1.2 Ontslag door de algemene vergadering
De algemene vergadering (AV) kan een commissaris ontslaan, maar dit is enkel mogelijk om zogenaamde "wettige redenen". Dit zijn redenen die verder gaan dan louter een meningsverschil over boekhoudkundige verwerking of controleprocedures. Voorbeelden van wettige redenen zijn lichamelijke ongeschiktheid, nalatigheid of een vertrouwensbreuk.
* **Sanctie bij onterecht ontslag:** Indien de AV een commissaris ontslaat zonder wettige reden, kan dit leiden tot een schadevergoeding aan de commissaris. Het ontslag blijft echter wel van kracht.
#### 3.1.3 Vrijwillig ontslag door de commissaris
Een commissaris kan ook zelf vrijwillig ontslag nemen. Dit is echter gebonden aan strikte voorwaarden.
* **Voorwaarden voor vrijwillig ontslag:**
* Het ontslag moet worden voorgelegd aan de algemene vergadering (AV).
* Er moeten "gewichtige persoonlijke redenen" aan de basis liggen.
* De commissaris moet voorafgaand schriftelijk de AV informeren over de beweegredenen voor zijn ontslag.
* **Sancties bij vrijwillig ontslag:** Indien een commissaris niet aan deze voorwaarden voldoet, kan hij geconfronteerd worden met:
* Een schadevergoeding aan de vennootschap.
* Deontologische sancties vanuit de beroepsinstantie.
### 3.2 Onafhankelijkheid en bezoldiging
De effectiviteit van de controle door de commissaris is sterk afhankelijk van zijn onafhankelijkheid ten aanzien van de gecontroleerde vennootschap.
#### 3.2.1 Vereisten voor onafhankelijkheid
De onafhankelijkheid van de commissaris moet gewaarborgd zijn gedurende twee periodes:
1. De periode waarop de jaarrekening betrekking heeft.
2. De periode waarin de wettelijke controle daadwerkelijk wordt uitgevoerd.
Verschillende maatregelen dragen bij aan de waarborging van deze onafhankelijkheid:
* **Vaste benoemingstermijn:** Benoeming voor een vaste termijn van drie jaar, wat financiële en professionele zekerheid biedt.
* **Toezicht door IBR:** Het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR) oefent toezicht uit op zijn leden. De deontologische regels en mogelijke disciplinaire sancties bevorderen professioneel gedrag en onafhankelijkheid.
* **Bezoldiging:**
* De bezoldiging is een vast bedrag dat bij benoeming door de AV wordt vastgesteld.
* De bezoldiging dient te gebeuren volgens de normen van het IBR.
* Een indexatiemogelijkheid is toegestaan.
* Winstuitkeringen door de vennootschap aan de commissaris zijn verboden.
* **Onverenigbaarheden:** Er zijn strikte regels met betrekking tot functies en posities die de onafhankelijke uitoefening van de taak in het gedrang kunnen brengen.
* De commissaris mag geen werknemer of handelstussenpersoon zijn van de gecontroleerde vennootschap.
* Hij mag geen andere functie of positie bekleden die zijn onafhankelijkheid ondermijnt.
* Gedurende twee jaar vóór de benoeming en twee jaar na het einde van het mandaat mag de commissaris geen andere prestaties of mandaten vervullen binnen de gecontroleerde vennootschap of daarmee verbonden vennootschappen, indien deze de onafhankelijkheid in gevaar zouden brengen.
> **Tip:** Het is cruciaal om de onverenigbaarhedenregels grondig te bestuderen, aangezien deze een breed scala aan situaties kunnen omvatten die de schijn van partijdigheid kunnen wekken.
#### 3.2.2 Bezoldiging
De bezoldiging van de commissaris is een essentieel onderdeel van zijn onafhankelijkheid. Het wettelijk kader voorziet in specifieke regels om financiële afhankelijkheid of beïnvloeding te voorkomen.
* **Vaststelling door de AV:** Het bedrag van de bezoldiging wordt bepaald door de algemene vergadering bij de benoeming van de commissaris.
* **Normen IBR:** De hoogte van de bezoldiging moet in overeenstemming zijn met de door het IBR opgestelde normen. Deze normen waarborgen een redelijke vergoeding die de kwaliteit van de controle weerspiegelt, zonder excessen.
* **Indexatiemogelijkheid:** Om de inflatie bij te benen, kan de bezoldiging geïndexeerd worden, mits dit is voorzien.
* **Geen winstuitkeringen:** De commissaris mag niet deelnemen aan winstuitkeringen van de vennootschap. Dit is een fundamentele bescherming tegen belangenconflicten.
> **Voorbeeld:** Stel dat een commissaris voor 30.000 dollars per jaar wordt benoemd. Deze bezoldiging kan jaarlijks worden aangepast aan de hand van een vooraf vastgelegde indexeringsformule, maar de commissaris kan niet deelnemen aan de winst die de vennootschap dat jaar maakt.
---
# Bevoegdheden en aansprakelijkheid van de commissaris
Dit topic behandelt de uitgebreide onderzoeksbevoegdheden, de inhoud van het controleverslag, de aanwezigheid op de jaarvergadering en de aansprakelijkheid van de commissaris, inclusief de interactie met de ondernemingsraad.
### 4.1 Het commissariaat: beginselen en benoeming
Het commissariaat is het orgaan dat belast is met de externe controle van de vennootschap. De omvang van deze controle omvat de financiële toestand van de vennootschap, de boekhouding van de jaarrekening, en de conformiteit van vennootschapshandelingen met het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) en de statuten (legaliteitscontrole).
Niet alle vennootschappen zijn verplicht een commissaris aan te stellen. Zo zijn vennootschappen onder firma (VOF) en commanditaire vennootschappen (Comm.V) hiervan uitgezonderd. Ook niet-genoteerde kleine vennootschappen hoeven geen commissaris te hebben, tenzij één of meerdere vennoten aandringen op de aanstelling, in welk geval het bestuursorgaan deze vraag aan de algemene vergadering (AV) moet voorleggen. Indien geen commissaris is aangesteld, hebben alle vennoten de individuele onderzoeks- en controlebevoegdheid van een commissaris, en kunnen zij zich laten bijstaan of vertegenwoordigen door een accountant op eigen kosten, tenzij met toestemming van de vennootschap.
De commissaris moet te goeder trouw handelen en heeft hetzelfde inzagerecht als een commissaris, maar ook dezelfde discretieplicht, beroepsgeheim en aansprakelijkheid.
Benoeming geschiedt door de AV met gewone meerderheid voor een vaste, hernieuwbare termijn van drie jaar, op voordracht van het bestuursorgaan. Alleen geregistreerde bedrijfsrevisoren of geregistreerde auditkantoren kunnen worden benoemd. Bij professionele vennootschappen moet minstens één bedrijfsrevisor-natuurlijke persoon als vaste vertegenwoordiger worden aangesteld. Contractuele bepalingen die de keuze van de AV beperken tot bepaalde revisoren of kantoren zijn nietig. Zowel de benoeming als het ontslag moeten openbaar worden gemaakt.
### 4.2 Einde mandaat van de commissaris
Het mandaat van de commissaris eindigt van rechtswege na het verstrijken van de termijn van drie jaar, bij overlijden of bewind. Ontslag door de AV is enkel mogelijk om "wettige redenen", zoals lichamelijke ongeschiktheid, nalatigheid of vertrouwensbreuk. Een gewoon meningsverschil over boekhoudkundige verwerking of controleprocedure is geen wettige reden. Sanctie bij onterecht ontslag is een schadevergoeding aan de commissaris, hoewel het ontslag wel van kracht blijft.
Vrijwillig ontslag door de commissaris is enkel mogelijk mits een ontslag op de AV wegens "gewichtige persoonlijke redenen", na een voorafgaande schriftelijke toelichting aan de AV van de beweegredenen. Sancties hierbij zijn een schadevergoeding aan de vennootschap en mogelijke deontologische sancties.
### 4.3 Onafhankelijkheid en bezoldiging van de commissaris
De controletaak vereist onafhankelijkheid ten aanzien van de gecontroleerde vennootschap, zowel gedurende de periode waarop de jaarrekening betrekking heeft als gedurende de periode dat de wettelijke controle wordt uitgevoerd.
Maatregelen om de onafhankelijkheid te garanderen omvatten:
* Benoeming voor een vaste duur van drie jaar.
* Toezicht door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren (IBR) met disciplinaire sancties.
* Een vaste bezoldiging vastgesteld bij benoeming door de AV, volgens de normen van het IBR, met mogelijkheid tot indexatie. Geen winstuitkeringen.
* Onverenigbaarheden: de commissaris mag geen werknemer of handelstussenpersoon zijn van de gecontroleerde vennootschap, noch een andere functie of positie bekleden die de onafhankelijke taakuitoefening in het gedrang brengt. Ook mogen er gedurende twee jaar voor de benoeming en twee jaar na het einde van het mandaat geen andere prestaties of mandaten worden vervuld in de gecontroleerde vennootschap of daarmee verbonden vennootschappen die de onafhankelijkheid in het gedrang kunnen brengen.
### 4.4 Bevoegdheden van de commissaris
#### 4.4.1 Uitgebreide onderzoeksbevoegdheden
De commissaris heeft het recht om op elk ogenblik ter plaatse inzage te nemen van alle mogelijke documenten en geschriften van de vennootschap. Hij kan bestuurders en andere medewerkers om opheldering of inlichtingen vragen, of laten vragen door de vennootschap, en alle verificaties verrichten die hij nodig acht.
Indien de commissaris bij de uitoefening van zijn opdracht "gewichtige en overeenstemmende feiten vaststelt die de continuïteit van de vennootschap bedreigen", moet hij het bestuursorgaan hiervan uitgebreid schriftelijk in kennis stellen. Het bestuursorgaan moet dan beraadslagen over gepaste maatregelen. Als de commissaris na één maand niet is ingelicht over de beraadslaging en de genomen maatregelen, of als hij de maatregelen ontoereikend acht, kan hij zijn vaststellingen schriftelijk meedelen aan de voorzitter van de ondernemingsrechtbank.
#### 4.4.2 Controleverslag
Het controleverslag wordt jaarlijks opgesteld en aan de AV voorgelegd om de vennoten garantie te bieden dat de door de bestuurders verstrekte informatie (jaarrekening en jaarverslag) waarheidsgetrouw is. Het verslag moet samen met de jaarrekening en het jaarverslag worden neergelegd in het dossier van de rechtspersoon.
De inhoud van het controleverslag omvat:
* De wijze waarop de controle werd verricht.
* Of de boekhouding en jaarrekening regelmatig werden gevoerd.
* Of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de financiële toestand van de vennootschap.
* Of het jaarverslag de wettelijk vereiste inlichtingen bevat en conform de jaarrekening is.
* Of de voorgestelde resultaatverwerking in overeenstemming is met het WVV en de statuten.
* Of de commissaris kennis heeft gekregen van verrichtingen of beslissingen die in strijd zijn met het WVV of de statuten.
#### 4.4.3 Bijwonen jaarvergadering
De commissaris woont de jaarvergadering bij om het controleverslag toe te lichten en de vragen van de vennoten betreffende de vervulling van zijn taak te beantwoorden.
### 4.5 De commissaris en de ondernemingsraad
Ondernemingen die verplicht zijn een ondernemingsraad op te richten (bijvoorbeeld bij meer dan honderd werknemers) moeten ook een of meerdere bedrijfsrevisoren aanduiden die de ondernemingsraad bijstaan en de werknemers inzicht geven in de door de werkgever verstrekte economische en financiële informatie. In ondernemingen waar zowel een commissaris als een ondernemingsraad verplicht is, zal de commissaris een dubbele functie vervullen.
### 4.6 Andere bevoegdheden van de commissaris
De commissaris heeft nog andere taken en bevoegdheden, zoals het opstellen van een controleverslag over de door het bestuursorgaan opgestelde staat van activa en passiva in geval van een beslissing tot ontbinding.
### 4.7 Aansprakelijkheid van de commissaris
De commissarissen kunnen, op een analoge wijze als bestuurders, contractueel, buitencontractueel of strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld als zij een fout begaan in de uitoefening van hun controleopdracht. Dit omvat ook aansprakelijkheid bij overtreding van het WVV of de statuten. Specifieke strafsancties zijn tevens voorzien in het WVV.
> **Tip:** De aansprakelijkheid van de commissaris is een cruciaal aspect. Zorg ervoor dat je de verschillende grondslagen van aansprakelijkheid (contractueel, buitencontractueel, strafrechtelijk) en de specifieke situaties waarin deze van toepassing kan zijn, goed begrijpt. Denk hierbij aan het belang van een zorgvuldige documentatie van de controlewerkzaamheden.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Jaarrekening | Een jaarlijks opgestelde financiële weergave van de vennootschap die informatie bevat over de financiële toestand, de resultaten en de kasstromen. Deze wordt door het bestuursorgaan ter goedkeuring voorgelegd aan de algemene vergadering. |
| Jaarverslag | Een door het bestuursorgaan opgesteld verslag dat de algemene vergadering informeert over het gevoerde beleid, de ontwikkeling van de vennootschap, de resultaten en de bedreigingen. Het bevat naast economische en financiële informatie ook gegevens over duurzaamheid, sociale aspecten en goed bestuur. |
| Algemene Vergadering (AV) | Het hoogste beslissingsorgaan van een vennootschap, waar de aandeelhouders of vennoten samenkomen om belangrijke beslissingen te nemen, zoals de goedkeuring van de jaarrekening en de benoeming van bestuurders en commissarissen. |
| Bestuursorgaan | Het orgaan binnen een vennootschap dat belast is met het dagelijks bestuur en het uitzetten van het beleid. Zij zijn verantwoordelijk voor de opstelling van de jaarrekening en het jaarverslag. |
| WVV | Afkorting voor Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, de Belgische wetgeving die de regels voor vennootschappen en verenigingen bepaalt. |
| Commissariaat | Het orgaan belast met de externe controle van een vennootschap, bestaande uit een of meerdere commissarissen, meestal bedrijfsrevisoren, die de financiële toestand, de boekhouding en de conformiteit van de vennootschapshandelingen controleren. |
| Bedrijfsrevisor | Een professioneel die gespecialiseerd is in accountancy en audit, en die door de algemene vergadering wordt aangesteld om de jaarrekening van een vennootschap te controleren. |
| Legaliteitscontrole | Een controle die nagaat of de vennootschap en haar handelingen voldoen aan de wettelijke bepalingen en de statuten van de vennootschap. |
| Controlerende vennoot | Een figuur in vennootschappen zonder verplichte commissaris, waarbij alle vennoten individueel de onderzoeks- en controlebevoegdheid hebben die een commissaris normaal gesproken uitoefent. |
| Statuten | De reglementen die de werking en organisatie van een vennootschap vastleggen, opgesteld door de oprichters en goedgekeurd door de algemene vergadering. |
| IBR | Instituut van de Bedrijfsrevisoren, een Belgische beroepsorganisatie die toezicht uitoefent op de bedrijfsrevisoren en deontologische regels opstelt. |
| Onafhankelijkheid | Een essentieel principe voor de commissaris, wat inhoudt dat deze geen enkele band mag hebben met de gecontroleerde vennootschap die de objectiviteit van de controle in het gedrang kan brengen. |
| Controleverslag | Een document opgesteld door de commissaris na de controle van de jaarrekening en het jaarverslag, waarin de bevindingen van de controle worden uiteengezet en een oordeel wordt gegeven over de getrouwheid van de financiële informatie. |
| Ondernemingsraad | Een overlegorgaan binnen grotere ondernemingen dat de belangen van de werknemers behartigt en waarover de economische en financiële informatie van de werkgever wordt besproken. |
| Aansprakelijkheid | De juridische verplichting van de commissaris om de schade te vergoeden die voortvloeit uit fouten begaan tijdens de uitoefening van de controleopdracht, zowel contractueel, buitencontractueel als strafrechtelijk. |
Cover
Juridische20Aspecten.docx
Summary
## Inleiding tot het Vennootschapsrecht
Het Vennootschapsrecht regelt de oprichting, werking, rechten en plichten van vennootschappen. Het **Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV)**, dat de wetgeving sinds 1 mei 2019 moderniseert en vereenvoudigt, vormt de basis. Een vennootschap is essentieel een juridische structuur die wordt gebruikt wanneer één of meerdere personen samenwerken om de baten en lasten van een economische activiteit te delen.
### De Kernconcepten: Rechtspersoonlijkheid en Aansprakelijkheid
Een cruciaal onderscheid binnen het vennootschapsrecht is de **rechtspersoonlijkheid**. Dit bepaalt of een entiteit zelfstandig rechten en plichten kan dragen, los van haar oprichters of leden. Aansprakelijkheid is onlosmakelijk verbonden met rechtspersoonlijkheid; het bepaalt tot welk vermogen schuldeisers zich kunnen richten.
Het WVV deelt vennootschappen in drie categorieën in, gebaseerd op hun rechtspersoonlijkheid en aansprakelijkheidsregime:
1. **Vennootschappen met volkomen rechtspersoonlijkheid**:
* Voorbeelden: Besloten Vennootschap (BV), Naamloze Vennootschap (NV), Coöperatieve Vennootschap (CV).
* Kenmerken:
* Volledige rechtspersoonlijkheid.
* Afgescheiden vermogen: Het vermogen van de vennootschap is gescheiden van dat van de vennoten.
* Beperkte aansprakelijkheid: De persoonlijke vermogens van de vennoten zijn beschermd tegen schuldeisers van de vennootschap.
* Onderscheid BV en NV:
* **BV**: Flexibeler, geen minimumkapitaal vereist, aandelen minder vrij verhandelbaar.
* **NV**: Hogere kapitaalvereisten (meestal EUR 61.500 in België), aandelen meestal vrij verhandelbaar (kan op beurs genoteerd worden), striktere bestuursstructuren.
2. **Vennootschappen met onvolkomen rechtspersoonlijkheid**:
* Voorbeelden: Vennootschap onder firma (VOF), Commanditaire Vennootschap (CommV).
* Kenmerken:
* Afgescheiden vermogen (bij VOF en CommV).
* Volledige rechtspersoonlijkheid (bij VOF en CommV).
* Onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijkheid van alle vennoten (bij VOF).
* Bij CommV: Beherende vennoten zijn onbeperkt hoofdelijk aansprakelijk; stille vennoten zijn enkel aansprakelijk voor hun inbreng.
* Vennootschapstype: VOF heeft enkel actieve vennoten; CommV kent beherende (actieve) en stille (passieve) vennoten.
3. **Vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid**:
* Voorbeeld: Maatschap.
* Kenmerken:
* Geen rechtspersoonlijkheid.
* Geen afgescheiden vermogen: De maten zijn direct gebonden door verbintenissen en hun privévermogen is aansprakelijk.
* Onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijkheid van de maten.
* Kan tijdelijk zijn (bijvoorbeeld voor een specifiek project).
* Geen oprichtingsformaliteiten zoals een notaris of startkapitaal nodig.
### De Evolutie van het Vennootschapsrecht
Het huidige WVV is een gevolg van jarenlange evolutie, mede gedreven door Europese richtlijnen. Belangrijke wijzigingen hebben plaatsgevonden door:
* Omzetting van Europese richtlijnen (1973, 1984, 1993).
* Wijzigingen in 1991, 1995, 2002, 2010, 2016 met betrekking tot specifieke aspecten zoals aandeelhoudersrechten, corporate governance en financiële informatie.
* Belangrijke hervormingen met betrekking tot ontbinding en vereffening.
De Europese harmonisatie is een motor geweest, maar met wisselend succes. Het WVV beoogt met een focus op vereenvoudiging, modernisering, systematisering en flexibilisering de Belgische vennootschapsrechtelijke landschap te vernieuwen.
### De Vennootschap versus de Vereniging
Het WVV maakt een duidelijk onderscheid tussen vennootschappen en verenigingen:
* **Vennootschap (Art. 1:1 WVV)**:
* Een rechtshandeling door één of meer personen (vennoten) die een inbreng doen met een eigen vermogen.
* Voorwerp: één of meer welbepaalde activiteiten.
* Doel: Rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel voor de vennoten.
* **Vereniging (Art. 1:2 WVV)**:
* Een overeenkomst tussen twee of meer personen (leden) waarbij inbreng kan, maar niet hoeft.
* Voorwerp: één of meer welbepaalde activiteiten.
* Doel: Belangeloos doel. Rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel aan stichters, bestuurders of enig ander persoon, tenzij in het kader van het belangeloos doel, is op straffe van nietigheid verboden. Geen of te lage tegenprestatie is een onrechtstreekse uitkering.
* **Stichting (Art. 1:3 WVV)**:
* Een rechtshandeling waarbij één of meer personen een stichting oprichten.
* Voorwerp: één of meer welbepaalde activiteiten.
* Doel: Belangeloos doel. Rechtstreeks of onrechtstreeks een vermogensvoordeel toekennen aan stichters of bestuurders is verboden.
**Belangrijk examenpunt**: Hoewel een VZW een ideëel doel nastreeft, mag het winst maken. Deze winst mag echter niet worden uitgekeerd aan de leden. Beter is de naam "vereniging zonder verdelingswinstoogmerk". Zowel vennootschappen als verenigingen (sinds de recente wetswijzigingen) kunnen nu failliet verklaard worden.
### De Vennootschaps- en Verenigingsvormen
Het WVV biedt een verscheidenheid aan rechtsvormen:
* **Personenvennootschappen**: Maatschap, VOF, CommV. De nadruk ligt op de persoon van de vennoot. Kenmerken zijn o.a. de persoonlijke aansprakelijkheid en de impact van het vertrek of overlijden van een vennoot.
* **Kapitaalvennootschappen**: BV, CV, NV. De nadruk ligt op het ingebrachte kapitaal. Kenmerken zijn o.a. beperkte aansprakelijkheid en een grotere overdraagbaarheid van aandelen.
De **uiteindelijke begunstigde (UBO - Ultimate Beneficial Owner)** is cruciaal voor antiwitwaswetgeving. Het vereist dat vennootschappen, vzw's en stichtingen nauwkeurige en actuele informatie verzamelen over de natuurlijke personen die uiteindelijke zeggenschap hebben.
## Oprichting en Openbaarmakingsformaliteiten
De oprichting van een rechtspersoon vereist specifieke formaliteiten, variërend naargelang de rechtsvorm.
### Vormvereisten
* **Akten**: Rechtspersonen worden opgericht bij authentieke akte (notariële akte) of een onderhandse akte.
* **Authentieke Akte Verplicht**: Voor bepaalde vormen zoals de BV, CV, NV, SE en SCE is een authentieke akte verplicht op straffe van nietigheid.
* **Nietigheid bij Formele Fout**: Niet-naleving van de vormvereisten, met name het ontbreken van een verplichte authentieke akte, leidt tot nietigheid van de oprichting.
### Verkrijging van Rechtspersoonlijkheid
* **Neerlegging bij de Griffie**: Een rechtspersoon verkrijgt rechtspersoonlijkheid vanaf de datum waarop de wettelijk vereiste stukken (oprichtingsakte, statuten, etc.) zijn neergelegd bij de griffie van de ondernemingsrechtbank.
* **Publicatie en KBO-inschrijving**: Na neerlegging zorgt de griffie voor publicatie (o.a. in het Belgisch Staatsblad) en inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO).
### Openbaarmakingsformulier en Publicatie
* **Dossier bij de Griffie**: Elke rechtspersoon heeft een dossier bij de griffie dat wettelijk verplichte akten en stukken bevat. Gecoördineerde statutenversies worden in een openbare databank bewaard.
* **Publicatieplicht**: Bepaalde akten (oprichtingsakte, statutenwijziging) moeten worden neergelegd bij de griffie en een uittreksel ervan wordt gepubliceerd in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad binnen de 10 dagen. Dit dient voor transparantie en rechtszekerheid voor derden.
* **Inhoud van Bekendmaking**: Uittreksels van belangrijke documenten (oprichtingsakte, statutenwijzigingen, bestuurders) worden gepubliceerd om derden te informeren.
### Website en E-mail
* Een e-mailadres of website kan worden vermeld in de oprichtingsakte voor snelle communicatie, met uitzondering van genoteerde vennootschappen waar deze gegevens al publiek beschikbaar zijn.
### Taal
* Statuten en andere officiële documenten moeten worden opgesteld in de officiële taal van de zetel van de rechtspersoon.
## Nietigheid
Nietigheid kan een rechtspersoon ongeldig maken.
### Procedure en Gevolgen van Nietigheid
* **Rechterlijke Uitspraak Vereist**: Nietigheid kan enkel door een rechterlijke beslissing worden uitgesproken.
* **Gevolgen Vanaf de Uitspraak**: De nietigheid werkt niet retroactief, maar pas vanaf de uitspraak van de rechter.
* **Tegenwerpelijkheid aan Derden**: De nietigheid kan aan derden worden tegengeworpen na bekendmaking volgens de wettelijke voorschriften, ter bescherming van derden te goeder trouw.
### Nietigheidsgronden (Art. 2:42 WVV)
* **Vormfouten**: Besluiten zijn nietig bij onregelmatigheden in de totstandkoming, mits de fout de beraadslaging kon beïnvloeden of met bedrieglijk opzet gebeurde.
* **Wets- of Statutenschending**: Besluiten zijn nietig bij strijdigheid met dwingende wetsbepalingen of statuten, tenzij een andere sanctie is voorzien.
### Nietigheid van Stemmen (Art. 2:43 WVV)
* Een stem is nietig bij strijdigheid met wet of statuten. Indien deze stem de stemming kon beïnvloeden, leidt dit tot nietigheid van het besluit.
### Procedure en Gevolgen (Art. 2:44, 2:46, 2:48 WVV)
* **Bevoegde Rechter**: De ondernemingsrechtbank spreekt de nietigheid uit.
* **Wie kan vorderen**: De rechtspersoon zelf of elke persoon met belang.
* **Termijn**: De vordering moet binnen zes maanden na de dag waarop het besluit kan worden ingeroepen, worden ingesteld.
* **Algemene Werking**: Het vonnis van nietigheid werkt in principe *erga omnes* (tegenover iedereen) en *ex tunc* (terugwerkend in de tijd).
* **Bescherming Derden**: De rechter kan een uitzondering maken als de nietigheid derden te goeder trouw schaadt.
## Bestuur
Het bestuur is cruciaal voor de werking en vertegenwoordiging van de rechtspersoon.
### Vertegenwoordiging (Art. 2:49 e.v. WVV)
* Het bestuursorgaan vertegenwoordigt de rechtspersoon. Interne of statutaire beperkingen zijn slechts tegenwerpelijk aan derden na publicatie.
* **Dagelijks Bestuur**: Specifieke bevoegdheid voor handelingen van dagelijks bestuur, tegenwerpelijk na publicatie.
* **Bijzondere Volmachten**: Mogelijk voor specifieke handelingen, tegenwerpelijk wanneer voorgelegd.
### Regels Beraadslaging (Art. 2:41 e.v. WVV)
* **Collegiaal Bestuur**: Beslissingen worden genomen als college, meestal bij meerderheid, tenzij statuten anders bepalen.
* **Vergaderingen**: Vereisen geldige bijeenroeping. Onthoudingen tellen niet mee voor de meerderheid.
* **Belangenconflict**: Een bestuurder met een tegenstrijdig belang mag niet deelnemen aan de beraadslaging en dit moet worden vermeld in de notulen.
### Bestuurdersaansprakelijkheid (Art. 2:56 e.v. WVV)
* **Aansprakelijkheid**: Bestuurders zijn aansprakelijk voor fouten in de uitoefening van hun mandaat, zowel contractueel als buitencontractueel. Er is collectieve aansprakelijkheid bij collegiaal bestuur.
* **Norm**: De zorgvuldige en normale bestuurder in dezelfde omstandigheden.
* **Beperking van Aansprakelijkheid**: Er geldt een wettelijk aansprakelijkheidsplafond per feit, afhankelijk van de grootte van de onderneming, maar dit geldt niet bij zware fout, bedrog, herhaaldelijke lichte fouten of fiscale/sociale inbreuken.
### Bezoldiging van Leden van het Bestuursorgaan (Art. 2:50 WVV)
* De financiële en andere voorwaarden rond de bezoldiging van bestuurders worden vastgelegd. In vennootschappen wordt een bezoldigd mandaat vermoed, tenzij statuten anders bepalen. In verenigingen is bezoldiging mogelijk, maar voorzichtigheid is geboden om onrechtstreekse uitkeringen te vermijden.
### Vaste Vertegenwoordiger (Art. 2:55 WVV)
* Een rechtspersoon die lid is van een bestuursorgaan moet worden vertegenwoordigd door een natuurlijke persoon. Een natuurlijke persoon kan slechts éénmaal zetelen in het bestuursorgaan (als vaste vertegenwoordiger).
## Geschillenregeling
Geschillen tussen vennoten kunnen via specifieke procedures worden opgelost.
### Geschillenregeling in NV en BV (Art. 2:61 e.v. WVV)
* **Procedure**: De voorzitter van de ondernemingsrechtbank treedt op, vergelijkbaar met een kort geding.
* **Uitsluiting**: Een aandeelhouder kan de uitsluiting van een andere aandeelhouder vorderen om strategische redenen of bij ernstige conflicten.
* **Uittreding**: Een aandeelhouder kan eisen dat zijn aandelen worden overgenomen door andere aandeelhouders of de vennootschap.
* **Prijsbepaling**: De rechter bepaalt de prijs, eventueel bijgestaan door een deskundige. De prijs wordt bepaald op het moment van de overdracht, met mogelijke correcties indien het resultaat kennelijk onredelijk zou zijn.
### De Coöperatieve Vennootschap (CV)
* De geschillenregeling uit boek 2 WVV is niet van toepassing op de CV, maar de statuten kunnen specifieke regels bevatten.
## Jaarrekening en Controle
De jaarrekening biedt een getrouw beeld van de financiële toestand van de vennootschap.
### De Jaarrekening en het Jaarverslag (Art. 3:1, 3:5 WVV)
* **Jaarrekening**: Elke vennootschap, vzw of stichting moet jaarlijks een jaarrekening opstellen, bestaande uit de balans, resultatenrekening en toelichting. Deze moet een getrouw beeld geven van de financiële situatie.
* **Jaarverslag**: Het bestuur legt verantwoording af over de toestand van het bedrijf, de cijfers, de belangrijkste gevaren en onzekerheden.
### Openbaarmakingsverplichtingen (Art. 3:10 e.v., 3:20 e.v. WVV)
* **Belgische Vennootschappen**: De jaarrekening moet binnen 30 dagen na goedkeuring, uiterlijk 7 maanden na het jaareinde, worden neergelegd bij de Nationale Bank van België (NBB) en is online raadpleegbaar.
* **Buitenlandse Vennootschappen**: Moeten hun eigen jaarrekening neerleggen bij de NBB indien ze ook kantoren in België hebben.
### Geconsolideerde Jaarrekening (Art. 3:21 e.v. WVV)
* Voor groepen van moeder- en dochtervennootschappen wordt één gezamenlijke jaarrekening opgesteld, die de financiële toestand van de hele groep weergeeft.
### Controle van de Jaarrekening (Art. 3:58 e.v. WVV)
* **Benoeming Commissaris**: Verplicht voor grote vennootschappen, benoemd door de Algemene Vergadering. Enkel een erkende bedrijfsrevisor mag benoemd worden.
* **Bezoldiging**: Vastgelegd bij benoeming, zonder andere voordelen om onafhankelijkheid te waarborgen.
* **Ontslag**: Enkel om geldige, objectieve redenen.
* **Bevoegdheden**: De commissaris heeft toegang tot alle documenten en informatie.
* **Aansprakelijkheid**: Voor beroepsfouten, met een wettelijk maximum (cap), behalve bij opzet of bedrog.
* **Oordeel Commissaris**: De commissaris geeft een oordeel over de jaarrekening (zonder voorbehoud, met voorbehoud, afkeurend, of onthouding). Het verslag moet beschikbaar zijn voor aandeelhouders.
### Controle op de Geconsolideerde Jaarrekening (Art. 3:76 WVV)
* Specifieke controle van de geconsolideerde cijfers door de commissaris, die een geconsolideerd verslag opstelt.
### Controle in Vennootschappen met Ondernemingsraad (Art. 3:83 WVV)
* De commissaris controleert ook de economische en financiële informatie die aan de ondernemingsraad wordt verstrekt.
### Individuele Controle- en Onderzoeksbevoegdheden Vennoten (Art. 3:101 WVV)
* Alleen van toepassing in vennootschappen zonder commissaris. Elke vennoot heeft persoonlijk recht op inzage en controle, met bijstand van een expert.
## Specifieke Vennootschapsvormen
### Maatschap, VOF, CommV (Boek IV WVV)
Deze vennootschappen, behorend tot de **personenvennootschappen**, kenmerken zich door de centrale rol van de vennoten.
* **Maatschap (Art. 4:1, 4:2 WVV)**:
* Geen rechtspersoonlijkheid, geen afgescheiden vermogen, onbeperkt hoofdelijk aansprakelijk (tenzij stille vennoot).
* Drie varianten: Gewone, Tijdelijke, Stille.
* **VOF (Art. 4:22 WVV)**:
* Volledige rechtspersoonlijkheid, afgescheiden vermogen, onbeperkt hoofdelijk aansprakelijk. Alle vennoten treden naar buiten.
* **CommV (Art. 4:22 WVV)**:
* Volledige rechtspersoonlijkheid, afgescheiden vermogen. Beherende vennoten onbeperkt hoofdelijk aansprakelijk; stille vennoten beperkt tot hun inbreng.
**Gelijkenissen**: Beide zijn personenvennootschappen met focus op samenwerking, (*intuitu personae*), en volgen dezelfde basisregels rond toetreding, uittreding, overdracht, ontbinding en vereffening.
**Verschillen**: Vormvereisten, publicatie, en het onderscheid tussen beherende en stille vennoten bij de CommV.
### De Besloten Vennootschap (BV)
De BV is de **standaardvennootschap** geworden, flexibel en met een kapitaalloos regime.
* **Oprichting**: Eén oprichter volstaat, geen minimumkapitaal, wel een **toereikend aanvangsvermogen** (ondersteund door een financieel plan) is verplicht.
* **Inbreng**: Kan in geld of natura. Inbreng in geld moet **100% volstort** zijn. Inbreng in natura vereist een verslag van een revisor.
* **Aandelen**: Volledige en onvoorwaardelijke plaatsing is dwingend.
* **Effecten**: Aandelen zijn in principe op naam. Andere effecten zoals obligaties zijn mogelijk.
* **Bestuur**: Eén of meer bestuurders, benoemd door de Algemene Vergadering. Ruime bevoegdheden, met transparantie bij belangenconflicten.
* **Algemene Vergadering (AV)**: Heeft residuaire bevoegdheden; belangrijke beslissingen zoals statutenwijziging, winstbestemming vereisen AV-goedkeuring.
* **Vermogen Bescherming**: De BV kent een **Netto-actieftest** en een **Liquiditeitstest** vóór elke uitkering om het vermogen te beschermen.
* **Alarmbelprocedure**: Treedt in werking bij negatief netto-actief of liquiditeitsproblemen, met verplichting tot bijeenroeping van de AV.
### De Coöperatieve Vennootschap (CV)
De CV is gebaseerd op het **coöperatieve gedachtegoed** en is gericht op het bevredigen van de behoeften van haar leden.
* **Oprichting**: Minstens 3 personen, toereikend vermogen vereist, ondersteund door een financieel plan. Oprichting via **authentieke akte**.
* **Effecten**: Aandelen zijn op naam en met stemrecht (1 aandeel = 1 stem, tenzij statuten anders bepalen). Grote statutaire vrijheid voor overdracht.
* **Bestuur**: Een of meerdere bestuurders, benoemd door de AV. Bezoldiging is mogelijk.
* **Algemene Vergadering**: Beslist over wettelijk toegewezen bevoegdheden, met nadruk op gelijke behandeling van aandeelhouders.
* **Vermogen Bescherming**: Netto-actieftest en liquiditeitstest zijn van toepassing vóór uitkeringen.
* **Nietigheid**: Specifieke gronden, zoals oprichting door minder dan drie personen of ontbreken van coöperatief oogmerk.
### De Naamloze Vennootschap (NV)
De NV is een **gesofisticeerde samenwerkingsvorm**, vaak gebruikt voor grotere ondernemingen en beursgenoteerde entiteiten.
* **Kapitaal**: Vereist een minimumkapitaal van EUR 61.500. Inbreng in geld moet voor minstens 25% gestort zijn, in natura volledig. Geen inbreng in nijverheid.
* **Oprichting**: Via **authentieke akte**, met specifieke verslaggeving bij inbreng in natura.
* **Effecten**: Aandelen zijn in principe vrij overdraagbaar, tenzij statuten beperkingen opleggen. Diverse effecten zoals obligaties en winstbewijzen zijn mogelijk.
* **Bestuur**: Monistisch (Raad van Bestuur) of duaal (Raad van Toezicht en Directieraad).
* **Alarmbelprocedure**: Drie alarmbellen waarschuwen voor financiële problemen en vereisen actie van het bestuur (bijeenroepen AV, ontbinding).
* **Winstuitkering**: Gebaseerd op kapitaalbescherming (Netto-actieftest) en liquiditeitstest. Er geldt een wettelijke reserve.
## Ontbinding, Vereffening en Insolventie
### Ontbinden en Vereffening
* **Vrijwillige Ontbinding**: Beslist door de Algemene Vergadering, met specifieke vormvereisten en publicatie.
* **Gerechtelijke Ontbinding**: Uitgesproken door de rechtbank op verzoek van een belanghebbende, lid, of Openbaar Ministerie, omwille van wettige redenen, strijdigheid met de wet, of na faillissement.
* **Ontbinding van Rechtswege**: Bij verstrijken van een bepaalde termijn of het plaatsvinden van een statutair omschreven gebeurtenis.
* **Vereffening (Liquidatie)**: Na ontbinding blijft de entiteit rechtspersoonlijkheid behouden voor de vereffening. Een vereffenaar wordt aangesteld om activa te realiseren, schulden te betalen, en het saldo te verdelen.
* **Turbovereffening**: Een snelle procedure waarbij ontbinding en sluiting van de vereffening in één akte gebeuren, mits strenge voorwaarden (geen vereffenaar, schuldenvrij, unanimiteit).
### Insolventie
* **Wetboek Economisch Recht (WER)**: Regelt insolventie. Doel is het saneren van ondernemingen in moeilijkheden of het uit het handelsverkeer halen van niet te redden ondernemingen.
* **Opsporing**: Kamers voor ondernemingen in moeilijkheden en "knipperlichten" signaleren financiële problemen.
* **Gerechtelijke Reorganisatie**: Bij tijdelijke bedreiging van continuïteit. Biedt bescherming tegen schuldeisers en kent drie mogelijkheden: minnelijk akkoord, collectief akkoord, of overdracht onder gerechtelijk gezag.
* **Faillissement**: Bij duurzame betalingsonmacht en geschokt krediet. Leidt tot aanstelling van een curator, verlies van beheer door de gefailleerde, en een collectieve beslagprocedure.
## Aandeelhoudersovereenkomsten
Aandeelhoudersovereenkomsten zijn **contracten** tussen aandeelhouders die de relatie, het functioneren en het bestuur van de vennootschap regelen. Ze vullen de statuten aan en bieden een flexibeler kader voor afspraken.
### Kernclausules
* **Overdracht van aandelen**: Regelt hoe aandelen verkocht of overgedragen kunnen worden (bv. *tag along*, *drag along*, voorkooprecht, goedkeuringsclausules). Specifieke regels gelden per vennootschapstype (BV, CV, NV).
* **Organisatie van macht (Governance)**: Stemafspraken, bepalingen over het bestuur en de Algemene Vergadering.
* **Winst(verlies)verdelingen**: Afspraken over de besteding van winsten en de draagwijdte van verliezen.
* **Geschillenregeling**: Procedurele afspraken voor het oplossen van conflicten (bemiddeling, arbitrage, gerechtelijke procedure).
### Verhouding met Statuten
* Statuten zijn gepubliceerd en tegenwerpelijk aan derden.
* Aandeelhoudersovereenkomsten zijn contractueel, niet gepubliceerd, en primair bindend voor de partijen. Bepaalde clausules moeten echter in de statuten worden opgenomen voor hun geldigheid en tegenwerpelijkheid.
## Bedrijfsovername en Due Diligence
Bij een bedrijfsovername is grondig onderzoek essentieel.
### Overnametechnieken
* **Share Deal**: Overname van aandelen van de vennootschap.
* **Asset Deal**: Overname van specifieke activa en activiteiten van de vennootschap.
* **Andere technieken**: Fusie, splitsing, inbreng.
### Risico's en Due Diligence
* **Risico's**: Productorganen, bodemverontreiniging, personeelsproblemen, panden, geschillen, financiële risico's, fiscale risico's, mededingingsrecht.
* **Due Diligence**: Een grondig onderzoek (boekenonderzoek) om de betrouwbaarheid van de verkoper, de financiële positie en de potentiële risico's van de vennootschap in te schatten.
* **Voorafgaande Afspraken**: Geheimhoudingsverklaring (NDA), Exclusiviteit, Intentieverklaring (LOI).
### Juridische Bescherming bij Overname
* **Gemeen Recht**: Biedt beperkte bescherming bij een *share deal* (focus op de aandelen, niet het onderliggende vermogen). Vrijwaring voor uitwinning en verborgen gebreken zijn vaak ontoereikend.
* **Wilsgebreken**: Dwaling, geweld, bedrog kunnen leiden tot nietigheid, maar zijn moeilijk te bewijzen.
* **Contractuele Bescherming**: Essentieel om specifieke verklaringen en waarborgen van de verkoper op te nemen in het overnamecontract (bv. correctheid jaarrekeningen, afwezigheid van geschillen, fiscale naleving). Hierin worden ook sanctioneringsmechanismen, verjaringstermijnen, en aansprakelijkheidsbeperkingen vastgelegd.
## Formules en Berekeningen
### Kernconcepten
* **Fractiewaarde (FW)**: $$FW = \frac{\text{Kapitaal}}{\text{Aantal Aandelen}}$$
* De nominale waarde van een aandeel, gebaseerd op het oorspronkelijke kapitaal.
* **Netto-actief (NA)**: $$NA = \text{Totaal Actief} - (\text{Schulden} + \text{Voorzieningen})$$
* Het werkelijke vermogen van de vennootschap na aftrek van alle verplichtingen.
* **Intrinsieke waarde**: $$ \text{Intrinsieke Waarde} = \frac{NA}{\text{Aantal Aandelen}} $$
* De werkelijke waarde van een aandeel, gebaseerd op het netto-actief.
* **Winstuitkering**: Mogelijk indien de **Netto-actieftest** en de **Liquiditeitstest** worden voldaan.
* **Netto-actieftest**: Het netto-actief mag na uitkering niet negatief zijn, en niet lager dan eventuele wettelijke of statutaire onbeschikbare reserves.
* **Liquiditeitstest**: De vennootschap moet kunnen aantonen dat ze de komende 12 maanden haar opeisbare schulden kan betalen.
### Alarmbelprocedure (NV en BV)
De alarmbelprocedure activeert specifieke verplichtingen voor het bestuur wanneer de financiële gezondheid van de vennootschap in gevaar komt.
* **Alarmbel 1**: Netto-actief daalt onder de helft van het kapitaal (NV) of dreigt negatief te worden (BV). Verplichting tot bijeenroepen AV binnen 2 maanden.
* **Alarmbel 2**: Netto-actief daalt onder een kwart van het kapitaal (NV) of dreigt sterk negatief te worden (BV).
* **Alarmbel 3**: Netto-actief daalt onder het wettelijk minimumkapitaal (NV).
## Kernverschillen tussen Vennootschapsvormen
| Aspect | Maatschap | VOF | CommV | BV | CV | NV |
|---|---|---|---|---|---|---|
| **Rechtspersoonlijkheid** | Nee | Ja (onvolkomen) | Ja (onvolkomen) | Ja (volkomen) | Ja (volkomen) | Ja (volkomen) |
| **Afgescheiden Vermogen** | Nee | Ja | Ja | Ja | Ja | Ja |
| **Aansprakelijkheid Vennoten** | Onbeperkt/hoofdelijk | Onbeperkt/hoofdelijk/subsidiair | Onbeperkt/hoofdelijk/subsidiair (uitz. stille) | Beperkt | Beperkt | Beperkt |
| **Minimum Oprichters** | 2 | 2 | 2 | 1 | 3 | 2 |
| **Kapitaalvereisten** | Nee | Nee | Nee | Nee (toereikend aanvangsvermogen) | Nee (toereikend aanvangsvermogen) | Min. EUR 61.500 |
| **Overdraagbaarheid Aandelen** | Niet van toepassing | Beperkt (unanimiteit of statuten) | Beperkt (unanimiteit of statuten) | Beperkt (statuten) | Grote statutaire vrijheid | Vrij (tenzij statuten beperken) |
## Conclusie
Het vennootschapsrecht is complex en dynamisch, met specifieke regels voor elke rechtsvorm. Een grondige kennis van de kernbegrippen zoals rechtspersoonlijkheid, aansprakelijkheid, en de procedures rond oprichting, bestuur, geschillen, en ontbinding is cruciaal. De recente hervormingen in het WVV bieden meer flexibiliteit, maar vereisen tegelijkertijd een grotere verantwoordelijkheid en aandacht voor contractuele afspraken en transparantie.
### Veelvoorkomende fouten om te vermijden
* **Verwarring tussen vennootschaps- en verenigingsdoelen**: Begrijp het onderscheid tussen vermogensvoordeel voor vennoten en het belangeloze doel van verenigingen.
* **Onderschatting van aansprakelijkheid**: Begrijp de implicaties van de verschillende aansprakelijkheidsregimes (onbeperkt vs. beperkt).
* **Onvoldoende Due Diligence**: Zonder grondig onderzoek bij overnames kunnen onverwachte risico's leiden tot aanzienlijke financiële verliezen.
* **Verkeerde toepassing van alarmbelprocedures**: Het negeren van financiële noodsignalen kan leiden tot bestuurdersaansprakelijkheid.
* **Niet-naleving van openbaarmakingsverplichtingen**: Dit kan leiden tot sancties en niet-tegenwerpelijkheid tegenover derden.
* **Vergeten van vormvereisten bij oprichting**: Specifieke rechtsvormen vereisen authentieke akten op straffe van nietigheid.
* **Onvoldoende kennis van de bescherming van derden**: Begrijpen hoe de wet derden beschermt, met name bij nietigheid, faillissement, of gebrekkige publiciteit.
* **Gebrek aan duidelijke aandeelhoudersafspraken**: Zonder duidelijke aandeelhoudersovereenkomsten kunnen conflicten ontstaan over stemgedrag, aandelenoverdracht, en winstverdeling.
Glossary
## Woordenlijst
| Term | Definitie |
|---|---|
| Vennootschap | Een organisatievorm waarbij één of meerdere personen samenwerken om de baten en lasten van een economische activiteit te delen, met als doel het creëren van winst en het laten groeien van het bedrijf. |
| Rechtspersoonlijkheid | Het juridische vermogen van een entiteit om eigen rechten en plichten te hebben, zelfstandig te handelen in het rechtsverkeer, contracten te sluiten en in rechte op te treden als eiser of verweerder, los van de natuurlijke personen die eraan verbonden zijn. |
| Aansprakelijkheid | De juridische verplichting van een persoon of entiteit om in te staan voor schulden, verplichtingen of veroorzaakte schade, zowel met het eigen vermogen als eventueel met het privévermogen. |
| Afgescheiden vermogen | Een juridisch afgescheiden vermogen dat toebehoort aan de vennootschap zelf en losstaat van het privévermogen van de vennoten, waardoor schuldeisers van de vennootschap zich in principe enkel op dit vennootschapsvermogen kunnen verhalen. |
| Bestuursorgaan | Het orgaan binnen een rechtspersoon dat belast is met het dagelijks bestuur en de vertegenwoordiging van de rechtspersoon tegenover derden, en dat verantwoordelijk is voor de strategische beslissingen en het operationele beleid. |
| Algemene Vergadering (AV) | Het hoogste orgaan van een vennootschap of vereniging, waar de aandeelhouders of leden beslissingen nemen over belangrijke aangelegenheden zoals de goedkeuring van de jaarrekening, de benoeming van bestuurders, en statutenwijzigingen. |
| Nietigheid | De juridische sanctie die een rechtshandeling of besluit ongeldig verklaart, waardoor deze geacht wordt nooit te hebben bestaan of geen rechtsgevolgen te hebben. |
| Vereffening | Het proces van het te gelde maken van de bezittingen van een ontbonden vennootschap of vereniging, het voldoen van schulden, en het verdelen van het eventuele overschot onder de rechthebbenden. |
| Fusie | De juridische samenvoeging van twee of meer vennootschappen tot één nieuwe of voortbestaande vennootschap. |
| Splitsing | De juridische handeling waarbij een vennootschap haar vermogen of een deel daarvan overdraagt aan één of meer bestaande of nieuwe vennootschappen. |
| UBO (Ultimate Beneficial Owner) | De natuurlijke persoon of personen die uiteindelijk zeggenschap hebben over of een aanzienlijk belang hebben in een vennootschap, vereniging of stichting, wat cruciaal is voor de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering. |
| Oprichtersaansprakelijkheid | De aansprakelijkheid die kan rusten op de personen die een vennootschap hebben opgericht, met name wanneer de oprichting ernstige gebreken vertoont of het aanvangsvermogen ontoereikend was. |
| Intuitu personae | Een kenmerk van personenvennootschappen waarbij het vertrouwen tussen de vennoten centraal staat, wat consequenties heeft voor zaken als de overdraagbaarheid van aandelen en de impact van het overlijden van een vennoot. |
| Leonijns beding | Een bepaling in een overeenkomst die één partij volledig uitsluit van de winst of een disproportioneel deel van de winst toekent aan een andere partij, wat in het Belgische recht verboden is om eerlijke verdeling te waarborgen. |
| Gouden handdruk | Een financiële vergoeding die wordt toegekend aan een bestuurder bij het beëindigen van zijn mandaat, vaak als onderdeel van een overname of herstructurering. |
Cover
NV - BESTUUR+ALGEMENE VERGADERING.pptx
Summary
# Monistisch bestuur met collegiaal bestuursorgaan
Monistisch bestuur met collegiaal bestuursorgaan beschrijft een bestuursmodel in een naamloze vennootschap (NV) waarbij meerdere bestuurders gezamenlijk de leiding en vertegenwoordiging van de vennootschap op zich nemen, met specifieke regels omtrent hun samenstelling, benoeming, mandaatbeëindiging, bezoldiging en bevoegdheden, die afwijken van die van een besloten vennootschap (BV).
## 1. Monistisch bestuur met collegiaal bestuursorgaan
### 1.1 Samenstelling van het bestuursorgaan
* Een collegiaal orgaan voor het bestuur van een NV vereist minimaal drie bestuurders.
* Een uitzondering hierop is toegestaan wanneer er niet meer dan twee aandeelhouders zijn; in dat geval is een bestuur met twee leden mogelijk. Dit is echter niet ideaal vanwege het risico op patstellingen en is niet toegestaan in genoteerde NV's.
* Bestuurders kunnen natuurlijke personen of rechtspersonen zijn. Indien een rechtspersoon als bestuurder optreedt, is de benoeming van een vaste vertegenwoordiger verplicht.
* Het uitoefenen van het bestuursmandaat is niet toegestaan binnen een arbeidsovereenkomst, vergelijkbaar met de regels voor een BV.
* Er gelden geen specifieke vereisten voor de bestuurders, tenzij anders bepaald (vergelijkbaar met de BV).
### 1.2 Benoeming van bestuurders
* Bestuurders worden benoemd door de Algemene Vergadering (AV).
* De maximale duur van een bestuursmandaat is zes jaar, hoewel dit onbeperkt hernieuwbaar is.
* De eerste bestuurders worden aangeduid in de oprichtingsakte, net als bij een BV.
* Bij een vacature die ontstaat voor het einde van het mandaat, mogen de overgebleven bestuurders een nieuwe bestuurder aanwijzen. Deze aanwijzing moet echter bevestigd worden door de eerstvolgende AV.
* Voor genoteerde vennootschappen gelden specifieke, aanvullende regels met betrekking tot de benoeming.
### 1.3 Einde van het mandaat
* De regels voor het einde van het mandaat van een bestuurder zijn grotendeels identiek aan die voor een gewone bestuurder in een BV.
* De benoeming geschiedt door de AV met een gewone meerderheid.
* De vennootschap kan het mandaat beëindigen. De standaardregel is herroepbaarheid "ad nutum" (naar believen) door de AV met een gewone meerderheid.
* Het is mogelijk om in de statuten afwijkende regelingen op te nemen, zoals een verplichte opzegtermijn of opzegvergoeding.
* Ontslag om wettige redenen is altijd mogelijk, zelfs zonder opzegtermijn of -vergoeding.
* Indien de statuten dit niet uitsluiten, kan de AV beslissen om een opzegtermijn of opzegvergoeding te respecteren.
* Een bestuurder kan in principe vrijwillig zijn mandaat beëindigen door kennisgeving aan het bestuursorgaan.
* Op verzoek van de vennootschap kan een aftredende bestuurder echter wel in functie blijven totdat de vennootschap redelijkerwijs in zijn vervanging kan voorzien.
* Een aftredende bestuurder kan er zelf voor zorgen dat het ontslag wordt gepubliceerd.
> **Tip:** Hoewel herroepbaarheid "ad nutum" de standaard is, is het cruciaal om de statuten te raadplegen voor eventuele specifieke regelingen omtrent opzegtermijnen of -vergoedingen bij beëindiging van het mandaat.
### 1.4 Bezoldiging
* De regels met betrekking tot de bezoldiging van bestuurders zijn gelijk aan die van een BV.
* Voor genoteerde vennootschappen gelden specifieke regels die aanvullend zijn op de algemene bepalingen.
### 1.5 Bevoegdheden van bestuurders
#### 1.5.1 Interne bestuurstaak
* De omvang van de interne bestuurstaak betreft de "volheid van bevoegdheid", welke zowel wettelijke als statutaire beperkingen kent, net als bij een BV.
* De interne bestuurstaak dient steeds collegiaal te worden uitgeoefend, wat een belangrijk verschil is met de situatie in een BV.
#### 1.5.2 Vertegenwoordigingsbevoegdheid
* De omvang van de vertegenwoordigingsbevoegdheid is vergelijkbaar met die van een BV.
* De uitoefening van de vertegenwoordigingsbevoegdheid geschiedt steeds collegiaal.
* Het is echter mogelijk om een meerhandtekeningsclausule (MHT) toe te passen, waarbij meerdere bestuurders gezamenlijk moeten tekenen voor vertegenwoordiging. Dit is vergelijkbaar met de regels in een BV.
#### 1.5.3 Overige bevoegdheden en regels
* Voorstellen die de vennootschap buiten haar statutaire voorwerp aangaan, volgen dezelfde regels als bij een BV.
* De opmaak van notulen van bestuursvergaderingen vereist dat deze worden ondertekend door de Voorzitter en door bestuurders die hierom verzoeken.
* Een eenparig schriftelijk akkoord van de bestuurders is gelijkgesteld aan een bestuursbesluit, eveneens conform de regels voor een BV.
* De regels met betrekking tot belangenconflicten zijn van toepassing zoals bij een BV.
* Met betrekking tot taakverdeling kan het bestuursorgaan, onder zijn eigen verantwoordelijkheid, één of meer adviserende comités oprichten. De samenstelling en opdracht van deze comités worden door het bestuursorgaan bepaald. Voor genoteerde vennootschappen zijn een auditcomité en een renumeratiecomité verplicht.
> **Voorbeeld:** Een NV met een monistisch collegiaal bestuur wil een lening aangaan die buiten het normale operationele beleid valt. De beslissing hierover moet collegiaal worden genomen en, indien het voorstel het statutaire voorwerp overschrijdt, gelden de specifieke regels hiervoor, vergelijkbaar met een BV. De notulen van deze beslissing moeten correct worden opgemaakt en ondertekend.
### 1.6 Vergelijking met de Besloten Vennootschap (BV)
* **Aantal bestuurders:** Een NV vereist minimaal drie bestuurders in een collegiaal bestuur, terwijl een BV geen minimumaantal oplegt (maar in de praktijk vaak met één of twee werkt).
* **Vertegenwoordiging en Beslissing:** In een collegiaal bestuursorgaan van een NV hebben individuele bestuurders geen autonome beslissings- of vertegenwoordigingsbevoegdheid; dit geschiedt altijd collegiaal. In een BV kan de bestuurder, afhankelijk van de statuten, wel individuele bevoegdheden hebben.
* **Mandaatduur:** De maximale mandaatduur in een NV is zes jaar, terwijl dit bij een BV niet expliciet wettelijk is beperkt (maar wel statutair kan worden ingeperkt).
* **Rechtspersonen als bestuurder:** Indien een rechtspersoon bestuurder is in een NV, is een vaste vertegenwoordiger verplicht. Dit geldt eveneens voor een BV.
* **Oprichtingsakte:** De eerste bestuurders worden bij zowel NV als BV aangeduid in de oprichtingsakte.
* **Vacatures:** De procedure voor het invullen van vacatures door de overblijvende bestuurders en de noodzaak tot bekrachtiging door de AV zijn vergelijkbaar voor beide vennootschapsvormen.
* **Bezoldiging:** De regels rond bezoldiging zijn grotendeels identiek.
* **Bevoegdheden (intern en extern):** De "volheid van bevoegdheid" en de algemene omvang van de vertegenwoordigingsbevoegdheid zijn vergelijkbaar. Het cruciale verschil ligt in de wijze van uitoefening: collegiaal voor de NV versus potentieel individueel voor de BV. De mogelijkheid van een meerhandtekeningsclausule bestaat bij beide.
* **Beslissingen buiten voorwerp, notulen, akkoord, belangenconflicten, adviserende comités:** Voor deze aspecten gelden grotendeels dezelfde regels voor zowel de NV met collegiaal bestuur als de BV.
> **Tip:** Let goed op de specifieke verschillen in hoe beslissingen en vertegenwoordiging worden uitgevoerd. Collegialiteit is de sleutel in een monistisch bestuursorgaan met meerdere leden in een NV.
### 1.7 Monistisch bestuur met één bestuurder
* In een NV is het statutair mogelijk om te voorzien in een bestuur met slechts één bestuurder. Dit is een wijziging ten opzichte van vroegere wettelijke regelingen.
* Deze enkele bestuurder kan ook een statutaire bestuurder zijn.
* Er kan statutair een opvolger worden aangeduid voor de enige bestuurder.
* In genoteerde vennootschappen, of indien de wet een collegiaal bestuur vereist, moet de enige bestuurder echter deel uitmaken van een collegiaal bestuur.
* Statutaire bepalingen kunnen diverse zaken regelen, zoals:
* Hoofdelijke en onbeperkte aansprakelijkheid van de enige bestuurder voor de verbintenissen van de vennootschap, met de mogelijkheid dat de bestuurder niet aansprakelijk wordt gesteld indien de vennootschap zelf niet veroordeeld is.
* Vetorechten voor statutenwijzigingen, winstbestemming, of het eigen ontslag van de bestuurder. Echter, ontslag om wettige redenen blijft altijd mogelijk mits de regels voor statutenwijziging worden gevolgd.
* Voor belangenconflicten geldt de regel dat de beslissing aan de AV moet worden voorgelegd en pas na goedkeuring door de enige bestuurder kan worden uitgevoerd. Indien de enige bestuurder ook de enige aandeelhouder is, mag de bestuurder de handeling stellen.
---
# Monistisch bestuur met één bestuurder en duaal bestuur
Dit gedeelte behandelt de specifieke regels voor een NV met een enkele bestuurder en de structuur van duaal bestuur, inclusief de Raad van Toezicht en de Directieraad.
### 2.1 Monistisch bestuur met één bestuurder
Een NV kan statutair worden bestuurd door één enkele bestuurder. Dit is een wijziging ten opzichte van eerdere wettelijke regelingen die een collegiaal bestuur voorschreven. Deze enige bestuurder kan een statutair bestuurder zijn en er kan een statutaire opvolger worden aangewezen. In genoteerde vennootschappen of wanneer de wet een collegiaal bestuur vereist, is een monistisch bestuur met één bestuurder echter niet toegestaan; in deze gevallen is een NV met een collegiaal bestuur verplicht.
#### 2.1.1 Mogelijke statutaire bepalingen
* **Hoofdelijke en onbeperkte aansprakelijkheid:** De enkele bestuurder kan hoofdelijk en onbeperkt aansprakelijk zijn voor de verbintenissen van de vennootschap. Dit betekent dat de bestuurder niet aansprakelijk kan worden gesteld indien de vennootschap zelf niet veroordeeld is.
* **Vetorechten:** Statuten kunnen vetorechten toekennen aan de enkele bestuurder met betrekking tot statutenwijzigingen, winstbestemming of diens eigen ontslag. Ontslag om wettige redenen blijft echter altijd mogelijk, mits de regels voor statutenwijziging worden nageleefd.
* **Belangenconflict:** Bij een belangenconflict gelden vergelijkbare regels als bij een collegiaal monistisch bestuur. De enige bestuurder moet het conflict voorleggen aan de algemene vergadering. Indien de enige bestuurder tevens de enige aandeelhouder is, mag de bestuurder de handeling stellen na goedkeuring.
### 2.2 Duaal bestuur
Duaal bestuur is bedoeld voor grotere vennootschappen en kent twee volwaardige, collegiale bestuursorganen, elk bestaande uit minimaal drie natuurlijke of rechtspersonen.
#### 2.2.1 De Raad van Toezicht (RvT)
* **Benoeming en ontslag:** De leden van de RvT worden benoemd en ontslagen door de algemene vergadering.
* **Bevoegdheden:** De RvT is verantwoordelijk voor de strategie, het algemeen beleid en het toezicht op de Directieraad. Belangrijke bevoegdheden zijn onder andere het bijeenroepen van de algemene vergadering, het opstellen van het jaarverslag en de aanwending van het toegestaan kapitaal.
#### 2.2.2 De Directieraad
* **Benoeming en ontslag:** De leden van de Directieraad worden benoemd en ontslagen door de RvT. De RvT verleent ook kwijting en legt de vergoeding van de directieleden vast.
* **Bevoegdheden:** De Directieraad draagt alle overige bevoegdheden, waaronder het operationeel management en de vertegenwoordigingsbevoegdheid, behalve voor aangelegenheden waarvoor de RvT exclusief bevoegd is. De statuten kunnen de bevoegdheden van de Directieraad beperken, maar dit is niet tegenstelbaar aan derden.
#### 2.2.3 Verhouding en werking van de organen
* **Niet-combineren van leden:** Leden van de RvT mogen geen lid zijn van de Directieraad en vice versa.
* **Analoge regels:** Voor het overige gelden grotendeels analoge regels als voor het collegiale monistische bestuur, zowel voor de RvT als voor de Directieraad. Dit omvat bepalingen inzake voorwerpsoverschrijdende handelingen en notulen.
* **Meerhandtekeningsclausule (MHT):** Zowel binnen de RvT als de Directieraad is een MHT mogelijk.
* **Taakverdeling:** De onderlinge taakverdeling binnen zowel de RvT als de Directieraad volgt vergelijkbare principes als bij het collegiale monistische bestuur.
* **Informatieverstrekking:** De Directieraad moet regelmatig de nodige gegevens aan de RvT verschaffen. De RvT kan te allen tijde alle benodigde gegevens opvragen. De Directieraad brengt jaarlijks schriftelijk verslag uit aan de RvT.
* **Belangenconflicten:**
* **RvT:** Bij belangenconflicten van een lid van de RvT gelden de algemene regels.
* **Directieraad:** Bij belangenconflicten van een lid van de Directieraad wordt verwezen naar de RvT.
#### 2.2.4 Afschaffing vroegere regeling
De eerdere regeling met een Raad van Bestuur (RvB) en een Directiecomité is afgeschaft.
### 2.3 Gevolgen voor de algemene vergadering
In een duaal bestuur heeft de algemene vergadering specifieke bevoegdheden met betrekking tot de bestuursorganen:
* **Bijeenroeping:** De algemene vergadering wordt bijeenge%;">
* **Kwijting:** Bij duaal bestuur verleent de algemene vergadering kwijting aan de leden van de Raad van Toezicht.
* **Vennootschapsvordering:** In een duaal bestuur wordt de beslissing om een vennootschapsvordering in te stellen tegen leden van de Directieraad genomen door de Raad van Toezicht. De RvT is tevens bevoegd om de procedure namens de vennootschap in te leiden.
* **Minderheidsvordering en deskundigenonderzoek:** De voorwaarden voor het instellen van een minderheidsvordering en het aanvragen van een deskundigenonderzoek kunnen afwijken. De vordering kan slechts ingesteld worden door aandeelhouders die minimaal één procent van de stemkracht of een kapitaal van 1.250.000 dollars vertegenwoordigen.
---
# Algemene vergadering
De algemene vergadering van aandeelhouders vormt het hoogste orgaan binnen de vennootschap en is bevoegd om beslissingen te nemen over fundamentele aangelegenheden die de vennootschap aanbelangen.
### 3.1 Algemene bepalingen
De algemene bepalingen met betrekking tot de algemene vergadering zijn grotendeels identiek aan deze die van toepassing zijn op besloten vennootschappen (BV's). Dit omvat de fundamentele principes en procedures die de werking van dit orgaan regelen.
### 3.2 Bevoegdheden
De bevoegdheden van de algemene vergadering van aandeelhouders in een naamloze vennootschap (NV) zijn eveneens grotendeels vergelijkbaar met die van een BV. Kernbevoegdheden omvatten onder meer de benoeming en het ontslag van bestuurders, de goedkeuring van de jaarrekening, en beslissingen over belangrijke wijzigingen in de vennootschapsstructuur.
In het geval van een duaal bestuurssysteem, specifiek de Raad van Toezicht (RvT) en de Directieraad, komt aan de algemene vergadering de bevoegdheid toe om de leden van de Raad van Toezicht te benoemen en te ontslaan. Bovendien is de algemene vergadering bevoegd om kwijting te verlenen aan de leden van de Raad van Toezicht.
#### 3.2.1 Specifieke bevoegdheden bij duaal bestuur
Bij een duaal bestuurssysteem zijn de volgende specifieke bevoegdheden van de algemene vergadering relevant:
* **Benoeming en ontslag van de Raad van Toezicht:** De algemene vergadering benoemt en ontslaat de leden van de Raad van Toezicht.
* **Kwijting aan de Raad van Toezicht:** De algemene vergadering verleent kwijting aan de leden van de RvT.
#### 3.2.2 Wijziging voorwerp en rechten verbonden aan aandelen
* **Wijziging voorwerp:** De wijziging van het vennootschapsdoel vereist een beslissing van de buitengewone algemene vergadering. Hierbij moet minstens de helft van het totale aantal winstbewijzen vertegenwoordigd zijn. Winstbewijzen hebben één stem per effect, maar de toekenning van stemmen aan winstbewijzen is beperkt tot de helft van de stemmen toegekend aan alle aandelen en mag niet meer dan tweederde van het aantal stemmen uitgebracht door de aandelen bedragen.
* **Wijziging rechten verbonden aan soorten aandelen:** De algemene vergadering is ook bevoegd om rechten verbonden aan verschillende soorten aandelen te wijzigen.
#### 3.2.3 Vennootschapsvordering en bescherming minderheidsaandeelhouders
* **Vennootschapsvordering:** In het kader van een vennootschapsvordering, indien er sprake is van een duaal bestuur, beslist de Raad van Toezicht over het instellen van een vordering tegen de leden van de Directieraad en is de RvT bevoegd om de procedure namens de vennootschap in te leiden.
* **Minderheidsvordering en deskundigenonderzoek:** Een minderheidsvordering kan ingesteld worden door aandeelhouders die minstens één procent van de stemkracht of 1.250.000 euro kapitaal vertegenwoordigen. Overige voorwaarden en bepalingen zijn vergelijkbaar met deze voor BV's.
* **Bescherming tegen misbruik minderheidspositie:** De bescherming van minderheidsaandeelhouders en de aanpak van misbruik van een minderheidspositie volgen eveneens de regels van de BV.
### 3.3 Bijeenroeping
De bijeenroeping van de algemene vergadering kent specifieke regels, mede afhankelijk van het bestuursmodel.
#### 3.3.1 Wie roept de algemene vergadering bijeen?
* **Algemeen:** Indien er geen sprake is van een duaal bestuur, volgt de algemene vergadering de procedures zoals die voor een BV gelden.
* **Duaal bestuur:** Bij een duaal bestuurssysteem roept de Raad van Toezicht de algemene vergadering bijeen.
* **Aandeelhouders:** Aandeelhouders die ten minste een tiende (1/10) van het kapitaal vertegenwoordigen, kunnen eveneens de bijeenroeping vragen, inclusief de agendapunten die zij wensen voor te stellen.
#### 3.3.2 Wie wordt opgeroepen?
De oproeping betreft dezelfde personen als bij een besloten vennootschap.
#### 3.3.3 Inhoud oproeping
De inhoud van de oproeping is eveneens vergelijkbaar met die van een besloten vennootschap.
#### 3.3.4 Termijn en wijze van oproeping
* **Termijn:** De algemene vergadering moet minstens vijftien (15) dagen voor de datum van de vergadering worden bijeengeroepen.
* **Wijze van oproeping:**
* **Aandeelhouders op naam, bestuurders, commissarissen:** Oproeping geschiedt per e-mail (indien meegedeeld) of per gewone post.
* **Gedematerialiseerde aandeelhouders:** Er is een aankondiging vereist in het Belgisch Staatsblad en in een nationale krant. Voor een gewone algemene vergadering met een normale agenda op een statutair voorziene plaats en tijdstip is dit laatste echter niet steeds noodzakelijk. Daarnaast wordt de oproeping ook gepubliceerd op de website van de vennootschap, indien dit in de oprichtingsakte is opgenomen.
* **Aandelen of winstbewijzen zonder stemrecht:** De oproeping wordt overgemaakt aan houders van aandelen of winstbewijzen zonder stemrecht.
* **Schriftelijke AV en AV op afstand:** Voor een schriftelijke algemene vergadering en een algemene vergadering op afstand met elektronische communicatiemiddelen gelden dezelfde regels als voor een BV.
> **Tip:** Let goed op de specifieke vereisten voor gedematerialiseerde aandeelhouders, aangezien deze afwijken van de reguliere oproepingsprocedures.
### 3.4 Deelneming aan de algemene vergadering
#### 3.4.1 Wie mag deelnemen?
Deelneming aan de algemene vergadering is in principe identiek aan die binnen een besloten vennootschap.
#### 3.4.2 Toelatingsformaliteiten
De toelatingsformaliteiten volgen eveneens de regels die gelden voor een besloten vennootschap, met specifieke regels voor genoteerde vennootschappen.
### 3.5 Verloop van de algemene vergadering, wijze uitoefening stemrecht en vraagrecht
De procedures met betrekking tot het verloop van de vergadering, de wijze van uitoefening van het stemrecht en het vraagrecht zijn in grote lijnen analoog aan die van een besloten vennootschap.
* **Volmacht:** Een volmacht kan ook worden verleend voor meerdere vergaderingen of voor alle vergaderingen gedurende een bepaalde periode. Een volmacht voor een specifieke vergadering is ook geldig voor een opeenvolgende vergadering met dezelfde agenda.
* **Quorum en meerderheid:** Voor het bepalen van het aanwezigheids- en meerderheidsquorum worden aandelen zonder stemrecht of aandelen waarvan het stemrecht geschorst is, buiten beschouwing gelaten.
#### 3.5.1 Gewone algemene vergadering
De algemene bepalingen voor de gewone algemene vergadering zijn identiek aan die van een besloten vennootschap. In het geval van een duaal bestuurssysteem dient de algemene vergadering kwijting te verlenen aan de leden van de Raad van Toezicht.
#### 3.5.2 Buitengewone algemene vergadering
De buitengewone algemene vergadering volgt in principe dezelfde regels als die voor een besloten vennootschap.
##### 3.5.2.1 Wijziging voorwerp
Bij een wijziging van het vennootschapsvoorwerp geldt dat, naast de reguliere voorwaarden, ook de helft van het totale aantal winstbewijzen vertegenwoordigd moet zijn. Winstbewijzen hebben het recht op één stem per effect, met dien verstande dat aan deze winstbewijzen niet meer stemmen mogen worden toegekend dan de helft van de stemmen toegekend aan alle aandelen, en dat zij niet voor meer dan tweederde van het aantal stemmen uitgebracht door de aandelen kunnen worden aangerekend.
##### 3.5.2.2 Wijziging rechten verbonden aan soorten aandelen
Voor de wijziging van de rechten die verbonden zijn aan verschillende soorten aandelen, zijn dezelfde regels van toepassing als bij een besloten vennootschap.
---
# Vennootschapsrechtelijke procedures en bescherming
Dit gedeelte behandelt de vennootschapsvordering, de bescherming van minderheidsaandeelhouders en het deskundigenonderzoek binnen het vennootschapsrecht.
### 4.1 De vennootschapsvordering
De vennootschapsvordering betreft de mogelijkheid voor de vennootschap om gerechtelijke stappen te ondernemen tegen haar organen of derden.
#### 4.1.1 Uitvoering in dualistisch bestuur
In een systeem met duaal bestuur, waarbij er een Raad van Toezicht (RvT) en een Directieraad bestaan, ligt de beslissing om een vennootschapsvordering in te stellen tegen leden van de Directieraad bij de RvT. De RvT is tevens bevoegd om de procedure namens de vennootschap in te leiden.
### 4.2 Minderheidsvordering en deskundigenonderzoek
De minderheidsvordering en het deskundigenonderzoek zijn specifieke instrumenten ter bescherming van minderheidsaandeelhouders.
#### 4.2.1 Vereisten voor minderheidsvordering en deskundigenonderzoek
* **Voorwaarden voor instelling:** Een minderheidsvordering kan enkel ingesteld worden door aandeelhouders die gezamenlijk minstens 1% van de stemkracht van de vennootschap vertegenwoordigen, of die aandelen bezitten ter waarde van ten minste 1.250.000 euro kapitaal.
* **Overige bepalingen:** De overige voorwaarden en bepalingen die gelden voor de vennootschapsvordering zijn, tenzij anders vermeld, analoog van toepassing op de minderheidsvordering en het deskundigenonderzoek.
#### 4.2.2 Bescherming van minderheidsaandeelhouders en misbruik van minderheidspositie
De wet voorziet in algemene bepalingen ter bescherming van minderheidsaandeelhouders en ter voorkoming van misbruik van een minderheidspositie. Deze bepalingen zijn grotendeels gelijk aan die voor de besloten vennootschap (BV).
### 4.3 Deskundigenonderzoek
Het deskundigenonderzoek is een procedure die kan worden ingezet om de toestand van de vennootschap of specifieke transacties te onderzoeken.
#### 4.3.1 Toepassing en voorwaarden
* **Verschil in voorwaarden:** Net als bij de minderheidsvordering, is de instelling van een deskundigenonderzoek gebonden aan specifieke drempels met betrekking tot het stemrecht of de kapitaalwaarde die de aandeelhouders vertegenwoordigen.
* **Overige bepalingen:** Voor het overige gelden de algemene bepalingen met betrekking tot de vennootschapsvordering ook voor het deskundigenonderzoek.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Monistisch bestuur | Een bestuursstructuur waarbij er één primair bestuursorgaan is dat de vennootschap bestuurt en vertegenwoordigt. Dit kan een enkele bestuurder zijn of een collegiaal orgaan. |
| Collegiaal bestuursorgaan | Een bestuursorgaan bestaande uit meerdere personen die gezamenlijk beslissingen nemen en de vennootschap vertegenwoordigen. Individuele leden hebben doorgaans geen aparte beslissings- of vertegenwoordigingsbevoegdheid. |
| Raad van Bestuur (RvB) | Het bestuursorgaan van een vennootschap, verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur en het uitzetten van de algemene strategie. In een monistisch systeem is dit het enige bestuur. |
| Benoeming | Het proces waarbij personen worden aangewezen om zitting te nemen in een bestuursorgaan of een andere functie binnen de vennootschap te vervullen. Meestal gebeurt dit door de Algemene Vergadering. |
| Mandaat | De periode waarvoor een bestuurder of ander functionaris is aangesteld. Na afloop van het mandaat kan deze worden hernieuwd of kan er een opvolger worden aangewezen. |
| Aandeelhoudersvergadering (A.V.) | De vergadering van alle aandeelhouders van een vennootschap, waar belangrijke beslissingen worden genomen die het bedrijf aangaan, zoals benoemingen, statutenwijzigingen en goedkeuring van de jaarrekening. |
| Herroepbaarheid "ad nutum" | Het recht van de Algemene Vergadering om een bestuurder op elk moment te ontslaan zonder opgave van redenen, tenzij de statuten anders bepalen. |
| Vertegenwoordigingsbevoegdheid | De bevoegdheid van een bestuursorgaan of een individuele bestuurder om de vennootschap naar buiten toe te binden in juridische transacties en overeenkomsten. |
| Voorwerpsoverschrijdende bestuursbeslissingen | Beslissingen die door het bestuursorgaan worden genomen en die buiten de statutaire doelstellingen of de normale gang van zaken van de vennootschap vallen. |
| Belangenconflict | Een situatie waarin de persoonlijke belangen van een bestuurder of vertegenwoordiger van de vennootschap in strijd zijn met de belangen van de vennootschap zelf. |
| Duaal bestuur | Een bestuursmodel met twee gescheiden organen: een Raad van Toezicht (RvT) die toezicht houdt en de strategie bepaalt, en een Directieraad die verantwoordelijk is voor het dagelijks bestuur. |
| Raad van Toezicht (RvT) | Het orgaan binnen een duaal bestuursmodel dat belast is met het toezicht op de Directieraad en het bepalen van de algemene strategie van de vennootschap. |
| Directieraad | Het orgaan binnen een duaal bestuursmodel dat verantwoordelijk is voor het operationele management en het dagelijks bestuur van de vennootschap, onder toezicht van de Raad van Toezicht. |
| Kapitaal | Het totale bedrag aan financiële middelen dat in de vennootschap is geïnvesteerd door de aandeelhouders, vaak uitgedrukt in aandelen. |
| Vennootschapsvordering | Een juridische actie die door de vennootschap zelf wordt ingesteld tegen personen die haar schade hebben toegebracht, zoals bestuurders die hun plichten hebben verzaakt. |
| Minderheidsvordering | Een juridische actie die door minderheidsaandeelhouders kan worden ingesteld namens de vennootschap wanneer de meerderheid van de aandeelhouders nalatig is in het instellen van een vennootschapsvordering. |
| Deskundigenonderzoek | Een procedure waarbij een onafhankelijke deskundige wordt aangesteld om de financiële gang van zaken of specifieke aspecten van de vennootschap te onderzoeken, vaak op verzoek van minderheidsaandeelhouders. |
Cover
Ondernemingsrecht PDF.docx
Summary
# Algemene beginselen van ondernemingsrecht en handelsrecht
Dit deel legt de basisprincipes van het ondernemingsrecht uit, inclusief de bronnen, het ondernemingsbegrip, de ondernemingsrechtbank, bewijsregels, het statuut van de ondernemer en de belangrijkste rechtscolleges, als fundament voor latere specifieke besprekingen.
## 1. Bronnen van economisch recht
De belangrijkste bronnen van het economisch recht omvatten zowel nationaal als internationaal recht. De Europese Unie speelt hierin een cruciale rol met richtlijnen en verordeningen.
### 1.1 Europese regelgeving
* **Richtlijnen:** Deze zijn bindend qua resultaat dat moet worden bereikt, maar de lidstaten kiezen zelf de vorm en middelen om dit te implementeren in hun nationale wetgeving. Ze bieden vaak minimale harmonisatie, wat betekent dat lidstaten hogere beschermingsniveaus mogen invoeren. Soms is er sprake van maximale harmonisatie, waarbij lidstaten geen hogere bescherming mogen voorzien. Richtlijnen hebben geen directe werking indien niet correct omgezet.
* **Verordeningen:** Deze zijn rechtstreeks toepasbaar in alle lidstaten en vereisen geen omzetting in nationale wetgeving. Ze zorgen voor een uniform toepassingsgebied.
## 2. Het ondernemingsbegrip
Het ondernemingsbegrip, zoals gedefinieerd in artikel I.1, 1° van het Wetboek Economisch Recht (WER), is cruciaal voor de toepassing van tal van rechtsregels.
### 2.1 Elementen van het ondernemingsbegrip
Om als onderneming te worden beschouwd, moet aan de volgende cumulatieve criteria voldaan worden:
* **Natuurlijke persoon of rechtspersoon of een andere organisatie:** Dit omvat zowel individuen als organisaties.
* **Zelfstandige beroepsactiviteit:** De activiteit moet duurzaam en niet occasioneel zijn. Ze moet gericht zijn op het voorzien in levensonderhoud. Pure vermogensbeheeractiviteiten vallen hier niet onder.
* **Economisch doel:** De activiteit moet gericht zijn op het nastreven van een economisch doel.
### 2.2 Vrije beroepers
Vrije beroepers worden ook als onderneming beschouwd indien de hierboven genoemde kenmerken aanwezig zijn.
### 2.3 Belang van het nieuwe ondernemingsbegrip
Het nieuwe ondernemingsbegrip heeft een ruimer toepassingsgebied en is relevant voor o.a.:
* Inschrijvingsplicht in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO).
* Boekhoudplicht.
* Insolventieprocedures.
* Personele bevoegdheid van de ondernemingsrechtbank.
* Bewijsregels in ondernemingszaken.
Het is **niet** van belang voor mededinging, marktprijzen, consumentenbescherming, handelstussenpersonen en intellectueel eigendomsrecht, waarvoor specifiekere definities of oudere concepten nog relevant kunnen zijn.
## 3. De ondernemingsrechtbank
De ondernemingsrechtbank is een van de rechtscolleges binnen het Belgische rechtssysteem en heeft specifieke bevoegdheden.
### 3.1 Belgische hoven en rechtbanken
Het Belgische rechtssysteem omvat onder andere:
* Vredegerechten
* Politierechtbanken
* Rechtbanken van eerste aanleg
* Arbeidsrechtbanken
* **Ondernemingsrechtbanken**
* Arbeidshoven
* Hoven van beroep
* Hof van Cassatie
### 3.2 Bevoegdheden van de ondernemingsrechtbank
De ondernemingsrechtbank is bevoegd voor:
* **Algemene bevoegdheid:** Geschillen tussen en tegen ondernemingen die niet onder de bijzondere bevoegdheid van andere rechtscolleges vallen.
* **Bijzondere bevoegdheid:** Geschillen met betrekking tot een rechtspersoon, stichting of vennootschap, en geschillen die ontstaan uit insolventieprocedures.
## 4. Bewijs in ondernemingszaken
De bewijsregels in ondernemingszaken zijn soepeler dan in het burgerlijk recht.
### 4.1 Vrij bewijs
Tussen en tegen ondernemingen kan het bewijs met alle middelen van recht geleverd worden, inclusief getuigenbewijs en vermoedens. Dit geldt ook tegen geschreven bewijzen.
### 4.2 Boekhouding als bewijs
De boekhouding van een onderneming kan als bewijs dienen, zowel voor als tegen de onderneming. De rechter oordeelt soeverein over de bewijskracht ervan.
### 4.3 Facturen als bewijs
Een aanvaarde factuur levert tegen de uitreikende onderneming een bewijs op van de afspraak of schuld. Tegenover een andere onderneming is een factuur bewijs indien deze aanvaard is. Bij stilzwijgen van de klant kan een feitelijk vermoeden van aanvaarding ontstaan, tenzij tijdig protest wordt aangetekend.
## 5. Het statuut van de ondernemer
Het statuut van de ondernemer wordt gekenmerkt door vrijheden en formele verplichtingen.
### 5.1 Vrijheid van ondernemen
Iedereen is vrij om enige economische activiteit naar keuze uit te oefenen.
### 5.2 Formele verplichtingen van ondernemingen
Ondernemingen hebben diverse verplichtingen, waaronder:
* Openen van een professionele rekening.
* Voeren van een boekhouding volgens de wettelijke voorschriften.
* Bekendmaking van huwelijkscontracten van natuurlijke personen-ondernemers.
* Aansluiten bij een sociale verzekeringsinstelling.
* Aanvragen van een btw-nummer.
* Naleven van specifieke vergunningsvereisten.
* Registratie van de uiteindelijke begunstigde in het UBO-register.
* Afsluiten van bepaalde verplichte verzekeringen.
* Inschrijving van activiteiten in de KBO.
* Naleving van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG/GDPR).
## 6. Handelshuur
Handelshuur is een specifieke huurwetgeving die van toepassing is op de huur van onroerende goederen voor de uitbating van een handelszaak, met als doel de huurder te beschermen.
### 6.1 Toepassingsgebied van de Handelshuurwet (HHW)
De HHW is van toepassing indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
* Huur van onroerende goederen of delen ervan.
* Gebruik in hoofdzaak voor de uitoefening van een kleinhandel of ambachtszaak.
* Rechtstreeks contact met het publiek binnen het gehuurde goed.
### 6.2 Duur van de handelshuur
De handelshuur wordt in principe aangegaan voor een termijn van negen jaar, met de mogelijkheid tot drie hernieuwingen van negen jaar.
### 6.3 Hernieuwing van de handelshuur
De huurder heeft recht op hernieuwing mits naleving van strikte procedurele voorwaarden. De verhuurder kan de hernieuwing weigeren op limitatief opgesomde gronden of mits betaling van een uitzettingsvergoeding.
### 6.4 Huuroverdracht en onderhuur
De huurder heeft het recht om zijn huur over te dragen of onder te verhuren, mits de huur samen met de handelszaak wordt overgedragen en de verhuurder of zijn familie het pand niet bewonen. De verhuurder kan zich verzetten mits een wettige reden.
### 6.5 Korte duur handelshuur (Pop-updecreet)
Huurcontracten van onroerende goederen die schriftelijk zijn afgesloten voor een duur van één jaar of minder, en die voldoen aan de andere vereisten van de handelshuur, vallen onder het Pop-updecreet. Deze contracten kunnen tot een totale duur van maximaal één jaar worden verlengd. Bij overschrijding van deze duur worden ze gekwalificeerd als handelshuur voor negen jaar.
## 7. Overeenkomsten met handelstussenpersonen
Handelstussenpersonen faciliteren de totstandkoming van handelscontracten.
### 7.1 Handelsagentuur
* **Definitie:** Een overeenkomst waarbij de handelsagent zich verbindt om tegen loon cliënteel op te sporen en te bezoeken, met het oog op het onderhandelen over en sluiten van zaken, onder gezag, voor rekening en in naam van één of meer opdrachtgevers (principaal).
* **Vergoeding:** Kan bestaan uit een vast bedrag, commissies of een combinatie.
* **Commissievergoeding:** Ontstaat voor zaken die tijdens de overeenkomst of na het einde ervan (onder voorwaarden) zijn afgesloten.
* **Beëindiging:** Kan plaatsvinden met een opzeggingstermijn of onmiddellijk wegens ernstige tekortkoming of uitzonderlijke omstandigheid.
* **Uitwinningsvergoeding:** De handelsagent kan recht hebben op een uitwinningsvergoeding indien hij nieuwe klanten heeft aangebracht of bestaande klanten heeft uitgebreid, en dit tot voordeel strekt van de principaal.
* **Niet-concurrentiebeding:** Strikte geldigheidsvoorwaarden qua schriftelijkheid, duur, geografisch gebied en object.
### 7.2 Commissieovereenkomst
Een overeenkomst waarbij een commissionair zich ertoe verbindt, in eigen naam maar voor rekening van een opdrachtgever (committent), commerciële handelingen te stellen. Er is geen specifieke wetgeving, dus gemeen recht geldt.
### 7.3 Concessieovereenkomst
Een overeenkomst waarbij een concessiehouder zich verbindt om producten van de concessiegever af te nemen (aankoopconcessie) of het recht verkrijgt om producten van de concessiegever te verkopen (verkoopconcessie). Voor alleenverkoopconcessies gelden specifieke regels in Boek X WER.
### 7.4 Franchiseovereenkomst
Een overeenkomst waarbij de franchisenemer, tegen betaling, deel mag uitmaken van een distributiesysteem en de knowhow, publiciteit en naamsbekendheid van de franchisegever mag gebruiken. Er is geen specifieke wetgeving, wel regels ter bestrijding van oneerlijke handelspraktijken.
### 7.5 Makelaarsovereenkomst
Een overeenkomst waarbij een onafhankelijk tussenpersoon bemiddelt bij het tot stand komen van overeenkomsten tussen de opdrachtgever en klanten. Er is geen specifieke wetgeving in het WER, enkel gemeenrechtelijke regels.
### 7.6 Precontractuele informatieverplichting bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten
Bij het sluiten van dergelijke overeenkomsten moet minstens één maand voor ondertekening een ontwerp van contract en een document met wettelijk bepaalde vermeldingen worden overgemaakt aan de rechtsverkrijger.
## 8. De wet betalingsachterstand handelstransacties
Deze wet beoogt de bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties tussen ondernemingen en tussen ondernemingen en aanbestedende overheden.
### 8.1 Toepassingsgebied
Van toepassing op alle betalingen tot vergoeding van handelstransacties die leiden tot levering van goederen of verrichting van diensten tegen betaling.
### 8.2 Betalingstermijn
* **Contractueel bedongen:** Geldig, tenzij onbillijk voor de schuldeiser (SE). Tussen ondernemingen maximaal 60 dagen, tenzij anders bepaald. Tussen onderneming en overheid ook maximaal 60 dagen indien objectief gerechtvaardigd.
* **Niet contractueel bedongen:** 30 dagen vanaf de dag volgend op de ontvangst van de factuur of het gelijkwaardig verzoek tot betaling.
### 8.3 Laattijdige betaling
Bij laattijdige betaling is van rechtswege en zonder ingebrekestelling een interest verschuldigd, alsook een forfaitaire schadevergoeding van 40 euro voor invorderingskosten, en eventueel een hogere redelijke schadevergoeding voor bewezen extra kosten.
## 9. De rechtsplegingsvergoeding (RPV)
De RPV is een forfaitaire vergoeding voor de advocatenkosten van de in het gelijk gestelde partij. Ze is van toepassing op onbetwiste, vaststaande en opeisbare geldschulden tussen ondernemingen.
## 10. Marktprincipes en consumentenbescherming (Boek VI WER)
Dit boek bevat regels die de relatie tussen ondernemingen en consumenten regelen, met de bedoeling consumenten te beschermen.
### 10.1 Toepassingsgebied
De regels zijn van toepassing op alle producten (goederen en diensten) en omvatten zowel B2B als B2C relaties. Vrije beroepers worden vandaag beschouwd als onderneming.
### 10.2 Informatieverplichtingen
Ondernemingen hebben een algemene informatieverplichting over de productkenmerken, identiteit, prijs, betalings- en leveringswijzen, etc.
### 10.3 Prijsaanduiding
Prijzen moeten schriftelijk, leesbaar, zichtbaar, ondubbelzinnig en in euro worden weergegeven. De totale prijs, inclusief belastingen en verplichte supplementen, moet vermeld worden.
### 10.4 Vergelijkende reclame
Vergelijkende reclame is toegelaten mits aan strikte cumulatieve voorwaarden is voldaan (niet-misleidend, objectieve vergelijking van controleerbare kenmerken, geen beschadiging van concurrenten, etc.).
### 10.5 Promoties inzake prijzen
Er zijn specifieke regels voor gewone prijsverminderingen, bijzondere prijsverminderingen, uitverkopen, solden en sperperiodes.
### 10.6 Voldoende voorraadplicht
Ondernemingen moeten zorgen voor een voldoende voorraad van aangeboden producten, zeker in reclame-uitingen met prijsvermeldingen.
### 10.7 Overeenkomsten met consumenten
* **Algemene regels:** Schriftelijke overeenkomsten moeten duidelijk en begrijpelijk zijn opgesteld. Bij twijfel geldt de meest gunstige interpretatie voor de consument.
* **Overeenkomsten op afstand:** Specifieke informatieplichten en een wettelijk herroepingsrecht van 14 dagen.
* **Buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten:** Gelijkaardige informatieplichten en herroepingsrecht, met specifieke definities van "verkoopruimte" en "buiten de verkoopruimte".
* **Gezamenlijk aanbod:** Verboden wanneer minstens één component een financiële dienst is, tenzij specifieke uitzonderingen.
* **Onrechtmatige bedingen:** Verboden indien ze een kennelijk onevenwicht creëren tussen de rechten en plichten van partijen ten nadele van de consument. Zwarte lijst van verboden bedingen.
* **Verlenging van dienstenovereenkomsten:** Strikte regels voor stilzwijgende verlengingen, met nadruk op duidelijke informatie aan de consument.
### 10.8 Verbod op handelspraktijken
Oneerlijke handelspraktijken, zowel misleidende als agressieve, zijn verboden. Er is een zwarte lijst van per se verboden praktijken en open normen die een beoordeling van het oneerlijke karakter mogelijk maken.
### 10.9 Verkoop met verlies
Verkoop met verlies is in principe verboden om eerlijke concurrentie te verzekeren, met diverse wettelijke uitzonderingen.
### 10.10 Handhaving en sanctiemechanismen
Sancties omvatten specifieke civiele sanctiemechanismen zoals de vordering tot staking, strafsancties en administratieve handhaving.
## 11. Garantie op consumptiegoederen
Deze regels beschermen consumenten bij de aankoop van consumptiegoederen.
### 11.1 Conformiteit van consumptiegoederen
De verkoper is aansprakelijk voor elk gebrek aan overeenstemming dat bestaat bij levering en zich manifesteert binnen de wettelijke garantietermijn. De conformiteit wordt beoordeeld aan de hand van objectieve criteria zoals geschiktheid voor normaal gebruik, overeenstemming met de beschrijving en het getoonde model.
### 11.2 Wettelijke garantietermijnen
* Nieuwe goederen: minstens 2 jaar, met een vermoeden dat het gebrek aanwezig was bij levering.
* Dieren: 1 jaar.
* Tweedehandsgoederen: 2 jaar, tenzij contractueel beperkt tot minstens 1 jaar en duidelijk gecommuniceerd.
### 11.3 Rechten van de consument
De consument heeft recht op kosteloos herstel of vervanging als primaire rechtsmiddelen. Indien deze onmogelijk of onevenredig zijn, kan de consument een prijsvermindering of ontbinding van de overeenkomst eisen.
### 11.4 Wettelijke vs. commerciële garantie
De wettelijke garantie is dwingend en kan niet contractueel worden afgebroken ten nadele van de consument. Commerciële garanties zijn vrijwillig en bieden aanvullende zekerheid.
## 12. Vennootschapsrecht
Het vennootschapsrecht regelt de oprichting, werking en ontbinding van vennootschappen.
### 12.1 Vennootschap vs. eenmanszaak
Een vennootschap biedt bescherming van het privévermogen door een beperkte aansprakelijkheid, terwijl bij een eenmanszaak de ondernemer met zijn volledige privévermogen aansprakelijk is.
### 12.2 Essentiële elementen vennootschapsbegrip
Belangrijke elementen zijn het aantal oprichters, de inbreng, de activiteiten (voorwerp), het vermogensvoordeel voor de vennoten en de rechtspersoonlijkheid.
### 12.3 Rechtsvormen van vennootschappen
Vennootschappen kunnen worden ingedeeld op basis van hun rechtspersoonlijkheid (met of zonder volkomen rechtspersoonlijkheid) en hun kapitaal- of personenkarakter.
* **Vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid:** Maatschap, Vennootschap onder firma (VOF), Commanditaire vennootschap (CommV). Kenmerkend is de onbeperkte aansprakelijkheid van de vennoten.
* **Vennootschappen met volkomen rechtspersoonlijkheid:** Besloten vennootschap (BV), Coöperatieve vennootschap (CV), Naamloze vennootschap (NV). Kenmerkend is de beperkte aansprakelijkheid van de vennoten tot hun inbreng.
### 12.4 Gemeenschappelijke bepalingen voor alle rechtspersonen
* **Oprichtersverbintenissen:** Promotoren kunnen vóór de oprichting verbintenissen aangaan die de vennootschap later retroactief kan overnemen.
* **Naam van de rechtspersoon:** Een unieke en beschermde vennootschapsnaam is vereist.
* **Oprichting en openbaarmakingsformaliteiten:** Vereist het opmaken van een oprichtingsakte, neerlegging op de griffie van de ondernemingsrechtbank, inschrijving in de KBO en publicatie in het Belgisch Staatsblad.
* **Bestuur van rechtspersonen en bestuurdersaansprakelijkheid:** Bestuurders handelen namens de rechtspersoon en zijn in principe niet persoonlijk aansprakelijk, tenzij bij kennelijk onredelijke beslissingen of fouten.
* **Ontbinding en vereffening:** Het einde van de vennootschap, gevolgd door de tegeldemaking van de activa en verdeling onder de schuldeisers en vennoten.
## 13. Insolventie
Het insolventierecht regelt de procedures wanneer een onderneming haar schulden niet meer kan voldoen.
### 13.1 Opsporing en voorlopige maatregelen
De griffie van de ondernemingsrechtbank verzamelt gegevens over ondernemingen in moeilijkheden. De voorzitter kan voorlopige bewindvoerders aanstellen.
### 13.2 Gerechtelijke reorganisatie
Deze procedure biedt ondernemingen in moeilijkheden een laatste kans om hun continuïteit te vrijwaren via een minnelijk akkoord, een reorganisatieplan of een gerechtelijke overdracht van activa.
### 13.3 Faillissement
Het faillissement leidt tot de ontbinding en vereffening van de onderneming.
* **Voorwaarden:** Duurzame staking van betalingen en geschokt krediet.
* **Faillissementsvonnis:** Leidt tot de aanstelling van een curator en rechter-commissaris.
* **Gevolgen:** Gefailleerde verliest beheer over zijn vermogen, bepaalde handelingen zijn niet-tegenwerpelijk.
* **Beheer en vereffening:** De curator inventariseert en verkoopt de activa, gaat over tot verificatie van de schulden en verdeelt het eventuele saldo onder de schuldeisers.
---
# Specifieke handelsovereenkomsten en consumentenbescherming
Dit onderwerp verkent een reeks specifieke handelsovereenkomsten en de cruciale bescherming die de consument geniet in het economisch recht.
## 2. Specifieke handelsovereenkomsten
### 2.1 Handelshuur
#### 2.1.1 Begrip 'handelszaak'
Een handelszaak omvat het geheel van roerende en onroerende goederen die zijn samengebracht om een onderneming uit te baten. Dit betreft zowel fysieke goederen als de juridische en feitelijke samenhang die deze goederen vormen voor de uitoefening van de onderneming. De handelszaak zelf heeft geen eigen rechtspersoonlijkheid; deze wordt bepaald door de rechtsvorm van de onderneming.
#### 2.1.2 Handelshuurwet
De Handelshuurwet is van toepassing op huur van onroerende goederen of gedeelten daarvan, die hoofdzakelijk worden gebruikt voor de uitoefening van kleinhandel of een ambachtszaak en waarbij er rechtstreeks contact is met het publiek in het gehuurde goed.
* **Duur:** De wet voorziet in huurtermijnen van minimaal negen jaar. Langere termijnen zijn mogelijk en vereisen registratie in het hypotheekregister voor tegenwerpelijkheid aan derden.
* **Beëindiging:** Huurovereenkomsten kunnen in onderling akkoord, bij authentieke akte, worden beëindigd. De huurder kan de huur eenzijdig beëindigen met naleving van de wettelijke procedures. De verhuurder kan onder strikte voorwaarden en met wettige redenen eveneens opzeggen.
* **Verbouwingen:** Huurders hebben het recht om verbouwingen uit te voeren, mits deze dienstig zijn voor de onderneming en geen gevaar opleveren voor de veiligheid, salubriteit of gezondheid van het gebouw. De huurder moet plannen en bestekken ter kennis brengen van de verhuurder, die zich binnen een bepaalde termijn kan verzetten. Bij het einde van de huur heeft de huurder recht op een vergoeding voor legitieme verbouwingen. Onrechtmatige verbouwingen kunnen leiden tot een eis tot herstel in oorspronkelijke staat of behoud zonder vergoeding.
* **Huuroverdracht en onderhuur:** Onderhuur en huuroverdracht zijn in principe verboden, tenzij expliciet anders overeengekomen of mits strikte naleving van de wettelijke voorwaarden, waaronder de overdracht van de handelszaak zelf en de instemming van de verhuurder (die zich wel kan verzetten om wettige redenen).
* **Hernieuwing:** De huurder geniet een voorrang voor drie hernieuwingen van negen jaar. Hiervoor is een strikte procedure met tijdig verzoek aan de verhuurder vereist.
* **Handelshuur van max. 1 jaar (korte duur):** Voor huurovereenkomsten die schriftelijk zijn afgesloten voor één jaar of minder, geldt de Handelshuurwet niet en wordt verwezen naar het Pop-updecreet. Deze huur is eenmalig verlengbaar tot een totale duur van maximaal één jaar. Bij overschrijding van deze termijn, kan de huurovereenkomst gekwalificeerd worden als een handelshuur van negen jaar.
#### 2.1.3 Pop-updecreet (korte duur handelshuur)
Dit decreet regelt huurovereenkomsten voor onroerende goederen of gedeelten daarvan, die hoofdzakelijk gebruikt worden voor kleinhandel of ambachtelijke activiteiten met rechtstreeks contact met het publiek, en die uitdrukkelijk voor één jaar of korter zijn gesloten via een schriftelijke overeenkomst. De duur is beperkt tot maximaal één jaar, met mogelijkheid tot verlenging onder dezelfde voorwaarden tot die maximale duur. Bij overschrijding wordt de huur gekwalificeerd als een handelshuur voor negen jaar. De beëindiging kan van rechtswege na de contractuele duur, in onderling akkoord, of door eenzijdige opzegging door de huurder met een opzegtermijn van één maand. Er is geen recht op uitzettingsvergoeding voor de huurder.
### 2.2 Handelsagentuur
* **Definitie:** Een handelstussenpersoon die zich permanent verbindt, in naam en voor rekening van een principaal, om cliënteel op te sporen en te bezoeken met het oog op het onderhandelen over en sluiten van zaken, tegen een vergoeding.
* **Kenmerken/Voorwaarden:** Duurzaamheid, permanent contact, in naam en voor rekening van de principaal, tegen vergoeding, en het bemiddelen of afsluiten van zaken.
* **Insolvabiliteitsrisico:** De principaal draagt het risico, tenzij er een delcrederebeding is opgenomen, waarbij de agent aansprakelijkheid aanvaardt voor de solvabiliteit van klanten.
* **Vergoeding:** Kan bestaan uit een vast bedrag, commissies, of een combinatie. Recht op commissie ontstaat voor zaken die tijdens de overeenkomst zijn afgesloten dankzij de bemiddeling, of na het einde van de overeenkomst indien de activiteit van de agent daartoe heeft geleid. De betaling is opeisbaar zodra de principaal of de klant zijn verbintenissen heeft uitgevoerd, en dient uiterlijk de laatste dag van de maand volgend op het kwartaal van opeisbaarheid te geschieden.
* **Beëindiging:**
* **Bepaalde duur:** Einde na verstrijken van de termijn. Voortijdige beëindiging kan bij uitdrukkelijk beding of wegens ernstige tekortkoming.
* **Onbepaalde duur:** Onmiddellijke beëindiging wegens ernstige tekortkoming of uitzonderlijke omstandigheid, met strikte procedurele voorwaarden. Eenzijdige opzegging met naleving van een opzeggingstermijn (één maand per begonnen jaar, met een maximum van zes maanden) is eveneens mogelijk.
* **Uitwinningsvergoeding:** De agent heeft recht op een vergoeding indien nieuwe klanten werden aangebracht, zaken met bestaande klanten aanzienlijk werden uitgebreid, en de principaal hieraan aanzienlijke voordelen blijft ontlenen. Dit recht geldt niet bij beëindiging door de agent zonder ernstige tekortkoming van de principaal, of door de principaal wegens ernstige tekortkoming van de agent.
* **Niet-concurrentiebeding:** Een optioneel contractueel verbod voor de agent om concurrerende goederen of diensten aan te bieden na het einde van de overeenkomst. Dit beding kent strikte geldigheidsvoorwaarden qua schriftelijkheid, geografisch gebied, doelgroep en duur (maximaal zes maanden). Bij niet-naleving van deze voorwaarden is het beding volledig nietig. Het geldt enkel na de overeenkomst en niet tijdens de looptijd (loyaliteitsplicht geldt wel).
### 2.3 Commissieovereenkomst
* **Definitie:** Een overeenkomst waarbij een commissionair zich ertoe verbindt in eigen naam, maar voor rekening van een opdrachtgever (committent), commerciële handelingen te stellen (zaken af te sluiten).
* **Kenmerken:** Geheimhouding van de identiteit van de committent ten opzichte van de klant is een kernmerk. Er zijn geen specifieke dwingende wetsbepalingen qua vergoedingen, rechten en plichten.
### 2.4 Concessieovereenkomst
* **Definitie:** Een overeenkomst waarbij de concessiehouder het recht verwerft om producten van de concessiegever te verkopen in eigen naam en voor eigen rekening. Bij alleenverkoopconcessies geniet de houder exclusiviteit.
* **Wetgeving:** De wet is van toepassing op alleenverkoopconcessies en op concessies die de houder zulke zware verplichtingen opleggen dat hij bij beëindiging groot nadeel zou lijden.
* **Vormen:** Aankoopconcessie (raamovereenkomst waarbij concessiehouder zich verbindt producten af te nemen) en verkoopconcessie (waarbij houder het recht krijgt producten te verkopen).
* **Duur en beëindiging:**
* **Bepaalde duur:** Gemeen recht en specifieke regels voor alleenverkoopconcessies met automatische hernieuwing, tenzij tijdig opgezegd.
* **Onbepaalde duur:** Beëindiging wegens gegronde zware fout (onmiddellijk, zonder vergoeding) of met een redelijke opzeggingstermijn of vervangende opzeggingsvergoeding.
* **Bijkomende vergoedingen:** Mogelijk voor aangebracht cliënteel, investeringskosten die de concessiegever blijven voordelen opleveren, en rouwgeld voor personeel dat ontslagen moet worden.
### 2.5 Franchiseovereenkomst
* **Definitie:** Een overeenkomst waarbij de franchisenemer, tegen betaling, deel mag uitmaken van een distributiesysteem en gebruik mag maken van de knowhow, publiciteit en naamsbekendheid van de franchisegever, in eigen naam en voor eigen rekening.
* **Onderscheid met concessie:** Franchising is breder en omvat naast verkoop ook promotie, reputatie, inrichting en overdracht van knowhow.
* **Wetgeving:** Geen eigen wetgeving, dus gemeen recht is van toepassing, met de verboden op oneerlijke en misleidende marktpraktijken tussen ondernemingen (Boek VI WER).
* **Duur en einde:** Vrij te bepalen. Bij gebreke van bepalingen geldt gemeen recht. Bij bepaalde duur einde na verstrijken. Bij onbepaalde duur is eenzijdige opzegging met redelijke termijn mogelijk.
* **Vergoedingen:** Toetredingsvergoeding, periodieke bijdragen (bv. percentage omzet), eventuele publiciteitsvergoedingen.
### 2.6 Makelaarsovereenkomst
* **Definitie:** Een overeenkomst waarbij een onafhankelijk tussenpersoon, in naam en voor rekening van de opdrachtgever, bemiddelt bij het tot stand komen van overeenkomsten tussen de opdrachtgever en diens klanten.
* **Wetgeving:** Geen specifieke wetgeving in het WER, maar wel regels uit gemeen recht (huur van diensten, lastgeving). Voor sommige makelaars (bv. vastgoedmakelaars) gelden bijzondere regels.
* **Verplichtingen:** Bemiddelen, klanten zoeken, en de opdrachtgever informeren over potentiële klanten. De opdrachtgever betaalt een vergoeding voor tot stand gekomen overeenkomsten en terugbetaling van kosten.
### 2.7 Precontractuele informatieverplichting bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten
Bij het sluiten van een commerciële samenwerkingsovereenkomst moet, ten minste één maand voor ondertekening, het ontwerp van de overeenkomst en een document met wettelijk bepaalde vermeldingen worden overgemaakt aan de verkrijger.
## 3. Consumentenbescherming
### 3.1 Wet Betalingsachterstand Handelstransacties
Deze wet, ter bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties, is van toepassing op betalingen die dienen tot vergoeding van handelstransacties tussen ondernemingen onderling, en tussen ondernemingen en aanbestedende overheidsinstanties.
* **Toepassingsgebied:** Handelstransacties die leiden tot het leveren van goederen of verrichten van diensten tegen vergoeding. Niet van toepassing op transacties met particulieren.
* **Betalingstermijn:**
* **Tussen ondernemingen:** Maximaal zestig dagen, tenzij anders overeengekomen en niet onbillijk voor de schuldeiser.
* **Tussen onderneming en overheid:** Maximaal zestig dagen, indien objectief gerechtvaardigd.
* **Niet contractueel bedongen:** Dertig dagen vanaf de dag volgend op ontvangst van de factuur of een gelijkwaardig betalingsverzoek.
* **Laattijdige betaling:**
* **Intrest:** Van rechtswege verschuldigd, aan de bedongen rentevoet (tenzij kennelijk onbillijk) of de ECB-referentie-interestvoet (+8%).
* **Forfaitaire schadevergoeding:** Van veertig euro voor invorderingskosten, plus een redelijke vergoeding voor hogere kosten.
* **Afwijkende algemene voorwaarden:** Afwijkende bedingen zijn toegelaten indien ze billijk en niet kennelijk bovenmatig zijn. De rechter kan deze matigen.
### 3.2 Rechtsplegingsvergoeding (RPV)
Een forfaitaire vergoeding die de winnende partij in een gerechtelijke procedure kan bekomen voor haar advocaatskosten. Deze vergoeding is enkel van toepassing op onbetwiste, vaststaande en opeisbare geldschulden tussen ondernemingen.
### 3.3 Invordering van onbetwiste geldschulden (IOS-procedure)
Een buitengerechtelijke invorderingsprocedure via een gerechtsdeurwaarder voor onbetwiste, vaststaande en opeisbare geldschulden tussen ondernemingen. Bij niet-betwisting of niet-reactie kan een proces-verbaal van niet-betwisting worden opgesteld, dat uitvoerbaar wordt verklaard.
### 3.4 Minnelijke invordering van schulden bij de consument (B2C)
* **Wetgeving:** Boek XIX WER.
* **Sancties bij laattijdige betaling:**
* **Eerste ingebrekestelling:** Geen kosten voor de consument voor de eerste herinnering, noch voor herinneringen bij drie vervaldata bij regelmatige levering van goederen/diensten. Bijkomende herinneringen mogen maximaal zeven euro vijftig plus portokosten bedragen.
* **Te vermelden gegevens:** Verschuldigd saldo, bedrag schadebeding, naam onderneming, productbeschrijving, datum opeisbaarheid, en termijn voor betaling om kosten te vermijden.
* **Intrest:** Vanaf de kalenderdag die volgt op de verzending van de herinnering, aan wettelijke interestvoeten. Hogere bedingen zijn verboden.
* **Forfaitaire vergoeding:** Maximaal twintig euro voor schulden tot honderdvijftig euro; dertig euro plus tien procent van het verschuldigde bedrag op de schijf tussen 150,01 en 500 euro voor schulden daartussen; en vijfenzestig euro plus vijf procent van het verschuldigde bedrag boven 500 euro, met een maximum van tweeduizend euro voor hogere schulden.
* **Dwingend recht:** De regels zijn van dwingend recht en consumenten kunnen er geen afstand van doen.
### 3.5 Informatie van de markt (Boek VI WER)
#### 3.5.1 Algemene informatieverplichting (art. VI.2 WER)
Voordat een consument gebonden is door een overeenkomst, moet de onderneming duidelijke en begrijpelijke informatie verstrekken over de belangrijkste productkenmerken, de identiteit van de onderneming, de totale prijs (incl. belastingen en leveringskosten, of de berekeningswijze), de betalingswijze, leveringswijze, herroepingsrecht, en eventuele commerciële garanties. Bij twijfel geldt de meest gunstige interpretatie voor de consument.
#### 3.5.2 Prijsaanduiding bij aanbieding aan consument (art. VI.3 ev. WER)
Prijzen moeten schriftelijk, leesbaar, goed zichtbaar en ondubbelzinnig worden aangegeven. De totale prijs moet inclusief btw en verplichte supplementen zijn. Voor diensten geldt een tarieflijst of een bestek bij vraag van de consument.
#### 3.5.3 Vergelijkende reclame (art. VI.17 WER)
Vergelijkende reclame is toegelaten indien ze objectief de voordelen van vergelijkbare producten belicht en de concurrentie stimuleert, zonder misleidend, schadelijk of verwarrend te zijn. De vergelijking moet essentiële, relevante en controleerbare kenmerken betreffen.
#### 3.5.4 Promoties inzake prijzen
* **Gewone prijsverminderingen:** Toegelaten, maar mogen niet worden aangekondigd buiten de wettelijk bepaalde periodes (solden).
* **Bijzondere prijsverminderingen:** Titels die recht geven op terugbetaling (cashback) of prijsvermindering moeten specifieke vermeldingen bevatten over de uitgever, geldigheidsduur, bedrag, en voorwaarden.
* **Voldoende voorraadplicht (art. VI.34 WER):** Bij aanbiedingen met prijsvermelding en een beperkte voorraad, moet de onderneming de consument informeren over de voorraad of de beperkte beschikbaarheid. Bij onvoldoende voorraad heeft de consument recht op de aankoop onder dezelfde voorwaarden of een alternatief.
* **Lokvogelpraktijken (art. VI.100, 5° & 6° WER):** Het is verboden consumenten te lokken met aanbiedingen van producten die niet in verwachte hoeveelheid beschikbaar zijn.
### 3.6 Overeenkomsten met consumenten
#### 3.6.1 Algemene regels voor alle contracten met consumenten (Art. VI.37-44 WER)
* **Schriftelijke overeenkomsten:** Moeten duidelijk en begrijpelijk zijn opgesteld.
* **Sancties voor oneerlijke handelspraktijken:** De consument kan het goed behouden en terugbetaling eisen, of de rechter kan terugbetaling bevelen zonder teruggave van het goed.
* **Ongevraagde leveringen:** De consument is niet verplicht te betalen voor ongevraagde goederen.
* **Betalingsmiddelen:** Geen hogere kosten aanrekenen dan de werkelijke kostprijs voor de onderneming.
* **Levering van goederen:** Leveringstermijnen moeten worden nageleefd. Bij late of geen levering kan de consument de overeenkomst ontbinden, tenzij de termijn essentieel was of de onderneming de levering weigert. Het risico van verlies of beschadiging van de goederen gaat pas over op de consument bij fysieke inbezitneming.
* **Garantie:** De verkoper is aansprakelijk voor conformiteitsgebreken die zich manifesteren binnen twee jaar na levering (voor nieuwe goederen).
#### 3.6.2 Specifieke regels
* **Overeenkomsten op afstand:**
* **Definitie:** Gesloten zonder gelijktijdige fysieke aanwezigheid, via een georganiseerd systeem voor verkoop op afstand (bv. webshop).
* **Informatieplicht:** Ruime precontractuele en contractuele informatieverplichting.
* **Herroepingsrecht:** De consument heeft het recht om de overeenkomst binnen veertien dagen zonder opgave van redenen te herroepen. De kosten voor terugzending zijn ten laste van de consument, tenzij de onderneming dit niet heeft medegedeeld of de kosten op zich neemt.
* **Buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten:**
* **Definitie:** Gesloten buiten de verkoopruimte van de onderneming, in gelijktijdige fysieke aanwezigheid van beide partijen.
* **Informatieplicht:** Gelijkaardig aan overeenkomsten op afstand.
* **Herroepingsrecht:** Identieke regeling als bij overeenkomsten op afstand, met enkele uitzonderingen.
#### 3.6.3 Gezamenlijk aanbod (art. VI.80 WER)
Een aanbod waarbij de verkrijging van een goed of dienst afhankelijk is van de verwerving van een ander goed of dienst. Dit is toegelaten, tenzij het een financiële dienst betreft en niet onder de uitzonderingen valt.
#### 3.6.4 Onrechtmatige bedingen ten aanzien van consumenten (art. VI.82 ev. WER)
* **Algemene toetsingsnorm:** Elk beding dat kennelijk een onevenwicht creëert tussen de rechten en plichten van partijen ten nadele van de consument, is verboden.
* **Zwarte lijst:** Een opsomming van bedingen die in elk geval onrechtmatig zijn, zoals kennelijk bovenmatige schadebedingen of bedingen die vrijwaring voor grove schuld of opzet uitsluiten.
* **Gevolg:** Een onrechtmatig beding wordt voor ongeschreven gehouden, maar het contract blijft bestaan indien mogelijk.
#### 3.6.5 Verlenging van dienstenovereenkomsten (art. VI.91 WER)
Bedingen tot stilzwijgende verlenging van dienstenovereenkomsten moeten duidelijk worden gemeld en de consument moet de mogelijkheid hebben om tijdig te verzetten. Indien stilzwijgend verlengd, kan de overeenkomst op elk ogenblik worden opgezegd met een maximumtermijn van twee maanden.
### 3.7 Verboden handelspraktijken
#### 3.7.1 Oneerlijke handelspraktijken ten aanzien van consumenten (art. VI.93 e.v. WER)
Een handelspraktijk is oneerlijk indien ze:
* In strijd is met de vereiste van professionele toewijding en het economisch gedrag van de gemiddelde consument wezenlijk verstoort.
* Misleidend is (door handelingen of omissies).
* Agressief is (door intimidatie, dwang of ongepaste beïnvloeding).
#### 3.7.2 Zwarte lijsten
Specifieke lijsten in het WER sommen handelspraktijken op die per definitie oneerlijk zijn (bv. lokvogelreclame, ongevraagde toezending met betalingsverzoek).
#### 3.7.3 Sancties
De belangrijkste sanctie is het recht van de consument om het goed te behouden en/of betaling terug te vorderen, afhankelijk van de specifieke oneerlijke praktijk.
#### 3.7.4 Verkoop met verlies (art. VI.116-117 WER)
Het verbod op verkoop met verlies is ingevoerd ter bescherming van kleinere ondernemingen tegen concurrentievervalsing. Uitzonderingen gelden voor solden, opruimingen, en goederen die niet langer bewaard kunnen worden.
### 3.8 Handhaving en sanctiemechanismen
* **Vordering tot staking:** Een civiele sanctie die de onwettige handelingen onmiddellijk doet stoppen, met mogelijke dwangsom.
* **Strafsancties:** Bestaan, maar worden in de praktijk zelden toegepast.
* **Administratieve handhaving:** Door de FOD Economie, met opsporingsbevoegdheden en de mogelijkheid tot minnelijke schikkingen.
### 3.9 Wet betreffende bescherming van consumenten bij verkoop consumptiegoederen / Garantieregeling
* **Toepassingsgebied:** Verkoop van consumptiegoederen (lichamelijke roerende goederen, digitale goederen, dieren) door een verkoper aan een consument voor privégebruik.
* **Conformiteit:** De verkoper is aansprakelijk voor elk gebrek aan overeenstemming dat bestaat bij levering en zich manifesteert binnen twee jaar na levering (voor nieuwe goederen). Gebreken die zich binnen twee jaar manifesteren, worden vermoed reeds aanwezig te zijn geweest.
* **Rechten van consument in kader van garantieregeling:**
* **Primaire remedies (kosteloos):** Herstel of vervanging van het goed, tenzij onmogelijk of onevenredige kosten. Verwijderings- en herinstallatiekosten zijn voor de verkoper.
* **Subsidiaire remedies:** Prijsvermindering of ontbinding van de overeenkomst, indien herstel/vervanging mislukt, onmogelijk is, of niet binnen een redelijke termijn kan gebeuren.
* **Wettelijke vs. commerciële garantie:** De wettelijke garantie is dwingend recht. Commerciële garanties zijn vrijwillig, bieden vaak extra voordelen, en mogen de wettelijke garantie niet afbreuk doen.
* **Meldingstermijn:** De consument moet het gebrek binnen twee maanden na ontdekking melden, tenzij anders overeengekomen.
* **Uitzonderingen op herroepingsrecht (bij verkoop op afstand/buiten verkoopruimte):** Geldt o.a. niet voor volledig uitgevoerde dienstenovereenkomsten, logies, vervoer, op maat gemaakte goederen, bederfelijke goederen, en verzegelde goederen om hygiënische redenen.
---
Dit studiegids is een samenvatting van de meest relevante informatie. Raadpleeg steeds de originele wetgeving en de aanbevolen literatuur voor een volledige en diepgaande kennis.
---
# Vennootschapsrecht en insolventie
Dit studiemateriaal vat de belangrijkste aspecten van het vennootschapsrecht en insolventierecht samen, met een focus op de oprichting, vormen, aansprakelijkheid en de procedures rond faillissement en gerechtelijke reorganisatie.
## 3. Vennootschapsrecht en insolventie
### 3.1 Vennootschapsrecht
#### 3.1.1 Oprichting en essentiële elementen van een vennootschap
Een vennootschap is een juridische entiteit die wordt opgericht door één of meerdere personen via een overeenkomst of rechtshandeling. Het onderscheidt zich van een eenmanszaak door de **rechtspersoonlijkheid** en een afgescheiden vermogen. Bij de oprichting maken de oprichters inbrengen, hetzij in geld, in natura, of middels nijverheid (arbeid). In ruil voor deze inbrengen ontvangen de oprichters aandelen. De activiteiten die de vennootschap mag ontplooien vormen het **voorwerp van de vennootschap**. Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid beschikken over een eigen afgescheiden vermogen, wat betekent dat de vennoten in principe enkel aansprakelijk zijn voor hun inbreng, in tegenstelling tot een eenmanszaak waar de ondernemer met zijn volledige privévermogen aansprakelijk is.
#### 3.1.2 Rechtspersoonlijkheid en indeling van vennootschapsvormen
Rechtspersoonlijkheid houdt in dat de organisatie door het recht als een zelfstandige entiteit wordt beschouwd, met dezelfde rechten en plichten als natuurlijke personen. Dit maakt deelname aan het rechtsverkeer mogelijk, zoals het sluiten van contracten en het voeren van rechtszaken. Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid handelen via organen die beslissingen nemen en handelingen stellen in naam en voor rekening van de vennootschap. Leden van deze organen verbinden zich hierdoor niet persoonlijk voor de verbintenissen van de rechtspersoon.
Vennootschapsvormen kunnen worden ingedeeld op basis van:
* **Rechtspersoonlijkheid:**
* **Vennootschappen met volkomen rechtspersoonlijkheid:** Deze beschikken over een afgescheiden vermogen en treden zelfstandig in rechte op. De vennoten zijn slechts beperkt aansprakelijk tot hun inbreng. Voorbeelden zijn de Besloten Vennootschap (bv), de Coöperatieve Vennootschap (cv) en de Naamloze Vennootschap (nv). Deze zijn kapitaalvennootschappen, behalve wanneer hun statuten anders bepalen (mengvormen).
* **Vennootschappen met onvolkomen rechtspersoonlijkheid:** Deze hebben een afgescheiden vermogen en kunnen zelfstandig in rechte optreden, maar de vennoten blijven hoofdelijk en onbeperkt aansprakelijk. Voorbeelden zijn de Vennootschap onder firma (vof) en de Commanditaire vennootschap (CommV). Dit zijn personenvennootschappen.
* **Vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid:** De Maatschap is de meest eenvoudige vorm en heeft in principe geen afgescheiden vermogen, waardoor vennoten onbeperkt aansprakelijk zijn.
* **Karakter van de vennootschap:**
* **Personenvennootschappen:** De nadruk ligt op de persoon van de vennoten (bv. Maatschap, vof, CommV).
* **Kapitaalvennootschappen:** De nadruk ligt op de kapitaalinbreng (bv. nv).
* **Mengvormen:** Combineert elementen van beide (bv. bv, cv).
#### 3.1.3 Bestuurdersaansprakelijkheid en organen
Rechtspersonen handelen door hun organen, wiens bevoegdheden worden bepaald door het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) en de statuten. Bestuurders en vertegenwoordigers van de vennootschap zijn in principe niet persoonlijk aansprakelijk voor de verbintenissen van de vennootschap. Echter, wanneer zij hun hoedanigheid niet duidelijk vermelden bij het aangaan van akten, kunnen zij persoonlijk verbonden worden. Bestuurders zijn aansprakelijk jegens de vennootschap voor hun bestuurshandelingen en beslissingen. Aansprakelijkheid jegens derden kan aan de orde komen bij kennelijk onredelijke beslissingen die buitencontractuele aansprakelijkheid inhouden. Er bestaan wettelijke aansprakelijkheidsbeperkingen voor bestuurders, tenzij er sprake is van grove fout, opzet of lichte fouten die gewoonlijk voorkomen.
De belangrijkste organen zijn:
* **Algemene Vergadering:** Neemt beslissingen over belangrijke zaken zoals de goedkeuring van de jaarrekening, kwijting van bestuurders, wijziging van statuten en ontbinding.
* **Bestuurders:** Besturen en vertegenwoordigen de vennootschap, sluiten overeenkomsten en treden op in rechte.
* **Commissaris:** Controleert de boekhouding en jaarrekening (verplicht voor bepaalde vennootschappen).
#### 3.1.4 Ontbinding en vereffening
Ontbinding beëindigt de vennootschap. Dit kan gebeuren van rechtswege (bv. na verstrijken van de duur), vrijwillig (beslissing algemene vergadering) of gerechtelijk (op verzoek van een belanghebbende om wettige redenen). Na ontbinding volgt de **vereffening**, waarbij de activa worden verkocht om de schuldeisers te voldoen. Het resterende saldo wordt verdeeld onder de aandeelhouders. De vereffening gebeurt door vereffenaars, die in principe door de algemene vergadering worden benoemd. De vennootschap blijft bestaan na ontbinding tot de vereffening is afgesloten.
### 3.2 Insolventierecht
#### 3.2.1 Geregistreerde reorganisatie
Gerechtelijke reorganisatie biedt een laatste reddingskans voor ondernemingen in financiële moeilijkheden. Het doel is het vrijwaren van de continuïteit van de onderneming, hetzij door middel van een minnelijk akkoord met schuldeisers, een reorganisatieplan, of een gerechtelijke overdracht van activiteiten.
* **Opsporing en voorlopige maatregelen:** De griffie verzamelt gegevens over ondernemingen in moeilijkheden. Kamers voor ondernemingen in moeilijkheden volgen deze dossiers op en kunnen een herstructureringsdeskundige of een voorlopige bewindvoerder aanstellen.
* **Procedure van gerechtelijke reorganisatie:** Een aanvraag hiertoe kan door de onderneming zelf worden ingediend. Vanaf de aanvraag geldt een opschorting van schuldvorderingen voor een bepaalde periode, wat bescherming biedt tegen schuldeisers. Gedurende deze periode kunnen lopende overeenkomsten niet zomaar worden beëindigd. De procedure kan echter vroeger worden beëindigd indien de continuïteit niet kan worden gehandhaafd.
#### 3.2.2 Faillissement
Faillissement is de procedure die leidt tot de ontbinding en vereffening van een onderneming en haar vermogen.
* **Voorwaarden voor faillietverklaring:** Een onderneming kan failliet worden verklaard indien zij duurzaam is gestopt met betalen en haar krediet is geschokt. De aanvraag kan komen van de onderneming zelf, een schuldeiser of de procureur des Konings.
* **Faillissementsvonnis en gevolgen:** Het vonnis stelt een curator aan voor de afwikkeling van het faillissement en een rechter-commissaris voor toezicht. De gefailleerde verliest het beheer over zijn vermogen, wordt beschikkingsonbevoegd en bepaalde handelingen verricht in de "verdachte periode" (voor de faillietverklaring) kunnen niet-tegenstelbaar worden verklaard. Lopende overeenkomsten kunnen door de curator worden voortgezet of beëindigd.
* **Rol van de curator:** De curator inventariseert en verkoopt de activa, verifieert de schulden, en verdeelt het resterende actief onder de schuldeisers volgens een rangregeling.
* **Aangifte en verificatie van schuldvorderingen:** Schuldeisers moeten hun vordering elektronisch aangeven bij de curator. Zonder aangifte is er geen recht op betaling uit het failliete boedel.
* **Sluiting van faillissement:** Leidt tot de ontbinding en einde van de vereffening.
> **Tip:** Begrijp het verschil tussen een gerechtelijke reorganisatie (gericht op continuïteit) en een faillissement (gericht op vereffening).
#### 3.2.3 Curator en zijn rol
De curator is een advocaat die door de rechtbank wordt aangesteld om het faillissement af te wikkelen. Hij neemt het beheer van het vermogen van de gefailleerde over en handelt in het belang van de schuldeisers en de gefailleerde. Zijn taken omvatten de inventarisatie en tegeldemaking van de activa, de verificatie van de schulden en de verdeling van het resterende vermogen.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Ondernemingsrecht | Het rechtsgebied dat zich bezighoudt met de regels en wetten die van toepassing zijn op ondernemingen en hun activiteiten, met inbegrip van vennootschapsrecht, handelscontracten en consumentenrecht. |
| Economisch recht | Een brede term die alle rechtsregels omvat die economische activiteiten reguleren, zoals vennootschappen, handelscontracten, bewijsregels en consumentenrecht. |
| Handelszaak | Een verzameling van roerende en onroerende goederen die samengebracht zijn om een onderneming uit te baten, wat kan bestaan uit zowel tastbare als ontastbare elementen. |
| Handelshuurwet | De wet die de specifieke regels en voorwaarden regelt voor de huur van onroerende goederen die hoofdzakelijk gebruikt worden voor de uitoefening van een kleinhandel of een ambachtszaak en waarbij er rechtstreeks contact is met het publiek. |
| Handelsagentuur | Een overeenkomst waarbij een handelsagent zich ertoe verbindt om voor rekening en in naam van een principaal, permanent, tegen vergoeding, cliënteel op te sporen en te bezoeken met het oog op het onderhandelen over en het sluiten van zaken. |
| Commissieovereenkomst | Een overeenkomst waarbij een commissionair zich ertoe verbindt om in eigen naam, maar voor rekening van een opdrachtgever (committent), commerciële handelingen te stellen, zoals het sluiten van verkooptransacties. |
| Concessieovereenkomst | Een raamovereenkomst waarbij een concessiegever het recht verleent aan een concessiehouder om producten van de concessiegever te verkopen of af te nemen, vaak met een element van exclusiviteit of specifieke voorwaarden. |
| Franchiseovereenkomst | Een overeenkomst waarbij een franchisegever aan een franchisenemer toestaat gebruik te maken van zijn handelsnaam, knowhow en distributiesysteem in ruil voor een vergoeding, teneinde een specifieke commerciële formule te exploiteren. |
| Makelaarsovereenkomst | Een overeenkomst waarbij een onafhankelijke tussenpersoon zich ertoe verbindt om in naam en voor rekening van een opdrachtgever te bemiddelen bij de totstandkoming van overeenkomsten tussen de opdrachtgever en diens klanten. |
| Wet betalingAchterstand Handelstransacties (WBH) | Een wet die tot doel heeft betalingsachterstanden bij handelstransacties tussen ondernemingen of tussen ondernemingen en aanbestedende overheidsinstanties tegen te gaan, door middel van regels over betalingstermijnen, wettelijke intresten en forfaitaire schadevergoedingen. |
| Rechtsplegingsvergoeding (RPV) | Een forfaitaire vergoeding die de rechter kan toekennen aan de in het gelijk gestelde partij voor de advocatenkosten die deze heeft moeten maken in een gerechtelijke procedure. |
| IOS-procedure (Invordering Onbetwiste Schulden) | Een buitengerechtelijke invorderingsprocedure via een gerechtsdeurwaarder voor onbetwiste, vaststaande en opeisbare geldschulden tussen ondernemingen, die een snellere en goedkopere invordering mogelijk maakt dan een gerechtelijke procedure. |
| Consumentenbescherming | Een verzameling wettelijke bepalingen en regels die tot doel hebben consumenten te beschermen tegen oneerlijke handelspraktijken, misleidende reclame, onredelijke contractuele bedingen en gebrekkige producten. |
| Wettelijke conformiteitswaarborg | De wettelijke garantie die de verkoper aan de consument moet bieden voor consumptiegoederen, die inhoudt dat het goed in overeenstemming moet zijn met de overeenkomst en geschikt voor het normale gebruik ervan. |
| Verkoop op afstand | Een contract gesloten tussen een onderneming en een consument, waarbij, tot en met het moment van het sluiten van de overeenkomst, uitsluitend gebruik wordt gemaakt van technieken voor communicatie op afstand, zonder dat de partijen tegelijkertijd fysiek aanwezig zijn. |
| Herroepingsrecht | Het recht van een consument om, binnen een bepaalde termijn na het sluiten van een overeenkomst op afstand of buiten de verkoopruimte, de overeenkomst zonder opgave van redenen ongedaan te maken. |
| Oneerlijke handelspraktijken | Handelspraktijken die in strijd zijn met de vereiste van professionele toewijding en die het economisch gedrag van de gemiddelde consument wezenlijk kunnen verstoren, waardoor deze een transactiebeslissing neemt die hij anders niet zou hebben genomen. |
| Lokvogelreclame (Bait Advertising) | Een misleidende handelspraktijk waarbij een onderneming een product adverteert aan een voordelige prijs, terwijl zij slechts een zeer beperkt aanbod van dat product beschikbaar heeft, met als doel consumenten te lokken om andere producten te kopen. |
| Verkoop met verlies | Het verkopen van goederen onder hun bevoorradings- of herbevoorradingsprijs, met uitzondering van specifieke wettelijk toegestane situaties zoals solden of uitverkoop. |
| Vordering tot staking | Een gerechtelijke procedure die kan worden ingesteld om een onwettige handeling onmiddellijk te doen stoppen en die kan leiden tot een bevel tot stopzetting, eventueel met een dwangsom of de publicatie van het bevel. |
| Consumptiegoederen | Lichamelijke roerende goederen, met uitzondering van energie, en digitale inhoud, die door een consument worden gekocht voor privégebruik. |
| Wettelijke garantietermijn | De wettelijke periode waarbinnen de verkoper aansprakelijk is voor gebreken aan een consumptiegoed die reeds aanwezig waren bij de levering. |
| Commerciële garantie | Een vrijwillig door de verkoper of fabrikant verstrekte garantie die aanvullende rechten biedt aan de consument bovenop de wettelijke garantie, en waarvan de inhoud vrij bepaald kan worden door de garant. |
| Vennootschap | Een organisatie van personen en/of goederen die door het recht als een zelfstandige entiteit wordt beschouwd, met eigen rechten en plichten, en die wordt opgericht met een vermogensvoordeel als oogmerk. |
| Rechtspersoonlijkheid | Het juridisch vermogen van een organisatie om deel te nemen aan het rechtsverkeer als een zelfstandige entiteit, met eigen rechten en plichten, los van de personen die erin betrokken zijn. |
| Eenmanszaak | Een onderneming die wordt uitgebaat door één natuurlijke persoon, waarbij er geen scheiding is tussen het privévermogen van de ondernemer en het vermogen van de onderneming, wat leidt tot onbeperkte aansprakelijkheid. |
| Besloten vennootschap (bv) | Een vennootschap met rechtspersoonlijkheid en beperkte aansprakelijkheid van de aandeelhouders, gekenmerkt door een flexibele structuur en geen wettelijk minimumkapitaal, wat ze een veelzijdige vorm maakt voor verschillende ondernemingen. |
| Naamloze vennootschap (nv) | Een vennootschap met rechtspersoonlijkheid en beperkte aansprakelijkheid van de aandeelhouders, die gekenmerkt wordt door een verplicht minimumkapitaal en een structuur die geschikt is voor grotere organisaties en kapitaalverwerving via de beurs. |
| Faillissement | Een procedure waarbij een onderneming die duurzaam is gestopt met betalen en wiens krediet geschokt is, onder toezicht van een curator haar vermogen liquideert om de schuldeisers zoveel mogelijk te voldoen. |
| Gerechtelijke reorganisatie | Een procedure die tot doel heeft de continuïteit van een onderneming in moeilijkheden te vrijwaren door middel van een minnelijk akkoord met schuldeisers of een reorganisatieplan, met als doel de onderneming te herstellen. |
| Curator | Een door de rechtbank aangestelde persoon die belast is met het beheer, de vereffening en de verdeling van het vermogen van een gefailleerde onderneming onder de schuldeisers. |
| Oprichtersverbintenissen | Verbintenissen die worden aangegaan door de promotoren van een vennootschap voordat deze formeel is opgericht, welke de vennootschap retroactief kan overnemen na haar oprichting. |
| Bestuurdersaansprakelijkheid | De aansprakelijkheid die bestuurders kunnen dragen voor fouten of nalatigheden in de uitoefening van hun mandaat, zowel jegens de vennootschap als jegens derden, met mogelijke beperkingen van aansprakelijkheid afhankelijk van de ernst van de fout. |
| Algemene Vergadering | Het hoogste beslissingsorgaan binnen een vennootschap, waar de aandeelhouders samenkomen om belangrijke beslissingen te nemen, zoals de goedkeuring van de jaarrekening, de benoeming van bestuurders en de wijziging van statuten. |
| Ontbinding van vennootschappen | Het beëindigen van de juridische bestaansreden van een vennootschap, wat kan gebeuren door het verstrijken van de duur, een vrijwillige beslissing van de aandeelhouders, of een gerechtelijke uitspraak. |
| Vereffening | De procedure die volgt op de ontbinding van een vennootschap, waarbij het vermogen wordt geliquideerd om schuldeisers te voldoen en de eventuele restanten onder de aandeelhouders te verdelen. |
Cover
Part II.1 shareholder empowerment 2025 SR.pdf
Summary
# Balancing interests and shareholder empowerment
This topic examines the mechanisms designed to mitigate the inherent conflicts arising from the separation of ownership and control in corporations and explores the various facets of shareholder empowerment.
### 1.1 Mechanisms mitigating the cost of separation of ownership and control
The separation of ownership and control can lead to agency problems, where the interests of management diverge from those of shareholders. Various mechanisms are in place to monitor and control management, thereby aligning these interests and reducing the costs associated with this separation. These mechanisms include direct oversight through the general meeting, external monitoring by auditors and government agencies, and internal controls. Additionally, the board of directors plays a crucial role, with executive directors and senior management forming one group, and non-executive directors (NEDs) and independent directors forming another, tasked with supervision, monitoring, and reporting. Board committees further enhance this supervisory function. Market forces, such as the threat of a corporate raider, can also act as a disciplinary mechanism [2](#page=2).
### 1.2 Position of shareholders
The position of shareholders is defined by their legal rights and the procedural aspects governing their engagement with the company [10](#page=10) [11](#page=11) [12](#page=12).
#### 1.2.1 Legal rights of shareholders
Shareholders possess a number of legal rights, some of which are harmonized at the European level through various directives. For instance, the Second Company Law Directive outlines powers for the general meeting to approve acquisitions of non-cash assets from founders, decide on the winding up of the company in cases of serious loss, approve the acquisition of own shares, decide on capital increases and reductions, and waive pre-emption rights. The Third Company Law Directive, codified in Directive 2011/35/EC, empowers the general meeting to decide on mergers. Directive 2005/56/EC specifically addresses cross-border mergers, while the Sixth Company Law Directive pertains to company divisions. The appointment of auditors is also a shareholder prerogative under Directive 2006/43/EC. The Takeover Directive, while allowing the board to frustrate a bid, permits member states to waive this provision. The Transparency Directive mandates methods for conveying information and indirectly allows for changes to the instrument of incorporation or statute [24](#page=24).
#### 1.2.2 Procedural aspects for shareholders
Procedural aspects are crucial for enabling shareholders to exercise their rights effectively [11](#page=11).
### 1.3 Shareholder empowerment
Shareholder empowerment refers to the extent to which shareholders can influence corporate governance and decision-making. The influential "Law and Finance" approach by La Porta, Lopez-de-Silanes, Shleifer, and Vishny (LLSV) has explored how different legal families (French/civil law, UK/common law, German law, Scandinavian law) impact shareholder protection and, consequently, financing patterns and ownership structures [14](#page=14) [15](#page=15) [16](#page=16).
#### 1.3.1 LLSV approach and its implications
LLSV research suggests that countries with strong anti-director rights and robust shareholder protection tend to be more financially developed, exhibit stronger economic growth, and have more dispersed ownership structures. A graphical representation illustrates a correlation between anti-director rights and a lower median stake held by the three largest shareholders, indicating more dispersed ownership in jurisdictions with stronger shareholder rights [16](#page=16) [17](#page=17).
> **Tip:** While the LLSV approach highlights important correlations, it's crucial to understand that correlation does not imply causation.
#### 1.3.2 Criticisms and further developments of the LLSV approach
The LLSV approach has faced significant criticism regarding its methodology, including an incomplete index, questionable anti-director rights assessments, and insufficient legal depth. Concerns have also been raised about confusing causation with correlation and the limitations of an empirical approach alone [21](#page=21).
Despite these criticisms, the LLSV work has been an "eye-opener" and has spurred further research in several directions. These include [22](#page=22):
* **Securities law:** Private enforcement mechanisms through disclosure and liability have been shown to enhance stock market development, with less evidence supporting the effectiveness of public enforcement [22](#page=22).
* **Tunneling:** Research has investigated how controlling shareholders might engage in "tunneling" to extract value from minority shareholders [22](#page=22).
* **Creditor protection:** Better creditor protection rights are found to enhance credit markets [22](#page=22).
* **New shareholder rights indices:** Alternative approaches, such as the leximetric approach developed by Siems, aim to create more refined indices of shareholder protection [22](#page=22).
#### 1.3.3 Shareholder engagement and duties
Shareholder empowerment is increasingly linked to shareholder duties. Directive (EU) 2017/828, known as SRDII, aims to encourage long-term shareholder engagement. This directive mandates that institutional investors and asset managers develop policies on shareholder engagement and requires proxy advisors to ensure their voting recommendations are accurate and reliable. It also stipulates that related party transactions should be submitted for approval by shareholders or disinterested board members. SRDII also includes provisions on "Say on Pay" [25](#page=25).
#### 1.3.4 Shareholder activism and Annual General Meetings (AGMs)
The dynamics of Annual General Meetings (AGMs) are a key area where shareholder empowerment is exercised. The attendance of smaller shareholders can be calculated relative to the voting block of the largest or controlling shareholder and their concert parties. Data shows variations in AGM attendance rates across different European countries between 2008 and 2017. Furthermore, there has been an increase in corporate sustainability questions posed by shareholders at AGMs in the Netherlands [28](#page=28) [29](#page=29) [32](#page=32) [33](#page=33).
#### 1.3.5 Improving voting procedures and reducing participation impediments
Improving voting procedures and reducing impediments to participation are vital for enhancing shareholder empowerment. Directive 2007/36/EC (SRD) focuses on listed companies and includes protective measures such as a minimum notice period of 21 days for general meetings, formal requirements for meeting notices, and the availability of agenda items online. It grants shareholders holding at least 5% of share capital the right to propose items for the agenda and prohibits the blocking of shares. Member states are required to facilitate electronic participation and voting by mail, and companies must allow proxy voting. Companies are also obligated to make voting results publicly available [34](#page=34) [35](#page=35).
SRDII further builds on these provisions by requiring intermediaries to communicate shareholder identities to companies and facilitate the transfer of information between companies and shareholders. Intermediaries must also help shareholders exercise their rights and confirm the receipt of votes [36](#page=36).
---
# Position and rights of shareholders
Shareholders are the owners of a company, providing essential financial backing in exchange for potential financial returns and a set of legal rights [7](#page=7).
### 2.1 The shareholder as owner and financier
Shareholders represent the proprietary interest in a company. Their fundamental role is to provide the capital necessary for the company's operations and growth. In return for this investment, shareholders are entitled to two primary benefits [7](#page=7):
* **An uncertain financial return:** This return is not guaranteed and depends on the company's profitability and performance over its lifetime. The potential financial returns can manifest as dividends, or through capital appreciation of their shares [7](#page=7) [8](#page=8) [9](#page=9).
* **A number of legal rights:** These rights are established to protect the shareholders' interests and their investment in the company [7](#page=7).
> **Tip:** Understanding the inherent uncertainty of financial returns is crucial for shareholders. It underscores the importance of due diligence and risk assessment before investing.
### 2.2 Evolution of financial returns
The value and potential returns for shareholders can fluctuate significantly over time, reflecting the dynamic nature of business and market conditions. Factors such as economic climate, industry trends, and company-specific performance all contribute to this variability [9](#page=9).
> **Example:** The "Evolution of the Eurostoxx 50" chart illustrates how the value of a basket of leading European stocks can change, demonstrating the fluctuating nature of returns for those holding shares in companies within that index [9](#page=9).
---
# Legal frameworks and financing patterns
This topic explores how diverse legal systems, particularly common law and civil law, influence shareholder protection, financing structures, and ownership configurations, drawing on significant academic research.
### 3.1 The LLSV research and its implications
The seminal Law, Finance, and Organization (LLSV) research posits that variations in legal systems, categorized into different legal families such as French/civil law, UK/common law, German law, and Scandinavian law, have a significant impact on financial development. Specifically, countries characterized by strong anti-director rights, which equate to robust shareholder protection, tend to exhibit greater financial development, stronger economic growth, and more dispersed ownership structures. This is visually represented by a comparison of shareholder rights versus ownership concentration, indicating a median stake of the three largest shareholders as a percentage of total ownership [14](#page=14) [16](#page=16) [17](#page=17).
> **Tip:** The LLSV framework highlights a crucial link: stronger legal protections for shareholders appear to foster more developed financial markets and broader ownership bases.
### 3.2 Criticisms and further developments of the LLSV approach
While the LLSV approach has been highly influential, it has also faced substantial criticism. Critiques include [21](#page=21):
* **Incomplete or incorrect indices:** Concerns have been raised about the completeness and accuracy of the anti-director rights index used [21](#page=21).
* **Causation vs. Correlation:** Questions remain about whether the observed relationships are truly causal or merely correlational [21](#page=21).
* **Empirical limitations:** The empirical methodology has been deemed insufficient by some, particularly from a legal perspective [21](#page=21).
Despite these criticisms, the LLSV research served as an "eye-opener" and spurred further investigation in several directions. These subsequent developments include [22](#page=22):
* **Securities law and private enforcement:** Research suggests that private enforcement mechanisms, driven by disclosure requirements and liability rules within securities law, are more effective in developing stock markets than public enforcement [22](#page=22).
* **Tunneling:** Studies have investigated the phenomenon of "tunneling," where controlling shareholders can expropriate minority shareholder wealth [22](#page=22).
* **Creditor protection:** Enhanced creditor protection rights have been found to positively impact the credit market [22](#page=22).
* **New shareholder rights indices:** The development of new indices, such as those based on the Leximetric approach by Siems aims to provide more refined measures of shareholder rights. One such study by Katelouzou and Siems provides leximetric evidence for shareholder protection across 30 countries over a significant period [22](#page=22) [23](#page=23).
> **Example:** A country with strong legal protections against insider trading and robust disclosure requirements (elements of shareholder protection) is more likely to see a vibrant stock market with greater participation from a wider range of investors, a finding supported by extensions of the LLSV framework.
---
## Common mistakes to avoid
- Review all topics thoroughly before exams
- Pay attention to formulas and key definitions
- Practice with examples provided in each section
- Don't memorize without understanding the underlying concepts
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Shareholder | The owners of a company who provide financial backing in exchange for potential dividends and possess certain legal rights. |
| Balancing interests | The process of managing and harmonizing the diverse and often competing interests of various stakeholders within a corporation, primarily focusing on shareholders and management. |
| Separation of ownership and control | A corporate governance issue where the individuals who own the company (shareholders) are distinct from those who manage it on a day-to-day basis (management). |
| Raider corporation | Refers to a corporation, often a hostile acquirer, that seeks to take over another company, typically by purchasing a significant portion of its shares. |
| External auditor | An independent professional who examines a company's financial statements to provide an opinion on their fairness and accuracy, ensuring compliance with accounting standards. |
| General meeting | A formal gathering of a company's shareholders, usually held annually, where important decisions are made, directors are elected, and financial reports are presented. |
| Reporting & disclosure | The mandatory process by which companies publicly communicate financial and operational information to shareholders and regulatory bodies, ensuring transparency. |
| Monitoring | The oversight and evaluation of a company's management and performance by shareholders, the board of directors, or other governing bodies to ensure accountability and adherence to objectives. |
| NED (Non-Executive Director) | A member of a company's board of directors who is not involved in the day-to-day executive management of the company and provides independent oversight. |
| Independent directors | Board members who have no material relationship with the company or its executives, ensuring objective decision-making and oversight. |
| Executive directors | Directors who are also employees of the company, holding management positions and involved in the daily operations and strategic direction. |
| Senior management | The group of individuals responsible for the overall operation and strategic direction of a company, typically including the CEO, CFO, and other top executives. |
| Board committees | Subcommittees of the main board of directors, each focusing on specific areas such as audit, remuneration, or nomination, to enhance efficiency and expertise. |
| Internal control | Processes and procedures implemented by a company to safeguard its assets, ensure the accuracy of its financial reporting, and promote operational efficiency. |
| Eurostoxx 50 | A stock market index that represents the performance of 50 of the largest and most liquid blue-chip stocks from countries within the Eurozone. |
| Legal rights | Entitlements granted to shareholders by law, enabling them to participate in certain company decisions, access information, and seek remedies for grievances. |
| Procedural aspects | The formal steps and rules that govern how corporate decisions are made and how shareholder rights are exercised, particularly in relation to meetings and voting. |
| Shareholder empowerment | The process and mechanisms that increase the influence and decision-making power of shareholders within a company, often through enhanced rights and engagement. |
| Law and Finance (LLSV) | A significant academic research framework, associated with La Porta, Lopez-de-Silanes, Shleifer, and Vishny, that examines the relationship between legal systems and financial market development. |
| Legal families | Classifications of legal systems based on shared historical origins and characteristics, such as civil law (e.g., French, German) and common law (e.g., UK, US). |
| Anti-director rights | Legal provisions designed to protect shareholders from potential abuses by directors, such as rights to sue directors or to call for general meetings. |
| Financing patterns | The ways in which companies raise capital, influenced by factors such as legal frameworks, investor protection, and market development. |
| Ownership structures | The distribution of ownership within a company, ranging from concentrated ownership by a few major shareholders to dispersed ownership among many small shareholders. |
| Leximetric approach | A research methodology that uses quantitative methods and statistical analysis to measure and compare legal phenomena, such as shareholder rights indices. |
| Securities law | The body of law that governs the issuance, trading, and regulation of financial securities, including stocks and bonds. |
| Private enforcement mechanisms | Legal processes where individuals or private entities initiate legal actions to enforce regulations, as opposed to government or public enforcement. |
| Public enforcement | The enforcement of laws and regulations by government agencies or public authorities. |
| Tunneling | An unethical or illegal practice where majority shareholders or controlling parties transfer assets or profits out of a company for their own benefit, often at the expense of minority shareholders. |
| Creditor protection rights | Legal provisions that safeguard the interests of those who have lent money to a company, ensuring repayment and limiting the company's ability to take on excessive debt. |
| Corporate sustainability | The practice of managing a company's operations in a way that minimizes its environmental impact, promotes social responsibility, and adheres to good governance principles. |
| Shareholder activism | The practice by which shareholders use their holdings to influence a corporation's behavior, strategies, or governance. |
| AGM (Annual General Meeting) | The yearly meeting of a company's shareholders where key decisions are made and company performance is reviewed. |
| Voting block | A group of shareholders who have agreed to vote their shares in a similar manner, potentially exerting significant influence on company decisions. |
| Proxy advisors | Firms that provide research and recommendations to institutional investors on how to vote their shares at company meetings. |
| Proxy holder | An individual appointed by a shareholder to attend and vote at a company meeting on behalf of that shareholder. |
| Say on Pay | A shareholder advisory vote on executive compensation, allowing shareholders to express their approval or disapproval of the remuneration packages awarded to top executives. |
| Related party transactions | Financial transactions between a company and its directors, executives, or major shareholders, which require careful scrutiny to prevent conflicts of interest. |
| Intermediaries | Financial institutions, such as banks or brokers, that facilitate transactions and communication between companies and shareholders. |
| Blocking of shares | A practice where shares are temporarily frozen or restricted, preventing them from being traded or voted, often used as a prerequisite for participation in certain corporate actions. |
| Blocking of shares | A practice where shares are temporarily frozen or restricted, preventing them from being traded or voted, often used as a prerequisite for participation in certain corporate actions. |
| Electronic participation | The ability for shareholders to participate in company meetings remotely through electronic means, such as video conferencing or online platforms. |
| Vote by mail | A method allowing shareholders to cast their votes in company meetings by sending in their ballots through postal mail. |
| Instrument of incorporation | The foundational legal document of a company, such as articles of association or a charter, which outlines its structure, purpose, and governance rules. |
| Statute | A formal written law passed by a legislative body. |
| Directive (EU) 2017/1132 | A European Union directive that consolidates and codifies various aspects of company law, including provisions related to shareholder rights and company operations. |
| Directive (EU) 2017/828 (SRDII) | A European Union directive aimed at encouraging long-term shareholder engagement by imposing obligations on institutional investors, asset managers, and proxy advisors. |
| SRDI (Directive 2007/36/EC) | A European Union directive that outlines specific rights for shareholders in listed companies, focusing on improving their ability to exercise these rights, particularly concerning general meetings. |
Cover
Recht voor ondernemers SV.docx
Summary
## Inleiding tot het ondernemingsrecht
Het recht voor ondernemers is een complex samenspel van diverse rechtsdomeinen, met het ondernemingsrecht als kern. Dit omvat ook elementen uit het sociaal recht en Europees recht, aangezien veel regels voortkomen uit Europese richtlijnen. Ondernemingsrecht wijkt op specifieke punten af van het algemene burgerlijk recht, maar wanneer het ondernemingsrecht stilzwijgt, valt men terug op het burgerlijk recht. Het regelt primair de rechtsregels die door ondernemingen nageleefd moeten worden, en omvat zaken als vennootschapsrecht, consumentenrecht en regels rond ondernemingen in moeilijkheden.
### Wie is een onderneming?
De definitie van een onderneming is cruciaal en houdt rekening met twee hoofdelementen:
* Het al dan niet nastreven van winst.
* Het al dan niet hebben van rechtspersoonlijkheid.
Wie **geen** winst nastreeft én **geen** rechtspersoonlijkheid heeft, is **geen** onderneming. De Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) biedt feitelijke controle over ondernemingen, aangezien deze publiek toegankelijk is.
### Wat is sociaal recht?
Sociaal recht bestaat uit twee hoofdpijlers:
* **Arbeidsrecht**: Dit regelt de verhoudingen tussen werkgevers en werknemers, zowel individueel (tussen werkgever en werknemer) als collectief (afgesloten tussen vakbonden en werkgeversorganisaties).
* **Socialezekerheidsrecht**: Dit omvat de socialezekerheidsuitkeringen en -bijdragen, die van toepassing zijn op zowel zelfstandigen als werknemers.
### Het begrip onderneming (na de hervorming)
Met de wet van 15 april 2018 is het begrip 'handelaar' afgeschaft en vervangen door het bredere begrip 'onderneming'.
* **Nieuw ondernemingsbegrip (art. I.1.1e WER):**
* Iedere natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent (eenmanszaken).
* Iedere rechtspersoon, met uitzondering van publiekrechtelijke rechtspersonen die geen goederen of diensten op de markt aanbieden, de Staat of gedecentraliseerde diensten (bijv. NV, BV, CV, VZW, stichting).
* Iedere andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid, tenzij zij niet aan winstuitkering doet of beoogt te doen (bijv. maatschap).
**Vrije beroepen** zoals advocaten, artsen, accountants, enz., worden beschouwd als ondernemingen, mits zij voldoen aan bepaalde opleidingseisen, permanente vorming en plichtenleer. De kwalificatie als onderneming heeft belangrijke implicaties voor oprichtingsformaliteiten, insolventieregels (zoals faillissement), marktpraktijken, bevoegde rechtbanken, bewijsregels, betalingsachterstand, sociale bijdragen en boekhoudkundige verplichtingen.
> **Tip:** Een vrije beroeper zoals een advocaat wordt beschouwd als een ondernemer omdat deze een vrij beroep uitoefent. Semi-overheidsinstellingen die goederen en diensten op de markt brengen, zoals de NMBS, zijn eveneens ondernemingen.
### Bronnen van het ondernemings- en sociaal recht
1. **Wetgeving:**
* Nationale wetgeving: Ondernemingsrecht (WER, WVV, BW), Sociaal recht (WAO, RSZ-wetgeving).
* Internationale wetgeving: Europese verordeningen en richtlijnen, met name van invloed op consumentenrecht, betalingsachterstand, intellectuele eigendom en handelsagentuur.
2. **Rechtspraak:** Uitspraken van hoven en rechtbanken, waaronder de Ondernemingsrechtbank en het Arbeidshof.
* **Ondernemingsrechtbank:** Bevoegd voor geschillen tussen ondernemingen, ongeacht de waarde. Ook voor gemengde geschillen waarbij een particulier als eiser optreedt tegen een onderneming. Particulieren kunnen niet zelfstandig dagvaarden voor de ondernemingsrechtbank. Bij geschillen tussen consumenten en ondernemingen kan de consument kiezen tussen de ondernemingsrechtbank of een burgerlijke rechtbank.
* **Arbeidsrechtbank:** Bevoegd voor geschillen tussen werkgevers en werknemers (arbeidsrecht) en geschillen tussen sociale zekerheidsinstellingen en sociaal verzekerden (socialezekerheidsrecht).
3. **Gewoonte:** Welbepaalde en herhaalde handelswijzen die bindend zijn.
4. **Rechtsleer:** Studies geschreven door rechtsgeleerden, niet bindend maar wel gezaghebbend voor interpretatie.
## Oprichting van een onderneming
### De voorwaarden voor het statuut van ondernemer
Het principe is de **vrijheid van ondernemen**. Uitzonderingen zijn:
* Handelingsonbekwamen (o.a. minderjarigen).
* Niet-EER onderdanen (beroepskaart vereist).
* Personen met een beroepsverbod (te controleren via JustBAN).
* Vrije beroepen (specifieke vereisten).
### Oprichtingsformaliteiten
Het oprichten van een onderneming vereist een reeks stappen:
1. **Kies het gepaste statuut:** Eenmanszaak of vennootschap.
2. **Verzamel de vereiste kennis of ervaring:** Vooral relevant voor vrije beroepen.
3. **Open een zakelijke zichtrekening:** Verplicht voor vennootschappen, sterk aangeraden voor eenmanszaken.
4. **Verkrijg de nodige erkenningen/vergunningen:** Omgevingsvergunning, leurderskaart, beroepskaart, FAVV-registratie, etc.
5. **Richt de vennootschap op:** Indien van toepassing (zie verder).
6. **Schrijf je in bij de KBO.**
7. **Activeer je BTW-nummer.**
8. **Breng je sociale zekerheid in orde.**
9. **Registreer je in het UBO-register** (voor vennootschappen).
#### Stap 1: Kies het gepaste statuut
* **Eenmanszaak:**
* **Voordelen:** Weinig opstartformaliteiten, eenvoudige boekhouding, goedkoper.
* **Nadelen:** Onbeperkte persoonlijke aansprakelijkheid, volledige winst belast in personenbelasting.
* **Vennootschap:**
* **Voordelen:** Ondernemen als rechtspersoon, afgescheiden vermogen, beperkte aansprakelijkheid, vennootschapsbelasting (vaak gunstiger).
* **Nadelen:** Meer opstartformaliteiten (oprichtingsakte), complexere boekhouding.
* Typen: BV (Besloten Vennootschap - kan alleen), NV (Naamloze Vennootschap - kan alleen), CV (Coöperatieve Vennootschap - min. 3), Maatschap (min. 2, geen rechtspersoonlijkheid, onbeperkte aansprakelijkheid).
#### Stap 2: Behaal de vereiste kennis
Sinds 1 september 2018 is de basiskennis bedrijfsbeheer voor KMO's afgeschaft. Specifieke beroepsbekwaamheid is enkel nog vereist voor vrije beroepen.
#### Stap 3: Open een zakelijke zichtrekening
Essentieel voor professionele verrichtingen en verplicht voor vennootschappen.
#### Stap 4: Verkrijg de nodige vergunningen
Diverse vergunningen kunnen vereist zijn, afhankelijk van de activiteit, zoals de omgevingsvergunning (vervangt stedenbouwkundige en milieuvergunning), leurderskaart, beroepskaart, of registraties bij instanties zoals het FAVV.
#### Stap 5: Richt de vennootschap op (indien van toepassing)
Dit omvat het opmaken van een oprichtingsakte (onderhands of authentiek), het opstellen van statuten, en indien vereist, een financieel plan en bankattest.
#### Stap 6: Schrijf je in bij de KBO
De inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) via een ondernemingsloket of de griffie is verplicht en resulteert in een ondernemingsnummer.
#### Stap 7: Activeer je BTW-nummer
Dit is vereist voor btw-plichtigen, met een vrijstelling mogelijk voor kleine ondernemingen (< 25.000 euro omzet).
#### Stap 8: Breng je sociale zekerheid in orde
Aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds en een ziekenfonds is noodzakelijk.
#### Stap 9: Registreer je in het UBO-register
Dit is verplicht voor vennootschappen om witwassen tegen te gaan en identificeert de uiteindelijke begunstigden.
## Verzekeringen en handelshuur
### Afsluiten van verzekeringen
Verschillende soorten verzekeringen zijn relevant:
* **Persoonsverzekeringen:** Dekken schade aan persoon of leven (bv. ziekte-, levensverzekering).
* **Schadeverzekeringen:** Dekken schade aan vermogen.
* **Zaakverzekering:** Schade aan eigen goederen (bv. brand-, omniumverzekering).
* **Aansprakelijkheidsverzekering:** Dekt schade aan derden omwille van eigen aansprakelijkheid (bv. BA-autoverzekering).
* **Specifieke verzekeringen voor zelfstandigen:** Verzekering gewaarborgd inkomen, VAPZ (Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen), IPT (Individuele Pensioentoezegging).
* **Bedrijfsgerichte verzekeringen:** BA-uitbating, BA na levering, objectieve BA-brand en ontploffing, beroepsaansprakelijkheidsverzekering (verplicht voor bepaalde beroepen).
### Handelshuur
De **Handelshuurwet** regelt huurovereenkomsten voor onroerende goederen die gebruikt worden voor kleinhandel of ambachten met rechtstreeks contact met het publiek.
* **Duur en opzegging:** Minimaal 9 jaar. Huurder kan opzeggen om de drie jaar (6 maanden opzegtermijn). Verhuurder kan om de drie jaar opzeggen mits contractueel voorzien en 1 jaar opzegtermijn, meestal voor eigen gebruik.
* **Huurprijs en herziening:** Huurprijs wordt onderling overeengekomen. Indexering is mogelijk indien voorzien. Herziening door de vrederechter is mogelijk om de drie jaar bij een wijziging van de huurwaarde met minstens 15%.
* **Verbouwingswerken:** Toegestaan indien ze dienstig zijn voor de onderneming, de kosten niet meer dan drie jaar huur bedragen en de veiligheid, gezondheid en esthetiek niet in het gedrang brengen. Melding aan de verhuurder is vereist.
* **Huurhernieuwing:** De huurder heeft recht op verlenging, driemaal negen jaar is mogelijk. Aanvraag moet gebeuren tussen de 18e en 15e maand voor het verstrijken van de huurperiode. Bij weigering door de verhuurder is meestal een uitzettingsvergoeding verschuldigd.
## Intellectuele eigendom
Intellectuele eigendom beschermt de creaties van de geest. De belangrijkste rechten zijn:
* **Merkenrecht:** Een teken dat producten of diensten onderscheidt. Dit kan een woordmerk, beeldmerk, klankmerk, vormmerk of kleurmerk zijn. Bescherming is sectoraal, tenzij het merk zeer bekend is. Registratie kan via BOIP, EUIPO of WIPO.
* **Tekeningen- en modellenrecht:** Beschermt het uiterlijk van een product. Vereist nieuwheid en een eigen karakter. Een niet-geregistreerd gemeenschapsmodel geniet 3 jaar bescherming tegen namaak.
* **Auteursrecht:** Beschermt werken van letterkunde en kunst. Ontstaat automatisch, zonder registratie. Geldig gedurende 70 jaar na het overlijden van de auteur.
* **Octrooirecht (patent):** Beschermt uitvindingen, zijnde technische oplossingen voor technische problemen. Vereist nieuwheid, industriële toepasbaarheid en uitvinderswerkzaamheid. Software valt primair onder auteursrecht, maar kan onder octrooi vallen indien het een technisch effect heeft.
> **Tip:** Bij het aanvragen van merkbescherming is het belangrijk om de sector waarin de onderneming actief is, correct te definiëren. Een bekend merk kan ook bescherming genieten buiten zijn eigen sector.
## Geschillen met ondernemingen
### De ondernemingsrechtbank
De ondernemingsrechtbank is bevoegd voor geschillen tussen ondernemingen. Ook voor gemengde geschillen waarbij een particulier eiser is, of wanneer een consument een klacht heeft tegen een onderneming. Territoriale bevoegdheid wordt bepaald door het arrondissement, met mogelijkheid tot forumbedingen.
### Bewijsrecht in ondernemingszaken
Sinds 1 november 2020 geldt een nieuw bewijsrecht (Boek 8 BW), aangepast aan de digitale wereld.
* **Bewijs tegen een particulier:** Vrije bewijsvoering, behalve voor rechtshandelingen > 3.500 euro waarvoor een ondertekend geschrift vereist is.
* **Bewijs tegen een onderneming:** Vrije bewijsvoering, ongeacht de waarde.
Belangrijke bewijsmiddelen zijn geschriften (ondertekend), getuigen en vermoedens. Facturen en de boekhouding hebben een specifieke bewijswaarde, zowel in het voordeel als in het nadeel van de onderneming.
> **Tip:** Bij het protesteren van een factuur is het essentieel om dit schriftelijk te doen, met een duidelijke reden en binnen een korte termijn, bij voorkeur per aangetekende brief.
### Betalingsachterstand bij handelstransacties
De wet bestrijding betalingsachterstand bij handelstransacties is van toepassing op transacties tussen ondernemingen en overheidsinstanties.
* **Betalingstermijn:** Maximaal 60 dagen, tenzij anders overeengekomen en niet kennelijk onbillijk voor de schuldeiser. Standaardtermijn is 30 kalenderdagen na ontvangst van de factuur of goederen/diensten.
* **Sancties:** Bij laattijdige betaling, automatisch verschuldigde wettelijke vertragingsrente (ECB + 8%) en een forfaitaire schadevergoeding van 40 euro, zonder ingebrekestelling.
Voor consumenten gelden afwijkende regels: geen vaste betalingstermijn, wettelijke interest (4,5%) indien niets overeengekomen, en specifieke maximale interestvoeten en schadevergoedingen voorzien in Boek XIX WER.
## Vennootschapsrecht: Maatschap, BV, CV, NV
Het vennootschapsrecht regelt de oprichting en werking van vennootschappen.
### De Maatschap
Een maatschap is een overeenkomst tussen minstens twee personen om inbrengen te verenigen met het oog op een gezamenlijk voordeel.
* **Kenmerken:** Personenvennootschap zonder rechtspersoonlijkheid (tenzij omgezet in VOF of CommV). Kan stil of tijdelijk zijn.
* **Oprichtingsformaliteiten:** Eenvoudig (onderhandse overeenkomst, inschrijving KBO, btw-registratie, UBO-registratie). Geen oprichtingsakte, financieel plan of minimum inbreng vereist.
* **Aansprakelijkheid:** Onbeperkt en hoofdelijk voor de schulden van de maatschap.
* **Bestuur:** Kan door zaakvoerders gebeuren, vennoten zijn gebonden indien de zaakvoerder binnen zijn bevoegdheid handelt.
* **Beslissingen:** Eenparigheid vereist, tenzij de overeenkomst anders bepaalt.
### De Besloten Vennootschap (BV)
De BV is de standaard vennootschap geworden onder het nieuwe WVV.
* **Aanvangskapitaal:** Toereikend aanvangsvermogen, te motiveren in een financieel plan.
* **Oprichtingsformaliteiten:** Authentieke oprichtingsakte, plaatsing en volledige storting van aandelen.
* **Effecten:** Aandelen zijn op naam, tenzij de BV beursgenoteerd is. Winstbewijzen kunnen worden uitgegeven zonder stemrecht.
* **Bestuur:** Kan door één of meerdere bestuurders gebeuren, collegiaal of individueel. Dagelijks bestuur is mogelijk.
* **Algemene Vergadering (AV):** Gelijkwaardige behandeling van aandeelhouders. Gewone AV voor goedkeuring jaarrekening, buitengewone AV voor statutenwijzigingen.
* **Kapitaalvermindering/verhoging:** Vereist statutenwijziging. Uitkering dividenden onderworpen aan de dubbele uitkeringstest (balans- en liquiditeitstest).
### De Coöperatieve Vennootschap (CV)
De CV is gericht op samenwerking en kan erkend worden als sociale onderneming.
* **Oprichting:** Minimaal 3 oprichters, toereikend aanvangsvermogen, financieel plan, authentieke akte.
* **Effecten:** Aandelen op naam en met stemrecht. Kan niet beursgenoteerd zijn.
* **Vermogen:** Variabel, toetreding en uittreding van vennoten beïnvloeden het vermogen zonder statutenwijziging.
### De Naamloze Vennootschap (NV)
De NV is bedoeld voor grote kapitaalkrachtige ondernemingen met een ruim aandeelhouderschap.
* **Minimumkapitaal:** EUR 61.500,00.
* **Oprichtingsformaliteiten:** Authentieke akte, volstorting kapitaal.
* **Bestuur:** Monistisch (Raad van Bestuur) of duaal (Directieraad en Raad van Toezicht). Bestuurders worden benoemd door de AV en zijn ad nutum ontslaanbaar, tenzij anders bepaald.
* **Kapitaalverhoging/vermindering:** Vereist statutenwijziging. Uitgiftepremie is mogelijk.
## Sociaal statuut voor zelfstandigen en werknemers
### Sociaal statuut voor zelfstandigen
Een zelfstandige is een natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsbezigheid uitoefent zonder band van ondergeschiktheid.
* **Statuten:** Hoofdberoep, bijberoep, student-ondernemer, zelfstandig helper, meewerkend partner.
* **Verplichtingen:** Aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds en ziekenfonds, betalen van sociale bijdragen.
* **Sociale bijdragen:** Berekend op het netto belastbaar inkomen, met voorlopige en definitieve bijdragen. Starters betalen de eerste drie jaar een forfaitaire minimumbijdrage.
* **Rechten:** Ziekteverzekering, uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid, moederschapsrust, geboorteverlof, kinderbijslag, pensioen.
* **Overbruggingsrecht:** Tijdelijke uitkering bij stopzetting van de zelfstandige activiteit om financiële redenen.
### Sociaal statuut voor werknemers
Een werknemer verricht arbeid voor iemand anders, tegen loon, onder diens gezag en is verbonden door een arbeidsovereenkomst.
* **Soorten arbeidsovereenkomsten:** Arbeider, bediende, handelsvertegenwoordiger, dienstbode; onbepaalde duur, bepaalde duur, studentenarbeid, uitzendarbeid, flexi-job.
* **RSZ-bijdragen:** Zowel werknemer (13,07%) als werkgever (25% of 30,57%) betalen bijdragen berekend op het brutoloon (met uitzonderingen). Doelgroepverminderingen zijn mogelijk.
* **Pensioen:** Wettelijk pensioen berekend op basis van loopbaan, loon en gezinssituatie. Aanvullend pensioen (VAPZ, IPT, groepsverzekering) en pensioensparen zijn mogelijk.
## Ondernemingen in moeilijkheden
Ondernemingen met financiële problemen kunnen gebruikmaken van insolventieprocedures.
### Faillissement
Het faillissement beëindigt de onderneming en verdeelt het vermogen onder de schuldeisers, met een wettelijke rangorde voor de terugbetaling. Schuldeisers met zakelijke zekerheidsrechten en schuldeisers met een bijzonder of algemeen voorrecht genieten een voorkeursbehandeling. De curator beheert het vermogen en stelt de datum van staking van betaling vast. Handelingen gesteld tijdens de "verdachte periode" kunnen niet-tegenwerpelijk verklaard worden.
### Gerechtelijke reorganisatie
Deze procedure beoogt de continuïteit van de onderneming te behouden.
* **Doel:** Opschorting van betaling, geen gedwongen tenuitvoerlegging, geen beëindiging van lopende overeenkomsten.
* **Pistes:** Gerechtelijk minnelijk akkoord, collectief akkoord, overdracht onder gerechtelijk gezag.
* **Verzoekschrift:** Ingediend via het centraal register solvabiliteit (RegSol).
### Buitengerechtelijke maatregelen
Kamers voor ondernemingen in moeilijkheden monitoren de toestand van ondernemingen en kunnen doorsturen naar het OM. Buitengerechtelijke minnelijke akkoorden buiten de gerechtelijke procedures zijn mogelijk en kunnen gehomologeerd worden.
---
**Veel succes met de voorbereiding op je examen!**
Glossary
## Verklarende woordenlijst
| Term | Definitie |
| :---------------------- | :----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- |
| Ondernemingsrecht | Het rechtsgebied dat specifiek van toepassing is op ondernemingen, waarbij de rechtsregels die zij moeten naleven centraal staan. Dit recht wijkt op bepaalde punten af van het algemeen burgerlijk recht en regelt de oprichting, organisatie en werking van ondernemingen in hun economische activiteiten. |
| Rechtspersoonlijkheid | Het juridisch vermogen om, net als een natuurlijk persoon, rechten en plichten te hebben, contracten af te sluiten en voor de rechtbank te verschijnen. Rechtspersonen hebben een eigen vermogen dat losstaat van dat van hun oprichters of leden. |
| Eenmanszaak | Een onderneming die wordt gedreven door één natuurlijke persoon, waarbij er geen juridisch onderscheid is tussen het vermogen van de ondernemer en dat van de onderneming. De ondernemer is persoonlijk en onbeperkt aansprakelijk. |
| Vennootschap | Een organisatie die door twee of meer personen wordt opgericht met het doel een gezamenlijke economische activiteit uit te oefenen en winst te behalen. Vennootschappen kunnen rechtspersoonlijkheid bezitten, wat hun aansprakelijkheid beperkt tot hun eigen vermogen. |
| Handelsregister (KBO) | De Kruispuntbank van Ondernemingen, een publieke digitale databank die alle essentiële informatie bevat over geregistreerde ondernemingen in België, zoals hun naam, rechtsvorm, zetel, bestuurders en activiteiten. |
| Intellectuele eigendom | Rechten die betrekking hebben op de creaties van de menselijke geest, zoals uitvindingen, merken, ontwerpen en auteursrechtelijk beschermde werken, die bescherming bieden tegen ongeoorloofd gebruik door derden. |
| Faillissement | Een procedure waarbij een onderneming die duurzaam is gestopt met betalen, collectief wordt ontbonden. Het vermogen van de onderneming wordt te gelde gemaakt en verdeeld onder de gezamenlijke schuldeisers, volgens een wettelijke rangorde. |
| Gerechtelijke reorganisatie | Een procedure die ondernemingen in moeilijkheden toelaat om, met behoud van continuïteit, een collectief akkoord te bereiken met hun schuldeisers, met als doel een faillissement te vermijden. Dit kan gebeuren via een gerechtelijk minnelijk akkoord, een collectief akkoord of een overdracht onder gerechtelijk gezag. |
| Sociaal statuut | De juridische en sociale regeling die van toepassing is op een persoon op basis van zijn beroepsactiviteit, waarbij onder meer de verplichtingen met betrekking tot sociale bijdragen en de rechten op sociale uitkeringen worden vastgelegd. |
Cover
Samenvatting vennoot H1-H6.pdf
Summary
# Wie is onderworpen aan de vennootschapsbelasting?
Dit hoofdstuk beschrijft de drie voorwaarden waaraan vennootschappen, verenigingen en instellingen moeten voldoen om onderworpen te zijn aan de vennootschapsbelasting in België, met speciale aandacht voor rechtspersoonlijkheid, de fiscale woonplaats en de aard van de economische activiteit [2](#page=2).
### 1. Rechtspersoonlijkheid bezitten
De eerste voorwaarde voor onderwerping aan de vennootschapsbelasting is dat de entiteit rechtspersoonlijkheid bezit. Dit betekent dat de instelling een juridische persoonlijkheid heeft die losstaat van haar leden. Rechtspersoonlijkheid kan verkregen worden onder Belgisch of buitenlands publiek- of privaatrecht [2](#page=2).
#### 1.1 Het nieuwe vennootschapsrecht
Sinds 1 mei 2019 regelt het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) de oprichting van vennootschappen. De belangrijkste vennootschapsvormen zijn de vennootschap onder firma (VOF), de commanditaire vennootschap (CommV), de besloten vennootschap (BV), de coöperatieve vennootschap (CV), de naamloze vennootschap (NV) en de maatschap. De maatschap is de enige vennootschapsvorm zonder rechtspersoonlijkheid. Alle vennootschappen die na 1 mei 2019 zijn opgericht, vallen volledig onder de nieuwe wetgeving. Het onderscheid tussen handels- en burgerlijke vennootschappen verdwijnt, net als de landbouwvennootschap als aparte vorm. De VSO verdwijnt, terwijl een CV erkend kan worden als 'sociale onderneming' [2](#page=2) [3](#page=3).
#### 1.2 Verenigingen en stichtingen
Een vereniging streeft een belangeloos doel na en mag geen rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel uitkeren of bezorgen aan oprichters, leden, bestuurders of anderen. Een stichting is een rechtspersoon zonder leden, opgericht om een belangeloos doel na te streven, en mag evenmin vermogensvoordelen uitkeren. De nieuwe wetgeving versoepelt de regels voor vzw's, die nu elke activiteit mogen uitoefenen die nodig is om hun belangeloos doel te bereiken, zolang de winst niet wordt uitgekeerd. Vzw's die winstgevende activiteiten ontplooien die niet bijkomstig zijn aan hun kerntaak, worden onderworpen aan de vennootschapsbelasting in plaats van de rechtspersonenbelasting (RPB) [3](#page=3) [6](#page=6) [8](#page=8).
#### 1.3 Fiscale transparantie
Indien een entiteit geen rechtspersoonlijkheid bezit (bv. een feitelijke vereniging), worden de verworven inkomsten belast bij de leden of vennoten. Dit geldt ook voor bepaalde entiteiten met rechtspersoonlijkheid, zoals landbouwondernemingen onder vorm van een VOF of CommV die niet opteren voor de vennootschapsbelasting, Europese Economische Samenwerkingsverbanden (EESV) en verenigingen van mede-eigenaars. Dit principe wordt 'fiscale transparantie' genoemd [4](#page=4).
> **Tip:** Fiscale transparantie betekent dat de entiteit zelf niet belast wordt, maar dat de inkomsten worden doorgeschoven naar de uiteindelijke begunstigden (leden/vennoten) om daar belast te worden volgens hun individuele fiscale status.
### 2. Voornaamste inrichting of zetel van bestuur in België hebben
De tweede voorwaarde is dat de rechtspersoon zijn fiscale woonplaats in België moet hebben. De statutaire zetel en de fiscale woonplaats zijn hierbij twee afzonderlijke concepten [4](#page=4).
#### 2.1 Vennootschapsrechtelijk vs. Fiscaal
Volgens het vennootschapsrecht bepaalt de statutaire zetel de toepasselijke wetgeving. Fiscaal gezien is echter de plaats van het werkelijke bestuur doorslaggevend. Ligt de zetel in België maar de voornaamste inrichting in het buitenland, dan blijft de vennootschap onderworpen aan de Belgische vennootschapsbelasting [4](#page=4).
> **Tip:** De 'werkelijke zetel' verwijst naar de plaats waar de beslissingen daadwerkelijk worden genomen, wat verschilt van de plaats waar ze slechts worden voorbereid.
#### 2.2 Wettelijk vermoeden
Om administratieve lasten te vermijden, geldt er een wettelijk vermoeden: zodra de statutaire zetel in België is gevestigd, wordt verondersteld dat de werkelijke zetel zich ook in België bevindt. Dit vermoeden kan enkel weerlegd worden door aan te tonen dat de werkelijke zetel niet in België ligt én dat de vennootschap fiscaal inwoner is van een andere staat [5](#page=5).
#### 2.3 Belasting van niet-inwoners
Indien de voornaamste inrichting in het buitenland is gevestigd, maar er in België inkomsten worden gerealiseerd via een vaste inrichting, dan zijn deze inkomsten onderworpen aan de belasting van niet-inwoners (BNI) [5](#page=5).
### 3. Zich bezighouden met een exploitatie of met verrichtingen van winstgevende aard
De derde voorwaarde is dat de entiteit zich bezighoudt met een exploitatie van een onderneming of met verrichtingen van winstgevende aard [5](#page=5).
#### 3.1 Exploitatie van een onderneming
Dit houdt in dat er een nijverheids-, handels- of landbouwbedrijf met winstoogmerk wordt geëxploiteerd. De plaats waar deze exploitatie plaatsvindt (België of buitenland) is hierbij niet relevant [5](#page=5).
#### 3.2 Verrichtingen van winstgevende aard
Dit omvat nijverheids-, handels- of landbouwactiviteiten die, zelfs zonder winstoogmerk, in de regel winsten opleveren en door hun herhaaldelijk karakter een winstgevende bezigheid vormen. Hierbij worden nijverheids- en handelsmethoden aangewend, wat een zekere organisatie impliceert [6](#page=6).
> **Voorbeeld:** Een vzw die een cafetaria exploiteert die dagelijks open is voor het publiek, met bezoldigd personeel en normale prijzen, kan onderworpen worden aan de vennootschapsbelasting als de inkomsten uit de cafetaria aanzienlijk de opbrengsten uit de belangeloze activiteit overtreffen [6](#page=6).
> **Voorbeeld:** De organisatie van een jaarlijks muziekfestival, ook al gebeurt dit slechts één keer per jaar, kan als een bezigheid van winstgevende aard worden beschouwd als er sprake is van commerciële uitbating, winsten worden gerealiseerd en de organisatie professioneel is georganiseerd [7](#page=7).
#### 3.3 Rechtspersonenbelasting (RPB)
Als er geen sprake is van exploitatie, geen verrichtingen van winstgevende aard worden gesteld, of deze slechts bijkomstig zijn, dan worden de inkomsten van de instelling belast in de rechtspersonenbelasting (RPB). De beoordeling of een bedrijvigheid hoofdzaak is, hangt af van de kwantitatieve verhouding tussen de belangeloze en winstgevende activiteiten [8](#page=8).
> **Tip:** Het is cruciaal om het onderscheid tussen de vennootschapsbelasting en de rechtspersonenbelasting correct te maken, aangezien er geen combinatie mogelijk is.
#### 3.4 Uitsluitingen van de vennootschapsbelasting
Bepaalde instellingen zijn, ondanks het voldoen aan de algemene voorwaarden, uitgesloten van de vennootschapsbelasting en worden onderworpen aan de RPB [8](#page=8).
* **Onvoorwaardelijke uitsluiting:** Dit geldt voor diverse publieke rechtspersonen zoals intercommunales die ziekenhuizen uitbaten, instellingen die hulp bieden aan kwetsbare groepen, bepaalde maatschappijen, zuiveringsmaatschappijen en vennootschappen van publiek recht met sociaal oogmerk [8](#page=8).
* **Voorwaardelijke uitsluiting:** Beroepsverenigingen en sociale verzekeringskassen die zich hoofdzakelijk bezighouden met bevoorrechte sectoren, worden vrijgesteld [9](#page=9).
* **Toegelaten verrichtingen (art. 182 WIB):** Sommige rechtspersonen die niet onder de voorgaande uitsluitingen vallen, kunnen toch van de vennootschapsbelasting worden uitgesloten als ze zich beperken tot:
* Alleenstaande of uitzonderlijke verrichtingen (bv. sporadisch organiseren van bals) [9](#page=9).
* Verrichtingen die bestaan uit het innen van fondsen ten bate van de statutaire opdracht (bv. pensioenfondsen) [9](#page=9).
* Verrichtingen die bijkomstig zijn aan nijverheids-, handels- of landbouwverrichtingen en niet volgens nijverheids- of handelsmethoden worden uitgevoerd [9](#page=9).
> **Voorbeeld:** De activiteiten van Oxfam-wereldwinkels worden niet als handelsmethoden beschouwd, waardoor ze niet aan de vennootschapsbelasting onderworpen zijn [7](#page=7).
#### 3.5 Sociale onderneming (SO)
Sociale ondernemingen, die een positieve maatschappelijke impact nastreven, zijn normaliter aan de vennootschapsbelasting onderworpen. Echter, de administratie aanvaardt dat een SO aan de vennootschapsbelasting ontsnapt en aan de RPB wordt onderworpen indien ze zich uitsluitend of hoofdzakelijk bezighoudt met verrichtingen uit de bevoorrechte sectoren (art. 182 WIB) [11](#page=11).
#### 3.6 Landbouwonderneming
Een landbouwvennootschap wordt belast in hoofde van haar leden of vennoten (fiscale transparantie), tenzij de vennootschap uitdrukkelijk opteert voor de vennootschapsbelasting. Een VOF of CommV erkend als landbouwonderneming behoudt de fiscale transparantie, terwijl een BV of CV erkend als landbouwonderneming steeds aan de vennootschapsbelasting is onderworpen [10](#page=10).
---
# De krachtlijnen van de vennootschapsbelasting
Dit hoofdstuk schetst de fundamentele principes van de vennootschapsbelasting, inclusief de berekening van de belastbare basis, tarieven, fiscale periodes, aangifteverplichtingen, rulings en de bindende kracht van de jaarrekening.
### 2.1 Vaststelling van de belastbare basis
De belastbare basis van een vennootschap wordt in beginsel bepaald op basis van dezelfde inkomsten als voor een natuurlijk persoon, onderverdeeld in vier categorieën: inkomsten van onroerende goederen, roerende goederen, beroepsinkomsten en diverse inkomsten. Echter, vennootschappen leiden geen 'dubbel leven' in de zin dat al hun vermogen wordt aangewend voor winstgevende doeleinden, waardoor alle inkomsten het karakter van beroepsinkomsten krijgen en als winsten worden aangemerkt. De bepaling van de fiscale winst vertrekt van de boekhoudkundige winst, maar houdt rekening met specifieke definities en regels uit het Wetboek Inkomstenbelastingen (WIB). In tegenstelling tot natuurlijke personen, mogen vennootschappen inkomsten en kosten niet forfaitair bepalen; alle reële inkomsten en lasten moeten in de resultatenrekening terug te vinden zijn. Activa worden fiscaal gewaardeerd tegen hun aanschaffingswaarde verminderd met afschrijvingen, niet tegen marktwaarde [12](#page=12) [13](#page=13).
#### 2.1.1 Afleiding van fiscale winst uit boekwinst
De fiscale winst wordt afgeleid uit de boekwinst, maar er kunnen verschillen zijn door de specifieke inhoud die bepaalde begrippen krijgen in het WIB, zoals 'binnenlandse vennootschap' of 'beleggingsvennootschap'. Voor materiele en immateriële vaste activa gelden de bepalingen van het boekhoudrecht. Tenzij het fiscaal recht specifieke afwijkingen voorziet, primeert het boekhoudrecht. De boekhoudkundige winst na belastingen vormt de basis voor de bepaling van de belastbare winst, waarbij zowel uitgekeerde als niet-uitgekeerde winst belastbaar is [13](#page=13) [14](#page=14).
#### 2.1.2 Indeling van de belastbare winst volgens haar bestemming
De in principe belastbare winst bestaat uit:
1. Aangroei van reserves (wettelijke, beschikbare reserves en over te dragen winst) [14](#page=14) [15](#page=15).
2. Verworpen uitgaven (kosten die niet als beroepskost worden erkend) [14](#page=14) [15](#page=15).
3. Dividenden (belastbaar gedeelte van de uitgekeerde winst) [14](#page=14) [15](#page=15).
4. Verdoken reserves [13](#page=13) [14](#page=14) [15](#page=15).
#### 2.1.3 Vrijgestelde winst
Bepaalde bestanddelen van de boekwinst hoeven niet belast te worden, wat leidt tot aanpassingen in min van de boekwinst. Voorbeelden hiervan zijn sommige gerealiseerde meerwaarden [15](#page=15).
#### 2.1.4 Het belastbare inkomen van de vennootschap
Na de vaststelling van de in principe belastbare winst, kan deze verder verminderd worden met diverse aftrekken, mits dit niet leidt tot een fiscaal verlies. Deze aftrekbezigheden omvatten de indeling van de winst volgens oorsprong, aftrek van bij verdrag vrijgestelde winsten, aftrek van definitief belaste inkomsten, aftrek voor innovatie-inkomsten, investeringsaftrek, aftrek groepsbijdrage, en gelimiteerde aftrek voor overgedragen bedragen (DB-aftrek, innovatie-inkomsten, verliezen, notionele intrestaftrek). Het is mogelijk dat een vennootschap met een boekhoudkundig verlies belastingen verschuldigd is door verworpen uitgaven, of met een boekwinst geen belastbare winst overhoudt na fiscale aftrekken [16](#page=16).
### 2.2 Algemene duiding van de tarieven
De belastbare winst wordt onderworpen aan een basistarief van 25%. KMO-vennootschappen die aan specifieke voorwaarden voldoen, genieten een verminderd basistarief van 20% op de eerste schijf van 100.000,00 euro belastbare winsten. Daarnaast zijn er bijzondere tarieven of taxatieregimes, bijvoorbeeld voor geheime commissielonen of verdoken meerwinsten, die belast worden tegen 50% of 100%. De tarieven vennootschapsbelasting worden niet verhoogd met gemeentebelastingen [16](#page=16).
> **Tip:** De vennootschapsbelasting wordt gezien als een aanvulling op de personenbelasting op dividenden. De totale belastingdruk op een dividend bedraagt daardoor 47,50% [16](#page=16).
### 2.3 De begrippen belastbaar tijdperk en aanslagjaar
Het belastbare tijdperk wordt bepaald door het boekjaar waarin een zekere en vaststaande vordering ontstaat. Als het boekjaar eindigt op 31 december, is het belastbare tijdperk gelijk aan het kalenderjaar (N) en het aanslagjaar valt in het volgende jaar (N+1). Als het boekjaar niet eindigt op 31 december, wordt het aanslagjaar genoemd naar het kalenderjaar waarin het boekjaar eindigt [17](#page=17).
> **Tip:** Wijzigingen aan de afsluitdatum van het boekjaar om fiscale maatregelen te omzeilen, worden door de wetgever verboden en blijven zonder uitwerking voor de toepassing van die maatregelen [17](#page=17).
### 2.4 Wet op de hervorming van de vennootschapsbelasting
De hervorming van de vennootschapsbelasting is in drie fasen geïmplementeerd, met uitwerking vanaf aanslagjaar 2019 tot aanslagjaar 2021. De focus voor deze cursus ligt op de vennootschapsbelasting zoals die van toepassing is op aanslagjaar 2025. Er zijn uitzonderingen op de koppeling van inwerkingtreding aan een aanslagjaar, zoals de afschaffing van degressieve afschrijvingen voor activa verkregen vanaf 1 januari 2020 [17](#page=17) [18](#page=18).
### 2.5 Aangifte
Sinds aanslagjaar 2005 is de elektronische indiening van de aangifte in de vennootschapsbelasting voorzien. Vanaf aanslagjaar 2014 is de elektronische aangifte verplicht, tenzij de vennootschap of haar gemachtigde niet over de nodige geïnformatiseerde middelen beschikt. De aangifte moet vergezeld worden van diverse bijlagen, zoals de jaarrekening, verslagen van de algemene vergadering en documenten die aanspraak geven op specifieke wettelijke bepalingen. Deze bescheiden vormen een integrerend deel van de aangifte; ontbreken ze, dan is er sprake van een aangifte met een vormgebrek. Bij elektronische aangifte voorkomt Biztax problemen door foutmeldingen te geven bij ontbrekende opgaven. De aangifte moet ingevuld, gewaarmerkt, gedagtekend en ondertekend worden door een persoon die de vennootschap kan binden [18](#page=18).
#### 2.5.1 Termijn van aangifte
De uiterste datum van indiening van de aangifte is de laatste dag van de zevende maand volgend op het afsluiten van het boekjaar. Voor vennootschappen met een boekjaar dat eindigt op 31 december of uiterlijk eind februari van het volgende jaar, geldt een vaste indieningsdatum op 30 september van het aanslagjaar (X+1) [19](#page=19).
> **Tip:** Het is cruciaal om de specifieke termijnen te controleren, aangezien ze afhangen van de afsluitdatum van het boekjaar [19](#page=19).
### 2.6 Ruling of voorafgaand akkoord
Een voorafgaande beslissing of ruling is een juridische handeling waarbij de FOD Financiën vaststelt hoe de wet wordt toegepast op een specifieke, nog geen uitwerking hebbende situatie of verrichting. Rulings bieden rechtszekerheid aan de belastingplichtige en gelden in principe voor 5 jaar. Ze kunnen niet worden aangevraagd voor specifieke gevallen zoals belastingtarieven, berekening van de belasting, sancties, of situaties die betrekking hebben op een vluchtland dat niet samenwerkt met de OESO [20](#page=20).
> **Tip:** Een ruling biedt zekerheid voor een concrete situatie die fiscaal nog geen gevolgen heeft gehad [20](#page=20).
### 2.7 Coöperatieve Tax Compliance Program (CTCP)
Dit pilootproject voor 'zeer grote ondernemingen' verlegt de focus van controle van het verleden naar de controle van het heden. Ondernemingen verstrekken spontaan inzicht in hun werking en engageren zich tot een open dialoog over fiscale planning en risico's. In ruil hiervoor krijgt de onderneming een vast aanspreekpunt en snellere rechtszekerheid [20](#page=20) [21](#page=21).
### 2.8 Bindende kracht van de jaarrekening
De goedgekeurde jaarrekening bindt de vennootschap, bestuurders en aandeelhouders, en kan in principe niet worden teruggekomen. Het bindende karakter is echter niet absoluut; materiële fouten of dwalingen in rechte of feite kunnen leiden tot correcties [21](#page=21).
> **Tip:** Een correctie van de jaarrekening is enkel tegenstelbaar aan de fiscus indien er sprake is van een materiële vergissing of een dwaling, niet bij een juridische vergissing of beslissing [21](#page=21) [22](#page=22).
Materiële vergissingen kunnen bestaan uit rekenfouten, schrijffouten, boeking van een verkeerd bedrag, boeking op een verkeerde post, of een inbreuk op het boekhoudrecht. Een nieuwe goedkeuring door de algemene vergadering is vereist, tenzij het louter materiële fouten betreft. Een bewuste keuze, zoals het niet boeken van een waardevermindering op handelsvorderingen, wordt beschouwd als een beleidsbeslissing en geen materiële vergissing. Een belastingplichtige die belast wordt op een resultaat dat louter het gevolg is van een onjuiste boekhoudkundige waardering, kan bewijzen dat er een materiële vergissing is die tegenstelbaar is aan de fiscus [21](#page=21) [22](#page=22).
---
# KMO-vennootschap
Dit hoofdstuk bespreekt de definitie van een KMO-vennootschap in België, de fiscale gunstmaatregelen die eraan verbonden zijn, en de criteria om als KMO, micro- of grote vennootschap gekwalificeerd te worden [23](#page=23).
### 3.1 Toepassingsdomein van fiscale gunstmaatregelen
KMO-vennootschappen komen in aanmerking voor diverse fiscale voordelen. Sinds het aanslagjaar 2009 is er gestreefd naar een uniforme definitie, mede onder invloed van het Grondwettelijk Hof [23](#page=23).
De volgende gunstmaatregelen zijn van toepassing op KMO-vennootschappen:
* Toepassing van een verlaagd tarief vennootschapsbelasting van 20% in plaats van 25% op de eerste schijf van 100.000,00 euro belastbare winsten [23](#page=23).
* Toegang tot de gewone investeringsaftrek [23](#page=23).
* Specifieke investeringsaftrek op investeringen in beveiliging en digitale activa [23](#page=23).
* Vrijstelling van belastingvermeerdering bij onvoldoende voorafbetalingen tijdens de opstartfase [23](#page=23).
* Mogelijkheid van 15% roerende voorheffing op uitgekeerde dividenden [23](#page=23).
* Mogelijkheid tot aanleggen van een liquidatiereserve met interessante uitkeringsmogelijkheden [23](#page=23).
* Mogelijkheid om bijkomende kosten (bij een investering) ineens in aftrek te brengen [23](#page=23).
* Hogere vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing [23](#page=23).
* Geen beperking op de aftrek van overgedragen verliezen tijdens de eerste 4 boekjaren vanaf de oprichting [23](#page=23).
* Geen minimumbezoldiging tijdens de eerste 4 boekjaren vereist voor het bekomen van het verminderd basistarief [23](#page=23).
* Verhoogde kostenaftrek tot beloop van 120% voor bijkomende kosten gelinkt aan verplichte elektronische facturatie vanaf 1 januari 2026 [23](#page=23).
Verschillende faciliteiten zijn inmiddels geschrapt voor activa verkregen of tot stand gebracht vanaf 1 januari 2020, waaronder:
* Volledige afschrijvingsannuïteit tijdens het jaar van aanschaffing van een activum [23](#page=23).
* Bijkomende kosten bij aanschaf van een activum, die naar wens ten laste van het resultaat mochten gelegd worden [23](#page=23).
### 3.2 Kwalificatie als kleine, micro of grote vennootschap
Om in aanmerking te komen voor de fiscale gunstmaatregelen, moet een vennootschap voldoen aan de criteria van artikel 1:24-25 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) om als 'kleine' of 'microvennootschap' aangemerkt te worden. Vennootschappen die niet aan deze criteria voldoen, worden als 'groot' beschouwd [24](#page=24).
#### 3.2.1 Definitie van een kleine vennootschap
Een kleine vennootschap wordt gedefinieerd in artikel 2, §1, 5c bis WIB en artikel 1:24, §§1-6 WVV. Vzw's die onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting en voldoen aan de criteria van artikel 1:24, §§1-6 WVV, kunnen eveneens genieten van de fiscale voordelen verbonden aan een 'kleine vennootschap' [24](#page=24).
#### 3.2.2 De groottecriteria van art. 1:24, §§ 1-2 WVV (Accountancyrichtlijn 2013/34/EU)
De indeling in kleine, grote en microvennootschappen gebeurt op basis van de volgende criteria op de balansdatum van het laatst afgesloten boekjaar [24](#page=24):
* **Jaargemiddelde van het personeelsbestand:** maximaal 50 [25](#page=25).
* **Jaaromzet (exclusief btw):** maximaal 9.000.000 euro [25](#page=25).
* **Balanstotaal:** maximaal 4.500.000 euro [25](#page=25).
Een overgang van de ene categorie naar de andere (bv. van klein naar groot) treedt pas in werking indien deze wijziging zich gedurende **twee opeenvolgende boekjaren** voordoet (consistentiebeginsel) [25](#page=25).
> **Voorbeeld:** Een vennootschap die in jaar N meer dan één criterium overschrijdt, blijft klein. Pas als in jaar N+1 eveneens meer dan één criterium wordt overschreden, wordt de vennootschap vanaf het boekjaar N+2 als groot beschouwd [25](#page=25).
#### 3.2.3 De groottecriteria van art. 1:24, §§ 1-2 WVV (Accountancyrichtlijn 2023/2795/EU)
Vanwege inflatie zijn de drempelwaarden aangepast voor boekjaren die aanvangen na 31 december 2023 [25](#page=25):
* **Jaargemiddelde van het aantal werknemers:** maximaal 50 [25](#page=25).
* **Jaaromzet (exclusief btw):** maximaal 11.250.000 euro [25](#page=25).
* **Balanstotaal:** maximaal 6.250.000 euro [25](#page=25).
De gevolgen van deze nieuwe drempels zijn ook hier pas voelbaar na 2 boekjaren na elkaar (uitgestelde werking) [25](#page=25).
> **Eenmalige uitzondering op de uitgestelde werking:** Voor de opstelling en openbaarmaking van jaarrekeningen die afsluiten na 31 december 2023, is de uitgestelde werking niet van toepassing. Alleen de verhoogde bedragen voor jaaromzet en balanstotaal van het betrokken boekjaar worden in acht genomen [25](#page=25).
#### 3.2.4 Startende vennootschap (art. 1:24, §3 WW)
Voor startende vennootschappen worden de criteria te goeder trouw ingeschat voor het eerste boekjaar. Indien uit deze inschatting blijkt dat meer dan één criterium zal worden overschreden, moet hiermee meteen rekening worden gehouden [26](#page=26).
#### 3.2.5 Boekjaar omvat geen 12 maanden (art. 1:24, §4 WW)
Indien een boekjaar uitzonderlijk minder of meer dan 12 maanden duurt (met een maximum van 24 maanden min 1 kalenderdag), wordt de jaaromzet (exclusief btw) aangepast. De omzet wordt vermenigvuldigd met een breuk waarbij de teller 12 is en de noemer het aantal maanden van het boekjaar (elke begonnen maand telt als een volle maand) [26](#page=26).
> **Voorbeeld:** Een boekjaar van 10 maanden met een omzet van 6.750.000,00 euro wordt herschaald naar 6.750.000,00 euro \* 12/10 = 8.100.000,00 euro [26](#page=26).
#### 3.2.6 Gemiddeld personeelsbestand (art. 1:24, §5 WW)
Het gemiddeld aantal werknemers wordt berekend op basis van voltijdse equivalenten, geregistreerd in de DIMONA-databank per einde van elke maand van het boekjaar. Voor deeltijdse werknemers wordt de berekening gemaakt op basis van het contractueel overeengekomen aantal uren ten opzichte van de normale arbeidsduur van een voltijdse werknemer [26](#page=26).
#### 3.2.7 Jaaromzet (art. 1:24, §5 WW)
Indien opbrengsten uit activiteiten die niet tot de kernactiviteit behoren (bv. verhuur, geldbeleggingen) meer dan de helft van de opbrengsten uitmaken, dient de jaaromzet gecorrigeerd te worden. De gecorrigeerde omzet omvat dan het totaal van de bedrijfs- en financiële opbrengsten, met uitsluiting van niet-recurrente opbrengsten [27](#page=27).
> **Voorbeeld:** Een jaaromzet van 12.000.000,00 euro, inclusief 3.000.000,00 euro aan niet-recurrente opbrengsten, wordt gecorrigeerd tot 9.000.000,00 euro voor de toetsing aan de grens van 11.250.000,00 euro [27](#page=27).
#### 3.2.8 Balanstotaal (art. 1:24, §5 WW)
Het balanstotaal is de totale boekwaarde van de activa zoals deze blijkt uit het balansschema [27](#page=27).
#### 3.2.9 Verbonden vennootschappen (art. 1:24, §§ 6-7 WW)
Indien een vennootschap verbonden is met andere vennootschappen, worden de criteria inzake omzet en balanstotaal op **geconsolideerde basis** berekend. Het aantal werknemers wordt opgeteld [27](#page=27).
* **Moedervennootschap:** Een vennootschap die controle uitoefent over een andere vennootschap [28](#page=28).
* **Consortium:** Een situatie waarbij vennootschappen onder centrale leiding staan, zonder onderlinge dochterrelaties [28](#page=28).
Voor de toepassing van de fiscale voordelen wordt verwezen naar art. 1:24, §§ 1-6 WVV. Het niet-vermelden van art. 1:24, §7 WVV in het WIB betekent dat op fiscaal vlak de cijfers van verbonden vennootschappen **wel** op geconsolideerde basis bekeken worden. Dit kan ertoe leiden dat een vennootschap fiscaal als 'groot' wordt aangemerkt, ook al zou ze vennootschapsrechtelijk als 'klein' beschouwd worden [28](#page=28).
> **Tip:** Voor verbonden vennootschappen kan in plaats van een volledige consolidatie een geaggregeerde methode worden toegepast waarbij de resultaten en balanstotalen worden opgeteld, met een verhoging van de criteria omzet en balanstotaal met 20% [28](#page=28).
### 3.3 Microvennootschap
Een microvennootschap is een subcategorie van de kleine vennootschap, die voldoet aan de volgende extra criteria [28](#page=28):
* Is geen dochter- of moedervennootschap [28](#page=28).
* **Jaargemiddelde van het personeelsbestand:** maximaal 10 [28](#page=28).
* **Jaaromzet (exclusief btw):** maximaal 700.000 euro [28](#page=28).
* **Balanstotaal:** maximaal 350.000 euro [28](#page=28).
Microvennootschappen genieten van minder rapporteringsverplichtingen en extra voordelen, zoals een hogere vrijstelling inzake doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor startende ondernemingen, en een federale belastingvermindering van 45% voor investeerders in nieuwe aandelen [29](#page=29).
### 3.4 Groep van beperkte omvang
Een groep van beperkte omvang omvat een moedervennootschap en haar dochtervennootschappen, of vennootschappen die een consortium vormen. Criteria (op geconsolideerde basis) voor een groep van beperkte omvang (voor boekjaren vóór 1 januari 2024) [29](#page=29):
* **Jaargemiddelde van het aantal werknemers:** maximaal 250 [29](#page=29).
* **Jaaromzet (exclusief btw):** maximaal 34.000.000,00 euro [29](#page=29).
* **Balanstotaal:** maximaal 17.000.000 euro [29](#page=29).
Voor boekjaren die na 31 december 2023 aanvangen, gelden verhoogde drempels [29](#page=29):
* **Jaargemiddelde van het aantal werknemers:** maximaal 250 [29](#page=29).
* **Jaaromzet (exclusief btw):** maximaal 42.500.000 euro [29](#page=29).
* **Balanstotaal:** maximaal 21.250.000 euro [29](#page=29).
De kwalificatie als 'groep van beperkte omvang' heeft voornamelijk impact op de rapporteringsverplichtingen, met name de vrijstelling van consolidatie [29](#page=29).
### 3.5 Aangifte
In de aangifte vennootschapsbelasting worden codes gebruikt om de omvang van de vennootschap en de verbondenheid met andere vennootschappen aan te geven [29](#page=29).
* **Code 1871:** Geeft aan of de vennootschap verbonden is met andere vennootschappen. Indien 'ja', dienen de parameters voor personeelsbestand, jaaromzet en balanstotaal op geconsolideerde basis te worden ingevuld. Indien 'nee', worden deze parameters op niet-geconsolideerde basis ingevuld [30](#page=30).
* **Codes 1872, 1873, 1874:** Respectievelijk personeelsbestand, jaaromzet en balanstotaal [30](#page=30).
De kwalificatie als 'klein' of 'groot' wordt bepaald door het consistentiebeginsel, waarbij de parameters van de twee voorgaande boekjaren worden geraadpleegd. De bewijslast voor het verkrijgen van KMO-voordelen ligt bij de vennootschap die deze voordelen claimt [30](#page=30).
---
# Studie van de belastbare inkomsten
Hier is een gedetailleerde studiehandleiding voor de belastbare inkomsten, gebaseerd op de verstrekte documentatie.
## 4. Studie van de belastbare inkomsten
Dit hoofdstuk biedt een vergelijkende studie van de behandeling van inkomsten uit onroerende goederen, roerende goederen en beroepsinkomsten binnen de personenbelasting en de vennootschapsbelasting.
### 4.1 Vergelijking: Personenbelasting versus Vennootschapsbelasting
Bij het bepalen van de belastbare basis voor vennootschappen, worden de regels van de personenbelasting toegepast op de winsten, zoals gespecificeerd in art. 183 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen (WIB). Echter, de ware aard van bepaalde inkomsten blijft behouden voor de toepassing van de voorheffing [31](#page=31).
### 4.2 Inkomsten uit onroerende goederen
De artikelen 7 tot 16 van het WIB zijn niet van toepassing op inkomsten uit onroerende goederen binnen de vennootschapsbelasting. Er wordt geen gebruik gemaakt van forfaitaire berekeningen; enkel de werkelijke opbrengsten en kosten worden in aanmerking genomen [31](#page=31).
* **Niet-verhuurde onroerende goederen:** Het kadastraal inkomen wordt geacht begrepen te zijn in de winst [31](#page=31).
* **Verhuurde onroerende goederen:** Het werkelijke nettobedrag van de huurinkomsten wordt opgenomen in de belastbare basis. Kosten die in aanmerking komen zijn afschrijvingen, werkelijke onderhouds- en herstellingskosten, en de onroerende voorheffing [31](#page=31).
### 4.3 Inkomsten uit roerende goederen
De vaststelling van het belastbare bedrag voor inkomsten uit roerende goederen kan aanzienlijk verschillen afhankelijk van of de verkrijger onderworpen is aan de personenbelasting of de vennootschapsbelasting [31](#page=31).
#### 4.3.1 Inkomsten uit verhuring, verpachting en concessie van roerende goederen
Net als bij onroerende goederen, worden de reële lasten afgetrokken van de reële opbrengsten, zonder forfaitaire berekeningen [31](#page=31).
#### 4.3.2 Inkomsten uit belegde kapitalen
* De vrijstelling van 1.020,00 euro voor intresten uit gewone spaarboekjes (aanslagjaar 2025) is niet van toepassing [31](#page=31).
* De bevrijdende roerende voorheffing (RV) is enkel van toepassing binnen het domein van de personenbelasting [31](#page=31).
##### 4.3.2.1 Regeling m.b.t. intresten en dividenden
1. **Verkrijger is particulier (personenbelasting):**
Bruto-intrest of -dividend wordt verminderd met 30% RV, wat resulteert in een netto-inkomen. Dit netto-inkomen kan facultatief aangegeven worden en wordt dan belast tegen 30% afzonderlijk, met verrekening van de ingehouden RV. De globale belastingdruk bedraagt 30% [31](#page=31).
$$
\text{Bruto-inkomen: } 100,00 \\
\text{- RV 30\%: } -30,00 \\
\text{Netto-inkomen: } 70,00 \\
\text{+ Facultatieve aangifte (RV 30/70): } +30,00 \\
\text{Belastbaar: } 100,00 \\
\text{Afzonderlijk belastbaar tegen 30\%: } 30,00 \\
\text{- RV: } -30,00 \\
\text{Rest: } 0,00
$$
2. **Verkrijger is handelaar (personenbelasting):**
Als de belegging tot het bedrijfsvermogen behoort, wordt de intrest of het dividend belast tegen het progressieve tarief (art. 37 WIB) [32](#page=32).
3. **Verkrijger is binnenlandse vennootschap (vennootschapsbelasting):**
Dividenden worden geconfronteerd met de vennootschapsbelasting. Om dubbele belasting te vermijden, kan de dividendontvangende vennootschap, onder strikte voorwaarden, 100% van het belastbaar dividend in aftrek brengen via de "definitief belaste inkomsten" (DBI-aftrek) regeling [32](#page=32).
* **Zonder DBI-aftrek:** bruto-dividend minus RV resulteert in netto-dividend. Dit wordt verhoogd met de verworpen uitgave (RV) en is principieel belastbaar. De vennootschapsbelasting wordt berekend op dit bedrag, met aftrek van de ingehouden RV. Globale belastingdruk: 25% (eventueel 20% voor KMO's) [32](#page=32).
* **Met DBI-aftrek:** bruto-dividend min RV is netto-dividend. Dit wordt verhoogd met de verworpen uitgave (RV) en is principieel belastbaar. De DBI-aftrek wordt hierop toegepast, waardoor het netto belastbaar inkomen wordt gehalveerd. De vennootschapsbelasting wordt berekend op het resterende bedrag, met aftrek van de ingehouden RV. De netto belastingdruk kan zo aanzienlijk verminderd worden [32](#page=32).
> **Tip:** De DBI-aftrek voorkomt dat winsten die reeds op het niveau van de dividenduitkerende vennootschap werden belast, nogmaals belast worden bij de ontvangende vennootschap.
#### 4.3.3 Forfaitair gedeelte van de buitenlandse belasting (FBB) [Nota 1
* **Toepassingsgebied:** Het FBB is van toepassing op intresten, royalty's, inkomsten uit verhuur, verpachting en concessie van roerende goederen, en diverse roerende inkomsten (art. 90, 4°-6° WIB). Dividenden zijn uitgesloten, behalve die van buitenlandse beleggingsvennootschappen. Voor aanslagjaren vóór 2019 bedroeg de DBI-aftrek slechts 95% [32](#page=32).
* **Beperking in toepassingsgebied:** Het FBB is enkel van toepassing op inkomsten uit activa die aangewend worden voor de uitoefening van een beroepswerkzaamheid en die verbonden zijn aan een Belgische inrichting [33](#page=33).
* **Dubbele belasting:** Bij buitenlandse roerende inkomsten wordt de bevoegdheid tot belastingheffing principieel toegekend aan het land van herkomst. Effectieve buitenlandse belasting kan leiden tot ontheffing van Belgische belasting. Het FBB dient ter mildering van deze dubbele belasting en wordt verrekend als een voorschot met de verschuldigde vennootschapsbelasting; het is een niet-terugbetaalbare voorheffing. Het FBB is enkel mogelijk bij effectieve inning van buitenlandse belasting en niet voor inkomsten uit belastingparadijzen [33](#page=33).
* **Impact op belastbaar inkomen:** De belastbare basis wordt gevormd door het nettobedrag te verhogen met de ingehouden Belgische RV (indien van toepassing) én het FBB (indien reeds in het buitenland belast) [33](#page=33).
* **Omvang:**
* **Historisch:** Het FBB werd forfaitair vastgesteld op 15/85sten van de ontvangen inkomsten (na aftrek van buitenlandse belasting, vóór aftrek van Belgische RV) [33](#page=33).
* **FBB op buitenlandse intresten (art. 287 WIB):** Het FBB wordt bepaald aan de hand van de werkelijk betaalde buitenlandse belasting, beperkt tot 15% van het inkomen, en de noemer is 100 min de teller [34](#page=34).
$$
\text{FBB teller} = \text{werkelijk ingehouden buitenlandse belasting (max 15\%)} \\
\text{FBB noemer} = 100 - \text{teller} \\
\text{FBB} = \frac{\text{teller}}{\text{noemer}} \times \text{belastbaar inkomen}
$$
* **FBB op buitenlandse royalty's (art. 286, 2d lid WIB):** Vóór 31 december 2023 werd dit forfaitair berekend. Vanaf die datum gebeurt de verrekening op basis van de werkelijk betaalde buitenlandse bronbelasting, gelijkgesteld aan de regeling voor intresten [34](#page=34).
* **FBB op buitenlandse innovatie-inkomsten (art. 286, 7de lid WIB):** De verrekening gebeurt op basis van de werkelijk ingehouden buitenlandse belasting (max. 15%). Dit FBB is slechts verrekenbaar tot het bedrag van de belasting verschuldigd op de inkomsten waarvoor een aftrek voor innovatie-inkomsten werd verleend [34](#page=34) [35](#page=35).
#### 4.3.4 Proratering van inkomsten en heffingen
* **Intresten:** Intresten zijn belastbaar in het belastbare tijdperk waarin ze betaald of toegekend worden (art. 204, 2e KB WIB). Echter, volgens art. 362bis WIB moet het verlopen intrestgedeelte, zelfs indien pas later geïnd, als inkomen van het lopende tijdperk worden aangemerkt. Een evenredig deel van de RV en het FBB kan verrekend worden indien bewezen wordt dat de inkomsten in de toekomst aan de Belgische of buitenlandse belasting onderworpen zullen worden [35](#page=35).
> **Let op:** Art. 362bis WIB heeft geen betrekking op dividenden of royalty's [35](#page=35).
* **Overdracht van vastrentende effecten (art. 19, §2 WIB):** Bij overdracht van vastrentende effecten worden de verworven intresten, RV en FBB in de belastbare basis opgenomen naar verhouding van de bezitsduur. De RV is officieel verschuldigd op de vervaldag, maar is bij tussentijdse overdrachten wel verrekenbaar voor de onderscheiden eigenaars, mits bewijs van effectieve inning van de RV of het FBB [35](#page=35) [36](#page=36).
* **Berekening van het verlopen intrestgedeelte:**
* **Lineair:** Gebruikt voor effecten waarvan de inkomsten niet gekapitaliseerd worden [36](#page=36).
* **Actuarieel:** Gebruikt voor kapitalisatiebons en zerobonds.
$$
\text{Actuarieel rendement } i = \left(\frac{\text{Terugbetalingsprijs}}{\text{Oorspronkelijke inschrijvingsprijs}}\right)^{\frac{1}{n}} - 1
$$
waarbij $n$ de looptijd in jaren is [36](#page=36).
$$
\text{Gekapitaliseerde waarde} = P \times (1+i)^n
$$
waarbij $P$ de oorspronkelijke inschrijvingsprijs is [36](#page=36).
### 4.4 Beroepsinkomsten
Het bedrag van beroepsinkomsten wordt vastgesteld volgens de regels voor winsten van de in art. 23, §1, 1° WIB bedoelde bedrijven [37](#page=37).
#### 4.4.1 Belastbaar tijdperk
Het belastbare tijdperk wordt bepaald door het moment waarop er een zekere en vaststaande vordering is. Dit geldt ook wanneer een natuurlijke persoon zijn zaak omvormt in een vennootschap [37](#page=37).
* **Overlopende rekeningen:** Bij gespreide prestaties moeten inkomsten toegerekend worden aan het boekjaar waarin de prestaties effectief plaatsvinden. De fiscale wetgeving heeft voorrang op de boekhoudwetgeving in geval van tegenstrijdigheid, maar in de praktijk wordt de fiscale toerekening vaak gelijkgesteld aan de boekhoudkundige toerekening via overlopende rekeningen [37](#page=37).
* **Verbintenissen onder voorwaarden:**
* **Opschortende voorwaarde:** Een vordering verkrijgt pas een zeker en vaststaand karakter op het moment dat aan de voorwaarde is voldaan. Terugwerkende kracht tot de aangaan van de verbintenis is fiscaal irrelevant [38](#page=38).
* **Ontbindende voorwaarde:** Het zekere en vaststaande karakter van de vordering wordt niet aangetast door een mogelijke vernietiging van de verbintenis. De vordering is belastbaar vanaf de ondertekening van de overeenkomst [38](#page=38).
#### 4.4.2 Winstbestanddelen (art. 24, 25 en 26 WIB)
* **Art. 24 WIB:** Definieert winstbestanddelen als:
1. De eigenlijke exploitatie- en handelswinsten [38](#page=38).
2. Meerwaarden op activa en minderwaarden op passiva, indien ze uitgedrukt of verwezenlijkt zijn [38](#page=38).
3. Verborgen reserves [38](#page=38).
* **Nuancering van art. 24, 1ste lid, 2°, via art. 24, 1ste lid, 3° WIB (reconstitutiemeerwaarden):** Latere waardevermeerderingen op financiële activa, waarvoor in het verleden fiscaal aanvaarde waardeverminderingen werden geboekt, moeten in de winst worden opgenomen tot de oorspronkelijke aanschaffings- of beleggingsprijs is hersteld. Sinds belastbare tijdperken die ten vroegste op 24 juli 1991 werden afgesloten, worden waardeverminderingen op financiële activa fiscaal niet meer aanvaard [38](#page=38).
* **Art. 25 WIB:** Duidt de volgende zaken als winst aan:
1. Het ondernemersloon [39](#page=39).
2. Voordelen van alle aard in hoofde van de ondernemer [39](#page=39).
3. Baten van speculaties [39](#page=39).
4. Sommen betaald voor de terugbetaling van ontleende kapitalen (niet-aftrekbaar kapitaaldeel) [39](#page=39).
5. Om het even welke reserves, voorzorgsfondsen of voorzieningen [39](#page=39).
6. Compensatievergoedingen verkregen voor vermindering van werkzaamheden of tijdelijke winstderving [39](#page=39).
* **Leidraad:** Alles wat een vennootschap boven haar gestort kapitaal ontvangt, is een baat van haar winstgevende activiteiten en draagt bij tot de belastbare winst [39](#page=39).
* **Art. 26 WIB (bestrijding van belastingontwijking):**
* **Algemene regel:** Een abnormaal of goedgunstig voordeel wordt bij de winst van de Belgische onderneming gevoegd, tenzij het voordeel in aanmerking komt voor de bepaling van het belastbare inkomen van de verkrijger [39](#page=39).
* **Voordeel is abnormaal:** Indien onafhankelijke personen het elkaar niet toekennen of in strijd met handelsgebruiken.
* **Voordeel is goedgunstig:** Indien er geen tegenprestatie is of zonder flankerende verbintenis.
* **Toepassingsmodaliteiten:**
* Het volstaat dat de *mogelijkheid* bestaat om het voordeel te belasten bij de begunstigde [40](#page=40).
* Indien de verkrijger een Belgische vennootschap is, kan art. 26 WIB niet uitwerken, omdat de voordelen altijd in aanmerking komen voor het bepalen van de belastbare inkomsten van de verkrijger ("wet van de communicerende vaten") [40](#page=40).
* Art. 26 WIB treedt enkel in werking indien het voordeel het belastbare inkomen van de verkrijger *niet* beïnvloedt [40](#page=40).
* **Voorbeelden van abnormale of goedgunstige voordelen:** Renteloze leningen, kosteloze terbeschikkingstelling van vermogensbestanddelen, overdracht van vaste activa beneden de werkelijke waarde, betaling van managementfees zonder tegenprestatie, niet-invorderen van vorderingen [40](#page=40).
* **Kwijtschelding van schulden:** Dit kan een abnormaal of goedgunstig voordeel zijn, tenzij het nodig is om een faillissement te voorkomen en de beslissing genomen wordt door een onafhankelijke derde [41](#page=41).
* **Omvang van het voordeel:** De werkelijke waarde ervan in hoofde van de verkrijger moet bepaald worden (art. 36 WIB) [41](#page=41).
* **Procedure:** De belastingadministratie moet aantonen dat er sprake is van een abnormaal of goedgunstig voordeel. De vennootschap kan zich bevrijden door aan te tonen dat de verstrekte voordelen belastbaar zijn bij de verkrijger [41](#page=41).
* **Bijzondere abnormale of goedgunstige voordelen:** Indien deze voordelen aan een buitenlandse belastingplichtige worden verstrekt met wie de Belgische onderneming een band van wederzijdse afhankelijkheid heeft, of aan instellingen in belastingparadijzen, kunnen ze bij de winst worden gevoegd zonder dat het tegenbewijs van belastbaarheid bij de verkrijger geleverd moet worden [41](#page=41).
#### 4.4.3 Kostenaftrek
De forfaitaire aftrek van beroepskosten voor winsten (art. 51, 2de lid, 5° WIB) is beperkt tot de personenbelasting, om een "vervennootschappelijking" van zelfstandige activiteiten in te perken [43](#page=43).
### 4.5 Inkomsten van diverse aard
Deze inkomsten moeten als winst beschouwd worden tot beloop van het verschil tussen de werkelijke opbrengsten en kosten [43](#page=43).
---
# De beroepskosten
Dit hoofdstuk onderzoekt welke uitgaven als aftrekbare beroepskosten kunnen worden aangemerkt, inclusief de voorwaarden, de aftrekbaarheid van diverse kostenposten zoals personeelskosten, afschrijvingen, en specifieke regelingen zoals collectieve pensioentoezeggingen en leasing.
### 5.1 Algemene beginselen van beroepskosten
Beroepskosten omvatten alle uitgaven, lasten die door de belastingplichtige zijn gedaan of gedragen tijdens het belastbare tijdperk om belastbare inkomsten te verwerven of te behouden, waarvan de echtheid en het bedrag bewezen kunnen worden. De intentie om inkomsten te verwerven of te behouden is voldoende, er is geen vereiste dat er daadwerkelijk inkomsten zijn verkregen. Kosten die in het eigen belang van de vennootschap zijn gedaan, en niet in het loutere eigenbelang van de bedrijfsleider, komen in aanmerking. Niet-gedetailleerde facturen voor algemeen beheer worden gecontroleerd op echtheid [44](#page=44).
#### 5.1.1 Vormen van aftrekbare beroepskosten
Een aftrekbare beroepskost kan de volgende vormen aannemen [45](#page=45):
* Een effectief gedane uitgave.
* Een voorkomende last (bijvoorbeeld een afschrijvingskost).
* Een uitgave die nog niet is gedaan, maar reeds als een zekere en vaststaande schuld is geboekt [45](#page=45).
Een schuld is zeker en vaststaand wanneer zowel het principe van de verschuldigdheid als het bedrag vaststaan. Voorwaardelijke schulden of verliezen die afhankelijk zijn van nog niet vervulde voorwaarden, een vonnis of een expertise, zijn principieel niet aftrekbaar als beroepskost [45](#page=45).
> **Tip:** Voor vennootschappen is een forfaitaire aftrek voor beroepskosten niet van toepassing; zij moeten hun kosten steeds bewijzen [44](#page=44).
#### 5.1.2 Eenjarigheidsbeginsel
Een kost is fiscaal aftrekbaar op het moment dat hij betaald of gedragen is, tenzij hij eerder een zeker en vaststaand karakter heeft verkregen. De fiscale wetgeving wijkt hierin niet af van het boekhoudrecht. Kosten die niet worden geboekt op het ogenblik van ontvangst, zijn op grond van het eenjarigheidsbeginsel niet meer aftrekbaar in het jaar van betaling. Men kan het belastbare tijdstip van de aftrek niet kiezen [45](#page=45).
> **Voorbeeld:** Achterstallige RSZ-bijdragen over voorgaande jaren die in een later jaar worden ingebracht, zijn niet meer aftrekbaar omdat ze in de jaren waarin ze als schuld geboekt hadden moeten worden, ingebracht hadden moeten worden [45](#page=45).
### 5.2 Problematiek van vooruitbetaalde en toe te rekenen kosten
#### 5.2.1 Vooruitbetaalde kosten
Vooruitbetaalde kosten, zoals vooruitbetaalde huur of verzekeringskosten, kunnen ingevolge artikel 49 WIB een opening bieden voor directe aftrek in het boekjaar van betaling, of zodra ze als zekere en vaststaande schuld zijn geboekt. De hervorming van de vennootschapsbelasting heeft echter artikel 195/1 WIB ingevoerd, dat het boekhoudkundige 'matchingprincipe' ook van toepassing maakt op vennootschapsbelasting vanaf aanslagjaar 2019. Kosten die betrekking hebben op een toekomstig belastbaar tijdperk, zijn slechts aftrekbaar in verhouding tot het deel dat op dat tijdperk betrekking heeft [45](#page=45) [46](#page=46).
> **Uitzondering:** Dit geldt niet voor de bijkomende premie, ontstaan door de toekenning van een 'backservice' in het kader van een aanvullende verzekering tegen ouderdom en vroegtijdige dood, die in één keer betaald kan worden en volledig als beroepskost in mindering gebracht kan worden voor het jaar van betaling [46](#page=46).
#### 5.2.2 Toe te rekenen kosten
Toe te rekenen kosten zijn kosten die in een volgend boekjaar betaald moeten worden, maar die voor een deel op het lopende boekjaar drukken. Boekhoudkundig moeten deze kosten proportioneel worden aangerekend op het resultaat van het lopende boekjaar [46](#page=46) [47](#page=47).
### 5.3 Specifieke kostenposten
#### 5.3.1 Kosten met betrekking tot onroerende goederen
Huur, verwarming, verlichting, onderhoud, en betaalde erfpacht- en opstalvergoedingen komen in aanmerking. Sinds 22 juli 1993 wordt de onroerende voorheffing integraal in de beroepskosten aanvaard. Huurders die rechtspersonen zijn en aangifteplichtig zijn, moeten een bijlage (formulier 270 MLH) voegen bij hun aangifte, met daarin gegevens over de verhuurder, het gehuurde goed, het betaalde huurbedrag en het afgetrokken deel als beroepskost. Dit formulier moet ook ingevuld worden voor vergoedingen voor bekomen zakelijke rechten [47](#page=47).
#### 5.3.2 Interesten op beroepsmatig aangegane leningen
Interesten betaald op geleende kapitalen zijn een aftrekbare beroepskost. Dit geldt ook voor leningen aangegaan om vennootschapsbelasting te betalen of om voorafbetalingen te doen, en voor leningen om aandelen te verwerven, zelfs indien de dividenden van een DBI-aftrek kunnen genieten [48](#page=48).
#### 5.3.3 Verzekeringspremies
Premies betaald voor de diverse risico's waarvoor de vennootschap zich heeft verzekerd in het kader van haar beroepsbeoefening zijn aftrekbaar. Dit omvat verzekeringen voor materiële schade en burgerlijke aansprakelijkheid [48](#page=48).
#### 5.3.4 Commissies, makelaarslonen, erelonen, voordelen
Vergoedingen betaald aan personen die geen deel uitmaken van de onderneming, maar die voor de begunstigde een beroepsinkomen vormen, zijn aftrekbaar. Dit omvat commissies aan zelfstandige handelsvertegenwoordigers en erelonen aan advocaten. Let op de fiches 281.50 [48](#page=48).
#### 5.3.5 Publiciteitskosten
Publiciteitskosten zijn aftrekbaar [48](#page=48).
#### 5.3.6 Diverse algemene kosten
Bureelkosten, bijdragen aan beroepsverenigingen en abonnementen vallen onder deze categorie en zijn aftrekbaar [48](#page=48).
#### 5.3.7 Personeelskosten
Bezoldigingen toegekend aan werknemers en bedrijfsleiders, zowel in geld als voordelen van alle aard, worden als personeelskost aangemerkt en zijn aftrekbaar. Tevens zijn de patronale bijdragen voor de sociale zekerheid en de werkgeversbijdragen voor aanvullende verzekering tegen ouderdom en vroegtijdige dood aftrekbaar [48](#page=48) [49](#page=49).
##### 5.3.7.1 Collectieve pensioentoezeggingen (CPT) - Groepsverzekering
Werkgeversbijdragen voor collectieve pensioentoezeggingen zijn aftrekbaar mits ze worden gestort aan een levensverzekeringsonderneming of pensioenfonds gevestigd in de Europese Economische Ruimte, ten behoeve van het gehele personeel of een personeelsgroep. De latere vergoedingen, aangevuld met het wettelijke pensioen, mogen niet meer bedragen dan 80% van de laatste normale bruto-jaarbezoldiging, berekend naar de normale duur van een beroepsloopbaan. Deze beperking geldt voor de totaliteit van werkgevers- en werknemersbijdragen [49](#page=49).
* **Normale bruto-jaarbezoldiging:** Bezoldiging vóór RSZ-inhouding, anders dan ten uitzonderlijke titel toegekend [49](#page=49).
* **Laatste normale bruto-jaarbezoldiging:** Het laatste vorige jaar gedurende hetwelk de betrokkene 12 maanden een normale bezoldiging heeft genoten [50](#page=50).
* **Normale duur van een beroepsloopbaan:** Forfaitair vastgesteld op 40 jaar, tenzij aangetoond wordt dat in bepaalde sectoren de loopbaan korter duurt [50](#page=50).
De formule voor het maximumbedrag van de toekenningen is:
$$EWP < \left( 80 \% \text{ ref. bezoldiging} - \text{wettelijk pensioen} \right) \times \frac{N}{D}$$
waarbij N de werkelijk gepresteerde en nog te presteren jaren is, en D de normale duur van de beroepsloopbaan [50](#page=50).
Inhaalbijdragen (backservice) vallen ook onder de 80%-beperking, maar de verplichte spreiding van 'vooruitbetaalde' kosten voor vennootschappen is niet van toepassing op deze backservice-premies [50](#page=50).
##### 5.3.7.2 Individuele pensioentoezegging (IPT)
Voor nieuwe individuele pensioentoezeggingen aan werknemers vanaf 1 januari 2004 gelden strenge voorwaarden: occasioneel karakter, bestaande collectieve pensioenregeling, geen nieuwe contracten binnen 3 jaar vóór pensionering, externe financieringsplicht, en een individuele verzekering in het voordeel van de werknemer. De aftrek van werkgeverspremies is beperkt tot de 80%-grens en een absoluut bedrag van EUR 2.970,00 (aanslagjaar 2025) per jaar en per werknemer [50](#page=50).
Voor zelfstandige bedrijfsleiders gelden andere regels: het stelsel mag systematisch toegekend worden op maat, er hoeft geen collectief plan te bestaan, en er is geen toekenningsverbod in de periode vóór pensionering. De 80%-grens geldt ook, maar niet de beperking tot EUR 2.970,00. De bijdragen zijn enkel aftrekbaar als de bedrijfsleider regelmatig bezoldigd wordt [50](#page=50).
##### 5.3.7.3 Interne pensioenbelofte (IPB)
Interne pensioenbeloften (IPB's) maakten het mogelijk om binnen de vennootschap zelf een kapitaal op te bouwen door het aanleggen van vrijgestelde voorzieningen. Sinds 1 januari 2012 is de mogelijkheid tot bijstorten in IPB's afgeschaft, en op bestaande reserves is een eenmalige taks verschuldigd [51](#page=51).
##### 5.3.7.4 Verzekeringscontracten enkel voor overlijden
Wanneer een verzekeringscontract enkel voordelen voorziet bij overlijden, zijn de premies integraal aftrekbaar en speelt de 80%-grens niet [51](#page=51).
##### 5.3.7.5 Bedrijfsleidersverzekering
De premies voor een bedrijfsleidersverzekering zijn aftrekbaar, beperkt tot de 80%-begrenzing en mits de bedrijfsleider minstens één keer per maand bezoldigd wordt. Sinds de wet van 28.04.2003 inzake WAP zijn de individuele pensioentoezeggingen (IPT) en groepsverzekeringen steeds populairder geworden [51](#page=51).
##### 5.3.7.6 Wyninckx-bijdrage
Deze bijzondere sociale zekerheidsbijdrage, verschuldigd door werkgevers die aanvullende pensioenen financieren, is een aftrekbare beroepskost [52](#page=52).
#### 5.3.8 Bezoldigingen van gezinsleden van de belastingplichtige die met hem samenwerken
Deze zijn enkel van toepassing in de personenbelasting [52](#page=52).
#### 5.3.9 Pensioenen en renten
Pensioenen of vervangende kapitalen die door de vennootschap worden toegekend ingevolge een contractuele verbintenis aan personen die voorheen in de vennootschap werkzaam waren, of aan hun rechtverkrijgenden, zijn aftrekbaar. Vereist is dat de betrokken mandatarissen de vennootschap verlaten hebben. Het extralegaal pensioen is aftrekbaar in de mate dat het, samen met het wettelijke pensioen, niet meer dan 80% van de laatste normale bruto-jaarbezoldiging bedraagt [52](#page=52).
#### 5.3.10 Afschrijvingen
Afschrijvingen worden toegestaan op oprichtingskosten, immateriële vaste activa en materiële vaste activa waarvan de gebruiksduur beperkt is en die een waardevermindering ondergaan tijdens het belastbare tijdperk [53](#page=53).
##### 5.3.10.1 Afschrijfbare bestanddelen
* **Oprichtingskosten** [53](#page=53).
* **Immateriële vaste activa:** Afschrijvingen zijn mogelijk, behoudens uitzonderingen, over minimaal 3 jaar voor investeringen in onderzoek en ontwikkeling, en minimaal 5 jaar in de overige gevallen [56](#page=56).
* **Materiële vaste activa:** Afschrijvingen zijn toegestaan op activa met een beperkte gebruiksduur die waardevermindering ondergaan. Dit omvat gebouwen, materieel, meubilair, rollend materieel en lichte outillage [53](#page=53).
* Antieke kantoormeubelen kunnen afgeschreven worden omdat ze wel degelijk aan slijtage onderworpen zijn door hun gebruik als kantoormeubelen [53](#page=53).
* Kunstvoorwerpen die geïntegreerd zijn in een ondernemingsgebouw kunnen afschrijfbaar zijn. Perzische tapijten in een kantoor zijn niet afschrijfbaar omdat ze in waarde toenemen en slijtage minimaal is [53](#page=53).
* Laadstations voor elektrische wagens kunnen versneld worden afgeschreven [53](#page=53).
* Bedrijfsfietsen moeten over minimaal 3 jaar worden afgeschreven [53](#page=53).
* Herstellingswerken met een verbeterend effect moeten worden geactiveerd en afgeschreven. Schilderwerken kunnen over 5 jaar worden afgeschreven [54](#page=54).
##### 5.3.10.2 Afschrijvingstermijnen
Wettelijk opgelegde afschrijvingstermijnen zijn uitzonderlijk. In de meeste gevallen is het aan de belastingplichtige om de waardevermindering te bewijzen. Normale afschrijvingspercentages voor materiële vaste activa zijn onder meer: gebouwen 3-5%, materieel 10%, meubilair 10%, rollend materieel 10-33%, lichte outillage 33% [53](#page=53).
> **Belangrijk:** Speciale omstandigheden kunnen een sneller afschrijvingsritme rechtvaardigen, zoals bevestigd door rechtspraak en rulings [54](#page=54).
##### 5.3.10.3 Verlenging of inkorting van de afschrijvingstermijn
Bijzondere omstandigheden kunnen leiden tot verlenging of inkorting van de afschrijvingstermijn. Een verkorting moet worden gemotiveerd [55](#page=55).
##### 5.3.10.4 Aanvullende of niet-recurrente afschrijvingen
Deze zijn fiscaal aanvaard indien de belastingplichtige de uitzonderlijke omstandigheden voldoende motiveert [55](#page=55).
##### 5.3.10.5 Afschrijving op andere zakelijke rechten dan eigendomsrecht
Bij opstal, erfpacht, vruchtgebruik dient men af te schrijven over de duur van het zakelijk recht, tenzij de economische gebruiksduur korter is. Kosten van inrichting van een gehuurd pand worden maximaal over de duur van het eerste huurcontract afgeschreven [55](#page=55).
##### 5.3.10.6 Afschrijving en blote eigendom
De blote eigenaar heeft in beginsel niet het recht afschrijvingen toe te passen, tenzij aangetoond wordt dat bij de prijsbepaling geen rekening werd gehouden met waardeverminderingen [55](#page=55).
##### 5.3.10.7 Leasing
Bij leasing van materiële vaste activa komt de afschrijfbare waarde overeen met het kapitaaldeel van de termijnen. De jaarlijkse afschrijving wordt bepaald volgens de normale gebruiksduur van het goed, niet noodzakelijk volgens de duur van het contract [56](#page=56).
##### 5.3.10.8 Afschrijving op cliënteel
Indien de waardevermindering van het cliënteel bewezen kan worden, wordt een afschrijving toegestaan. In sectoren waar dit moeilijk is, stelt de administratie een afschrijvingstermijn van 10 à 12 jaar voorop [56](#page=56).
##### 5.3.10.9 Oprichtingskosten
Oprichtingskosten zijn ineens of met vaste annuïteiten afschrijfbaar [56](#page=56).
#### 5.3.11 Afschrijvingsbasis
De afschrijvingsbasis is de aanschaffings- of beleggingswaarde, vermeerderd met bijkomende kosten. Bijkomende kosten moeten soms mee afgeschreven worden volgens hetzelfde ritme als het actief. Dit geldt verplicht voor bijkomende kosten van personenwagens, auto's voor dubbel gebruik en minibussen, en voor vennootschappen die niet als 'kleine' vennootschap worden aangemerkt, op de bijkomende kosten van materiële en immateriële vaste activa [57](#page=57).
##### 5.3.11.1 Aankoopkosten grond
Registratierechten en notariskosten vertegenwoordigen geen reële waarde voor de koper en kunnen niet worden afgeschreven [58](#page=58).
##### 5.3.11.2 Afschrijving gebouwd onroerend goed
Bij de aankoop van een gebouwd onroerend goed moet de afschrijfbare waarde bepaald worden door de waarde van de grond en het gebouw proportioneel te ramen. De vruchtgebruiker mag de grondwaarde wel meeschrijven omdat hij aan het einde niets overhoudt [58](#page=58).
##### 5.3.11.3 Aanschaffingsprijs nog niet definitief gekend
Indien de aanschaffingsprijs afhankelijk is van toekomstige gebeurtenissen, moet het variabele deel geactiveerd worden en afgeschreven worden over de resterende gebruiksduur, indien het een investeringskarakter vertoont [59](#page=59).
##### 5.3.11.4 Overprijs bij inbreng
Een 'bona fide' overprijs bij inbreng maakt deel uit van de aanschaffingsprijs en moet worden afgeschreven. Een 'malafide' overprijs wordt als verworpen uitgave aangemerkt [60](#page=60).
#### 5.3.12 Fiscaal aanvaarde afschrijvingsstelsels
* **Lineaire afschrijvingsmethode:** Een vast percentage op de aanschaffingswaarde wordt jaarlijks in kosten geboekt [60](#page=60).
* **Degressieve afschrijvingsmethode:** Het toe te passen percentage mag niet meer zijn dan het dubbele van het lineaire percentage, en het degressieve afschrijvingsbedrag mag nooit meer zijn dan 40% van de aanschaffingswaarde. Sinds 1 januari 2020 is deze methode niet meer toepasbaar voor nieuwe activa, met uitzondering van bepaalde gevallen [60](#page=60).
> **Belangrijk:** Sinds 1 januari 2020 is de degressieve afschrijvingsmethode uit het toepassingsgebied van de vennootschapsbelasting geweerd voor nieuwe investeringen [61](#page=61).
#### 5.3.13 Bijzondere afschrijvingsregimes
* **Art. 64bis WIB:** Voor KMO's in bepaalde ontwikkelingszones kan het lineaire afschrijvingsbedrag verdubbeld worden gedurende maximaal drie jaar [61](#page=61).
* **Art. 64quater WIB:** Stimulering van investeringen in publiek toegankelijke laadpalen voor elektrische voertuigen door verhoogde afschrijvingen. De investering moet over minstens 5 belastbare tijdperken worden afgeschreven [61](#page=61) [62](#page=62).
#### 5.3.14 Aanvang van de afschrijvingen
De eerste afschrijvingsannuïteit wordt slechts als beroepskost aangemerkt in verhouding tot het gedeelte van het boekjaar waarin de vaste activa zijn verkregen of tot stand gebracht. Dit gebeurt op dagbasis [62](#page=62).
> **Uitzondering:** Voor activa verkregen of tot stand gebracht uiterlijk op 31 december 2019 kon een KMO-vennootschap nog een volledige afschrijvingsannuïteit inbrengen in het jaar van aankoop [63](#page=63).
Afschrijvingen op activa in bestelling of in aanbouw zijn mogelijk op basis van de inmiddels verrichte betalingen. Een auto die in het najaar gekocht en in het voorjaar geleverd wordt, kan geen afschrijvingskost voor het jaar van aankoop zijn [63](#page=63).
#### 5.3.15 Einde van de afschrijvingen
Tijdens het jaar waarin het activum buiten gebruik wordt gesteld of vervreemd, worden geen afschrijvingen meer toegestaan. Rechtspraak stelt echter dat de belastingplichtige een geprorateerde afschrijving mag boeken indien aangetoond wordt dat het activum gedurende dat jaar nog een waardevermindering heeft ondergaan [64](#page=64).
#### 5.3.16 Boekjaar langer of korter dan 12 maanden
Indien het boekjaar langer of korter dan 12 maanden is, moet de afschrijving steeds geprorateerd worden in functie van het aantal maanden [65](#page=65).
#### 5.3.17 Inhalen van afschrijvingstekorten
Te weinig geboekte afschrijvingen voor een bepaald jaar mogen niet in een volgend boekjaar worden ingehaald [65](#page=65).
#### 5.3.18 Waardeverminderingen
Geboekte waardeverminderingen op andere activa dan vaste activa, indien bewezen, worden fiscaal aanvaard [65](#page=65).
#### 5.3.19 Verplichte sociale zekerheidsbijdragen als zelfstandige
Rechtspersonen-vennootschappen zijn onderworpen aan het sociaal statuut van zelfstandigen. Bepaalde vennootschappen kunnen vrijgesteld worden [65](#page=65).
#### 5.3.20 Niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen
Sinds 1 januari 2008 kunnen werknemers tot een bepaald hoogte lastenvrij vergoed worden bij het realiseren van vooraf geformuleerde doelstellingen [66](#page=66).
#### 5.3.21 Saldo van het mobiliteitsbudget
Het saldo van het mobiliteitsbudget dat ter beschikking van de werknemer wordt gesteld, wordt verder besproken [66](#page=66).
#### 5.3.22 Inkopingen van goederen en diensten
De aankoop van handelsgoederen en grondstoffen is niet begrepen in het forfaitaire aftrek voor verkrijgers van winsten [66](#page=66).
#### 5.3.23 Sommen werkelijk betaald voor een collectieve voorziening voor kinderopvang
Deze sommen zijn aftrekbaar mits ze werkelijk betaald zijn en door de opvangdiensten worden gebruikt om werkingskosten en uitgaven voor infrastructuur of uitrusting te financieren. Enkel de werkelijk betaalde sommen zijn aftrekbaar, niet geboekte schulden of aangelegde voorzieningen [66](#page=66).
---
# De kapitaalloze vennootschap als nieuwe norm
Dit hoofdstuk analyseert de impact van het nieuwe vennootschapsrecht op de vennootschapsstructuur, met name de overgang naar kapitaalloze vennootschappen, de veranderde definitie van kapitaal en inbreng, en de implicaties voor de balansrekeningen [68](#page=68).
### 6.1 Exit van het kapitaalbegrip
Klassiek vervulde het kapitaal twee functies: het diende als verdeelsleutel voor de rechten van de aandeelhouders en als buffer ter bescherming van schuldeisers. De beschermingsfunctie van het kapitaal werd echter steeds meer in twijfel getrokken, aangezien opgestapelde verliezen de schuldeisers onvoldoende konden beschermen. Bovendien werd de minimumkapitaalvereiste de laatste jaren als een rem op het ondernemen ervaren [68](#page=68).
Met de invoering van het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) verdwijnt, behalve voor de NV, de eigen vermogenspost 'kapitaal' als zodanig op de balans. Ook de wettelijke reserve wordt afgeschaft, met uitzondering van de NV. De wetgever heeft echter voorzien in de mogelijkheid om het eigen vermogen deels onbeschikbaar te maken. De creatie van de kapitaalloze vennootschap betekent niet dat financiële buffers overbodig zijn; ze worden in het WVV anders ingevuld [68](#page=68).
### 6.2 Oprichting van een kapitaalloze vennootschap: van kapitaal naar inbreng
#### 6.2.1 Toereikend aanvangsvermogen
Bij de oprichting van een BV na 1 mei 2019 is er geen sprake meer van een minimumkapitaal. Dit wordt vervangen door de algemene verplichting om te voorzien in een toereikend aanvangsvermogen. De oprichters moeten ervoor zorgen dat de BV over een eigen vermogen beschikt dat, mede gelet op andere financieringsbronnen, toereikend is voor de voorgenomen bedrijvigheid [68](#page=68).
Het aanvangsvermogen kan bestaan uit inbrengen in geld, in natura of in nijverheid, maar ook uit kredieten en achtergestelde leningen verstrekt door de vennoten. Een toereikend aanvangsvermogen is flexibel en varieert per vennootschap [68](#page=68).
#### 6.2.2 Inbreng
In de jaarrekening wordt het begrip 'kapitaal' vervangen door 'inbreng'. Elke vennoot dient een inbreng te doen, waarbij de keuze kan gaan tussen een inbreng in geld, in natura of in nijverheid. Een inbreng in natura kan slaan op zowel lichamelijke goederen (gebouwen, machines) als op onlichamelijke goederen (goodwill, softwarepakket, logo). Een inbreng in nijverheid impliceert een inbreng in natura in de vorm van nog te presteren arbeid en diensten. Zowel de inbreng in natura als in nijverheid vereisen een revisoraal verslag [68](#page=68).
> **Example:** Een verbintenis om een softwarepakket te schrijven, kan iemands inbreng in nijverheid uitmaken [68](#page=68).
#### 6.2.3 Eigen vermogens rekening
Het ingebrachte eigen vermogen dient geboekt te worden op een afzonderlijke passiefrekening, 'Beschikbare inbreng buiten kapitaal' (code 110), meer bepaald onder 'Andere' (code 1109). Enkel indien de statuten dit uitdrukkelijk voorzien, kan een inbreng 'onbeschikbaar' zijn (code 111: Onbeschikbare inbreng buiten kapitaal) [69](#page=69).
#### 6.2.4 Financieel plan
Er is een verplichting tot het opstellen van een financieel plan, dat meer is dan een formaliteit. Hierin moet onder meer vermeld worden [69](#page=69):
* De voorgenomen bedrijvigheid [69](#page=69).
* Een overzicht van de aanwezige financieringsbronnen en te verstrekken zekerheden [69](#page=69).
* Een openingsbalans en geprojecteerde balansen na 12 en 24 maanden [69](#page=69).
* Een geprojecteerde resultatenrekening eveneens na 12 en 24 maanden [69](#page=69).
* Een begroting van de verwachte inkomsten en uitgaven voor minstens 2 jaar [69](#page=69).
* Een schatting van de verwachte omzet en rendabiliteit [69](#page=69).
* De naam van de deskundige die eventueel is ingeschakeld bij de opstelling van het financieel plan [69](#page=69).
### 6.3 Een bestaande BVBA wordt BV
Vennootschappen die reeds bestonden op 30 april 2019, konden hun statuten in de loop van 2019 aanpassen aan het WVV (de zogenaamde 'opt-in'). Wanneer een BVBA haar statuten aanpast, zijn de nieuwe bepalingen van het WVV vanaf die datum van toepassing. Indien de vennootschap haar boekjaar per kalenderjaar voert, diende haar jaarrekening voor dat boekjaar te worden neergelegd volgens de nieuwe modellen [69](#page=69).
Voor BVBA's die geen 'opt-in' deden, was de jaarrekening met afsluitingsdatum 31 december 2019 de laatste waarin sprake was van een kapitaal. Vanaf 1 januari 2020 werd de nieuwe vennootschapswetgeving van rechtswege van toepassing op deze vennootschappen, waardoor de bestaande BVBA kapitaalloos werd. Het volgestorte deel van het kapitaal en de wettelijke reserves werden van rechtswege omgezet in een statutair onbeschikbare eigen vermogensrekening. Bij deze omzetting werd geen onderscheid gemaakt tussen externe en interne inbreng (bv. geïncorporeerde reserves) [69](#page=69).
#### 6.3.1 Omvorming kapitaal
Het geplaatst kapitaal (code 100) werd omgevormd tot 'Andere onbeschikbare inbreng buiten kapitaal' (code 1119). Indien gewenst, kon bij een volgende statutenwijziging (uiterlijk vóór 1 januari 2024) beslist worden om deze rekening beschikbaar te maken door een overboeking van onbeschikbaar naar beschikbaar (1119 naar 110). Vanaf dan konden deze bedragen worden uitgekeerd, mits naleving van de netto-actieftest en liquiditeitstest [69](#page=69).
Bij nieuwe BV's die vanaf 1 mei 2019 worden opgericht, is de inbreng in principe 'beschikbaar', tenzij de statuten anders bepalen en ze expliciet als 'onbeschikbaar' aanduiden [69](#page=69).
#### 6.3.2 Omvorming wettelijke reserve
Wettelijke reserves (code 130) werden omgevormd tot 'Statutair onbeschikbare reserves' (code 1311). Ook deze onbeschikbare reserve kan, mits een statutenwijziging, 'beschikbaar' worden gemaakt [70](#page=70).
### 6.4 Instandhouding van het eigen vermogen
Naast een toereikend aanvangsvermogen, is het van belang dit in de toekomst minstens intact te houden. Elke uitkering dient te worden onderworpen aan een netto-actieftest en een liquiditeitstest [70](#page=70).
#### 6.4.1 Netto-actieftest
Op basis van de laatst goedgekeurde jaarrekening (of een recenter overzicht van activa en passiva) wordt nagegaan of de uitkering niet leidt tot een negatief netto-actief van de vennootschap, of tot een netto-actief dat daalt onder het bedrag van het wettelijke of statutair onbeschikbare eigen vermogen [70](#page=70).
#### 6.4.2 Liquiditeitstest
Hierbij wordt nagegaan of de vennootschap, op basis van de redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen, na de uitkering haar schulden die binnen het jaar opeisbaar worden, kan voldoen. Met deze test moeten de bestuurders vermijden dat de voortzetting van de activiteiten wordt bemoeilijkt door uitkeringen [70](#page=70).
### 6.5 Het eigen vermogen van de kapitaalloze / kapitaalvennootschap
| Kapitaalloze vennootschappen | Codes | Kapitaalvennootschappen | Codes |
| :--------------------------- | :---- | :---------------------- | :---- |
| Eigen vermogen | | Eigen vermogen | |
| INBRENG buiten kapitaal | 11 | INBRENG | 10/15 |
| Beschikbare inbreng buiten kapitaal | 110 | KAPITAAL | 10 |
| Onbeschikbare inbreng buiten kapitaal | 111 | Geplaatst Kapitaal | 100 |
| HERWAARDERINGSMEERWAARDEN | 12 | Niet opgevraagd kapitaal | 101 |
| RESERVES | 13 | BUITEN KAPITAAL | 11 |
| Onbeschikbare reserves | 130/1 | Uitgiftepremies | 1100/10 |
| Statutair onbeschikbare reserves | 1311 | Andere | 1109/19 |
| Inkoop eigen aandelen | 1312 | HERWAARDERINGSMEERWAARDEN | 12 |
| Financiële steunverlening | 1313 | RESERVES | 13 |
| Overige | 1319 | Onbeschikbare reserves | 13011 |
| Belastingvrije reserves | 132 | Wettelijke reserves | 130 |
| Beschikbare reserves | 133 | Statutair onbeschikbare reserves | 1311 |
| OVERGEDRAGEN WINST/VERLIES +/- | 14 | Inkoop eigen aandelen | 1312 |
| KAPITAALSUBSIDIES | 15 | Financiële steunverlening | 1313 |
| VOORSCHOT AAN DE VENNOTEN OP DE VERDELING VAN HET NETTO-ACTIEF | 19 | Overige | 1319 |
| | | Belastingvrije reserves | 132 |
| | | Beschikbare reserves | 133 |
| | | OVERGEDRAGEN WINST/VERLIES +/- | 14 |
| | | KAPITAALSUBSIDIES | 15 |
| | | VOORSCHOT AAN DE VENNOTEN OP DE VERDELING VAN HET NETTO-ACTIEF | 19 |
#### 6.5.1 Kapitaalloze vennootschappen en inbreng buiten kapitaal
Voor nieuw opgerichte BV's na 1 mei 2019 is de inbreng per definitie 'beschikbaar', tenzij de statuten anders bepalen en ze expliciet als onbeschikbaar aanduiden. Voor vennootschappen die reeds bestonden op 30 april 2019, wordt het kapitaal van rechtswege omgevormd tot een 'onbeschikbare' eigen vermogensrekening. Mits een latere statutenwijziging kan de inbreng worden omgezet in een 'beschikbare' [71](#page=71).
#### 6.5.2 Wettelijke versus onbeschikbare reserve
Hoewel zowel wettelijke als onbeschikbare reserves niet zomaar vrij beschikbaar zijn, vormen onbeschikbare reserves een aparte rubriek. Onbeschikbare reserves worden, net als wettelijke reserves, aangelegd uit de uitkeerbare winst, maar zijn onbeschikbaar om andere redenen dan een wettelijke bepaling, zoals een beslissing van de algemene vergadering of bepalingen in de statuten. In de overgangsregeling moest de bestaande wettelijke reserve worden omgezet in een 'statutair onbeschikbare reserve', die later omgezet kan worden naar een beschikbare reserve [71](#page=71).
Andere voorbeelden van 'statutair onbeschikbare reserves' zijn:
* De reserve tot aflossing van het kapitaal (rekening 1311) [71](#page=71).
* De kapitaalvermindering tot dekking van een voorzienbaar verlies (rekening 1311.2) [71](#page=71).
#### 6.5.3 Onbeschikbare reserve voor inkoop van eigen aandelen
Deze reserve moet gezien worden in de context dat een vennootschap (X) onder bepaalde omstandigheden waarborgen of leningen mag verstrekken aan haar moeder (Y), als deze (Y) haar aandelen in portefeuille (X) wil overkopen [71](#page=71).
#### 6.5.4 Financiële steunverlening
(Zie hierboven voor een bespreking) [71](#page=71).
#### 6.5.5 Uitgiftepremies
Uitgiftepremies worden enkel bij kapitaalvennootschappen vermeld. In tegenstelling tot eerdere regelgeving, worden uitgiftepremies als beschikbaar beschouwd, tenzij de statuten een onbeschikbaarheid voorzien. Als zodanig vinden we geen uitgiftepremies bij kapitaalloze vennootschappen terug, omdat het WVV voorziet in een volledige vrijheid om inbreng en toekenning van aandelen van elkaar los te koppelen (art. 5:40 en 5:41 WVV) [71](#page=71).
#### 6.5.6 Kapitaalsvennootschappen: inbreng buiten kapitaal
* Uitgiftepremies [71](#page=71).
* Andere: bv. winstbewijzen [71](#page=71).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|---|---|
| Vennootschapsbelasting | Een directe belasting die geheven wordt op de winsten van vennootschappen, verenigingen en instellingen die hun zetel van bestuur of beheer in België hebben en winstgevende activiteiten ontplooien. |
| Rechtspersoonlijkheid | Het juridische vermogen van een entiteit om zelfstandig rechten en plichten te hebben, los van haar leden of oprichters; een vereiste voor de onderwerping aan de vennootschapsbelasting. |
| Statutaire zetel | De formele vestigingsplaats van een vennootschap, zoals vastgelegd in de statuten, wat niet noodzakelijk overeenkomt met de plaats van werkelijke leiding. |
| Plaats van werkelijke leiding | De plaats waar de voornaamste beslissingen van een vennootschap worden genomen en waar het dagelijkse bestuur plaatsvindt; cruciaal voor de fiscale woonplaatsbepaling. |
| Fiscale transparantie | Een principe waarbij de inkomsten van een entiteit direct worden toegerekend aan haar leden of vennoten voor fiscale doeleinden, alsof de entiteit zelf niet bestond. |
| Verworpen uitgaven | Kosten die volgens de fiscale wetgeving niet aftrekbaar zijn als beroepskost en daarom aan de belastbare winst moeten worden toegevoegd om de fiscale winst te bepalen. |
| KMO-vennootschap | Een vennootschap die voldoet aan de specifieke groottecriteria gedefinieerd in het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, en die kan genieten van diverse fiscale gunstmaatregelen. |
| Microvennootschap | Een subcategorie van de KMO-vennootschap die aan nog strengere groottecriteria voldoet, met mogelijk aanvullende fiscale voordelen en verminderde rapporteringsverplichtingen. |
| Jaaromzet | Het totale bedrag aan verkopen en dienstprestaties, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde, exclusief niet-recurrente opbrengsten, die een vennootschap realiseert in een boekjaar. |
| Balanstotaal | De totale waarde van de activa van een vennootschap, zoals weergegeven op de balans, die samen met andere criteria wordt gebruikt om de grootteklasse van de vennootschap te bepalen. |
| Gemiddeld personeelsbestand | Het gemiddelde aantal werknemers, uitgedrukt in voltijdse equivalenten, dat een vennootschap tewerkstelt gedurende een boekjaar, gebruikt voor de kwalificatie als KMO of microvennootschap. |
| Dividend | Een uitkering van winst aan aandeelhouders van een vennootschap; de belastingheffing hierop kan verschillen afhankelijk van de fiscale regime. |
| Definitief belaste inkomsten (DBI-aftrek) | Een fiscale aftrek die van toepassing is op dividenden ontvangen door een vennootschap, om dubbele belasting te vermijden door de winsten waaruit het dividend werd betaald, reeds te hebben belast. |
| Forfaitair gedeelte van de buitenlandse belasting (FBB) | Een verrekening van buitenlandse belastingen die op inkomsten van buitenlandse oorsprong is geheven, ter voorkoming van dubbele belasting, en die wordt berekend volgens specifieke regels. |
| Beroepskost | Elke uitgave of last die door de belastingplichtige is gedaan of gedragen om belastbare inkomsten te verwerven of te behouden, en waarvan de echtheid en het bedrag kunnen worden bewezen. |
| Jaarlijkse afschrijving | Het jaarlijkse bedrag dat wordt afgetrokken van de waarde van een actief om rekening te houden met de economische of technische veroudering, en dat fiscaal aftrekbaar is als beroepskost. |
| Lineaire afschrijving | Een methode van afschrijving waarbij een vast percentage van de aanschaffingswaarde van een actief jaarlijks in kosten wordt gebracht. |
| Degressieve afschrijving | Een methode van afschrijving waarbij een steeds lager wordend percentage van de resterende boekwaarde van een actief jaarlijks in kosten wordt gebracht; voor nieuwe investeringen sinds 1.01.2020 niet meer toegestaan in de vennootschapsbelasting. |
| Kapitaalloze vennootschap | Een vennootschapsvorm, geïntroduceerd met het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, waarbij het kapitaalconcept grotendeels verdwijnt en wordt vervangen door een systeem van inbreng, met uitzondering van de naamloze vennootschap (NV). |
| Inbreng | De bijdrage die een vennoot levert aan de vennootschap, zijnde geld, goederen (in natura) of arbeid (in nijverheid), die de basis vormt van het eigen vermogen van de vennootschap. |
| Toereikend aanvangsvermogen | Een verplichting voor vennootschappen, met name de BV, om bij oprichting te beschikken over een eigen vermogen dat voldoende is voor de voorgenomen bedrijfsactiviteiten, in plaats van een strikt kapitaalvereiste. |
| Netto-actieftest | Een controle die nagaat of een uitkering van winst de vennootschap niet in een situatie brengt met een negatief eigen vermogen of een eigen vermogen lager dan het statutair onbeschikbare deel. |
| Liquiditeitstest | Een controle die nagaat of de vennootschap, na een uitkering, nog steeds in staat is haar lopende schulden te voldoen binnen het jaar. |
Cover
Samenvatting - vennootschapsrecht.docx
Summary
# Definities en kenmerken van vennootschappen, verenigingen en stichtingen
Dit gedeelte behandelt de basisdefinities van vennootschappen, verenigingen en stichtingen, inclusief de materiële geldigheidsvereisten voor contracten zoals inbreng, voorwerp en vermogensvoordeel. Ook wordt ingegaan op de éénhoofdigheid en meerhoofdigheid bij oprichting.
### 1.1 definities
#### 1.1.1 vennootschap
Een vennootschap wordt opgericht bij een rechtshandeling door één of meer personen, vennoten genaamd, die een inbreng doen. Zij heeft een vermogen en stelt zich de uitoefening van één of meer welbepaalde activiteiten tot voorwerp. Zij heeft tot doel aan de vennoten een rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel uit te keren of te bezorgen.
#### 1.1.2 vereniging
Een vereniging wordt opgericht bij een overeenkomst tussen twee of meer personen, leden genaamd. Zij streeft een belangeloos doel na in het kader van één of meer welbepaalde activiteiten die zij tot voorwerp heeft. Zij mag noch rechtstreeks noch onrechtstreeks enig vermogensvoordeel uitkeren of bezorgen aan de oprichters, de leden, de bestuurders of enig ander persoon, behalve voor het in de statuten belangeloos doel. Elke verrichting in strijd met dit verbod, is nietig.
#### 1.1.3 stichting
Een stichting is een rechtspersoon zonder leden, opgericht bij rechtshandeling door één of meer personen, stichters genoemd. Haar vermogen wordt bestemd om een belangeloos doel na te streven in het kader van één of meer welbepaalde activiteiten die zij tot voorwerp heeft. Zij mag noch rechtstreeks noch onrechtstreeks enig vermogensvoordeel uitkeren of bezorgen aan de stichters, behalve voor het in de statuten belangeloos doel. Elke verrichting in strijd met dit verbod, is nietig.
### 1.2 materiële geldigheidsvereisten
De materiële geldigheidsvereisten voor vennootschapscontracten omvatten de volgende cruciale begrippen, zoals terug te vinden in de definities:
* **Een rechtshandeling:** Dit impliceert meerhoofdigheid of éénhoofdigheid bij de oprichting.
* **Inbreng:** De betrokken partijen verbinden zich om iets in gemeenschap te brengen. Dit kan geld zijn, goederen (in natura), of arbeid/diensten (nijverheid).
* Bij inbreng van geld of natura worden de goederen eigendom van de vennootschap. Het risico ligt bij de vennootschap.
* Bij inbreng van genot wordt het goed ter beschikking gesteld. Het risico ligt bij de vennoot indien de goederen niet tenietgaan door gebruik, en bij de vennootschap indien ze wel tenietgaan door gebruik (zoals een voorraad bedoeld om te verkopen).
* Inbreng in nijverheid betreft arbeid of diensten zonder concurrentie aan te gaan. Er moet rekenschap gegeven worden van winsten gemaakt door deze nijverheid, en de vennoot mag de vennootschap niet beconcurreren of schaden.
* **Voorwerp:** Dit betreft de nauwkeurig omschreven activiteiten die de vennootschap nastreeft. Voor een vennootschap moet dit een winstoogmerk hebben, terwijl verenigingen en stichtingen een belangeloos doel nastreven. Een te nauwe omschrijving kan latere uitbreiding belemmeren en statutenwijzigingen vereisen.
* **Rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel:** Dit is het uiteindelijke doel van de oprichters van een vennootschap. Verenigingen en stichtingen hebben juist het verbod op het uitkeren van enig vermogensvoordeel. Het oude criterium van 'winstoogmerk' voor de kwalificatie is afgeschaft; nu is het al dan niet uitkeren van een vermogensvoordeel doorslaggevend.
### 1.3 contract – meerhoofdigheid – éénhoofdigheid
Een vennootschap, vereniging of stichting ontstaat altijd op basis van een contract, dat schriftelijk of mondeling kan zijn. Dit contract moet tussen twee of meer personen (natuurlijk of rechtspersoon) gebeuren. De algemene geldigheidsvereisten voor contracten, zoals geldige toestemming, bekwaamheid, voorwerp en oorzaak, zijn van toepassing.
**Opmerking:** Sommige vennootschappen en stichtingen kunnen worden opgericht door één persoon (éénhoofdigheid), terwijl andere vormen (zoals verenigingen) meerdere oprichters vereisen (meerhoofdigheid).
### 1.4 inbreng
De inbreng is de handeling waarbij een persoon iets ter beschikking stelt van een op te richten of bestaande vennootschap, met het oogmerk vennoot te worden of zijn aandeel te vergroten en te delen in de winst. De wet voorziet drie soorten inbrengen:
* **Geld:** Een geldsom.
* **Natura:** Een goed.
* **Nijverheid:** Arbeid of diensten zonder de vennootschap te beconcurreren.
Bij inbreng van geld of natura worden de goederen eigendom van de vennootschap, en ligt het risico bij de vennootschap. Bij inbreng van genot stelt de vennootschap de goederen ter beschikking zonder eigenaar te worden; het risico ligt bij de vennoot.
### 1.5 voorwerp – welbepaalde activiteiten
Dit betreft de specifieke activiteiten die de entiteit nastreeft. Voor vennootschappen is dit altijd met een winstoogmerk, terwijl verenigingen en stichtingen een belangeloos doel nastreven.
**Opmerking:** Vanaf 1 november 2018 verviel het onderscheid tussen handels- en burgerlijke vennootschappen en daden. Het begrip 'handelaar' is vervangen door 'ondernemer'.
### 1.6 rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel
Dit is het kenmerkende doel van een vennootschap, namelijk het uitkeren van voordelen aan de vennoten (bv. bezoldiging, bedrijfswagen). Verenigingen en stichtingen mogen dit niet. Het afschaffen van het 'winstoogmerk' als onderscheidend criterium tussen vennootschap en vereniging/stichting heeft geleid tot het focus op de uitkering van vermogensvoordelen.
### 1.7 waarom opteren voor een vennootschap?
Het opteren voor een vennootschapsvorm biedt diverse voordelen ten opzichte van een eenmanszaak:
* **Juridische structuur:** Een vennootschap met volkomen rechtspersoonlijkheid (bv. BV, NV, CV) heeft een afgescheiden vermogen, wat leidt tot beperkte aansprakelijkheid van de vennoten. Bij een eenmanszaak vermengen persoonlijk en ondernemingsvermogen zich, wat leidt tot onbeperkte aansprakelijkheid.
* **Fiscale motieven:** In veel gevallen is het fiscaal voordeliger om via een vennootschap te werken die onderworpen is aan de vennootschapsbelasting, die doorgaans lager is dan de personenbelasting.
* **Andere motieven:** Vermogensplanning en het vlotter verkrijgen van bepaalde vergunningen.
### 1.8 de soorten vennootschappen
Vennootschappen worden ingedeeld op basis van hun rechtspersoonlijkheid:
#### 1.8.1 vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid
* **Maatschap:** Een personenvennootschap zonder rechtspersoonlijkheid. Het maatschapsvermogen is een onverdeeldheid tussen de vennoten. De vennoten zijn onbeperkt en hoofdelijk aansprakelijk voor de maatschapsschulden. Zij kunnen wel optreden in rechte.
#### 1.8.2 vennootschappen met onvolkomen rechtspersoonlijkheid
* **Vennootschap onder firma (VOF) en Commanditaire vennootschap (CommV):** Deze hebben een afgescheiden vermogen, maar geen beperkte aansprakelijkheid voor de vennoten. De schuldeisers van de firma kunnen het privévermogen van de vennoot aanspreken. Zij kunnen wel optreden in rechte.
#### 1.8.3 vennootschappen met volkomen rechtspersoonlijkheid
* **Naamloze vennootschap (NV), Besloten vennootschap (BV), Coöperatieve vennootschap (CV), Europese vennootschap (SE), Europese coöperatieve vennootschap (SCE), Europees economisch samenwerkingsverband (EESV):** Deze hebben een afgescheiden vermogen en de vennoten genieten een beperkte aansprakelijkheid tot hun inbreng. Zij kunnen optreden in rechte.
### 1.9 personenvennootschappen versus kapitaalvennootschappen
* **Personenvennootschappen (bv. maatschap, VOF, CommV):** De persoon van de vennoot staat centraal. Overdracht van vennootschapstitels (deelbewijzen) vereist in beginsel unanimiteit. De geldigheid van toestemming weegt zwaarder door, en het overlijden, onbekwaamverklaring of faillissement van een vennoot leidt tot ontbinding van de vennootschap. Concurrerende activiteiten zijn niet toegelaten. De aansprakelijkheid van de vennoten is onbeperkt.
* **Kapitaalvennootschappen (bv. NV):** Het kapitaal staat centraal. Vennootschapstitels (aandelen) zijn in principe vrij overdraagbaar. Het ontbreken van geldige toestemming leidt slechts tot de nietigheid van de verbintenis van de betrokken vennoot. Het overlijden, onbekwaamverklaring of faillissement van een vennoot leidt niet tot ontbinding. Concurrerende activiteiten zijn toegelaten, tenzij statutair beperkt. De aansprakelijkheid van de vennoten is beperkt tot hun inbreng.
* **BV:** Kan zowel een personenvennootschap, kapitaalsvennootschap als een mengvorm zijn.
### 1.10 UBO-register
Het UBO-register (Ultimate Beneficial Owner) verplicht vennootschappen, vzw's en stichtingen om actuele en nauwkeurige informatie bij te houden over de uiteindelijk begunstigden. Dit is ter bestrijding van witwassen en financiering van terrorisme. Een natuurlijk persoon is UBO indien deze rechtstreeks of onrechtstreeks minstens 25% van de stemrechten of aandelen heeft, of zeggenschap heeft over de vennootschap via andere middelen, of behoort tot het hoger leidinggevend kader. Bestuurders/zaakvoerders zijn verplicht deze gegevens in te geven. Deze informatie is toegankelijk voor overheden, notarissen en advocaten, en beperkt voor burgers na betaling.
### 1.11 Algemene strafbepaling
Bij misdrijven zoals frauduleuze praktijken of btw-carrousels is toepassing van het strafwetboek mogelijk, conform artikel 1:37 WVV.
---
# Verschillende soorten vennootschappen en hun classificatie
Dit document geeft een gedetailleerd overzicht van de verschillende soorten vennootschappen, hun classificatie op basis van rechtspersoonlijkheid en hun kenmerken, alsook een vergelijking tussen personenvennootschappen en kapitaalvennootschappen.
## 1. Het begrip vennootschap, vereniging en stichting
### 1.1 Definities
* **Vennootschap**: Opgericht bij rechtshandeling door één of meer personen (vennoten) die een inbreng doen. Heeft een vermogen en streeft de uitoefening van welbepaalde activiteiten na met als doel de vennoten rechtstreeks of onrechtstreeks een vermogensvoordeel te bezorgen.
* **Vereniging**: Opgericht bij overeenkomst tussen twee of meer personen (leden). Streeft een belangeloos doel na en mag geen vermogensvoordeel uitkeren aan oprichters, leden, bestuurders of anderen, behalve voor het belangeloos doel zelf.
* **Stichting**: Rechtspersoon zonder leden, opgericht bij rechtshandeling door één of meer personen (stichters). Bestemd om een belangeloos doel na te streven en mag geen vermogensvoordeel uitkeren aan stichters, behalve voor het belangeloos doel zelf.
### 1.2 Materiële geldigheidsvereisten
De kernbegrippen in de definities zijn cruciaal en vormen de materiële geldigheidsvereisten voor vennootschapscontracten:
* Een rechtshandeling (één- of meerhoofdigheid).
* Inbreng.
* Voorwerp (nauwkeurig omschreven activiteiten).
* Rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel.
### 1.3 Een contract – meerhoofdigheid – éénhoofdigheid
* Een vennootschap, vereniging of stichting ontstaat altijd op basis van een contract (schriftelijk of mondeling).
* Dit contract moet gesloten worden tussen twee of meer personen (natuurlijk of rechtspersoon).
* De algemene geldigheidsvereisten voor contracten (geldige toestemming, bekwaamheid, voorwerp, oorzaak) zijn van toepassing.
* Sommige vennootschappen en stichtingen kunnen door één persoon worden opgericht, terwijl andere meerdere oprichters vereisen.
### 1.4 Inbreng
* De inbreng is de handeling waarbij een persoon iets ter beschikking stelt van de vennootschap met het oog op deelname in de winst.
* Vormen van inbreng:
* **Geld**: Een geldsom.
* **Natura**: Een goed (bv. machine, auto, gebouw).
* **Nijverheid**: Arbeid of diensten, zonder de vennootschap te beconcurreren. De waarde hiervan moet in een bedrag worden uitgedrukt.
* Bij inbreng van geld of natura wordt het eigendom overgedragen aan de vennootschap. Het risico ligt bij de vennootschap.
* Bij inbreng van genot stelt de vennootschap de goederen ter beschikking om te gebruiken en van de opbrengst te genieten, zonder eigenaar te worden. Het risico ligt bij de vennoot (indien goederen niet tenietgaan door gebruik) of bij de vennootschap (indien goederen tenietgaan door gebruik, bv. voorraad).
* De vennoot die inbreng in nijverheid doet, mag de vennootschap niet beconcurreren of activiteiten ontwikkelen die de vennootschap schaden.
### 1.5 Voorwerp – welbepaalde activiteiten
* Een vennootschap wordt opgericht om een bepaald voorwerp te realiseren door welbepaalde activiteiten uit te oefenen, met winstoogmerk.
* Verenigingen en stichtingen streven een belangeloos doel na.
* Sinds 1 november 2018 vervalt het onderscheid tussen handels- en burgerlijke vennootschappen en de begrippen 'handelaar' worden vervangen door 'ondernemingen'/'ondernemer'.
### 1.6 Rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel
* Het verkrijgen van een (on)rechtstreeks vermogensvoordeel is de uiteindelijke bedoeling van personen die een vennootschap oprichten.
* Kenmerk van een vennootschap: uitkeren van rechtstreeks (bv. bezoldiging) of onrechtstreeks (bv. bedrijfswagen, gsm) vermogensvoordeel.
* Kenmerk van vereniging en stichting: verbod op het uitkeren van enig vermogensvoordeel.
* Het oude criterium "winstoogmerk" voor het onderscheid tussen vennootschap en vereniging is afgeschaft. Het onderscheid wordt nu gemaakt door het al dan niet uitkeren van een vermogensvoordeel.
## 2. Waarom opteren voor een vennootschap?
### 2.1 Juridische structuur
* **Eenmanszaak**: Ondernemer start als natuurlijke persoon, geen afgescheiden vermogen. Volledig privévermogen staat in voor schulden en risico's. Faillissement heeft nare gevolgen voor privévermogen.
* **Vennootschap**: Vermijdt de problemen van een eenmanszaak door een afgescheiden vermogen.
* **Volkomen rechtspersoonlijkheid (BV, NV, CV, etc.)**: Afgescheiden vermogen, beperkte aansprakelijkheid van de vennoten.
* **Onvolkomen rechtspersoonlijkheid (VOF, CommV)**: Afgescheiden vermogen, maar geen beperkte aansprakelijkheid van de vennoten. Privévermogen loopt minder gevaar dan bij een eenmanszaak, maar is niet volledig beschermd.
### 2.2 Fiscale motieven
* Fiscaal voordeliger om te werken met een vennootschap (vennootschapsbelasting) dan met een eenmanszaak (personenbelasting).
* Vennootschapsbelastingtarief is doorgaans lager dan personenbelastingtarieven.
### 2.3 Andere motieven
* Vermogensplanning.
* Vlotter verkrijgen van bepaalde vergunningen.
## 3. De soorten vennootschappen
Vennootschappen worden ingedeeld op basis van rechtspersoonlijkheid:
* Vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid.
* Vennootschappen met onvolkomen rechtspersoonlijkheid.
* Vennootschappen met volkomen rechtspersoonlijkheid.
### 3.1 De drie pijlers: rechtspersoonlijkheid
* Rechtspersoonlijkheid is een juridisch-technische creatie, een zelfstandig rechtssubject dat deelneemt aan het rechtsverkeer.
* Gevolg: rechtsbekwaamheid (met uitzonderingen zoals familierechten).
* Een rechtspersoon is handelingsbekwaam via vertegenwoordiging door natuurlijke personen (orgaantheorie).
* Een rechtspersoon krijgt een eigen naam, afgescheiden vermogen en woonplaats.
#### 3.1.1 Vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid
* **Maatschap**:
* Heeft geen rechtspersoonlijkheid en geen afgescheiden vermogen. Het maatschapsvermogen is een onverdeeldheid tussen de vennoten.
* Vennoten genieten geen beperkte aansprakelijkheid. Zij staan in voor de maatschapsschulden als het maatschapsvermogen ontoereikend is. Privéschuldeisers van een vennoot kunnen geen aanspraak maken op maatschapsvermogen.
* Kan optreden in rechte (gedagvaard worden of zelf dagvaarden).
* Onderhandse oprichting volstaat.
* Typen: stille maatschap, tijdelijke maatschap, gewone maatschap.
#### 3.1.2 Vennootschappen met onvolkomen rechtspersoonlijkheid
* **Vennootschap onder firma (VOF)**, **Commanditaire vennootschap (CommV)**:
* Hebben een afgescheiden vermogen. Privéschuldeisers van de vennoot kunnen het vennootschapspatrimonium niet aanspreken.
* **Geen beperkte aansprakelijkheid**: Een schuldeiser van de firma kan het privévermogen van de vennoot aanspreken.
* Kunnen optreden in rechte als eiser of verweerder.
#### 3.1.3 Vennootschappen met volkomen rechtspersoonlijkheid
* **Naamloze vennootschap (NV)**, **Besloten vennootschap (BV)**, **Coöperatieve vennootschap (CV)**, **Europese vennootschap (SE)**, **Europese coöperatieve vennootschap (SCE)**, **Europees economisch samenwerkingsverband (EESV)**:
* Hebben een afgescheiden vermogen. Privéschuldeisers van de vennoot kunnen het vennootschapspatrimonium niet aanspreken.
* **Beperkte aansprakelijkheid van de vennoten**: Vennoten zijn niet aansprakelijk voor daden of verbintenissen aangegaan voor rekening en in naam van de vennootschap. De inbreng en het afgescheiden vermogen gelden als onderpand voor schuldeisers.
* Kunnen optreden in rechte als eiser of verweerder.
### 3.2 Personenvennootschappen versus kapitaalvennootschappen
* **Personenvennootschappen (Maatschap, VOF, CommV)**: De persoon staat centraal (intuïtae personae).
* **Kapitaalvennootschappen (NV)**: Het kapitaal staat centraal.
* **BV**: Kan zowel een personenvennootschap, een kapitaalsvennootschap of een mengvorm zijn.
#### 3.2.1 Overdracht van vennootschapstitels
* **Personenvennootschappen**: Vennootschapstitels (deelbewijzen) zijn in beginsel onvervreemdbaar en niet overdraagbaar zonder unanimiteit van alle vennoten.
* **Kapitaalvennootschappen**: Vennootschapstitels (aandelen, inschrijvingsrechten, obligaties, winstbewijzen) zijn in principe vrij vervreemdbaar of overdraagbaar.
#### 3.2.2 Toestemming
* **Personenvennootschappen**: Een wilsgebrek bij de toestemming van één vennoot leidt tot nietigheid van het vennootschapscontract.
* **Kapitaalvennootschappen**: Een ongeldige toestemming leidt enkel tot nietigheid van de specifieke verbintenis van die vennoot; de vennootschap blijft bestaan.
#### 3.2.3 Overlijden, onbekwaamverklaring, onvermogen, faillissement van een vennoot
* **Personenvennootschappen**: Leidt tot ontbinding van de vennootschap (intuïtae personae speelt een grote rol).
* **Kapitaalvennootschappen**: Leidt niet tot ontbinding van de vennootschap.
#### 3.2.4 Concurrerende activiteiten van een vennoot
* **Personenvennootschappen**: Niet toegelaten.
* **Kapitaalvennootschappen**: Wel toegelaten, tenzij statutair beperkt.
#### 3.2.5 Aansprakelijkheid van de vennoten
* **Personenvennootschappen**: Onbeperkte aansprakelijkheid voor de verbintenissen van de vennootschap.
* **Kapitaalvennootschappen**: Beperkte aansprakelijkheid ten belope van hun inbreng.
## 4. UBO-register (Ultimate Beneficial Owner)
* Verplichting om actuele en nauwkeurige informatie bij te houden en in te winnen over de uiteindelijk begunstigden van vennootschappen, vzw's en stichtingen.
* Doel: strijd tegen witwassen en financiering van terrorisme, transparantie.
* Wie is een UBO? Natuurlijke persoon die rechtstreeks of onrechtstreeks minstens 25% van de stemrechten of aandelen bezit, of zeggenschap heeft via andere middelen (aandeelhoudersovereenkomsten, vetorechten), of behoort tot het hoger leidinggevend kader (bedrijfsleider).
* Informatie is leesbaar voor overheid, notaris, advocaat. Beperkte toegang voor burgers mits betaling.
## 5. Algemene strafbepalingen
* Toepassing van het strafwetboek mogelijk bij misdrijven zoals frauduleuze praktijken, btw-carrousels, etc. (zie artikel 1:37 WVV).
## 6. Bepalingen gemeenschappelijk aan rechtspersonen
### 6.1 Verbintenissen in naam van een vennootschap in oprichting
* Persoonlijke en hoofdelijke aansprakelijkheid van de afgesloten verbintenis, TENZIJ de vennootschap rechtspersoonlijkheid verkrijgt binnen de 2 jaar en de verbintenis overneemt.
* De vennootschap is dan met retroactieve kracht verbonden.
### 6.2 Naam en zetel van een rechtspersoon
* Elke rechtspersoon moet een unieke naam hebben om verwarring te vermijden.
* Zetel in België; statuten bepalen het gewest. Verplaatsing van de zetel kan zonder statutenwijziging indien geen wijziging van taalregime en geen exacte adresvermelding in statuten.
### 6.3 Oprichting en openbaarmakingsformaliteiten
* Formele regels voor oprichting en openbaarmaking om derden te informeren.
* Verschil tussen oprichtingsakte en statuten; wijzigingen aan de oprichtingsakte vereisen geen statutenwijziging, tenzij de bepaling ook in de statuten voorkomt.
* Verkrijging van rechtspersoonlijkheid: vanaf de dag van neerlegging op de griffie van de ondernemingsrechtbank.
* Publicatie in de Bijlagen bij het B.S. binnen 10 dagen na neerlegging.
* Vermeldingen op stukken, brieven, websites: naam, rechtsvorm, ondernemingsnummer, etc.
### 6.4 Nietigheid van rechtspersonen
* Ondernemingsrechtbank spreekt nietigheid uit. Gevolgen: vereffening van de vennootschap.
### 6.5 Bestuur en vertegenwoordiging
* Rechtspersoon neemt deel aan het rechtsverkeer via organen (natuurlijke of rechtspersoon).
* Vaste vertegenwoordiger (natuurlijke persoon) is hoofdelijk aansprakelijk, samen met de rechtspersoon.
* Bestuurdersaansprakelijkheid is verstrengd.
## 7. De maatschap, vennootschap onder firma en commanditaire vennootschap
### 7.1 Definities
* **Maatschap (Personenvennootschap zonder rechtspersoonlijkheid)**:
* Minimaal 2 oprichters, geen minimuminbreng vereist.
* Oogmerk om vermogensvoordeel uit te keren.
* Leeuwenbeding is verboden.
* Onderhandse oprichting volstaat.
* Soorten: stille maatschap, tijdelijke maatschap, gewone maatschap.
* **Vennootschap onder firma (VOF) en Commanditaire vennootschap (CommV) (Personenvennootschap met onvolkomen rechtspersoonlijkheid)**:
* **VOF**: Onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijkheid van alle vennoten.
* **CommV**: Minimaal 1 beherende vennoot (onbeperkt aansprakelijk) en minimaal 1 commanditaire vennoot (aansprakelijkheid beperkt tot de inbreng). Stille vennoot mag geen bestuursdaden stellen.
### 7.2 Gelijkenissen
* Alle drie zijn personenvennootschappen (intuïtae personae).
* Toepasselijke wetgeving is boek 1, boek 4 (met uitzonderingen voor VOF/CommV).
* Voorwerp: gemeenschappelijke activiteit, niet in strijd met openbare orde/goede zeden/wet.
* Vrij bewijsrecht is van toepassing.
### 7.3 Verschilpunten
| Kenmerk | Maatschap | VOF/CommV |
| :----------------------- | :-------------------------------------------- | :---------------------------------------------------- |
| **Rechtspersoonlijkheid** | Zonder | Met (onvolkomen) |
| **Vennootschapsvermogen**| Onverdeeld vermogen | Werkingskapitaal/bedrijfskapitaal |
| **Schuldeisersverhaal** | Kan doorstoten naar privévermogen van vennoten| Kan doorstoten naar privévermogen van vennoten |
| **Duurzaam karakter** | Niet openbaar | Openbaar (publicatievereiste) |
### 7.4 Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordigingsbevoegdheid
* **Geen zaakvoerders aangewezen**: Elke vennoot is zaakvoerder, tenzij stille vennoot (CommV). Anticipatief verzet mogelijk.
* **Statutaire zaakvoerder**: Benoemd in statuten. Extern (geen vennoot) of intern (wel vennoot). Ontslag ad nutum (extern) of met wettige reden (intern).
* **Niet-statutaire zaakvoerder**: Benoemd door AVA. Ontslag ad nutum.
* **Meerdere zaakvoerders**: Principe is 'alleen-optreden', tenzij collegialiteit statutair voorzien is.
* **Specifieke regels CommV**: Commanditaire vennoten vallen buiten bestuursbevoegdheid. Kunnen wel advies verlenen.
### 7.5 Aansprakelijkheid van de vennoten ten aanzien van derden
* Onbeperkte en hoofdelijke aansprakelijkheid van de vennoten voor de verbintenissen van de vennootschap (subsidiaire aansprakelijkheid).
### 7.6 Overdracht van aandelen
* Vereist unanimiteit van de medevennoten, tenzij statuten anders voorzien.
### 7.7 Ontbinding, terugtrekking en uitsluiting
* Ontbinding bij verstrijken van de tijd, tenietgaan van de zaak, overlijden, wil van partijen, wanprestatie.
* Terugtrekking en uitsluiting van een vennoot mogelijk.
## 8. De besloten vennootschap (BV)
### 8.1 Begrip en kenmerken
* Een vennootschap zonder kapitaal waarin aandeelhouders enkel hun inbreng verbinden.
* Beperkte aansprakelijkheid van de vennoten tot hun inbreng.
* Grote statutaire vrijheid en flexibiliteit.
### 8.2 Oprichting
* **Aanvangsvermogen**: Moet toereikend zijn in het licht van de voorgenomen bedrijvigheid voor minstens 2 jaar.
* **Financieel plan**: Oprichters moeten een financieel plan overhandigen aan de notaris. Bewaarplicht van de notaris. Oprichtersaansprakelijkheid bij ontoereikend aanvangsvermogen.
* **Plaatsing van de aandelen**: Volledige en onvoorwaardelijke plaatsing is dwingend recht.
* **Inbreng in natura**: Vereist revisoraal verslag. Oprichtersaansprakelijkheid bij kennelijke overwaardering.
* **Storting van de inbrengen**: Volledig gestort, tenzij anders bepaald. Inbreng in geld (bijzondere rekening, bankattest), natura, nijverheid (dienstverlening).
* **Oprichtingsformaliteiten**: Notariële akte.
### 8.3 Effecten en hun overdracht
* Aandelen op naam of gedematerialiseerd.
* Aandelen op naam: register op zetel, eigendomsaanwijzend.
* Overdracht en overgang van effecten gebeurt volgens gemeenrecht. Tegenwerpelijkheid vereist melding in aandelenregister.
* Beperkingen aan overdracht kunnen statutair worden voorzien (bv. voorkooprecht, goedkeuringsclausule).
### 8.4 Vennootschapsorganen
* **Bestuur**: 1 of meer bestuurders (natuurlijk of rechtspersoon). Bestuursmandaat is bezoldigd, tenzij statutair onbezoldigd.
* **Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA)**: Eigenaars van het bedrijf. Bevoegd voor goeukreuring jaarrekening, kwijting, statutenwijzigingen. Verschillende soorten vergaderingen (gewone, bijzondere, buitengewone).
* **Vennootschapsvordering / Minderheidsvordering**: Vordering van de AVA tegen bestuurders/commissaris, of door minderheidsaandeelhouders.
### 8.5 Het vermogen van de besloten vennootschap
* Geen minimumkapitaal vereist.
* **Bijkomende inbrengen**: Uitgifte van nieuwe aandelen of kapitaalsverhoging.
* **Instandhouding van het vermogen**: Uitkeringen aan aandeelhouders (dividenden) en tantièmes (bestuurdersvergoeding) zijn beperkt om schuldeisers te beschermen.
* **Alarmbelprocedure**: Bestuursorgaan roept AVA samen indien netto-actief dreigt negatief te worden of vennootschap niet kan voldoen aan opeisbare schulden.
## 9. De coöperatieve vennootschap (CV)
### 9.1 Begrip en kenmerken
* Streeft het coöperatief gedachtegoed na: voldoen aan behoeften van aandeelhouders en hun economische/sociale activiteiten ontwikkelen.
* Mogelijkheid tot uittreding ten laste van het vennootschapsvermogen en toetreding van derden.
* Rechtspersoonlijkheid en beperkte aansprakelijkheid.
### 9.2 Oprichting
* Minimaal 3 oprichters.
* Toereikend aanvangsvermogen en financieel plan vereist.
* Inbrengmodaliteiten: geld, natura, nijverheid.
* Vormvereisten: notariële akte, openbaarmaking en publicatie.
### 9.3 Effecten uitgegeven door de CV
* Aandelen op naam met stemrecht zijn het principe. Minimaal 3 aandelen met stemrecht.
* Gelijke deelname in winst/vereffeningssaldo, tenzij statuten anders bepalen.
* Overdracht van effecten aan mede-aandeelhouders is vrij, tenzij statuten anders voorzien. Overdracht aan derden is mogelijk indien aan statutaire vereisten wordt voldaan en bestuursorgaan beslist.
### 9.4 Wijzigingen in het vennotenbestand en kapitaal
* **Toetreding**: Derden kunnen toetreden indien statuten dit toelaten en zij aan vereisten voldoen.
* **Uittreding**: Mogelijk binnen de grenzen van de statuten, wettelijke bepalingen zijn aanvullend.
### 9.5 Organen van de CV
* **Bestuur**: 1 of meer bestuurders (natuurlijk of rechtspersoon). Mandaat is bezoldigd, tenzij statutair onbezoldigd. Principe van coöptatie.
* **Algemene Vergadering van Vennoten (AVA)**: Oefent bevoegdheden uit die het WVV toekent; statuten kunnen dit uitbreiden. Jaarvergadering voor goedkeuring jaarrekening en kwijting. Buitengewone AVA voor statutenwijziging.
### 9.6 Het vermogen van de CV
* Uitgifte van nieuwe aandelen: bestaande aandeelhouders hebben voorkeurrecht.
* Instandhouding van het vermogen: uitkeringen aan aandeelhouders (dividenden) en bestuurdersvergoedingen (tantièmes) zijn beperkt om schuldeisers te beschermen. Dubbele test (netto-actieftest en liquiditeitstest).
## 10. De naamloze vennootschap (NV)
### 10.1 Begrip en kenmerken
* Zuivere kapitaalvennootschap, bedoeld voor grote ondernemingen met ruim aandeelhouderschap.
* Minimum startkapitaal van 61.500 euro.
* Eénhoofdigheid, beperkte aansprakelijkheid van de vennoten, vrije overdracht van aandelen.
### 10.2 Oprichting
* **Bedrag van het kapitaal**: Minimaal 61.500 euro.
* **Financieel plan** vereist, met oprichtersaansprakelijkheid bij ontoereikend kapitaal.
* **Plaatsing van het kapitaal**: Volledige en onvoorwaardelijke plaatsing is dwingend recht.
* **Inbreng in geld en natura**: Inbreng in geld vereist bijzondere rekening en bankattest. Inbreng in natura vereist oprichtersverslag en revisoraal verslag.
* **Quasi-inbreng**: Aankopen door de NV van vermogensbestanddelen van oprichters/bestuurders binnen 2 jaar na oprichting tegen een vergoeding van minstens 1/10 van het geplaatste kapitaal.
* **Storting van het kapitaal**: Minimaal 25% van de nominale waarde, met een absoluut minimum van 61.500 euro bij oprichting.
### 10.3 Effecten en hun overdracht
* Effecten op naam of gedematerialiseerd.
* **Effecten op naam**: Register op zetel, eigendomsaanwijzend.
* **Gedematerialiseerde effecten**: Boeking op rekening.
* **Soorten effecten**: Aandelen (met verschillende stemrechten mogelijk), winstbewijzen (vertegenwoordigen geen kapitaal).
* **Overdracht en overgang**: Volgens gemeenrecht. Vrije overdraagbaarheid, maar statutaire beperkingen (stand-still, verkoop-, goedkeuringsclausules) zijn mogelijk.
### 10.4 Vennootschapsorganen
* **Bestuur**: Vier bestuursvormen: monistisch bestuur, enige bestuurder, duaal bestuur (raad van toezicht en directieraad), dagelijks bestuur.
* **Algemene vergadering van aandeelhouders (AVA)**: Oefent wettelijke en statutaire bevoegdheden uit. Gelijkwaardige behandeling van aandeelhouders. Bijeenroeping door bestuur of commissaris. Verschillende soorten vergaderingen.
* **Vennootschapsvordering – minderheidsvordering – deskundige**: Procedures om bestuurders/commissarissen aan te spreken bij wangedrag.
### 10.5 Kapitaal
* **Kapitaalverhoging**: Ophalen van vers geld bij bestaande of nieuwe vennoten. Voorkeurrecht voor bestaande aandeelhouders.
* **Kapitaalvermindering**: Terugbetaling aan vennoten of aanzuivering van verliezen.
* **Instandhouding van het kapitaal**: Alarmbelprocedure bij daling netto-actief.
## 11. Herstructurering van vennootschappen
### 11.1 Definities
* **Fusie**: Overgang van volledig vermogen van één of meer vennootschappen op een andere vennootschap, zonder vereffening.
* **Splitsing**: Opsplitsing van vermogen over meerdere vennootschappen.
* **Inbreng van een algemeenheid**: Gehele vermogen gaat over naar bestaande/nieuwe vennootschappen, zonder ontbinding.
* **Inbreng van een bedrijfstak**: Gedeelte van de vennootschap met autonome activiteit wordt overgedragen.
### 11.2 Regeling inzake fusies en splitsingen
* Rechtsgevolgen: ontbinding zonder vereffening, vennoten worden vennoot in de verkrijgende vennootschap.
* Tegenwerpelijkheid vanaf publicatie in B.S.
* Zekerheidsstelling voor schuldeisers.
* Aansprakelijkheid van vennoten, verkrijgende vennootschap en bestuurders.
* Nietigheid van de fusie of splitsing bij niet-naleving van bepalingen.
### 11.3 Procedure
* Fusie- of splitsingsvoorstel.
* Schriftelijk verslag van bestuursorgaan en commissaris/bedrijfsrevisor.
* Agenda van BAV en ter inzage legging van stukken.
* Authentieke notulen en publicatie.
Deze studiehandleiding biedt een gestructureerd overzicht van de verschillende vennootschapsvormen en hun classificatie, essentieel voor een diepgaand begrip van het vennootschapsrecht.
---
# De jaarrekening en controle daarvan
Dit onderdeel behandelt de opstelling, inhoud, openbaarmaking en controle van de jaarrekening en het jaarverslag, evenals de procedures bij fouten en de aansprakelijkheid.
### 3.1 De jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening
De jaarrekening geeft een beeld van de financiële en boekhoudkundige toestand van de vennootschap en moet een getrouw beeld geven zonder fouten of creatief boekhouden.
#### 3.1.1 De jaarrekening
Elk jaar dient de jaarrekening, samen met de inventaris, te worden opgemaakt door de bestuurders. De jaarrekening bestaat uit de balans, de resultatenrekening met resultatenverwerking, en de toelichting (inclusief de sociale balans). De algemene vergadering (AVA) dient de jaarrekening binnen zes maanden na de afsluitingsdatum van het boekjaar goed te keuren. Bij nalatigheid die schade veroorzaakt, wordt de schade verondersteld voort te vloeien uit dit verzuim, tenzij het tegendeel wordt bewezen. Er bestaan wettelijk opgelegde volledige of verkorte schema's voor de jaarrekening.
#### 3.1.2 Het jaarverslag
Naast de jaarrekening en inventaris zijn bestuursorganen verplicht een jaarverslag op te stellen dat rekenschap geeft van hun beleid en de jaarrekening toelicht. Dit is verplicht voor genoteerde en grote vennootschappen, maar niet voor niet-genoteerde vennootschappen, VOF's en CommV's waarvan alle onbeperkt aansprakelijke vennoten natuurlijke personen zijn, en voor ESV's en LV's. De inhoud wordt bepaald door het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV).
#### 3.1.3 Openbaarmakingsverplichtingen voor Belgische vennootschappen
De jaarrekening moet worden neergelegd bij de Nationale Bank van België (NBB) en bij de griffie van de ondernemingsrechtbank. Dit moet gebeuren binnen 30 dagen na goedkeuring door de AVA, en uiterlijk 7 maanden na de afsluiting van het boekjaar. Te late of geen neerlegging kan leiden tot aansprakelijkheid voor geleden schade, tenzij het tegendeel wordt bewezen. Kleine niet-genoteerde vennootschappen kunnen een verkort schema neerleggen. Kleine VOF's, CommV's en ESV's waarvan alle onbeperkt aansprakelijke vennoten natuurlijke personen zijn, zijn vrijgesteld van neerlegging. Indien de NBB fouten ontdekt in de neergelegde jaarrekening, wordt de vennootschap verwittigd en moet een verbeterde versie binnen twee maanden worden neergelegd.
#### 3.1.4 Openbaarmakingsverplichtingen voor buitenlandse vennootschappen met een bijkantoor in België
Buitenlandse vennootschappen met een bijkantoor in België moeten hun (geconsolideerde) jaarrekening neerleggen bij de NBB, opgesteld volgens het recht van de staat waaronder de vennootschap valt.
#### 3.1.5 Geconsolideerde jaarrekening, jaarverslag en openbaarmakingsverplichting
Vennootschappen die nauw met elkaar verbonden zijn (moeder-dochterrelaties, consortia) moeten een gezamenlijke, geconsolideerde jaarrekening opstellen en neerleggen. Vallen hierbuiten o.a. LV's onder vorm van een VOF of Comm.V en beleggingsondernemingen. Een jaarverslag en neerleggingsplicht zijn ook van toepassing.
#### 3.1.6 Enkele specifieke bepalingen voor verenigingen en stichtingen
Voor verenigingen en stichtingen gelden gelijkaardige verplichtingen voor de opmaak van de jaarrekening, het jaarverslag en de openbaarmaking als voor vennootschappen. Daarnaast moeten zij een begroting opmaken voor het jaar volgend op de opmaak van de jaarrekening.
### 3.2 De controle van de jaarrekening en van de geconsolideerde jaarrekening
De controlefunctie wordt uitgeoefend door een commissaris (bedrijfsrevisor).
#### 3.2.1 Algemene bepalingen inzake controle
**Benoeming:** De AVA benoemt een commissaris (een verplicht lid van het Instituut der Bedrijfsrevisoren - IBR). Dit is verplicht voor grote ondernemingen (min. 50 werknemers, 11.250.000 euro omzet, 6.000.000 euro balanstotaal; 2/3 van deze parameters). De commissaris moet onafhankelijk zijn en mag gedurende twee jaar na het einde van zijn mandaat geen functie uitoefenen in de betrokken vennootschap of een verbonden vennootschap.
**Bezoldiging:** De AVA bepaalt een vaste bezoldiging, met een wettelijke onder- en bovengrens. Deze kan door de AVA worden gewijzigd.
**Ontslag:** Het mandaat van de commissaris duurt drie jaar en is hernieuwbaar. Ontslag tijdens dit mandaat is mogelijk om wettige redenen, na een motivering van de AVA.
**Bevoegdheden:** De commissaris heeft uitgebreide controlebevoegdheden en mag alle stukken opvragen. Hij houdt toezicht op de continuïteit van de onderneming en op de maatregelen die het bestuursorgaan neemt om deze te waarborgen. Bij het vermoeden van een frauduleuze situatie (bijvoorbeeld een 'zwarte kas', valse facturen) zal de commissaris de alarmbelprocedure activeren.
#### 3.2.2 Controle op de jaarrekening
De controle omvat de financiële toestand, de regelmatigheid van de verrichtingen, etc. De commissaris stelt minstens eenmaal per jaar een schriftelijk verslag op met datum en handtekening. Dit is niet van toepassing op VOF's, CommV's, ESV's waarvan alle onbeperkt aansprakelijke vennoten natuurlijke personen zijn, en niet-genoteerde kleine vennootschappen (tenzij ze deel uitmaken van een groep die een geconsolideerde jaarrekening opstelt).
#### 3.2.3 Controle op geconsolideerde jaarrekening
De controle van de geconsolideerde jaarrekening is vergelijkbaar met die van de individuele jaarrekening en is evenmin van toepassing op o.a. beleggingsondernemingen.
#### 3.2.4 Controle in vennootschappen met een ondernemingsraad
De bedrijfsrevisor informeert de ondernemingsraad, mag diens vergaderingen bijwonen en kan zijn ontslag aanbieden of door de ondernemingsraad ontslagen worden.
#### 3.2.5 Controle in verenigingen en stichtingen
VZW's zijn sinds enkele jaren boekhoudplichtig. De controle loopt vrijwel gelijk aan de controle van de jaarrekening in vennootschappen.
#### 3.2.6 Individuele onderzoeks- & controlebevoegdheid van vennoten
In kleine of micro-ondernemingen waar geen commissaris is verplicht, kan elke vennoot bijstand vragen van een accountant of boekhouder (met bijbehorend ereloon).
#### 3.2.7 Strafbepalingen
Overtredingen van de bepalingen inzake controle kunnen leiden tot geldboetes en celstraffen.
> **Tip:** Begrippen zoals liquiditeit en solvabiliteit zijn cruciaal bij het beoordelen van de jaarrekening. Liquiditeit verwijst naar de onmiddellijke beschikbaarheid van middelen, terwijl solvabiliteit aangeeft of de vennootschap op lange termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. Deze kunnen worden afgetoetst aan de balans.
---
**Opmerking:** Dit onderdeel van het studiegebied focust zich sterk op de juridische en formele aspecten van de jaarrekening en de controle ervan, zoals vastgelegd in het WVV. Begrip van de verschillende vennootschapsvormen en hun specifieke regels inzake controle is essentieel. De controle door de commissaris (bedrijfsrevisor) is een belangrijk element ter waarborging van transparantie en correctheid.
---
# Fusies, splitsingen en inbrengen van vermogen
Oké, hier is de gedetailleerde studiehandleiding over fusies, splitsingen en inbrengen van vermogen, klaar voor je examen!
## 4. Fusies, splitsingen en inbrengen van vermogen
Dit deel behandelt de juridische mechanismen voor de herstructurering van vennootschappen door middel van fusies, splitsingen en de inbreng van een algemeenheid of bedrijfstak, inclusief de bijbehorende procedures, rechtsgevolgen en aansprakelijkheden.
### 4.1 Definities van herstructurering
#### 4.1.1 Fusie
Een fusie is een rechtshandeling waarbij het volledige vermogen van één of meerdere vennootschappen, na ontbinding zonder vereffening, overgaat op een andere vennootschap. Dit kan op twee manieren gebeuren:
* **Fusie door overneming:** Eén vennootschap neemt de volledige activa en passiva van een of meerdere andere vennootschappen over. De overgenomen vennootschap(pen) houden op te bestaan.
* **Fusie door oprichting van een nieuwe vennootschap:** Twee of meer vennootschappen worden ontbonden zonder vereffening, en hun volledige vermogens gaan over naar een nieuw op te richten vennootschap. De oorspronkelijke vennootschappen houden op te bestaan.
Bij een fusie ontvangen de vennoten van de ontbonden vennootschap(pen) aandelen van de verkrijgende vennootschap. Een bijbetaling (opleg) in contanten is mogelijk, maar beperkt tot maximaal tien procent van de nominale waarde of inbrengwaarde van de verkrijgende aandelen.
#### 4.1.2 Splitsing
Een splitsing is eveneens een proces waarbij een vennootschap ontbindt zonder vereffening, waarbij haar vermogen echter overgaat op twee of meer verkrijgende vennootschappen. Dit kan eveneens op verschillende manieren:
* **Splitsing door overneming:** Een bestaande vennootschap neemt een deel van het vermogen van de splitsende vennootschap over.
* **Splitsing door oprichting:** Er worden één of meerdere nieuwe vennootschappen opgericht die delen van het vermogen van de splitsende vennootschap overnemen.
* **Gemengde splitsing:** Een combinatie van overneming door bestaande vennootschappen en oprichting van nieuwe vennootschappen.
Net als bij fusies ontvangen de vennoten van de ontbonden vennootschap aandelen in de verkrijgende vennootschap(pen), met een mogelijke opleg beperkt tot tien procent van de nominale waarde of inbrengwaarde van de verkrijgende aandelen.
#### 4.1.3 Inbreng van een algemeenheid
Bij een inbreng van een algemeenheid gaat het volledige vermogen van een vennootschap (activa én passiva) over op één of meerdere bestaande of nieuw opgerichte vennootschappen, zonder dat de oorspronkelijke vennootschap ontbindt of vereffend wordt. De vennootschap blijft bestaan, zij het eventueel in een 'lege' staat. De vennoten ontvangen hiervoor aandelen van de verkrijgende vennootschap. Er is geen sprake van een opleg in contanten. Dit kan een oplossing bieden voor zogenaamde 'slapende vennootschappen'.
#### 4.1.4 Inbreng van een bedrijfstak
Dit betreft de overdracht van een specifiek, autonoom functionerend deel van de vennootschap (een 'business unit') naar één of meerdere bestaande of nieuwe vennootschappen. Ook hierbij blijft de oorspronkelijke vennootschap bestaan en ontvangen de vennoten aandelen van de verkrijgende vennootschap. Een opleg is niet toegestaan.
### 4.2 Regeling inzake fusies en splitsingen
#### 4.2.1 Rechtsgevolgen van fusie en splitsing
Bij een fusie of splitsing houdt de ontbonden vennootschap op te bestaan. Het gehele vermogen van elke ontbonden vennootschap gaat over op de verkrijgende vennootschap(pen). Hierdoor is een aparte vereffening niet nodig. De vennoten van de ontbonden vennootschap worden vennoot in de verkrijgende vennootschap(pen).
#### 4.2.2 Tegenwerpelijkheid van fusie of splitsing
De fusie of splitsing wordt tegenwerpelijk aan derden vanaf de dag van publicatie van een uittreksel of mededeling in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.
#### 4.2.3 Zekerheidsstelling ten voordele van de schuldeisers
Schuldeisers van een vennootschap die betrokken is bij een fusie of splitsing, hebben binnen twee maanden na publicatie van de akte in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad het recht om zekerheid te vragen voor hun niet-vervallen vorderingen die bestonden vóór de bekendmaking.
#### 4.2.4 Aansprakelijkheid
* **Vennoten van ontbonden vennootschappen (VOF, CommV):** De vennoten van een VOF of de beherende vennoten van een CommV blijven hoofdelijk en onbeperkt aansprakelijk voor alle verbintenissen van de ontbonden vennootschap die ontstonden vóór de publicatie in het Staatsblad.
* **Verkrijgende vennootschap (VOF, CommV):** Indien de verkrijgende vennootschap een VOF of CommV is, zijn de vennoten of beherende vennoten daarvan hoofdelijk en onbeperkt aansprakelijk voor alle verbintenissen van de ontbonden vennootschap die ontstonden vóór de publicatie. Exoneratie is mogelijk indien dit in de fusie- of splitsingsakte is voorzien.
* **Bestuurdersaansprakelijkheid:** Bestuurders kunnen aansprakelijk gesteld worden voor fouten die zij maakten bij de voorbereiding of totstandkoming van de fusie of splitsing, zowel ten aanzien van de vennoten van de ontbonden vennootschap als ten aanzien van derden.
#### 4.2.5 Nietigheid van fusie of splitsing
Een fusie of splitsing kan nietig verklaard worden door de ondernemingsrechtbank onder meer indien:
* De opleg in geld groter is dan tien procent van de nominale waarde of inbrengwaarde van de verkrijgende aandelen.
* De akte van fusie of splitsing niet voldoet aan de wettelijke minimumbepalingen, zoals het ontbreken van notariële tussenkomst.
Bij vernietiging van een fusie of splitsing wordt ook een eventueel nieuw opgerichte vennootschap terstond nietig verklaard.
### 4.3 Procedure in geval van fusie/ splitsing
#### 4.3.1 Voorstel tot fusie/ splitsing
Het bestuursorgaan van elke betrokken vennootschap stelt een voorstel op dat minimumbepalingen bevat, waaronder de ruilverhouding van de aandelen en de eventuele opleg. Dit voorstel moet uiterlijk zes weken voor de datum van de buitengewone algemene vergadering (BAVA) die over de transactie beslist, neergelegd worden ter griffie van de ondernemingsrechtbank en gepubliceerd worden in het Staatsblad.
#### 4.3.2 Schriftelijk verslag van het bestuursorgaan
Het bestuursorgaan van elke vennootschap stelt een gemotiveerd schriftelijk verslag op dat de fusie of splitsing juridisch-economisch verantwoordt en de voorwaarden en waarderingsmethoden uiteenzet.
#### 4.3.3 Schriftelijk verslag van de commissaris/ bedrijfsrevisor/ externe accountant
Naast het verslag van het bestuursorgaan, wordt er een controleverslag opgemaakt door een commissaris, bedrijfsrevisor of externe accountant. Dit verslag is echter overbodig indien alle vennoten/ aandeelhouders/ houders van stemrechtelijke effecten van alle betrokken vennootschappen unaniem akkoord gaan.
#### 4.3.4 Wijzigingen in actief en passief meedelen
De bestuursorganen van de betrokken vennootschappen moeten elke belangrijke wijziging in het actief en passief die plaatsvindt tussen de datum van het voorstel en de datum van het besluit van de laatste BAVA, melden aan hun respectievelijke BAVA.
#### 4.3.5 Agenda van de Buitengewone Algemene Vergadering (BAVA) en stukken
De agenda van de BAVA moet het fusie- of splitsingsvoorstel bevatten, alsook de verslagen van de bestuursorganen en controleurs. Deze documenten moeten minstens één maand voor de BAVA ter inzage liggen op de zetel van de vennootschap en/of via elektronische weg (e-mail, website) ter beschikking worden gesteld.
#### 4.3.6 Beraadslaging van de Buitengewone Algemene Vergadering (BAVA)
De besluitvorming binnen de BAVA volgt specifieke regels met betrekking tot stemmen en meerderheden.
#### 4.3.7 Authentieke notulen en publicatie
De beslissingen van de BAVA moeten vastgelegd worden in authentieke notulen, en een uittreksel ervan wordt gepubliceerd in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.
#### 4.3.8 Aandelenruil
Bij een fusie of splitsing worden de aandelen van de ontbonden vennootschap(pen) geruild voor aandelen van de verkrijgende vennootschap(pen). Het bestuursorgaan van de vennootschap is belast met de uitvoering van deze aandelenruil.
#### 4.3.9 Opstellen en goedkeuren van de jaarrekening van ontbonden vennootschappen
De taak voor het opstellen en goedkeuren van de jaarrekening van de ontbonden vennootschap(pen) ligt bij de verkrijgende vennootschap. Deze verleent tevens kwijting aan het bestuursorgaan van de overgenomen vennootschap.
---
**Tip:** Zorg dat je de verschillende vormen van fusies en splitsingen (overneming, oprichting, gemengde splitsing) en de specifieke kenmerken van inbreng van een algemeenheid en bedrijfstak goed uit elkaar kunt houden. Let ook goed op de verschillen in aansprakelijkheid tussen de verschillende vennootschapsvormen die betrokken zijn bij deze operaties. De rol van de notaris en de publicatieverplichtingen zijn eveneens cruciaal.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Vennootschap | Een entiteit opgericht bij rechtshandeling door één of meer personen (vennoten) die een inbreng doen, met een eigen vermogen, gericht op het uitoefenen van welbepaalde activiteiten en met als doel aan de vennoten een rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel uit te keren of te bezorgen. |
| Vereniging | Een entiteit opgericht bij overeenkomst tussen twee of meer personen (leden), die een belangeloos doel nastreeft in het kader van welbepaalde activiteiten, en die geen rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel mag uitkeren aan oprichters, leden of bestuurders. |
| Stichting | Een rechtspersoon zonder leden, opgericht door één of meer personen (stichters), wiens vermogen bestemd is om een belangeloos doel na te streven in het kader van welbepaalde activiteiten, en die geen rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel mag uitkeren aan de stichters. |
| Inbreng | De handeling waarbij een persoon iets ter beschikking stelt van een op te richten of bestaande vennootschap, met het oogmerk vennoot te worden of zijn aandeel te vergroten, en deel te nemen aan de winst; dit kan in geld, natura (goederen) of nijverheid (arbeid of diensten) gebeuren. |
| Voorwerp | De welbepaalde activiteiten die een vennootschap, vereniging of stichting tot doel heeft te realiseren of na te streven. Voor vennootschappen is dit gekoppeld aan winstbejag, terwijl verenigingen en stichtingen een belangeloos doel nastreven. |
| Vermogensvoordeel | Het directe of indirecte voordeel van financiële aard dat voortvloeit uit de activiteiten van de vennootschap, en dat door de vennootschap aan de vennoten kan worden uitgekeerd. Verenigingen en stichtingen zijn verboden dit uit te keren. |
| Rechtspersoonlijkheid | De juridisch-technische creatie van een entiteit die zelfstandig rechtssubject is en kan deelnemen aan het rechtsverkeer met dezelfde bevoegdheden als een natuurlijk persoon, met uitzonderingen zoals familierechten. |
| Afgescheiden vermogen | Een juridisch concept waarbij het vermogen van een vennootschap gescheiden is van het privévermogen van de vennoten, wat leidt tot beperkte aansprakelijkheid voor de vennoten ten aanzien van schuldeisers van de vennootschap. |
| Beperkte aansprakelijkheid | De situatie waarbij de aansprakelijkheid van een persoon (zoals een vennoot) voor de schulden van een vennootschap beperkt is tot de omvang van zijn inbreng in die vennootschap, in plaats van met zijn gehele privévermogen in te staan. |
| Onbeperkte aansprakelijkheid | De situatie waarbij een persoon (zoals een vennoot in bepaalde vennootschapsvormen) volledig aansprakelijk is voor de schulden van de vennootschap, met zijn gehele privévermogen, naast het vennootschapsvermogen. |
| Personenvennootschap | Een vennootschapsvorm waarbij de persoonlijke relatie en de hoedanigheid van de vennoten centraal staan (intuïtae personae), zoals de maatschap, VOF en commanditaire vennootschap. |
| Kapitaalvennootschap | Een vennootschapsvorm waarbij het ingebrachte kapitaal centraal staat en de persoonlijke relatie tussen de vennoten minder belangrijk is, zoals de naamloze vennootschap (NV). |
| UBO-register | Een register waarin informatie wordt bijgehouden over de uiteindelijk begunstigden van vennootschappen, vzw's en stichtingen, met als doel transparantie te vergroten en witwassen van geld en terrorismefinanciering te bestrijden. |
| Jaarrekening | Een financieel document dat een beeld geeft van de financiële en boekhoudkundige toestand van een vennootschap over een bepaald boekjaar, bestaande uit een balans, resultatenrekening en toelichting. |
| Commissaris (Bedrijfsrevisor) | Een onafhankelijke professional die de jaarrekening van een vennootschap controleert en een verslag opstelt over de getrouwheid en regelmatigheid ervan, verplicht voor grote ondernemingen. |
| Fusie | Een rechtshandeling waarbij het volledige vermogen van één of meer vennootschappen, als gevolg van ontbinding zonder vereffening, overgaat op een andere vennootschap, resulterend in de oprichting van een nieuwe vennootschap of de overneming door een bestaande. |
| Splitsing | Een herstructureringsoperatie waarbij het vermogen van een vennootschap wordt verdeeld en overgedragen aan één of meer andere vennootschappen, die hierdoor worden opgericht of uitgebreid, wat leidt tot de ontbinding van de gesplitste vennootschap zonder vereffening. |
| Inbreng van een algemeenheid | De overdracht van het gehele vermogen van een vennootschap naar een of meerdere bestaande of nieuwe vennootschappen, zonder dat de overdragende vennootschap ontbindt; de vennoten ontvangen aandelen van de verkrijgende vennootschap als vergoeding. |
| Inbreng van een bedrijfstak | De overdracht van een specifiek, autonoom functionerend deel van het vermogen van een vennootschap (een business unit) naar een of meerdere bestaande of nieuwe vennootschappen, zonder ontbinding van de overdragende vennootschap, waarbij de vennoten aandelen van de verkrijgende vennootschap ontvangen. |
| Besloten vennootschap (BV) | Een vennootschapsvorm zonder kapitaalvereiste, waarbij aandeelhouders slechts hun inbreng verbinden, met beperkte aansprakelijkheid, grote statutaire vrijheid en een toereikend aanvangsvermogen dat wordt verantwoord in een financieel plan. |
| Coöperatieve vennootschap (CV) | Een vennootschapsvorm die primair tot doel heeft de behoeften van haar aandeelhouders te voldoen en/of hun economische en sociale activiteiten te ontwikkelen, met rechtspersoonlijkheid, beperkte aansprakelijkheid en de mogelijkheid voor aandeelhouders om uit te treden ten laste van het vennootschapsvermogen. |
| Naamloze vennootschap (NV) | Een kapitaalvennootschap bedoeld voor grote ondernemingen, met een minimum startkapitaal van €61.500, beperkte aansprakelijkheid van de vennoten, vrije overdracht van aandelen en de mogelijkheid om beursgenoteerd te zijn. |
| Maatschap | Een personenvennootschap zonder rechtspersoonlijkheid, opgericht door minstens twee personen, zonder minimuminbreng, gericht op het verkrijgen van vermogensvoordeel en waarbij de vennoten onbeperkt en hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schulden van de maatschap. |
| Vennootschap onder firma (VOF) | Een personenvennootschap met onvolkomen rechtspersoonlijkheid, waarbij alle vennoten onbeperkt en hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de verbintenissen van de VOF, en de vennootschapsschuldeiser eerst de firma dient aan te spreken voordat het privévermogen kan worden aangesproken. |
| Commanditaire vennootschap (CommV) | Een personenvennootschap met onvolkomen rechtspersoonlijkheid, gekenmerkt door minstens één beherende vennoot (onbeperkt aansprakelijk) en minstens één commanditaire vennoot (aansprakelijk ten belope van de inbreng), met subsidiaire aansprakelijkheid voor de vennootschapsschuldeisers. |
| Liquiditeit | De mate waarin een onderneming in staat is aan haar kortetermijnschulden te voldoen door middel van direct beschikbare middelen of middelen die snel omgezet kunnen worden in geld. |
| Solvabiliteit | De financiële gezondheid van een onderneming, die aangeeft in hoeverre zij op lange termijn aan haar verplichtingen kan voldoen, gebaseerd op de verhouding tussen activa en passiva. |
| Netto-actief | Het totale vermogen van een vennootschap verminderd met haar schulden (vreemd vermogen); dit wordt ook wel het eigen vermogen genoemd. |
| Alarmbelprocedure | Een procedure waarbij het bestuursorgaan van een vennootschap de algemene vergadering van aandeelhouders bijeenroept wanneer het netto-actief negatief dreigt te worden of wanneer de vennootschap niet in staat is opeisbare schulden te betalen, met als doel maatregelen te treffen om de continuïteit te waarborgen of over te gaan tot ontbinding. |
| Uittreding | De vrijwillige beëindiging van het lidmaatschap van een vennoot of aandeelhouder in een vennootschap, waarbij de uittredende partij recht heeft op de waarde van zijn aandelen of deelgerechtigdheid. |
| Uitsluiting | De gedwongen beëindiging van het lidmaatschap van een vennoot of aandeelhouder in een vennootschap, op grond van wettige redenen of statutaire bepalingen, waarbij de uitgesloten partij recht heeft op de waarde van zijn aandelen of deelgerechtigdheid. |
Cover
Stuvia-6839337-samenvatting-rechtspersonenrecht-2024-25.pdf
Summary
# Algemene informatie en wetgevingsgeschiedenis
Dit gedeelte biedt een gedetailleerd overzicht van het vennootschapsrecht in België, inclusief de relevante wetgeving, de historische evolutie en de structuur van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV).
## 1. Algemene informatie en wetgevingsgeschiedenis
### 1.1 Cursusmateriaal en wetgeving
Het studiemateriaal voor dit vak bestaat uit slides, het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV), en een syllabus die zich specifiek richt op de NV, BV en CV. De leerstof is primair gebaseerd op de colleges en bijhorende notities, waarbij begrip belangrijker wordt geacht dan pure memorisatie [3](#page=3).
De kernwetgeving die vennootschappen en verenigingen regelt, is het **Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV)**. Dit wetboek, ingevoerd bij wet van 23 maart 2019 en in werking getreden op 1 mei 2019, vervangt de vroegere "Wetboek van vennootschappen" (W. venn.) uit 1999 en de VZW-wet uit 1921 [3](#page=3).
#### 1.1.1 Toepassingsperiode WVV
* **Nieuwe entiteiten:** Vennootschappen, verenigingen en stichtingen opgericht op of na 1 mei 2019 vallen onmiddellijk onder het WVV [3](#page=3).
* **Bestaande entiteiten:** Voor entiteiten die reeds bestonden vóór 1 mei 2019, werd het WVV van toepassing op 1 januari 2020 [3](#page=3).
* **Statutenwijziging:** Bestaande entiteiten moesten hun statuten bij de eerste statutenwijziging, en ten laatste op 1 januari 2024, volledig aanpassen aan het WVV. Belangrijk is dat dwingende regels van het WVV reeds vanaf 1 januari 2020 van toepassing waren, ook al waren de statuten nog niet aangepast [3](#page=3).
#### 1.1.2 Aanvullende wetgeving
Naast het WVV zijn er nog twee belangrijke koninklijke besluiten en wetten:
* Het **Koninklijk Besluit van 29 april 2019** regelt voornamelijk de openbaarmakingsverplichtingen en de jaarrekening. Dit wordt ook wel "het uitvoerings-KB" genoemd [3](#page=3).
* De **Fiscale Wet van 17 maart 2019** is voornamelijk bedoeld om fiscaal neutrale terugname van inbrengen, die niet langer als kapitaal worden geboekt, te waarborgen [3](#page=3).
#### 1.1.3 Oude wetgeving
Het WVV heeft de oude wetboeken vervangen. Hoewel de studenten de oude regels niet meer hoeven te kennen voor het examen, is het belangrijk om te beseffen dat rechtspraak en rechtsleer die nog betrekking hebben op de oude regels relevant kunnen blijven in de latere beroepsloopbaan [3](#page=3).
### 1.2 Wetgevingsgeschiedenis van het vennootschapsrecht
De historische ontwikkeling van het Belgische vennootschapsrecht is als volgt te reconstrueren:
* **Napoleonitische Tijd (1804-1806):** Vennootschappen werden oorspronkelijk geregeld in het Burgerlijk Wetboek (BW) en het Wetboek van Koophandel [4](#page=4).
* Het BW regelde de **maatschap**, een vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid voor niet-commerciële activiteiten, beschouwd als een bijzondere overeenkomst naast koop en huur [4](#page=4).
* De **Code de commerce** omvatte de commerciële vennootschappen, die wel rechtspersoonlijkheid hadden [4](#page=4).
* **1873:** Dit jaar markeert de introductie van de eerste puur Belgische vennootschapswet, die de **naamloze vennootschap (NV)** invoerde. Voorheen was beperkte aansprakelijkheid en de vrije verhandelbaarheid van aandelen enkel mogelijk bij de commanditaire vennootschap op aandelen of specifiek door de overheid vergunde NV's. In hetzelfde jaar werd ook de **coöperatieve vennootschap** voor het eerst gereguleerd [4](#page=4).
* **1935:** De **besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (BVBA)**, nu bekend als de besloten vennootschap (BV), werd ingevoerd [4](#page=4).
* **Jaren '70 en '80:** Gedurende deze decennia onderging het vennootschapsrecht ingrijpende wijzigingen, voornamelijk gedreven door Europese harmonisatierichtlijnen. Deze wijzigingen troffen vooral de NV, maar de Belgische wetgever paste de regels vaak ook toe op de BVBA (nu BV). Deze praktijk van "goldplating" werd in 2019 door het WVV teruggedraaid [4](#page=4).
* **1999:** Het Wetboek van vennootschappen (W. venn.) bracht de vennootschapsrechtelijke bepalingen uit het BW en het Wetboek van Koophandel samen in één aparte wet [4](#page=4).
* **1921 (VZW-wet):** Naast het W. venn. bleef er een aparte wet bestaan voor de VZW en de stichting, ingevoerd in 1921 [4](#page=4).
* **2015-2019:** Minister Geens gaf opdracht aan een commissie om een grote modernisering van het vennootschapsrecht door te voeren, wat resulteerde in het WVV in 2019 [4](#page=4).
### 1.3 Belangrijke studieprincipes en context
* **Casusgericht leren:** Het examen zal voor minstens de helft uit casussen bestaan, vergelijkbaar met de oefeningen die in de les worden besproken [4](#page=4).
* **Het "waarom" achter regels:** Er zal altijd een vraag zijn naar het "waarom" achter bepaalde transacties of wettelijke verboden. Het begrijpen van de redenen achter rechtsregels en vennootschapsrechtelijke praktijken is cruciaal [4](#page=4).
* *Voorbeeld:* Waarom kopen vennootschappen vaak eigen aandelen terug en waarom legt de wet die praktijk aan banden? [4](#page=4).
* **Focus op principes:** De cursus behandelt slechts een tipje van de ijsberg, aangezien vennootschapsrecht zeer uitgebreide procedures kent. Het is belangrijk om de grote principes van het vennootschapsrecht te doorgronden, in plaats van zich louter te focussen op het memoriseren van procedurele voorschriften. De studenten moeten zich afvragen waarom bepaalde procedures, zoals een verslag of een wachttermijn, worden opgelegd [4](#page=4).
* **Context is essentieel:** Vennootschapsrecht is een vermogensrecht en voor een groot deel toegepast verbintenissenrecht, met een sterke component zakelijke rechten. De kernbegrippen vermogen, vertegenwoordiging en rechtspersoon vormen de basis [5](#page=5).
* **Economische link:** Vennootschappen zijn in essentie geldverdienende organisaties. Kennis van basisbegrippen uit het boekhoudrecht is onmisbaar. Een goede ondernemingsjurist kan communiceren met bankiers, economen, managers en boekhouders. Het volgen van economisch nieuws uit bronnen zoals De Standaard, De Tijd, The Economist of de Financial Times wordt sterk aanbevolen. Zonder economische context is het moeilijk om een volwaardige ondernemingsjurist te zijn [5](#page=5).
### 1.4 Praktische afspraken voor het examen
* **Toegelaten materiaal:** Alle wetgeving, inclusief het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, is toegelaten [5](#page=5).
* **Editie:** Enkel commerciële edities van het WVV (bv. VRG, Bama-codex Die Keure) zijn toegelaten; eigen kopieën of prints zijn verboden [5](#page=5).
* **Markeringen:** Onderlijnen en kleuren in de wetgeving is toegestaan, zolang het geen verborgen boodschap vormt [5](#page=5).
* **Schriftelijke notities:** Niets mag in het examenwetboek geschreven worden (geen kruisverwijzingen, pijltjes, bolletjes, streepjes, etc.) [5](#page=5).
* **Post-its:** Post-its of gelijkaardige briefjes mogen gebruikt worden voor indexering, maar mogen geen geschreven tekst bevatten [5](#page=5).
* **Geannoteerde wetboeken:** Wetboeken die door de uitgever zijn geannoteerd (bv. met cassatierechtspraak) zijn niet toegelaten [5](#page=5).
### 1.5 Opbouw van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV)
Het WVV is opgedeeld in 5 delen en 18 Boeken [5](#page=5):
* **Deel 1:** Algemene bepalingen voor vennootschappen, verenigingen en stichtingen, inclusief jaarrekeningrecht [5](#page=5).
* **Boek 1:** Definities (vennootschap, vereniging, stichting) en boekhoudkundige begrippen [6](#page=6).
* **Boek 2:** Gemeenschappelijke regels voor rechtspersonen, zoals openbaarmakingsformaliteiten, naam en zetel, nietigheid van rechtspersoon en beslissingen, bestuurdersaansprakelijkheid en geschillenregeling [6](#page=6).
* **Boek 3:** De jaarrekening en de revisor [6](#page=6).
* **Deel 2:** Vennootschappen [5](#page=5).
* **Boek 4:** Personenvennootschappen [6](#page=6).
* **Boek 5:** Besloten vennootschap (BV) [6](#page=6).
* **Boek 6:** Coöperatieve vennootschap (CV) [6](#page=6).
* **Boek 7:** Naamloze vennootschap (NV) [6](#page=6).
* **Boek 8:** Erkende vennootschappen [6](#page=6).
* **Deel 3:** Verenigingen en stichtingen [5](#page=5).
* **Deel 4:** Herstructureringen en omzettingen (vennootschap, vereniging, stichting) [5](#page=5).
* **Deel 5:** De Europese rechtsvormen [5](#page=5).
#### 1.5.1 Belangrijke opmerkingen over de structuur van Deel 2
* **Geen algemeen boek voor alle vennootschappen:** In tegenstelling tot de oude wetgeving worden de vroegere gemeenrechtelijke bepalingen niet langer beschouwd als een gemeenschappelijke stam [6](#page=6).
* **Boek 2 als gemeenschappelijke basis:** Boek 2 bevat wel gemeenschappelijke regels die van toepassing zijn op alle rechtspersonen [6](#page=6).
* **Onderscheid personen- en kapitaalvennootschappen:** Er is de overtuiging dat personenvennootschappen weinig gemeen hebben met de NV en BV [6](#page=6).
#### 1.5.2 Schematisch overzicht structuur WVV
Een schematisch overzicht van de structuur van het WVV wordt door Frank Hellemans gepresenteerd, wat een visuele hulp biedt bij het begrijpen van de indeling [6](#page=6).
---
# Inleiding tot vennootschappen, verenigingen en stichtingen
Dit deel introduceert de verschillende juridische structuren voor privaatrechtelijke organisaties, hun kernmerken, doelen en functies, met een nadruk op de vennootschap.
### 2.1 Juridische structuren voor privaatrechtelijke organisaties
Het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV), ingevoerd op 23 maart 2019 en van kracht sinds 1 mei 2019 (en sinds 1 januari 2020 op bestaande rechtspersonen), reguleert vennootschappen, verenigingen en stichtingen. Deze structuren worden gebruikt voor privaatrechtelijke organisaties [18](#page=18).
#### 2.1.1 Vennootschap
Een vennootschap is een organisatie die wordt opgericht door een overeenkomst of uitzonderlijk door een eenzijdige rechtshandeling. De oprichters, genaamd vennoten of aandeelhouders, moeten een inbreng doen. Het primaire doel van een vennootschap is het maken van winst die kan worden verdeeld onder de aandeelhouders (dividenden). Hoewel winstuitkering de kern is, kan een vennootschap ook andere doelstellingen hebben [18](#page=18).
**Definitie van een vennootschap:**
* Één of meer vennoten [18](#page=18).
* Verrichten een inbreng in ruil voor winstaanspraak [18](#page=18).
* Heeft een eigen vermogen, zelfs indien geen rechtspersoonlijkheid ("doelvermogen") [18](#page=18).
* Heeft als doelstelling het uitkeren van een vermogensvoordeel ("doel") [18](#page=18).
* Nagestreefde activiteiten worden aangeduid als het "voorwerp" [18](#page=18).
**Voorbeelden:** Grote bedrijven zoals Apple, Proximus, Volkswagen, maar ook kleinere ondernemingen zoals een bakker, slager, boekhandel, café of hotel [18](#page=18).
#### 2.1.2 Vereniging
Een vereniging verschilt van een vennootschap door haar non-profitkarakter. Verenigingen streven geen winst na; indien er winst wordt gemaakt, mag deze niet worden verdeeld onder de leden, maar moet deze worden geherinvesteerd. Een bekende vorm is de vereniging zonder winstoogmerk (VZW) [19](#page=19).
**Definitie van een vereniging:**
* Ontstaat door een overeenkomst tussen minstens twee leden [19](#page=19).
* Streeft bepaalde activiteiten na met een belangeloos doel [19](#page=19).
* Geen uitkeringen toegestaan, tenzij voor de verwezenlijking van het belangeloze doel [19](#page=19).
**Voorbeelden:** Fanfares, Amnesty International, Natuurpunt, ziekenhuizen, politieke partijen en vakbonden [19](#page=19).
#### 2.1.3 Stichting
Een stichting heeft eveneens een belangeloos doel. Het belangrijkste verschil is dat een stichting wordt opgericht door één stichter die een deel van zijn vermogen daaraan toewijdt. Een stichting heeft nooit leden, maar wel een bestuur dat juridisch bevoegd is om beslissingen te nemen. Het betreft een afgesplitst vermogen dat overeenkomstig de wensen van de stichter voor een belangeloos doel wordt ingezet [19](#page=19).
**Definitie van een stichting:**
* Een eenzijdige rechtshandeling [19](#page=19).
* Beschikt over een vermogen met rechtspersoonlijkheid [19](#page=19).
* Geen leden [19](#page=19).
* Vermogen is bestemd voor een belangeloos doel [19](#page=19).
* Geen uitkeringen toegestaan, tenzij voor de verwezenlijking van het belangeloze doel [19](#page=19).
**Voorbeelden:** Een stichting voor malariabestrijding [19](#page=19).
#### 2.1.4 Samenwerkingsverband en vermogensbeheer
Vennootschappen en verenigingen zijn vaak samenwerkingsverbanden tussen twee of meer personen die een doel willen bereiken, zoals het ontwerpen, produceren en verkopen van smartphones. Echter, sommige vennootschappen en de meeste stichtingen zijn meer gericht op vermogensbeheer dan op samenwerking of het uitbaten van een onderneming. Een rijke persoon kan bijvoorbeeld zijn verhuurde vastgoed via een vennootschap beheren om fiscale en organisatorische voordelen te behalen [19](#page=19).
#### 2.1.5 Cursusfocus
In deze cursus wordt voornamelijk gefocust op vennootschappen, omdat het vennootschapsrecht complexer is en een beter begrip ervan de basis legt voor het leren kennen van non-profitrecht. Er is niet genoeg tijd om alle technische regels van alle drie de vormen gedetailleerd te behandelen [19](#page=19).
### 2.2 Kenmerken van een rechtspersoon
Een rechtspersoon is een rechtssubject dat geen natuurlijke persoon is, maar toch rechtsbekwaam is om rechten en plichten te hebben en rechtshandelingen te stellen [20](#page=20).
#### 2.2.1 Verschil in positie ten opzichte van de vennootschap
Er is een fundamenteel verschil in de positie van een bank (schuldeiser, SE) en een aandeelhouder (AH1) ten opzichte van een vennootschap, zelfs als beiden een vordering op de vennootschap hebben [20](#page=20).
* **Bank (Schuldeiser):** Een leningsovereenkomst met een bank legt een vaststaande schuld vast, inclusief rente. De bank kan de terugbetaling eisen, ongeacht de winstgevendheid van de vennootschap. De vordering van de bank is een vaste schuldvordering [20](#page=20).
* **Aandeelhouder (AH1):** Een aandeelhouder kan zijn inbreng volledig verliezen. Hun aanspraak op de winst is contingent: afhankelijk van of er winst wordt gemaakt en of de aandeelhoudersvergadering beslist deze winst uit te keren. Als de vennootschap verlies maakt, zal de aandeelhouder niets ontvangen [20](#page=20).
#### 2.2.2 Financiering van ondernemingen
Ondernemingen, inclusief vennootschappen, financieren hun activiteiten via eigen vermogensfinanciering (gegenereerde inkomsten) of schuldfinanciering (bv. bankkredieten). Een hoge schuldfinancieringsgraad wordt aangeduid als een hoge "leverage" [20](#page=20).
* **Eigen vermogen:** Gelijk aan netto-actief [20](#page=20).
* **Vreemd vermogen:** Schulden [20](#page=20).
#### 2.2.3 Bestuur van vennootschappen
Bij kleine vennootschappen leiden de aandeelhouders vaak zelf de dagelijkse gang van zaken. Bij grotere vennootschappen kunnen bestuurders een manager aanduiden [20](#page=20) [21](#page=21).
#### 2.2.4 Beperkte aansprakelijkheid
De meeste vennootschapsvormen genieten van beperkte aansprakelijkheid. Dit betekent dat de aandeelhouders niet persoonlijk aansprakelijk zijn voor de schulden van de vennootschap met hun privévermogen. Enkele vennootschapsvormen kennen echter onbeperkte aansprakelijkheid, zoals de vennootschap onder firma (VOF). In een VOF kunnen aandeelhouders wel degelijk aangesproken worden voor de schulden van de vennootschap, zelfs met hun privévermogen [21](#page=21).
#### 2.2.5 Maatschappelijk-economisch fenomeen
Vennootschappen en verenigingen zijn maatschappelijk-economische fenomenen binnen een kapitalistisch systeem. Ze kunnen vanuit verschillende invalshoeken worden benaderd: sociologisch, antropologisch, normatief (wat is het doel: aandeelhouders verrijken, werknemers zinvol bestaan bieden, duurzame ontwikkeling?), economisch (efficiënt genereren van output), juridisch-technisch (oprichting, werking, ontbinding) en vanuit het corporate governance-perspectief [21](#page=21).
#### 2.2.6 Corporate governance en agency conflicts
Corporate governance bestudeert het samenspel van "stakeholders" (aandeelhouders, schuldeisers, werknemers, managers) met hun deels tegenstrijdige belangen. "Agency conflicts" verwijzen naar situaties waarin de belangen van verschillende betrokkenen bij de onderneming (bv. aandeelhouders en bestuurders) uiteenlopen. Bestuurders treden op als agenten van de aandeelhouders en moeten de vennootschap in hun belang leiden, niet in hun eigen belang. Dit kan leiden tot conflicten, bijvoorbeeld bij het bepalen van hun eigen vergoeding [21](#page=21) [22](#page=22).
#### 2.2.7 Juridisch-technische invalshoek
Hoewel andere invalshoeken ook belangrijk zijn, domineert in deze cursus de technisch-juridische benadering, met als doel studenten voor te bereiden op de praktijk door basiskennis en -vaardigheden mee te geven [22](#page=22).
### 2.3 Voornaamste kenmerken van een vennootschap
Vennootschappen, verenigingen en stichtingen zijn organisatievormen met meestal een van de volgende functies: vermogensbeheer of het structureren van een onderneming [22](#page=22).
#### 2.3.1 Organisatie (algemeen begrip)
Een organisatie heeft een zekere permanentie (meer dan occasionele transacties), een functie (bv. goederen produceren, beheren, zieken verzorgen) en werkt voor een belangrijk deel op basis van een bevels- of gezagstructuur ("fiat") [22](#page=22).
#### 2.3.2 Twee voornaamste functies
1. **Onderneming structureren:** Bijvoorbeeld een NV die geneesmiddelen produceert [22](#page=22).
2. **Vermogen beheren:** Bijvoorbeeld een NV die het onroerend patrimonium van een familie beheert om transacties te faciliteren en de fiscale situatie te optimaliseren [22](#page=22).
#### 2.3.3 Onderneming
Het begrip "onderneming" is niet uniform juridisch gedefinieerd, maar kent algemene definities in het Wetboek Economisch Recht (WER) [23](#page=23).
* **Woordenboekdefinitie:** Een geheel van mensen en middelen dat ingezet wordt om goederen of diensten te produceren voor een markt, impliceert minstens tegen kostprijs om "going concern" te zijn en heeft afnemers buiten de onderneming [23](#page=23).
**Onderneming in het WER:**
* Alle privaatrechtelijke rechtspersonen [23](#page=23).
* Ook entiteiten zonder rechtspersoonlijkheid, tenzij ze geen uitkeringsoogmerk hebben en feitelijk geen uitkeringen verrichten. Maatschappen zijn wel ondernemingen, maar vakbonden en politieke partijen niet [23](#page=23).
* Natuurlijke personen met een zelfstandige beroepsactiviteit [23](#page=23).
**Belang van de definitie in het WER:** De registratie in de KBO en faillietverklaringen gelden enkel voor ondernemingen in de zin van het WER [23](#page=23).
#### 2.3.4 Andere ondernemingsdefinities
Er bestaan specifieke definities van "onderneming" buiten het WER, bijvoorbeeld in milieuwetgeving, sociale wetgeving, en binnen het WER zelf voor specifieke domeinen zoals mededingingsrecht. Deze kunnen focussen op economische eenheid, ongeacht financiering, winstoogmerk, of rechtspersoonlijkheid [24](#page=24).
#### 2.3.5 Verband tussen onderneming en vennootschap
* Alle vennootschappen zijn ondernemingen in de zin van het WER, ongeacht hun activiteiten [24](#page=24).
* Niet alle vennootschappen produceren goederen of diensten voor een markt; sommigen doen aan vermogensbeheer [24](#page=24).
* Niet alle WER-ondernemingen zijn vennootschappen [24](#page=24).
**Vennootschap als rechtssubject vs. onderneming als feitelijke realiteit:**
* Een vennootschap is meestal een rechtspersoon en dus een rechtssubject, titularis van rechten en plichten, met een eigen vermogen, en kan gedwongen worden tot uitvoering van verbintenissen [24](#page=24).
* Een onderneming is geen rechtssubject en is dus niet aanspreekbaar of sanctioneerbaar als zodanig [24](#page=24).
Vaak vallen de vennootschap en de onderneming samen, maar juridisch gezien is de vennootschap de juridische structuur en het rechtssubject, terwijl de onderneming de feitelijke/economische realiteit is. Het is mogelijk dat één onderneming is opgesplitst over meerdere vennootschappen (bv. een supermarktketen). Een holdingvennootschap heeft als voornaamste activiteit het aanhouden van aandelen in andere vennootschappen [24](#page=24) [25](#page=25).
#### 2.3.6 Mededingingsrecht in groepen van vennootschappen
Vennootschappen maken vaak deel uit van een groep, bestaande uit een moedervennootschap en haar dochtervennootschappen. Het mededingingsrecht legt regels op aan de "onderneming" als geheel, zelfs als deze uit meerdere vennootschappen bestaat. Als een dochtervennootschap het mededingingsrecht schendt (bv. een kartel), is de moederonderneming aansprakelijk voor kartelboetes en schadevergoeding, ook al heeft de moeder zelf geen inbreuk gepleegd [25](#page=25).
#### 2.3.7 Profit versus non-profit
* **Vennootschap:** Gericht op winst en winstverdeling [25](#page=25).
* **Vereniging en stichting:** Beoren tot de non-profitsector; maken wel winst, maar dit is geen doel op zich en mag niet worden uitgekeerd [25](#page=25).
* **Vennootschap en vereniging:** Meestal samenwerkingsverbanden, vaak gebaseerd op contract [25](#page=25).
* **Stichting:** Eenzijdige rechtshandeling, meestal gericht op vermogensbeheer [25](#page=25).
### 2.4 Nadere analyse van de vennootschap
De juridisch essentiële bestanddelen van een vennootschap zijn: het inbrengen van vermogen, het doel van winstuitkering, en de nagestreefde activiteiten (voorwerp) [25](#page=25).
#### 2.4.1 Inbreng
Aandeelhouders doen een inbreng in de vennootschap, wat inhoudt de overdracht van een vermogensbestanddeel dat in geld waardeerbaar is en enig nut heeft voor de vennootschap. De inbreng is in ruil voor winstdeelname en dus onderhevig aan risico [26](#page=26).
* **Soorten inbrengen:**
* **In geld:** Directe financiële bijdrage [26](#page=26).
* **In natura:** Overdracht van materiële (gebouwen, machines) of immateriële goederen (schuldvorderingen, octrooien, knowhow, niet-concurrentiebedingen, kredietwaardigheid). Bij vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid moet een inbreng in natura worden gewaardeerd door een revisor om de vennoten tegen elkaar te beschermen [26](#page=26).
* **In nijverheid:** Belofte om in de toekomst prestaties te verrichten voor de vennootschap, niet in ruil voor loon, maar voor een percentage van de winst. In een NV kan dit enkel via een winstbewijs [26](#page=26).
* **Manieren van overdracht:**
* **In eigendom:** Het volledige eigendomsrecht van het vermogensbestanddeel wordt overgedragen aan de vennootschap [27](#page=27).
* **In genot:** Slechts een gebruiksrecht wordt toegekend, waarbij de inbrenger eigenaar blijft. Dit is voor een beperkte duur, maar de aandelen die men in ruil krijgt niet [27](#page=27).
* **Debt equity swap:** Een schuldeiser doet afstand van zijn vorderingsrecht en brengt dit in de vennootschap in ruil voor aandelen [26](#page=26).
#### 2.4.2 (Winst)uitkering
Het recht op (winst)uitkering vloeit voort uit de inbreng, maar is een louter eventueel recht. Het hangt af van de winstgevendheid van de vennootschap en de beslissing van de algemene vergadering om de winst al dan niet uit te keren [27](#page=27).
* **Dividend:** Kan in geld of, zeldzaam, in natura zijn ("stock dividend" - bijkomende aandelen) [27](#page=27).
* **Andere georganiseerde manieren om geld uit de vennootschap te halen:** Inkoop aandelen, kapitaalvermindering, uittreding (bij BV en CV). De inkoop van eigen aandelen door de vennootschap kan fiscaal voordelig zijn [27](#page=27) [28](#page=28).
* **Onrechtstreekse uitkering:** Transacties met een vennootschap aan manifest niet-marktconforme voorwaarden, waardoor winst versluist naar aandeelhouders. Dit is ethisch niet verantwoord [28](#page=28).
### 2.5 Recap vennootschappen, verenigingen en stichtingen
Vennootschappen, verenigingen en stichtingen worden gebruikt als organisatievormen met doorgaans een van de twee functies: vermogensbeheer of het structureren van een onderneming (bijna altijd samenwerking). Ze hebben een abstract "doel" (oogmerk, drijfveer) en een "voorwerp" (activiteiten om het doel te realiseren) [28](#page=28).
### 2.6 Nut van vennootschappen
Vennootschappen bieden diverse voordelen:
* **Samenwerking zonder ondergeschiktheid:** Medewerkers zijn geen werknemers van elkaar [28](#page=28).
* **Samenvoeging talent en geld:** Maakt grotere projecten mogelijk [28](#page=28).
* **Gemak van rechtspersoonlijkheid:** Eigen rechten en plichten, onderscheiden van de vennoten [28](#page=28).
* **Aansprakelijkheidsbeperking:** Voor NV, BV en CV staan aandeelhouders niet met hun privévermogen in voor schulden van de vennootschap [28](#page=28).
* **Fiscaliteit:** Potentieel voordeliger dan een eenmanszaak, vooral door lagere vennootschapsbelastingtarieven [29](#page=29).
* **Continuïteit:** Een vennootschap sterft niet, wat handig is voor bedrijfsopvolging of familiale verdeling [28](#page=28).
* **Aandeel als risicokapitaal:** In plaats van een vaste vergoeding voor financiers [28](#page=28).
* **Overdraagbaarheid van aandelen:** Los van het bestaan van de vennootschap. Dit was cruciaal tijdens de industriële revolutie voor kapitaalintensieve investeringen [29](#page=29).
#### 2.6.1 Obligatie vs. aandeel
Een obligatie is een schuldeffect waarbij geld wordt uitgeleend aan een bedrijf voor een bepaalde looptijd, in ruil voor rente en terugbetaling van het geleende kapitaal. Een aandeel vertegenwoordigt daarentegen risicokapitaal [28](#page=28) [29](#page=29).
### 2.7 Fiscale opmerking
Veel vennootschappen worden opgericht om fiscale redenen. Natuurlijke personen worden vaak belast tot ongeveer 50% op beroepsinkomsten, terwijl vennootschappen een basistarief van 25% op winst hebben, met verlaagde tarieven (bv. 20% voor kmo's) [29](#page=29).
#### 2.7.1 Roerende voorheffing
Indien reeds belaste winst als dividend wordt uitgekeerd, wordt hierop roerende voorheffing ingehouden (basistarief 30%, soms verlaagd tot 15% via het "VVPRbis"-tarief). Voor natuurlijke personen is dit tarief bevrijdend, maar voor rechtspersonen is het niet-bevrijdend. Liquidatiereserves kunnen aan 5% of 10% belast worden. De totale belastingdruk op vennootschapswinst kan zo dalen tot 30-35%. Grote vennootschappen kunnen via wettelijke constructies soms zelfs een veel lagere reële belastingdruk bereiken [29](#page=29).
---
# Categorieën van vennootschappen en vermogensafscheiding
Dit gedeelte analyseert de verschillende categorieën vennootschappen, met en zonder rechtspersoonlijkheid, en de concepten van vermogensafscheiding, entiteit- en eigenaarsbescherming [30](#page=30) [32](#page=32).
### 3.1 Rechtspersoon of niet
In België hebben vrijwel alle vennootschapsvormen rechtspersoonlijkheid, met uitzondering van de maatschap. Rechtspersoonlijkheid betekent dat een organisatie, hoewel geen natuurlijk persoon, wordt erkend als rechtssubject en handelingsbekwaam is. Dit houdt in dat de organisatie rechten en plichten kan dragen, rechtshandelingen kan stellen, en zowel actief als passief procesbekwaam is [32](#page=32).
#### 3.1.1 Voordelen van rechtspersoonlijkheid
* **Zelfstandige drager van rechten en plichten**: Een rechtspersoon kan zelf contracten aangaan en is onderscheiden van haar leden [32](#page=32).
* **Eigen vermogen**: Een rechtspersoon bezit een eigen vermogen, gescheiden van dat van haar vennoten [32](#page=32).
* **Procesrechtelijke erkenning**: Dit omvat zowel actieve als passieve procesbekwaamheid [32](#page=32).
#### 3.1.2 Gevolgen van het ontbreken van rechtspersoonlijkheid
Organisaties zonder rechtspersoonlijkheid moeten een vertegenwoordiger registreren in de Kruispuntbank voor Ondernemingen die namens hen kan worden aangesproken. Sommige organisaties, zoals vakbonden en politieke partijen, vermijden rechtspersoonlijkheid bewust om juridische aansprakelijkheid en dagvaarding te bemoeilijken. Echter, hun bezittingen, zoals gebouwen en kasgelden, worden vaak ondergebracht in een aparte rechtspersoon, zoals een VZW, die door vertrouwelingen wordt bestuurd [32](#page=32).
#### 3.1.3 Vereiste geschriften
* **Zonder rechtspersoonlijkheid**: Er is geen verplicht geschrift vereist, hoewel dit vaak wel vrijwillig gebeurt [32](#page=32).
* **Met rechtspersoonlijkheid**: Een geschrift is verplicht [32](#page=32).
* Voor vennootschappen met onbeperkte aansprakelijkheid kan dit een onderhandse of authentieke akte zijn [32](#page=32).
* Voor vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid is een authentieke akte (notarieel) vereist [32](#page=32).
#### 3.1.4 Moment van verwerving rechtspersoonlijkheid
Rechtspersoonlijkheid wordt verkregen door de neerlegging van de oprichtingsakte ter griffie van de Ondernemingsrechtbank. Hierna volgt verplicht de publicatie van een uittreksel in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad, wat de inhoud tegenwerpelijk maakt aan derden. Het is cruciaal dat beperkte aansprakelijkheid en rechtspersoonlijkheid niet noodzakelijkerwijs samenvallen [32](#page=32).
### 3.2 Het "scheidingsprincipe" (asset partitioning)
Rechtspersoonlijkheid creëert een scheidingsprincipe, ook wel bekend als "asset partitioning" of "Trennungsprinzip" in de Duitse rechtsleer. Dit principe kent twee hoofdbestanddelen [33](#page=33):
#### 3.2.1 Entity shielding
Entity shielding beschermt de rechtspersoon zelf. Dit uit zich op twee manieren [33](#page=33):
1. **Geen rechten van aandeelhouders op vennootschapsvermogen**: Aandeelhouders zijn geen (mede-)eigenaars van de goederen die tot het vermogen van de rechtspersoon behoren. Zij kunnen dus niet over deze goederen beschikken en de werking van de vennootschap als *going concern* niet verstoren. Eigendommen die de vennootschap tijdens haar bestaan verwerft, zijn dus exclusief eigendom van de rechtspersoon zelf [33](#page=33).
2. **Geen rechten van persoonlijke schuldeisers van aandeelhouders op vennootschapsvermogen**: Een persoonlijke schuldeiser van een aandeelhouder kan het vennootschapsvermogen niet aanspreken en kan geen ontbinding of vereffening-verdeling vorderen. Zelfs als een aandeelhouder een goed heeft ingebracht in de vennootschap, kan zijn persoonlijke schuldeiser dit goed niet zomaar aanspreken [33](#page=33).
De rechtspersoonlijkheid beperkt dus de "samenloop" van schuldeisers. Het vennootschapsvermogen is exclusief het verhaalobject voor vennootschapsschuldeisers [33](#page=33).
#### 3.2.2 Owner shielding
Owner shielding beschermt de aandeelhouder. Dit komt tot uiting in de beperkte aansprakelijkheid, waarbij de vennootschapsschuldeisers niet kunnen doorstoten naar het privévermogen van de aandeelhouders. Het privévermogen van de aandeelhouder blijft exclusief een verhaalobject voor zijn eigen private schuldeisers. Dit geldt echter niet voor vennoten met onbeperkte aansprakelijkheid [34](#page=34).
### 3.3 Gradaties vermogensafscheiding
Er bestaat een spectrum aan gradaties van vermogensafscheiding. In het algemeen staat men in het Burgerlijk Wetboek met het gehele vermogen in voor schulden, maar er zijn legitieme manieren van vermogensafsplitsing, zoals de inbreng in een vennootschap [34](#page=34).
#### 3.3.1 Inbreng in een vennootschap zonder bedrieglijke intentie
De inbreng van goederen in een vennootschap leidt tot vermogensafsplitsing. De ingebrachte goederen worden eigendom van de vennootschap, terwijl de inbrenger aandelen verkrijgt die tot zijn eigen vermogen behoren. Dit mag echter niet gebeuren met bedrieglijke intentie; anders kan de *actio pauliana* worden ingeroepen door benadeelde schuldeisers. De *actio pauliana* laat schuldeisers toe om handelingen van de schuldenaar die met bedrieglijk oogmerk zijn verricht om hen te verarmen, niet tegenwerpelijk te verklaren [34](#page=34).
> **Voorbeeld**: Als iemand met openstaande schulden bij een bank zijn enige bezit (bv. een auto) inbrengt in een vennootschap om te voorkomen dat de bank dit in beslag neemt, en dit gebeurt met bedrieglijke intentie, kan de bank zich beroepen op bedrog en de handeling niet tegenwerpelijk verklaren via de *actio pauliana* [34](#page=34).
#### 3.3.2 Maatschap en vermogensafscheiding
De maatschap, de meest primitieve vennootschapsvorm, heeft geen rechtspersoonlijkheid, maar bezit wel een eigen vermogen dat onderscheiden kan worden van het vermogen van de vennoten. Dit gebeurt via een boedelgemeenschap. Hoewel rechtspersoonlijkheid doorgaans vermogensafscheiding impliceert, zijn er rechtspersonen met een minder perfecte afscheiding (onbeperkte aansprakelijkheid) en entiteiten zonder rechtspersoonlijkheid met enige afscheiding [34](#page=34).
In een maatschap kunnen de vennoten niet beschikken over individuele goederen die tot het vermogen van de maatschap behoren, en hun schuldeisers kunnen dit evenmin, noch verdeling vorderen. Dit wordt gewettigd door het principe van de boedelgemeenschap [36](#page=36).
#### 3.3.3 Vormen van mede-eigendom
* **Traditioneel (contractuele bestemming)**: Enkel een contractuele beschikking die een doelbestemming geeft aan een goed is niet tegenwerpelijk aan derden (zoals schuldeisers) indien er geen zakenrechtelijke beschikking is. De bestemming van een goed voor gebruik binnen een maatschap volstaat op zichzelf niet om het te beschermen tegen schuldeisers [35](#page=35).
* **Gewone mede-eigendom**: Hierbij kan een schuldeiser van een deelgenoot beslag leggen op diens aandeel in het mede-eigendom. De mede-eigendom beschermt het voorwerp niet tegen aanspraken van persoonlijke schuldeisers van de mede-eigenaars. Dit leidt tot een verdeling van de mede-eigendom [35](#page=35).
* **Boedelgemeenschap**: Bij een boedelgemeenschap hebben deelgenoten enkel recht op het geheel van de goederen, niet op individuele goederen. Hun schuldeisers hebben geen recht op de individuele goederen en kunnen geen verdeling vorderen. Dit geldt voor onder meer huwelijksgemeenschappen en onverdeelde nalatenschappen, en ook voor het vermogen van een maatschap [35](#page=35).
#### 3.3.4 Maatschap en vermogensafscheiding
Het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) bevestigt expliciet de principes van vermogensafscheiding voor de maatschap, ondanks het ontbreken van rechtspersoonlijkheid. Het vermogen van een maatschap wordt beschouwd als een actieve boedelgemeenschap, waar vennoten en hun persoonlijke schuldeisers geen individuele rechten op de goederen kunnen doen gelden. Artikelen 4:13 tot 4:15 WVV regelen dit [36](#page=36).
#### 3.3.5 Gradaties vermogensafscheiding en historische context
* **Vennootschappen met onbeperkte aansprakelijkheid (VOF, Comm.V.)**: Hier kunnen schuldeisers doorstoten naar het privévermogen van de aandeelhouders. Dit is historisch te verklaren: deze contractuele vennootschapsvormen zijn ouder dan de idee van rechtspersoonlijkheid en beperkte aansprakelijkheid. Reputatie en persoonlijke kredietwaardigheid waren in het verleden cruciaal. De wetgever nam de toenmalige gewoonten over, wat resulteerde in een minder perfecte vermogensafscheiding [36](#page=36).
* **Logica van rechtspersoonlijkheid**: Ideaal gesproken zou een rechtspersoon een eigen vermogen moeten hebben dat volledig gescheiden is van dat van de vennoten. Vennoten zouden geen recht moeten hebben op dit vermogen, noch hun schuldeisers. Verder zou de schuldeiser van de vennootschap niet mogen kunnen doorstoten naar het privévermogen van de vennoot, wat neerkomt op beperkte aansprakelijkheid. De logica zou de rechtspersoon als exclusief aanknopingspunt van verbintenissen en vermogen moeten beschouwen. Echter, beleid en geschiedenis (pad-afhankelijkheid) winnen het vaak van deze logica [36](#page=36).
* **Maatschap als boedelgemeenschap**: Het vermogen van de maatschap is beschermd tegen persoonlijke schuldeisers van de vennoot omdat de beleidskeuze is gemaakt om het belang van de maatschap als *going concern* te behouden. Tegelijkertijd kan de schuldeiser van de maatschap de vennoten aanspreken, wat in lijn is met hun onbeperkte aansprakelijkheid [36](#page=36).
* **Vergelijking met rechtspersonen met onbeperkte aansprakelijkheid**: De maatschap vertoont op deze punten gelijkenissen met vennootschappen mét rechtspersoonlijkheid en onbeperkte aansprakelijkheid, zoals de VOF en Comm.V.. Bij deze vennootschappen is het logisch dat persoonlijke schuldeisers van de vennoot geen beslag kunnen leggen op het vennootschapsvermogen, maar het is minder logisch dat de schuldeiser van de vennootschap wel kan doorstoten naar het privévermogen van de vennoten. Dit laatste is wederom historisch te verklaren door de focus op persoonlijke kredietwaardigheid in oudere commerciële vennootschapsvormen [37](#page=37).
### 3.4 Beperkte of onbeperkte aansprakelijkheid
Er is geen directe gelijkloop tussen rechtspersoonlijkheid en de mate van aansprakelijkheid [37](#page=37).
* **Geen rechtspersoonlijkheid → onbeperkte aansprakelijkheid**: Dit is typisch voor bijvoorbeeld de maatschap [37](#page=37).
* **Rechtspersoon en toch onbeperkte aansprakelijkheid**: Dit geldt voor de Vennootschap onder firma (VOF) en gecommanditeerden in een commanditaire vennootschap (Comm.V.), evenals voor landbouwondernemingen. Dit is historisch te verklaren, zoals eerder vermeld [37](#page=37).
* **Steeds beperkte aansprakelijkheid**: Dit is kenmerkend voor de Besloten Vennootschap (BV), de Coöperatieve Vennootschap (CV) en de Naamloze Vennootschap (NV), die uit latere periodes stammen [37](#page=37).
#### 3.4.1 Onbeperkte aansprakelijkheid
Bij onbeperkte aansprakelijkheid staan de vennoten met hun persoonlijk vermogen in voor de schulden van de vennootschap. Zij zijn geen tweedelijnsschuldenaars of borgstellers, maar hun verbintenis is op gelijke hoogte met die van de vennootschap. De aansprakelijkheid is hoofdelijk. Hoewel er geen strikte volgorde van tenuitvoerlegging is, eist de wet soms eerst een veroordeling van de vennootschap om de schuld vast te stellen. Om tegenstrijdige vonnissen te vermijden, moet de vennootschap gelijktijdig met de vennoot worden gedagvaard. Zodra de schuld vaststaat, kan de schuldeiser kiezen wie hij aanspreekt [37](#page=37).
#### 3.4.2 Beperkte aansprakelijkheid
Beperkte aansprakelijkheid is logisch en onbetwist voor contractuele schulden, maar academisch betwist voor schulden uit onrechtmatige daad. Beperkte aansprakelijkheid kan immers de prikkels verminderen voor het management om negatieve externaliteiten te internaliseren, wat leidt tot een "risico-asymmetrie". Vennoten kunnen onbeperkt winst afromen, terwijl hun risico beperkt blijft tot hun inbreng [38](#page=38).
> **Tip**: Beperkte aansprakelijkheid creëert een stimulans tot *leverage* (schuldfinanciering) doordat winsten onbeperkt naar de aandeelhouders vloeien, terwijl het verlies voor hen beperkt is tot hun inbreng [38](#page=38).
> **Voorbeeld (Leverage)**: Stel u investeert 100 euro spaargeld en dit brengt na een jaar 130 euro op (30% return on equity). Als u nu ook een lening van 100 euro bij de bank opneemt (rente 5%) en dit bedrag mee investeert (totaal 200 euro), en de investering na een jaar 260 euro oplevert, is uw return on equity aanzienlijk hoger. Na terugbetaling van de lening (105 euro) en intrest, blijft er meer winst over voor uw eigen vermogen, resulterend in een hogere return on equity (in dit geval 55%) [38](#page=38).
### 3.5 Genoteerde vennootschap (art. 1:11 WVV)
Een genoteerde vennootschap is een vennootschap waarvan de aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt, zoals Euronext in België. Dit is de secundaire markt, in tegenstelling tot de primaire markt waar een Initial Public Offering (IPO) plaatsvindt. Genoteerde vennootschappen zijn onderworpen aan aanvullend en afwijkend vennootschapsrecht, met name op het gebied van *corporate governance*. De reden hiervoor is het grote aantal beleggers dat betrokken is, wat een grotere afstand tussen stakeholders creëert en de noodzaak tot bescherming door de wetgever vergroot. Dit geldt niet voor kleinere, familiale ondernemingen waar de economische impact van een faillissement beperkter is [38](#page=38) [39](#page=39).
### 3.6 Openbaar aanbod van effecten
Een openbaar aanbod van effecten gebeurt wanneer een vennootschap, al dan niet genoteerd, geld wil ophalen bij een groot aantal investeerders. Dit is van toepassing op de uitgifte van aandelen en obligaties. Een aanbod wordt als "openbaar" beschouwd als het zich richt tot meer dan 150 beleggers (werknemers en grote professionals niet meegerekend). Het kapitaalmarktreglement, dat gericht is op beleggersbescherming, wordt hier van toepassing [39](#page=39).
#### 3.6.1 Uitgifteprospectus
Bij een openbaar aanbod van effecten moet een vennootschap in regel een prospectus uitgeven. Dit is een brochure die potentiële kopers informeert over de kenmerken van de vennootschap, haar financiële prestaties, en de kenmerken van de effecten, om hen in staat te stellen een geïnformeerde beslissing te nemen. Een prospectus is niet nodig bij een *private placement* [39](#page=39).
### 3.7 Organisaties van openbaar belang (OOBs, art. 1:12 WVV)
OOBs zijn organisaties van openbaar belang die van "systemisch belang" zijn, omdat hun faillissement zware economische gevolgen zou hebben. Zij zijn onderworpen aan extra veiligheidsmaatregelen, vergelijkbaar met genoteerde vennootschappen, zoals strengere *governance*-regels. Naast genoteerde vennootschappen vallen ook kredietinstellingen, verzekeringsmaatschappijen en vereffeningsinstellingen onder deze noemer [40](#page=40).
### 3.8 Personenvennootschappen versus kapitaalvennootschappen
Dit is een puur doctrinaal onderscheid [40](#page=40).
* **Personenvennootschappen**: Maatschap, VOF, Comm.V. Ze zijn *intuitu personae* (persoonsgebonden) [40](#page=40).
* **Kapitaalvennootschappen**: NV. Ze zijn *intuitu pecuniae* (kapitaalgebonden) [40](#page=40).
* **Gemengd**: BV, CV, hoewel deze nu eerder op kapitaal gericht zijn dan vroeger [40](#page=40).
In de praktijk is er vaak sprake van een glijdende schaal [40](#page=40).
### 3.9 Vorm- en typendwang
De keuze van de vennootschapsvorm is in beginsel vrij, en omzetting naar een andere vorm is mogelijk zonder verlies van rechtspersoonlijkheid. Er is geen typendwang; contractsvrijheid overheerst. Wel kan de "institutionele opvatting" van een vennootschap impliceren dat bepaalde vormen niet mogen worden "genatureerd". Belangrijk is dat alleen de wetgever rechtspersoonlijkheid en beperkte aansprakelijkheid kan verlenen; dit kan niet contractueel worden gecreëerd [40](#page=40).
---
# Individuele rechtsvormen: personen- en kapitaalvennootschappen
Dit hoofdstuk biedt een gedetailleerd overzicht van de verschillende juridische entiteiten die een onderneming kan aannemen, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen personenvennootschappen en kapitaalvennootschappen, alsook Europese varianten [41](#page=41).
### 4.1 Personenvennootschappen
Personenvennootschappen kenmerken zich door de onbeperkte aansprakelijkheid van de vennoten en delen veel gemeenschappelijke kenmerken. Er is weinig dwingend recht van toepassing [41](#page=41).
#### 4.1.1 Maatschap
De maatschap is de meest primitieve vennootschapsvorm in België. Het is een puur contract zonder rechtspersoonlijkheid [41](#page=41).
* **Kenmerken:**
* Geen geschrift vereist; wilsovereenstemming volstaat [41](#page=41).
* **Onbeperkte aansprakelijkheid** van de vennoten [41](#page=41).
* Eigen en apart vermogen, weliswaar onderscheiden maar niet echt afgescheiden van het vermogen van de vennoten [41](#page=41).
* Zeer weinig dwingend recht van toepassing [41](#page=41).
* Geen organen noch bestuursplicht [41](#page=41).
* Onlichamelijk "aandeel" dat verkregen wordt door een inbreng [41](#page=41).
* Eén vennoot, één stem [41](#page=41).
* Winstverdeling is evenredig aan de inbreng, maar dit is suppletief recht en kan anders worden overeengekomen [41](#page=41).
* *Intuitu personae*: persoonlijke samenwerking staat centraal [41](#page=41).
* Ontbinding door overlijden van een vennoot, met uitzonderingen zoals een voortzettingsbeding of een verblijvingsbeding (ook wel beding van aanwas) [41](#page=41).
* Aandeel is slechts mits unanimiteit overdraagbaar, wat eveneens suppletief recht is [41](#page=41).
* Dwingend recht verbiedt een "leeuwenbeding" (uitsluiting van winstdeelname ondanks inbreng) [42](#page=42).
* **Oorspronkelijke varianten (niet meer als aparte rechtsvormen vermeld in WVV):**
* **Tijdelijke vennootschap:** opgericht voor een bepaald werk, met automatische ontbinding bij einde werk [42](#page=42).
* **Stille vennootschap:** een interne vennootschap waarbij het bestaan niet naar buiten treedt. De stille vennoot doet een inbreng in ruil voor winstdeelname, maar blijft beperkt aansprakelijk tenzij hij extern optreedt. Dit is vergelijkbaar met een commanditaire vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid [42](#page=42).
* **Impact Wet Ondernemingsrecht (WVV):**
* De maatschap wordt behandeld als een quasi-rechtspersoon [42](#page=42).
* Persoonlijke schuldeisers van een vennoot kunnen geen beslag leggen op het vennootschapsvermogen, wat leidt tot een zekere afscheiding [42](#page=42).
* Ondanks het ontbreken van een rechtspersoonlijkheid, is registratie in de KBO verplicht [42](#page=42).
* De uiteindelijk rechthebbenden (UBO) moeten worden geregistreerd in het UBO-register [42](#page=42).
* Rechtsbekwaamheid is mogelijk door het registreren van een officiële vertegenwoordiger in de KBO, maar dit is niet verplicht [42](#page=42).
* **Fiscale transparantie** blijft behouden: winsten worden belast bij de vennoten, niet op de maatschap zelf [42](#page=42).
* **Toepassingen:**
* Wanneer fiscale transparantie gewenst is [43](#page=43).
* Voor vermogensbeheer binnen een familie, inclusief gunstige overdrachten en het samenhouden van aandelenpakketten [43](#page=43).
#### 4.1.2 Vennootschap onder firma (VOF)
De VOF is vergelijkbaar met een maatschap, maar met rechtspersoonlijkheid [43](#page=43).
* **Kenmerken:**
* **Rechtspersoonlijkheid:** vereist een geschrift en openbaarmaking bij de griffie van de ondernemingsrechtbank [43](#page=43).
* Vennoten zijn **extern steeds hoofdelijk aansprakelijk** [43](#page=43).
* Geen plicht tot organisatie van bestuur [43](#page=43).
* *Intuitu personae* karakter, met ontbinding bij overlijden van een vennoot [43](#page=43).
* Geen vrije overdracht van aandelen, tenzij afgeweken in de statuten [43](#page=43).
* **Toepassingen:**
* Voor ondernemingsactiviteiten met weinig risico en zonder grote financiële middelen [43](#page=43).
* Joint ventures, waarbij de onbeperkte aansprakelijkheid economisch minder zwaar weegt voor de moedermaatschappijen [43](#page=43).
#### 4.1.3 Commanditaire vennootschap (Comm.V.)
De Comm.V. is een variant van de VOF met twee soorten vennoten [44](#page=44).
* **Soorten vennoten:**
* **Gecommanditeerden (werkende vennoten):** zijn zaakvoerders, onbeperkt aansprakelijk en vertegenwoordigingsbevoegd. Vaak gebruikt door een eenpersoons-BV [44](#page=44).
* **Commanditaire vennoten (stille vennoten):** zijn geldschieters met beperkte aansprakelijkheid. Indien zij toch vertegenwoordigen, worden ze behandeld als gecommanditeerden [44](#page=44).
* **Kenmerken:**
* Rechtspersoonlijkheid: vereist geschrift en publiciteit [44](#page=44).
* Wordt minder veel gebruikt dan vroeger [44](#page=44).
* Vroeger bestonden er Comm.V.-A's met verhandelbare aandelen, deze bestaan niet meer [44](#page=44).
* Indien nog gebruikt, dan in vergelijkbare omstandigheden als VOF's [44](#page=44).
* Komt nog veel voor in de sector van investeringsfondsen [44](#page=44).
### 4.2 Kapitaalvennootschappen
Kapitaalvennootschappen hebben een beperkte aansprakelijkheid en rechtspersoonlijkheid. Een authentieke oprichtingsakte is vereist [44](#page=44).
#### 4.2.1 Besloten vennootschap (BV)
De BV, oorspronkelijk opgericht in 1935, was bedoeld als een minder zware en praktischere vennootschap dan de NV [44](#page=44).
* **Kenmerken (historisch en huidig):**
* Rechtspersoonlijkheid en beperkte aansprakelijkheid [44](#page=44).
* Vroeger was er een **kapitaalplicht**, een minimum inbreng die niet terug uitkeerbaar was. Dit is afgeschaft voor de BV en CV, maar bestaat nog voor de NV [44](#page=44).
* Vroeger was de BV wezenlijk besloten, met aandelen die niet overdraagbaar waren zonder instemming van een ruime meerderheid [45](#page=45).
* Nu is de BV veel flexibeler en niet meer wezenlijk besloten; afwijken in de statuten is mogelijk [45](#page=45).
* Kan genoteerd worden op een beurs, wat het tegenovergestelde is van een juridisch besloten vennootschap [45](#page=45).
* Even flexibel als VOF of Comm.V., maar met beperkte aansprakelijkheid [45](#page=45).
* **Toepassingen:**
* Bedoeld als dé vennootschap met beperkte aansprakelijkheid voor vrijwel alle doeleinden [45](#page=45).
#### 4.2.2 Naamloze vennootschap (NV)
De NV is bedoeld als een financieringsstructuur voor grotere ondernemingen, met een open structuur en vrije overdraagbaarheid van aandelen [45](#page=45).
* **Kenmerken:**
* Naamloos: de identiteit van de aandeelhouders is niet relevant [45](#page=45).
* Rechtspersoonlijkheid en beperkte aansprakelijkheid [45](#page=45).
* **Kapitaalplicht:** de enige vennootschap in België met deze verplichting. Minimaal 61.500 euro moet bij oprichting worden ingebracht. Dit kapitaal is onuitkeerbaar/onbeschikbaar tijdens het bestaan van de vennootschap [45](#page=45).
* Bedoeld om grote geldsommen te vergaren door de verkoop van aandelen aan duizenden investeerders [45](#page=45).
* Tot circa 2014 ook gebruikt voor kleinere, de facto besloten vennootschappen, mede door de mogelijkheid tot het uitgeven van aandelen aan toonder. Sinds de WVV bestaan toonderaandelen niet meer [46](#page=46).
* Vroeger minstens 3 bestuurders vereist, nu één bestuurder mogelijk, tenzij het een genoteerde NV betreft [46](#page=46).
* Vorm bij uitstek voor genoteerde vennootschappen [46](#page=46).
#### 4.2.3 Coöperatieve vennootschap (CV)
Oorspronkelijk ontstaan uit de 19e-eeuwse arbeidersbeweging als een "a-kapitalistische" samenwerking, gericht op ondersteuning van de activiteiten van vennoten in plaats van winstmaximalisatie [46](#page=46).
* **Oorspronkelijke bedoeling:**
* Samenwerking en kostenbesparing [46](#page=46).
* Winstverdeling via ristorno's (dividend bepaald door bijdrage aan de omzet) [46](#page=46).
* Eén vennoot, één stem ("democratisch") [46](#page=46).
* **Huidige tendens:**
* Vooral gebruikt door leveranciers, zoals melkvee-CV's [47](#page=47).
* **Juridische hoofdkenmerken:**
* Vlotte in- en uittrede van vennoten [47](#page=47).
* Het bestuur kan nieuwe aandelen creëren voor nieuwe toetredingen zonder statutenwijziging [47](#page=47).
* Vennoten hebben een uittredingsrecht ten laste van het vennootschapsvermogen, mogelijk onder voorwaarden [47](#page=47).
* Vroeger een vluchtvorm tegenover de BVBA met grote statutaire flexibiliteit en niet-afdwingbare kapitaalregels [47](#page=47).
##### 4.2.3.1 CV onder WVV
De oorspronkelijke bedoeling was de afschaffing van de CV, maar deze is niet doorgegaan. Artikel 6:1 WVV bepaalt dat enkel "echte CV's" mogen blijven bestaan; onechte CV's moeten tegen 2024 worden omgezet in een BV of andere rechtsvorm. Vrije beroepers mogen zich niet meer organiseren volgens de CV [47](#page=47).
* **Huidige status:**
* Enige vennootschap die een sociale onderneming kan zijn [47](#page=47).
* Vaak gewone winstverdeling met stemrecht volgens inbrengwaarde [47](#page=47).
##### 4.2.3.2 Erkende CV
Een CV kan zich laten erkennen als "erkende CV" door de nationale raad voor erkende vennootschappen [48](#page=48).
* **Voorwaarden:**
* Organiseren volgens de originele coöperatieve gedachte [48](#page=48).
* Beperkte winstuitkering (zeer beperkt, minder dan 5%) aan aandeelhouders [48](#page=48).
* Eén vennoot, één stem [48](#page=48).
* **Voordelen:**
* Lagere belastingen en "halve non-profit" status [48](#page=48).
* De enige vennootschap die zich kan laten erkennen als sociale onderneming (CVSO) [48](#page=48).
##### 4.2.3.3 Blijvende basiskenmerken CV
* Uittrede ten laste van vennootschapsvermogen steeds mogelijk [48](#page=48).
* Toetrede soepel: bestuur geeft aandelen uit zonder statutenwijziging of notaris [48](#page=48).
* Rechten van vennoten en bevoegdheden van organen mogen in een intern reglement worden geregeld [48](#page=48).
* Overdracht bestaande aandelen is zeer beperkt en de CV wordt nooit genoteerd [48](#page=48).
* Voor de rest is de CV grotendeels als een BV georganiseerd [48](#page=48).
### 4.3 Erkende vennootschappen
#### 4.3.1 Erkende CV
Fiscale voordelen zijn verbonden aan de erkende CV [48](#page=48).
#### 4.3.2 CVSO - Sociale onderneming
Dit kan alleen een CV zijn en kent voorwaarden, waaronder een beperkte winstuitkering (maximaal 6%) [48](#page=48).
#### 4.3.3 Landbouwonderneming
Vennootschappen onder firma, commanditaire vennootschappen, vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid en coöperatieve vennootschappen kunnen erkenning aanvragen als "landbouwonderneming" [49](#page=49).
* **Toepassing:** Enkel voor vennootschappen die een land- of tuinbouwbedrijf uitbaten [49](#page=49).
* **Voordelen:** Statuut in pachtwetgeving met extra bescherming, en geen jaarrekening die door een revisor moet worden nagekeken [49](#page=49).
* Beherende vennoten, vergelijkbaar met VOF [49](#page=49).
* Beherende en stille vennoten, vergelijkbaar met Comm.V. [49](#page=49).
* Geen jaarrekening of commissaris vereist [49](#page=49).
### 4.4 Europese vennootschapsvormen
Deze vormen worden zelden gebruikt [49](#page=49).
#### 4.4.1 Europese vennootschap (SE)
De SE is een supranationale rechtsvorm, geregeld door een Verordening en Richtlijn [49](#page=49).
* **Oprichtingsmogelijkheden:**
* Samensmelting van vennootschappen uit twee verschillende lidstaten [49](#page=49).
* Vennootschap met zetel in een EU-lidstaat die al minstens twee jaar een buitenlandse dochtervennootschap heeft [49](#page=49).
* **Kenmerken:**
* Rechtspersoonlijkheid en beperkte aansprakelijkheid [49](#page=49).
* Minimumkapitaal van 120.000 euro [49](#page=49).
* Werkelijke en statutaire zetel in dezelfde lidstaat [49](#page=49).
* Gevormd door minstens twee bestaande vennootschappen uit minstens twee lidstaten [49](#page=49).
* Vier vormingswijzen: fusie, holding, dochtervennootschap of omzetting van een bestaande NV met een minstens twee jaar oude dochter in een andere lidstaat [49](#page=49).
* **Anti-ontduikingsregels:**
* Betrekken van werknemers bij de besluitvorming [50](#page=50).
* Indien geen akkoord wordt bereikt, geldt het systeem van de Europese richtlijn [50](#page=50).
* Fiscale implicaties en culturele verschillen zijn redenen waarom de SE zelden wordt gebruikt [50](#page=50).
* **Hiërarchie rechtsnormen:** Verordening, statuten, nationale SE-wetgeving, en vervolgens nationaal recht [50](#page=50).
* **Grensoverschrijdende zetelverplaatsing** zonder onderbreking van rechtspersoonlijkheid is mogelijk [50](#page=50).
* Belgische uitvoeringswet staat duaal bestuur toe: Raad van toezicht en Directieraad [50](#page=50).
#### 4.4.2 Europese coöperatieve vennootschap (SCE)
Deze vorm wordt nauwelijks gebruikt [50](#page=50).
* **Kenmerken:**
* Rechtspersoonlijkheid en beperkte aansprakelijkheid [50](#page=50).
* Minstens 5 oprichters [50](#page=50).
* Variabel kapitaal [50](#page=50).
* Bedoeld voor vennoten die klanten of leveranciers zijn [50](#page=50).
* Eén vennoot, één stem, in principe [50](#page=50).
#### 4.4.3 Europees economisch samenwerkingsverband (EESV)
Dit is van belang en beheerst door een Verordening die aangeeft dat het geen vennootschap is [50](#page=50).
* **Kenmerken:**
* Rechtspersoonlijkheid, maar **onbeperkte aansprakelijkheid** [50](#page=50).
* Bedoeld om bestaande vennootschappen te laten samenwerken aan een project [50](#page=50).
* Leden zijn doorgaans bestaande ondernemingen uit verschillende EU-lidstaten [50](#page=50).
* Ondersteunt structurele, lange-termijn samenwerking gericht op kostenbesparing [50](#page=50).
* De beperkte aansprakelijkheid van de leden maakt de onbeperkte aansprakelijkheid van het EESV minder problematisch [50](#page=50).
* Vroeger gebruikt voor projecten zoals Airbus, nu soms in de sector van vrije beroepers die grensoverschrijdend willen samenwerken [51](#page=51).
* Vergelijkbaar met een VOF die gebruikt wordt om een joint venture te creëren, maar dan op Europees niveau [51](#page=51).
### 4.5 Taalgebruik praktijk: terminologie
* **Holdingvennootschap:** Vennootschap waarvan het voornaamste actief participaties in andere vennootschappen zijn [51](#page=51).
* **Patrimoniumvennootschap:** Geen rechtsvorm, maar een uitdrukking voor vennootschappen die een vermogen beheren, vaak onroerend goed [51](#page=51).
* **Professionele vennootschap:** Vennootschap opgericht door vrije beroepers voor het uitoefenen van hun beroep, om fiscale en organisatorische redenen [51](#page=51).
* **Middelenvennootschap:** Vennootschap die werkingsmiddelen ter beschikking stelt van een andere vennootschap (de werkmaatschappij) [51](#page=51).
* **Kasgeldvennootschap:** Vennootschap wiens enige actief geld is, vaak na verkoop van activa. Dit kan gebruikt worden om belastingen te ontwijken bij herinvestering [51](#page=51).
---
# Geldigheidsvereisten voor alle vennootschappen en oprichtingsprocessen
Here's a detailed study guide section on the validity requirements for all companies and their incorporation processes, based on the provided document content.
## 5 Geldigheidsvereisten voor alle vennootschappen
Dit deel behandelt de essentiële geldigheidsvereisten voor de oprichting van vennootschappen, inclusief oprichters, inbrengen, voorwerp en doel, alsook de fasen van oprichting en rechtspersoonlijkheid.
### 5.1 Voldoende oprichters die geldig verbonden zijn
Een vennootschap vereist een minimum aantal oprichters die op geldige wijze hun verbintenis aangaan. De meerhoofdigheidseis, historisch ingevoerd vanwege wantrouwen tegen vermogensafsplitsing, verschilt per vennootschapsvorm [59](#page=59).
#### 5.1.1 Meerhoofdigheid
* **Algemene regel:** De meeste vennootschappen vereisen minstens twee oprichters, zoals bepaald in artikel 7-8 van het Hypotheek Wetboek. Dit was oorspronkelijk de basis omdat een vennootschap werd beschouwd als een contract [59](#page=59).
* **Uitzonderingen:**
* De NV (Naamloze Vennootschap) en BV (Besloten Vennootschap) kunnen door één persoon worden opgericht [59](#page=59).
* De CV (Commanditaire Vennootschap) vereist minimaal drie oprichters [59](#page=59).
* **Tijdens het bestaan van de vennootschap:** De meerhoofdigheidseis geldt zowel bij oprichting als gedurende het bestaan van de vennootschap. Indien het aantal oprichters onder het wettelijk minimum daalt, kan dit leiden tot ontbinding [59](#page=59).
#### 5.1.2 Geldige toestemming
Natuurlijke personen en rechtspersonen (zowel privaat als publiek, mits dit binnen hun opdracht valt) kunnen vennoot worden [59](#page=59).
* **Vertegenwoordiging van rechtspersonen:** Een rechtspersoon wordt vertegenwoordigd door haar bevoegd orgaan, meestal het bestuur. Dit vereist bewijs van benoeming [60](#page=60).
* **Groep:** Een groep bestaat uit moeder- en dochtervennootschappen tezamen. Een dochtervennootschap is een aparte, gecontroleerde rechtspersoon [59](#page=59).
* **Controle:** Controle wordt gedefinieerd als de bevoegdheid, in rechte of in feite, om het beleid bepalend te beïnvloeden [59](#page=59).
#### 5.1.3 Vertegenwoordiging en sterkmaking
Oprichters kunnen optreden in persoon of via vertegenwoordiging met volmacht [60](#page=60).
* **Sterkmaking:** Indien een vertegenwoordiging ongeldig is, kan de oprichting worden gered via sterkmaking. De sterkmaker belooft dat zijn cliënten de oprichting zullen bekrachtigen. Als dit niet gebeurt, is de sterkmaker zelf gehouden de inbreng te doen [60](#page=60).
#### 5.1.4 Minderjarigen als oprichter
De wet beschermt minderjarigen tegen verbintenissen die verder gaan dan hun inbreng. Daarom is deelname aan de oprichting van een vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid, het doen van een inbreng in natura, of het dragen van oprichtersaansprakelijkheid niet toegestaan voor minderjarigen, zelfs niet met toestemming van de ouders [60](#page=60).
* **Machtiging vrederechter:** Voor het betrekken van minderjarigen kan een machtiging van de vrederechter nodig zijn, hoewel dit zelden wordt toegestaan [61](#page=61).
* **Inbreng van geld:** Geld op de bankrekening van een minderjarige mag wel worden ingebracht in een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid na oprichting, zolang er geen sprake is van oprichtersaansprakelijkheid (#page=60, 61) [60](#page=60) [61](#page=61).
* **Praktijkoplossingen:**
* Ouders kunnen de inbreng doen ten behoeve van hun minderjarige kind, waarbij zij de oprichtersaansprakelijkheid dragen (vaak een onrechtstreekse schenking) [61](#page=61).
* Een minderjarige kan in een NV of BV de oprichtersaansprakelijkheid ontlopen door als 'loutere inschrijver' op te treden [61](#page=61).
#### 5.1.5 Echtgenoten
Huwelijksvermogensrecht bepaalt of aandelen eigen of gemeenschappelijk zijn. Vennootschapsrecht regelt wie vennoot is [61](#page=61).
* **Basisregel (art. 2.3.19 BW):** Elke echtgenoot kan zonder medewerking van de ander een inbreng doen met eigen of gemeenschapsgelden. Bij inbreng van gemeenschapsgelden zijn de uitgediende aandelen ook gemeenschappelijk [61](#page=61).
* **Nuance (art. 2.3.19, 5° BW):** Indien gemeenschapsgelden zijn ingebracht en de aandelen op naam van één echtgenoot worden ingeschreven, zijn de aandelen financieel gemeenschappelijk, maar de lidmaatschapsrechten (stemrecht, etc.) zijn eigen [61](#page=61).
* **Voorwaarden voor deze nuance:**
* Aandelen ingeschreven op naam van één echtgenoot.
* Vennootschap met beperkte overdracht van aandelen (wet, statuten, aandeelhoudersovereenkomst).
* OF: de 'ingeschreven' echtgenoot oefent als enige zijn beroep uit in de vennootschap [62](#page=62).
* **Secundair gemeenschapsregime:** Bij inbreng van gemeenschappelijke goederen geldt concurrentieel bestuur, tenzij specifieke uitzonderingen van toepassing zijn (bv. gemeenschappelijk onroerend goed, handelszaak) [62](#page=62).
* **Tellen echtgenoten voor twee?** Een deel van de praktijk beschouwt echtgenoten die enkel gemeenschapsgoederen inbrengen als één oprichter. Echter, op grond van art. 2.3.19 BW worden zij als aparte oprichters beschouwd [63](#page=63).
#### 5.1.6 Wilsgebreken
Toestemming kan worden aangetast door wilsgebreken zoals bedrog, dwaling of geweld. Bedrog vereist dat het uitgaat van de wederpartij om nietigheid te verkrijgen [63](#page=63).
* **Bedrog bij bestuur:** Indien bedrog door het bestuur plaatsvindt, kan de bedrogene enkel schadevergoeding vorderen, tenzij het bestuur feitelijk wordt geassocieerd met de verkoper (bv. bij verkoop van aandelen) [63](#page=63).
* **Dwaling:** Is minder belangrijk wegens de verschoonbaarheidsvereiste die zelden vervuld is [63](#page=63).
* **Geweld:** Komt in deze toepassing niet voor [63](#page=63).
* **Onderzoeksplicht:** Derden hebben een onderzoeksplicht (due diligence) [63](#page=63).
### 5.2 Inbrengen
Een inbreng is de verbintenis om een vermogensbestanddeel over te dragen en te onderwerpen aan het risico van de vennootschapsactiviteit, in ruil voor een winstrecht. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen het aangaan van de verbintenis ('plaatsing') en de feitelijke levering ('volstorting') [64](#page=64).
#### 5.2.1 Wie kan inbreng doen?
Inbrengen kunnen worden gedaan door de oprichter zelf, of door een derde ten behoeve van de vennootschap of haar aandeelhouders [64](#page=64).
* **Ten behoeve van derden:** Een vereffenaar kan bijvoorbeeld de opbrengst van een activaverkoop aan de aandeelhouders verdelen, of een deel van de activa inbrengen in een concurrerende vennootschap ten gunste van de aandeelhouders van de ontbonden vennootschap [64](#page=64).
* **Minderjarige kinderen:** Ouders die een inbreng doen, maar de aandelen toekennen aan hun minderjarige kind, doen dit ten behoeve van dat kind [64](#page=64).
#### 5.2.2 Wat kan worden ingebracht?
Alles wat verhandelbaar is en in geld waardeerbaar kan worden gemaakt, kan worden ingebracht [64](#page=64).
* **Specifieke gevallen:**
* **Cliënteel:** Kan worden ingebracht via een niet-concurrentieverbintenis, wat een economische waarde vertegenwoordigt [64](#page=64).
* **Knowhow:** Zie later [64](#page=64).
* **Goodwill:** Het verschil tussen de boekwaarde en de werkelijke waarde van een ingebracht actief, vertegenwoordigt goodwill en maakt deel uit van de tegenprestatie [64](#page=64).
#### 5.2.3 Soorten inbrengen
Er zijn verschillende soorten inbrengen: in geld, in natura, en in nijverheid.
* **Inbreng van geld:** Alle leveringsmiddelen zijn toegelaten. Bij vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid moeten deze worden gestort op een geblokkeerde rekening [65](#page=65).
* **Inbreng in natura:** Omvat alle overige vermogensbestanddelen, zowel materiële (bv. grond) als immateriële (bv. vergunningen, intellectuele eigendomsrechten). Dit kan ook een schuldvordering zijn [65](#page=65).
* **Inbreng van nijverheid:** Dit is de belofte van toekomstige arbeid of diensten, vergoed met aandelen en winstdelname (geen loon). In een NV mag dit niet met kapitaalaandelen worden vergoed, maar wel met winstbewijzen. In een BV en CV is vergoeding met aandelen wel mogelijk [65](#page=65).
* **Relevantie van onderscheid:** De waardering van inbrengen in natura in vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid moet door een onafhankelijke revisor gebeuren, op straffe van nietigheid [65](#page=65).
#### 5.2.4 Eigendom versus genot
Een inbreng kan geschieden in eigendom of in genot.
* **Inbreng in eigendom:** Dit is de meest voorkomende vorm, waarbij het volle eigendomsrecht wordt overgedragen, vergelijkbaar met een koop-verkoop [65](#page=65).
* **Inbreng van genot:** Hierbij wordt enkel het gebruiksrecht overgedragen, vergelijkbaar met een verhuur. De inbrenger behoudt de eigendom en kan het goed terugnemen bij ontbinding of faillissement. Het risico blijft bij de inbrenger (res perit domino) [65](#page=65).
* **Let op:** De duur van het gebruiksrecht staat los van de duur van de aandelen; de aandelen vervallen niet automatisch na afloop van het gebruiksrecht, maar hun waarde kan afhankelijk zijn van de duur van het genot [65](#page=65).
#### 5.2.5 Hoe inbrengen?
De overdracht van het (eigendoms)recht geschiedt door wilsovereenstemming tussen partijen. Voor tegenwerpelijkheid aan derden zijn specifieke formaliteiten vereist [66](#page=66).
* **Onroerend goed:** Vereist een authentieke inbrengakte bij het hypotheekkantoor [66](#page=66).
* **Schuldvordering:** Vereist kennisgeving aan de schuldenaar [66](#page=66).
* **Intellectuele eigendomsrechten:** Vereisen registratie volgens bijzondere wetten [66](#page=66).
* **Handelszaak:** Kan op twee manieren worden ingebracht:
1. **Burgerrechtelijke inbreng:** Elk onderdeel apart inbrengen volgens eigen tegenwerpelijkheidsformaliteiten [66](#page=66).
2. **Inbreng van bedrijfstak (Boek 13 WVV):** Een collectie activa en passiva die onder algemene titel worden overgedragen. Dit is een uitzondering op de regels van novatie en bevrijdt de inbrenger van de overgenomen schulden, behalve reeds opeisbare schulden op de datum van inbreng [66](#page=66).
> **Tip:** Het is cruciaal om bij de inbreng van een handelszaak alle bestanddelen expliciet te specificeren in de inbrengakte om te voorkomen dat alleen de essentiële bestanddelen worden ingebracht.
* **Voorbeeld:** Bij de inbreng van een bakkerij met een hypothecaire lening, zal de schuld alleen overgaan naar de vennootschap indien dit expliciet in de inbrengakte wordt opgenomen. Anders blijft de oorspronkelijke inbrenger aansprakelijk, hoewel de bank het ingebrachte pand kan verkopen [67](#page=67).
#### 5.2.6 Volstorting (levering) van inbreng
Volstorting is de feitelijke levering van de inbreng. De regels variëren per vennootschapsvorm [67](#page=67).
* **BV en CV:** De inbreng moet verplicht onmiddellijk worden gestort, tenzij de statuten of oprichtingsakte anders bepalen [67](#page=67).
* **NV:** Minimaal een kwart van de inbreng in geld moet direct worden volstort. De rest kan later worden volgestort, na afspraak of op verzoek van het bestuur indien de vennootschap het geld nodig heeft [67](#page=67).
#### 5.2.7 Leveren inbreng en sancties
Indien de inbreng niet wordt volgestort na de statutair bepaalde termijn of na een verzoek van het bestuur, volgen er sancties [68](#page=68).
* **Vertraging:** Wettelijke interesten beginnen van rechtswege te lopen [68](#page=68).
* **Sancties NV en BV:** Stemrecht wordt van rechtswege geschorst [68](#page=68).
* **Zijdelingse vordering:** Schuldeisers kunnen de rechtbank verzoeken de vennootschap te veroordelen tot het opeisen van de volstorting. Indien de vennootschap dit nalaat, kunnen schuldeisers via een zijdelingse vordering de volstorting zelf van de inbrenger eisen, maar de opbrengst komt alle schuldeisers ten goede [68](#page=68).
#### 5.2.8 Risicoregeling en vrijwaring
Bij de inbreng is het risico voor de vennootschap.
* **Eigendom:** Benadeling voor 7/12 is niet toepasselijk. Een handelsfonds impliceert een niet-concurrentiebeding. Bij een schuldvordering is de solvabiliteit van de schuldenaar niet gevrijwaard [68](#page=68).
* **Algemeenheden, bezwaarde goederen:** Een onbekende last leidt tot vrijwaring. Indien de last of het passief groter is dan het actief, is de inbreng waardeloos en nietig [68](#page=68).
#### 5.2.9 Genotsinbreng en nijverheid-inbreng
* **Genotsinbreng:** Het enkel inbrengen van het gebruiksrecht op een goed. De inbrenger behoudt de eigendom en het risico. Het goed kan bij ontbinding worden teruggenomen [69](#page=69).
* **Inbreng van nijverheid:** Arbeid voor aandelen. Dit impliceert automatisch een wettelijke niet-concurrentieverbintenis, tenzij anders overeengekomen. Wanprestatie kan leiden tot schorsing of verval van de aandelen [69](#page=69).
#### 5.2.10 Vermogen en kapitaal
* **Kapitaal (NV):** Is onuitkeerbaar eigen vermogen en vertegenwoordigt een schuld van de vennootschap aan de aandeelhouders. Het moet steeds minimaal gelijk zijn aan het netto-actief (#page=70, 84) [70](#page=70) [84](#page=84).
* **Ingebracht eigen vermogen (BV, CV):** Is doorgaans beschikbaar, tenzij de statuten anders bepalen (#page=70, 85) [70](#page=70) [85](#page=85).
#### 5.2.11 Enkele begrippen
* **Eigen vermogen:** Niet terugbetaalbaar tijdens het bestaan van de vennootschap. Kapitaal is hier een onderdeel van. Reserves zijn niet-uitgekeerde winsten [70](#page=70).
* **Vreemd vermogen:** Terugbetaalbaar [70](#page=70).
* **Nettoactief:** Totaal actief min schulden en voorzieningen; geeft een buffer voor schuldeisers [70](#page=70).
### 5.3 Geldig voorwerp
De vennootschap moet bepaalde, niet-verboden activiteiten nastreven die in de statuten worden omschreven. Een overschrijding van de bevoegdheden is bij de BV, NV en CV niet tegenwerpelijk aan derden [70](#page=70).
### 5.4 Winstverdelings-oogmerk
Een vennootschap moet een winstoogmerk hebben, ruim te begrijpen als ook de spreiding van lasten en kosten. Handelingen die niet bijdragen aan winstvorming zijn in principe verboden, tenzij ze een onrechtstreekse winstbijdrage leveren (bv. sponsoring, mecenaat) [70](#page=70).
* **Winstverdeling:** Winst moet in principe jaarlijks worden uitgekeerd. De verdeling is evenredig aan de waarde van de inbreng, tenzij anders bepaald in de statuten (bv. preferentieel dividend) [71](#page=71).
* **Verbod van leeuwenbeding:** Afspraken die een vennoot uitsluiten van winstdeelname of hem het verliesrisico laten afwentelen op medevennoten, zijn nietig. Bij NV, BV, CV is een dergelijke clausule ongeschreven [71](#page=71).
* **Niet-profit doel:** In België kan een vennootschap naast een winstoogmerk ook andere doelen nastreven, maar een puur non-profit doel vereist de oprichting van een vereniging of stichting [71](#page=71).
### 5.5 Oprichting en rechtspersoonlijkheid
De oprichting van een vennootschap doorloopt verschillende fasen en vereist specifieke formaliteiten om rechtspersoonlijkheid te verkrijgen.
#### 5.5.1 Fasen in de oprichting
* **Pre-contractuele fase:** Beoordeeld op basis van de algemene zorgvuldigheidsnorm (art. 6.5 BW). Hier worden partiële overeenkomsten gesloten zoals NDA's en exclusiviteitsclausules [73](#page=73).
* **Overeenkomst tot oprichting (zeldzaam):** Een belofte om in de toekomst een vennootschap op te richten, met rechtsgevolgen indien het voorwerp voldoende duidelijk is omschreven. Enkel schadeloosstelling is mogelijk bij niet-nakoming [73](#page=73).
* **Neerleggen akte = RP:** Rechtspersoonlijkheid wordt verkregen op het moment van neerlegging van de oprichtingsakte ter griffie. Zonder neerlegging is sprake van een maatschap [73](#page=73).
#### 5.5.2 Schriftvereiste
Een schriftelijke oprichtingsakte is een bestaansvereiste voor het verkrijgen van rechtspersoonlijkheid, zowel voor de oprichting als voor latere statutenwijzigingen [73](#page=73).
* **Onbeperkte aansprakelijkheid / verenigingen:** Onderhandse akte, tenzij een onroerend goed wordt ingebracht, dan is een authentieke akte vereist [73](#page=73).
* **Beperkte aansprakelijkheid / stichtingen:** Vereisen een authentieke akte [73](#page=73).
* **Online oprichting:** Sinds juli 2021 is digitale oprichting via videoconferentie met een notaris mogelijk [73](#page=73).
#### 5.5.3 Inhoud oprichtingsakte
De oprichtingsakte moet verplichte vermeldingen bevatten, waaronder de naam, het voorwerp, de inbrengen en het kapitaal. Het ontbreken van wezenlijke gegevens kan leiden tot nietigheid [74](#page=74).
#### 5.5.4 Openbaarmaking oprichtingsakte
De neerlegging van de oprichtingsakte ter griffie van de ondernemingsrechtbank en de publicatie in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad zijn cruciaal voor de verkrijging van rechtspersoonlijkheid en de tegenwerpelijkheid aan derden [74](#page=74).
#### 5.5.5 Gevolgen publicatie BS
Publicatie in het Belgisch Staatsblad maakt de gegevens van de vennootschap tegenwerpelijk aan derden. Werkelijke kennis is niet vereist [75](#page=75).
* **Belang:** Het stelt derden in staat om informatie over de vennootschap in te winnen en is essentieel voor externe partijen zoals schuldeisers [75](#page=75).
#### 5.5.6 Inschrijving in KBO
De inschrijving in het Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) is eveneens verplicht en regelt onder andere de identificatie van vestigingseenheden en activiteiten [76](#page=76).
#### 5.5.7 Preconstitutief handelen (art. 2:2 WVV)
Dit betreft rechtshandelingen die worden gesteld voordat de rechtspersoonlijkheid is verworven. De vennootschap kan deze handelingen nadien overnemen, waardoor de promotor (degene die namens de vennootschap handelt) bevrijd wordt. Strikte termijnen gelden voor de oprichting van de vennootschap (max. 2 jaar) en de overname van de verbintenis (max. 3 maanden na verwerving RP) [77](#page=77).
> **Tip:** De termijnen voor preconstitutief handelen zijn strikt. Overschrijding kan ertoe leiden dat zowel de promotor als de vennootschap aansprakelijk zijn.
#### 5.5.8 Nietigheid
Nietigheid van een vennootschap kan voortvloeien uit formele of materiële gronden.
* **Nietigheid deelneming versus vennootschap:** De nietigheid van één vennoot leidt niet automatisch tot nietigheid van de vennootschap, tenzij dit leidt tot eenhoofdigheid of bij intuitu personae vennootschappen [78](#page=78).
* **Beperking nietigheidsgronden (beperkte aansprakelijkheid):** Slechts vier gronden zijn mogelijk: ongeoorloofd voorwerp, te weinig geldig verbonden oprichters, oprichtingsakte niet in vereiste vorm, en ontbreken van wezenlijke gegevens in de oprichtingsakte [78](#page=78).
* **Retroactiviteit:** Nietigheid werkt in principe ex nunc (voor de toekomst), niet ex tunc (met terugwerkende kracht), behalve bij maatschappen waar discussie over bestaat [78](#page=78).
* **Procedure:** Nietigheid moet door de rechter worden uitgesproken en is tegenwerpelijk aan derden vanaf publicatie in het BS [78](#page=78).
### 5.6 Geldigheidsvereisten per vennootschapsvorm (algemeen)
De vennootschapsvorm bepaalt de specifieke vereisten rondom oprichters, inbrengen, en kapitaal.
#### 5.6.1 NV versus BV en CV
* **NV:** Vereist een minimumkapitaal van 61.500 euro, dat volledig moet worden volgestort. Kapitaal is onuitkeerbaar. Inbreng in natura moet binnen vijf jaar worden volgestort (#page=83, 86) [83](#page=83) [86](#page=86).
* **BV en CV:** Vereisen een toereikend aanvangsvermogen, geen wettelijk minimumbedrag. Inbreng in geld en natura moet onmiddellijk worden volgestort, tenzij anders bepaald (#page=85, 86). Het ingebracht eigen vermogen is doorgaans beschikbaar, tenzij de statuten anders bepalen [85](#page=85) [86](#page=86).
#### 5.6.2 Financieel plan
Voor de oprichting van een NV, BV of CV is een financieel plan verplicht, dat de financieringsbehoeften voor de komende twee jaar inschat. Dit plan wordt bewaard door de notaris en is cruciaal bij faillissement binnen drie jaar na oprichting [86](#page=86).
#### 5.6.3 Controle inbreng in natura
De inbreng in natura wordt gecontroleerd door een onafhankelijke bedrijfsrevisor om overwaardering te bestrijden en schuldeisers en aandeelhouders te beschermen (#page=86, 87). Uitzonderingen op deze controle bestaan voor genoteerde effecten, recent gewaardeerde activa, of activa uit een gecontroleerde jaarrekening [86](#page=86) [87](#page=87).
#### 5.6.4 Inbreng van nijverheid
* **NV:** Kan niet met kapitaalaandelen worden vergoed, wel met winstbewijzen [87](#page=87).
* **BV/CV:** Inbreng van nijverheid kan met aandelen worden vergoed [87](#page=87).
#### 5.6.5 Quasi-inbreng (enkel bij NV)
Dit zijn transacties die economisch gelijkgesteld worden aan een inbreng in natura en onderworpen zijn aan revisorale controle indien ze plaatsvinden binnen twee jaar na oprichting en tegen een tegenwaarde van minstens 10% van het geplaatste kapitaal [87](#page=87).
#### 5.6.6 Oprichtersaansprakelijkheid
De oprichtersaansprakelijkheid vangt gebreken in de oprichting en kapitaalvorming op.
* **Wie is oprichter?** Wie bij de akte verschijnt, inclusief 'loutere inschrijvers' die tot maximaal 2/3 van het kapitaal bijdragen en geen oprichtersvoordelen genieten [89](#page=89).
* **Kenmerken:** Hoofdelijke aansprakelijkheid, dwingend recht, verjaart na 5 jaar, persoonsgebonden, en jegens elke belanghebbende [89](#page=89).
* **Soorten aansprakelijkheid:**
* Voor schulden van de vennootschap bij kennelijk ontoereikend kapitaal [89](#page=89).
* Tot schadevergoeding bij nietigheid, ontbreken/onjuistheid gegevens in de oprichtingsakte, of kennelijke overwaardering van inbreng in natura [89](#page=89).
* Oprichters gehouden als inschrijvers bij ongeldige inschrijvingen of gebrekkige vertegenwoordiging [89](#page=89).
* Oprichters gehouden tot volstorting bij nalatigheid of specifieke NV-vereisten [89](#page=89).
---
# Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) en bestuur
De Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) is het hoogste orgaan binnen een vennootschap, dat de beslissingen neemt over fundamentele aangelegenheden, terwijl het bestuur verantwoordelijk is voor het dagelijks beleid en de vertegenwoordiging van de vennootschap.
## 6. Algemene vergadering van aandeelhouders (AVA)
### 6.1 Feitelijke rol
De feitelijke rol van de AVA verschilt per type vennootschap. Bij besloten vennootschappen (BV) kan deze vaak overbodig lijken, zeker in familiale context, maar blijft strikt formalistisch nodig. Bij genoteerde vennootschappen (NV) fungeert de AVA traditioneel als een moment van communicatie met investeerders en is er een toenemende druk vanuit institutionele beleggers ("shareholder engagement") om actiever deel te nemen aan het vennootschapsbeleid op lange termijn. Passieve AVA's kunnen wel degelijk impact hebben door controleaandeelhouders die buiten de AVA contact leggen met het bestuur [91](#page=91).
### 6.2 Bevoegdheid AVA
De bevoegdheden van de AVA zijn wettelijk voorbehouden en omvatten voornamelijk:
* Het vaststellen van het statuut en de aansprakelijkheid van bestuurders en commissarissen [92](#page=92).
* Het goedkeuren van de jaarrekening [92](#page=92).
* Statutenwijzigingen, zoals kapitaalwijzigingen, wijzigingen van het voorwerp, ontbinding, sluiting van de vereffening en omzetting [92](#page=92).
De bevoegdheden van de AVA kunnen statutair uitgebreid worden, maar de "Prokura-leer" stelt dat derden hier geen rekening mee hoeven te houden, tenzij de vennootschap kan bewijzen dat zij daar kennis van hadden. Individuele rechten van aandeelhouders kunnen niet worden gewijzigd [92](#page=92).
### 6.3 Soorten AVA
Er zijn drie soorten AVA's te onderscheiden:
* **Gewone AVA:** Dit is de jaarlijkse vergadering, statutair vastgelegd qua datum, uur en plaats. De agenda omvat minimaal de goedkeuring van de jaarrekening en de kwijting van de bestuurders [92](#page=92).
* **Buitengewone AVA:** Elke andere AVA dan de jaarlijkse. Deze kan worden bijeengeroepen door 10% van de aandeelhouders en wordt vaak gebruikt voor statutenwijzigingen. Er geldt een hogere drempel qua aanwezigheid en stemmen dan bij de gewone AVA [92](#page=92).
* **Bijzondere AVA:** Noodzakelijk voor de goedkeuring van "change of control" clausules bij genoteerde vennootschappen en voor de overdracht van significante activa (3/4 van het totaal) [93](#page=93).
### 6.4 Bijwonen AVA
Aandeelhouders, houders van winstbewijzen (NV), houders van converteerbare obligaties en inschrijvingsrechten, bestuurders en commissarissen (wanneer hun verslag wordt besproken) hebben het recht om de AVA bij te wonen. Anderen, zoals raadslieden, kunnen toegelaten worden na beslissing van de AVA. Bijwonen is niet hetzelfde als stemmen [93](#page=93).
### 6.5 Communicatie
Communicatie tussen vennootschap en aandeelhouder kan verlopen via e-mail of een gelijkwaardig proces. Indien een e-mailadres niet bekend is, geldt communicatie per gewone post [93](#page=93).
### 6.6 Oproeping
De oproeping is de eerste stap voor de AVA. Deze kan gebeuren door het bestuur, de commissaris, 10% aandeelhouders of de vereffenaar. De vorm van oproeping (brief, e-mail, website) en de termijnen hangen af van het type vennootschap. Niet nodig indien alle aandeelhouders vrijwillig verschijnen. Voor genoteerde vennootschappen kan een 3%-aandeelhouder een toevoeging aan de agenda eisen [94](#page=94).
### 6.7 Agenda
De agenda wordt bepaald door degene die oproept. Bij niet-genoteerde vennootschappen is een opgave van de te behandelen onderwerpen vereist, bij genoteerde vennootschappen ook de voorstellen tot besluiten. Besluiten die genomen worden voor agendapunten die er niet op stonden, kunnen nietig worden verklaard, tenzij met unanimiteit of in vennootschapsbelang [95](#page=95).
### 6.8 Mededeling verslagen
Bepaalde beslissingen kunnen enkel rechtsgeldig worden genomen nadat het bestuur verslagen heeft meegedeeld aan de aandeelhouders. De sanctie bij niet-mededeling is nietigheid, met als ratio het stemmen met kennis van zaken. Naamsaandeelhouders, bestuurders en commissarissen krijgen een afschrift samen met de oproeping [95](#page=95).
### 6.9 Toelatingsformaliteiten
Deze formaliteiten, indien van toepassing, moeten in de statuten en de oproeping vermeld worden en mogen enkel betrekking hebben op legitimatie, niet op stemrecht. Er zijn geen wachttermijnen toegelaten. De AVA kan echter steeds toelaten, zelfs indien niet aan de formaliteiten is voldaan [96](#page=96).
### 6.10 Deelname op afstand
Elektronische deelname aan de AVA is mogelijk indien de vennootschap dit toelaat, waarbij deelnemers geacht worden aanwezig te zijn voor het quorum en de meerderheid. De bureau (voorzitter en stemopnemers) moet echter steeds fysiek vergaderen [96](#page=96).
### 6.11 Vraagrecht
Aandeelhouders kunnen mondeling en schriftelijk vragen stellen aan het bestuur en de commissaris over agendapunten, zowel tijdens als vóór de AVA. Antwoorden kunnen geweigerd worden in het belang van de vennootschap [96](#page=96).
### 6.12 Agenda jaarvergadering
De minimumagenda voor de jaarvergadering bevat de goedkeuring van de jaarrekening, het voorleggen van het jaarverslag en het verlenen van kwijting aan de bestuurders [97](#page=97).
#### 6.12.1 Controleverslag – meldingen
Het controleverslag van de commissaris bij de jaarrekening (verplicht bij grote vennootschappen) beoordeelt of de jaarrekening een getrouw beeld geeft. Er zijn vier soorten oordelen: zonder voorbehoud, met voorbehoud, afkeurend en onthouding. Daarnaast signaleert de commissaris eventuele schendingen van het WVV of de statuten [97](#page=97).
### 6.13 Verdagingsrecht
Het bestuur kan een vergadering steeds verdagen. Reeds genomen besluiten blijven behouden [97](#page=97).
### 6.14 Notulen
Notulen zijn een verplicht verslag van de vergadering. Voor niet-notariële beslissingen zijn ze theoretisch geen exclusief bewijsmiddel. De taalwetgeving is van toepassing op de opstelling van notulen [98](#page=98).
### 6.15 Schriftelijke AVA
Het is toegestaan om beslissingen buiten de AVA schriftelijk te nemen. Dit kan enkel wanneer alle vennoten akkoord gaan met deze werkwijze en de beslissingen unaniem worden genomen. Dit is niet mogelijk voor beslissingen die authentiek moeten worden vastgelegd [98](#page=98).
### 6.16 Volmacht
Aandeelhouders kunnen zich laten vertegenwoordigen door een volmachthouder. De vennootschap kan dit recht niet uitsluiten. Volmachten kunnen blanco zijn of met instructies gegeven worden [98](#page=98).
### 6.17 Aandelen in onverdeeldheid
Bij aandelen in onverdeeldheid kan het stemrecht geschorst worden totdat één stemgerechtigde is aangeduid. Dit geldt ook voor huwelijksgemeenschappen en vruchtgebruik [99](#page=99).
### 6.18 Stemming en meerderheden
Enkel stemming over agendapunten is toegestaan, tenzij iedereen aanwezig is en unaniem akkoord gaat, of tenzij het dringend noodzakelijk is in vennootschapsbelang. Er geldt een amenderingsrecht op voorstellen, behalve op het voorstel van de jaarrekening [99](#page=99).
#### 6.18.1 Schorsing stemrecht
Stemrecht kan geschorst worden bij geen volstorting na opvraging, bij ingekochte aandelen (door de vennootschap zelf) en bij het niet voldoen aan de participatiemelding bij genoteerde vennootschappen [99](#page=99).
### 6.19 Beslissingen
#### 6.19.1 Basisregels
Er is geen aanwezigheidsquorum vereist. Beslissingen worden genomen met een gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Onthoudingen en ongeldige stemmen worden buiten beschouwing gelaten [100](#page=100).
#### 6.19.2 Statutenwijziging
Voor een statutenwijziging is een nauwkeurige opgave in de oproeping, een notariële akte en een aanwezigheidsquorum van 50% van het maatschappelijk kapitaal vereist. Bij een tweede vergadering zonder quorum is een meerderheid van 75% van de uitgebrachte stemmen nodig [100](#page=100).
#### 6.19.3 Wijziging voorwerp
De wijziging van het statutair voorwerp vereist een aanwezigheidsquorum (zoals bij statutenwijziging) en een meerderheid van 4/5 van de stemmen. Winstbewijzen hebben hierbij één stem per stuk [100](#page=100).
#### 6.19.4 Omzetting
Omzetting van rechtsvorm vereist een aanwezigheidsquorum van de helft van het kapitaal en de helft van de winstbewijzen, en een meerderheid van 4/5 van de stemmen. Winstbewijzen en aandelen zonder stemrecht stemmen mee [100](#page=100).
### 6.20 Stemmen op afstand
Vooraf stemmen over agendapunten is mogelijk per brief of elektronisch, indien statutair voorzien. Dit is niet toegelaten voor bestuurders of commissarissen .
### 6.21 Stemafspraken
Aandeelhouders kunnen contracten sluiten ("aandeelhoudersovereenkomst" of "aandeelhouderssyndicaat") om afspraken te maken over hoe ze zullen stemmen. Deze zijn beperkt in de tijd en moeten steeds in het vennootschapsbelang zijn. Stemmen op basis van een nietige overeenkomst is eveneens nietig, tenzij aangetoond kan worden dat dit geen invloed had op de stemming .
### 6.22 Aard van het stemrecht
Het stemrecht mag in eigenbelang worden gebruikt, maar rechtsmisbruik is mogelijk wanneer een aandeelhouder zich niet gedraagt volgens de eisen van goede trouw .
### 6.23 Nietigverklaring AVA-beslissingen
AVA-beslissingen kunnen nietig worden verklaard wegens vormelijke of materiële nietigheidsgronden. De vordering tot nietigverklaring moet binnen zes maanden na tegenwerpelijkheid worden ingesteld door een belanghebbende wiens bescherming de geschonden norm beoogde .
#### 6.23.1 Formele nietigheidsgronden
Deze betreffen o.a. de oproeping, samenstelling en vergaderwijze. Nietigheid is enkel mogelijk indien de onregelmatigheid potentiële invloed had op het besluit, tenzij er sprake is van bedrieglijk opzet .
#### 6.23.2 Materiële nietigheidsgronden
Dit betreft inhoudelijke nietigheidsgronden, zoals overschrijding van bevoegdheid of misbruik van bevoegdheid. Misbruik door de meerderheid of minderheid kan leiden tot nietigverklaring van de AVA-beslissing, of in geval van misbruik van minderheid, kan de rechter zijn vonnis in de plaats stellen van de beslissing van de AVA .
## 7. Het bestuur
### 7.1 Organisatie van het bestuur
#### 7.1.1 Vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (BV, NV, CV)
Er zijn twee basismodellen:
* **Collegiale raad van bestuur:** Bestaande uit drie of meer leden die samen beslissen, meestal bij meerderheid. Dit is het dominante model bij de NV .
* **Eén of meer individueel bevoegde zaakvoerders/bestuurders:** Deze kunnen elk op zich beslissingen nemen. Dit is het dominante model bij de BV en CV .
#### 7.1.2 Personenvnootschappen
Hier kan men werken met "beherende vennoten" of een of meerdere zaakvoerders .
### 7.2 Realiteit van bestuur
In kleine KMO's zijn bestuurders en grootaandeelhouders vaak dezelfde personen. In heel grote vennootschappen is er vaak een scheiding tussen de raad van bestuur (monitoring-functie) en het dagelijks bestuur of managementcomités die de feitelijke leiding hebben. Bestuurders worden onderverdeeld in uitvoerende, niet-uitvoerende en onafhankelijke bestuurders .
### 7.3 Bestuurders moeten besturen in het belang van de vennootschap
Het "vennootschapsbelang" kan eng (collectief winstbelang van alle aandeelhouders op lange termijn) of ruim (evenwicht tussen belangen van verschillende stakeholders) worden opgevat. Een procedurele opvatting stelt dat het bestuur een discretionaire afweging maakt van belangen. In ieder geval moeten bestuurders het winstoogmerk en het statutair voorwerp respecteren en mogen ze hun eigen belang niet nastreven .
#### 7.3.1 Corporate governance
Dit is de studie van agency-problemen en probeert conflicten tussen verschillende belangen (aandeelhouders, managers, schuldeisers) te beperken via niet-bindende aanbevelingen in corporate governance codes. Typische aanbevelingen betreffen de splitsing van CEO en voorzitter RvB, een evenwichtige samenstelling van de raad en adviserende comités .
### 7.4 Orgaantheorie
De raad van bestuur en individuele bestuurders zijn organen van de vennootschap. Feitelijke handelingen of rechtsfeiten van een orgaan worden toegerekend aan de rechtspersoon. Organieke vertegenwoordiging vereist geen volmacht .
### 7.5 Bevoegdheid bestuur
Het bestuur heeft de volheid van bevoegdheid, behalve wat wettelijk aan andere organen is toegewezen (residuaire bevoegdheid). Deze bevoegdheden moeten in het vennootschapsbelang worden uitgeoefend .
#### 7.5.1 Bevoegdheidsbeperkingen
Statutaire bevoegdheidsbeperkingen zijn niet tegenwerpelijk aan derden (Prokura-leer). Wettelijke bevoegdheidsbeperkingen (zoals na vereffening of het winstoogmerk) zijn wel tegenwerpelijk .
### 7.6 Bestuursmodellen
#### 7.6.1 NV: 3 modellen
* **Monistisch (Raad van Bestuur):** Collegiale raad van bestuur, minstens drie leden, beslissingen bij meerderheid. Dit is het meest voorkomende model .
* **Duaal:** Bestaat uit een directieraad (DR) en een raad van toezicht (RvT). De DR heeft de volheid van bestuursbevoegdheid, de RvT houdt toezicht. Dit model is verplicht in Duitsland en mogelijk in België .
* **Enige Bestuurder:** Kan een vetorecht krijgen tegen bepaalde beslissingen. Kan onbeperkt aansprakelijk worden gemaakt .
#### 7.6.2 BV en CV: 1 model
Het basismodel is één bestuurder (zaakvoerder). Meerdere bestuurders zijn elk apart bevoegd, tenzij statuten dit anders regelen. Een duaal bestuur is niet mogelijk .
#### 7.6.3 Dagelijks Bestuur & Gedelegeerd Bestuurder
Deze zijn facultatieve organen die naast de verplichte bestuursorganen kunnen bestaan .
### 7.7 Statuut bestuurders
#### 7.7.1 Benoembaarheid
Er zijn geen wettelijke benoembaarheidsvoorwaarden, maar er kunnen wettelijke onverenigbaarheden en beroepsverboden gelden. Statuten kunnen ook eigen voorwaarden stellen .
#### 7.7.2 Gender regels
In genoteerde vennootschappen en organisaties van openbaar belang geldt een regel van minstens 1/3 vertegenwoordiging van het ondervertegenwoordigde geslacht .
#### 7.7.3 Rechtspersonen
Rechtspersonen kunnen bestuurder worden, mits een vaste vertegenwoordiger wordt aangeduid. Dit beperkt de aansprakelijkheid niet .
#### 7.7.4 Aantal en functioneren
Het aantal bestuurders hangt af van het type vennootschap en het gekozen bestuursmodel. Collegiale organen kunnen schriftelijk beraadslagen mits unanimiteit .
#### 7.7.5 Sociaalrechtelijk aspect
Een bestuurder is sociaalrechtelijk gezien steeds zelfstandig. Cumulatie met een arbeidsovereenkomst is mogelijk, behalve voor de bestuursfunctie als zodanig .
#### 7.7.6 Benoeming
De eerste bestuurders worden benoemd in de oprichtingsakte; daarna gebeurt dit door de AVA. Bij wegval van een bestuurder kan bij collegiaal bestuur coöptatie plaatsvinden .
#### 7.7.7 Duur
De duur van het mandaat varieert per vennootschapstype (BV/CV: bepaald of onbepaald; NV: maximaal 6 jaar) .
#### 7.7.8 Ontslag
Vrijwillig ontslag is steeds mogelijk. Gedwongen ontslag kan "ad nutum" (zonder opgave van reden) of om wettige reden plaatsvinden .
#### 7.7.9 Vergoeding
De vergoeding van bestuurders wordt bepaald door de AVA en is niet geldig zonder goedkeuring .
### 7.8 Vertegenwoordiging
Vertegenwoordiging is beheerst door het lastgevingsrecht, maar bij vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid wordt dit beperkt door de Prokura-leer, wat betekent dat bevoegdheidsbeperkingen in statuten niet tegenwerpelijk zijn aan derden te goeder trouw [136-137](#page=136,137).
#### 7.8.1 Lastgeving
Hierbij handelt de lasthebber (bestuurder) in naam en voor rekening van de lastgever (vennootschap). Voorwaarden zijn hoedanigheid, bevoegdheid en legitimatie .
#### 7.8.2 Correcties lastgeving
Onbevoegde handelingen kunnen bekrachtigd worden door bevoegde personen. De vertrouwensleer of het schijnmandaat kan de vennootschap binden indien de derde rechtmatig vertrouwde op een schijn van bevoegdheid die aan de vennootschap toerekenbaar is .
#### 7.8.3 NV, BV en CV: Prokura-leer
Derden mogen ervan uitgaan dat organen van de vennootschap de maximale vertegenwoordigingsbevoegdheid hebben die hen door de wet is gegeven. Beperkingen in statuten zijn niet tegenwerpelijk aan derden, tenzij er sprake is van kwade trouw. Dit geldt niet voor werknemers die geen orgaan zijn .
### 7.9 Facultatieve bestuursorganen
Naast de verplichte organen kunnen er facultatieve organen zijn zoals gedelegeerd bestuurders (vertegenwoordiging) en dagelijks bestuurders (beperkte beslissingen) .
#### 7.9.1 Gedelegeerd bestuurder
Dit is een "orgaan van vertegenwoordiging" dat in de statuten moet zijn aangeduid en bestuurder moet zijn. Ze hebben dezelfde vertegenwoordigingsbevoegdheid als de voltallige RvB, maar geen beslissingsbevoegdheid .
#### 7.9.2 Dagelijks bestuur
Dit orgaan behandelt de dagelijkse zaken van de vennootschap. De bevoegdheid is beperkt tot minder belangrijke of dringende zaken. De RvB is niet aansprakelijk voor fouten van het dagelijks bestuur, maar moet wel toezicht houden .
### 7.10 Belangenconflict
Een belangenconflict ontstaat wanneer een bestuurder een persoonlijk financieel belang heeft dat potentieel strijdig is met het vennootschapsbelang. De procedure omvat een meldingsplicht, notuleringsplicht en geen deelname aan beraadslaging. Sanctie is nietigheid van de beslissing, hoewel rechters hiervan kunnen afwijken indien de beslissing sowieso zou zijn genomen. Dit geldt niet voor personenvnootschappen .
#### 7.10.1 Procedure
De procedure omvat melding aan bestuurders en commissaris, notulering en openbaarmaking. Bij meerdere bestuurders met conflict beslist de AVA, tenzij er maar één bestuurder is .
#### 7.10.2 Related party transactions (RPTs)
Transacties met verbonden partijen (grote aandeelhouders, topmanagers, etc.) vereisen bij genoteerde vennootschappen een objectiveringsprocedure waarbij onafhankelijke bestuurders de transactie voorbereiden. Dit is bedoeld om de invloed van controlerende partijen ten nadele van minderheidsaandeelhouders te vermijden .
#### 7.10.3 Private benefits
Dit zijn voordelen die controlerende aandeelhouders of topmanagers onttrekken aan de vennootschap, ten nadele van minderheidsaandeelhouders. Volgens de "Rozenblum-doctrine" mag een groepsvennootschap wel financiële offers brengen aan andere groepsvennootschappen, mits er op termijn voordeel tegenover staat en de vennootschap zelf niet financieel wordt benadeeld .
## 8. Bestuurdersaansprakelijkheid
### 8.1 Preliminaria
Bestuurders zijn tegenover de vennootschap gehouden tot behoorlijke taakvervulling. Zij moeten maatregelen nemen om de continuïteit van de vennootschap te garanderen indien er bedreigingen zijn. Bestuurders zijn onderworpen aan een loyauteitsplicht, wat discretie- en niet-concurrentieplicht inhoudt. De orgaantheorie stelt dat onrechtmatige daden van organen worden toegerekend aan de rechtspersoon .
#### 8.1.1 Omschrijving plichten bestuurders
Plicht tot behoorlijke taakvervulling, het nemen van continuïteitsmaatregelen, en het naleven van wetgeving, statuten en het vennootschapsbelang .
#### 8.1.2 Loyauteitsplicht
Bestuurders moeten hun eigen belangen ondergeschikt maken aan die van de vennootschap. Dit omvat discretieplicht en niet-concurrentieplicht .
#### 8.1.3 Onderscheid
Een tekortkoming van de vennootschap mag in beginsel niet aan de bestuurder worden toegerekend, tenzij het een wettelijke toerekening betreft (bv. fiscale en RSZ-zaken) .
#### 8.1.4 Orgaantheorie
Onrechtmatige daden en geestesgesteldheden van organen worden toegerekend aan de rechtspersoon .
#### 8.1.5 Komt aansprakelijkheid voor?
Aansprakelijkheidsvorderingen tegen bestuurders komen zelden voor, behalve na faillissement en bij KMO's (fiscale en RSZ-aansprakelijkheid) .
#### 8.1.6 Wetgeving
De regels betreffende bestuurdersaansprakelijkheid zijn grotendeels gecodificeerd in Boek 2 van het WVV .
### 8.2 Aansprakelijkheidsgronden
Er zijn verschillende soorten fouten die tot aansprakelijkheid kunnen leiden:
1. **Gewone bestuursfout:** Contractueel aansprakelijk t.o.v. de vennootschap. Het foutcriterium is dat van een professioneel bestuurder in dezelfde omstandigheden .
2. **Schending WVV/statuten:** Aansprakelijkheid t.o.v. vennootschap en derden .
3. **Bestuursfout die tevens 6.5 BW-fout is:** Aansprakelijkheid t.o.v. vennootschap en derden .
4. **Kennelijk grove fout die bijdraagt tot faillissement:** Aansprakelijkheid voor het netto-passief t.o.v. de curator en schuldeisers .
5. **Wrongful trading:** Aansprakelijkheid voor het netto-passief bij niet tijdig of passend reageren op continuïteitsbedreiging .
#### 8.2.1 Feitelijke bestuurders
De aansprakelijkheidsregels gelden ook voor feitelijke bestuurders die niet formeel benoemd zijn maar wel bestuursbevoegdheid hadden .
#### 8.2.2 Hoofdelijkheid
Indien het bestuur collegiaal georganiseerd is, is er hoofdelijke aansprakelijkheid, zelfs indien een bestuurder niet heeft meegewerkt. Dit geldt ook voor schendingen van het WVV of statuten .
#### 8.2.3 Gewone bestuursfout
Dit vereist een schending van een gedragsnorm of beleidsfouten die onder "marginale toetsing" vallen. Voorbeelden zijn onvoldoende verzekeren of investeringen zonder rentabiliteitsonderzoek .
#### 8.2.4 Discretionaire bevoegdheid en marginale toetsing
Bestuurders hebben een beoordelingsmarge. Rechters mogen geen opportuniteitsoordelen vellen en enkel bij kennelijke onredelijkheid aansprakelijk stellen [148-149](#page=148,149).
#### 8.2.5 Schending WVV/statuten
Dit wordt beschouwd als een "erge" fout, met steeds hoofdelijke aansprakelijkheid. Ontsnappen aan aansprakelijkheid ("disculpatie") is mogelijk indien men kan bewijzen geen deelname te hebben gehad aan de overtreding of dit gemeld heeft .
#### 8.2.6 6.5 BW-aansprakelijkheid t.o.v. derden
Indien de slechte uitvoering van het mandaat leidt tot schade bij derden, kan dit naast contractuele aansprakelijkheid ook onrechtmatige daad zijn .
#### 8.2.7 Bestuurder als uitvoeringsagent
Bestuurders die contractuele verbintenissen van de vennootschap uitvoeren, worden beschouwd als hulppersonen. Ze zijn aansprakelijk voor eigen onrechtmatige daden, maar kunnen verweermiddelen uit het contract inroepen .
#### 8.2.8 Kennelijk grove fout en faillissement
Dit kan leiden tot aansprakelijkheid voor het ganse netto-passief na faillissement, indien veroorzaakt door zeer zware fouten. Voorbeelden zijn fiscale fraude of het niet toepassen van de liquiditeitstest bij uitkering .
#### 8.2.9 Wrongful trading
Gecodificeerd in XX.227 WER, dit houdt aansprakelijkheid voor het netto-passief in bij niet passend reageren op een bekende of kenbare faillissementstoestand .
#### 8.2.10 Bijzondere fiscale aansprakelijkheid
Herhaaldelijk niet-betalen van BTW of bedrijfsvoorheffing leidt tot een weerlegbaar vermoeden van een 6.5-fout. Parafiscale aansprakelijkheid voor RSZ-schulden bij faillissement is ook mogelijk .
### 8.3 Kwijting, verjaring, cap
#### 8.3.1 Kwijting
De AVA kan bestuurders kwijting verlenen voor hun bestuur in het afgelopen boekjaar. Dit dekt geen schendingen van het WVV of statuten, tenzij expliciet vermeld in de oproeping. Kwijting heeft geen impact op minderheidsvorderingen of vorderingen wegens kennelijk grove fout .
#### 8.3.2 Vorderingsbevoegdheid
Normaal beslist de AVA over bestuurdersaansprakelijkheid. Indien de AVA gedomineerd wordt door bestuurders, kan een minderheidsaandeelhouder een afgeleide vordering instellen ten behoeve van de vennootschap .
#### 8.3.3 Verjaring
Alle rechtsvorderingen tegen bestuursorganen verjaren na 5 jaar .
#### 8.3.4 Aansprakelijkheids cap
De aansprakelijkheid van bestuurders is beperkt tot een cap, die afhangt van de omvang van de vennootschap. Deze cap geldt niet voor opzettelijke fouten, bedrieglijk opzet, of kennelijk grove fouten .
#### 8.3.5 Draagwijdte cap
De cap geldt per feit of geheel van feiten, ongeacht het aantal daders, slachtoffers of kwalificaties .
#### 8.3.6 Algemene uitzonderingen op de cap
Bedrieglijk opzet, zware fout, en herhaalde lichte fouten vallen buiten de cap .
#### 8.3.7 Specifieke uitzonderingen op de cap
Bepaalde vorderingen van de fiscus en RSZ, en garantieverplichtingen bij uitgifte van nieuwe aandelen, zijn uitgesloten van de cap .
#### 8.3.8 Tegengewicht: geen "hold harmless" clausules
Clausules die bestuurders vrijwaren of schadeloosstellen zijn niet toegelaten. Vennootschappen mogen bestuurders wel op hun kosten verzekeren .
---
# Vermogensbescherming, kapitaalvermindering en uitkeringen
Dit deel bespreekt de mechanismen ter bescherming van het vermogen van de vennootschap tegen ongeoorloofde uitkeringen aan aandeelhouders, inclusief kapitaalregels, winstbestemming en procedures zoals kapitaalvermindering en inkoop van eigen aandelen .
### 7.1 Aandeelhouders versus schuldeisers
Aandeelhouders en schuldeisers hebben tegengestelde belangen: aandeelhouders willen geld uit de vennootschap halen, terwijl schuldeisers willen dat activa in de vennootschap blijven. De wetgever beschermt schuldeisers door middel van vermogensvormingsregels en uitkeringsbeperkingen, zoals uitkeringstests en verzetsrecht bij kapitaalvermindering .
#### 7.1.1 Kapitaal
Kapitaal is het bedrag op de passiefzijde van de balans dat aangeeft voor welk bedrag aan activa de vennootschap geen uitkeringen mag doen. Dit betekent dat de inbreng die het kapitaal vertegenwoordigt, wel gebruikt mag worden voor betalingen aan werknemers en schuldeisers, maar niet voor gratis overdrachten aan vennoten .
* **NV:** heeft een verplicht kapitaal. Kapitaalbescherming bij een NV beperkt de beschikkingsvrijheid over activa, zodat geen activa aan aandeelhouders worden overgedragen als de waarde van de activa lager is dan het kapitaalbedrag. Kapitaal kan enkel verlaagd worden via een zware procedure met verzetsrecht voor schuldeisers .
* **BV en CV:** hebben "ingebracht eigen vermogen" in plaats van kapitaal. Dit is uitkeerbaar door de algemene vergadering van aandeelhouders (AVA), tenzij de statuten anders bepalen .
**Kapitaalbegrip:** Het kapitaal op de passiefzijde is geen onderpand voor schuldeisers, maar de WVV bevat regels die het kapitaalconcept gebruiken om schuldeisers te beschermen .
**Voorbeelden van beschermende regels:**
* Regel dat enkel winst uitkeerbaar is bij een NV .
* Balanstest (art. 7:212 WVV): geen uitkering van winst als het netto-actief lager is dan het kapitaalbedrag .
* Alarmbelprocedure (art. 7:228 WVV): als het netto-actief daalt tot onder de helft van het kapitaalbedrag, moet de AVA bijeengeroepen worden .
* Kapitaal kan enkel via een zware procedure verminderd worden .
#### 7.1.2 Netto-actief
Het netto-actief (eigen vermogen) is het totaal actief min het vreemd vermogen. Een positief netto-actief betekent dat de activa het vreemd vermogen overtreffen .
$$ \text{Netto-actief} = \text{Totaal actief} - \text{Vreemd vermogen} $$ .
Het eigen vermogen bestaat uit kapitaal/ingebracht eigen vermogen, uitgiftepremie, reserves, overgedragen winst/verlies, schulden, voorzieningen voor risico's en kosten, en uitgestelde belastingen .
#### 7.1.3 Zin van kapitaalvoorschriften
Kapitaalvoorschriften beschermen gewone NVs weinig, omdat ze niet fluctueren met het risico dat de vennootschap creëert en schuldeisers vooral kijken naar liquiditeit en zekerheden. Contractuele schuldeisers beschermen zich contractueel, terwijl onvrijwillige schuldeisers beter beschermd zijn door voorrechten, verplichte verzekering en regulering inzake risicocreatie .
### 7.2 Resultaatsbestemming
Resultaatsbestemming gaat over wat er gebeurt met winst en verlies .
#### 7.2.1 Winstbestemming
Winst is opbrengsten hoger dan kosten. Het voorstel voor winstbestemming komt van het bestuur en wordt goedgekeurd door de AVA. De AVA kan gebonden zijn door statutaire bepalingen, zoals een reserveringsplicht, en bij een NV geldt een wettelijke reserve .
**Mogelijke bestemmingen van winst:**
* **Dividenden:** Uitkering van winst aan aandeelhouders .
* **Tantièmes:** Bestuurdersbezoldiging betaald uit winst .
* **Reserves:** Winst wordt in de vennootschap gehouden .
* **Beschikbare reserves:** Steeds uitkeerbaar door latere AVA .
* **(Statutair) onbeschikbare reserves:** Niet uitkeerbaar door AVA, tenzij statuten worden gewijzigd .
* **Wettelijk onbeschikbare reserve:** Totaal onuitkeerbaar, bv. reserve voor inkoop eigen aandelen of financial assistance. Bij een NV is er een wettelijke reserve van 5% van de jaarwinst tot 10% van het kapitaal is gereserveerd .
* **Over te dragen winst:** Beslissing wordt uitgesteld naar een volgend boekjaar .
**Soorten dividenden:**
* **Normaal dividend:** Uitgekeerd door jaarlijkse AVA uit winst van vorig boekjaar .
* **Tussentijds dividend:** AVA mag op elk moment winst uitkeren, ook uit eerdere reservaties .
* **Interim dividend:** Uitkering van winst lopend boekjaar .
* **NV:** Bestuur mag interim dividend uitkeren (mits statutaire machtiging art. 7:213 WVV) .
* **BV/CV:** Zowel bestuur als AVA mogen op elk moment interim dividend uitkeren (mits statutaire machtiging art. 5:141 WVV) .
#### 7.2.2 Uitkeringstests: Balans- en liquiditeitstest
Om schuldeisers te beschermen, zijn er uitkeringstests die een uitkering moeten doorstaan .
* **Balanstest:** Toets of het eigen vermogen te laag is .
* **NV (art. 7:212 WVV):** Geen uitkering indien netto-actief lager is dan het gestorte kapitaal en onuitkeerbare reserves, of zou worden .
* **BV/CV (art. 5:142 WVV):** Geen uitkering indien eigen vermogen negatief is, of daardoor negatief zou worden, of lager zou worden dan onbeschikbare reserves .
> **Tip:** Bij de balanstest moet gekeken worden naar de laatste door de AVA goedgekeurde jaarrekening, maar het bestuursorgaan mag een recentere staat van activa en passiva nemen. Herwaarderingsmeerwaarden worden voor de balanstest behandeld als onbeschikbare reserves .
* **Liquiditeitstest (art. 5:143 WVV):** Toets of de liquiditeitspositie in gevaar komt .
* **BV/CV:** Bestuur moet vaststellen dat de vennootschap haar schulden kan voldoen voor minstens 12 maanden, rekening houdend met verwachte ontwikkelingen. Het bestuur kan een door de AVA besliste dividenduitkering tegenhouden als dit onverantwoord is .
* **NV:** Hoewel niet formeel in de wet voorzien, kan het uitkeren van dividend een grove bestuursfout zijn als het bestuur de cashpositie van de NV niet heeft gecontroleerd op basis van de algemene zorgvuldigheidsplicht .
> **Tip:** Het bestuur is verplicht een verslag op te stellen over de liquiditeitstest, maar dit verslag hoeft niet openbaar gemaakt te worden .
#### 7.2.3 Overtredingen van uitkeringstests
Indien een uitkering onterecht gebeurt:
* Het bestuur kan de onterechte uitkering van de aandeelhouder terugvorderen .
* **BV/CV:** Ongeacht goede of kwade trouw van de aandeelhouder .
* **NV:** Kwade trouw van de aandeelhouder is vereist .
* Bestuurders zijn aansprakelijk tegenover de vennootschap en derden indien zij wisten of behoorden te weten dat de vennootschap haar schulden niet meer zou kunnen betalen .
#### 7.2.4 Verliezen
Bij geringe verliezen worden deze overgedragen naar het volgende boekjaar. Het bestuur moet continuïteit bewaken .
##### 7.2.4.1 Alarmbelprocedure (NV)
Bij een NV moet de AVA bijeengeroepen worden wanneer het netto-actief door verliezen minder dan 50% van het geplaatst kapitaal bedraagt (art. 7:228 WVV). De AVA moet binnen twee maanden bijeenkomen en kan besluiten tot ontbinding of herstructurering .
##### 7.2.4.2 Alarmbelprocedure (BV)
Bij een BV moet de AVA bijeengeroepen worden wanneer het netto-actief negatief dreigt te worden, of indien niet langer vaststaat dat de vennootschap gedurende 12 maanden haar opeisbare schulden kan betalen (art. 5:153 WVV) .
### 7.3 Kapitaalvermindering
Kapitaalvermindering is enkel relevant bij een NV, omdat enkel NV's kapitaal hebben (art. 7:208-7:210 WVV). Dit vereist een statutenwijziging en een 75% meerderheid in de AVA .
**Manieren van kapitaalvermindering:**
1. **Terugstorting aan aandeelhouders:** Dit leidt tot een daling van het netto-actief en geeft schuldeisers een verzetsrecht .
2. **Vrijstelling volstortingsplicht:** Volstortingsvorderingen verdwijnen; er gaat geen cash uit de vennootschap .
3. **Toevoeging aan reserves:** De vermindering wordt een beschikbare reserve, zonder daling van het netto-actief en dus zonder verzetsrecht voor schuldeisers .
4. **Verwerking van verliezen:** Verliezen worden weggeschrapt tegen het kapitaal, wat leidt tot sanering van de balans. Dit heeft geen daling van het netto-actief tot gevolg, dus geen verzetsrecht voor SE's. Dit kan boekhoudkundig nuttig zijn voor de intrede van investeerders .
**Gemeenschappelijke kenmerken:**
* Steeds statutenwijziging .
* Doel en werkwijze te vermelden in oproeping AVA .
* Gelijkheid onder aandeelhouders moet gerespecteerd worden, tenzij unanimiteit van de aandeelhouders .
* Kapitaal mag niet onder het wettelijk minimum van 61.500 euro zakken, tenzij gevolgd door een kapitaalverhoging .
#### 7.3.1 Verzetsrecht schuldeisers
Bestaande schuldeisers hebben twee maanden vanaf de bekendmaking van de beslissing in het Belgisch Staatsblad om verzet aan te tekenen. Bij geen akkoord kan de meest gerede partij naar de rechter stappen die beslist over bijkomende zekerheden .
#### 7.3.2 Kapitaalvermindering met verliesverwerking
Bij verliesverwerking worden geleden verliezen weggeschrapt tegen het kapitaal. Dit kan ook anticiperen op voorzienbare verliezen, mits aanleggen van een onuitkeerbare reserve. De maximale aftrek voor voorzienbare verliezen is 10% van het geplaatste kapitaal na vermindering .
#### 7.3.3 Inkoop van eigen aandelen
Inkoop van eigen aandelen is een manier om geld uit de vennootschap aan aandeelhouders te geven. Dit is mogelijk in NV's en BV's, maar niet in CV's. De uitkeringstests voor dividenden zijn ook hier van toepassing .
**Redenen voor inkoop:**
* Fiscaal voordeel (vroeger) .
* Uitstappen van aandeelhouders .
* Koersondersteuning of -opheffing bij genoteerde vennootschappen .
* Verweer tegen vijandige openbare biedingen .
**Voorwaarden voor inkoop:**
1. Machtiging AVA (termijn van max. vijf jaar bij NV, voor altijd bij BV tenzij anders beslist) .
2. Enkel met uitkeerbare middelen .
3. Enkel volgestorte aandelen .
4. Gelijk aanbod aan aandeelhouders (afwijking mits unanimiteit) .
**Na de verwerving:**
* **Vernietiging aandelen:** Kan gepaard gaan met kapitaalvermindering .
* **Bewaren als actief ("thesaurie aandelen"):** Stemrecht is geschorst, dividenden vervallen. Herverkoop vereist opnieuw AVA-toelating met 75% meerderheid .
#### 7.3.4 Financiële bijstand (Financial Assistance)
Financiële bijstand door een vennootschap aan derden voor de verwerving van aandelen in de vennootschap is onderworpen aan strenge regels (art. 5:152 WVV) .
**Regels:**
* Goedkeuring AVA met statutaire meerderheid (75%) .
* Bedrag moet uitkeerbaar zijn volgens de uitkeringstests .
* Aanleggen van onbeschikbare reserve voor het bedrag van de steunverlening .
**Uitzonderingen:**
* Wanneer begunstigden personeel zijn (werknemers, zelfstandige managers en managementvennootschappen) .
* Bij "dreigend en ernstig nadeel" (statutaire clausule, max. 3 jaar oud), als verweer tegen een openbaar overnamebod .
> **Tip:** "Debt push down" is geen financial assistance, omdat het gaat om een dividend dat niet terugbetaald hoeft te worden aan de vennootschap .
---
# Uitgifte van nieuwe aandelen en financiering
Dit gedeelte behandelt de procedures, terminologie en implicaties rond de uitgifte van nieuwe aandelen door vennootschappen, met een specifieke focus op kapitaalverhogingen, voorkeurrechten en de verschillende financieringsvormen.
### 8.1 Context terminologie
De term "emissie" verwijst naar de uitgifte van nieuwe effecten. Bij een NV leidt dit tot een kapitaalverhoging en een statutenwijziging. Bij een BV is er geen sprake van een "kapitaalverhoging" daar de BV geen kapitaal kent, maar wel van een uitgifte van aandelen die een statutenwijziging vereist. Bij een CV is er geen statutenwijziging nodig voor een emissie .
Nieuwe inbrengen kunnen plaatsvinden zonder uitgifte van nieuwe aandelen, bijvoorbeeld wanneer bestaande aandeelhouders proportioneel bijdragen aan het kapitaal. Ook een aandelensplitsing resulteert in meer aandelen zonder nieuwe inbreng. De bevoegdheid tot statutenwijziging ligt bij de algemene vergadering van aandeelhouders (AVA), tenzij de statuten een clausule van toegestaan kapitaal voorzien, wat de bestuurders de mogelijkheid geeft aandelen uit te geven zonder tussenkomst van de AVA .
#### 8.1.1 Achtergrond NV
De "2e Richtlijn" blijft van toepassing, wat impliceert dat de kapitaal- en kapitaalvertegenwoordigende waarde van belang zijn, met suppletieve rechten die proportioneel zijn. In beginsel moet de AVA alle wijzigingen van het kapitaal goedkeuren .
#### 8.1.2 Problemen bij emissie
Het aantrekken van vers geld via de uitgifte van nieuwe aandelen kan leiden tot verwatering van de belangen van bestaande aandeelhouders .
* **Machtsverwatering:** Het percentage van de stemrechten van een aandeelhouder kan afnemen. Een oplossing hiervoor is het voorkeurrecht voor bestaande aandeelhouders (niet van toepassing op CV's) .
* **Financiële verwatering:** Nieuwe aandeelhouders kunnen zich inkopen tegen een discount, waardoor de waarde van de aandelen voor bestaande aandeelhouders kan dalen. Dit is met name relevant bij "(accelerated) bookbuilding", een proces waarbij bankiers snel investeerders zoeken om aandelen te verkopen. Hoewel een discount vaak nodig is om investeerders te overhalen, kan dit zelden volledig vermeden worden .
#### 8.1.3 Openbaar en privaat
* **Openbare uitgifte:** Aandelen worden aangeboden aan het beleggerspubliek (in essentie aan meer dan 150 beleggers, exclusief professionals en personeel). Dit vereist een door de FSMA goedgekeurd prospectus .
* **Private placement:** Aandelen worden geplaatst bij een beperkte groep (doorgaans professionele, non-retail) investeerders. Hiervoor is geen prospectus vereist .
* **Prospectus:** Een informatiebrochure over de emittent en de aangeboden effecten die alle materieel relevante informatie voor de belegger bevat .
#### 8.1.4 Wie is bevoegd (NV en BV)?
Elke uitgifte van aandelen is een statutenwijziging, aangezien de statuten het aantal aandelen vermelden. Hierdoor is in beginsel de algemene vergadering bevoegd. Echter, net als bij de NV, kan het bestuur van een BV bevoegd zijn tot uitgifte indien de statuten dit voorzien (zie toegestaan kapitaal). Statutenwijzigingen vallen onder artikel 5:100 BW .
### 8.2 De inbreng en volstorting
Bij een BV/CV worden inbrengen geboekt als beschikbaar of onbeschikbaar, waarbij de statuten gewijzigd kunnen worden met een statutaire meerderheid. Bij een NV worden inbrengen geboekt als kapitaal, vaak met een deel als uitgiftepremie om de economische waarde te weerspiegelen .
De kapitaalvormingsplichten en het verbod op inschrijving op eigen aandelen, zoals bij de oprichting, gelden ook hier. Bij een BV is directe volstorting vereist, tenzij de statuten anders bepalen. Bij een NV geldt bijvoorbeeld dat er een volstorting van een kwart is op elk aandeel bij inbreng van geld. De controle op inbreng in natura en het storten van geld op een bijzondere rekening zijn eveneens van toepassing. Er zijn geen specifieke regels over oprichtersaansprakelijkheid, maar wel over bestuurdersaansprakelijkheid bij ongeldige emissie .
#### 8.2.1 Verslag bij uitgifte
Het bestuur is verplicht een verslag op te stellen bij elke uitgifte van nieuwe aandelen, ongeacht boven of onder pari, met of zonder voorkeurrecht. Dit verslag verantwoordt de uitgifteprijs en de gevolgen voor de vermogens- en lidmaatschapsrechten. Indien er een commissaris is, beoordeelt deze de getrouwheid van de cijfergegevens. Alle aandeelhouders kunnen unaniem afzien van de vereiste van verslagen bij inbreng in geld, tenzij het een inbreng in natura betreft. De sanctie op het niet naleven van deze verslagvereisten is nietigheid .
### 8.3 Inbreng zonder uitgifte nieuw aandeel
Bij een BV zijn bijkomende inbrengen zonder uitgifte van nieuwe aandelen mogelijk. Dit is geen statutenwijziging, maar vereist wel een authentieke vaststelling en een beslissing van de algemene vergadering met gewone meerderheid. Bij een NV vereist dit unanimiteit, waarbij inbrengen door elke vennoot proportioneel aan hun participatie moeten geschieden .
### 8.4 Fasen van kapitaalverhoging of emissie
Kapitaalverhogingen of emissies kunnen in één of twee fasen verlopen .
* **Eén fase:** De AVA beslist tot de verhoging en deze wordt onmiddellijk gerealiseerd door inschrijvingen .
* **Twee fasen:** De AVA beslist tot de verhoging en stelt een inschrijvingstermijn open. Na afloop van de termijn en na aktering door het bestuur, wordt de verhoging gerealiseerd. Indien niet alle aandelen verkocht zijn, kan er sprake zijn van een gedeeltelijke verhoging indien dit voorzien was; anders gaat de verhoging niet door. Er zijn twee authentieke akten vereist .
### 8.5 Kapitaalverhoging (NV)
Bij een kapitaalverhoging in een NV worden de inbrengen geboekt als kapitaal, wat een statutenwijziging impliceert. Aandelen hebben een nominale of fractiewaarde .
* **Nominale waarde:** De kapitaalvertegenwoordigde waarde, een breuk van het totale kapitaal .
* **Fractiewaarde:** In de praktijk werken de meeste vennootschappen met fractiewaarde, waarbij alle aandelen, zowel oude als nieuwe, geacht worden dezelfde fractiewaarde te hebben. Deze rechten moeten proportioneel zijn aan de kapitaalvertegenwoordigde waarde .
#### 8.5.1 Uitgifteprijs
Aandelen kunnen boven, onder of met de bestaande fractiewaarde worden uitgegeven. Dit kan ook boven of onder pari (de kapitaalvertegenwoordigende waarde) gebeuren. Tenzij de statuten anders bepalen, is de fractiewaarde van alle aandelen na uitgifte gelijk .
#### 8.5.1.1 Uitgiftepremie
Een uitgiftepremie wordt gevraagd om financiële verwatering te voorkomen wanneer de boekwaarde hoger ligt dan de nominale of fractiewaarde van de oude aandelen. De uitgiftepremie is een inbreng die niet op het kapitaal wordt geboekt en telt dus niet mee voor de berekening van de kapitaalvertegenwoordigende waarde van het aandeel .
> **Voorbeeld uitgiftepremie:**
> VOOR: 10 miljoen kapitaal, 10.000 aandelen, 10 miljoen reserves → 20 miljoen Eigen Vermogen (EV). Fractiewaarde: 1000. Boekwaarde: 2000 .
> NA kapitaalverhoging tegen 1000 per aandeel: 20 miljoen kapitaal, 20.000 aandelen, 10 miljoen reserves → 30 miljoen EV. Boekwaarde: 1500. Gevolg: verwatering van 500 euro per aandeel voor oude aandeelhouders .
> NA kapitaalverhoging tegen 2000 per aandeel (1000 kapitaal, 1000 uitgiftepremie): 20 miljoen kapitaal, 20.000 aandelen, 10 miljoen uitgiftepremie, 10 miljoen reserves → 40 miljoen EV. Boekwaarde: 2000. Geen korting, maar in de praktijk moeilijk te realiseren .
Het voorkeurrecht kan helpen om verwatering te beperken doordat oude aandeelhouders tegen de uitgifteprijs kunnen inschrijven .
#### 8.5.1.2 Uitgifte onder pari
Wanneer er verliezen zijn, is de boekwaarde van aandelen lager dan de nominale of fractiewaarde. Uitgifte onder pari kan dan plaatsvinden. Bij aandelen met nominale waarde is eerst een kapitaalvermindering nodig. Bij aandelen met fractiewaarde worden alle aandelen gelijkgeschakeld, tenzij het uitgiftebesluit anders bepaalt .
> **Voorbeeld uitgifte onder pari:**
> Oorspronkelijk: K 10 miljoen, verliezen 1 miljoen, 10.000 aandelen. Fractiewaarde (FW) 1/10.000 = 1000. Boekwaarde (BW): 900 .
> Kapitaalverhoging: 10.000 nieuwe aandelen. Nieuwe breukwaarde: 1/20.000. FW oorspronkelijke aandelen: 1000. FW nieuwe aandelen: 900 .
> Gelijkschakeling: FW van 950, BW van 900. De nieuwe aandelen worden ingebracht tegen 900, waardoor oude aandeelhouders niet verwateren .
### 8.6 Incorporatie van reserves
Kapitaal kan ook verhoogd worden door de incorporatie van reserves, zonder nieuwe inbreng. Dit is een boekhoudkundige operatie. Indien er geen nieuwe aandelen worden uitgegeven, stijgt de kapitaalvertegenwoordigende waarde, met name de nominale of fractiewaarde (NV). Indien er wel nieuwe aandelen worden uitgegeven, zijn dit "bonusaandelen" die gratis onder bestaande aandeelhouders worden verdeeld op voet van gelijkheid. Dit leidt niet tot een stijging van de vermogenssituatie en is niet belast. Ook de wettelijke reserve van een NV mag geïncorporeerd worden .
### 8.7 Uitgifte door bestuur
Met machtiging van de AVA mag het bestuur zelf aandelen uitgeven, zowel bij BV als NV, mits een clausule van "toegestaan kapitaal" in de statuten of oprichtingsakte. Deze machtiging is maximaal vijf jaar geldig en verlengbaar. De invoering vereist een verslag over de bijzondere omstandigheden en doeleinden, op straffe van nietigheid. De AVA stelt de grenzen aan deze bevoegdheid .
#### 8.7.1 Uitgifte door bestuur BV
In een BV, in tegenstelling tot een NV, hoeven de statuten slechts één keer per jaar aangepast te worden aan uitgiften door het bestuur, mits een aparte statutaire machtiging. Dit faciliteert in- en uittredes, zoals in een CV. De uitgifte zelf is geen directe statutenwijziging en vereist dus geen notaris; de aanpassing gebeurt door het bestuursorgaan vóór het einde van het boekjaar, waarna de notaris de gecoördineerde statuten openbaar maakt .
### 8.8 Voorkeurrecht
Het voorkeurrecht geeft bestaande aandeelhouders het recht om bij voorrang in te schrijven op nieuwe aandelen of converteerbare effecten, proportioneel aan hun aandelenbezit. Dit recht is alleen van toepassing bij inbreng in geld (of verkapte natura) en niet bij inbreng in natura of incorporatie van reserves. Bonusaandelen (NV) worden gelijk verdeeld. Het doel van het voorkeurrecht is om machts- en financiële verwatering tegen te gaan .
#### 8.8.1 Procedure
Het uitgiftebesluit wordt aangekondigd in het Belgisch Staatsblad, samen met de inschrijvingsvoorwaarden. Er is een minimumtermijn van 15 dagen om het recht uit te oefenen. Na deze termijn kan een derde inschrijven .
#### 8.8.2 Verhandeling
Voorkeurrechten zijn verhandelbaar ('scrips' bij genoteerde vennootschappen). Er bestaat ook een synthetisch voorkeurrecht .
#### 8.8.3 Wat als er soorten zijn?
Indien aandelen verschillende rechten hebben (bv. meervoudig stemrecht), geldt het voorkeurrecht alleen voor de soort die wordt uitgegeven. Dit kan echter een wijziging van soortrechten impliceren, met de bijbehorende vereiste meerderheid. Bij de eerste invoering van een nieuwe soort (bv. meervoudig stemrecht) hebben alle aandeelhouders een voorkeurrecht .
#### 8.8.4 Afwijking: beperking of uitsluiting
Veel uitgiftes gebeuren buiten het voorkeurrecht om, wat objectief opportuun kan zijn (bv. ten gunste van personeel, een bepaalde persoon, of in geval van financiële moeilijkheden). Hiervoor is een AVA-beslissing met 75% meerderheid vereist. De beslissing moet in het belang van de vennootschap zijn en een verantwoordend verslag, gecontroleerd door een commissaris, is noodzakelijk .
##### 8.8.4.1 Ten gunste van bepaalde persoon
De identiteit van de begunstigde moet in het bestuursverslag worden vermeld. Indien de begunstigde meer dan 10% van de stemrechten bezit (inclusief verbonden personen), mag deze niet meestemmen over de afwijking .
##### 8.8.4.2 In kader toegestaan kapitaal
Voor afwijking, afwijking ten gunste van een bepaalde persoon, en omzetting van reserves (NV) is uitdrukkelijke machtiging vereist. Het bestuur stelt hiervoor een verslag op. Er mag nooit een uitgifte gebeuren ten gunste van een 10%-aandeelhouder die een inbreng in natura doet, noch een uitgifte van een nieuwe soort .
#### 8.8.5 Afstand door aandeelhouders
Alle aandeelhouders kunnen eenparig afstand doen van het voorkeurrecht, zodat de procedure voor beperking niet gevolgd hoeft te worden. Dit moet vermeld worden in de volmacht en geakteerd worden in de authentieke akte van kapitaalverhoging .
### 8.9 Kapitaalverhoging door inbreng in natura
Bij een kapitaalverhoging door inbreng in natura is er vanzelfsprekend geen voorkeurrecht. De verslagen van bestuur en commissaris over de inbreng in natura maken deel uit van de algemene verslagvereisten bij elke uitgifte van nieuwe aandelen .
### 8.10 Financiering door financiële bijstand
Financiële bijstand, gedefinieerd als de beslissing van een vennootschap om een derde financieel bij te staan onder de vorm van voorschotten, kredieten of zekerheden is aan strenge regels gebonden. Voorheen was dit verboden vanwege de financiële nadelen voor de vennootschap en aandeelhouders. Tegenwoordig is financiële bijstand toegestaan mits goedkeuring van de AVA met statutaire meerderheid (75%) en enkel met uitkeerbare middelen. Er dient een onbeschikbare reserve te worden aangelegd voor het bedrag van de steunverlening. Het bedrag dat aan financiële steun wordt gegeven, moet uitkeerbaar zijn volgens de uitkeringstests .
> **Tip:** Financiële bijstand kan hinderlijk zijn voor middelgrote ondernemingen (MBO's) .
>
> **Voorbeeld (niet) financiële bijstand:** Debt push down waarbij de vennootschap zelf een lening aangaat bij een bank om aandelen te kopen, wat leidt tot een superdividend, is geen financiële bijstand omdat een dividend geen lening, voorschot of zekerheid is. Dit wordt ook wel "naar beneden duwen van schulden" genoemd .
### 8.11 Uitzonderingen op financiële bijstand
De uitkeringsregels en de reserve-regel zijn altijd te respecteren. Personeel, inclusief zelfstandige managers en managementvennootschappen, valt onder de bepalingen over vermogen in boeken 5 en 7 .
---
# Ontbinding van vennootschappen
Dit hoofdstuk bespreekt de verschillende situaties waarin een vennootschap kan worden ontbonden en de daaropvolgende vereffeningsprocedure.
### 15.1 Redenen voor ontbinding
Een vennootschap kan op verschillende gronden worden ontbonden. De belangrijkste hiervan zijn de natuurlijke dood (verstrijken van de tijd waarvoor de vennootschap is aangegaan), de beslissing van de aandeelhouders, het faillissement, of het bereiken van het maatschappelijk doel .
### 15.2 Procedure na ontbinding
Na de ontbinding van een vennootschap treedt de vereffeningsprocedure in werking. Tijdens deze fase worden de bezittingen van de vennootschap te gelde gemaakt, schulden betaald en het resterende saldo verdeeld onder de aandeelhouders .
#### 15.2.1 Vereffenaars
De vereffening wordt uitgevoerd door één of meerdere vereffenaars, die door de aandeelhouders worden aangewezen. Deze vereffenaars treden in de plaats van de bestuurders voor wat betreft de afwikkeling van de vennootschap .
#### 15.2.2 Activiteiten van de vereffenaar
De vereffenaar is belast met:
* Het opmaken van een staat van het actief en passief van de vennootschap .
* Het te gelde maken van de goederen van de vennootschap .
* Het voldoen van de schulden van de vennootschap .
* Het verdelen van het eventueel resterende saldo onder de aandeelhouders, naar rato van hun inbreng of, indien de statuten dit bepalen, naar rato van hun aandelenbezit .
#### 15.2.3 Afwikkeling en sluiting
Na de afronding van de vereffeningswerkzaamheden stelt de vereffenaar een slotrekening en -kwijting op, die ter goedkeuring aan de aandeelhouders wordt voorgelegd. Na goedkeuring wordt de vennootschap definitief uitgeschreven uit het handelsregister .
### 15.3 Ontbinding bij faillissement
Indien een vennootschap failliet wordt verklaard, treedt de curator op als vereffenaar. De procedure is vergelijkbaar, maar staat onder toezicht van de rechtbank en de schuldeisers hebben een prioriteitspositie bij de verdeling van het actief .
### 15.4 Speciale gevallen: BV en NV
Voor de besloten vennootschap (BV) en de naamloze vennootschap (NV) kunnen specifieke regels gelden met betrekking tot ontbinding en vereffening, die onder andere betrekking hebben op de uitgifte van aandelen en kapitaalverhogingen .
> **Tip:** Zorg ervoor dat je de specifieke wettelijke bepalingen voor zowel BV's als NV's kent met betrekking tot ontbinding, aangezien er subtiele verschillen kunnen zijn, met name in relatie tot statutenwijzigingen en het toegestane kapitaal .
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV) | Een Belgische wet die sinds 1 mei 2019 de regels voor vennootschappen, verenigingen en stichtingen bepaalt, ter vervanging van oudere wetgeving. |
| Rechtspersoonlijkheid | Het juridische vermogen van een organisatie om als zelfstandig rechtssubject op te treden, eigen rechten en plichten te hebben, en zelfstandig rechtshandelingen te stellen en aangesproken te kunnen worden. |
| Vermogensafscheiding | Het principe waarbij het vermogen van een rechtspersoon gescheiden is van het vermogen van haar oprichters of leden, waardoor het vermogen van de rechtspersoon beschermd wordt tegen schuldeisers van de oprichters/leden en vice versa. |
| Entity shielding | Een aspect van vermogensafscheiding dat het vermogen van de rechtspersoon beschermt tegen persoonlijke schuldeisers van de aandeelhouders, en het recht van aandeelhouders om over de activa van de rechtspersoon te beschikken beperkt. |
| Owner shielding | Een aspect van vermogensafscheiding dat het privévermogen van aandeelhouders beschermt tegen de schuldeisers van de vennootschap, wat resulteert in de beperkte aansprakelijkheid van de aandeelhouders tot hun inbreng. |
| Maatschap | Een vennootschapsvorm zonder rechtspersoonlijkheid, gebaseerd op een contract tussen minstens twee personen die een inbreng doen met het oog op winstverdeling, maar waarbij de vennoten onbeperkt aansprakelijk zijn voor de schulden van de maatschap. |
| Vennootschap onder firma (VOF) | Een vennootschapsvorm zonder rechtspersoonlijkheid, waarbij alle vennoten onbeperkt en hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schulden van de vennootschap, met de mogelijkheid van een geschriftvereiste en openbaarmaking. |
| Commanditaire vennootschap (Comm.V.) | Een vennootschapsvorm die verschilt van de VOF door de aanwezigheid van twee soorten vennoten: de gecommanditeerden (werkende vennoten, onbeperkt aansprakelijk en vertegenwoordigingsbevoegd) en de commanditairen (stille vennoten, beperkt aansprakelijk). |
| Besloten vennootschap (BV) | Een vennootschapsvorm met rechtspersoonlijkheid en beperkte aansprakelijkheid, die oorspronkelijk bedoeld was als middenstandsvennootschap, met een grote flexibiliteit in zijn organisatie en zonder wettelijk minimumkapitaal onder het WVV. |
| Naamloze vennootschap (NV) | Een vennootschapsvorm met rechtspersoonlijkheid en beperkte aansprakelijkheid, gekenmerkt door een verplicht minimumkapitaal, bedoeld voor grotere ondernemingen en met vrije overdraagbaarheid van aandelen, vaak genoteerd aan de beurs. |
| Coöperatieve vennootschap (CV) | Een vennootschapsvorm met rechtspersoonlijkheid en beperkte aansprakelijkheid, oorspronkelijk bedoeld voor samenwerking en kostenbesparing, met kenmerken als vlotte in- en uittreding van vennoten en de mogelijkheid om erkend te worden als sociale onderneming. |
| Rechtspersoonlijkheid | Het vermogen om juridisch op te treden als een eigen entiteit, los van de personen die haar oprichten of beheren. |
| Vennootschapsbelang | Het collectieve belang van alle aandeelhouders op lange termijn, dat door het bestuur nagestreefd dient te worden, in tegenstelling tot individuele belangen of het belang van een specifieke groep aandeelhouders. |
| Corporate governance | Het geheel van regels, praktijken en processen waarmee een onderneming wordt geleid en gecontroleerd, gericht op het beheersen van agency-problemen en het waarborgen van de belangen van alle stakeholders. |
| Agency-probleem | Een conflict dat ontstaat wanneer de belangen van verschillende partijen (bv. aandeelhouders en bestuurders) niet volledig overeenkomen, waarbij één partij (bv. de agent) handelt in naam van een ander (bv. de principal). |
| Bestuurdersaansprakelijkheid | De juridische verantwoordelijkheid die bestuurders kunnen dragen voor fouten of nalatigheden bij de uitoefening van hun functie, wat kan leiden tot aansprakelijkheid jegens de vennootschap, aandeelhouders of derden. |
| Kennelijk grove fout | Een fout die zo duidelijk en ernstig is dat deze buiten de normale beoordelingsmarge van een zorgvuldig bestuurder valt en die, indien deze bijdraagt tot het faillissement, kan leiden tot aansprakelijkheid voor het netto-passief. |
| Wrongful trading | Het voortzetten van de activiteiten van een vennootschap in de wetenschap dat deze financieel reddeloos verloren is en niet kan voldoen aan haar verplichtingen, wat kan leiden tot aansprakelijkheid van de bestuurders voor het netto-passief. |
| Kwijting | Een beslissing van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders die de bestuurders decharge verleent voor het gevoerde beleid gedurende een boekjaar, waardoor de vennootschap afstand doet van vorderingen wegens aansprakelijkheid, tenzij de fouten specifiek werden gemeld of het ernstige overtredingen betreft. |
| Minderheidsvordering | Een afgeleide vordering die door minderheidsaandeelhouders kan worden ingesteld namens de vennootschap tegen bestuurders die hun plichten hebben geschonden, met name wanneer de Algemene Vergadering kwijting heeft verleend. |
| Aansprakelijkheidsbeperking (Cap) | Een wettelijke beperking van de maximale aansprakelijkheid van bestuurders, gekoppeld aan de omvang van de rechtspersoon, die echter niet van toepassing is bij opzettelijke fouten, zware fouten of bepaalde wettelijke overtredingen. |
| Uitkeringstests (Balanstest, Liquiditeitstest) | Wettelijke regels die bepalen onder welke voorwaarden winst of kapitaal aan aandeelhouders kan worden uitgekeerd. De balanstest controleert of het eigen vermogen voldoende is, terwijl de liquiditeitstest de solvabiliteit van de vennootschap beoordeelt. |
| Kapitaalvermindering | Een procedure die de NV toestaat haar kapitaal te verlagen, wat kan leiden tot terugbetaling aan aandeelhouders, vrijstelling van volstortingsplicht, of verwerking van verliezen, en waarbij schuldeisers een verzetsrecht hebben. |
| Inkoop van eigen aandelen | De mogelijkheid voor een vennootschap om haar eigen aandelen terug te kopen van aandeelhouders, wat een alternatieve uitkeringsvorm is die aan vergelijkbare voorwaarden als dividenden onderworpen is. |
| Financial assistance | De situatie waarbij een vennootschap financiële steun verleent (zoals voorschotten, kredieten of zekerheden) aan derden om hen in staat te stellen aandelen in die vennootschap te verwerven, wat aan strikte regels gebonden is. |
| Voorkeurrecht | Een recht dat bestaande aandeelhouders toelaat om bij voorrang in te schrijven op nieuw uit te geven aandelen of converteerbare effecten, proportioneel aan hun bestaand aandelenbezit, teneinde financiële en machtsverwatering tegen te gaan. |
| Share Purchase Agreement (SPA) | Een contract dat de verkoop van aandelen regelt, met daarin vaak uitgebreide verklaringen en garanties (representations & warranties) over de onderneming, en dat kan worden voorafgegaan door onderhandelingen en een letter of intent. |
| Due diligence | Het onderzoek dat een potentiële koper van aandelen uitvoert naar de financiële, juridische en operationele toestand van de doelonderneming om de waarde en risico's van de transactie in te schatten. |
| Signing en Closing | Twee cruciale fasen in een SPA: 'signing' verwijst naar de ondertekening van het contract, wat binding creëert, terwijl 'closing' de daadwerkelijke overdracht van de aandelen en betaling van de prijs omvat, vaak onderhevig aan opschortende voorwaarden. |
| Uittrede en Uitsluiting | Procedures waarbij aandeelhouders hun aandelen teruggeven aan de vennootschap (uittrede) of door de vennootschap uitgesloten worden (uitsluiting), vaak met een procedure voor waardebepaling van de aandelen en met specifieke regels voor BV en CV. |
| Squeeze-out | Een procedure in genoteerde vennootschappen waarbij een meerderheidsaandeelhouder de resterende minderheidsaandeelhouders dwingt hun aandelen te verkopen via een uitkoopbod, wat de weg vrijmaakt voor een 'delisting' van de beurs. |
| Transparantiewetgeving | Wetgeving die vereist dat belangrijke aandeelhoudersparticipaties (vaak vanaf 3% of 5% in genoteerde vennootschappen, en 25% in niet-genoteerde vennootschappen) worden gemeld aan de vennootschap en toezichthoudende autoriteiten om de controle van de vennootschap transparant te maken. |
| Dagelijks bestuur | Een facultatief bestuursorgaan dat de dagelijkse gang van zaken van de vennootschap regelt en beslissingen neemt over zaken van minder belang of dringende aard, en dat in principe als lasthebber wordt beschouwd. |
| Gedelegeerd bestuurder | Een orgaan binnen de vennootschap, vaak een lid van de raad van bestuur, dat de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de gehele raad van bestuur delegeert en de vennootschap in het rechtsverkeer vertegenwoordigt. |
| Belangenconflict | Een situatie waarin een bestuurder een persoonlijk financieel belang heeft dat potentieel strijdig is met het belang van de vennootschap, wat leidt tot specifieke procedures zoals meldings-, notulerings- en openbaarmakingsplichten, en het verbod op deelname aan de beraadslaging. |
| Related Party Transactions (RPTs) | Transacties tussen een vennootschap en verbonden partijen (zoals bestuurders, grootaandeelhouders, managers en hun familieleden), die aan specifieke objectiveringsprocedures onderworpen zijn om belangenconflicten en benadeling van minderheidsaandeelhouders te voorkomen. |
| Rozenblum-doctrine | Een principe dat toelaat dat groepsvennootschappen financiële offers brengen aan andere groepsvennootschappen ('do ut des'), mits er op termijn wederzijds voordeel tegenover staat en de transacties niet leiden tot de financiële ondergang van de schenkende vennootschap. |
| Oprichtingsakte | Het juridische document dat de oprichting van een vennootschap regelt en dat, afhankelijk van de rechtsvorm, een onderhandse of authentieke akte kan zijn, met specifieke inhoudelijke vereisten. |
| Preconstitutief handelen | Handelingen die worden verricht in naam van een nog op te richten rechtspersoon, waarbij de promotor persoonlijk gebonden is, maar de rechtspersoon deze handelingen kan overnemen na haar oprichting en de promotor daarmee bevrijd wordt, mits aan strikte termijnen wordt voldaan. |
| Ontbinding | Het juridische proces dat leidt tot het einde van het bestaan van een vennootschap, hetzij van rechtswege, gerechtelijk of vrijwillig, waarna een vereffening volgt om de schulden te voldoen en het resterende vermogen te verdelen. |
| Vereffening | Het proces na de ontbinding van een vennootschap waarbij een vereffenaar de activa te gelde maakt, de schulden betaalt, en het resterende liquidatiesaldo verdeelt onder de aandeelhouders, waarna de vennootschap definitief ophoudt te bestaan. |
Cover
Stuvia-9492732-samenvatting-vennootschapswetgeving.pdf
Summary
# Economisch recht en de onderneming
Hier is een gedetailleerde samenvatting voor het onderwerp "Economisch recht en de onderneming", opgesteld volgens de opgegeven richtlijnen.
## 1. Economisch recht en de onderneming
Het economisch recht regelt alle aspecten van economische activiteiten en is een uitbreiding van het vroegere handelsrecht, met een sterke invloed van Europese regelgeving, en is van toepassing op iedere persoon of entiteit die een economische activiteit uitoefent.
### 1.1 Evolutie van handelsrecht naar economisch recht
* **Handelsrecht (vroeger):** Dit omvatte nationale wetgeving, voornamelijk gecodificeerd in het Wetboek van Koophandel, die specifiek de status van koopman/handelaar, de definitie van een daad van koophandel en de bewijsregels voor handelsrechtelijke verbintenissen regelde [7](#page=7).
* **Economisch recht (heden):** Dit is een veel ruimer concept dat alle regels omvat die het economisch leven beheersen. Het omvat niet enkel nationale wetgeving maar ook aanzienlijke Europese regelgeving. Het is van toepassing op iedereen die een economische activiteit uitoefent [7](#page=7).
### 1.2 Europese regelgeving binnen economisch recht
Europese regelgeving binnen het economisch recht kent verschillende vormen:
* **Richtlijnen:** Deze bevatten doelstellingen die lidstaten moeten integreren in hun nationale wetgeving, waarbij ze vrij zijn in de keuze van vormen en middelen. Dit dient ter harmonisatie van wetgeving om verhandelingen tussen lidstaten te vergemakkelijken [7](#page=7).
* **Verordeningen:** Dit zijn algemene regelingen die rechtstreeks van toepassing zijn in elke lidstaat van de Europese Unie [7](#page=7).
* **Beschikkingen:** Dit zijn bijzondere besluiten die van toepassing zijn op specifieke personen, ondernemingen of lidstaten, bijvoorbeeld bij het opleggen van geldboetes wegens misbruik van regels [7](#page=7).
Het economisch recht is gemoderniseerd en geconsolideerd in het **Wetboek Economisch Recht (WER)**, wat een moderne benadering van codificatie weergeeft [7](#page=7).
### 1.3 Rechtstakken binnen het economisch recht
Het economisch recht omvat verschillende rechtstakken:
* **Ondernemingsrecht:** Dit regelt de oprichting, organisatie en werking van ondernemingen. Het omvat subdisciplines zoals vennootschapsrecht, insolventiewetgeving, recht inzake tussenpersonen, waardepapieren en betalingstechnieken [7](#page=7).
* **Marktrecht:** Dit stelt gedragsregels op voor ondernemingen op de markt. Dit omvat ook consumentenkrediet en mededingingsrecht/kartelrecht (verbod op onderlinge concurrentie-afspraken) [7](#page=7).
* **B2B (Business to Business):** Regels tussen concurrenten, zoals het verbod op afbrekende gelijkende reclame [8](#page=8).
* **B2C (Business to Consumer):** Regels ter bescherming van de consument tegen oneerlijke handelspraktijken, zoals herroepingstermijnen bij online verkopen [8](#page=8).
### 1.4 Verhouding tussen burgerlijk recht en economisch recht
* **Burgerlijk recht:** Is van toepassing op alle burgers, inclusief ondernemingen, tenzij het economisch recht specifieke en afwijkende regels voorschrijft [8](#page=8).
* **Economisch recht:** Treedt op als een *afwijkend recht* ten opzichte van het burgerlijk recht, bijvoorbeeld in bewijsregels en hoofdelijkheid. Het fungeert ook als een *bijzonder recht*, uitsluitend van toepassing op ondernemingen en verbintenissen tussen ondernemingen. Enkel ondernemingen kunnen failliet verklaard worden of een beroep doen op de WCO (Wet Continuïteit Ondernemingen). Regels inzake onrechtmatige bedingen kunnen ook specifiek voor ondernemers gelden. Het burgerlijk recht blijft echter cruciaal voor aspecten als verbintenissen, bijzondere overeenkomsten en aansprakelijkheid [8](#page=8).
### 1.5 De onderneming
Een onderneming wordt ruimer gedefinieerd dan vroeger:
* **Natuurlijke personen:** Iedereen die een beroepsactiviteit uitoefent, inclusief vrije beroepen, bestuurders van vennootschappen en landbouwers [8](#page=8).
* **Rechtspersonen:** Met uitzondering van publieke rechtspersonen die geen goederen of diensten aanbieden, en de federale overheid en haar gedecentraliseerde entiteiten [8](#page=8).
* **Andere organisaties zonder rechtspersoonlijkheid:** Tenzij ze niet aan winstuitkering doen of dit niet beogen [8](#page=8).
### 1.6 De ondernemingsrechtbank
De ondernemingsrechtbank vervangt de vroegere rechtbank van koophandel na de hervorming van het ondernemingsrecht [9](#page=9).
* **Organisatie:** Georganiseerd per rechtsgebied van het hof van beroep, met in totaal 9 rechtbanken in België [9](#page=9).
* **Samenstelling:** Elke rechtbank heeft afdelingen en kamers gespecialiseerd in faillissementen, bouwgeschillen, vennootschapsgeschillen, etc. [9](#page=9).
* **Bevoegdheden:**
* Alle geschillen tussen ondernemingen onderling, ongeacht de waarde [9](#page=9).
* Geschillen waarbij een niet-onderneming eiser is tegen een onderneming (de eiser kan ook naar de rechtbank van eerste aanleg stappen) [9](#page=9).
* Exclusieve bevoegdheid voor geschillen tussen vennoten, vorderingen uit een faillissement, en geschillen inzake wisselbrieven, ongeacht de waarde [9](#page=9).
* **Uitzondering voor natuurlijke personen met zelfstandige beroepsactiviteit:** Zij kunnen niet voor de ondernemingsrechtbank worden gedaagd voor geschillen over handelingen die *kennelijk* vreemd zijn aan de onderneming. Kennelijk betekent hier overduidelijk en onderhevig aan marginale toetsing. Een echtscheiding kan bijvoorbeeld nooit door de ondernemingsrechtbank behandeld worden [9](#page=9).
#### 1.6.1 Procedureverloop bij de ondernemingsrechtbank
* **Dagvaarding:** Een exploot van een gerechtsdeurwaarder die de verweerder oproept voor de bevoegde rechtbank [9](#page=9).
* **Openbare zitting:**
* **Inleidingszitting:** De zitting vermeld in de dagvaarding, waar zaken vaak direct of gedeeltelijk behandeld kunnen worden (verstek, afkortingen, onderzoeksmaatregelen). Verstek betekent dat een partij niet opdaagt [10](#page=10).
* **Pleitzitting:** In betwiste zaken wordt de zaak gepleit op een latere zitting, na het neerleggen van conclusies en stukkenbundels [10](#page=10).
* **Vonnis:** De beslechting van het geschil door de rechtbank [10](#page=10).
#### 1.6.2 Verkorte en buitengewone procedures
Deze procedures worden behandeld door de voorzitter van de ondernemingsrechtbank en kennen korte dagvaardingstermijnen (bv. 2 vrije dagen) [10](#page=10).
* **In kortgeding:** Algemeen toepasbaar mits bewezen spoedeisend karakter, en er mag nog niet geoordeeld worden over de grond van de zaak [10](#page=10).
* **Zoals in kortgeding:** Enkel indien voorzien in specifieke wetgeving, en er wordt uitspraak gedaan over de grond van de zaak. Een bekend voorbeeld is de vordering tot staking van ongeoorloofde ondernemingspraktijken uit Boek VI WER, waarbij een stopzettingsbevel kan worden opgelegd onder verbeurte van een dwangsom. Ook toepassingen in het WVV (Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen) bestaan, zoals uitsluiting of uittreding [10](#page=10).
#### 1.6.3 Schikkingskamers
Ondernemingszaken kunnen gratis in verzoening worden voorgelegd aan schikkingskamers, met als doel een minnelijke oplossing te bereiken onder leiding van een rechter. Partijen moeten zelf aanwezig zijn. Indien geen verzoening tot stand komt, kan een gewone procedure worden ingeleid. Een verzoening is juridisch even waardevol als een vonnis en volledig gratis [10](#page=10).
### 1.7 Bewijsregels in ondernemingszaken
#### 1.7.1 Algemene regels voor bewijs
* **Consensualisme:** Overeenkomsten komen geldig tot stand door loutere wilsovereenstemming, zonder vormvereisten. Wilsovereenstemming houdt in dat beide partijen een akkoord bereiken [10](#page=10).
* **Bewijslastverdeling:** Wie de uitvoering van een overeenkomst vordert, moet deze bewijzen; wie beweert betaald te hebben, moet de betaling bewijzen [10](#page=10).
* **Boek 8 Burgerlijk Wetboek:** Dit boek, dat reeds in werking is getreden, voorziet in de medewerking van beide partijen aan de bewijsvoering. In uitzonderlijke omstandigheden kan de rechter de bewijslast toewijzen indien de toepassing van de standaardregels kennelijk onredelijk zou zijn. Nieuwe definities voor 'geschrift' (ook elektronische bestanden zoals e-mails) en 'handtekening' (inclusief elektronische handtekeningen) zijn geïntroduceerd [10](#page=10) [11](#page=11).
#### 1.7.2 Bewijs in het burgerlijk recht
* **Rechtshandelingen (bv. overeenkomsten met waarde > 3.500 dollars):** Kunnen enkel bewezen worden met schriftelijke bewijzen, zoals een authentieke akte of een onderhandse akte die aan vormvereisten voldoet. Een onderhandse akte vereist het opmaken van meerdere exemplaren, één voor elk verschillend belang. Bewijs met andere middelen is toegelaten bij begin van schriftelijk bewijs [11](#page=11).
* **Rechtsfeiten:** Gebeurtenissen met rechtsgevolgen (gewild of ongewild), zoals een geboorte of een auto-ongeluk. Deze kunnen met alle bewijsmiddelen worden bewezen, inclusief getuigen en vermoedens [11](#page=11).
#### 1.7.3 Bewijs in het ondernemingsrecht
* **Vrije bewijsvoering:** Ondernemers kunnen ondernemingsverbintenissen bewijzen met alle bewijsmiddelen (ook getuigen en vermoedens), tenzij de wet schriftelijk bewijs vereist (bv. oprichting van een vennootschap). Dit is om vlot en snel werken mogelijk te maken. Getuigenbewijs wordt door ondernemingsrechtbanken niet vaak aanvaard [11](#page=11).
#### 1.7.4 Bewijs in ondernemingszaken (specifieke situaties)
* **Bewijs tegen niet-onderneming (bv. klant vs. consument):** Strikte bewijsregels van het burgerlijk recht zijn van toepassing [11](#page=11).
* **Bewijs tussen ondernemingen:** Vrije bewijsvoering is van toepassing [11](#page=11).
* **Bewijs van niet-onderneming tegen onderneming:** Vrije bewijsvoering is van toepassing, tenzij het een rechtshandeling betreft die kennelijk vreemd is aan de onderneming van een natuurlijke persoon-onderneming [11](#page=11).
### 1.8 Bijzondere bewijsmiddelen in ondernemingszaken
#### 1.8.1 De boekhouding
* **Verplichting:** Elke onderneming moet een passende boekhouding voeren [11](#page=11).
* **Bewijskracht:** De boekhouding is een specifiek bewijsmiddel, maar men moet er voorzichtig mee zijn aangezien het vertrouwelijk en eenzijdig kan zijn [12](#page=12).
* **Geschillen tussen ondernemingen:** De boekhouding kan door de rechter worden aanvaard, maar niet altijd. Indien vermeldingen overeenstemmen, is er wettelijke bewijskracht. Anders oordeelt de rechter vrij over de bewijskracht [12](#page=12).
* **Geschillen niet-onderneming tegen onderneming:** Een niet-ondernemer kan de boekhouding als bewijs tegen de onderneming inroepen (buitengerechtelijke schriftelijke bekentenis). Een onderneming kan haar eigen boekhouding niet als bewijs inroepen tegen een niet-ondernemer [12](#page=12).
* **Procedureel gebruik:** De rechtbank kan op verzoek van een partij of ambtshalve de boekhouding opvragen, met uitzondering van delen die niet relevant zijn voor het geschil [12](#page=12).
#### 1.8.2 De factuur
* **Algemeen:** Een geschreven stuk opgesteld door de leverancier, bezorgd aan de klant, ter bevestiging van een schuldvordering wegens levering van goederen of diensten. De factuur bevat specificaties van de levering en de prijs. De btw moet op elke factuur vermeld worden [12](#page=12).
* **Materiële vorm:** Op papier of elektronisch (met voorafgaand akkoord voor elektronisch). De identiteit van de leverancier, de ongewijzigde inhoud en leesbaarheid gedurende 7 jaar moeten gewaarborgd zijn [12](#page=12).
* **Bewijskracht van de factuur:**
1. **Tegen leverancier-ondernemer:** Alles op de factuur (prijs, kwaliteit, type, hoeveelheid, specificatie) kan tegen de leverancier worden gebruikt als bewijs, ongeacht of de klant een ondernemer of niet-ondernemer is [12](#page=12).
2. **Tegen klant-ondernemer:** Indien de factuur aanvaard wordt door de klant-ondernemer (uitdrukkelijk, impliciet of stilzwijgend bij niet-tijdig protest), heeft de factuur volledige bewijskracht tegen hem [13](#page=13).
3. **Tegen klant-niet ondernemer (consument):** Er wordt voorzichtiger omgesprongen met de bewijskracht. Stilzwijgen na ontvangst is geen automatische aanvaarding. Omstandig stilzwijgen of bepaalde gedragingen kunnen echter wel aanvaarding impliceren [13](#page=13).
* **Protesteren tegen een factuur:** Gebeurt dit niet binnen een korte termijn (bv. binnen 1 week), wordt dit als aanvaarding beschouwd. Protest moet gespecificeerd zijn, heeft geen vormvereisten, en moet bewezen kunnen worden [13](#page=13).
### 1.9 Betalingsachterstand bij ondernemingstransacties
Deze wetgeving is enkel van toepassing op transacties tussen ondernemingen die handelen in het kader van hun professionele bezigheden [13](#page=13).
* **Betalingstermijnen:**
* Indien geen termijn is overeengekomen: betaling binnen 30 dagen na ontvangst factuur [13](#page=13).
* Indien wel een termijn is overeengekomen: niet langer dan 60 dagen. Voor de overheid geldt 30 dagen, met een maximum van 60 dagen indien afwijking is overeengekomen [13](#page=13).
* **Laattijdige betaling:** De schuldeiser heeft recht op interest (wettelijk interest van 1,75% verhoogd naar 5,25% indien niet opgenomen in de overeenkomst). Tevens kan aanspraak gemaakt worden op een forfaitaire schadevergoeding van 40 dollars [13](#page=13).
* **Rechtsplegingsvergoeding:** Dit zijn de advocaatkosten van de winnende partij bij gerechtelijke invordering, ongeacht of het een geschil tussen ondernemers of particulieren betreft. Het bedrag hangt af van de waarde van de vordering en is geïndexeerd, met een basisbedrag tussen 150 dollars en 15.000 dollars [13](#page=13).
### 1.10 Invorderingen
#### 1.10.1 Onbetwiste schuldvorderingen tussen ondernemers
Een procedure via een gerechtsdeurwaarder is mogelijk na een aanmaning met een duidelijke omschrijving van de verbintenis, een oproep tot betaling binnen de maand, en de wijze van betaling. De debiteur heeft één maand om te reageren [14](#page=14):
* **Betaling of vraag tot betalingsmodaliteiten:** Procedure wordt opgeschort [14](#page=14).
* **Betwisting van de vordering:** Procedure eindigt, dagvaarding via gebruikelijke procedure is nodig [14](#page=14).
* **Geen reactie:** De gerechtsdeurwaarder stelt een PV van niet-betwisting op. De ondernemer kan hiervan een uitvoerbare titel bekomen voor beslag [14](#page=14).
#### 1.10.2 Schulden van de consument
Algemene voorwaarden kunnen niet zomaar worden toegepast op de consument. De schuldeiser moet bewijzen dat deze voor contractsluiting bekend waren bij de schuldenaar [14](#page=14).
* **Recht op eerste gratis herinnering:** Met een bijkomende betalingstermijn van 14 dagen zonder extra kosten [14](#page=14).
* **Grenzen schadebeding (bij laattijdige betaling):** Er zijn specifieke maximale bedragen afhankelijk van de schuldsom. Indien niet opgenomen in de overeenkomst, moet de werkelijke schade bewezen worden [14](#page=14).
---
# Vennootschapsvormen en oprichtingsvereisten
Hieronder volgt een gedetailleerde studiegids over vennootschapsvormen en oprichtingsvereisten, gebaseerd op de verstrekte documentatie.
## 2. Vennootschapsvormen en oprichtingsvereisten
Dit onderwerp belicht de diverse vennootschapsvormen, met name de BV en NV, hun onderscheidende kenmerken, de noodzakelijke stappen en vereisten voor hun oprichting, de structuur van hun kapitaal, en de rol van financiële plannen. Tevens worden de verschillende types van inbrengen en de bijbehorende controleprocedures behandeld.
### 2.1 Het begrip vennootschap
Een vennootschap is een rechtshandeling waarbij één of meerdere personen (vennoten) iets in gemeenschap brengen om bepaalde activiteiten uit te oefenen met het oog op winstuitkering. Vroeger was er altijd een contract tussen minstens twee personen nodig voor de oprichting, maar nu is eenhoofdige oprichting de regel voor elke vennootschap, met uitzondering van de CV [15](#page=15).
#### 2.1.1 Inbreng
De inbreng is wat de vennoten in gemeenschap brengen in het vermogen van de vennootschap. Dit kan op de volgende manieren gebeuren:
* **In geld**: Een geldbedrag dat gestort moet worden via een overschrijving naar een bijzondere rekening op naam van de vennootschap bij een financiële instelling. Alleen bestuurders kunnen na melding aan de notaris over dit geld beschikken [37](#page=37).
* **In natura**: Roerende of onroerende goederen, zowel materieel als immaterieel, die economisch waardeerbaar zijn. De oprichters zijn hoofdelijk aansprakelijk voor schade aan deze inbreng [37](#page=37).
* **In nijverheid**: Het presteren van arbeid of diensten. Dit is momenteel enkel mogelijk voor een BV, niet voor een NV. Het verval van aandelen verbonden aan deze inbreng kan plaatsvinden bij overlijden of arbeidsongeschiktheid, of bij een opschorting van de maatschappelijke rechten verbonden aan de aandelen van langer dan drie maanden [15](#page=15) [37](#page=37).
#### 2.1.2 Voorwerp en winstuitkering
Het voorwerp van de vennootschap, de specifieke activiteiten die ze zal uitoefenen, moet duidelijk omschreven zijn in de statuten. Winstuitkering staat centraal [15](#page=15).
### 2.2 Definitie van vereniging en stichting
* **Vereniging**: Een overeenkomst tussen twee of meer personen die weliswaar commerciële activiteiten mag ontwikkelen en winst maken, maar met het verbod om winst uit te keren aan oprichters, leden of bestuurders. Wel mag er geïnvesteerd worden in haar activiteiten. Het belangrijkste onderscheid met een vennootschap is het oogmerk van winstuitkering: bij een vennootschap is dit voor persoonlijke verrijking, bij een vereniging is er een verbod op persoonlijke verrijking [15](#page=15).
* **Stichting**: Een rechtspersoon zonder leden, opgericht bij rechtshandeling door een of meerdere personen, met een verbod op uitkering van vermogensvoordeel [15](#page=15).
### 2.3 Soorten vennootschappen en verenigingen
Vennootschappen kunnen worden ingedeeld op basis van rechtspersoonlijkheid:
* **Met rechtspersoonlijkheid**:
* Vennootschap onder firma (VOF) [15](#page=15).
* Commanditaire vennootschap (Comm.V) [15](#page=15).
* Besloten vennootschap (BV) [15](#page=15).
* Coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (CVBA) [15](#page=15).
* Coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid (CVOA) [15](#page=15).
* Naamloze vennootschap (NV) [15](#page=15).
* Europese vennootschap (SE) [15](#page=15).
* Europese coöperatieve vennootschap (SCE) [15](#page=15).
* Economisch samenwerkingsverband (ESV) [15](#page=15).
* **Zonder rechtspersoonlijkheid**:
* Maatschap (samenwerkingsverband, afschaffing van de stille en tijdelijke handelsvennootschap) [15](#page=15) [16](#page=16).
Verenigingen worden eveneens ingedeeld:
* **Met rechtspersoonlijkheid**:
* Vereniging zonder winstoogmerk (VZW) [16](#page=16).
* Internationale vereniging zonder winstoogmerk (IVZW) [16](#page=16).
* **Zonder rechtspersoonlijkheid**:
* Feitelijke vereniging [16](#page=16).
Stichtingen met rechtspersoonlijkheid omvatten de private stichting (PS) en de stichting van openbaar nut (SON) [16](#page=16).
### 2.4 Behoud van Europese rechtsvormen
Binnen de EU bestaan er specifieke rechtsvormen voor grensoverschrijdende samenwerking:
* **Europese vennootschap (SE)**: Ontstaat door fusie van NV's uit verschillende lidstaten en is interessant voor internationaal gerichte ondernemingen. De oprichtingsvoorwaarden zijn vergelijkbaar met die van een NV, maar met hogere kapitaalvereisten [16](#page=16).
* **Europese coöperatieve vennootschap (SCE)**: Kan worden opgericht door natuurlijke personen die activiteiten ontwikkelen in verschillende EU-lidstaten [16](#page=16).
* **Economisch samenwerkingsverband (EESV)**: Een instrument voor grensoverschrijdende samenwerking tussen ondernemingen uit verschillende EU-lidstaten. De oprichting gebeurt via een onderhandse akte en publicatie in het EESV-register. Leden zijn hoofdelijk aansprakelijk, en het ESV heeft geen rechtspersoonlijkheid [16](#page=16).
Diverse vennootschapsvormen en concepten zijn afgeschaft, waaronder de burgerlijke/handelsvennootschappen, de vennootschap met sociaal winstoogmerk, het economisch samenwerkingsverband (Belgische), de EBVBA en starters-BVBA, de CVOA en de Comm. VA, de stille en tijdelijke handelsvennootschap, en de beroepsvereniging [16](#page=16).
### 2.5 Indeling en bijzonderheden vennootschappen
Vennootschappen kunnen worden ingedeeld naar grootte (micro, klein, consortium, groot), wat invloed heeft op boekhoudkundige verplichtingen en controle. Genoteerde vennootschappen, waarvan de aandelen op een gereglementeerde markt verhandeld worden, onderworpen zijn aan specifieke regels en nu ook BV's kunnen omvatten [17](#page=17).
De uiteindelijke begunstigde (UBO) is de persoon met meer dan 25% van de aandelen, stemrecht of kapitaal, of die de uiteindelijke zeggenschap heeft. Vennootschappen moeten accurate UBO-informatie bijhouden en elektronisch overmaken, anders kunnen bestuursleden geldboetes oplopen [17](#page=17).
De techniek van de rechtspersoonlijkheid ontstaat vanaf de neerlegging van oprichtingsstukken ter griffie van de ondernemingsrechtbank, niet vanaf ondertekening van de akte [17](#page=17).
#### 2.5.1 Vennootschap in oprichting
Voor de neerlegging van de benodigde stukken kan een vennootschap in oprichting reeds verbintenissen aangaan. De persoon die deze verbintenis aangaat, is persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk als de vennootschap niet binnen twee jaar rechtspersoonlijkheid verkrijgt, of als de verbintenis niet binnen drie maanden na verkrijging van rechtspersoonlijkheid wordt overgenomen. Overgenomen verbintenissen worden geacht te zijn aangegaan vanaf het ontstaan van de rechtspersoon [18](#page=18).
### 2.6 De rechtspersoon
Een rechtspersoon is een juridische creatie die erkend wordt als een volwaardig rechtssubject, naast de natuurlijke persoon. Dit stelt de onderneming in staat om vlot aan het economisch rechtsverkeer deel te nemen, goederen te bezitten, verbintenissen aan te gaan, en zich te verdedigen voor de rechtbank. Een rechtspersoon is een zelfstandige en autonome eenheid, subject van rechten en plichten [18](#page=18).
#### 2.6.1 Juridische bekwaamheid en organen
Rechtspersonen zijn, net als natuurlijke personen (met uitzondering van minderjarigen), volledig rechtsbekwaam. Echter, hun handelingsbekwaamheid wordt opgelost doordat ze optreden via natuurlijke personen die fungeren als hun organen (bestuursorgaan, algemene vergadering aandeelhouders, organen van toezicht en controle zoals een commissaris) [18](#page=18).
### 2.7 Vaste vertegenwoordigers
Een vaste vertegenwoordiger is een natuurlijk persoon die een opdracht uitvoert namens een rechtspersoon, en moet worden aangeduid wanneer een rechtspersoon een mandaat opneemt van een bestuurder van een andere rechtspersoon. De vaste vertegenwoordiger kan vennoot, bestuurder of werknemer zijn. Zij zijn hoofdelijk mede aansprakelijk voor bestuursfouten van de vennootschap-bestuurder, en kunnen met hun privévermogen aangesproken worden. De regels inzake belangenconflicten zijn ook op hen van toepassing [19](#page=19).
### 2.8 Gevolgen van rechtspersoonlijkheid
* **Identiteit**: Elke rechtspersoon heeft een naam (vrije keuze, mag geen verwarring veroorzaken) en een zetel (woonplaats of bereikbaarheid voor derden). De statuten bepalen het gewest waar de zetel gevestigd is. Verplaatsing van de zetel binnen België vereist geen statuutwijziging, tenzij deze naar een ander gewest verplaatst wordt. De zetel bepaalt het toepasselijk recht van de staat waar deze gelegen is [19](#page=19).
* **Vermogen**: De rechtspersoon beschikt over een eigen, afgescheiden vermogen, dat fungeert als gemeenschappelijke waarborg voor schuldeisers. Vennoten hebben geen mede-eigendom maar bepaalde vermogensrechten (bv. recht op dividend) [20](#page=20).
### 2.9 Oprichtingsvereisten
De oprichtingsvereisten verschillen significant tussen de BV en de NV.
#### 2.9.1 De Besloten Vennootschap (BV)
* **Aanvangsvermogen**: De BV heeft geen minimum kapitaal vereist. Wel moet ze bij oprichting beschikken over een **toereikend aanvangsvermogen** dat voldoende is om de geplande activiteiten uit te voeren. Dit vermogen bestaat uit de inbreng van de aandeelhouders, reserves en overgedragen winst [35](#page=35).
* **Plaatsing aandelen**: Aandelen moeten **verplicht volledig en onvoorwaardelijk geplaatst** worden met geldige inbrengen, tenzij de oprichtingsakte anders bepaalt. Oprichters zijn hoofdelijk aansprakelijk en worden van rechtswege als inschrijvers beschouwd tot de werkelijke storting. De BV mag niet inschrijven op haar eigen aandelen, ook niet via een dochtervennootschap [36](#page=36).
* **Inbreng**: Naast inbreng in geld en natura, is **inbreng in nijverheid** mogelijk [36](#page=36).
* **Controleprocedures bij inbreng in natura**: Vereist **dubbele formaliteiten**: een controleverslag van een onafhankelijke bedrijfsrevisor die de waardering onderzoekt, en een bijzonder verslag met beschrijving en gemotiveerde waardering van de inbreng. Beide verslagen worden openbaar gemaakt [37](#page=37).
* **Financieel plan**: Oprichting is niet mogelijk zonder een financieel plan, opgemaakt door een extern expert, dat de werking van de vennootschap voor twee jaar verzekert. Dit plan wordt aan de notaris overhandigd en bij faillissement binnen drie jaar kan oprichtersaansprakelijkheid volgen [35](#page=35).
#### 2.9.2 De Naamloze Vennootschap (NV)
* **Kapitaal**: De NV is een kapitaalvennootschap met een **minimum kapitaal van EUR 61.500**. Dit kapitaal moet volledig en onvoorwaardelijk geplaatst en gestort zijn. Elk aandeel moet voor minstens een vierde gestort zijn. Inbrengen in natura moeten binnen vijf jaar na oprichting volgestort zijn. Het eigen vermogen is een momentopname, terwijl het kapitaal de inbreng bij oprichting vertegenwoordigt en wettelijk gelijk moet blijven aan het oprichtingsvermogen, met een minimum van EUR 61.500 [35](#page=35).
* **Plaatsing kapitaal**: Het systeem is vergelijkbaar met de aandelenplaatsing bij de BV. Het minimum kapitaal moet volledig en onvoorwaardelijk geplaatst zijn. Oprichters zijn hoofdelijk aansprakelijk als dit niet het geval is. De NV mag niet inschrijven op haar eigen aandelen [36](#page=36).
* **Inbreng**: Enkel **inbreng in geld en in natura** zijn mogelijk [36](#page=36).
* **Controleprocedures**: Bij de NV worden de formaliteiten voor inbreng in natura toegepast op **quasi-inbrengen** om omzeiling te vermijden. Dit geldt als de transactie is vanwege oprichters, aandeelhouders, bestuurders of de raad van toezicht, tegen een vergoeding van minstens 10%, en binnen twee jaar na oprichting [37](#page=37).
* **Financieel plan**: Vereist, net als bij de BV, voor de oprichting [35](#page=35).
### 2.10 Oprichtingsformaliteiten voor BV en NV
* **Vorm oprichtingsakte**: Een **authentieke akte** is vereist. De akte moet verplichte vermeldingen bevatten, zoals het aantal en de soorten aandelen, de rechten en overdrachtsbeperkingen per soort, en het bedrag van het geplaatste kapitaal (enkel voor NV). Alle aandeelhouders moeten bij de notaris verschijnen; zij die verschijnen, worden als oprichter beschouwd en kunnen niet aangesproken worden in oprichtersaansprakelijkheid. De akte kan echter 1 of meer aandeelhouders, die samen 1/3de van de aandelen bezitten, als oprichter aanwijzen [36](#page=36) [37](#page=37).
* **Openbaarmaking**: Derden moeten op de hoogte zijn van het bestaan van de vennootschap en de inhoud van de statuten. Dit gebeurt via drie stappen [21](#page=21):
1. Een dossier bij de griffie van de ondernemingsrechtbank met de oprichtingsakte, statuutwijzigingen en benoemingsstatuten [21](#page=21).
2. Bekendmaking in het Belgisch Staatsblad binnen tien dagen na neerlegging [21](#page=21).
3. Inschrijving in het rechtspersonenregister en verkrijging van een ondernemingsnummer in de KBO (Kruispuntbank van Ondernemingen) [21](#page=21).
### 2.11 Nietigheid
Nietigheid kan optreden als bij de oprichting iets fout loopt waardoor de vennootschap niet geldig tot stand kon komen. Dit kan gebeuren bij algemene regels (bv. vorm akte, ontbrekende naam, voorwerp, inbreng). Specifiek voor de NV kan nietigheid optreden als het bedrag van het geplaatst kapitaal niet vermeld werd op de oprichtingsakte. Bepalingen die de gehele winst aan één aandeelhouder toekennen of bepaalde aandeelhouders van de winst uitsluiten, leiden ook tot nietigheid [38](#page=38).
### 2.12 Financiële plannen en oprichtersaansprakelijkheid
Het financiële plan, opgemaakt door een extern expert, dient als controle-instrument. Als de vennootschap failliet gaat binnen drie jaar na oprichting, kan de oprichtersaansprakelijkheid worden ingeroepen. Het financiële plan wordt door de notaris overgemaakt aan het parket, en de oprichters kunnen door de ondernemingsrechtbank hoofdelijk aansprakelijk gesteld worden voor de overblijvende schulden na faillissement [35](#page=35).
---
> **Tip:** Zorg ervoor dat je de specifieke verschillen tussen de oprichtingsvereisten van de BV en de NV goed onthoudt, met name wat betreft het kapitaal en de soorten inbrengen. De rol en vereisten van het financiële plan zijn cruciaal voor de aansprakelijkheid van de oprichters.
---
> **Tip:** Let goed op de verschillen in de controleprocedures bij inbreng in natura, specifiek de "dubbele formaliteiten" voor de BV en de "quasi-inbreng" voor de NV.
---
> **Tip:** Begrijp de procedure van openbaarmaking van vennootschappen (dossier, Staatsblad, KBO) omdat dit essentieel is voor de rechtsgeldigheid tegenover derden.
---
# Bestuur, algemene vergaderingen en aansprakelijkheid
Dit deel behandelt de samenstelling, bevoegdheden en aansprakelijkheid van de bestuursorganen en algemene vergaderingen binnen besloten vennootschappen (BV) en naamloze vennootschappen (NV).
### 3.1 De rechtspersoon en haar organen
Een rechtspersoon is een juridische creatie naast natuurlijke personen, erkend als een volwaardig rechtssubject dat rechten en plichten kan dragen. Dit stelt ondernemingen in staat deel te nemen aan het economisch rechtsverkeer, eigen goederen te bezitten, verbintenissen aan te gaan, zich te verdedigen voor rechtscolleges en aansprakelijk gesteld te worden. Rechtspersonen zijn volledig rechtsbekwaam, maar hun handelingsbekwaamheid wordt gerealiseerd via natuurlijke personen die optreden als hun organen. De belangrijkste organen zijn het bestuursorgaan, de algemene vergadering van aandeelhouders en organen van toezicht en controle [18](#page=18).
#### 3.1.1 Vaste vertegenwoordigers
Wanneer een rechtspersoon een bestuursmandaat opneemt in een andere rechtspersoon, moet zij een natuurlijk persoon aanduiden als vaste vertegenwoordiger. Deze vertegenwoordiger handelt in naam en voor rekening van de rechtspersoon, en is hoofdelijk mede aansprakelijk voor bestuursfouten, zowel burgerlijk als strafrechtelijk. De regels inzake belangenconflicten zijn ook op deze vertegenwoordigers van toepassing [19](#page=19).
#### 3.1.2 Gevolgen van rechtspersoonlijkheid
De identiteit van een rechtspersoon wordt bepaald door haar naam (met juridische bescherming tegen verwarring) en zetel (waar men bereikt kan worden, bepalend voor het toepasselijke recht). De nationaliteit van de rechtspersoon wordt bepaald door het recht van de staat waar de statutaire zetel is gelegen. Een rechtspersoon beschikt over een eigen, afgescheiden vermogen dat dient als gemeenschappelijke waarborg voor schuldeisers [19](#page=19) [20](#page=20).
### 3.2 Het bestuur
De samenstelling van het bestuur verschilt tussen de BV en de NV [44](#page=44).
#### 3.2.1 Samenstelling van het bestuur
* **BV:** Kan één of meer bestuurders hebben, al dan niet een college vormend. Bestuurders kunnen natuurlijke of rechtspersonen zijn (die een vaste vertegenwoordiger aanduiden). Er zijn geen specifieke vereisten, behalve handelingsbekwaamheid en geen onverenigbaarheden [44](#page=44).
* **NV:** Biedt drie mogelijkheden:
* **Monistisch bestuur met collegiaal bestuursorgaan:** Minimaal drie bestuurders die individueel geen beslissingsbevoegdheid hebben [44](#page=44).
* **Monistisch bestuur met één bestuurder:** Een enkele bestuurder is mogelijk, wat kan leiden tot hoofdelijke en onbeperkte aansprakelijkheid ten opzichte van de vennootschap zelf [44](#page=44).
* **Duaal bestuur:** Twee volwaardige bestuursorganen: een raad van toezicht (RvT) en een directieraad. De RvT houdt toezicht op de strategie en het algemeen beleid, terwijl de directieraad instaat voor het operationeel management en de vertegenwoordiging [45](#page=45).
#### 3.2.2 Benoeming en einde mandaat
* **Gewone bestuurder (BV en NV):** Benoeming door de AV. Einde mandaat is in principe vrij (herroepbaarheid 'ad natum' door de AV), tenzij statutair anders bepaald (bv. opzegtermijn, vergoeding). Ontslag door de bestuurder zelf is in principe ook vrij [46](#page=46).
* **Statutaire bestuurder (enkel BV):** Benoeming in de oprichtingsakte. Beëindiging vereist steeds een statutenwijziging (3/4 meerderheid) en kan aan strengere statutaire regelingen onderworpen zijn [46](#page=46).
#### 3.2.3 Bezoldigingen
De bezoldiging van bestuurders wordt in beginsel bepaald door de statuten of de AV. Dit kan een combinatie zijn van vaste vergoeding, presentiegelden (deelname aan vergaderingen) en tantièmes (winstuitkeringen) [46](#page=46).
#### 3.2.4 Bevoegdheden
* **Interne bestuurstaken:** De bestuursorganen beschikken over de ruimste bevoegdheden om het vennootschapsdoel te bereiken, tenzij de statuten anders bepalen. De AV heeft wel wettelijke bevoegdheden zoals statuutwijziging en benoeming/ontslag van bestuurders. Statutaire beperkingen (machtigingclausules) zijn mogelijk [47](#page=47).
* **Vertegenwoordigingsbevoegdheid:** Het bestuursorgaan vertegenwoordigt de vennootschap tegenover derden. Statutaire beperkingen van deze bevoegdheid zijn niet tegenstelbaar aan derden [47](#page=47).
#### 3.2.5 Belangenconflicten en tegenstrijdig belang
Een belangenconflict ontstaat wanneer een bestuurder persoonlijke belangen heeft bij een te nemen beslissing. Veiligheidsvoorschriften omvatten melding aan andere bestuurders/commissaris, deelname van de betrokken bestuurder aan de stemming, en indien de enige bestuurder/aandeelhouder, goedkeuring door de AV (tenzij gebruikelijke marktvoorwaarden van toepassing zijn). Sancties zijn nietigheid van de beslissing en bijzondere aansprakelijkheid [48](#page=48).
#### 3.2.6 Dagelijks bestuur
In de BV kan, indien voorzien in de statuten, een orgaan van dagelijks bestuur worden aangesteld voor de exploitatie en vertegenwoordiging. In de NV omvat het dagelijks bestuur routinematige beslissingen voor de normale werking, zonder strategische of uitzonderlijke beslissingen. Leden van het dagelijks bestuur kunnen aansprakelijk gesteld worden bij overtreding [49](#page=49).
### 3.3 Algemene vergadering
De algemene vergadering (AV) is het hoogste orgaan van de vennootschap en is bevoegd voor fundamentele beslissingen betreffende de structuur en statuten. Alle aandeelhouders zijn lid en moeten gelijk behandeld worden [50](#page=50).
#### 3.3.1 Gemeenschappelijke bepalingen
* **Bevoegdheden:** Enkel beslissingen die door de statuten zijn toegewezen. Er zijn twee soorten AV: de gewone AV (jaarlijkse beslissingen) en de buitengewone AV (statuutwijzigingen, ontbinding) [50](#page=50).
* **Bijeenroeping:** Door het bestuursorgaan (BV) of de RvT (NV duaal bestuur). Aandeelhouders, bestuurders en de commissaris worden opgeroepen met specifieke inhoud en termijnen. Een schriftelijke AV is mogelijk in de BV bij eenparigheid [50](#page=50).
* **Deelneming:** Aandeelhouders, houders van bepaalde effecten en bestuurders kunnen deelnemen. Toelatingsformaliteiten (bv. bericht van deelneming) kunnen statutair bepaald worden [51](#page=51).
* **Verloop en stemrecht:** Volgens universele regels, met een aanwezigheidslijst, geleid door een bureau. Stemrecht kan in persoon, bij volmacht of schriftelijk/elektronisch worden uitgeoefend. Vraagrecht is een elementair lidmaatschapsrecht dat statutair niet beperkt kan worden [51](#page=51).
#### 3.3.2 De gewone algemene vergadering
De gewone AV keurt jaarlijks de jaarrekening goed. De agenda omvat o.a. het jaarverslag, het controleverslag van de commissaris en de goedkeuring van de jaarrekening. Er is geen aanwezigheidsquorum vereist, en beslissingen worden genomen met meerderheid van stemmen (blanco stemmen tellen niet mee) [51](#page=51) [52](#page=52).
#### 3.3.3 De buitengewone algemene vergadering
De buitengewone AV behandelt o.a. statuutwijzigingen. Er is een aanwezigheidsquorum van de helft van de uitgegeven aandelen en een meerderheidsquorum van 3/4 van de uitgebrachte stemmen. Bij wijziging van het voorwerp/doel van de vennootschap gelden extra strenge quorums (4/5 van de stemmen in de BV). Wijziging van rechten verbonden aan aandelen vereist ook een controleverslag van de commissaris bij boekhoudkundige implicaties [52](#page=52) [53](#page=53).
### 3.4 Aansprakelijkheid
Bestuurders kunnen op verschillende gronden aansprakelijk gesteld worden.
#### 3.4.1 Contractuele aansprakelijkheid
Bestuurders zijn contractueel aansprakelijk bij het niet behoorlijk vervullen van hun taak, wat een inbreuk is op het lastgevingscontract. Vereisten zijn fout (wetsovertreding of bonus pater familias criterium), schade en oorzakelijk verband. Bestuurders die een college vormen, zijn hoofdelijk aansprakelijk [24](#page=24).
#### 3.4.2 Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad
Derden kunnen een bestuurder aansprakelijk stellen uit quasi-delictuele grond. De vereisten zijn dezelfde als bij contractuele aansprakelijkheid. Bevrijdingsbedingen zijn hier niet toegestaan. Aansprakelijkheid blijft bestaan na ontslag tegenover derden tot publicatie van het ontslag [24](#page=24) [25](#page=25).
#### 3.4.3 Strafrechtelijke aansprakelijkheid
Indien een bestuurder een misdrijf begaat tijdens de uitvoering van zijn mandaat, kan hij strafrechtelijk aansprakelijk gesteld worden. Dit geldt zowel voor natuurlijke personen als voor de vaste vertegenwoordiger van een rechtspersoon-bestuurder. De rechtspersoon kan samen met de vaste vertegenwoordiger veroordeeld worden voor vennootschapsgebonden misdrijven, met specifieke straffen zoals geldboeten of ontbinding [25](#page=25).
#### 3.4.4 Aansprakelijkheid wegens overtreding van wet/statuten
Zowel de vennootschap als derden kunnen een bestuurder aansprakelijk stellen voor overtreding van wet of statuten. Dit vereist eveneens fout, schade en oorzakelijk verband. Er geldt een wettelijk vermoeden van fout voor alle leden van het bestuursorgaan, met hoofdelijke aansprakelijkheid. Ontheffing is mogelijk mits bewijs van geen schuld en melding aan andere bestuurders [26](#page=26).
#### 3.4.5 Wrongful trading
Hierbij gaat het om aansprakelijkheid voor een grove fout die bijdraagt aan het faillissement. De bestuurder is aansprakelijk voor schulden indien hij wist dat er geen vooruitzicht was om faillissement te vermijden [26](#page=26).
#### 3.4.6 Beperking van aansprakelijkheid
De aansprakelijkheid van bestuurders is beperkt tot een maximumbedrag, variërend van EUR 125.000 tot EUR 12.000.000, afhankelijk van de grootte van de vennootschap. Deze beperking geldt niet bij opzet om te schaden, inschrijving op aandelen, of in het kader van belastingen en sociale bijdragen [26](#page=26).
#### 3.4.7 Vennootschapsvordering en misbruik van minderheidspositie
* **Vennootschapsvordering:** Een aansprakelijkheidsvordering die de vennootschap instelt tegen een bestuurder of commissaris wegens fouten die schade hebben veroorzaakt. Deze vordering moet expliciet op de agenda vermeld worden [53](#page=53).
* **Misbruik van minderheidspositie:** Wanneer minderheidsaandeelhouders met een blokkeringsminderheid beslissingen blokkeren, kan de vennootschap een vordering instellen voor vervangende toestemming of schadevergoeding [53](#page=53).
#### 3.4.8 Bescherming minderheidsaandeelhouders
Er zijn diverse wettelijke actiemogelijkheden voor minderheidsaandeelhouders [53](#page=53).
* **Minderheidsvordering:** Kan ingesteld worden door aandeelhouders die minstens 10% van de aandelen bezitten en tegen kwijting hebben gestemd. Voor BV en NV geldt een drempel van 1% stemkracht of EUR 1.250.000 kapitaal. Het doel is het herstellen van schade aan de vennootschap, zonder toestemming van de AV [53](#page=53) [54](#page=54).
* **Deskundigenonderzoek:** Aandeelhouders die minstens 10% van de aandelen bezitten en aanwijzingen hebben dat de belangen van de vennootschap in gevaar komen, kunnen een deskundige vragen om de boekingen te onderzoeken [54](#page=54).
> **Tip:** Wees nauwkeurig met de vereisten voor de verschillende aansprakelijkheidsvorderingen, zowel voor de vordering zelf als voor de betrokken partijen. De examenvraag over het verschil en de gelijkenissen tussen de minderheidsvordering en de vennootschapsvordering is cruciaal [54](#page=54).
---
# Ontbinding, vereffening en ondernemingen in moeilijkheden
*Summary generation failed for this topic.*
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Economisch recht | Een brede verzameling rechtsregels die het economisch leven beheersen, inclusief nationaal en Europees recht, en van toepassing is op iedereen die een economische activiteit uitoefent. |
| Wetboek economisch recht (WER) | Een modern wetboek dat de economische regelgeving codificeert, waaronder vennootschapsrecht en insolventiewetgeving, en fungeert als een gestructureerd raamwerk voor economische transacties en activiteiten. |
| Ondernemingsrecht | Het rechtsgebied dat zich bezighoudt met de oprichting, organisatie en werking van ondernemingen, en omvat diverse subdisciplines zoals vennootschapsrecht en insolventiewetgeving. |
| Marktrecht | Een tak van het economisch recht die gedragsregels voor ondernemingen op de markt bepaalt, met inbegrip van regels met betrekking tot concurrentie, consumentenbescherming en reclame. |
| Ondernemingsrechtbank | Een rechtbank die bevoegd is voor geschillen tussen ondernemingen en met betrekking tot ondernemingszaken, ter vervanging van de vroegere rechtbank van koophandel, en die gespecialiseerde kamers kent voor diverse geschillen. |
| Bewijs in ondernemingszaken | De regels die bepalen hoe feiten en rechtshandelingen in een zakelijke context bewezen kunnen worden, waarbij vrije bewijsvoering vaak geldt tussen ondernemingen, maar striktere regels van toepassing kunnen zijn tegenover niet-ondernemingen. |
| Rechtspersoonlijkheid | Een juridische fictie waardoor een organisatie of entiteit, zoals een vennootschap, wordt erkend als een zelfstandig rechtssubject met eigen rechten en plichten, los van de natuurlijke personen die erbij betrokken zijn. |
| Jaarrekening | Een financieel overzicht dat de financiële positie en prestaties van een vennootschap weergeeft, en dat jaarlijks moet worden opgesteld en goedgekeurd door de algemene vergadering. |
| Commissariaat | Het orgaan belast met de externe controle van de financiële toestand en de boekhoudkundige correctheid van een vennootschap, met als doel het waarborgen van de betrouwbaarheid van de financiële informatie. |
| Besloten vennootschap (BV) | Een flexibele vennootschapsvorm die gekenmerkt wordt door een beperkte aansprakelijkheid van de aandeelhouders tot hun inbreng en die geschikt is voor zowel kleine als grote ondernemingen. |
| Naamloze vennootschap (NV) | Een kapitaalvennootschap met specifieke voorschriften voor beursgenoteerde ondernemingen, die een minimumkapitaal vereist en gekenmerkt wordt door de vrije overdraagbaarheid van aandelen. |
| Vennootschapsvordering | Een aansprakelijkheidsvordering die kan worden ingesteld door de vennootschap zelf, of door de curator in geval van faillissement, tegen bestuurders of commissarissen wegens fouten begaan in de uitoefening van hun mandaat. |
| Minderheidsvordering | Een vordering die door minderheidsaandeelhouders kan worden ingesteld tegen bestuurders of commissarissen, namens de vennootschap, om schade te verhalen die de vennootschap heeft geleden door fouten van deze organen. |
| Ontbinding | Het proces waarbij een vennootschap ophoudt te bestaan als juridische entiteit, hetzij van rechtswege, vrijwillig, of gerechtelijk uitgesproken. |
| Vereffening | De procedure die volgt op de ontbinding van een vennootschap, waarbij het vermogen van de vennootschap te gelde wordt gemaakt, schulden worden betaald, en het eventuele overschot wordt verdeeld onder de aandeelhouders. |
| Insolventie | De toestand waarin een onderneming niet meer in staat is haar opeisbare schulden te voldoen, wat kan leiden tot faillissement of gerechtelijke reorganisatie. |
| Gerechtelijke reorganisatie | Een procedure die tot doel heeft de continuïteit van een onderneming in moeilijkheden te waarborgen door middel van herstelmaatregelen, vaak onder toezicht van de rechtbank, met als alternatief een collectief akkoord met de schuldeisers. |
| Faillissement | Een gerechtelijke procedure die wordt uitgesproken over een onderneming die duurzaam is opgehouden te betalen en waarvan de marktpositie is aangetast, met als doel de boedel te vereffenen en de schuldeisers te voldoen. |
| Hoofdelijkheid | Een verbintenis waarbij elke schuldenaar afzonderlijk kan worden aangesproken voor de gehele schuld, wat in het economisch recht vaak vermoed wordt tussen ondernemingen die contractueel verbonden zijn ten opzichte van een schuldeiser. |
| Maatschap | Een samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid, waarbij vennoten hun inbreng in gemeenschap brengen met het oogmerk om winst te behalen en aan te gaan in het gemeenschappelijk belang van de partijen. |
| Vennootschap onder firma (VOF) | Een vennootschap met rechtspersoonlijkheid, afgeleid van het basismodel van de maatschap, waarbij alle vennoten onbeperkt en hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de verbintenissen van de vennootschap. |
| Commanditaire vennootschap (Commv.) | Een vennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarbij naast gecommanditeerde vennoten (onbeperkt en hoofdelijk aansprakelijk) ook commanditaire vennoten (geldschieters met beperkte aansprakelijkheid) betrokken zijn. |
| Coöperatieve vennootschap (CV) | Een vennootschapsvorm die primair gericht is op het voldoen aan de behoeften van de aandeelhouders en het ontwikkelen van hun economische en sociale activiteiten, met specifieke kenmerken afwijkend van de BV. |
Cover
SV - VVS.docx
Summary
## Deel 1: Vennootschappen, Verenigingen en Andere Rechtsfiguren
### Kenmerken van een vennootschap
Een vennootschap wordt gedefinieerd door de volgende kenmerken, zoals vastgelegd in artikel 1:1 WVV:
1. **Oprichting bij rechtshandeling door één of meer personen:** Dit impliceert dat er wilsovereenstemming moet zijn tussen de oprichters.
* Sommige vennootschapsvormen, zoals de NV en BV, kunnen door één persoon worden opgericht.
* Andere vormen, zoals de coöperatieve vennootschap, vereisen minstens drie oprichters.
2. **Inbreng:** Elk vennoot of aandeelhouder moet een inbreng leveren, hetzij in geld, in natura, of in nijverheid (arbeid of diensten). De inbreng onderwerpt het goed aan het vennootschapsrisico in ruil voor aandelen of lidmaatschapsrechten.
* Inbreng in nijverheid is verboden in kapitaalvennootschappen (NV), maar wel mogelijk in BV en CV, en wordt beschouwd als een inbreng in natura.
3. **Voorwerp:** De vennootschap stelt zich de uitoefening van één of meer nauwkeurig omschreven activiteiten tot voorwerp. Dit is de concrete bedrijvigheid.
4. **Doel:** Een van de doelen van de vennootschap is aan haar vennoten een rechtsreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel uit te keren of te bezorgen. Dit is het winstverdelingsdoel.
* Dit is een fundamenteel verschil met verenigingen, die geen winstverdelend doel mogen hebben.
* De vennootschap kan echter ook andere doelen nastreven, zoals een caritatief of cultureel doel.
5. **Verbod op leeuwenbeding:** Het is verboden aan één vennoot een onevenredig groter deel van de winst toe te kennen of van de verliezen te vrijstellen. Vennoten staan op gelijke voet qua winst- en verliesverdeling, tenzij anders bepaald in de statuten, met respect voor de grenzen van het verbod op rechtsmisbruik.
6. **Vermogen:** Een vennootschap beschikt over een eigen vermogen, dat gescheiden is van het vermogen van de vennoten. Dit vermogen dient als onderpand voor de schuldeisers van de vennootschap.
### Vereniging in ruime en enge zin
* **Vereniging in ruime zin:** Dit betreft de grondwettelijke verenigingsvrijheid (art. 27 GW), waarbij het gaat om een georganiseerde groepering van personen die een gemeenschappelijk doel nastreven. Vennootschappen vallen hier ook onder.
* **Vereniging in enge zin (art. 1:2 WVV):** Het onderscheidend criterium is het winstverdelingsdoel. Een vennootschap heeft dit verplicht, een vereniging in enge zin mag dit niet hebben.
* **Uitkeringsverbod (art. 1:4 WVV):** Een vereniging mag geen rechtstreekse of onrechtstreekse vermogensvoordelen uitkeren. Dit verbod staat niet in de weg aan het aanbieden van diensten of kortingen die binnen het belangeloos doel vallen.
* **Types verenigingen:** VZW, IVZW (met rechtspersoonlijkheid), en feitelijke vereniging (zonder rechtspersoonlijkheid).
### Onderneming
Volgens de definitie in het Wetboek Economisch Recht (WER) zijn alle vennootschappen noodzakelijkerwijs ondernemingen. Een vennootschap is het voertuig (vehikel), terwijl de onderneming de activiteit en het voorwerp betreft.
### Stichting (art. 1:3 WVV)
Een stichting heeft geen leden en mag geen vermogensvoordelen uitkeren. Er zijn private en publieke stichtingen.
### Rechtspersoonlijkheid
* Niet alle vennootschappen hebben rechtspersoonlijkheid (bv. de maatschap).
* Rechtspersoonlijkheid wordt toegekend door de wetgever en kan niet contractueel gecreëerd worden.
* Het bestaat uit een afzonderlijk vermogen, eigen rechten en plichten, een eigen naam, woonplaats en nationaliteit.
* Rechtspersonen zijn in principe rechtsbekwaam, maar moeten worden vertegenwoordigd. Hun rechtsbekwaamheid kan beperkt zijn door hun wettelijk of statutair doel.
### Mede-eigendom
Mede-eigendom ontstaat wanneer meerdere partijen rechten uitoefenen op dezelfde goederen. Het onderscheid met een vennootschap ligt in de doelstelling: bij mede-eigendom is het doel het passief bewaren van goederen, terwijl bij een vennootschap de goederen worden ingezet voor vermogensdoeleinden met een winstmotief.
### Winstdeelnemende en andere overeenkomsten
Dit zijn overeenkomsten waarbij de ene partij deelt in de winsten van de andere. Een SE die bijzondere controlerechten krijgt, kan worden herkwalificeerd tot vennoot.
## Deel 2: Oprichting van de Vennootschap
### Constitutieve vereisten
* **Pluraliteit:** Minstens twee geldig verbonden partijen (tenzij éénpersoonsvennootschap). Sanctie bij eenhoofdige oprichting waar dit niet toegelaten is: nietigheid.
* **Toestemming:** Wilsuiting of toestemming, in persoon of bij volmacht. Wilsgebreken (dwaling, bedrog) kunnen leiden tot nietigheid van de verbintenis.
* **Bekwaamheid:** Handelingsbekwaamheid is vereist. Minderjarigen zijn in principe niet bekwaam, tenzij vertegenwoordigd en met machtiging van de rechtbank.
* **Voorwerp en oorzaak:** Moeten mogelijk, geoorloofd, bepaald of bepaalbaar zijn. Ongeoorloofd voorwerp of oorzaak leidt tot nietigheid.
* **Inbreng:** Essentieel bestanddeel; wie geen inbreng doet, kan geen vennoot/aandeelhouder worden. Dit kan in geld, natura of nijverheid.
* **Winstverdelingsdoel:** Verplicht, met verbod op leeuwenbeding.
### Vormvereisten
* **Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid:** Vereisen een geschrift (authentieke akte voor BV, CV, NV; onderhandse akte voor VOF, CommV). Sanctie: nietigheid van de vennootschap bij gebrek aan geschrift.
* **Openbaarmaking:** Oprichtingsakten en latere wijzigingen moeten worden neergelegd op de griffie van de ondernemingsrechtbank en gepubliceerd in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad voor tegenwerpelijkheid aan derden.
### Sancties bij ongeldige oprichting
* **Vennootschap zonder RPH (Maatschap):** Gemeenrechtelijke nietigheid (ex tunc).
* **Vennootschap met RPH:** Bijzondere nietigheid (ex nunc), met bescherming van derden te goeder trouw tot de publicatie in het BS. Oprichtingsaansprakelijkheid kan van toepassing zijn.
### Preconstitutief handelen
Handelingen gesteld door een promotor vóór de oprichting van de vennootschap zijn in beginsel persoonlijk en hoofdelijk verbonden aan de promotor, tenzij de vennootschap de verbintenis overneemt (met terugwerkende kracht tot aan de oprichting, binnen strikte termijnen).
## Deel 3: Identificatie van de Vennootschap in het Rechtsverkeer
### Vennootschapsnaam
* Een vennootschap met RPH is verplicht een naam te dragen die in de oprichtingsakte wordt vermeld.
* De naam moet onderscheidend zijn en mag geen verwarring veroorzaken met bestaande vennootschappen (verwarringsgevaar).
* Voor vennootschappen zonder RPH (maatschap) is de naam niet wettelijk verplicht, maar wel aanvaardbaar.
### Zetel
* De zetel is het juridische aanknopingspunt dat de nationaliteit van de vennootschap bepaalt en waar de oprichtingsakte moet worden neergelegd, dagvaardingen moeten worden betekend, en de taalwetgeving van toepassing is.
* Het Belgische recht hanteert de **statutaire zetelleer** als aanknopingspunt voor het toepasselijke vennootschapsrecht, wat grensoverschrijdende omzettingen vergemakkelijkt.
### Nationaliteit
De nationaliteit van een vennootschap wordt bepaald door haar statutaire zetel.
## Deel 4: Bestuur en Vertegenwoordiging
### Bestuurdersovereenkomst
* Dit is een **contractuele rechtsverhouding** tussen het bestuur en de vennootschap, kwalificeerbaar als een zelfstandigencontract.
* Het kent een **intuitu personae-karakter**, met een substitutieverbod voor bestuurders (behoudens specifieke statutaire toelating voor volmacht binnen het bestuursorgaan).
### Organieke Vertegenwoordiging
* Rechtspersonen handelen naar buiten toe via hun organen (bv. het bestuursorgaan). Dit is **organieke vertegenwoordiging**, waarbij de handelingen van het orgaan juridisch gelden als handelingen van de rechtspersoon zelf.
* Dit verschilt van lastgeving, waarbij de lasthebber optreedt voor rekening van een reeds bestaande opdrachtgever.
### Bevoegdheidsbeperkingen
* **Statutaire bevoegdheidsbeperkingen:** In eigenvermogensvennootschappen (BV, CV, NV) zijn deze **niet tegenwerpelijk aan derden**, zelfs indien openbaar gemaakt, tenzij het gaat om een- of meerhandtekeningsclausules (prokura-regeling).
* **Beperkingen inzake het voorwerp:** Deze zijn eveneens niet tegenwerpelijk aan derden in eigenvermogensvennootschappen, tenzij deze ter kwader trouw handelen.
* **Personenvennootschappen:** Statutaire beperkingen zijn wél tegenwerpelijk aan derden indien zij openbaar zijn gemaakt.
### Benoeming en Afzetting van Bestuurders
* **Benoemingsvoorwaarden:** In principe vrij, tenzij statutair bepaald of bij manifest ongeschikte bestuurders (vernietigbaar besluit). Er gelden specifieke regels voor genoteerde vennootschappen (onafhankelijkheid, genderevenwicht) en gereglementeerde sectoren.
* **Afzetting:**
* **Statutair benoemde bestuurders:** Ontslag of afzetting enkel om wettige reden of met unanimiteit (personenvennootschappen) of via statutenwijziging (eigenvermogensvennootschappen), tenzij anders bepaald.
* **Niet-statutaire bestuurders:** Ad nutum afzetbaar (te allen tijde zonder opgave van reden), tenzij statutair anders bepaald.
* **Enige bestuurder (NV):** Kan statutair een vetorecht hebben tegen zijn eigen ontslag, behalve om wettige redenen.
* **Vrijwillig ontslag:** Eenzijdige rechtshandeling. De bestuurder moet wel blijven voor lopende zaken tot de vennootschap een vervanger kan vinden.
### Dagelijks Bestuur
* Facultatief orgaan waaraan bestuursbevoegdheden kunnen worden gedelegeerd.
* De bevoegdheid is beperkt tot handelingen van dagelijks bestuur.
### Collegialiteit vs. Individuele Bevoegdheid
* **NV:** Besluitvorming is in beginsel **collegiaal** (dwingend recht), met uitzondering van het eenpersoonsbestuur.
* **BV en CV:** Bestuurders zijn in beginsel **individueel bevoegd**, tenzij de statuten anders bepalen (aanvullend recht).
### Belangenconflicten
* Geldt wanneer een bestuurder een **wezenlijk vermogensrechtelijk belang** heeft dat strijdig is met het belang van de vennootschap.
* Procedure: Mededelingsplicht, onthouding van beraadslaging en stemming door de geconflicteerde bestuurder. Bij unanimiteit van het conflict wordt de beslissing voorgelegd aan de AV.
* Sancties: Relatieve nietigheid van de beslissing of bestuursaansprakelijkheid.
### Bestuurdersaansprakelijkheid
* **Gronden:** Gewone bestuursfout, inbreuk op WVV of statuten, onrechtmatig financieel voordeel, onrechtmatige daad, kennelijk grove fout die bijdroeg aan faillissement, wrongful trading, aansprakelijkheid voor fiscale en sociale schulden.
* **Beperking:** Er geldt een wettelijke beperking op de aansprakelijkheid ("cap") voor de meeste fouten, afhankelijk van de grootte van de vennootschap, maar niet voor bedrieglijk opzet of grove fouten.
* **Vorderingen:** Vennootschapsvordering (door AV), minderheidsvordering (door minderheidsaandeelhouders), vordering van derden, vordering van de curator.
## Deel 5: Besluitvorming door Vennoten en Aandeelhouders
### Algemene Vergadering (AV)
* Het hoogste orgaan, maar met **toegewezen bevoegdheden**.
* **Eigenvermogenvennootschappen:** Besluitvorming bij meerderheid, met mogelijkheid tot quorum.
* **Personenvennootschappen:** Principe van eenparigheid, tenzij statutair anders bepaald.
* **Bevoegdheden:** Goedkeuring jaarrekening, kwijting bestuurders, benoeming/ontslag bestuurders en commissarissen, statutenwijziging.
* **Oproeping:** Door het bestuursorgaan, op initiatief van aandeelhouders (met drempel), of door de commissaris. Communicatie bij voorkeur via e-mail.
* **Nietigheid van besluiten:** Bij vormgebreken (indien beïnvloedbaar of met bedrieglijk opzet), materiële gebreken (rechtsmisbruik, bevoegdheidsoverschrijding), of andere wettelijke redenen. Vordering tot nietigverklaring vervalt 6 maanden na kennisname.
### Stemrecht
* In principe **één aandeel, één stem**, maar meervoudig stemrecht is mogelijk (in NV met beperking op dubbel stemrecht voor genoteerde venn.).
* Aandeelhouders hebben **onbeperkt deelname- en stemrecht**, tenzij statutair anders bepaald of via een stemovereenkomst.
* Er geldt **geen belangenconflictenregeling** voor aandeelhouders; zij mogen hun eigen belang nastreven.
* **Stemovereenkomsten:** Contractuele afspraken tussen aandeelhouders over de uitoefening van hun stemrecht, mits in de tijd beperkt, niet strijdig met het vennootschapsbelang, en met naleving van de specifieke nietigheidsgronden.
## Deel 6: Aandelen
### Wat is een aandeel?
* De juridische uitdrukking van het geheel van rechten en plichten van een aandeelhouder op grond van zijn inbreng.
* Verleent **vermogensrechten** (bv. dividend) en **lidmaatschapsrechten** (bv. stemrecht).
* Drukt een deel van de inbrengen uit.
### Soorten aandelen
* **Gewone aandelen:** Recht op dividend en deelname aan het liquidatiesaldo.
* **Geprivilegieerde aandelen:** Recht op preferentieel, prioritair en soms cumulatief dividend, en/of preferentiële terugbetaling bij vereffening.
* **Aandelen zonder stemrecht:** Bestaan in BV en NV, maar kunnen uitzonderlijk stemrecht krijgen.
* **Aandelen met meervoudig stemrecht:** Mogelijk in BV, CV, NV (met beperking in genoteerde venn.).
### Winstbewijzen
* Effecten uitgegeven ter vergoeding van inbrengen die niet tot het kapitaal hebben bijgedragen (vooral in NV voor inbreng in nijverheid). Verlenen recht op winstdeelname en eventueel stemrecht.
### Obligaties
* Leningen aan de vennootschap, met recht op interest. Ze hebben een lager risico dan aandelen.
### Converteerbare obligaties
* Obligaties die kunnen worden omgezet in aandelen, al dan niet gedwongen, en die een lager rentepercentage dragen door het conversiepotentieel.
### Inschrijvingsrechten
* Effecten die de houder het recht geven om tegen vooraf bepaalde voorwaarden aandelen te verwerven bij een latere uitgifte van nieuwe aandelen.
### Overdraagbaarheid van Aandelen
* **NV:** Principiële vrije overdraagbaarheid, statutaire beperkingen mogelijk maar niet uitsluitend.
* **BV:** In principe beperkt overdraagbaar (instemming van AH vereist), tenzij de statuten dit anders regelen (aanvullend recht).
* **CV:** Verplicht besloten karakter, beperkte overdraagbaarheid.
### Contractuele Garanties bij Overdracht
* **Representations & Warranties:** Verklaringen en waarborgen van de verkoper over de vennootschap en de aandelen.
* **Escrowrekening:** Een geblokkeerde rekening als garantie voor de koper.
* **Opschortende voorwaarde:** Bijv. goedkeuring mededingingsautoriteit.
* **Niet-concurrentiebeding:** Beperking voor de verkoper om de vennootschap te beconcurreren.
### Transparantiewetgeving en Openbare Biedingen
* **Transparantiewet:** Verplichtingen tot kennisgeving bij belangrijke deelnemingen in genoteerde vennootschappen.
* **Openbaar overnamebod (OBO):** Een bod van een derde aan alle aandeelhouders om hun effecten te verwerven, met strikte wettelijke verplichtingen.
## Deel 7: Kapitaal en Vermogen in de Eigenvermogensvennootschap
### Kapitaal (NV) vs. Vermogen (BV, CV)
* **NV:** Heeft een **kapitaal** dat dient als statische maatstaf voor schuldeiserbescherming en als afbakeningscriterium voor aandeelhoudersrechten. Minimumkapitaal van 61.500 euro.
* **BV en CV:** Zijn **kapitaalloos**. Vermogensopbouw en -behoud worden gerealiseerd via andere concepten zoals een toereikend aanvangsvermogen, de solvabiliteitstest, liquiditeitstest en versterkte bestuurdersaansprakelijkheid.
### Vorming van Kapitaal en Vermogen
* **Inbreng in geld:** Vereist blokkering op een bijzondere bankrekening en een bankattest bij de oprichting. Geldt ook bij latere kapitaalverhogingen/bijkomende inbrengen (met bestuurdersgarantie in plaats van oprichtersgarantie).
* **Inbreng in natura:** Vereist een oprichtersverslag, deskundige beoordeling door een bedrijfsrevisor (tenzij er een objectief waarderingsmechanisme of recente waardering is) en publiciteit. Kennelijke overwaardering leidt tot oprichtersaansprakelijkheid.
* **Inbreng van nijverheid:** Mogelijk in BV en CV, vergoed met aandelen en onderworpen aan de procedure voor inbrengen in natura.
* **Quasi-inbreng (enkel NV):** Verkoop van goederen aan de vennootschap kort na de oprichting door een oprichter/aandeelhouder/bestuurder. Vereist tussenkomst van bedrijfsrevisor, evaluatieverslag en publiciteit, tenzij een uitzondering geldt.
* **Opname van reserves (NV):** Winsten worden in de reserves opgenomen en kunnen later worden uitgekeerd of geïncorporeerd in het kapitaal (kapitaalverhoging met eigen middelen).
### Financieringsbehoefte en Financieel Plan
* **NV:** Vereist een **toereikend aanvangskapitaal** bovenop het minimumkapitaal, begroot in een **financieel plan**.
* **BV en CV:** Vereisen een **toereikend aanvangsvermogen**, begroot in een financieel plan.
* Het financieel plan is een **verplichte begroting** van de financieringsbehoeften, opgesteld vóór de oprichting en voorgelegd aan de notaris voor externe wettigheidscontrole. Oprichters zijn hoofdelijk aansprakelijk bij kennelijk ontoereikend kapitaal/vermogen indien de vennootschap failliet gaat binnen drie jaar.
### Uitkeringen aan Aandeelhouders
* **NV:** Uitkeringen zijn beperkt door het kapitaal en onuitkeerbare reserves. Nettoactieftest en liquiditeitstest zijn van toepassing.
* **BV en CV:** Geen kapitaalvereiste, maar wel dubbele test: solvabiliteitstest (nettoactief mag niet negatief worden) en liquiditeitstest (vennootschap moet lopende verplichtingen kunnen voldoen). Verscherpte bestuurdersaansprakelijkheid.
* **Interimdividend:** Kan door het bestuursorgaan worden uitgekeerd, met voorafgaande machtiging van de AV, mits naleving van de uitkeringstesten (BV/CV) of geauditeerde tussentijdse staat van activa en passiva (NV).
* **Sanctie bij onregelmatige uitkering:** Terugvordering (BV/CV: ongeacht goede/kwade trouw; NV: enkel bij kwade trouw).
### Verkrijging van Eigen Effecten
* Toegestaan in NV en BV onder strikte voorwaarden: voorafgaand besluit AV (met quorum/meerderheid statutenwijziging), uitkeerbaar bedrag, enkel volstorte aandelen, gelijke behandeling effectenhouders.
* De verkregen effecten worden in portefeuille gehouden, met schorsing van stemrecht en verval van dividendenrecht, en vorming van een onbeschikbare reserve.
* **Vervreemding:** Mogelijk, met gelijke behandeling van aandeelhouders en wettelijke termijnen voor voorkoop- en goedkeuringsclausules.
### Financiële Bijstand
* Principieel toegestaan, onder strikte voorwaarden: voorafgaande machtiging AV, verantwoordelijkheid bestuursorgaan, billijke marktvoorwaarden (NV), solvabiliteitstest, opname van onbeschikbare reserve.
* **Uitzondering:** Financiële bijstand aan personeel (MBO) is versoepeld.
### Kapitaalvermindering
* **Formeel:** Geen vermindering van vennootschapsvermogen of uitkering aan aandeelhouders (bv. omzetting naar reserve, aanpassing aan werkelijke situatie).
* **Reëel:** Vermindering van vennootschapsvermogen met uitkering aan aandeelhouders (terugstorting inbreng of vrijstelling volstortingsplicht).
* Vereist **statutenwijziging** en naleving van de **gelijke behandeling van aandeelhouders**.
* **Reële kapitaalvermindering:** Bescherming van schuldeisers via garantierecht binnen twee maanden na publicatie in BS.
### Alarmbelprocedure
* Procedure die wordt gestart bij daling van nettoactief/vermogen onder wettelijke drempels, of wanneer de continuïteit van de onderneming in gevaar komt.
* Verplicht de AV bijeen te roepen om de ontbinding of herstelmaatregelen te besluiten.
* Gebrekkige bijeenroeping leidt tot een vermoeden van bestuurdersaansprakelijkheid t.a.v. derden.
## Deel 8: Rechtsen-overschrijdende Normering
### Jaarrekening, Jaarverslag en Controle
* **Indeling:** Vennootschappen worden ingedeeld naar grootte (klein, micro, groot) met verschillende normen. Organisaties van openbaar belang hebben een specifieke status.
* **Jaarrekening:** Balans, resultatenrekening, toelichting. Opgesteld door het bestuursorgaan, goedgekeurd door de AV. Sancties bij miskenning: aansprakelijkheid bestuurders, strafrechtelijke sancties.
* **Jaarverslag:** Verantwoording van het beleid door het bestuur. Verplicht voor grote en genoteerde vennootschappen (met verklaring over behoorlijk bestuur - comply or explain).
* **Controle:** Verplicht voor grote vennootschappen met RPH. Commissaris beoordeelt de jaarrekening en het jaarverslag. Indien geen commissaris, heeft elke aandeelhouder een individueel controlerecht.
### Consolidatie
* Verplicht voor moedervennootschappen en consortia. Vereist een geconsolideerde jaarrekening en jaarverslag, die het geheel van de groep voorstellen alsof het één onderneming is.
* Verschillende consolidatiemethoden: integraal, evenredig, vermogensmutatiemethode.
* IAS/IFRS-normen zijn van toepassing op beursgenoteerde vennootschappen en kredietinstellingen.
## Deel 9: Boekhoud- en Jaarrekeningrecht en Controle
Dit deel sluit nauw aan bij Deel 8 en herhaalt de kernverplichtingen inzake boekhouding, jaarrekening en controle, met nadruk op de rol van het bestuursorgaan, de algemene vergadering en de commissaris.
## Deel 10: Conflicten in de Vennootschap
### Kortgedingprocedure
* Een spoedprocedure om dringende en voorlopige maatregelen te treffen bij conflicten, bv. aanstelling van een voorlopig bewindvoerder of lasthebber ad hoc.
### Geschillenregeling
* Een subsidiaire procedure (ultimum remedium) voor BV en NV (niet genoteerde) bij duurzame en diepgaande onenigheid tussen aandeelhouders.
* **Uitsluiting:** Kan door de rechter worden bevolen bij gegronde redenen, rekening houdend met het vennootschapsbelang en het belang van de aandeelhouder. Vereist een kwantitatief criterium (30% van de aandelen) voor de vordering.
* **Uittreding:** Kan door elke aandeelhouder worden gevorderd bij gegronde redenen, gericht op het vrijwaren van zijn eigen belangen.
* De prijs van de effecten wordt bepaald op basis van de peildatum van de rechterlijke uitspraak, tenzij dit onredelijk zou zijn.
### Turbo-vereffening
* Een procedure waarbij de ontbinding en vereffening in één akte samenvallen, mits aan strikte voorwaarden is voldaan (geen vereffenaar benoemd, alle schulden voldaan of geconsigneerd).
## Deel 11: Ontbinding en Vereffening van de Vennootschap
### Ontbinding
* **Vrijwillige ontbinding:** Door besluit van de AV (met specifieke meerderheden en procedures, incl. verslagplicht) of van rechtswege (bv. verstrijken duur, tenietgaan zaak, overlijden vennoot in personenvennootschap).
* **Gerechtelijke ontbinding:** Om gegronde redenen (subsidiair, door rechter) of wegens slapende vennootschappen (niet-neerlegging jaarrekening).
### Vereffening
* De vennootschap behoudt haar RPH tot aan de sluiting van de vereffening, vertegenwoordigd door de vereffenaar(s).
* Taken vereffenaar: activa verzilveren, passiva aanzuiveren, saldo verdelen.
* **Aansprakelijkheid vereffenaar:** Contractueel t.a.v. de vennootschap, buitencontractueel t.a.v. derden, en specifiek voor overtredingen van WVV/statuten. Disculpatiemogelijkheid bestaat.
* **Deficitaire vereffening:** Vereist tussenkomst van de ondernemingsrechtbank bij de benoeming van vereffenaars en de goedkeuring van het verdelingsplan.
* **Vergeten activa/passiva:** Na sluiting vereffening kunnen vergeten activa naar de aandeelhouders gaan, die ook aansprakelijk kunnen zijn voor vergeten passiva, beperkt tot het ontvangen bedrag.
## Deel 12: Herstructurering: Fusie, Splitsing, Inbreng en Overdracht
### Fusie
* Overgang van het gehele vermogen van een of meer vennootschappen op een andere, ten gevolge van ontbinding zonder vereffening, in ruil voor aandelen.
* **Soorten:** Fusie door overneming, fusie door oprichting van een nieuwe vennootschap, met fusie gelijkgestelde verrichtingen (geruisloze fusie).
* **Procedure:** Fusievoorstel door bestuursorgaan, verslagen (bestuur, commissaris/bedrijfsrevisor), besluit AV (met quorum/meerderheid statutenwijziging), publiciteit, en garantierecht voor schuldeisers.
### Splitsing
* Overgang van het volledige vermogen van een vennootschap op meerdere andere vennootschappen, ten gevolge van ontbinding zonder vereffening, waarbij aandeelhouders aandelen in de verkrijgende vennootschappen ontvangen.
* **Soorten:** Splitsing door onderneming, splitsing door oprichting van nieuwe vennootschappen, gemengde splitsing.
* **Procedure:** Analoog aan fusie.
### Inbreng en Overdracht van een Algemeenheid of Bedrijfstak
* **Inbreng:** Overdracht van het gehele vermogen aan een bestaande of nieuwe vennootschap, zonder ontbinding, in ruil voor aandelen en eventuele opleg. De inbrengende vennootschap wordt aandeelhouder.
* **Overdracht bedrijfstak:** Overdracht van een deel van het vermogen dat autonoom kan functioneren.
## Deel 13: Bijkantoren
* Een **bijkantoor** is een vestiging van een buitenlandse vennootschap in België met duurzame en regelmatige activiteiten, een materieel aanknopingspunt, en een bevoegde vertegenwoordiger. Het is geen rechtspersoon op zich.
* Er gelden openbaarmakingsverplichtingen, o.a. van de jaarrekening van de buitenlandse vennootschap.
---
## Veelvoorkomende Fouten om te Vermijden
* **Verwarring tussen vennootschapsvormen:** Niet correct toepassen van de specifieke regels voor personenvennootschappen versus eigenvermogensvennootschappen.
* **Onderschatting van de impact van de oprichtersaansprakelijkheid:** Vooral bij gebrekkig financieel plan of kennelijk ontoereikend kapitaal/vermogen.
* **Miskenning van de statutaire en wettelijke bevoegdheidsgrenzen van bestuursorganen:** Met name de niet-tegenwerpelijkheid van interne beperkingen aan derden in eigenvermogensvennootschappen (prokura) ten opzichte van de wel tegenwerpelijkheden in personenvennootschappen.
* **Verkeerde toepassing van de regels inzake belangenconflicten:** Zowel de procedure als de specifieke situaties waarin deze van toepassing zijn.
* **Onvoldoende naleving van de procedurele vereisten voor kapitaal- en vermogensverhogingen:** Vooral de rol van het financieel plan, het bankattest en de revisorale controle.
* **Negeren van de alarmbelprocedure:** Het niet tijdig bijeenroepen van de AV bij financiële moeilijkheden kan leiden tot bestuurdersaansprakelijkheid en/of gerechtelijke ontbinding.
* **Onjuiste toepassing van de regels rondom de algemene vergadering:** Met name het begrip van quorum, meerderheden, en de geldigheidsvereisten voor agendapunten en besluiten.
* **Onjuiste toepassing van de wettelijke regels inzake de overdraagbaarheid van aandelen:** Vooral in BV's en CV's waar de contractuele vrijheid groter is voor overdraagbaarheidsbeperkingen.
* **Miskenning van de procedurele vereisten bij ontbinding en vereffening:** Met name de rol van de vereffenaar, de publiciteit, en de aansprakelijkheid bij een deficitaire vereffening.
* **Gebrekkige toepassing van de regels inzake herstructureringen (fusie, splitsing, etc.):** De procedurele vereisten zijn complex en strikt.
* **Niet naleven van de boekhoudkundige en jaarrekeningplichten:** Dit kan leiden tot bestuurdersaansprakelijkheid en strafrechtelijke sancties.
* **Onderschatting van de rol en aansprakelijkheid van de commissaris:** Hoewel hun rol primair controlerend is, kunnen zij aansprakelijk worden gesteld bij nalatigheid.
Succes met je studie!
Glossary
## Woordenlijst
| Term | Definitie |
|---|---|
| **Vennootschap** | Een organisatie die door één of meer personen (vennoten) wordt opgericht met een inbreng, een eigen vermogen en een welbepaald doel, teneinde haar vennoten een vermogensvoordeel te verschaffen. |
| **Rechtshandeling** | Een handeling die door een rechtssubject wordt verricht met de bedoeling om rechtsgevolgen te creëren, wijzigen of beëindigen. De oprichting van een vennootschap is een voorbeeld hiervan. |
| **Inbreng** | Datgene wat een vennoot of aandeelhouder in de vennootschap inbrengt, hetzij in geld, in natura, of in nijverheid (arbeid of diensten), in ruil voor aandelen of lidmaatschapsrechten. |
| **Voorwerp (van een vennootschap)** | De nauwkeurig omschreven activiteiten die een vennootschap volgens haar oprichters zal uitoefenen om haar doel te bereiken. Dit is de concrete bedrijvigheid. |
| **Doel (van een vennootschap)** | Het einddoel dat een vennootschap tracht te verwezenlijken, zoals het nastreven van winst en de uitkering daarvan aan haar vennoten. |
| **Rechtspersoonlijkheid** | Het juridische vermogen van een entiteit om zelfstandig rechten en plichten uit te oefenen, met een eigen vermogen dat is afgezonderd van dat van haar leden of aandeelhouders. |
| **Vereniging (in enge zin)** | Een organisatie die geen winstverdelend doel mag hebben en waarbij de uitkering van vermogensvoordelen aan leden verboden is, hoewel ze wel diensten of kortingen mag aanbieden die binnen haar belangeloos doel vallen. |
| **Stichting** | Een rechtsfiguur die geen leden kent, geen winstoogmerk heeft in de oude terminologie, en evenmin rechtstreekse of onrechtstreekse vermogensvoordelen mag uitkeren. |
| **Personenvennootschap** | Een vennootschap waarbij de persoon van de vennoten cruciaal is voor het ontstaan en voortbestaan ervan (intuitu personae), zoals de maatschap, VOF en CommV. |
| **Eigenvermogensvennootschap** | Een vennootschap waarbij de identiteit van de aandeelhouders irrelevant is en die gericht is op vermogensopbouw, zoals de NV, BV en CV. |
| **Statuten** | De spelregels van de vennootschap, vastgelegd in een openbaar document, die de inhoudelijke voorschriften van het WVV volgen en aangevuld kunnen worden met afspraken van de oprichters en aandeelhouders. |
| **Intern reglement** | Een niet-openbaar document waarin verdere afspraken over de governance van de vennootschap worden gemaakt, dat alleen gevolgen heeft voor de vennootschap en haar leden. |
| **Leuwenbeding** | Een verboden beding dat één of meer vennoten een onevenredig groot deel van de winst toekent, of hen vrijstelt van alle verliezen, wat de gelijkheid en het gemeenschappelijk belang van de vennoten schaadt. |
| **Preconstitutief handelen** | Handelingen die worden gesteld door een promotor namens de vennootschap in oprichting vóór de formele oprichting van de rechtspersoon, waarbij de promotor in beginsel persoonlijk gebonden is, tenzij de vennootschap de verbintenis overneemt. |
| **Prokura-regeling** | De regeling die bescherming biedt aan derden met betrekking tot statutaire of interne bevoegdheidsbeperkingen van het bestuursorgaan, die in eigenvermogensvennootschappen niet tegenwerpelijk zijn aan derden, tenzij er sprake is van een een- of meerhandtekeningsclausule. |
| **Bestuursfout** | Het niet naar behoren uitoefenen van de opdracht door een bestuurder, beoordeeld aan de hand van de norm van de normale, voorzichtige en zorgvuldige bestuurder (bonus pater familias), waarbij een kennelijke beleidsfout buiten de redelijke marges valt. |
| **Kennelijk grove fout die heeft bijgedragen tot het faillissement** | Een manifeste fout die de essentiële normen van het dagelijks leven aantast en waarvan de bestuurder wist of moest weten dat deze schade zou veroorzaken, wat kan leiden tot persoonlijk aansprakelijkheid bij faillissement. |
| **Alarmbelprocedure** | Een procedure die wordt gestart wanneer de financiële toestand van een vennootschap (NV, BV, CV) zodanig verslechtert dat de continuïteit ervan in gevaar komt, wat leidt tot specifieke verplichtingen voor het bestuur en de algemene vergadering. |
| **Consolidatie** | Het proces waarbij de jaarrekeningen van een groep van vennootschappen (moeder- en dochterondernemingen) worden samengevoegd tot één geconsolideerde jaarrekening, om een getrouw beeld te geven van de financiële positie van de gehele groep. |
| **Commissaris** | Een onafhankelijk controleorgaan dat belast is met het nazien van de jaarrekening en het jaarverslag van een vennootschap, met als doel de aandeelhouders en andere stakeholders te informeren over de financiële toestand en het beleid van de vennootschap. |
| **Geschillenregeling** | Een subsidiaire procedure die voorziet in de uitsluiting of uittreding van aandeelhouders uit een vennootschap bij gegronde redenen, en die wordt behandeld door de voorzitter van de ondernemingsrechtbank in kort geding. |
| **Quasi-inbreng** | Een rechtshandeling in een NV waarbij een oprichter, aandeelhouder of bestuurder kort na de oprichting goederen verkoopt aan de vennootschap tegen een prijs die afwijkt van de reële waarde, wat onderworpen is aan strikte regels en controle. |
| **Turbo-vereffening** | Een procedure waarbij de ontbinding en vereffening van een vennootschap in één akte worden geregeld, wat een snelle en efficiënte afsluiting mogelijk maakt, maar ook risico's met zich meebrengt indien de procedure niet correct wordt gevolgd. |
| **Fusie** | Een rechtshandeling waarbij het volledige vermogen van een of meer vennootschappen overgaat op een andere bestaande of nieuw opgerichte vennootschap, zonder vereffening, in ruil voor aandelen en eventuele opleg in geld. |
| **Splitsing** | Een rechtshandeling waarbij het volledige vermogen van een vennootschap wordt overgedragen aan meerdere andere vennootschappen, resulterend in de ontbinding van de gesplitste vennootschap zonder vereffening en de uitreiking van aandelen in de verkrijgende vennootschappen aan de oorspronkelijke aandeelhouders. |
| **Inbreng van een algemeenheid of bedrijfstak** | Een rechtshandeling waarbij een vennootschap haar gehele vermogen of een specifieke bedrijfstak overdraagt aan een andere vennootschap, zonder ontbinding, in ruil voor aandelen. |
| **Bijkantoor** | Een vestiging van een buitenlandse vennootschap in België die duurzaam en regelmatig activiteiten uitoefent en een materieel aanknopingspunt heeft, maar geen eigen rechtspersoonlijkheid bezit en beschouwd wordt als een verlengstuk van de buitenlandse vennootschap. |
Cover
vennootschapsrechtinleiding (4).pptx
Summary
# Inleiding tot het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV)
Dit onderwerp geeft een overzicht van de algemene principes en overgangsregelingen van het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV), met de nadruk op vereenvoudiging, flexibilisering en aanpassing aan Europese standaarden.
## 1. Algemene principes en overgangsregeling WVV
Het nieuwe WVV integreert de regelgeving voor vennootschappen, verenigingen en stichtingen in één wetboek, met als hoofddoelen vereenvoudiging, flexibilisering (meer statutaire en contractuele vrijheid) en aanpassing aan de Europese context.
### 1.1 Overgangsregeling voor bestaande vennootschappen
Het WVV was niet onmiddellijk van toepassing op bestaande vennootschappen. Deze vennootschappen moesten hun statuten aanpassen aan het WVV vóór 1 januari 2024. Vanaf die datum vindt er van rechtswege een omzetting plaats van oude vennootschapsvormen naar nieuwe:
* Comm.VA wordt omgezet naar een NV met één bestuurder.
* Landbouwvennootschap wordt omgezet naar een VOF of Comm.V. (indien er stille vennoten zijn).
* ESV wordt omgezet naar een VOF.
* CVOA wordt omgezet naar een VOF.
* CVBA die geen echte coöperatie is, wordt omgezet naar een BV.
Het bestuursorgaan moest uiterlijk op 30 juni 2024 een algemene vergadering bijeenroepen om de statutenwijziging te bespreken. De sanctie voor het niet naleven hiervan is de persoonlijke en hoofdelijke aansprakelijkheid van de bestuurders.
## 2. Het begrip vennootschap
### 2.1 Definitie van een vennootschap
Volgens artikel 1:1 van het WVV is een vennootschap een rechtshandeling van één of meer personen, de vennoten. Vroeger was een contract tussen twee of meer personen nodig voor de oprichting, maar nu is eenhoofdige oprichting de regel voor elke vennootschap, behalve voor de maatschap en de CV.
Kenmerken van een vennootschap:
* **Inbreng:** De vennoten brengen iets in gemeenschap, wat kan bestaan uit geld, goederen in natura, of nijverheid (arbeid).
* **Voorwerp:** De vennootschap wordt opgericht om bepaalde activiteiten uit te oefenen. Het statutaire doel is verdwenen als essentieel criterium.
* **Winstuitkering:** Winstuitkering staat centraal en kan rechtstreeks of onrechtstreeks plaatsvinden als vermogensvoordeel.
### 2.2 Onderscheid vennootschap - vereniging
Het fundamentele onderscheid tussen een vennootschap en een vereniging ligt in het oogmerk van winstuitkering:
* **Vennootschap:** Streeft persoonlijke verrijking van de vennoten na.
* **Vereniging:** Heeft een verbod op persoonlijke verrijking. Een vereniging mag wel winst nastreven, maar deze mag niet worden uitgekeerd aan haar leden.
## 3. Het begrip vereniging
### 3.1 Definitie van een vereniging
Volgens artikel 1:2 van het WVV is een vereniging een overeenkomst tussen twee of meer personen (leden) die een belangeloos doel nastreeft. Een vereniging mag commerciële activiteiten ontwikkelen en winst maken, maar het is verboden deze winst rechtstreeks of onrechtstreeks uit te keren aan oprichters, leden of bestuurders. Een vereniging is altijd meerhoofdig, in tegenstelling tot een vennootschap.
## 4. De stichting
### 4.1 Definitie van een stichting
Volgens artikel 1:3 van het WVV is een stichting een rechtspersoon zonder leden, opgericht bij rechtshandeling door één of meerdere personen (stichters). Een stichting streeft een belangeloos doel na en mag, net als een vereniging, geen vermogensvoordeel rechtstreeks of onrechtstreeks uitkeren.
## 5. Soorten vennootschappen en verenigingen
### 5.1 Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid (Nieuw)
Het WVV heeft het aantal vennootschapsvormen beperkt:
* Vennootschap onder firma (VOF)
* Commanditaire vennootschap (COMM.V)
* De Besloten Vennootschap (BV) (vervangt de BVBA als norm; verdwijnt de meerhoofdigheid en wordt kapitaalloos, waardoor de EBVBA en starter-BVBA verdwijnen)
* De Coöperatieve vennootschap (CV) (enkel voor echte coöperaties; CVOA verdwijnt)
* De Naamloze Vennootschap (NV)
* De Europese Vennootschap (SE)
* De Europese Coöperatieve vennootschap (SCE)
* Het Europees Economisch Samenwerkingsverband (EESV)
### 5.2 Vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid
* **Maatschap:** Elk samenwerkingsverband waarbij men niet heeft gekozen voor een vennootschapsvorm met rechtspersoonlijkheid.
* De stille en tijdelijke handelsvennootschap zijn afgeschaft.
### 5.3 Soorten verenigingen
* **Met rechtspersoonlijkheid:**
* De Vereniging Zonder Winstoogmerk (VZW)
* De Internationale vereniging zonder winstoogmerk (IVZW)
* **Zonder rechtspersoonlijkheid:**
* De feitelijke vereniging (beheerst door de overeenkomst tussen partijen)
### 5.4 Stichtingen met rechtspersoonlijkheid
* De private stichting (PS)
* De stichting van openbaar nut (SON)
### 5.5 Behoud van Europese rechtsvormen
* **SE (Societas Europaea):** Ontstaat uit naamloze vennootschappen uit verschillende lidstaten van de EU. Interssant voor internationaal gerichte ondernemingen die in verschillende EU-lidstaten opereren. De oprichtingsvoorwaarden en interne organisatie zijn analoog aan de NV, met hogere kapitaalsvereisten.
* **SCE (Societas Cooperativa Europaea):** Kan, in tegenstelling tot de SE, ook worden opgericht door natuurlijke personen die activiteiten ontwikkelen in verschillende lidstaten van de EU.
* **EESV (Europees Economisch Samenwerkingsverband):** Instrument voor grensoverschrijdende samenwerking tussen ondernemingen uit verschillende lidstaten van de EU. Het Belgische ESV is afgeschaft.
### 5.6 Afschaffing van bepaalde rechtsvormen en begrippen
* **Burgerlijke / Handelsvennootschappen:** Ingevolge de afschaffing van het begrip "handelaar" en het kernbegrip "onderneming", is het bijzonder en afwijkend ondernemingsrecht ook van toepassing op vrije beroepers en hun vennootschappen, landbouwers en hun vennootschappen, en zelfs VZW's. Hierdoor verdwijnt ook het maatschappelijk/statutair doel.
* **Vennootschap met sociaal oogmerk:** Was een tussenvorm tussen vennootschap en vereniging.
* Het Economisch samenwerkingsverband (ESV) en landbouwvennootschap.
* De EBVBA en starter-BVBA.
* De CVOA en de Comm.VA.
* De stille en tijdelijke handelsvennootschap.
* De beroepsvereniging.
### 5.7 Andere indeling van vennootschappen
Vennootschappen kunnen ook worden ingedeeld naar grootte:
* Microvennootschappen
* Kleine vennootschappen
* Groepen van beperkte omvang
* Grote vennootschappen
* Genoteerde vennootschappen: Vennootschappen waarvan de aandelen zijn toegelaten tot verhandeling op een gereglementeerde markt (beursgenoteerde ondernemingen). Deze zijn onderworpen aan specifieke regels. Vroeger konden enkel NV's beursgenoteerd zijn, nu ook BV's.
## 6. De uiteindelijke begunstigde (UBO)
Vennootschappen en rechtspersonen moeten toereikende, accurate en actuele informatie over hun uiteindelijke begunstigden inwinnen, bijhouden en elektronisch overmaken naar het UBO-register (via FOD Financiën). De termijn voor de eerste melding was uiterlijk 30 september 2019, met telkens een melding binnen de maand van wijzigingen. Bestuursleden kunnen geldboetes oplopen bij niet-tijdige overmaking van deze informatie. De uiteindelijke begunstigde is de natuurlijke persoon die de uiteindelijke zeggenschap heeft over de vennootschap of rechtspersoon. Een belang van meer dan 25% van de aandelen, stemrechten of kapitaal wordt beschouwd als een toereikend percentage.
## 7. De techniek van de rechtspersoonlijkheid
De meeste vennootschapsvormen genieten rechtspersoonlijkheid.
### 7.1 Ontstaan van rechtspersoonlijkheid
De vennootschap bestaat juridisch als autonome persoon vanaf de neerlegging van een aantal stukken, waaronder de oprichtingsakte, ter griffie van de ondernemingsrechtbank van de zetel van de vennootschap met het oog op publicatie in het Belgisch Staatsblad (art. 2:6 WVV). Dit is dus niet vanaf de ondertekening van de oprichtingsakte.
### 7.2 Vennootschap in oprichting
Voor de neerlegging van de nodige stukken ter griffie spreekt men over een vennootschap in oprichting. Een vennootschap in oprichting kan reeds verbintenissen aangaan, maar de persoon die de verbintenis aangaat, is persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk indien:
* De vennootschap niet binnen de twee jaar na het aangaan van de verbintenis rechtspersoonlijkheid heeft verkregen.
* De vennootschap niet binnen de drie maanden na het verkrijgen van de rechtspersoonlijkheid de verbintenis heeft overgenomen.
Verbintenissen die worden overgenomen door een rechtspersoon worden geacht door de rechtspersoon te zijn aangegaan vanaf het ontstaan van de verbintenis (art. 2:2 WVV). Dit heeft een retroactieve werking en bevrijdt de oorspronkelijke contractant zonder dat de wederpartij toestemming moet verlenen of op de hoogte moet worden gebracht.
### 7.3 Wat is een rechtspersoon en rechtspersoonlijkheid?
Rechtspersoonlijkheid is een juridische creatie naast de natuurlijke persoon, die erkend wordt als een volwaardig rechtssubject, een drager van alle mogelijke rechten en plichten. Het is een belangrijk juridisch instrument om ondernemingen vlot aan het economisch en rechtsverkeer te laten deelnemen. Een rechtspersoon kan, net als een natuurlijke persoon, eigenaar worden van goederen, verbintenissen en overeenkomsten aangaan, haar belangen verdedigen voor rechtscolleges, of aansprakelijk gesteld worden bij fouten met schadevergoeding tot gevolg.
Een rechtspersoon kan gedefinieerd worden als een organisatie van natuurlijke personen en/of goederen die door het recht van een bepaald land of supranationale gemeenschap wordt beschouwd als een zelfstandige en autonome eenheid en die, zoals een natuurlijke persoon, subject is van rechten en plichten.
### 7.4 De juridische bekwaamheid van de rechtspersoon
* **Natuurlijke personen:** Zijn volledig rechtsbekwaam en handelingsbekwaam, met uitzondering van minderjarigen en personen onder bewind.
* **Rechtspersonen:** Zijn volledig rechtsbekwaam, d.w.z. ze bezitten dezelfde burgerlijke subjectieve rechten als natuurlijke personen, met uitzondering van rechten en plichten die lichamelijkheid veronderstellen (zoals personen- en familierecht, gevangenisstraffen). De handelingsbekwaamheid is een probleem omdat een rechtspersoon geen lichamelijkheid heeft. De juridische oplossing hiervoor is dat de rechtspersoon handelt via natuurlijke personen die als zijn organen fungeren. Dit vult de techniek van de rechtspersoonlijkheid aan met de techniek van de organen.
## 8. De organen van de rechtspersoon
Zowel voor de interne werking als het extern optreden heeft een rechtspersoon organen nodig. Een orgaan is de natuurlijke persoon of college van natuurlijke personen die in de organisatie van de rechtspersoon een functie vervult die door de wet of statuten wordt bepaald, en die voor de rechtspersoon beslissingen neemt of rechtshandelingen verricht die juridisch gelden als beslissingen of rechtshandelingen van de rechtspersoon zelf. De personen die als orgaan optreden, verbinden niet zichzelf, maar de vennootschap (zie art. 2:49 WVV). Om dit duidelijk te maken, moet bij de handtekening van de persoon die de vennootschap verbindt, vermeld worden in welke hoedanigheid hij optreedt.
Verschillende organen met eigen bevoegdheden zijn onder meer:
* Bestuursorganen
* Algemene vergadering van aandeelhouders/vennoten
* Organen van toezicht/controle
### 8.1 Vaste vertegenwoordiger (art. 2:55 WVV)
Indien een rechtspersoon een mandaat opneemt als bestuurder of dagelijks bestuurder van een andere rechtspersoon, moet de rechtspersoon een vaste vertegenwoordiger aanduiden. Dit is een natuurlijke persoon die de opdracht uitvoert in naam en voor rekening van de rechtspersoon.
**Wie kan dit zijn?** Bijvoorbeeld een vennoot, bestuurder of werknemer.
**Let op:**
* Een vaste vertegenwoordiger kan slechts éénmaal zetelen in het bestuursorgaan (dus niet zowel als natuurlijke persoon-bestuurder als vaste vertegenwoordiger van een andere rechtspersoon-bestuurder).
* De rechtspersoon mag de vaste vertegenwoordiging niet beëindigen zonder tegelijkertijd een opvolger aan te duiden.
**Belang van vaste vertegenwoordiging:** Vooral bij bestuursfouten kan de vaste vertegenwoordiger burgerrechtelijk en strafrechtelijk hoofdelijk mede aansprakelijk worden gesteld voor de bestuursfouten van de vennootschap-bestuurder, alsof hij het mandaat in eigen naam uitoefende. De vennootschap of een derde kan de vaste vertegenwoordiger met zijn volledige privé-vermogen aanspreken. De regels inzake belangenconflicten zijn ook van toepassing op de vaste vertegenwoordiger.
## 9. De gevolgen van de rechtspersoonlijkheid
Er zijn twee grote gevolgen van de rechtspersoonlijkheid: de eigen identiteit en het eigen vermogen.
### 9.1 Identiteit van de rechtspersoon
Net als een natuurlijke persoon beschikt een rechtspersoon over hoedanigheden om deze binnen de rechtsorde en het economisch verkeer te situeren: naam, zetel en nationaliteit.
#### 9.1.1 Naam
Elke rechtspersoon moet een naam hebben, die vrij gekozen kan worden (fantasienaam of firmanaam). Bij de keuze van een naam moet ervoor gezorgd worden dat er geen verwarring ontstaat met reeds bestaande rechtspersonen. Er zijn twee gerechtelijke procedures ter bescherming van de naam:
* Vordering tot naamswijziging (eventueel met schadevergoeding) via het WVV (art. 2:3).
* Vordering tot staking (onrechtmatige marktpraktijken) via Boek VI van het WER, dewelke via een procedure vergelijkbaar met kortgeding kan worden ingesteld.
#### 9.1.2 Zetel
De zetel is de "woonplaats" van de rechtspersoon, de plaats waar de rechtspersoon door derden (schuldeisers, overheid) kan worden bereikt. In de statuten moet het gewest worden bepaald waarin de zetel is gevestigd (art. 2:4 WVV). Het is niet verplicht om het specifieke adres in de statuten op te nemen.
* **Verplaatsing zetel:**
* Als de zetel niet in de statuten is opgenomen en er geen verplaatsing naar een ander gewest is, kan het bestuursorgaan de zetel binnen België verplaatsen zonder statutenwijziging.
* Het bestuursorgaan kan de statuten wijzigen indien het adres in de statuten staat of bij een verplaatsing naar een ander gewest.
* Een algemene vergadering is enkel vereist indien de verplaatsing van de zetel de taal van de statuten wijzigt (deze moeten opgesteld zijn in een van de officiële talen van het taalgebied van de zetel).
**Belang van de zetel:** Rechtspersonen worden beheerst door het recht van de staat waar hun statutaire zetel is gelegen (statutaire zetelleer), wat een wijziging is ten opzichte van de vroegere werkelijke zetelleer.
#### 9.1.3 Nationaliteit
De nationaliteit van de rechtspersoon bepaalt het nationale recht waaraan de rechtspersoon onderworpen is. Dit wordt bepaald door de statutaire zetel (statutaire zetelleer). Het WVV is van toepassing op rechtspersonen die hun statutaire zetel in België hebben (art. 2:146 WVV).
### 9.2 Vermogen
De rechtspersoon beschikt over een eigen vermogen, afgescheiden van het persoonlijke vermogen van de vennoten. De rechtspersoon is de enige eigenaar van dit vermogen; de vennoten zijn geen mede-eigenaars. De vennoten hebben enkel bepaalde vermogensrechten, zoals het recht op dividend of vereffeningssaldo. Het vermogen is onderworpen aan het ondernemingsrisico. Juridisch gezien vormt de totaliteit van de goederen van de rechtspersoon een gemeenschappelijke waarborg of onderpand voor de schuldeisers van de rechtspersoon (art. 8 Hyp.Wet).
---
# Begripsbepalingen: vennootschap, vereniging en stichting
Dit deel van de studiehandleiding behandelt de fundamentele definities en onderscheidende kenmerken van vennootschappen, verenigingen en stichtingen, met speciale aandacht voor hun winstoogmerk en structuur.
### 2.1 Het begrip vennootschap
Een vennootschap wordt gedefinieerd als een rechtshandeling waarbij één of meer personen, de vennoten, 'iets' in gemeenschap brengen. Dit kan een vermogen zijn in geld, in natura of in nijverheid (arbeid). Het doel is het uitoefenen van bepaalde activiteiten, waarbij het winstoogmerk centraal staat, met het oog op winstuitkering, rechtstreeks of onrechtstreeks, als vermogensvoordeel. Het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) heeft de oprichting door één persoon (eenhoofdige oprichting) de regel gemaakt voor de meeste vennootschapsvormen, in tegenstelling tot de vroegere vereiste van minstens twee personen, behalve voor de maatschap en de coöperatieve vennootschap.
#### 2.1.1 Onderscheid vennootschap - vereniging
Het cruciale onderscheid tussen een vennootschap en een vereniging ligt in het *oogmerk* van winstuitkering.
* **Vennootschap**: Streeft persoonlijke verrijking van de vennoten na door middel van winstuitkering.
* **Vereniging**: Heeft een verbod op persoonlijke verrijking. Hoewel een vereniging commerciële activiteiten mag ontwikkelen en winst mag maken, mag deze winst niet rechtstreeks of onrechtstreeks worden uitgekeerd aan oprichters, leden of bestuurders.
#### 2.1.2 Onderscheid vennootschap - stichting
Net als verenigingen, streven stichtingen een belangeloos doel na. Het fundamentele verschil met vennootschappen is dat stichtingen rechtspersonen *zonder leden* zijn. Ze worden opgericht bij rechtshandeling door een of meerdere personen (de stichters). Net als bij verenigingen is er een verbod op het rechtstreeks of onrechtstreeks uitkeren van vermogensvoordelen.
### 2.2 Het begrip vereniging
Een vereniging wordt in het WVV gedefinieerd als een overeenkomst tussen twee of meer personen (leden), wat betekent dat een vereniging altijd meerhoofdig is, in tegenstelling tot de meeste vennootschappen. Een vereniging streeft een belangeloos doel na. Hoewel ze commerciële activiteiten mag ontplooien en winst mag genereren, is er een strikt verbod op het uitkeren van deze winst aan oprichters, leden of bestuurders, zowel rechtstreeks als onrechtstreeks.
### 2.3 Het begrip stichting
Een stichting is een rechtspersoon zonder leden, opgericht door een of meerdere personen (stichters) middels een rechtshandeling. Het kerndoel van een stichting is het nastreven van een belangeloos doel. Conform de regels voor verenigingen is het voor stichtingen eveneens verboden om vermogensvoordelen rechtstreeks of onrechtstreeks uit te keren.
### 2.4 Soorten vennootschappen
Het WVV heeft het aantal vennootschapsvormen beperkt. De belangrijkste vennootschappen met rechtspersoonlijkheid zijn:
* Vennootschap onder firma (VOF)
* Commanditaire vennootschap (COMM.V)
* Besloten Vennootschap (BV): Dit is de opvolger van de BVBA en wordt de algemene norm, met aanzienlijke wijzigingen, waaronder de afschaffing van de meerhoofdigheid en het kapitaalvereiste.
* Coöperatieve vennootschap (CV): Uitsluitend bedoeld voor echte coöperaties.
* Naamloze Vennootschap (NV)
Daarnaast blijven de Europese vennootschapsvormen bestaan:
* Europese Vennootschap (SE): Relevant voor internationale ondernemingen die in meerdere EU-lidstaten actief zijn.
* Europese Coöperatieve vennootschap (SCE): Kan ook door natuurlijke personen worden opgericht die grensoverschrijdend opereren.
* Europees Economisch Samenwerkingsverband (EESV): Een instrument voor grensoverschrijdende samenwerking tussen ondernemingen uit verschillende EU-lidstaten.
Vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid omvatten onder meer de maatschap, die gedefinieerd wordt als elk samenwerkingsverband waarbij geen specifieke vennootschapsvorm met rechtspersoonlijkheid is gekozen. Het maatschappelijk/statutair doel is afgeschaft, wat impliceert dat deze vennootschappen niet langer een specifiek ondernemingsrecht genieten.
### 2.5 Soorten verenigingen en stichtingen
Verenigingen met rechtspersoonlijkheid zijn de Vereniging Zonder Winstoogmerk (VZW) en de Internationale vereniging zonder winstoogmerk (IVZW). Verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid zijn de feitelijke verenigingen.
Stichtingen met rechtspersoonlijkheid omvatten de private stichting (PS) en de stichting van openbaar nut (SON).
### 2.6 De uiteindelijke begunstigde (UBO)
Vennootschappen en rechtspersonen zijn verplicht om accurate en actuele informatie bij te houden over hun uiteindelijke begunstigden (UBO) en deze elektronisch over te maken aan de FOD Financiën. De uiteindelijke begunstigde is de natuurlijke persoon die de uiteindelijke zeggenschap over de rechtspersoon heeft, wat doorgaans wordt aangenomen bij een belang van meer dan 25% van de aandelen, stemrechten of kapitaal. Het niet tijdig overmaken van deze informatie kan leiden tot geldboetes voor de bestuursleden.
### 2.7 De techniek van de rechtspersoonlijkheid
De meeste vennootschapsvormen beschikken over rechtspersoonlijkheid, wat betekent dat ze juridisch bestaan als een autonome entiteit, los van de natuurlijke personen die eraan verbonden zijn. Rechtspersoonlijkheid ontstaat vanaf de neerlegging van de oprichtingsakte en bijbehorende stukken ter griffie van de ondernemingsrechtbank, met het oog op publicatie in het Belgisch Staatsblad.
#### 2.7.1 Vennootschap in oprichting
Voor de neerlegging van de benodigde stukken bij de griffie spreekt men van een vennootschap in oprichting. Een dergelijke vennootschap kan reeds verbintenissen aangaan, waarbij de persoon die de verbintenis aangaat persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk is indien de vennootschap niet binnen twee jaar rechtspersoonlijkheid verkrijgt of indien de vennootschap de verbintenis niet overneemt binnen drie maanden na het verkrijgen van rechtspersoonlijkheid. Verbintenissen die door een rechtspersoon worden overgenomen, worden geacht door de rechtspersoon te zijn aangegaan vanaf het ontstaan van de verbintenis, wat retroactieve werking heeft.
#### 2.7.2 Wat is rechtspersoonlijkheid?
Rechtspersoonlijkheid is een juridische constructie die een entiteit naast natuurlijke personen erkent als volwaardig rechtssubject. Een rechtspersoon kan, net als een natuurlijk persoon, eigenaar worden van goederen, verbintenissen aangaan, overeenkomsten sluiten en deelnemen aan juridische procedures. Het is een essentieel instrument om ondernemingen vlot te laten deelnemen aan het economisch en rechtsverkeer.
### 2.8 De juridische bekwaamheid van de rechtspersoon
Rechtspersonen zijn volledig rechtsbekwaam, wat betekent dat ze dezelfde burgerlijke subjectieve rechten hebben als natuurlijke personen, met uitzondering van rechten en plichten die lichamelijkheid vereisen (zoals personen- en familierecht). Wat betreft de handelingsbekwaamheid, aangezien een rechtspersoon geen lichamelijkheid bezit, kan deze slechts optreden via natuurlijke personen die als haar organen fungeren. Dit is een aanvulling op de techniek van rechtspersoonlijkheid met de techniek van organen.
### 2.9 De organen van de rechtspersoon
Voor zowel de interne werking als het externe optreden heeft een rechtspersoon organen nodig. Een orgaan is een natuurlijke persoon of een college van natuurlijke personen dat binnen de organisatie van de rechtspersoon een specifieke functie vervult en beslissingen neemt of rechtshandelingen verricht die juridisch gelden als die van de rechtspersoon zelf. De personen die als orgaan optreden, verbinden niet zichzelf, maar de vennootschap. Om dit duidelijk te maken, moet de hoedanigheid waarin de persoon optreedt bij de handtekening vermeld worden. Er zijn verschillende organen met eigen bevoegdheden, zoals bestuursorganen, de algemene vergadering van aandeelhouders/vennoten, en organen van toezicht of controle.
#### 2.9.1 Vaste vertegenwoordiger
Wanneer een rechtspersoon een mandaat opneemt als bestuurder of dagelijks bestuurder van een andere rechtspersoon, moet de eerstgenoemde rechtspersoon een natuurlijke persoon aanduiden als vaste vertegenwoordiger. Deze vertegenwoordiger voert de opdracht uit in naam en voor rekening van de rechtspersoon. Belangrijk is dat een vaste vertegenwoordiger slechts éénmaal kan zetelen in het bestuursorgaan (dus niet zowel als natuurlijk persoon-bestuurder als vaste vertegenwoordiger van een andere rechtspersoon-bestuurder). Bovendien mag de rechtspersoon de vaste vertegenwoordiging niet beëindigen zonder tegelijkertijd een opvolger te benoemen.
> **Tip:** De vaste vertegenwoordiging is vooral van belang bij bestuursfouten. De vaste vertegenwoordiger kan burgerrechtelijk en strafrechtelijk hoofdelijk mede aansprakelijk worden gesteld voor bestuursfouten van de vennootschap-bestuurder, alsof hij het mandaat in eigen naam uitoefende. De vennootschap of een derde kan de vaste vertegenwoordiger met zijn privé-vermogen aanspreken. De regels inzake belangenconflicten zijn ook van toepassing op de vaste vertegenwoordiger.
### 2.10 De gevolgen van de rechtspersoonlijkheid
De rechtspersoonlijkheid heeft twee belangrijke gevolgen:
1. **Eigen identiteit**: Een rechtspersoon beschikt over een eigen identiteit, vergelijkbaar met een natuurlijke persoon, met een naam, zetel en nationaliteit.
* **Naam**: Elke rechtspersoon moet een naam hebben die vrij gekozen kan worden (fantasienaam of firmanaam). De naamkeuze mag geen verwarring stichten met reeds bestaande rechtspersonen. Er zijn juridische procedures om de naam te beschermen, zoals de vordering tot naamswijziging (art. 2:3 WVV) of de vordering tot staking van onrechtmatige marktpraktijken.
* **Zetel**: De zetel is de juridische woonplaats van de rechtspersoon, de plaats waar deze door derden kan worden bereikt. De statuten moeten het gewest van de zetel bepalen. Verplaatsing van de zetel binnen België kan door het bestuursorgaan gebeuren zonder statutenwijziging, tenzij de adres in de statuten staat of er een verplaatsing naar een ander gewest is. Een algemene vergadering is enkel vereist indien de taal van de statuten gewijzigd moet worden door de zetelverplaatsing. De zetel bepaalt welk recht van toepassing is (statutaire zetelleer).
* **Nationaliteit**: De nationaliteit van de rechtspersoon wordt bepaald door de plaats van de statutaire zetel. Het WVV is van toepassing op rechtspersonen met hun statutaire zetel in België.
2. **Eigen vermogen**: Een rechtspersoon beschikt over een eigen vermogen, gescheiden van het persoonlijke vermogen van de vennoten. De rechtspersoon is de enige eigenaar van dit vermogen; de vennoten hebben slechts bepaalde vermogensrechten (zoals recht op dividend). Dit vermogen is onderworpen aan het ondernemingsrisico en dient als gemeenschappelijke waarborg voor de schuldeisers van de rechtspersoon.
---
# Soorten vennootschappen, verenigingen en stichtingen
Dit gedeelte categoriseert de verschillende vormen van vennootschappen, verenigingen en stichtingen, zowel met als zonder rechtspersoonlijkheid, en behandelt de afschaffing van oude vormen.
## 3 Soorten vennootschappen, verenigingen en stichtingen
Het begrip vennootschap wordt gedefinieerd als een rechtshandeling van één of meer personen, de vennoten, die een inbreng doen in gemeenschap met het oog op het uitoefenen van bepaalde activiteiten en het nastreven van winstuitkering. In tegenstelling tot vroeger is eenhoofdige oprichting nu de regel voor elke vennootschap, behalve voor de maatschap en de coöperatieve vennootschap. Een vereniging daarentegen is een overeenkomst tussen twee of meer personen die een belangeloos doel nastreeft en waarbij winstuitkering aan oprichters, leden of bestuurders verboden is. Een stichting is een rechtspersoon zonder leden, opgericht door één of meerdere personen, die eveneens een belangeloos doel nastreeft en winstuitkering verbiedt.
### 3.1 Vennootschappen met rechtspersoonlijkheid
Het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) heeft het aantal vennootschapsvormen beperkt. De volgende vormen bestaan nu:
* **Vennootschap onder firma (VOF)**
* **Commanditaire vennootschap (Comm.V)** (De Comm.VA verdwijnt)
* **Besloten Vennootschap (BV)** (Dit is de opvolger van de BVBA en de norm wordt, met ingrijpende wijzigingen. Wegens het verdwijnen van de kapitaalloze vennootschap en de meerhoofdigheid, verdwijnen ook de EBVBA en de starter-BVBA.)
* **Coöperatieve vennootschap (CV)** (Enkel voor echte coöperaties, de CVOA verdwijnt)
* **Naamloze Vennootschap (NV)**
* **Europese Vennootschap (SE)**
* **Europese Coöperatieve vennootschap (SCE)**
* **Europees Economisch Samenwerkingsverband (EESV)**
Voorheen bestonden er ook oudere vormen zoals de VOF, Comm.V, Comm.VA, BVBA, CVBA, CVOA, NV, ESV, SCE, Landbouwvennootschap.
#### 3.1.1 Europese rechtsvormen
* **Europese Vennootschap (SE)**: Ontstaat uit naamloze vennootschappen uit verschillende lidstaten van de EU, ideaal voor internationaal gerichte ondernemingen die in meerdere EU-lidstaten opereren. De oprichtingsvoorwaarden en interne organisatie zijn analoog aan die van een NV, maar met hogere kapitaalsvereisten.
* **Europese Coöperatieve vennootschap (SCE)**: In tegenstelling tot de SE, kan de SCE ook worden opgericht door natuurlijke personen die activiteiten ontwikkelen in verschillende lidstaten van de EU.
* **Europees Economisch Samenwerkingsverband (EESV)**: Dit is een instrument voor grensoverschrijdende samenwerking tussen ondernemingen uit verschillende lidstaten van de EU. Het Belgische ESV is afgeschaft.
### 3.2 Vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid
* **Maatschap**: Elk samenwerkingsverband waarbij niet is gekozen voor een vennootschapsvorm met wettelijke rechtspersoonlijkheid.
* De stille en tijdelijke handelsvennootschap zijn afgeschaft.
### 3.3 Verenigingen
* **Met rechtspersoonlijkheid**:
* De Vereniging Zonder Winstoogmerk (VZW)
* De Internationale vereniging zonder winstoogmerk (IVZW)
* **Zonder rechtspersoonlijkheid**:
* De feitelijke vereniging (beheerst door de overeenkomst tussen partijen)
### 3.4 Stichtingen met rechtspersoonlijkheid
* De private stichting (PS)
* De stichting van openbaar nut (SON)
### 3.5 Afschaffing van oude vormen
Verschillende vennootschapsvormen en concepten zijn afgeschaft onder het nieuwe WVV:
* **Burgerlijke / Handelsvennootschappen**: Wegens de afschaffing van het begrip 'handelaar' en het kernbegrip 'onderneming', valt nu het bijzonder en afwijkend ondernemingsrecht ook toe op vrije beroepers, landbouwers en vzw's. Hierdoor verdwijnt ook het maatschappelijk/statutair doel.
* **De vennootschap met sociaal oogmerk**: Deze tussenvorm tussen vennootschap en vereniging verdwijnt.
* **Het Economisch samenwerkingsverband (ESV) en landbouwvennootschap**.
* **De EBVBA en starter-BVBA**.
* **De CVOA en de Comm.VA**.
* **De stille en tijdelijke handelsvennootschap**.
* **De beroepsvereniging**.
### 3.6 Andere indelingen van vennootschappen
Vennootschappen kunnen ook worden ingedeeld naar grootte:
* Microvennootschappen
* Kleine vennootschappen
* Consortium: 2 of meer vennootschappen onder centrale leiding.
* Groepen van beperkte omvang
* Grote vennootschappen
* Genoteerde vennootschappen: Vennootschappen waarvan de aandelen zijn toegelaten tot verhandeling op een gereglementeerde markt (beursgenoteerd). Voorheen konden enkel NV's beursgenoteerd zijn, nu ook BV's.
De term "vennootschappen die publiek beroep doen op het spaarwezen" is afgeschaft.
### 3.7 De uiteindelijke begunstigde (ubo)
Vennootschappen en rechtspersonen moeten accurate en actuele informatie over hun uiteindelijke begunstigden inwinnen, bijhouden en elektronisch overmaken naar het UBO-register (via FOD Financiën). De uiteindelijke begunstigde is de natuurlijke persoon met meer dan 25% van de zeggenschap (aandelen/stemrechten/kapitaal). Bestuursorganen die deze informatie niet tijdig overmaken, kunnen geldboetes oplopen.
### 3.8 De techniek van de rechtspersoonlijkheid
De meeste vennootschapsvormen genieten rechtspersoonlijkheid. Rechtspersoonlijkheid ontstaat juridisch als een autonome persoon vanaf de neerlegging van de oprichtingsakte en bijhorende stukken ter griffie van de ondernemingsrechtbank, met het oog op publicatie in het Belgisch Staatsblad, en niet vanaf de ondertekening van de akte.
* **Vennootschap in oprichting**: Voor de neerlegging kan een vennootschap reeds verbintenissen aangaan. De aangegane partij is persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk indien de vennootschap geen rechtspersoonlijkheid verkrijgt binnen twee jaar na het aangaan van de verbintenis, of indien de vennootschap de verbintenis niet overneemt binnen drie maanden na verkrijging van rechtspersoonlijkheid. Verbintenissen die door een rechtspersoon worden overgenomen, worden geacht vanaf het ontstaan van de verbintenis door de rechtspersoon te zijn aangegaan (retroactieve werking).
* **Rechtspersoonlijkheid**: Dit is een juridische creatie naast de natuurlijke persoon, erkend als een volwaardig rechtssubject, drager van rechten en verplichtingen. Het stelt ondernemingen in staat deel te nemen aan het economisch en rechtsverkeer, zoals natuurlijke personen. Een rechtspersoon kan eigenaar worden van goederen, overeenkomsten aangaan en gerechtelijk verdedigd of aangesproken worden.
#### 3.8.1 Juridische bekwaamheid van de rechtspersoon
Rechtspersonen zijn volledig rechtsbekwaam, behalve voor rechten en plichten die lichamelijkheid veronderstellen (personen- en familierecht, gevangenisstraffen). Handelingsbekwaamheid is een probleem door het ontbreken van lichamelijkheid. Juridisch wordt dit opgelost doordat de rechtspersoon handelt via natuurlijke personen die als haar organen fungeren.
#### 3.8.2 De organen van de rechtspersoon
Rechtspersonen hebben organen nodig voor zowel interne werking als extern optreden. Een orgaan is een natuurlijke persoon of college die, binnen de organisatie van de rechtspersoon, een door de wet of statuten bepaalde functie vervult en beslissingen neemt die voor de rechtspersoon gelden. De personen die de vennootschap verbinden als orgaan, verbinden niet zichzelf maar de vennootschap. Bij de handtekening moet vermeld worden in welke hoedanigheid wordt opgetreden. Er zijn verschillende organen met eigen bevoegdheden: bestuursorganen, algemene vergadering van aandeelhouders/vennoten, en organen van toezicht/controle.
##### 3.8.2.1 Vaste vertegenwoordiger
Indien een rechtspersoon een mandaat opneemt als bestuurder of dagelijks bestuurder van een andere rechtspersoon, moet deze een natuurlijke persoon aanduiden als vaste vertegenwoordiger. Deze vertegenwoordiger handelt in naam en voor rekening van de rechtspersoon.
* **Belang**: De vaste vertegenwoordiger kan burgerrechtelijk en strafrechtelijk hoofdelijk mede aansprakelijk zijn voor bestuursfouten, alsof hij het mandaat in eigen naam uitoefende. De vennootschap of een derde kan de vaste vertegenwoordiger met zijn privévermogen aanspreken. De regels inzake belangenconflicten zijn ook op de vaste vertegenwoordiger van toepassing.
* **Beperkingen**: Een vaste vertegenwoordiger kan slechts éénmaal zetelen in het bestuursorgaan. De rechtspersoon mag de vaste vertegenwoordiging niet beëindigen zonder tegelijkertijd een opvolger te benoemen.
#### 3.8.3 Gevolgen van de rechtspersoonlijkheid
Er zijn twee grote gevolgen van rechtspersoonlijkheid:
1. **Eigen identiteit**: De rechtspersoon beschikt over hoedanigheden om haar binnen de rechtsorde en het economisch verkeer te situeren, zoals naam, zetel en nationaliteit.
* **Naam**: Elke rechtspersoon moet een naam hebben, die vrij gekozen kan worden. Er is bescherming tegen verwarring met bestaande rechtspersonen via gerechtelijke procedures.
* **Zetel**: Dit is de 'woonplaats' van de rechtspersoon, waar ze door derden bereikt kan worden. Het gewest waar de zetel is gevestigd, moet in de statuten worden bepaald. Verplaatsingen van de zetel binnen België vereisen geen statutenwijziging indien de zetel niet in de statuten is opgenomen en er geen gewestwijziging is. Het recht van de staat waar de statutaire zetel is gelegen, is van toepassing (statutaire zetelleer).
* **Nationaliteit**: Wordt bepaald door de statutaire zetel. Het WVV is van toepassing op rechtspersonen met hun statutaire zetel in België.
2. **Eigen vermogen**: De rechtspersoon beschikt over een eigen vermogen, afgescheiden van het persoonlijk vermogen van de vennoten. De rechtspersoon is de enige eigenaar van dit vermogen. Dit vermogen dient als gemeenschappelijke waarborg voor de schuldeisers van de rechtspersoon.
#### 3.8.4 Overgangsregeling bestaande vennootschappen
Bestaande vennootschappen moesten hun statuten aanpassen aan het WVV vóór 1 januari 2024. Vanaf 1 januari 2024 werden oude vennootschapsvormen van rechtswege omgezet:
* Comm.VA: NV met 1 bestuurder
* Landbouwvennootschap: VOF of Comm.V (indien er stille vennoten zijn)
* ESV: VOF
* CVOA: VOF
* CVBA (die geen echte coöperatie is): BV
Uiterlijk op 30 juni 2024 moest het bestuursorgaan een algemene vergadering bijeenroepen met het oog op statutenwijziging, onder sanctie van persoonlijke en hoofdelijke aansprakelijkheid van de bestuurders.
---
# Rechtspersoonlijkheid en de gevolgen ervan
Hier is een gedetailleerde samenvatting over rechtspersoonlijkheid en de gevolgen ervan, opgesteld als een examenklare studiehandleiding.
## 4. Rechtspersoonlijkheid en de gevolgen ervan
Dit onderwerp behandelt de juridische techniek van rechtspersoonlijkheid, de bekwaamheid die het entiteiten verleent, de rol van hun organen en de praktische implicaties zoals eigen identiteit en vermogen.
### 4.1 Het begrip rechtspersoonlijkheid
Rechtspersoonlijkheid is een juridische fictie die een organisatie van natuurlijke personen en/of goederen erkent als een zelfstandige en autonome eenheid. Deze entiteit wordt, net als een natuurlijk persoon, beschouwd als een subject van rechten en plichten. Het is een cruciaal instrument dat ondernemingen in staat stelt efficiënt deel te nemen aan het economisch en juridisch verkeer. Een rechtspersoon kan eigendommen verwerven, contracten aangaan, juridische procedures voeren en aansprakelijk gesteld worden.
**Definitie van een rechtspersoon:** Een organisatie van natuurlijke personen en/of goederen die door het recht van een bepaald land of een supranationale gemeenschap wordt beschouwd als een zelfstandige en autonome eenheid, en die zoals een natuurlijk persoon subject is van rechten en plichten.
#### 4.1.1 Ontstaan van rechtspersoonlijkheid
De rechtspersoonlijkheid ontstaat juridisch gezien vanaf het moment van de neerlegging van de oprichtingsakte en andere noodzakelijke documenten ter griffie van de ondernemingsrechtbank van de zetel van de vennootschap, met het oog op publicatie in het Belgisch Staatsblad. Dit is geregeld in artikel 2:6 WVV. De rechtspersoonlijkheid ontstaat dus **niet** vanaf de ondertekening van de oprichtingsakte zelf.
##### 4.1.1.1 Vennootschap in oprichting
Vóór de formele neerlegging van de benodigde stukken ter griffie spreekt men van een "vennootschap in oprichting". Een dergelijke vennootschap kan reeds verbintenissen aangaan. Echter, degene die deze verbintenis aangaat, is persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk indien:
* De vennootschap niet binnen twee jaar na het aangaan van de verbintenis rechtspersoonlijkheid verkrijgt.
* De vennootschap niet binnen drie maanden na het verkrijgen van rechtspersoonlijkheid de verbintenis overneemt.
Volgens artikel 2:2 WVV worden verbintenissen die door een rechtspersoon worden overgenomen, geacht te zijn aangegaan vanaf het ontstaan van de verbintenis zelf. Dit heeft een retroactieve werking en werkt bevrijdend voor de oorspronkelijke contractant, zonder dat de wederpartij hiervoor toestemming moet verlenen of hiervan op de hoogte gebracht moet worden.
#### 4.1.2 Juridische bekwaamheid van de rechtspersoon
Net als natuurlijke personen zijn rechtspersonen in beginsel volledig rechtsbekwaam. Dit betekent dat ze dezelfde burgerlijke subjectieve rechten kunnen dragen als natuurlijke personen. Uitzonderingen hierop betreffen rechten en plichten die een fysieke lichamelijkheid veronderstellen, zoals in het personen- en familierecht of bij de oplegging van gevangenisstraffen.
Het is de handelingsbekwaamheid die een uitdaging vormt voor rechtspersonen, aangezien zij geen fysieke lichamelijkheid bezitten. Dit wordt opgelost door de techniek van de organen: de rechtspersoon treedt handelend op door middel van natuurlijke personen die als zijn organen functioneren. Dit vult de techniek van rechtspersoonlijkheid aan.
#### 4.1.3 De organen van de rechtspersoon
Voor zowel de interne werking als het externe optreden heeft een rechtspersoon organen nodig.
**Definitie orgaan:** Een orgaan is een natuurlijke persoon of een college van natuurlijke personen dat binnen de organisatie van de rechtspersoon een door de wet of statuten bepaalde functie vervult. Deze organen nemen beslissingen of verrichten rechtshandelingen die juridisch gelden als beslissingen of rechtshandelingen van de rechtspersoon zelf.
De personen die als orgaan optreden, binden niet zichzelf, maar de vennootschap (artikel 2:49 WVV). Om dit duidelijk te maken, moet bij de handtekening van de persoon die de vennootschap verbindt, de hoedanigheid waarin hij optreedt, vermeld worden.
Er zijn verschillende organen met specifieke bevoegdheden, waaronder:
* Bestuursorganen
* Algemene vergadering van aandeelhouders/vennoten
* Organen van toezicht/controle
##### 4.1.3.1 Vaste vertegenwoordiger
Wanneer een rechtspersoon een mandaat opneemt als bestuurder of dagelijks bestuurder van een andere rechtspersoon, moet deze rechtspersoon een vaste vertegenwoordiger aanduiden. Dit is een natuurlijke persoon die de opdracht uitvoert in naam en voor rekening van de rechtspersoon die het mandaat heeft opgenomen. De vaste vertegenwoordiger kan een vennoot, bestuurder of werknemer zijn.
**Belangrijke aandachtspunten inzake vaste vertegenwoordiging:**
* Een vaste vertegenwoordiger kan slechts éénmaal zetelen in het bestuursorgaan van een andere rechtspersoon (dus niet zowel als natuurlijk persoon-bestuurder als vaste vertegenwoordiger van een rechtspersoon-bestuurder).
* De rechtspersoon mag de vaste vertegenwoordiging niet beëindigen zonder tegelijkertijd een opvolger aan te duiden.
De vaste vertegenwoordiging is met name van belang bij bestuursfouten. De vaste vertegenwoordiger kan burgerrechtelijk en strafrechtelijk hoofdelijk mede aansprakelijk gesteld worden voor de bestuursfouten van de vennootschap-bestuurder, alsof hij het mandaat in eigen naam uitoefende. De rechtspersoon of een derde kan de vaste vertegenwoordiger met zijn gehele privévermogen aanspreken. De regels inzake belangenconflicten zijn ook van toepassing op de vaste vertegenwoordiger.
### 4.2 De gevolgen van de rechtspersoonlijkheid
De rechtspersoonlijkheid heeft twee grote gevolgen: de eigen identiteit van de rechtspersoon en een eigen vermogen.
#### 4.2.1 Identiteit van de rechtspersoon
Net zoals een natuurlijk persoon, beschikt een rechtspersoon over een reeks hoedanigheden die hem in de rechtsorde en het economisch verkeer situeren. De belangrijkste hiervan zijn de naam, de zetel en de nationaliteit.
##### 4.2.1.1 Naam
Elke rechtspersoon moet een naam hebben. Deze naam kan vrij gekozen worden, hetzij als fantasienaam, hetzij als firmanaam (waarin de familienaam van de oprichter voorkomt). Bij de keuze van een naam is het cruciaal om verwarring met reeds bestaande rechtspersonen te vermijden. Er zijn twee gerechtelijke procedures ter bescherming van de naam:
* **Vordering tot naamswijziging (art. 2:3 WVV):** Kan ingesteld worden bij de Kamer van Ondernemingsrechtbank, eventueel met vordering tot schadevergoeding.
* **Vordering tot staking (boek VI WER):** Een procedure die kan worden ingesteld bij de Voorzitter van de Ondernemingsrechtbank, zoals in kortgeding, om onrechtmatige marktpraktijken, waaronder naamgebruik, te staken.
##### 4.2.1.2 Zetel
De zetel van een rechtspersoon is analoog aan zijn woonplaats; het is de plaats waar de rechtspersoon door derden (zoals schuldeisers en overheid) kan worden bereikt. De statuten moeten het gewest bepalen waarin de zetel van de rechtspersoon gevestigd is (artikel 2:4 WVV). Het is niet verplicht om het precieze adres van de zetel in de statuten op te nemen.
**Verplaatsing van de zetel:**
* **Binnen België zonder adres in statuten:** Indien de zetel niet in de statuten is opgenomen en er geen verplaatsing is naar een ander gewest, kan het bestuursorgaan de zetel binnen België verplaatsen zonder statutenwijziging.
* **Met adres in statuten of naar ander gewest:** Het bestuursorgaan kan de statuten wijzigen indien het adres in de statuten is opgenomen of indien er een verplaatsing naar een ander gewest plaatsvindt.
* **Algemene vergadering vereist:** Een algemene vergadering is enkel vereist wanneer de verplaatsing van de zetel een wijziging van de taal van de statuten noodzaakt (deze moeten immers opgesteld zijn in een van de officiële talen van het taalgebied van de zetel).
**Belang van de zetel:** Rechtspersonen worden beheerst door het recht van de staat waar hun statutaire zetel gevestigd is. Dit principe heet de "statutaire zetelleer", die voorheen de "werkelijke zetelleer" verving.
##### 4.2.1.3 Nationaliteit
De nationaliteit van een rechtspersoon bepaalt het nationale recht waaraan de rechtspersoon onderworpen is. Dit wordt, net als bij de zetel, bepaald door de statutaire zetel (statutaire zetelleer). Het WVV is van toepassing op rechtspersonen die hun statutaire zetel in België hebben (artikel 2:146 WVV).
#### 4.2.2 Vermogen
Een rechtspersoon beschikt, net als een natuurlijk persoon, over een eigen vermogen. Dit vermogen is volledig afgescheiden van het persoonlijk vermogen van de vennoten. De rechtspersoon is de enige eigenaar van dit vermogen; de vennoten zijn geen mede-eigenaars, maar beschikken over bepaalde vermogensrechten, zoals het recht op dividend of vereffeningssaldo.
Het eigen vermogen van de rechtspersoon is onderworpen aan het ondernemingsrisico. Juridisch gezien vormt de totaliteit van de goederen van de rechtspersoon een gemeenschappelijke waarborg of onderpand voor de schuldeisers van de rechtspersoon (artikel 8 Hyp.Wet).
> **Tip:** Begrijp de fundamentele scheiding tussen het vermogen van de rechtspersoon en het persoonlijk vermogen van de natuurlijke personen die de rechtspersoon vormen. Dit is cruciaal voor aansprakelijkheidskwesties.
> **Voorbeeld:** Een besloten vennootschap (BV) koopt een pand met haar eigen vermogen. Als de BV failliet gaat, kunnen de schuldeisers enkel verhaal halen op het vermogen van de BV, niet op het privévermogen van de bestuurders (tenzij er sprake is van persoonlijk verwijtbaar handelen).
---
**Contextuele Informatie (Niet strikt onderdeel van de rechtspersoonlijkheid, maar relevant voor de omkadering):**
Het **Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV)** heeft de vennootschaps- en verenigingsrecht hervormd met het oog op vereenvoudiging, flexibilisering en aanpassing aan Europese normen. Het integreert vennootschappen en verenigingen/stichtingen in één wetboek.
* **Overgangsregeling:** Bestaande vennootschappen moesten hun statuten aanpassen aan het WVV vóór 1 januari 2024. Na deze datum werden oude vennootschapsvormen van rechtswege omgezet.
* **Onderscheid vennootschap-vereniging:** Het kernverschil ligt in het oogmerk van winstuitkering.
* **Vennootschap:** Streeft persoonlijke verrijking na.
* **Vereniging:** Heeft een verbod op persoonlijke verrijking (mag winst maken, maar niet uitkeren aan leden).
* **Soorten entiteiten met rechtspersoonlijkheid (onder WVV):**
* Vennootschappen: VOF, Comm.V, BV, CV (enkel voor echte coöperaties), NV, SE, SCE, EESV.
* Verenigingen: VZW, IVZW.
* Stichtingen: Private stichting, stichting van openbaar nut.
* **Entiteiten zonder rechtspersoonlijkheid:** Maatschap, feitelijke vereniging.
* **Afschaffing van bepaalde entiteiten:** Het WVV schafte onder andere de burgerlijke en handelsvennootschappen, de vennootschap met sociaal oogmerk, het economisch samenwerkingsverband (ESV) en de landbouwvennootschap, de EBVBA en starter-BVBA, de CVOA en Comm.VA, de stille en tijdelijke handelsvennootschap af.
* **UBO (Uiteindelijk Begunstigde):** Vennootschappen en rechtspersonen moeten informatie bijhouden over hun uiteindelijke begunstigden. Dit is de natuurlijke persoon die de uiteindelijke zeggenschap heeft of meer dan 25% van de aandelen/stemrechten/kapitaal bezit.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) | Een Belgische wet die de regels en structuren voor vennootschappen en verenigingen regelt, met als doel vereenvoudiging, flexibilisering en aanpassing aan Europese normen. |
| Eenmanszaak | Een onderneming die door één persoon wordt gedreven met als hoofddoel het verwerven van een inkomen; het is de eenvoudigste vorm van ondernemen zonder aparte juridische entiteit. |
| Vennootschap | Een rechtshandeling waarbij één of meer personen (vennoten) een vermogen in gemeenschap brengen met een bepaald voorwerp, met het oog op winstuitkering, waardoor een afzonderlijke juridische entiteit ontstaat. |
| Vereniging | Een overeenkomst tussen twee of meer personen (leden) die een belangeloos doel nastreven; commerciële activiteiten zijn toegestaan, maar winst mag niet aan leden worden uitgekeerd. |
| Stichting | Een rechtspersoon zonder leden, opgericht door één of meerdere personen (stichters), die een belangeloos doel nastreeft en het verbod op winstuitkering aan oprichters of begunstigden kent. |
| Rechtspersoonlijkheid | Een juridische fictie die organisaties, zoals vennootschappen, toestaat om als zelfstandige en autonome eenheden rechten en plichten te hebben, vergelijkbaar met natuurlijke personen. |
| Orgaan van een rechtspersoon | Een natuurlijke persoon of een college van natuurlijke personen binnen de rechtspersoon die wettelijk of statutair bepaalde functies vervult en namens de rechtspersoon beslissingen neemt of rechtshandelingen verricht. |
| Vaste vertegenwoordiger | Een natuurlijke persoon die door een rechtspersoon wordt aangewezen om een mandaat als bestuurder of dagelijks bestuurder van een andere rechtspersoon uit te oefenen, in naam en voor rekening van de rechtspersoon. |
| Uiteindelijke begunstigde (ubo) | De natuurlijke persoon die uiteindelijk zeggenschap heeft over een vennootschap of rechtspersoon, vaak gedefinieerd door een belang van meer dan 25% in aandelen, stemrechten of kapitaal. |
| Statutaire zetelleer | Het rechtsbeginsel dat bepaalt dat een rechtspersoon wordt beheerst door het nationale recht van het land waar haar statutaire zetel gevestigd is, in tegenstelling tot de vroegere werkelijke zetelleer. |
| Juridische bekwaamheid | Het vermogen van een rechtspersoon om rechten te hebben (rechtsbekwaamheid) en om zelfstandig rechtshandelingen te verrichten (handelingsbekwaamheid), waarbij het laatste via organen wordt gerealiseerd. |
| Besloten Vennootschap (BV) | Een vennootschapsvorm die de opvolger is van de BVBA, gekenmerkt door het ontbreken van een kapitaalvereiste en de mogelijkheid van eenhoofdige oprichting, en die de norm wordt voor kleine en middelgrote ondernemingen. |
| Naamloze Vennootschap (NV) | Een vennootschapsvorm met een groter kapitaal en complexere structuur, oorspronkelijk bedoeld voor grotere ondernemingen, en waarbij aandelen vrij verhandelbaar kunnen zijn op een gereglementeerde markt. |
Cover
Vennootschapsrecht samenvatting.docx
Summary
## Inleidende bepalingen: het begrip vennootschap, vereniging en stichting
De basis van vennootschapsrecht ligt in de definities van de verschillende juridische entiteiten die kunnen worden opgericht. Volgens artikel 1:1 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) wordt een vennootschap gedefinieerd als een rechtspersoon die wordt opgericht bij een rechtshandeling door één of meer personen, vennoten genaamd, die een inbreng doen. De vennootschap bezit een eigen vermogen en stelt zich de uitoefening van één of meer welbepaalde activiteiten tot voorwerp, met als doel de vennoten een rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel uit te keren of te bezorgen.
De inbreng is cruciaal voor het opstarten van een vennootschap; deze leidt tot het werkingskapitaal, ook wel startkapitaal, bedrijfskapitaal of aanvangsvermogen genoemd. Zonder een duidelijk omschreven voorwerp of doel zijn de statuten van een vennootschap niet geldig. Het nastreven van vermogensvoordeel is kenmerkend. Dit kan rechtstreeks zijn, zoals dividenden (een deel van de winst, evenredig aan het aandelenbezit) of bezoldigingen voor bedrijfsleiders die werkzaamheden verrichten voor de firma, of onrechtstreeks, zoals extralegale voordelen (bijvoorbeeld een bedrijfswagen, gsm, computer).
Verenigingen (vzw's) verschillen hierin door hun belangeloze doel (artikel 1:2 WVV). Ze worden opgericht bij overeenkomst tussen twee of meer leden en mogen geen vermogensvoordeel uitkeren aan oprichters, leden, bestuurders of anderen, behalve voor het belangeloze doel. Kosten die gemaakt zijn ter ondersteuning van de activiteiten kunnen wel worden teruggevorderd.
Stichtingen (artikel 1:3 WVV) zijn rechtspersonen zonder leden, opgericht door stichters, met een vermogen bestemd voor een belangeloos doel. Ook hier geldt een verbod op rechtstreekse of onrechtstreekse vermogensuitkeringen, met uitzondering van het belangeloze doel. Voorgeschoten kosten kunnen worden teruggevorderd, maar zelfverrijking is niet toegestaan.
### Materiële geldigheidsvereisten
Voor de geldigheid van een vennootschap zijn er vier materiële geldigheidsvereisten:
* **Contract – meerhoofdigheid – eenvoudigheid**: Dit verwijst naar de overeenkomst die ten grondslag ligt aan de oprichting.
* **Inbreng**: Zoals hierboven vermeld, is een inbreng van geld, goederen of diensten vereist.
* **Doel – nauwkeurig omschreven activiteiten**: Het doel van de vennootschap moet duidelijk gedefinieerd zijn in de statuten. Een te ruime omschrijving wordt aangeraden om toekomstige statutenwijzigingen te vermijden, wat extra kosten met zich meebrengt.
* **Rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel**: Dit is toegestaan voor vennootschappen, maar verboden voor verenigingen en stichtingen.
#### Een contract – meerhoofdigheid – éénhoofdigheid
Een contract is een overeenkomst tussen twee of meer personen (natuurlijke of rechtspersonen). De juridische basisvereisten voor een geldig contract, zoals bepaald in het contractenrecht, zijn geldige toestemming, bekwaamheid, een bepaald voorwerp en een juridische beweegreden (oorzaak). Een belangrijke nuance is dat oprichting door één persoon mogelijk is voor sommige vennootschappen (zoals de stichting), terwijl oprichting door twee of meer personen de basis vormt voor andere vennootschapsvormen (zoals verenigingen).
#### Inbreng
De inbreng kan verschillende vormen aannemen:
* **Geld**: Een financiële bijdrage.
* **Natura**: Goederen, zoals een machine, bestelwagen of gebouw, die een link hebben met een bedrijfsrisico.
* **Nijverheid**: Arbeid of diensten. Dit kan worden gewaardeerd op een bepaald bedrag, maar wordt fiscaal en boekhoudkundig niet altijd positief beoordeeld.
Bij de inbreng van eigendom van een goed ligt het risico bij de vennootschap. Bij inbreng van genot van een goed ligt het risico eveneens bij de vennootschap, ongeacht of het goed tenietgaat door gebruik.
#### Voorwerp – welbepaalde activiteiten
Vennootschappen hebben een winstoogmerk en welbepaalde activiteiten, terwijl verenigingen en stichtingen een belangeloos doel nastreven. Sinds 1 november 2018 zijn de onderscheiden tussen handels- en burgerlijke vennootschappen, en de begrippen handelaar en burgerlijke daden, komen te vervallen. Nu spreekt men enkel nog over "ondernemingen" en "ondernemers".
#### Rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel
Kenmerkend voor een vennootschap is de mogelijkheid tot uitkering van rechtstreeks (bv. bezoldiging) of onrechtstreeks (bv. bedrijfswagen) vermogensvoordeel. Voor verenigingen en stichtingen geldt een strikt verbod op dergelijke uitkeringen.
## Waarom opteren voor een vennootschap?
Er zijn diverse redenen om te kiezen voor een vennootschapsvorm boven een eenmanszaak:
* **Juridische structuur**:
* **Eénmanszaak**: Geen afgescheiden vermogen; privé- en bedrijfsfinanciën lopen door elkaar, wat leidt tot persoonlijke aansprakelijkheid voor bedrijfsschulden. Een akte van onbeslagbaarheid kan het hoofdverblijf beschermen, maar dit brengt kosten met zich mee.
* **Vennootschap**: Biedt rechtspersoonlijkheid, wat resulteert in een afgescheiden vermogen. Het privévermogen van de vennoten loopt hierdoor veel minder gevaar. De aansprakelijkheid van de vennoten kan beperkt zijn (volkomen rechtspersoonlijkheid) of onbeperkt (onvolkomen rechtspersoonlijkheid).
* **Fiscale motieven**: De vennootschapsbelasting (startend aan 19%) is doorgaans lager dan de personenbelasting (die kan oplopen tot 50%). Dit kan een belangrijke drijfveer zijn om voor een vennootschap te kiezen.
* **Andere motieven**:
* **Vermogensplanning**: Vennootschappen bieden meer mogelijkheden voor planning en herstructurering van vermogen.
* **Subsidies en vergunningen**: Het verkrijgen van bepaalde vergunningen, zoals milieuvergunningen of bouwvergunningen, kan makkelijker zijn voor een vennootschap dan voor een zelfstandige.
### De drie pijlers van rechtspersoonlijkheid
1. **Uitgangspunt**: Rechtspersoonlijkheid is een juridisch-technische creatie die een entiteit toelaat deel te nemen aan het rechtsverkeer als een zelfstandig rechtssubject.
2. **Gevolg**: Dit leidt tot rechtsbekwaamheid (met uitzonderingen zoals familierechten) en handelingsbekwaamheid via vertegenwoordiging door natuurlijke personen. De orgaantheorie, waarbij bestuurders de vennootschap vertegenwoordigen en sturen, is hierbij cruciaal. Er is een aanzienlijke bestuurdersaansprakelijkheid, wat een weloverwogen beslissing vereist om zowel vennoot als bestuurder te zijn.
3. **Ontstaan**: Volledige of onvolledige rechtspersoonlijkheid ontstaat vanaf de neerlegging van het uittreksel uit de oprichtingsakte op de griffie van de ondernemingsrechtbank. Dit kan via notariële akte of onderhands gebeuren.
#### Vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid
* **Maatschap**: Is juridisch gezien een rechtspersoon, maar bezit geen rechtspersoonlijkheid. Het maatschapsvermogen is een onverdeeldheid tussen de vennoten, en de vennoten zijn onbeperkt aansprakelijk. De maatschap kan wel optreden in rechte.
#### Vennootschappen met onvolkomen rechtspersoonlijkheid
* **Vennootschappen onder firma (VOF) en commanditaire vennootschappen (CommV)**: Hebben een afgescheiden vermogen, maar de vennoten (in de VOF) of beherende vennoten (in de CommV) blijven onbeperkt aansprakelijk voor de schulden van de vennootschap. Privéschuldeisers van een vennoot kunnen het vennootschapspatrimonium niet aanspreken.
#### Vennootschappen met volkomen rechtspersoonlijkheid
* **Voorbeelden**: Naamloze Vennootschap (NV), Besloten Vennootschap (BV), Coöperatieve Vennootschap (CV). Deze vennootschappen hebben een afgescheiden vermogen en de vennoten zijn beperkt aansprakelijk tot ten hoogste hun inbreng.
### Personenvennootschappen versus kapitaalvennootschappen
Het onderscheid tussen personen- en kapitaalvennootschappen is van belang voor:
* **Overdracht van vennootschapstitels**: In personenvennootschappen zijn deelbewijzen (aandelen) onvervreemdbaar, tenzij unanimiteit van alle vennoten. In kapitaalvennootschappen is er vrije overdracht mogelijk.
* **Toestemming**: Aantasting door wilsgebreken leidt in personenvennootschappen tot nietigheid van het vennootschapscontract. In kapitaalvennootschappen is enkel de specifieke verbintenis nietig, de vennootschap blijft bestaan.
* **Overlijden, onbekwaamverklaring, onvermogen, faillissement van een vennoot**: In personenvennootschappen leidt dit tot ontbinding van de vennootschap (intuitu personae). In kapitaalvennootschappen heeft dit geen ontbinding tot gevolg.
* **Concurrerende activiteiten van een vennoot**: Niet toegelaten in personenvennootschappen, wel in kapitaalvennootschappen tenzij statutair beperkt.
* **Aansprakelijkheid van de vennoten**: Onbeperkt in personenvennootschappen, beperkt tot de inbreng in kapitaalvennootschappen.
#### UBO-register
Het UBO-register (Ultimate Beneficial Owners) verplicht vennootschappen, vzw's en stichtingen om informatie bij te houden over de uiteindelijke begunstigden. Dit is bedoeld ter bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering. Natuurlijke personen die rechtstreeks of onrechtstreeks 25% of meer van de stemrechten of aandelen bezitten, zeggenschap hebben via andere middelen, of tot het hoger kader behoren, worden als UBO beschouwd. Bestuurders zijn verplicht deze gegevens in te geven en te onderhouden.
## Algemene bepalingen voor rechtspersonen
### Verbintenissen in verband met een vennootschap in oprichting (art. 2:2 WVV)
Tijdens de oprichtingsfase zijn de personen die namens de vennootschap in oprichting een verbintenis aangaan, persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk. Dit geldt tenzij de vennootschap binnen twee jaar na het aangaan van de verbintenis rechtspersoonlijkheid verkrijgt en de verbintenis overneemt. De vennootschap wordt dan met retroactieve kracht verbonden aan de verbintenis.
### De naam en zetel van een rechtspersoon (art. 2:3 WVV en 2:4 WVV)
Een rechtspersoon moet een eigen naam hebben die geen verwarring sticht met bestaande namen. De zetel van de vennootschap moet in België gevestigd zijn, en het Gewest waar de zetel zich bevindt, moet in de statuten worden bepaald. Een verplaatsing van de zetel kan zonder statutenwijziging indien het taalregime niet verandert en het exacte adres niet in de statuten is vermeld.
### Oprichting en openbaarmakingsformaliteiten (art. 2:5 WVV en 2:6 WVV)
De vorm van de oprichtingsakte verschilt per vennootschapsvorm. Sommige vennootschappen (VOF, CommV, EESV, VZW, IVZW) kunnen onderhands worden opgericht, terwijl andere (NV, BV, CV, SE, SCE, Stichting) een authentieke akte vereisen. De oprichtingsakte bevat basisgegevens, terwijl de statuten de meer fundamentele bepalingen bevatten. Rechtspersoonlijkheid wordt verkregen na neerlegging op de griffie van de ondernemingsrechtbank. Openbaarmaking vindt plaats via het rechtspersonenregister (RPR) en publicatie in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.
#### Bestuur en vertegenwoordiging (art. 2:49 WVV e.a.)
Rechtspersonen nemen deel aan het rechtsverkeer via vertegenwoordiging door een orgaan (bestuur). Dit orgaan treedt op in naam en voor rekening van de rechtspersoon. De vaste vertegenwoordiger is hoofdelijk aansprakelijk met de rechtspersoon. Er is een verbod op dubbelmandaten om belangenconflicten te vermijden.
#### Bestuurdersaansprakelijkheid
Bestuurders zijn aansprakelijk voor fouten die zij begaan in de uitoefening van hun mandaat. Deze aansprakelijkheid kan beperkt worden op basis van de omzet en het balanstotaal van de vennootschap, maar dit is dwingend recht en kan statutair niet worden afgezwakt. Er zijn uitzonderingen op deze beperking, onder meer voor hoofdelijke aansprakelijkheid bij niet-betaling van bedrijfsvoorheffing of in geval van fraude.
#### De geschillenregeling in de NV en BV (art. 2:63 WVV en 2:68 WVV)
In NV's en BV's kan een geschillenregeling voorzien worden om de continuïteit van de vennootschap te waarborgen bij problemen tussen aandeelhouders. Dit kan leiden tot uitsluiting of uittreding van aandeelhouders, waarbij de aandelen worden overgenomen tegen een bepaalde waarde.
#### Rechtsvordering & verjaring
De algemene verjaringsregels uit het burgerlijk recht zijn van toepassing, met specifieke termijnen voor bepaalde vorderingen, zoals die tot teruggave van onterecht uitgekeerde dividenden (5 jaar) of nietigverklaring van besluiten van de AVA (6 maanden).
## De vennootschappen
### Hoofdstuk 1: Maatschap, Vennootschap onder firma en Commanditaire vennootschap
#### Definities (Boek 4 WVV)
* **Maatschap**: Een personenvennootschap zonder rechtspersoonlijkheid. Er is geen minimuminbreng vereist en de vennoten zijn hoofdelijk en onbeperkt aansprakelijk. Erkenning als onderneming via KBO is verplicht.
* **Vennootschap onder firma (VOF)** en **Commanditaire vennootschap (CommV)**: Personenvennootschappen met rechtspersoonlijkheid. In de VOF zijn alle vennoten onbeperkt en hoofdelijk aansprakelijk. In de CommV zijn er beherende vennoten met onbeperkte aansprakelijkheid en stille vennoten wiens aansprakelijkheid beperkt is tot hun inbreng.
#### Gelijkenissen
Deze vennootschappen delen de kenmerken van personenvennootschappen (*intuitu personae*), wat betekent dat de persoonlijke band tussen de vennoten cruciaal is. Dit heeft gevolgen voor de overdracht van deelbewijzen en de ontbinding van de vennootschap. Het principe van het onverdeelde vermogen is ook van toepassing.
#### Verschilpunten (art. 2:5 WVV)
Het belangrijkste verschil ligt in de vormvereisten: VOF en CommV vereisen een onderhandse oprichting met publicatie in het Staatsblad, terwijl een maatschap geen specifieke vormvereisten kent. Dit leidt tot "dwangkwalificatie" wanneer een maatschap niet correct wordt geregistreerd. De maatschap heeft geen rechtspersoonlijkheid, wat invloed heeft op de contractuele relaties met derden.
#### De bestuurs- en vertegenwoordigingsbevoegdheid
In een maatschap is elke vennoot van rechtswege zaakvoerder, tenzij anders bepaald. In een VOF en CommV kunnen zaakvoerders worden aangeduid. De bestuurlijke bevoegdheid en vertegenwoordiging zijn cruciaal voor de interne en externe werking van de vennootschap.
#### Aansprakelijkheid
Vennoten in een maatschap, VOF en beherende vennoten in een CommV zijn hoofdelijk en onbeperkt aansprakelijk voor de schulden van de vennootschap. Persoonlijke schuldeisers van een vennoot kunnen alleen op het privévermogen van die vennoot verhaal halen.
### Hoofdstuk 2: Besloten Vennootschap (BV)
#### Begrip en kenmerken (Boek 5 WVV)
De BV is een vennootschap "zonder kapitaal" met beperkte aansprakelijkheid van de vennoten. Ze biedt grote statutaire vrijheid en flexibiliteit.
#### Oprichting (art. 5:3 WVV e.a.)
De oprichting vereist een "toereikend" aanvangsvermogen, waarvoor een financieel plan moet worden opgesteld en voorgelegd aan de notaris. Oprichtersaansprakelijkheid kan spelen bij een ontoereikend aanvangsvermogen.
#### Effecten en hun overdracht (art. 5:18 WVV)
Aandelen in een BV zijn op naam en kunnen gedematerialiseerd zijn. Overdracht van aandelen is onderworpen aan statutaire regels, met onder andere het principe van unanimiteit voor overdracht tenzij anders bepaald.
#### Vennootschapsorganen – AVO (art. 5:70 WVV e.a.)
De organen van een BV zijn het bestuur (bestuurders) en de Algemene Vergadering der Aandeelhouders (AVA). Het bestuur vertegenwoordigt de vennootschap naar buiten toe. De AVA neemt de belangrijkste beslissingen, zoals de goedkeuring van de jaarrekening en benoeming van bestuurders.
#### Het vermogen van de besloten vennootschap
Het vermogen kan worden verhoogd door bijkomende inbrengen, met of zonder uitgifte van nieuwe aandelen. Uitkeringen aan aandeelhouders (dividenden) zijn toegestaan, maar met inachtneming van de bescherming van schuldeisers via de netto-actieftest en liquiditeitstest.
#### Duur en ontbinding
Een BV kan worden opgericht voor onbepaalde of bepaalde duur. Ontbinding kan plaatsvinden op beslissing van de AVA of om wettige redenen.
### Hoofdstuk 3: Coöperatieve Vennootschap (CV)
#### Begrip en kenmerken (Boek 6 WVV)
De CV kenmerkt zich door het nastreven van een coöperatief gedachtegoed, de mogelijkheid tot uittreding en toetreding, rechtspersoonlijkheid en beperkte aansprakelijkheid.
#### Oprichting (art. 6:1 WVV e.a.)
De oprichting vereist minstens drie oprichters, een toereikend aanvangsvermogen en een financieel plan. De oprichting gebeurt bij notariële akte.
#### Effecten uitgegeven door de CV
Aandelen op naam met stemrecht zijn de standaard. Statuten kunnen afwijkingen voorzien. Overdracht aan mede-aandeelhouders is vrij tenzij anders bepaald, terwijl overdracht aan derden gebonden is aan statutaire voorwaarden.
#### Wijzigingen in het vennotenbestand en in het kapitaal
Toetreding en uittreding van vennoten zijn geregeld in de statuten.
#### De organen van de CV
De CV heeft een bestuur en een Algemene Vergadering van vennoten. De bevoegdheden en procedures zijn vergelijkbaar met die van een BV.
#### Kapitaal
Kapitaalverhogingen gebeuren door inschrijving op nieuwe aandelen, zowel door bestaande als nieuwe vennoten. De instandhouding van het vermogen wordt gewaarborgd via de dubbele test en de alarmbelprocedure.
### Hoofdstuk 4: Naamloze Vennootschap (NV)
#### Begrip en kenmerken (Boek 7 WVV)
De NV is een kapitaalvennootschap, bedoeld voor grote ondernemingen, met een minimum startkapitaal van 61.500 euro. Eénhoofdigheid is mogelijk, de aansprakelijkheid van de vennoten is beperkt en de aandelen zijn vrij overdraagbaar.
#### Oprichting (art. 7:2 WVV e.a.)
Het startkapitaal bedraagt minstens 61.500 euro. De plaatsing van het kapitaal gebeurt via een volledige en onvoorwaardelijke plaatsing. Inbreng in nijverheid is niet toegelaten.
#### Effecten, hun overdracht en overgang
Aandelen in een NV kunnen op naam of gedematerialiseerd zijn. De overdracht van effecten is in principe vrij, maar kan statutair worden beperkt met bijvoorbeeld stand-still-clausules of voorkoopclausules.
#### Vennootschapsorganen en de AVO
De NV kent verschillende bestuursvormen: monistisch bestuur (Raad van Bestuur), een enige bestuurder, duaal bestuur (Raad van Toezicht en Directieraad) en dagelijks bestuur. De Algemene Vergadering der Aandeelhouders (AVA) is het hoogste orgaan.
#### Kapitaal
Kapitaalverhogingen vinden plaats door uitgifte van nieuwe aandelen, waarbij bestaande aandeelhouders een voorkeurrecht hebben. Kapitaalverminderingen kunnen worden doorgevoerd via een buitengewone AVA.
### Hoofdstuk 5: Erkenning van vennootschappen
#### Erkenning als landbouwonderneming
De landbouwvennootschap (LV) is afgeschaft, maar modaliteiten ervan kunnen worden opgenomen in andere vennootschapsvormen (bv. VOFlo, Bvlo).
#### Erkenning als coöperatieve vennootschap
De "Vennootschap met Sociaal Oogmerk" (VSO) is afgeschaft, maar kan als "modaliteit sociale onderneming" worden opgenomen in de CV. Erkenningen bieden fiscale en sociale voordelen.
## Herstructurering van vennootschappen met RP en verenigingen (Boek 12 en 13 WVV)
### Definities
* **Fusie**: De samensmelting van vennootschappen, resulterend in de ontbinding zonder vereffening van de verdwenen vennootschap(pen).
* **Splitsing**: De verdeling van het vermogen van een vennootschap over meerdere vennootschappen.
* **Inbreng van een algemeenheid of bedrijfstak**: Een overdracht van (een deel van) het vermogen zonder dat de oorspronkelijke vennootschap ophoudt te bestaan.
### Regeling inzake fusies en splitsingen
Fusies en splitsingen hebben belangrijke rechtsgevolgen, waaronder de overgang van het gehele vermogen en de aansprakelijkheid van de verkrijgende vennootschap voor de verbintenissen van de ontbonden vennootschap. De procedure omvat een voorstel, verslaggeving, en besluitvorming door de AVA, met notariële tussenkomst en publicatie.
> **Tip:** Bij het examen is het belangrijk om de verschillen tussen de diverse vennootschapsvormen te kennen en te kunnen toepassen op concrete casussen. Focus op de aansprakelijkheid, de overdracht van aandelen, en de rol van de organen (bestuur en AVA).
> **Tip:** Zorg dat je de kernbegrippen uit het WVV begrijpt, zoals inbreng, kapitaal, rechtspersoonlijkheid en de verschillende soorten vermogensvoordelen.
> **Tip:** De specifieke regels rond de oprichting, de organen en de aansprakelijkheid van de NV en BV zijn erg belangrijk voor het examen.
> **Tip:** Wees attent op de voorwaarden en vereisten voor de verschillende soorten inbrengen (geld, natura, nijverheid) en de gevolgen daarvan.
> **Tip:** Begrijp de mechanismen achter kapitaalverhoging en -vermindering, evenals de beschermingsmaatregelen voor schuldeisers bij uitkeringen.
> **Tip:** De regels rond fusies en splitsingen zijn complex; focus op de algemene beginselen en de belangrijkste rechtsgevolgen.
## Oefeningen en Examenvragen
De documentatie verwijst naar oefeningen in PowerPoint-slides en aparte documenten. Deze oefeningen, evenals stellingen uit de powerpoints, zijn cruciaal voor de examenvoorbereiding. Concrete voorbeelden van examenvragen kunnen zijn:
* Vergelijk de belangrijkste verschillen en gelijkenissen tussen de besloten vennootschap (BV) en de naamloze vennootschap (NV).
* Een casus waarin een specifieke bedrijfsactiviteit wordt voorgesteld, en de student moet de meest geschikte vennootschapsvorm kiezen en motiveren.
* Vragen over de aansprakelijkheid van bestuurders onder verschillende omstandigheden.
* Vragen over de procedures bij kapitaalverhogingen of -verminderingen.
**Veelgemaakte fouten om te vermijden:**
* Het verwarren van de aansprakelijkheidsregels voor de verschillende vennootschapsvormen (bv. onbeperkte aansprakelijkheid in personenvennootschappen versus beperkte aansprakelijkheid in kapitaalvennootschappen).
* Onvoldoende kennis van de specifieke organen en hun bevoegdheden binnen elke vennootschapsvorm.
* Het onjuist toepassen van de regels rond de overdracht van aandelen, met name in personenvennootschappen.
* Niet rekening houden met de vereisten voor het aanvangsvermogen of kapitaal bij de oprichting van specifieke vennootschappen.
* Het vergeten van de vereiste publiciteitsformaliteiten (bv. neerlegging bij de griffie, publicatie in het Staatsblad).
* Het onterecht toepassen van algemene regels op specifieke vennootschapsvormen zonder rekening te houden met statutaire afwijkingen of dwingend recht.
* Verwarring tussen rechtspersoonlijkheid en het hebben van een afgescheiden vermogen.
* Onderschatting van de bestuurdersaansprakelijkheid en de mogelijke gevolgen daarvan.
* Het niet correct toepassen van de regels inzake de UBO-registratie.
* Onvoldoende aandacht voor de specifieke vereisten bij kapitaalverhogingen en -verminderingen, zoals de rol van de AVA en de notaris.
* Vergeten dat de oprichting van bepaalde vennootschappen (zoals NV) een minimumkapitaal vereist.
Rekenmachine en wetboek meenemen naar het examen is essentieel!
* Naamloze vennootschap | NV
* Besloten vennootschap | BV
* Coöperatieve vennootschap | CV
* Europese vennootschap | SE
* Europese coöperatieve vennootschap | SCE
* Europees economische samenwerkingsverband | EESV
| Max. aansprakelijkheid | Omzet (exclusief btw) | | Balanstotaal |
|---|---|---|---|
| 250.000 euro | Minder dan 700.000 euro | En | Minder dan 350.000 euro |
| 1.000.000 euro | Minder dan 9.000.000 euro | En | Minder dan 4.500.000 euro |
| 3.000.000 euro | Minder dan 9.000.000 euro | En | Meer dan 4.500.000 euro |
| 12.000.000 euro | Meer dan 50.000.000 euro | En | Meer dan 43.000.000 euro |
Glossary
# Glossary
| Term | Definitie |
|---|---|
| Vennootschap | Een rechtspersoon opgericht bij een rechtshandeling door één of meer personen (vennoten) die een inbreng doen, een eigen vermogen heeft, en tot doel heeft één of meer welbepaalde activiteiten uit te oefenen met het oog op het verschaffen van een rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel aan de vennoten. |
| Vereniging (vzw) | Een rechtspersoon opgericht bij overeenkomst tussen twee of meer personen (leden), die een belangeloos doel nastreeft en geen rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel mag uitkeren aan oprichters, leden, bestuurders of derden, behalve voor het belangeloze doel zelf. |
| Stichting | Een rechtspersoon zonder leden, opgericht door één of meer personen (stichters), wiens vermogen bestemd is om een belangeloos doel na te streven, zonder rechtstreekse of onrechtstreekse uitkering van vermogensvoordeel aan de stichters, behalve voor het belangeloze doel. |
| Inbreng | De bijdrage van een vennoot aan de vennootschap, die kan bestaan uit geld, goederen (in natura) of diensten (nijverheid), en die de basis vormt voor het startkapitaal van de vennootschap. |
| Vermogensvoordeel | Elk direct (zoals dividend of bezoldiging) of indirect (zoals extralegale voordelen) voordeel dat een vennoot, lid, stichter of bestuurder uit de vennootschap, vereniging of stichting verkrijgt. |
| Rechtspersoonlijkheid | De juridische hoedanigheid van een entiteit (zoals een vennootschap) die zelfstandig aan het rechtsverkeer kan deelnemen, eigen rechten en plichten kan hebben en zelfstandig kan optreden, los van de natuurlijke personen die haar hebben opgericht of erin participeren. |
| Onvolkomen rechtspersoonlijkheid | Een vorm van rechtspersoonlijkheid waarbij er weliswaar sprake is van een afgescheiden vermogen, maar de aansprakelijkheid van de vennoten voor de verbintenissen van de vennootschap niet beperkt is. |
| Volkomen rechtspersoonlijkheid | Een vorm van rechtspersoonlijkheid waarbij er sprake is van een afgescheiden vermogen en de vennoten beperkt aansprakelijk zijn voor de verbintenissen van de vennootschap tot ten hoogste hun inbreng. |
| Personenvennootschap | Een vennootschapsvorm waarbij de persoonlijke band tussen de vennoten centraal staat, met strikte regels rond de overdracht van deelbewijzen en ontbinding bij overlijden of faillissement van een vennoot. |
| Kapitaalvennootschap | Een vennootschapsvorm waarbij het ingebrachte kapitaal centraal staat, met meer flexibiliteit in de overdracht van aandelen en minder ingrijpende gevolgen bij overlijden of faillissement van een vennoot. |
| UBO (Ultimate Beneficial Owner) | Uiteindelijk begunstigde; een natuurlijk persoon die rechtstreeks of onrechtstreeks 25% of meer van de stemrechten of aandelen heeft, of op andere wijze zeggenschap uitoefent over een vennootschap, vereniging of stichting. |
| Fusie | De juridische operatie waarbij twee of meer vennootschappen samensmelten, hetzij door overneming van de ene door de andere, hetzij door de oprichting van een nieuwe vennootschap, waarbij de oorspronkelijke vennootschappen ophouden te bestaan. |
| Splitsing | De juridische operatie waarbij het vermogen van een vennootschap wordt verdeeld over twee of meer verkrijgende vennootschappen, die bestaand of nieuw opgericht kunnen zijn, wat leidt tot de ontbinding van de gesplitste vennootschap zonder vereffening. |