Cover
立即免费开始 LES 2 Notion ER.pdf
Summary
### 1.2 De EU en haar doelstellingen
De evolutie van de EU is nauw verbonden met de opeenvolgende verdragen die haar structuur, bevoegdheden en werkingsmechanismen hebben hervormd.
* **De Schuman-verklaring (9 mei 1950)** Dit document wordt beschouwd als de geboorteakte van de EU en schetste de contouren voor een nieuwe, supranationale instelling: de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) .
* **EGKS-Verdrag (Verdrag van Parijs, 1951)** Dit verdrag richtte de EGKS op, met als doel een interne markt te creëren voor een specifiek deel van het economisch leven. De EGKS kende een Hoge Autoriteit en werd opgericht door zes oorspronkelijke lidstaten .
* **Verdrag tot oprichting van de EEG (Verdrag van Rome, 1957)** Dit verdrag breidde de interne markt uit naar alle economische activiteiten, naast de EGKS. Het richtte ook eigen instellingen op, waaronder het Europees Parlement, de Raad, de Europese Commissie en het Hof van Justitie .
* **EGA of Euratom-verdrag**. Dit verdrag gaf specifieke bevoegdheden aan de EU op het vlak van atoomenergie en bestaat nog steeds. Het vertrek van het Verenigd Koninkrijk (Brexit) betekende dan ook dat het land uit alle aanhangende verdragen stapte .
* **Verdrag van Maastricht (EG-Verdrag, 1992)** Dit verdrag luidde een grotere stap in de Europese integratie in door de oprichting van de EU als één juridische entiteit met drie pijlers. Naast de bestaande Europese Gemeenschappen (EC), die beslissingen met meerderheid namen, werden de Gemeenschappelijke Buitenlands- en Veiligheidsbeleid (CFSP) en Politie- en justitiële samenwerking in strafzaken (PJSS) geïntroduceerd, die unanimiteit vereisten. Dit verdrag markeerde een belangrijke wijziging sedert de oprichting van de EU en legde ook een tijdschema vast voor de invoering van de euro op 1 januari 2002, een deadline die gehaald werd .
* **Verdrag van Amsterdam**. Dit verdrag integreerde het Schengenakkoord in de verdragen van de Europese Unie. Het vergrootte de bevoegdheden van het Europees Parlement door een deel van de bevoegdheden van de Raad over te dragen, wat de democratische legitimiteit ten goede kwam aangezien de leden van het Parlement door de burgers worden verkozen .
* **Verdrag van Nice**. Dit verdrag bracht relatief kleine wijzigingen aan. Pogingen om een EU-grondwet te creëren in 2004, via het voorstel van een Europese Grondwet, werden echter door referenda in onder andere Frankrijk en Nederland afgewezen. De angst voor de oprichting van een Europese superstaat en het verlies van nationale soevereiniteit en identiteit speelde hierbij een rol. In 2007 riep de Verklaring van Berlijn, onder Duits voorzitterschap, op tot hernieuwde inzet voor het Europese project .
* **Verdrag van Lissabon** . Dit verdrag wordt gezien als een "afgeslankte" versie van de EU-grondwet. Belangrijke veranderingen omvatten de afschaffing van het driepijlersysteem, waardoor de EG opging in de EU (nu VEU en VWEU), en een duidelijkere afbakening van bevoegdheden. De Europese Raad kreeg een vaste voorzitter (de eerste was Herman van Rompuy). Het medebeslissingsrecht van het Europees Parlement werd uitgebreid, en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie werd bindend .
> **Tip:** Het Verdrag van Lissabon was een poging om de complexiteit van de voorgaande verdragen te vereenvoudigen. Hoewel het driepijlersysteem werd afgeschaft, blijven elementen ervan herkenbaar, zoals de specifieke instrumenten van de tweede pijler en de beperkte bevoegdheid van het Hof van Justitie hierin .
#### 1.2.1 Geografische uitbreidingen
De EGKS werd in 1951 opgericht door zes stichtende leden: de Beneluxlanden (België, Nederland, Luxemburg), Italië, West-Duitsland en Frankrijk. Dit aantal groeide gestaag door de jaren heen [1](#page=1):
* **1951:** België, Nederland, Luxemburg, West-Duitsland, Frankrijk en Italië [1](#page=1).
* **1973:** Het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Denemarken [1](#page=1).
* **1981:** Griekenland [1](#page=1).
* **1986:** Spanje en Portugal [1](#page=1).
* **1995:** Oostenrijk, Zweden en Finland [1](#page=1).
* **2004:** Cyprus, Malta, Estland, Letland, Litouwen, Polen, Tsjechië, Slowakije, Slovenië en Hongarije [1](#page=1).
* **2007:** Roemenië en Bulgarije [1](#page=1).
* **2013:** Kroatië [1](#page=1).
Momenteel telt de Europese Unie 27 lidstaten, wat heeft geleid tot een aanzienlijke economische macht door de samenwerking [1](#page=1).
#### 1.2.2 Criteria voor lidmaatschap: De Criteria van Kopenhagen
Om lid te worden van de Europese Unie, moet een land voldoen aan specifieke voorwaarden, de zogenaamde Criteria van Kopenhagen. Deze criteria zijn onderverdeeld in drie hoofdcategorieën [2](#page=2):
1. **Politieke criteria:** Stabiele instellingen die democratie, de rechtsstaat, mensenrechten en bescherming van minderheden garanderen [2](#page=2)
2. **Economische criteria:** Een functionerende markteconomie [2](#page=2) + het vermogen om de concurrentiedruk binnen de EU aan te kunnen [2](#page=2)
3. **Juridische criteria:**
* Het vermogen om de verplichtingen van het lidmaatschap na te komen, inclusief het doorvoeren van eventuele grondwetswijzigingen
* Het overnemen van de \_acquis communautaire, wat inhoudt dat alle bestaande EU-wetgeving en verworvenheden van het gemeenschapsrecht door het kandidaat-land moeten worden geïntegreerd [2](#page=2).
#### 1.2.3 De procedure voor toetreding
Het lidmaatschapsproces is een langdurige procedure (art. 49 VEU). De stappen zijn als volgt [2](#page=2):
1. Een land dient een aanvraag in bij de Raad van de Europese Unie.
2. De Europese Commissie geeft een formeel advies over de aanvraag.
3. De Raad beslist unaniem of het land een kandidaat-lidstaat wordt.
4. Formele opening van toetredingsonderhandelingen, waarbij voorwaarden, verplichtingen en financiële regelingen worden besproken.
5. Definitieve sluiting van de onderhandelingen.
6. Raadpleging van de Europese Commissie over de resultaten.
7. Goedkeuring door het Europees Parlement met een gewone meerderheid.
8. Besluit van de Raad, dat unaniem moet zijn.
9. Het toetredingsverdrag wordt ondertekend door de kandidaat-lidstaat en alle vertegenwoordigers van de lidstaten.
10. Het toetredingsverdrag wordt ingediend voor ratificatie in de lidstaten en de kandidaat-lidstaat.
11. Na voltooiing van het ratificatieproces en inwerkingtreding van het verdrag, wordt het land een lidstaat.
#### 1.2.4 Huidige kandidaat-lidstaten en speciale gevallen
Er zijn momenteel negen kandidaat-landen die ten minste stap 3 van de procedure hebben bereikt [2](#page=2).
* **Turkije:** Heeft een speciale positie als kandidaat-lidstaat sinds 1999. Ondanks inspanningen om aan de Kopenhagen-criteria te voldoen, heeft de relatie met de EU te kampen gehad met spanningen door binnenlandse ontwikkelingen onder president Erdogan, zoals pogingen tot een staatsgreep, beperkingen op de vrijheid van meningsuiting en plannen om de doodstraf opnieuw in te voeren. De motivatie van Turkije om lid te willen worden ligt onder andere in de wens voor visumvrij verkeer binnen de EU [2](#page=2) [3](#page=3).
* **Andere kandidaten:** Oekraïne, Bosnië en Herzegovina, Albanië, Noord-Macedonië, Georgië, Servië, Montenegro en Moldavië. Voor Moldavië bestaat het risico om het lidmaatschap te verliezen bij verkiezingswinst van pro-Russische partijen [3](#page=3).
* **IJsland:** Wordt genoemd als een mogelijk kandidaat die van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) zou kunnen overstappen naar de EU [3](#page=3).
#### 1.2.5 De procedure voor uittreding
Tot 2016 kenmerkte de geschiedenis van de EU zich uitsluitend door uitbreiding. Echter, op 23 juni 2016 vond een referendum plaats in het Verenigd Koninkrijk, waarbij de Britse bevolking stemde voor uittreding uit de EU. Dit proces wordt aangeduid als **Brexit** [3](#page=3).
Sinds het Verdrag van Lissabon is het mogelijk voor een lidstaat om zich terug te trekken uit de Unie. (art. 50 VEU)
1. Een lidstaat die besluit zich terug te trekken, communiceert dit voornemen aan de Europese Raad, overeenkomstig zijn eigen grondwettelijke bepalingen [4](#page=4).
2. De Unie sluit, na onderhandelingen met de betreffende staat en in het licht van de richtsnoeren van de Europese Raad, een akkoord over de voorwaarden voor terugtrekking. Hierbij wordt rekening gehouden met het kader van de toekomstige betrekkingen tussen de staat en de Unie. Het akkoord wordt onderhandeld conform artikel 218, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). Het akkoord wordt namens de Unie gesloten door de Raad, die met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit, na goedkeuring door het Europees Parlement [4](#page=4).
3. De Verdragen van de EU zijn niet meer van toepassing op de betrokken staat vanaf de datum van inwerkingtreding van het terugtrekkingsakkoord. Indien er geen akkoord is, geldt een termijn van twee jaar na de kennisgeving bedoeld in lid 2, tenzij de Europese Raad met instemming van de betrokken lidstaat en met eenparigheid van stemmen besluit deze termijn te verlengen [4](#page=4).
4. Voor de toepassing van de leden 2 en 3 nemen het lid van de Europese Raad en het lid van de Raad die de zich terugtrekkende lidstaat vertegenwoordigen, niet deel aan de beraadslagingen of besluiten van de Europese Raad en de Raad die hem betreffen. De gekwalificeerde meerderheid wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 238, lid 3, onder b), van het VWEU [4](#page=4).
> **Voorbeeld:** De economische schade voor het Verenigd Koninkrijk die voortvloeit uit het verlaten van de EU, bedroeg naar schatting 114 miljard euro drie jaar na de Brexit. Dit onderstreept de aanzienlijke economische gevolgen van een uittreding [4](#page=4).
> **Extra:** Jonge Britten zouden er overwegend voorstander van zijn geweest om in de EU te blijven, wat wijst op een potentieel verschil in generatieperspectieven met betrekking tot het EU-lidmaatschap [4](#page=4).
Een land dat de EU heeft verlaten, kan, indien het dit wenst, opnieuw toetreden. De procedure hiervoor is dezelfde als die van artikel 49 VEU [4](#page=4).
#### 1.2.6 Enlargement vs. Deepening
Naast territoriale uitbreiding van de EU is er ook sprake van 'deepening', wat inhoudt dat de EU meer bevoegdheden krijgt en dus meer beslissingsmacht heeft over een breder scala aan materies waarin zij verordeningen en richtlijnen kan maken. Dit proces van bevoegdheidsoverdracht is steeds vrijwillig geweest; geen enkele lidstaat heeft tegen zijn zin bevoegdheden afgestaan. De naoorlogse initiatieven waren aanvankelijk gebaseerd op intergouvernementalisme, maar dit kende een gebrek aan daadkracht [4](#page=4).
#### 1.2.7 Stand van zaken
* Steeds dezelfde problematieken keren terug (territoriale uitgestrektheid, bevoegdheden, democratisch gehalte en de efficiëntie en daadkracht van de instellingen)
* Het Verdrag van Lissabon beoogde slechts gedeeltelijke vereenvoudiging (nog 3 verdragen, EG wordt EU, afschaffing pijlers)
* Pijlersysteem wel nog herkenbaar (o.a. tweede pijler eigen instrumenten en HvJ geen bevoegdheid)
* De EU streeft naar een flexibele structuur (met mogelijkheden voor nauwere samenwerking tussen lidstaten of opt-outs). Dit betekent dat niet altijd alle wetgeving in alle landen gelijk wordt toegepast, bijvoorbeeld wanneer landen deze anders niet zouden goedkeuren. Een voorbeeld hiervan is de "opt-out" van Denemarken met betrekking tot de euro. Sommige landen kiezen ervoor om sneller te integreren; indien minimaal negen landen beslissen om nauwer samen te werken, is dit toegestaan .
> **Voorbeeld:** Het Schengenakkoord, dat de afschaffing van de interne grenscontroles tussen deelnemende landen regelt, werd door het Verdrag van Amsterdam geïntegreerd in de EU-verdragen. Dit illustreert hoe specifieke beleidsterreinen, die aanvankelijk op intergouvernementele basis werden ontwikkeld, later onder de paraplu van de EU kwamen te vallen .
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Economische heropbouw | Het proces van het herstellen en ontwikkelen van de economie na een periode van grote schade, zoals die na de Tweede Wereldoorlog plaatsvond. |
| EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal) | Een historische internationale organisatie die in 1951 werd opgericht met als doel de productie van kolen en staal te beheren en samen te werken op dit gebied om oorlog te voorkomen en de wederopbouw te bevorderen. |
| Kopenhagense criteria | Een set politieke, economische en juridische voorwaarden die een kandidaat-land moet vervullen om lid te kunnen worden van de Europese Unie. Deze criteria garanderen stabiliteit, democratie en naleving van EU-wetgeving. |
| Acquis communautaire | De totale verzameling van EU-wetgeving, jurisprudentie en beleid die een kandidaat-land moet overnemen om lid te worden van de Unie. Dit omvat alle reeds vastgestelde gemeenschapsrecht. |
| Art. 49 VEU | Het artikel in het Verdrag betreffende de Europese Unie dat de procedure beschrijft voor landen die de Europese Unie willen toetreden. Dit proces omvat een aanvraag, advies van de Commissie, onderhandelingen en ratificatie. |
| Art. 50 VEU | Het artikel in het Verdrag betreffende de Europese Unie dat de procedure vastlegt voor een lidstaat die besluit zich uit de Unie terug te trekken. Dit omvat onderhandelingen over de terugtrekking en de beëindiging van de toepassing van de verdragen. |
| Brexit | De terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, een proces dat in gang werd gezet na een referendum in 2016 en formeel werd voltooid in 2020. |
| Supranationale samenwerking | Een vorm van internationale samenwerking waarbij lidstaten soevereine bevoegdheden overdragen aan een bovennationale organisatie, die zelfstandige beslissingen kan nemen die bindend zijn voor de lidstaten. |
| Intergouvernementele samenwerking | Een vorm van internationale samenwerking waarbij lidstaten hun soevereiniteit behouden en beslissingen gezamenlijk nemen op basis van consensus, vaak in internationale organisaties. |
| Verdrag van Rome (1957) | Een verdrag dat de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) vastlegde. Het legde de basis voor een gemeenschappelijke markt voor alle economische activiteiten. |
| Verdrag van Maastricht (1992) | Dit verdrag introduceerde de oprichting van de Europese Unie (EU) als één juridische entiteit met drie pijlers en legde de basis voor de Economische en Monetaire Unie (EMU) en de invoering van de euro. |
| Verdrag van Lissabon (2009) | Een moderniseringsverdrag dat de structuur van de EU vereenvoudigde door het afschaffen van het driepijlersysteem, het versterken van de rol van het Europees Parlement en het vastleggen van het Handvest van de Grondrechten. |