Cover
立即免费开始 kennisclip microbioom.docx
Summary
# De huidbarrière en haar functies
De huidbarrière is een complex systeem dat de binnenkant van het lichaam beschermt tegen invloeden van buitenaf, essentieel voor het behoud van hydratatie en het weren van pathogenen.
### 1.1 Opbouw van de huidbarrière
De huidbarrière bestaat uit anatomische en biologische componenten die samenwerken om de integriteit van de huid te waarborgen.
#### 1.1.1 Anatomische barrière
De anatomische barrière is voornamelijk gelegen in de epidermis, een meerlagig verhoornend plaveiselepitheel dat uit vijf lagen bestaat:
* **Stratum basale (str. germinativum):** De onderste laag, waar celvernieuwing plaatsvindt.
* **Stratum spinosum (stekellaag):** Cellen die door desmosomen met elkaar verbonden zijn.
* **Stratum granulosum (korrellaag):** Bevat kerathyaline korrels en lamellaire granules die lipiden afgeven.
* **Stratum lucidum (heldere laag):** Aanwezig in de handpalmen en voetzolen.
* **Stratum corneum (hoornlaag):** De buitenste laag, bestaande uit dode cellen (corneocyten) en intercellulaire lipiden.
De stratrum corneum is ongeveer 10-25 cellagen dik en speelt een cruciale rol bij het voorkomen van water- en zoutenverlies.
* **Corneocyten:** Dit zijn dode huidcellen, rijk aan water en microfibrillair keratine, omgeven door een ondoordringbaar "cornified envelop".
* **Intercellulaire lipiden:** Deze vormen een dichte matrix tussen de corneocyten en zijn de primaire route voor transport van stoffen door de hoornlaag. De belangrijkste lipiden zijn ceramides, cholesterol en vrije vetzuren. Het ceramideprofiel kan variëren afhankelijk van de anatomische locatie en omgevingsfactoren.
#### 1.1.2 Biologische barrière
De biologische barrière omvat de zuurgraad van de huid, het microbioom en de immunologische componenten.
* **Zuurgraad (pH):** De normale huid-pH ligt gemiddeld rond 5,5, met een ideale pH tussen 4 en 4,5. Deze zuurgraad is essentieel voor het in stand houden van de normale huidflora en het remmen van de groei van pathogenen. Factoren die de pH kunnen beïnvloeden zijn onder andere huidvochtigheid, zweet, talg, anatomische locatie, genetische factoren, leeftijd, detergentia, cosmetica en lokale antibiotica.
* **Microbioom:** Dit is de complete microbiële gemeenschap die op en in de huid leeft. Het omvat residentie (permanente) en transiënte (tijdelijke) bacteriën, met variërende diversiteit per locatie. Belangrijke fyla in het huidmicrobioom zijn Actino-bacteria, Firmicutes, Proteobacteria en Bacteriadetes. Een verstoring van de balans van het microbioom, dysbiose genaamd, kan bijdragen aan huidziekten zoals psoriasis, eczeem, acne en rosacea.
* **Antimicrobiële eiwitten (AMP's):** De huid produceert verschillende antimicrobiële peptiden (ook wel host defense peptides, alarmins of defensines genoemd) zoals cathelicidine, defensines, psoriasines en dermicidine. Deze stoffen, met meer dan 1200 typen bekend, werken tegen bacteriën, virussen en schimmels.
* **Afweercellen:** Langerhanscellen, macrofagen en B-lymfocyten zijn belangrijke spelers in de immunologische verdediging van de huid. Zij herkennen ziekteverwekkers, presenteren antigenen aan het immuunsysteem en zetten immuunreacties in gang. T-regulerende cellen kunnen het immuunsysteem ook onderdrukken.
### 1.2 Belangrijke componenten van de huidbarrière
#### 1.2.1 Filaggrine
Filaggrine is een sleutelcomponent van de huidbarrière en speelt een cruciale rol bij de hydratatie van de stratum corneum.
* **Rol in hydratatie:** Filaggrine wordt gevormd uit profilaggrine en wordt in de stratum corneum afgebroken tot natural moisturizing factors (NMFs).
* **NMFs:** Deze wateroplosbare componenten, zoals melkzuur en ureum, absorberen vocht uit de atmosfeer en houden het vast in de hoornlaag. Ze dragen bij aan de hydratatie en spelen een rol bij het handhaven van de pH.
* **Mutaties:** Mutaties in het filaggrine-gen worden bij 20-50% van de patiënten met constitutioneel eczeem aangetoond, wat leidt tot een verstoorde huidbarrière.
#### 1.2.2 Lipiden
Lipiden vormen de intercellulaire matrix van de stratum corneum en zijn essentieel voor de waterdichtheid van de huidbarrière.
* **Samenstelling:** De belangrijkste lipiden in de stratum corneum zijn ceramides, cholesterol en vrije vetzuren.
* **Functie:** Ze creëren een dichte structuur die de doorgang van water en zouten beperkt, waardoor trans-epidermaal waterverlies (TEWL) wordt geminimaliseerd.
* **Variabiliteit:** Het ceramideprofiel is afhankelijk van de anatomische locatie en omgevingsfactoren zoals vochtigheid, UV-straling en het jaargetijde.
#### 1.2.3 Het microbioom
Het microbioom van de huid, een complexe gemeenschap van micro-organismen, draagt bij aan de biologische barrière.
* **Balans:** Een gezonde balans tussen de verschillende micro-organismen (resident en transiënt) is cruciaal.
* **Functies:** Het microbioom concurreert met pathogenen om ruimte en voedingsstoffen, produceert antimicrobiële stoffen en beïnvloedt het immuunsysteem van de huid.
* **Dysbiose:** Een verstoorde balans kan leiden tot huidproblemen.
### 1.3 Talg- en zweetklieren
Talg- en zweetklieren dragen bij aan de beschermende functies van de huid.
* **Talgklieren:** Deze produceren talg, dat de huid vettig houdt en beschermt. Talg bestaat uit vrije vetzuren, wasalcoholen en andere lipiden. De productie begint al vroeg in de zwangerschap (vernix caseosa) en wordt na de puberteit gestimuleerd door androgenen. Talgklieren zijn afwezig op handpalmen en voetzolen.
* **Zweetklieren:** Eccriene zweetklieren reguleren de lichaamstemperatuur door de productie van zweet (0,5 tot 1 liter per dag). Apocriene zweetklieren, voornamelijk aanwezig in oksels en anogenitaal, dragen bij aan specifieke lichaamsgeuren en zijn na de geboorte aanwezig.
### 1.4 Gevolgen van een verstoorde huidbarrière
Een verstoorde huidbarrière kan leiden tot diverse problemen en verhoogt de gevoeligheid voor externe factoren.
* **Toegenomen pH:** Een hogere pH van de huid verstoort de normale huidflora en maakt de huid vatbaarder voor infecties.
* **Afgenomen hydratatie:** Een verminderd vermogen van de stratum corneum om water vast te houden leidt tot een droge huid.
* **Verhoogd trans-epidermaal waterverlies (TEWL):** Dit is een maat voor beschadiging van de huidbarrière en resulteert in uitdroging.
* **Vergemakkelijkt transport van allergenen en irritatie:** Een beschadigde barrière laat stoffen gemakkelijker de huid binnendringen, wat leidt tot irritatie en allergische reacties.
* **Verhoogde vatbaarheid voor micro-organismen:** De beschermende functie tegen pathogenen wordt verminderd.
* **Gevoeligheid:** Een verstoorde barrière leidt vaak tot een gevoelige huid, gekenmerkt door subjectieve klachten zoals prikkeling, branderigheid en tinteling, vaak zonder duidelijke objectieve symptomen.
#### 1.4.1 Gevolgen van een droge huid
Een droge huid is een veelvoorkomend gevolg van een verstoorde barrièrefunctie en kan leiden tot:
* Verminderde bescherming tegen bacteriën en allergenen.
* Verhoogde neiging tot irritatie en jeuk.
* Verhoogd risico op secundaire infecties, zoals bij eczeem.
* Bij diabetes kan een droge huid, mede door verminderde zweet- en talgproductie, bijdragen aan klovenvorming.
### 1.5 De gevoelige huid
De gevoelige huid wordt gekenmerkt door subjectieve sensaties zoals prikkeling, branden, tintelen of een strak gevoel, vaak uitgelokt door diverse externe en interne factoren.
* **Factoren die een gevoelige huid kunnen uitlokken:** UV-licht, hitte, koude, wind, cosmetica, zeep, water, luchtverontreiniging, stress en endogene hormonen.
* **Huidkenmerken:** Een dunnere, drogere epidermis kan bijdragen aan een gevoelige huid.
* **Neurogene invloeden:** De dichtheid van huidzenuwen en de hyperreactiviteit van zenuwuiteinden kunnen een rol spelen bij de gevoeligheid.
### 1.6 Herstel van de huidbarrière
Het herstellen van de huidbarrière is cruciaal voor het behoud van een gezonde huid.
* **Emollients:** Het gebruik van emollients helpt de huid te hydrateren en de lipidenbarrière te versterken.
* **Vermijden van irriterende stoffen:** Het minimaliseren van contact met zeep (detergentia) en andere irriterende middelen is belangrijk.
* **Behandeling van onderliggende oorzaken:** Zoals ontsteking bij eczeem.
* **Ureum:** Als NMF kan ureum helpen water vast te houden, de huidbarrière te verbeteren en heeft het licht jeukstillende en keratolytische eigenschappen.
> **Tip:** Houd de pH van de huid laag door het gebruik van milde reinigingsproducten en het vermijden van te heet water.
> **Voorbeeld:** Patiënten met constitutioneel eczeem hebben vaak baat bij de "ABC-regel": A = avoid soap (vermijd zeep), B = benefit from emollients (profiteer van emollients), C = control inflammation (beheers ontsteking).
### 1.7 Functies van de huid
Naast de barrièrefunctie vervult de huid nog diverse andere belangrijke functies:
* Bescherming tegen micro-organismen
* Bescherming tegen UV-straling
* Bescherming van organen
* Warmteregulatie
* Immunologische functie
* Productie van vitamine D
* Zintuigfunctie
* Energie reserve
* Psychosociale functie
* Communicatie
### 1.8 Intrinsieke en extrinsieke factoren
De huidconditie en het welzijn van de huidbarrière worden beïnvloed door zowel intrinsieke als extrinsieke factoren:
* **Intrinsieke factoren:** Genetische achtergrond, leeftijd, geslacht.
* **Extrinsieke factoren:** Leefstijl, omgeving, beroep, overige ziekten, medicatie en lokale producten.
---
# Factoren die de huid beïnvloeden
De huid wordt beïnvloed door een complex samenspel van interne en externe factoren, die de integriteit en gevoeligheid ervan bepalen.
### 2.1 De huidbarrière: structuur en functie
De huidbarrière, primair gevormd door de epidermis, is essentieel voor bescherming en hydratatie. Deze barrière bestaat uit twee hoofdelementen: de anatomische en de biologische barrière.
#### 2.1.1 De anatomische barrière
De epidermis is een meerlagig verhoornend plaveiselepitheel van 0,05 tot 0,1 mm dik, opgebouwd uit vijf lagen:
* **Stratum basale (kiemlaag):** Hier vindt celvernieuwing plaats.
* **Stratum spinosum (stekellaag):** Cellen met intercellulaire verbindingen.
* **Stratum granulosum (korrellaag):** Bevat keratohyaline korrels.
* **Stratum lucidum (heldere laag):** Aanwezig op handpalmen en voetzolen.
* **Stratum corneum (hoornlaag):** De buitenste laag, bestaande uit 10-25 lagen dode cellen (corneocyten) en intercellulaire lipiden.
Het stratum corneum speelt een cruciale rol bij het voorkomen van water- en zoutverlies en is grotendeels ondoordringbaar. Transport van stoffen vindt voornamelijk plaats via de intercellulaire lipiden.
**Corneocyten:** Deze dode cellen zijn gevuld met water en microfibrillair keratine en omgeven door een ondoordringbare "cornified envelop", wat direct transport via de cellen onmogelijk maakt.
**Lipiden:** De intercellulaire ruimte van het stratum corneum is rijk aan lipiden, voornamelijk bestaande uit ceramiden, cholesterol en vrije vetzuren. Het ceramideprofiel is dynamisch en afhankelijk van anatomische locatie en omgevingsfactoren zoals vochtigheid, UV-straling en het jaargetijde. Er zijn minstens 12 subklassen van ceramiden in het stratum corneum gedetecteerd.
**Hydratatie van het stratum corneum:** Een sleutelcomponent voor de hydratatie zijn de keratohyaline korrels, die filaggrine bevatten. Filaggrine wordt afgebroken tot Natural Moisturizing Factors (NMF), waaronder melkzuur en ureum. NMF's zijn wateroplosbaar, absorberen vocht uit de atmosfeer en houden dit vast, wat bijdraagt aan de pH van de huid.
> **Tip:** Mutaties in het filaggrine-gen zijn aangetoond bij 20-50% van de patiënten met constitutioneel eczeem, wat wijst op een genetische component in de vatbaarheid voor een verstoorde huidbarrière.
#### 2.1.2 De biologische barrière
De biologische barrière omvat:
* **De zuurgraad (pH) van de huid:** Een normale huid-pH ligt rond de 5,5, met een ideale pH tussen 4 en 4,5 om de normale huidflora intact te houden.
* **Het huidmicrobioom:** De verzameling micro-organismen die op en in de huid leven.
* **Productie van antimicrobiële eiwitten (AMP's):** Moleculen zoals cathelicidine, defensines en psoriasines, die bacteriën, virussen en schimmels bestrijden.
* **Aanwezigheid van immuuncellen:** Langerhanscellen en macrofagen spelen een rol in de herkenning van ziekteverwekkers.
#### 2.1.3 Gevolgen van een verstoorde huidbarrière
Een verstoorde huidbarrière, gekenmerkt door een verhoogde pH en verminderde hydratatie van het stratum corneum, leidt tot:
* **Verhoogd trans-epidermaal waterverlies (TEWL):** Het verlies van water door de huid naar de atmosfeer, wat een indicator is voor huidbeschadiging.
* **Vergemakkelijkt transport van allergenen en irritanten:** Dit kan leiden tot ontstekingen en reacties.
* **Verhoogde gevoeligheid:** De huid wordt vatbaarder voor invloeden van buitenaf.
### 2.2 De rol van zweet- en talgklieren
Zweet- en talgklieren zijn integraal onderdeel van de huidfunctie en dragen bij aan de barrièrefunctie en het behoud van de huid.
#### 2.2.1 Talgklieren
Talgklieren zorgen voor het vettig houden van de huid.
* **Productie:** Ze produceren talg, bestaande uit vrije vetzuren, wasalcoholen en andere lipiden.
* **Activiteit:** Talgproductie begint al vanaf de 16e week van de zwangerschap (vernix caseosa) en wordt na de puberteit actief, mede onder invloed van androgenen.
* **Dichtheid:** Het aantal talgklieren varieert per lichaamsregio; ze zijn afwezig op handpalmen en voetzolen, maar kunnen tot 1000 per vierkante centimeter voorkomen in gebieden zoals het behaarde hoofd, gelaat, rug en anogenitaal gebied.
#### 2.2.2 Zweetklieren
Er zijn twee hoofdtypen zweetklieren: eccriene en apocriene klieren.
* **Eccriene zweetklieren:**
* Functie: Primair verantwoordelijk voor temperatuurregulatie.
* Productie: Ze produceren zweet, waarvan de hoeveelheid kan variëren van 0,5 tot 1 liter per dag.
* Aantal: Aanwezig bij de geboorte, met een dichtheid die per regio verschilt (2 tot 4 miljoen wereldwijd).
* **Apocriene zweetklieren:**
* Functie: Dragen bij aan specifieke lichaamsgeuren.
* Ontwikkeling: Ze ontwikkelen zich na de geboorte.
* Locatie: Voornamelijk te vinden in de oksels, het anogenitale gebied en de tepelhoven.
### 2.3 Factoren die de huid en haar gevoeligheid beïnvloeden
Verschillende variabelen kunnen de huid en haar gevoeligheid beïnvloeden, zowel van binnenuit (intrinsiek) als van buitenaf (extrinsiek).
#### 2.3.1 Intrinsieke factoren
Dit zijn factoren die inherent zijn aan het individu.
* **Genetische achtergrond:** Genetische aanleg kan de huidstructuur, barrièrefunctie en gevoeligheid beïnvloeden.
* **Leeftijd:** De huid ondergaat veranderingen met de leeftijd. Bij veroudering wordt de epidermis dunner en droger, en kan de talgproductie afnemen.
* **Geslacht:** Er zijn verschillen in de epidermale dikte en de gevoeligheid tussen mannen en vrouwen, waarbij vrouwen vaker subjectieve gevoelens van gevoeligheid rapporteren.
#### 2.3.2 Extrinsieke factoren
Dit zijn factoren uit de leefomgeving en levensstijl.
* **Leefstijl:** Factoren zoals voeding, stress en slaap kunnen de huidconditie beïnvloeden.
* **Omgeving:**
* **Klimaat:** Temperatuur, luchtvochtigheid en blootstelling aan zonlicht, wind en koude kunnen de huidbarrière en hydratatie aantasten.
* **Luchtverontreiniging:** Kan de huid irriteren en de barrièrefunctie verzwakken.
* **Beroep:** Bepaalde beroepen kunnen leiden tot verhoogde blootstelling aan irriterende stoffen of omgevingsfactoren.
* **Medicatie/lokale producten:**
* **Detergentia en cosmetica:** Zepen en sommige cosmetische ingrediënten kunnen de pH van de huid verhogen en de lipidenlaag aantasten, wat leidt tot een droge huid en gevoeligheid.
* **Lokale antibiotica:** Kunnen de huidflora beïnvloeden.
* **Occlusieve verbanden:** Kunnen de hydratatie van de huid verhogen, maar ook de omstandigheden voor microbieel ongemak veranderen.
#### 2.3.3 Invloed van interne en externe factoren op de huid-pH
* **Endogene factoren:** Vochtigheid van de huid, zweet, talg, anatomische plaats, genetische factoren en leeftijd.
* **Exogene factoren:** Detergentia, cosmetica, occlusieve verbanden en lokale antibiotica.
### 2.4 De droge huid en gevoeligheid
Een droge huid is vaak een gevolg van een verminderde barrièrefunctie en kan leiden tot verhoogde gevoeligheid.
* **Gevolgen van een droge huid:**
* Verminderde barrièrefunctie, waardoor de huid gevoeliger wordt voor bacteriën en allergenen.
* Snellere irritatie en jeuk.
* Verhoogd risico op secundaire infecties, met name bij eczeem.
* **Ziekten geassocieerd met droogheid:** Constitutioneel eczeem, ichthyosis, tylotisch eczeem, craquelé eczeem, orthoergisch eczeem.
* **Diabetes en de droge huid:** Bij diabetes kan verminderde zweetproductie (door autonome neuropathie), afname van lipiden in het stratum corneum en verminderde talgproductie leiden tot een droge huid en de vorming van kloven.
> **Tip:** De "ABC-regel" voor eczeem: A = Avoid soap (vermijd zeep), B = Benefit from emollients (profiteer van emolientia), C = Control inflammation (controleer ontsteking).
#### 2.4.1 Ureum als NMF
Ureum is een belangrijke NMF die:
* Water vasthoudt en vocht aantrekt.
* De huidbarrière verbetert.
* Een keratolytisch effect heeft (verzacht eelt).
* Licht jeukstillend werkt.
### 2.5 De gevoelige huid
De gevoelige huid wordt gekenmerkt door subjectieve sensaties, vaak zonder duidelijke objectieve symptomen.
* **Symptomen:** Prikkelend, brandend, tintelend, strak gevoel, vooral in het gelaat.
* **Uitlokkende factoren:** UV-licht, hitte, koude, wind, cosmetica, zeep, water, luchtverontreiniging, stress en endogene hormonen.
* **Mogelijke oorzaken:**
* Dunnere, drogere epidermis (vooral bij vrouwen en ouderen).
* Veranderingen in de dichtheid en/of hyperreactiviteit van huidzenuwen.
* Variatie in epidermale zenuwuiteinden.
### 2.6 Het huidmicrobioom
Het huidmicrobioom, de gemeenschap van micro-organismen op de huid, speelt een rol in de huidgezondheid.
* **Microbioom:** Omvat alle microbiele gemeenschappen op en in het lichaam.
* **Resident (commensale) bacteriën:** Permanent op de huid aanwezig.
* **Transient (pathogene) bacteriën:** Tijdelijk op de huid aanwezig.
* **Fyla:** De huidflora is divers en omvat onder andere Actinobacteria (bv. Cutibacterium), Firmicutes (bv. Staphylococcus) en Proteobacteria.
* **Locatie-specifieke diversiteit:** De diversiteit van het microbioom varieert per lichaamslocatie, afhankelijk van factoren zoals vochtigheid (bv. plooien) en talgproductie (bv. gelaat).
> **Tip:** Een dysbiose, een verstoring in de balans van het microbioom, kan geassocieerd worden met huidaandoeningen zoals psoriasis, eczeem en acne.
### 2.7 Huids functies
De huid vervult diverse cruciale functies:
* Barrière tegen micro-organismen.
* Bescherming tegen UV-straling.
* Bescherming van organen.
* Warmteregulatie.
* Immunologische functie.
* Productie van vitamine D.
* Zintuigfunctie.
* Energie reserve.
* Psychosociale functie en communicatie.
#### 2.7.1 Vernix caseosa
De vernix caseosa is een beschermende vetlaag die de huid van een baby bedekt, bestaande uit water, lipiden en eiwitten (inclusief antimicrobiële eigenschappen).
---
# De gevoelige huid en huidziekten
Dit onderwerp behandelt de definitie en kenmerken van de gevoelige huid, de factoren die hierop van invloed zijn, en huidziekten die geassocieerd worden met een droge of gevoelige huid, zoals eczeem en psoriasis.
### 3.1 De huidbarrière
De huidbarrière bestaat uit een anatomische en een biologische component en is cruciaal voor de bescherming van het lichaam.
#### 3.1.1 Anatomische barrière
De anatomische barrière wordt gevormd door de epidermis, die bestaat uit vijf lagen:
* **Stratum basale (germinativum)**
* **Stratum spinosum (stekellaag)**
* **Stratum granulosum (korrellaag)**
* **Stratum lucidum (heldere laag)**: alleen aanwezig op handpalmen en voetzolen.
* **Stratum corneum (hoornlaag)**: deze laag is 0,05 tot 0,1 mm dik en bestaat uit corneocyten (dode cellen) en intercellulaire lipiden. De balans tussen aanmaak en afbraak van deze laag is belangrijk; een afname van desquamatie (celafschilfering) kan leiden tot ichtyosis, terwijl een toename psoriasis kan veroorzaken.
Het stratum corneum voorkomt water- en zoutverlies en is vrijwel ondoordringbaar voor de meeste stoffen. Transport vindt voornamelijk plaats via de intercellulaire lipiden.
De lipiden in het stratum corneum bestaan hoofdzakelijk uit ceramides, cholesterol en vrije vetzuren. Het ceramideprofiel is afhankelijk van anatomische locatie en omgevingsfactoren.
#### 3.1.2 Hydratie van het stratum corneum
De hydratatie van het stratum corneum is essentieel en wordt mede bepaald door filaggrine. Filaggrine wordt afgebroken tot Natural Moisturizing Factors (NMFs), zoals melkzuur en ureum. Deze wateroplosbare componenten absorberen en houden water vast, wat bijdraagt aan de pH van de huid. Mutaties in filaggrine zijn aangetoond bij 20-50% van de patiënten met constitutioneel eczeem, wat leidt tot een verstoorde huidbarrière.
#### 3.1.3 Gevolgen van een verstoorde huidbarrière
Een verstoorde huidbarrière kan leiden tot:
* Verhoogde huid-pH
* Verminderde hydratatie van het stratum corneum
* Verhoogd trans-epidermaal waterverlies (TEWL), een maat voor huidbeschadiging
* Vergemakkelijkt transport van allergenen en irritatie
* Snellere irritatie en jeuk
#### 3.1.4 Biologische barrière
De biologische barrière omvat de productie van antimicrobiële eiwitten (AMPs), zoals cathelicidine, defensines en psoriasines, die beschermen tegen bacteriën, virussen en schimmels. Daarnaast zijn er afweercellen, zoals Langerhanscellen en macrofagen, aanwezig in de huid.
### 3.2 Huidziekten met een droge huid
Verschillende huidaandoeningen worden geassocieerd met een droge huid:
* **Constitutioneel eczeem (atopisch eczeem)**: Vaak geassocieerd met filaggrine-mutaties en een verstoorde huidbarrière. De behandeling volgens de "BC regel" omvat:
* A: Avoid soap (vermijd zeep)
* B: Benefit from emollients (profiteer van emolientia)
* C: Control inflammation (controleer ontsteking)
* **Ichthyosis**: Een groep aandoeningen gekenmerkt door droge, schilferige huid door een defect in de celafschilfering.
* **Tylotisch eczeem**: Een vorm van eczeem met verdikte, eeltachtige huid.
* **Craquelé eczeem**: Karakteristiek door een droge, gebarsten huid die lijkt op gebarsten verf.
* **Orthoergisch eczeem**: Eczeem dat ontstaat door overmatig gebruik van irriterende middelen.
* **Droge huid bij diabetes**: Veroorzaakt door verminderde zweetproductie (autonome neuropathie), afname van lipiden en talgproductie in het stratum corneum. Dit draagt bij aan kloofvorming.
#### 3.2.1 Gevolgen van een droge huid
Een droge huid leidt tot een verminderde barrièrefunctie, waardoor de huid gevoeliger wordt voor externe invloeden zoals bacteriën en allergenen. Dit kan leiden tot snellere irritatie en jeuk, en verhoogt het risico op secundaire infecties.
### 3.3 De gevoelige huid
De gevoelige huid wordt gekenmerkt door subjectieve sensaties zoals een prikkelend, brandend, tintelend of strak gevoel, vaak zonder duidelijke objectieve symptomen. Dit komt voornamelijk voor in het gelaat.
#### 3.3.1 Uitlokkende factoren van de gevoelige huid
Diverse factoren kunnen een gevoelige huid uitlokken:
* **Omgevingsfactoren**: UV-licht, hitte, koude, wind, luchtverontreiniging.
* **Producten**: Cosmetica, zeep, water.
* **Stress**.
* **Endogene factoren**: Hormonen.
#### 3.3.2 Variabelen die invloed hebben op de gevoelige huid
Verschillende variabelen kunnen bijdragen aan het ontstaan of verergeren van een gevoelige huid:
* **Huidtype**: Vrouwen hebben vaak een dunnere epidermis dan mannen. De huid wordt dunner en droger met de leeftijd.
* **Neurogene invloeden**: De dichtheid van huidzenuwen en de variatie in epidermale zenuwuiteinden kunnen een rol spelen. Hyperreactiviteit van zenuwuiteinden wordt gesuggereerd als oorzaak.
### 3.4 Huidmicrobioom en dysbiose
Het huidmicrobioom is de gemeenschap van micro-organismen op en in de huid. Het bestaat uit residente (permanent aanwezige) en transiënte (tijdelijk aanwezige) bacteriën. De diversiteit van het microbioom varieert per lichaamslocatie.
#### 3.4.1 Fyla van het huidmicrobioom
De belangrijkste fyla zijn:
* **Actinobacteria**: waaronder *Corynebacterium* (vochtige huidplooien) en *Cutibacterium* (talgrijke gebieden zoals gelaat en rug).
* **Firmicutes**: waaronder *Staphylococcus* (vochtige huidplooien).
* **Proteobacteria**.
* **Bacteroidetes**.
#### 3.4.2 Dysbiose
Dysbiose is een verstoring van de balans binnen het huidmicrobioom. Dit kan een rol spelen bij diverse huidziekten, waaronder psoriasis, eczeem, acne en rosacea.
### 3.5 Talg- en zweetklieren
* **Talgklieren**: Produceren talg om de huid vettig te houden. De hoeveelheid varieert per lichaamsregio en is afwezig op handpalmen en voetzolen. Talg bestaat uit vrije vetzuren en wasalcoholen. Talgproductie start al vanaf de 16e week van de zwangerschap (vernix caseosa) en wordt na de puberteit weer actief onder invloed van androgenen.
* **Zweetklieren**:
* **Eccriene zweetklieren**: Reguleren de lichaamstemperatuur en produceren 0,5 tot 1 liter zweet per dag. Ze zijn bij de geboorte aanwezig.
* **Apocriene zweetklieren**: Produceren geurstoffen en bevinden zich voornamelijk in de oksels, anogenitale regio en tepelhof.
### 3.6 Huid-pH
De normale huid-pH is gemiddeld 5,5, met een ideale pH van 4-4,5 om de normale huidflora intact te houden. Zepen en kraanwater kunnen de pH van de huid sterk beïnvloeden. De huid-pH wordt beïnvloed door endogene factoren (vochtigheid, zweet, talg, genetische factoren, leeftijd) en exogene factoren (detergentia, cosmetica, occlusieve verbanden, lokale antibiotica). Een droge huid kan moeilijker een optimale pH handhaven.
### 3.7 Functies van de huid
De huid heeft diverse belangrijke functies:
* Barrière- en beschermingsfunctie (tegen micro-organismen, UV-straling)
* Bescherming van organen
* Warmteregulatie
* Immunologische functie
* Productie van vitamine D
* Zintuigfunctie
* Energie reserve
* Psychosociale functie en communicatie
### 3.8 Factoren die de huid beïnvloeden
* **Intrinsieke factoren**: Genetische achtergrond, leeftijd, geslacht.
* **Extrinsieke factoren**: Leefstijl, omgeving, beroep, overige ziekten, medicatie en lokale producten.
> **Tip:** Begrip van de huidbarrière, de rol van lipiden en filaggrine, en de invloed van het microbioom is essentieel voor het begrijpen van veel huidaandoeningen en het ontwikkelen van effectieve behandelstrategieën.
> **Tip:** De gevoelige huid is een subjectieve klacht. Het is belangrijk om te differentiëren tussen een gevoelige huid en een daadwerkelijke huidaandoening, hoewel deze elkaar wel kunnen overlappen.
> **Voorbeeld:** Een verstoring in de talgproductie, zoals bij een droge huid, kan leiden tot een verminderde hoeveelheid lipiden in het stratum corneum, wat de huidbarrière verzwakt en de huid vatbaarder maakt voor irritatie en infecties.
---
# Huidmicrobioom en immunologie
Hier is een gedetailleerde studiehandleiding over het huidmicrobioom en immunologie, gebaseerd op de verstrekte documentatie.
## 4. Huidmicrobioom en immunologie
Het huidmicrobioom, de gemeenschap van micro-organismen op de huid, speelt samen met het immuunsysteem een cruciale rol in de bescherming en gezondheid van de huid.
### 4.1 Het huidmicrobioom: samenstelling en bewoners
Het microbioom omvat de gehele microbiële gemeenschap die op en in het lichaam leeft. Op de huid worden micro-organismen onderverdeeld in twee categorieën:
* **Residenten (commensalen):** Dit zijn bacteriën die permanent op de huid aanwezig zijn. Ze leven in een symbiotische relatie met de gastheer.
* **Voorbeelden:**
* *Cutibacterium* (voornamelijk in talgrijke gebieden zoals het gelaat en de rug)
* *Staphylococcus* (vochtigere gebieden zoals plooien)
* *Corynebacterium* (vochtige plooien)
* **Transiënten:** Dit zijn micro-organismen die tijdelijk op de huid aanwezig zijn. Vaak zijn dit ziekteverwekkende bacteriën.
De diversiteit en samenstelling van het microbioom verschillen sterk per anatomische locatie op de huid, afhankelijk van factoren zoals vochtigheid en talgproductie. Vier hoofdgroepen (fyla) van bacteriën worden op de huid aangetroffen: Actinobacteria, Firmicutes, Proteobacteria en Bacteroidetes.
#### 4.1.1 Verstoord microbioom (dysbiose)
Een verstoring in de balans van de micro-organismen op de huid wordt dysbiose genoemd. Dit kan een rol spelen bij diverse huidaandoeningen, waaronder:
* Psoriasis
* Eczeem
* Acne
* Rosacea
### 4.2 Het immuunsysteem van de huid
De huid bezit een complex immuunsysteem dat werkt als een verdedigingslinie tegen ziekteverwekkers en andere schadelijke invloeden.
#### 4.2.1 Cellen van het huidimmuunsysteem
Verschillende celtypen zijn betrokken bij de immunologische bescherming van de huid:
* **Langerhanscellen:** Dit zijn gespecialiseerde immuuncellen in de epidermis die ziekteverwekkers herkennen aan de hand van antigenen. Na herkenning migreren ze naar de lymfeklieren om het immuunsysteem te activeren.
* **Macrofagen:** Net als Langerhanscellen spelen macrofagen een rol bij het herkennen en fagocyteren van pathogenen. Ze presenteren ook antigenen aan andere immuuncellen.
* **B-lymfocyten (B-cellen):** Deze cellen zijn cruciaal voor de humorale immuniteit. Na activatie door antigenen, kunnen B-cellen differentiëren tot plasmacellen die antilichamen produceren. Deze antilichamen, zoals IgG, IgE, IgM en IgA, helpen bij het neutraliseren van pathogenen. Ongeveer 70-80% van de lymfocyten in de huid zijn B-lymfocyten.
* **T-regulerende cellen (Treg):** Deze cellen hebben een immunosuppressieve functie, wat belangrijk is om overmatige immuunreacties te voorkomen en tolerantie te handhaven.
#### 4.2.2 Antigenpresentatie
Wanneer immuuncellen zoals Langerhanscellen, macrofagen en B-lymfocyten ziekteverwekkers herkennen aan hun antigenen, verplaatsen ze zich naar de lymfeklieren. Daar presenteren ze deze antigenen aan andere immuuncellen om een specifieke immuunrespons op te wekken.
#### 4.2.3 Antimicrobiële peptiden (AMP's)
De huid produceert ook antimicrobiële peptiden, ook wel Host Defense Peptides, alarmins of defensines genoemd. Er zijn meer dan 1200 typen bekend, waaronder cathelicidines (gevonden in zweet), defensines, psoriasines en dermicidines. Deze peptiden werken tegen een breed scala aan micro-organismen, waaronder bacteriën, virussen en schimmels. De vernix caseosa, een vetlaag die de huid van pasgeboren baby's bedekt, bevat onder andere cathelicidine en heeft daardoor antimicrobiële eigenschappen.
### 4.3 Factoren die de huidbarrière en het microbioom beïnvloeden
De conditie van de huidbarrière en het microbioom wordt beïnvloed door zowel intrinsieke als extrinsieke factoren.
#### 4.3.1 Intrinsieke factoren
Dit zijn factoren die inherent zijn aan het individu:
* Genetische achtergrond
* Leeftijd
* Geslacht
#### 4.3.2 Extrinsieke factoren
Dit zijn externe invloeden die op de huid inwerken:
* Leefstijl (bijvoorbeeld dieet, stress)
* Omgeving (bijvoorbeeld luchtvochtigheid, UV-straling, temperatuur)
* Beroep
* Overige ziekten (zoals diabetes)
* Medicatie en lokale producten (bijvoorbeeld antibiotica, cosmetica)
### 4.4 Gevoelige huid
Een gevoelige huid wordt gekenmerkt door subjectieve sensaties zoals prikkeling, branderigheid, tinteling of een strak gevoel, vaak zonder duidelijke objectieve symptomen. Deze klachten kunnen worden uitgelokt door diverse factoren zoals UV-licht, hitte, koude, wind, cosmetica, zeep, water, luchtverontreiniging, stress en hormonale schommelingen. Factoren die hierbij een rol kunnen spelen zijn een dunnere of drogere epidermis, variaties in de dichtheid van huidzenuwen en mogelijke hyperreactiviteit van de zenuwuiteinden. Vrouwen ervaren vaker een gevoelige huid dan mannen, mogelijk door een dunnere epidermis.
### 4.5 Huidbarrière en immunologie in relatie tot huidaandoeningen
Een verstoorde huidbarrière, met een verhoogde pH en afgenomen hydratie van het stratum corneum, kan het transport van allergenen en irritatie vergemakkelijken. Dit leidt tot verhoogd transepidermaal waterverlies (TEWL), een maat voor de beschadiging van de huid.
* **Filaggrine en NMF:** Filaggrine is een belangrijk bestanddeel van keratohyaliene korrels in het stratum corneum. De afbraakproducten van filaggrine vormen de Natural Moisturizing Factors (NMF's), zoals melkzuur en ureum. NMF's zijn wateroplosbaar, absorberen vocht uit de atmosfeer, houden water vast en spelen een rol bij het handhaven van de pH van de huid. Mutaties in filaggrine zijn aangetoond bij constitutioneel eczeem, wat leidt tot een verstoorde huidbarrière.
* **Lipiden:** Het stratum corneum bevat intercellulaire lipiden, voornamelijk ceramiden, cholesterol en vrije vetzuren. Deze lipiden vormen een dichte structuur die essentieel is voor het voorkomen van waterverlies en het functioneren van de huidbarrière. Het ceramideprofiel is afhankelijk van anatomische locatie en omgevingsfactoren.
* **Zuurgraad (pH):** De normale huid-pH ligt gemiddeld rond de 5,5, maar een ideale pH van 4 tot 4,5 helpt de normale huidflora intact te houden. Zepen en kraanwater kunnen de pH van de huid aanzienlijk beïnvloeden. Factoren zoals vochtigheid, zweet, talg, anatomische plaats, genetica en leeftijd (endogene factoren), alsook detergentia, cosmetica, occlusieve verbanden en lokale antibiotica (exogene factoren) kunnen de pH van de huid beïnvloeden.
Een droge huid, die vaker voorkomt bij aandoeningen als constitutioneel eczeem, ichthyosis en diabetes, kenmerkt zich door een verminderde barrièrefunctie. Bij diabetes kan dit mede komen door verminderde zweetproductie (autonome neuropathie), afname van lipiden in het stratum corneum en verminderde talgproductie, wat bijdraagt aan klovenvorming. Gevolgen van een droge huid zijn een verminderde barrièrefunctie, verhoogde gevoeligheid voor bacteriën en allergenen, en snellere irritatie en jeuk.
* **Tip:** De 'ABC-regel' voor eczeem is een nuttig ezelsbruggetje: **A**void soap (vermijd zeep), **B**enefit from emollients (profiteer van emolliënten/hydratanten), **C**ontrol inflammation (controleer ontstekingen).
* **Voorbeeld:** Ureum, een NMF, helpt water vast te houden, verbetert de huidbarrière, heeft een keratolytisch effect (maakt eelt zacht) en kan licht jeukstillend werken.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Huidbarrière | Een complex systeem van anatomische en biologische componenten die de huid beschermen tegen invloeden van buitenaf en waterverlies voorkomen. |
| Filaggrine | Een eiwit dat een cruciale rol speelt bij de vorming van de hoornlaag en de hydratatie van de huid door af te breken tot natural moisturizing factors (NMF). |
| Lipiden | Vetzuren die een essentiële rol spelen in de intercellulaire matrix van de hoornlaag, waardoor ze de huid waterdicht maken en het transport van stoffen reguleren. |
| Corneocyten | Gedifferentieerde, dode huidcellen in de hoornlaag die voornamelijk uit keratine bestaan en een belangrijke fysieke barrière vormen. |
| NMF (Natural Moisturizing Factors) | Wateroplosbare componenten die ontstaan uit de afbraak van filaggrine en essentieel zijn voor het vasthouden van vocht in de hoornlaag en het handhaven van de zuurgraad. |
| Trans epidermaal waterverlies (TEWL) | De hoeveelheid water die vanuit het lichaam via de huid verdampt naar de omgeving, en die dient als een maat voor de integriteit van de huidbarrière. |
| Microbiome | De gehele gemeenschap van micro-organismen, inclusief bacteriën, schimmels en virussen, die op en in het menselijk lichaam leven en een belangrijke rol spelen in de gezondheid. |
| Dysbiose | Een verstoring in de balans van het microbioom, waarbij de normale samenstelling van micro-organismen op de huid afwijkt, wat kan leiden tot diverse huidaandoeningen. |
| Eccriene zweetklieren | Zweetklieren die over het hele lichaam voorkomen en verantwoordelijk zijn voor thermoregulatie door het produceren van zweet. |
| Apocriene zweetklieren | Zweetklieren die voornamelijk in de oksels, anogenitale regio en tepelhof voorkomen en bijdragen aan lichaamsgeur. |
| pH huid | De zuurgraad van de huid, die normaal gesproken licht zuur is (rond de 4.5-5.5) en essentieel is voor het behoud van de normale huidflora en barrièrefunctie. |
| Vernix caseosa | Een vettige, witte laag die de huid van een pasgeboren baby bedekt en beschermt met onder andere lipiden en antimicrobiële stoffen. |
| Langerhanscellen | Gespecialiseerde immuuncellen in de epidermis die pathogenen herkennen en een rol spelen in de immuunrespons van de huid. |