Cover
立即免费开始 OG 8.docx
Summary
## Zwangerschapsdiabetes
Zwangerschapsdiabetes (ZDM) is een vorm van glucose-intolerantie die ontstaat of wordt ontdekt tijdens de zwangerschap, meestal na de 20e zwangerschapsweek. Dit wordt veroorzaakt door hormonale veranderingen, met name door hormonen geproduceerd door de placenta, die de insulinegevoeligheid van het lichaam verminderen. In een normale zwangerschap produceert de pancreas (alvleesklier) meer insuline om dit tegen te gaan. Bij ZDM kan de pancreas deze verhoogde vraag niet bijbenen, wat leidt tot een ophoping van glucose in het bloed (hyperglycemie).
### Oorzaken en risicofactoren
De ernst van ZDM is afhankelijk van de beschikbare bètacelreserves van de moeder. Genetische aanleg, overgewicht of obesitas vóór de zwangerschap, een hoge maternale leeftijd (boven 30 jaar), een familiale voorgeschiedenis van diabetes type 2, eerdere zwangerschapsdiabetes, eerdere foetale macrosomie, behoren tot de belangrijkste risicofactoren. Ook etniciteit, een hoog geboortegewicht bij de moeder zelf, metabool syndroom (hypertensie en dyslipidemie), PCOS, corticosteroïdgebruik, roken en een voorgeschiedenis van onverklaarbare intra-uteriene vruchtdood of meerlingen verhogen het risico.
### Screening en diagnose
De screening en diagnose van ZDM zijn afhankelijk van de aanwezigheid van risicofactoren.
* **Zonder risicofactoren:** Routine-screening is meestal niet nodig, maar alertheid blijft geboden.
* **Met risicofactoren:** Zoals BMI >30, eerdere ZDM, of familiale anamnese van diabetes type 2, is screening geïndiceerd.
### Beleid en Behandeling
Het primaire doel van de behandeling is het bereiken van normale glycemiëen en het minimaliseren van schommelingen, om zo de gezondheid van zowel moeder als foetus te waarborgen. Overmatige gewichtstoename moet worden vermeden, maar een dieet gericht op vermagering is gecontra-indiceerd, omdat dit schadelijke stoffen kan vrijgeven.
#### Prenataal beleid
1. **Regelmatige opvolging:** Door een gynaecoloog of endocrinoloog en een diëtist.
2. **Educatie:** Uitleg over ZDM, de lange-termijnkansen op het ontwikkelen van diabetes type 2, en het belang van levenslange opvolging.
3. **Zelfmonitoring:** Patiënten leren bloedglucosewaarden te meten (vingerprikken) en deze door te geven.
4. **Diabetesconventie:** Een multidisciplinair team (endocrinoloog, verpleegkundige) biedt ondersteuning.
5. **Dieettherapie:** Consultatie bij een diëtist voor een dieetplan. Dit omvat een verdeling van energie-inname (ca. 1800 kcal/dag of 25 kcal/kg/dag), waarbij 50-60% koolhydraten met een lage glycemische index, 30% vetten (waarvan 10% verzadigde vetten), en minder dan 20% eiwitten. Vezelrijke voeding wordt aangemoedigd.
6. **Medicatie:**
* **Metformine:** Een orale medicatie die veilig is tijdens de zwangerschap en de insulinegevoeligheid verbetert. Het wordt niet altijd als eerste keus beschouwd vanwege mogelijke schommelingen in de bloedsuikerspiegel. Het is echter een goede optie voor vrouwen met obesitas.
* **Insuline:** Wordt ingezet als dieetmaatregelen onvoldoende zijn om de bloedsuikers te reguleren. De zwangerschap vereist nauwkeurige opvolging door het diabetesteam en de gynaecoloog.
7. **Streefwaarden:**
* HbA1c: minder dan 6%.
* Capillaire glucose nuchter: minder dan 90 mg/dl.
* 1 uur postprandiaal: minder dan 140 mg/dl.
* 2 uur postprandiaal: minder dan 120 mg/dl.
8. **Levensstijlinterventies:** Stoppen met roken en regelmatige, matige lichaamsbeweging (30 minuten, 5x per week) zijn essentieel voor een betere insulinegevoeligheid en controle van de bloedsuikerwaarden.
9. **Opname:** Soms noodzakelijk voor observatie bij complicaties, waarbij het dieet en insulineschema worden voortgezet. Een 8-puntsglycemieprofiel (nuchter, 1u postprandiaal, voor slapen en 2u 's nachts) kan worden uitgevoerd.
10. **Tocolyse en longrijping:** Medicatie zoals Nifedipine en Atosiban kan gebruikt worden voor weeënremming, en corticosteroïden (zoals Aacidexam) voor longrijping bij dreigende vroeggeboorte. Corticosteroïden kunnen hyperglycemie veroorzaken, wat extra insuline-aanpassing vereist.
11. **Cardiotocografie (CTG):** Wekelijkse of tweewekelijkse CTG-controles vanaf 32 weken ter preventie van postdatisme.
#### Intrapartum beleid
* **Inductie:** Gepland tussen 38 en 41 weken zwangerschap.
* **Glycemiecontrole:** Elk uur capillair tijdens de bevalling, met bijhorende insuline-aanpassingen.
* **Intraveneuze (IV) insuline:** Kan nodig zijn bij patiënten die al insuline gebruiken, vaak in combinatie met een glucose-infuus.
#### Postpartum beleid
* **Borstvoeding:** Aangeraden, en kan het risico op diabetes bij moeder en kind verminderen.
* **Glycemiecontrole:** Stoppen van insuline na de bevalling door het wegvallen van de placentale hormonale invloed. Een 4-puntsglycemieprofiel in de eerste 24 uur postpartum is gebruikelijk. Verdere thuiscontrole door de patiënt is meestal niet nodig, tenzij geïndiceerd.
* **OGTT (Oraal Tolerantie Test):** 3 maanden na de bevalling wordt een OGTT uitgevoerd om de glucosemetabolisme te evalueren.
* **Levensstijl:** Voortzetten van een gezonde levensstijl en opvolging door een arts gedurende het eerste jaar.
* **Anticonceptie:** Hormonale anticonceptie met oestrogenen wordt afgeraden vanwege een verhoogd risico op trombose.
### Complicaties en Gevolgen
#### Mama
* **Directe complicaties:** Macrosomie (wat leidt tot problemen bij de bevalling zoals sectio of schouderdystocie), polyhydramnion (verhoogd risico op vroeggeboorte), hypertensie en pre-eclampsie, urineweginfecties, schade aan bloedvaten, ogen en nieren (vooral bij langdurige hyperglycemie of behandeling met insuline), placenta solutio.
* **Verloskundige complicaties:** Sectio, problemen bij de bevalling, wondinfecties, PPROM.
* **Lange-termijn complicaties:** Verhoogde kans op zwangerschapsdiabetes in volgende zwangerschappen, 50% kans op het ontwikkelen van diabetes type 2 en hart- en vaatziekten binnen 10 jaar.
#### Baby
* **Korte-termijn complicaties:** Hypoglycemie, hyperbilirubinemie (geelzucht door onrijpe lever), hypocalciëmie, respiratoir distress syndroom (ademhalingsproblemen door tragere longlediging), polycytemie (te veel rode bloedcellen), macrosomie, schouderdystocie en schouderontwrichting, complicaties rond de geboorte (vroeggeboorte, instrumentale bevalling).
* **Lange-termijn complicaties:** Diabetes en overgewicht op latere leeftijd, aangeboren afwijkingen (hart, nieren, urinewegen, rug) vooral bij maternale hyperglycemie en eventuele medicatie.
## Obesitas
Obesitas, gedefinieerd als een abnormale of overmatige ophoping van vet met een negatieve invloed op de gezondheid (BMI ≥ 30 kg/m²), verhoogt het risico op diverse complicaties tijdens de zwangerschap en bevalling.
### Risico's
* **Preconceptioneel:** Subfertiliteit, miskraam, moeilijker gewichtsverlies na de zwangerschap.
* **Zwangerschap:** Miskraam, moeilijkheden bij echoscopie, zwangerschapsdiabetes, pre-eclampsie, macrosomie, hypertensie.
* **Partus:** Niet vorderende arbeid, sectio, verlengde arbeid, schouderdystocie, moeilijkheden bij anesthesie (intubatie, epidurale/spinale katheterplaatsing), nood aan speciale medische apparatuur, meer postterme zwangerschappen.
* **Postpartum:** Postpartum hemorragie (PPH), wondinfecties, dehiscensie (wondbreuk), endometritis, veneuze trombo-embolie, verhoogd gewicht bij kinderen en verhoogd risico op obesitas bij kinderen, cardiovasculaire aandoeningen op latere leeftijd, tragere gewichtsafname postpartum, obstructief slaapapneu.
### Begeleiding van zwangere vrouwen met obesitas
#### Preconceptioneel
* **Gewichtsafname:** Streven naar een gewichtsverlies van 10% vóór de zwangerschap kan de vruchtbaarheid verbeteren en risico's verkleinen.
* **Foliumzuur:** 4 mg/dag vanaf 1 maand vóór conceptie tot week 12 van de zwangerschap, ter preventie van neurale buisdefecten.
* **Vitamine D:** 10 mcg/dag.
* **Gedragsveranderingen:** Vermijden van anti-obesitasmedicatie en informatie over de beperkingen van echoscopie bij ernstig overgewicht.
#### Prenataal
* **Focus op gezonde levensstijl:** Niet op gewichtstoename.
* **Diëtist:** Inschakelen bij forse gewichtstoename.
* **Aerobe lichaamsbeweging:** Aanbevolen.
* **Structurele echografie:** Hogere kans op het missen van afwijkingen, extra voorzichtigheid is geboden.
* **Screening ZDM:** Verhoogd risico, dus OGTT wordt aanbevolen.
* **Laboratoriumonderzoek:** Elk trimester, met aandacht voor vitaminen, mineralen en ijzer.
* **Bloeddrukcontrole:** Met aangepaste bloeddrukmanchetten.
* **Inductie:** Maximaal bij 40 weken, vaak vroeger door bijkomende complicaties.
#### Partus
* **Arbeid en bevalling:** Moeilijkheden met registratie van contracties en foetale hartslag, verhoogd risico op het gebruik van intra-uteriene metingen of scalp-elektroden. Voorbereidheid op schouderdystocie is cruciaal.
#### Postpartum
* **Gezonde levensstijl:** Starten 6 weken na bevalling.
* **Voedingsbegeleiding en fysieke activiteit:** Belangrijk voor herstel en toekomstige gezondheid.
* **Trombosepreventie:** Overwegen van heparine, TED-sokken, en mobilisatie.
* **Anticonceptie:** Hormonale anticonceptie met oestrogenen wordt afgeraden; staafjes en hormoonspiraaltjes zijn veiliger opties.
### Bariatrische Chirurgie
Bariatrische chirurgie, zoals een gastric bypass of gastric sleeve, kan de fertiliteit verbeteren en het risico op zwangerschapscomplicaties verminderen. Echter, zwangerschap wordt idealiter uitgesteld met minstens 24 maanden na de ingreep om voedingstekorten en chirurgische complicaties te minimaliseren.
#### Preconceptioneel beleid
* **Timing van zwangerschap:** Uitstellen ≥1–2 jaar na ingreep.
* **Gewicht en hormonale status:** Geen zwangerschap bij instabiel gewicht.
* **Voeding en supplementen:** Starten met multivitaminen speciaal voor bariatrische patiënten, met aandacht voor vitamine B12, foliumzuur, ijzer, vetoplosbare vitamines en eiwitten. Regelmatige bloedcontroles zijn essentieel.
#### Prenataal beleid
* **Voedingsstatus en opvolging:** Elk trimester bloedonderzoek, begeleiding door een gespecialiseerde voedingsdeskundige. Monitoring van dumping-syndroom.
* **Zwangerschapscomplicaties:** Verhoogd risico op ZDM (OGTT afgeraden bij gastric bypass, alternatieven zijn nuchtere glucose, 2-u postprandiale glucose, glucose-dagcurve), SGA (Small for Gestational Age).
* **Groeiecho's:** Vaker geïndiceerd vanwege verhoogd risico op SGA.
* **Eetgedrag:** Bespreken van gewichtstoename, kleinere maaltijden, vermijden van cafeïne en alcohol, alertheid op verstoord eetgedrag.
* **Verwijzing bij complicaties:** Bij buikpijn, interne herniatie of galsteenlijden.
#### Intrapartum beleid
* **Inductie:** Tussen 39–40 weken, tenzij normale zwangerschap. Bariatrische ingreep is geen indicatie voor een sectio.
#### Postpartum beleid
* **Voeding en supplementen:** Borstvoeding aanbevolen. Aandacht voor anemie en verdere suppletie.
* **Monitoring:** Bloedonderzoek moeder elke 3 maanden tijdens lactatie.
* **Anticonceptie:** Niet-orale hormonale of niet-hormonale methoden aanbevolen.
## Diabetes Mellitus
Diabetes Mellitus is een chronische aandoening gekenmerkt door een verhoogd bloedsuikergehalte, veroorzaakt door problemen met de insulineproductie of -werking.
### Diabetes type 1
Een auto-immuunziekte waarbij het lichaam zelf geen of nauwelijks insuline produceert. Behandeling vereist altijd insulinetoediening.
### Diabetes type 2
Ontstaat door insulineresistentie en/of een relatief tekort aan insuline. Risicofactoren zijn leeftijd, erfelijkheid, ongezonde levensstijl en overgewicht/obesitas.
### Beleid en Aandachtspunten
#### Preconceptioneel
* **Doel:** Optimale bloedsuikerregeling vóór de zwangerschap (HbA1c < 6,5%) om aangeboren afwijkingen, miskramen en doodgeboortes te voorkomen.
* **Voorlichting:** Over voeding, leefstijl, diabeteseducatie en zelfzorg.
* **Medicatie:** Controle op veilige medicatie tijdens zwangerschap. ACE-remmers, ARB's en statines zijn gecontra-indiceerd.
* **Screening:** Voetenonderzoek, oogonderzoek, nierfunctie, schildklierfunctie.
* **Vaccinaties:** Volgens richtlijnen.
#### Prenataal
* **Zwangerschap en glucosefysiologie:** Veranderende insulinegevoeligheid gedurende de zwangerschap vereist continue aanpassing van de behandeling. Begin zwangerschap verhoogd risico op hypoglycemie; tweede en derde trimester toenemende insulineresistentie.
* **Bloedglucosemonitoring:** Individueel schema, met strikte streefwaarden voor nuchtere en postprandiale glucose.
* Nuchter: < 5,3 mmol/l
* 1 uur postprandiaal: < 7,8 mmol/l
* 2 uur postprandiaal: < 6,4 mmol/l
* **Medicatie:** Veilige medicatie tijdens zwangerschap (bv. methyldopa, nifedipine).
* **Foetale monitoring:** Groei- en vruchtwatercontrole, echo's vanaf 28 weken.
#### Arbeid en Bevalling
* **Strikte glycemiecontrole:** Elke 1 uur tijdens actieve arbeid met streefwaarden van 4–7 mmol/l.
* **Timing en wijze van bevalling:** Bespreken van inductie of sectio, afhankelijk van het type diabetes, complicaties en zwangerschapsduur.
* **Anesthesie:** Aangepaste aanpak bij comorbiditeiten zoals obesitas.
#### Postpartum
* **Neonatale zorg:** Monitoring van bloedglucose bij pasgeborenen van moeders met diabetes. Preventie en behandeling van neonatale hypoglycemie.
* **Maternale glycemieoptimalisatie:** Belangrijk om neonatale glycemieschommelingen te beperken.
* **Postpartum beleid moeder:** Voortzetten diabetesdieet, evaluatie van medicatiebehoefte.
### Complicaties (Algemeen)
#### Mama
* **Acute complicaties:** Hypoglycemie (te lage bloedsuiker) en hyperglycemie (te hoge bloedsuiker), wat kan leiden tot ketoacidose (levensbedreigend, vooral bij type 1).
* **Chronische complicaties:** Schade aan bloedvaten met risico op hart- en vaatziekten, nierschade, oogproblemen (retinopathie), zenuwschade.
#### Kind
* **Risico's:** Verhoogd risico op macrosomie, hypoglycemie na geboorte, geelzucht, ademhalingsproblemen, opname op de NICU, vroeggeboorte, perinatale sterfte.
### Specifieke Complicaties per Diabetes Type
* **Type 1:** Hoog risico op hypoglycemie, ketoacidose, progressie van diabetische retinopathie. Verhoogd risico op aangeboren afwijkingen en macrosomie bij de baby.
* **Type 2:** Vaak gecombineerd met overgewicht en hypertensie. Verhoogd risico op pre-eclampsie en sectio. Kind heeft verhoogd risico op perinatale sterfte en aangeboren afwijkingen.
* **Zwangerschapsdiabetes (ZDM):** Verhoogd risico op pre-eclampsie, sectio. Belangrijkste lange-termijn risico voor de moeder is de ontwikkeling van diabetes type 2. Kind heeft verhoogd risico op macrosomie en gerelateerde complicaties, en op lange termijn op obesitas en diabetes type 2.
## Inductie van de bevalling
De inductie van de bevalling wordt overwogen bij zwangerschappen die 37 weken overschrijden, met als doel de risico's van post-term zwangerschap te beperken.
### Methoden van inductie
* **Onrijpe cervix (Bishop ≤ 6):** Farmacologische (bv. PGE2 vaginaal, misoprostol oraal) of mechanische inductie. Orale misoprostol heeft voordelen qua veiligheid en gebruiksgemak.
* **Rijpe cervix:** Amniotomie (vroeg breken van de vliezen) gevolgd door oxytocine is de standaardprocedure.
### Specifieke Indicaties voor Inductie
* **PROM:** Vroege inductie (binnen 6-12 uur) vermindert infectierisico's.
* **Foetale macrosomie:** Inductie kan overwogen worden, maar het voordeel is klein en het risico op sectio niet significant verhoogd.
* **Hoge maternale leeftijd (>40 jaar):** Overweeg inductie tussen 39-40 weken om het risico op doodgeboorte te verlagen.
* **Postterme zwangerschap:** Uiterlijk bij 41 weken inductie bij ongecompliceerde zwangerschap. Vanaf 40 weken zijn frequente CTG- en echo-controles geïndiceerd.
### Voorafgaand gesprek en patiëntautonomie
Een grondig gesprek over de opties (afwachten, inductie, geplande sectio) is essentieel. De patiënte heeft het recht om een inleiding te vragen, uit te stellen of te weigeren.
### Belangrijke Aanbevelingen
* De reden voor inductie moet in het dossier worden opgenomen.
* Informed consent is verplicht.
* Rekening houden met de wensen van de patiënte en voldoende tijd voorzien voor vragen.
## Complicaties: Mama en Baby
## Obesitas
Overgewicht en obesitas tijdens de zwangerschap verhogen het risico op diverse complicaties voor zowel moeder als kind.
### Belangrijkste boodschap
Hoewel de meeste vrouwen met overgewicht een normale zwangerschap en gezonde baby's hebben, is het cruciaal om bewust te zijn van de verhoogde risico's en samen te werken met zorgverleners om deze te minimaliseren.
### Risicofactoren
* **Preconceptioneel:** Verstoorde hypothalamus-hypofyse-ovarium-as, kortere luteale fasen, lagere hormoonspiegels, veranderingen in eicel- en follikelvocht die de vruchtbaarheid verminderen.
* **Prenataal:** Verhoogd risico op zwangerschapsdiabetes, pre-eclampsie, spontane miskramen, aangeboren afwijkingen, vroeggeboorte, doodgeboorte. Hoge insulinespiegels bij obese vrouwen kunnen de vroege placentagroei beïnvloeden.
* **Partus:** Hoger risico op mislukte bevalling, sectio, infecties (endometritis, wondinfecties), complicaties bij anesthesie, inductie van de bevalling.
* **Postpartum:** Verhoogd risico op trombose, wondinfecties, metabool syndroom op latere leeftijd.
### Beleid en Aandachtspunten
#### Preconceptioneel
* **Gewichtsafname:** Cruciaal voor het verbeteren van de metabolische gezondheid vóór de zwangerschap.
* **Foliumzuur:** 5 mg/dag bij BMI ≥ 30.
* **Vitamine D:** Suppletie is vaak nodig.
#### Prenataal
* **Lifestyle-interventies:** Verhogen van fysieke activiteit en verbeteren van voeding.
* **Screening ZDM:** Verhoogd risico, dus snellere screening.
* **Hoge bloeddruk en pre-eclampsie:** Verhoogd risico; regelmatige controle en mogelijk lage dosis aspirine ter preventie.
* **Mentale gezondheid:** Verhoogd risico op psychische problemen.
* **Prenatale screening:** Obesitas kan de effectiviteit van echo's en NIPT verminderen.
#### Arbeid en Bevalling
* **Risico's:** Hoger risico op complicaties bij BMI ≥ 40, waaronder vroeggeboorte, langere bevalling, schouderdystocie, nood-keizersnede.
* **Pijnstilling en anesthesie:** Moeilijker, met specifieke risico's zoals luchtwegproblemen en een grotere kans op mislukte epidurale plaatsing.
* **CTG:** Geen bewijs voor continue foetale bewaking bij laag-risico obese vrouwen.
#### Postpartum
* **Trombose:** Verhoogd risico, preventie met LMWH, compressiekousen en beweging.
* **Borstvoeding:** Stimuleren, met extra ondersteuning voor vrouwen met obesitas.
* **Gezond eten en bewegen voortzetten:** Essentieel voor herstel en toekomstige zwangerschappen.
* **Anticonceptie:** Keuze van anticonceptie moet rekening houden met het verhoogde tromboserisico.
### Complicaties Baby
* **Risico's:** Verhoogd risico op miskraam, neurale buisdefecten, een grote baby (macrosomie), doodgeboorte. Overgewicht kan de beoordeling van de foetale groei beïnvloeden, wat extra echoscans noodzakelijk maakt.
## Tijdstippen en streefwaarden (tabellen)
| Toestand | Streefdoel glycemie |
|---|---|
| Nuchter | 60-90mg/dl (<95mg/dl) |
| Preprandiaal | <100mg/dl |
| 1u postprandiaal | <140mg/dl |
| 2u postprandiaal | <120mg/dl |
| Bedtijd | <120mg/dl |
| 2-6u | 60-90mg/dl |
| Glycemie | Eenheden/u | Volume |
|---|---|---|
| <60 mg/dl | -0,5 + 10g glucose IV | -0,5 |
| <80 mg/dl | -0,5 | -0,5 |
| 80-120 mg/dl | Niet aanpassen | Niet aanpassen |
| >120 mg/dl | +0,5 | +0,5 |
| >180 mg/dl | +1 | +1 |
| >240 mg/dl | +1 + 3e Novorapid IV in shot | +1 |
| Glycemie | Eenheden/u | Volume |
|---|---|---|
| <60 mg/dl | -0,5 + 10g glucose IV | -0,5 |
| <100 mg/dl | -0,5 | -0,5 |
| 100-150 mg/dl | Niet aanpassen | Niet aanpassen |
| >150 mg/dl | +0,5 | +0,5 |
| >240 mg/dl | 0,5 + 3E Novorapid in shot | +1 |
## Conclusie: Veelvoorkomende fouten om te vermijden
* **Onvoldoende preconceptionele zorg:** Het onderschatten van de noodzaak van optimale bloedsuikercontrole en een gezond gewicht vóór de zwangerschap.
* **Gebrek aan multidisciplinaire aanpak:** Het niet betrekken van diëtisten, endocrinologen en anesthesisten waar nodig, met name bij obesitas en diabetes.
* **Onderschatting van de impact van obesitas op screening en monitoring:** Het niet aanpassen van protocollen voor echoscopie en andere diagnostische methoden bij obese zwangeren.
* **Onjuiste medicatiekeuze:** Het gebruiken van medicatie die gecontra-indiceerd is tijdens de zwangerschap.
* **Onvoldoende foetale monitoring:** Vooral bij vrouwen met verhoogd risico zoals bij diabetes of obesitas.
* **Verwaarlozing van postpartum follow-up:** Het niet adequaat opvolgen van vrouwen met ZDM of diabetes, waardoor het risico op type 2 diabetes en andere complicaties toeneemt.
* **Onjuiste interpretatie van laboratoriaresultaten:** Met name bij specifieke populaties zoals na bariatrische chirurgie, waar de referentiewaarden kunnen verschillen.
* **Niet-naleving van richtlijnen voor inductie van de bevalling:** Het te laat of te vroeg induceren van de bevalling zonder duidelijke medische indicatie of patiëntoverleg.
* **Onderschatting van het belang van levensstijlinterventies:** Het te veel leunen op medicatie zonder adequate aandacht voor voeding, beweging en rookstop.
* **Onvoldoende aandacht voor psychische gezondheid:** Het negeren van de impact van obesitas en zwangerschap op het mentale welzijn van de moeder.
Glossary
# Woordenlijst
| Term | Definitie |
|---|---|
| Zwangerschapsdiabetes (ZDM) | Een aandoening die ontstaat na de 20e zwangerschapsweek, gekenmerkt door een verhoogde insulineresistentie en, bij genetische aanleg, een gestoorde insulinerespons die leidt tot hyperglycemie. |
| Insulineresistentie | Een toestand waarbij lichaamscellen minder goed reageren op insuline, waardoor glucose minder efficiënt de cellen binnenkomt en het bloedsuikergehalte stijgt. |
| Hyperglycemie | Een verhoogd bloedglucosegehalte, wat kan leiden tot diverse gezondheidsproblemen, met name bij zwangerschap. |
| Bètacellen van de pancreas | Gespecialiseerde cellen in de alvleesklier die verantwoordelijk zijn voor de productie en afscheiding van insuline. |
| Macrosomie | Een aandoening waarbij de foetus een bovengemiddeld geboortegewicht heeft, meestal gedefinieerd als meer dan 4,5 kilogram. |
| Obesitas | Een chronische ziekte gekenmerkt door een abnormale of overmatige ophoping van vet in het lichaam, wat een negatieve invloed kan hebben op de gezondheid. De diagnose wordt gesteld bij een Body Mass Index (BMI) van 30 kg/m² of hoger. |
| Bariatrische chirurgie | Chirurgische ingrepen die gericht zijn op het verkleinen van de maag of het omleiden van het spijsverteringskanaal om gewichtsverlies te bewerkstelligen bij ernstige obesitas. |
| Induction (inductie) | Het kunstmatig inleiden van de bevalling, bijvoorbeeld door medicatie of mechanische methoden, wanneer de natuurlijke arbeid niet spontaan op gang komt na een bepaalde zwangerschapsduur of bij medische indicatie. |
| Oligohydramnion | Een aandoening waarbij er te weinig vruchtwater aanwezig is rond de foetus, wat kan duiden op foetale problemen. |
| PROM (Premature Rupture of Membranes) | Het breken van de vliezen vóór het begin van de bevalling. |
| Amniotomie | Het kunstmatig breken van de vliezen tijdens de bevalling om de weeën te stimuleren. |
| Sectio caesarea (keizersnede) | Een chirurgische ingreep waarbij de baby via een incisie in de buikwand en baarmoeder wordt geboren. |
| HbA1c | Een bloedtest die de gemiddelde bloedsuikerwaarden over de afgelopen 2-3 maanden weergeeft. |
| Ductus venosus (DV) | Een bloedvat in de foetale circulatie dat zuurstofrijk bloed van de placenta naar het hart van de foetus leidt. Afwijkende metingen kunnen duiden op foetale stress. |
| Foetale Groeirestrictie (FGR) | Een aandoening waarbij de foetus niet het verwachte groeipotentieel bereikt, wat kan leiden tot een te laag geboortegewicht. |
| SGA (Small for Gestational Age) | Een foetus die kleiner is dan verwacht voor de zwangerschapsduur, gebaseerd op standaard groeicurves. |
| IUGR (Intrauterine Growth Restriction) | Een medische term voor foetale groeivertraging die optreedt tijdens de zwangerschap. |
| Dumping syndroom | Een syndroom dat kan optreden na maagchirurgie, gekenmerkt door symptomen zoals misselijkheid, diarree en duizeligheid als gevolg van een te snelle passage van voedsel naar de dunne darm. |
| Choriongonadotrofine (hCG) | Een hormoon dat door de placenta wordt geproduceerd, cruciaal voor het in stand houden van de zwangerschap. |
| Luteale fase | Het tweede deel van de menstruatiecyclus, na de ovulatie, waarin het baarmoederslijmvlies zich voorbereidt op een mogelijke zwangerschap. |