Cover
Tell Brak samenvatting (1).docx
Summary
# Ruimtelijke en opgravingsgeschiedenis van Tell Brak
Dit topic behandelt de geografische locatie van Tell Brak (Nagar) en de geschiedenis van archeologische opgravingen op de site, inclusief de belangrijkste archeologen en hun focusperiodes.
## 1. Ruimtelijke context en locatie
Tell Brak, ook bekend als Nagar vanaf de tweede helft van het derde millennium v.Chr., is gelegen op de Upper Khabur-vlakte in noordoost-Syrië, nabij de Jaghjagh-rivier. Deze strategische ligging aan een kruispunt van handelsroutes tussen Assyrië en de Levant (oost-west) en Anatolië en Zuid-Mesopotamië (zuidwest) was cruciaal voor de groei van de stad. De stad speelde een sleutelrol in de uitwisseling van grondstoffen zoals metalen, hout en steen.
De site bestaat uit een hoofd-tell, die ongeveer veertig meter hoog is en een omvang heeft van veertig hectare (800 x 600 meter), omringd door kleinere heuvels die bekend staan als de 'outer towns'. Op de hoofd-tell zijn sporen van bewoning gevonden die teruggaan tot het einde van het 7e millennium v.Chr. en doorlopen tot het late 2e millennium v.Chr., met een piek in expansie en complexiteit tussen het late 5e millennium v.Chr. en het 3e millennium v.Chr. De outer tells vertonen bewoning die reikt tot in de Islamitische periodes.
## 2. Opgravingsgeschiedenis
### 2.1 Vroege verkenning en opgravingen
De site werd voor het eerst in kaart gebracht met behulp van luchtfoto's door Antoine Poidebard rond 1920. In de jaren 1930 voerde Max Mallowan grootschalige opgravingen uit. Van 1976 tot 2006 stonden Joan en David Oates aan het roer van de opgravingen, waarbij hun focus voornamelijk lag op het 3e millennium v.Chr., hoewel ook oudere en jongere periodes werden onderzocht. Na hen werkten onder andere Helen McDonald en Geoff Emberling op de site. Alle opgravingen werden in 2011 gestaakt vanwege het begin van de Syrische burgeroorlog.
### 2.2 Bewoningsgeschiedenis
#### 2.2.1 Vroegste bewoning
Aanwijzingen van bewoning dateren uit de Halaf-periode, hoewel de site in die tijd slechts een kleine nederzetting was. Gedurende de Noordelijke Ubaid-periode (rond 5200 v.Chr.) is er duidelijkere bewoning, met de vondst van een groot platform dat mogelijk kan worden geïnterpreteerd als een stedelijk centrum, wat de stad ouder zou maken dan de bekende Zuid-Mesopotamische steden zoals Uruk.
#### 2.2.2 Laat Chalcolithicum (LC)
Tijdens deze periode onderging Tell Brak een significante expansie. In de LC2 en LC3 periodes werden monumentale bouwwerken opgetrokken, wat wijst op toenemende organisatie en sociale complexiteit. Op de hoofd-site ontstonden industriezones met ovens voor bakkerijactiviteiten, pottenbakkerij en obsidiaanverwerking. De omvang van de ovens kan duiden op het organiseren van grote (rituele) feesten en de distributie van voedsel.
Er werden ook monumentale gebouwen aangetroffen. Het basaltische 'threshold building' wordt beschouwd als een van de allereerste seculiere gebouwen in Mesopotamië. De 'Seeying-Eye' tempel, die meerdere fasen kent (rood, grijs en wit), toont gedurende de overgang van de grijze naar de witte fase een toename van Zuid-Mesopotamische invloeden, zowel in de tempelarchitectuur als in het aardewerk, wat kan worden gelinkt aan de Uruk-expansie. Vanaf de LC3-periode worden er administratieve objecten gevonden, zoals numerieke tabletten, dockets en zegels.
Een opvallend kenmerk van deze tempels zijn de 'True Eye'-idolen, kleine gipsen of albasten beeldjes met grote ogen en onduidelijk onderscheidbaar geslacht. Soms dragen ze een haartooi en een V-hals kledingstuk. Er worden drie hoofdtypen onderscheiden: single eye-idol, decorated eye-idol en multiple eye-idol. Gezien het feit dat ze in grote aantallen in de tempels werden gevonden, wordt aangenomen dat ze een rituele functie hadden.
In deze periode ontstond ook de 'outer town', met twee belangrijke sites: Tell Majuna en Tell Temmi. Op Tell Majuna werden in de LC3-periode enkele massagraven aangetroffen. In een van deze graven bevonden zich voornamelijk mannen tussen 25 en 45 jaar oud, met secundaire begravingen. De leeftijdsgroep en begrafenispraktijken wijken af van de standaard sterfgevallen in die tijd. De vondst van veel dierlijke botten en serviesgoed bij het graf suggereert de viering van een groot feest, wat kan wijzen op mogelijke slachtoffers van een burgeroorlog.
#### 2.2.3 Midden tot late 3e millennium v.C.
In de periode van het midden tot late 3e millennium v.Chr. beleefde Tell Brak (het oude Nagar) een hernieuwde bloei als stedelijk centrum. Na een eerdere inkrimping groeide de nederzetting opnieuw uit tot een typische Noord-Mesopotamische stad, gekenmerkt door een hoge citadel en een uitgestrekte lagere stad. De centrale heuvel was volledig bebouwd, met een dichtbevolkte woonzone aan de zuidkant. De totale omvang van de hoge en lage stad besloeg ongeveer 70 hectare. Rond de stad lag een intensief bewerkt landbouwgebied, bestrooid met scherven die als meststof dienden. Het landschap werd doorkruist door uitgesleten wegen, 'hollow ways' genaamd, die tot vijf kilometer van de stadspoorten liepen en duidden op meerdere toegangspunten. Aan de zuidzijde bevond zich vermoedelijk een pisé-stadsmuur die al vóór het 2e millennium bestond. In deze fase functioneerde Nagar als een van de belangrijkste machtscentra van Noord-Mesopotamië, met paleisachtige gebouwen, tempels en administratieve structuren op de heuveltop en woonwijken in de lagere stad.
##### 2.2.3.1 Akkadische overheersing (ca. 2300–2150 v.Chr.)
Gedurende de Akkadische periode werd Tell Brak het noordelijke bestuurscentrum van het rijk van Sargon en Naram-Sin. Op bakstenen van een groot administratief gebouw is de naam van Naram-Sin aangetroffen. Tempels gewijd aan de god Shakkan bevatten dieroffers, zoals ezels en gazellehoorns, wat een zeldzaam voorbeeld is van Akkadische rituelen in Syrië. Deze heiligdommen werden later ritueel afgesloten, wat het einde van de Akkadische controle symboliseerde. Het zogenaamde Paleis van Naram-Sin was een versterkt administratief en opslagcomplex met muren tot wel negen meter dik, voorzien van stempels met zijn naam. Voor de bouw werden twee oudere tempels ceremonieel afgesloten en opgevuld met aarde en offers, waaronder ezels, voedselgaven, een zilveren ketting en het skelet van een hond met drinkkom. Hoewel sommige onderzoekers dit linken aan klimaatonrust rond 2250 v.Chr., is er geen bewijs voor grootschalige verwoestijning. Brak bleef daarna bewoond en functioneerde als kern van de Akkadische macht in het noorden.
###### 2.2.3.1.1 Akkadische zegelkunst in Tell Brak
Tell Brak heeft een van de rijkste verzamelingen Akkadische zegelkunst (glyptiek) uit het hele 3e millennium v.Chr. opgeleverd. Deze zegels illustreren de diepte van de Akkadische macht in Noord-Syrië, niet alleen militair, maar ook via tempels, handel, administratie en rituelen met dieren. Brak vormt daarmee het belangrijkste archeologische bewijs voor de Akkadische aanwezigheid in Syrië. Een bekend voorbeeld is een zegelafdruk met een 'battle of the gods', gevonden in Area SS. Hoewel de originele cilinder verloren is gegaan, konden meer dan twintig fragmenten worden gereconstrueerd. De scène toont twee zittende goden op gevleugelde dieren, met kleinere figuren ervoor, en verbeeldt de zonnegod die een verslagen god overwint – een vroeg symbool van orde die chaos overwint. Een ander belangrijk object is een cilinderzegel met de zonnegod Shamash en een menshoofdige bizon, vervaardigd uit serpentijn en daterend uit de tijd van Naram-Sin. Shamash straalt zonnestralen uit zijn schouders en draagt een knots en een zaag, symbolen van gerechtigheid. De stilistische combinatie van Sumerische elementen en een nieuwe Noord-Syrische beeldtraditie toont de culturele menging onder Akkadische heerschappij.
#### 2.2.4 Old Babylonian periode (ca. 2000–1800 v.Chr.)
Tegen het einde van het 3e millennium werd de lagere stad verlaten, maar de heuveltop bleef bewoond, zij het in bescheiden vorm. Gedurende de Old Babylonian-periode was enkel de noordelijke top van de heuvel nog actief. Monumentale gebouwen waren verlaten; het leven speelde zich af in eenvoudige huizen. De tempel van Belet-Nagar bevond zich vermoedelijk onder het latere Mitanni-paleis. De omgeving werd deels gebruikt door mobiele herdersgroepen, maar Brak behield zijn religieuze en strategische betekenis. Rond 1500 v.Chr. kwam de site opnieuw tot leven.
#### 2.2.5 Mitanni en Midden-Assyrische periode (ca. 1500–1200 v.Chr.)
Onder de Mitanni werd Tell Brak opnieuw een regionaal centrum. Op de noordelijke heuvel werd een groot paleis-tempelcomplex gebouwd, omringd door elitaire woningen. Dit vormde het politieke en ceremoniële hart van de stad, terwijl een benedenstad aan de voet woonhuizen, werkplaatsen en opslagstructuren bevatte. Rond 1300–1275 v.Chr. werd het paleis verwoest tijdens de Assyrische expansie, hoewel het kort hergebruikt werd in de Midden-Assyrische tijd. De bewoning nam daarna snel af.
#### 2.2.6 IJzertijd tot Abbasidische periode
Na de Mitanni-stad bleef Tell Brak eeuwenlang grotendeels verlaten. In de Assyrische periode bestonden er slechts enkele kleine dorpen, gevolgd door een bescheiden Hellenistische nederzetting op een satellietheuvel. Uit de Parthische, Romeinse en Byzantijnse periodes zijn enkel scherven bekend. In de 6e eeuw n.Chr. verrees een versterkt gebouw, en de laatste bewoning dateert uit de vroege Abbasidische periode (8e–9e eeuw), toen een irrigatiekanaal uit de Jaghjagh-rivier werd aangelegd.
---
# Bewoningsgeschiedenis van Tell Brak door de millennia
Dit topic beschrijft de ontwikkeling van Tell Brak van een vroege nederzetting tot een belangrijk stedelijk centrum gedurende verschillende periodes, met aandacht voor architectuur, economie en sociale structuren.
### Vroegste bewoning en vroege stedelijke ontwikkeling
De vroegste aanwijzingen van bewoning op Tell Brak stammen uit de Halafperiode, toen de site nog een zeer kleine nederzetting was. Tijdens de Noordelijke Ubaid periode (circa 5200 v.Chr.) werd de bewoning duidelijker, met de vondst van een groot platform dat mogelijk diende als een stedelijk centrum, wat de stad mogelijk ouder maakt dan de bekende Zuid-Mesopotamische steden zoals Uruk.
### Laat Chalcolitic (LC) periode
Gedurende de LC2 en LC3 periodes kende Tell Brak een significante expansie en toenemende sociale complexiteit, wat blijkt uit de bouw van monumentale gebouwen. Op de hoofdlocatie ontstonden industriezones met ovens voor pottenbakkerij en obsidiaanverwerking. De omvang van deze ovens suggereert de mogelijkheid van grote (rituele) feesten en voedseldistributie.
Enkele monumentale gebouwen werden in deze periode aangetroffen, waaronder het zogenaamde "basaltisch threshold gebouw", beschouwd als een van de vroegste seculiere gebouwen in Mesopotamië. De "Seeying-Eye tempel" onderging meerdere fasen (rood, grijs, wit). De overgang van de grijze naar de witte fase markeerde een toename van Zuid-Mesopotamische invloeden, zowel in de tempelarchitectuur als in het algemeen op Tell Brak, wat geassocieerd kan worden met de Uruk-expansie. Vanaf de LC4 periode wordt zelfs gesuggereerd dat Tell Brak een Zuid-Mesopotamische kolonie was.
Kenmerkend voor de LC3 periode was de opkomst van administratieve objecten zoals numerieke tabletten, dockets en zegels. Ook de "True Eye-idols" waren prominent in deze tempel, kleine gipsen of albasten figuurtjes met grote ogen en geen duidelijk onderscheidbaar geslacht, mogelijk met een rituele functie gezien hun grote aantallen in de tempel.
Tijdens deze periode ontstonden ook de "outer towns", met name Tell Majuna en Tell Temmi. Op Tell Majuna werden massagraven uit de LC3 periode ontdekt. Eén graf bevatte voornamelijk mannen van 25-45 jaar oud en duidde op secundaire begraving. De aanwezigheid van veel dierlijke botten en serviesgoed suggereert een groot feest, wat kan wijzen op slachtoffers van een burgeroorlog.
### Midden tot late 3e millennium v.Chr. (Nagar)
In het midden tot late 3e millennium v.Chr. beleefde Tell Brak, toen bekend als Nagar, een nieuwe periode van stedelijke bloei. Na een eerdere inkrimping groeide de nederzetting uit tot een typische Noord-Mesopotamische stad met een hoge citadel en een uitgestrekte lagere stad. De centrale heuvel was volledig bebouwd, met een dichtbevolkte woonzone aan de zuidkant. De totale omvang van de stad bedroeg ongeveer 70 hectare.
Rond de stad lag intensief bewerkt landbouwgebied en radiale "hollow ways", uitgesleten wegen die tot vijf kilometer van de stadspoorten liepen. Aan de zuidzijde bevond zich vermoedelijk een pisé-stadsmuur die al vóór het 2e millennium bestond. Nagar fungeerde als een belangrijk machtscentrum met paleisachtige gebouwen, tempels en administratieve structuren op de heuveltop en woonwijken in de lagere stad.
#### Akkadische overheersing (circa 2300–2150 v.Chr.)
Tijdens de Akkadische periode diende Tell Brak als het noordelijke bestuurscentrum van het rijk van Sargon en Naram-Sin. Bakstenen van een groot administratief gebouw dragen de naam van Naram-Sin. Tempels gewijd aan de god Shakkan bevatten dieroffers, zoals ezels en gazellehoorns. Deze heiligdommen werden later ritueel afgesloten, wat het einde van de Akkadische controle symboliseerde.
Het zogenaamde Paleis van Naram-Sin was een versterkt administratief en opslagcomplex met muren tot negen meter dik. Voor de bouw werden twee oudere tempels ceremonieel afgesloten en opgevuld met aarde en offers, waaronder ezels, voedselgaven, een zilveren ketting en het skelet van een hond met drinkkom. Hoewel sommigen dit linken aan klimaatonrust rond 2250 v.Chr., is er geen bewijs voor grootschalige verwoestijning. Brak bleef bewoond en fungeerde als een kern van Akkadische macht in het noorden.
##### Akkadische zegelkunst in Tell Brak
Tell Brak heeft een van de rijkste verzamelingen Akkadische zegelkunst (glyptiek) uit het 3e millennium opgeleverd, wat de diepe verankering van Akkadische macht in Noord-Syrië aantoont. Een bekend voorbeeld is een zegelafdruk met een "battle of the gods", gevonden in Area SS. De scène toont twee zittende goden op gevleugelde dieren, met kleinere figuren ervoor, en verbeeldt de zonnegod die een overwonnen god verslaat – een vroeg symbool van orde die chaos overwint. Een ander belangrijk object is een cilinderzegel met de zonnegod Shamash en een menshoofdige bizon, gesneden uit serpentijn. Shamash draagt zonnestralen uit zijn schouders en houdt een knots en een zaag vast, symbolen van gerechtigheid. De stilistische combinatie van Sumerische elementen en een nieuwe Noord-Syrische beeldtraditie toont de culturele menging onder Akkadische heerschappij.
### Oude Babylonische periode (circa 2000–1800 v.Chr.)
Tegen het einde van het 3e millennium werd de lagere stad verlaten, maar de heuveltop bleef in bescheiden vorm bewoond. In de Oude Babylonische periode bleef enkel de noordelijke top van de heuvel actief. Monumentale gebouwen waren verlaten; het leven speelde zich af in eenvoudige huizen. De tempel van Belet-Nagar lag vermoedelijk onder het latere Mitanni-paleis. De omgeving werd deels gebruikt door mobiele herdersgroepen, maar Brak behield religieuze en strategische betekenis. Rond 1500 v.Chr. kwam de site opnieuw tot leven.
### Mitanni en Midden-Assyrische periode (circa 1500–1200 v.Chr.)
Onder de Mitanni werd Tell Brak opnieuw een regionaal centrum. Op de noordelijke heuvel werd een groot paleis-tempelcomplex gebouwd, omringd door elitewoningen. Dit vormde het politieke en ceremoniële hart van de stad, terwijl een benedenstad aan de voet woonhuizen, werkplaatsen en opslagstructuren bevatte. Rond 1300–1275 v.Chr. werd het paleis verwoest tijdens de Assyrische expansie, al werd het kort hergebruikt in de Midden-Assyrische tijd. De bewoning kromp daarna snel.
### Ijzertijd tot Abbasidische periode
Na de Mitanni-stad bleef Tell Brak eeuwen grotendeels verlaten. In de Assyrische periode bestonden slechts enkele kleine dorpen, gevolgd door een bescheiden Hellenistische nederzetting op een satellietheuvel. Uit Parthische, Romeinse en Byzantijnse periodes zijn enkel scherven bekend. In de 6e eeuw n.Chr. verrees een versterkt gebouw, en de laatste bewoning dateert uit de vroege Abbasidische periode (8e–9e eeuw), toen een irrigatiekanaal uit de Jaghjagh-rivier werd aangelegd.
> **Tip:** Besteed extra aandacht aan de overgangsperiodes tussen de verschillende culturele en politieke invloeden, zoals de Uruk-expansie en de Akkadische overheersing. Deze periodes tonen vaak de grootste veranderingen in architectuur en sociale structuren.
>
> **Voorbeeld:** De vondst van Akkadische zegels en de bouw van het paleis van Naram-Sin zijn cruciale bewijzen voor de Akkadische impact op Tell Brak en de bredere regio. Analyseer hoe deze artefacten de Akkadische administratie, religie en culturele invloed weerspiegelen.
---
# Akkadische overheersing en zegelkunst in Tell Brak
Dit topic behandelt de rol van Tell Brak als Akkadisch bestuurscentrum tijdens de periode van Akkadische overheersing (ca. 2300–2150 v.Chr.), inclusief de religieuze praktijken en de archeologische vondsten van Akkadische zegelkunst.
### 3.1 Akkadische overheersing en bestuurlijke rol
Gedurende de Akkadische periode fungeerde Tell Brak, ook bekend als Nagar, als een belangrijk noordelijk bestuurscentrum binnen het rijk van de Akkadische koningen Sargon en Naram-Sin.
#### 3.1.1 Administratieve en militaire structuren
Op bakstenen van een aanzienlijk administratief gebouw is de naam van Naram-Sin aangetroffen, wat duidt op zijn directe betrokkenheid bij de bouw en het beheer van de stad. Het zogenaamde Paleis van Naram-Sin was een versterkt complex dat diende voor administratie en opslag. Dit complex kende muren tot wel 9 meter dik. Stempels met de naam van Naram-Sin werden gebruikt bij de constructie van dit gebouw.
#### 3.1.2 Religieuze praktijken en rituelen
Tempels gewijd aan de god Shakkan werden tijdens de Akkadische periode gebruikt voor religieuze praktijken. Archeologische vondsten wijzen op dieroffers, waaronder ezels en hoorns van gazelles. Dit is een zeldzaam en waardevol voorbeeld van Akkadische rituelen in de regio Syrië. Deze heiligdommen werden na verloop van tijd ritueel afgesloten, wat het einde van de Akkadische controle over de site markeerde.
#### 3.1.3 Ceremoniële afsluiting van oudere structuren
Voor de bouw van het Paleis van Naram-Sin werden twee oudere tempels ceremonieel afgesloten. Deze tempels werden opgevuld met aarde en diverse offers. De offers bestonden onder andere uit ezels, voedselgaven, een zilveren ketting en zelfs het skelet van een hond met een bijbehorende drinkkom. Hoewel sommige onderzoekers deze afsluitingen linken aan klimaatonrust rond 2250 v.Chr., is er geen bewijs voor grootschalige verwoestijning. Brak bleef ook na deze gebeurtenissen bewoond en behield zijn functie als een kern van Akkadische macht in het noorden.
### 3.2 Akkadische zegelkunst in Tell Brak
Tell Brak heeft een uitzonderlijk rijke verzameling Akkadische zegelkunst (glyptiek) opgeleverd, wat een van de meest omvangrijke vondsten van het hele 3e millennium v.Chr. vertegenwoordigt. Deze zegels leveren cruciaal bewijs voor de diepte van de Akkadische invloed in Noord-Syrië, die niet beperkt bleef tot militaire macht, maar ook zichtbaar was in tempelactiviteiten, handel, administratie en rituelen.
#### 3.2.1 Belangrijke vondsten en iconografie
* **Zegelafdruk met "battle of the gods":** Een bekend voorbeeld is een zegelafdruk uit Area SS met een voorstelling van de "strijd der goden". Hoewel de originele cilinder verloren is gegaan, konden meer dan twintig fragmenten worden gereconstrueerd. De scène toont twee zittende goden op gevleugelde dieren, geflankeerd door kleinere figuren. De voorstelling verbeeldt de zonnegod die een verslagen god overwint, wat geïnterpreteerd wordt als een vroeg symbool van orde die chaos overwint.
* **Cilinderzegel van Naram-Sin:** Een ander significant object is een cilinderzegel gemaakt van serpentijn, daterend uit de periode van Naram-Sin. Dit zegel toont de zonnegod Shamash, herkenbaar aan zonnestralen die uit zijn schouders komen. Shamash wordt afgebeeld met een knots en een zaag, symbolen van gerechtigheid. Ook is een menshoofdige bizon op het zegel te zien.
#### 3.2.2 Culturele synthese
De stilistische kenmerken van de Akkadische zegelkunst in Tell Brak laten een interessante mengeling zien van Sumerische invloeden en een nieuwe, lokale beeldtraditie uit Noord-Syrië. Deze synthese is een duidelijk teken van de culturele assimilatie en uitwisseling die plaatsvond onder de Akkadische heerschappij. De vondsten in Brak vormen hiermee het belangrijkste archeologische bewijs voor de Akkadische aanwezigheid en culturele impact in Syrië.
> **Tip:** De rijkdom aan Akkadische zegelkunst in Tell Brak benadrukt de strategische en culturele betekenis van de stad als een integraal onderdeel van het Akkadische rijk. De gedetailleerde iconografie biedt waardevolle inzichten in de Akkadische mythologie, religie en politieke ideologie.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Tell Brak | Een belangrijke archeologische vindplaats in het noordoosten van Syrië, ook bekend als Nagar vanaf de 2e helft van het 3e millennium v.Chr., gelegen op de Upper Khabur-vlakte. |
| Nagar | De historische naam voor Tell Brak, gebruikt vanaf de 2e helft van het 3e millennium v.Chr., wat wijst op een aanzienlijke stedelijke en politieke rol in de regio. |
| Upper Khabur-vlakte | Een geografische regio in noordoost-Syrië waar Tell Brak is gelegen, van strategisch belang vanwege de nabijheid van de Jaghjagh-rivier en als kruispunt van handelsroutes. |
| Jaghjagh-rivier | Een rivier in noordoost-Syrië, nabij Tell Brak, die belangrijk was voor de watervoorziening en de ontwikkeling van irrigatiesystemen die de nederzetting ondersteunden. |
| Levant | Een brede geografische term die het oostelijke Middellandse Zeegebied omvat, van waaruit handel en culturele uitwisseling met Tell Brak plaatsvonden. |
| Zuid-Mesopotamië | Het zuidelijke deel van Mesopotamië, ook wel bekend als Sumer en Akkad, waarvandaan invloeden en mogelijk kolonisatie naar Tell Brak plaatsvonden tijdens bepaalde periodes. |
| Anatolië | Het schiereiland dat het grootste deel van het huidige Turkije omvat, een belangrijk handelsgebied waarmee Tell Brak verbindingen had, met name vanuit het noordwesten. |
| Hoofd-tell | De centrale en hoogste heuvel van een archeologische vindplaats zoals Tell Brak, waar de belangrijkste bebouwing en monumentale structuren zich bevinden. |
| Outer towns | Kleinere tell-achtige heuvels die de hoofd-tell van Tell Brak omringen en die ook bewoning kenden, soms tot in latere periodes zoals de Islamitische periode. |
| Halafperiode | Een archeologische periode in het Nabije Oosten (ongeveer 6100–5100 v.Chr.), gekenmerkt door specifieke aardewerkstijlen, waarbij Tell Brak een zeer kleine nederzetting was. |
| Noordelijk Ubaid periode | Een archeologische periode in Mesopotamië (ongeveer 5200–4800 v.Chr.), tijdens welke de bewoning op Tell Brak duidelijker wordt met de vondst van een stedelijk centrum. |
| Laat Chalcolitic (LC) | Een periode van overgang tussen het Chalcolithicum en het vroege Bronstijd, gekenmerkt door significante stedelijke expansie en architectonische ontwikkelingen op Tell Brak. |
| Monumentale gebouwen | Grote, indrukwekkende constructies zoals tempels, paleizen en administratieve gebouwen die duiden op een georganiseerde samenleving en sociale complexiteit. |
| Industriële zones | Gebieden binnen een nederzetting waar specifieke ambachtelijke activiteiten plaatsvonden, zoals metaalbewerking, pottenbakkerij en de productie van gereedschappen. |
| Seeying-Eye tempel | Een belangrijke tempel op Tell Brak met meerdere bouwfasen (rood, grijs, wit), die culturele invloeden vanuit Zuid-Mesopotamië en de Uruk-expansie weerspiegelt. |
| Uruk expansie | Een periode van culturele en economische invloed uit de stad Uruk in Zuid-Mesopotamië (ongeveer 4e millennium v.Chr.), die zich uitbreidde over de regio en ook Tell Brak bereikte. |
| Numerieke tabletten | Vroege administratieve documenten, mogelijk voorlopers van kleitabletten, gebruikt voor boekhouding en het registreren van transacties in de Laat Chalcolitic periode. |
| Dockets | Kleine kleitabletten of documenten die gebruikt werden voor administratieve doeleinden, zoals het registreren van goederen of transacties. |
| Seals | Gestempelde objecten, vaak gemaakt van klei of steen, gebruikt om documenten, voorraden of deuren te verzegelen en authenticiteit te garanderen. |
| True Eye-idols | Kleine beeldjes gemaakt van gips of albast, gevonden in de Seeying-Eye tempel op Tell Brak, gekenmerkt door grote ogen en mogelijk een rituele functie. |
| Massagraven | Graven die meerdere individuen bevatten, wat kan duiden op specifieke omstandigheden zoals oorlog, epidemieën of collectieve begrafenissen. |
| Seculiere gebouwen | Gebouwen die niet bedoeld zijn voor religieuze doeleinden, zoals woningen, paleizen of administratieve centra, wat een ontwikkeling in stedelijke organisatie aangeeft. |
| Paleisachtige gebouwen | Grote residentiële en administratieve complexen die wijzen op de aanwezigheid van een heersende klasse of koninklijke macht. |
| Pisé | Een bouwtechniek waarbij aardemengsels worden aangestampt tot stevige muren, vaak gebruikt voor stadsomwallingen in het oude Nabije Oosten. |
| Akkadische overheersing | De periode waarin het Akkadische Rijk, gesticht door Sargon, zijn macht uitoefende over een groot gebied in Mesopotamië en aangrenzende regio's, inclusief Tell Brak. |
| Shakkan | Een godheid die waarschijnlijk geassocieerd werd met wilde dieren of de jacht, waaraan tempels gewijd waren tijdens de Akkadische periode op Tell Brak. |
| Glyptiek | De kunst van het snijden van stenen of andere materialen, met name voor het vervaardigen van zegelcilinders en -afdrukken, die veel informatie kunnen verschaffen over de cultuur en politiek van een periode. |
| Cilinderzegel | Een cilindervormig object met gravures die, wanneer gerold over klei, een herhalend patroon creëert en gebruikt werd voor zegeldoeleinden. |
| Shamash | De Akkadische en Babylonische zonnegod, geassocieerd met rechtvaardigheid en waarheid, vaak afgebeeld met zonnestralen uit zijn schouders. |
| Old Babylonian periode | Een periode in de geschiedenis van Mesopotamië (ongeveer 2000–1600 v.Chr.), na de val van het Akkadische Rijk, waarin steden als Babylon opkwamen. |
| Mitanni | Een Indo-Arische koninkrijk in Noord-Syrië en Anatolië dat floreerde in de 2e millennium v.Chr. en invloed uitoefende op locaties zoals Tell Brak. |
| Midden-Assyrische periode | Een periode in de Assyrische geschiedenis (ongeveer 1365–1050 v.Chr.) die volgde op de Mitanni-heerschappij en gekenmerkt werd door de opkomst van Assyrië als een regionale macht. |
| Ijzertijd | Een periode in de menselijke geschiedenis die wordt gekenmerkt door het wijdverbreide gebruik van ijzer voor gereedschappen en wapens, volgend op de Bronstijd. |
| Hellenistische nederzetting | Een nederzetting die ontstond of onder invloed stond van de Griekse cultuur tijdens de periode na de veroveringen van Alexander de Grote. |
| Parthische periode | De periode van de heerschappij van het Parthische Rijk in Perzië en delen van het Nabije Oosten (ongeveer 247 v.Chr. – 224 n.Chr.). |
| Romeinse periode | De periode waarin het Romeinse Rijk invloed of controle had over bepaalde gebieden, waaronder delen van het Nabije Oosten. |
| Byzantijnse periodes | De periodes die verband houden met het Byzantijnse Rijk, de voortzetting van het Romeinse Rijk in het oosten, dat tot de val van Constantinopel in 1453 bestond. |
| Abbasidische periode | De periode van het Abbasidische Kalifaat, dat van 750 tot 1258 n.Chr. een groot deel van het Midden-Oosten en Noord-Afrika bestuurde. |
| Irrigatiekanaal | Een kunstmatig kanaal gebouwd om water van een bron, zoals een rivier, naar landbouwgronden te leiden voor irrigatie. |