Cover
立即免费开始 Hfdstk: Changing cognitions and behaviour.pdf
Summary
# Modellen voor gedragsverandering en gezondheid
Cognitieve processen hebben een cruciale invloed op het al dan niet vertonen van gedrag dat een positieve of negatieve impact heeft op iemands gezondheid. Diverse modellen zijn ontwikkeld om cognitieve constructen te begrijpen en te beïnvloeden ter verandering van gedrag, waaronder het Health Belief Model (HBM) en de Theory of Planned Behaviour (TPB) [1](#page=1).
### 1.1 Het Health Belief Model (HBM)
Het HBM stelt dat gedrag wordt beïnvloed door een afweging van de kosten en baten van het gedrag, de eigen perceptie van vatbaarheid en ernst van de gerelateerde ziekte, (interne en externe) signalen voor actie, waargenomen controle over het gedrag en motivatie om het gedrag te vertonen [1](#page=1).
**Voorbeeld van een HBM-interventie:**
In een interventie gericht op het verhogen van mammografiebezoek bij vrouwen boven de 35 jaar, werd aangetoond dat informatie-alleen of HBM-specifieke counselinginterventies op zichzelf weinig effect hadden. Echter, wanneer beide interventies werden gecombineerd om informatie te verstrekken en cognities te beïnvloeden, was de interventie tot vier keer effectiever dan de controlegroep [1](#page=1).
### 1.2 De Theory of Planned Behaviour (TPB)
De TPB stelt dat het vertonen van gedrag afhangt van iemands attitude ten opzichte van het gedrag, of het sociaal normatief is, en de percepties van controle met betrekking tot dat gedrag, naast de intentie om het gedrag te vertonen [1](#page=1).
**Succesvolle TPB-interventies:**
Door interventies te ontwikkelen die gericht zijn op TPB-gebaseerde constructen, zijn veranderingen teweeggebracht in gedragingen zoals lichaamsbeweging, teelbalsexaminatie en beschermende seksuele gezondheidsgedragingen [1](#page=1).
### 1.3 Cognitieve Dissonantietheorie (CDT)
Als reactie op de observatie dat mensen gemotiveerd zijn om consistentie in hun overtuigingen te zoeken, stelde Festinger's Cognitive Dissonance Theory (CDT) voor dat het bewustzijn van twee inconsistente cognities (bijvoorbeeld overtuigingen of attitudes) een onaangename psychologische toestand veroorzaakt die motiveert tot het elimineren van één overtuiging door middel van cognitieve verandering. Daarnaast moet er sprake zijn van gedragsmatige commitment, omdat inconsistenties zonder implicaties waarschijnlijk geen dissonantie veroorzaken [1](#page=1).
#### 1.3.1 Actie-gebaseerd model (Action-based Model)
Een 'Action-based Model' is voorgesteld om die situaties te verklaren waarbij dissonantie effectieve en onbelemmerde actie bemoeilijkt en negatieve arousal veroorzaakt. Het gevolg hiervan is dat cognities in lijn worden gebracht met gedragsmatige commitments om CDT te verminderen [1](#page=1).
**Voorbeeld van CDT bij roken:**
Toenemend bewustzijn dat roken de vatbaarheid voor ernstige ziekte vergroot, kan een roker helpen om cognitieve verandering te ervaren [1](#page=1).
#### 1.3.2 CDT en gezondheidsbevordering (condoomgebruik)
Stone et al. demonstreerden de relevantie van CDT voor gezondheidsbevordering met betrekking tot condoomgebruik door vier interventiecondities te vergelijken: alleen informatieverstrekking; een (commitment-inducerende) bespreking met informatieverstrekking en gezondheidseducatie; een discussie over (bewustzijn-inducerende) herinnering aan eerdere mislukkingen; en een gecombineerde commitment- en bewustzijnsinducerende conditie. Na de interventie kregen alle deelnemers de gelegenheid om condooms te kopen. De gecombineerde conditie (gebaseerd op CDT) zou het moeilijk maken om de overtuiging dat condoomgebruik de moeite waard was te ontkennen. Dit komt door de overtuiging van het belang van condoomgebruik gecombineerd met een verhoogd bewustzijn van eigen eerdere mislukkingen, wat leidt tot cognitieve dissonantie. Men kan proberen dissonantie op te lossen door zich te distantiëren van eerdere mislukkingen en de intentie te bevestigen om in de toekomst condooms te gebruiken. Dit kan de cognitieve contradictie opgelost die door de 'bewustzijns'-conditie is gecreëerd [1](#page=1) .
**Belang van informatie en actie:**
Meer mensen in de gecombineerde groep maakten gebruik van de mogelijkheid om condooms te kopen dan mensen in de bewustzijnsgroep (82% versus 50%), wat aantoont dat het verstrekken van informatie belangrijk is, maar op zichzelf mogelijk niet voldoende is om tot actie te komen (aangezien slechts 44% van de informatie-alleen groep condooms kocht) [1](#page=1).
#### 1.3.3 Perceptuele barrières en controle
Hoewel de waargenomen gedragscontrole hoog was toen condooms gemakkelijk beschikbaar waren, is dit niet altijd het geval. Roken kan bijvoorbeeld ertoe leiden dat mensen moeite hebben zich van hun eerdere rookgedrag te distantiëren, waardoor ze niet besluiten te stoppen. In plaats daarvan kunnen ze dissonantie oplossen door overtuigingen over hun toekomstige vatbaarheid voor ziekte te veranderen. Ze kunnen zichzelf bijvoorbeeld overtuigen dat hun genetische samenstelling hen zal beschermen tegen de risico's van roken, of dat andere risico's betekenen dat ze toch vroegtijdig zullen sterven, ongeacht of ze roken. Het is daarom cruciaal om rekening te houden met waargenomen barrières en waargenomen controle wanneer men probeert mensen te helpen hun gedrag te veranderen. In sommige gevallen kan dit betekenen dat mensen nieuwe vaardigheden moeten leren voordat ze hun gedrag kunnen veranderen (bijvoorbeeld hoe ze smakelijke, voedzame maaltijden bereiden) [1](#page=1).
### 1.4 Verwerking van persuasieve boodschappen
Bij het communiceren van informatie is het belangrijk te beseffen dat mensen geen passieve ontvangers van informatie zijn. Ze kunnen actief bezig zijn met informatieverwerking, waarbij bestaande cognities beïnvloeden hoe nieuwe informatie wordt verwerkt. Effectieve communicatie heeft een dynamische aard die inhoudt dat een begrip van de huidige omstandigheden wordt getoond, en nieuwe informatie op een manier wordt gepresenteerd die aansluit bij iemands bestaande cognities. Als bestaande cognities nieuwe informatie niet incorporeren, moeten communicaties op een persuasieve manier worden gepresenteerd die nieuwe cognities ontwikkelt [1](#page=1).
#### 1.4.1 Het Elaboration Likelihood Model (ELM)
Het Elaboration Likelihood Model (ELM) stelt dat de mate waarin men persuasieve boodschappen cognitief uitwerkt, kan variëren, waarbij mensen ofwel de centrale of de perifere verwerkingsroute nemen. Centrale verwerking omvat het nadenken over de inhoud van de boodschap en het evalueren van de geldigheid ervan [1](#page=1).
> **Tip:** Begrijpen hoe mensen informatie verwerken is essentieel voor het ontwerpen van effectieve gezondheidsboodschappen. Beide modellen, HBM en TPB, benadrukken het belang van cognitieve factoren in gedragsverandering. CDT biedt een inzicht in hoe interne conflicten mensen kunnen motiveren tot verandering, of juist tot rationalisatie.
---
# Cognitieve dissonantie en de toepassing ervan in gezondheidsbevordering
Deze sectie onderzoekt hoe cognitieve dissonantietheorie kan worden toegepast om gedragsverandering te stimuleren, met name op het gebied van gezondheid [1](#page=1).
### 2.1 Cognitieve processen en gedragsbeïnvloeding
Cognitieve processen spelen een cruciale rol bij het bepalen van gedragingen die een positieve of negatieve impact hebben op de gezondheid. Diverse modellen zijn ontwikkeld om cognitieve constructen te begrijpen en te richten voor gedragsverandering [1](#page=1).
#### 2.1.1 Modellen voor gedragsverandering
* **Health Belief Model (HBM):** Dit model stelt dat gedragingen worden beïnvloed door de kosten en baten van een gedrag, de waargenomen vatbaarheid en ernst van een gerelateerde ziekte, signalen om actie te ondernemen, waargenomen controle over het gedrag, en de motivatie om het gedrag uit te voeren [1](#page=1).
* Een interventie gericht op het verhogen van mammografiebezoek bij vrouwen ouder dan 35 jaar toonde aan dat informatie-alleen of HBM-specifieke counseling alleen weinig effect hadden, maar de combinatie van beide tot vier keer effectiever was dan de controlegroep [1](#page=1).
* **Theory of Planned Behaviour (TPB):** Dit model stelt dat de uitvoering van een gedrag afhangt van de houding ten opzichte van het gedrag, sociale normen, waargenomen controle, en de intentie om het gedrag uit te voeren [1](#page=1).
* Interventies die zich richten op TPB-constructen hebben succesvol gedragsveranderingen teweeggebracht op het gebied van lichaamsbeweging, zaadbalkanker zelfonderzoek en beschermend seksueel gedrag [1](#page=1).
> **Tip:** Interventies die gericht zijn op het veranderen van cognities kunnen effectief gedragsverandering beïnvloeden [1](#page=1).
### 2.2 Cognitieve dissonantietheorie (CDT)
Festinger's Cognitieve Dissonantietheorie (CDT) stelt dat het bewustzijn van twee inconsistente cognities (zoals overtuigingen of attitudes) een onaangename psychologische toestand veroorzaakt die motiveert tot de eliminatie van één overtuiging door middel van cognitieve verandering. Gedragsmatige toewijding is essentieel, omdat inconsistenties zonder implicaties waarschijnlijk geen dissonantie veroorzaken [1](#page=1).
#### 2.2.1 Actie-gebaseerd model
Een 'Action-based Model' (Harmon-Jones, Amodio en Harmon-Jones, 2009) is voorgesteld om situaties te verklaren waarin dissonantie effectieve en onbelemmerde actie verstoort en negatieve arousal veroorzaakt. Dit leidt ertoe dat cognities in lijn worden gebracht met gedragsmatige toewijdingen om CDT te verminderen [1](#page=1).
> **Voorbeeld:** Verhoogd bewustzijn dat roken iemands vatbaarheid voor ernstige ziekten vergroot, kan een roker helpen om cognitieve verandering te ervaren [1](#page=1).
#### 2.2.2 Toepassing in gezondheidsbevordering
Stone et al. toonden de relevantie van CDT voor gezondheidsbevordering aan met betrekking tot condoomgebruik door vier interventiecondities te vergelijken [1](#page=1):
1. Informatievoorziening alleen.
2. Een (toewijding-inducerende) presentatie met informatievoorziening en gezondheidseducatie.
3. Een discussie over (bewustzijn-inducerende) herinneringen aan eerdere mislukkingen.
4. Een gecombineerde toewijding- en bewustzijns-inducerende conditie.
Na de interventie kregen alle deelnemers de gelegenheid om condooms te kopen [1](#page=1).
* Het genereren van toewijding en het vergroten van het bewustzijn van eerdere mislukkingen leidde tot hogere condoomaankopen dan de andere drie strategieën [1](#page=1).
* De gecombineerde conditie, gebaseerd op CDT, zou het moeilijk maken om de overtuiging dat condoomgebruik waardevol was te ontkennen. Dit kwam door de overtuiging van het belang van condoomgebruik, gecombineerd met een verhoogd bewustzijn van eigen eerdere mislukkingen, wat cognitieve dissonantie veroorzaakte [1](#page=1).
* Men kan proberen dissonantie op te lossen door zich te distantiëren van eerdere mislukkingen en de intentie te bevestigen om in de toekomst condooms te gebruiken. Dit kan de cognitieve contradictie oplossen die door de 'bewustzijn'-conditie werd gecreëerd [1](#page=1).
* Meer mensen in de gecombineerde groep kochten condooms dan in de bewustzijnsgroep (82% versus 50%). Dit toont aan dat het verstrekken van informatie belangrijk is, maar op zichzelf mogelijk niet voldoende om tot actie te leiden (aangezien slechts 44% van de informatie-alleen groep condooms kocht) [1](#page=1).
> **Voorbeeld:** Hoewel de waargenomen gedragscontrole hoog was omdat condooms gemakkelijk verkrijgbaar waren, is dit niet altijd het geval. Rokers kunnen bijvoorbeeld moeite hebben zich te distantiëren van hun eerdere rookgedrag en daarom niet stoppen. In plaats daarvan kunnen ze dissonantie oplossen door hun overtuigingen over hun toekomstige vatbaarheid voor ziekten te veranderen. Ze kunnen zichzelf ervan overtuigen dat hun genetische aanleg hen zal beschermen tegen de risico's van roken, of dat andere risico's betekenen dat ze voortijdig zullen sterven, ongeacht of ze roken [1](#page=1).
> **Tip:** Het is cruciaal om rekening te houden met waargenomen barrières en waargenomen controle bij het proberen mensen te helpen hun gedrag te veranderen. In sommige gevallen kan dit betekenen dat mensen nieuwe vaardigheden moeten leren voordat ze hun gedrag kunnen veranderen, bijvoorbeeld hoe ze smakelijke, voedzame maaltijden bereiden [1](#page=1).
### 2.3 Hoe mensen persuasieve boodschappen verwerken
Bij het communiceren van informatie is het belangrijk om te erkennen dat mensen geen passieve ontvangers zijn. Ze kunnen actief informatie verwerken, waarbij bestaande cognities van invloed zijn op hoe nieuwe informatie wordt verwerkt. Effectieve communicatie is dynamisch en vereist begrip van de huidige omstandigheden, waarbij nieuwe informatie wordt gepresenteerd op een manier die aansluit bij bestaande cognities. Als bestaande cognities nieuwe informatie niet integreren, moeten communicaties persuasief worden gepresenteerd om nieuwe cognities te ontwikkelen [1](#page=1).
#### 2.3.1 Elaboration Likelihood Model (ELM)
Het Elaboration Likelihood Model (ELM) (Petty en Cacioppo, 1986) stelt dat de mate waarin iemand cognitief nadenkt over persuasieve boodschappen kan variëren, waarbij mensen de centrale of de perifere verwerkingsroute nemen. Centrale verwerking omvat het nadenken over de inhoud van de boodschap en het evalueren van de argumenten [1](#page=1).
---
# Verwerking van persuasieve boodschappen
Dit onderwerp verklaart hoe individuen persuasieve boodschappen verwerken via de centrale of perifere route, en hoe dit de effectiviteit van gezondheidsboodschappen beïnvloedt.
### 3.1 Het Elaboration Likelihood Model (ELM)
Het Elaboration Likelihood Model (ELM) is een theorie die beschrijft hoe de mate waarin mensen cognitief nadenken over persuasieve boodschappen kan variëren. Volgens het ELM kunnen mensen persuasieve boodschappen op twee verschillende manieren verwerken: via de centrale route of de perifere route [1](#page=1) [2](#page=2).
#### 3.1.1 De centrale route
Centrale route verwerking houdt in dat men de inhoud van de boodschap overweegt en de argumenten evalueert op basis van bestaande kennis. Deze benadering leidt het meest waarschijnlijk tot langdurige veranderingen in houding en gedrag, omdat nieuwe informatie wordt gekoppeld aan bestaande kennis en overtuigingen. Dit proces vereist echter dat de ontvanger bereid en in staat is de benodigde cognitieve middelen te besteden. Goede voorkennis is essentieel voor de centrale route verwerking van gezondheidsboodschappen [1](#page=1) [2](#page=2).
#### 3.1.2 De perifere route
Als iemand onwillig of niet in staat is de cognitieve middelen voor centrale verwerking te leveren, kan deze de perifere route gebruiken. Bij perifere verwerking worden beslissingen genomen zonder een adequate evaluatie van de argumenten. Dit leidt minder waarschijnlijk tot duurzame veranderingen, omdat nieuwe informatie niet aan bestaande kennis wordt gekoppeld. Factoren zoals tijdsdruk of het gevoel dat een onderwerp niet relevant is, kunnen ertoe leiden dat mensen op basis van hun gevoel bij de boodschap beslissingen nemen of gebruik maken van eenvoudige heuristieken, zoals autoriteit ('De dokter is een expert, dus ze heeft gelijk') of consensus ('Als de meerderheid het ermee eens is, is het waarschijnlijk juist'). Perifere verwerking is gevoeliger voor beïnvloeding door zwakke argumenten, juist door een gebrek aan evaluatie [1](#page=1) [2](#page=2).
> **Tip:** Voor effectieve gezondheidsboodschappen is het cruciaal om de ontvanger te motiveren en de mogelijkheid te geven tot centrale route verwerking.
#### 3.1.3 Invloed op gezondheidsboodschappen
Om mensen te overtuigen van gezondheidsbevorderende boodschappen, moet men de gelegenheid en motivatie hebben om centrale route verwerking toe te passen. Een gebrek aan kennis en begrip van de boodschap kan een belangrijke barrière vormen [2](#page=2).
Terwijl centrale verwerking moet leiden tot het verwerpen van zwakke argumenten, kan perifere verwerking eerder tot overtuiging leiden door een gebrek aan argumentevaluatie. Onderzoek van Wood et al. toonde aan dat individuen met goede voorkennis sterke argumenten nodig hadden om hun houding te veranderen, terwijl individuen met slechte voorkennis, die waarschijnlijk perifere verwerking gebruikten, evenveel overtuigd waren door zwakke als door sterke boodschappen [2](#page=2).
> **Voorbeeld:** Een gezondheidsboodschap over de gevaren van roken die gericht is op een publiek met weinig kennis over tabaksgerelateerde ziekten, kan effectiever zijn met perifere cues zoals aantrekkelijke afbeeldingen of de mening van een bekende persoon, dan met complexe statistieken (die beter passen bij centrale route verwerking voor een geïnformeerd publiek).
Het aanmoedigen van mensen om meer verantwoordelijkheid te nemen voor hun gezondheid wordt gefaciliteerd wanneer zij goede kennis ontwikkelen. Het presenteren van goed geïnformeerde boodschappen aan welingelichte personen, op een manier die hen in staat stelt zich te concentreren en de informatie te herzien, zal de cognitieve verwerking en overtuiging vergroten. Het overtuigen van mensen van een nieuw standpunt en dit vervolgens contrasteren met hun huidige gedrag kan cognitieve dissonantie genereren en zo verandering motiveren. Gedragsverandering is echter waarschijnlijk alleen het gevolg van veranderingen in houding en motivatie wanneer mensen vertrouwen hebben in hun vermogen om te veranderen en dit op een ondersteunde en geleidelijke manier kunnen doen. Indien dit niet mogelijk is, kunnen mensen gezondheidsbevorderende boodschappen afwijzen en hun houding ten opzichte van risicovol gedrag herbevestigen [2](#page=2).
Het verstrekken van informatie alleen is onwaarschijnlijk om gedrag te veranderen, maar kennis is belangrijk voor de centrale route verwerking van gezondheidsrelevante boodschappen. Informatie, motivatie en gedragsvaardigheden zijn derhalve cruciaal voor succesvolle gedragsverandering [2](#page=2).
---
# Factoren die gedragsverandering beïnvloeden
Factoren die gedragsverandering beïnvloeden omvatten de manier waarop mensen informatie verwerken, hun motivatie en de ontwikkeling van gedragsvaardigheden, waarbij kennis een cruciale rol speelt bij het begrijpen van gezondheidsboodschappen.
### 4.1 Informatieverwerking en overtuiging
Het verwerken van overtuigende boodschappen kan via twee routes verlopen: de centrale route en de perifere route [2](#page=2).
#### 4.1.1 De centrale route van informatieverwerking
* De centrale route houdt in dat argumenten worden verwerkt op basis van bestaande kennis [2](#page=2).
* Deze route is het meest waarschijnlijk om te leiden tot langdurige veranderingen in attitudes en gedrag [2](#page=2).
* Voor succesvolle centrale verwerking is de gelegenheid en motivatie nodig om zich met de boodschap bezig te houden [2](#page=2).
* Een gebrek aan kennis en begrip van de boodschap kan een belangrijke barrière vormen voor centrale route verwerking [2](#page=2).
* Wanneer mensen goed geïnformeerd zijn en de boodschap relevant vinden, zal het presenteren van goed onderbouwde argumenten de cognitieve verwerking en overtuiging verbeteren [2](#page=2).
#### 4.1.2 De perifere route van informatieverwerking
* Perifere verwerking vindt plaats wanneer men onwillig of onbekwaam is om de cognitieve middelen te leveren die nodig zijn voor centrale verwerking [2](#page=2).
* Beslissingen worden genomen zonder adequate analyse of evaluatie van argumenten, wat minder waarschijnlijk leidt tot duurzame verandering [2](#page=2).
* Nieuwe informatie wordt niet gekoppeld aan bestaande kennis en overtuigingen [2](#page=2).
* Factoren zoals tijdsdruk of het gevoel dat een onderwerp niet relevant is, kunnen leiden tot perifere verwerking [2](#page=2).
* Beslissingen kunnen gebaseerd zijn op gevoelens over de boodschap of op eenvoudige vuistregels, zoals expertise-accuraatheid (bv. "De arts is een expert, dus ze heeft gelijk") of consensus-accuraatheid (bv. "Als de meerderheid het ermee eens is, is het waarschijnlijk juist") [2](#page=2).
* Perifere verwerking is vatbaarder voor overtuiging door de zwakte van argumenten, in plaats van door de inhoud ervan [2](#page=2).
#### 4.1.3 Kennis en argumentsterkte
* Experimenten zoals dat van Wood et al. tonen aan dat individuen met goede voorkennis sterke argumenten nodig hebben om hun attitude te veranderen [2](#page=2).
* Individuen met slechte voorkennis, die waarschijnlijk perifere verwerking toepassen, worden evenzeer overtuigd door zowel zwakke als sterke boodschappen [2](#page=2).
> **Tip:** Het begrijpen van de verwerkingsroute die iemand gebruikt, helpt bij het aanpassen van gezondheidsboodschappen voor maximale effectiviteit.
> **Voorbeeld:** Een patiënt die veel kennis heeft over diabetes zal meer geneigd zijn om een boodschap over een nieuw dieet te verwerken via de centrale route, terwijl iemand met weinig kennis mogelijk meer beïnvloed wordt door de presentatie of de mening van een autoriteit.
### 4.2 De rol van kennis, motivatie en vaardigheden
Succesvolle gedragsverandering vereist een combinatie van informatie, motivatie en gedragsvaardigheden [2](#page=2).
* **Kennis:** Kennis over hoe het lichaam werkt, de betekenis van symptomen en de werking van medicatie is essentieel voor gezondheidszorgdoeleinden, zoals het aanmoedigen van zelfzorg [2](#page=2).
* **Motivatie:** Het creëren van cognitieve dissonantie – het besef van twee tegenstrijdige cognities – kan een onaangename psychologische toestand veroorzaken die men wil elimineren. Het contrasteren van een overtuigd nieuw standpunt met huidig gedrag kan deze dissonantie opwekken en verandering motiveren [2](#page=2).
* **Gedragsvaardigheden:** Mensen hebben vertrouwen nodig in hun vermogen om te veranderen en moeten dit kunnen doen op een ondersteunde en geleidelijke manier [2](#page=2).
### 4.3 Barrières voor gedragsverandering
Indien er geen vertrouwen is in het vermogen tot verandering of indien dit niet op een ondersteunende wijze kan plaatsvinden, kunnen mensen gezondheidsbevorderende boodschappen afwijzen en attituden die verband houden met risicovol gedrag herbevestigen [2](#page=2).
### 4.4 Cognitieve dissonantie theorie
* Deze theorie stelt dat het bewustzijn van twee inconsistente cognities leidt tot een aversieve psychologische toestand [2](#page=2).
* Men is gemotiveerd om deze toestand te elimineren [2](#page=2).
* Attitude verandering kan worden opgeroepen door cognitieve dissonantie [2](#page=2).
* Als gedragsverandering echter als moeilijk wordt ervaren, kunnen mensen gezondheidsbevorderende boodschappen afwijzen in plaats van hun intenties te wijzigen [2](#page=2).
### 4.5 Case study: Steven
De case study van Steven illustreert de toepassing van deze principes [2](#page=2).
* Steven, een obese man met type 2 diabetes, worstelt met gewichtsbeheersing ondanks eerdere informatie van de diëtetiekdienst [2](#page=2).
* Zijn gebrek aan medische complicaties bemoeilijkte het vasthouden aan veranderingen [2](#page=2).
* In een gezondheidspsychologie kliniek werd zijn gedrag geanalyseerd, en de fysieke, mentale en emotionele voor- en nadelen van zijn huidige en potentiële gewoonten werden besproken [2](#page=2).
* Hij werd geïnformeerd over zijn langetermijnziektegevoeligheid en de ernst van complicaties bij het aanhouden of veranderen van zijn eetgewoonten [2](#page=2).
* De focus lag op het erkennen van angst als oorzaak van terugval, het normaliseren van dit proces, en het plannen van strategieën om terugval en barrières (bv. kleinere porties afhaalmaaltijden) te overwinnen [2](#page=2).
* Steven kreeg advies om een diabetesgroep bij te wonen voor peer support en een 6-weeks voedingsprogramma voor specifieke informatie en praktische lessen [2](#page=2).
* Er werden realistische plannen gemaakt voor geleidelijke en duurzame veranderingen in zijn eetgewoonten, waarna hij de volgende dag begon met zijn nieuwe levensstijl [2](#page=2).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Health Belief Model (HBM) | Een psychologisch model dat stelt dat gezondheidsgedrag wordt beïnvloed door de kosten en baten van het gedrag, de perceptie van vatbaarheid en ernst van een ziekte, aanwijzingen voor actie, waargenomen controle over het gedrag en motivatie. |
| Theory of Planned Behaviour (TPB) | Dit theoretische kader suggereert dat gedragsintentie wordt bepaald door iemands houding ten opzichte van het gedrag, subjectieve normen en waargenomen gedragscontrole, wat leidt tot de uitvoering van het gedrag. |
| Cognitieve Dissonantietheorie (CDT) | Deze theorie postuleert dat het bewustzijn van twee inconsistente cognities een onaangename psychologische toestand veroorzaakt die motiveert tot het elimineren van een van de overtuigingen door middel van cognitieve verandering, met name wanneer gedragscommitment aanwezig is. |
| Elaboration Likelihood Model (ELM) | Een theorie die beschrijft hoe mensen persuasieve boodschappen verwerken door middel van de centrale route (diepgaande analyse van de inhoud) of de perifere route (oppervlakkige verwerking gebaseerd op heuristieken), waarbij de centrale route leidt tot duurzamere attitude- en gedragsveranderingen. |
| Centraal cognitief proces | Een methode van informatieverwerking waarbij de nadruk ligt op de inhoud van een boodschap en de evaluatie van argumenten op basis van bestaande kennis, wat waarschijnlijk leidt tot langdurige veranderingen in houding en actie. |
| Perifere cognitief proces | Een methode van informatieverwerking waarbij beslissingen worden genomen zonder diepgaande evaluatie van argumenten, vaak gebaseerd op oppervlakkige aanwijzingen zoals deskundigheid of consensus, wat minder waarschijnlijk leidt tot duurzame verandering. |
| Gedragscommitment | De mate waarin iemand zich heeft verbonden tot het uitvoeren van een bepaald gedrag, wat essentieel is voor het genereren van cognitieve dissonantie wanneer dit gedrag inconsistent is met bestaande overtuigingen. |
| Waargenomen gedragscontrole | De perceptie van een individu over hoe gemakkelijk of moeilijk het is om een bepaald gedrag uit te voeren, wat een belangrijke determinant is van de intentie en de daadwerkelijke uitvoering van dat gedrag. |