Cover
Start now for free Week1_Introductie_Hfdst2 (1).pdf
Summary
# Definitie en reikwijdte van het openbaar bestuur
De definitie en reikwijdte van het openbaar bestuur omvat het bestuderen van de publieke sector, inclusief de overheid, semi-overheid en private organisaties met publieke taken, en de activiteiten die gericht zijn op de besturing van de maatschappij.
## 1. Definitie en reikwijdte van het openbaar bestuur
### 1.1 Kernbegrippen: overheid, openbaar bestuur en publieke sector
Het is essentieel om onderscheid te maken tussen de volgende termen [2](#page=2):
* **De overheid**: Verwijst naar politici samen met hun ambtenaren, wat een hiërarchisch verband impliceert. Dit is de klassieke definitie van de overheid [2](#page=2).
* **Het openbaar bestuur**: Een bredere term die in dit handboek wordt gebruikt en de overheid omvat, alsook de semi-overheid [2](#page=2).
* **De publieke sector**: De meest omvattende term, die alle organisaties en activiteiten omvat die gericht zijn op het algemeen belang [2](#page=2) [6](#page=6).
### 1.2 De overheid
De overheid opereert op verschillende niveaus, variërend van het Europese niveau tot het lokale niveau. Dit omvat alle instanties die formeel de macht hebben om te besturen en beleid te voeren [3](#page=3).
### 1.3 Openbaar bestuur: toezicht en controle
Het openbaar bestuur staat onder toezicht van de overheid en de politiek. Dit toezicht kan zich uiten in de vorm van een voogdijminister of politieke mandaten binnen bestuursraden [4](#page=4).
### 1.4 Particuliere organisaties met een publieke taak
Naast de formele overheid en semi-overheid, zijn er ook particuliere organisaties die publieke taken uitvoeren. Dit zijn organisaties die zijn opgericht door private personen, zoals vakorganisaties, mutualiteiten, culturele organisaties, welzijnsorganisaties, instellingen voor onderwijs en gezondheidszorg, en organisaties voor sociale huisvesting. Deze organisaties raken steeds meer verweven met de overheid door erkenning, subsidies en inspectie. Hun politieke verantwoordelijkheid is echter vaak indirect [5](#page=5).
### 1.5 De publieke sector: nauwe banden met de overheid
De publieke sector is een brede term die ook private entiteiten omvat die nauwe banden hebben met de overheid. Deze organisaties zijn vaak politiek gevoelig vanwege hun grote ledenaantallen, hun contesterende aard en de subsidies die ze ontvangen [6](#page=6).
### 1.6 Multi-level governance
Moderne maatschappelijke problemen kunnen niet langer door slechts één overheidsniveau alleen worden aangepakt. Dit fenomeen wordt multi-level governance genoemd en kent twee dimensies [7](#page=7):
* **Verticale dimensie**: Dit verwijst naar de samenwerking tussen verschillende overheidsniveaus, zoals federaal, Vlaams en lokaal [11](#page=11) [7](#page=7).
* **Horizontale dimensie**: Dit omvat de samenwerking binnen de gehele publieke sector, inclusief semi-overheidsinstellingen en private organisaties met publieke taken [7](#page=7).
> **Voorbeeld:** De "lege brooddozen" problematiek illustreert multi-level governance, waarbij Vlaanderen subsidies verstrekt, lokale overheden mee betalen en scholen zich moeten organiseren [7](#page=7).
### 1.7 Werkdefinitie van bestuurskunde in deze cursus
Binnen deze cursus wordt bestuurskunde gedefinieerd als de studie van:
1. Het openbaar bestuur (publieke sector) als het geheel van organisaties en activiteiten (beleid en management) gericht op de besturing van de maatschappij [9](#page=9).
2. De maatschappelijke, politieke en juridische omgeving waarin deze activiteiten plaatsvinden [9](#page=9).
3. De integratie van kennis vanuit vier verschillende niveaus [9](#page=9).
4. Het verbeteren van de kwaliteit van het openbaar bestuur (publieke sector) op basis van rechtmatigheid, doelmatigheid, democratische beginselen en integriteit [9](#page=9).
> **Tip:** De PFOS-case kan als casestudy dienen om de verantwoordelijkheden en sturingsmechanismen binnen het openbaar bestuur te analyseren [9](#page=9).
### 1.8 Het object van de studie: KENobject
Het object van de bestuurskundige studie wordt aangeduid als het KENobject. Dit verwijst naar de specifieke entiteiten en processen die bestudeerd worden [10](#page=10).
### 1.9 Componenten van het openbaar bestuur: ‘Organisatie’
Binnen het kader van het openbaar bestuur wordt 'organisatie' op verschillende manieren benaderd:
* **Bestuursniveaus**: Hierbij wordt gekeken naar de hiërarchische indeling van de overheid, zoals federaal, Vlaams en lokaal [11](#page=11).
* **Sectoren of domeinen**: Dit omvat de verschillende beleidsterreinen waarop het openbaar bestuur actief is, zoals welzijn, cultuur en wonen [11](#page=11).
* **Soorten organisaties**: Dit betreft zowel de klassieke overheidsadministratie als de semi-overheid [11](#page=11).
* **Inrichting en werking van organisaties**: Hierbij wordt de interne structuur en de manier van functioneren van deze organisaties onderzocht [11](#page=11).
Het openbaar bestuur wordt hierbij voornamelijk begrepen als de uitvoerende macht, in tegenstelling tot de wetgevende of rechterlijke macht, en omvat zowel politiek als administratie [11](#page=11).
### 1.10 Componenten van het openbaar bestuur: ‘Activiteiten’ (processen)
'Activiteiten' verwijzen naar de processen binnen het openbaar bestuur, die zowel intern gericht zijn (management) als extern gericht (beleid) [12](#page=12).
* **Management**: Dit omvat het interne beheer van de organisatie, zoals personeelsbeheer, financieel beheer, beheer van gebouwen, wagenpark en informatie. Dit valt onder de noemer Publiek Management [12](#page=12).
* **Beleid**: Dit betreft het handelen van de organisatie dat gericht is op de samenleving. Dit valt onder de noemer Beleidskunde [12](#page=12).
---
# Het vakgebied bestuurskunde
Dit deel definieert bestuurskunde als studieobject, onderzoekt de verschillende vormen van bestuurskundige kennis (beschrijven, verklaren, beoordelen, aanbevelen) en de toepassing ervan in de praktijk, met nadruk op kennisintegratie [8](#page=8).
### 2.1 Definitie en aard van bestuurskunde
Bestuurskunde kan worden gekarakteriseerd door drie benaderingen: empirisch, normatief en prescriptief [15](#page=15).
#### 2.1.1 Empirische bestuurskunde
De empirische benadering richt zich op het beschrijven en verklaren van de werkelijkheid [15](#page=15).
* **Beschrijven:** Dit omvat het vaststellen van de feitelijke situatie, bijvoorbeeld hoe ver gemeenten zijn met digitalisering of welke toepassingen zij hanteren, en het identificeren van eventuele verschillen daarin [17](#page=17).
* **Verklaren:** Hierbij wordt gezocht naar de factoren die de waargenomen verschillen of verschijnselen kunnen verklaren. Voorbeelden van verklarende factoren in gemeenten kunnen schaal, capaciteit, cultuur of de kwaliteit van managers zijn [17](#page=17).
#### 2.1.2 Normatieve en prescriptieve bestuurskunde
De normatieve en prescriptieve benaderingen richten zich op wat zou moeten zijn en hoe verbetering kan worden gerealiseerd [15](#page=15).
* **Beoordelen:** Dit houdt in dat de huidige situatie wordt afgemeten aan kwaliteitsmaatstaven. Bij gemeenten kan dit bijvoorbeeld gaan om de vraag hoe ver zij zouden moeten zijn met digitalisering of wat een goed e-government beleid inhoudt [16](#page=16) [17](#page=17).
* **Aanbevelen tot verbetering (bestuurskunde):** Dit is de meest actieve component, waarbij aanbevelingen worden gedaan voor hoe zaken verbeterd kunnen worden. Het uiteindelijke doel van deze component is een beter openbaar bestuur, een beter functionerende publieke sector en een betere samenleving [16](#page=16) [19](#page=19).
> **Tip:** Het onderscheid tussen de vier soorten kennis is essentieel om de verschillende rollen en doelstellingen binnen het bestuurskundige werkveld te begrijpen. Bestuurskunde is dus niet alleen een beschrijvende wetenschap, maar ook een handelingswetenschap gericht op verbetering [16](#page=16).
#### 2.1.3 Bestuurskunde als prescriptieve wetenschap
Bestuurskunde wordt vaak gezien als een prescriptieve wetenschap, wat betekent dat het zich bezighoudt met het doen van aanbevelingen voor verbetering van het openbaar bestuur en de publieke sector [19](#page=19).
> **Voorbeeld examenvraag:** Leg kort uit in eigen woorden: ‘bestuurskunde als prescriptieve wetenschap’ [25](#page=25).
### 2.2 Kennisintegratie in de bestuurskunde
Bestuurskunde kenmerkt zich vaak door een poging om kennis uit verschillende disciplines te integreren. Dit betekent dat het openbaar bestuur vanuit diverse wetenschappelijke invalshoeken wordt bekeken [23](#page=23).
#### 2.2.1 Multidisciplinaire benadering
De integratie van kennis kan plaatsvinden uit diverse wetenschapsdomeinen en bestuurswetenschappen, wat een multidisciplinaire aanpak impliceert. Enkele voorbeelden van relevante disciplines zijn [24](#page=24):
* **Recht:** Zorgt voor inzicht in juridisch correct handelen [24](#page=24).
* **Politicologie:** Biedt kennis over de werking van politieke macht [24](#page=24).
* **Economie:** Levert inzichten voor het beheer van schaarse middelen [24](#page=24).
* **Sociologie:** Helpt bij het begrijpen van de structuur en dynamiek van de samenleving [24](#page=24).
> **Tip:** Kennisintegratie is cruciaal om complexe maatschappelijke vraagstukken, waar bestuurskundigen zich mee bezighouden, vanuit verschillende perspectieven te kunnen analyseren en oplossen [23](#page=23) [24](#page=24).
#### 2.2.2 Conceptuele onderscheidingen
Binnen het bestuurskundige domein is het belangrijk om onderscheid te maken tussen gerelateerde concepten zoals 'de overheid', 'het openbaar bestuur' en 'de publieke sector' [25](#page=25).
> **Voorbeeld examenvraag:** Er is een conceptueel verschil tussen de overheid, het openbaar bestuur en de publieke sector. Definieer die drie concepten in eigen woorden, leg het verschil uit tussen die drie (tip: teken een schema), en illustreer met een zelf gekozen voorbeeld [1](#page=1) [25](#page=25) [2](#page=2) [3](#page=3).
---
# Kwaliteit van het openbaar bestuur
De kwaliteit van het openbaar bestuur wordt geanalyseerd op verschillende niveaus, waarbij concepten als good governance, rechtmatigheid, doelmatigheid en integriteit centraal staan.
### 3.1 Algemene principes van good governance
Good governance omvat een set principes die het functioneren van het openbaar bestuur sturen en beoordelen. Deze principes zorgen voor een democratisch en responsief bestuur, dat voldoet aan wettelijke vereisten, effectief en efficiënt opereert, en integer handelt [18](#page=18).
### 3.2 Analyse op drie niveaus
De kwaliteit van het openbaar bestuur kan op drie verschillende niveaus worden geëvalueerd: macro, meso en micro [20](#page=20) [21](#page=21) [22](#page=22).
#### 3.2.1 Macro-niveau: institutionele bestuurskracht
Op het macro-niveau wordt de focus gelegd op de institutionele bestuurskracht. Dit niveau kijkt naar de bredere context waarin het bestuur opereert, inclusief de structuren, capaciteiten en legitimiteit van het gehele bestuursstelsel. Het gaat hierbij om de fundamentele inrichting en de algehele effectiviteit van de staat en haar instituties [20](#page=20).
#### 3.2.2 Meso-niveau: democratische en rationele beleidsprocessen
Het meso-niveau richt zich op de democratische en rationele beleidsprocessen. Hierbij wordt gekeken naar de manier waarop beleid tot stand komt, de mate van democratische participatie en de logica en efficiëntie van de beleidsvormings- en uitvoeringscycli. Belangrijke aspecten zijn onder meer de openbaarheid van bestuur, de inspraak van burgers en belanghebbenden, en de kwaliteit van de besluitvorming [21](#page=21).
#### 3.2.3 Micro-niveau: bedrijfsvoering
Op het micro-niveau wordt de kwaliteit van het openbaar bestuur beoordeeld aan de hand van de bedrijfsvoering. Dit omvat de interne organisatie, processen en middelen van overheidsorganisaties. Hierbij wordt gekeken naar efficiëntie, effectiviteit, rechtmatigheid van de interne operaties, personeelsmanagement, financiële controle en de dienstverlening aan burgers [22](#page=22).
> **Tip:** Het is cruciaal om de interconnectie tussen deze drie niveaus te begrijpen. Een tekortkoming op het ene niveau kan significante gevolgen hebben voor de andere niveaus, en vice versa. Goed bestuur vereist een holistische aanpak.
---
# Omgeving van het openbaar bestuur
Dit gedeelte identificeert de factoren die de omgeving van het openbaar bestuur vormen, zoals wetten, machtsverhoudingen en maatschappelijke behoeften, en hoe deze de beleidsvorming beïnvloeden.
### 4.1 Factoren in de omgeving van het openbaar bestuur
De omgeving waarin het openbaar bestuur opereert, is complex en wordt gevormd door diverse externe factoren die beleidsvorming en -uitvoering direct beïnvloeden. Deze factoren bepalen niet alleen de kaders waarbinnen overheden moeten opereren, maar creëren ook de agenda voor overheidsoptreden. De belangrijkste componenten van deze omgeving kunnen worden onderverdeeld in de volgende categorieën [13](#page=13):
#### 4.1.1 Wetten en regelgeving
Wetten en andere vormen van juridische en reglementaire kaders vormen een fundamentele pijler van de omgeving van het openbaar bestuur. Deze wetten, variërend van nationale grondwetten en wetten tot Europese verordeningen en internationale verdragen, stellen grenzen aan de bevoegdheden van overheidsorganen en dicteren de procedures die gevolgd moeten worden bij het nemen van beslissingen. Wetgeving kan ook beleidsonderwerpen introduceren of specificeren welke doelen de overheid moet nastreven [13](#page=13) [14](#page=14).
#### 4.1.2 Machtsverhoudingen
Machtsverhoudingen spelen een cruciale rol in hoe beleid tot stand komt en wordt uitgevoerd. Dit omvat de machtsbalans tussen verschillende politieke actoren, zoals de regering, het parlement, en de rechterlijke macht. Daarnaast is de invloed van belangengroepen, lobbyisten, media en maatschappelijke organisaties van groot belang. Deze groepen proberen beleid te beïnvloeden door middel van publieke campagnes, directe beïnvloeding van beleidsmakers, of het mobiliseren van publieke opinie. De verdeling en uitoefening van macht bepalen welke belangen prioriteit krijgen en hoe middelen worden toegewezen [13](#page=13) [14](#page=14).
#### 4.1.3 Maatschappelijke vragen en noden
De behoeften, wensen en verwachtingen van de samenleving vormen een drijvende kracht achter de beleidsvorming. Deze maatschappelijke vragen kunnen variëren van urgente problemen zoals klimaatverandering, vergrijzing, of economische crises, tot meer alledaagse eisen zoals betere gezondheidszorg, onderwijs of infrastructuur. Overheden worden geconfronteerd met de noodzaak om op deze vragen te reageren, wat vaak leidt tot de ontwikkeling van nieuw beleid of aanpassingen van bestaand beleid. De publieke opinie en de prioriteiten die burgers stellen, hebben directe impact op de politieke agenda [13](#page=13) [14](#page=14).
> **Tip:** Begrijpen hoe deze drie factoren – wetten, macht en maatschappelijke noden – met elkaar interageren, is essentieel om te analyseren waarom bepaald beleid wordt gevormd, hoe het wordt aangepast, en welke uitdagingen het openbaar bestuur kent.
> **Example:** Een toename van de maatschappelijke zorg over luchtvervuiling (maatschappelijke nood) kan leiden tot politieke druk (macht) op het parlement om strengere milieuregels (wetten) te implementeren, wat op zijn beurt de uitstootnormen voor bedrijven zal beïnvloeden.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Overheid | Politici en hun ambtenaren, opererend binnen een hiërarchisch verband, die het klassieke overheidsapparaat vormen. |
| Openbaar bestuur | Een bredere term die de overheid omvat, plus de semi-overheid, en verwijst naar de organisaties en activiteiten gericht op het besturen van de samenleving. |
| Publieke sector | De meest omvattende term, die zowel de overheid en semi-overheid omvat, als ook particuliere organisaties met publieke taken en nauwe banden met de overheid. |
| Semi-overheid | Organisaties die, hoewel vaak opgericht door private personen, nauwe banden hebben met de overheid, gesubsidieerd worden en publieke taken uitvoeren, zoals mutualiteiten of onderwijsinstellingen. |
| Multi-level governance | Het principe dat maatschappelijke problemen vaak niet door één enkel overheidsniveau kunnen worden opgelost, maar samenwerking vereisen tussen verschillende verticale overheidsniveaus en horizontale sectoren van de publieke sector. |
| Bestuurskunde | De wetenschappelijke discipline die het openbaar bestuur (publieke sector) bestudeert als een geheel van organisaties en activiteiten gericht op het besturen van de samenleving, binnen een specifieke maatschappelijke, politieke en juridische context. |
| Management (in bestuurskunde) | Het interne beheer van een organisatie, omvattende aspecten zoals personeelsbeleid, financiën, facilitaire zaken en informatiebeheer. Dit wordt ook wel publiek management genoemd. |
| Beleid (in bestuurskunde) | Het extern gerichte handelen van organisaties dat betrekking heeft op de samenleving, met als doel maatschappelijke problemen aan te pakken of doelen te realiseren. Dit valt onder beleidskunde. |
| Rechtmatigheid | Een van de kwaliteitsmaatstaven voor goed openbaar bestuur, die aangeeft of het bestuur handelt binnen de grenzen van de wet en regelgeving. |
| Doelmatigheid | Een kwaliteitscriterium voor goed openbaar bestuur, dat meet in hoeverre middelen effectief worden ingezet om bepaalde doelen te bereiken. |
| Efficiëntie | Het maximaliseren van de output ten opzichte van de input; het bereiken van de meeste resultaten met de minste middelen in het openbaar bestuur. |
| Democratisch en responsief bestuur | Kenmerken van goed bestuur die een reflectie vormen van de wil van het volk en waarbij de overheid adequaat reageert op de behoeften en wensen van burgers. |
| Integer bestuur | Bestuur dat gekenmerkt wordt door eerlijkheid, ethisch gedrag en het vermijden van corruptie, en waarbij beslissingen transparant en in het algemeen belang worden genomen. |
| Kennisintegratie | Het samenbrengen van kennis uit diverse wetenschapsdomeinen (zoals recht, politicologie, economie, sociologie) om het openbaar bestuur vanuit verschillende invalshoeken te analyseren en te begrijpen. |