Ethics Professional Responsibility In Law
Cover
Cursus_versie_09_25.pdf
Summary
# Bewijswaarde en authentieke waarde van vaststellingen door gerechtsdeurwaarders
### Kernidee
* Deontologie omvat gedragsregels voor juridische beroepen, essentieel voor het vertrouwen van rechtzoekenden en de maatschappij [9](#page=9).
* Deze regels zijn cruciaal gezien de monopoliepositie en de impact van juridische beroepen op het maatschappelijke leven [12](#page=12) [9](#page=9).
* Deontologie beschermt tegen eigenbelang van de dienstverlener, overmatige identificatie met de cliënt, en kortetermijnvisie die loyaliteit aan de cliënt schaadt [11](#page=11).
### Kernfeiten
* De term "deontologie" is afkomstig van Jeremy Bentham en betreft de wetenschap van wat men behoort te doen [10](#page=10).
* Deontologie is een juridisch geconcretiseerde gedragsregel, voortvloeiend uit morele voorwaarden zoals loyaliteit en verantwoordelijkheidszin [10](#page=10).
* Onmisbare hoedanigheden voor juridische beroepen zijn bekwaamheid, loyaliteit, objectiviteit en discretie [10](#page=10).
* Recente fenomenen zoals mondialisering, specialisering, mediatisering en commercialisering beïnvloeden de deontologische plichten [10](#page=10) [12](#page=12).
* Europese regelgeving, met name concurrentie- en vestigingsvrijheid en grondrechten, interfereren steeds meer met deontologie [12](#page=12).
* De nood aan deontologie is groter naarmate een beroep een grotere impact heeft op het maatschappelijk leven [12](#page=12).
### Kernconcepten
* **Vrijwaring van vertrouwen:** Cruciaal omdat rechtzoekenden afhankelijk zijn van juridische dienstverleners met een monopoliepositie [9](#page=9).
* **Monopoliepositie:** Juridische beroepen hebben wettelijk gereglementeerde monopolieposities voor specifieke handelingen [12](#page=12) [9](#page=9).
* **Vangrails van macht:** Deontologische regels fungeren als beperkingen op de aanzienlijke macht van juridische beroepen [9](#page=9).
* **Gedragsregel:** Deontologische regels concretiseren morele waarden tot gedragsnormen [10](#page=10).
* **Historische veranderlijkheid:** Deontologische regels evolueren mee met maatschappelijke zeden en technologische ontwikkelingen [12](#page=12).
### Implicaties
* De naleving van deontologische regels is essentieel voor de correcte uitoefening van juridische beroepen [9](#page=9).
* De deontologie waarborgt het vertrouwen van de rechtzoekende in de rechtsbedeling [12](#page=12).
* De evoluerende juridische wereld vereist niet enkel technische kennis, maar ook menselijke kwaliteiten zoals praktische wijsheid en empathie [10](#page=10).
* Deontologie speelt een rol in het reguleren van specifieke gedragingen, zoals het verbod voor gerechtsdeurwaarders om zichzelf goederen toe te wijzen die hun zijn toevertrouwd [11](#page=11).
### Tip
- > **Tip:** Het onderscheid tussen deontologie en tuchtrecht (en strafrecht) is belangrijk om de specifieke aard en reikwijdte van deontologische regels te begrijpen [2](#page=2)
---
* Deontologie omvat gedragsregels die maatschappelijk verantwoord beroepsgedrag waarborgen, zowel geschreven als ongeschreven [13](#page=13).
* Tucht is het instrument om deontologische normen af te dwingen en te sanctioneren [13](#page=13).
* Er is een onderscheid tussen deontologie, tucht en strafrecht, waarbij tucht intern gericht is op de beroepsgroep [14](#page=14).
* Juridische beroepen met titelbescherming en monopolie vereisen waarborgen van kwaliteit en naleving van gedragsregels [13](#page=13).
* Deontologie regelt de verhoudingen tussen de professional en de rechtzoekende, onderling en met de maatschappij [14](#page=14).
* Tuchtrechtelijke organen zijn vaak de eigen beroepsgroepen, belast met snelle en efficiënte sanctionering [14](#page=14).
* Sinds de Dutroux-affaire is er een roep om meer externe controle op juridische beroepen [15](#page=15).
* Het Gerechtelijk Wetboek (art. 404) specificeert de toepasbaarheid van tuchtstraffen bij ambtsverzuim of aantasting van de waardigheid [14](#page=14).
* Deontologische regels kunnen ongeschreven zijn en toch leiden tot tuchtrechtelijke vervolging [15](#page=15).
* Bronnen van deontologie zijn internationaal (EVRM), nationaal (Grondwet, wetten) en zelfregulering door beroepsorganisaties [16](#page=16).
* De invulling van deontologische regels evolueert mede door maatschappelijke veranderingen en internationalisering [17](#page=17).
* **Deontologie:** Het geheel van gedragsregels die de concrete uitoefening van een beroep beheersen [13](#page=13).
* **Tucht:** Het mechanisme voor het sanctioneren van overtredingen van deontologische normen [13](#page=13).
* **Corporatisme:** Een historische tendens waarbij deontologie vooral gericht was op interne cohesie en reputatie van de beroepsgroep [15](#page=15).
* **"Justice must not only be done it must also be seen to be done":** Een fundamenteel principe dat de schijn van onpartijdigheid vereist [20](#page=20).
* **Titelbescherming:** Wettelijke bescherming van bepaalde beroepstitels om kwaliteit te waarborgen [13](#page=13).
* De deontologie en tucht zijn essentieel voor het waarborgen van het vertrouwen van de rechtszoekende in juridische beroepen [22](#page=22).
* Mediatisering en de mondigheid van de burger vergroten de aandacht voor deontologische perikelen van juridische professionals [17](#page=17) [18](#page=18) [19](#page=19).
* De deontologie van magistraten, advocaten en gerechtsdeurwaarders vereist constante kritische analyse en naleving [23](#page=23).
* De HRJ streeft naar objectivering van benoemingen en bevordering van magistraten en houdt toezicht op de goede werking van de rechterlijke macht [23](#page=23).
* Juridische professionals moeten voorzichtig zijn met het gebruik van sociale media om de schijn van onpartijdigheid te vermijden [19](#page=19) [20](#page=20).
### Voorbeelden
* Kritiek op de rechter en wantrouwen in justitie na vrijspraak in een drugzaak door ongeldige telefoontaps [18](#page=18).
* Een Vlaams Parlementslid dat informeert bij een jeugdrechter over een hangende zaak [19](#page=19).
* Rechters die op sociale media uitlatingen doen die de rechterlijke macht in diskrediet brengen of de schijn van partijdigheid wekken [19](#page=19) [20](#page=20).
* De persrechter die commentaar geeft op een lopende zaak, wat leidt tot een wrakingsverzoek [20](#page=20).
---
## Juridische plichten van de rechter
* De rechter lost geschillen op door rechtsregels toe te passen op feiten, maar is gebonden aan juridische beperkingen zoals het beschikkingsbeginsel en het recht van verdediging [25](#page=25).
### Sleutelprincipes en beperkingen
* **Beschikkingsbeginsel (principe dispositif):** Partijen bepalen het onderwerp, de partijen en de omvang van het geschil [26](#page=26).
* De rechter mag niet meer toekennen dan gevraagd (ultra petita), behalve bij dwangsommen [25](#page=25).
* Materiële verschrijvingen en omissies in rechterlijke beslissingen kunnen verbeterd worden (art. 794, 797 Ger.W.) [25](#page=25).
* De rechter mag niet oordelen op basis van feiten die hij buiten de rechtszaal verneemt of uit persoonlijke kennis kent, zonder tegenspraak [26](#page=26).
* "Algemeen bekende feiten" (notoire feiten) of feiten uit algemeen toegankelijke bronnen mogen wel gebruikt worden [27](#page=27).
* Ervaringsregels mogen door de rechter gebruikt worden in zijn oordeel [27](#page=27).
* Processuele feiten uit andere rechtsgedingen mogen niet ambtshalve gebruikt worden [27](#page=27).
* **Iura novit curia:** De rechter kent het recht en past dit toe; partijen hoeven de juridische norm niet te noemen [28](#page=28).
* De rechter mag de oorzaak of het voorwerp van de vordering niet ambtshalve wijzigen [28](#page=28).
* **Recht van verdediging:** De rechter respecteert de tegensprekelijkheid en het principe van hoor en wederverhoor [29](#page=29).
* Beslissingen mogen niet gebaseerd zijn op stukken die niet aan de tegenpartij werden meegedeeld [29](#page=29).
* De rechter dient conclusies die na de termijn zijn neergelegd ambtshalve te weren [29](#page=29).
* De rechter dient debatten te heropenen vooraleer een vordering af te wijzen op basis van een niet ingeroepen exceptie [29](#page=29).
* De rechter moet antwoorden op alle middelen en argumenten van eis en verweer [29](#page=29).
### Rechterlijke activiteit en onpartijdigheid
* Toenemende rechterlijke activiteit in civiele procedures kan botsen met partijautonomie en het recht op een onpartijdige rechter (art. 6 EVRM) [30](#page=30).
* Een te actieve rechter kan de schijn van partijdigheid wekken door feiten te ontdekken die niet ter discussie stonden of door suggestieve vragen te stellen [30](#page=30) [31](#page=31).
* De mening in de rechtsleer is verdeeld over de toelaatbaarheid van ambtshalve aansnijden van onderwerpen door de rechter [31](#page=31).
* De rechter mag ambtshalve het debat heropenen en vragen stellen indien deze noodzakelijk zijn voor de beoordeling en partijen hun kijk hierop kunnen geven [31](#page=31).
* Suggestieve opmerkingen die de indruk wekken van een reeds gevormd oordeel dienen te worden vermeden [31](#page=31).
### Uitspraak binnen redelijke termijn
* Principe: uitspraak binnen één maand na sluiten debatten (art. 770 Ger.W.) [31](#page=31).
* Deze termijn is niet op straffe van nietigheid; bij overschrijding moet de oorzaak vermeld worden op het proces-verbaal [32](#page=32).
* **Sancties:** Tuchtrechtelijke sancties en onttrekking van de zaak aan de rechter bij langdurige vertraging [32](#page=32) [33](#page=33).
* Vordering tot onttrekking wegens meer dan zes maanden verzuim (art. 648, 4° Ger.W.) [33](#page=33).
* De Belgische staat kan aansprakelijk zijn wegens overschrijding van de redelijke termijn (art. 6 EVRM) [34](#page=34).
### Persoonlijke aansprakelijkheid magistraat
---
## Onafhankelijkheid en deonto logische plichten van magistraten
* Magistraten moeten vertrouwelijk gedrag vertonen gebaseerd op bekwaamheid, onafhankelijkheid, onpartijdigheid en objectiviteit [39](#page=39).
* Onafhankelijkheid van de rechter is cruciaal voor het rechtsstaatbeginsel en wordt beschermd door internationale en nationale wetgeving [45](#page=45).
### Key facts
* Fouten in rechterlijke beslissingen kunnen slechts via rechtsmiddelen worden aangevochten, niet via directe aansprakelijkheid van de magistraat [37](#page=37).
* De Belgische Staat kan aansprakelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt door een ambtsfout van een rechter of Openbaar Ministerie, conform art. 1382-1383 (oud) B.W. [37](#page=37).
* Een rechterlijke fout wordt beoordeeld aan de hand van het criterium van een normaal zorgvuldig en voorzichtig magistraat [38](#page=38).
* Elk vonnis moet gemotiveerd zijn en openbaar worden uitgesproken (art. 149 Gw.) [38](#page=38).
* De motivering van een rechterlijke beslissing moet duidelijk en begrijpelijk zijn voor de rechtzoekende [39](#page=39).
* Internationale verdragen zoals het EVRM en het IVBPR garanderen het recht op een eerlijk proces en een onafhankelijke en onpartijdige rechter [40](#page=40).
* De Belgische Grondwet garandeert de onafhankelijkheid van rechters (art. 151, §1 Gw.) en de scheiding der machten [41](#page=41).
* Het Gerechtelijk Wetboek bevat bepalingen over o.a. de plicht om recht te spreken en de tuchtrechtelijke organisatie van magistraten [42](#page=42).
* De Gids voor de Magistraten (2012, bijgewerkt 2024) biedt een leidraad voor professioneel gedrag, maar is geen bindende tuchtrechtelijke code [43](#page=43) [44](#page=44).
### Key concepts
* **Personen aansprakelijkheid magistraat:** Zeer uitzonderlijk mogelijk bij bedrog of list (art. 1140-1147 Ger. W.) [37](#page=37).
* **Staatsaansprakelijkheid:** Voor fouten van magistraten, zowel binnen als buiten hun bevoegdheid, erkend sinds het ANCA-arrest [37](#page=37).
* **Motiveringsplicht:** Essentiële waarborg tegen willekeur en bewijs van zorgvuldig onderzoek door de rechter [38](#page=38).
* **Openbaarheid van de uitspraak:** Vonnis moet in openbare zitting worden uitgesproken (art. 149 Gw.) [38](#page=38).
* **Deontologische plichten:** Gevestigd in internationale verdragen, Grondwet en Gerechtelijk Wetboek [39](#page=39) [41](#page=41) [42](#page=42).
* **Gids voor de Magistraten:** Raadgevende richtlijn met kernwaarden en principes voor magistraten [43](#page=43).
* **Onafhankelijkheid:** Autonomie van besluitvorming, beschermd tegen invloeden, druk of bedreigingen [45](#page=45).
* **Europese controle op onafhankelijkheid:** Hof van Justitie oordeelt over nationale maatregelen die rechterlijke onafhankelijkheid bedreigen (bv. Polen) [46](#page=46) [47](#page=47) [48](#page=48).
### Implications
* De bescherming van rechterlijke onafhankelijkheid is essentieel voor het functioneren van de rechtsstaat, ook op Europees niveau [45](#page=45) [48](#page=48).
* Internationale rechterlijke uitspraken (bv. over Polen) tonen aan hoe lidstaten onder druk kunnen komen te staan inzake rechterlijke onafhankelijkheid [46](#page=46) [47](#page=47).
* Tuchtrecht mag niet gebruikt worden voor politiek toezicht op rechterlijke beslissingen [48](#page=48).
### Common pitfalls
* Onvoldoende of onduidelijke motivering van beslissingen kan gelijkgesteld worden aan afwezigheid van motieven [39](#page=39).
* Tuchtrechtelijke vervolging wegens de inhoud van beslissingen of het stellen van prejudiciële vragen ondermijnt de onafhankelijkheid [47](#page=47).
---
## Rechterlijke onafhankelijkheid en onpartijdigheid
### Onafhankelijkheid van de rechterlijke macht
* Onafhankelijkheid van de rechterlijke macht is een algemeen rechtsbeginsel, expliciet verankerd in artikel 151 van de Grondwet [50](#page=50).
* Het principe beschermt rechters tegen willekeur en zorgt voor objectieve benoemingsprocedures [49](#page=49).
* Dit principe is essentieel voor rechtszoekenden en waarborgt vrijheid en rechten binnen de rechtsstaat [49](#page=49).
* Onafhankelijkheid betekent dat de magistraat de wet toepast op basis van dossierkenmerken, zonder externe invloeden (uitvoerende macht, politiek, media, etc.) [49](#page=49).
* De kern van onafhankelijkheid is de beslissing baseren op persoonlijk, vrij oordeel, vrij van beïnvloeding [49](#page=49).
### Nuancering van rechterlijke onafhankelijkheid
* Enige nuancering is nodig, aangezien rechters, net als iedereen, aan externe invloeden worden blootgesteld [50](#page=50).
* Onderscheid tussen:
* **Functionele onafhankelijkheid:** Onafhankelijkheid bij het beslechten van concrete geschillen [50](#page=50).
* **Organieke onafhankelijkheid:** Waarborgen tegen uitwendige druk [50](#page=50).
### Functionele onafhankelijkheid
* Geldt ten aanzien van de wetgevende en uitvoerende macht door onderbrenging in een derde staatsmacht [50](#page=50).
* Geldt ook ten aanzien van collega-rechters en hiërarchische oversten, hoewel hiërarchie en onafhankelijkheid moeilijk verenigbaar zijn [50](#page=50).
* Onafhankelijkheid van publieke opinie, pers, drukkingsgroepen en politieke partijen is vereist [50](#page=50).
* Rechters mogen zich niet laten beïnvloeden door mediacommentaar op lopende zaken [51](#page=51).
* De sub judice-regel (pers onthoudt zich van commentaar) wordt besproken in relatie tot vrijheid van meningsuiting [51](#page=51).
* Rechters moeten onafhankelijk oordelen ten aanzien van eigen levensbeschouwelijke of privé-overtuigingen [51](#page=51).
### Organieke onafhankelijkheid
* Betreft onafhankelijkheid buiten concrete geschillen, bij algemene ambtsuitoefening [52](#page=52).
* Magistraten van het Openbaar Ministerie (OM) zijn ook onafhankelijk, maar hun interne onafhankelijkheid is beperkter door de hiërarchische structuur [52](#page=52).
* De Minister van Justitie heeft een injunctierecht en kan bindende richtlijnen vastleggen voor het OM [52](#page=52).
* Contacten tussen minister en OM over individuele zaken zijn strikt gereguleerd [52](#page=52).
### Waarborgen van rechterlijke onafhankelijkheid
* Scheiding der machten [52](#page=52).
* Wettelijke en constitutionele grondslag van rechtbanken en hoven [52](#page=52).
* Wijze en duur van benoeming van rechters (voordracht door Hoge Raad, benoeming voor het leven) [52](#page=52).
* Onzetting uit ambt enkel via vonnis [52](#page=52).
* Niet overplaatsen zonder toestemming (art. 152 Gw.) [52](#page=52).
* Wedde bepaald bij wet (art. 154 Gw.) [52](#page=52).
### Toezicht van de Hoge Raad voor de Justitie
### Onpartijdigheid van de magistraat
### Onverenigbaarheden inzake onpartijdigheid
### Draagwijdte van onpartijdigheid
### Sanctie: Wraking van de rechter
---
### Kernconcepten van wraking en onpartijdigheid
* Het instituut van wraking is een belangrijk mechanisme voor het bewaken van rechterlijke onpartijdigheid [69](#page=69).
* Onpartijdigheid, hoor en wederverhoor, en respect voor verhalen zijn cruciaal voor acceptatie van beslissingen [69](#page=69).
* Wraking kan op verzoek van een partij, gebaseerd op feiten die rechterlijke onpartijdigheid kunnen schaden [69](#page=69).
* Onderscheid tussen subjectieve onpartijdigheid (persoonlijke instelling rechter) en objectieve onpartijdigheid (schijn van partijdigheid) [69](#page=69).
### Subjectieve versus objectieve onpartijdigheid
* Subjectieve onpartijdigheid: daadwerkelijke partijdigheid van de rechter [69](#page=69).
* Voorbeelden: uitlatingen die advocaat niet serieus nemen, veroordeling al klaar hebben, eenzijdig beperken van pleitduur [69](#page=69).
* Objectieve onpartijdigheid: schijn van partijdigheid die redelijkerwijs kan ontstaan [69](#page=69).
* Voorbeelden: rechter die samenwerkte met advocaat, zetelt in bestuur van procespartij [69](#page=69).
### Toenemend aantal wrakingsverzoeken
* Stijging in aantal wrakingsverzoeken, toegeschreven aan veranderd tijdsbeeld en toegenomen bekendheid met de rechtsfiguur [70](#page=70).
* Erosie van gezag van instituties en toegenomen mondigheid/kritische houding van bevolking spelen rol [70](#page=70).
* Media-aandacht voor wrakingsverzoeken vergroot bekendheid en maakt indienen gemakkelijker [70](#page=70).
* Polarisatie, met name in strafrecht, kan leiden tot meer wrakingsverzoeken [70](#page=70).
* Meer communicatie door rechters tijdens zitting kan leiden tot meer zicht op beweegredenen, maar ook tot de perceptie van sturing/vooringenomenheid [70](#page=70).
* De prijs van een veranderende rol van rechtspraak in de samenleving kan een toename van wrakingsverzoeken zijn [70](#page=70).
### Procedurele aspecten van wraking
* Een rechter die weet van een wrakingsgrond moet zich van de zaak onthouden [67](#page=67).
* Wraking moet vóór aanvang van pleidooien worden ingediend, tenzij de grond later ontstaat [67](#page=67).
* Wrakingsverzoeken moeten onverwijld gebeuren zodra de grond bekend is, en in elk geval vóór sluiting van debatten [67](#page=67).
* Laattijdigheid kan leiden tot onontvankelijkheid, zeker indien de zaak reeds is afgedaan [68](#page=68).
* De vordering tot wraking wordt ingeleid bij akte, ondertekend door advocaat met meer dan 10 jaar inschrijving [68](#page=68).
* De akte van wraking wordt overhandigd aan de gewraakte rechter, die binnen twee dagen moet antwoorden [68](#page=68).
* Uitspraak over de wraking gebeurt binnen acht dagen in laatste aanleg [69](#page=69).
* Wrakingsverzoek mag niet oneigenlijk gebruikt worden voor vertraging of als wanhoopspoging [71](#page=71).
### Bekwaamheid en aanstelling van magistraten
* Wet van 18 juli 1991 wijzigde voorschriften voor opleiding en werving magistraten, met objectieve toegangscriteria [71](#page=71).
* Twee (later drie) toegangswegen tot de magistratuur: vergelijkend toelatingsexamen met gerechtelijke stage, examen beroepsbekwaamheid, of vrijstelling met 20 jaar ervaring [71](#page=71).
* Vereisten voor gerechtelijke stage zijn gewijzigd (o.a. stageverplichtingen met vrucht voltooien, verhoogde vereiste ervaring) [72](#page=72).
---
## Deontologie en tuchtrecht van magistraten
* Het tuchtrecht voor magistraten is ingrijpend gewijzigd om sneller en efficiënter op te treden tegen afwijkend gedrag [78](#page=78) [79](#page=79).
* De deontologie van magistraten omvat fundamentele normen en gedragsregels die zowel professioneel als privé gevolgd moeten worden [83](#page=83).
* Een "positieve deontologie" benadrukt de maatschappelijk verantwoorde vervulling van de functie en wordt beter gediend door evaluatie dan door enkel tuchtrecht [84](#page=84).
* De plicht tot beroepsgeheim voor magistraten is niet expliciet in het Gerechtelijk Wetboek vastgelegd, maar volgt uit de aard van het beroep [73](#page=73).
* Schending van het beroepsgeheim is strafbaar op grond van artikel 458 Strafwetboek [74](#page=74).
* Het Hof van Cassatie oordeelde in de Fortis-zaak dat het overmaken van een ontwerp-arrest aan een ere-magistraat voor taalkundige controle een schending van het beroepsgeheim inhield [74](#page=74) [75](#page=75) [76](#page=76).
* Magistraten hebben recht op vrije meningsuiting, maar dit recht is beperkter dan bij andere burgers en onderhevig aan terughoudendheid [77](#page=77) [78](#page=78).
* De wet van 15 juli 2013 heeft het tuchtrecht hervormd, met de invoering van tuchtrechtbanken in eerste aanleg en hoger beroep [79](#page=79) [81](#page=81).
* Tuchtsancties worden onderverdeeld in lichte (terechtwijzing, blaam) en zware (inhouding wedde, schorsing, ontslag, etc.) [81](#page=81).
* De tuchtrechtbanken worden samengesteld uit magistraten met minstens tien jaar ervaring [81](#page=81) [82](#page=82).
* De bevoegde overheden voor het instellen van een tuchtprocedure worden opgesomd in artikel 412, §1 Ger.W [82](#page=82).
* Klachten van particulieren moeten schriftelijk, gedagtekend en ondertekend zijn [83](#page=83).
* **Beroepsgeheim:** De plicht van magistraten om vertrouwelijk om te gaan met informatie die zij in de uitoefening van hun functie verkrijgen [73](#page=73) [74](#page=74).
* **Fortis-zaak:** Cruciale uitspraak van het Hof van Cassatie die het overleg tussen magistraten buiten collegiaal beraad nuanceerde in het licht van het beroepsgeheim [74](#page=74) [75](#page=75) [76](#page=76).
* **Gedeeld beroepsgeheim:** Erkend door het Hof van Cassatie, maar enkel wanneer de mededeling noodzakelijk en pertinent is voor eenzelfde doelstelling en opdrachtgever [76](#page=76).
* **Vrije meningsuiting van rechters:** Een recht dat kan worden beperkt ter bescherming van de onpartijdigheid, waardigheid van het ambt en het gezag van de rechterlijke macht [77](#page=77) [78](#page=78).
* **"Positieve deontologie":** Een benadering die de nadruk legt op de maatschappelijk verantwoorde vervulling van de rechterlijke functie [84](#page=84).
* **"Vangrails" van macht:** Deontologische regels die de macht van de magistraat moeten kanaliseren en misbruik moeten voorkomen [84](#page=84).
* Magistraten moeten zorgvuldig omgaan met de informatie die zij verkrijgen om schending van het beroepsgeheim te vermijden [74](#page=74).
* Rechters kunnen publiekelijk spreken ter verdediging van de rechtsstaat, maar dienen terughoudend te zijn in andere situaties om schijn van partijdigheid te voorkomen [78](#page=78).
* Het tuchtrecht dient als "sterke arm" van de deontologie en is een instrument om vertrouwen in justitie te herstellen [84](#page=84).
* Deontologische regels zijn essentieel voor het vertrouwen dat rechtzoekenden in de magistraat moeten kunnen stellen [84](#page=84).
* Tuchtrecht is van residuair belang en vooral waardevol bij ernstige feiten die leiden tot strafrechtelijke veroordeling of een hardnekkig miskennen van gedragsregels [84](#page=84).
---
## Advocatendeontologie: samenwerking en toegang tot het beroep
### De impact van Europese invloed op samenwerkingsverbanden
* Internationale en technologische ontwikkelingen hebben invloed op deontologische regels [85](#page=85).
* Europese regelgeving beïnvloedt vrijheid van dienstverlening, vestiging, publiciteit en witwaspraktijken [85](#page=85).
* De zaak Wouters/Savelbergh/Price Waterhouse beïnvloedde de reglementering van samenwerkingsverbanden [86](#page=86).
* Nederlandse Samenwerkingsverordening stond samenwerking met niet-advocaten onder voorwaarden toe [86](#page=86).
* Voorwaarden voor samenwerking met andere beroepsgroepen: vrij beroep, academische opleiding, tuchtrecht [86](#page=86).
* Het Hof van Justitie oordeelde dat advocaten ondernemers zijn in de zin van het Verdrag [87](#page=87).
* Besluiten van ondernemersverenigingen mogen handelingsvrijheid beperken, mits gerechtvaardigd door doelstellingen zoals integriteit en goede rechtsbedeling [87](#page=87).
* Deontologische verplichtingen zoals onafhankelijkheid en beroepsgeheim zijn van belang bij samenwerking [87](#page=87).
* Een advocaat mag niet deel uitmaken van een structuur die verslag doet van financiële resultaten [87](#page=87).
* De Vlaamse Orde vaardigde op 22 januari 2003 een reglement uit inzake beroepsmatige samenwerking met niet-advocaten [88](#page=88).
* Dit reglement legde de nadruk op onafhankelijkheid, partijdigheid, beroepsgeheim en vermijding van belangenconflicten [88](#page=88).
* Een algemeen verbod op samenwerkingsverbanden met niet-advocaten werd opgelegd [88](#page=88).
* Het Hof van Cassatie verklaarde de artikelen 2 en 3 van dit reglement nietig wegens te algemeen verbod [88](#page=88).
* Samenwerking met bepaalde beroepsbeoefenaren kan onverenigbaar zijn door gevaar voor belangenconflicten [88](#page=88).
### Toegang tot het beroep van advocaat
* Vereisten: nationaliteit (Belg of EU-burger), diploma rechten, eedaflegging, inschrijving op tableau of lijst stagiairs [89](#page=89).
* EU-onderdanen kunnen beroep uitoefenen onder voorwaarden, met onderscheid tussen dienstverlening en vestiging [89](#page=89).
* Dienstverlening: occasioneel werk met inachtneming van Belgische regels, behoudens verblijf of inschrijving [89](#page=89).
* Onverenigbaarheden met advocatenberoep: magistraat, griffier, staatsambtenaar, notaris, gerechtsdeurwaarder, handel, nijverheid, bezoldigde betrekkingen die onafhankelijkheid of waardigheid schaden [90](#page=90).
* De advocaat dient zijn beroep als zelfstandige uit te oefenen, zonder ondergeschiktheid [90](#page=90).
- De advocateneed is een bron van normering, met elementen als getrouwheid aan de Koning, gehoorzaamheid aan de wet, eerbied aan het gerecht, en geen zaak aanraden die men niet gerechtvaardigd
* Een advocaat mag geen feiten voorhouden waarvan hij weet dat ze onwaar zijn, noch de rechtbank voorliegen [93](#page=93).
* De advocaat mag geen inbreuk plegen op de wet, noch als dader, noch als medeplichtige [94](#page=94).
* Inschrijving op het tableau of de lijst van stagiairs is vereist; de raad van de Orde beslist hierover [94](#page=94).
* Weigering van inschrijving moet gemotiveerd zijn en gebaseerd op wettelijke voorwaarden of onwaardigheid/onbevoegdheid [94](#page=94).
* De procedure voor opname op de lijst van stagiairs/tableau moet voldoen aan artikel 6 EVRM [95](#page=95).
### Rechten van de advocaat
---
### Vrijheid van ambtsuitoefening van advocaten
* Advocaten oefenen vrij hun ambt uit ter verdediging van recht en waarheid [97](#page=97).
* Zij informeren over en bevorderen minnelijke oplossingen van geschillen [97](#page=97).
* Ernstige feiten tegen eer en faam mogen niet worden aangevoerd, tenzij strikt noodzakelijk voor de zaak [97](#page=97).
* Advocaten zijn vrij in de wijze van verdediging; zij zijn dominus litis en schikken zich niet naar cliëntinstructies [98](#page=98).
* De advocaat bepaalt zelf of en wanneer de cliënt aan het woord komt tijdens een zitting [98](#page=98).
### Uitingsvrijheid van advocaten en rechtspraak EHRM
* EHRM oordeelde dat strafsanctie tegen advocate wegens kritiek op Officier van Justitie strijdig was met vrije meningsuiting [98](#page=98).
* Strafpleiters genieten een verhoogde bescherming voor uitingen die kritiek uiten op het OM [98](#page=98).
* De grens van geoorloofde kritiek ligt bij persoonlijke beledigingen [98](#page=98).
* Beperking van meningsvrijheid advocaat is enkel in uitzonderlijke gevallen aanvaardbaar [98](#page=98).
* EHRM achtte vaststelling van overtreding gedragsregels door Nederlandse tuchtoverheid een schending van recht op vrije meningsuiting [98](#page=98).
* Beschuldiging aan adres van een rechercheur in rechtszaal, die niet neerkwam op persoonlijke belediging, werd beschermd [99](#page=99).
* Kritiek buiten de rechtszaal op rechters, gebaseerd op ongefundeerde generalisaties, wordt door EHRM veroordeeld [99](#page=99).
* Kritiek op de tegenpartij binnen de rechtszaal is toegelaten, mits niet onnodig grievend [100](#page=100).
* Gebruik van termen die het zakelijke processuele debat overstijgen, vormt de grens van geoorloofde kritiek [100](#page=100).
* EHRM oordeelde in Alfantakis/Griekenland dat expressievrijheid advocaat diende te primeren bij kritiek op procureur in mediagevoelige zaak [100](#page=100).
* EHRM Grote Kamer erkent recht van advocaten om openlijk kritiek te uiten op justitie als onderdeel van maatschappelijk debat .
* Veroordeling Morice door Franse rechtbanken werd door EHRM Grote Kamer beschouwd als strijdig met artikel 10 EVRM .
* EHRM kiest voor ruimer draagvlak voor expressievrijheid advocaten, met oog voor hun professionele rol .
* Belgische rechtspraak aanvaardt duiding door advocaat bij rechterlijke uitspraak, ook al is die subjectief .
* Belgische correctionele rechtbank sprak advocaat Van Steenbrugge vrij voor laster, verwijzend naar relatieve strafrechterlijke immuniteit .
* De stellingname van advocaat over mogelijke beïnvloeding van OM behoorde tot de kern van de zaak .
### Plichten van de advocaat
* Toetreding tot beroep legt advocaat wettelijke en deontologische plichten op .
* Uniforme regels voor grensoverschrijdende activiteiten zijn vastgesteld, inclusief de Gedragscode voor Europese Advocaten .
* De Codex Deontologie voor Advocaten beheerst de deontologische plichten .
* Essentiële plichten advocaat: deskundige uitoefening, eerbiediging beroepsgeheim, onafhankelijkheid, partijdigheid, vermijden belangenconflicten, waardigheid, rechtschapenheid, kiesheid .
---
### Kernideeën
* De vertrouwelijkheid van correspondentie tussen advocaat en cliënt is beschermd indien deze plaatsvindt ten behoeve van de verdediging en van een onafhankelijke advocaat afkomstig is .
* In-house advocaten vallen niet onder deze bescherming voor vertrouwelijkheid .
* Het beroepsgeheim van advocaten is niet absoluut en kent uitzonderingen, zoals noodtoestand, getuigenis in rechte, en specifieke wettelijke verplichtingen .
### Belangrijke feiten
* Het Gerecht van Eerste Aanleg en het Hof van Justitie hebben strikt vastgehouden aan het vereiste van een externe, niet-in-dienstverband zijnde advocaat voor vertrouwelijkheidsbescherming .
* Een advocaat die als getuige wordt opgeroepen, mag spreken maar kan niet gedwongen worden, tenzij de weigering ongegrond is .
* Artikel 458bis Strafwetboek biedt een mogelijkheid tot het doorbreken van het beroepsgeheim bij ernstig en dreigend gevaar voor de integriteit van minderjarigen of kwetsbare personen .
* Het Grondwettelijk Hof heeft de toepassing van artikel 458bis Sw. op advocaten vernietigd indien de informatie mogelijk belastend is voor de cliënt .
* Artikel 1675/8 Ger.W. heeft de positie van de schuldbemiddelaar ten opzichte van het beroepsgeheim van advocaten meermaals zien wijzigen, met uitkomsten die het beroepsgeheim probeerden te beschermen .
* De anti-witwasreglementering bevat specifieke meldingsplichten voor advocaten buiten hun kernactiviteiten, ter bestrijding van georganiseerde misdaad en terrorisme .
### Belangrijke concepten
* **Noodtoestand:** Een toestand waarin het plegen van een handeling, die normaal gesproken een plicht zou schenden, gerechtvaardigd is ter vrijwaring van een hoger belang, mits specifieke voorwaarden zijn vervuld .
* **Getuigen in rechte:** Advocaten zijn niet strafrechtelijk vervolgbaar als ze in rechte getuigen, maar wel tuchtrechtelijk vatbaar indien ze hun deontologische plicht verwaarlozen .
* **Artikel 458bis Sw.:** Wetsartikel dat een doorbreking van het beroepsgeheim toelaat bij dreigend gevaar voor de integriteit van kwetsbare personen .
* **Artikel 458ter Sw.:** Maakt informatie-uitwisseling mogelijk tussen samenwerkende professionals zonder schending van beroepsgeheim, onder voorwaarden .
* **Anti-witwaswetgeving:** Wetgeving die, ter bestrijding van witwassen, specifieke identificatie- en meldingsplichten oplegt aan advocaten, zij het met belangrijke uitzonderingen voor hun kerntaak .
### Gevolgen
* Het beroepsgeheim van advocaten is een fundamenteel element van de rechten van verdediging en kan slechts wijken voor een dwingende reden van algemeen belang en indien strikt evenredig .
* De anti-witwaswetgeving impliceert een privatisering van het opsporingsbeleid, waarbij advocaten een rol spelen in het signaleren van verdachte transacties .
* De bepalingen rond het beroepsgeheim worden voortdurend getoetst aan mensenrechtenverdragen en grondwetsartikelen .
* De vrijstellingen voor advocaten in de anti-witwaswetgeving trachten een balans te vinden tussen internationale strijd tegen georganiseerde misdaad en het beroepsgeheim .
- > **Tip:** Let goed op de specifieke formuleringen in wetsartikelen en de interpretatie daarvan door het Grondwettelijk Hof en het Hof van Justitie, daar deze de reikwijdte van het beroepsgeheim
- bepalen
- > **Tip:** De evolutie van de anti-witwaswetgeving toont een constante zoektocht naar evenwicht tussen meldingsplichten en het fundamentele beroepsgeheim van advocaten
---
### Anti-witwaswetgeving en de rol van advocaten
* Advocaten moeten cliënten identificeren bij zakelijke relaties, verrichtingen van 10.000 euro of meer, of bij vermoeden van witwassen/terrorismefinanciering .
* Identificatie vereist verificatie aan de hand van een bewijsstuk .
* Ook lasthebbers en uiteindelijke begunstigden van cliënten moeten geïdentificeerd worden .
* Informatie over het doel en de aard van de zakelijke relatie wordt ingewonnen .
* Advocaten dienen bestendige waakzaamheid aan de dag te leggen ten aanzien van zakelijke relaties en uitgevoerde verrichtingen te onderzoeken .
* Verrichtingen moeten stroken met de kennis van de cliënt, diens beroepsactiviteiten en risicoprofiel .
* Verzamelde informatie wordt doorlopend geactualiseerd .
* Advocaten moeten bijzondere aandacht besteden aan atypische of ongewone gedragingen, vragen of transacties van de cliënt .
* Verscherpte waakzaamheidsmaatregelen zijn vereist voor cliënten die niet fysiek aanwezig zijn of politiek prominente personen zijn .
* Interne methoden en procedures, inclusief een acceptatieprocedure voor cliënten, moeten worden toegepast .
* Nationale en internationale informatiebronnen kunnen worden geraadpleegd .
* Ongebruikelijke situaties zoals fondsen uit onverwachte bronnen of onverklaarbare wijzigingen in cliëntactiviteit vereisen nader onderzoek .
* Transacties zonder redelijke zakelijke verantwoording of ondoorzichtige structuren vragen aandacht .
* Operaties in baar geld of met negotieerbare titels, of verrichtingen via rekeningen van de advocaat voor onduidelijke personen, vereisen onderzoek .
* Als de cliënt weigert informatie te verstrekken, mag de advocaat geen zakelijke relatie aangaan of moet hij deze beëindigen .
* Uitzondering op meldingsplicht geldt bij het bepalen van de rechtspositie of verdediging in een rechtsgeding, mits schriftelijke bevestiging aan bewaarinstelling .
* Advocaten informeren potentiële cliënten over wettelijk kader en procedures, en houden beroepsgeheim .
* Verdachte feiten worden gemeld aan de stafhouder, die de CFI kan informeren .
* De wet van 18 september 2017 implementeert de vierde Anti-witwas Richtlijn, met strengere sancties .
* Grondwettelijk Hof oordeelde dat informatie over verdachte verrichtingen die de cliënt weigert op advies van de advocaat, onder het beroepsgeheim valt .
* Advocaten kunnen enkel worden onderworpen aan meldingsplicht voor specifieke, buiten de kernberoepsactiviteit vallende materies .
* De vijfde anti-witwasrichtlijn verlaagde identificatiedrempels van 250 naar 150 euro .
### Vertrouwelijkheid van briefwisseling tussen advocaten
* Advocaten zijn verplicht het vertrouwelijk karakter van hun briefwisseling te respecteren .
* Dit principe is vastgelegd in de Codex Deontologie voor Advocaten (artikelen 113-119) .
* Het recht op eerbiediging van briefwisseling wordt gewaarborgd door artikel 8 EVRM .
---
### Huiszoeking bij een advocaat
* Een huiszoeking bij een advocaat in het kader van een strafonderzoek creëert een conflict tussen de medewerkingsplicht en het beroepsgeheim .
* Er is geen specifieke geschreven regeling voor huiszoekingen bij advocaten, maar deze moeten plaatsvinden met waarborgen voor het beroepsgeheim .
* Een onafhankelijke waarnemer, gebonden door beroepsgeheim, moet aanwezig zijn en mag ingrijpen om het beroepsgeheim te beschermen .
* In België wordt de huiszoeking uitgevoerd door een onderzoeksrechter, na verwittiging van de advocaat en in aanwezigheid van de stafhouder .
* De stafhouder controleert of stukken onder het beroepsgeheim vallen; zo ja, weigert hij inzage/afgifte .
* De onderzoeksrechter mag enkel beslag leggen op "corpus delicti", niet op vertrouwelijke brieven .
* Het huiszoekingsbevel moet nauwkeurig zijn om gerichte controle mogelijk te maken .
* De onderzoeksrechter is niet gebonden door het standpunt van de stafhouder betreffende inbeslagname .
* Artikel 458 Strafwetboek en artikel 8 EVRM beletten de inbeslagname en gebruik van stukken die betrekking hebben op verdachte activiteiten van een advocaat niet .
* Het is van belang dat informatie die bij huiszoeking wordt ingezien niet tegen de cliënt gebruikt kan worden .
* Dit vereist controle door een onafhankelijke rechter die niet met de zaak belast is .
* In België wordt artikel 8 EVRM geschonden als de behandelende rechter ook beslist over het beroepsgeheim en kennisneemt van briefwisseling die deel uitmaakt van een misdrijf .
### Beslag onder derden in handen van een advocaat
* Het Reglement van de Nationale Orde van 1992, nu in de Codex Deontologie (artt. 23-24), regelt beslag op tegoeden van een cliënt die een advocaat onder zich houdt .
- Een derde, bij wie beslag wordt gelegd op gelden die hij aan de debiteur verschuldigd is, heeft drie wettelijke plichten: afgifteverbod aan de schuldenaar, verklaring van derde-beslagene, en afgifteplicht aan
* De verplichting tot verklaring van derde-beslagene kan moeilijk verzoend worden met het beroepsgeheim van de advocaat .
* Een advocaat moet bij derdenbeslag het beroepsgeheim inroepen, het advies van de stafhouder inwinnen, en kan geen afstand doen van de beslagen bedragen zonder handlichting .
### Plicht tot afscheiding van financiële rekeningen
* Advocaten zijn verplicht gelden voor cliënten of derden te deponeren op een specifieke "derdenrekening" bij een bank, gescheiden van eigen rekeningen .
* Deze plicht is vastgelegd in de Codex Deontologie (artt. 128-140) en de Europese Gedragscode voor Advocaten .
* De derdenrekening mag enkel gebruikt worden voor derdengelden, die zo spoedig mogelijk moeten worden doorgestort .
* De stafhouder oefent toezicht uit op de derdenrekeningen .
* Als gelden langere tijd geïmmobiliseerd blijven, moeten ze op een "rubriekrekening" worden gestort, specifiek aan een cliënt/zaak verbonden .
- Een arrest van het Hof van Cassatie (27 januari 2011) bepaalde dat gelden op een derdenrekening deel uitmaken van de schuldvordering van de advocaat tegen de bank, wat leidde tot
* Wetgeving (art. 446quater Ger.W.) heeft de kwaliteitsrekening, inclusief derden- en rubriekrekeningen, wettelijk verankerd .
* De wet van 4 februari 2020 heeft de kwaliteitsrekening expliciet erkend in het Burgerlijk Wetboek (art. 3.37 BW), waardoor deze schuldvorderingen buiten de samenloop vallen .
---
## Advocaat en de deontologie betreffende publiciteit en media
### Advocaat en publiciteit
* Advocaten hebben een informatieplicht over ereloon en kosten, zowel mondeling als schriftelijk .
* Het verbod op 'pactum de quota litis' en 'no cure, no pay' geldt voor het direct koppelen van honoraria aan het resultaat .
* De wet van 14 mei 2014 (Boek XIV WER) maakte reclame door vrije beroepers in principe toegelaten .
* Misleidende reclame is altijd verboden; vergelijkende reclame is voorwaardelijk toegelaten .
* Reclame mag niet strijdig zijn met rechtsnormen en deontologische regels .
* Regels verbieden misleidende reclame, ongevraagd benaderen van cliënten in lopende zaken, en het adverteren met niet-aantoonbare deskundigheid .
* Vermelding van succescijfers en concrete gegevens over behandelde zaken is niet toegestaan .
* Publiciteit rond tarieven is toegestaan mits transparant en volledig, en mag niet enkel verwijzen naar basis- of minimumprijzen .
* De Codex Deontologie (artt. 82-88) regelt publiciteit en is van kracht sinds 1 januari 2015 .
* Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens erkent de vrijheid van meningsuiting voor advocaten, ook commerciële informatie .
### Advocaat en media
* Regelgeving rond de omgang tussen advocaat/gerecht en media was dringend gewenst .
* Advocaten dienen het belang van hun cliënt centraal te stellen bij mediaoptredens .
* Uitspraken in de media vallen niet onder de immuniteit van het pleidooi (art. 444 Ger.W.) .
* Advocaten mogen gegevens aan de pers verstrekken, mits met respect voor het vermoeden van onschuld en rechten van betrokkenen .
* Codex Deontologie (artt. 156-160) bevat regels voor omgang met media .
* Advocaten moeten correcte en seriene informatie verstrekken, met respect voor beroepsgeheim en cliëntbelang .
* Onderscheid wordt gemaakt tussen optreden als commentator en als raadsman van de cliënt .
* Bij optreden als raadsman is toestemming van de cliënt vereist .
* De advocaat is verantwoordelijk voor zijn mededelingen in de media .
---
## Deontologie van de notaris
* De notaris combineert de rol van openbaar ambtenaar met die van juridisch raadsman en vertrouwenspersoon .
* De deontologie van de notaris is essentieel voor de rechtszekerheid, geschillenpreventie en het waarborgen van de integriteit van het ambt .
* Recente wetgeving, met name de wet van 22 november 2022, heeft het tuchtrecht voor notarissen hervormd en geïntegreerd in het Gerechtelijk Wetboek .
* De notaris is bevoegd authentieke akten te verlijden die uitvoerbare kracht bezitten .
* De Nationale Kamer van Notarissen, opgericht bij wet van 4 mei 1999, stelt algemene deontologische regels vast .
* De deontologische code voor het notariaat, goedgekeurd in 2004 en bindend sinds 2005, bevat de belangrijkste regels .
* Artikel 95 van de Ventôsewet definieert voor het eerst een fout die kan leiden tot tuchtsancties .
* Sinds 1 januari 2024 is het tuchtrecht voor notarissen vastgelegd in het Gerechtelijk Wetboek .
* De Nationale Kamer oefent toezicht uit over de kamers van notarissen .
* Genootschappen van notarissen stellen regels vast die na goedkeuring door de Koning bindend zijn .
* Kamers van notarissen handhaven de tucht en regelen beroepsgeschillen .
* Sinds de wet van 22 november 2022 hebben kamers van notarissen geen bevoegdheid meer om zelf tuchtsancties uit te spreken .
* De notaris dient zich te onthouden van gedragingen die het vertrouwen in de notariële instelling schaden .
* Notarissen zijn verplicht hun diensten te verlenen wanneer daartoe verzocht, met enkele uitzonderingen .
* **Openbaar ambtenaar:** De notaris treedt op met overheidsgezag, onder andere voor het verlijden van authentieke akten .
* **Juridisch raadsman/dienstverlener:** De notaris bijstaat cliënten met raad en daad .
* **Authentieke akte:** Akte die door de notaris wordt verleden en uitvoerbare kracht bezit .
* **Ventôsewet:** Wet van 25 Ventôse Jaar XI (16 maart 1803), de oorspronkelijke wet die het notarisambt regelde .
* **Nationale Kamer van Notarissen:** Centrale instelling die algemene deontologische regels vaststelt .
* **Deontologische Code:** Verzameling van de belangrijkste regels inzake notariële deontologie .
* **Ongeschreven regels:** Morele plichten (bv. oprechtheid, discretie) die door rechtspraak en rechtsleer worden erkend en deel uitmaken van de beroepsplichten .
* **Gerechtelijk Wetboek:** Sinds 1 januari 2024 bevat dit wetboek het tuchtrecht voor notarissen .
* **Auditoraat:** Een binnen de Nationale Kamer op te richten orgaan dat tuchtzaken onderzoekt en inleidt bij de tuchtraad .
* **Ministerieplicht:** De verplichting van de notaris om zijn diensten te verlenen .
* De hervorming van het tuchtrecht versterkt de onafhankelijkheid van de tuchtrechtspraak voor notarissen .
---
## Verplichtingen van de notaris in verband met ambtsweigering en -verlening
- De notaris heeft een plicht om ambtsweigering of uitstel van ambtsverlening te verlenen in specifieke, wettelijk omschreven situaties, teneinde de openbare orde en de rechten van derden te beschermen
* Deze plicht is niet absoluut en houdt verband met de integriteit en de wettelijke bevoegdheid van de notaris .
* De notaris moet zijn ambt weigeren als een akte strijdig is met de openbare orde of derden kan misleiden .
* Weigering is verplicht bij miskenning van rechten van derden of de overheid door partijen .
* De notaris moet weigeren indien hij niet bevoegd is, ratione loci of ratione materiae .
* Ambtshandelingen mogen niet plaatsvinden zonder de naleving van wetten of de deontologische code .
* De notaris mag ambtshandelingen weigeren bij zeer gespecialiseerde materies die verder reiken dan normaal verwacht mag worden .
* De notaris kan weigeren materiële feiten vast te stellen of verklaringen te akteren zonder rechtsgevolg .
* De notaris mag ambtsverlening uitstellen tot vervulling van formaliteiten zoals fiscale of hypothecaire opzoekingen .
* **Verplichte ambtsweigering:** Limitief opgesomde gevallen in de Deontologische Code waarin de notaris *moet* weigeren .
* Strijdigheid met wet van openbare orde of misleiding van derden .
* Miskenning van rechten van derden of overheid door partijen .
* Onbevoegdheid van de notaris (ratione loci/materia) .
* Overtreding van wettelijke of deontologische verplichtingen .
* **Uitstel van ambtsverlening:** Mogelijkheid om een akte uit te stellen tot bepaalde formaliteiten zijn vervuld .
* **Authenticiteit:** De notaris beschrijft getrouw feiten en verklaringen; valsheid is een ernstige fout .
* Bewijs van valsheid kan strafrechtelijk of burgerrechtelijk .
* Authenticiteit dekt vaststellingen door de notaris, tenzij betwist via valsheidprocedure .
* Authenticiteit van partijverklaringen dekt enkel het feit dát de verklaring werd afgelegd .
* **Verificatieplicht van verklaringen:** De notaris moet weigeren bij een duidelijk valse verklaring of wanneer hij de juistheid moet verifiëren (bv. hypothecaire toestand) .
* De notaris moet alert zijn op fraude en misleiding, zelfs zonder verwittiging van partijen .
* Prijsbewimpeling en veinzing zijn voorbeelden van situaties die weigering rechtvaardigen .
* De notaris is gebonden aan zijn ambtelijke territorium, met beperkte uitzonderingen .
* De plicht tot raadgeving is essentieel en blijft bestaan, zelfs bij aanwezigheid van een tweede notaris of raadsman .
* Valsheid in geschrifte is een ernstige schending met strafrechtelijke en civiele gevolgen .
---
## Tuchtregels en specifieke opdrachten voor notarissen
### Tuchtprocedure en organen
* Notariaat en gerechtsdeurwaarderschap onderworpen aan één tuchtraad sinds 1 januari 2024 .
* Kamers van notarissen kunnen geen tuchtstraffen meer opleggen; tuchtzaken komen bij de tuchtraad .
* Tuchtprocedure en -straffen zijn nu uniform bepaald in het Gerechtelijk Wetboek .
* Organen bevoegd voor tuchtzaken: auditoraat bij Nationale Kamer van notarissen en kamer van notarissen .
* Het auditoraat bij de Nationale Kamer bestaat uit een Nederlandstalige en Franstalige afdeling van elk drie auditeurs .
* Kamer van notarissen neemt kennis van tuchtzaken via de syndicus, ambtshalve, op klacht, of aangifte procureur des Konings .
* Kamer van notarissen kan beslissen tot vervolging, seponering, of een minnelijke schikking voorstellen (125 euro tot 5.000 euro) .
* De syndicus onderzoekt feiten en stelt een verslag op binnen drie maanden; bezorgt dit aan de secretaris van de kamer .
* De kamer motiveert haar beslissing; minnelijke schikking pas geldig na beslissing auditoraat .
* Het auditoraat onderzoekt tuchtzaken, stelt dossier samen en leidt procedure in bij de tuchtraad .
* Auditoraat kan beslissing van de kamer tot seponering bevestigen, tot vervolging overgaan of een minnelijke schikking voorstellen .
* Dossiers na aangifte procureur des Konings kunnen niet geseponeerd worden .
* Minnelijke schikking niet mogelijk bij procedure na klacht derde of aangifte procureur des Konings; maximaal tweemaal per vijf jaar .
* Bij beslissing tot vervolging door de kamer, bepaalt zij de vordering en stelt de syndicus aan om procedure voor tuchtraad in te leiden .
* Bij beslissing tot vervolging door het auditoraat, stelt de auditeur de procedure in voor de tuchtraad .
### Tuchtsancties en maatregelen
* Boek IVbis van Gerechtelijk Wetboek bevat "Tucht voor notarissen en gerechtsdeurwaarders" .
* Mogelijke tuchtstraffen voor leden van een genootschap van notarissen of erenotarissen: terechtwijzing, blaam, geldboete (125 euro tot 25.000 euro), schorsing, afzetting .
* Afzetting houdt automatisch verlies van de titel van (kandidaat-)notaris in .
* Tuchtraad kan uitspraak van veroordeling opschorten of uitvoering van tuchtsanctie uitstellen onder voorwaarden .
* Preventieve schorsing kan worden opgelegd indien er ernstige vermoedens zijn en kennelijk gevaar bestaat dat voortzetting beroepsactiviteit nadeel berokkent .
* Er is één tuchtraad met een Nederlandstalige en een Franstalige tuchtkamer voor heel België .
* Nederlandstalige tuchtkamer is bevoegd voor notarissen en gerechtsdeurwaarders met standplaats in Nederlandstalig gebied en Brussel (Nederlandse rol) .
---
### De bedrijfsjurist en de wetgeving rondom vertrouwelijkheid
* Het Instituut voor Bedrijfsjuristen (IBJ) werd in 2000 wettelijk erkend om deontologische regels op te stellen en naleving te controleren .
* De wet van 9 maart 2023 moderniseerde het statuut van de bedrijfsjurist en verankerde de positie ervan verder in de wet .
* Juridische adviezen van bedrijfsjuristen ten gunste van de werkgever zijn beschermd door vertrouwelijkheid, ook het verzoek en voorbereidende documenten .
* Bedrijfsjuristen verstrekken advies over de "bepaling van de rechtspositie" van de onderneming ter preventie van juridische conflicten .
* De bedrijfsjurist werkt intellectueel onafhankelijk bij het begeleiden van zijn werkgever .
* Sinds de wet van 9 maart 2023 kunnen bepaalde bedrijfsjuristen die deel uitmaken van het bestuursorgaan, ook lid worden van het IBJ .
* De taken van het IBJ omvatten ledenlijsten, vaststellen en controleren van deontologie, opleiding, en behartiging van beroepsbelangen .
### Vereisten voor de hoedanigheid van bedrijfsjurist
* Men dient in het bezit te zijn van een masterdiploma in rechten of een gelijkwaardig buitenlands diploma .
* Men moet verbonden zijn aan een onderneming (publiek of privaat) die een economische activiteit uitoefent in België .
* De hoofdverantwoordelijkheid dient op juridisch vlak te liggen en het beroep moet in volle intellectuele onafhankelijkheid worden uitgeoefend .
* Afwijkend mag een persoon die lid is van een bestuursorgaan van een rechtspersoon, indien de wet dit verbiedt via een arbeidsovereenkomst, toch het statuut van bedrijfsjurist verkrijgen .
### Beroepsgeheim en confidentialiteit van de bedrijfsjurist
* Confidentialiteit is essentieel voor de effectieve uitoefening van de bevoegdheden van de bedrijfsjurist, zowel ten aanzien van de werkgever als onderling .
* Artikel 5 van de wet (sinds de wijziging van 9 maart 2023) stelt dat adviezen, verzoeken om advies, interne correspondentie hierover, ontwerpadviezen en voorbereidende documenten vertrouwelijk zijn .
* De verwijzing naar artikel 458 Sw. inzake strafrechtelijke sanctionering van beroepsgeheim is verdwenen uit de wetgeving voor bedrijfsjuristen .
* De Minister van Justitie stelde dat de overtreding van artikel 5 niet aan een strafrechtelijke sanctie onderhevig is .
* Bezwaren tegen een beroepsgeheim voor bedrijfsjuristen omvatten de juridische ondergeschiktheid, het ontbreken van een strenge deontologie (nu opgevangen door IBJ), en het fundamenteel onderscheid met advocaten .
* Het arrest AKZO Nobel (14 september 2010) bevestigde dat correspondentie met in-house lawyers geen vertrouwelijkheid geniet indien deze een dienstbetrekking betreft .
* De Europese Commissie kan bij een bedrijfsinspectie geen beroep doen op de vertrouwelijkheid van adviezen van bedrijfsjuristen .
* De confidentialiteit van artikel 5 dekt adviezen, verzoeken, correspondentie, ontwerpadviezen en werkdocumenten die verband houden met juridisch advies .
* Notulen van vergaderingen met de tegenpartij of brieven die enkel informatie bevatten, zijn niet beschermd, tenzij ze deel uitmaken van de voorbereiding van juridisch advies .
* De confidentialiteit geldt enkel indien duidelijk is dat het advies onder de verantwoordelijkheid van een bedrijfsjurist werd verleend .
### Verdere plichten en beroepstucht van de bedrijfsjurist
* De bedrijfsjurist moet zich positioneren als een neutrale observator die intellectueel onafhankelijk beoordeelt en adviseert .
* De bedrijfsjurist vervult een taak van algemeen belang door te waken over wetsconform handelen en het evenwicht tussen algemeen en individueel belang te bewaken .
* De beroepstucht wordt gehandhaafd door een tuchtcommissie met een Nederlandstalige en Franstalige kamer, voorgezeten door een magistraat .
* Tuchstraffen variëren van waarschuwing tot schrapping van de ledenlijst .
---
* Gerechtsdeurwaarders zijn zowel ministeriële als openbare ambtenaren, met taken die voortvloeien uit wettelijke bevoegdheden .
* De vaststellingen die een gerechtsdeurwaarder doet in het kader van zijn openbaar ambt hebben authentieke waarde en gelden tot inschrijving wegens valsheid .
* Er is een onderscheid tussen vaststellingen die een gerechtsdeurwaarder doet als openbaar ambtenaar en die hij verricht in opdracht van een particulier .
* Gerechtsdeurwaarders verlenen authenticiteit aan akten die zij opstellen als openbaar ambtenaar, conform artikel 8.1, 5° van het Burgerlijk Wetboek .
* Vaststellingen door een gerechtsdeurwaarder met betrekking tot zuiver materiële feiten, gedaan op verzoek van magistraten of particulieren, zijn authentiek wat betreft zintuiglijk waarneembare feiten en gegevens .
* De wet van 7 januari 2014 heeft artikel 519, §1, 2° Ger.W. ingevoerd, wat de beoordelingsbevoegdheid ten aanzien van vaststellingen op verzoek van particulieren heeft ingeperkt .
* De fout van een gerechtsdeurwaarder kan onder omstandigheden overmacht opleveren, wat kan leiden tot verlenging van wettelijke termijnen .
* **Authentieke waarde:** Vaststellingen door gerechtsdeurwaarders die binnen hun wettelijke monopolietaken vallen, hebben een hogere bewijswaarde en kunnen enkel door een valsheidsvordering worden betwist .
* **Ministerieplicht:** Voor taken waarvoor alleen zij bevoegd zijn, zoals het opstellen en betekenen van exploten, zijn gerechtsdeurwaarders verplicht hun ambt uit te oefenen .
- **Overmacht:** Fouten of nalatigheden van de gerechtsdeurwaarder in het kader van zijn wettelijk monopolie kunnen als overmacht worden beschouwd voor de opdrachtgever, wat de onontvankelijkheid van een rechtsmiddel kan voorkomen
* **Residuaire bevoegdheden:** Taken waarvoor geen monopolie of ministerieplicht geldt, zoals het optreden als sekwester of het verlenen van rechtskundige adviezen .
* Het onderscheid in bewijswaarde tussen vaststellingen als openbaar ambtenaar en op verzoek van particulieren is cruciaal .
* De interpretatie van de fout van een gerechtsdeurwaarder als overmacht heeft gevolgen voor de rechtszekerheid en het recht op toegang tot de rechter .
* Gerechtsdeurwaarders mogen niet optreden in situaties waarin belangenconflicten bestaan, zoals voor zichzelf, echtgenoot of nauwe bloedverwanten .
### Veelvoorkomende valkuilen
* De bewijswaarde van vaststellingen buiten het wettelijk monopolie is overgelaten aan de appreciatie van de feitenrechter, wat tot onzekerheid kan leiden .
* Soms treden schijnbaar tegenstrijdige arresten van het Hof van Cassatie op over de overmacht door fouten van gerechtsdeurwaarders .
---
### Uitlokking en aanvulling van vaststellingen
* Een gerechtsdeurwaarder mag geen feiten uitlokken die de opdrachtgever wenst te laten vaststellen .
* Dit leidt tot identificatie met de belangen van de opdrachtgever, waardoor de vaststellingen geen ernstig vermoeden vormen .
* Verklaringen uitlokken mag indien het een noodzakelijke aanvulling is ter beperking van het onderzoek .
### Tenuitvoerlegging
* De overhandiging van een vonnis-uitgifte of akte aan de gerechtsdeurwaarder geldt als volmacht voor tenuitvoerleggingen .
* Wettelijke beperkingen bestaan voor onbeslagbare roerende goederen (art. 1408 Ger.W.) en inkomsten/uitkeringen (art. 1409 e.v. Ger.W.) .
* Het collectieve karakter van beslag is van belang (art. 1391, 3° Ger.W.) .
* De gerechtsdeurwaarder dient een voorzichtigheids- en zorgvuldigheidsplicht na te leven .
* Misbruik van beslagrecht, zoals beslag op niet-beslagbare goederen of een onjuist aantal/omvang van beslagen, is verboden .
* Bij collectief beslag dient de gerechtsdeurwaarder voorafgaand de beslagberichten te consulteren .
* Indien een collega reeds beslag legde, dient de gerechtsdeurwaarder deze te contacteren en niet opnieuw beslag te leggen .
* De gerechtsdeurwaarder is geen blinde uitvoeringsagent en mag niet blindelings instructies volgen .
* Bij roerend beslag met geringe waarde dient de gerechtsdeurwaarder de opdrachtgever te informeren en te vragen of de executie verder moet .
* Bij beslag op roerende goederen die toebehoren aan een derde samenwonende, dient de gerechtsdeurwaarder facturen/betalingsbewijzen te consulteren .
* Een gerechtsdeurwaarder mag ingaan op een aanvaardbaar voorstel tot afbetaling van schulden .
* De zorgvuldigheidsnormen blijven gelden, zelfs met een volmacht voor alle tenuitvoerleggingen .
* Het niet naleven van zorgvuldigheidsnormen kan leiden tot aansprakelijkheid voor schade aan derden .
* Bij uitvoerend roerend beslag dient de gerechtsdeurwaarder de vorige beslaglegger te bevragen en het uittreksel van het voorafgaand beslag op te vragen .
* Een gemeengemaakt beslag wordt betekend op basis van een beslag dat niet ouder is dan drie jaar .
### Buitengerechtelijke tussenkomsten en informatieplicht
* Bij buitengerechtelijke tussenkomsten heeft de gerechtsdeurwaarder geen ministerieplicht (verplichting om altijd in te gaan op een verzoek) .
* Gerechtsdeurwaarders kunnen optreden voor invordering, schuldbemiddeling, familiezaken, alternatieve geschillenbeslechting en rechtskundige adviezen .
* Artikel 519, §3 Ger.W. bevestigt de algemene informatieplicht jegens opdrachtgever en schuldenaar .
* Bij dreigende insolvabiliteit moet de gerechtsdeurwaarder de schuldeiser informeren .
* De schuldenaar moet geïnformeerd worden over de mogelijkheden van collectieve schuldenregeling .
* Voordat een invorderingsprocedure wordt aangevat, moet de gerechtsdeurwaarder het bestand van berichten raadplegen (art. 1389bis/1 Ger.W.) .
* Indien de continuïteit van de activiteit van een schuldenaar/onderneming bedreigd is, legt de gerechtsdeurwaarder een bericht van controle van dreigende insolventie neer .
### Deontologie van de gerechtsdeurwaarder
---
# Kernbegrippen en doelstellingen van deontologie
### Situering en begripsomschrijving
* Deontologie omvat regels voor juridische beroepen die gedrag bepalen t.o.v. cliënt, collega's en maatschappij [9](#page=9).
* Naleving van deze regels beschermt het vertrouwen van cliënten en de maatschappij in juridische professionals [9](#page=9).
* Juridische beroepen hebben een wettelijk gereglementeerde monopoliepositie, wat het belang van vertrouwen vergroot [9](#page=9).
* Deontologie fungeert als "vangrails" voor de macht van juridische beroepen [9](#page=9).
* "Deontologie" is afgeleid van het Griekse 'to déon' (doen wat betaamt/behoort) [10](#page=10).
* Deontologie betreft de beoordeling van de gepastheid van gedragingen [10](#page=10).
* Het geheel van fundamentele normen en waarden die professioneel en privé-leven van een magistraat sturen [10](#page=10).
* Een deontologische regel is een juridisch geconcretiseerde gedragsregel, voortkomend uit morele hoedanigheden zoals loyaliteit en verantwoordelijkheidszin [10](#page=10).
* Essentiële hoedanigheden voor juridische beroepen zijn bekwaamheid, loyaliteit, objectiviteit en discretie [10](#page=10).
* Veranderende maatschappelijke context (complexiteit, digitalisering, individualisme) beïnvloedt de juridische praktijk en dus deontologie [10](#page=10).
### Doelstellingen
* Deontologische regels beogen drie niveaus van bescherming:
* Voorkomen van excessief eigenbelang bij de dienstenverlener [11](#page=11).
* Voorkomen van te sterke identificatie met het cliëntbelang, ten koste van maatschappelijke verantwoordelijkheidszin [11](#page=11).
* Voorkomen dat kortetermijnmaatschappelijk belang prevaleert boven loyaliteit aan de rechtzoekende [11](#page=11).
### Historische veranderlijkheid en bestaansreden
* Deontologische regels zijn historisch veranderlijk en gebonden aan maatschappelijke zeden en technologische evolutie [12](#page=12).
* Mondialisering, specialisering, mediatisering en commercialisering beïnvloeden de deontologie [12](#page=12).
* Europese regelgeving (vrijheid van mededinging, grondrechten) beïnvloedt deontologische normen [12](#page=12).
* De nood aan deontologie is groter naarmate een beroep meer impact heeft op het maatschappelijk leven [12](#page=12).
* Juridische beroepen onderworpen aan deontologie vanwege hun grote impact op het maatschappelijke leven [12](#page=12).
* Het waarborgen van het vertrouwen van de rechtzoekende in de rechtsbedeling is een primaire bestaansreden [12](#page=12).
* Titelbescherming en monopoliepositie vereisen waarborgen van hoge kwaliteit en strikte gedragsregels [13](#page=13).
* Sanctionering van deontologische overtredingen is noodzakelijk om vertrouwen te waarborgen [13](#page=13).
### Onderscheid deontologie en tucht
* Deontologie omvat de regels die maatschappelijk verantwoorde beroepsuitoefening waarborgen [13](#page=13).
* Deontologie is het geheel van gedragsregels, deels geschreven, deels ongeschreven [13](#page=13).
* Schending van deontologische regels kan leiden tot disciplinaire vervolging, ook bij ongeschreven regels [13](#page=13).
### Onderscheid tucht en strafrecht
### Bronnen van deontologie
### Evolutie van juridische beroepen en invloed op deontologie
---
### Juridische plichten van de magistraat
* De rechter lost geschillen op door rechtsregels toe te passen op aangevoerde feiten [25](#page=25).
* De rechter is gebonden aan juridische beperkingen bij het uitvoeren van zijn taak [25](#page=25).
### Eerbied voor het beschikkingsbeginsel
* Het beschikkingsbeginsel ('principe dispositif') bepaalt dat partijen beslissen of, tegen wie en waarover een geding wordt gevoerd [25](#page=25).
* De eisende partij bepaalt de oorzaak en het voorwerp van de vordering; de verwerende partij bepaalt de verweermiddelen en eventuele tegenvordering [25](#page=25).
* De rechter mag het voorwerp of de oorzaak van het geding niet wijzigen [25](#page=25).
* De rechter mag niet meer toekennen dan gevraagd werd (ultra petita), met uitzondering van dwangsommen [25](#page=25).
* Materiële verschrijvingen en omissies in een beslissing kunnen altijd verbeterd worden (art. 794 Ger.W.) [25](#page=25).
* Een omissie kan hersteld worden binnen een jaar na kracht van gewijsde, zonder rechten te wijzigen (art. 794/1 Ger.W.) [26](#page=26).
* De rechter mag een beslissing enkel verbeteren of omissies beoordelen indien deze niet bestreden is (art. 799 Ger.W.) [26](#page=26).
* De rechter mag enkel oordelen op basis van feiten die partijen voorleggen via dagvaarding, conclusies en stukken [26](#page=26).
* Hij mag niet oordelen op basis van persoonlijke kennis of feiten buiten het onderzoek en debatten, zonder tegenspraak [26](#page=26).
* Algemeen bekende feiten, ervaringsregels of processuele feiten mogen wel als basis dienen [27](#page=27).
* "Algemeen bekende feiten" zijn wat elke ontwikkeld mens kent of makkelijk kan kennen uit toegankelijke bronnen [27](#page=27).
* Ervaringsregels die tot het algemene weten behoren, zoals dat post soms te laat aankomt, mogen worden gebruikt [27](#page=27).
* Processuele feiten uit andere rechtsgedingen mogen niet ambtshalve worden gebruikt zonder tegenspraak [27](#page=27).
* `Iura novit curia`: de rechter wordt geacht het recht te vinden en toe te passen, partijen hoeven de rechtsnorm niet te noemen [28](#page=28).
* De rechter mag ambtshalve rechtsgronden opwerpen die voortvloeien uit de aangevoerde feiten [28](#page=28).
### Eerbied voor het recht van verdediging
* Het recht van verdediging is een algemeen rechtsbeginsel, impliciet in het Gerechtelijk Wetboek [28](#page=28).
* De rechter dient de tegensprekelijkheid van debatten en het principe "hoor en wederverhoor" te respecteren [28](#page=28).
* De rechter mag pas oordelen na de debatten, en enkel op basis van elementen die aan tegenspraak zijn onderworpen [29](#page=29).
* De rechter moet het recht van verdediging respecteren bij de inleiding, instaatstelling en behandeling van de zaak [29](#page=29).
* De rechter dient misbruiken van het recht van verdediging tegen te gaan [29](#page=29).
* Partijen moeten de kans krijgen om tegenspraak te voeren over alle relevante feitelijke en juridische elementen [30](#page=30).
* Een toenemende rechterlijke activiteit in civiele procedures kan spanningen veroorzaken met partijautonomie en neutraliteit [30](#page=30).
* Een actieve rechter kan sneller de schijn van partijdigheid wekken door feiten te laten toelichten die niet ter discussie stonden [30](#page=30).
### Uitspraak binnen een redelijke termijn
---
### Gerechtelijke vertraging en aansprakelijkheid
* De Belgische staat kan aansprakelijk gesteld worden voor de overschrijding van de redelijke termijn gewaarborgd door artikel 6, §1 EVRM [35](#page=35).
* Beoordeling van de schending van artikel 6, §1 EVRM gebeurt concreet, rekening houdend met complexiteit, houding van partijen en rechter [35](#page=35).
* Een gerechtelijke achterstand die niet het gevolg is van de zaak of partijen, maar van structurele problemen, kan leiden tot schending [35](#page=35).
* Lange duur van het beraad op zichzelf is geen criterium voor overschrijding van de redelijke termijn; de complexiteit van de zaak is bepalend [36](#page=36).
* Verzuim van de rechter om binnen wettelijke of redelijke termijn recht te spreken, is niet gelijk aan rechtsweigering [35](#page=35).
### Rechtsweigering
* Rechtsweigering treedt op wanneer een rechter weigert recht te spreken onder enig voorwendsel, inclusief stilzwijgen, duisterheid of onvolledigheid van de wet [35](#page=35).
* Subjectieve en emotionele redenen rechtvaardigen geen weigering van een rechter om een beslissing te ondertekenen [35](#page=35).
* Een rechter moet de beslissing van de meerderheid volgen in een collegiale kamer, zelfs als die tegen zijn eigen oordeel indruist [35](#page=35).
* Geen rechtsweigering bij het terzijde laten van een middel, het niet beantwoorden op een punt, of het verwerpen van een deskundigenonderzoek [36](#page=36).
* Foutief rechtspreken of het maken van een politiek statement leidt niet tot rechtsweigering, maar tot aanwendbare rechtsmiddelen [36](#page=36).
* Rechtsweigering kan leiden tot verhaal op de rechter (art. 1140, 4° Ger.W.) en is strafbaar gesteld (art. 258 Sw.) [36](#page=36).
### Controle door Openbaar Ministerie
* Het openbaar ministerie waakt over de regelmatigheid van de dienst van hoven en rechtbanken (art. 140 Ger.W.) [36](#page=36).
* De procureur-generaal controleert processen-verbaal op naleving van art. 770 e.v. Ger.W. en kan verzuimen laten herstellen [36](#page=36).
### Persoonlijke aansprakelijkheid van de magistraat
* Rechters oordelen in alle vrijheid zonder rekening te houden met richtlijnen of rechtspraak van hogere rechtbanken; het precedentenrecht is onbekend [36](#page=36).
* Een cassatie-arrest is bindend na eerste cassatie sinds de wijziging van artikel 1110 Ger.W. [36](#page=36).
* Een fout in een vonnis leidt in principe niet tot persoonlijke aansprakelijkheid of tuchtsanctie van de magistraat [37](#page=37).
* Uitzonderlijk is verhaal op de rechter persoonlijk mogelijk bij bedrog of list (art. 1140-1147 Ger.W.) [37](#page=37).
* De Belgische Staat kan aansprakelijk gesteld worden voor schade door een ambtsfout van een rechter of ambtenaar van het Openbaar Ministerie (ANCA-zaak) [37](#page=37).
* Een fout van een magistraat bestaat uit verkeerd gedrag of schending van een rechtsnorm met directe werking [38](#page=38).
* Niet-rechtsprekende handelingen van een rechter kunnen ook leiden tot aansprakelijkheid van de Staat [38](#page=38).
### Motiveringsplicht en openbaarheid van uitspraak
* Elk vonnis moet met redenen omkleed zijn en in openbare zitting worden uitgesproken (art. 149 Gw.) [38](#page=38).
* Motivering is een essentiële waarborg tegen willekeur en toont aan dat de rechter de middelen zorgvuldig heeft onderzocht [38](#page=38).
* Motivering moet aantonen op welke feiten de rechter steunt en moet duidelijk en begrijpelijk zijn voor de rechtzoekende [39](#page=39).
* Onvolledigheid of onduidelijkheid van redenen, of het niet antwoorden op verweren, is geen regelmatige motivering [39](#page=39).
* Artikel 6 EVRM verplicht de rechter om op duidelijke gronden zijn uitspraak te steunen, wat geen gedetailleerd antwoord op elk argument vereist [39](#page=39).
### Bronnen van deontologische plichten
---
## Onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechterlijke macht
### Kernbegrippen
* Onafhankelijkheid en onpartijdigheid zijn fundamentele deontologische plichten van magistraten [56](#page=56).
* Ze vormen de essentie van een eerlijk proces in een democratische rechtsstaat [56](#page=56).
* **Functionele onafhankelijkheid** (sensu stricto) betreft autonome uitoefening van rechtsprekende taken zonder hiërarchisch verband of externe instructies [46](#page=46) [50](#page=50).
* **Organieke onafhankelijkheid** (sensu lato) omvat waarborgen tegen uitwendige druk [50](#page=50).
* **Subjectieve onpartijdigheid** verwijst naar de persoonlijke instelling en overtuiging van een rechter [56](#page=56).
* **Objectieve onpartijdigheid** betreft gerechtvaardigde twijfel van procespartijen aan de onpartijdigheid van de rechter [56](#page=56).
### Onafhankelijkheid van de rechter
* De rechtsstaat en onafhankelijkheid van de rechterlijke macht zijn prominent in de rechtspraak van het Hof van Justitie [46](#page=46).
* Onafhankelijkheid beschermt rechters tegen tussenkomsten of druk die oordeelsvorming kunnen beïnvloeden [46](#page=46).
* Poolse maatregelen (pensioenleeftijd, verlenging ambtstermijn) werden door het HvJ strijdig geacht met onafzetbaarheid en onafhankelijkheid [47](#page=47).
* Verschillende pensioenleeftijden voor mannen en vrouwen en vage criteria voor ambtstermijnverlenging door de minister van Justitie schonden het EU-recht [47](#page=47).
* Een mechanisme voor opschorting van Europese fondsen bij schending van de rechtsstaat werd gevalideerd door het HvJ [47](#page=47).
* Hervormingen in Polen, waaronder een tuchtkamer en wijzigingen in de Nationale Raad voor de rechterlijke macht, verminderden de onafhankelijkheid [47](#page=47).
* Poolse rechters werden blootgesteld aan tucht- en strafrechtelijke procedures voor onafhankelijk oordelen of prejudiciële vragen stellen [47](#page=47) [48](#page=48).
* Nieuwe rechters werden op politieke gronden benoemd om regeringsgezindheid te garanderen [47](#page=47).
* De "muilkorfwet" verbood rechters de legitimiteit van Poolse instellingen in vraag te stellen, wat onafhankelijk oordelen bemoeilijkte [48](#page=48).
* Het Belgisch recht beschouwt rechterlijke onafhankelijkheid als een algemeen rechtsbeginsel, verankerd in de Grondwet [49](#page=49).
* Onafhankelijkheid betekent de wet toepassen op basis van dossier-elementen, zonder angst voor welke macht dan ook [49](#page=49).
* De rechter moet onafhankelijkheid bewaren t.o.v. collega's, drukkingsgroepen, politiek, media en publieke opinie [49](#page=49) [50](#page=50).
* Externe invloeden zijn onvermijdelijk; de kunst is deze te negeren [51](#page=51).
* Rechters moeten ook onafhankelijk oordelen t.o.v. eigen levensbeschouwelijke overtuigingen en vooroordelen [51](#page=51).
* De onafhankelijkheid van het Openbaar Ministerie is beperkter door hiërarchie en ministerieel injunctierecht [52](#page=52).
* Waarborgen voor rechterlijke onafhankelijkheid omvatten scheiding der machten, wettelijke grondslag, benoemingswijze, ontslagbescherming en weddebepaling [52](#page=52).
* De Belgische Grondwet garandeert onafzetbaarheid en benoeming voor het leven als waarborg voor onafhankelijkheid [53](#page=53).
### Toezicht op de rechterlijke macht
* De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht is geen totale vrijbrief; extern toezicht is noodzakelijk voor efficiëntie [53](#page=53).
* De Hoge Raad voor de Justitie oefent extern toezicht uit op de werking van het justitiële apparaat [54](#page=54).
### Onpartijdigheid
---
## Kernbegrippen en doelstellingen van deontologie: Onpartijdigheid en wraking van de rechter
### Gedrag en onpartijdigheid
* De plicht tot onpartijdigheid geldt zowel in de werksfeer als in het privé- en sociale leven [58](#page=58).
* Magistraten moeten gedrag aannemen dat vertrouwen in onpartijdigheid bevordert, ook buiten de rechtszaal [58](#page=58).
* Voorkom nauwe contacten of verstandhoudingen met partijen, raadslieden en andere procesactoren [58](#page=58).
* Vrijheid van vereniging en meningsuiting zijn gewaarborgd, maar mogen onpartijdigheid niet in gevaar brengen [59](#page=59).
* Objectieve rechtvaardiging van vrees voor partijdige behandeling is bepalend voor schending van onpartijdigheid [59](#page=59).
* Niet neutraal (waardenvrij) zijn, maar maatschappelijk belangrijke waarden handhaven en uitdragen [59](#page=59).
* Wetenschappelijke publicaties over juridische twistpunten leiden niet automatisch tot ongeldigheid, mits gematigd en genuanceerd [59](#page=59).
### Sanctie: De wraking van de rechter
* Wraking is het recht van een partij om te weigeren berecht te worden door bepaalde leden van het gerecht [60](#page=60).
* Het laat toe rechters buiten spel te zetten bij gegronde redenen om onpartijdigheid te betwijfelen [60](#page=60).
* Er is een onderscheid tussen beslissende en gemotiveerde wraking; magistraten vallen onder gemotiveerde wraking [60](#page=60).
* "Verschoning" is de deontologisch verplichte handeling van de rechter die zich zelf terugtrekt [60](#page=60).
### Onderscheid wraking vs. onttrekking/verwijzing
* Vordering tot onttrekking (civiel) en verwijzing (straf) betreffen het rechtscollege/hof in zijn geheel [60](#page=60) [61](#page=61).
* Wraking betreft individuele rechter(s) [60](#page=60).
* Foutieve keuze tussen onttrekking en wraking leidt tot onontvankelijkheid [61](#page=61).
* Onttrekking/verwijzing is exclusieve bevoegdheid van Hof van Cassatie; wraking wordt als tussengeschil behandeld [62](#page=62).
### Aard en gronden van wraking
* Wrakingsgronden zijn volgens rechtspraak en rechtsleer limitatief opgesomd in artikel 828 Ger.W. [62](#page=62) [63](#page=63).
* "Wettige verdenking" (art. 828, 1° Ger.W.) is een algemene grond voor situaties van bewezen of vermoede partijdigheid [63](#page=63) [64](#page=64).
* Wettige verdenking veronderstelt onvermogen om onafhankelijk/onpartijdig uitspraak te doen of wekt gewettigde twijfel bij publieke opinie [64](#page=64).
* De link met artikel 6 EVRM en 14 IVBPR is cruciaal voor wettige verdenking [64](#page=64).
* Concrete wrakingsgronden omvatten o.a. persoonlijk belang, bloed-/aanverwantschap, geschil in gelijke zaak, schuldeiser/schuldenaar relatie, eerdere betrokkenheid bij geschil, advies geven, en deelname aan eerdere uitspraak [65](#page=65) [66](#page=66).
* Hoge graad van vijandschap kan een grond zijn voor wraking [67](#page=67).
### Procedure van wraking
* Een rechter met een wrakingsgrond moet zich van de zaak onthouden [67](#page=67).
* Wraking moet onverwijld gebeuren zodra de grond bekend is, en vóór aanvang van pleidooien, tenzij de reden later ontstaat [67](#page=67).
* Niet-ontvankelijk indien zaak niet meer aanhangig is omdat de rechter reeds uitspraak heeft gedaan [68](#page=68).
* Vordering wordt ingeleid bij ter post neergelegde akte, ondertekend door advocaat met >10 jaar ervaring [68](#page=68).
### Subjectieve en objectieve onpartijdigheid
---
### Beroepsgeheim en discretie
* De plicht van magistraten om het beroepsgeheim te respecteren is een fundamentele deontologische plicht [73](#page=73).
* Deze plicht volgt uit de aard van het beroep en waarborgt het vertrouwen van rechtzoekenden [73](#page=73).
* De Gids voor de magistraten bevat een principe van terughoudendheid en discretie [73](#page=73).
* Dit impliceert een evenwicht tussen burgerrechten (meningsuiting, vereniging) en ambtsplichten [73](#page=73).
* Magistraten dienen in hun privéleven het vertrouwen van rechtzoekenden en Justitie te vrijwaren [73](#page=73).
* Schendingen van het beroepsgeheim zijn strafbaar volgens artikel 458 Sw. [74](#page=74).
* Dit artikel stelt straffen (gevangenisstraf, boete) voor personen die geheimen openbaar maken [74](#page=74).
* Uitzonderingen zijn getuigenis in rechte of voor parlementaire commissies, en wettelijke meldingsplichten [74](#page=74).
* Magistraten gaan vertrouwelijk om met informatie verkregen uit hoofde van hun functie [74](#page=74).
* Overleg met collega-magistraten is toegestaan, maar de Fortis-zaak nuanceerde dit [74](#page=74).
### De Fortis-zaak
* De mogelijkheid tot overleg met collega's buiten collegiaal beraad kwam onder druk na het arrest van 13 maart 2012 [74](#page=74).
* In deze zaak werd een raadsheer beschuldigd van schending van het beroepsgeheim [74](#page=74).
* Een werkdocument (ontwerp-arrest) werd elektronisch gedeeld met een gewezen collega voor taalkundige controle [74](#page=74).
* Het Hof van Beroep oordeelde dat de gegevens onder het beroepsgeheim vielen en ongeoorloofd werden uitgewisseld [74](#page=74).
* Voor geoorloofde gegevensuitwisseling is meer nodig dan enkel dat de ontvanger gebonden is door beroepsgeheim [75](#page=75).
* De uitwisseling was niet noodzakelijk voor de vertrouwensopdracht van de magistraat [75](#page=75).
* Het Hof achtte de overdracht van gegevens aan de gewezen collega een schending van het beroepsgeheim [75](#page=75).
* Bepaalde medegedeelde zinsneden uit een e-mail bevatten geen beroepsgeheimen en werden gedeeld om verontwaardiging te uiten [75](#page=75).
* Het cassatieberoep tegen dit arrest werd verworpen op 13 maart 2012 [75](#page=75).
* De beschuldigde magistraat betoogde dat het Hof van Cassatie vooraf publiekelijk als schuldig was bestempeld [75](#page=75).
* Dit zou een schending zijn van artikel 6 EVRM en het beginsel van objectieve onpartijdigheid [75](#page=75).
* Het Hof oordeelde dat de vrees voor partijdige behandeling objectief gerechtvaardigd moet zijn [75](#page=75).
* De impact van de omstandigheden op het strafproces kan worden meegenomen bij beoordeling van schijn van partijdigheid [75](#page=75).
- > **Tip:** De Fortis-zaak illustreert de delicate balans tussen collegiaal overleg en de strikte naleving van het beroepsgeheim, zelfs met voormalige collega's [74](#page=74) [75](#page=75)
---
# De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht
### Kernidee
* Onafhankelijkheid van de rechterlijke macht is een fundamenteel rechtsbeginsel voor waarborging van rechtszoekenden [49](#page=49).
* Dit beginsel beschermt rechters tegen externe invloeden en garandeert beslissingen gebaseerd op persoonlijk, vrij oordeel [49](#page=49).
* Elke burger heeft recht op een rechterlijke macht die onafhankelijk staat van wetgevende en uitvoerende macht [49](#page=49).
### Belangrijke feiten
* Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens benadrukt rechterlijke onafhankelijkheid als waarborg voor rechtszoekenden [49](#page=49).
* In België is rechterlijke onafhankelijkheid expliciet verankerd in artikel 151 van de Grondwet [49](#page=49).
* Het statuut van de magistraten bevat ook impliciete waarborgen voor onafhankelijkheid [49](#page=49).
* De onafhankelijkheid geldt ten aanzien van de wetgevende en uitvoerende macht [50](#page=50).
* Ook ten aanzien van collega-rechters en hiërarchische oversten is onafhankelijkheid vereist [50](#page=50).
* Rechters moeten onafhankelijk zijn van publieke opinie, pers, drukkingsgroepen en politieke partijen [50](#page=50).
* Het sub judice-beginsel houdt in dat de pers zich onthoudt van commentaar op lopende zaken [51](#page=51).
* Rechters moeten onafhankelijk oordelen ten aanzien van hun eigen levensbeschouwelijke of privé-overtuigingen [51](#page=51).
* De onafzetbaarheid en benoeming voor het leven van rechters zijn garanties voor hun onafhankelijkheid [53](#page=53).
* De Hoge Raad voor de Justitie is opgericht voor extern toezicht op de werking van de rechterlijke macht [54](#page=54).
### Belangrijke concepten
* **Functionele onafhankelijkheid:** Onafhankelijkheid bij de beslechting van concrete geschillen [50](#page=50).
* **Organieke onafhankelijkheid:** Waarborgen tegen uitwendige druk buiten het concrete geschil [50](#page=50).
* Het principe van de scheiding der machten is een structuur waarborg voor onafhankelijkheid [52](#page=52).
* De wijze en duur van benoeming van rechters dragen bij aan hun onafhankelijkheid [52](#page=52).
* De onafzetbaarheid van rechters, enkel door een vonnis, is een belangrijk aspect [52](#page=52).
* De wedde van een rechter wordt bij wet bepaald, wat onafhankelijkheid bevordert [52](#page=52).
* Civielrechtelijke immuniteit van rechters waarborgt hun onafhankelijkheid [52](#page=52).
### Implicaties
* Onafhankelijkheid beschermt rechters tegen de wens om welke macht dan ook te behagen [49](#page=49).
* Het EVRM beschermt rechters ook bij de uitoefening van hun ambt, niet enkel tegen ontslag [49](#page=49).
* De mogelijkheid van hervorming in beroep kan rechters in eerste aanleg 'temperen' [50](#page=50).
* Rechters moeten bestand zijn tegen commentaar in de media op zaken die aanhangig zijn [51](#page=51).
* Rechtszaken kunnen deel uitmaken van een maatschappelijk debat, ook al is er nog geen eindoordeel [51](#page=51).
---
# Deontologie van de advocaat
### Kernidee
* De deontologie van de advocaat omvat een reeks normen en waarden die het gedrag sturen, zowel professioneel als privé [85](#page=85).
* De advocaat dient de belangen van cliënten, de rechtsstaat en de beroepsgroep te beschermen [85](#page=85).
* Internationale, maatschappelijke en technologische ontwikkelingen hebben geleid tot aanpassingen en nieuwe regels in de deontologie [85](#page=85).
### Kernfeiten
* De advocaat is essentieel voor de bescherming van mensenrechten tegen staatsmacht [85](#page=85).
* De Gedragscode voor Europese Advocaten (CCBE) is van toepassing verklaard op Vlaamse balies en geïntegreerd in de Codex Deontologie [85](#page=85).
* Europese regelgeving, zoals die inzake dienstverlening, vestiging, mededinging en publiciteit, beïnvloedt de deontologie [85](#page=85).
* Specialisatie, schaalvergroting van kantoren en interdisciplinaire samenwerking vereisen deontologische aanpassing [85](#page=85).
### Kernconcepten
* **Multidisciplinaire associaties (MDP's)**: Samenwerkingsverbanden tussen advocaten en niet-advocaten [85](#page=85).
* **Europese invloed**: De rol van het Hof van Justitie en Europese regelgeving op de deontologie van advocaten [85](#page=85) [86](#page=86) [87](#page=87).
* **Onafhankelijkheid, partijdigheid, beroepsgeheim**: Fundamentele principes die de samenwerking met niet-advocaten kunnen beperken [87](#page=87) [88](#page=88).
* **Positieve deontologie (magistraten)**: Een recenter besef dat deontologie de maatschappelijk verantwoorde vervulling van de functie waarborgt [84](#page=84).
### Implicaties
* Deontologische regels dienen aangepast te worden aan de evoluerende beroepsuitoefening [85](#page=85).
* Het verbod op bepaalde samenwerkingsverbanden met niet-advocaten is een gevolg van deontologische principes en Europese rechtspraak [86](#page=86) [87](#page=87) [88](#page=88).
* Het Hof van Justitie erkent dat deontologische verplichtingen de mogelijkheden tot samenwerking met andere beroepsbeoefenaren kunnen beperken [87](#page=87).
* Het Hof van Justitie oordeelde dat de Nederlandse Orde van Advocaten de samenwerking mocht verbieden die de onafhankelijkheid en het beroepsgeheim in gevaar bracht [87](#page=87).
* De Orde van Vlaamse Balies vaardigde een reglement uit inzake beroepsmatige samenwerking met niet-advocaten, met een algemeen verbod, dat later door het Hof van Cassatie deels nietig werd verklaard [88](#page=88).
### Voorbeeld: Samenwerking met niet-advocaten
* **Zaak Wouters/Savelbergh/Price Waterhouse**: Betrof de verboden samenwerking van Nederlandse advocaten met accountants en belastingadviseurs [86](#page=86).
* **Nederlandse Samenwerkingsverordening 1993**: Verbood samenwerking met leden van andere beroepsgroepen, tenzij erkend onder specifieke voorwaarden [86](#page=86).
* **Arrest Hof van Justitie (19/02/2002)**: Bevestigde dat advocaten economische activiteiten uitoefenen, maar dat deontologische regels samenwerking kunnen beperken indien zij onafhankelijkheid, partijdigheid of beroepsgeheim schaden [87](#page=87).
* **Reglement Orde van Vlaamse Balies (22/01/2003)**: Legde een algemeen verbod op aan samenwerking met niet-advocaten om onafhankelijkheid en beroepsgeheim te beschermen [88](#page=88).
* **Arrest Hof van Cassatie (25/09/2003)**: Verklaarde delen van het Vlaamse reglement nietig wegens een te algemeen verbod op samenwerking [88](#page=88).
---
## Deontologie van de advocaat (pag. 89-100)
### Toelating tot het beroep
* Toegang tot het beroep vereist nationaliteit van EU-lidstaat, diploma rechten, eedaflegging, en inschrijving op tableau of lijst stagiairs [89](#page=89).
* Onderdanen van EU-lidstaten mogen als advocaat optreden, met onderscheid tussen dienstverlening (occasioneel) en vestiging (permanent) [89](#page=89).
* Bij dienstverlening zijn advocaten uit andere lidstaten onderworpen aan Belgische beroepsregels, exclusief verblijfs- of inschrijvingsvoorwaarden [89](#page=89).
### Onverenigbaarheden
* Het beroep van advocaat is onverenigbaar met magistraat, griffier, staatsambtenaar, notaris, gerechtsdeurwaarder [89](#page=89).
* Handel en nijverheid zijn uitgesloten, net als bezoldigde betrekkingen die onafhankelijkheid of waardigheid van de balie schaden [90](#page=90).
* Advocaten moeten het beroep uitoefenen als zelfstandige, zonder hiërarchische band [90](#page=90).
### De advocateneed
* De eedformule bevat getrouwheid aan de Koning, gehoorzaamheid aan de Grondwet en wetten, eerbied aan het gerecht en de overheid, en het niet aanraden of verdedigen van ongerechtvaardigde zaken [92](#page=92).
* Discussie bestaat over de actualiteit van de getrouwheid aan de Koning en gehoorzaamheid aan de wetten [92](#page=92).
* Eerbied aan het gerecht betekent correctheid en hoffelijkheid, niet onderdanigheid; de advocaat is dienaar van het recht [92](#page=92).
* Een zaak is rechtvaardig indien de advocaat een redelijke grond ziet om ervoor te vechten, onafhankelijk van het latere oordeel van de rechter [92](#page=92).
* Ook in strafzaken kan een advocaat bijstand weigeren indien de zaak naar eer en geweten niet gerechtvaardigd is [93](#page=93).
### Verdediging van cliëntbelangen
* Advocaten moeten de belangen van hun cliënt boven eigen belangen stellen, maar mogen geen feiten voorhouden waarvan zij weten dat ze onwaar zijn [93](#page=93).
* Advocaten mogen de rechtbank niet voorliegen; ze hebben geen waarheidsplicht zoals de cliënt in Nederland of Duitsland [93](#page=93).
* Een advocaat mag stukken achterhouden of zaken verzwijgen, zolang hij niet manifest liegt of een ongegronde vordering verdedigt [94](#page=94).
* De advocateneed impliceert geen eigen wetsinbreuk, noch als dader, noch als medeplichtige (bv. geen advies over frauduleuze constructies) [94](#page=94).
### Inschrijving op het tableau
* Inschrijving op het tableau of de lijst van stagiairs is vereist om de titel advocaat te voeren [94](#page=94).
* Weigering van inschrijving moet adequaat gemotiveerd zijn [94](#page=94).
* Een kandidaat-stagiair mag niet geweigerd worden enkel op basis van een reeds opgebouwde loopbaan buiten de balie [95](#page=95).
* Een advocaat-stagiair moet drie jaar stage verrichten, met vaststelling van stageverplichtingen door de raad van de Orde [95](#page=95).
### Rechten van de advocaat
* Advocaten hebben een monopolie op vertegenwoordiging voor de rechtscolleges, met uitzonderingen voor familieleden of gemachtigden bij lagere gerechten [96](#page=96).
* Accountants, boekhouders of bedrijfsrevisoren kunnen op verzoek van de belastingplichtige of advocaat gehoord worden [96](#page=96).
* Afgevaardigden van werknemers- of werkgeversorganisaties kunnen de werknemer vertegenwoordigen bij arbeidsgerechten [96](#page=96).
* Advocaten hebben het pleitmonopolie voor alle gerechten, behalve bij wettelijke uitzonderingen [97](#page=97).
* Een advocaat die optreedt voor een rechtspersoon wordt vermoed een regelmatige lastgeving te hebben [97](#page=97).
* Een bijzondere lastgeving is vereist voor daden van beschikking zoals berusten in een vonnis of dading sluiten [97](#page=97).
### Vrijheid van meningsuiting en kritiek
---
### Expressievrijheid van advocaten
* Advocaten hebben recht op vrije meningsuiting, ook over lopende zaken, als onderdeel van het maatschappelijk debat .
* Het EHRM oordeelde dat een advocaat die in een tv-interview zijn cliënt verdedigde en kritiek uitte op rechters, niet gestraft mocht worden .
* Het sub-judice principe (verbod op publicaties over lopende zaken) werd in deze zaak terzijde geschoven .
* Een arrest van het EHRM in 2015 benadrukt het recht van advocaten om openlijk kritiek te uiten op justitie en integriteitskwesties van rechters via de media aan te kaarten .
* Eerder oordeelde het EHRM in een zaak uit 2013 dat een advocaat die lasterlijke uitlatingen deed in een krant, wel gestraft mocht worden .
* De Grote Kamer van het EHRM herzag dit en oordeelde dat de veroordeling van de advocaat een schending was van artikel 10 EVRM (vrije meningsuiting) .
* Belgische rechtspraak aanvaardt toenemend dat advocaten duiding geven bij rechterlijke uitspraken via media, zelfs indien subjectief .
* Een advocaat werd vrijgesproken voor laster na uitlatingen in een zaak en media-optredens, deels vanwege de relatieve strafrechterlijke immuniteit van het pleidooi (art. 452 Sw.) .
* De rechtbank achtte de uitlatingen relevant voor de kern van de zaak en benadrukte het belang van expressievrijheid voor de verdedigingsstrategie .
### Deontologische plichten
* Advocaten zijn gebonden aan wettelijke en deontologische plichten; schending kan leiden tot tuchtrechtelijke vervolging .
* De Codex Deontologie voor Advocaten (vanaf 2015) bevat de belangrijkste deontologische plichten .
* Essentiële plichten omvatten deskundigheid, beroepsgeheim, onafhankelijkheid, partijdigheid, vermijden van belangenconflicten, waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid .
#### Plicht tot bijstand
* Een advocaat mag enkel optreden op opdracht van een cliënt, een andere advocaat of een bevoegde instantie .
* De advocaat moet de zaak met spoed en gewetensvol behandelen, adviseren, verdedigen en de cliënt op de hoogte houden .
* Een advocaat mag een verzoek tot bijstand in principe niet weigeren, tenzij er specifieke uitzonderingen zijn .
* Uitzonderingen zijn o.a. wanneer de zaak niet naar eer en geweten rechtvaardig geacht wordt, onvoldoende bekwaamheid, onmogelijkheid tot spoedige behandeling, of een belangentegenstelling tussen cliënten .
#### Plicht tot beroepsgeheim
* Het beroepsgeheim is een fundamentele deontologische plicht, erkend in de Europese Gedragscode en de Codex Deontologie .
* Het beroepsgeheim strekt zich uit tot alle vertrouwelijke informatie die de advocaat in de uitoefening van zijn opdracht verneemt of vaststelt, en geldt onbeperkt in de tijd .
* Informatie mag enkel gedeeld worden met de rechtbank, scheidsgerechten of derden indien het relevant is, in het belang van de cliënt, met cliëntakkoord, en niet wettelijk verboden .
* De grondslag van het beroepsgeheim ligt in de rechten van verdediging, het recht op een eerlijk proces en het recht op eerbiediging van privéleven (art. 6 en 8 EVRM) .
* Het beroepsgeheim beschermt de vertrouwelijkheid van briefwisseling tussen een advocaat en cliënt, mits deze plaatsvond voor de verdediging en de advocaat onafhankelijk is (niet in dienstverband) .
* Correspondentie met interne advocaten (in-house) valt niet onder dit beschermde beroepsgeheim volgens het Hof van Justitie .
* Het beroepsgeheim heeft geen absoluut karakter en kent grenzen, zoals wettelijke verplichtingen tot melding in specifieke gevallen .
* Noodtoestand kan een uitzondering vormen op de geheimhoudingsplicht onder strikte voorwaarden .
* Een advocaat die in rechte getuigt, mag zijn zwijgplicht doorbreken maar kan niet gedwongen worden te spreken; hij is wel tuchtrechtelijk aansprakelijk indien hij tekortschiet .
---
## Deontologie van de advocaat: uitzonderingen op het beroepsgeheim
### Beroepsgeheim in strafzaken en de rol van het Grondwettelijk Hof
* De advocaat is houder van vertrouwelijke informatie van zijn cliënt en mag deze niet openbaar maken .
* Het beroepsgeheim is een fundamenteel element van de rechten van verdediging en zorgt voor veiligheid bij cliënten .
* Het Grondwettelijk Hof erkent het beroepsgeheim als essentieel, maar niet onaantastbaar .
* Een uitzondering op het beroepsgeheim is enkel toegestaan indien gerechtvaardigd door een dwingende reden van algemeen belang en strikt evenredig .
* Bescherming van kwetsbare personen is een dwingende reden, maar kan het beroepsgeheim niet rechtvaardigen indien de informatie incriminerend is voor de cliënt .
* Noodtoestand vereist een daadwerkelijk en ernstig gevaar dat enkel door het melden van het misdrijf kon worden vermeden .
### Artikel 458ter Sw. en artikel 1675/8 Ger.W.
* Artikel 458ter Sw. staat informatie-uitwisseling toe bij casusoverleg tussen hulpverleners, politie en parket, zonder schending van het beroepsgeheim .
* Artikel 1675/8 Ger.W. vereist transparantie van de schuldenaar in een collectieve schuldenregeling .
* Initiële versies van artikel 1675/8 Ger.W. stonden schuldbemiddelaars toe informatie te vragen aan advocaten zonder beroepsgeheim .
* Het Arbitragehof (nu Grondwettelijk Hof) vernietigde deze algemene uitzondering op het beroepsgeheim als disproportioneel .
* Latere wijzigingen maakten het mogelijk voor de rechter om op verzoek van de schuldbemiddelaar het beroepsgeheim op te heffen, maar ook dit werd als te absoluut beschouwd .
* Het recht op transparantie van de schuldeiser kan niet zwaarder wegen dan het beroepsgeheim van de advocaat .
### Anti-witwasreglementering
* De anti-witwasreglementering bevat specifieke uitzonderingen op het beroepsgeheim van de advocaat buiten zijn kernactiviteiten .
* Deze plichten vloeien voort uit Europese richtlijnen ter bestrijding van georganiseerde misdaad en terrorismefinanciering .
* De tweede Europese Witwasrichtlijn bracht advocaten onder de toepassingsgebied, wat leidde tot nieuwe plichten .
* Het doel is een evenwicht te vinden tussen het bemoeilijken van witwassen en het respecteren van het beroepsgeheim .
* De plichten gelden enkel voor activiteiten zoals aan- en verkoop van onroerend goed/bedrijven, beheer van financiële activa, en oprichting/beheer van vennootschappen/trusts .
* Advocaten hebben een meldingsplicht aan de stafhouder bij verdenking van witwassen of terrorismefinanciering .
* Deze meldingsplicht geldt niet bij het bepalen van de rechtspositie van de cliënt, het verdedigen of vertegenwoordigen in rechte, inclusief advies hierover (litigation privilege) .
* Advocaten moeten voortdurend waakzaam zijn en de verrichtingen van cliënten controleren .
* Het Grondwettelijk Hof heeft bepaald dat werknemers en vertegenwoordigers van advocaten geen gegevens persoonlijk mogen doorgeven aan de CFI .
* Gegevens verkregen tijdens de uitoefening van de wezenlijke beroepsactiviteiten blijven gedekt door het beroepsgeheim .
* Melding aan de CFI verloopt via de stafhouder .
* De derde anti-witwasrichtlijn versterkte de identificatieplicht van cliënten .
* Advocaten zijn vrijgesteld van bepaalde identificatieverplichtingen wanneer zij de rechtspositie van de cliënt bepalen of vertegenwoordigen in rechte .
---
## Beroepsgeheim en briefwisseling van de advocaat
### Beroepsgeheim en anti-witwaswetgeving
- De wet van 18 september 2017 legde een meldingsplicht aan de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) op voor vermoedens van witwassen, zelfs als de cliënt een verdachte verrichting op advies
* Het beroepsgeheim dekt alle informatie verkregen in het kader van het bijstaan, juridisch verdedigen en adviseren van cliënten .
* Uitzonderingen op het beroepsgeheim voor de anti-witwaswet gelden enkel als de advocaat zelf deelnam aan witwasactiviteiten, hierover advies gaf, of weet dat de cliënt hierover advies vroeg .
- Het Grondwettelijk Hof oordeelde op 24 september 2020 dat informatie over een geweigerde verdachte verrichting, op advies van de advocaat, onder het beroepsgeheim valt en niet meldingsplichtig is aan de
* Een advocaat is enkel meldingsplichtig voor gegevens die buiten zijn specifieke opdracht van verdediging en juridisch advies vallen en limitatief zijn opgesomd in de anti-witwaswet .
* De wet van 20 juli 2020 implementeert de vijfde anti-witwasrichtlijn, die onder meer de vrijstellingsdrempels voor cliëntidentificatie verlaagt van 250 naar 150 euro .
### Rechtspraak Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM)
* Het EHRM heeft geoordeeld dat het afluisteren van telefoongesprekken van een advocaat een schending van artikel 8 EVRM kan inhouden .
* In andere gevallen werd het inkijken van briefwisseling of afluisteren van telefoongesprekken niet strijdig met het EVRM geacht indien noodzakelijk voor nationale veiligheid of misdrijfpreventie .
- Het arrest Versini-Campinchi en Crasnianski v. Frankrijk liet de transcriptie van telefoongesprekken tussen advocaat en cliënt toe, zelfs als dit het beroepsgeheim schond, indien de inhoud aanleiding gaf tot een
* Dit arrest werd beschouwd als een verzwakking van het beroepsgeheim door een uitgebreide interpretatie van uitzonderingen .
### Nationale rechtspraak en vertrouwelijkheid briefwisseling
* Het Hof van Cassatie oordeelde op 29 juni 2022 dat schending van het beroepsgeheim enkel strafbaar is als de derde effectief kennis neemt van de geheime informatie .
* De vertrouwelijkheid van briefwisseling tussen advocaten wordt geregeld door de Codex Deontologie (artikelen 113-119) en artikel 8 EVRM .
* Het EHRM beschouwt de briefwisseling tussen cliënt en advocaat als bevoorrecht, waarbij elke inmenging ernstige verantwoording vereist .
* In het arrest Laurent v. Frankrijk schond een politieagent artikel 8 EVRM door brieven tussen advocaat en cliënt te intercepteren zonder dringende maatschappelijke noodzaak .
* Briefwisseling met gevangenen mag enkel geopend worden bij noodzaak tot voorkoming van misbruiken of indien de inhoud de veiligheid in gevaar brengt .
* Het doel van de vertrouwelijkheid van briefwisseling is om advocaten in vrijheid te laten communiceren en onderhandelen .
* **Principe vertrouwelijkheid:** Briefwisseling tussen advocaten is vertrouwelijk, tenzij met toestemming van het hoofd van de Orde of indien de cliënt de briefwisseling met zijn raadsman overlegt voor zijn verdediging .
- **Uitzonderingen (officieel karakter):** Briefwisseling verliest vertrouwelijkheid indien het een akte van rechtspleging is, een eenzijdige, onvoorwaardelijke verbintenis, een mededeling op verzoek om kennis te geven aan een andere partij met
* Ook een mededeling, zelfs vertrouwelijk, die onvoorwaardelijke aanneming van voorstellen van de tegenpartij behelst, wordt officieel .
* Uitzonderingen worden restrictief uitgelegd; bij betwisting over het officieel karakter, treden stafhouders op .
* Na opvolging door een andere raadsman, verliest de briefwisseling haar vertrouwelijk karakter bij onderzoek naar de uitvoering van het mandaat en aansprakelijkheid van de vorige advocaat .
* Rechterlijk toezicht op overlegging van betwiste briefwisseling is complex, met verschillende interpretaties over de bevoegdheid van de rechter versus de stafhouder .
### Huiszoeking bij een advocaat
* Een huiszoeking bij een advocaat vereist maatregelen om het beroepsgeheim te waarborgen, met aanwezigheid van een onafhankelijke waarnemer .
* In België wordt de huiszoeking uitgevoerd door de onderzoeksrechter, in aanwezigheid van de stafhouder, die toeziet op het beroepsgeheim .
* De onderzoeksrechter mag enkel beslag leggen op "corpus delicti" en niet op vertrouwelijke brieven, maar is niet gebonden door het oordeel van de stafhouder .
### Beslag onder derden en afscheiding financiële rekeningen
---
### Derdenrekening en rubriekrekening
* Advocaten zijn verplicht derdengelden uitsluitend te beheren via een derdenrekening, geopend bij een financiële instelling met een overeenkomst met de OVB .
* Deze rekening dient voor gelden die bestemd zijn voor cliënten of derden en moet zo spoedig mogelijk worden doorgestort .
* Bij langdurige immobilisatie van gelden moeten deze worden gestort op een speciale rubriekrekening, specifiek verbonden aan een cliënt/zaak .
* Rubriekrekeningen zijn geïndividualiseerd voor een bepaald dossier of cliënt .
* Gelden op een derdenrekening moeten binnen twee maanden worden doorgestort, tenzij ze op een rubriekrekening worden gezet, met een vrijstelling tot 2.500 EUR per persoon .
* De stafhouder oefent toezicht uit op het gebruik van derdenrekeningen .
* Ingevolge kritiek op een arrest van het Hof van Cassatie uit 2011, werd wetgeving gewijzigd om de kwaliteitsrekening wettelijk te erkennen .
* Schuldvorderingen op gelden op derden- en rubriekrekeningen zijn afgescheiden van het vermogen van de rekeninghouder en vallen buiten samenloop of vereffening van huwelijksvermogen/nalatenschap .
### Plicht tot confraterniteit
* Advocaten hebben een plicht tot loyauteit en confraterniteit jegens collega's ter bevordering van een eerlijke rechtspleging en het vertrouwen tussen advocaten .
* Deze plicht mag nooit de belangen van de cliënt ondergeschikt maken aan die van collega's .
* Advocaten hoeven hun confrater niet te verwittigen over vervaltermijnen, verjaringen of nietigheid .
* De plicht tot confraterniteit geldt ook tussen advocaten uit verschillende EU-lidstaten .
- Voorbeelden van confraternele plichten: informatieplicht bij onderhandelingen, geen eenzijdig contact met rechter/deskundige zonder kennisgeving aan confrater, overlegging stukken in der minne, geen rechtstreeks contact met wederpartij met raadsman, nuttig organiseren
### Plicht tot waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid
* Deze plicht waarborgt een behoorlijke beroepsuitoefening en volgt uit artikel 456 Ger.W. .
* De advocaat dient zich waardig te gedragen in professioneel en privéleven, zonder drankmisbruik, excessieve schuldenlast of relaties met cliënten .
* Publieke opspraak door privé-handelingen die de waardigheid van het beroep schaden, kan leiden tot tuchtrechtelijke sancties .
* Ernstige inbreuken kunnen leiden tot schorsing of schrapping van het tableau .
* Kiesheid verbiedt optreden voor goede vrienden/familieleden, in eigen echtscheiding of voor partijen met tegenstrijdige belangen .
### Begroting van het ereloon
* Advocaten hebben het recht en de plicht een ereloon aan te rekenen .
* Het principe "no cure, no pay" is niet toegestaan .
* Advocaten begroten hun ereloon met bescheidenheid; een beding uitsluitend verbonden aan het resultaat is verboden (pactum de quota litis) .
* Indien het ereloon niet met gematigdheid is vastgesteld, kan de raad van de Orde het verminderen .
* Er bestaan geen bindende wettelijke ereloontarieven in België, wat de onafhankelijkheid van het beroep zou dienen .
* Invloed van mededingingsrecht: lange tijd werden tariefafspraken van beroepsorganisaties als strijdig met mededingingsrecht beschouwd .
* Het Hof van Justitie oordeelde dat nationale recht en deontologie de toepassing van mededingingsrecht niet mogen belemmeren .
---
### Invordering ereloon
* Voor invordering ereloon bij de cliënt is steeds toelating van de stafhouder nodig .
* Dit dient ter controle en om minnelijke schikkingen te onderzoeken .
* Na toelating tot dagvaarding, moet de advocaat zich laten vertegenwoordigen door een confrater .
* De advocaat mag het vonnis betekenen en beslag leggen, verdere stappen vereisen nieuwe toestemming .
### Betwisting van het ereloon
* Erelonen kunnen betwist worden via taxatie, gerechtelijke procedure of arbitrage .
* **Taxatieprocedure voor de Raad van de Orde:**
* Kan worden ingezet door stafhouder, advocaat of cliënt, of ambtshalve .
* Advocaat bezorgt dossier, omschrijving zaak, vervulde plichten, kosten en ereloon .
* Cliënt kan opmerkingen maken aan verslaggever .
* Cliënt is geen partij; de Orde heeft eenzijdige controle op de advocaat .
* De Orde oordeelt niet over fouten of aansprakelijkheden, enkel deontologische inbreuken .
* Niet-billijke erelonen kunnen verminderd worden, met mogelijke teruggave .
* **Gerechtelijke invordering:** Elke partij kan zich tot de rechter wenden bij honorariumgeschillen .
* **Arbitrage:** Mogelijk mits vrijwillige overeenkomst; opleggen van arbitrage aan advocaat kan strijdig zijn met vrije wil .
### Recente ontwikkelingen
* Juridische dienstverlening wordt steeds meer als economisch product gezien .
* Cliënten zoeken prijs/kwaliteit; advocaten trachten cliënteel te vergroten .
* Publiciteit is belangrijker geworden, mede door Europese regelgeving .
* Reglement inzake publiciteit aangenomen door OVB op 4 juni 2003, opgenomen in Codex Deontologie (artt. 82-88) .
* Advocaten hebben nieuwe plichten inzake antiwitwaswetgeving (Codex Deontologie, artt. 67-72) .
* Regels inzake de verhouding advocaat en media gereglementeerd (Codex Deontologie, artt. 156-160) .
### Advocaat en publiciteit
* Voorheen een algeheel reclameverbod, geleidelijk aan in vraag gesteld .
* Europese rechtspraak en regelgeving leidden tot nieuw reglement (OVB, 4 juni 2003) .
* Deontologische regels bewaren evenwicht tussen commercialisering en beroepsregels .
* **Europese invalshoek:**
* **Vrijheid van meningsuiting:** Artikel 10 EVRM geldt ook voor commerciële informatie van advocaten .
---
# Het beroepsgeheim van de advocaat en de uitzonderingen hierop
### Kernidee
* Het beroepsgeheim is een fundamentele deontologische plicht van de advocaat, essentieel voor een vertrouwensrelatie en eerlijk proces .
* De plicht strekt zich uit tot alle vertrouwelijke informatie verkregen in de uitoefening van de opdracht en geldt onbeperkt in de tijd .
* Het beroepsgeheim dient de belangen van de cliënt, de advocaat en de maatschappij .
### Gevolgen van schending
* Schending kan leiden tot strafrechtelijke, tuchtrechtelijke en contractuele aansprakelijkheid .
* Het kan een eerlijk proces onmogelijk maken .
* Schending door houders van beroepsgeheim is strafbaar gesteld door artikel 458 Strafwetboek .
### Grondslag en reikwijdte
* De grondslag ligt in de rechten van verdediging, gekoppeld aan het recht op een eerlijk proces en privacy .
* Het beroepsgeheim geldt voor elke vertrouwelijke mededeling verkregen in het kader van beroepsactiviteiten .
* Het omvat briefwisseling, telefoongesprekken, e-mails en faxen tussen advocaat en cliënt .
* Het Europees Hof van Justitie erkende het beroepsgeheim als fundamenteel rechtsbeginsel in communautair recht .
### Uitzonderingen op het beroepsgeheim
* Het beroepsgeheim is niet absoluut en kent verschillende grenzen .
* Situaties die uitzonderingen vormen:
* Noodtoestand .
* Getuigen in rechte .
* Artikel 458bis Strafwetboek (meldingsplicht ernstig/dreigend gevaar minderjarige/kwetsbare persoon) .
* Artikel 458ter Strafwetboek (overleg met toestemming OM) .
* Anti-witwaswetgeving .
* Inlichtingen bij collectieve schuldenregeling .
### Noodtoestand
* Noodtoestand vereist dat de waarde van het opgegeven belang lager is dan of gelijk aan het te vrijwaren belang .
* Er moet een dadelijk en ernstig gevaar lopen voor het te vrijwaren recht of belang .
* Het kwaad mag enkel door het misdrijf voorkomen worden, en de betrokkene mag de noodtoestand niet zelf hebben doen ontstaan .
### Getuigen in rechte
* Een advocaat die getuigt, schendt zijn beroepsgeheim niet, maar kan wel tuchtrechtelijk worden vervolgd .
* De advocaat kan zich beroepen op het beroepsgeheim en zwijgen, maar kan gedwongen worden te spreken op straffe van een boete .
* Een advocaat kan zich niet beroepen op het beroepsgeheim tegenover zijn tuchtoverheden .
### Artikel 458bis Strafwetboek
* Oorspronkelijk bedoeld voor bescherming van minderjarigen/kwetsbare personen tegen aantastingen van integriteit .
---
## Uitzonderingen op het beroepsgeheim van de advocaat
### Artikel 458ter Strafwetboek
* Staat informatie-uitwisseling toe bij casusoverleg tussen hulpverleners, politie en parket zonder schending van het beroepsgeheim .
* Doel is de aanpak van radicalisering en intrafamiliaal geweld door informatie-uitwisseling in lokale veiligheidscellen .
* Vereist specifieke voorwaarden voor het casusoverleg .
### Artikel 1675/8 Gerechtelijk Wetboek (Schuldbemiddelaar)
* Schuldbemiddelaar kan inlichtingen vragen over vermogen van schuldenaar .
* Schuldenaar moet transparantie bieden over zijn vermogenstoestand .
#### Historische ontwikkeling en toetsing door het Arbitragehof
* Oorspronkelijke tekst stond schuldbemiddelaar toe informatie te vragen zonder beroep op beroepsgeheim .
* Arbitragehof vernietigde deze bepaling voor advocaten in 2000, wegens onevenredigheid .
* Wijziging in 2005 gaf rechter de mogelijkheid het beroepsgeheim op te heffen op verzoek van schuldbemiddelaar .
* Rechter kon Orde van Advocaten om advies vragen .
* Ook deze wijziging werd vernietigd door Arbitragehof in 2006 wegens schending van Grondwet en EVRM .
* Recht op transparantie schuldeiser weegt niet op tegen beroepsgeheim advocaat .
#### Huidige regeling
* De bepaling is meerdere malen gewijzigd, meest recent bij wet van 6 april 2010 en 5 mei 2019 .
* Schuldenaar en derden moeten op verzoek van de schuldbemiddelaar alle noodzakelijke inlichtingen meedelen .
* De schuldenaar of derde kan zich verzetten tegen een verzoek bij de rechter .
---
# Deontologische regels en praktijk van notarissen
### Vastgoedbemiddeling door notarissen
* Vastgoedbemiddeling door notarissen is toegestaan indien het een bijkomstig karakter heeft ten opzichte van de hoofdactiviteit .
* Niet toegestaan zijn positieve demarches om een vastgoedcliënteel op te bouwen of de hoofd-/bijactiviteit van een vastgoedmakelaar uit te oefenen .
* Een schriftelijke opdracht van de eigenaar is vereist en dient minimaal de verkoopmodaliteiten, publiciteitswijze, bemiddelingsloon en eventuele gelijkaardige opdrachten aan derden te vermelden .
* Bij gebrek aan schriftelijke opdracht is geen loon verschuldigd, zelfs indien de verkoop tot stand kwam .
* De opdracht is maximaal zes maanden geldig, zonder stilzwijgende verlenging .
* Het overeengekomen bemiddelingsloon mag niet hoger zijn dan 2% van de verkoopprijs .
### Notariële bemiddeling als conflictoplossing
* Bemiddeling is een methode van conflictoplossing waarbij de notaris partijen deskundig bijstaat om gezamenlijk een akkoord te bereiken .
* De notaris-bemiddelaar moet erkend zijn door de wettelijk bevoegde instantie .
* De notaris-bemiddelaar dient de belangen van alle betrokken partijen te dienen en mag geen oplossing opdringen .
* Bemiddeling kan vrijwillig of proceduregebonden (door rechter aangewezen) geschieden .
* De notaris moet onafhankelijkheid en onpartijdigheid waarborgen tijdens de bemiddeling .
* Tijdens bemiddeling mag de notaris geen andere opdrachten van partijen aanvaarden zonder akkoord .
* De notaris blijft gebonden door het beroepsgeheim en waakt over vertrouwelijkheid .
### Procedure en adviesplicht bij bemiddeling
* Bij totstandkoming van de overeenkomst heeft de notaris-bemiddelaar een normerende adviesplicht .
* Hij moet toezien op de billijkheid, evenwichtigheid en eerlijkheid van de overeenkomst .
* De bemiddeling moet geschorst of beëindigd worden indien deontologische regels niet worden nageleefd, de bemiddeling voor onaangepaste doeleinden wordt gebruikt, of partijen niet ernstig kunnen deelnemen .
### Gerechtelijke opdrachten en onpartijdigheid
* De notaris belast met een gerechtelijke opdracht moet onpartijdigheid naleven conform het EVRM .
* Hij moet zich onthouden van handelingen die twijfel zaaien omtrent zijn onpartijdigheid .
* Een gerechtelijk aangestelde boedelnotaris mag later niet optreden voor één partij .
* Uitzondering: indien de notaris werd aangesteld tot gerechtelijk mandataris van een specifieke partij .
### Tuchtrecht voor notarissen
* De tuchtrechtspraak voor notarissen werd hervormd bij wet van 22 november 2022 .
* Vanaf 1 januari 2024 leggen kamers van notarissen geen tuchtstraffen meer op .
* Twee organen zijn bevoegd voor vervolging in tuchtzaken: het auditoraat bij de Nationale Kamer en de kamer van notarissen .
* De kamer van notarissen kan beslissen tot vervolging, seponering of een minnelijke schikking voorstellen (125 tot 5.000 euro) .
* Het auditoraat onderzoekt dossiers en leidt procedures in bij de tuchtraad .
---
# Beroepsgeheim en vertrouwelijkheid van adviezen van de bedrijfsjurist
### Kernidee
* Juridische adviezen van bedrijfsjuristen zijn vertrouwelijk om open communicatie te bevorderen en het bedrijf te beschermen tegen juridische risico's .
* De vertrouwelijkheid is wettelijk verankerd en uitgebreid tot voorbereidende documenten en correspondentie .
### Kernfeiten
* Het Instituut voor Bedrijfsjuristen (IBJ) werd opgericht in 2000 en houdt toezicht op deontologische regels .
* Een wet uit 2023 heeft de positie van de bedrijfsjurist verder versterkt, met name de vertrouwelijkheid van adviezen .
* Vertrouwelijkheid geldt voor adviezen, verzoeken om advies, interne correspondentie hierover, ontwerpadviezen en voorbereidende documenten .
* De confidentialiteit geldt enkel als het advies duidelijk onder verantwoordelijkheid van een bedrijfsjurist is verleend .
* Het arrest AKZO Nobel van 2010 stelde dat Nederlandse in-house lawyers, ondanks hun statuut, niet als volledig onafhankelijk werden beschouwd voor het Europees recht .
### Kernconcepten
* **Legal Professional Privilege (LPP):** Het principe dat bepaalde juridische communicatie vertrouwelijk is .
* **Juridische ondergeschiktheid vs. functionele onafhankelijkheid:** De bedrijfsjurist is juridisch ondergeschikt maar moet functioneel onafhankelijk adviseren .
* **Onafhankelijkheid van de advocaat:** Essentieel voor LPP, waarbij een dienstverband als een mogelijke belemmering wordt gezien .
* **AM&S arrest:** Beperkte vertrouwelijkheid van adviezen van interne juristen in procedures voor Europese instanties .
### Implicaties
* Een bedrijfsjurist kan niet zijn geheimhoudingsplicht inroepen om onwettige praktijken toe te dekken .
* Het brede toepassingsgebied van LPP op Europees niveau is een handicap voor bedrijfsjuristen als "compliance officer" .
* Belgische bedrijfsjuristen kunnen zich onder nationaal recht wel beroepen op LPP, ook na het AKZO arrest .
* Briefwisseling met externe raadslieden kan ook uitgesloten worden van LPP indien het niet primair gericht is op de verdediging van de cliënt .
### Veelvoorkomende valkuilen
* Definitie van "advies" sluit ontwerp-overeenkomsten en notulen van vergaderingen uit .
* Correspondentie die enkel informatie bevat en geen juridisch advies is, valt niet onder LPP .
---
# De rol en plichten van de gerechtsdeurwaarder bij beslag en tenuitvoerlegging
### Kernidee
* De gerechtsdeurwaarder vervult diverse rollen bij beslag en tenuitvoerlegging, variërend van betekening tot vaststelling en effectieve tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen .
* Zijn plichten omvatten zorgvuldigheid, informatieverstrekking, bemiddeling en het naleven van deontologische principes .
* Onder bepaalde omstandigheden kan een fout van de gerechtsdeurwaarder als overmacht worden beschouwd voor de procespartij .
### Kerntaken
* **Betekening:** Opgesteld en betekenen van exploten, zoals dagvaardingen en vonnissen/arresten .
* Woonstkeuze bij dezelfde gerechtsdeurwaarder voor opdrachtgever en bestemmeling is niet toegestaan .
* Er zijn weigeringsgronden voor betekening, zoals beperkingen in plaats en tijd .
* **Vaststelling:** Doen van materiële vaststellingen op rechterlijk bevel, zoals bij overspel .
* Gerechtsdeurwaarder mag feiten niet uitlokken of mede-opzetten .
* Verklaringen uitlokken mag enkel als aanvulling op vaststellingen .
* **Tenuitvoerlegging:** Overhandiging van de uitgifte van een vonnis of akte geldt als volmacht voor tenuitvoerleggingen .
* Er gelden wettelijke beperkingen voor wat wel en niet beslagen kan worden .
* De deurwaarder moet de zorgvuldigheidsplicht naleven en mag niet blindelings instructies volgen .
* Bij beslag op roerende goederen moet de opdrachtgever geconsulteerd worden bij eigendomsclaims van derden .
### Juridische Principes en Overmacht
* Tot 2011 gold dat fouten van de gerechtsdeurwaarder als lasthebber geen overmacht voor de partij konden opleveren .
* Vanaf 9 november 2011 aanvaardt het Hof van Cassatie overmacht bij fouten van de deurwaarder in opdrachten die tot zijn wettelijk monopolie behoren (zoals exploten en tenuitvoerlegging) .
* Dit standpunt is bevestigd door het Hof van Cassatie in voltallige zitting op 18 november 2019 en 12 mei 2020, essentieel voor waarborging van EVRM-rechten .
* Deze overmacht geldt niet voor opdrachten buiten het wettelijk monopolie .
### Informatie- en Bemiddelingsplicht
* Gerechtsdeurwaarders hebben een algemene informatieplicht jegens opdrachtgever en schuldenaar .
* Zij moeten informeren over dreigende insolvabiliteit van de debiteur en mogelijkheden van collectieve schuldenregeling .
* Bij elk exploot van een geldsom-dagvaarding of -vonnis moet een informatieblad worden gevoegd over oplossingen voor schuldenaars .
* Een nieuwe wetgeving benadrukt de bemiddelende en faciliterende rol van de gerechtsdeurwaarder .
### Deontologie
* De gerechtsdeurwaarder moet onafhankelijk en onpartijdig handelen, waarbij hij belangenconflicten vermijdt .
* Hij dient te beschikken over vakkennis en zich voortdurend te vormen .
* Het evenredigheids- en voorzorgsbeginsel moeten in acht worden genomen bij de uitoefening van zijn ambt .
* Afspraken over vergoedingen die afhankelijk zijn van resultaten zijn niet toegestaan in de gerechtelijke fase .
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Term | Definitie |
| Beroepsgeheim | De plicht die bepaalde beroepsbeoefenaars hebben om vertrouwelijke informatie die hen is toevertrouwd, geheim te houden, zoals vastgelegd in artikel 458 van het Strafwetboek. |
| Noodtoestand | Een situatie waarin een persoon, geconfronteerd met tegenstrijdige plichten en een ernstig dreigend gevaar voor anderen, genoodzaakt is te handelen op een manier die normaal gesproken een schending van een plicht zou zijn, om een hoger belang te vrijwaren. |
| Getuigen in rechte | De situatie waarin een advocaat wordt opgeroepen om voor een rechtbank te getuigen en daarbij de plicht tot geheimhouding kan doorbreken, hoewel hij niet gedwongen kan worden te spreken als hij meent te moeten zwijgen. |
| Artikel 458bis Sw. | Een wettelijke bepaling die, na wijziging, houders van geheimen toestaat misdrijven gepleegd op minderjarigen of kwetsbare personen te melden aan de procureur des Konings onder specifieke omstandigheden van dreigend gevaar voor de integriteit van deze personen. |
| Artikel 458ter Sw. | Een wettelijke bepaling die informatie-uitwisseling tussen personen die samen overleggen over een casus (zoals hulpverleners, politie en parket) mogelijk maakt zonder schending van het beroepsgeheim, onder bepaalde voorwaarden en met specifieke doelstellingen. |
| Artikel 1675/8 Ger.W. | Een bepaling die de schuldbemiddelaar in het kader van een collectieve schuldenregeling toestaat om inlichtingen te vragen over de financiële toestand van de schuldenaar, waarbij het beroepsgeheim van de advocaat in bepaalde gevallen niet kan worden tegengeworpen. |
| Grondwettelijk Hof | Het hoogste rechtscollege dat de grondwettelijkheid van wetten toetst. In deze context heeft het Hof geoordeeld over de reikwijdte van artikel 458bis Sw. met betrekking tot advocaten. |
| Rechten van verdediging | Fundamentele rechten die een verdachte heeft in een strafproces, waaronder het recht op een eerlijk proces en het recht om zich niet te hoeven beschuldigen, waarbij de vertrouwensrelatie met de advocaat een cruciaal element is. |
| Dwingende reden van algemeen belang | Een uitzonderlijk zwaarwegend maatschappelijk belang dat kan leiden tot een beperking van fundamentele rechten, zoals de bescherming van de fysieke of psychische integriteit van kwetsbare personen. |
| Casusoverleg | Een georganiseerde bijeenkomst waarbij verschillende professionals informatie uitwisselen over een specifieke zaak, met als doel de bescherming van personen of de voorkoming van misdrijven. |
| Schuldbemiddelaar | Een persoon die wordt aangesteld in het kader van een collectieve schuldenregeling om te bemiddelen tussen een schuldenaar en zijn schuldeisers en de financiële situatie te ordenen. |
| Gerechtelijke invordering van erelonen | Het proces waarbij een advocaat via de rechter zijn of haar honoraria kan opeisen, indien er een geschil ontstaat over de betaling van de verleende diensten. |
| Arbitrage | Een alternatieve methode om ereloongeschillen tussen advocaten en cliënten te beslechten, die enkel geldig is indien beide partijen hier vrijwillig mee instemmen. |
| Witwaswetgeving | Wetgeving die tot doel heeft het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme te voorkomen, met specifieke plichten voor advocaten op dit gebied. |
| Publiciteit voor advocaten | De manier waarop advocaten zichzelf en hun diensten kenbaar maken aan het publiek, wat door Europese regelgeving en nationale deontologische codes steeds meer is toegestaan. |
| Vrijheid van meningsuiting (EVRM) | Het recht dat door artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens wordt gewaarborgd, waarbij ook commerciële informatie en uitingen van advocaten onder dit recht vallen. |
| Vrijheid van mededinging | Het principe dat concurrentie tussen dienstverleners, waaronder advocaten, niet onnodig mag worden beperkt, wat invloed heeft gehad op de regels rond reclame en publiciteit. |
| EPI-gedragscode | Een gedragscode van de Europese Commissie die onderscheid maakt tussen strikt deontologische voorschriften en voorschriften die de economische vrijheid van beoefenaars beperken, met implicaties voor reclameregels. |
| Vergelijkende reclame | Reclame waarin de diensten van een advocaat worden vergeleken met die van andere beroepsbeoefenaars, wat onder strikte voorwaarden is toegestaan. |
| Deontologische regels | Regels die de ethische gedragsnormen van een beroep, zoals de advocatuur, vastleggen en naleving ervan waarborgen, met name met betrekking tot publiciteit en cliëntcontact. |
| Codex Deontologie voor Advocaten | Een verzameling van deontologische regels voor advocaten die de publiciteitsvoorschriften en andere beroepsnormen bevat, en die de eerdere reglementen heeft overgenomen. |
| Afstandsovereenkomsten | Overeenkomsten die op afstand worden gesloten, zoals online advies door advocaten, waarbij de advocaat een voorafgaande informatieplicht heeft over diensten en erelonen. |
| Misleidende reclame | Reclame die onjuiste of bedrieglijke informatie bevat en daardoor de potentiële cliënt kan misleiden, wat te allen tijde verboden is. |
| Deontologische principes | Fundamentele beginselen die het ethisch gedrag en de professionele normen binnen een bepaald beroep, zoals de juridische beroepen, regelen. Deze principes zijn essentieel voor het waarborgen van vertrouwen en integriteit. |
| Bangalore Principles of Judicial Conduct | Een reeks internationale deontologische beginselen voor magistraten, opgesteld door het Comité van de Rechten van de Mens van de VN, bedoeld als inspiratie voor landen bij het vaststellen van hun eigen gedragsregels. |
| Conseil Consultatif des Juges Européens (CCJE) | Een adviserend orgaan binnen de Raad van Europa dat zich bezighoudt met de gedragsregels en deontologie van rechters in Europa, met vertrouwen als een centraal uitgangspunt. |
| Gids voor de Magistraten | Een leidraad, opgesteld door de Hoge Raad voor de Justitie, die de magistraat informeert over gepast gedrag en professionele normen, zonder een formele tuchtrechtelijke code te zijn. |
| Deontologische Code (Notarissen) | Een specifieke gedragscode voor notarissen, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit, die de ethische richtlijnen en professionele standaarden voor dit juridische beroep vastlegt. |
| Mediatisering van het gerecht | De toenemende aandacht en berichtgeving over gerechtelijke zaken en de werking van justitie in de media, wat zowel kansen als uitdagingen met zich meebrengt voor de deontologie van juridische professionals. |
| Invloed Europese regelgeving | De impact van wetgeving en jurisprudentie op Europees niveau, zoals mededingingswetgeving, op de deontologische normen en praktijken binnen nationale juridische beroepen. |
| Open normen | Juridische bepalingen die een zekere mate van interpretatie en beleidsvrijheid laten aan de rechter bij de toepassing ervan, wat kan leiden tot een toenemend beleid van de rechter. |
| Wantrouwen t.a.v. justitie | Een negatieve perceptie of twijfel bij het publiek over de integriteit, onpartijdigheid of effectiviteit van het rechtssysteem en de actoren ervan. |
| Proces-verbaal | Een officieel document waarin een ambtenaar, zoals een rechter of politieagent, feiten of verklaringen vastlegt die relevant zijn voor een juridische procedure. |
| Deontologische Commissie van het Parlement | Een commissie binnen het parlement die toeziet op de naleving van de ethische gedragscodes door parlementsleden en klachten hierover onderzoekt. |
| Deontologie van de advocaat | De studie van de plichten en verantwoordelijkheden van de advocaat, inclusief de ethische regels en gedragscodes die het beroep regelen en de belangen van cliënten, de rechtspraak, de beroepsgroep en het publiek waarborgen. |
| Europese invloeden | De impact van Europese regelgeving en jurisprudentie, zoals die met betrekking tot vrijheid van dienstverlening, vestiging en mededinging, op de deontologische regels en de uitoefening van het advocatenberoep in lidstaten van de Europese Unie. |
| Gedragscode voor Europese Advocaten (CCBE) | Een gedragscode aangenomen door de Raad van de Ordes van Advocaten van de Europese Gemeenschap (CCBE) die de ethische normen en professionele gedragingen van advocaten binnen Europa regelt, en die geïntegreerd is in nationale deontologische codes. |
| Multidisciplinaire associaties (Multi Disciplinary Practices - MDPs) | Samenwerkingsverbanden tussen advocaten en beoefenaars van andere vrije beroepen, zoals accountants of belastingadviseurs, die discussies hebben opgeroepen over de verenigbaarheid met de deontologische regels van het advocatenberoep, met name wat betreft onafhankelijkheid en belangenconflicten. |
| Hof van Justitie (HvJ) | Het hoogste gerecht van de Europese Unie dat uitspraken doet over de interpretatie en toepassing van het EU-recht, en wiens arresten, zoals de zaak Wouters/Savelbergh, significante invloed hebben gehad op de deontologische reglementering van het advocatenberoep in de lidstaten. |
| Vrijheid van dienstverlening | Een fundamenteel principe van het EU-recht dat burgers en bedrijven toestaat om diensten te verlenen in andere lidstaten dan hun eigen lidstaat, wat voor advocaten betekent dat zij occasioneel werkzaamheden mogen verrichten in België onder bepaalde voorwaarden en met inachtneming van zowel de regels van het thuisland als de Belgische beroepsregels. |
| Vrijheid van vestiging | Een ander fundamenteel principe van het EU-recht dat burgers en bedrijven toestaat zich permanent te vestigen in een andere lidstaat om daar een economische activiteit uit te oefenen, wat voor advocaten inhoudt dat zij zich onder bepaalde voorwaarden kunnen inschrijven bij een balie in een andere lidstaat. |
| Belangenconflict | Een situatie waarin de professionele belangen van een advocaat in strijd komen met de belangen van zijn cliënt, of met de belangen van een andere cliënt, of met zijn eigen belangen, wat strikt vermeden dient te worden volgens de deontologische regels. |
| Onafhankelijkheid van de advocaat | Het principe dat de advocaat vrij moet zijn van externe druk en invloeden, zowel van de cliënt, de overheid als derden, om de belangen van zijn cliënt onpartijdig en naar beste vermogen te kunnen behartigen. |
| Tableau van de Orde | De officiële lijst van advocaten die zijn ingeschreven bij een balie en bevoegd zijn om het beroep van advocaat uit te oefenen in die jurisdictie. |
| Stagiair | Een advocaat in opleiding die, na het afleggen van de eed, gedurende een bepaalde periode onder toezicht van een ervaren advocaat praktijkervaring opdoet alvorens volledig zelfstandig te kunnen praktiseren. |
| Witwassen van geld | Het proces waarbij de illegale herkomst van geld wordt verborgen door het te laten lijken alsof het afkomstig is uit legale bronnen. Dit omvat het in het financiële systeem brengen van crimineel verkregen geld. |
| Financiering van terrorisme | Het verstrekken van fondsen of financiële middelen aan terroristische organisaties of individuen met het oog op het plegen van terroristische daden. Dit kan ook betrekking hebben op het witwassen van geld dat bedoeld is voor terroristische doeleinden. |
| Cliëntidentificatie | Het proces waarbij een advocaat de identiteit van zijn cliënt vaststelt en verifieert aan de hand van een geldig bewijsstuk, met name bij het aangaan van een zakelijke relatie of bij transacties boven een bepaalde drempel. |
| Uiteindelijke begunstigde | De natuurlijke persoon of personen die uiteindelijk eigenaar zijn van of zeggenschap hebben over een cliënt, of die de uiteindelijke begunstigde zijn van een verrichting. |
| Zakelijke relatie | Een professionele relatie die tussen een advocaat en een cliënt wordt aangegaan, met het oog op het verlenen van diensten, en die naar verwachting van duurzame aard zal zijn. |
| Bestendige waakzaamheid | De voortdurende aandacht die een advocaat moet betrachten ten aanzien van de zakelijke relatie en de uitgevoerde verrichtingen, om te controleren of deze stroken met de kennis van de cliënt en zijn risicoprofiel. |
| Atypische gedragingen | Ongewone of ongebruikelijke handelingen, vragen of transacties van een cliënt die mogelijk verband houden met witwassen van geld of financiering van terrorisme. |
| Politiek prominent persoon (PEP) | Een persoon die een belangrijke publieke functie bekleedt, zowel nationaal als internationaal, en die daardoor mogelijk gevoeliger is voor corruptie en witwassen van geld. |
| Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) | Een nationale instantie die verantwoordelijk is voor het ontvangen, analyseren en doorgeven van financiële informatie met betrekking tot witwassen van geld en financiering van terrorisme. |
| Anti-witwasrichtlijn | Europese regelgeving die tot doel heeft de lidstaten te verplichten tot het implementeren van maatregelen ter voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor witwassen van geld en financiering van terrorisme. |
| Onafhankelijkheid van de rechterlijke macht | Het beginsel dat de rechterlijke macht vrij en onbelemmerd haar taken kan uitoefenen, zonder ongepaste invloed van andere staatsmachten, politieke partijen, economische belangen, media of publieke opinie. Dit is een fundamentele waarborg voor rechtszoekenden in een democratische samenleving. |
| Functionele onafhankelijkheid | De onafhankelijkheid van de rechter bij de beslechting van concrete geschillen, waarbij de rechter zich baseert op de elementen van het specifieke dossier en de wet, zonder beïnvloeding van externe factoren. |
| Organieke onafhankelijkheid | De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht buiten de beslechting van een concreet rechtsgeschil, met betrekking tot de uitoefening van andere taken of de ambtsuitoefening in abstracto. Dit omvat waarborgen tegen uitwendige druk op de rechterlijke instelling als geheel. |
| Sub judice-beginsel | Een principe dat inhoudt dat de pers zich, zolang een zaak onder de rechter is, zou moeten onthouden van commentaar om de onafhankelijke oordeelsvorming van de rechter niet te beïnvloeden. |
| Scheiding der machten | Het staatsrechtelijke principe dat de staatsmacht is verdeeld over drie onafhankelijke organen: de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechterlijke macht. Hoewel niet absoluut, is dit een fundamentele waarborg voor de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. |
| Hoge Raad voor de Justitie | Een onafhankelijk orgaan dat tot doel heeft extern toezicht uit te oefenen op de efficiënte werking van de rechterlijke macht, adviezen te geven en voorstellen te formuleren inzake de algemene werking van de rechterlijke organisatie. |
| Openbaar Ministerie (O.M.) | Een onderdeel van de rechterlijke macht dat belast is met de opsporing en vervolging van strafbare feiten. De individuele parketmagistraat geniet een beperktere interne onafhankelijkheid dan de zetelmagistraat vanwege de hiërarchische structuur. |
| Wetgevende macht | Het orgaan dat wetten maakt in een staat, zoals het parlement. De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht impliceert dat deze macht geen directe invloed mag uitoefenen op de beslissingen van de rechter. |
| Uitvoerende macht | Het orgaan dat belast is met de uitvoering van de wetten, zoals de regering. De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht is cruciaal om te voorkomen dat de uitvoerende macht de rechtspraak kan beïnvloeden. |
| EHRM (Europees Hof voor de Rechten van de Mens) | Een internationaal gerechtshof dat toeziet op de naleving van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het EHRM heeft herhaaldelijk uitspraken gedaan over de rechterlijke onafhankelijkheid als waarborg voor rechtszoekenden. |
| Wraking van de rechter | Het recht dat de wet aan een partij toekent om te weigeren berecht te worden door één of meerdere leden van het bevoegde gerecht, wanneer er gegronde redenen zijn om de onpartijdigheid van de rechter(s) in twijfel te trekken. |
| Onpartijdigheid | De fundamentele deontologische plicht van een magistraat om onbevooroordeeld en onvooringenomen te zijn, zowel bij het wijzen van een vonnis als in de voorafgaande procedures, zonder vrees, favoritisme of vooroordelen ten aanzien van de partijen. |
| Subjectieve onpartijdigheid | De persoonlijke, daadwerkelijke instelling en overtuiging van een individuele rechter in een specifieke zaak, gericht op zijn persoonlijke gemoedstoestand en intenties. |
| Objectieve onpartijdigheid | De gerechtvaardigde twijfel die procespartijen kunnen hebben aan de onpartijdigheid van de rechter, gebaseerd op uiterlijke omstandigheden die de schijn van partijdigheid kunnen wekken, ongeacht de werkelijke intenties van de rechter. |
| Verschoning | De deontologisch verplichte handeling van een rechter die zich uit eigen beweging van een zaak onthoudt, omdat hij vaststelt dat er een grond tot wraking tegen hem aanwezig is, om zo een wrakingsprocedure door partijen te voorkomen. |
| Wettige verdenking | Een wrakingsgrond die aangeeft dat de rechter niet in staat is om op een onafhankelijke en onpartijdige wijze uitspraak te doen, of bij de openbare opinie gewettigde twijfel wekt aangaande zijn geschiktheid om op die wijze uitspraak te doen, bijvoorbeeld door een band met een belanghebbende partij. |
| Onverenigbaarheden | Wettelijke bepalingen die cumulatie van rechterlijke ambten verbieden, tenzij de wet dit expliciet toestaat, om de onpartijdigheid te waarborgen en situaties te voorkomen waarin een rechter reeds kennis heeft genomen van een zaak in een andere hoedanigheid. |
| Onttrekking van de zaak aan de rechter | Een rechtsfiguur die, in tegenstelling tot wraking, betrekking heeft op een gehele rechtbank of hof en niet op individuele rechters, en die beoogt de zaak aan de instelling als geheel te onttrekken, bijvoorbeeld bij bezwaren tegen alle rechters van een behandelende kamer. |
| Gematigdheid en genuanceerdheid | De vereiste houding van een magistraat bij het uiten van zijn mening, zelfs in wetenschappelijke publicaties, om te voorkomen dat rechtzoekenden de indruk krijgen dat de magistraat bevooroordeeld is en om het vertrouwen in de onpartijdigheid van Justitie te behouden. |
| Discretieplicht | De verplichting voor magistraten om zich terughoudend op te stellen en zorgvuldig om te gaan met informatie, om zo het vertrouwen van rechtzoekenden en de integriteit van Justitie te waarborgen. Dit vereist een evenwicht tussen burgerlijke rechten en ambtelijke verplichtingen. |
| Gewettigde verdenking | Een situatie waarin er redelijke gronden zijn om te twijfelen aan de onpartijdigheid of geschiktheid van een magistraat om een zaak te beoordelen. Dit kan voortkomen uit uitlatingen, gedragingen of omstandigheden die de schijn van partijdigheid wekken. |
| Wraking | Een juridische procedure waarbij een partij verzoekt om een magistraat te laten vervangen omdat er redenen zijn om te twijfelen aan diens onpartijdigheid of geschiktheid om de zaak te behandelen. |
| Gedeeld beroepsgeheim | Het principe dat informatie die onder het beroepsgeheim valt, gedeeld kan worden met anderen die optreden met eenzelfde doelstelling voor dezelfde opdrachtgever, mits deze mededeling noodzakelijk en pertinent is voor de opdracht. |
| Fortis-zaak | Een belangrijke rechtszaak die heeft geleid tot jurisprudentie over de reikwijdte van het beroepsgeheim van magistraten, met name met betrekking tot het delen van ontwerp-arresten en persoonlijke standpunten met niet-actieve magistraten. |
| Benoemings- en Aanwijzingscommissie (BAC) | Een commissie binnen de Hoge Raad voor de Justitie die belast is met het voordragen van kandidaten voor benoeming tot magistraat, op basis van objectieve criteria en examens. |
| Gerechtelijke stage | Een verplichte opleidingsperiode voor aspirant-magistraten, die bestaat uit cursussen en praktische ervaring bij verschillende gerechtelijke instanties, ter voorbereiding op de uitoefening van het ambt. |
| Openbaar ministerie | De tak van de rechterlijke macht die belast is met het vervolgen van strafbare feiten en het bewaken van de openbare orde en de wet. |
| Magistraat van de zetel | Een rechter die uitspraak doet in zaken, in tegenstelling tot een magistraat van het openbaar ministerie. |
| Tuchtrecht | Het geheel van regels en procedures dat van toepassing is op het gedrag van magistraten en gerechtelijk personeel, met als doel het handhaven van de waardigheid van het ambt en het vertrouwen in de rechtspraak. |
| Magistraat | Een openbare ambtenaar die deel uitmaakt van de rechterlijke macht, zoals een rechter of een lid van het openbaar ministerie, belast met de uitoefening van gerechtelijke taken. |
| Vrijheid van meningsuiting | Het recht van individuen, inclusief magistraten, om hun gedachten en ideeën te uiten zonder censuur of angst voor repercussies, hoewel dit recht beperkingen kent ter bescherming van de rechterlijke onafhankelijkheid en het publieke vertrouwen. |
| Deontologie | Een stelsel van fundamentele normen en waarden die het gedrag van magistraten sturen, zowel in hun professionele als privéleven, gericht op een maatschappelijk verantwoorde uitoefening van hun functie. |
| Tuchtsanctie | Een straf die kan worden opgelegd aan een magistraat die zijn ambtsplichten verzuimt of door zijn gedrag afbreuk doet aan de waardigheid van zijn ambt, variërend van lichte straffen zoals een waarschuwing tot zware straffen zoals ontslag. |
| Tuchtrechtbank | Een specifieke rechtbank die belast is met het behandelen van tuchtzaken tegen magistraten en gerechtelijk personeel, bestaande uit zowel eerste aanleg als hoger beroep instanties. |
| Zware tuchtsancties | Tuchtsancties die financiële gevolgen hebben voor de betrokken magistraat, zoals inhouding van wedde, tuchtschorsing, lagere inschaling, terugzetting, ontslag van ambtswege, ontzetting uit het ambt of afzetting. |
| Lichte tuchtsancties | Tuchtsancties die geen financiële gevolgen hebben voor de betrokken magistraat, zoals een terechtwijzing of een blaam. |
| Positieve deontologie | Een benadering van deontologie die zich richt op het bevorderen van een maatschappelijk verantwoorde vervulling van de magistratenfunctie, vaak beter gediend door evaluatiesystemen dan door louter straffen. |
| Ambtsplichten | De taken en verantwoordelijkheden die inherent zijn aan de functie van een magistraat, welke strikt nageleefd dienen te worden om de goede werking van de justitie te waarborgen. |
| Gerechtelijk Wetboek | De verzameling van wetten die de organisatie en werking van de rechterlijke macht in België regelen, inclusief bepalingen betreffende het tuchtrecht van magistraten. |
| Lijst van stagiairs | Een register van personen die zich in de stageperiode bevinden om de vereiste ervaring op te doen alvorens definitief te worden toegelaten tot het beroep van advocaat. |
| Advocateneed | Een plechtige verklaring die een advocaat aflegt bij de aanvang van zijn beroepspraktijk, waarin hij trouw, gehoorzaamheid aan de wet en eerbied voor het gerecht belooft. |
| Onverenigbaarheid | Bepaalde beroepen of functies die niet gelijktijdig met het beroep van advocaat mogen worden uitgeoefend, om de onafhankelijkheid en waardigheid van de advocatuur te waarborgen. |
| Stafhouder | Het hoofd van de balie, die belast is met het toezicht op de advocaten en de handhaving van de deontologische regels. |
| Balie | De organisatie die de advocaten van een bepaald rechtsgebied vertegenwoordigt en reguleert. |
| Stage | Een verplichte periode van professionele vorming en praktijkervaring die kandidaten moeten doorlopen na hun juridische studies en vooraleer zij definitief als advocaat kunnen worden ingeschreven. |
| Vrijheid van ambtsuitoefening | Het recht van advocaten om hun ambt vrij uit te oefenen ter verdediging van het recht en de waarheid, inclusief het informeren over en bevorderen van minnelijke oplossingen van geschillen, en het zich onthouden van het aanvoeren van ernstige feiten tegen de eer en faam van personen, tenzij strikt noodzakelijk voor de zaak. |
| Proceshandelingen die een daad van beschikking inhouden | Handelingen in een gerechtelijke procedure die beschikking over het geschil betreffen, zoals berusten in een vonnis, een dading sluiten, of een gerechtelijke bekentenis doen. Hiervoor is een bijzondere lastgeving of volmacht vereist. |
| Discrepantie in uitingsvrijheid (procedureel vs. daarbuiten) | Het verschil in de mate van bescherming van de uitingsvrijheid van een advocaat, afhankelijk van of deze wordt uitgeoefend binnen de gerechtelijke procedure of daarbuiten in het publieke domein. Kritiek binnen de procedure geniet over het algemeen meer bescherming. |
| Dominus litis | Latijnse term die aangeeft dat de advocaat de "meester van de zaak" is en zelfstandig bepaalt hoe de cliënt wordt verdedigd, zonder zich te hoeven schikken naar de instructies van de cliënt. Dit is een illustratie van de vrijheid van meningsuiting. |
| Sub judice principe | Het beginsel dat publicaties over lopende zaken verbiedt zolang de zaak nog niet definitief is afgesloten. Dit principe staat soms op gespannen voet met de vrijheid van meningsuiting van advocaten die zich publiekelijk uitlaten over lopende procedures. |
| Relatieve strafrechterlijke immuniteit van advocaten | Een wettelijke bescherming die bepaalt dat uitlatingen die een advocaat doet voor de rechtbank of in overlegde geschriften, geen aanleiding mogen geven tot strafvervolging, mits deze uitlatingen betrekking hebben op de zaak of de partijen. |
| Deontologische plichten | Gedragsregels en ethische verplichtingen die advocaten moeten naleven bij de uitoefening van hun beroep, naast de wettelijke plichten. Het niet naleven hiervan kan leiden tot tuchtrechtelijke vervolgingen. |
| Gedragscode voor Europese Advocaten | Een document opgesteld door de CCBE (Raad van de Ordes van Advocaten van de Europese Gemeenschap) dat uniforme regels vaststelt voor de grensoverschrijdende activiteiten van advocaten binnen de Europese Economische Ruimte. |
| Expressievrijheid in het publieke debat | Het recht van advocaten om zich in het maatschappelijk debat te uiten, ook over aangelegenheden die verband houden met justitie en belangrijke rechtszaken, als onderdeel van hun professionele rol in de samenleving. |
| Bedrijfsjurist | Een jurist die in dienst is van een publieke of private onderneming en daar juridische studies en adviezen verstrekt, akten opstelt, advies geeft betreffende de bepaling van de rechtspositie en bijstand verleent op juridisch vlak, waarbij hij/zij in hoofdzaak verantwoordelijkheid op juridisch vlak draagt en het beroep in volle intellectuele onafhankelijkheid uitoefent. |
| Confidentialiteit van adviezen | Het principe dat de juridische adviezen verstrekt door een bedrijfsjurist aan zijn werkgever, evenals de bijbehorende correspondentie en voorbereidende documenten, vertrouwelijk zijn en niet zomaar ingezien of opgevraagd kunnen worden door derden, zoals gerechtelijke of administratieve overheden. |
| Instituut voor Bedrijfsjuristen (IBJ) | Een beroepsorde die wettelijke erkenning verleent aan bedrijfsjuristen, hun ledenlijst opstelt, de deontologische regels vaststelt en toeziet op de naleving ervan, en bijdraagt aan de ontwikkeling en opleiding van het beroep. |
| Intellectuele onafhankelijkheid | Het vermogen van de bedrijfsjurist om objectief en onafhankelijk juridisch advies te verlenen aan zijn werkgever, zonder beïnvloed te worden door commerciële belangen of druk van de werkgever, en het recht om onwettige opdrachten te weigeren. |
| Legal Professional Privilege (LPP) | Een juridisch concept dat de vertrouwelijkheid van communicatie tussen een jurist en zijn cliënt beschermt. In de context van bedrijfsjuristen is de toepassing hiervan complex, met name in Europese mededingingszaken. |
| Vertrouwenspersoon | Een persoon aan wie men geheimen kan toevertrouwen, wetende dat deze informatie vertrouwelijk zal worden behandeld. De bedrijfsjurist wordt in deze rol gezien ten opzichte van zijn werkgever. |
| Overmacht | Een onvoorzienbare en onvermijdbarige gebeurtenis die een procespartij verhindert om een rechtsmiddel tijdig in te stellen, waardoor de fout van een gerechtsdeurwaarder onder bepaalde omstandigheden als overmacht kan worden beschouwd. |
| Wettelijk monopolie (gerechtsdeurwaarder) | Specifieke opdrachten die exclusief door gerechtsdeurwaarders mogen worden uitgevoerd, zoals de opstelling en betekening van exploten en de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen, zoals bepaald in artikel 519, §1 Ger.W. |
| Gemeenrechtelijke lastgevingsprincipes | Algemene regels die van toepassing zijn op een lastgevingsovereenkomst, waarbij de fouten of nalatigheden van de lasthebber, zelfs een gerechtsdeurwaarder, de lastgever binden indien deze binnen de perken van het mandaat vallen. |
| Betekening | De officiële overhandiging van gerechtelijke stukken, zoals dagvaardingen of vonnissen, door een gerechtsdeurwaarder aan een partij, wat een wettelijke kennisgeving inhoudt. |
| Vaststelling (door gerechtsdeurwaarder) | Het door een rechter gelasten van een gerechtsdeurwaarder om materiële feiten vast te stellen, zonder daarbij advies te geven over de juridische of feitelijke gevolgen. |
| Tenuitvoerlegging | Het proces waarbij rechterlijke beslissingen of andere uitvoerbare titels door een gerechtsdeurwaarder worden afgedwongen, bijvoorbeeld door beslaglegging en verkoop van goederen. |
| Onbeslagbare goederen/inkomsten | Goederen of inkomsten die volgens de wet niet vatbaar zijn voor beslaglegging, zoals bepaald in artikelen 1408 en 1409 e.v. Ger.W. |
| Collectief karakter van beslag | Het principe dat bij beslaglegging rekening gehouden moet worden met reeds bestaande beslagen en dat er een gecoördineerde aanpak vereist is om de rechten van alle schuldeisers te waarborgen. |
| Buitengerechtelijke tussenkomsten | Opdrachten die een gerechtsdeurwaarder kan uitvoeren buiten een gerechtelijke procedure om, zoals minnelijke invordering van schulden of bemiddeling. |
| Informatieplicht (gerechtsdeurwaarder) | De wettelijke verplichting van de gerechtsdeurwaarder om zowel de opdrachtgever als de schuldenaar te informeren over hun rechten, plichten, de kosten van de procedure en mogelijke oplossingen. |
| Bemiddelingsplicht (gerechtsdeurwaarder) | De plicht van de gerechtsdeurwaarder om te trachten tot een minnelijke en faciliterende oplossing van geschillen te komen, onder meer door de rechtszoekende te wijzen op bemiddelingsmogelijkheden. |
| Deontologische code | Een reeks ethische en professionele regels die de gedragsnormen voor gerechtsdeurwaarders vastleggen, gericht op onpartijdigheid, onafhankelijkheid en zorgvuldigheid. |
| Algemene informatieplicht | De wettelijke verplichting van de gerechtsdeurwaarder om zowel de persoon die zijn ambt heeft verzocht als de schuldenaar te informeren over relevante rechten, plichten, kosten en mogelijke oplossingen, zoals collectieve schuldenregelingen of minnelijke schuldbemiddeling. |
| Bemiddelende rol | De functie van de gerechtsdeurwaarder om te trachten tot een minnelijke en faciliterende oplossing te komen in geschillen, waarbij hij rechtszoekenden wijst op mogelijkheden voor bemiddeling en andere vormen van geschillenoplossing. |
| Diligentie | De plicht van de gerechtsdeurwaarder om zijn opdrachten correct, grondig en zorgvuldig uit te voeren, rekening houdend met de specifieke omstandigheden van het dossier en het beginsel van proceseconomie. |
| Dreigende insolventie | Een situatie waarbij de continuïteit van de activiteit van een schuldenaar of onderneming op korte of middellange termijn bedreigd wordt, waarvan de gerechtsdeurwaarder melding maakt in het bestand van berichten. |
| Gerechtsdeurwaarder | Een onafhankelijk ministerieel ambtenaar die belast is met het betekenen van akten, het uitvoeren van gerechtelijke beslissingen en het verlenen van rechtskundige adviezen, met een belangrijke rol in de informatie- en bemiddelingsplicht. |
| Informatieblad | Een document dat de gerechtsdeurwaarder bij bepaalde exploten voegt, met informatie over beschikbare gerechtelijke en buitengerechtelijke oplossingen voor schuldenaars om hun financiële toestand te herstellen. |
| Minnelijke schikking | Een overeenkomst die door het auditoraat kan worden voorgesteld om een tuchtonderzoek te beëindigen, waarbij de betrokken partij een bepaald bedrag betaalt. |
| Ministerieplicht | De verplichting van de gerechtsdeurwaarder om zijn ambt te verlenen voor zijn monopolietaken, tenzij er wettelijke uitzonderingen of belangenconflicten zijn, en na een controle op de wettigheid van het verzoek. |
| Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders | De beroepsorganisatie die waakt over de deontologie van haar leden en de uitvoering van wetten en verordeningen, en die bevoegd is voor het organiseren van het auditoraat van de tuchtraad. |
| Beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid | Fundamentele ethische principes die de uitoefening van het advocatenberoep dienen te kenmerken, gericht op integriteit, eerlijkheid en gepast gedrag, essentieel voor het behoud van het vertrouwen in de beroepsgroep. |
| Tuchtorgaan | Een instelling of commissie die belast is met het beoordelen van tuchtzaken en het opleggen van tuchtsancties aan leden van een bepaald beroep, zoals de Tuchtraad voor advocaten. |
| Nullum crimen sine lege | Een juridisch beginsel dat stelt dat er geen strafbaar feit is zonder een voorafgaande wettelijke bepaling die het gedrag als strafbaar aanmerkt; in tuchtzaken is dit beginsel niet strikt van toepassing omdat ook ongeschreven regels gesanctioneerd kunnen worden. |
| Tuchtvordering | Een procedure die wordt ingesteld tegen een beroepsbeoefenaar wegens vermeende schending van deontologische regels of beroepsplichten, met als doel een tuchtsanctie op te leggen. |
| Tuchtrechter | De rechter of het orgaan dat bevoegd is om tuchtzaken te behandelen en te oordelen over de al dan niet disciplinaire bestraffing van bepaald gedrag. |
| Tuchtraad | Een instelling die binnen elk hof van beroep is ingesteld en belast is met het behandelen van tuchtzaken betreffende advocaten en het opleggen van tuchtsancties. |
| Tuchtraad van Beroep | Een hogere tuchtrechterlijke instantie waar beroep kan worden ingesteld tegen beslissingen gewezen door de Tuchtraad. |
| Tuchtpolitie | De bevoegdheid van de stafhouder om in te grijpen bij zittingsincidenten tussen advocaten en toelating te geven om een confrater te dagvaarden, als onderdeel van het tuchtrechtelijk toezicht. |
| Vastgoedbemiddeling | Activiteit waarbij een notaris optreedt als tussenpersoon bij de verkoop van onroerend goed, mits deze activiteit een bijkomstig karakter heeft ten opzichte van zijn hoofdactiviteiten en niet in strijd is met de wetgeving inzake commerciële activiteiten. |
| Verkoopsopdracht | Schriftelijk mandaat dat de eigenaar van een te verkopen goed of diens vertegenwoordiger aan de notaris verleent, waarin de modaliteiten van de verkoop, publiciteit, bemiddelingsloon en eventuele gelijkaardige opdrachten aan derden worden vermeld. |
| Bemiddelingsloon | Vergoeding die verschuldigd is aan de notaris wanneer een verkoop tot stand komt door zijn tussenkomst; dit loon kan vrij worden overeengekomen, maar mag niet hoger zijn dan 2% van de verkoopprijs. |
| Deontologische Code inzake notariële bemiddeling | Reglement dat de beginselen vastlegt voor notariële bemiddelaars, gericht op conflictoplossing waarbij de bemiddelaar partijen deskundig bijstaat om via overleg tot een wederzijds aanvaardbaar akkoord te komen. |
| Notariële bemiddelaar | Een erkende notaris die partijen in een conflictsituatie begeleidt bij het vinden van oplossingen voor hun geschillen, waarbij de belangen van alle betrokken partijen worden gediend en de oplossing bij de partijen zelf blijft. |
| Onafhankelijkheid en onpartijdigheid (notaris) | Essentiële beginselen die de notaris moet waarborgen tijdens de bemiddeling, wat inhoudt dat hij geen andere opdrachten mag aanvaarden van één van de partijen zonder hun afwijkend akkoord en zich neutraal dient op te stellen. |
| Beroepsgeheim (notaris) | De plicht van de notaris om vertrouwelijk om te gaan met alle informatie die hem wordt toevertrouwd in het kader van zijn ambt, inclusief tijdens bemiddelingsprocessen, tenzij partijen anders overeenkomen. |
| Gerechtelijke opdracht | Taak die een notaris door de rechtbank wordt toevertrouwd, waarbij hij niet alleen de verplichting tot onpartijdigheid dient te respecteren, maar ook de vereiste van objectieve onpartijdigheid conform het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. |
| Boedelnotaris | Een notaris die gerechtelijk is aangesteld om een boedel te beheren of te verdelen, en die na deze opdracht niet meer mag optreden in naam van een specifieke partij om diens belangen te verdedigen. |
| Tuchtprocedure (notariaat) | Een formeel proces dat wordt gevolgd bij overtredingen van deontologische regels of wettelijke bepalingen door notarissen, met als doel het handhaven van de waardigheid en integriteit van het notarisambt. |
| Auditoraat bij de Nationale Kamer van notarissen | Een van de organen die bevoegd is voor de vervolging in tuchtzaken, verantwoordelijk voor het onderzoek van tuchtzaken en het samenstellen en inleiden van vervolgingsdossiers bij de tuchtraad. |
| Beroepsgeheim van advocaten | Het recht en de plicht van een advocaat om alle informatie die hij in het kader van zijn professionele activiteiten verneemt, vertrouwelijk te behandelen en niet mee te delen aan derden, tenzij er specifieke wettelijke uitzonderingen van toepassing zijn. |
| Vertrouwelijkheid van briefwisseling | Het principe dat de correspondentie tussen advocaten onderling en tussen advocaat en cliënt beschermd is en niet zomaar mag worden ingezien of openbaar gemaakt, tenzij er duidelijke wettelijke uitzonderingen zijn. |
| Salduz-verhoor | Een verhoor van een verdachte die van zijn vrijheid is beroofd, waarbij de verdachte recht heeft op bijstand van een advocaat vanaf het begin van het verhoor. |
| "Without prejudice" | Een aanduiding die wordt gebruikt bij briefwisseling tussen advocaten om aan te geven dat de inhoud van de brief niet mag worden gebruikt als bewijs in een gerechtelijke procedure, tenzij beide partijen hiermee instemmen. |
| Gevolgmisdrijf | Een misdrijf waarbij de strafbaarheid afhangt van het intreden van een bepaald gevolg, zoals het daadwerkelijk bekend worden van vertrouwelijke informatie. |
| Officieel karakter (van briefwisseling) | Een uitzondering op de vertrouwelijkheid van briefwisseling tussen advocaten, waarbij de briefwisseling zonder voorafgaande toestemming van de stafhouder in rechte kan worden overgelegd, omdat deze specifieke juridische of procedurele functies vervult. |
| Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) | Een internationaal verdrag dat de rechten en vrijheden van personen in Europa beschermt, waaronder het recht op eerbiediging van privéleven en familie, dat ook het beroepsgeheim en de vertrouwelijkheid van briefwisseling omvat. |
| Confraterniteit | Een deontologische plicht van advocaten om loyaal en respectvol met hun beroepsgenoten om te gaan. Dit bevordert een eerlijke rechtspleging, versterkt de vertrouwensrelatie en helpt onnodige procedures te voorkomen. |
| Derdenrekening | Een speciale bankrekening die een advocaat aanhoudt voor gelden die hij namens cliënten of derden ontvangt. Deze rekening moet gescheiden blijven van het persoonlijke vermogen van de advocaat en staat onder toezicht van de orde. |
| Rechtspleging | Het geheel van procedures en handelingen die leiden tot de beslechting van een juridisch geschil door een rechterlijke instantie. De advocaat speelt een cruciale rol in het bevorderen van een correcte en eerlijke rechtspleging. |
| Rechtschapenheid | Een fundamenteel ethisch principe voor advocaten, dat impliceert dat zij integer, eerlijk en betrouwbaar dienen te handelen in zowel hun professionele als privéleven. Dit draagt bij aan het vertrouwen in het beroep. |
| Rubriekrekening | Een specifieke rekening die geopend wordt voor een bepaald dossier of een specifieke cliënt, met name wanneer gelden langer geïmmobiliseerd zullen blijven. De rente op deze rekening komt toe aan de bestemmeling. |
| Tuchtoverheid | De instantie binnen de orde van advocaten die belast is met het beoordelen van inbreuken op de deontologische regels en het opleggen van passende sancties aan advocaten. |
| Waardigheid | Een ethische plicht voor advocaten om zich professioneel en persoonlijk op een respectabele manier te gedragen, zodat de reputatie en het aanzien van het beroep gewaarborgd blijven. |
| Wettelijke plichten bij derdenbeslag | De drie verplichtingen die een derde (zoals een advocaat) heeft wanneer er beslag wordt gelegd op gelden die hij voor een schuldenaar aanhoudt: een afgifteverbod aan de schuldenaar, het afleggen van een verklaring van derde-beslagene, en de plicht tot afgifte aan de beslaglegger. |
| Monopolietaken | Specifieke taken die wettelijk exclusief zijn toevertrouwd aan gerechtsdeurwaarders, zoals het opstellen en betekenen van exploten, de tenuitvoerlegging van gerechtelijke beslissingen en het invorderen van onbetwiste geldschulden. |
| Openbaar ambtenaar | Een persoon die in dienst is van de overheid en publieke taken uitoefent, waarbij hij authenticiteit verleent aan de akten die hij opstelt in het kader van zijn wettelijke activiteiten. |
| Residuaire bevoegdheden | Bevoegdheden die gerechtsdeurwaarders hebben voor taken waarvoor zij geen exclusieve bevoegdheid of ministerieplicht hebben, zoals het lichten van uittreksels uit processtukken of het optreden als sekwester. |
| Vaststelling | Het door een gerechtsdeurwaarder verrichten van observaties van zuiver materiële feiten op verzoek van magistraten of particulieren, waarbij de vaststellingen authentiek zijn wat betreft de zintuiglijk waarneembare feiten. |
| Wettelijk monopolie | Het exclusieve recht van gerechtsdeurwaarders om bepaalde juridische handelingen te verrichten, zoals het opstellen en betekenen van exploten en de tenuitvoerlegging van gerechtelijke beslissingen. |
| Beroepsdeontologie | De verzameling van ethische regels en gedragsnormen die van toepassing zijn op een bepaald beroep, in dit geval specifiek voor bedrijfsjuristen, en die door de overheid worden erkend. |
| Vertrouwelijkheid van juridische adviezen | Het principe dat juridische adviezen verstrekt door een bedrijfsjurist aan zijn werkgever beschermd zijn en niet openbaar gemaakt mogen worden, om een open communicatie en kwalitatief advies te bevorderen. |
| Loyaliteit | Een kernwaarde voor bedrijfsjuristen, die inhoudt dat zij zich inzetten voor de belangen van hun werkgever, binnen de grenzen van de wet en de deontologische regels. |
| Bekwaamheid | De vereiste dat bedrijfsjuristen beschikken over de nodige kennis, vaardigheden en ervaring om hun beroep naar behoren uit te oefenen en kwalitatief juridisch advies te verstrekken. |
| Wettelijke erkenning | De formele erkenning door de wetgever van een bepaald beroep, met bijbehorende rechten, plichten en een eigen beroepsorde, zoals het geval is voor de bedrijfsjurist sinds de wet van 1 maart 2000. |
| Vastgoedbemiddeling door notarissen | De activiteit waarbij een notaris optreedt als tussenpersoon bij de verkoop van onroerend goed, mits deze activiteit een bijkomstig karakter heeft ten opzichte van zijn hoofdopdracht. |
| Verzuim van de rechter | Het nalaten van een rechter om een zaak die hij in beraad heeft genomen, binnen een redelijke termijn te berechten. Dit kan leiden tot een vordering tot onttrekking van de zaak aan de rechter. |
| Goede rechtsbedeling | Het principe dat gerechtelijke procedures efficiënt, rechtvaardig en tijdig moeten verlopen om de rechten van alle betrokkenen te waarborgen. Het Hof van Cassatie beoordeelt of onttrekking van een zaak aan de rechter in het belang van de goede rechtsbedeling is. |
| Vordering tot onttrekking | Een verzoekschrift dat wordt ingediend bij het Hof van Cassatie met het doel een zaak aan de huidige rechter te onttrekken wegens diens verzuim om de zaak te berechten. Dit verzoekschrift moet gemotiveerd zijn en door een advocaat worden ondertekend. |
| Hof van Cassatie | Het hoogste rechtscollege in België dat toeziet op de correcte toepassing van de wet door lagere rechtbanken en hoven. Het Hof van Cassatie beslist over vorderingen tot onttrekking van zaken aan rechters. |
| Redelijke termijn | Een beginsel uit artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) dat stelt dat gerechtelijke procedures binnen een redelijke termijn moeten worden afgerond. Overschrijding hiervan kan leiden tot aansprakelijkheid van de Belgische staat. |
| Rechtsweigering | Het onder enig voorwendsel weigeren van een rechter om recht te spreken, zelfs indien de wet stilzwijgend, duister of onvolledig is. Dit is strikt verboden en kan leiden tot verhaal op de rechter en strafrechtelijke vervolging. |
| Persoonlijke aansprakelijkheid van de magistraat | De uitzonderlijke situatie waarin een magistraat persoonlijk aansprakelijk kan worden gesteld voor schade, bijvoorbeeld bij bedrog of list tijdens het onderzoek of bij het vonnis. |
| Motiveringsplicht | De wettelijke verplichting van een rechter om zijn beslissingen te onderbouwen met redenen. Dit dient als waarborg tegen willekeur en maakt het mogelijk de correcte toepassing van de wet te controleren. |
| Onafhankelijkheid van de rechter | Het beginsel dat rechters vrij en onbeïnvloed hun rechtsprekende taken moeten kunnen uitoefenen, zonder druk van andere machten of autoriteiten. Dit is een fundamentele waarborg voor een eerlijk proces. |
| Collegiale kamer | Een rechtbank die bestaat uit meerdere rechters die gezamenlijk beraadslagen en beslissen over een zaak. |
| Beroepsgeheim van de advocaat | Een fundamentele deontologische plicht die inhoudt dat advocaten vertrouwelijk informatie die zij in de uitoefening van hun opdracht vernemen of vaststellen, niet mogen openbaar maken. Dit geheim geldt onbeperkt in de tijd en is essentieel voor een vertrouwensrelatie tussen advocaat en cliënt, en voor een eerlijk proces. |
| Relatieve strafrechterlijke immuniteit | Een wettelijke bescherming die advocaten garandeert tegen strafvervolging voor uitspraken of geschriften die zij in de rechtbank doen of overleggen, mits deze op de zaak of de partijen betrekking hebben. Dit waarborgt de expressievrijheid van de advocaat in het kader van de uitoefening van zijn beroep. |
| Plicht tot bijstand | De verplichting van een advocaat om zijn cliënt te vertegenwoordigen en te verdedigen, nadat hij daartoe opdracht heeft gekregen. Deze plicht houdt in dat de advocaat de zaak gewetensvol behandelt, de cliënt adviseert en op de hoogte houdt. |
| Artikel 458bis Strafwetboek | Een wettelijke bepaling die, onder strikte voorwaarden, de houder van een beroepsgeheim toestaat om bepaalde misdrijven die op minderjarigen of kwetsbare personen zijn gepleegd, te melden aan de procureur des Konings, zelfs indien deze informatie onder het beroepsgeheim valt. |
| Artikel 458ter Strafwetboek | Een wettelijke bepaling die de uitwisseling van informatie tussen personen die samen overleggen over een casus toestaat, zonder dat zij hun beroepsgeheim schenden. Dit geldt onder specifieke voorwaarden en met het oog op bescherming of preventie. |
| Collectieve schuldenregeling | Een gerechtelijke procedure die bedoeld is om personen met overmatige schulden te helpen. In het kader hiervan kan de schuldbemiddelaar informatie opvragen over de vermogenstoestand van de schuldenaar, waarbij het beroepsgeheim van de advocaat onder bepaalde voorwaarden kan wijken. |
| In-house lawyer | Een advocaat die in dienstbetrekking is bij een onderneming of groep van ondernemingen. De bescherming van het beroepsgeheim strekt zich in het algemeen niet uit tot correspondentie met deze advocaten, omdat zij niet als onafhankelijk worden beschouwd. |
| Beschikkingsbeginsel | Dit principe, ook wel "principe dispositif" genoemd, stelt dat de partijen zelf bepalen of, tegen wie en waarover een geding wordt gevoerd. De rechter mag niet meer toekennen dan gevraagd is (ultra petita) en mag het voorwerp of de oorzaak van de vordering niet wijzigen. |
| Ultra petita | Een juridische term die aangeeft dat een rechter meer toekent dan door de eisende partij is gevorderd, wat in principe niet is toegestaan. Dit kan door de partij aangevochten worden via een rechtsmiddel. |
| Gerechtelijke achterstand | Een structureel probleem binnen de rechtspraak waarbij zaken te lang blijven liggen, wat leidt tot vertraging in de rechtsbedeling en frustratie bij rechtzoekenden. |
| Iura novit curia | Een Latijnse rechtsregel die betekent "het gerecht kent het recht". Dit houdt in dat de rechter geacht wordt het recht te kennen en toe te passen op de feiten, zonder dat partijen de juridische normen expliciet hoeven te noemen. |
| Recht van verdediging | Een algemeen rechtsbeginsel dat inhoudt dat partijen het recht hebben om zich te verdedigen tegen de vorderingen en argumenten die tegen hen worden ingebracht. Dit omvat het principe van hoor en wederhoor. |
| Tegensprekelijkheid | Het principe dat alle feitelijke en juridische elementen die relevant zijn voor een rechterlijke uitspraak, aan de partijen ter discussie moeten worden voorgelegd, zodat zij hierop kunnen reageren. |
| Partijautonomie | Het principe dat de partijen in een gerechtelijke procedure de vrijheid hebben om de inhoud en het verloop van hun geschil te bepalen, binnen de grenzen van de wet. |
| Ambtshalve | Betekent dat een rechter of magistraat een handeling verricht uit eigen beweging, zonder dat dit door een partij is gevraagd. Dit kan bijvoorbeeld het aanvullen van rechtsgronden betreffen. |
| Beraad | De periode waarin de rechter zich terugtrekt om na te denken over de zaak en een vonnis voor te bereiden na het sluiten van de debatten. |
| Verplichte ambtsweigering | De notaris is wettelijk verplicht zijn ambt te weigeren in vier specifieke gevallen, waaronder wanneer een akte strijdig is met de openbare orde, partijen de rechten van derden miskennen, de notaris onbevoegd is, of de akte de naleving van wettelijke verplichtingen zou schenden. |
| Uitstel van ambtsverlening | De notaris mag de uitvoering van zijn ambt uitstellen totdat bepaalde formaliteiten, zoals fiscale verwittigingen, hypothecaire opzoekingen of stedenbouwkundige formaliteiten, zijn vervuld. |
| Authenticiteit (notarieel) | Het concept van authenticiteit in notariële akten houdt in dat de notaris de vastgestelde feiten en verklaringen van partijen getrouw beschrijft, en dat de aanwezigheid van de notaris bij het verlijden van de akte essentieel is voor de geldigheid ervan. |
| Valsheid in openbare geschriften | Dit is een ernstige fout die een notaris kan begaan, waarbij de waarheid in een notariële akte wordt verdraaid, bijvoorbeeld door het aanbrengen van toevoegingen na het verlijden of het valselijk vermelden van volstorte aandelen. |
| Raadgevingsplicht | De notaris heeft de plicht om partijen onpartijdig te adviseren over de rechten, verplichtingen en lasten die voortvloeien uit rechtshandelingen, en hen te wijzen op mogelijke risico's of onevenwichtige bedingen. |
| Vastgoedbemiddeling (door notaris) | De notaris mag zich bezighouden met vastgoedbemiddeling, mits dit een bijkomstig karakter heeft ten opzichte van zijn hoofdopdracht van het verlijden van notariële akten, en hij hierbij gematigd, onpartijdig, objectief, correct en transparant handelt. |
| Bemiddeling (notariële) | Een methode van conflictoplossing waarbij de notaris partijen deskundig bijstaat om via overleg en onderhandeling zelf tot een wederzijds aanvaardbaar akkoord te komen, waarbij de notaris het proces begeleidt maar de oplossing bij de partijen laat. |
| Monopolie van vertegenwoordiging in rechte | Het exclusieve recht van advocaten om cliënten bij te staan of te vertegenwoordigen voor rechtscolleges, met enkele wettelijke uitzonderingen zoals vertegenwoordiging door familieleden of afgevaardigden van organisaties onder specifieke voorwaarden. |
| Pleitmonopolie | Het exclusieve recht van advocaten om voor alle gerechten te pleiten, tenzij de wet anders bepaalt. Een advocaat verschijnt als gevolmachtigde zonder dat hij een volmacht hoeft te tonen, tenzij de wet een bijzondere lastgeving vereist. |
| Belangenconflicten | Situaties waarin de belangen van een advocaat, zijn cliënt, of meerdere cliënten met elkaar in strijd zijn of dreigen te komen, wat de onafhankelijkheid van de advocaat kan aantasten en de correcte uitoefening van zijn beroep kan belemmeren. |
| Mededingingsrecht | Een rechtsgebied dat zich bezighoudt met het bevorderen en beschermen van eerlijke concurrentie op de markt, door misbruik van economische machtsposities en concurrentiebeperkende afspraken te verbieden. |
| Vrij beroep | Een beroep dat doorgaans een specifieke opleiding vereist en waarbij de beoefenaar zelfstandig en onafhankelijk werkt, zoals advocaten, artsen en architecten. |
| Orde van Vlaamse Balies (OVB) | De beroepsorganisatie die de belangen behartigt van de advocaten die gevestigd zijn in het Vlaamse landsgedeelte van België en die instaat voor de naleving van de deontologische regels. |
| Codex Deontologie | Een verzameling van geschreven regels die de ethische normen en gedragslijnen voor advocaten vastleggen, ter aanvulling van de wettelijke bepalingen en de algemene beginselen van het beroep. |
| Immuniteit van het pleidooi | Een juridische bescherming die advocaten verleent voor uitspraken die zij doen tijdens een gerechtelijke zitting, waardoor zij niet vervolgd kunnen worden voor smaad of laster in die context. |
| Rechtzoekende | Een persoon die juridische bijstand of diensten nodig heeft en zich hiervoor wendt tot een juridische professional, zoals een advocaat, notaris of gerechtsdeurwaarder. |
| Vertrouwen | Een cruciaal element in de juridische beroepen, dat de rechtzoekende erop moet kunnen vertrouwen dat juridische professionals hun ambt correct, met kennis van zaken en op een integere manier uitoefenen. |
| Juridische dienstenverlener | Een professional die juridische diensten verleent, zoals een advocaat, notaris, gerechtsdeurwaarder of bedrijfsjurist. Deze professionals hebben vaak een wettelijk gereglementeerde monopoliepositie. |
| Maatschappelijke verantwoordelijkheidszin | Het besef en de plicht van een professional om rekening te houden met het bredere belang van de samenleving bij de uitoefening van zijn beroep, naast de belangen van de individuele rechtzoekende. |
| Tucht | Het instrument dat wordt gebruikt om de overtreding van deontologische normen te sanctioneren en deze normen afdwingbaar te maken. Tuchtrechtelijke procedures kunnen leiden tot disciplinaire maatregelen. |
| Strafrecht | Het rechtsgebied dat zich bezighoudt met de omschrijving van misdrijven, hun bestanddelen en de straffen die daarop van toepassing zijn. Hier geldt strikt het principe van de wettelijke basis ("nullum crimen sine lege"). |
| Algemeen bekende feiten | Feiten die iedereen met een gemiddelde ontwikkeling kent, of die eenvoudig uit algemeen toegankelijke bronnen kunnen worden achterhaald. Rechters mogen deze feiten betrekken in hun oordeelsvorming zonder dat daarvan bewijs geleverd hoeft te worden. |
| Rechtsstaat | Een staatsinrichting waarin de macht van de overheid beperkt is door het recht, en waarin burgers beschermd worden tegen willekeurige overheidsoptreden. De rechtsstaat vereist onder andere de scheiding der machten en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. |
| Tuchtsancties | Strafmaatregelen die kunnen worden opgelegd aan leden van een beroep die zich niet aan de deontologische regels of wettelijke voorschriften hebben gehouden. Deze variëren van lichte straffen zoals een waarschuwing tot zware straffen zoals schorsing of ontslag. |
| Multidisciplinaire associaties (Multi Disciplinary Practices - MDP) | Samenwerkingsverbanden tussen advocaten en beoefenaars van andere beroepen, zoals accountants of belastingadviseurs. De toelaatbaarheid van dergelijke associaties is een belangrijk deontologisch en juridisch discussiepunt geweest. |
| Dienstverlening | Het recht voor onderdanen van EU-lidstaten om occasioneel hun beroep uit te oefenen in een andere lidstaat dan waar zij hun beroepskwalificatie hebben verworven. Dit geldt ook voor advocaten, met inachtneming van de regels van het gastland. |
| Bewijswaarde | De mate waarin een vaststelling of document kan dienen als bewijs in een juridische procedure. De bewijswaarde van een vaststelling door een gerechtsdeurwaarder is doorgaans hoog vanwege de officiële status van de gerechtsdeurwaarder. |
| Authentieke waarde | De juridische kracht die aan een akte of vaststelling wordt toegekend omdat deze is opgemaakt door een bevoegde ambtenaar, zoals een notaris of gerechtsdeurwaarder. Een akte met authentieke waarde heeft een hogere bewijskracht dan een onderhandse akte. |
| Ministerieel ambtenaar | Een ambtenaar die, hoewel zelfstandig, een publieke taak uitoefent die door de wet is toevertrouwd, zoals de gerechtsdeurwaarder. Zij handelen in naam van de staat en hun handelingen hebben officiële rechtsgevolgen. |
| Wettelijke taken | De specifieke handelingen en verantwoordelijkheden die bij wet zijn toegekend aan een bepaald beroep, zoals de gerechtelijke en buitengerechtelijke taken van een gerechtsdeurwaarder. |
Cover
Cursus_versie_09_25.pdf
Summary
# Vrijheid van meningsuiting van rechters en de bescherming van de rechtsstaat
### Kernidee
* Deontologie omvat gedragsregels die de correcte uitoefening van juridische beroepen waarborgen en het vertrouwen van rechtzoekenden en de maatschappij beschermen [10](#page=10) [9](#page=9).
* Deze regels zijn essentieel vanwege de monopoliepositie van juridische dienstverleners en de maatschappelijke impact van hun werk [12](#page=12) [9](#page=9).
* Deontologie kent drie niveaus van bescherming: het eigenbelang van de dienstverlener, het belang van de rechtzoekende, en het maatschappelijk belang [11](#page=11).
### Kernfeiten
* Het begrip 'deontologie' werd geïntroduceerd door Jeremy Bentham en betreft de wetenschap van wat men behoort te doen [10](#page=10).
* Deontologische regels zijn juridisch geconcretiseerde gedragsregels, voortkomend uit morele hoedanigheden zoals loyaliteit en verantwoordelijkheidszin [10](#page=10).
* Essentiële hoedanigheden voor de correcte uitoefening van juridische beroepen zijn bekwaamheid, loyaliteit, objectiviteit en discretie [10](#page=10).
* Recente maatschappelijke veranderingen, zoals globalisering, specialisatie, mediatisering en commercialisering, beïnvloeden de deontologie [10](#page=10) [12](#page=12).
* Europese regelgeving, met name op het gebied van mededinging en grondrechten zoals vrijheid van meningsuiting, beïnvloedt deontologische regels [12](#page=12).
### Kernconcepten
* **Deontologie:** Het geheel van fundamentele normen of waarden met daaruit afgeleide gedragsregels die gericht zijn op de gepastheid van gedragingen [10](#page=10).
* **Juridische beroepen:** Omvatten onder andere rechters, advocaten, notarissen, gerechtsdeurwaarders, griffiers en bedrijfsjuristen [9](#page=9).
* **Monopoliepositie:** Wettelijk gereglementeerde positie van bepaalde juridische dienstverleners die hen exclusieve bevoegdheden verleent [12](#page=12) [9](#page=9).
* **Maatschappelijke verantwoordelijkheidszin:** Het besef van de rol en impact van een juridisch beroep op de samenleving [10](#page=10) [12](#page=12).
* **Vertrouwen:** Cruciaal element dat gevrijwaard moet worden door de naleving van deontologische regels door juridische professionals [12](#page=12) [9](#page=9).
### Implicaties
* Deontologie fungeert als 'vangrails' voor de aanzienlijke macht die juridische beroepen uitoefenen [9](#page=9).
* De naleving van deontologie zorgt ervoor dat rechtzoekenden erop mogen vertrouwen dat hun belangen correct behartigd worden [9](#page=9).
* Een grotere impact op het maatschappelijk leven leidt tot een grotere noodzaak voor strikte deontologische regels [12](#page=12).
* Er is een groeiende behoefte aan ethiek die juristen aanspreekt op menselijke kwaliteiten naast juridische kennis [10](#page=10).
---
* Deontologie omvat gedragsregels die maatschappelijk verantwoord handelen van juridische professionals waarborgen [13](#page=13).
* Tucht is het instrument om overtredingen van deontologische normen te sanctioneren [14](#page=14).
* Het strafrecht focust op wettelijk omschreven misdrijven en straffen, terwijl tucht ook ongeschreven regels en zelfopgelegde sancties kent [15](#page=15).
### Belangrijke feiten
* Deontologische regels gelden voor de verhouding tussen juridische professionals en rechtzoekenden, onderling, en ten opzichte van de maatschappij [14](#page=14).
* Tucht binnen beroepsgroepen is gericht op het handhaven van interne cohesie en extern aanzien [14](#page=14).
* Artikel 404 Ger.W. regelt de tucht van magistraten, met nadruk op het verzuim van ambtsplichten en aantasting van de waardigheid van het ambt [14](#page=14).
* Vertrouwenscrises, zoals die na de Dutroux-affaire, leidden tot meer aandacht voor externe controle op juridische beroepen [15](#page=15).
* Internationale normen zoals de Bangalore Principles of Judicial Conduct en Europese adviezen beïnvloeden deontologische kaders [17](#page=17).
* Nationale documenten zoals de Codex Deontologie voor Advocaten en de Deontologische Code voor notarissen structureren deze regels [17](#page=17).
* De digitale evolutie en mediatisering van het juridische gebeuren leiden tot actuele deontologische problematieken [17](#page=17) [19](#page=19).
* **Deontologie**: Verzameling gedragsregels voor de uitoefening van een beroep, zowel geschreven als ongeschreven [13](#page=13).
* **Tucht**: Het proces van sanctie en bestraffing van deontologische inbreuken, uitgevoerd door specifieke organen [14](#page=14).
* **Corporatisme**: Een vroegere tendens waarbij deontologische inbreuken enkel werden gesanctioneerd indien ze de interne cohesie of reputatie bedreigden [15](#page=15).
* **Nullum crimen, nulla poena sine lege**: Juridisch principe dat er geen misdrijf of straf is zonder uitdrukkelijke wet, dat niet geldt voor tuchtrecht [15](#page=15).
* **Rechterlijke onpartijdigheid**: Essentieel principe, dat ook door sociale media-activiteiten van rechters kan worden aangetast [19](#page=19) [20](#page=20).
* **Schijn van onpartijdigheid**: Zelfs de perceptie van partijdigheid kan het vertrouwen in de rechtspraak ondermijnen [20](#page=20).
* De noodzaak van een tuchtsysteem waarborgt de kwaliteit en ethische naleving van juridische dienstverlening [13](#page=13).
* Het onderscheid tussen tucht en strafrecht erkent dat gedragingen zowel deontologische als strafrechtelijke consequenties kunnen hebben [15](#page=15).
* De evolutie van de juridische beroepen vereist een continue aanpassing en interpretatie van deontologische regels [17](#page=17).
* Actuele media-aandacht voor juridische zaken benadrukt het belang van transparantie en ethisch gedrag van alle betrokkenen [19](#page=19).
* Kritiek op de rechter en wantrouwen jegens justitie vragen om een hernieuwd vertrouwen door zorgvuldig gedrag van magistraten [23](#page=23).
### Voorbeelden
* Een burgemeester bekritiseerde een vrijspraak gebaseerd op bewijs nietig verklaard door de wet, wat het vertrouwen in justitie ondermijnde [18](#page=18).
* Een parlementslid dat rechtstreeks contact zoekt met een jeugdrechter over een hangende zaak, wat tot een klacht leidde [19](#page=19).
- Een rechter in Texas die op Facebook details over een zaak deelde, ondanks een verbod aan juryleden, leidde tot een veroordeling voor het in diskrediet brengen van de rechterlijke macht
* Een rechter die bevriend was met de advocaat van de ex-echtgenote op Facebook, leidde tot een klacht wegens de schijn van onpartijdigheid [20](#page=20).
---
## Juridische plichten van de rechter
### Eerbied voor het beschikkingsbeginsel
* Het beschikkingsbeginsel (principe dispositif) bepaalt dat partijen zelf bepalen of, tegen wie en waarover een geding wordt gevoerd [25](#page=25).
* De eisende partij bepaalt de oorzaak en het voorwerp van de vordering; de verwerende partij de middelen van verweer of een tegenvordering [25](#page=25).
* De rechter mag het voorwerp van het geding niet wijzigen door uitspraak te doen over niet-gevraagde zaken of op basis van een andere rechtsgrond dan aangevoerd [25](#page=25).
* De rechter mag niet meer toekennen dan gevraagd werd (ultra petita), met een uitzondering voor dwangsommen [28](#page=28).
* Materiële verschrijvingen en omissies kunnen verbeterd worden door het gerecht, zonder rechten uit te breiden, te beperken of te wijzigen [25](#page=25) [26](#page=26).
* Een omissie kan hersteld worden binnen een jaar na in kracht van gewijsde treden, mits de beslissing niet bestreden is [26](#page=26).
* De rechter mag alleen oordelen op basis van feiten die partijen voorleggen in dagvaarding, conclusies en stukken [27](#page=27).
* De rechter mag niet oordelen op basis van persoonlijke kennis of feiten ingewonnen buiten het onderzoek, zonder tegenspraak [27](#page=27).
* Algemeen bekende feiten, ervaringsregels of processuele feiten mogen wel worden gebruikt [27](#page=27).
* Algemeen bekende feiten zijn wat iedere ontwikkelde mens kent of uit algemeen toegankelijke bronnen kan kennen [27](#page=27).
* Rechter mag een feit van persoonlijke kennis betrekken indien dit alsnog aan tegenspraak is voorgelegd, maar hierover bestaan verschillende meningen [28](#page=28).
* 'Iura novit curia': de rechter wordt geacht het recht te kennen en toe te passen, partijen hoeven de rechtsnorm niet te noemen [28](#page=28).
* De rechter mag ambtshalve rechtsgronden aanvullen indien dit geboden is door de feiten, zonder het voorwerp of de oorzaak van de vordering te wijzigen [28](#page=28) [29](#page=29).
### Eerbied voor het recht van verdediging
* Het recht van verdediging is een algemeen rechtsbeginsel dat respect voor tegensprekelijkheid en 'hoor en wederverhoor' inhoudt [29](#page=29).
* De rechter mag zijn oordeel pas vellen na de debatten en dient uitsluitend te gronden op elementen die aan tegenspraak zijn onderworpen [29](#page=29).
* Rechterlijke activiteit moet getoetst worden aan het recht op behandeling door een onpartijdige rechter (artikel 6 EVRM) [30](#page=30).
* Te veel rechterlijke activiteit kan leiden tot een (schijn van) partijdigheid [30](#page=30).
* Voorbeelden van risico's bij een actieve rechter: kennisname van feiten die niet ter discussie stonden, of het doorschemeren van een voorlopig oordeel [30](#page=30) [32](#page=32).
* De rechter dient misbruiken van het recht van verdediging tegen te gaan, bijvoorbeeld door niet te steunen op een niet-aangevoerd middel zonder kans tot verdediging [29](#page=29).
* Partijen moeten de gelegenheid krijgen om tegenspraak te voeren over alle relevante feitelijke en juridische elementen [30](#page=30).
### Uitspraak binnen een redelijke termijn
* Uitspraak dient te geschieden binnen één maand na het sluiten van de debatten, of na advies van het openbaar ministerie [31](#page=31).
* Niet-naleving van deze termijn is niet strafbaar met nietigheid [31](#page=31).
* Vertraging moet vermeld worden op het proces-verbaal en objectief verantwoord zijn [31](#page=31).
* Sancties bij vertraging: tuchtrechtelijke sancties na drie maanden aanhouding en een verplicht overleg, of onttrekking van de zaak aan de rechter na meer dan zes maanden verzuim [32](#page=32) [33](#page=33).
* Onttrekking aan de rechter is een procedure waarbij een zaak aan diens kennis wordt onttrokken en verwezen naar een andere rechter door het Hof van Cassatie [33](#page=33).
### Persoonlijke aansprakelijkheid van de magistraat
---
### Persoonlijke aansprakelijkheid van magistraten
* Rechterlijke beslissingen kunnen enkel via rechtsmiddelen worden aangevochten; een rechter kan niet persoonlijk worden aangesproken voor fouten in een beslissing [37](#page=37).
* Een fout in een vonnis leidt niet tot persoonlijke aansprakelijkheid van de magistraat, wat een uitvloeisel is van het beginsel van onafhankelijkheid [37](#page=37).
* Uitzonderlijk is persoonlijk verhaal mogelijk bij bedrog of list door de rechter tijdens onderzoek of vonnis [37](#page=37).
* De Staat kan aansprakelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt door een ambtsfout van een rechter of OM, erkend sinds het ANCA-arrest [37](#page=37).
* Een vordering tot schadevergoeding tegen de staat is enkel ontvankelijk als de foutieve handeling bij in kracht van gewijsde gegane beslissing is ingetrokken, gewijzigd, vernietigd of herroepen [38](#page=38).
* De fout van een rechter die tot aansprakelijkheid kan leiden, is een handeling die een verkeerd gedrag is, beoordeeld volgens het criterium van een normaal zorgvuldig en voorzichtig magistraat [38](#page=38).
* Of een schending van een rechtsnorm die directe werking heeft, inclusief onoverwinnelijke dwaling of een andere rechtvaardigingsgrond [38](#page=38).
* Een vergissing bij interpretatie of toepassing van rechtsregels is enkel foutief als het een verkeerde handelwijze betreft volgens het criterium van de voorzichtige magistraat [38](#page=38).
* Niet-rechtsprekende handelingen van een rechter kunnen ook leiden tot aansprakelijkheid van de Staat (bv. huiszoeking) [38](#page=38).
* Deze handelingen worden concreet beoordeeld met toetsing aan het criterium van de voorzichtige magistraat [38](#page=38).
### Motiveringsplicht en openbaarheid van de uitspraak
* Elk vonnis moet met redenen omkleed zijn en in openbare zitting worden uitgesproken (art. 149 Gw.) [38](#page=38).
* De motiveringsplicht is een essentiële waarborg tegen willekeur en bewijs dat de rechter de middelen zorgvuldig heeft onderzocht [38](#page=38).
* De motiveringsplicht is een vormvereiste; een juridisch onjuist motief miskent deze plicht niet [38](#page=38).
* De motivering moet aantonen op welke feiten de rechter steunt en moet duidelijk en begrijpelijk zijn voor de rechtzoekende [39](#page=39).
* Afwezigheid van motieven, onvolledigheid of onduidelijkheid van redenen wordt gelijkgesteld met het niet-nakomen van de motiveringsplicht [39](#page=39).
- Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) oordeelt dat artikel 6 EVRM de rechter verplicht op duidelijke wijze aan te duiden op welke gronden de uitspraak steunt
### Deontologische plichten: bronnen
* **Internationale en supranationale verdragen:**
* Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens art. 10 benadrukt billijk en openbaar onderzoek door een onafhankelijke en onpartijdige rechtbank [40](#page=40).
* Verdrag tot bescherming van de rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), art. 6 §1 waarborgt een eerlijk, openbaar proces door een onafhankelijke en onpartijdige rechter [40](#page=40).
* Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR), met de Bangalore Principles of Judicial Conduct als basis voor deontologisch gedrag [41](#page=41).
* **Grondwet:**
* Art. 151 §1 Gw. waarborgt de onafhankelijkheid van rechters in hun rechtsprekende bevoegdheden [41](#page=41).
* Scheiding der machten: rechter is vrij in beoordeling en kan niet tuchtrechtelijk worden aangesproken omwille van de inhoud van vonnissen [41](#page=41).
* Art. 148 en 149 Gw. regelen openbaarheid van behandeling en motiveringsplicht [41](#page=41).
* Art. 155 Gw. regelt onverenigbaarheden [41](#page=41).
### Onafhankelijkheid van rechters
---
### Onafhankelijkheid van de rechterlijke macht
- De onafhankelijkheid van rechters is een waarborg voor rechtszoekenden [49](#page=49).
- Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) benadrukt dat de Europese Conventie voor de Rechten van de Mens (EVRM) rechters beschermt bij de uitoefening van hun ambt
- In België zijn onafhankelijkheid en onpartijdigheid algemene rechtsbeginselen [49](#page=49).
- Artikel 151 van de Grondwet legt de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht expliciet vast [49](#page=49).
- Onafhankelijkheid betekent dat de magistraat de wet toepast op basis van het dossier, zonder vrees voor enige macht [49](#page=49).
- De kern van onafhankelijkheid is dat de rechter zijn beslissing steunt op persoonlijk, vrij oordeel, zonder externe beïnvloeding [49](#page=49).
- Er wordt onderscheid gemaakt tussen functionele onafhankelijkheid (beslechting geschillen) en organieke onafhankelijkheid (waarborgen tegen druk) [50](#page=50).
- Onafhankelijkheid geldt ten aanzien van de wetgevende en uitvoerende macht, collega-rechters en hiërarchische oversten [50](#page=50).
- De rechter moet onafhankelijk zijn van publieke opinie, pers, drukkingsgroepen en politieke partijen [50](#page=50).
- Het sub judice-beginsel stelt dat de pers zich dient te onthouden van commentaar op lopende zaken [51](#page=51).
- Het EHRM-arrest in de zaak Sunday Times stelt dat rechters niet in een ivoren toren werken; rechtszaken kunnen maatschappelijk debat uitlokken [51](#page=51).
- Rechters moeten hun beslissingen baseren op hun eigen oordeel, los van privé-overtuigingen [51](#page=51).
- Organieke onafhankelijkheid betreft de uitoefening van taken buiten concrete rechtsgeschillen [52](#page=52).
- De onafhankelijkheid van magistraten wordt gewaarborgd door scheiding der machten, wettelijke grondslag, benoeming, ontslagprocedures, overplaatsing en wedde [52](#page=52).
- Onafhankelijkheid werd pas in 1998 grondwettelijk verwoord (art. 151 Gw.), maar bestond voordien als algemeen rechtsbeginsel [53](#page=53).
- Objectieve onafhankelijkheid betekent niet noodzakelijk benoeming voor het leven of onafzetbaarheid [53](#page=53).
- De Hoge Raad voor de Justitie oefent extern toezicht uit op de werking van de rechterlijke macht [54](#page=54).
- De Hoge Raad heeft 44 leden, verdeeld over een Nederlandstalig en Franstalig college [54](#page=54).
- De Hoge Raad stelt jaarlijkse verslagen op over de algemene werking van de rechterlijke orde [54](#page=54).
- De advies- en onderzoekscommissie adviseert, houdt toezicht op interne controle en behandelt klachten (behalve over inhoud rechterlijke beslissing) [55](#page=55).
- ENCJ-rapporten tonen een algemeen goed gesteld met rechterlijke onafhankelijkheid in Europa, met terugval in Centraal-Europa [55](#page=55).
### Onpartijdigheid van de rechter
- Onpartijdigheid is een fundamentele deontologische plicht en essentieel voor een eerlijk proces [56](#page=56).
- Onpartijdigheid houdt in dat de magistraat onbevooroordeeld en onvooringenomen is bij het wijzen van een vonnis en in de procedures [56](#page=56).
- Er wordt onderscheid gemaakt tussen objectieve (gerechtvaardigde twijfel bij partijen) en subjectieve (persoonlijke overtuiging) onpartijdigheid [56](#page=56).
- Het Gerechtelijk Wetboek bevat bepalingen inzake onverenigbaarheden en bloed- of aanverwantschap om onpartijdigheid te waarborgen [56](#page=56).
### Sanctie: Wraking van de rechter
---
### Kernideeën over wraking en onttrekking
* De keuze tussen wraking en onttrekking is cruciaal; een foutieve vordering is onontvankelijk [61](#page=61).
* Wraking is gericht tegen specifieke rechters, onttrekking tegen het rechtscollege als geheel [61](#page=61).
* Een vordering tot onttrekking of verwijzing behoort tot de exclusieve bevoegdheid van het Hof van Cassatie [62](#page=62).
* Wraking is een tussengeschil dat in beginsel door het onmiddellijk hogere gerecht wordt behandeld [62](#page=62).
### Aard en limitatief karakter van wrakingsgronden
* Er is geen eensgezindheid over de aard van de wettelijke regeling inzake wraking [62](#page=62).
* Rechtspraak van het Hof van Cassatie varieert: soms strikt standpunt over openbare orde, soms ook schending van art. 6 EVRM [62](#page=62).
* De opsomming van wrakingsgronden in art. 828 Ger.W. wordt als limitatief beschouwd [62](#page=62).
* Dit limitatieve karakter is vatbaar voor kritiek, met mogelijke conflicten met art. 6 EVRM en art. 14 IVBPR [63](#page=63).
### Wettige verdenking als wrakingsgrond
* "Wettige verdenking" (art. 828, 1° Ger.W.) werd geïntroduceerd in 2001 als reactie op de rechtspraak van het Hof van Cassatie [63](#page=63).
* Het begrip wettige verdenking omvat alle schendingen van het recht op een onafhankelijke en onpartijdige rechter [64](#page=64).
* Het beoogt zowel subjectieve als objectieve onpartijdigheid [64](#page=64).
* Er is sprake van wettige verdenking bij een band tussen rechter en belanghebbende, die vertrouwen in onpartijdigheid kan wekken [64](#page=64).
* Voorbeelden van wettige verdenking omvatten vriendschapsbanden, lidmaatschap van verenigingen, of banden wegens vroegere samenwerking [64](#page=64).
* Rechters moeten zich gedeisd houden en de indruk van partijdigheid vermijden [64](#page=64).
* Incidenten tijdens de zitting moeten worden geacteerd op het proces-verbaal voor bewijsvoering [65](#page=65).
* Specifieke toepassingen van wettige verdenking: voorzitter Assisenhof met ongepaste bewoordingen, weigering nieuwe stukken, levensbeschouwing, voetbalclub sympathie, onderbreken advocaat [65](#page=65).
### Overige wrakingsgronden (art. 828 Ger.W.)
* Persoonlijk belang bij het geschil [65](#page=65).
* Bloed- of aanverwantschap met partijen of hun echtgenoten [66](#page=66).
* Gelijksoortig geschil tussen rechter/echtgenoot en partijen [66](#page=66).
* Gedingen aanhangig bij de rechter als partij, of schuldeiser/ schuldenaar zijn van partijen [66](#page=66).
* Crimineel of burgerlijk geding gevoerd met partijen of hun naasten [66](#page=66).
* Rechter als voogd, beheerder, etc. van een partij [66](#page=66).
* Rechter heeft advies gegeven, gepleit of geschreven over het geschil [66](#page=66).
* Rechter heeft deelgenomen aan het vonnis in eerste aanleg en neemt kennis in hoger beroep [67](#page=67).
* Rechter als getuige, of ontvangen van geschenken/kosten door een partij [67](#page=67).
### Procedurele aspecten van wraking
### Slotbeschouwingen inzake wraking en onpartijdigheid
### Bekwaamheid en aanwerving van magistraten
---
* Rechters hebben recht op vrije meningsuiting, maar dit recht is aan grotere beperkingen onderworpen dan bij burgers, met name wanneer de rechtsstaat bedreigd wordt [77](#page=77).
* In situaties van bedreiging van de democratie, scheiding der machten of rechtsstaat, hebben rechters de plicht zich publiekelijk uit te spreken [77](#page=77).
* Een "positieve deontologie" benadrukt maatschappelijk verantwoorde functie-uitoefening, waarbij evaluatie belangrijker is dan louter tuchtrecht [84](#page=84).
* Het beroepsgeheim van magistraten is een fundamentele deontologische plicht, hoewel niet expliciet in het Gerechtelijk Wetboek vastgelegd [73](#page=73).
* Schending van het beroepsgeheim is strafbaar gesteld in artikel 458 Strafwetboek [74](#page=74).
* De Fortis-zaak leidde tot nuancering van overleg met collega-magistraten buiten collegiaal beraad, met veroordeling van schending beroepsgeheim [74](#page=74) [75](#page=75).
* Het Hof van Cassatie erkent het principe van gedeeld beroepsgeheim, mits de mededeling noodzakelijk en pertinent is voor de opdracht [76](#page=76).
* Opinie nr. 25 van de CCJE benadrukt de weerbaarheid van rechters ter bescherming van de rechtsstaat, mede door de problematiek in Polen en Hongarije [77](#page=77).
* Het EHRM bevestigt dat bij bedreiging van fundamentele waarden de vrije meningsuiting van rechters een plicht wordt tot verdediging van de rechtsstaat [77](#page=77).
* De invoering van tuchtrecht voor magistraten vond plaats via de wet van 7 juli 2002, met latere aanpassingen in 2013 [78](#page=78) [79](#page=79).
* Het basisbeginsel voor tucht is artikel 404 Ger.W., dat ambtsplichten verzuimen en gedrag dat de waardigheid aantast, bestraft [79](#page=79).
* De wet van 15 juli 2013 introduceerde tuchtrechtbanken in eerste aanleg en hoger beroep [81](#page=81).
* Tuchtstraffen worden onderverdeeld in lichte (terechtwijzing, blaam) en zware (inhouding wedde, schorsing, ontslag, etc.) [81](#page=81).
* **Discretieplicht magistraten:** Balans tussen burgerlijke rechten (vrijheid van meningsuiting) en ambtelijke verplichtingen, om de indruk van partijdige besluitvorming te vermijden [73](#page=73).
* **Gedeeld beroepsgeheim:** Vertrouwelijke informatie kan worden gedeeld met anderen die optreden met eenzelfde doelstelling en opdrachtgever, mits noodzakelijk en pertinent [76](#page=76).
* **Positieve deontologie:** Een benadering waarbij de nadruk ligt op maatschappelijk verantwoorde functie-uitoefening, gesteund door evaluatie [84](#page=84).
* **Tuchtrechtbanken:** Nieuw ingestelde rechtbanken voor het behandelen van tuchtzaken tegen magistraten en gerechtelijk personeel [81](#page=81).
* **Gewicht van tuchtrecht:** Residuaire rol, vooral van belang bij ernstige feiten die leiden tot strafrechtelijke veroordeling of hardnekkig miskennen van gedragsregels [84](#page=84).
* Rechters moeten terughoudend zijn om de schijn van partijdigheid en het gezag van de rechterlijke macht te bewaren [78](#page=78).
* De verdediging van de rechtsstaat door rechters kan het publieke vertrouwen versterken [77](#page=77).
* De recente hervormingen van het tuchtrecht beogen een snellere en efficiëntere aanpak van afwijkend gedrag [79](#page=79).
* De deontologische regels fungeren als "vangrails" om machtsmisbruik door magistraten te voorkomen [84](#page=84).
### Tips
- > **Tip:** Houd de balans in de gaten tussen de vrijheid van meningsuiting van een rechter als burger en de terughoudendheid die zijn ambt vereist, tenzij de rechtsstaat zelf in
- het gedrang is [73](#page=73) [77](#page=77) [78](#page=78)
- > **Tip:** Begrijp dat het beroepsgeheim, hoewel niet expliciet in de wet, een cruciaal deontologisch principe is dat strafrechtelijke gevolgen kan hebben bij schending [73](#page=73) [74](#page=74)
---
* De advocaat vervult een cruciale rol in een democratische rechtsstaat door de belangen van cliënten te verdedigen en tegelijkertijd de rechtsstaat te bewaken [85](#page=85).
* Diverse internationale, maatschappelijke, economische en technologische ontwikkelingen hebben geleid tot aanpassingen en nieuwe regels in de deontologie van de advocaat [85](#page=85).
* De Gedragscode voor Europese Advocaten legt de advocaat plichten op ten aanzien van cliënt, rechterlijke instanties, beroepsgroep en publiek [85](#page=85).
* Internationale invloed, met name EU-regelgeving, heeft geleid tot discussies over samenwerkingsverbanden met niet-advocaten (Multi Disciplinary Practices) [85](#page=85) [86](#page=86).
* Het arrest Wouters/Savelbergh van het Hof van Justitie heeft de definitie van advocaten als ondernemingen en de toepasselijkheid van mededingingsrecht op hun verordeningen beïnvloed [87](#page=87).
* De Orde van Vlaamse Balies heeft na de uitspraak Wouters een reglement uitgevaardigd inzake beroepsmatige samenwerking met niet-advocaten, dat later deels nietig werd verklaard door het Hof van Cassatie [88](#page=88).
* Voor de uitoefening van het beroep van advocaat gelden specifieke voorwaarden: nationaliteit (Belg of EU-burger), diploma, eedaflegging en inschrijving op het tableau of de lijst van stagiairs [89](#page=89).
* Europese advocaten mogen in België onder hun beroepstitel diensten verlenen of zich vestigen, mits naleving van Belgische en herkomstregels [89](#page=89) [91](#page=91).
* De advocaat dient het beroep als zelfstandige uit te oefenen, zonder banden van ondergeschiktheid, ter waarborging van onafhankelijkheid en vertrouwen [90](#page=90) [91](#page=91).
- De advocateneed bevat de eed van getrouwheid aan de Koning, gehoorzaamheid aan de Grondwet en wetten, eerbied aan het gerecht, en de plicht geen zaak te verdedigen die men niet
* Een advocaat mag geen feiten voorhouden waarvan hij weet dat ze onwaar zijn, en mag de rechtbank niet wetens en willens voorliegen [93](#page=93).
* Advocaten hebben een monopolie op vertegenwoordiging in rechte, met uitzonderingen voor bepaalde gerechten en personen [96](#page=96).
### Belangrijke concepten
* **Multidisciplinaire associaties:** Samenwerkingsverbanden tussen advocaten en niet-advocaten, onderworpen aan deontologische en mededingingsrechtelijke regels [85](#page=85) [86](#page=86).
* **Onderneming in de zin van het Verdrag:** Het Hof van Justitie oordeelde dat advocaten economische activiteiten ontplooien en dus ondernemingen zijn in de zin van de EU-verdragen [87](#page=87).
* **Onafhankelijkheid van de advocaat:** Cruciaal voor een goede rechtsbedeling, beïnvloedt de mogelijkheid tot samenwerking en het statuut van de advocaat [87](#page=87) [91](#page=91).
* **Beroepsgeheim:** Een fundamentele deontologische verplichting die de onafhankelijkheid en partijdigheid van de advocaat waarborgt [87](#page=87) [88](#page=88).
* **Onwaardigheid/Onbevoegdheid:** Redenen voor weigering van inschrijving op het tableau, die specifiek en concreet moeten worden gemotiveerd [94](#page=94) [95](#page=95).
* **Pleitmonopolie:** Het exclusieve recht van advocaten om voor gerechten te pleiten, met wettelijke uitzonderingen [96](#page=96).
* De deontologische verplichtingen van de advocaat creëren een spanning tussen de belangen van de cliënt en de belangen van de rechtsstaat en de beroepsgroep [85](#page=85).
* EU-recht heeft een significante impact gehad op de deontologie en de regulering van het advocatenberoep, met name op het gebied van samenwerking en mededinging [85](#page=85) [87](#page=87).
* De interpretatie van de advocateneed kan leiden tot discussies over de grenzen van de onafhankelijkheid en de plicht tot rechtvaardigheid in de uitoefening van het beroep [92](#page=92) [93](#page=93).
* Het statuut van de advocaat (zelfstandige versus bediende) blijft een discussiepunt, waarbij de deontologie streeft naar het waarborgen van de onafhankelijkheid [91](#page=91).
---
## Vrijheid van meningsuiting van advocaten en de bescherming van de rechtsstaat
* Advocaten genieten een ruime vrijheid van meningsuiting ter verdediging van hun cliënt en de waarheid, binnen de grenzen van de wet en deontologie [98](#page=98).
* Deze vrijheid is essentieel voor een effectieve rechtsbedeling en het maatschappelijk debat, maar mag niet leiden tot persoonlijke beledigingen of ongefundeerde aanvallen [100](#page=100) [98](#page=98).
* Advocaten moeten de rechtszoekende informeren over minnelijke oplossingen [97](#page=97).
* Ernstige feiten tegen eer en faam van personen mogen enkel aangevoerd worden indien strikt noodzakelijk voor de zaak [97](#page=97).
* kwaadwillige aanvallen op de monarchie, grondwet, wetten of gevestigd gezag kunnen leiden tot proces-verbaal en doorverwijzing naar de orde van advocaten [97](#page=97).
* Advocaten zijn de "dominus litis" en hoeven zich niet te schikken naar instructies van de cliënt met betrekking tot de procesvoering [98](#page=98).
* Het EHRM oordeelde in Nikula/Finland dat een strafrechtadvocaat een grote vrijheid heeft in kritiek op het openbaar ministerie [98](#page=98).
* Kritiek op de rechterlijke macht dient gefundeerd te zijn; algemene kritiek buiten de rechtszaal wordt vaak afgekeurd [100](#page=100) [99](#page=99).
* Het EHRM erkent in de zaak Morice/Frankrijk dat advocaten het recht hebben om openlijk kritiek te uiten op justitie als onderdeel van het maatschappelijk debat .
* De Belgische rechtspraak aanvaardt dat advocaten duiding geven bij rechterlijke uitspraken, ook al is die subjectief, mede door de rol van de media .
* Advocaten zijn onderworpen aan wettelijke en deontologische plichten, waaronder onafhankelijkheid, partijdigheid en het vermijden van belangenconflicten .
* Het beroepsgeheim is een fundamentele deontologische plicht die zich uitstrekt tot alle vertrouwelijke informatie .
* Vrijheid van ambtsuitoefening voor advocaten [97](#page=97).
* "Dominus litis" - de advocaat bepaalt de procesvoering, niet de cliënt [98](#page=98).
* Recht op vrije meningsuiting van advocaten, gewaarborgd door het EVRM [98](#page=98).
* Onderscheid tussen kritiek op het Openbaar Ministerie (verhoogde bescherming) en de rechterlijke macht [98](#page=98).
* "Sub-judice" principe - verbod op publicaties over lopende zaken .
* Relatieve strafrechterlijke immuniteit van de advocaat voor uitspraken in de rechtszaal .
* Beroepsgeheim als essentieel en fundamenteel recht en plicht van de advocaat .
* Het beroepsgeheim is verankerd in de Codex Deontologie en Europees recht .
* Schending van het beroepsgeheim kan leiden tot een oneerlijk proces .
* De reikwijdte van het beroepsgeheim omvat correspondentie, telefoongesprekken en e-mails tussen advocaat en cliënt .
* Het beroepsgeheim beschermt het fundamentele recht op eerbiediging van het privéleven van de cliënt .
* Het beroepsgeheim vindt grondslag in de rechten van verdediging en het recht op een eerlijk proces (artikel 6 EVRM) en privacy (artikel 8 EVRM) .
* Conflicten tussen beroepsgeheim en recente wettelijke verplichtingen (bv. meldingsplicht minderjarigen, anti-witwaswetgeving) bestaan .
### Uitzonderingen en beperkingen
---
### Vertrouwelijkheid van correspondentie met advocaten
* De bescherming van de vertrouwelijkheid van briefwisseling tussen advocaat en cliënt geldt indien deze plaatsvond ten behoeve van de verdediging en afkomstig is van een onafhankelijke advocaat .
* Onafhankelijkheid van de advocaat impliceert geen dienstverband met de cliënt .
* Correspondentie met in-house advocaten valt niet onder deze bescherming .
* Een onderneming die vertrouwelijkheid inroept, moet bewijzen dat documenten uitsluitend voor juridisch advies zijn opgesteld .
* Het beroepsgeheim is van algemeen belang en kan door de advocaat, cliënt of erfgenamen niet worden opgeheven .
* De cliënt is niet gebonden door de deontologische plicht tot geheimhouding van de advocaat .
### Grenzen van het beroepsgeheim
* Het beroepsgeheim is niet absoluut .
* Artikel 458 van het Strafwetboek bepaalt straffen voor het schenden van geheimen .
* Uitzonderingen op het beroepsgeheim omvatten getuigenis in rechte en wettelijke verplichtingen tot bekendmaking .
* Een wet kan een advocaat niet *verplichten* te spreken, maar wel straffeloosheid bieden indien hij spreekt .
* Enkel de cliënt kan de advocaat ontslaan van zijn geheimhoudingsplicht, of hogere waarden zoals noodtoestand .
* **Noodtoestand**: Een toestand waarbij iemand, gezien de waarde van tegenstrijdige plichten en dreigend gevaar, geen andere uitweg ziet dan een feit te plegen ter bescherming van een hoger belang .
* Vereisten: lagere waarde van het opgegeven goed, dadelijk gevaar, kwaad enkel door misdrijf te voorkomen, noodtoestand niet zelf veroorzaakt .
* **Getuigen in rechte**: Advocaten mogen zwijgen bij getuigenis, maar kunnen niet gedwongen worden .
* Indien getuige, zijn ze niet strafrechtelijk, maar wel tuchtrechtelijk vervolgbaar .
* Een advocaat mag zich niet beroepen op het beroepsgeheim tegenover tuchtoverheden .
- **Artikel 458bis Sw. (gewijzigd)**: Maakt het mogelijk geheimen te onthullen bij ernstig en dreigend gevaar voor de integriteit van een minderjarige of kwetsbare persoon, of bij reëel gevaar voor andere
* Geldt ook wanneer geheimen worden onthuld door dader of derde, niet enkel door slachtoffer .
* Grondwettelijk Hof vernietigde de bepaling voor advocaten indien de informatie incriminerend is voor de cliënt .
* Het beroepsgeheim is fundamenteel voor de rechten van verdediging .
* **Artikel 458ter Sw.**: Maakt informatie-uitwisseling mogelijk bij georganiseerd casusoverleg tussen hulpverleners, politie en parket .
* **Artikel 1675/8 Ger.W.**: Betreft schuldbemiddelaars en het verzoek om informatie over vermogen .
* Het Arbitragehof vernietigde initiële bepalingen die het beroepsgeheim onoverkomelijk maakten voor advocaten .
* Latere wijzigingen werden ook getoetst en de transparantie van de schuldenaar kan niet als hogere waarde gelden die het beroepsgeheim opheft .
### De anti-witwasreglementering
* De anti-witwaswetgeving legt advocaten meldingsplichten op buiten hun kernactiviteiten, met name bij financiële en onroerend goed transacties .
---
### Witwaspreventie en de rol van advocaten
* Advocaten die cliënten bijstaan bij specifieke verrichtingen (onroerend goed, vermogensbeheer, oprichting vennootschappen) vallen onder de witwaspreventiewetgeving .
* Verplichte identificatie van cliënten en uiteindelijke begunstigden bij zakelijke relaties of transacties van 10.000 euro of meer .
* Idem bij vermoeden van witwassen/terrorismefinanciering, of twijfel over eerder verkregen gegevens .
* Continue waakzaamheid ten aanzien van zakelijke relaties, inclusief onderzoek naar de oorsprong van fondsen .
* Bijzondere aandacht voor atypische, ongewone gedragingen, vragen of transacties .
* Verscherpte waakzaamheid bij cliënten die niet fysiek aanwezig zijn of politiek prominente personen zijn .
* Interne methoden en procedures, inclusief acceptatieprocedures voor cliënten, zijn vereist .
* Gebruik van nationale en internationale informatiebronnen over cliënten en hun activiteiten wordt aangemoedigd .
* Fondsen uit onverwachte bronnen, wijzigingen in cliëntactiviteit, of transacties zonder redelijke zakelijke verantwoording vereisen extra onderzoek .
* Operaties in baar geld, of verrichtingen via rekeningen van onbekende personen/ondernemingen zijn verdacht .
* Als cliënt weigert informatie te verstrekken, mag de advocaat geen zakelijke relatie aangaan of de tussenkomst beëindigen .
* Uitzondering op meldingsplicht geldt bij bepaling rechtspositie, verdediging of vertegenwoordiging in rechte, inclusief advies daarover .
* Bij vaststelling feiten van witwassen/terrorismefinanciering, meldt de advocaat dit aan de stafhouder .
* Bij melding aan CFI door stafhouder, staakt de advocaat onmiddellijk zijn tussenkomst .
* In groeperingen van meer dan 10 advocaten is een verantwoordelijke voor de toepassing van de wet aan te stellen .
### Wetgeving en rechtspraak inzake beroepsgeheim
* De wet van 18 september 2017, ter omzetting van de vierde AML-richtlijn, introduceerde strengere regels en administratieve boetes .
* Strafrechtelijke sancties zijn voorzien voor hinderen van inspecties of weigeren van gegevensverstrekking .
* Het Grondwettelijk Hof oordeelde dat informatie over verdachte verrichtingen die de cliënt op advies van de advocaat weigert uit te voeren, beschermd is door het beroepsgeheim .
* De meldingsplicht is niet redelijk verantwoord voor advocaten betreffende gegevens verkregen binnen de wezenlijke uitoefening van hun beroep .
* Het EHRM oordeelde in Versini-Campinchi en Crasnianski v. Frankrijk dat transcriptie van telefoongesprekken tussen advocaat en cliënt geldig kan zijn, indien dit nationale belangen dient .
* Het Hof van Cassatie oordeelde in een arrest van 2022 dat schending van beroepsgeheim een gevolgmisdrijf is en enkel strafbaar bij daadwerkelijke kennisname door een derde .
* De vertrouwelijkheid van de briefwisseling tussen advocaten is een deontologische plicht, gewaarborgd door de Codex Deontologie .
* Schending van vertrouwelijkheid van briefwisseling tussen advocaten is enkel toelaatbaar indien stafhouder hiertoe toelating geeft, tenzij de cliënt zelf de briefwisseling overlegt .
* Principes van vertrouwelijkheid gelden enkel voor contacten tussen Belgische advocaten, tenzij expliciet als vertrouwelijk bestempeld bij communicatie met buitenlandse confraters .
* Briefwisseling met gerechtelijke mandatarissen-advocaten (bv. curatoren) is officieel, tenzij expliciet als vertrouwelijk bestempeld .
---
### Juridische toetsing van stafhoudersbeslissingen inzake briefwisseling
* Rechtbanken zijn verdeeld over de reikwijdte van rechterlijk toezicht op briefwisseling tussen advocaten .
* Sommige rechters weigeren briefwisseling indien deze zonder toestemming van de stafhouder werd voorgelegd .
* Andere rechters toetsen zelf of de briefwisseling aan de uitzonderingsgronden voor overlegging voldoet, zelfs tegen het advies van de stafhouder in .
* Kritiek bestaat op rechtbanken die beslissingen van de stafhouder terzijde schuiven en zelf over de vertrouwelijkheid oordelen .
### Huiszoeking bij een advocaat
* Huiszoeking bij een advocaat balanceert tussen medewerkingsplicht en beroepsgeheim .
* Er is geen specifieke geschreven regeling voor huiszoekingen bij advocaten .
* Een huiszoeking vereist maatregelen om het beroepsgeheim te waarborgen, zoals de aanwezigheid van een onafhankelijke waarnemer .
* In België wordt de huiszoeking uitgevoerd door de onderzoeksrechter, in aanwezigheid van de stafhouder .
* De stafhouder controleert of stukken onder het beroepsgeheim vallen; de onderzoeksrechter is echter niet gebonden door dit advies .
* Beslag kan enkel gelegd worden op de "corpus delicti", niet op vertrouwelijke brieven .
* Het huiszoekingsbevel moet specifiek zijn om een gerichte controle mogelijk te maken .
* Inbeslagname van stukken die verdachte activiteiten van een advocaat betreffen, is toegestaan .
* Het gebruik van informatie ingezien tijdens een huiszoeking tegen de cliënt kan een schending zijn van artikel 8 EVRM, tenzij een onafhankelijke rechter de controle uitvoert .
### Beslag onder derden in handen van een advocaat
* Reglementen (thans artikelen 23-24 Codex Deontologie) regelen hoe een advocaat omgaat met derdenbeslag op gelden van een cliënt .
* Derden hebben drie wettelijke plichten: afgifteverbod aan schuldenaar, verklaring van derde-beslagene, en afgifteplicht aan schuldeiser .
* De plicht tot verklaring van derde-beslagene kan conflicteren met het beroepsgeheim van de advocaat .
* Een advocaat wint advies in bij de stafhouder bij derdenbeslag en kan geen afstand doen van beslagen goederen zonder handlichting .
### Plicht tot afscheiding van financiële rekeningen
* Advocaten moeten gelden voor cliënten of derden storten op een specifieke, gescheiden "derdenrekening" .
* Deze plicht is vastgelegd in de Codex Deontologie (artt. 128-140) en Europese gedragscodes .
* De stafhouder oefent toezicht uit op de derdenrekeningen .
* Geld dat langere tijd geïmmobiliseerd blijft, moet op een "rubriekrekening" gestort worden, specifiek voor een cliënt/zaak .
* Een arrest van Cassatie oordeelde dat gelden op een derdenrekening deel uitmaken van het vermogen van de advocaat, wat kritiek opriep .
* Wetgeving (art. 446quater Ger.W.) wijzigde dit en erkent de "kwaliteitsrekening" als afgescheiden van het vermogen van de rekeninghouder .
* De wet van 4 februari 2020 erkent de kwaliteitsrekening expliciet in het Burgerlijk Wetboek .
### Plicht tot confraterniteit
* Advocaten hebben een deontologische plicht van loyaliteit en confraterniteit ten aanzien van collega's .
### Plicht tot waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid
### Begroting van het ereloon
---
### Kernideeën
* De vrijheid van meningsuiting van advocaten, gewaarborgd door artikel 10 EVRM, geldt ook voor commerciële informatie en media-optredens .
* Rechtspraak en regelgeving hebben de strikte reclameverboden voor advocaten geleidelijk versoepeld, mede onder invloed van Europese regelgeving .
* De Codex Deontologie stelt duidelijke regels voor publiciteit en omgang met media, met behoud van deontologische principes .
* Het EHRM oordeelde in Casado Coca/Spanje dat artikel 10 EVRM ook commerciële informatie en reclame van advocaten omvat .
* De Europese Commissie maakt onderscheid tussen strikt deontologische en concurrentiebeperkende reclameregels .
* Het Gerecht van Eerste Aanleg van de EG achtte een absoluut verbod op vergelijkende reclame niet objectief noodzakelijk .
* Het Hof van Cassatie aanvaardde dat concurrentiebeperkende maatregelen die nodig zijn voor beroepsregels, aan mededingingsrecht kunnen ontsnappen .
* De wet van 14 mei 2014 (boek XIV WER) stelde dat reclame door vrije beroepers in beginsel is toegestaan, met uitzonderingen .
* Reglementen van de Orde van Vlaamse Balies en de Codex Deontologie (vanaf 2015) regelen publiciteit en media-optredens .
* **Informatieplicht:** Advocaten hebben een precontractuele plicht om cliënten duidelijk te informeren over ereloon en kosten .
* **Pactum de quota litis / No cure, no pay:** Verbod op overeenkomsten waarbij het ereloon afhankelijk is van het resultaat of een deel van de opbrengst .
* **Taxatieprocedure:** Procedure voor de Raad van de Orde om erelonen te betwisten, waarbij de cliënt geen partij is .
* **Mededingingsrecht:** Deel van het recht dat concurrentiebeperkingen reguleert; relevant voor reclameregels .
* **Sub judice beginsel:** Het principe dat mediaberichtgeving over lopende zaken beperkt moet worden .
* De commercialisering van juridische dienstverlening en nieuwe markten hebben de rol van de advocaat en zijn cliëntrelatie beïnvloed .
* De Codex Deontologie biedt houvast voor de omgang met media, ter voorkoming van ongepaste uitlatingen .
* Advocaten moeten bij media-optredens het belang van de cliënt centraal stellen en mogen niet pleiten voor de camera .
* In media-optredens genieten advocaten niet de immuniteit van het pleidooi .
* Bij het verstrekken van informatie aan de pers moet de advocaat rekening houden met het vermoeden van onschuld en de rechten van verdediging .
---
## Structuur en tuchtrecht van de balie
- De wet van 4 juli 2001 reorganiseerde de Belgische balie, waarbij de Nationale Orde van Advocaten verdween en plaatsmaakte voor twee autonome ordes: de Orde van Vlaamse Balies (OVB) en
- Het tuchtrecht voor advocaten is hervormd bij wet van 21 juni 2006, met als doel vereenvoudiging, specialisatie en schaalvergroting, en de nadruk op het waarborgen van een behoorlijke beroepsuitoefening ten
- Het notariaat kent een eigen deontologie en tuchtrecht, met een Nationale Kamer van Notarissen, genootschappen en kamers, en een recente hervorming van het tuchtrecht per 1 januari 2024 met een
### Organisatie van de balie
* De OVB omvat 14 Vlaamse balies; de OBFG omvat 13 Franstalige en 1 Duitstalige balie .
* Beide ordes zijn publiekrechtelijke instellingen met rechtspersoonlijkheid en eigen organen (raad van bestuur, algemene vergadering) .
* Hun bevoegdheden omvatten waakzaamheid over eer, rechten, belangen van leden, juridische bijstand, stage, beroepsopleiding en de vaststelling van bindende reglementen .
* De Federale Raad van de Balies dient als overlegorgaan en geeft advies, bestaande uit tien leden (vijf per orde) .
* Reglementen kunnen worden vernietigd door de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie of door een arbitraal college na verplicht overleg .
* Gronden voor nietigverklaring zijn o.a. overschrijding van bevoegdheid, strijdigheid met wetten of aantasting van de eer en beginselen van het beroep .
### Tuchtrecht voor advocaten
* Tuchtrecht is beperkter dan deontologie en sanctioneert beroepsplichten; het beginsel 'nullum crimen sine lege' geldt niet, ongeschreven regels kunnen ook gesanctioneerd worden .
* De hervorming van 21 juni 2006 beoogde professionalisering via schaalvergroting, met Tuchtraden binnen elk hof van beroep en twee Tuchtraden van Beroep .
* Tuchtonderzoek kan starten via klacht, ambtshalve door de stafhouder, of via de procureur-generaal .
* De stafhouder leidt het onderzoek en oefent "tuchtpolitie" uit .
* Tuchtstraffen zijn limitatief: waarschuwing, berisping, schorsing (max. 1 jaar) en schrapping .
* Het College van Toezicht (OVB) zorgt voor extern toezicht op de deontologie, met deelname van niet-advocaten .
### Deontologie van de notaris
* De notaris treedt op als openbaar ambtenaar en juridisch raadsman, met verplichtingen die afhangen van zijn hoedanigheid .
* De Wet van 4 mei 1999 creëerde een Nationale Kamer van Notarissen, die algemene deontologische regels vaststelt en een reglementair kader biedt .
* De Deontologische Code voor het notariaat werd goedgekeurd in 2004 en bevat de belangrijkste regels, bindend geworden bij KB van 21 september 2005 .
* Artikel 95 van de Ventôsewet definieerde voor het eerst een fout die tot tuchtstraffen kon leiden (gedrag dat afbreuk doet aan waardigheid of beroepsplichten verzuimt) .
* Sinds 1 januari 2024 is het tuchtrecht voor notarissen hervormd en vastgelegd in het Gerechtelijk Wetboek, met een autonome tuchtraad .
* Beroepsplichten omvatten wettelijk voorgeschreven taken en ongeschreven morele plichten zoals oprechtheid, discretie en vakbekwaamheid .
* De Nationale Kamer van Notarissen houdt toezicht op de kamers van notarissen en stelt algemene regels inzake deontologie vast .
* Kamers van notarissen handhaven de tucht, maar verloren de bevoegdheid om zelf tuchtstraffen uit te spreken; zij kunnen wel beroepsgeschillen regelen en klachten van derden behandelen .
* Notarissen moeten zich onthouden van gedrag dat de waardigheid van het ambt aantast of het vertrouwen ondermijnt .
* Notarissen zijn in principe verplicht hun diensten te verlenen, tenzij er sprake is van een terechte weigering .
---
## Plichten en weigeringsgronden van de notaris
- De notaris heeft een reeks deontologische plichten tegenover cliënten, confraters en de rechtsstaat, waaronder weigeringsgronden en de plicht tot uitstel van ambtsverlening om de integriteit van de rechtspraak te waarborgen
* Deze plichten zijn gericht op het waarborgen van eerlijkheid, onpartijdigheid, het verlenen van correct advies en het naleven van wettelijke voorschriften .
### Verplichte ambtsweigering
* De notaris moet zijn ambt weigeren indien de gevraagde akte strijdig is met de openbare orde of derden kan misleiden .
* Voorbeelden: overtreding van de Ventôsewet, verboden verkopen tussen echtgenoten, schending van voorkeurrechten, of het creëren van een schijn van regelmatigheid die derden schaadt .
* De notaris moet weigeren als partijen handelen met miskenning van rechten van derden of van de overheid .
* Voorbeelden: het noteren van onjuiste verklaringen over hypotheken, bouwovertredingen of bodemgesteldheid, prijsbewimpeling, veinzing of fiscale fraude .
* De notaris moet weigeren indien hij onbevoegd is (ratione loci of ratione materiae) .
* Uitzondering: ambtsverlening buiten arrondissement indien partijen fysiek niet kunnen reizen en dit verklaren .
* De notaris moet weigeren indien hij zijn wettelijke of deontologische verplichtingen niet kan nakomen .
* Dit geldt ook indien de materie buiten de normale juridische bekwaamheid van de notaris valt, of wanneer authentiek verklaringen worden gevraagd die geen rechtsgevolg hebben .
### Uitstel van ambtsverlening
* De notaris mag de ambtsverlening uitstellen tot bepaalde formaliteiten zijn vervuld, zoals fiscale, stedenbouwkundige of hypothecaire opzoekingen .
### Authenticiteit en waarheidsgetrouwheid
* De notaris moet voldoen aan de eisen van authenticiteit door feiten en verklaringen trouw te beschrijven .
* Valsheid in openbare geschriften, zoals verdraaiing van de waarheid in een akte, is een ernstige fout .
* Voorbeelden: toevoegingen na verlijden, valse vermeldingen over volstorting van aandelen of leningen, wijzigen van data voor fiscale vrijstellingen .
* De bewijskracht van authenticiteit dekt wat de notaris zelf vaststelt, tenzij de onjuistheid via een valsheidprocedure wordt aangetoond .
* De authenticiteit van partijverklaringen strekt zich uit tot de juistheid van hun relaas (dat zij het verklaard hebben), niet tot de inhoud ervan .
* De notaris moet de juistheid van verklaringen verifiëren indien deze vals zijn, derden nadeel berokkenen of een juridische verklaring betreffen. Hij hoeft louter feitelijke situaties niet altijd te controleren .
### Diligentie en organisatie
* De notaris moet beschikbaar zijn voor zijn ambt en zijn kantoor zodanig organiseren dat hij over voldoende middelen beschikt .
* De verplichting tot afhandeling binnen een redelijke termijn geldt ook voor gerechterlijk aangestelde boedelnotarissen .
### Plichten tegenover cliënten
* De notaris dient volkomen eerlijkheid te betrachten en mag zijn advies niet laten ingeven door eigenbelang .
* De notaris heeft een verzoeningsopdracht en dient zich te onthouden van handelingen die zijn bemiddelende positie in gevaar brengen .
* De notaris moet elke partij volledig informeren over rechten, verplichtingen en lasten, en onpartijdig advies geven .
* Dit omvat een wettelijk voorgeschreven opzoekingsplicht (bv. fiscale, stedenbouwkundige staat) .
* Ook een plicht tot het vervullen van formaliteiten na het verlijden van de akte (bv. overschrijving, inschrijving) .
* En een algemene voorlichtingsplicht over juridische, fiscale en economische risico's .
### Plichten tegenover confraters
---
## Deontologische regels voor notarissen: specifieke regels en tuchtrecht
* Deontologische regels omvatten gedragsregels, publiciteit, vastgoedbemiddeling, bemiddeling in het algemeen en gerechtelijke opdrachten voor notarissen .
* Een hervormd tuchtrechtelijk kader regelt de procedure en de organen bevoegd voor tuchtzaken bij notarissen en gerechtsdeurwaarders .
### Plichten van de notaris tegenover zijn instellingen en medewerkers
* Notarissen moeten deelnemen aan algemene vergaderingen en bijdragen betalen aan het genootschap .
* Zij dienen zich gematigd uit te laten in het openbaar en in de media over het notariaat .
* Notarissen zijn verplicht professioneel wangedrag van confraters met discretie te melden aan de provinciale kamer .
* Een weigering om een huwelijkscontract te verlijden op ethische gronden werd als niet-professioneel gedrag veroordeeld .
* Notarissen leggen hun medewerkers de verplichting op de Deontologische Code na te leven .
* Bij herhaaldelijke inbreuken door medewerkers moet de notaris de dienstbetrekking beëindigen .
* Notarissen moeten hun medewerkers voortdurend opleiden .
* Bijkomende beroepsactiviteiten voor medewerkers zijn toegestaan, met uitzondering van specifieke vastgoed- of kredietberoepen .
### Informatie en publiciteit
* Notarissen mogen commerciële publiciteit vermijden bij het werven van cliënteel, maar moeten wel voorzien in de informatiebehoefte van het publiek .
* Individuele en gepersonaliseerde commerciële publiciteit is uitgesloten .
* Notarissen mogen enkel hun titel en eventueel erkend bemiddelaar melden, geen bijkomende diploma's .
* Publieke toelichting over de rol van notarissen in juridische materies is toegestaan zonder zichzelf aan te prijzen .
* Overleg met notariële instanties is vereist bij mediaverzoeken over concrete aansprakelijkheden van notarissen .
* Notarissen mogen bijdragen aan collectieve publiciteit, maar eigen communicatie moet beperkt blijven tot dienstverlening .
### Specifieke regels inzake vastgoedbemiddeling
* Notarissen die aan vastgoedbemiddeling doen, moeten strikt de notariële en deontologische regels respecteren .
* Bemiddeling is geoorloofd indien de opdracht samengaat met een ambtsverrichting en de activiteit een bijkomstig karakter heeft .
* Het is notarissen verboden positieve demarches te ondernemen om een vastgoedcliënteel op te bouwen .
* Een schriftelijke opdracht met specifieke vermeldingen is vereist voor bemiddeling, inclusief loonvoorwaarden .
* Het bemiddelingsloon mag maximaal twee procent van de verkoopprijs bedragen .
### Specifieke regels bij bemiddeling
* Notariële bemiddeling is een methode voor conflictoplossing waarbij de notaris partijen bijstaat tot een gezamenlijk akkoord te komen .
* De notaris-bemiddelaar moet onafhankelijkheid en onpartijdigheid waarborgen en mag tijdens bemiddeling geen andere opdrachten aanvaarden zonder akkoord .
* De notaris-bemiddelaar blijft gebonden door het beroepsgeheim en waakt over de vertrouwelijkheid .
* De notaris-bemiddelaar heeft een normerende adviesplicht om de overeenkomst billijk en evenwichtig te maken .
### Specifieke regels bij gerechtelijke opdrachten
### Tuchtrecht
---
### De bedrijfsjurist: statuut en taken
* **Oprichting Instituut voor Bedrijfsjuristen (IBJ):** Wettelijke erkenning verkregen bij wet van 1 maart 2000, gemoderniseerd bij wet van 9 maart 2023 .
* **Taken van het IBJ:** Opstellen ledenlijst, vaststellen en toezien op deontologische regels, promotie van het beroep, organisatie en toezicht op opleiding, bewaken fundamentele waarden, behartigen beroepsbelangen .
- **Definitie bedrijfsjurist (art. 4):** Vereist een masterdiploma in rechten, verbondenheid aan een Belgische onderneming, het verstrekken van studies en adviezen ten behoeve van deze onderneming, hoofdzakelijk juridische verantwoordelijkheid, en uitoefening
* **Afwijking verbondenheidseis:** Leden kunnen ook personen zijn die lid zijn van een bestuursorgaan indien de wet dit verbiedt via een arbeidsovereenkomst .
* **Niet-bedrijfsjuristen:** Juristen in marketing/verkoop, externe juristen van dienstverleners, en schadebeheerders van verzekeringsmaatschappijen zijn geen bedrijfsjuristen .
### Beroepsgeheim en confidentialiteit van de bedrijfsjurist
* **Noodzaak van confidentialiteit:** Essentieel voor de doeltreffende uitoefening van de bevoegdheden van de bedrijfsjurist, zowel in relatie tot de werkgever als tussen bedrijfsjuristen onderling .
* **Artikel 5 (gewijzigd 2023):** De door de bedrijfsjurist verstrekte adviezen, interne correspondentie over adviesverzoeken, ontwerpadviezen en voorbereidende documenten zijn vertrouwelijk .
* **Historische discussie beroepsgeheim:** Aanvankelijk discussie over toepassing artikel 458 Sw. en invloed arresten EGJ (AM&S, Akzo Nobel) .
* **Gevolg arresten EGJ:** Op Europees niveau (mededingingsrecht) is er strikte houding t.a.v. confidentialiteit van in-house-lawyers, die niet gelijkgesteld worden met externe advocaten .
* **Nationale interpretatie:** Ondanks Europese houding, wordt op intern Belgisch recht een ruimere invulling gegeven aan het LPP voor bedrijfsjuristen, vooral na de wetswijziging van 2023 .
* **Uitsluiting LPP:** Enkel indien ambtenaren van de Europese Commissie een bedrijfsinspectie verrichten, kan een Belgisch bedrijfsjurist geen LPP inroepen .
* **Wat valt onder advies:** Bevat juridische beoordeling van de rechtsgeldigheid van overeenkomsten, maar geen ontwerp-overeenkomsten, notulen, of informatie zonder juridisch advies .
* **Garantie confidentialiteit:** Vereist duidelijke verlening onder verantwoordelijkheid van een bedrijfsjurist; bij medewerkers moet het advies medeondertekend zijn .
### Implicaties van de confidentialiteit
* **Recht van verdediging:** De wet bevestigt dat bedrijfsjuristen adviezen verstrekken over de "bepaling van de rechtspositie", wat bijdraagt aan preventie van juridische conflicten en uitoefening van rechten van verdediging .
* **Intellectuele onafhankelijkheid:** Expliciet voorgeschreven dat bedrijfsjuristen intellectueel onafhankelijk werken .
* **Risico voor compliancy:** Het arrest Akzo Nobel bemoeilijkt de rol van de bedrijfsjurist als "compliance officer" op Europees niveau .
* **Rol als geweten:** De bedrijfsjurist wordt gezien als het "geweten" binnen het bedrijf, vervullend een taak van algemeen belang .
### Beroepstucht
* **Organen:** Tuchtcommissie (eerste aanleg) en beroepscommissie (hoger beroep) .
* **Voorzitterschap:** Gevoerd door rechters .
* **Tuchtstraffen:** Waarschuwing, berisping, schorsing (max. 1 jaar), schrapping .
* **Procedure:** Oproeping, mogelijkheid tot verweer, bijstand van advocaat of IBJ-lid .
* **Cassatieberoep:** Mogelijk tegen beslissingen van de beroepscommissie .
---
## Gerechtsdeurwaarders: hun taken, benoeming en deontologie
* Gerechtsdeurwaarders zijn zowel openbare ambtenaren als ministeriële officieren, belast met taken die door de wet zijn opgedragen of voorbehouden .
* Zij oefenen hun functie uit onder het statuut van een vrij beroep en krijgen een deel van de openbare macht overgedragen .
* Gerechtsdeurwaarders verlenen authenticiteit aan akten die zij in het kader van hun wettelijke activiteiten opstellen .
### Benoeming en eed
* Kandidaat-gerechtsdeurwaarders moeten houder zijn van een masterdiploma rechten, een stagecertificaat hebben gevolgd en voldoen aan gedrags- en nationaliteitseisen .
* Voor benoeming tot gerechtsdeurwaarder moet men minstens drie jaar kandidaat zijn, een officiële procedure volgen en advies inwinnen bij de procureur des Konings en de arrondissementskamer .
* Benoeming gebeurt door de Koning per gerechtelijk arrondissement, waarbij de deurwaarder slechts één kantoor mag hebben binnen dat gebied .
* De gerechtsdeurwaarder legt een eed af van trouw aan de Koning, gehoorzaamheid aan de Grondwet en wetten, en belooft zijn functies nauwgezet uit te oefenen .
### Wettelijke taken
* Gerechtsdeurwaarders hebben exclusieve bevoegdheden (monopolietaken) waarvoor zij ministerieplicht hebben .
* Tot de monopolietaken behoren: opstellen en betekenen van exploten, tenuitvoerlegging van gerechtelijke beslissingen, invorderen van onbetwiste geldschulden en fungeren als aangewezen autoriteiten voor adresonderzoeken (#page=210, 211) .
* Ze verrichten ook wettelijk voorziene vaststellingen van materiële feiten met authentieke bewijswaarde .
* Andere monopolietaken omvatten het opmaken van protesten, gerechtelijke openbare verkopen, en kennisnemen van diverse berichten zoals verzet, beslag, en faillissement .
* Voor taken zonder monopolie of ministerieplicht hebben gerechtsdeurwaarders residuaire bevoegdheden, zoals het lichten van uitgiften, optreden als sekwester, pandverzilveraar, of bemiddelaar .
### Gerechtelijke tussenkomsten
* Gerechtsdeurwaarders zijn verplicht in te gaan op verzoeken voor het opstellen en betekenen van exploten en de tenuitvoerlegging van gerechtelijke beslissingen .
* Weigeringsgronden voor tussenkomst omvatten wettelijke beletsels, persoonlijke omstandigheden, weigering van de verzoeker tot provisie, of opdrachten die ingaan tegen de openbare orde .
* Gerechtsdeurwaarders mogen niet optreden voor of tegen zichzelf, hun partner, bloed- of aanverwanten, of rechtspersonen waarin deze personen een meerderheidspositie bekleden .
* De fout van een gerechtsdeurwaarder bij monopolietaken kan voor een procespartij overmacht opleveren, waardoor rechtsmiddelen alsnog tijdig kunnen worden ingesteld (#page=214, 215) .
- Dit standpunt inzake overmacht is bevestigd door het Hof van Cassatie in voltallige zitting en is essentieel voor de waarborging van het recht op toegang tot de rechter (art. 6.1
* Voor niet-monopolietaken blijven de gemeenrechtelijke lastgevingsprincipes van toepassing .
* Gerechtelijke tussenkomsten omvatten betekening (dagvaarding, betekening vonnis/arrest) en vaststellingen, zoals overspel, waarvoor de deurwaarder geen advies mag geven over oorzaken of gevolgen .
---
### Rol van de gerechtsdeurwaarder bij beslag
* Gerechtsdeurwaarder mag geen akte van vaststelling opmaken die buiten wettelijke bevoegdheid valt .
* Medewerking aan uitlokking van feiten leidt tot verlies van bewijswaarde van vaststellingen .
* Verklaringen uitlokken is toegestaan als aanvulling op vaststellingen en om onderzoek te beperken .
* Volmacht voor tenuitvoerleggingen volgt uit overhandiging van uitgifte vonnis of akte .
* Wettelijke beperkingen op beslag omvatten onbeslagbare goederen en inkomsten .
* Collectief karakter van beslag vereist voorafgaande consultatie van beslagberichten .
* Indien reeds beslag is gelegd, dient de gerechtsdeurwaarder de vorige beslaglegger te contacteren .
* Misbruik van beslagrecht, zoals beslag op niet-beslagbare goederen, is niet toegestaan .
* Bij twijfel over de dekkingsgraad van de kosten van beslag dient de opdrachtgever geconsulteerd te worden .
* Bij beslag op roerende goederen dient de opdrachtgever geraadpleegd te worden als een derde eigendomsrechten kan staven .
* Gerechtsdeurwaarder mag ingaan op aanvaardbaar afbetalingsvoorstel .
* Zorgvuldigheidsnormen moeten nageleefd worden, zelfs met een uitvoerbare titel .
### Buitengerechtelijke tussenkomsten en informatieplicht
* Buitengerechtelijke tussenkomsten vereisen geen ministerieplicht; de gerechtsdeurwaarder kan verzoeken weigeren .
* Gerechtsdeurwaarder kan optreden voor invordering, schuldbemiddeling en als bemiddelaar in geschillen .
* Algemene informatieplicht jegens opdrachtgever en schuldenaar is vastgelegd .
* Bij dreigende insolvabiliteit van de debiteur moet de schuldeiser geïnformeerd worden .
* Schuldenaar wordt geïnformeerd over mogelijkheden van collectieve schuldenregeling .
* Voorafgaande raadpleging van het bestand van berichten is verplicht voor elke invorderingsprocedure .
* Bericht van controle van dreigende insolventie kan worden neergelegd bij kennis van bedreigde continuïteit .
* Bemiddelende rol van de gerechtsdeurwaarder wordt benadrukt; streven naar minnelijke oplossing .
* Informatieblad over beschikbare oplossingen voor schuldenaars moet worden toegevoegd aan dagvaarding of vonnis .
### Deontologie van de gerechtsdeurwaarder
* Deontologische code waarborgt eenvormigheid van tucht en regels, bewaakt door de Nationale Kamer .
* Onpartijdigheid en onafhankelijkheid zijn kernprincipes; evenwichtige portefeuille verzoekers nastreven .
* Belangenconflicten dienen vermeden en gemeld te worden .
* Vakkennis en permanente vorming zijn verplicht, inclusief sociale en communicatieve vaardigheden .
### Tuchtregeling
---
# Historische veranderlijkheid en evolutie van juridische beroepen
### Kernidee
* Deontologische regels zijn historisch veranderlijk en passen zich aan maatschappelijke en technische ontwikkelingen aan [12](#page=12).
* De noodzaak voor deontologie groeit met de impact van een beroep op het maatschappelijk leven [12](#page=12).
* Deontologie waarborgt het vertrouwen van de rechtzoekende in de rechtsbedeling [12](#page=12).
### Kernfeiten
* Recente fenomenen zoals mondialisering, specialisering, mediatisering en commercialisering beïnvloeden juridische beroepen en hun deontologie [12](#page=12).
* Europese regelgeving, zoals vrijheid van mededinging en vestiging, beïnvloedt deontologische regels [12](#page=12).
* Juridische beroepen met een monopoliepositie (bv. notaris, advocaat) vereisen strenge gedragsregels als waarborg voor burgers [13](#page=13).
* Deontologie omvat gedragsregels voor de concrete uitoefening van het beroep, zowel geschreven als ongeschreven [13](#page=13).
* De strafrechtelijke beginselen 'geen misdrijf zonder wet' gelden niet voor deontologische overtredingen [13](#page=13).
* Tucht is het instrument om deontologische normen te sanctioneren en afdwingbaar te maken [13](#page=13).
* Tuchtrecht wordt doorgaans uitgeoefend door de beroepsgroep zelf [14](#page=14).
* De affaire Dutroux leidde tot meer externe controle op juridische beroepen en de roep om het onttrekken van tuchtrecht aan beroepsgroepen [15](#page=15).
* Strafrecht vereist een expliciete wet voor misdrijven en straffen, uitgevaardigd door een rechtscollege [15](#page=15).
### Kernconcepten
* **Deontologie:** Het geheel van gedragsregels dat de concrete uitoefening van een beroep beheerst, gericht op maatschappelijk verantwoorde taakuitvoering [13](#page=13).
* **Tucht:** Het instrumentarium voor het sanctioneren van deontologische overtredingen, gericht op interne cohesie en het aanzien van de beroepsgroep [13](#page=13).
* **Corporatisme:** Een historisch gevolg van verengde deontologie tot enkel tucht, enkel gericht op interne belangen [15](#page=15).
* **Monopoliepositie:** Juridische beroepen met wettelijk beschermde titels en exclusieve bevoegdheden vereisen extra waarborgen [13](#page=13).
* **Ongeschreven regels:** Deontologische normen die niet expliciet in wetten zijn vastgelegd, maar wel bindend zijn [13](#page=13).
### Implicaties
* Veranderende maatschappelijke normen en technologische evolutie leiden tot aanpassing van deontologische regels [12](#page=12).
* Europese invloeden (vrijheid van dienstverlening, grondrechten) dwingen tot herziening van nationale deontologie [12](#page=12).
* De waarborg van deugdelijke juridische dienstverlening is essentieel voor het vertrouwen van burgers [13](#page=13).
* Sanctionering van deontologische inbreuken is noodzakelijk voor de geloofwaardigheid van juridische beroepen [13](#page=13).
* De tendens is om deontologische normen breder te definiëren dan enkel interne beroepsbelangen [15](#page=15).
### Bronnen van deontologie
* Internationale/supranationale verdragen (bv. EVRM) [16](#page=16).
* Grondwet [16](#page=16).
* Wetten (bv. Gerechtelijk Wetboek, Wet inzake Deontologie voor Advocaten) [16](#page=16).
### Evolutie van juridische beroepen
---
# Deontologie van de magistraat
### Kernidee
* De deontologie van de magistraat heeft tot doel het herstellen en waarborgen van het vertrouwen in de rechterlijke macht [15](#page=15) [23](#page=23).
* Inbreuken op deontologische normen kunnen leiden tot tuchtrechtelijke vervolging en bestraffing [15](#page=15).
* Juridische plichten van de magistraat omvatten onder andere eerbiediging van het beschikkingsbeginsel [25](#page=25).
### Belangrijke feiten
* De affaire Dutroux leidde tot een vertrouwenscrisis in de rechterlijke instellingen en een roep om externe controle [15](#page=15) [23](#page=23).
* Artikel 404 Ger.W. stelt verzuim van ambtsplichten sanctioneerbaar bij afbreuk aan de goede werking van justitie of vertrouwen [15](#page=15).
* Strafrecht vereist een uitdrukkelijke wettelijke bepaling voor misdrijf en straf (nullum crimen sine poena en nulla poena sine lege) [15](#page=15).
* Deontologische regels zijn vaak ongeschreven en kunnen desondanks tuchtrechtelijk bestraft worden [16](#page=16).
* Bronnen van deontologische regels zijn divers: internationale verdragen, grondwet, wetten, reglementen en zelfregulering van beroepsorganisaties [16](#page=16) [17](#page=17).
* Internationale initiatieven zoals de Bangalore Principles en Europese adviezen streven naar algemeen geldende deontologische normen [17](#page=17).
* Op nationaal vlak zijn er gidsen en codes voor magistraten (Gids voor de Magistraten) en advocaten (Codex Deontologie) [17](#page=17).
* Wijzigingen in de juridische beroepen, zoals mediatisering en specialisatie, beïnvloeden de invulling van deontologische regels [17](#page=17) [18](#page=18).
* De Hoge Raad voor de Justitie (HRJ) ziet toe op de goede werking van de rechterlijke macht en objectivering van benoemingen/bevorderingen [23](#page=23).
### Belangrijke concepten
* **Tuchtrecht vs. Strafrecht:** Strafrecht geldt strikt de wettelijke omschrijving van misdrijven en straffen; tuchtrecht sanctioneert ook ongeschreven normen en gedragingen die het vertrouwen schaden [15](#page=15) [16](#page=16).
* **Beschikkingsbeginsel:** Partijen bepalen de omvang en inhoud van een geding; de rechter mag niet meer toekennen dan gevraagd (ultra petita) of oordelen op basis van feiten buiten de rechtszaal [25](#page=25).
* **Mediatisering:** De toenemende media-aandacht voor juridische zaken creëert uitdagingen voor de deontologie, met name rond uitspraken van rechters en advocaten in de media [17](#page=17) [18](#page=18).
* **Schijn van onpartijdigheid:** Contacten van magistraten met procespartijen of hun advocaten op sociale media kunnen twijfel zaaien over onpartijdigheid [19](#page=19) [20](#page=20).
* **Rechterlijke achterstand:** Structurele gerechtelijke achterstand wordt gezien als een probleem dat grenst aan rechtsweigering [23](#page=23).
### Gevolgen
* Inbreuken op deontologie kunnen leiden tot tuchtsancties [15](#page=15).
* Publieke kritiek en wantrouwen jegens justitie als gevolg van vermeende deontologische schendingen [18](#page=18).
* Noodzaak van transparantie en onpartijdigheid wordt benadrukt in de omgang met sociale media en de pers [19](#page=19) [20](#page=20) [21](#page=21).
- > **Tip:** Het onderscheid tussen strafrecht en tuchtrecht is cruciaal
- Tuchtrecht is breder en kan ook ongeschreven regels sanctioneren die het vertrouwen in justitie raken
- > **Voorbeeld:** Een magistraat die bevriend is met de advocaat van een ex-echtgenoot op Facebook, kan de schijn van onpartijdigheid wekken, zelfs als er geen feitelijke vooringenomenheid is [20](#page=20)
---
## Deontologie van de magistraat (deel 2)
### Algemene beginselen en rechterlijke vrijheid
* Rechters mogen persoonlijke kennis die niet algemeen bekend is niet gebruiken bij hun oordeel [27](#page=27).
* Uitzondering: "algemeen bekende feiten" (notoire feiten) mogen gebruikt worden zonder bewijs of debat [27](#page=27).
* Deze feiten zijn gekend door elke ontwikkelde mens of makkelijk te kennen via algemeen toegankelijke bronnen (bv. kalender, woordenboek) [27](#page=27).
* Internetbronnen zoals Google en Wikipedia vereisen voorzichtigheid; ze zijn niet automatisch algemeen bekend [27](#page=27).
* Rechters mogen ervaringsregels, die tot het algemene weten behoren, meenemen in hun oordeel [27](#page=27).
* Processuele feiten uit andere rechtsgedingen mogen niet zomaar gebruikt worden, zelfs niet met partijkenbaarheid [27](#page=27).
* Het gebruik van persoonlijke kennis na voorlegging aan de tegenspraak van partijen blijft een punt van discussie [28](#page=28).
### Eerbied voor het recht van verdediging
* De rechter moet het recht van verdediging van partijen respecteren, wat een algemeen rechtsbeginsel is [28](#page=28).
* Dit omvat het respecteren van tegensprekelijkheid en het principe van "hoor en wederverhoor" [28](#page=28).
* De rechter mag pas oordelen na het horen van de verdediging en mag enkel steunen op elementen die aan tegenspraak werden onderworpen [29](#page=29).
* Rechtsmisbruik van het recht van verdediging door de rechter wordt tegengegaan [29](#page=29).
### Rechterlijke activiteit en onpartijdigheid
* Toenemende rechterlijke activiteit in civiele procedures kan spanningen opleveren met partijautonomie en het recht op een onpartijdige rechter [30](#page=30).
* Een te actieve opstelling van de rechter kan een (schijn van) partijdigheid veroorzaken [30](#page=30).
* Risico's van rechterlijk activisme:
* Feiten kennen die buiten de discussie vallen, wat nadelig kan zijn voor een partij [30](#page=30).
* Voorlopige oordelen laten doorschemeren of suggestieve vragen stellen in een vroeg stadium [30](#page=30).
* De meningen zijn verdeeld over in hoeverre de rechter ambtshalve onderwerpen kan aansnijden [31](#page=31).
* Rechters mogen het debat heropenen en vragen stellen, mits de informatie noodzakelijk is en partijen hun kijk kunnen geven [31](#page=31).
* Suggestieve opmerkingen/vragen die een definitief oordeel suggereren, moeten vermeden worden [31](#page=31).
### Uitspraak binnen een redelijke termijn
* **Principe:** Vonnis binnen één maand na het sluiten van de debatten [31](#page=31).
* **Nietigheid:** Deze termijn is niet voorgeschreven op straffe van nietigheid [32](#page=32).
* **Vertraging:** Oorzaken van vertraging moeten vermeld worden op het proces-verbaal en objectief verantwoord [32](#page=32).
* **Sancties:**
* Tuchtrechtelijke sancties bij het langdurig aanhouden van het beraad [32](#page=32).
* Onttrekking van de zaak aan de rechter indien deze meer dan zes maanden verzuimt te berechten [33](#page=33).
### Rechtsweigering en verhaal op de magistraat
### Controle door het Openbaar Ministerie
### Persoonlijke aansprakelijkheid van de magistraat
---
# Deontologie van juridische beroepen en actuele problematiek
### Core idea
* Deontologische regels zijn essentieel om het vertrouwen van burgers in juridische actoren te waarborgen [22](#page=22).
* Wijzigingen in juridische beroepen beïnvloeden de invulling van deontologische regels [18](#page=18).
* Groeiende mediatisering zorgt voor zichtbaarheid van deontologische perikelen [19](#page=19).
### Key facts
* Internationale deontologische principes voor magistraten zijn vastgelegd in "The Bangalore Principles of Judicial Conduct 2002" [17](#page=17).
* Op Europees niveau zijn er adviezen van de CCJE (Conseil Consultatif des Juges Européens) [17](#page=17).
* De Hoge Raad voor de Justitie heeft een Gids voor de Magistraten opgesteld [17](#page=17).
* Voor advocaten geldt de Codex Deontologie voor Advocaten (sinds 2015) [17](#page=17).
* Notarissen hebben een Deontologische Code, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit in 2015 [17](#page=17).
### Key concepts
* **Evolutie juridische beroepen:** Veranderingen zoals toenemende concurrentie, specialisatie, internationalisering, mediatisering en Europese regelgeving beïnvloeden de deontologie [18](#page=18).
* **Wijzigingen magistratuur:** Afschaffing partijpolitieke benoemingen, toenemend beleid bij open normen, mediatisering en digitalisering beïnvloeden deontologie [18](#page=18).
* **Mediatisering:** De publieke aandacht voor juridische zaken vergroot de impact van deontologische kwesties [19](#page=19).
* **Vertrouwen in justitie:** Kritiek en wantrouwen t.o.v. justitie kunnen worden versterkt door uitspraken en media-optredens [18](#page=18).
* **Schijn van onpartijdigheid:** Sociale media gebruik door rechters kan leiden tot twijfel aan onpartijdigheid [19](#page=19) [20](#page=20).
* **Communicatie buiten rechtszaal:** De rol van persrechters en de communicatie van advocaten met de media zijn gevoelige deontologische aspecten [20](#page=20) [21](#page=21).
### Implications
* Rechterlijke uitspraken, zoals vrijspraken gebaseerd op formele wetgeving, kunnen leiden tot publieke kritiek en wantrouwen, ook al handelt de rechter correct volgens de wet [18](#page=18).
* De tussenkomst van parlementsleden in hangende zaken is deontologisch problematisch en ondermijnt het principe van een eerlijk proces [18](#page=18) [19](#page=19).
* Rechters moeten uiterst voorzichtig zijn met het gebruik van sociale media om de schijn van onpartijdigheid te vermijden [20](#page=20).
* "Media-advocaten" die theorieën eerder in de media brengen dan voor de rechtbank, kunnen de grenzen van hun deontologie overschrijden [21](#page=21).
* De acties van individuele juridische professionals kunnen het werk van de gehele beroepsgroep overschaduwen [21](#page=21).
---
# Onttrekking van de zaak aan de rechter en overschrijding van de redelijke termijn
### Kernidee
* De rechter heeft juridische plichten waaronder het respecteren van het beschikkingsbeginsel en het recht van verdediging.
* Vertraging bij de uitspraak door de rechter kan leiden tot sancties of onttrekking van de zaak.
* Overschrijding van de redelijke termijn, zoals gewaarborgd door artikel 6 EVRM, kan leiden tot staatsaansprakelijkheid.
### Belangrijke feiten
* Het beschikkingsbeginsel houdt in dat partijen bepalen of, tegen wie en waarover een geding wordt gevoerd [25](#page=25).
* De rechter mag niet meer toekennen dan gevraagd is (ultra petita), met een uitzondering voor dwangsommen [28](#page=28).
* De rechter mag enkel oordelen op basis van feiten die partijen aanvoeren, niet op basis van persoonlijke kennis of informatie buiten de procedure [29](#page=29).
* Algemeen bekende feiten of feiten die men uit algemeen toegankelijke bronnen kent, mogen wel door de rechter worden gebruikt [27](#page=27).
* Er is een verbod op het gebruik van persoonlijke kennis, tenzij deze aan de tegenspraak van partijen wordt voorgelegd [28](#page=28).
* De rechtsregel "iura novit curia" betekent dat de rechter het recht zelf mag vinden en toepassen [30](#page=30).
* De rechter mag ambtshalve rechtsgronden opwerpen die uit de aangevoerde feiten blijken, zonder het voorwerp of de oorzaak van de vordering te wijzigen [30](#page=30).
* Het recht van verdediging (hoor en wederverhoor) is een algemeen rechtsbeginsel dat door de rechter gerespecteerd moet worden [31](#page=31).
* De uitspraak dient te geschieden binnen één maand na het sluiten van de debatten, tenzij anders bepaald [33](#page=33).
* Een vertraging bij de uitspraak langer dan drie maanden vereist verwittiging van de korpschef en de eerste voorzitter [33](#page=33).
* Een vordering tot onttrekking van de zaak aan de rechter kan worden ingesteld indien de rechter meer dan zes maanden verzuimt de zaak te berechten [33](#page=33).
* De onttrekking van de zaak geschiedt door verwijzing naar een andere rechter door het Hof van Cassatie [33](#page=33).
* De Belgische staat kan aansprakelijk zijn wegens overschrijding van de redelijke termijn (artikel 6 EVRM) [34](#page=34).
* De beoordeling van de redelijke termijn gebeurt concreet, rekening houdend met complexiteit, houding partijen en rechter [34](#page=34).
* Rechtsweigering is het weigeren van recht te spreken onder welk voorwendsel dan ook [35](#page=35).
### Belangrijke concepten
* **Beschikkingsbeginsel:** Partijen bepalen de grenzen van het geding.
* **Ultra petita:** Oordelen over meer dan gevraagd.
* **Persoonlijke kennis:** Kennis van de rechter die buiten de procedure is verkregen.
* **Algemeen bekende feiten:** Kennis die elke ontwikkelde persoon geacht wordt te hebben.
* **Iura novit curia:** De rechter kent het recht.
* **Recht van verdediging:** Het principe van hoor en wederverhoor.
* **Redelijke termijn:** Een door artikel 6 EVRM gewaarborgd recht op een snelle behandeling van de zaak.
### Implicaties
### Veelvoorkomende valkuilen
---
## Persoonlijke aansprakelijkheid van de magistraat wegens fouten in zijn ambtsuitoefening
### Core idea
* Magistraten oordelen in alle vrijheid en zijn niet gebonden door richtlijnen of rechtspraak van hogere instanties, aangezien België geen precedentenrecht kent [36](#page=36).
* Wettelijk voorzienbare rechtsmiddelen zijn het enige middel om rechterlijke beslissingen aan te vechten; een rechter kan niet direct persoonlijk worden aangesproken voor een fout in zijn beslissing [37](#page=37).
* De Belgische Staat kan aansprakelijk worden gesteld voor schade berokkend door een ambtsfout van een rechter of openbaar ministerie, erkend sinds de ANCA-rechtspraak [37](#page=37).
### Key facts
* Rechtsweigering is niet aan de orde bij het terzijde laten van een middel, het weigeren van getuigen of het verwerpen van deskundigenonderzoek [36](#page=36).
* Foutief rechtspreken, zelfs met een politiek statement, is geen rechtsweigering; hiertegen staan rechtsmiddelen open [36](#page=36).
* Indien er sprake is van rechtsweigering, bestaat verhaal op de rechter (art. 1140, 4° Ger.W.) en is dit strafbaar (art. 258 Sw.) [36](#page=36).
* Het Openbaar Ministerie waakt over de regelmatigheid van de dienst van de rechtbanken en kan verzuimen doen herstellen of melden [36](#page=36).
* Een cassatie-arrest is bindend na eerste cassatie sinds de wet van 6 juli 2017 (Potpourri V) [36](#page=36).
* Een fout in een vonnis leidt in principe niet tot de persoonlijke aansprakelijkheid van de magistraat vanwege het beginsel van onafhankelijkheid [37](#page=37).
* Zeer uitzonderlijk is verhaal op de rechter persoonlijk mogelijk bij bedrog of list tijdens het onderzoek of vonnis (art. 1140-1147 Ger.W.) [37](#page=37).
* De fout van een rechter die aansprakelijkheid kan brengen, bestaat in een verkeerd gedrag (criterium van normaal zorgvuldige magistraat) of schending van een direct werkende rechtsnorm [38](#page=38).
* Een vergissing bij interpretatie of toepassing van een rechtsregel is enkel foutief als het neerkomt op een verkeerde handelwijze volgens het criterium van de voorzichtige magistraat [38](#page=38).
* Niet-rechtsprekende handelingen van een rechter kunnen ook leiden tot aansprakelijkheid van de Staat, beoordeeld naar het criterium van de voorzichtige magistraat [38](#page=38).
* Elk vonnis moet gemotiveerd zijn en in openbare zitting worden uitgesproken (art. 149 Gw.) [38](#page=38).
### Key concepts
* **Rechtsweigering:** Gebrek aan rechtspraak; er is geen sprake van rechtsweigering bij het terzijde laten van middelen of verwerpen van bewijs [36](#page=36).
* **Persoonlijke aansprakelijkheid magistraat:** In beginsel niet aan de orde voor fouten in beslissingen, tenzij bij bedrog of list [37](#page=37).
* **Aansprakelijkheid van de Staat:** De Staat is aansprakelijk voor ambtsfouten van magistraten, conform art. 1382-1383 (oud) B.W., gebaseerd op de ANCA-rechtspraak [37](#page=37).
* **Criterium van de zorgvuldige magistraat:** De maatstaf voor beoordeling van foutief gedrag of handelen van een magistraat [38](#page=38).
* **Motiveringsplicht:** Essentiële waarborg tegen willekeur, verplicht de rechter zijn beslissing te onderbouwen [38](#page=38).
* **Openbaarheid van de uitspraak:** Vonnissen worden in openbare zitting uitgesproken [38](#page=38).
### Implications
* De onafhankelijkheid van magistraten beschermt hen tegen directe persoonlijke aansprakelijkheid voor rechterlijke dwalingen [37](#page=37).
* Schade door ambtsfouten van magistraten kan verhaald worden op de Staat, wat rechtszekerheid vergroot [37](#page=37).
* De motiveringsplicht en openbaarheid van uitspraken bieden burgers controle en waarborgen tegen willekeur [38](#page=38).
* Verandering in art. 1110 Ger.W. (Potpourri V) maakt cassatie-arresten bindend na de eerste vernietiging, wat invloed heeft op de autonomie van lagere rechters [36](#page=36).
### Common pitfalls
* Verwarring tussen rechtsweigering en een feitelijk of juridisch foutieve beslissing [36](#page=36).
---
# Motiveringsplicht en openbaarheid van de uitspraak
### Kernidee
* Elk vonnis moet met redenen omkleed zijn en in openbare zitting worden uitgesproken, een waarborg tegen willekeur [38](#page=38).
* De motiveringsplicht garandeert dat de rechter de voorgelegde middelen zorgvuldig heeft onderzocht en zijn uitspraak heeft beredeneerd [38](#page=38).
* Dit geldt als een vormvereiste en wordt niet miskend door een juridisch onjuist motief [38](#page=38).
### Essentiële feiten
* De motivering moet aantonen op welke feiten de rechter steunt, zodat partijen rechtsmiddelen kunnen aanwenden en hogere rechtbanken de correcte toepassing van de wet kunnen nagaan [39](#page=39).
* De beslissing en de motivering moeten duidelijk en begrijpelijk zijn voor de rechtzoekende [39](#page=39).
* Onvolledigheid of onduidelijkheid van de redenen, of het aannemen van een vordering zonder te antwoorden op verweer, wordt gelijkgesteld aan afwezigheid van motivering [39](#page=39).
- Artikel 6 EVRM waarborgt de motivering niet expliciet, maar het EHRM oordeelt dat het de rechter verplicht op duidelijke gronden te steunen, zonder gedetailleerd op elk argument in te gaan
* De motiveringsplicht is essentieel voor de deontologie van de magistraat [39](#page=39).
### Kernbegrippen en bronnen
* **Internationale en supranationale verdragen:**
* Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (art. 10) benadrukt billijk, openbaar onderzoek door een onafhankelijke en onpartijdige rechtbank [40](#page=40).
* Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (art. 6 §1) waarborgt een eerlijke en openbare behandeling, binnen een redelijke termijn, door een onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke instantie [40](#page=40).
* **Grondwet:**
* Artikel 149 Gw. legt de motiveringsplicht en de openbaarheid van uitspraak vast [38](#page=38) [41](#page=41).
* Artikel 148 Gw. (openbaarheid) is ook relevant [41](#page=41).
* **Gerechtelijk Wetboek:**
* Algemene beginselen: zaken moeten berecht worden in de volgorde van vordering (art. 4 Ger.W.) en weigeren recht te spreken is verboden (art. 5 Ger.W.) [42](#page=42).
* Hoofdstuk III (Deontologische regels), artikel 305 Ger.W. (opgeheven) legde vast dat de Hoge Raad voor de Justitie de algemene beginselen van deontologie vaststelt [42](#page=42).
* Artikel 404 e.v. Ger.W. interpreteert ambtsplichten in het licht van deontologische beginselen [42](#page=42).
* **Gids voor de Magistraten:**
* Raadgevende richtlijnen die de grote deontologische principes toelichten, geen bindende code [43](#page=43).
* Ondersteunt magistraten, biedt een kader voor de gerechtelijke instelling en informeert over de functie van magistraat [44](#page=44).
* Steunt op kernwaarden en principes, geldt ook voor openbaar ministerie met aanpassingen [44](#page=44).
* **Algemene principes inzake deontologie van magistraten:**
* Vastgesteld door de Hoge Raad voor de Justitie, ter inspiratie van de Gids, om professioneel gedrag te bevorderen en burgervertrouwen te ondersteunen [44](#page=44).
### Implicaties
* De motiveringsplicht is een essentiële waarborg tegen willekeur en een bewijs van zorgvuldigheid van de rechter [38](#page=38).
---
### Onafhankelijkheid van de rechter
* De onafhankelijkheid van de rechter is essentieel voor de rechtsstaat [50](#page=50).
* Er is een nuance te maken over de absolute onafhankelijkheid; rechters worden beïnvloed door externe factoren [50](#page=50).
* De onafhankelijkheid sensu stricto betreft geschillenbeslechting (functionele onafhankelijkheid) [50](#page=50).
* De onafhankelijkheid sensu lato omvat waarborgen tegen druk (organieke onafhankelijkheid) [50](#page=50).
* Functionele onafhankelijkheid geldt ten opzichte van de wetgevende en uitvoerende macht [50](#page=50).
* Rechters zijn ondergebracht in een aparte staatsmacht om beïnvloeding tegen te gaan [50](#page=50).
* Onafhankelijkheid geldt ook ten aanzien van collega-rechters en hiërarchische oversten [50](#page=50).
* Hoewel hiërarchie en onafhankelijkheid moeilijk verenigbaar zijn, tempert de mogelijkheid tot beroep rechters [50](#page=50).
* Hervormingen in beroep kunnen leiden tot een tempering van rechters in eerste aanleg [50](#page=50).
* Dit is belangrijk voor de eenheid in de rechtspraak [50](#page=50).
* De rechter moet onafhankelijk zijn van publieke opinie, pers, drukkingsgroepen en politieke partijen [50](#page=50).
* Rechters mogen zich niet laten beïnvloeden door media-commentaar op hangende zaken [50](#page=50).
* Volledige onafhankelijkheid betekent dat de rechter van de regering niets te vrezen of te verwachten heeft [50](#page=50).
### Diverse vormen van rechterlijke onafhankelijkheid
* Individuele onafhankelijkheid van de rechter [50](#page=50).
* Interne onafhankelijkheid: mate van beïnvloeding tussen rechters onderling [50](#page=50).
* Externe onafhankelijkheid: mate van beïnvloeding van buitenaf, bijvoorbeeld door de media [50](#page=50).
* Institutionele onafhankelijkheid: de onafhankelijkheid van de rechterlijke instelling als geheel [50](#page=50).
---
# De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht
### Core idea
* Onafhankelijkheid van de rechterlijke macht is een fundamenteel rechtsbeginsel en waarborg voor rechtszoekenden [49](#page=49) [53](#page=53).
* Het waarborgt dat rechters beslissingen nemen op basis van hun persoonlijk, vrij oordeel, vrij van externe beïnvloeding [49](#page=49).
* Dit principe is verankerd in de Belgische Grondwet en Europese verdragen [49](#page=49) [53](#page=53).
### Key facts
* De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht is expliciet neergelegd in artikel 151 van de Grondwet [49](#page=49).
* Het wordt ook impliciet afgeleid uit artikelen 148 en 149 G.GW. en het statuut van magistraten [49](#page=49).
* Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) legt steeds meer nadruk op de onafhankelijkheid als waarborg voor rechtszoekenden [49](#page=49).
* De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht is een algemeen rechtsbeginsel in het Belgisch recht [49](#page=49).
* Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR) waarborgen dit principe [53](#page=53).
### Key concepts
* **Functionele onafhankelijkheid:** Onafhankelijkheid bij de beslechting van concrete geschillen, met name ten aanzien van wetgevende en uitvoerende machten [50](#page=50).
* **Organieke onafhankelijkheid:** Waarborgen tegen uitwendige druk en beïnvloeding buiten de concrete rechtsgeschillen [50](#page=50).
* **Scheiding der machten:** Het principe dat de rechterlijke macht een aparte staatsmacht is, gescheiden van de wetgevende en uitvoerende macht [53](#page=53).
* **Onzetbaarheid van rechters:** Rechters kunnen enkel uit hun ambt worden gezet door een vonnis, niet door de uitvoerende of wetgevende macht [52](#page=52) [53](#page=53).
* **Benoeming voor het leven:** Een garantie voor onafhankelijkheid, hoewel niet absoluut vereist door het EHRM [53](#page=53).
* **Sub judice-beginsel:** De suggestie dat de pers zich onthoudt van commentaar op zaken die nog bij de rechter aanhangig zijn [51](#page=51).
### Implications
* Onafhankelijkheid beschermt rechters tegen beïnvloeding door politieke druk, hiërarchische oversten, economische belangen, media of publieke opinie [49](#page=49).
* Rechters moeten onafhankelijk blijven van collega's en drukkingsgroepen [49](#page=49).
* De mogelijkheid van hervorming in beroep kan rechters in eerste aanleg 'temperen' om voortdurende overruled te voorkomen [50](#page=50).
* Media-commentaar op hangende zaken kan een grote invloed hebben, wat een uitdaging vormt voor de rechterlijke onafhankelijkheid [51](#page=51).
* Rechters moeten zich bewust zijn van hun eigen levensbeschouwelijke overtuigingen en vooroordelen [51](#page=51).
### Guarantees for independence
* Principe van de scheiding der machten [52](#page=52).
* Wettelijke en constitutionele grondslag van rechtbanken en hoven [52](#page=52).
* Benoemingsprocedure, duur van aanstelling en onzetbaarheid van rechters [52](#page=52).
* Vaststelling van wedde bij wet [52](#page=52).
* Civielrechtelijke immuniteit van rechters [52](#page=52).
* De Hoge Raad voor de Justitie oefent extern toezicht uit op de werking van de rechterlijke macht [54](#page=54).
### The High Council of Justice
---
# Deontologische plichten en het beroepsgeheim van magistraten
### Kernidee
* Het beroepsgeheim is een fundamentele deontologische plicht voor magistraten, voortvloeiend uit de aard van hun ambt, ter waarborging van het vertrouwen van rechtzoekenden [73](#page=73).
### Wrakingsgronden van gewettigde verdenking
* Gewettigde verdenking ontstaat indien de voorzitter van het hof van Assisen bewoordingen gebruikt die twijfel wekken aan de onpartijdigheid van de magistraat [65](#page=65).
* De levensbeschouwing of sympathie voor een voetbalclub van een magistraat creëert op zichzelf geen schijn van partijdigheid [65](#page=65).
* Het onderbreken van pleidooien of het wijzen op de tijdsduur ervan door een rechter is geen indicatie van partijdigheid [65](#page=65).
* Een hoge graad van vijandschap met een partij of diens advocaat kan een grond voor wraking zijn, indien dit de sereniteit van de behandeling in gevaar brengt [67](#page=67).
### Procedure van wraking
* Een rechter die weet van een wrakingsgrond tegen hemzelf, moet zich van de zaak onthouden [67](#page=67).
* Een wrakingsverzoek moet onverwijld worden ingediend zodra de grond bekend is, en in ieder geval vóór de sluiting van de debatten [67](#page=67).
* Wraking kan niet meer worden voorgedragen nadat de rechterlijke rechtsmacht volledig is uitgeput door een gewezen beslissing [68](#page=68).
* De vordering tot wraking moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend door een advocaat met meer dan 10 jaar ervaring [68](#page=68).
* De gewraakte rechter moet binnen twee dagen een verklaring stellen met zijn antwoord op de middelen van wraking [69](#page=69).
* Over de wraking wordt binnen acht dagen uitspraak gedaan door de bevoegde hogere rechtbank [69](#page=69).
### Bekwaamheid en aanstelling van magistraten
* De wet van 18 juli 1991 introduceerde twee toegangswegen tot de magistratuur: een vergelijkend toelatingsexamen met gerechtelijke stage, of een examen inzake beroepsbekwaamheid [71](#page=71).
* Sinds 2005 is er een derde weg: vrijstelling van het examen bij minstens 20 jaar beroepservaring [71](#page=71).
* De gerechtelijke stage duurt twee jaar en omvat theoretische cursussen en praktische opleidingen [72](#page=72).
* De benoemingsprocedure is sinds 1998 gewijzigd; kandidaten worden voorgedragen door de Benoemings- en Aanwijzingscommissie (BAC) van de Hoge Raad voor de Justitie [72](#page=72).
* Korpsoversten worden aangewezen voor een periode van 5 jaar, met standaardprofielen voor hun functie [73](#page=73).
* Magistraten worden driejaarlijks geëvalueerd [73](#page=73).
### Beroepsgeheim en discretie
* Het beroepsgeheim van magistraten is niet expliciet in het Gerechtelijk Wetboek vastgelegd, maar is een fundamentele deontologische plicht [73](#page=73).
* Schendingen van het beroepsgeheim zijn strafbaar onder artikel 458 Strafwetboek [74](#page=74).
* Het beroepsgeheim sluit overleg met collega-magistraten niet uit, maar dit werd genuanceerd door het arrest van het Hof van Cassatie in de Fortis-zaak [74](#page=74).
- In de Fortis-zaak werd geoordeeld dat het overdragen van een ontwerp-arrest aan een gewezen collega voor taalkundige controle, die geen magistraat meer in functie was, een schending van het beroepsgeheim
* De overdracht van vertrouwelijke informatie moet noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de vertrouwensopdracht [75](#page=75).
- De bewering van objectieve schijn van vooringenomenheid ten aanzien van het Hof van Cassatie, gebaseerd op publieke uitspraken van de eerste voorzitter, werd meegenomen in de beoordeling van de onpartijdigheid
---
* Rechters bewaren een geheim over het beraad waaraan zij hebben deelgenomen, inclusief ontwerpen en ingenomen standpunten [76](#page=76).
* Dit beroepsgeheim omvat ook het overmaken van ontwerpen voor nalezing aan ere-magistraten [76](#page=76).
### Gedeeld beroepsgeheim
* Het Hof van Cassatie erkent een gedeeld beroepsgeheim binnen strikte grenzen [76](#page=76).
* Informatie mag worden gedeeld met anderen die met hetzelfde doel en voor dezelfde opdrachtgever optreden [76](#page=76).
* De mededeling moet noodzakelijk en pertinent zijn voor de opdracht van de geheimhouder [76](#page=76).
* De feitenrechter beoordeelt onaantastbaar of de mededeling pertinent en noodzakelijk is [76](#page=76).
* De overdracht van gegevens in de Fortis-zaak werd als niet noodzakelijk voor de vertrouwensopdracht geoordeeld [76](#page=76).
### Vrije meningsuiting van rechters
* Rechters zijn in principe verplicht zich terughoudend op te stellen [76](#page=76).
* Zij hebben echter, zoals alle burgers, recht op vrije meningsuiting conform artikel 10 EVRM [76](#page=76).
* Deze vrijheid kan aan grotere beperkingen worden onderworpen [76](#page=76).
* Rechters hebben de plicht zich publiekelijk uit te spreken als democratie, scheiding der machten of rechtsstaat bedreigd worden [77](#page=77).
* Dit geldt ook als uitspraken politiek gevoelig liggen [77](#page=77).
* De CCJE adviseert rechters weerbaarder te zijn ter bescherming van de rechtsstaat [77](#page=77).
* Het EHRM stelt dat het recht op vrije meningsuiting verandert in een plicht om de rechtsstaat te verdedigen wanneer fundamentele waarden worden aangevallen [77](#page=77).
* Magistraten hebben de morele en deontologische plicht zich luid en duidelijk uit te drukken indien de rechtsstaat, belangen van rechtszoekenden en goede rechtsbedeling in het gedrang zijn [77](#page=77).
* Zij hebben het recht en de plicht zich uit te spreken in het belang van democratie en rechtsstaat [77](#page=77).
* Het recht op vrije meningsuiting omvat het uiten van persoonlijke meningen en deelname aan openbare debatten [77](#page=77).
### Implicaties en belang
* Weerbaar opstellen en publiekelijk spreken toont onafhankelijkheid en kan publiek vertrouwen winnen [77](#page=77).
* Dit is essentieel voor het goed functioneren van de rechterlijke macht in een rechtsstaat [77](#page=77).
* Bescherming van fundamentele waarden is een gezamenlijke opdracht van rechters in Europa [77](#page=77).
* Europese samenwerking van rechters is een zichtbare manifestatie hiervan [77](#page=77).
* De Mars van Duizend Toga's was een demonstratie tegen beleid dat de rechterlijke onafhankelijkheid bedreigt [77](#page=77).
---
# Tuchtrechtelijke procedures en tuchtrechtbanken voor magistraten
### Kernconcepten
* Het tuchtrecht voor magistraten onderging ingrijpende wijzigingen, met als doel een snellere en efficiëntere aanpak van afwijkend gedrag [78](#page=78) [79](#page=79).
* Het basisbeginsel is het niet verzuimen van ambtsplichten of afbreuk doen aan de waardigheid van het ambt en de goede werking van justitie [79](#page=79) [80](#page=80).
* De hervorming werd versneld door de Dutroux-zaak, wat leidde tot een roep om een efficiënter tuchtrecht [79](#page=79).
* De deontologie van magistraten omvat gedragsregels voor professioneel en privéleven, gericht op maatschappelijk verantwoorde functie-uitoefening [83](#page=83).
### Belangrijke feiten
* De wet van 7 juli 2002 introduceerde tuchtrecht voor magistraten, die op 14 februari 2005 in werking trad [78](#page=78).
* De wet van 15 juli 2013 beoogt een snellere en efficiëntere aanpak van tuchtzaken, in werking getreden op 1 september 2014 [79](#page=79).
* Artikel 404 van het Gerechtelijk Wetboek definieert de grondslag van tucht voor magistraten [79](#page=79).
* Artikel 405 Ger.W. onderscheidt lichte tuchstraffen (terechtwijzing, blaam) en zware tuchstraffen (inhouding wedde, schorsing, etc.) [81](#page=81).
* De wet van 15 juli 2013 creëerde niet-permanente tuchtrechtbanken in eerste aanleg en in hoger beroep voor heel België [81](#page=81) [82](#page=82).
* De Nederlandstalige tuchtrechtbank zetelt in Gent, de Franstalige in Namen (eerste aanleg) [82](#page=82).
* Tuchtrechtbanken in hoger beroep zetelen te Brussel [82](#page=82).
* De overheden bevoegd om een tuchtprocedure in te stellen worden opgesomd in artikel 412, §1 Ger.W. [82](#page=82).
* Een zaak moet binnen zes maanden na kennisname van de feiten bij de tuchtrechtbank aanhangig worden gemaakt [83](#page=83).
* Tuchtzaken worden behandeld in openbare terechtzitting [83](#page=83).
* De tuchtrechtbank spreekt zich uit over ontvankelijkheid en de noodzaak van een onderzoeksmagistraat binnen een maand [83](#page=83).
### Sleutelbegrippen
* **Tuchtrecht:** Regels en procedures voor het sanctioneren van plichtsverzuim of wangedrag door magistraten [78](#page=78).
* **Ambtsplichten:** De taken en verantwoordelijkheden die een magistraat dient na te komen [79](#page=79).
* **Waardigheid van het ambt:** Het gedrag dat verwacht wordt van een magistraat om het gezag en respect voor de rechterlijke macht te behouden [79](#page=79).
* **Lichte tuchstraffen:** Sancties zonder financiële gevolgen, zoals terechtwijzing en blaam [81](#page=81).
* **Zware tuchstraffen:** Sancties met financiële consequenties, zoals weddeinhouding, schorsing, ontslag [81](#page=81).
* **Tuchtrechtbanken:** Gerechtelijke instanties belast met het behandelen van tuchtzaken tegen magistraten [79](#page=79) [81](#page=81).
* **Deontologie:** Een geheel van normen en waarden dat het gedrag van de magistraat regelt [83](#page=83).
* **Positieve deontologie:** Een visie waarbij deontologie gericht is op maatschappelijk verantwoorde functie-uitoefening en evaluatie [84](#page=84).
### Implicaties
* De tuchtrechtsystematiek garandeert dat tuchtafhandeling voldoet aan artikel 6 EVRM voor zware tuchstraffen, met waarborging van een onafhankelijke en onpartijdige rechter [81](#page=81).
* De toevoeging van artikel 404, tweede lid, Ger.W. benadrukt dat tucht het algemeen belang dient en rekening houdt met de gevolgen voor justitie en het publieke vertrouwen [80](#page=80).
---
# De deontologie van de advocaat en Europese invloed
### Core idea
* De deontologie van de advocaat regelt plichten ten opzichte van cliënt, rechter, beroepsgroep en publiek [85](#page=85).
* Internationale en Europese ontwikkelingen hebben de deontologische regels voor advocaten sterk beïnvloed [85](#page=85).
* Europese invloed is zichtbaar in discussies over samenwerkingsverbanden met niet-advocaten [85](#page=85).
### Key facts
* De Gedragscode voor Europese Advocaten (CCBE) is geïntegreerd in de Codex Deontologie [85](#page=85).
* Internationale ontwikkelingen, Europese regelgeving en specialisering vereisen aanpassing van deontologische regels [85](#page=85).
* Het arrest van het Hof van Justitie in de zaak Wouters/Savelbergh (19 februari 2002) had directe invloed op de Vlaamse deontologie [86](#page=86).
* Nederlandse Samenwerkingsverordening 1993 verbood samenwerking met niet-erkende beroepsgroepen [86](#page=86).
* Het Hof van Justitie oordeelde dat advocaten ondernemingen zijn in de zin van het Verdrag [87](#page=87).
* De Orde van Vlaamse Balies vaardigde op 22 januari 2003 een reglement uit inzake beroepsmatige samenwerking met niet-advocaten [88](#page=88).
* Het Hof van Cassatie verklaarde op 25 september 2003 artikelen 2 en 3 van dit reglement nietig [88](#page=88).
* Voorwaarden voor de titel advocaat omvatten nationaliteit (EU-burger), diploma rechten, eedaflegging en inschrijving [89](#page=89).
* Vrijheid van dienstverlening en vestiging voor EU-advocaten is geregeld in het Ger.W. [89](#page=89).
* Dienstverlening betreft occasioneel uitoefenen van werkzaamheden met naleving van Belgische regels (exclusief verblijf/inschrijving) [89](#page=89).
* Uitoefening van het beroep is onverenigbaar met magistraat, griffier, staatsambtenaar, notaris, gerechtsdeurwaarder, handel en nijverheid, tenzij onafhankelijkheid gewaarborgd [90](#page=90).
* Advocaten moeten hun beroep uitoefenen als zelfstandige, zonder band van ondergeschiktheid [90](#page=90).
### Key concepts
* De advocaat verdedigt cliëntbelangen en waakt over de rechtsstaat [85](#page=85).
* Internationale invloeden leidden tot nieuwe regels en aanpassingen in deontologie [85](#page=85).
* Multidisciplinaire associaties (MDP's) vormden de kern van de discussie in de zaak Wouters [86](#page=86).
* Mededingingsrecht, vrijheid van vestiging en dienstverlening zijn Europeesrechtelijke principes die de deontologie beïnvloeden [86](#page=86).
* Onafhankelijkheid, partijdigheid en beroepsgeheim zijn fundamentele deontologische verplichtingen van de advocaat [88](#page=88).
* Het Hof van Justitie erkende dat deontologische verplichtingen gevolgen hebben voor samenwerking met andere beroepen [87](#page=87).
* De Belgische Orde der Balies definieert het beroep als zelfstandig na een geschil over de arbeidsrelatie van een advocaat [90](#page=90).
### Implications
* De deontologie balanceert tegenstrijdige plichten (cliënt vs. rechtsstaat) [85](#page=85).
* Europese jurisprudentie en regelgeving dwingen tot heroverweging van nationale deontologische regels [86](#page=86).
* Verbod op samenwerkingsverbanden met niet-advocaten is aan banden gelegd door Europees recht, maar vereist nog steeds voorzichtigheid [88](#page=88).
### Common pitfalls
---
# Toelating tot het beroep van advocaat
### Kernidee
* Toelating tot het beroep van advocaat vereist het voldoen aan specifieke voorwaarden waaronder nationaliteit, diploma, eedaflegging en inschrijving op het tableau of de lijst van stagiairs [89](#page=89).
### Belangrijke feiten
* Belg of onderdaan van een EU-lidstaat met een diploma in rechten is vereist [89](#page=89).
* De eed afleggen zoals bepaald in artikel 429 van het Gerechtelijk Wetboek is noodzakelijk [89](#page=89).
* Inschrijving op het tableau van de Orde of de lijst van stagiairs is een voorwaarde [89](#page=89).
* EU-onderdanen mogen het beroep uitoefenen onder de voorwaarden van artikel 428bis Ger.W. [89](#page=89).
* Dienstverlening door buitenlandse advocaten is toegestaan, met naleving van Belgische regels (behalve verblijfs- of inschrijvingsvoorwaarden) [89](#page=89).
* Vrijheid van vestiging voor EU-advocaten is ook mogelijk onder hun beroepstitel [91](#page=91).
* Het beroep is onverenigbaar met magistraat, griffier, staatsambtenaar, notaris, gerechtsdeurwaarder, en handel/nijverheid [89](#page=89).
* Onverenigbaarheden kunnen aanvaard worden indien ze de onafhankelijkheid en waardigheid van de balie niet schaden [90](#page=90).
* Advocaten moeten hun beroep uitoefenen als zelfstandige, zonder band van ondergeschiktheid [90](#page=90).
### Belangrijke concepten
* **Nationaliteit:** Belg of onderdaan van een EU-lidstaat [89](#page=89).
* **Diploma:** Doctor of licentiaat in de rechten [89](#page=89).
* **Eed:** Getrouwheid aan de Koning, gehoorzaamheid aan Grondwet en wetten, eerbied voor gerecht en overheid, geen zaak aanraden/verdedigen die niet gerechtvaardigd wordt geacht [92](#page=92).
* **Inschrijving:** Op het tableau van de Orde of de lijst van stagiairs [89](#page=89).
* **Dienstverlening:** Occasioneel werk uitvoeren in België door buitenlandse advocaten [89](#page=89).
* **Vestiging:** Permanente uitoefening van het beroep in België door buitenlandse advocaten [91](#page=91).
* **Onverenigbaarheden:** Activiteiten die niet samengaan met het ambt van advocaat [89](#page=89).
* **Zelfstandig statuut:** Verplichting om het beroep onafhankelijk uit te oefenen, zonder ondergeschiktheid [90](#page=90).
* **Waardigheid van de balie:** Handhaven van de reputatie en integriteit van het beroep [90](#page=90).
* **Strafrechtelijke verdediging:** Ook in strafzaken mag een advocaat weigeren een zaak te aanvaarden die hij niet gerechtvaardigd acht [93](#page=93).
### Implicaties
* Advocaten mogen geen feiten voorhouden waarvan ze weten dat ze onwaar zijn, en mogen de rechtbank niet voorliegen [93](#page=93).
* Het is toegestaan om proceduremiddelen aan te wenden, zelfs als deze inhoudelijk haaks lijken te staan op de eed [93](#page=93).
* Een advocaat mag rechtspraak/rechtsleer die nadelig zijn voor de zaak van zijn cliënt niet verzwijgen [94](#page=94).
* De eed impliceert dat de advocaat zelf geen inbreuk mag plegen op de wet [94](#page=94).
* Weigering van inschrijving op het tableau/lijst moet gemotiveerd zijn [94](#page=94).
### Tips
---
# De vrijheid van meningsuiting van de advocaat en de grenzen daarvan
### Kernidee
* De advocaat geniet een ruime vrijheid van meningsuiting, essentieel voor de verdediging van cliënten en het publieke debat [98](#page=98).
* Deze vrijheid is niet absoluut en kent grenzen, afhankelijk van de context waarin de uiting plaatsvindt (binnen of buiten rechte) [99](#page=99).
### Belangrijke feiten
* Advocaten hebben het recht om vrij hun ambt uit te oefenen ter verdediging van recht en waarheid [97](#page=97).
* Advocaten mogen zich niet onthouden van het informeren over minnelijke oplossingen van geschillen [97](#page=97).
* Een advocaat bepaalt zelf de wijze van verdediging, zonder zich te moeten schikken naar cliëntinstructies [98](#page=98).
* De vrije meningsuiting van de advocaat wordt gewaarborgd door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) [98](#page=98).
* Een advocaat moet zich onthouden van ernstige feiten tegen de eer en faam van personen, tenzij strikt noodzakelijk [97](#page=97).
* Belediging van de rechterlijke macht of gezag kan leiden tot proces-verbaal en tuchtrechtelijke vervolging [97](#page=97).
* Kritiek op het openbaar ministerie geniet een verhoogde bescherming ten opzichte van kritiek op de rechter [98](#page=98).
* Kritiek op de tegenpartij binnen de rechtszaal is toegelaten, mits niet onnodig grievend of persoonlijk beledigend [100](#page=100).
### Belangrijke concepten
* **Pleitmonopolie:** Alleen advocaten mogen pleiten voor de meeste gerechten [97](#page=97).
* **Vrijheid van ambtsuitoefening:** Advocaten oefenen hun ambt vrij uit [97](#page=97).
* **Dominus litis:** De advocaat is de 'heer van het proces' en bepaalt de procesvoering [98](#page=98).
* **EVRM artikel 10:** Garandeert het recht op vrije meningsuiting [98](#page=98).
* **Nikula/Finland arrest:** Benadrukt de grote vrijheid van een strafpleiter om zich te uiten ter verdediging van cliëntbelangen [98](#page=98).
* **Stuer/Nederland arrest:** Zelfs een vaststelling van overtreding van gedragsregels, zonder tuchtsanctie, kan een schending van de vrije meningsuiting zijn [98](#page=98).
* **Schöpfer arrest:** Veroordeelt algemene publieke kritiek van advocaten op rechters, gebaseerd op ongefundeerde generalisaties [99](#page=99).
* **Alfantakis/Griekenland arrest:** Toelaatbare kritiek buiten rechte in een gemediatiseerd dossier, zelfs met sterke uitspraken [100](#page=100).
* **Morice/Frankrijk arrest (Grote Kamer):** Verhoogt de expressievrijheid van advocaten, inclusief kritiek op justitie via media, als onderdeel van publiek debat .
### Implicaties
* Advocaten mogen zich in principe niet laten instrueren door hun cliënt over de procesvoering [98](#page=98).
* Persoonlijke beledigingen vormen de grens van geoorloofde kritiek [98](#page=98).
* De context (binnen of buiten rechte) is cruciaal voor de beoordeling van de uitingsvrijheid [99](#page=99).
* Kritiek mag gefundeerd zijn; ongefundeerde kritiek, zeker buiten rechte, wordt minder beschermd [100](#page=100).
* Het EHRM erkent de rol van advocaten in het publieke debat, zelfs indien dit leidt tot kritiek op individuele rechters .
- > **Tip:** Houd steeds het onderscheid in gedachten tussen kritiek binnen de rechtszaal (confraternele omgang) en publieke uitingen buiten de rechtszaal
---
# Deontologische plichten van de advocaat
### Kernidee
* De toetreding tot het beroep legt de advocaat zowel wettelijke als deontologische plichten op .
* Naleving van deze plichten is essentieel voor correcte uitoefening en vertrouwen van cliënt en maatschappij .
* Nalatigheid kan leiden tot tuchtrechtelijke vervolgingen .
### Kernfeiten
* De Codex Deontologie voor Advocaten (sinds 2015, laatst bijgewerkt maart 2024) beheerst de deontologische plichten .
* Essentiële plichten omvatten deskundigheid, beroepsgeheim, onafhankelijkheid, partijdigheid en vermijding van belangenconflicten .
* Er is een Gedragscode voor Europese Advocaten (CCBE), toepasselijk verklaard voor Vlaamse Balies sinds 2007 .
* De plichten zijn ook terug te vinden in het Gerechtelijk Wetboek en reglementen van de Orde van Vlaamse Balies .
### Plicht tot bijstand
* Een advocaat mag enkel optreden na opdracht van de cliënt, een andere advocaat of een bevoegde instantie .
* De advocaat behandelt de zaak met spoed en gewetensvol, adviseert en verdedigt de cliënt .
* De advocaat blijft de cliënt op de hoogte houden van de voortgang .
* Een advocaat mag een zaak in principe niet weigeren, met uitzonderingen zoals oneerlijke zaken of gebrek aan bekwaamheid .
* Het recht om zich van een zaak te onttrekken mag niet leiden tot schade voor de cliënt .
* Een advocaat mag niet meerdere cliënten met tegenstrijdige belangen vertegenwoordigen .
### Plicht tot beroepsgeheim
* Het beroepsgeheim is een fundamentele deontologische plicht, erkend in Europese en Vlaamse codes .
* Het strekt zich uit tot alle vertrouwelijke informatie die de advocaat verneemt, onbeperkt in tijd .
* Vrijgave van vertrouwelijke informatie is enkel toegestaan mits relevant, in belang van cliënt, met diens akkoord en niet wettelijk verboden .
* Cliënten moeten vrijuit kunnen spreken voor een goede verdediging .
* Schending kan leiden tot een oneerlijk proces .
* Personeel en samenwerkende personen moeten eveneens het beroepsgeheim eerbiedigen .
* Het beroepsgeheim is strafbaar gesteld door artikel 458 Strafwetboek .
### Grondslag en draagwijdte beroepsgeheim
* De grondslag ligt in de rechten van verdediging en het recht op een eerlijk proces en privéleven (EVRM art. 6 en 8) .
* Het beschermt de vertrouwensrelatie tussen advocaat en cliënt .
* Het toepassingsgebied is ruim, inclusief briefwisseling, telefoongesprekken en e-mails .
* Zaken die vreemd zijn aan het beroep of waar de advocaat niet in beroepsmatige hoedanigheid optreedt, vallen er niet onder .
* Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen erkende het beroepsgeheim als algemeen rechtsbeginsel in het AM&S-arrest .
### Grenzen beroepsgeheim
---
### Casusoverleg artikel 458ter Strafwetboek
* Artikel 458ter Sw. laat informatie-uitwisseling toe tussen personen die samen overleggen over een casus zonder schending van beroepsgeheim .
* Dit geldt bijvoorbeeld bij overleg tussen hulpverleners, politie en parket bij intrafamiliaal geweld .
* Het faciliteert informatie-uitwisseling binnen Lokale Integrale Veiligheidscellen (LIVC) bij de aanpak van radicalisering .
* Voorwaarden zijn van toepassing op dit casusoverleg .
* Het overleg moet gericht zijn op de bescherming van fysieke en psychische integriteit of ter voorkoming van specifieke misdrijven .
### Informatieverplichting schuldbemiddelaar artikel 1675/8 Ger.W.
* Artikel 1675/8 Ger.W. machtigt de schuldbemiddelaar om inlichtingen te vragen over de vermogenstoestand van de schuldenaar .
* Dit kan aan de schuldenaar of aan derden, inclusief de persoonlijke raadsman van de schuldenaar .
* De schuldenaar moet transparantie bieden over zijn vermogen om te kunnen genieten van de collectieve schuldenregeling .
* Een vroegere versie van artikel 1675/8 Ger.W. liet de schuldbemiddelaar toe informatie te vragen zonder beroep op het beroepsgeheim door de advocaat .
* Het Arbitragehof vernietigde deze bepaling specifiek voor advocaten, omdat het geen rekening hield met hun specifieke positie .
---
# het beroepsgeheim van advocaten en de uitzonderingen daarop
### Kernidee
* Het beroepsgeheim van advocaten is een fundamenteel element van de rechten van verdediging en de rechtsbedeling .
* Het waarborgt de vertrouwensrelatie tussen cliënt en advocaat, essentieel voor de verdediging .
* Afbreuk aan het beroepsgeheim is enkel gerechtvaardigd door een dwingende reden van algemeen belang en moet strikt evenredig zijn .
### Uitzonderingen en specifieke regelingen
#### Casusoverleg (Artikel 458ter Sw.)
* Maakt informatie-uitwisseling mogelijk tussen hulpverleners, politie en parket bij geweld, radicalisering, etc. .
* Vereist een daadwerkelijk en ernstig gevaar dat anders niet vermeden kan worden .
#### Schuldbemiddeling (Artikel 1675/8 Ger.W.)
* Initiële bepaling stond schuldbemiddelaar toe beroepsgeheim te negeren, vernietigd door Arbitragehof .
* Gewijzigde bepaling liet rechter toe beroepsgeheim op te heffen, eveneens vernietigd wegens te absolute aard .
* Huidige regeling vereist transparantie van schuldenaar/derden, met mogelijkheid tot verzet tegen verzoeken .
#### Anti-witwasreglementering
* Uitzondering op beroepsgeheim voor specifieke financiële en onroerendgoedtransacties, buiten de kernactiviteit .
* Vloeit voort uit Europese richtlijnen ter bestrijding van georganiseerde misdaad en terrorisme .
* Advocaten hebben identificatie- en meldingsplicht aan stafhouder bij verdachte transacties .
* Meldingsplicht geldt niet voor advies of vertegenwoordiging in rechte (litigation privilege) .
* Grondwettelijk Hof vernietigde deel van wetgeving dat directe melding door werknemers toeliet .
* Interpretatie is dat meldingsplicht enkel geldt voor transacties buiten kernactiviteit van verdediging/advies .
* Melding aan Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) verloopt via de stafhouder .
* Reglementering wordt verder uitgewerkt in Advocatencodex .
### Kernactiviteiten vs. Overige Transacties
* Activiteiten die onder het beroepsgeheim blijven: juridisch advies en vertegenwoordiging in rechte .
* Activiteiten waarvoor meldingsplicht kan gelden: aan-/verkoop onroerend goed/bedrijven, beheer activa, bankrekeningen, oprichting vennootschappen/trusts .
### Verplichtingen binnen Anti-witwaswetgeving
* Voortdurende waakzaamheid ten aanzien van cliënten en hun transacties .
* Identificatie van cliënt, diens lasthebbers en uiteindelijk begunstigde(n) .
* Identificatie van cliënt vereist bij zakelijke relatie, transacties van 10 000 euro's of meer, of bij vermoeden van witwassen .
* Onderzoek naar het doel en de verwachte aard van de zakelijke relatie .
* Aandacht voor atypische of ongewone gedragingen, vragen of transacties .
* Verscherpte maatregelen bij politiek prominente personen of bij cliënten die niet fysiek aanwezig zijn .
---
# Preventie van witwassen van geld en financiering van terrorisme door advocaten
### Kernidee
* Advocaten moeten preventieve maatregelen nemen tegen witwassen en terrorismefinanciering binnen hun beroepsactiviteiten .
* Dit omvat specifieke situaties zoals het bijstaan bij vastgoedtransacties, vermogensbeheer, en het oprichten/beheren van vennootschappen .
### Kernfeiten
* Het toepassingsgebied omvat bijstand bij aan- of verkoop van onroerend goed/bedrijven, vermogensbeheer, bank/spaarbeginsel, oprichting/beheer van vennootschappen, en financiële/vastgoedverrichtingen .
* Identificatieplicht geldt bij zakelijke relaties, transacties van 10.000 euro of meer, vermoedens van witwassen/terrorismefinanciering, en twijfel over eerdere gegevens .
* Verplichting tot identificatie van lasthebbers en uiteindelijke begunstigden .
* Inwinning van informatie over doel en aard van de zakelijke relatie .
* Bestendige waakzaamheid ten opzichte van de zakelijke relatie en onderzoek van verrichtingen/oorsprong van fondsen .
* Verkregen informatie moet doorlopend geactualiseerd worden .
* Herhaalde identificatieprocedures zijn nodig voor cliënten die na enige jaren opnieuw komen .
* Advocaten moeten bijzondere aandacht besteden aan atypische of ongewone gedragingen/vragen/transacties .
* Verscherpte waakzaamheidsmaatregelen zijn vereist bij cliënten die niet fysiek aanwezig zijn of politiek prominente personen zijn .
* Er dient een acceptatieprocedure voor cliënten te zijn, aangepast aan de kantooromvang .
* Mogelijk beroep op nationale en internationale informatiebronnen over cliënten .
* Aandacht voor fondsen uit onverwachte bronnen, wijzigingen in cliëntactiviteit, gebrek aan zakelijke verantwoording, en operaties in baar geld of via onduidelijke rekeningen .
* Indien de cliënt weigert informatie te verstrekken, mag de advocaat geen zakelijke relatie aangaan of de tussenkomst beëindigen .
* Uitzondering op meldingsplicht geldt bij bepaling rechtspositie, verdediging in rechtsgeding, en juridisch advies .
* Bij het aanvatten van samenwerking moet de advocaat de cliënt informeren over het wettelijke kader en interne procedures .
* Melding van vermoedens aan de stafhouder van de balie bij feiten die verband houden met witwassen/terrorismefinanciering .
* In associaties van meer dan 10 advocaten wordt een verantwoordelijke advocaat aangesteld .
* De wet van 18 september 2017 implementeert de vierde anti-witwasrichtlijn en introduceert administratieve en strafrechtelijke sancties .
* Het Grondwettelijk Hof heeft bepaald dat informatie over verdachte verrichtingen die de cliënt op advies van de advocaat weigert uit te voeren, onder het beroepsgeheim valt .
* De vijfde anti-witwasrichtlijn verlaagt de vrijstellingsdrempels voor identificatie naar 150 euro .
### Kernconcepten
* **Cliëntidentificatie:** Verificatie van identiteit aan de hand van bewijsstukken .
* **Uiteindelijke begunstigde:** De natuurlijke persoon die het eindresultaat van de cliëntgenot geniet .
* **Bestendige waakzaamheid:** Voortdurend onderzoek van de zakelijke relatie en verrichtingen .
### Implicaties
### Tip
### Voorbeeld
---
# beslag onder derden in handen van een advocaat en derdenrekening
### Kernidee
* Derdenbeslag bij advocaten vereist specifieke regels vanwege het beroepsgeheim en de aard van de derdenrekening.
* De derdenrekening is een speciaal instrument om gelden van cliënten en derden gescheiden te houden van het vermogen van de advocaat.
### Kernfeiten
* Advocaten die derdengelden ontvangen, moeten deze op een aparte "derdenrekening" bij een bank deponeren .
* Deze derdenrekening is onderworpen aan toezicht door de Orde van Advocaten .
* De derdenrekening moet gescheiden blijven van alle andere rekeningen van de advocaat .
* Gelden die langere tijd geïmmobiliseerd blijven, moeten op een specifieke rubriekrekening worden gestort .
* Een rubriekrekening is specifiek verbonden aan een bepaalde cliënt of zaak .
### Kernconcepten
* **Derdenbeslag:** Beslag op gelden of zaken die een derde (de advocaat) verschuldigd is aan de debiteur van de beslagleggende schuldeiser .
* **Afgifteverbod:** De derde-beslagene mag de beslagen goederen niet meer uit handen geven aan de schuldenaar .
* **Verklaring van derde-beslagene:** De derde-beslagene moet tijdig een verklaring afleggen over de verschuldigde som .
* **Afgifteplicht:** De derde-beslagene is gehouden het beslagen bedrag af te geven aan de beslagleggende schuldeiser .
* **Beroepsgeheim:** De advocaat kan het beroepsgeheim inroepen bij de verklaring van derde-beslagene .
* **Derdenrekening:** Een bankrekening geopend op naam van de advocaat of zijn vennootschap voor het beheren van gelden bestemd voor cliënten of derden .
* **Rubriekrekening:** Een geïndividualiseerde rekening voor een specifiek dossier of cliënt .
### Implicaties
* Gelden op een derdenrekening maken juridisch deel uit van het vermogen van de advocaat, tenzij wettelijk anders bepaald .
* Persoonlijke schuldeisers van een advocaat kunnen onder bepaalde omstandigheden beslag leggen op het creditsaldo van de derdenrekening .
* Wetgeving is aangepast (art. 446quater Ger.W.) om derdengelden op derdenrekeningen beter te beschermen tegen samenloop .
* De wet van 4 februari 2020 heeft de kwaliteitsrekening (waaronder derdenrekeningen) expliciet erkend als afgescheiden van het vermogen van de rekeninghouder .
- > **Tip:** De bescherming van gelden op derdenrekeningen is versterkt door wetswijzigingen om de specifieke aard van deze kwaliteitsrekeningen te waarborgen
---
# Informatieplicht en ereloonberekening van de advocaat
### Kernidee
* De advocaat heeft een precontractuele informatieplicht over de berekening van ereloon en kosten .
* De invloed van de Wet Marktpraktijken en consumentenbescherming (WER) op vrije beroepers is aanzienlijk .
* Het verbod op 'pactum de quota litis' en 'no cure, no pay' regelt de afhankelijkheid van ereloon van resultaat .
### Belangrijke feiten
* Vroeger was de bepaling van het ereloon een 'partijbeslissing' van de advocaat .
* De Wet van 2 augustus 2002, later vervangen door Boek XIV WER (nu Boek VI WER), legde regels op voor honoraria .
* Boek VI WER bevat strikte regels voor consumenteninformatie, met name over prijzen .
* De informatieplicht geldt voor zowel schriftelijke als mondelinge bedingen .
* Het WER voorziet niet expliciet in een voorlichtingsplicht over het honorarium en de kosten .
* Niet informeren over reeds gekende of kenbare kosten (bv. deurwaarderskosten) is een schending .
* Het verbod 'pactum de quota litis' verbiedt een deel van de opbrengst als ereloon overeen te komen .
* Het verbod 'no cure, no pay' stelt het honorarium niet rechtstreeks afhankelijk van het behaalde resultaat .
* In principe wordt de verliezende partij verwezen in de kosten, maar niet in het advocatenereloon .
* De advocaat heeft toelating van de stafhouder nodig voor invordering van ereloon .
* Een advocaat die gemachtigd is om te dagvaarden, moet zich laten vertegenwoordigen door een confrater .
* Betwisting van ereloon kan via taxatie bij de Raad van Orde, gerechtelijke weg of arbitrage .
* De Raad van Orde heeft een eenzijdige controle-opdracht en kan niet oordelen over fouten .
* Reclame voor advocaten was lange tijd verboden, maar is thans toegelaten met deontologische regels .
* De Codex Deontologie (art. 82-88) regelt publiciteitsregels .
* Publiciteit mag niet misleidend zijn en moet transparant zijn over tarieven .
* Er is een verbod op afwerving van cliënten in lopende zaken .
* Succescijfers en concrete gegevens over behandelde zaken zijn niet toegelaten in reclame .
### Kernconcepten
* **Informatieplicht:** Verplichting van de advocaat om cliënten duidelijk te informeren over ereloonberekening en kosten .
* **Pactum de quota litis:** Overeenkomst waarbij het ereloon een deel van de opbrengst van de zaak is .
* **No cure, no pay:** Beding waarbij het honorarium afhankelijk is van het behaalde resultaat .
* **Rechtsplegingsvergoeding:** Forfaitaire vergoeding van advocatenereloon ten laste van de verliezende partij .
### Implicaties
---
# Regulering van reclame en publiciteit door advocaten
### Kernidee
* Reclame en publiciteit door advocaten is evolueerde van een totaalverbod naar een gereguleerde vorm, beïnvloed door Europese regelgeving en economische realiteit .
* De regels zijn vastgelegd in de Codex Deontologie voor Advocaten .
### Belangrijke feiten
* Oorspronkelijk gold in België een algeheel reclameverbod voor advocaten .
* Europese rechtspraak (EHRM in Casado Coca/Spanje) introduceerde het recht op vrije meningsuiting, ook voor commerciële informatie .
* Mededingingsregels werden een argument tegen het reclameverbod, met een rol voor de Europese Commissie en het Gerecht van Eerste Aanleg .
* De wet van 14 mei 2014 regelt reclame door vrije beroepers, met verbod op misleidende reclame en voorwaarden voor vergelijkende reclame .
* Het Reglement van 4 juni 2003 van de Orde van Vlaamse Balies introduceerde het principe van vrije publiciteit .
* Deze regels zijn overgenomen in de Codex Deontologie (artt. 82-88) .
* De omgang met media door advocaten is ook gereguleerd, met specifieke regels voor optreden als commentator of raadsman .
### Belangrijke concepten
* **Vrijheid van meningsuiting**: Artikel 10 EVRM waarborgt het recht op vrije meningsuiting, ook commercieel, en is van toepassing op advocaten .
* **Vrijheid van mededinging**: Het reclameverbod werd getoetst aan mededingingsregels als concurrentiebeperkende maatregel .
* **Deontologische voorschriften**: Strikte regels die de waardigheid en eer van het beroep waarborgen .
* **Misleidende reclame**: Altijd verboden, ongeacht het beroep .
* **Vergelijkende reclame**: In beginsel geoorloofd onder strikte voorwaarden, maar vaak feitelijk verboden .
* **Sub judice principe**: Betreft het publiceren over lopende gerechtelijke zaken, wat gereguleerd is .
### Implicaties
* Advocaten kunnen publieke optredens doen en hun titel gebruiken, mits respect voor waardigheid en deontologie .
* Uitingen in de media vallen niet onder de immuniteit van het pleidooi .
* Bij uitlatingen aan de media moet men waakzaam zijn voor het vermoeden van onschuld en rechten van betrokkenen .
* Toestemming van de cliënt is vereist voor publieke mededelingen in lopende zaken .
- > **Tip:** De Codex Deontologie bevat de actuele regels inzake publiciteit en media
- Controleer deze altijd voor de meest accurate informatie
- > **Voorbeeld:** Advocaten mogen in hun publiciteit geen succescijfers vermelden, maar wel tarieven mits transparant en volledig
---
# Deontologie en tuchtrecht van notarissen
### Core idea
* Tuchtrecht handhaaft beroepsplichten en kan ook ongeschreven regels sanctioneren .
* Deontologie voor notarissen omvat specifieke regels voor hun rol als ambtenaar en dienstverlener .
* De wet van 2022 heeft het tuchtrecht voor notarissen hervormd en verplaatst naar het Gerechtelijk Wetboek .
### Key facts
* Het tuchtrecht voor notarissen is sinds 1 januari 2024 geregeld in het Gerechtelijk Wetboek .
* De Nationale Kamer van Notarissen stelt algemene deontologische regels vast en deelt deze met de Koning .
* Genootschappen van notarissen stellen regels op voor de notariële praktijk, met goedkeuring van de Koning .
* Kamers van notarissen hadden vroeger tuchtrechterlijke bevoegdheden, maar nu niet meer .
* De notaris moet gedrag vermijden dat het vertrouwen schaadt of de waardigheid van het ambt aantast .
* De notaris is in principe verplicht diensten te verlenen wanneer hij daartoe verzocht wordt .
### Key concepts
* Deontologie voor advocaten omvat geschreven en ongeschreven regels die de eer en waardigheid van het beroep waarborgen .
* Nieuw tuchtrecht voor advocaten vereenvoudigt en professionaliseert procedures via schaalvergroting .
* De deontologische code voor het notariaat, goedgekeurd in 2004, bevat belangrijke regels, maar geen uitputtende opsomming .
* Ongeschreven morele plichten, zoals oprechtheid en discretie, zijn erkend als beroepsplichten .
* Verplichte ambtsweigering voor notarissen omvat vier specifieke gevallen .
* Het College van Toezicht biedt externe controle op de toepassing van de deontologie door advocaten .
### Implications
* Tuchtrechters kunnen ook gedrag sanctioneren dat niet expliciet in een formele tekst is omschreven .
* De hervorming van 2006 legde de focus op het waarborgen van een behoorlijke beroepsuitoefening in het algemeen belang .
* De deontologische code is bindend en toepasselijk op notarissen, kandidaat-notarissen en ere-notarissen .
* Klachten van derden tegen notarissen worden behandeld door de kamers van notarissen .
* De notaris moet weigeren akten te verlijden die strijdig zijn met openbare orde of derden misleiden .
### Common pitfalls
* Het beginsel ‘nullum crimen sine lege’ kan niet worden ingeroepen in tuchtzaken van advocaten .
* Notarissen mogen hun ambt niet uitoefenen buiten hun gerechtelijk arrondissement, behalve in specifieke gevallen .
---
# De plichten en weigeringsgronden van de notaris
### Verplichte ambtsweigering (artikel 3 Deontologische Code)
* De notaris moet ambt weigeren als de akte strijdig is met openbare orde of derden misleidt .
* Voorbeelden: overtreden Ventôsewet, verkoop tussen echtgenoten, schenden voorkeurrecht, valse verklaringen over hypothecaire toestand .
* Weigering indien partijen handelen met miskenning van rechten van derden of overheid .
* Prioriteit aan voorkomen van onwettigheid of bedrog jegens particulieren of de staat .
* Prijsbewimpeling en fiscale fraude zijn voorbeelden van miskenning rechten staat .
* De notaris moet weigeren indien hij ratione loci of ratione materiae onbevoegd is .
* Uitzondering: ambt verlenen buiten arrondissement indien partijen fysiek niet kunnen verplaatsen .
* Weigering indien de akte niet kan verleden worden zonder schending wettelijke verplichtingen of Deontologische Code .
* Dit geldt tevens voor authentificatie van overeenkomsten buiten de normale juridische bekwaamheid .
* Ook voor het authentiek verklaren van vaststellingen die geen rechtsgevolg hebben .
### Andere weigeringsgevallen en uitstel van ambtsverlening
* Notaris moet weigeren indien hij niet geprovisioneerd is .
* Principieel kan de notaris weigeren bij akten strijdig met billijkheid of met risico op schade, tegen zijn advies in .
* Uitstel van ambtsverlening is mogelijk tot vervulling formaliteiten zoals fiscale of hypothecaire opzoekingen .
### Authenticiteit en bewijskracht
* De notaris moet voldoen aan de eisen van authenticiteit door feiten en verklaringen trouw te beschrijven .
* Valsheid in openbare geschriften is een ernstige fout; verdraaiing waarheid is onaanvaardbaar .
* Voorbeelden van valsheid: toevoegingen na verlijden, valse volstorting aandelen, valse vermeldingen in akten .
* Bewijs van valsheid via strafrechter of burgerlijke rechter .
* Wat notaris zelf vaststelt, wordt gedekt door authenticiteit tenzij bewezen valsheid .
* Bewijskracht van verklaringen van partijen strekt tot juistheid van hun relaas, niet tot inhoud .
* Notaris moet weigeren als verklaring vals is, nadeel berokkent, of juistheid geverifieerd moet worden .
* Niet mogelijk voor notaris om juistheid van louter feitelijke situaties te controleren .
### Diligentie en organisatie
* Notaris moet beschikbaar zijn, diligent handelen en kantoor organiseren met voldoende middelen .
* Verplichting tot afhandeling binnen redelijke termijn geldt ook voor gerechtelijk aangestelde boedelnotaris .
---
## De plichten en weigeringsgronden van de notaris (deel 2)
### Specifieke regels inzake vastgoedbemiddeling
* Notaris die vastgoedbemiddeling doet, moet notariële praktijkregels respecteren .
* Reglement van 20 juni 2006 regelt bemiddeling bij verkoop van onroerende goederen .
* Toegelaten om onroerende goederen te koop te stellen indien opdracht samenhangt met ambtsverrichting .
* Vastgoedbemiddeling mag geen hoofdactiviteit zijn, enkel bijkomstig aan aktenverlijden .
* Handelen dient gematigd, onpartijdig, objectief, correct en transparant te gebeuren .
* Prospectie voor verkoopsopdrachten is verboden .
* Opdracht niet aanvaarden indien erkend makelaar reeds belast is .
* Rechtbank oordeelde dat vastgoedbemiddeling legitiem is als bijkomstig karakter .
* Positieve demarches om cliënteel op te bouwen zijn niet toegelaten .
### Vereisten voor de verkoopsopdracht bij vastgoedbemiddeling
* Schriftelijke mandatering door eigenaar of vertegenwoordiger is vereist .
* Opdracht moet bevatten: modaliteiten verkoop, publiciteit (incl. kosten), bemiddelingsloon en voorwaarden, verklaring over gelijkaardige opdrachten .
* Bij gebrek aan schriftelijke opdracht mag geen loon aangerekend worden .
* Opdracht maximaal zes maanden geldig, zonder stilzwijgende verlenging .
* Bemiddelingsloon is vrij overeen te komen, maximaal twee percent van verkoopprijs .
### Specifieke regels bij algemene bemiddeling
* Notaris die bemiddelt, volgt deontologische regels van Nationale Kamer .
* Reglement inzake bemiddeling van 7 oktober 2003 is van toepassing .
* Bemiddeling is een conflict oplossingsmethode waarbij notaris partijen bijstaat tot gezamenlijk akkoord .
* Notaris-bemiddelaar moet erkend zijn door bevoegde instantie .
* De notaris mag geen bepaalde oplossing opdringen; oplossing blijft in handen van partijen .
* Bemiddeling kan vrijwillig of proceduregebonden zijn .
* Notaris-bemiddelaar waarborgt onafhankelijkheid en onpartijdigheid .
* Tijdens bemiddeling mag notaris geen andere opdrachten van partijen aanvaarden zonder hun akkoord .
* Beroepsgeheim en vertrouwelijkheid van dossier blijven gelden, enkel ophefbaar met instemming .
---
# De deontologische plichten van de notaris tegenover zijn cliënten
### Kernidee
* De notaris heeft deontologische plichten tegenover zijn cliënten, vastgelegd in de Code (art. 9-16) en andere wetsbepalingen .
* Deze plichten omvatten eerlijkheid, verzoening, informatie en raadgeving, onpartijdigheid, en beroepsgeheim/discretie .
### Kernfeiten
* Volkomen eerlijkheid is vereist; raad mag nooit ingegeven zijn door eigenbelang .
* De notaris poogt steeds de partijen te verzoenen, zelfs bij gerechtelijke opdrachten, zonder zijn bemiddelende positie in gevaar te brengen .
* De notaris licht partijen volledig in over hun rechten, plichten en lasten bij rechtshandelingen .
* Hij geeft onpartijdig raad, zelfs aan partijen die een andere notaris hebben gekozen .
* Het beroepsgeheim beschermt ‘geheime informatie’ die bij uitoefening van het ambt werd toevertrouwd .
* Voor andere informatie geldt een discretieplicht, waarbij nutteloze mededeling van vertrouwelijke, niet-geheime informatie wordt vermeden .
* De notaris mag zich niet verzetten tegen toezicht door tuchtoverheden .
### Kernconcepten
* **Verbod van eigenbelang:** Voorbeelden zijn verboden bij wet (bv. art. 1596-1597 BW) en regels rond consignatie van gelden .
* **Verzoeningsopdracht:** Dit is een essentiële taak om partijen te helpen bij zelfoplossing en communicatie .
* **Informatie- en raadgevingsplicht:** Bestaat uit onderzoeksplicht, formaliteiten na akte, en een algemene voorlichtingsplicht .
* **Onderzoeksplicht:** Omvat onderzoek naar fiscale, stedenbouwkundige en zekerheidstoestand van onroerend goed, en controle van partijverklaringen .
* **Onpartijdigheid:** Vereist een volkomen onpartijdige houding bij dossiers en akten, zelfs bij tegenstrijdige belangen .
* **Beroepsgeheim:** Beschermt geheime informatie toevertrouwd tijdens de ambtuitoefening; wettelijke uitzonderingen bestaan (bv. art. 458 Sw.) .
* **Discretieplicht:** Voorkomt onnodige bekendmaking van niet-geheime, vertrouwelijke informatie die uit openbare akten blijkt .
### Implicaties
* Tegenstrijdige belangen of onevenwichtige bedingen moeten gemeld worden, met behoud van vrije keuze voor partijen .
* De notaris moet de juridische, fiscale en economische risico's van transacties benoemen .
* De notaris is verplicht zijn juridische kennis actueel te houden en bij te scholen .
* Zelfs bij wisseling van notaris blijft de plicht tot informatieverlening bestaan bij dreiging van benadeling .
* Witwaswetgeving legt een aangifteplicht op bij vermoeden van witwasoperaties .
* De notaris mag bij wijziging huwelijksvermogensstelsel geen boedelbeschrijving overmaken aan schuldeisers .
- > **Tip:** De draagwijdte van de raadgevingsplicht kan verschillen afhankelijk van de mate waarin de notaris de persoonlijke situatie van de cliënt kent
- > **Tip:** De notaris wordt niet geacht spontaan te informeren naar alle mogelijke feitelijke gegevens, maar mag niet blindelings vertrouwen op verstrekte informatie
---
# Het Instituut voor Bedrijfsjuristen (IBJ) en de deontologie van bedrijfsjuristen
### Kernidee
* Het IBJ is een wettelijk erkende beroepsorde die tot doel heeft rechtsconform gedrag binnen ondernemingen te bevorderen .
* Het IBJ stelt deontologische regels vast voor bedrijfsjuristen en ziet toe op de naleving ervan .
### Belangrijke feiten
* Bedrijfsjuristen bestaan in België sinds de jaren '50, met de oprichting van het IBJ in 2000 .
* De wet van 1 maart 2000, gewijzigd op 9 maart 2023, verankert de positie en moderniseert het statuut van de bedrijfsjurist .
* Het IBJ stelt een ledenlijst op, organiseert opleidingen en behartigt de belangen van het beroep .
* Juridische adviezen van bedrijfsjuristen zijn vertrouwelijk en beschermd tegen beslag of inzage .
* De titel van bedrijfsjurist is beschermd .
* Het IBJ heeft organen voor tuchtrecht in eerste aanleg en beroep, voorgezeten door magistraten .
* Tuchtzaken worden behandeld door het auditoraat bij de Nationale Kamer van notarissen en de kamer van notarissen .
* De tuchtraad, met een Nederlandstalige en Franstalige kamer, is bevoegd voor tuchtzaken tegen notarissen en gerechtsdeurwaarders .
* Tuchtsancties variëren van terechtwijzing tot afzetting .
* De preventieve schorsing van een notaris is mogelijk bij ernstige vermoedens en kennelijk gevaar .
### Kernconcepten
* **Bedrijfsjurist:** Een jurist in dienstverband bij een onderneming, die juridische studies en adviezen verstrekt, akten opstelt en bijstand verleent .
* **Beroepsgeheim/Confidentialiteit:** De door de bedrijfsjurist verstrekte adviezen, de correspondentie daaromtrent en voorbereidende documenten zijn vertrouwelijk .
* **Intellectuele onafhankelijkheid:** Essentieel voor de bedrijfsjurist bij het verlenen van juridisch advies aan zijn werkgever .
* **Tuchtrecht:** Het systeem van regels en sancties voor de naleving van de deontologie van notarissen en gerechtsdeurwaarders .
### Implicaties
* De erkenning van de vertrouwelijkheid van bedrijfsjuristenadviezen moedigt interne consultatie aan en bevordert naleving van wetgeving .
* De wet verduidelijkt de missie van het IBJ en ondersteunt de leden in hun beroepsuitoefening .
* Juristen werkzaam in marketing of verkoop, of extern georiënteerde juristen, kunnen niet de titel van bedrijfsjurist voeren .
* Het bezwaar dat bedrijfsjuristen geen onafhankelijk oordeel kunnen hebben wegens juridische ondergeschiktheid wordt weerlegd door het concept van functionele onafhankelijkheid .
* De bedrijfsjurist heeft het recht de uitvoering van een onwettige opdracht te weigeren .
- > **Tip:** De invoering van het IBJ en de wetgeving rond bedrijfsjuristen markeren een belangrijke stap in de erkenning en professionalisering van dit juridische beroep in België
- > **Tip:** Hoewel bedrijfsjuristenadviezen vertrouwelijk zijn, kunnen zij zich niet verschuilen achter deze plicht om onwettige praktijken toe te dekken
---
# Beroepsgeheim en de confidentialiteit van bedrijfsjuristen
### Kernidee
* Bedrijfsjuristen moeten informatie die ze verkrijgen beschermd zien door beroepsgeheim voor effectieve uitoefening van hun functie .
* Zonder deze waarborg van confidentialiteit kunnen bedrijfsjuristen hun opdrachten niet volledig uitvoeren .
* Dit geldt zowel in de relatie met de werkgever als tussen bedrijfsjuristen onderling .
### Belangrijkste feiten
* Artikel 5 van de wet van 9 maart 2023 bepaalt dat door de bedrijfsjurist verstrekte adviezen vertrouwelijk zijn .
* Deze vertrouwelijkheid strekt zich uit tot interne correspondentie over adviesverzoeken, ontwerpadviezen en voorbereidende documenten .
* Oorspronkelijk was er discussie over de directe toepasbaarheid van artikel 458 Sw. op bedrijfsjuristen .
* De wet van 1 maart 2000 verwees niet langer naar artikel 458 Sw. maar stelde dat bedrijfsjuristen bij juridisch advies onderworpen zijn aan een beroepsgeheim .
* Overtreding van artikel 5 van de wet is niet strafrechtelijk gesanctioneerd volgens de Minister van Justitie .
* De confidentialiteit blijft beperkt tot juridische adviezen verstrekt aan de werkgever in het kader van de functie van juridisch raadsman .
### Belangrijkste concepten
* **Legal Professional Privilege (LPP):** Het vertrouwelijkheidsbeginsel dat van toepassing is op juridische communicatie .
* **Functie van juridisch raadsman:** Essentieel voor de toepassing van de confidentialiteit van adviezen .
* **Onafhankelijkheid van de advocaat:** Een cruciaal criterium voor het bestaan van LPP, met name het ontbreken van een dienstverband .
* **Interne correspondentie:** Specifiek gedefinieerd in artikel 5 en beschermd onder voorwaarden .
### Implicaties
* Bedrijfsjuristen kunnen zich niet achter hun geheimhoudingsplicht verschuilen om onwettige praktijken te bedekken .
* Het arrest Akzo Nobel van 14 september 2010 oordeelde dat bedrijfsjuristen zich op Europees niveau niet kunnen beroepen op confidentialiteit van hun adviezen aan de werkgever bij kartelcontroles .
* Deze uitspraak belemmert de rol van bedrijfsjurist als "compliance officer" .
* Op nationaal Belgisch niveau, na het arrest van het Hof van Beroep te Brussel (6 april 2011), wordt het LPP voor Belgische bedrijfsjuristen ruimer geïnterpreteerd .
* Enkel bij inspecties door ambtenaren van de Europese Commissie kan een bedrijfsjurist geen LPP inroepen voor zijn geschriften .
### Veelvoorkomende valkuilen
* Juridische adviezen omvatten niet ontwerp-overeenkomsten of notulen van vergaderingen, tenzij deze ter voorbereiding van een advies zijn opgesteld .
* Briefwisseling die enkel informatie bevat en geen juridisch advies, is niet beschermd .
* Indien advies niet onder de verantwoordelijkheid van een bedrijfsjurist is verleend, dient het mede ondertekend te worden om confidentialiteit te garanderen .
---
# Het statuut, de benoeming en de wettelijke taken van de gerechtsdeurwaarder
### Kernidee
* De gerechtsdeurwaarder is een openbaar ambtenaar en ministerieel officier, belast met specifieke gerechtelijke en ministeriële taken, en functioneert onder het statuut van een vrij beroep.
* De overheid heeft een deel van haar openbare macht overgedragen aan de gerechtsdeurwaarder voor betekeningen en gedwongen tenuitvoerleggingen.
* Hij staat persoonlijk ten dienste van het publiek, is gebonden door beroepsgeheim en onderworpen aan een tuchtsysteem.
### Benoeming en eed
* Kandidaat-gerechtsdeurwaarders worden jaarlijks door de Koning benoemd op basis van een diploma rechten, gedrag, Belgische nationaliteit, en een stagecertificaat na twee jaar stage.
* Om tot gerechtsdeurwaarder benoemd te worden, moet men minstens drie jaar kandidaat-gerechtsdeurwaarder zijn en een aanvraag indienen bij de Minister van Justitie.
* De Minister van Justitie vraagt advies aan de procureur des Konings en de arrondissementskamer, waarna de benoemingscommissie een rangschikking opstelt.
* De benoeming door de Koning bepaalt het gerechtelijk arrondissement waar de gerechtsdeurwaarder zijn ambt uitoefent en één kantoor moet houden.
* Binnen een maand na benoeming legt de gerechtsdeurwaarder de eed af van trouw aan de Koning en gehoorzaamheid aan de Grondwet en wetten.
### Wettelijke taken
* Gerechtsdeurwaarders hebben exclusieve bevoegdheden en een ministerieplicht voor bepaalde taken, die zij in principe niet mogen weigeren.
* Kernmonopolietaken omvatten:
* Het opstellen en betekenen van exploten en de tenuitvoerlegging van gerechtelijke beslissingen of uitvoerbare titels.
* Het invorderen van onbetwiste geldschulden.
* Fungeren als aangewezen autoriteit voor adresonderzoek conform de Betekeningsverordening 2020/1784.
* Het verrichten van vaststellingen van materiële feiten, die authentiek zijn wat de zintuiglijk waarneembare gegevens betreft.
* Het opmaken van protesten tegen wisselbrieven, orderbrieven en bankcheques.
* Gerechtelijke openbare verkopen van roerende goederen en schepen bij gedwongen tenuitvoerlegging.
* De vrijwillige openbare verkopingen van roerende zaken (gedeeld monopolie met notarissen).
* Het kennis nemen en registreren van berichten betreffende verzet, beslag, etc. (gedeeld monopolie).
* Naast monopolietaken hebben gerechtsdeurwaarders residuaire bevoegdheden, zoals het lichten van uitgiften, optreden als sekwester, of het verlenen van rechtskundige adviezen.
* Tussenkomsten kunnen onderverdeeld worden in buitengerechtelijke en gerechtelijke interventies.
### Gerechtelijke tussenkomsten
* Enkel gerechtsdeurwaarders mogen exploten opstellen, betekenen en gerechtelijke beslissingen ten uitvoer leggen.
* Zij zijn in principe verplicht in te gaan op verzoeken voor deze monopolietaken, tenzij wettelijke weigeringsgronden van toepassing zijn.
- Weigeringsgronden zijn onder meer wettelijke beletsels (plaats, tijd, bestemmeling), persoonlijke onmogelijkheid, onwil tot betaling van provisie, strijdigheid met openbare orde of goede zeden, of een verbod door de syndicus mits
- Gerechtsdeurwaarders mogen niet optreden voor of tegen zichzelf, echtgenoot, samenwonende partner, of bloed- en aanverwanten tot in de vierde graad, noch voor rechtspersonen waarin deze personen een meerderheid van de
### Bewijswaarde van vaststellingen
* Vaststellingen door gerechtsdeurwaarders in het kader van hun openbaar ambt hebben een authentieke waarde die alleen door valsheidsvordering kan worden betwist.
### Fouten van de gerechtsdeurwaarder en overmacht
### Betekening en vaststelling
---
### Kernideeën
* De gerechtsdeurwaarder is gebonden aan de wettelijke taken en mag niet buiten zijn bevoegdheid treden of feiten uitlokken .
* Bij de tenuitvoerlegging van vonnissen of akten geldt een zorgvuldigheidsplicht, ook al is de gerechtsdeurwaarder gemachtigd .
* Buitengerechtelijke tussenkomsten kennen geen ministerieplicht; de gerechtsdeurwaarder gaat niet automatisch in op elk verzoek .
### Kernfeiten
* Een akte van vaststelling die feiten uitlokt, verliest haar bijzondere bewijswaarde .
* De gerechtsdeurwaarder mag verklaringen uitlokken indien dit een noodzakelijke aanvulling is op zijn vaststelling .
* De overhandiging van een uitgifte van een vonnis of akte is een volmacht voor alle tenuitvoerleggingen .
* Wettelijke beperkingen op beslag omvatten onbeslagbare roerende goederen en inkomsten .
* Het collectief karakter van beslag vereist voorafgaande consultatie van beslagberichten .
* Indien de waarde van beslagbare goederen nauwelijks de kosten dekt, moet de opdrachtgever geraadpleegd worden .
* Bij beslag op roerende goederen moet de opdrachtgever geconsulteerd worden als een samenwonende derde eigendomsbewijzen voorlegt .
* De gerechtsdeurwaarder mag ingaan op een aanvaardbaar voorstel tot afbetaling .
* Raadpleging van het bestand van berichten is verplicht indien een uitvoerend roerend beslag werd gelegd .
* De gerechtsdeurwaarder bevraagt de beslaglegger van een eerdere inbeslagname voor een uittreksel van het beslag .
* Een gemeengemaakt beslag wordt betekend op basis van een beslag dat niet ouder is dan drie jaar .
### Kernconcepten
* **Bevoegdheidsoverschrijding:** Handelen buiten de wettelijke grenzen, wat de bewijswaarde van akten aantast .
* **Voorzichtigheidsplicht/Zorgvuldigheidsplicht:** De verplichting om niet blindelings instructies uit te voeren en rekening te houden met omstandigheden en mogelijke fouten .
* **Misbruik van beslagrecht:** Onjuiste of buitensporige toepassing van beslagmaatregelen .
* **Collectief karakter van beslag:** Het principe dat bij meerdere schuldeisers rekening gehouden wordt met eerdere beslagen .
* **Ministerieplicht:** De wettelijke verplichting om ambtshalve bepaalde handelingen te verrichten .
* **Buitengerechtelijke tussenkomsten:** Opdrachten die de gerechtsdeurwaarder buiten een gerechtelijke procedure kan uitvoeren .
### Implicaties
* Een gerechtsdeurwaarder die zich te veel identificeert met de belangen van de opdrachtgever, verliest zijn onafhankelijke positie .
* Naleving van de zorgvuldigheidsnormen is essentieel om fouten te vermijden die tot schadeherstel kunnen leiden jegens derden .
* De procedure van gemeengemaakt beslag zorgt voor een gecoördineerde aanpak bij meerdere beslagen .
* Bij buitengerechtelijke taken heeft de gerechtsdeurwaarder meer discretionaire bevoegdheid .
---
# De rol en plichten van de gerechtsdeurwaarder bij tenuitvoerlegging en buitengerechtelijke interventies
### Kernidee
* De gerechtsdeurwaarder combineert de rol van uitvoerend ambtenaar met een informatie- en bemiddelingsplicht .
* Hij handelt buiten wettelijke bevoegdheid als hij feiten uitlokt en deze vaststelt .
* Bij buitengerechtelijke interventies is er geen ministerieplicht; de deurwaarder hoeft niet altijd op verzoeken in te gaan .
### Kernfeiten
* De overhandiging van de uitgifte van een vonnis of akte geldt als volmacht voor tenuitvoerleggingen .
* Wettelijke beperkingen op beslag omvatten onbeslagbare roerende goederen en inkomsten .
* Het collectief karakter van beslag vereist voorafgaande consultatie van beslagberichten .
* De gerechtsdeurwaarder is geen blinde uitvoeringsagent en moet voorzichtigheid betrachten .
* Bij roerend beslag en onvoldoende waarde voor kosten, dient de deurwaarder de opdrachtgever te informeren .
* Deurwaarders kunnen buitengerechtelijk optreden bij geldschulden, als minnelijke schuldbemiddelaar en in familiezaken .
* Een informatieblad over beschikbare oplossingen voor schuldenaars moet bij dagvaardingen en vonnissen worden gevoegd .
* Deurwaarders moeten onpartijdigheid en onafhankelijkheid waarborgen, ook bij het informeren van beide partijen .
* Diensten worden verleend volgens een wettelijk tarief; resultaatvergoedingen zijn in de gerechtelijke fase niet toegestaan .
* Deurwaarders zijn gebonden aan beroepsgeheim en discretieplicht .
### Kernconcepten
* **Zorgvuldigheidsplicht:** Deurwaarders moeten handelen zoals een normaal zorgvuldige collega in dezelfde omstandigheden .
* **Misbruik van beslagrecht:** Kan voorkomen bij beslagbare goederen, aantal en omvang van beslagen .
* **Collectief beslag:** Vereist raadpleging van het bestand van berichten (art. 1391, §2 Ger.W.) .
* **Informatieplicht:** Jegens opdrachtgever en schuldenaar over dreigende insolvabiliteit, kosten en mogelijkheden .
* **Bemiddelende rol:** Deurwaarders streven naar minnelijke oplossingen en wijzen op bemiddelingsmogelijkheden .
* **Deontologische code:** Een normerend kader dat onafhankelijkheid, onpartijdigheid en dienstverlening aan het algemeen belang benadrukt .
* **Preventieve schorsing:** Kan worden opgelegd bij ernstige vermoedens en gevaar voor derden of de beroepsreputatie .
### Implicaties
* Een deurwaarder die feiten uitlokt, kan geen bijzondere bewijswaarde ontlenen aan zijn akte .
* Naleving van de zorgvuldigheidsnormen kan leiden tot aansprakelijkheid voor schade aan derden bij tekortkoming .
* Deurwaarders moeten een evenwicht zoeken tussen de belangen van schuldeiser en schuldenaar .
* Het niet naleven van de plicht tot raadpleging van beslagberichten kan leiden tot de inroeping van artikel 866 Ger.W. .
* Buitensporige bedingen in algemene voorwaarden van opdrachtgevers moeten worden geweigerd of herleid .
### Tips
---
# De hervorming van de tuchtprocedure voor gerechtsdeurwaarders
### Core idea
* De tuchtprocedure voor gerechtsdeurwaarders is hervormd met de wet van 22 november 2022, ingaande 1 januari 2024 .
* Onderzoek en vervolging worden toevertrouwd aan een auditoraat, beslissingen over straffen aan een tuchtraad .
* Een nieuw boek IVbis in het Gerechtelijk Wetboek regelt de tucht voor notarissen en gerechtsdeurwaarders .
### Key facts
* Tuchtstraffen kunnen worden opgelegd bij gedrag dat afbreuk doet aan de waardigheid of bij plichtsverzuim .
* Tuchtstraffen omvatten terechtwijzing, blaam, geldboete, uitsluiting, schorsing en afzetting .
* De tuchtrechtelijke geldboete varieert van 125 euro tot 25.000 euro .
* Uitsluiting uit beroepsorganen kan maximaal vijf jaar duren, bij herhaling tien jaar .
* Afzetting leidt van rechtswege tot verlies van de titel van (kandidaat-)gerechtsdeurwaarder .
* De tuchtraad kan de uitspraak van een veroordeling opschorten of de uitvoering van een sanctie uitstellen .
* Preventieve schorsing kan worden opgelegd bij ernstige vermoedens en kennelijk gevaar voor derden of de beroepswaardigheid .
* Preventieve schorsing duurt maximaal de duur van de procedure, of maximaal één maand, eenmaal verlengbaar, nog vóór procedure .
### Key concepts
* De Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders focust niet langer op tuchtvormigheid, maar op deontologie en wetuitvoering .
* De Nationale Kamer organiseert het auditoraat van de tuchtraad .
* Een auditoraat is opgericht binnen de Nationale Kamer, belast met onderzoek en vervolging .
* Het auditoraat heeft een nationale bevoegdheid met Nederlandstalige en Franstalige afdelingen .
* De bevoegdheid van de afdelingen hangt af van de taalrol van de gerechtsdeurwaarder of kandidaat .
* Een auditeur mag niet standplaats houden in het arrondissement waar de beschuldigde actief is .
* Het auditoraat onderzoekt klachten van derden of leden, en aangiften van procureur des Konings, arrondissementskamer of nationaal verslaggever .
* Het auditoraat kan klachten seponeren of een minnelijke schikking voorstellen .
### Implications
* Klachten worden nu gericht aan het auditoraat van de tuchtraad .
* De nationale tuchtraad met Nederlandstalige en Franstalige kamers is bevoegd voor notarissen en gerechtsdeurwaarders .
* De Nationale Kamer informeert de betrokken partijen binnen een maand na ontvangst klacht/aangifte .
* Het onderzoek door de auditeur moet binnen drie maanden worden afgerond met een verslag .
* Minnelijke schikkingen kunnen een einde maken aan de onderzoeksprocedure, met beperkingen .
* Een minnelijke schikking is niet mogelijk bij aangifte van de procureur des Konings .
### Common pitfalls
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Term | Definitie |
| Tuchtrecht | Het rechtsgebied dat zich bezighoudt met de disciplinaire maatregelen die kunnen worden opgelegd aan personen die hun ambtsplichten verzuimen of door hun gedrag afbreuk doen aan de waardigheid van hun ambt, met als doel de goede werking van de justitie en het vertrouwen in de instelling te waarborgen. |
| Tuchtrechtbank | Een rechtbank die bevoegd is om tuchtzaken betreffende magistraten te behandelen en tuchtsancties op te leggen, bestaande uit tuchtrechtbanken in eerste aanleg en tuchtrechtbanken in hoger beroep. |
| Lichte tuchtstraffen | Disciplinaire sancties die geen financiële gevolgen hebben voor de gesanctioneerde magistraat, zoals de terechtwijzing en de blaam. |
| Zware tuchtstraffen | Disciplinaire sancties die financiële implicaties hebben voor de gesanctioneerde magistraat, waaronder inhouding van wedde, tuchtschorsing, lagere inschaling, terugzetting, ontslag van ambtswege, ontzetting uit het ambt of afzetting. |
| Ambtsplichten | De taken en verantwoordelijkheden die inherent zijn aan de functie van een magistraat, inclusief de plicht om zich integer, onpartijdig en bekwaam te gedragen in zowel professionele als privéaangelegenheden. |
| Deontologie | Een geheel van fundamentele normen en waarden, met daaruit afgeleide gedragsregels, waaraan een magistraat zich dient te houden in de uitoefening van zijn functie en in zijn privéleven, met als doel een maatschappelijk verantwoorde ambtsuitoefening te verzekeren. |
| Positieve deontologie | Een benadering van deontologie die zich richt op het bevorderen van een maatschappelijk verantwoorde ambtsuitoefening door middel van evaluatie en kwaliteitsverbetering, in plaats van enkel te focussen op sancties bij overtredingen. |
| Ordemaatregel | Een tijdelijke maatregel die door een bevoegde overheid kan worden opgelegd, zoals schorsing in het belang van de dienst, met mogelijke inhouding van wedde, om de goede werking van de dienst te waarborgen tijdens een lopend onderzoek. |
| Openbaar ministerie | Een gerechtelijke instantie die belast is met het vervolgen van strafbare feiten en het handhaven van de rechtsorde, en die in tuchtzaken de rol kan spelen van het aanhangig maken van zaken bij de tuchtrechtbank of het geven van advies. |
| Hoge Raad voor de Justitie | Een onafhankelijk orgaan dat toezicht houdt op de werking van de rechterlijke orde en dat onder andere klachten over magistraten kan ontvangen en doorsturen naar de bevoegde overheden. |
| Beslag onder derden | Een juridische procedure waarbij een schuldeiser beslag legt op een vordering die een derde heeft op zijn schuldenaar. De derde wordt dan verplicht om hetgeen hij aan de schuldenaar verschuldigd is, rechtstreeks aan de schuldeiser te betalen. |
| Derdenrekening | Een specifieke bankrekening die advocaten verplicht zijn aan te houden voor het deponeren van gelden die zij ontvangen voor rekening van hun cliënten of derden. Deze rekening moet gescheiden zijn van hun eigen vermogen en staat onder toezicht van de Orde van Advocaten. |
| Afgifteverbod | De verplichting voor een derde op wiens handen beslag is gelegd, om de bedragen of zaken die hij aan de beslagen debiteur verschuldigd is, niet meer uit handen te geven vanaf de betekening van het derdenbeslag. Schending hiervan kan leiden tot de verklaring dat de derde zelf schuldenaar is voor de oorzaken van het beslag. |
| Verklaring van derde-beslagene | De wettelijke plicht van de derde op wiens handen beslag is gelegd, om binnen een bepaalde termijn (meestal vijftien dagen na betekening) een volledige en nauwkeurige verklaring af te leggen aan de beslagleggende schuldeiser. Hierin moet worden aangegeven of hij de beslagen debiteur schuldig is en zo ja, welk bedrag. |
| Afgifteplicht | De verplichting van de derde-beslagene om, na het verstrijken van de termijn voor de verklaring, het beslagen bedrag af te geven aan de beslagleggende schuldeiser. |
| Beroepsgeheim van de advocaat | Het recht en de plicht van een advocaat om vertrouwelijke informatie die hij van zijn cliënt verkrijgt, niet openbaar te maken. Dit kan van invloed zijn op de verklaring die een advocaat moet afleggen bij derdenbeslag. |
| Rubriekrekening | Een specifieke bankrekening die geopend wordt voor een bepaald dossier of een bepaalde cliënt, met name wanneer gelden langere tijd geïmmobiliseerd zullen blijven. De rente die deze rekening opbrengt, komt toe aan de bestemmeling. |
| Kwaliteitsrekening | Een algemene term die verwijst naar rekeningen die door verschillende beroepsbeoefenaars worden gebruikt om gelden van derden afgescheiden te houden van hun eigen vermogen, zoals de derdenrekening en de rubriekrekening. |
| Pactum de quota litis | Een overeenkomst tussen een advocaat en zijn cliënt waarbij het ereloon uitsluitend afhankelijk is van de uitkomst van de zaak (ook wel "no cure, no pay" genoemd). Dit is in België verboden. |
| Partijbeslissing | Een beslissing van een partij aan wie de bevoegdheid is verleend om de inhoud van de rechten en plichten van de andere partij te bepalen of te wijzigen. Vroeger kon het ereloon van een advocaat op deze manier worden bepaald. |
| Arbitrage | Een methode om geschillen, zoals ereloongeschillen tussen advocaten en cliënten, buiten de rechtbank om te beslechten, mits dit vrijwillig door beide partijen is overeengekomen. |
| Codex Deontologie voor Advocaten | Een verzameling regels die de ethische gedragsnormen voor advocaten vastleggen, inclusief bepalingen inzake publiciteit en omgang met de media. |
| Deontologische regels | Ethische voorschriften die de beroepsuitoefening van advocaten regelen, gericht op het handhaven van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid binnen het beroep. |
| Europese Commissie | Een instelling van de Europese Unie die toezicht houdt op de naleving van mededingingsregels en richtlijnen opstelt voor beroepsbeoefenaars, inclusief de regels rondom reclame. |
| Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) | Een internationaal gerechtshof dat waakt over de naleving van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, inclusief het recht op vrije meningsuiting, ook in commerciële contexten. |
| Federale Raad van de Balies | Een overlegorgaan dat advies verleent en overleg organiseert over aangelegenheden die de balie in het algemeen en de goede rechtsbedeling betreffen, bestaande uit vertegenwoordigers van de Vlaamse en Franstalige balies. |
| Gerecht van Eerste Aanleg van de EG | Een rechtsprekend orgaan binnen de Europese Gemeenschappen dat zich uitspreekt over geschillen met betrekking tot het Europees recht, waaronder de verenigbaarheid van beroepsregels met mededingingsrecht. |
| Misleidende reclame | Reclame die onjuiste of onvolledige informatie bevat, waardoor de consument of cliënt op het verkeerde been wordt gezet, en die te allen tijde verboden is. |
| Orde van Vlaamse Balies (OVB) | Een autonome beroepsorganisatie die de 14 Vlaamse balies omvat en belast is met het bewaken van de eer, rechten en gemeenschappelijke beroepsbelangen van haar leden, inclusief het vaststellen van reglementen. |
| Publiciteit | Elke vorm van communicatie die gericht is op het promoten van de diensten van een advocaat, inclusief reclame, met als doel het aantrekken van cliënten. |
| Reclameverbod | Een historisch principe dat advocaten in België verbood om persoonlijke publiciteit te voeren, dat geleidelijk aan is versoepeld onder invloed van Europese regelgeving en rechtspraak. |
| Reglement van 4 juni 2003 inzake publiciteit | Een reglement van de Orde van Vlaamse Balies dat het principe van vrije publiciteit voor advocaten invoerde, met specifieke beperkingen en voorwaarden om de deontologie te waarborgen. |
| Tuchtraad | Een orgaan dat bevoegd is om tuchtstraffen op te leggen aan notarissen en gerechtsdeurwaarders, ingesteld bij wet van 22 november 2022 en in werking getreden op 1 januari 2024. |
| Auditoraat | Een orgaan dat belast is met het onderzoeken van klachten en aangiften tegen notarissen en gerechtsdeurwaarders, en met de vervolging in tuchtzaken, ingesteld binnen de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders. |
| Tuchtsancties | Strafmaatregelen die kunnen worden opgelegd aan gerechtsdeurwaarders of kandidaat-gerechtsdeurwaarders die hun plichten verzuimen of afbreuk doen aan de waardigheid van het korps. |
| Preventieve schorsing | Een tijdelijke schorsing van de beroepsactiviteit van een gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder, opgelegd door de voorzitter van de bevoegde tuchtkamer indien er ernstige vermoedens bestaan en er kennelijk gevaar is voor nadeel aan derden of het beroep. |
| Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders | Een beroepsorganisatie die niet langer de eenvormigheid van de tucht bewaakt, maar zich richt op deontologie en de uitvoering van wetten en verordeningen, en die tevens bevoegd is voor het organiseren van het auditoraat van de tuchtraad. |
| Minnelijke schikking | Een overeenkomst die de onderzoeksprocedure beëindigt, voorgesteld door het auditoraat en aanvaard door de betrokkene, die na betaling de procedure stopzet. |
| Standplaats | De locatie waar een gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder zijn kantoor heeft gevestigd en waar zijn beroepsactiviteit primair wordt uitgeoefend. |
| Taalrol | De indeling van notarissen en gerechtsdeurwaarders op basis van de taal van hun diploma of getuigschrift, die hun bevoegdheid bepaalt binnen de Nederlandstalige of Franstalige tuchtkamer. |
| Afzetting | Een tuchtsanctie die inhoudt dat een gerechtsdeurwaarder permanent uit zijn ambt wordt ontzet, wat tevens leidt tot het verlies van de titel van (kandidaat-)gerechtsdeurwaarder. |
| Tucht | Het instrument dat wordt gebruikt om overtredingen van deontologische normen te sanctioneren. Het omvat de regels betreffende de bestraffing van inbreuken, de bevoegde organen, de procedures en de mogelijke straffen. |
| Juridische dienstenverlener | Een professional die juridische diensten verleent, zoals een magistraat, advocaat, gerechtsdeurwaarder of notaris, en die gebonden is aan specifieke gedragsregels. |
| Rechtzoekende | Een persoon die zich wendt tot juridische professionals voor advies, bijstand of vertegenwoordiging in juridische aangelegenheden. |
| Monopoliepositie | De exclusieve bevoegdheid die bepaalde juridische beroepsgroepen hebben om specifieke juridische handelingen uit te voeren, zoals het spreken van recht of het verdedigen voor de rechtbank. |
| Titelbescherming | Een wettelijk systeem waarbij de benaming van een beroep (zoals rechter, advocaat, gerechtsdeurwaarder, notaris) beschermd is, wat impliceert dat enkel gekwalificeerde personen deze titel mogen voeren. |
| Collegialiteit | Het principe van onderlinge respect en samenwerking tussen leden van dezelfde beroepsgroep, wat een belangrijk aspect is binnen de deontologie van juridische beroepen. |
| Strafrecht | Het rechtsgebied dat zich bezighoudt met de omschrijving van misdrijven, hun bestanddelen en de bijbehorende straffen, waarbij het principe van "geen misdrijf zonder wet" geldt. |
| Corporatisme | Een situatie waarin de deontologie te veel gericht is op de interne belangen en de reputatie van de beroepsgroep zelf, ten koste van externe controle en maatschappelijke verantwoordelijkheid. |
| Mediatisering | De toenemende aandacht en berichtgeving in de media over juridische zaken en de betrokken professionals, wat invloed kan hebben op de perceptie en de uitoefening van juridische beroepen. |
| Europese regelgeving | Wetgeving en richtlijnen afkomstig van Europese instellingen (zoals de Europese Unie) die invloed hebben op de deontologische regels en de beroepsuitoefening binnen lidstaten. |
| Zelfreglementering | Het proces waarbij een beroepsorganisatie eigen regels en normen opstelt voor de uitoefening van het beroep, zoals de reglementen van de Orde van Advocaten. |
| Bangalore Principles of Judicial Conduct | Een reeks fundamentele deontologische beginselen voor magistraten, opgesteld door het Comité van de Rechten van de Mens van de VN, bedoeld als internationale inspiratiebron voor landen bij het vastleggen van gedragsregels voor rechters. |
| Conseil Consultatif des Juges Européens (CCJE) | Een adviserend orgaan binnen de Raad van Europa dat zich bezighoudt met de gedragsregels voor rechters, waarbij vertrouwen als primair uitgangspunt wordt gehanteerd bij het bepalen van deze regels. |
| Deontologische Code (Notarissen) | Een specifieke gedragscode voor notarissen, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit, die de ethische richtlijnen en professionele standaarden voor dit juridische beroep vastlegt. |
| Mediatisering van het gerecht | De toenemende aandacht en berichtgeving in de media over gerechtelijke procedures, uitspraken en de betrokkenen, wat invloed kan hebben op het publieke imago en het vertrouwen in de rechtspraak. |
| Vormvoorwaarden op straffe van nietigheid | Procedurele eisen die bij wet expliciet zijn voorgeschreven en waarvan de niet-naleving leidt tot de ongeldigheid van het bewijs of de procedure, zoals bepaald in de wet van 24 oktober 2013 met betrekking tot telefoontaps. |
| Proces-verbaal | Een officieel verslag of document opgemaakt door een bevoegde ambtenaar, waarin feiten of verklaringen worden vastgelegd, zoals een proces-verbaal van een telefoongesprek tussen een parlementslid en een jeugdrechter. |
| Deontologische Commissie van het Parlement | Een commissie binnen het parlement die toeziet op de naleving van de deontologische regels door parlementsleden en klachten hierover onderzoekt. |
| Schijn van onpartijdigheid | De perceptie bij het publiek of betrokkenen dat een rechter of andere juridische professional mogelijk niet volledig onpartijdig is, zelfs als er geen feitelijke vooringenomenheid is, wat het vertrouwen in de rechtspraak kan schaden. |
| Wrakingsprocedure | Een juridische procedure waarbij een partij kan verzoeken om een rechter te laten vervangen omdat er redenen zijn om aan diens onpartijdigheid te twijfelen. |
| Persrechter | Een rechter die is aangewezen om namens een rechtbank of gerecht te communiceren met de media over lopende zaken, waarbij de uitspraken van de persrechter niet per definitie de onpartijdigheid van alle andere rechters beïnvloeden. |
| Beschikkingsbeginsel | Het principe dat de partijen bepalen of, tegen wie en waarover een geding wordt gevoerd, waarbij de eisende partij de oorzaak en het voorwerp van de vordering bepaalt en de verwerende partij de verweermiddelen en eventuele tegenvorderingen. |
| Ultra petita | Een rechterlijke uitspraak waarbij meer wordt toegekend dan door de eisende partij is gevorderd, wat in strijd is met het beschikkingsbeginsel. |
| Materiële verschrijvingen en omissies | Fouten in de tekst van een rechterlijke beslissing, zoals rekenkundige misrekeningen of weggelaten bepalingen, die verbeterd kunnen worden zonder de rechten die in de beslissing zijn bevestigd, uit te breiden, te beperken of te wijzigen. |
| Omissie van een punt van de vordering | Het verzuim van een gerecht om zich uit te spreken over een bepaald onderdeel van de vordering, wat achteraf hersteld kan worden onder bepaalde voorwaarden. |
| Persoonlijke kennis van de rechter | Informatie die de rechter uit eigen ervaring of buiten het formele onderzoek en de debatten verkrijgt, en die niet aan de tegenspraak van partijen is onderworpen. Het gebruik hiervan is in principe verboden om willekeur te voorkomen. |
| Algemeen bekende feiten (notoire feiten) | Feiten die ieder ontwikkeld mens kent of uit algemeen toegankelijke bronnen kan kennen, en die de rechter mag betrekken in zijn oordeel zonder bewijs of heropening van debatten. |
| Ervaringsregels | Algemeen bekende principes gebaseerd op levenservaring, die de rechter mag gebruiken bij zijn oordeelsvorming, zoals het feit dat per post verzonden stukken soms te laat aankomen. |
| Processuele feiten | Feiten die een rechter kent uit een ander rechtsgeding waarin een van de partijen betrokken was, en die niet zomaar in een nieuw geding mogen worden gebruikt zonder dat ze aan tegenspraak zijn onderworpen. |
| Iura novit curia | Het principe dat de rechter het recht kent en toepast op de feiten die partijen aanreiken, zonder dat partijen verplicht zijn de juridische norm te noemen waarop zij hun vordering baseren. |
| Recht van verdediging | Een algemeen rechtsbeginsel dat inhoudt dat partijen het recht hebben om gehoord te worden en zich te verdedigen tegen feitelijke en juridische elementen die relevant zijn voor het rechterlijke oordeel. |
| Tegensprekelijkheid van de debatten | Het principe dat alle partijen de gelegenheid moeten krijgen om hun standpunten naar voren te brengen en te reageren op de argumenten van de tegenpartij, wat essentieel is voor de neutraliteit van de rechter. |
| Verstek | De situatie waarin een verwerende partij niet verschijnt voor de rechter, waarbij de rechter ambtshalve bepaalde bevoegdheden en de regelmatigheid van de dagvaarding moet onderzoeken. |
| Deontologie van de advocaat | De deontologie van de advocaat omvat de ethische en professionele plichten die een advocaat moet naleven in de uitoefening van zijn beroep, gericht op het behartigen van cliëntbelangen, het waarborgen van de rechtsstaat en het handhaven van de integriteit van het beroep. |
| Rechtsstaat | Een staatsvorm waarin de macht van de overheid is beperkt door de wet en waarin burgers beschermd worden tegen willekeurige overheidsbeslissingen, mede door de rol van onafhankelijke advocaten. |
| Gedragscode voor Europese Advocaten (CCBE) | Een document dat de gedragsregels voor advocaten binnen Europa vastlegt, aangenomen door de Raad van de Ordes van Advocaten van Europa (CCBE), en dat als leidraad dient voor de deontologie van het beroep. |
| Codex Deontologie | Een verzameling van regels en normen die de ethische gedragscode van advocaten vastleggen, waarin ook de Europese Gedragscode is geïntegreerd. |
| Internationalisering en globalisering | De toenemende onderlinge verbondenheid van landen en economieën op wereldwijde schaal, die invloed heeft op de juridische praktijk en de deontologische regels voor advocaten. |
| Multidisciplinaire associaties (Multi Disciplinary Practices - MDP) | Samenwerkingsverbanden tussen advocaten en beoefenaars van andere beroepen, zoals accountants, die discussie oproepen over de deontologische grenzen van dergelijke samenwerkingen. |
| Hof van Justitie | Het hoogste gerechtshof van de Europese Unie, dat uitspraken doet over de interpretatie en toepassing van het EU-recht, inclusief zaken die betrekking hebben op de mededinging en de vrijheid van dienstverlening binnen de juridische sector. |
| Samenwerkingsverordening | Een reglement dat de voorwaarden en beperkingen vastlegt voor het aangaan van samenwerkingsverbanden door advocaten met andere advocaten of leden van andere beroepsgroepen. |
| Vrijheid van dienstverlening | Het recht voor advocaten uit EU-lidstaten om occasioneel juridische diensten te verlenen in een andere lidstaat, zonder daar een vaste vestiging te hebben. |
| Vrijheid van vestiging | Het recht voor advocaten uit EU-lidstaten om zich permanent te vestigen en het beroep uit te oefenen in een andere lidstaat. |
| Beroepsgeheim | De plicht van een advocaat om vertrouwelijk om te gaan met alle informatie die hij in het kader van zijn beroepsuitoefening van zijn cliënt verkrijgt, wat essentieel is voor het vertrouwen in de advocatuur. |
| Monopolie van vertegenwoordiging in rechte | Het exclusieve recht van advocaten om hun cliënten bij te staan of te vertegenwoordigen voor de rechtbanken, met bepaalde wettelijke uitzonderingen. |
| Pleitmonopolie | Het exclusieve recht van advocaten om vóór alle gerechten te pleiten, tenzij de wet anders bepaalt, waarbij zij optreden als gevolmachtigde van de partij. |
| Vrijheid van ambtsuitoefening | Het recht van advocaten om vrij hun ambt uit te oefenen ter verdediging van het recht en de waarheid, inclusief het informeren over minnelijke oplossingen en het bevorderen daarvan. |
| Dominus litis | De advocaat die de leiding heeft over het proces en zelfstandig de processtrategie bepaalt, zonder zich te hoeven schikken naar de instructies van de cliënt. |
| Vrijheid van meningsuiting (EVRM) | Het recht dat gewaarborgd wordt door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (artikel 10 EVRM), dat advocaten een zekere mate van vrijheid geeft om zich te uiten ter verdediging van hun cliënten. |
| Sub-judice principe | Het beginsel dat publicaties over lopende zaken verbiedt zolang de zaak nog aanhangig is, om de onpartijdigheid van het gerecht te waarborgen. |
| Confraternele omgang | De gedragsregels en respectvolle omgang die advocaten onderling dienen te betrachten, wat invloed kan hebben op de grenzen van hun uitingen. |
| Laster | Het opzettelijk verspreiden van valse beschuldigingen die iemands eer of goede naam aantasten, wat juridische consequenties kan hebben. |
| Bemiddeling | Een vorm van minnelijke geschillenoplossing waarbij een neutrale derde partij partijen helpt om tot een oplossing te komen, zonder een bindende beslissing op te leggen. |
| Verzoening | Een proces waarbij partijen die een conflict hebben, worden geholpen om hun geschil bij te leggen en tot een overeenkomst te komen. |
| Witwassen van geld | Het proces waarbij de illegale oorsprong van geld wordt verborgen door het te laten lijken alsof het afkomstig is van legale bronnen. Dit omvat het in het financiële systeem brengen van geld verkregen uit criminele activiteiten. |
| Financiering van terrorisme | Het verschaffen of verzamelen van fondsen, met de bedoeling deze te gebruiken of met de wetenschap dat ze geheel of gedeeltelijk zullen worden gebruikt om terroristische daden te plegen, terroristische organisaties te ondersteunen of terroristen te ondersteunen. |
| Cliëntidentificatie | De verplichting voor advocaten om de identiteit van hun cliënten te verifiëren aan de hand van een bewijsstuk, met name bij het aangaan van een zakelijke relatie of bij transacties boven een bepaald bedrag, om witwassen en terrorismefinanciering te voorkomen. |
| Uiteindelijke begunstigde | De natuurlijke persoon of personen die uiteindelijk eigenaar zijn van of zeggenschap hebben over een cliënt, of die de uiteindelijke begunstigde zijn van een verrichting of transactie. |
| Bestendige waakzaamheid | De voortdurende inspanning van een advocaat om de zakelijke relatie met een cliënt te monitoren, de uitgevoerde verrichtingen te onderzoeken en ervoor te zorgen dat deze stroken met de kennis van de cliënt en zijn risicoprofiel. |
| Atypische gedragingen | Ongewone of ongebruikelijke handelingen, vragen of transacties van een cliënt die kunnen wijzen op mogelijke betrokkenheid bij witwassen van geld of terrorismefinanciering. |
| Verscherpte maatregelen van waakzaamheid | Extra voorzorgsmaatregelen die advocaten moeten nemen bij cliënten die een hoger risico op witwassen of terrorismefinanciering met zich meebrengen, zoals cliënten die niet fysiek aanwezig zijn of politiek prominente personen. |
| Advocatencodex | Een verzameling regels en verplichtingen die van toepassing zijn op advocaten, waaronder specifieke bepalingen met betrekking tot de preventie van witwassen van geld en financiering van terrorisme. |
| Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) | Een overheidsinstantie die belast is met het ontvangen, analyseren en doorgeven van financiële inlichtingen met betrekking tot witwassen van geld en terrorismefinanciering. |
| Anti-witwasrichtlijn | Europese regelgeving die tot doel heeft het gebruik van het financiële stelsel voor witwassen van geld en terrorismefinanciering te voorkomen, en die door lidstaten in nationale wetgeving moet worden omgezet. |
| Financiële Actiegroep (FAG) | Een internationale organisatie die normen en aanbevelingen opstelt ter bestrijding van witwassen van geld en terrorismefinanciering. |
| Confidentieel | Verwijst naar informatie die vertrouwelijk is en niet mag worden gedeeld met onbevoegde personen. In de context van briefwisseling tussen advocaten, garandeert dit dat de inhoud van de correspondentie privé blijft. |
| Deontologische plicht | Een ethische verplichting die voortvloeit uit de beroepsregels van een bepaald vakgebied, in dit geval de advocatuur. Het respecteren van de vertrouwelijkheid van briefwisseling is een dergelijke plicht. |
| EHRM (Europees Hof voor de Rechten van de Mens) | Een internationaal rechtscollege dat toeziet op de naleving van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het Hof heeft uitspraken gedaan over de bescherming van briefwisseling tussen advocaten en cliënten onder artikel 8 EVRM. |
| Officiële briefwisseling | Briefwisseling tussen advocaten die, onder specifieke omstandigheden zoals gedefinieerd in de Codex Deontologie, haar vertrouwelijk karakter verliest en zonder toestemming van de stafhouder in rechte kan worden overgelegd. |
| Orde van Advocaten (OVB / Ordre des Barreaux Francophones et Néerlandophones) | De instellingen die de belangen van advocaten behartigen en toezien op de naleving van de deontologische regels. Zij stellen reglementen op die de vertrouwelijkheid van briefwisseling regelen. |
| Salduz-verhoor | Een verhoor van een persoon die van zijn vrijheid is beroofd, waarbij de betrokkene recht heeft op bijstand van een advocaat, zoals bepaald in de Salduz-jurisprudentie. |
| Stafhouder | Het hoofd van de balie, die een rol speelt bij het bemiddelen in geschillen tussen advocaten over de vertrouwelijkheid van briefwisseling en die toestemming kan verlenen voor het overleggen van vertrouwelijke correspondentie. |
| Vertrouwelijkheid van briefwisseling | Het principe dat de correspondentie tussen advocaten, en tussen advocaat en cliënt, beschermd is en niet zonder toestemming mag worden ingezien of gebruikt door derden. Dit principe is cruciaal voor een effectieve rechtsbedeling. |
| "Without prejudice" | Een aanduiding die aangeeft dat een mededeling wordt gedaan met het oog op een minnelijke schikking en dat de inhoud ervan niet mag worden gebruikt als bewijs in een gerechtelijke procedure als de onderhandelingen mislukken. |
| Volkomen eerlijkheid | De plicht van de notaris om altijd volledig eerlijk te zijn in zijn adviezen en handelingen, zonder dat eigenbelang een rol speelt bij de gegeven raad. |
| Verzoeningsopdracht | De taak van de notaris om partijen in een geschil te helpen bij het zelf oplossen ervan en de communicatie te vergemakkelijken, zelfs wanneer hij een gerechtelijke opdracht heeft. |
| Informatieplicht en raadgeving | De verplichting van de notaris om elke partij volledig te informeren over hun rechten, plichten en lasten die voortvloeien uit rechtshandelingen, en om op onpartijdige wijze advies te geven. |
| Wettelijk voorgeschreven opzoekingsplicht | De verplichting van de notaris om onderzoek te doen naar de fiscale, stedenbouwkundige, bodemgesteldheids- en zekerheidstoestand van onroerende goederen, en de juistheid van verklaringen te controleren. |
| Formaliteiten na akte | De plicht van de notaris om na het verlijden van een akte de nodige formaliteiten te vervullen, zoals overschrijving, hypothecaire inschrijving en doorhaling of zuivering. |
| Voorlichtingsplicht | De verplichting van de notaris om partijen te wijzen op alle juridische, fiscale en economische risico's van een transactie, evenals op mogelijke controverses of ongunstige wetsinterpretaties. |
| Onpartijdigheid | De plicht van de notaris om bij de behandeling van dossiers en de opstelling van akten volkomen onpartijdig te zijn, en om op onpartijdige wijze raad te geven, zelfs wanneer partijen verschillende notarissen kiezen. |
| Discretieplicht | De plicht van de notaris om geen onnodige informatie bekend te maken die niet onder het beroepsgeheim valt, maar die wel voortkomt uit officiële documenten of akten die aan publiciteit onderworpen zijn. |
| Instituut voor Bedrijfsjuristen (IBJ) | Een wettelijk opgerichte beroepsorde die tot taak heeft de deontologische regels van het beroep van bedrijfsjurist vast te stellen en toe te zien op de naleving ervan, evenals de ledenlijst op te stellen en de opleiding te organiseren. |
| Deontologie van bedrijfsjuristen | De verzameling ethische principes en gedragsregels die van toepassing zijn op bedrijfsjuristen bij de uitoefening van hun beroep, met nadruk op intellectuele onafhankelijkheid, loyaliteit, bekwaamheid en vertrouwelijkheid. |
| Intellectuele onafhankelijkheid | Het principe dat een bedrijfsjurist zijn of haar werkgever objectief en onafhankelijk juridisch advies moet verlenen, zonder beïnvloeding door externe factoren of druk van de werkgever. |
| Vertrouwelijkheid (van adviezen) | De wettelijke bescherming die ervoor zorgt dat adviezen verstrekt door een bedrijfsjurist aan zijn werkgever, inclusief correspondentie en voorbereidende documenten, niet openbaar gemaakt of ingezien kunnen worden door derden, zoals gerechtelijke of administratieve overheden. |
| Juridisch raadsman | Een professional die juridisch advies verstrekt en bijstand verleent aan een werkgever of opdrachtgever in het kader van hun juridische aangelegenheden. |
| Ventôsewet | Een historische Franse wet (Wet van 25 ventôse jaar XI) die betrekking heeft op het notarisambt en die in de tekst wordt aangehaald in verband met de tuchtrechtelijke bepalingen en de organisatie van het notariaat. |
| Gerechtelijk Wetboek | Het wetboek dat de procedurele regels van het Belgische recht bevat, inclusief bepalingen met betrekking tot tuchtzaken voor notarissen en gerechtsdeurwaarders. |
| Auditeur | Een lid van het auditoraat bij de Nationale Kamer van notarissen, bevoegd voor het onderzoek van tuchtzaken en het samenstellen en inleiden van vervolgingsdossiers bij de tuchtraad. |
| Onafhankelijkheid van de rechterlijke macht | Het beginsel dat de rechterlijke macht vrij en onbelemmerd haar taken kan uitoefenen, zonder ongepaste invloed van andere staatsmachten, politieke partijen, economische belangen, media of publieke opinie. Dit is een fundamentele waarborg voor rechtszoekenden in een democratische samenleving. |
| Functionele onafhankelijkheid | De onafhankelijkheid die specifiek geldt bij de beslechting van concrete geschillen. Dit houdt in dat de rechter zijn beslissingen baseert op de feiten en de wet, zonder beïnvloeding van externe partijen of hiërarchische oversten tijdens het proces van geschilbeslechting. |
| Organieke onafhankelijkheid | De onafhankelijkheid die betrekking heeft op de algemene structuur en de waarborgen die de rechterlijke macht beschermen tegen uitwendige druk. Dit omvat zaken als de benoeming, ontslag en het statuut van rechters, en de scheiding der machten. |
| Algemene rechtsbeginselen | Fundamentele principes die de basis vormen van een rechtssysteem en die vaak niet expliciet in de wet zijn vastgelegd, maar wel door rechtbanken worden erkend en toegepast. De onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter vallen hieronder in het Belgische recht. |
| Scheiding der machten | Het staatsrechtelijke principe dat de staatsmacht is verdeeld over drie onafhankelijke organen: de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechterlijke macht. Dit principe is bedoeld om machtsmisbruik te voorkomen en de vrijheden van burgers te waarborgen. |
| Sub judice-beginsel | Een principe dat inhoudt dat de pers zich, zolang een zaak nog onder de rechter is, zou moeten onthouden van commentaar. Dit om te voorkomen dat de publieke opinie de rechterlijke besluitvorming beïnvloedt. |
| IVBPR (Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten) | Een internationaal verdrag dat burgerlijke en politieke rechten waarborgt. Artikel 14.1 van dit verdrag garandeert het recht op een eerlijk proces, wat mede de onafhankelijkheid van de rechter impliceert. |
| Openbaar Ministerie (O.M.) | Een onderdeel van de rechterlijke macht dat belast is met de opsporing en vervolging van strafbare feiten. Hoewel het O.M. onafhankelijk is, is de interne onafhankelijkheid van individuele parketmagistraten beperkter door de hiërarchische structuur en het injunctierecht van de Minister van Justitie. |
| Wraking | Het recht dat de wet aan een partij toekent om te weigeren gevonnist te worden door één of meerdere leden van het bevoegd gerecht, wanneer er gegronde redenen zijn om de onpartijdigheid van de rechter(s) in twijfel te trekken. |
| Objectieve onpartijdigheid | De gerechtvaardigde twijfel bij de procespartijen aan de onpartijdigheid van de rechter, gebaseerd op externe omstandigheden die de schijn van partijdigheid kunnen wekken, ongeacht de persoonlijke instelling van de rechter. |
| Subjectieve onpartijdigheid | De persoonlijke, daadwerkelijke instelling en overtuiging van een individuele rechter in een specifieke zaak, die betrekking heeft op zijn persoonlijke gemoedstoestand en overtuigingen. |
| Onverenigbaarheden | Wettelijke bepalingen die cumulatie van rechterlijke ambten verbieden, met uitzondering van specifieke gevallen, om de onpartijdigheid te waarborgen en situaties te voorkomen waarin een rechter reeds kennis heeft genomen van een zaak in een andere hoedanigheid. |
| Verschoning | De deontologisch verplichte handeling van een rechter die uit eigen beweging verklaart zich van een zaak te onthouden, omdat hij vaststelt dat er een grond tot wraking tegen hem aanwezig is, om zo een wrakingsprocedure door partijen te voorkomen. |
| Onttrekking van de zaak aan de rechter | Een rechtsfiguur die, in tegenstelling tot wraking, betrekking heeft op een rechtbank of hof in zijn geheel, en beoogt de (territoriaal bevoegde) rechtbank als instelling te veranderen, bijvoorbeeld in burgerlijke zaken. |
| Verwijzing van de zaak | De tegenhanger van de onttrekking in strafzaken, waarbij de zaak van de ene rechtbank naar de andere wordt verwezen, en die, net als onttrekking, betrekking heeft op de rechtbank als instelling en niet op individuele rechters. |
| Wettige verdenking | Een wrakingsgrond die ingevoerd is om situaties te dekken waarin er gewettigde twijfel bestaat over de geschiktheid van een rechter om zijn taak objectief en onpartijdig te vervullen, bijvoorbeeld door een band met een partij of een indruk van partijdigheid. |
| Rechtsmiddel | Een juridisch middel dat een partij kan aanwenden om een beslissing van een rechtbank aan te vechten of te laten herzien, zoals hoger beroep of cassatie. |
| Openbare orde | Fundamentele beginselen en regels die essentieel zijn voor de maatschappelijke ordening en de goede werking van de rechtsstaat, en waarvan de schending een ernstige aantasting van het rechtssysteem inhoudt. |
| Wrakingsgrond | Een reden of omstandigheid die kan leiden tot het verzoek om een magistraat te vervangen in een specifieke zaak, omdat er twijfel kan ontstaan over zijn of haar onpartijdigheid of geschiktheid om onpartijdig te oordelen. |
| Gewettigde verdenking | Een situatie waarin er gegronde redenen zijn om te twijfelen aan de onpartijdigheid of geschiktheid van een magistraat om een zaak te behandelen, gebaseerd op specifieke uitlatingen of omstandigheden. |
| Gedeeld beroepsgeheim | Een principe waarbij informatie die onder het beroepsgeheim valt, kan worden gedeeld met anderen die optreden met eenzelfde doelstelling en waarbij de mededeling noodzakelijk en pertinent is voor de opdracht van de geheimhouder. |
| Verhoor | Het proces waarbij een magistraat vragen stelt aan betrokkenen in een zaak, met als doel informatie te verzamelen en de feiten te verduidelijken. |
| Zetelmagistraat | Een magistraat die deel uitmaakt van de rechterlijke macht en belast is met het beslechten van geschillen, in tegenstelling tot magistraten van het openbaar ministerie. |
| Benoemingsprocedure | Het formele proces waarbij magistraten worden aangewezen en benoemd in hun functie, vaak gebaseerd op objectieve criteria en examens. |
| Tableau van de Orde | Een officiële lijst waarop advocaten zijn ingeschreven die gemachtigd zijn om het beroep uit te oefenen. Deze inschrijving is een voorwaarde voor de uitoefening van het beroep van advocaat. |
| Lijst van de stagiairs | Een register waarin beginnende advocaten, die nog in opleiding zijn, worden opgenomen. Inschrijving op deze lijst is eveneens een vereiste om het beroep van advocaat te mogen uitoefenen, zij het in een stageperiode. |
| Advocateneed | Een plechtige verklaring die een advocaat aflegt bij de aanvang van zijn beroepsuitoefening. Deze eed bevat normen omtrent getrouwheid, gehoorzaamheid aan de wet, eerbied voor het gerecht en de plicht om geen zaken aan te raden of te verdedigen die men niet als gerechtvaardigd beschouwt. |
| Onverenigbaarheid | Bepaalde beroepen of functies die niet tegelijkertijd met het beroep van advocaat mogen worden uitgeoefend. Dit om de onafhankelijkheid en waardigheid van de advocatuur te waarborgen. |
| Zelfstandig statuut | De verplichting voor advocaten om hun beroep uit te oefenen als zelfstandige, zonder enige band van ondergeschiktheid. Dit principe is vastgelegd in de deontologische regels om de onafhankelijkheid van de advocaat te beschermen. |
| Stage | Een verplichte periode van beroepsopleiding en praktijkervaring die een kandidaat-advocaat moet doorlopen na inschrijving op de lijst van stagiairs en voor definitieve inschrijving op het tableau van de Orde. |
| Bedrijfsjurist | Een jurist die in dienstverband werkzaam is binnen een onderneming en in hoofdzaak juridische adviezen verstrekt ten behoeve van die onderneming, waarbij hij of zij intellectuele onafhankelijkheid dient te bewaren en verantwoordelijkheid draagt op juridisch vlak. |
| Confidentialiteit | Het principe dat bepaalde informatie vertrouwelijk behandeld dient te worden en niet openbaar mag worden gemaakt, wat essentieel is voor de effectieve uitoefening van de functie van bedrijfsjurist en de bescherming van adviezen. |
| Legal professional privilege (LPP) | Een juridisch beginsel dat de vertrouwelijkheid van communicatie tussen advocaten en hun cliënten beschermt, vergelijkbaar met het beroepsgeheim, maar met specifieke toepassingsgrenzen, met name voor in-house juristen in bepaalde contexten. |
| Onafhankelijkheid van de bedrijfsjurist | Het vereiste dat een bedrijfsjurist objectief en zonder ongepaste beïnvloeding door de werkgever juridisch advies verstrekt, zelfs indien er een juridische ondergeschiktheid bestaat. |
| Artikel 458 Sw. | Een wetsartikel dat het algemene beroepsgeheim en de strafrechtelijke sancties bij schending daarvan regelt, maar waarvan de directe toepasbaarheid op bedrijfsjuristen onderwerp van discussie is geweest. |
| Interne correspondentie | Schriftelijke communicatie die plaatsvindt binnen een onderneming, die in het kader van juridisch advies aan de bedrijfsjurist ook onder de vertrouwelijkheidsplicht kan vallen. |
| Cohen-advocaat | Een specifieke juridische status in Nederland voor een advocaat die in dienstverband werkzaam is bij een bedrijf, met als doel de onafhankelijkheid van deze advocaat te waarborgen, hoewel dit statuut niet altijd leidt tot dezelfde bescherming als bij externe advocaten. |
| Tuchtrechtspraak | Het proces waarbij tuchtorgaan oordelen over vermeende schendingen van beroepsplichten en eventuele sancties opleggen. Dit proces is gericht op het handhaven van de professionele standaarden en de integriteit van het beroep. |
| Tuchtorgaan | Een instantie die belast is met het beoordelen van tuchtzaken en het opleggen van tuchtsancties aan beroepsbeoefenaars. In het geval van notarissen kan dit een specifieke tuchtraad zijn. |
| Tuchtsanctie | Een straf die wordt opgelegd door een tuchtorgaan aan een beroepsbeoefenaar die zijn plichten heeft geschonden. Voorbeelden zijn waarschuwing, berisping, schorsing of schrapping uit het register. |
| Waardigheid van het beroep | De eer, het aanzien en de respectabiliteit die inherent zijn aan een bepaald beroep. Gedragingen die deze waardigheid aantasten, kunnen leiden tot tuchtrechtelijke maatregelen. |
| Rechtschapenheid | Eerlijkheid, integriteit en morele correctheid in het handelen. Dit is een fundamenteel principe dat van beroepsbeoefenaars, waaronder notarissen, wordt verwacht. |
| Kiesheid | Voorzichtigheid, tact en gepastheid in het gedrag en de communicatie van een beroepsbeoefenaar. Het impliceert het vermijden van ongepaste of schadelijke uitlatingen of handelingen. |
| Authentieke akte | Een officieel document dat door een bevoegde ambtenaar, zoals een notaris, is opgesteld en bekrachtigd. Deze akten hebben een bijzondere bewijskracht en uitvoerbaarheid. |
| Openbaar ambtenaar | Een persoon die in dienst staat van de overheid en bepaalde publieke taken uitvoert. Notarissen worden beschouwd als openbare ambtenaren met specifieke bevoegdheden. |
| Ministerieplicht | De plicht van een notaris om zijn diensten te verlenen wanneer hij daartoe wettelijk verplicht is en wordt verzocht, tenzij er geldige redenen zijn voor ambtsweigering. |
| Ambtsweigering | De weigering van een notaris om zijn ambt uit te oefenen, wat slechts in specifieke, wettelijk bepaalde gevallen is toegestaan. |
| Gerechtsdeurwaarder | Een openbaar ambtenaar en ministerieel officier die ambtelijke taken uitoefent die door de wet zijn opgedragen of voorbehouden, waarbij een deel van de openbare macht is overgedragen. Hij oefent zijn functie uit onder het statuut van een vrij beroep en staat persoonlijk ten dienste van het publiek. |
| Ministerieel officier | Een ambtenaar die door de Koning wordt benoemd en aan wie een deel van de uitvoerende macht is overgedragen, met specifieke bevoegdheden voor betekening van akten en gedwongen tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen. |
| Benoeming | Het proces waarbij de Koning een gerechtsdeurwaarder aanstelt in een specifiek gerechtelijk arrondissement, na advies van de procureur des Konings en de arrondissementskamer, en na rangschikking door een benoemingscommissie. |
| Kandidaat-gerechtsdeurwaarder | Een persoon die aan bepaalde vereisten voldoet, zoals een masterdiploma in de rechten, een stagecertificaat en een geschikte gedrag, en die door de Koning wordt benoemd om de weg naar het ambt van gerechtsdeurwaarder te effenen. |
| Stagecertificaat | Een bewijs dat de betrokkene een effectieve stage van twee volle jaren zonder onderbreking heeft volbracht in een kantoor van een gerechtsdeurwaarder/stagemeester, wat een vereiste is voor de benoeming tot kandidaat-gerechtsdeurwaarder. |
| Wettelijke taken | De specifieke opdrachten waarvoor gerechtsdeurwaarders exclusief bevoegd zijn en waarvoor zij een ministerieplicht hebben, zoals het opstellen en betekenen van exploten, de tenuitvoerlegging van gerechtelijke beslissingen en het invorderen van onbetwiste geldschulden. |
| Monopolietaken | De specifieke taken die uitsluitend door gerechtsdeurwaarders mogen worden uitgevoerd, zoals het opstellen en betekenen van alle exploten en de tenuitvoerlegging van gerechtelijke beslissingen. |
| Residuaire bevoegdheden | Taken waarvoor gerechtsdeurwaarders geen monopolie en geen ministerieplicht hebben, maar die zij wel kunnen uitoefenen, zoals het lichten van uitgiften, afschriften en uittreksels ter griffie, en het optreden als sekwester. |
| Betekening | Het officiële proces waarbij een gerechtelijk document, zoals een dagvaarding of een vonnis, aan een partij wordt overhandigd door een gerechtsdeurwaarder, wat juridische gevolgen heeft. |
| Vaststelling | Het proces waarbij een gerechtsdeurwaarder, op verzoek van magistraten of particulieren, zuiver materiële feiten vastlegt. Deze vaststellingen zijn authentiek wat betreft de zintuiglijk waarneembare feiten en gegevens. |
| Motiveringsplicht | De wettelijke verplichting voor een rechter om zijn beslissing te onderbouwen met redenen, wat een essentiële waarborg is tegen willekeur en aantoont dat de rechter de voorgelegde argumenten zorgvuldig heeft onderzocht en beredeneerd. |
| Openbaarheid van de uitspraak | Het principe dat rechterlijke uitspraken in het openbaar moeten worden uitgesproken, wat bijdraagt aan transparantie en het vertrouwen in de rechtspraak versterkt. |
| Rechtsnorm | Een regel of principe binnen het recht dat bepaalt hoe men zich moet gedragen of hoe bepaalde situaties beoordeeld moeten worden. |
| Gezag van gewijsde | De onherroepelijkheid van een rechterlijke beslissing, wat betekent dat deze definitief is en niet meer kan worden aangevochten. |
| Fout van een rechter | Een handeling van een rechter die kan leiden tot aansprakelijkheid, zoals een verkeerd gedrag beoordeeld naar de norm van een zorgvuldige magistraat, of de schending van een rechtstreeks werkende rechtsnorm. |
| Middelenverbintenis | Een verbintenis waarbij de schuldenaar zich ertoe verbindt om alle redelijke middelen aan te wenden om een bepaald resultaat te bereiken, zonder garantie op het succesvolle behalen van dat resultaat. |
| Resultaatsverbintenis | Een verbintenis waarbij de schuldenaar zich ertoe verbindt om een specifiek resultaat te bereiken, ongeacht de middelen die daarvoor worden aangewend. |
| Vonnis | Een officiële beslissing van een rechter of rechtbank in een juridische zaak. |
| Appèl (beroep) | Een rechtsmiddel waarbij een zaak opnieuw wordt voorgelegd aan een hogere rechter om de oorspronkelijke beslissing te laten beoordelen. |
| Hof van Cassatie | Het hoogste rechtscollege in België dat de correcte toepassing van het recht door lagere rechtbanken controleert, zonder de feiten opnieuw te beoordelen. |
| Deontologische plichten | Fundamentele verplichtingen die voortvloeien uit de uitoefening van het beroep van advocaat, waarvan de naleving essentieel is voor een correcte beroepsuitoefening en het behoud van het vertrouwen van rechtzoekenden en de maatschappij. |
| Relatieve strafrechterlijke immuniteit | Een bescherming die advocaten garandeert tegen strafrechtelijke vervolging voor uitspraken of geschriften die in het kader van een gerechtelijke procedure worden gedaan of ingediend, mits deze betrekking hebben op de zaak of de partijen. |
| Plicht tot bijstand | De verplichting van een advocaat om een cliënt te vertegenwoordigen en te adviseren, mits er een opdracht is ontvangen. Deze plicht kent uitzonderingen, zoals wanneer de zaak niet als rechtvaardig wordt beschouwd of wanneer er een belangenconflict bestaat. |
| Noodtoestand | Een juridische grondslag die onder bepaalde voorwaarden toelaat om een plicht, zoals het beroepsgeheim, te doorbreken indien dit noodzakelijk is ter vrijwaring van een hoger belang en er geen andere weg openstaat om ernstig en dreigend gevaar af te wenden. |
| Getuigen in rechte | De situatie waarin een advocaat wordt opgeroepen om als getuige op te treden. Hoewel hij kan weigeren te spreken, kan hij niet gedwongen worden te getuigen tegen zijn beroepsgeheim, tenzij de tuchtoverheid anders oordeelt. |
| Artikel 458bis Strafwetboek | Een wetsartikel dat onder specifieke omstandigheden, zoals een ernstig en dreigend gevaar voor de fysieke of psychische integriteit van minderjarigen of kwetsbare personen, de houder van een beroepsgeheim toestaat dit geheim te doorbreken en melding te maken bij de procureur des Konings. |
| Artikel 458ter Strafwetboek | Een wetsartikel dat de uitwisseling van informatie tussen personen die samen overleggen over een casus toestaat, zonder dat dit een schending van hun beroepsgeheim oplevert, met als doel de informatie-uitwisseling in specifieke contexten, zoals bij intrafamiliaal geweld of radicalisering, te faciliteren. |
| Artikel 1675/8 Gerechtelijk Wetboek | Een bepaling die de schuldbemiddelaar in het kader van een collectieve schuldenregeling toestaat inlichtingen te vragen over de financiële toestand van de schuldenaar, zelfs aan diens advocaat, waarbij het beroepsgeheim in bepaalde gevallen kan wijken. |
| Uitzonderingen op het beroepsgeheim | Situaties waarin de regel van het beroepsgeheim mag wijken, mits gerechtvaardigd door een dwingende reden van algemeen belang en strikt evenredig aan het nagestreefde doel. |
| Dwingende reden van algemeen belang | Een zwaarwegend maatschappelijk belang, zoals de bescherming van de fysieke of psychische integriteit van kwetsbare personen, dat in uitzonderlijke gevallen kan leiden tot een beperking van het beroepsgeheim. |
| Schuldbemiddelaar | Een persoon die wordt aangesteld in het kader van een collectieve schuldenregeling en die informatie mag vragen aan de schuldenaar of derden, inclusief de advocaat van de schuldenaar, over diens vermogenstoestand. |
| Anti-witwasreglementering | Wetgeving die tot doel heeft de bestrijding van witwaspraktijken en de financiering van terrorisme, en die in specifieke omstandigheden uitzonderingen op het beroepsgeheim van advocaten inhoudt. |
| Meldingsplicht | De verplichting voor advocaten om, onder bepaalde voorwaarden en in specifieke situaties die buiten hun kernactiviteiten vallen, feiten die verband houden met witwassen of terrorismefinanciering te melden aan de stafhouder. |
| Kernactiviteit van de advocaat | De essentiële taken van een advocaat, zoals het bijstaan, verdedigen of vertegenwoordigen van een cliënt in rechte, en het verlenen van juridisch advies, die doorgaans volledig onder het beroepsgeheim vallen. |
| Litigiation privilege | Het recht op vertrouwelijkheid van informatie die een advocaat verkrijgt in het kader van juridisch advies dat verband houdt met een gerechtelijke procedure, of het analyseren van de rechtspositie van de cliënt. |
| Informatieplicht | De ongeschreven deontologische en precontractuele plicht van een advocaat om zijn cliënt vooraf zo duidelijk mogelijk te informeren over de wijze waarop het ereloon en de kosten zullen worden berekend. |
| Wetboek Economisch Recht (WER) | Een wetboek dat marktpraktijken en consumentenbescherming regelt, met specifieke bepalingen voor beoefenaars van een vrij beroep, inclusief regels voor informatievoorziening aan consumenten over prijzen en diensten. |
| Oneerlijk beding | Elk beding of elke voorwaarde waarover niet afzonderlijk is onderhandeld en dat het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en plichten ten nadele van de cliënt aanzienlijk verstoort. |
| No cure, no pay | Een afspraak waarbij het verschuldigde honorarium rechtstreeks afhankelijk wordt gesteld van het behaalde resultaat; dit is verboden. |
| Rechtsplegingsvergoeding | Een forfaitaire vergoeding die de in het ongelijk gestelde partij in de kosten kan worden verwezen, die echter het ereloon van de advocaat niet omvat. |
| Taxatieprocedure | Een procedure voor de Raad van de Orde waarbij het ereloon van een advocaat kan worden betwist, ingezet op verzoek van de advocaat, de cliënt of ambtshalve, met als doel de billijkheid van het ereloon te beoordelen. |
| Vergelijkende reclame | Reclame waarin producten of diensten van een concurrent worden vergeleken; dit is in beginsel geoorloofd onder strikte voorwaarden. |
| Akte van vaststelling | Een document opgesteld door een gerechtsdeurwaarder waarin feiten worden vastgelegd. Aan een akte van vaststelling kan geen bijzondere bewijswaarde worden verleend als de gerechtsdeurwaarder de feiten heeft uitgelokt of zich te veel heeft geïdentificeerd met de belangen van zijn opdrachtgever. |
| Buitengerechtelijke tussenkomsten | Opdrachten die een gerechtsdeurwaarder kan afhandelen buiten een gerechtelijke procedure om, zoals de invordering van geldschulden of optreden als minnelijke schuldbemiddelaar. Hierbij is er geen ministerieplicht. |
| Collectief karakter van het beslag | Het principe dat bij beslaglegging rekening gehouden moet worden met reeds bestaande beslagen op de goederen van de schuldenaar. Dit vereist voorafgaande consultatie van beslagberichten om dubbele beslagen te vermijden en bestaande schuldeisers te laten deelnemen. |
| Deontologische code | Een reeks regels en normen die het gedrag van gerechtsdeurwaarders sturen, gericht op onpartijdigheid, onafhankelijkheid, vakkennis, en het dienen van het algemeen belang. Deze code waarborgt de professionele integriteit en onafhankelijkheid van het ambt. |
| Diligentie | De plicht van de gerechtsdeurwaarder om zijn opdrachten correct, grondig en zorgvuldig uit te voeren, rekening houdend met de specifieke omstandigheden van het dossier en het beginsel van proceseconomie. |
| Gemeengemaakt beslag | Een vorm van beslag waarbij een gerechtsdeurwaarder, op basis van een uittreksel van een eerder beslag, een nieuwe verkoopdag vaststelt en dit exploot betekent. Dit gebeurt om de vordering van zijn opdrachtgever te laten meedelen in een reeds lopende procedure. |
| Onbeslagbare goederen/inkomsten | Goederen of inkomsten die wettelijk beschermd zijn tegen beslaglegging, zoals bepaald in artikelen 1408 en 1409 e.v. van het Gerechtelijk Wetboek. Deze bescherming is bedoeld om een minimaal levenspeil te garanderen. |
| Permanenente vorming | De verplichting voor gerechtsdeurwaarders om zich continu bij te scholen en een adequaat niveau van kennis en vaardigheden te behouden, in lijn met maatschappelijke en professionele ontwikkelingen. |
| Proceseconomie | Het beginsel dat erop gericht is om gerechtelijke procedures zo efficiënt en kosteneffectief mogelijk te laten verlopen, met oog voor het belang van alle partijen. De gerechtsdeurwaarder dient hier rekening mee te houden in zijn handelen. |
| Tenuitvoerlegging | Het proces waarbij een gerechtelijke beslissing, zoals een vonnis of een akte, daadwerkelijk wordt uitgevoerd om een schuld te innen of een verplichting na te komen. De gerechtsdeurwaarder speelt hierbij een centrale rol. |
| Verplichte ambtsweigering | De notaris is wettelijk verplicht zijn ambt te weigeren in vier specifieke gevallen, waaronder wanneer een akte strijdig is met de openbare orde, de rechten van derden miskent, de notaris onbevoegd is, of wanneer het verlijden van de akte zou leiden tot overtreding van wettelijke verplichtingen of de deontologische code. |
| Dwingende wettelijke voorschriften | Wettelijke bepalingen die niet terzijde kunnen worden geschoven door de wil van de partijen en waaraan notarissen zich strikt moeten houden bij het verlijden van akten. |
| Voorkeurrecht | Een recht dat aan een persoon wordt toegekend om als eerste in aanmerking te komen voor de aankoop van een goed, alvorens het aan anderen wordt aangeboden. |
| Prijsbewimpeling | Het bewust verzwijgen van een deel van de werkelijke verkoopprijs van een goed om de verschuldigde registratierechten te verminderen, wat een miskenning is van de rechten van de staat. |
| Veinzing | Het opzettelijk creëren van een schijn van een rechtshandeling die niet overeenkomt met de werkelijke wil van de partijen, vaak met een frauduleus oogmerk. |
| Onbevoegdheid ratione loci | De onbevoegdheid van een notaris om een akte te verlijden buiten het gerechtelijk arrondissement waarin zijn standplaats is gevestigd, tenzij er specifieke wettelijke uitzonderingen gelden. |
| Onbevoegdheid ratione materiae | De onbevoegdheid van een notaris om een akte te verlijden in een materie die buiten zijn juridische bekwaamheid valt of die niet onder de notariële ambtsplichten valt. |
| Raadgevingsplicht | De plicht van de notaris om partijen te adviseren over de juridische, fiscale en economische gevolgen van een voorgenomen transactie, zelfs buiten de strikte wettelijke verplichtingen om. |
| Authentificatie | Het proces waarbij een notaris een akte de officiële status van een openbaar geschrift verleent, wat leidt tot een verhoogde bewijskracht en rechtszekerheid. |
| Valsheid in openbare geschriften | Het opzettelijk vervalsen of verdraaien van de waarheid in een door een notaris opgesteld openbaar document, wat een zeer ernstige fout is met strafrechtelijke gevolgen. |
| Bewijskracht van de notariële akte | De wettelijke kracht die aan een notariële akte wordt toegekend, waardoor de inhoud ervan als waar wordt beschouwd, tenzij het tegendeel wordt bewezen via een procedure van valsheid in geschrifte. |
| Beschikkingsbeginsel (Principe dispositif) | Het beginsel dat stelt dat de partijen zelf bepalen of, tegen wie en waarover een geding wordt gevoerd, wat de rechter beperkt in zijn oordeel tot de door partijen aangevoerde feiten en vorderingen. |
| Rechtsweigering | Een situatie waarin een rechter weigert recht te spreken, wat kan voortvloeien uit structurele problemen zoals gerechtelijke achterstand of het niet behandelen van zaken binnen een redelijke termijn. |
| Vertrouwenscrisis | Een periode waarin het publieke vertrouwen in de instellingen van de rechtspraak ernstig is aangetast, vaak aangewakkerd door specifieke zaken of media-aandacht. |
| Externe controle | Toezicht op de juridische beroepen door instanties die buiten de beroepsgroep zelf staan, als reactie op een vertrouwenscrisis en de behoefte aan meer transparantie. |
| Onafhankelijkheid van de rechter | Het beginsel dat de rechter vrij moet zijn van externe druk en invloeden bij het nemen van beslissingen, zodat hij objectief en onpartijdig kan oordelen. |
| Onpartijdigheid van de rechter | Het vereiste dat de rechter neutraal is ten opzichte van het onderwerp van het geding en de betrokken partijen, zonder persoonlijke belangen of vooringenomenheid. |
| Belangenconflict | Een situatie waarin de belangen van een advocaat, zijn cliënt, of andere partijen met elkaar in strijd zijn, wat de onafhankelijke en partijdige behartiging van de cliëntbelangen in gevaar kan brengen. |
| Multidisciplinaire associaties (Multi Disciplinary Practices) | Samenwerkingsverbanden tussen advocaten en beoefenaars van andere beroepen, zoals belastingadviseurs of accountants, wat discussies oproept over de deontologische grenzen van dergelijke samenwerkingen. |
| Vrijheid van meningsuiting | Het grondrecht om gedachten, meningen en informatie te uiten zonder censuur of angst voor represailles. Dit recht is cruciaal voor een democratische samenleving en geldt ook voor rechters, zij het met mogelijke beperkingen om de onpartijdigheid en onafhankelijkheid van de rechtspraak te waarborgen. |
| Onafhankelijkheid (van rechters) | Het principe dat rechters vrij moeten zijn van externe invloeden, druk of inmenging bij het nemen van hun beslissingen. Dit omvat zowel institutionele onafhankelijkheid als persoonlijke onafhankelijkheid, zodat zij recht kunnen spreken zonder angst voor repercussies. |
| Onpartijdigheid (van rechters) | Het vereiste dat rechters geen vooringenomenheid mogen tonen ten opzichte van de partijen in een zaak of de feiten. Een onpartijdige rechter behandelt alle zaken objectief en zonder persoonlijke belangen of vooroordelen. |
| Eigenrichting | Het zelfstandig nemen van het recht in eigen handen, zonder tussenkomst van de bevoegde autoriteiten. Eigenrichting is in een democratische rechtsstaat niet geoorloofd en wordt beschouwd als een inbreuk op de rechtsorde. |
| Wettelijke monopoliepositie | Een exclusief recht dat door de wet aan een bepaalde beroepsgroep wordt toegekend om specifieke juridische diensten te verlenen. Dit beperkt de keuze van de burger, maar vereist tevens hoge kwaliteits- en gedragsstandaarden van de begunstigden. |
Cover
Cursus_versie_09_25.pdf
Summary
## Inleiding tot de deontologie van de juridische beroepen
Elke jurist die na zijn studies een juridisch beroep uitoefent, moet niet alleen zijn juridische kennis en vaardigheden toepassen, maar ook rekening houden met specifieke gedragsregels die de wijze van beroepsuitoefening bepalen. Deze regels, gezamenlijk bekend als deontologie, zijn cruciaal voor het waarborgen van het vertrouwen van zowel de rechtzoekende als de maatschappij in de juridische beroepen [ ](#page=9). De deontologie omvat een reeks normen en waarden die het gedrag van magistraten, advocaten, notarissen, gerechtsdeurwaarders, griffiers en bedrijfsjuristen sturen, zowel in hun professionele als in hun privéleven [ ](#page=10) [10](#page=10) [9](#page=9).
### Situering en begripsomschrijving
De deontologie omvat de regels die de maatschappelijk verantwoorde vervulling van de taken door juridische dienstverleners waarborgen. Deze regels kunnen geschreven zijn in internationale verdragen, nationale wetten of ongeschreven zijn, waarbij de basisregel van het strafrecht dat er geen misdrijf of straf is zonder geschreven wet ('Nullum crimen sine lege' en 'Nulla poena sine lege') niet van toepassing is op deontologie [ ](#page=13). De naleving van deontologische regels is essentieel voor het leiden van de juridische beroepen in goede banen en fungeert als "vangrails" voor de aanzienlijke macht die deze beroepen genieten [ ](#page=9) [13](#page=13) [9](#page=9).
### Doelstellingen van de deontologie
De deontologische regels hebben tot doel drie niveaus van bescherming te garanderen [ ](#page=11) [11](#page=11):
* **Voorkomen van eigenbelang:** Beletten dat juridische dienstverleners te veel door eigenbelang worden meegesleept (bv. het verbod op 'pactum de quota litis').
* **Voorkomen van overmatige identificatie met het cliëntbelang:** Beletten dat dienstverleners zich te veel identificeren met het belang van de rechtzoekende, wat de maatschappelijke verantwoordelijkheidszin in het gedrang zou brengen.
* **Evenwicht tussen cliënt- en maatschappelijk belang:** Beletten dat dienstverleners te veel rekening houden met het maatschappelijk belang op korte termijn ten koste van de loyaliteit tegenover de rechtzoekende.
### Historische veranderlijkheid en bestaansreden
Deontologische regels zijn historisch veranderlijk en gebonden aan maatschappelijke zeden en technische evoluties. Fenomenen zoals globalisering, specialisatie, mediatisering en commercialisering, alsook de Europese regelgeving, hebben de invulling van deontologische plichten fundamenteel beïnvloed [ ](#page=12). De noodzaak van een welomlijnde deontologie is groter naarmate een beroep een grotere impact heeft op het maatschappelijk leven, wat verklaart waarom juridische beroepen, gezien hun cruciale rol in de rechtsbedeling en hun monopoliepositie, aan strikte gedragsregels zijn onderworpen [ ](#page=12). Het vertrouwen van de rechtzoekende in de rechtsbedeling is hierbij een centraal aspect [ ](#page=13) [12](#page=12) [13](#page=13).
### Onderscheid tussen deontologie en tucht
Deontologie omvat de gedragsregels die de beroepsuitoefening beheersen, terwijl tucht het instrument is om overtredingen van deze normen te sanctioneren. Tucht is een onderdeel van deontologie en richt zich op de bestraffing van inbreuken, de bevoegde organen, de procedures en de mogelijke straffen [ -14](#page=13-14) [13](#page=13).
### Onderscheid tussen tucht en strafrecht
Strafrecht omvat regels over misdrijven en straffen, met het principe 'nullum crimen sine lege'. Tuchtrecht daarentegen kan ook ongeschreven normen bestraffen met tuchtsancties, en de keuze van de straf is flexibeler. Tuchtprocedures moeten echter voldoen aan de basisvereisten van artikel 6 EVRM [ ](#page=15) [15](#page=15).
### Bronnen van deontologische regels
De deontologische regels vinden hun oorsprong in diverse bronnen, waaronder internationale en supranationale verdragen (zoals het EVRM), de Grondwet, het Gerechtelijk Wetboek, bijzondere wetten, koninklijke besluiten en zelfreglementering door beroepsorganisaties. Veel regels zijn echter ook ongeschreven [ ](#page=16) [16](#page=16).
## Deontologie van de Magistraat
### Inleiding
De zaak Dutroux heeft geleid tot een diepgaand verlies van vertrouwen in de rechterlijke macht, wat een hernieuwde aandacht voor toezicht op de werking van de rechterlijke macht vereist. De kritische ingesteldheid van de burger en de media-aandacht dragen bij aan deze problematiek [ ](#page=23) [23](#page=23).
### Juridische plichten van de magistraat
* **Eerbied voor het beschikkingsbeginsel** [ ](#page=25) [25](#page=25):
* **Ten aanzien van het gevorderde:** De rechter mag niet meer toekennen dan gevraagd ('ultra petita'), behalve bij dwangsommen. Verbetering van materiële fouten is mogelijk [ -26](#page=25-26) [25](#page=25).
* **Ten aanzien van de feiten:** De rechter mag alleen oordelen op basis van feiten die door partijen worden voorgelegd en niet op basis van persoonlijke kennis, tenzij het algemeen bekende feiten betreft [ -28](#page=26-28) [26](#page=26).
* **Ten aanzien van het recht:** De rechter past de rechtsregels toe, maar mag het voorwerp of de oorzaak van de vordering niet wijzigen [ ](#page=28) [28](#page=28).
* **Eerbied voor het recht van verdediging** [ ](#page=28): De rechter moet de tegensprekelijkheid van debatten en het principe van "hoor en wederverhoor" respecteren in alle fasen van de procedure. Dit omvat ambtshalve onderzoek van bevoegdheid, correcte dagvaarding en het weren van conclusies die buiten de termijn zijn ingediend [ -31](#page=28-31). Een te actieve rechterlijke opstelling kan een schijn van partijdigheid creëren [ ](#page=30) [28](#page=28) [30](#page=30).
* **Uitspraak binnen een redelijke termijn** [ ](#page=31) [31](#page=31):
* **Principe:** De uitspraak dient binnen één maand na het sluiten van de debatten te geschieden (art. 770 Ger.W.).
* **Sancties:** Tuchtrechtelijke sancties en onttrekking van de zaak aan de rechter zijn mogelijk bij langdurige vertraging [ -33](#page=32-33) [32](#page=32).
* **Overschrijding van de redelijke termijn:** Dit kan leiden tot aansprakelijkheid van de Belgische Staat wegens schending van artikel 6 EVRM [ -35](#page=34-35) [34](#page=34).
* **Rechtsweigering:** Dit houdt in dat de rechter weigert recht te spreken onder enig voorwendsel. Indien de rechter weigert recht te spreken, kan hij persoonlijk worden aangesproken en kan dit leiden tot strafrechtelijke sancties [ -36](#page=35-36) [35](#page=35).
* **Persoonlijke aansprakelijkheid van de magistraat:** In beginsel is de magistraat persoonlijk niet aansprakelijk voor fouten in zijn beslissingen. De Staat kan echter wel aansprakelijk worden gesteld voor ambtsfouten van magistraten [ -38](#page=36-38) [36](#page=36).
* **Motiveringsplicht en openbaarheid van de uitspraak:** Elk vonnis moet met redenen omkleed zijn en in openbare zitting worden uitgesproken (art. 149 Gw.). De motivering is een waarborg tegen willekeur [ -39](#page=38-39) [38](#page=38).
### Deontologische plichten van de magistraat
* **Onafhankelijkheid** [ ](#page=45): Magistraten moeten hun beslissingen in alle onafhankelijkheid nemen, zonder beperkingen of druk van externe autoriteiten. Dit principe is gewaarborgd door internationale verdragen, de Grondwet en de organisatie van de rechterlijke macht [ -53](#page=45-53) [45](#page=45).
* **Onpartijdigheid** [ ](#page=56): Dit houdt in dat de magistraat onbevooroordeeld en onvooringenomen is en dit ook moet blijken. Een onderscheid wordt gemaakt tussen objectieve (gerechtvaardigde twijfel bij partijen) en subjectieve (persoonlijke overtuiging) onpartijdigheid [ -63](#page=56-63). Onverenigbaarheden en bloed- of aanverwantschap zijn wettelijk geregeld om onpartijdigheid te waarborgen [ ](#page=56) [56](#page=56).
* **Bekwaamheid** [ ](#page=71): De opleiding en werving van magistraten zijn gereguleerd om de noodzakelijke maturiteit en bekwaamheid te waarborgen [71](#page=71).
* **Beroepsgeheim en discretie** [ ](#page=73): Hoewel niet expliciet in het Gerechtelijk Wetboek vastgelegd, is het beroepsgeheim een fundamentele deontologische plicht die voortvloeit uit de aard van het beroep en de vertrouwensrelatie met de rechtzoekende. Schending is strafbaar volgens artikel 458 Sw. [ -76](#page=73-76). De Fortis-zaak heeft de grenzen van dit beroepsgeheim, met name bij overleg met collega's, duidelijk gemaakt [ ](#page=74) [73](#page=73) [74](#page=74).
### Tucht van magistraten
Het tuchtrecht voor magistraten is ingrijpend gewijzigd en beoogt een snellere en efficiëntere aanpak van afwijkend gedrag. De basis blijft artikel 404 Ger.W., dat de plichten en taken van de magistraat interpreteert in het licht van de algemene beginselen inzake deontologie [ -83](#page=79-83) [79](#page=79).
## Deontologie van de Advocaat
### Inleiding
De advocaat speelt een cruciale rol in een democratische rechtsstaat door op te komen voor de belangen van zijn cliënten en de rechtsstaat te waarborgen. Hij is gebonden door verschillende deontologische plichten ten aanzien van cliënten, rechtbanken, collega's en het publiek [ ](#page=77). Recente maatschappelijke en Europese ontwikkelingen hebben de invulling van deze plichten sterk beïnvloed [ ](#page=77) [77](#page=77).
### Toegang tot het beroep
Om advocaat te worden, moet men voldoen aan voorwaarden inzake nationaliteit, diploma, eedaflegging en inschrijving op het tableau van de Orde of de lijst van stagiairs [ ](#page=81). De vrijheid van dienstverlening en vestiging van Europese advocaten in België is geregeld, waarbij zij zowel de regels van hun lidstaat van herkomst als de Belgische beroepsregels dienen na te leven [ -82](#page=81-82) [81](#page=81).
### Rechten en plichten van de advocaat
* **Rechten:**
* **Monopolie van vertegenwoordiging in rechte** (art. 728 Ger.W.): Advocaten hebben het exclusieve recht om cliënten voor de rechtscolleges bij te staan of te vertegenwoordigen [ ](#page=88) [88](#page=88).
* **Pleitmonopolie** (art. 440 Ger.W.): Alleen advocaten hebben het recht om voor gerechten te pleiten [ ](#page=88) [88](#page=88).
* **Vrijheid van ambtsuitoefening** (artt. 444-445 Ger.W.): Advocaten oefenen vrij hun ambt uit ter verdediging van het recht en de waarheid, en informeren cliënten over minnelijke oplossingen [ ](#page=89) [89](#page=89).
* **Plichten:**
* **Plicht tot bijstand:** De advocaat is verplicht een cliënt bij te staan en diens belangen te behartigen, met diverse uitzonderingen op het weigeren van bijstand [ ](#page=96) [96](#page=96).
* **Plicht tot beroepsgeheim** [ ](#page=97): Een fundamentele plicht die alle vertrouwelijke informatie dekt en essentieel is voor een eerlijk proces. Schending is strafbaar volgens art. 458 Sw. [ -119](#page=97-119). Er zijn uitzonderingen voor meldingsplichten (bv. art. 458bis en 458ter Sw.) en anti-witwasregelgeving, hoewel het Grondwettelijk Hof hierover specifieke interpretaties heeft gegeven [ -119](#page=103-119) [103](#page=103) [97](#page=97).
* **Vertrouwelijkheid van briefwisseling:** Briefwisseling tussen advocaten is in principe vertrouwelijk, met uitzonderingen voor officiële mededelingen en gerechtelijk toezicht [ -135](#page=120-135) [120](#page=120).
* **Huiszoeking bij een advocaat:** Dit moet gebeuren met inachtneming van het beroepsgeheim, met aanwezigheid van een onafhankelijke waarnemer (stafhouder) [ -135](#page=133-135) [133](#page=133).
* **Beslag onder derden:** De advocaat is gebonden door specifieke regels met betrekking tot derdenbeslag, waarbij het beroepsgeheim kan worden ingeroepen [ -139](#page=135-139) [135](#page=135).
* **Plicht tot afscheiding van financiële rekeningen:** Advocaten moeten gelden van cliënten op een aparte derdenrekening deponeren [ -139](#page=137-139) [137](#page=137).
* **Plicht tot confraterniteit:** Advocaat dient loyaal en hoffelijk te zijn ten aanzien van collega's, zonder de belangen van de cliënt te schaden [ -142](#page=139-142) [139](#page=139).
* **Plicht tot waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid:** Een ethische plicht die een behoorlijke beroepsuitoefening waarborgt, zowel professioneel als privé [ -142](#page=141-142) [141](#page=141).
* **Begroting van het ereloon:** Het ereloon moet met bescheidenheid worden vastgesteld; 'pactum de quota litis' en 'no cure, no pay' zijn verboden. Het mededingingsrecht heeft invloed op tariefafspraken [ -147](#page=142-147). Advocaten hebben een informatieplicht over kosten en erelonen [ ](#page=145) [142](#page=142) [145](#page=145).
### Recente ontwikkelingen
De advocaat wordt geconfronteerd met toenemende concurrentie, specialisatie, mediatisering en de invloed van Europese regelgeving, wat leidt tot aanpassingen van deontologische regels [ ](#page=77). De invloed van Europese regelgeving is zichtbaar in bijvoorbeeld het verbod op bepaalde samenwerkingsverbanden met niet-advocaten [ ](#page=77). De regels rond publiciteit zijn versoepeld, mede onder invloed van Europese rechtspraak en regelgeving [ -147](#page=143-147). Ook de omgang met media is gereguleerd [ -148](#page=147-148). De structuur van de balie is gewijzigd met de oprichting van de Orde van Vlaamse Balies en de Ordre des Barreaux Francophones et Germanophones [ ](#page=157) [143](#page=143) [147](#page=147) [157](#page=157) [77](#page=77).
### Tuchtrecht voor advocaten
Het tuchtrecht voor advocaten is vereenvoudigd en geprofessionaliseerd, met de oprichting van Tuchtraden [ ](#page=160). De centrale rol van de cliënt en het publiek belang worden benadrukt [ ](#page=160) [160](#page=160).
## Deontologie van de Notaris
### Inleiding
De notaris treedt op als openbaar ambtenaar met overheidsgezag en als juridisch raadsman. Hij is een vertrouwenspersoon die zijn kennis aanwendt voor rechtszekerheid en geschillenpreventie [ ](#page=163). De wetgeving en deontologische regels zijn door de jaren heen geëvolueerd, met de invoering van een Nationale Kamer van Notarissen en een deontologische code [ -165](#page=163-165). Het tuchtrecht voor notarissen is sinds 1 januari 2024 hervormd en geïntegreerd in het Gerechtelijk Wetboek [ ](#page=164) [163](#page=163) [164](#page=164).
### Notariële instellingen
De **Nationale Kamer van Notarissen** stelt algemene deontologische regels vast en oefent toezicht uit op de kamers van notarissen [ ](#page=166). **Genootschappen van notarissen** stellen regels vast voor de notariële praktijk en verkiezen kamers van notarissen [ ](#page=167). **Kamers van notarissen** handhaven de tucht en regelen beroepsgeschillen, hoewel hun bevoegdheid tot het uitspreken van tuchtstraffen is afgenomen [ -168](#page=167-168) [166](#page=166) [167](#page=167).
### Plichten van de notaris als openbaar ambtenaar
* **Zich onthouden van bepaalde gedragingen** (art. 555/3 Ger.W. en art. 2 Code): De notaris moet gedrag vermijden dat het vertrouwen in de notariële instelling schaadt of de waardigheid van het ambt aantast [ ](#page=169) [169](#page=169).
* **Ministerieplicht en ambtsweigering:** De notaris is in principe verplicht zijn diensten te verlenen, maar moet ambt weigeren indien de akte strijdig is met de openbare orde, derden misleidt, rechten van derden of de overheid miskent, hij onbevoegd is, of de akte buiten zijn bekwaamheid valt [ -162](#page=160-162) [160](#page=160).
* **Authentificatie:** De notaris verleent authenticiteit aan akten en dient zich te onthouden van het opnemen van valse vermeldingen of het vervalsen van documenten [ -164](#page=163-164) [163](#page=163).
* **Diligentie en organisatie** (art. 6 Code): De notaris moet beschikbaar zijn en zijn kantoor zodanig organiseren dat hij zijn taken zorgvuldig kan uitvoeren [ ](#page=172) [172](#page=172).
* **Toepassen wettelijke voorschriften en beroepsregels** (art. 7 Code) [ ](#page=173) [173](#page=173).
### Plichten van de notaris tegenover zijn cliënten
* **Volkomen eerlijkheid** (art. 9 Code): De notaris mag zijn advies nooit baseren op eigenbelang [ ](#page=173) [173](#page=173).
* **Verzoeningsopdracht** (art. 10 Code): De notaris probeert partijen te verzoenen en faciliteert communicatie, zonder oplossingen op te dringen [ -174](#page=173-174) [173](#page=173).
* **Informatie- en raadgevingsplicht** (art. 1 en 9 §1 Ventôsewet; art. 11 Code): De notaris informeert partijen volledig over hun rechten, plichten en risico's en geeft onpartijdig raad. Dit omvat ook het actueel houden van juridische kennis [ -176](#page=175-176) [175](#page=175).
* **Onpartijdigheid** (art. 1 §3 Ventôsewet en art. 12 Code): De notaris geeft onpartijdig raad en handelt in dossiers met volkomen onpartijdigheid, zelfs indien partijen verschillende notarissen kiezen [ -177](#page=176-177) [176](#page=176).
* **Beroepsgeheim – discretieplicht** (art. 23 Ventôsewet en art. 13 Code): De notaris is gebonden door het beroepsgeheim voor aan hem toevertrouwde geheimen en door een discretieplicht voor andere vertrouwelijke informatie [ -178](#page=177-178). Uitzonderingen gelden voor wettelijke meldingsplichten (bv. anti-witwaswetgeving) [ ](#page=178) [177](#page=177) [178](#page=178).
* **Detaillering van provisies en strijd tegen witwassen van geld** (art. 15 Code): De notaris moet rekenschap geven van gelden en voldoet aan de verplichtingen van de anti-witwaswetgeving [ ](#page=179) [179](#page=179).
### Plichten van de notaris tegenover confraters
* **Bijstand** (art. 17 Code): Notarissen zijn elkaar bijstand verschuldigd, met wederzijdse loyale en doeltreffende samenwerking, waarbij het belang van de cliënt primeert [ -188](#page=187-188) [187](#page=187).
* **Hoffelijkheid in vergaderingen en briefwisseling:** Notarissen dienen hoffelijk te zijn en geen confraters te kleineren [ ](#page=180) [180](#page=180).
* **Eerbied voor de vrije keuze van notaris:** Cliënten hebben het recht hun notaris vrij te kiezen; notarissen mogen dit recht niet beperken [ -181](#page=180-181) [180](#page=180).
* **Opvolging** (art. 20 Code): Bij dossieroverdracht dient de nieuwe notaris de vorige confrater te informeren over kosten en erelonen [ ](#page=181) [181](#page=181).
### Plichten tegenover notariële instellingen, medewerkers en publiek
De notaris heeft plichten ten aanzien van notariële instellingen, zoals deelname aan vergaderingen en het naleven van reglementen [ ](#page=182). Hij moet zijn medewerkers aan de deontologische code onderwerpen en zorgen voor hun opleiding [ ](#page=182). Op het gebied van informatie en publiciteit dient de notaris de behoefte aan informatie te verzoenen met het verbod op commerciële werving [ -183](#page=182-183) [182](#page=182).
### Specifieke regels bij vastgoedbemiddeling en bemiddeling
Notarissen die aan vastgoedbemiddeling doen, volgen specifieke regels, waarbij de activiteit een bijkomstig karakter moet hebben ten opzichte van hun hoofdopdracht [ -178](#page=176-178). Bij bemiddeling moet de notaris onafhankelijkheid en onpartijdigheid waarborgen en mag hij geen oplossingen opdringen [ -179](#page=178-179) [176](#page=176) [178](#page=178).
### Tuchtrecht voor notarissen
Het tuchtrecht voor notarissen is ingrijpend hervormd per 1 januari 2024, met de oprichting van een autonoom tuchtrechtelijk orgaan en de integratie van de tuchtrechtprocedure in het Gerechtelijk Wetboek. Er zijn nu twee organen bevoegd voor vervolging: het auditoraat bij de Nationale Kamer van Notarissen en de kamer van notarissen zelf [ -192](#page=181-192) [181](#page=181).
## Deontologie van de Bedrijfsjurist
### Inleiding
De bedrijfsjurist bijstand verleent aan het management van een onderneming bij het evalueren en beperken van juridische risico's. Sinds de oprichting van het Instituut voor Bedrijfsjuristen (IBJ) in 2000, is dit beroep wettelijk erkend en onderworpen aan een eigen deontologie en tuchtrecht [ ](#page=185). Recente wetswijzigingen hebben de positie van de bedrijfsjurist versterkt, met name op het gebied van vertrouwelijkheid van adviezen [ ](#page=186) [185](#page=185) [186](#page=186).
### De bedrijfsjurist
Een bedrijfsjurist is een houder van een master in de rechten, verbonden aan een onderneming, die hoofdzakelijk juridische adviezen verstrekt, en dit in intellectuele onafhankelijkheid uitoefent [ -194](#page=193-194) [193](#page=193).
### Beroepsgeheim en confidentialiteit
De adviezen van de bedrijfsjurist aan zijn werkgever zijn vertrouwelijk, alsook de bijbehorende interne correspondentie, ontwerpadviezen en voorbereidende documenten. Dit principe wordt echter beperkt in Europese mededingingsprocedures, waar de confidentialiteit van adviezen van bedrijfsjuristen (in-house lawyers) door het Hof van Justitie niet altijd wordt erkend op dezelfde wijze als bij externe advocaten [ -203](#page=197-203). De Belgische wetgeving, en met name artikel 5 van de Wet van 1 maart 2000, probeert dit echter te nuanceren, vooral na de aanpassing van artikel 5 in 2023 [ -203](#page=198-203) [197](#page=197) [198](#page=198).
### Andere plichten van de bedrijfsjurist
De bedrijfsjurist dient zich te positioneren als een neutrale observator, die objectief en intellectueel onafhankelijk adviseert, met oog voor zowel de belangen van de onderneming als het algemeen belang (wetsconform handelen) [ ](#page=203) [203](#page=203).
### Beroepstucht
De beroepstucht van bedrijfsjuristen wordt gehandhaafd door de tuchtcommissie van het IBJ, met waarschuwing, berisping, schorsing of schrapping als mogelijke sancties [ ](#page=203) [203](#page=203).
## Deontologie van de Griffier
### Inleiding
De griffier is een openbaar ambtenaar die gerechtelijke, materiële en administratieve taken uitvoert ter ondersteuning van de rechter. Hoewel hij de rechter bijstaat, is hij geen ondergeschikte en oefent hij zijn taken autonoom en onafhankelijk uit [ ](#page=196) [196](#page=196).
### Taken ter griffie
De taken omvatten het toegankelijk maken van de griffie, het voeren van de boekhouding, het verlijden van akten, het bewaren van minuten en rechtsdocumentatie, en het verzorgen van statistieken en archieven [ -198](#page=196-198). Hij heeft een informatieplicht tegenover rechtzoekenden, maar mag geen consult geven [ ](#page=197) [196](#page=196) [197](#page=197).
### Bijstand aan de rechter
De griffier bereidt de taken van de rechter voor, is aanwezig op de terechtzitting, notuleert het verloop en verleent authenticiteit aan akten. Hij is echter niet aansprakelijk voor de inhoud van de uitspraak [ -199](#page=198-199). De griffier mag de aandacht van de rechter vestigen op vergissingen in ontwerpbeslissingen en kan zelfs zijn ambt weigeren indien een pertinente onjuistheid in de akte zou staan [ ](#page=199) [198](#page=198) [199](#page=199).
## Deontologie van de Gerechtsdeurwaarder
### Inleiding
De gerechtsdeurwaarder is een openbaar ambtenaar en ministerieel officier die wettelijke taken uitvoert op het gebied van betekening, tenuitvoerlegging en vaststellingen. Hij opereert onder het statuut van een vrij beroep en is onderworpen aan een specifiek tuchtrecht [ -204](#page=200-204). Sinds 1 januari 2024 is het tuchtrecht voor gerechtsdeurwaarders hervormd en vastgelegd in het Gerechtelijk Wetboek, met de oprichting van een tuchtraad [ ](#page=217) [200](#page=200) [217](#page=217).
### Wettelijke taken
De gerechtsdeurwaarder heeft monopolietaken (bv. betekening van exploten, tenuitvoerlegging van beslissingen) waarvoor hij ministerieplicht heeft, en residuaire bevoegdheden buiten deze monopolie (bv. minnelijke invordering, vaststellingen, bemiddeling) [ -207](#page=202-207). Bij de uitoefening van zijn ambt moet hij zich houden aan wettelijke tarieven en de beginselen van evenredigheid, voorzorg en billijkheid. Hij heeft een informatie- en bemiddelingsplicht ten aanzien van partijen, waarbij hij moet waken over een evenwichtige behandeling van de belangen van zowel de schuldeiser als de schuldenaar [ -215](#page=214-215) [202](#page=202) [214](#page=214).
### Deontologie van de gerechtsdeurwaarder
De deontologische code voor gerechtsdeurwaarders waarborgt onpartijdigheid, onafhankelijkheid, vakkennis en permanente vorming [ -218](#page=217-218). Hij dient zorgvuldig en met respect voor de wet en de procedure te handelen, en kan in bepaalde gevallen zijn ambt weigeren. De gerechtsdeurwaarder heeft een maatschappelijke en verzoenende rol en treedt waar mogelijk op als bemiddelaar [ -218](#page=217-218). Het beroepsgeheim en de discretieplicht zijn eveneens van toepassing [ ](#page=220) [217](#page=217) [220](#page=220).
---
### Veelvoorkomende fouten om te vermijden
* **Verwarring tussen deontologie en tucht:** Begrijp het verschil en de onderlinge relatie tussen deze twee concepten.
* **Schending van het beschikkingsbeginsel:** Oordeel niet buiten de grenzen van wat partijen hebben gevorderd of aangevoerd.
* **Miskenning van het recht van verdediging:** Geef partijen altijd de kans om zich te verdedigen over alle relevante feitelijke en juridische elementen.
* **Gebruik van persoonlijke kennis:** Baseer oordelen niet op feiten die de rechter buiten de rechtszaal verneemt, tenzij het algemeen bekende feiten betreft.
* **Schending van het beroepsgeheim:** Wees uiterst voorzichtig met vertrouwelijke informatie en respecteer de wettelijke uitzonderingen en meldingsplichten strikt.
* **Onpartijdigheid en onafhankelijkheid:** Vermijd situaties die de schijn van partijdigheid kunnen wekken, zowel in professioneel als in privéleven.
* **Onjuiste wrakingsprocedure:** Weet wanneer een wraking gepast is en hoe de procedure gevolgd moet worden, en maak geen foutieve keuze tussen wraking en onttrekking van de zaak.
* **Vergeten van de informatieplicht:** Informeer cliënten steeds duidelijk over de te verwachten kosten, erelonen en de procedure.
* **Overschrijden van de grenzen van publiciteit en media-optreden:** Respecteer de deontologische regels inzake publiciteit en de omgang met de media, waarbij het belang van de cliënt centraal staat.
* **Verwarring rond 'pactum de quota litis' en 'no cure, no pay':** Begrijp dat dergelijke ereloonafspraken verboden zijn.
* **Niet naleven van de regels inzake derdenrekeningen en anti-witwaswetgeving:** Zorg voor strikte naleving van de financiële en wettelijke verplichtingen.
* **Schending van de vertrouwelijkheid van briefwisseling tussen confraters:** Respecteer de specifieke regels die gelden voor correspondentie tussen advocaten.
* **Onjuiste weigering van ambt door notarissen en gerechtsdeurwaarders:** Pas de wettelijke weigeringsgronden correct toe en vermijd ambtsweigering op basis van persoonlijke overtuigingen die niet wettelijk gerechtvaardigd zijn.
* **Onzorgvuldigheid bij de uitoefening van wettelijke taken:** Zorg voor de correcte en zorgvuldige uitvoering van alle wettelijk opgelegde taken, met inachtneming van de geldende termijnen en procedures.
Glossary
## Woordenlijst
| Term | Definitie |
| :------------------------- | :---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- |
| **Deontologie** | Het geheel van gedragsregels die de concrete uitoefening van een beroep beheersen, voortvloeiend uit de morele hoedanigheidsvoorwaarden van loyauteit en verantwoordelijkheidszin, en dat niet steeds een geschreven karakter heeft. |
| **Tucht** | Het instrument dat wordt gebruikt om overtredingen van deontologische normen te sanctioneren en afdwingbaar te maken, omvat regels over bestraffing, bevoegde organen, procedures en rechtsmiddelen. |
| **Beschikkingsbeginsel** | Het principe dat stelt dat partijen zelf bepalen of, tegen wie en waarover een geding wordt gevoerd, wat de rechterlijke beoordeling van feiten beperkt tot de door partijen aangevoerde elementen. |
| **Recht van verdediging** | Een algemeen rechtsbeginsel dat inhoudt dat partijen de gelegenheid moeten krijgen om tegenspraak te voeren over alle feitelijke en juridische elementen die relevant zijn voor de rechterlijke beslissing, wat de tegensprekelijkheid van debatten en het principe van "hoor en wederverhoor" garandeert. |
| **Wettige verdenking** | Een wrakingsgrond waarbij een partij twijfelt aan de onpartijdigheid of onafhankelijkheid van een rechter, doordat de rechter een band heeft met een partij of door zijn gedrag de indruk wekt ongeschikt te zijn om objectief te oordelen. |
| **Pleitmonopolie** | Het exclusieve recht van advocaten om voor gerechten te pleiten, behoudens wettelijke uitzonderingen, wat hun essentiële rol in de rechtsbedeling onderstreept. |
| **Beroepsgeheim** | Een fundamentele deontologische plicht die inhoudt dat alle vertrouwelijke informatie die de professional verkrijgt in de uitoefening van zijn ambt, geheim moet blijven en niet mag worden prijsgegeven, met strafrechtelijke en tuchtrechtelijke sancties bij schending. |
| **Confraterniteit** | De plicht van advocaten tot loyauteit en hoffelijkheid ten aanzien van hun beroepsgenoten, ter bevordering van een eerlijke rechtspleging, vertrouwensrelaties en het voorkomen van onnodige geschillen, zonder de belangen van de cliënt te schaden. |
| **Ministerieplicht** | De wettelijke verplichting voor bepaalde openbare ambtenaren, zoals gerechtsdeurwaarders en notarissen, om hun ambt uit te oefenen wanneer zij daartoe wettelijk verplicht zijn en verzocht worden, tenzij er wettelijke weigeringsgronden bestaan. |
| **Kwaliteitsrekening** | Een specifieke bankrekening die advocaten (en andere beroepsgroepen) moeten aanhouden voor het beheren van gelden van cliënten of derden, om deze gelden gescheiden te houden van hun eigen vermogen en zo de bescherming van de cliënt te waarborgen. |
Cover
Deontologie - Les 3 en 4.pptx
Summary
# Juridische procedures en documenten
Hier is de samenvatting voor het onderwerp "Juridische procedures en documenten", opgesteld volgens de vereisten:
## 1. Juridische procedures en documenten
Dit onderdeel behandelt de essentiële stappen en documenten die komen kijken bij het voeren van juridische procedures, van de initiële dagvaarding tot de uiteindelijke dossierorganisatie.
### 1.1 De ontvangst van een dagvaarding of verzoekschrift
* **Dagvaarding:** Wordt door een gerechtsdeurwaarder betekend aan de verweerder. De betekening gebeurt doorgaans aan het woonadres van de cliënt, maar kan ook aan het advocatenkantoor indien daar een woonstkeuze is gedaan. De receptionist mag een dagvaarding in ontvangst nemen, mits de advocaat onmiddellijk op de hoogte wordt gebracht.
* **Verzoekschrift:** Wordt door de rechtbank zelf aan de verweerder opgestuurd.
* **Inleidingszitting:** In beide gevallen wordt de verweerder opgeroepen om op een specifieke datum voor de rechtbank te verschijnen. Op deze zitting beslist de rechter over het verdere verloop van de zaak (bv. onmiddellijke behandeling, uitstel, vastlegging van een conclusiekalender en pleitdatum).
* **Rolnummer:** Het is praktisch om tijdig contact op te nemen met de griffie om het rolnummer te verkrijgen, meestal enkele dagen voor de inleidingszitting.
### 1.2 Conclusies en de conclusiekalender
* **Definitie van conclusie:** Een document waarin de standpunten van de partijen in een juridische procedure worden uiteengezet. Conclusies worden uitgewisseld tussen de partijen.
* **Laatste woord:** De verwerende partij heeft altijd het laatste woord bij de uitwisseling van conclusies.
* **Conclusiekalender:** Deze kalender bepaalt de termijnen waarbinnen conclusies moeten worden ingediend.
* **Cruciale termijnen:** Het is van groot belang dat conclusies tijdig aan de tegenpartij en de rechtbank worden bezorgd binnen de voorziene termijn.
* **Aan de tegenpartij:** Doorgaans via e-mail aan de advocaat van de tegenpartij.
* **Aan de rechtbank:** Via het online platform (DPA of e-deposit). Een succesvolle neerlegging levert een bewijs op.
* **Uitstel van termijn:** Uitstel is enkel mogelijk mits schriftelijk akkoord van de tegenpartij.
* **Tip:** Plan de conclusietermijnen onmiddellijk in de agenda, met een herinnering minstens twee weken van tevoren. Vergeet niet de bijbehorende stukken mee te sturen. Gebruik veilige kanalen voor het versturen van documenten; vermijd gratis diensten zoals WeTransfer.
### 1.3 Aangetekende brief versturen
* **Belang:** Een aangetekende brief dient als bewijs dat de brief daadwerkelijk is verstuurd.
* **Ontvangstbewijs:** Soms wordt er een ontvangstmelding meegestuurd, of kan er een e-mail met ontvangst- en leesbevestiging worden verkregen. Dit sluit discussies over niet-ontvangen brieven uit.
* **Dossier:** Het bewijs van aangetekende zending, ontvangst en eventuele leesbevestiging dient zorgvuldig in het dossier te worden bewaard.
### 1.4 Dossiers klasseren
* **Inhoud:** Een dossier bevat alle relevante informatie betreffende een cliënt.
* **Organisatie:** Een logisch en gestructureerd systeem is essentieel zodat alle medewerkers op kantoor gemakkelijk informatie kunnen terugvinden. Dit kan zowel fysiek als digitaal georganiseerd zijn.
* **Typische inhoud:**
* Briefwisseling
* Procedurestukken
* Andere informatie bezorgd door de cliënt
* Rechtspraak of rechtsleer
### 1.5 Gebruik van sociale media op het werk en over het werk
* **Sociale media op het werk:** Werkgevers kunnen het gebruik van sociale media op werkapparatuur reguleren. Toegang tot bepaalde websites of applicaties kan geblokkeerd worden. Bij gebruik van eigen toestellen dient het arbeidsreglement geraadpleegd te worden. Tijdens werkuren dient de tijd ter beschikking van de werkgever gesteld te worden.
* **Sociale media over het werk:** Werknemers kunnen verboden worden om berichten over het werk of de werkgever te delen op sociale media. Hoewel werknemers vrijheid van meningsuiting hebben, is er een loyaliteitsplicht ten aanzien van de werkgever. Lasterlijke uitlatingen die de reputatie schaden, zijn verboden. Kritiek is toegestaan, beledigingen niet.
* **Controle door werkgever:** De werkgever kan controle uitoefenen op het gebruik van sociale media, met inachtneming van privacy- en arbeidsrechtelijke regels.
### 1.6 Belangenvermenging en omkoping
* **Belangenvermenging:** Een situatie waarin privébelangen kunnen samenvallen met de belangen van het bedrijf of de overheidsinstantie, wat kan leiden tot een risico op oneigenlijke beïnvloeding en een schijn van partijdigheid.
* **Oorzaken:** Engagementen buiten het werk (bv. lidmaatschappen), ontvangen geschenken, tussenkomsten van politici of belangengroepen bij overheidsinstanties, en draaideurconstructies.
* **Draaideurconstructie:** Betreft het overstappen van personeel tussen de publieke en private sector, waarbij de opgedane kennis en contacten uit de publieke sector oneigenlijk gebruikt kunnen worden in de private sector of vice versa. Een "afkoelingsperiode" kan hier van toepassing zijn.
* **Regel geschenken:** Over het algemeen mogen geschenken van externen niet aanvaard worden, met beperkte uitzonderingen. Bij twijfel dient dit gemeld te worden aan de leidinggevende of via de geijkte kanalen.
* **Omkoping of corruptie:** Dit ontstaat wanneer er een duidelijke intentie is om via een ongeoorloofde beloning of voordeel iemand te beïnvloeden tot een bepaalde actie of nalaten van een actie, met als doel persoonlijk, professioneel of zakelijk voordeel te behalen.
* **Actieve openbare corruptie:** Het aanbieden van een voordeel aan een ambtenaar om een handeling te verrichten of na te laten.
* **Passieve openbare corruptie:** Het vragen, aannemen of ontvangen van een voordeel door een ambtenaar om een handeling te verrichten of na te laten.
### 1.7 Handelen met voorkennis
* **Definitie:** Het kopen of verkopen van financiële instrumenten (zoals aandelen) door iemand die beschikt over meer informatie dan het grote publiek (voorkennis of voorwetenschap).
* **Verboden:** Handelen met voorkennis is verboden en strafrechtelijk sanctioneerbaar.
### 1.8 Arbeidsattitude en klantgerichtheid
* **Klantverwachtingen:** Klanten verwachten correctheid, stiptheid, organisatie van dienstverlening, klantgerichte communicatie en een goede basiskwaliteit.
* **Professioneel gedrag:** Vereist continue ontwikkeling, aandacht voor lichaamshouding en taalgebruik, openheid voor feedback en inlevingsvermogen.
* **Correctheid en stiptheid:** Cruciaal voor het opbouwen van vertrouwen en het vermijden van frustraties bij de klant.
* **Eerste indruk:** Klanten hechten belang aan een goede eerste indruk, die gevormd wordt door de professionaliteit en de organisatie van de dienstverlening.
* **Verbetering:** Vereist zelfreflectie, het maken van keuzes, het visualiseren vanuit het klantperspectief en het hanteren van een centrale takenlijst.
* **Feedback:** Wordt gezien als een belangrijk instrument voor persoonlijke en professionele groei.
* **Samenwerken:** Vereist empathie, harmonie en respect om tot efficiënte oplossingen te komen.
* **Tevredenheid van klanten:** Wordt bereikt door het wegnemen van frustraties, het consequent en foutloos uitvoeren van basisverwachtingen, het investeren in digitalisering, het winnen van tijd, het zorgen voor bereikbaarheid, het peilen naar de perceptie van de klant, het afronden van zaken, het vermijden van het "aan het lijntje houden" van de klant, en het minimaliseren van de inspanningen van de cliënt.
### 1.9 Deontologie en Bescherming van Persoonsgegevens (GDPR/AVG)
* **Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG/GDPR):** Een Europese wet die regels oplegt voor de omgang met persoonsgegevens door bedrijven en werknemers. De privacy policy van een bedrijf beschrijft deze omgang en wordt meestal gepubliceerd op de website.
* **Persoonsgegevens:** Alle informatie waarmee een persoon geïdentificeerd kan worden (bv. adres, geboortedatum, IP-adres).
* **Gewone persoonsgegevens:** Naam, adres, functie, etc.
* **Bijzondere persoonsgegevens:** Genetische gegevens, gezondheidsgegevens, politieke opvattingen, etc.
* **Verwerkingsverantwoordelijke en Verwerker:** De verantwoordelijke bepaalt het doel en de middelen van de verwerking; de verwerker handelt in opdracht van de verantwoordelijke. Er is een contractuele relatie tussen beide nodig.
* **Wettelijke grondslag:** Voor de verwerking van persoonsgegevens is een wettelijke basis vereist. Mogelijke grondslagen zijn: uitvoering van de overeenkomst, legitiem belang, of toestemming van de betrokkene.
* **Legitiem belang:** Een belang wordt als legitiem beschouwd indien het nagestreefd wordt conform de regelgeving en de verwerking noodzakelijk is, zonder dat de fundamentele rechten van de betrokkene worden geschaad. Proportionaliteit is hierbij cruciaal: de gegevens moeten noodzakelijk zijn voor het beoogde doel.
* **Toestemming:** Moet vrij zijn gegeven, zonder druk, en kan op elk moment worden ingetrokken.
* **Verwerking in functie van een doel:** Persoonsgegevens mogen enkel verwerkt worden voor een concreet en geldig doel, en enkel de noodzakelijke gegevens mogen hiervoor gebruikt worden.
* **Bijzondere gegevens:** Mogen enkel verwerkt worden indien de wet dit voorschrijft of met toestemming van de betrokkene.
* **Gegevenslek:** Een situatie waarin persoonsgegevens in handen van onbevoegden terechtkomen.
* **Meldingsplicht:** Datalekken moeten onverwijld (en indien mogelijk binnen 72 uur) gemeld worden aan de Gegevensbeschermingsautoriteit en, indien een hoog risico bestaat, aan de betrokkene. Boetes kunnen aanzienlijk zijn.
* **Rechten van betrokkenen:**
* **Recht op inzage:** Het recht om te vragen welke persoonsgegevens over hen verwerkt worden.
* **Recht op verzet:** Het recht om zich te verzetten tegen bepaalde verwerkingen (bv. reclame-e-mails).
* **Recht op correctie:** Het recht om foute gegevens te laten corrigeren.
* **Recht om vergeten te worden (gegevenswissing):** Het recht om te vragen persoonsgegevens te laten wissen.
* **Commerciële boodschappen per e-mail:** Vereisen toestemming, tenzij het e-mailadres is verkregen in het kader van een commerciële transactie met een opt-out mogelijkheid.
* **Tips:** Volg strikt de procedures, vermijd het gebruik van openbare wifi-netwerken met bedrijfsapparatuur, gebruik geen privé-e-mailadressen voor klantgegevens, neem geen foto's zonder toestemming, en deel geen wachtwoorden.
* **Controle door werkgever:** Controle van werkgeversapparatuur is toegestaan indien vastgelegd in het arbeidsreglement en conform de wetgeving. Controle van privéapparatuur is in principe niet mogelijk.
### 1.10 Privacy
* **Definitie:** Het recht om zich te verzetten tegen inmenging in het privéleven; het recht om gerust gelaten te worden. Dit is een grondrecht dat ruimer is dan de GDPR.
* **Professionele omgeving:** Het recht op privacy geldt ook in de professionele context, inclusief het zelfbeschikkingsrecht over persoonlijke levenskeuzes.
* **Recht op privacy vs. recht op nieuwsgaring:** Er is een afweging nodig tussen het recht op privacy en de vrijheid van meningsuiting en pers. Dit geldt ook voor huiszoekingen, briefgeheimen, telefoontaps en het opnemen van gesprekken.
* **Recht op afbeelding:** Het recht om te bepalen wie afbeeldingen van jezelf gebruikt. Vereist in principe dubbele toestemming: voor het nemen en voor het gebruiken van de afbeelding. Uitzonderingen gelden voor de openbare ruimte en publieke figuren, en wanneer een afbeelding nieuwswaarde heeft.
* **Auteursrecht:** Een intellectueel eigendomsrecht dat de maker een exclusief recht geeft op zijn werk.
* **Bescherming:** Ontstaat automatisch bij creatie (geen registratie vereist), gebaseerd op originaliteit. Ideeën worden niet beschermd, wel de uitgedrukte vorm.
* **Rechthouder:** De auteur. Rechten kunnen worden overgedragen.
* **Gebruik:** Vereist toestemming van de rechthouder, tenzij er een wettelijke uitzondering van toepassing is (bv. citaatrecht, parodie, gebruik in onderwijs).
* **Duur:** Tot 70 jaar na de dood van de auteur.
* **Plagiaat:** Het overnemen van (belangrijke delen van) een werk zonder toestemming en zonder wettelijke uitzondering.
* **AI-gegenereerde content:** Creëert in principe geen auteursrecht indien er geen significante menselijke interventie is.
* **Hyperlinken:** Over het algemeen toegestaan, tenzij de link verwijst naar illegaal geplaatste content en dit met winstoogmerk gebeurt.
---
Dit onderwerp behandelt de essentiële stappen en documenten die betrokken zijn bij juridische procedures, vanaf de initiële kennisgeving tot de uiteindelijke organisatie van het dossier.
* **Dagvaarding:** Wordt door een gerechtsdeurwaarder betekend aan de verweerder.
* **Verzoekschrift:** Wordt door de rechtbank opgestuurd naar de verweerder.
* **Inleidingszitting:** In beide gevallen wordt de verweerder opgeroepen om op een bepaalde dag in de rechtbank te verschijnen. Tijdens deze zitting beslist de rechter over de verdere procedure: onmiddellijke behandeling, uitstel naar een volgende zitting, of het vastleggen van een conclusiekalender en pleitdatum.
* **Praktische aanpak:** Het is raadzaam om tijdig contact op te nemen met de griffie om het rolnummer van de zaak te verkrijgen.
* **Betekening:** Een dagvaarding of verzoekschrift wordt meestal aan het adres van de cliënt betekend, maar kan ook bij het advocatenkantoor worden betekend indien daar woonstkeuze is gedaan. Ook indien betekend aan het kantoor, is onmiddellijke verwittiging van een advocaat cruciaal.
* **Definitie van conclusie:** Een conclusie is een document waarin de standpunten van de partijen uiteengezet worden. Deze conclusies worden onderling uitgewisseld. De verwerende partij heeft hierbij steeds het laatste woord.
* **Conclusiekalender:** Er wordt een conclusiekalender vastgelegd, waarin termijnen voor het indienen van de conclusies worden bepaald.
* **Procedure:** Het is van cruciaal belang dat de conclusies binnen de voorziene termijn aan de tegenpartij en aan de rechtbank worden bezorgd.
* Aan de tegenpartij: Meestal via e-mail aan de advocaat van de tegenpartij.
* Aan de rechtbank: Via een online platform (zoals DPA of e-deposit). Een succesvolle neerlegging levert een bewijs op.
* **Uitstel:** Uitstel van de termijn kan enkel verkregen worden met het akkoord van de tegenpartij.
> **Tip:** Zet de conclusietermijnen onmiddellijk in de agenda, samen met een herinnering minstens twee weken voordien. Vergeet niet de bijhorende stukken mee te sturen en gebruik veilige kanalen voor de verzending.
### 1.3 Aangetekende brieven
* **Belang:** Aangetekend versturen biedt bewijs dat de brief effectief is verzonden. Dit sluit de discussie dat een brief niet werd ontvangen uit.
* **Bewijs:** Het bewijs van aangetekende zending (en eventuele ontvangst- en leesbevestigingen) moet zorgvuldig in het dossier worden bewaard.
* **Doel:** Een dossier bevat alle relevante informatie van een cliënt. Een logisch en geordend systeem is essentieel zodat iedereen op kantoor gemakkelijk informatie kan terugvinden. Dit kan zowel online als fysiek georganiseerd zijn.
* **Inhoud van een dossier:**
* Andere informatie die de cliënt aan de advocaat heeft bezorgd
* **Gebruik op het werk:**
* Werkgevers kunnen het gebruik van sociale media op de werkplek regelen.
* Bij ter beschikkingstelling van een smartphone of computer door de werkgever, kunnen bepaalde applicaties geblokkeerd worden of de toegang tot websites beperkt worden.
* Bij gebruik van eigen apparatuur, is het arbeidsreglement van belang. Gedurende de werkuren dient de tijd ter beschikking van de werkgever te worden gesteld.
* **Gebruik over het werk:**
* Werkgevers kunnen verbieden dat werknemers berichten delen over het werk of de werkgever. Dit moet afgewogen worden tegen de vrijheid van meningsuiting van de werknemer.
* Lasterlijke uitlatingen die de reputatie van de onderneming kunnen schaden zijn niet toegestaan. Werknemers hebben een loyaliteitsplicht. Kritiek is mogelijk, beledigingen niet.
* **Belangenvermenging:** Dit ontstaat wanneer privébelangen vermengd worden met de belangen van het bedrijf of agentschap waar men werkt. Een belangenconflict ontstaat wanneer er een risico bestaat op oneigenlijke beïnvloeding van het algemeen belang door een ander (persoonlijk, privé of bedrijfs) belang. Dit kan de objectiviteit van de taakuitvoering aantasten en leiden tot een schijn van partijdigheid.
* **Oorzaken:** Engagements buiten het werk (lidmaatschappen), ontvangen geschenken van externen, tussenkomsten van politici of belangengroepen bij overheidsinstanties.
* **Draaideurconstructie:** Dit betreft personeelsleden die de publieke sector inruilen voor de private sector en vice versa, waarbij opgedane kennis en contacten uit de publieke sector worden gebruikt in de private sector. Dit kan een afkoelingsperiode vereisen voor bepaalde functies. Vertrouwelijke informatie mag niet gebruikt worden.
> **Regel (geschenken):** Geschenken van externen mogen in principe niet aanvaard worden, tenzij er beperkte uitzonderingen zijn. Bij twijfel is overleg met een leidinggevende of melding via de geijkte kanalen noodzakelijk.
* **Omkoping of corruptie:** Belangenvermenging wordt omkoping wanneer er een duidelijke intentie is om via een ongeoorloofde beloning of voordeel iemand te beïnvloeden tot bepaalde acties of nalaten, met als doel persoonlijk, professioneel of zakelijk voordeel te behalen.
* **Actieve openbare corruptie:** Aanbieden, beloven of geven van een voordeel aan een ambtenaar om een handeling te verrichten of na te laten.
* **Passieve openbare corruptie:** Vragen, aannemen of ontvangen van een voordeel door een ambtenaar om een handeling te verrichten of na te laten.
* Dit is strafrechtelijk sanctioneerbaar.
* **Definitie:** Dit vindt plaats wanneer iemand financiële instrumenten (aandelen, obligaties, etc.) koopt of verkoopt terwijl deze persoon over meer informatie beschikt dan het algemene publiek. De persoon beschikt over voorkennis of voorwetenschap.
* **Gevolgen:** Dit is verboden en kan leiden tot een gevangenisstraf.
* **Klantverwachtingen:** Klanten verwachten correctheid, stiptheid, een goede organisatie van de dienstverlening en klantgerichte communicatie.
* **Professioneel gedrag:** Dit omvat een constante professionele houding, aandacht voor lichaamshouding, verzorgd taalgebruik, voortdurende bijscholing, openstaan voor feedback en het vermogen om de wereld vanuit het standpunt van de ander te bekijken.
* **Correctheid en stiptheid:** Dit is cruciaal voor het opbouwen van vertrouwen en het vermijden van frustraties bij de klant.
* **Eerste indruk:** Klanten hechten belang aan basiskwaliteit, organisatie en communicatie.
* **Verbetering:** Dit vereist het bepalen van doelen, keuzes maken, de zaken door de ogen van de klant bekijken, duidelijke afspraken maken met zichzelf, een centrale takenlijst gebruiken en tijd reserveren voor specifieke taken (bv. belblok).
* **Feedback:** Feedback is essentieel voor groei en begrip. Het vereist empathie, harmonie en respect om tot oplossingen te komen.
### 1.9 Deontologie en professionaliteit
* **Deontologie:** Dit omvat de gedragsregels en ethische normen binnen een beroep.
* **Discretie:** Het is van groot belang om discreet te handelen met betrekking tot cliëntengegevens en vertrouwelijke informatie.
* **Gouden regels:** Er zijn gouden regels over feedback, samenwerking in teams ("There is no I in team"), en het nemen van initiatief.
* **Gezamenlijke inspanningen:** In moeilijke situaties is empathisch handelen noodzakelijk. Empathie is niet hetzelfde als meevoelen of medelijden, maar vraagt om inlevingsvermogen en een gezonde kritische houding.
* **Dienstverlening:** Tevredenheid van klanten wordt bereikt door frustraties weg te nemen, basisverwachtingen consequent en foutloos uit te voeren, te investeren in digitalisering, informatie en medewerkers beschikbaar te maken, feedback te peilen, gesprekken te stabiliseren, zaken af te werken, duidelijkheid en oplossingen te bieden, en de inspanningen van de cliënt te minimaliseren.
* **Reputatie:** Vertrouwen moet verdiend worden door correct en stipt te handelen.
* **Zelforganisatie en communicatie:** Een georganiseerde professional en effectieve communicatie zijn essentieel.
* **Verantwoordelijkheidszin:** Dit is een belangrijke eigenschap.
### 1.10 Bescherming van persoonsgegevens (GDPR/AVG)
* **Doel van GDPR/AVG:** De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) is een Europese wet die regels oplegt voor hoe bedrijven omgaan met persoonsgegevens, met als doel deze gegevens veilig te verwerken.
* **Persoonsgegevens:** Alle informatie waarmee iemand geïdentificeerd kan worden (bv. naam, adres, geboortedatum, politieke voorkeur, bankrekeningnummer, IP-adres).
* **Gewone persoonsgegevens:** Naam, adres, functie, familieleden.
* **Bijzondere persoonsgegevens:** Raciale of etnische afkomst, politieke opvattingen, religieuze overtuigingen, lidmaatschap van een vakbond, genetische gegevens, gezondheidsgegevens, biometrische gegevens, strafrechtelijke gegevens.
* **Verwerkingsverantwoordelijken en verwerkers:**
* **Verantwoordelijken:** AP, advocatenkantoren, rechtbanken, gerechtsdeurwaarders.
* **Verwerkers:** Softwarebedrijven waar verantwoordelijken gebruik van maken. Er moet een contractuele relatie tussen beiden bestaan.
* **Wettelijke grondslag voor verwerking:**
* **Gewone persoonsgegevens:** Uitvoering van de overeenkomst, legitiem belang, toestemming van de betrokkene.
* **Bijzondere persoonsgegevens:** Mogen in principe niet verwerkt worden, tenzij er een wettelijke uitzondering is (bv. gezondheidsgegevens door artsen, strafrechtelijke gegevens door advocaten) of met toestemming van de betrokkene.
* **Legitiem belang:** Een belang wordt als gerechtvaardigd beschouwd indien het nagestreefd wordt in overeenstemming met de regelgeving, de verwerking noodzakelijk is voor dit belang, en de fundamentele rechten en vrijheden van de betrokkene niet prevaleren.
* **Proportionaliteit:** De verzamelde gegevens moeten noodzakelijk zijn voor het doel waarvoor ze verzameld worden.
* **Toestemming:** Moet vrij zijn, zonder druk, en kan op elk moment ingetrokken worden.
* **Verwerking in functie van een doel:** Persoonsgegevens moeten verwerkt worden voor een concreet en geldig doel. Enkel de noodzakelijke gegevens mogen verwerkt worden.
* **Datalekken:** Een situatie waarin persoonsgegevens in handen van verkeerde personen terechtkomen. Onmiddellijke melding aan de betrokkenen en, indien vereist, aan de Gegevensbeschermingsautoriteit is cruciaal. Boetes kunnen aanzienlijk zijn.
* **Meldingsplicht datalek:**
* Aan de Gegevensbeschermingsautoriteit: Zonder onredelijke vertraging, indien mogelijk binnen 72 uur na kennisname, tenzij er geen risico is voor de rechten van de betrokkenen. Inhoud: aard van de inbreuk, categorieën betrokkenen, contactgegevens, gevolgen, maatregelen.
* Aan de betrokkene: Wanneer het datalek een hoog risico inhoudt. Indien de gegevens onbegrijpelijk zijn (bv. versleuteling) of er maatregelen zijn genomen, kan de melding achterwege blijven of via een openbare mededeling gebeuren.
* **Rechten van klanten:**
* Recht op inzage in de persoonsgegevens.
* Recht om zich te verzetten tegen de verwerking (bv. reclame-e-mails).
* Recht om foute gegevens te corrigeren.
* Recht om vergeten te worden (gegevenswissing), bv. in het kader van nieuwe verzekeringen of desindexering in zoekmachines, mits afweging van maatschappelijk belang en anonimiteit.
* **Commerciële boodschappen per e-mail:** Toestemming van de ontvanger is vereist, tenzij het e-mailadres verkregen is in het kader van een commerciële transactie en de ontvanger een opt-out mogelijkheid heeft. Uitschrijven voor nieuwsbrieven moet gerespecteerd worden.
* **Veilige omgang met persoonsgegevens:** Strikte procedures volgen, geen gebruik maken van openbare wifi voor werkgerelateerde gegevens, geen Hotmail of Gmail voor klantengegevens, geen foto's van klanten zonder toestemming, dossiers niet onbewaakt achterlaten, geen wachtwoorden delen, voorzichtig zijn met links en documenten, en geen klantengegevens invoeren in programma's zoals ChatGPT zonder verificatie. Bij twijfel, vragen stellen.
### 1.11 Privacy
* **Definitie:** Het recht om zich te verzetten tegen inmenging in het privéleven en om met rust gelaten te worden. Dit is een grondrecht dat ruimer is dan de GDPR.
* **Toepassingsgebied:** Privacy geldt zowel in de privésfeer als in de professionele omgeving, thuis, op het werk, op school, en op straat. Het omvat het zelfbeschikkingsrecht over het eigen leven.
* **Privacy vs. Nieuwsvergaring:** Er is een belangenafweging tussen het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht op privacy. De context, bekendheid van de persoon en maatschappelijk belang spelen een rol.
* **Andere aspecten van privacy:** Huiszoeking, briefgeheim, telefoontaps, e-mailonderschepping. Het opnemen van een gesprek waarbij men zelf deelneemt is toegestaan, tenzij de opname wordt verspreid met de bedoeling te schaden.
* **Recht op afbeelding:** Maakt deel uit van het recht op privacy. Vereist principieel dubbele toestemming: om de foto te nemen en om de foto te gebruiken. Uitzonderingen gelden voor de openbare ruimte, publieke figuren, en wanneer de afbeelding nieuwswaarde heeft, na een belangenafweging.
### 1.12 Auteursrecht
* **Definitie:** Een intellectueel eigendomsrecht dat de maker een exclusief recht geeft om te beslissen over het gebruik van zijn werk.
* **Bescherming:** Een werk wordt auteursrechtelijk beschermd indien het origineel is (eigen intellectuele schepping, uitdrukking van de creatieve geest). Louter technische documenten, akten van de overheid, en werken in het publiek domein vallen hier niet onder.
* **Beschermd materiaal:** De uitgedrukte vorm van een werk (foto, artikel, muziek, software, etc.). Een idee of concept zelf wordt niet beschermd.
* **Rechthouder:** De auteur (natuurlijke persoon), maar rechten kunnen overgedragen worden aan een vennootschap.
* **Ontstaan auteursrecht:** Onmiddellijke bescherming vanaf de creatie van het werk. Datum kan bewezen worden via methoden als i-depot of aangetekende brief.
* **Gebruik van auteursrechtelijk beschermd werk:** Vereist schriftelijke toestemming van de rechthouder (licentie).
* **Hyperlinks:** Over het algemeen toegestaan, tenzij ze verwijzen naar illegaal geplaatste content. Bij commercieel gebruik is een grotere onderzoeksplicht vereist.
* **Uitzonderingen op toestemmingsvereiste:** Gebruik in het nieuws, onderwijs, privékopie, parodie.
* **Duur auteursrecht:** Tot 70 jaar na de dood van de auteur. Werken in het publiek domein kunnen wel nieuwe auteursrechten creëren bij een nieuwe uitvoering.
* **Plagiaat:** Het overnemen van (belangrijke delen van) een werk zonder toestemming en zonder dat een uitzondering van toepassing is. De totaalindruk is hierbij belangrijk.
* **AI-gegenereerde content:** AI genereert in principe geen auteursrecht. Indien er geen menselijke interventie is, is er geen auteursrechtelijke bescherming.
> **Belangrijke reminder:** Kopieer nooit foto's, tekst, muziek of afbeeldingen van het internet om publiekelijk te gebruiken zonder de nodige toestemming. Het feit dat iets online beschikbaar is, betekent niet dat er een gebruiksrecht is.
---
# Professioneel gedrag en ethiek op de werkplek
Dit onderdeel behandelt de essentiële normen en gedragingen die verwacht worden in een professionele omgeving, met speciale aandacht voor het correcte gebruik van sociale media, het vermijden van belangenconflicten en corruptie, en het belang van een proactieve werkhouding.
### 2.1 De professionele omgeving
#### 2.1.1 Dagelijkse praktijk op een advocatenkantoor
Een advocatenkantoor kent diverse dagelijkse taken, waaronder het ontvangen en verwerken van dagvaardingen of verzoekschriften, het opstellen van conclusies en het versturen van aangetekende brieven.
* **Dagvaarding of verzoekschrift:**
* Een dagvaarding wordt door een gerechtsdeurwaarder betekend aan de verweerder.
* Een verzoekschrift wordt door de rechtbank naar de verweerder gestuurd.
* Beide roepen de verweerder op voor een inleidingszitting bij de rechtbank.
* Betekening gebeurt meestal aan het adres van de cliënt, maar kan ook aan het advocatenkantoor indien daar woonstkeuze is gedaan.
* Een receptionist kan een betekening tekenen, maar moet onmiddellijk een advocaat informeren.
* **Conclusies en processtukken:**
* Conclusies zijn documenten waarin de standpunten van partijen worden uiteengezet en die tussen partijen worden uitgewisseld. De verwerende partij heeft hierbij het laatste woord.
* Een conclusie kalender wordt vastgelegd door de rechtbank.
* Het is cruciaal om conclusies binnen de gestelde termijn aan de tegenpartij (meestal via e-mail) en aan de rechtbank (via online platforms zoals DPA of e-deposit) te bezorgen.
* Een uitstel van de termijn is enkel mogelijk mits akkoord van de tegenpartij.
* **Tip:** Plan conclusietermijnen onmiddellijk in de agenda, met een herinnering ruim van tevoren, en vergeet niet de relevante stukken mee te sturen. Gebruik veilige kanalen voor het versturen van documenten.
* **Aangetekende brieven:**
* Het versturen van aangetekende brieven dient als bewijs van verzending en kan discussies over niet-ontvangst uitsluiten.
* Een ontvangstmelding, en soms een leesbevestiging, kan worden aangevraagd.
* Het bewijs van aangetekende zending of ontvangst dient goed in het dossier bewaard te worden.
* **Dossierbeheer:**
* Een dossier bevat alle relevante informatie van een cliënt.
* Een logisch en toegankelijk systeem (online of fysiek) is essentieel voor iedereen op kantoor.
* Een typisch dossier bevat briefwisseling, procedurestukken, cliënt-bezorgde informatie, en relevante rechtspraak of rechtsleer.
#### 2.1.2 Gebruik van sociale media op het werk
Het gebruik van sociale media op de werkplek en met betrekking tot het werk vereist zorgvuldigheid.
* **Gebruik van sociale media op het werk:**
* Werkgevers kunnen het gebruik van sociale media reguleren, met name op door hen ter beschikking gestelde apparaten (smartphones, computers), door applicaties en websites te blokkeren.
* Bij het gebruik van eigen apparaten, raadpleeg het arbeidsreglement.
* Tijdens werkuren dient de tijd ter beschikking van de werkgever gesteld te worden.
* **Gebruik van sociale media over het werk:**
* Werkgevers kunnen het delen van berichten over het werk of de werkgever verbieden.
* Hoewel werknemers vrijheid van meningsuiting hebben, is er een loyaliteitsplicht jegens de werkgever.
* Kritiek is toegestaan, maar beledigingen niet, zeker niet als ze de reputatie van de onderneming kunnen schaden.
### 2.2 Belangenvermenging en omkoping
Belangenvermenging en omkoping zijn ernstige ethische schendingen met potentiële juridische gevolgen.
#### 2.2.1 Belangenvermenging
Belangenvermenging treedt op wanneer privébelangen de professionele objectiviteit beïnvloeden.
* **Definitie:** Een vermenging van privébelangen met die van het bedrijf of agentschap waar men werkt, of een situatie waarin het algemeen belang oneigenlijk beïnvloed kan worden door persoonlijke, privé- of bedrijfsbelangen. Dit kan leiden tot een schijn van partijdigheid.
* **Oorzaken:**
* Engagementen buiten het werk (bv. lidmaatschappen van verenigingen).
* Het ontvangen van geschenken van externen.
* Tussenkomsten van politici of belangengroepen bij overheidsfuncties.
* Draaideurconstructies.
* **Draaideurconstructie:** Dit betreft de overstap van publieke naar private sector en vice versa, waarbij opgedane kennis en contacten uit de publieke sector oneigenlijk worden benut. Er kan een afkoelingsperiode gelden, en het gebruik van vertrouwelijke informatie is verboden.
* **Omgang met geschenken:** Geschenken van externen mogen doorgaans niet aanvaard worden. Bij twijfel dient men dit te bespreken met een leidinggevende of te melden via de geijkte kanalen.
* **Voorbeeld:** Een bouwbedrijf dat ambtenaren uitnodigt voor een exclusief netwerkevenement kan leiden tot belangenvermenging, zelfs als het wordt gepresenteerd als een professionele gelegenheid.
#### 2.2.2 Omkoping of corruptie
Omkoping is een vorm van belangenvermenging waarbij een ongeoorloofde beloning of voordeel wordt aangeboden of aangenomen met de intentie om acties te beïnvloeden.
* **Definitie:** Wanneer er een duidelijke intentie is om via een ongeoorloofde beloning of voordeel iemand te beïnvloeden tot bepaalde acties of nalatigheden, met als doel persoonlijk, professioneel of zakelijk voordeel te behalen. Dit is strafrechtelijk sanctioneerbaar.
* **Actieve openbare corruptie:** Het aanbieden, de belofte of het verstrekken van een voordeel aan een ambtenaar om een handeling te verrichten of na te laten.
* **Passieve openbare corruptie:** Het vragen, aannemen of ontvangen van een voordeel door een ambtenaar om een handeling te verrichten of na te laten.
* **Handelen met voorkennis:** Dit betreft het kopen of verkopen van financiële instrumenten op basis van niet-openbare informatie. Dit is verboden en kan leiden tot gevangenisstraf.
* **Situatieschets:** Anna, een secretaresse met toegang tot vertrouwelijke rapporten over een goedgekeurd medicijn, beschikt over voorkennis die haar aandelenkoers doet stijgen. Het benutten van deze informatie is verboden.
### 2.3 Arbeidsattitude en klantgerichtheid
Een professionele houding, correctheid, stiptheid en empathie zijn cruciaal voor een goede arbeidsattitude en klanttevredenheid.
#### 2.3.1 Professionele houding
* **Kernprincipes:**
* Werk constant aan een professionele houding.
* Let op lichaamshouding en verzorg je taalgebruik.
* Blijf je voortdurend bijscholen en sta open voor feedback.
* Bekijk de wereld vanuit het standpunt van anderen.
* Werk aan een betere versie van jezelf.
* **Correctheid en stiptheid:**
* Klanten hebben een kritische blik; correct en stipt handelen zorgt voor vertrouwen en vermijdt frustraties.
* **Oefening:** Reflecteer op situaties waarin je als klant negatieve indrukken kreeg van correctheid en stiptheid.
#### 2.3.2 Klantgerichtheid
* **De klant is koning:** Hoewel men moet inspelen op de eisen van de klant, mag het gedrag van de klant de professionele houding van medewerkers niet beïnvloeden.
* **Eerste indruk:** Klanten hechten belang aan basiskwaliteit, organisatie van dienstverlening en klantgerichte communicatie.
* **Verbetering:**
* Bepaal wat je echt wilt en maak keuzes.
* Visualiseer vanuit het perspectief van de klant.
* Maak afspraken met jezelf en gebruik één centrale takenlijst.
* Plan specifieke tijdsblokken in voor taken zoals telefoneren.
* **Goede dienstverlening:**
* Neem frustraties bij klanten weg door te voldoen aan basisverwachtingen en proactief oplossingen te bieden voor knelpunten.
* Investeer in digitalisering en systemen om tijd te winnen ("Speed becomes the essence!").
* Zorg voor beschikbaarheid van informatie en medewerkers.
* Vraag regelmatig om feedback van de klant.
* Rationaliseer gesprekken en werk zaken zoveel mogelijk af om herhaaldelijk contact te vermijden.
* Vermijd het "aan het lijntje houden" van klanten; bied duidelijkheid en oplossingen.
* Beperk de inspanningen die de klant moet leveren.
* Zorg voor een aangename digitale reis voor de cliënt.
* Voorzie klanten van extra informatie om toekomstig contact te vermijden.
#### 2.3.3 Samenwerking en feedback
* **Feedback:** Feedback is essentieel voor persoonlijke en professionele groei. Het wordt best gezien als een cadeau.
* **Tip:** Ken jezelf, begrijp en word begrepen, werk samen met empathie, harmonie en respect om sneller oplossingen te vinden.
* **Empathie:** Is niet hetzelfde als meevoelen of medelijden hebben, maar vereist inlevingsvermogen en een gezonde kritische houding om de juiste vragen te stellen.
* **Samenwerken:**
* Vereist empathie en respect voor harmonie.
* **Tip:** Werk samen met anderen om sneller tot oplossingen te komen.
* "There is no I in team": Samenwerking is cruciaal.
* Identificeer principes van goed samenwerken en schendingen daarvan.
* **Daadkracht en verantwoordelijkheidszin:** Een professional toont daadkracht en een grote verantwoordelijkheidszin.
* **Omgaan met collega's:**
* **Situatieschets:** Een collega die stoort tijdens telefoongesprekken met klanten moet aangepakt worden door duidelijke afspraken te maken over communicatie op specifieke momenten.
#### 2.3.4 Discrete en zelfstandige uitvoering van taken
* **Discretie:** Vertrouwelijke informatie mag niet zomaar gedeeld worden.
* **Tip:** Wees discreet.
* **Situatieschets:** Een telefoniste die ongevraagd persoonlijke medische informatie over een collega deelt, schendt de discretieplicht.
* **Individueel werk:** Zelfstandige uitvoering van toevertrouwde opdrachten is belangrijk, ook binnen een team.
### 2.4 Bescherming van persoonsgegevens (GDPR/AVG)
De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) reguleert hoe bedrijven en werknemers omgaan met persoonsgegevens.
#### 2.4.1 Kernconcepten van de GDPR/AVG
* **Wat zijn persoonsgegevens?** Alle informatie waarmee iemand geïdentificeerd kan worden (bv. naam, adres, geboortedatum, IP-adres).
* **Gewone vs. bijzondere persoonsgegevens:**
* **Gewone:** Naam, adres, functie, familieleden.
* **Bijzondere:** Etnische afkomst, politieke opvattingen, religieuze overtuigingen, gezondheidsgegevens, strafrechtelijke veroordelingen, etc.
* **Verwerkingsverantwoordelijken en verwerkers:**
* **Verantwoordelijken:** Bv. AP Hogeschool, advocatenkantoren.
* **Verwerkers:** Diensten die namens de verantwoordelijke gegevens verwerken (bv. softwareleveranciers). Er is een contractuele relatie vereist.
* **Wettelijke grondslag:** Een wettelijke basis is vereist voor de verwerking van persoonsgegevens. Mogelijke grondslagen zijn:
* Uitvoering van een overeenkomst.
* Legitiem belang.
* Toestemming van de betrokkene.
* **Legitiem belang:** Een belang is gerechtvaardigd als het in lijn is met regelgeving en voldoet aan drie voorwaarden: nagestreefd belang, noodzakelijkheid van verwerking, en prevaleren van fundamentele rechten.
* **Proportionaliteit:** Gegevensverzameling moet noodzakelijk zijn voor het gestelde doel.
* **Toestemming:** Moet vrijwillig, specifiek, geïnformeerd en ondubbelzinnig zijn en kan te allen tijde worden ingetrokken. Werknemers kunnen echter niet altijd vrij hun toestemming geven vanwege de hiërarchische relatie.
* **Verwerking in functie van een doel:** Persoonsgegevens mogen enkel verwerkt worden voor een concreet en geldig doel. Enkel de noodzakelijke gegevens mogen verwerkt worden.
* **Bijzondere gegevens:** Mogen enkel verwerkt worden indien de wet dit voorschrijft (bv. gezondheidsgegevens door artsen) of met expliciete toestemming.
#### 2.4.2 Veiligheid en datalekken
* **Veilige omgang:** Persoonsgegevens moeten voorzichtig behandeld worden om ongeautoriseerde toegang of verlies te voorkomen. Gevoeligere gegevens vereisen strengere regels.
* **Situatieschetsen:** Zaken als het delen van Netflix-accounts, selfies maken achter het bureau, onbevoegde inzage in dossiers, delen van inloggegevens of het invoeren van klantgegevens in AI-programma's zonder toestemming, zijn risicovol.
* **Gegevenslek:** Een situatie waarbij persoonsgegevens in handen komen van onbevoegden.
* **Voorbeelden:** Verkeerd verstuurde dossiers, verloren laptops, hacking van netwerken.
* **Meldingsplicht datalek:**
* **Aan de Gegevensbeschermingsautoriteit:** Zonder onredelijke vertraging, en indien mogelijk binnen 72 uur na kennisname, tenzij er geen risico is voor de rechten van betrokkenen. De melding bevat de aard van de inbreuk, categorieën van betrokkenen, contactpunten, gevolgen en maatregelen.
* **Aan de betrokkene:** Wanneer het datalek een hoog risico inhoudt. Dit moet duidelijk en eenvoudig gebeuren, tenzij de gegevens onbegrijpelijk zijn (bv. versleuteld), maatregelen zijn genomen, of een openbare mededeling volstaat.
* **Boetes:** Kunnen oplopen tot 20 miljoen euro of 4% van de omzet.
#### 2.4.3 Rechten van betrokkenen
Klanten en burgers hebben specifieke rechten met betrekking tot hun persoonsgegevens.
* **Recht op inzage:** Het recht om te vragen welke persoonsgegevens over hen verwerkt worden.
* **Recht om zich te verzetten tegen verwerking:** Bijvoorbeeld tegen reclame-e-mails en nieuwsbrieven.
* **Recht om foute gegevens te corrigeren.**
* **Recht om vergeten te worden (recht op gegevenswissing):** Het recht om te vragen om persoonsgegevens te laten wissen. Dit is relevant bij o.a. nieuwe verzekeringen of desindexering uit zoekresultaten, waarbij factoren zoals het soort feiten, bekendheid van de persoon en maatschappelijk belang worden afgewogen.
* **Commerciële boodschappen per e-mail:** Vereisen principeel toestemming, tenzij het e-mailadres werd verkregen in het kader van een commerciële transactie met een opt-out mogelijkheid. Uitschrijvingen moeten gerespecteerd worden.
#### 2.4.4 Belangrijke tips voor gegevensbescherming
* Volg strikt de voorgeschreven procedures.
* Gebruik geen openbare wifi-netwerken met bedrijfsapparatuur.
* Gebruik geen gratis e-maildiensten (Hotmail, Gmail) voor klantgegevens.
* Maak geen foto's van klanten zonder toestemming.
* Kijk niet in dossiers waarin je niet werkt en laat dossiers niet onbeheerd achter.
* Deel geen wachtwoorden en klik niet op links van onbekende e-mails.
* Voer geen klantgegevens in programma's zoals ChatGPT zonder autorisatie.
* Stel vragen bij twijfel.
* Neem geen foto's van collega's of klanten zonder toestemming, en plaats deze niet op sociale media.
#### 2.4.5 Controle door werkgever
* **Privéapparatuur:** Controle door de werkgever is in principe niet mogelijk.
* **Werkgeversaangeleverde apparatuur:** Controle is toegestaan indien vastgelegd in het arbeidsreglement en in lijn met CAO nr. 81 (gesteund door legitiem doel, bv. bescherming bedrijfsgegevens).
### 2.5 Privacy en het recht op afbeelding
Privacy is een grondrecht dat ook op de werkvloer geldt en ruimer is dan de GDPR.
#### 2.5.1 Het recht op privacy
* **Definitie:** Het recht om zich te verzetten tegen inmenging in het privéleven en om met rust gelaten te worden. Het is een grondrecht dat bescherming biedt aan ieders privéleven.
* **Toepassingsgebied:** Geldt niet alleen voor privérelaties, maar ook voor de professionele omgeving. Het omvat het zelfbeschikkingsrecht over hoe men zijn leven leidt.
* **Privacy vs. nieuwsvergaring:** Bij publicatie van privézaken door de pers is er een belangenafweging tussen het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht op privacy. De context, bekendheid van de persoon en maatschappelijk belang zijn hierbij cruciaal.
* **Belangrijke domeinen:** Thuis, op het werk, op school, op straat.
* **Opnemen van gesprekken:**
* Meedelen aan een gesprek: Mag.
* Niet meedelen aan een gesprek: Uitdrukkelijk verboden.
* **Verspreiden van opgenomen gesprekken:** Hangt af van de intentie (schade toebrengen) en de privacy-verwachting van de deelnemers (inhoud, omstandigheden, hoedanigheid deelnemers/bestemmeling).
#### 2.5.2 Recht op afbeelding
* **Definitie:** Maakt deel uit van het recht op privacy en geldt zodra een persoon herkenbaar wordt afgebeeld.
* **Principe van dubbele toestemming:**
1. Toestemming om de foto te nemen.
2. Toestemming om de foto te gebruiken (bestemming).
* **Uitzonderingen:**
* **Openbare ruimte:** Impliciete toestemming om de afbeelding vast te leggen (behalve close-ups), maar geen toestemming voor gebruik, tenzij de afbeelding nieuwswaarde heeft.
* **Publieke figuren:** Belangenafweging tussen vrijheid van meningsuiting en recht op privacy.
* **Nieuwswaarde:** Bij afbeeldingen van politie-interventies moet er nieuwswaarde zijn en een gegronde reden, met afweging van privacyrecht van de agent en vrijheid van meningsuiting.
* **Situatieschets:** Een foto op LinkedIn van een teambuilding waarbij men zich niet flatteus afgebeeld voelt, kan leiden tot een verzet, zelfs als anderen akkoord zijn met publicatie.
### 2.6 Auteursrecht
Auteursrecht is een intellectueel eigendomsrecht dat de maker beschermt.
* **Definitie:** Geeft een exclusief recht aan de maker om te bepalen wat anderen met zijn werk mogen doen.
* **Bescherming:** Een werk is auteursrechtelijk beschermd indien het een eigen intellectuele schepping is en een uitdrukking van de creatieve geest.
* **Niet beschermd:** Technische documenten, akten van de overheid, werken in het publiek domein.
* **Beschermde vormen:** De uitgedrukte vorm van het werk (foto, artikel, muziek, video, software, etc.). Ideeën en concepten zelf worden niet beschermd.
* **Rechthouder:** De auteur (natuurlijk persoon), maar rechten kunnen overgedragen worden.
* **Ontstaan:** Auteursrechten ontstaan onmiddellijk bij creatie; geen registratie vereist, maar bewijs van creatiedatum is belangrijk.
* **Gebruik van auteursrechtelijk beschermd werk:** Vereist schriftelijke toestemming van de rechthouder (licentie).
* **Hyperlinks:** Plaatsen van hyperlinks is in principe toegestaan, tenzij het naar content is waarvan men weet dat het illegaal online staat. Bij winst nastreven is er een grotere onderzoeksplicht.
* **Uitzonderingen op toestemmingsvereiste:** Gebruik in het nieuws, onderwijs, privékopie, parodie.
* **Duur:** Tot 70 jaar na de dood van de auteur.
* **Plagiaat:** Het overnemen van belangrijke delen van een werk zonder toestemming en zonder uitzondering. Totaalindruk is bepalend.
* **AI-gegenereerde content:** AI genereert in principe geen auteursrecht. Menselijke interventie is noodzakelijk voor auteursrechtelijke bescherming.
* **Belangrijke tip:** Kopieer nooit foto's, tekst, muziek of afbeeldingen van het internet voor publiek gebruik zonder toestemming, ook al is het online beschikbaar.
---
Dit deel behandelt de ethische normen, professionele houding en relevante wetgeving die van toepassing zijn op gedrag in een professionele omgeving.
### 2.1 Administratieve taken op een advocatenkantoor
#### 2.1.1 Behandeling van juridische documenten
Een dagvaarding wordt door een gerechtsdeurwaarder betekend aan de verweerder, terwijl een verzoekschrift door de rechtbank wordt opgestuurd. In beide gevallen wordt de verweerder opgeroepen voor een inleidingszitting. Betekening gebeurt meestal aan het adres van de cliënt, maar kan ook aan het advocatenkantoor plaatsvinden indien daar woonstkeuze is gedaan. Bij ontvangst door de receptionist dient deze onmiddellijk een advocaat te informeren.
Op de inleidingszitting beslist de rechter over de verdere procedure, zoals onmiddellijke behandeling, uitstel of het vastleggen van een conclusiekalender en pleitdatum. Het is aan te raden om tijdig contact op te nemen met de griffie voor het rolnummer.
#### 2.1.2 Conclusies en processtukken
Een conclusie is een document waarin de standpunten van partijen worden uiteengezet en wordt uitgewisseld. De verwerende partij heeft hierbij het laatste woord. Het is cruciaal om conclusies tijdig aan de tegenpartij (meestal per e-mail) en aan de rechtbank (via een online platform zoals DPA of e-deposit) te bezorgen. Uitstel van termijn is enkel mogelijk mits akkoord van de tegenpartij.
> **Tip:** Noteer conclusietermijnen onmiddellijk in de agenda met een ruime herinnering vooraf. Vergeet niet de relevante stukken mee te sturen.
#### 2.1.3 Aangetekende zendingen
Het aangetekend versturen van brieven dient als bewijs van verzending, soms met ontvangst- en leesbevestiging. Dit sluit discussies over niet-ontvangst uit. Het bewijs hiervan moet zorgvuldig in het dossier worden bewaard.
#### 2.1.4 Dossierbeheer
Een dossier bevat alle relevante cliëntinformatie en dient logisch georganiseerd te zijn voor gemakkelijke toegankelijkheid, zowel digitaal als fysiek. Een typisch dossier bevat briefwisseling, procedurestukken, cliëntinformatie, rechtspraak en rechtsleer.
### 2.2 Gebruik van sociale media op het werk
#### 2.2.1 Gebruik tijdens werkuren
Werkgevers kunnen het gebruik van sociale media op de werkplek reguleren, bijvoorbeeld door het blokkeren van bepaalde apps of websites op werk-apparatuur. Bij het gebruik van eigen toestellen dient het arbeidsreglement geraadpleegd te worden. De werktijd dient primair ter beschikking gesteld te worden van de werkgever.
#### 2.2.2 Publicaties over het werk
Werkgevers kunnen verbieden om berichten over het werk of de werkgever op sociale media te delen. Hoewel werknemers vrijheid van meningsuiting hebben, prevaleert de loyaliteitsplicht. Lasterlijke uitlatingen die de reputatie van de onderneming schaden, zijn niet toegestaan; kritiek is wel mogelijk, beledigingen niet.
#### 2.2.3 Controle door werkgever
De werkgever kan onder bepaalde voorwaarden de toegang tot en het gebruik van sociale media controleren, zeker indien dit vastgelegd is in het arbeidsreglement en in lijn is met de geldende CAO's.
### 2.3 Belangenvermenging en corruptie
#### 2.3.1 Belangenvermenging
Belangenvermenging ontstaat wanneer privébelangen de belangen van het bedrijf of agentschap beïnvloeden, wat de objectiviteit en een schijn van partijdigheid kan aantasten. Dit kan voortvloeien uit externe engagementen, ontvangen geschenken, tussenkomsten van belangengroepen of draaideurconstructies.
> **Tip:** Bij het ontvangen van geschenken van externen, overleg met uw leidinggevende of meld het via de officiële kanalen.
**Draaideurconstructie:** Dit betreft de overstap van personeel tussen de publieke en private sector. Er kan een afkoelingsperiode gelden, en het gebruik van vertrouwelijke informatie uit de publieke sector voor privédoeleinden is verboden.
> **Situatieschets:** Een bouwbedrijf organiseert een netwerkevent in een exclusieve golfclub voor ambtenaren waarmee het zaken doet. Dit kan leiden tot belangenvermenging.
> **Situatieschets:** Een collega organiseert een inzamelactie voor kankerpatiënten en hun families. Hoewel het een goed doel betreft, kan de persoonlijke betrokkenheid van de collega die dit verzwijgt, gemengde gevoelens oproepen.
#### 2.3.2 Omkoping en corruptie
Omkoping ontstaat wanneer een ongeoorloofde beloning of voordeel wordt gebruikt om iemand te beïnvloeden tot specifieke acties of nalatigheden, met als doel persoonlijk of zakelijk voordeel te behalen. Dit is strafrechtelijk sanctioneerbaar.
* **Actieve openbare corruptie:** Iemand biedt een ambtenaar een voordeel aan om een handeling te verrichten of na te laten.
* **Passieve openbare corruptie:** Een ambtenaar vraagt, aanvaardt of ontvangt een voordeel om een handeling te verrichten of na te laten.
#### 2.3.3 Handelen met voorkennis
Handelen met voorkennis vindt plaats wanneer iemand financiële instrumenten koopt of verkoopt op basis van informatie die niet publiek beschikbaar is. Dit is verboden en kan leiden tot gevangenisstraffen.
> **Situatieschets:** Anna, een secretaresse bij een farmaceutisch bedrijf, ontdekt via vertrouwelijke documenten dat een revolutionair medicijn goedkeuring krijgt, wat waarschijnlijk de aandelenkoers zal doen stijgen. Als zij aandelen koopt op basis van deze informatie, pleegt zij handelen met voorkennis.
### 2.4 Arbeidsattitude
#### 2.4.1 Professionele houding en klantgerichtheid
Een professionele houding omvat een correcte lichaamshouding, verzorgd taalgebruik en voortdurende bijscholing. Openstaan voor feedback en empathie zijn cruciaal. Klanten verwachten correctheid, stiptheid, organisatie, klantgerichte communicatie en basiskwaliteit.
> **Tip:** Visualiseer de situatie vanuit het klantperspectief en maak duidelijke afspraken met jezelf over stiptheid.
#### 2.4.2 Vertrouwen en samenwerking
Vertrouwen wordt opgebouwd door correct en stipt handelen. Empathie, waarbij men zich inleeft in de situatie van de ander zonder mee te voelen of medelijden te hebben, is essentieel voor goede samenwerking. Dit vereist een gezonde kritische houding en het stellen van de juiste vragen.
#### 2.4.3 Feedback en zelfontwikkeling
Feedback wordt gezien als een waardevol instrument voor groei. Het begrijpen en begrepen worden, alsook harmonie en respect, creëren een positieve werksfeer en bevorderen probleemoplossing.
> **Tip:** "Feedback is the breakfast of a real champion."
#### 2.4.4 Daadkracht en verantwoordelijkheidszin
Een professional toont daadkracht door initiatief te nemen en individuele taken zelfstandig uit te voeren. Een grote verantwoordelijkheidszin is hierbij van belang.
#### 2.4.5 Discreet handelen
Discretie is essentieel, vooral bij het omgaan met vertrouwelijke cliëntinformatie. Het delen van deze informatie met onbevoegden is onacceptabel.
> **Situatieschets:** Een telefoniste van een bedrijf deelt de medische toestand van een afwezige manager met een potentiële zakenpartner. Dit is een schending van discretie.
### 2.5 Bescherming van persoonsgegevens (GDPR/AVG)
#### 2.5.1 Algemene principes
De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) regelt hoe bedrijven omgaan met persoonsgegevens. Werknemers dienen deze regels na te leven. De privacy policy van een bedrijf legt de omgang met persoonsgegevens vast.
#### 2.5.2 Definities
* **Persoonsgegevens:** Alle informatie waarmee iemand kan worden geïdentificeerd (bv. naam, adres, biometrische gegevens).
* **Bijzondere persoonsgegevens:** Gevoelige gegevens zoals etnische afkomst, politieke opvattingen, gezondheidsgegevens, strafrechtelijke veroordelingen.
* **Verwerkingsverantwoordelijke:** De entiteit die bepaalt waarom en hoe persoonsgegevens worden verwerkt (bv. advocatenkantoor).
* **Verwerker:** De entiteit die persoonsgegevens verwerkt in opdracht van de verwerkingsverantwoordelijke (bv. IT-dienstverlener).
#### 2.5.3 Wettelijke grondslagen voor verwerking
Een verwerkingsverantwoordelijke heeft een wettelijke grondslag nodig om persoonsgegevens te verwerken:
* **Uitvoering van een overeenkomst:** Noodzakelijk voor de uitvoering van een contract.
* **Legitiem belang:** Een gerechtvaardigd belang dat niet conflicteert met de rechten en vrijheden van de betrokkene. Dit vereist een proportionaliteitstoets.
> **Situatieschets:** Het vragen van gewicht en lengte voor een studentenkaart is niet proportioneel en dus geen legitiem belang. Een foto voor identificatie wel.
* **Toestemming:** Vrijwillige, specifieke, geïnformeerde en ondubbelzinnige toestemming van de betrokkene. De toestemming kan te allen tijde worden ingetrokken.
> **Oefening:** Kan een werknemer vrijwillig toestemming geven voor de verwerking van zijn gegevens door de werkgever? Denk na over situaties waarin u toestemming heeft gegeven.
#### 2.5.4 Proportionaliteit en doelbinding
Persoonsgegevens mogen enkel verwerkt worden voor een specifiek en geldig doel. Enkel de noodzakelijke gegevens voor dat doel mogen verzameld worden. Het doel moet de inbreuk op de privacy rechtvaardigen.
#### 2.5.5 Verwerking van bijzondere gegevens
Bijzondere persoonsgegevens mogen enkel verwerkt worden indien de wet dit voorschrijft (bv. gezondheidsgegevens door artsen) of met expliciete toestemming.
#### 2.5.6 Beveiliging en datalekken
Persoonsgegevens moeten veilig worden opgeslagen om ongeautoriseerde toegang, verlies of diefstal te voorkomen. Bij een datalek (persoonsgegevens komen in handen van verkeerde personen) dient onmiddellijk actie te worden ondernomen.
**Meldingsplicht datalek:** Datalekken moeten, indien ze een risico inhouden voor betrokkenen, gemeld worden aan de Gegevensbeschermingsautoriteit binnen 72 uur en eventueel aan de betrokkenen zelf. Boetes kunnen aanzienlijk zijn.
#### 2.5.7 Rechten van betrokkenen
Betrokkenen hebben rechten, waaronder:
* **Recht op inzage:** Vragen welke persoonsgegevens worden verwerkt.
* **Recht op verzet:** Bezwaar maken tegen de verwerking (bv. reclame-e-mails).
* **Recht op correctie:** Foute gegevens laten verbeteren.
* **Recht op gegevenswissing (recht om vergeten te worden):** Verzoeken om gegevens te laten verwijderen.
> **Tip:** Bij commerciële e-mails is toestemming vereist, tenzij het e-mailadres verkregen is via een commerciële transactie en er een opt-out mogelijkheid is.
#### 2.5.8 Wat mag niet?
* Gebruik van openbare wifi voor werkgerelateerde gegevens.
* Gebruik van gratis e-mailadressen (Hotmail, Gmail) voor cliëntgegevens.
* Foto's nemen van cliënten of collega's zonder toestemming en deze publiceren.
* In dossiers kijken waarin men niet werkt.
* Dossiers onbeheerd achterlaten.
* Wachtwoorden delen.
* Klikken op verdachte links of documenten.
* Gegevens invoeren in programma's zoals ChatGPT zonder voorafgaand onderzoek naar de implicaties.
### 2.6 Privacy
#### 2.6.1 Recht op privacy
Privacy is het recht om zich te verzetten tegen inmenging in het privéleven en het recht om met rust gelaten te worden. Dit is een grondrecht dat ruimer is dan de GDPR en zowel de private als professionele sfeer omvat.
#### 2.6.2 Privacy op het werk
Het recht op privacy speelt ook op het werk. Werkgevers mogen privé laptops en smartphones in principe niet controleren, tenzij dit in het arbeidsreglement is vastgelegd en er legitieme redenen zijn (bv. bescherming van bedrijfsgegevens).
#### 2.6.3 Privacy versus nieuwsvergaring
De pers mag informatie uit het privéleven publiceren indien dit in het maatschappelijk belang is. Er is steeds een afweging tussen het recht op vrije meningsuiting en het recht op privacy.
> **Oefening:** Zoek voorbeelden in de media waar het recht op privacy mogelijk geschonden is of waar de bekendmaking van identiteit terecht was.
#### 2.6.4 Opnemen van gesprekken en recht op afbeelding
Het opnemen van een gesprek waaraan men zelf deelneemt is toegestaan; het opnemen van gesprekken waaraan men geen deelneemt is verboden. Het verspreiden van opgenomen gesprekken is verboden indien het anderen schaadt.
Het recht op afbeelding ontstaat zodra een persoon herkenbaar wordt afgebeeld. Voor het gebruiken van een afbeelding is dubbele toestemming vereist: voor het nemen en voor het gebruiken (bestemming). Uitzonderingen gelden voor de openbare ruimte, publieke figuren en wanneer de afbeelding nieuwswaarde heeft.
#### 2.6.5 Auteursrecht
Auteursrecht is een intellectueel eigendomsrecht dat de maker exclusieve rechten geeft. Een werk is auteursrechtelijk beschermd indien het origineel is en een eigen intellectuele schepping van de auteur. Een idee of concept zelf is niet beschermd.
* **Rechthouder:** De auteur of diens rechtsopvolger.
* **Bescherming:** Ontstaat onmiddellijk bij creatie, geen registratie vereist.
* **Gebruik:** Vereist toestemming van de rechthouder (licentie), tenzij er uitzonderingen gelden (bv. citaatrecht, parodie).
* **Duur:** Tot 70 jaar na overlijden van de auteur.
**Plagiaat:** Het overnemen van (belangrijke delen van) een werk zonder toestemming en zonder dat een uitzondering van toepassing is.
**AI-gegenereerde content:** In principe genereert AI geen auteursrecht. Indien er geen menselijke interventie is, is er geen auteursrechtelijke bescherming.
> **Belangrijke tip:** Kopieer nooit foto's, teksten, muziek of afbeeldingen van het internet zonder toestemming van de auteur, ook al zijn ze online beschikbaar.
---
# Bescherming van persoonsgegevens (AVG/GDPR)
Hier is een gedetailleerde studiehandleiding over de bescherming van persoonsgegevens (AVG/GDPR).
## 3. Bescherming van persoonsgegevens (AVG/GDPR)
Dit onderwerp behandelt de Europese wetgeving, de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), die regels stelt aan hoe bedrijven en werknemers omgaan met persoonsgegevens om deze veilig te verwerken.
### 3.1 Wat is de GDPR/AVG?
De General Data Protection Regulation (GDPR), in het Nederlands de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), is een Europese wet die in alle lidstaten van toepassing is. Deze wet legt strikte regels op aan bedrijven en hun werknemers over hoe zij met persoonsgegevens moeten omgaan. De specifieke procedures en regels worden doorgaans uiteengezet in de privacy policy van een bedrijf, die vaak op hun website wordt gepubliceerd. De AVG is van toepassing in een professionele context, niet in een privé context.
### 3.2 Kernbegrippen binnen de AVG
Om de AVG te begrijpen, is het essentieel om de volgende concepten te kennen:
#### 3.2.1 Wat zijn persoonsgegevens?
Persoonsgegevens omvatten alle informatie waarmee een persoon direct of indirect geïdentificeerd kan worden. Dit kan variëren van algemene informatie zoals een naam, adres of geboortedatum, tot meer specifieke gegevens.
Voorbeelden van persoonsgegevens zijn:
* Adres
* Geboortedatum
* Politieke voorkeur
* Biometrische gegevens (bv. vingerafdrukken)
* Strafrechtelijke veroordelingen
* Studieresultaten
* Bankrekeningnummer
* IP-adres
#### 3.2.2 Gewone versus bijzondere persoonsgegevens
De AVG maakt een onderscheid tussen gewone en bijzondere persoonsgegevens:
* **Gewone persoonsgegevens:** Dit zijn gegevens die niet direct gevoelig zijn, zoals naam, voornaam, (e-mail)adres, functie en informatie over familieleden.
* **Bijzondere persoonsgegevens:** Dit zijn gevoelige gegevens die speciale bescherming vereisen. Voorbeelden hiervan zijn:
* Etnische afkomst
* Politieke opvattingen
* Religieuze overtuigingen
* Lidmaatschap van een vakbond
* Genetische gegevens
* Gezondheidsgegevens
* Biometrische gegevens
* Strafrechtelijke gegevens
#### 3.2.3 Verwerkingsverantwoordelijken en verwerkers
De AVG definieert twee hoofdrolspelers in de verwerking van persoonsgegevens:
* **Verwerkingsverantwoordelijken:** Dit zijn de entiteiten die, alleen of samen met anderen, de doeleinden en de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens bepalen. Voorbeelden zijn de AP (Autoriteit Persoonsgegevens), advocatenkantoren, rechtbanken en gerechtsdeurwaarders.
* **Verwerkers:** Dit zijn natuurlijke of rechtspersonen die persoonsgegevens verwerken in opdracht van de verwerkingsverantwoordelijke. Voorbeelden zijn softwareleveranciers die door bedrijven worden ingeschakeld.
Er moet altijd een contractuele relatie bestaan tussen de verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker.
#### 3.2.4 Wettelijke grondslag voor verwerking
Een verwerkingsverantwoordelijke moet een wettelijke grondslag hebben om persoonsgegevens te mogen verwerken.
* **Voor gewone persoonsgegevens** kunnen dit zijn:
* De uitvoering van een overeenkomst
* Een legitiem belang van de verwerkingsverantwoordelijke of een derde
* Toestemming van de betrokkene
* **Bijzondere persoonsgegevens** mogen in principe niet verwerkt worden, tenzij de verwerkingsverantwoordelijke een specifieke uitzondering in de AVG kan inroepen.
##### 3.2.4.1 Legitiem belang
Een belang wordt als legitiem beschouwd als het nagestreefd wordt in overeenstemming met de gegevensbeschermingswetgeving en andere relevante regelgeving. Om een beroep te kunnen doen op deze grondslag, moeten drie voorwaarden cumulatief vervuld zijn:
1. De verwerkingsverantwoordelijke of een derde nastreeft een gerechtvaardigd belang.
2. De verwerking van persoonsgegevens is noodzakelijk voor de realisatie van dit belang.
3. De fundamentele rechten en vrijheden van de betrokkene prevaleren niet boven dit belang.
> **Voorbeeld:** AP Hogeschool vraagt voor het aanmaken van een studentenkaart het gewicht en de lengte van een student. Deze gegevens zijn niet noodzakelijk om een studentenkaart aan te maken, dus de gegevensverzameling is niet proportioneel en er is geen legitiem belang. Wel kan AP Hogeschool vragen om een foto voor identificatiedoeleinden.
##### 3.2.4.2 Toestemming
Als een betrokkene vrijwillig toestemming geeft voor de verwerking van zijn persoonsgegevens, mag het bedrijf deze gegevens verwerken. Deze toestemming moet vrij zijn gegeven, zonder druk, en kan op elk moment worden ingetrokken, waarna de verwerking moet stoppen.
> **Tip:** Als werknemer is het belangrijk om te overwegen of je wel echt vrij je toestemming kunt geven in een werkrelatie, gezien de machtsverhouding.
#### 3.2.5 Verwerking in functie van een doel
Persoonsgegevens moeten steeds verwerkt worden met een concreet en geldig doel. Dit doel moet rechtvaardigen waarom men bepaalde privacygevoelige informatie verzamelt. Alleen de persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor dat specifieke doel mogen verwerkt worden.
> **Voorbeeld:** Een adres is nodig om een pakje te kunnen leveren, en leeftijd is nodig om te verifiëren of iemand alcohol mag kopen.
>
> **Tip:** Zoek de privacy policy van een bedrijf op en analyseer welke persoonsgegevens zij verwerken en waarom.
#### 3.2.6 Verwerking van bijzondere gegevens
Bijzondere persoonsgegevens mogen enkel verwerkt worden indien de wet dit voorschrijft (bv. gezondheidsgegevens door artsen voor behandeling) of met expliciete toestemming van de betrokkene.
### 3.3 Omgaan met persoonsgegevens van klanten
De omgang met persoonsgegevens van klanten vereist grote voorzichtigheid. Er moet gewaakt worden dat ongeautoriseerde personen geen toegang krijgen tot deze gegevens en dat de gegevens niet verloren gaan. Hoe gevoeliger de gegevens, hoe strenger de regels en procedures moeten zijn.
> **Tip:** Wees discreet. Kijk niet in dossiers waarin je niet werkt. Laat dossiers niet onbeheerd achter, zeker niet in de wagen. Deel geen wachtwoorden met collega's en klik niet op links van onbekende e-mails. Voer klantgegevens niet in programma's zoals ChatGPT zonder expliciete toestemming.
#### 3.3.1 Wat kan er mislopen?
Verschillende situaties kunnen leiden tot inbreuken op de gegevensbescherming:
* Netflix kijken op de werkcomputer.
* Selfies nemen achter het bureau.
* Delen van inloggegevens met collega's.
* Het zonder toestemming gebruiken van programma's zoals ChatGPT voor klantgerelateerde brieven.
#### 3.3.2 Datalekken
Een datalek is een situatie waarbij persoonsgegevens in handen vallen van verkeerde personen, bijvoorbeeld door:
* Een dossier dat naar de verkeerde persoon wordt verstuurd.
* Een verloren laptop.
* Een hacking van het netwerk.
Bij een datalek moet onmiddellijk de persoon die verwittigd moet worden, op de hoogte gebracht worden, met een duidelijke uitleg van wat er is gebeurd.
> **Tip:** Zoek in de actualiteit naar voorbeelden van datalekken en analyseer welke gegevens betroffen waren en welke gevolgen dit had.
##### 3.3.2.1 Meldingsplicht datalek
Afhankelijk van de situatie en de mogelijke risico's voor de betrokkenen, kan er een meldingsplicht bestaan:
* **Aan de Gegevensbeschermingsautoriteit:** Dit moet zonder onredelijke vertraging gebeuren, en indien mogelijk binnen 72 uur na kennisname. De melding moet informatie bevatten over de aard van de inbreuk, de betrokken categorieën, contactgegevens, waarschijnlijke gevolgen en genomen maatregelen. Melding is niet vereist als er geen waarschijnlijkheid is dat er een risico is voor de rechten van de patiënten of betrokkenen.
* **Aan de betrokkene:** Dit is vereist wanneer het datalek een hoog risico inhoudt voor de rechten van de betrokkene. De mededeling moet in duidelijke en eenvoudige taal zijn. Een melding aan de betrokkene is niet vereist indien de gegevens onbegrijpelijk zijn gemaakt (bv. door versleuteling) of als er maatregelen zijn genomen die het risico opvatten. In plaats van individuele mededelingen kan ook een openbare mededeling worden overwogen indien individuele mededeling onevenredige inspanningen vergt.
Boetes voor niet-naleving kunnen oplopen tot wel twintig miljoen euro of vier procent van de omzet van het bedrijf.
### 3.4 Rechten van betrokkenen
De AVG kent een reeks rechten toe aan individuen (betrokkenen) met betrekking tot hun persoonsgegevens:
* **Recht op inzage:** Betrokkenen hebben het recht te vragen welke persoonsgegevens over hen verwerkt worden. Bedrijven kunnen zich hiertegen verzetten indien zij een legitiem belang hebben (bv. in het kader van journalistiek of politieonderzoek).
* **Recht op rectificatie:** Betrokkenen hebben het recht om foute gegevens te laten corrigeren.
* **Recht op gegevenswissing (recht om vergeten te worden):** Betrokkenen kunnen vragen om hun persoonsgegevens te laten wissen. Dit is nuttig bij nieuwe verzekeringen, of om zoekresultaten in Google te laten verwijderen (desindexering). Google houdt rekening met factoren zoals de aard van de feiten (strafrechtelijk, bekend persoon), hoe lang de feiten geleden zijn en of de zaak een maatschappelijk belang heeft.
* **Recht om zich te verzetten tegen verwerking:** Dit geldt met name voor commerciële boodschappen zoals reclame-e-mails en nieuwsbrieven.
#### 3.4.1 Commerciële boodschappen per e-mail
Voor het versturen van commerciële boodschappen per e-mail is in principe toestemming vereist. Een uitzondering geldt wanneer het e-mailadres is verkregen in het kader van een commerciële transactie en de ontvanger de mogelijkheid heeft zich te verzetten (opt-out). Wanneer iemand zich uitschrijft voor een nieuwsbrief, moet dit gerespecteerd worden en moet de persoon uit de mailinglijst worden verwijderd.
### 3.5 Bescherming van het privéleven
Het recht op privacy is een grondrecht dat breder is dan de AVG. Het omvat het recht om zich te verzetten tegen inmenging in het privéleven en om met rust gelaten te worden. De AVG specificeert hoe persoonsgegevens verwerkt moeten worden, terwijl privacy het overkoepelende beschermingsrecht is.
* Het recht op privacy heeft betrekking op zowel privé- als professionele omgevingen en omvat het zelfbeschikkingsrecht om het leven te leiden zoals men kiest.
* De afweging tussen het recht op privacy en het recht op nieuwsvergaring (vrijheid van meningsuiting) is cruciaal wanneer de pers zaken uit iemands privéleven wil publiceren. Hierbij wordt gekeken naar de bekendheid van de persoon en het maatschappelijk belang.
#### 3.5.1 Opnemen en verspreiden van gesprekken
* Het opnemen van een (telefoon)gesprek waarin men zelf deelneemt, is geen schending van de privacy. Het opnemen van een gesprek waarin men geen deelneemt is verboden.
* De verspreiding van een opgenomen telefoongesprek kan, indien dit gebeurt met het oog op het schaden van anderen, verboden zijn. In andere gevallen wordt gekeken naar de privacy-verwachting van de deelnemers, de inhoud, omstandigheden, en de hoedanigheid van deelnemers en ontvanger.
#### 3.5.2 Recht op afbeelding
Het recht op afbeelding is onderdeel van het recht op privacy. Het geldt zodra een persoon herkenbaar wordt afgebeeld.
* **Principe van dubbele toestemming:** Er is toestemming nodig om een foto te nemen én toestemming om de foto te gebruiken voor een specifieke bestemming. Bij elke nieuwe bestemming is opnieuw toestemming vereist. De bewijslast rust op degene die de afbeelding vastlegt en gebruikt.
* **Uitzonderingen:**
* **Openbare ruimte:** Er is impliciete toestemming om een afbeelding te laten vastleggen in de openbare ruimte (behalve bij close-ups). Dit impliceert echter geen automatische toestemming om de foto te gebruiken.
* **Bekende personen of nieuwswaarde:** Als een afbeelding nieuwswaarde heeft, kan dit een afweging tussen vrijheid van meningsuiting en recht op privacy rechtvaardigen.
* **Politie-interventies:** Dezelfde regels gelden. Er moet een gegronde reden en nieuwswaarde zijn, en er wordt een afweging gemaakt tussen het recht op privacy van de agent en het recht op informatie van het publiek.
> **Situatieschets:** Een foto van een teambuilding wordt op LinkedIn geplaatst. Als jij je niet flaterend afgebeeld vindt, kun je je hiertegen verzetten, zelfs als collega's akkoord gaan met de publicatie.
### 3.6 Auteursrecht
Auteursrecht is een intellectueel eigendomsrecht dat de maker van een werk een exclusief recht geeft om te beslissen wat er met zijn creatie gebeurt.
* **Bescherming:** Een werk wordt auteursrechtelijk beschermd indien het een eigen intellectuele schepping is, een uitdrukking van de creatieve geest. Louter technische documenten, akten van de overheid of werken in het publieke domein zijn niet beschermd.
* **Wat wordt beschermd?** De uitgedrukte vorm van het werk (foto, artikel, muziek, software, literatuur, etc.), niet het idee of concept zelf.
* **Rechthouder:** De auteur (een natuurlijk persoon), maar de rechten kunnen overgedragen worden aan een vennootschap.
* **Bescherming is onmiddellijk:** Auteursrechten ontstaan zodra het werk gecreëerd is; registratie is niet vereist. De creatiedatum kan worden bewezen via diverse methoden zoals i-depot of een e-mail. Het symbool © geeft geen extra bescherming maar is een indicatie dat auteursrecht van toepassing is.
* **Gebruiksrecht/licentie:** Om een auteursrechtelijk beschermd werk te gebruiken, is toestemming van de rechthouder nodig, meestal via een schriftelijke licentie.
> **Tip:** Kopieer nooit foto's, teksten, muziek of afbeeldingen van het internet voor publiek gebruik zonder toestemming. Beschikbaarheid online betekent niet automatisch toestemming.
#### 3.6.1 Uitzonderingen op de toestemmingsvereiste
In bepaalde gevallen is toestemming van de auteur niet vereist, zoals:
* Gebruik in het nieuws.
* Gebruik in het onderwijs.
* Privékopie.
* Parodie.
#### 3.6.2 Duur van auteursrecht
Auteursrecht geldt tot 70 jaar na de dood van de auteur. Daarna wordt het werk publiek domein.
#### 3.6.3 Plagiaat
Plagiaat is het overnemen van (belangrijke delen van) een werk zonder toestemming van de auteur en zonder dat een wettelijke uitzondering van toepassing is. De totale indruk is hierbij bepalend.
#### 3.6.4 AI-gegenereerde content
Content gecreëerd door AI genereert in principe geen auteursrecht. Dit betekent dat het gebruikt kan worden zonder toestemming van de persoon die het heeft gegenereerd, zolang er geen significante menselijke interventie is die het werk alsnog auteursrechtelijk beschermd zou maken.
### 3.7 Professioneel gedrag en omgang met gegevens
* **Discrete handelingen:** Wees altijd discreet met informatie. Dit geldt zowel voor klantgegevens als voor informatie over collega's.
* **Gebruik van werkapparatuur:** Gebruik geen openbare wifi-netwerken met werkapparatuur. Gebruik geen Hotmail of Gmail voor klantgegevens.
* **Foto's en sociale media:** Neem geen foto's van klanten zonder toestemming. Plaats geen foto's van collega's of klanten op sociale media zonder toestemming.
* **Controle van werkapparatuur:** Werkgevers mogen smartphones en laptops controleren die eigendom zijn van het bedrijf, mits dit is vastgelegd in het arbeidsreglement en gebeurt in lijn met de geldende CAO's. Controle van privéapparatuur is in principe niet toegestaan.
> **Tip:** Bij twijfel over het omgaan met persoonsgegevens of auteursrechtelijk beschermd materiaal, stel altijd de vraag aan een leidinggevende of de daarvoor aangewezen persoon.
---
Dit onderwerp behandelt de regels en principes voor de verwerking van persoonsgegevens conform de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), ook wel bekend als de GDPR.
### 3.1 De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG/GDPR)
De AVG is een Europese wet die van toepassing is in alle lidstaten en regels oplegt aan bedrijven en hun werknemers over hoe zij met persoonsgegevens moeten omgaan. Deze regels zijn van kracht in een professionele context en niet in privé-omstandigheden. De privacy policy van een bedrijf, meestal gepubliceerd op de website, licht toe hoe er met persoonsgegevens wordt omgegaan en garandeert dat deze veilig worden verwerkt.
### 3.2 Kernconcepten van de AVG
Persoonsgegevens zijn alle informatie aan de hand waarvan een persoon geïdentificeerd kan worden. Dit omvat onder andere adres, geboortedatum, politieke voorkeur, biometrische gegevens, strafrechtelijke veroordelingen, studieresultaten, bankrekeningnummers en IP-adressen.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen:
* **Gewone persoonsgegevens:** naam, voornaam, (e-mail)adres, functie, familieleden.
* **Bijzondere persoonsgegevens:** etnische afkomst, politieke opvattingen, religieuze overtuigingen, lidmaatschap van een vakbond, genetische gegevens, gezondheidsgegevens, biometrische gegevens, strafrechtelijke gegevens.
#### 3.2.2 Wat is een verwerking van persoonsgegevens?
Een verwerking van persoonsgegevens omvat elke bewerking of geheel van bewerkingen met betrekking tot persoonsgegevens, al dan niet uitgevoerd met behulp van geautomatiseerde processen. Dit kan gaan om het verzamelen, vastleggen, ordenen, structureren, opslaan, bijwerken of wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door tussenkomst van derden, wissen of vernietigen van gegevens.
#### 3.2.3 Verantwoordelijken en verwerkers
* **Verantwoordelijken:** Entiteiten die de doelen en middelen voor de verwerking van persoonsgegevens vaststellen (bv. AP Hogeschool, advocatenkantoren, rechtbanken, gerechtsdeurwaarders).
* **Verwerkers:** Entiteiten die persoonsgegevens verwerken in opdracht van de verantwoordelijke (bv. softwareleveranciers).
Tussen een verantwoordelijke en een verwerker moet steeds een contractuele relatie bestaan.
Een verwerkingsverantwoordelijke moet altijd beschikken over een wettelijke grondslag om persoonsgegevens te mogen verwerken. Voor gewone persoonsgegevens zijn dit onder andere:
* De uitvoering van een overeenkomst.
* Een legitiem belang.
* Toestemming van de betrokkene.
Bijzondere persoonsgegevens mogen in principe niet verwerkt worden, tenzij er een specifieke wettelijke uitzondering van toepassing is.
##### 3.2.4.1 Wettelijke grond: legitiem belang
Een belang wordt als legitiem beschouwd als het nagestreefd wordt op een wijze die in overeenstemming is met zowel de gegevensbeschermingsregelgeving als andere relevante regelgeving. Om op deze grondslag te kunnen beroepen, moeten de volgende drie voorwaarden cumulatief vervuld zijn:
1. De verwerkingsverantwoordelijke of een derde streeft een gerechtvaardigd belang na.
3. De fundamentele rechten en vrijheden van de betrokkene prevaleren niet.
> **Voorbeeld:** AP Hogeschool vraagt voor een studentenkaart geen gewicht en lengte, omdat dit niet noodzakelijk is voor het aanmaken van de kaart. Een foto om de student te identificeren is wel proportioneel.
##### 3.2.4.2 Proportionaliteit
De proportionaliteit van een verwerking wordt beoordeeld in functie van het doel waarvoor de persoonsgegevens worden verzameld. De vraag "heb je deze gegevens nodig om dit doel te bereiken?" moet positief beantwoord worden. Zo niet, dan is de verwerking niet proportioneel en niet toegestaan.
##### 3.2.4.3 Wettelijke grond: toestemming
Wanneer een persoon vrijwillig toestemming geeft voor de verwerking van zijn persoonsgegevens, mag het bedrijf deze gegevens verwerken. Toestemming moet vrij zijn, zonder druk, en kan op elk moment worden ingetrokken, waarna de verwerking moet stoppen.
> **Tip:** Als werknemer is het niet altijd mogelijk om vrij toestemming te geven voor de verwerking van persoonsgegevens, aangezien de arbeidsrelatie een machtsonevenwicht creëert.
Persoonsgegevens moeten steeds verwerkt worden voor een concreet en geldig doel. Enkel de persoonsgegevens die noodzakelijk zijn voor dat doel mogen verwerkt worden. Het doel moet rechtvaardigen dat een deel van de privacy wordt opgegeven.
> **Voorbeeld:** Een adres is nodig om een pakje te leveren; leeftijd is nodig om te verifiëren of iemand alcohol mag kopen.
> **Oefening:** Zoek de privacy policy van een bedrijf en analyseer welke persoonsgegevens worden verwerkt en waarom dit gebeurt.
#### 3.2.6 Bijzondere gegevens
Bijzondere persoonsgegevens mogen enkel verwerkt worden wanneer de wet dit voorschrijft (bv. gezondheidsgegevens door artsen in het kader van een behandeling, strafrechtelijke gegevens door advocaten ter verdediging van hun cliënten) of met uitdrukkelijke toestemming van de betrokkene.
#### 3.2.7 Veilige verwerking van persoonsgegevens
Persoonsgegevens moeten zorgvuldig worden behandeld. Niet-geautoriseerde personen mogen geen toegang krijgen en de gegevens mogen niet verloren gaan. Hoe gevoeliger de gegevens, hoe strenger de regels.
> **Voorbeelden van wat fout kan lopen:**
> * Netflix kijken op een werklaptop.
> * Selfies maken achter het bureau.
> * Inloggegevens delen met collega's.
> * Gegevens van klanten invoeren in programma's zoals ChatGPT zonder toestemming.
### 3.3 Gegevenslekken
#### 3.3.1 Wat is een gegevenslek?
Een gegevenslek treedt op wanneer persoonsgegevens in handen vallen van verkeerde personen, bijvoorbeeld door een dossier dat naar de verkeerde persoon wordt verstuurd, een verloren laptop, of een hack van het netwerk.
#### 3.3.2 Meldingsplicht datalek
Bij een gegevenslek moet de persoon die verwittigd moet worden onmiddellijk worden geïnformeerd, met uitleg over wat er is gebeurd.
* **Meldingsplicht aan de Gegevensbeschermingsautoriteit:** Zonder onredelijke vertraging en, indien mogelijk, binnen 72 uur na kennisname. Dit is niet vereist wanneer er geen waarschijnlijkheid is dat er een risico ontstaat voor de rechten en vrijheden van de betrokkenen. De melding moet de aard van de inbreuk, de categorieën van betrokkenen, contactgegevens van een contactpunt, de waarschijnlijke gevolgen en de genomen maatregelen bevatten.
* **Meldingsplicht aan de betrokkene:** Wanneer het datalek een hoog risico inhoudt voor de rechten en vrijheden van de betrokkene. Dit moet gebeuren in duidelijke en eenvoudige taal. Uitzonderingen gelden onder meer als de gegevens onbegrijpelijk zijn voor derden (bv. door encryptie) of als de genomen maatregelen het risico wegnemen. Indien een individuele mededeling onevenredig veel inspanningen zou vergen, kan een openbare mededeling volstaan.
> **Tip:** Boetes voor inbreuken op de AVG kunnen oplopen tot maximaal 20 miljoen euro of 4% van de omzet van het bedrijf.
> **Oefening:** Zoek in de actualiteit naar een datalek, identificeer welke gegevens het betrof en welke mogelijke gevolgen dit had.
Betrokkenen hebben diverse rechten met betrekking tot hun persoonsgegevens:
* **Recht op inzage:** Het recht om aan bedrijven of overheden te vragen welke persoonsgegevens over hem of haar worden verwerkt. Het bedrijf kan zich hiertegen verzetten als het een legitiem belang heeft (bv. journalisten, politie).
* **Recht op rectificatie:** Het recht om foute gegevens te laten corrigeren.
* **Recht op gegevenswissing (recht om vergeten te worden):** Het recht om te vragen om persoonsgegevens te laten wissen. Dit is nuttig in het kader van nieuwe verzekeringen of om desindexering te bekomen in zoekresultaten (bv. Google). Factoren zoals strafrechtelijke feiten, bekendheid van de persoon, verstreken tijd en maatschappelijk belang spelen een rol bij de beslissing tot desindexering.
* **Recht om zich te verzetten tegen de verwerking:** Met name tegen commerciële e-mails en nieuwsbrieven.
In principe is toestemming van de ontvanger vereist voor commerciële e-mails. Een uitzondering geldt als het e-mailadres is verkregen in het kader van een commerciële transactie en de ontvanger de mogelijkheid heeft om zich te verzetten (opt-out). Een ingetrokken toestemming of opt-out moet gerespecteerd worden.
### 3.5 Wat mag je niet doen met persoonsgegevens?
* Foto's van collega's of klanten nemen zonder toestemming.
* Foto's van collega's en klanten op sociale media plaatsen zonder toestemming.
* Gebruik maken van openbare wifi-netwerken met de werkcomputer voor gevoelige gegevens.
* Hotmail of Gmail gebruiken voor persoonsgegevens van klanten.
* Dossiers onbeheerd achterlaten, zeker niet in de wagen.
* Wachtwoorden delen met collega's of laten slingeren op kantoor.
* Klikken op links of documenten van onbekende e-mails.
#### 3.5.1 Controle door de werkgever
* **Privé-toestellen:** Controle door de werkgever is in principe niet mogelijk.
* **Werkgeversapparatuur:** Controle is toegestaan indien vastgelegd in het arbeidsreglement en in lijn met CAO nr. 81, wat onder meer betekent dat de controle een legitiem doel dient (bv. bescherming van bedrijfsgegevens).
### 3.6 Recht op privacy
Het recht op privacy is een grondrecht dat zich uitstrekt tot het recht om zich te verrichten tegen (overheids)inmenging in het privéleven en het recht om met rust gelaten te worden. De AVG regelt de verwerking van persoonsgegevens, terwijl het recht op privacy breder is en het fundamentele recht op bescherming van ieders privéleven waarborgt. Dit recht geldt zowel in de privé- als in de professionele sfeer en omvat het zelfbeschikkingsrecht over het eigen leven.
#### 3.6.1 Recht op privacy vs. recht op nieuwsvergaring
De publicatie van privézaken door de pers vereist een afweging tussen het recht op privacy en het recht op vrijheid van meningsuiting. Context is cruciaal: gaat het om een bekend persoon? Is de bekendmaking in het maatschappelijk belang?
#### 3.6.2 Privacy in diverse contexten
* **Huiszoeking:** Is aan strikte wettelijke voorwaarden gebonden.
* **Briefgeheim, telefoontap, e-mailonderschepping:** Zijn strikt gereguleerd en enkel toegestaan onder specifieke wettelijke omstandigheden.
* **Opnemen van gesprekken:** Een gesprek opnemen waaraan men zelf deelneemt, is toegestaan. Een gesprek opnemen waaraan men geen deelneemt, is verboden. De verspreiding van een opgenomen gesprek wordt beoordeeld aan de hand van de privacy-verwachting van de deelnemers, de inhoud, de omstandigheden en de hoedanigheid van de betrokkenen.
#### 3.6.3 Recht op afbeelding
Dit recht maakt deel uit van het recht op privacy. Zodra een persoon herkenbaar wordt afgebeeld, ontstaat dit recht.
* **Principe van dubbele toestemming:** Toestemming om de foto te nemen én toestemming om de foto te gebruiken voor een specifieke bestemming.
* **Uitzonderingen:** In de openbare ruimte of voor publieke figuren, vooral wanneer de afbeelding nieuwswaarde heeft. Er is steeds een belangenafweging tussen het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht op privacy. Bijvoorbeeld, de afbeelding van een politie-interventie kan nieuwswaarde hebben en gerechtvaardigd zijn mits een gegronde reden.
> **Situatieschets:** Zelfs als collega's akkoord gaan met het delen van een foto op LinkedIn, kan men zich verzetten tegen de afbeelding als men vindt dat deze niet flatterend is, ook al is het een teambuildingactiviteit.
### 3.7 Auteursrecht
Auteursrecht is een intellectueel eigendomsrecht dat de maker een exclusief recht geeft om te beslissen over het gebruik van zijn werk.
#### 3.7.1 Wanneer wordt een werk auteursrechtelijk beschermd?
Een werk is beschermd door auteursrecht indien het een "eigen intellectuele schepping" is, een uitdrukking van de creatieve geest. Technische documenten, akten van de overheid en werken in het publiek domein vallen hier niet onder.
#### 3.7.2 Wat wordt beschermd?
De uitgedrukte vorm van een werk wordt beschermd: foto's, artikelen, muziek, video, software, vormgeving, literatuur, etc. Een idee of concept zelf is niet beschermd.
#### 3.7.3 Rechthebbende en bescherming
De auteur (natuurlijk persoon) is de rechthebbende. De rechten kunnen wel overgedragen worden aan een vennootschap. Auteursrechten ontstaan onmiddellijk bij creatie van het werk, zonder vereiste van depot of registratie. De datum van creatie kan bewezen worden via diverse middelen zoals i-depot of aangetekende brief.
#### 3.7.4 Gebruik van auteursrechtelijk beschermd werk
Gebruik van een auteursrechtelijk beschermd werk vereist toestemming van de auteur of rechthebbende, meestal in de vorm van een schriftelijke licentie.
> **Tip:** Kopieer nooit foto's, tekst, muziek of afbeeldingen van het internet om publiekelijk te gebruiken, enkel omdat het online beschikbaar is.
#### 3.7.5 Uitzonderingen op de toestemmingsvereiste
Toestemming van de auteur is niet vereist voor:
#### 3.7.6 Duur van het auteursrecht
Auteursrecht geldt tot 70 jaar na de dood van de auteur. Een nieuwe uitvoering van een werk in het publieke domein kan wel nieuwe auteursrechten creëren.
#### 3.7.7 Plagiaat
Plagiaat is het overnemen van (belangrijke delen van) een werk zonder toestemming van de auteur en zonder dat een uitzondering van toepassing is. De totaalindruk is hierbij bepalend.
#### 3.7.8 Content gecreëerd door AI
Content gegenereerd door AI heeft in principe geen auteursrechtelijke bescherming, omdat er geen menselijke intellectuele schepping aan ten grondslag ligt. Hierdoor mag het gebruikt worden zonder toestemming van degene die de AI heeft aangewend, tenzij er significante menselijke interventie is geweest bij de creatie van de output.
---
# Recht op privacy en auteursrecht
Hier is een gedetailleerde samenvatting van het recht op privacy en auteursrecht, opgesteld in het Nederlands en conform de gestelde eisen.
## 4. Recht op privacy en auteursrecht
Dit gedeelte behandelt het recht op privacy, dat verder gaat dan de GDPR en het recht om met rust gelaten te worden omvat, evenals auteursrecht, dat exclusieve rechten verleent aan makers van werken en de voorwaarden voor gebruik definieert.
### 4.1 Recht op privacy
Het recht op privacy is een fundamenteel recht dat het individu beschermt tegen ongeoorloofde inmenging in zijn privéleven. Dit recht is breder dan de regels die de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), of GDPR in het Engels, stelt. De AVG bepaalt hoe persoonsgegevens verwerkt moeten worden, terwijl het recht op privacy het overkoepelende grondrecht is dat ieders privéleven beschermt.
#### 4.1.1 Bescherming van het privéleven
Privacy omvat het recht om met rust gelaten te worden en de mogelijkheid om zelf te bepalen hoe men zijn leven leidt, inclusief aspecten zoals naamswijziging, seksuele geaardheid en politieke voorkeur. Het recht op privacy geldt niet alleen in de privésfeer, maar strekt zich ook uit tot de professionele omgeving, de school en de publieke ruimte.
**Waar speelt het recht op privacy?**
* Thuis
* Op het werk
* Op school
* Op straat
#### 4.1.2 Privacy versus recht op nieuwsvergaring
Wanneer de pers zaken uit iemands privéleven wil publiceren, is er sprake van een afweging tussen het recht op privacy en het recht op vrijheid van meningsuiting. De context is hierbij cruciaal:
* Gaat het om een bekend persoon?
* Is de bekendmaking van de identiteit in het maatschappelijk belang?
Een belangenafweging bepaalt of de pers zaken mag publiceren.
#### 4.1.3 Privacy in specifieke situaties
* **Huiszoeking:** Privacy speelt een rol bij het bepalen van de voorwaarden voor huiszoekingen.
* **Briefgeheim:** Het recht op privacy beschermt de vertrouwelijkheid van correspondentie.
* **Telefoon- en e-mailverkeer:** Telefoongesprekken mogen niet worden afgeluisterd en e-mails mogen niet worden ondergeschept zonder wettelijke grondslag.
* **Opnemen van gesprekken:**
* Het opnemen van een gesprek waaraan men zelf deelneemt is toegestaan en geen schending van de privacy.
* Het opnemen van een gesprek waaraan men niet deelneemt is uitdrukkelijk verboden.
* **Verspreiden van opgenomen gesprekken:** De verspreiding van een opgenomen telefoongesprek is verboden indien dit gebeurt met de intentie om anderen te schaden. In andere gevallen wordt er gekeken naar de privacyverwachting van de deelnemers, de inhoud en omstandigheden van het gesprek, en de hoedanigheid van de deelnemers en de ontvanger van de opname.
#### 4.1.4 Recht op afbeelding
Het recht op afbeelding maakt deel uit van het recht op privacy. Het geldt zodra een persoon herkenbaar wordt afgebeeld, ongeacht de vorm.
* **Principe van dubbele toestemming:**
1. Toestemming om de foto te nemen.
2. Toestemming om de foto te gebruiken (bepaling van de bestemming van de afbeelding).
* **Uitzonderingen:**
* **Openbare ruimte:** Er is een impliciete toestemming om een afbeelding te laten vastleggen, behalve bij close-ups. Dit impliceert echter geen toestemming om de foto te gebruiken.
* **Publieke figuren/nieuwsinteresse:** Als een afbeelding nieuwswaarde heeft, kan er een afweging worden gemaakt tussen het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht op privacy.
* **Afbeeldingen van politieagenten:** Dezelfde regels gelden. De afbeelding moet nieuwswaarde hebben en er moet een gegronde reden zijn voor de publicatie, na afweging van het recht op privacy van de agent tegenover het recht op vrije meningsuiting en het publiek belang om geïnformeerd te worden.
> **Tip:** Als je niet flaterend wordt afgebeeld op een foto die online gedeeld wordt, ook al zijn je collega's akkoord, kun je je hiertegen verzetten op basis van je recht op afbeelding.
### 4.2 Auteursrecht
Auteursrecht is een intellectueel eigendomsrecht dat de maker van een werk exclusieve rechten verleent om te bepalen hoe anderen dat werk mogen gebruiken. Naast auteursrecht bestaan er ook andere intellectuele eigendomsrechten zoals merken, modellen en octrooien.
#### 4.2.1 Bescherming onder het auteursrecht
Een werk wordt auteursrechtelijk beschermd indien het voldoet aan het **originaliteitscriterium**: het moet een eigen intellectuele schepping van de auteur zijn, een uitdrukking van de creatieve geest.
**Wat wordt niet beschermd door het auteursrecht?**
* Louter technische documenten
* Akten van de overheid
* Werken die tot het publieke domein behoren
**Wat wordt wel beschermd?**
Het auteursrecht beschermt de **uitgedrukte vorm** van een werk. Dit kan een foto, artikel, muziekstuk, video, software, vormgeving of literatuur zijn. Het hoeft geen kunst te zijn. Ideeën of concepten op zichzelf worden niet beschermd.
> **Voorbeeld:** Een televisieformat of een sportwedstrijd kan auteursrechtelijk beschermd zijn als de specifieke uitwerking ervan origineel is.
#### 4.2.2 Rechthebbende en ontstaansmoment
* **Rechthebbende:** De rechthebbende is degene die het werk heeft gemaakt, de auteur. Auteursrecht ontstaat onmiddellijk zodra het werk is gecreëerd; er is geen vereiste van registratie of depot. Hoewel het auteursrecht bij een natuurlijke persoon ontstaat, kunnen de rechten wel worden overgedragen aan een vennootschap.
* **Bewijzen van creatiedatum:** Om de creatiedatum te bewijzen, kunnen methoden zoals i-depot, e-mail, aangetekende brief of een notaris worden gebruikt.
* **Waarde van ©:** Het symbool © geeft aan dat een werk auteursrechtelijk beschermd is.
#### 4.2.3 Gebruik van auteursrechtelijk beschermd werk
Om een auteursrechtelijk beschermd werk te gebruiken, is **toestemming van de auteur of de rechthebbende** vereist. Dit gebruiksrecht wordt vastgelegd in een licentie, die bij voorkeur schriftelijk moet zijn.
> **Tip:** Kopieer nooit foto's, teksten, muziek of afbeeldingen van het internet om ze publiekelijk te gebruiken zonder de expliciete toestemming van de auteur. Beschikbaarheid online betekent niet automatisch dat er toestemming is verleend.
#### 4.2.4 Hyperlinks
Het plaatsen van een hyperlink op een website naar een andere website is in principe toegestaan. Dit wordt niet noodzakelijk beschouwd als een reproductie of mededeling aan het publiek. Dit geldt echter niet als de hyperlink verwijst naar content waarvan bekend is dat deze illegaal online is geplaatst.
> **Tip:** Afhankelijk van het gebruik, met name als er winst mee wordt nagestreefd, kan er een grotere onderzoeksplicht bestaan om de legaliteit van de content te controleren.
#### 4.2.5 Uitzonderingen op de toestemmingsvereiste
De wet voorziet in specifieke uitzonderingen waarbij de toestemming van de auteur niet vereist is. Voorbeelden hiervan zijn:
* Gebruik in het nieuws
* Gebruik in het onderwijs
* Privékopie
* Parodie
> **Voorbeeld:** Zoek een bekende parodie om te illustreren hoe bestaande werken kunnen worden gebruikt zonder de oorspronkelijke auteur toestemming te vragen.
#### 4.2.6 Duur van het auteursrecht
Het auteursrecht geldt tot **70 jaar na de dood van de auteur**. Het werk wordt publiek domein op 1 januari van het jaar waarin de auteur is overleden. Een nieuwe uitvoering van een werk dat zich in het publieke domein bevindt, kan wel nieuwe auteursrechten creëren.
> **Voorbeeld:** Zoek een werk waarvan het auteursrecht is verstreken om dit principe te illustreren.
#### 4.2.7 Plagiaat
Plagiaat is het overnemen van (belangrijke delen van) een werk zonder de toestemming van de auteur, en wanneer er geen uitzondering van toepassing is. De **totaalindruk** is belangrijk bij de beoordeling van plagiaat. Er is een feitelijke beoordeling nodig om te bepalen of er sprake is van inspiratie of plagiaat.
> **Voorbeeld:** Zoek een voorbeeld van plagiaat in de kunst, literatuur of muziek.
#### 4.2.8 AI-gegenereerde inhoud
Werk dat door kunstmatige intelligentie (AI) wordt gegenereerd, creëert in principe **geen auteursrecht**. Dit betekent dat dergelijke content gebruikt mag worden zonder de toestemming van degene die de AI heeft gebruikt. Het auteursrecht op content gecreëerd door AI is afhankelijk van de menselijke interventie. Als er geen significante menselijke interventie is bij de creatie van het werk door AI, ontstaat er geen auteursrecht en dus ook geen auteursrechtelijke bescherming van de content.
---
## 4 Recht op privacy en auteursrecht
Dit onderdeel behandelt het recht op privacy, dat verder gaat dan de GDPR en het recht om met rust gelaten te worden omvat, evenals auteursrecht, dat exclusieve rechten verleent aan makers van werken en de voorwaarden voor gebruik definieert.
Het recht op privacy omvat het recht om met rust gelaten te worden en beschermt het privéleven tegen (overheids)inmenging. Dit recht is fundamenteler dan de GDPR, die specifieke regels oplegt voor de verwerking van persoonsgegevens. Het recht op privacy geeft ieder individu de zelfbeschikkingskracht om het leven naar eigen keuze te leiden. Dit geldt zowel in de privésfeer als in de professionele omgeving, op het werk en op school.
#### 4.1.1 Privacy vs. nieuwsvergaring
De publicatie van privézaken door de pers vereist een zorgvuldige belangenafweging tussen het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht op privacy. De context is hierbij cruciaal: of het gaat om een bekend persoon, of de bekendmaking maatschappelijk van belang is, en de impact op de betrokkenen spelen een rol.
#### 4.1.2 Toepassingsgebieden van privacy
Het recht op privacy is relevant in diverse situaties:
* **Huiszoeking**: Dit is enkel toegestaan onder strikte wettelijke voorwaarden.
* **Briefgeheim**: Correspondentie is beschermd tegen inzien door derden.
* **Telefoon- en e-mailverkeer**: Telefoongesprekken mogen niet worden afgeluisterd en e-mails mogen niet worden onderschept zonder wettelijke basis.
* **Opnemen van gesprekken**:
* Het opnemen van een gesprek waaraan men zelf deelneemt is toegestaan en geen schending van privacy.
* Het opnemen van een gesprek waaraan men geen deelneemt, is uitdrukkelijk verboden.
* De verspreiding van een opgenomen telefoongesprek wordt beoordeeld aan de hand van de privacy-verwachting van de deelnemers, de inhoud, de omstandigheden en de hoedanigheid van de deelnemers en ontvanger. De intentie om te schaden is hierbij een belangrijke factor.
* **Recht op afbeelding**: Dit recht maakt deel uit van het recht op privacy. Een persoon mag niet herkenbaar worden afgebeeld zonder toestemming.
#### 4.1.3 Toestemming voor afbeeldingen
Voor het gebruik van afbeeldingen geldt in principe een dubbele toestemmingsvereiste:
2. Toestemming om de foto te gebruiken, specifiek voor de beoogde bestemming.
Deze toestemming kan op verschillende manieren worden gegeven, maar de afgebeelde persoon moet op de hoogte zijn van de bestemming van de afbeelding. Bij elke nieuwe bestemming dient opnieuw toestemming te worden gevraagd. De bewijslast hiervoor ligt bij degene die de afbeelding vastlegt en gebruikt.
#### 4.1.4 Uitzonderingen op de toestemmingsvereiste voor afbeeldingen
Er zijn uitzonderingen op de dubbele toestemmingsvereiste:
* **Openbare ruimte**: Op een openbare plaats wordt impliciet toestemming gegeven om een afbeelding vast te leggen, maar niet noodzakelijk om deze te gebruiken, tenzij de afbeelding nieuwswaarde heeft.
* **Publieke figuren**: Bij bekende personen of situaties met nieuwswaarde geldt eveneens een afweging tussen privacy en recht op informatie.
* **Afbeeldingen van politie**: Geldt dezelfde regels als bij andere publieke figuren, waarbij de nieuwswaarde van de interventie en een gegronde reden cruciaal zijn. Er is een afweging tussen de privacy van de agent en het recht op informatie van het publiek.
#### 4.1.5 De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG/GDPR)
De AVG (of GDPR) legt regels op voor hoe bedrijven en organisaties omgaan met persoonsgegevens. Deze regels gelden voor iedereen in een professionele context.
* **Persoonsgegevens**: Alle informatie waarmee een persoon geïdentificeerd kan worden, zoals naam, adres, geboortedatum, politieke voorkeur, biometrische gegevens, strafrechtelijke veroordelingen, studieresultaten, bankrekeningnummers, IP-adressen, etc.
* **Gewone persoonsgegevens**: Naam, adres, functie, familieleden.
* **Bijzondere persoonsgegevens**: Etnische afkomst, politieke opvattingen, religieuze overtuigingen, lidmaatschap van een vakbond, genetische gegevens, gezondheidsgegevens, biometrische gegevens, strafrechtelijke gegevens.
* **Verwerking van persoonsgegevens**: Elke handeling die met persoonsgegevens wordt uitgevoerd, zoals verzamelen, vastleggen, ordenen, structureren, opslaan, aanpassen of wijzigen, opvragen, inkijken, gebruiken, verstrekken door verzending, verspreiding of anderszins ter beschikking stellen, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, afschermen, wissen of vernietigen van gegevens.
* **Verwerkingsverantwoordelijken en verwerkers**:
* **Verantwoordelijken**: Organen die bepalen voor welke doeleinden en met welke middelen persoonsgegevens worden verwerkt (bv. AP Hogeschool, advocatenkantoren, rechtbanken).
* **Verwerkers**: Entiteiten die persoonsgegevens verwerken in opdracht van de verantwoordelijke (bv. softwareleveranciers). Er moet steeds een contractuele relatie zijn.
#### 4.1.6 Wettelijke grondslag voor verwerking
Om persoonsgegevens te mogen verwerken, moet er een wettelijke grondslag zijn:
* **Uitvoering van de overeenkomst**: Nodig voor de levering van een dienst of product.
* **Legitiem belang**: Een gerechtvaardigd belang van de verwerkingsverantwoordelijke of een derde, mits dit belang niet prevaleert over de fundamentele rechten en vrijheden van de betrokkene. De verwerking moet noodzakelijk zijn voor dit belang en proportioneel zijn aan het doel.
* **Proportionaliteit**: Wordt beoordeeld aan de hand van het doel waarvoor de gegevens worden verzameld. De vraag "heb je deze gegevens nodig om dit doel te bereiken?" moet positief beantwoord worden.
* **Toestemming van de betrokkene**: De toestemming moet vrij zijn, zonder druk, en kan op elk moment worden ingetrokken. Als werknemer kan men niet altijd vrij toestemming geven, omdat er een gezagsrelatie bestaat.
* **Wettelijke verplichting**: De verwerking is wettelijk voorgeschreven.
#### 4.1.7 Verwerking in functie van een doel
Persoonsgegevens mogen enkel worden verwerkt voor een concreet en geldig doel (bv. adres voor pakketbezorging, leeftijd voor alcoholverkoop). Enkel de noodzakelijke gegevens voor dit doel mogen worden verwerkt.
#### 4.1.8 Bijzondere gegevens
Bijzondere persoonsgegevens (gezondheid, afkomst, politieke voorkeur, etc.) mogen enkel worden verwerkt indien de wet dit voorschrijft (bv. gezondheidsgegevens door artsen) of met uitdrukkelijke toestemming van de betrokkene.
#### 4.1.9 Omgaan met persoonsgegevens
Persoonsgegevens moeten veilig worden behandeld om ongeautoriseerde toegang of verlies te voorkomen. Hoe gevoeliger de gegevens, hoe strenger de regels.
* **Gegevenslek**: Treedt op wanneer persoonsgegevens in handen van verkeerde personen terechtkomen (bv. verkeerd verstuurde dossiers, verloren laptops, hacks).
* **Meldingsplicht**: Bij een datalek moet onmiddellijk de persoon die verwittigd moet worden geïnformeerd worden. Soms is melding aan de Gegevensbeschermingsautoriteit verplicht (binnen 72 uur na kennisname), tenzij er geen risico is voor de rechten van betrokkenen. Melding aan de betrokkene is vereist wanneer het datalek een hoog risico inhoudt.
* **Boetes**: Kunnen oplopen tot maximaal 20 miljoen euro of 4% van de omzet.
#### 4.1.10 Rechten van betrokkenen
Klanten en burgers hebben bepaalde rechten met betrekking tot hun persoonsgegevens:
* **Recht op inzage**: Het recht om te vragen welke persoonsgegevens over hen worden verwerkt.
* **Recht om zich te verzetten**: Bezwaar maken tegen de verwerking, bijvoorbeeld tegen reclame-e-mails of nieuwsbrieven.
* **Recht op correctie**: Foute gegevens laten corrigeren.
* **Recht om vergeten te worden (recht op gegevenswissing)**: Vragen om de persoonsgegevens te laten wissen. Dit is nuttig bij nieuwe verzekeringen of desindexering in zoekresultaten. Factoren die Google hierbij meeweegt zijn strafrechtelijke feiten, bekendheid, tijdsverloop en maatschappelijk belang.
* **Recht op gegevensportabiliteit**: Het recht om gegevens te ontvangen in een gestructureerd, gangbaar en machineleesbaar formaat en deze door te geven aan een andere verwerkingsverantwoordelijke.
#### 4.1.11 Commerciële boodschappen per e-mail
Voor commerciële boodschappen per e-mail is in principe toestemming vereist, tenzij het e-mailadres werd verkregen in het kader van een commerciële transactie en de ontvanger een opt-out mogelijkheid heeft. Het uitschrijven voor een nieuwsbrief moet gerespecteerd worden.
#### 4.1.12 Belangrijke tips voor omgang met persoonsgegevens
* Volg strikt de procedures.
* Gebruik geen openbare wifi-netwerken voor werkgerelateerde gegevens.
* Gebruik geen gratis e-maildiensten (Hotmail, Gmail) voor persoonsgegevens van klanten.
* Neem geen foto's van klanten zonder toestemming.
* Kijk niet in dossiers waarin je niet werkt.
* Laat dossiers niet onbeheerd achterliggen.
* Deel geen wachtwoorden.
* Klik niet op links of documenten van onbekende e-mails.
* Voer geen klantgegevens in programma's zoals ChatGPT zonder voorafgaande toestemming.
* Bij twijfel, stel de vraag.
#### 4.1.13 Controle door werkgever
* **Privé-apparatuur**: Controle door de werkgever is in principe niet mogelijk.
* **Apparatuur eigendom van werkgever**: Controle is toegestaan indien vastgelegd in het arbeidsreglement en conform CAO nr. 81. De controle moet een legitiem doel hebben (bv. bescherming van bedrijfsgegevens) en in lijn zijn met privacyprincipes.
Auteursrecht is een intellectueel eigendomsrecht dat de maker van een werk exclusieve rechten verleent. Dit recht bepaalt wat anderen wel en niet met het werk mogen doen.
Een werk wordt auteursrechtelijk beschermd indien het voldoet aan het **originaliteitscriterium**: het moet een eigen intellectuele schepping zijn, een uitdrukking van de creatieve geest.
* **Niet beschermd**: Louter technische documenten, akten van de overheid, werken in het publieke domein.
* **Wel beschermd**: De uitgedrukte vorm van het werk (foto, artikel, muziek, video, software, vormgeving, literatuur). Het hoeft geen artistieke waarde te hebben. Ideeën, concepten, televisieformats of sportwedstrijden op zich worden niet beschermd.
#### 4.2.2 Rechthebbende
De rechthebbende is de auteur, de natuurlijke persoon die het werk heeft gecreëerd. Rechten kunnen echter worden overgedragen aan een vennootschap.
#### 4.2.3 Ontstaan en bewijs van auteursrecht
Auteursrechten ontstaan onmiddellijk zodra het werk is gecreëerd. Er is geen vereiste voor depot of registratie. De creatiedatum kan worden bewezen via methoden zoals i-depot, e-mail, aangetekende brief, of een genoteerde factuur.
#### 4.2.4 Gebruik van werken
Om een auteursrechtelijk beschermd werk te gebruiken, is toestemming vereist van de auteur of de rechthebbende. Dit kan via een gebruiksrecht of licentie, die bij voorkeur schriftelijk dient te zijn.
#### 4.2.5 Hyperlinks
Het plaatsen van een hyperlink naar een andere website is in principe toegestaan, tenzij deze link verwijst naar content die illegaal online is geplaatst. De onderzoeksplicht kan groter zijn indien winst wordt nagestreefd.
#### 4.2.6 Uitzonderingen op de toestemmingsvereiste
De toestemming van de auteur is niet vereist in bepaalde wettelijk bepaalde gevallen:
#### 4.2.7 Duur van het auteursrecht
Het auteursrecht geldt tot 70 jaar na de dood van de auteur. Het werk wordt op 1 januari van het jaar na het overlijden van de auteur publiek domein. Een nieuwe uitvoering van een werk in het publieke domein kan wel nieuwe auteursrechten creëren.
#### 4.2.8 Plagiaat
Plagiaat is het overnemen van (belangrijke delen van) een werk zonder toestemming van de auteur en zonder dat een uitzondering van toepassing is. De totaalindruk van het werk is hierbij bepalend.
#### 4.2.9 AI-gegenereerde werken
Werken gemaakt met behulp van kunstmatige intelligentie (AI) genereren in principe geen auteursrecht, omdat er geen menselijke interventie is op het creatieve proces. Hierdoor kunnen dergelijke werken vrij gebruikt worden zonder toestemming.
#### 4.2.10 Belangrijke waarschuwing
Kopieer nooit foto's, tekst, muziek of afbeeldingen van het internet voor publiek gebruik zonder expliciete toestemming van de auteur, zelfs als het online beschikbaar is.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Dagvaarding | Een officieel document dat door een gerechtsdeurwaarder wordt betekend aan een persoon om hem/haar op te roepen voor de rechtbank op een specifieke datum en tijd. |
| Verzoekschrift | Een document dat door een rechtbank wordt opgestuurd naar de verweerder om deze op te roepen voor een zitting, vergelijkbaar met een dagvaarding maar met een andere procedurele initiatie. |
| Inleidingszitting | De eerste zitting van een zaak voor de rechter, waarop de rechter bepaalt hoe de verdere procedure zal verlopen, zoals het vastleggen van een conclusiekalender of het bepalen van een pleitdatum. |
| Conclusie | Een document in een juridische procedure waarin de standpunten van de partijen worden uiteengezet en uitgewisseld; de verwerende partij heeft hierin doorgaans het laatste woord. |
| Conclusiekalender | Een schema dat de termijnen vastlegt waarbinnen de partijen hun conclusies aan elkaar en aan de rechtbank moeten bezorgen. |
| Aangetekende brief | Een postzending waarbij de afzender bewijs krijgt van verzending en, indien van toepassing, van ontvangst, wat belangrijk is als bewijs in juridische en zakelijke contexten. |
| Dossier | Een verzameling van alle relevante informatie met betrekking tot een cliënt of een zaak, georganiseerd op een logische en toegankelijke manier voor alle medewerkers van een kantoor. |
| Belangenvermenging | Een situatie waarin privébelangen van een werknemer verweven raken met de belangen van het bedrijf of de organisatie waar hij/zij werkt, wat kan leiden tot een conflict of schijn van partijdigheid. |
| Belangenconflict | Een situatie waarin het risico bestaat dat persoonlijke belangen de objectiviteit van de uitvoering van taken beïnvloeden, wat kan leiden tot een schijn van partijdigheid in het algemeen belang. |
| Draaideurconstructie | Een term die verwijst naar personeelsleden die de publieke sector inruilen voor de private sector en vice versa, waarbij opgedane kennis en contacten uit de vorige functie worden gebruikt. |
| Omkoping | Het aanbieden, vragen of ontvangen van een ongeoorloofd voordeel met de intentie om iemand te beïnvloeden tot een bepaalde handeling of nalaten, ten gunste van persoonlijk of zakelijk voordeel. |
| Corruptie | Algemene term die verwijst naar het misbruiken van macht of positie voor persoonlijk gewin, vaak gepaard gaande met omkoping of andere vormen van fraude. |
| Handelen met voorkennis | Het kopen of verkopen van financiële instrumenten door iemand die beschikt over niet-publieke informatie die de waarde van die instrumenten significant kan beïnvloeden, wat verboden is. |
| Arbeidsattitude | De algemene houding en het gedrag van een werknemer op de werkplek, inclusief professionaliteit, betrouwbaarheid, efficiëntie en de manier waarop omgegaan wordt met collega's en klanten. |
| Feedback | Informatie die wordt teruggekoppeld over iemands prestaties, gedrag of werk, bedoeld om verbetering te stimuleren en begrip te bevorderen; het wordt vaak gezien als een kans voor groei. |
| Empathie | Het vermogen om zich in te leven in de gevoelens en de situatie van een ander, zonder noodzakelijkerwijs dezelfde emoties te voelen of medelijden te hebben. |
| AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming) | De Europese wet (ook bekend als GDPR) die regels vastlegt voor de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en organisaties, met als doel de privacy van individuen te beschermen. |
| Persoonsgegevens | Alle informatie die direct of indirect kan leiden tot de identificatie van een natuurlijk persoon, zoals naam, adres, geboortedatum, e-mailadres en IP-adres. |
| Verwerking van persoonsgegevens | Elke handeling of reeks handelingen die geautomatiseerd of niet-geautomatiseerd worden uitgevoerd met betrekking tot persoonsgegevens, zoals het verzamelen, opslaan, wijzigen, gebruiken of vernietigen ervan. |
| Verantwoordelijke (verwerkingsverantwoordelijke) | De natuurlijke persoon of rechtspersoon die, alleen of samen met anderen, de doeleinden en de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens vaststelt. |
| Verwerker | Een natuurlijke persoon of rechtspersoon die persoonsgegevens verwerkt in opdracht van de verwerkingsverantwoordelijke. |
| Wettelijke grondslag | De juridische basis die vereist is om persoonsgegevens te mogen verwerken, zoals de uitvoering van een overeenkomst, toestemming van de betrokkene, of een legitiem belang. |
| Legitiem belang | Een gerechtvaardigd belang van de verwerkingsverantwoordelijke of een derde, dat nagestreefd wordt op een manier die in overeenstemming is met de wetgeving inzake gegevensbescherming en andere relevante regelgeving. |
| Proportionaliteit | Een principe dat stelt dat de verwerking van persoonsgegevens noodzakelijk moet zijn voor het beoogde doel en niet verder mag gaan dan wat strikt nodig is om dat doel te bereiken. |
| Toestemming | Vrije, specifieke, geïnformeerde en ondubbelzinnige instemming van de betrokkene met de verwerking van zijn of haar persoonsgegevens. |
| Gegevenslek | Een incident waarbij persoonsgegevens in handen vallen van onbevoegden, of wanneer persoonsgegevens verloren gaan, vernietigd worden of onbeschikbaar raken. |
| Recht op inzage | Het recht van betrokkenen om van een verwerkingsverantwoordelijke te verkrijgen of persoonsgegevens die op hem of haar betrekking hebben, worden verwerkt en, indien dat het geval is, om toegang tot die gegevens te krijgen. |
| Recht op gegevenswissing (recht om vergeten te worden) | Het recht van betrokkenen om van een verwerkingsverantwoordelijke de wissing van persoonsgegevens die op hem of haar betrekking hebben, te verkrijgen, onder bepaalde voorwaarden. |
| Privacy | Het recht van een individu om te bepalen hoe zijn of haar persoonlijke informatie wordt verzameld, gebruikt en gedeeld, en het recht om met rust gelaten te worden. |
| Recht op afbeelding | Het recht van een persoon om te bepalen of en hoe zijn of haar beeltenis gebruikt mag worden, wat onderdeel is van het bredere recht op privacy. |
| Auteursrecht | Een intellectueel eigendomsrecht dat de maker van een origineel werk exclusieve rechten geeft om het werk te reproduceren, te verspreiden en openbaar te maken. |
| Rechthouder | De persoon of entiteit die de auteursrechten op een werk bezit en de exclusieve rechten heeft om te beslissen over het gebruik ervan. |
| Plagiaat | Het overnemen van (delen van) een werk van iemand anders zonder de juiste bronvermelding en toestemming, alsof het eigen werk is. |
Cover
Les 3 - Beroepsgeheim.pptx
Summary
# Definitie en reikwijdte van het beroepsgeheim
Het beroepsgeheim vormt de ruggengraat van het vertrouwen tussen burgers en professionals die belast zijn met de bescherming van gevoelige informatie. Dit onderwerp verkent de definitie, de reikwijdte en de uitzonderingen op dit fundamentele beginsel.
## 1. Definitie en reikwijdte van het beroepsgeheim
### 1.1 Wat is beroepsgeheim?
Beroepsgeheim omvat de algemene verplichting om informatie die men verkrijgt in de uitoefening van zijn beroep, geheim te houden. Het is een strafbepaling van openbare orde, wat betekent dat de maatschappij een groot belang hecht aan het respecteren ervan en dat overtredingen gesanctioneerd worden.
#### 1.1.1 Criteria voor informatie onder beroepsgeheim
Om onder het beroepsgeheim te vallen, dient informatie aan drie criteria te voldoen:
* **Kennis uit hoofde van het beroep:** De informatie moet verkregen zijn tijdens de uitoefening van het beroep. Kennis die men buiten de beroepsuitoefening verwerft, valt hier niet onder.
* **Geheim:** Het gaat om informatie die niet de bedoeling heeft om gedeeld te worden. Een verband met de beroepsactiviteit is cruciaal; informatie die toevallig wordt waargenomen en geen link heeft met de professionele context (zoals het zien van een dure auto tijdens een huisbezoek), valt doorgaans niet onder het beroepsgeheim. Bij twijfel wordt geadviseerd de informatie steeds geheim te houden.
* **Toevertrouwd:** Dit impliceert een actieve overdracht van informatie.
#### 1.1.2 Opzettelijk bekendmaken aan onbevoegden
Schending van het beroepsgeheim vindt plaats bij het opzettelijk bekendmaken van geheimen aan onbevoegden. Het per ongeluk verklappen van informatie geldt niet als schending. Het opzettelijk achterlaten van een computer met patiëntendossiers, waardoor anderen inzage kunnen krijgen, wordt beschouwd als schending.
* **Onbevoegden:** Iedereen buiten de directe patiënt-zorverlenerrelatie wordt beschouwd als onbevoegde, met uitzondering van de patiënt zelf en diens vertegenwoordiger. Bij minderjarigen gelden specifieke regels voor informatieoverdracht aan ouders.
* **Andere geheimplichtigen:** Theoretisch mag informatie niet gedeeld worden met collega's of andere gezondheidswerkers buiten de "circle of trust".
#### 1.1.3 Artikel 458 Strafwetboek
Het beroepsgeheim is verankerd in artikel 458 van het Strafwetboek:
> Geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers, vroedvrouwen en alle andere personen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hun zijn toevertrouwd, en deze bekendmaken buiten het geval dat zij geroepen worden om in rechte of voor een parlementaire onderzoekscommissie getuigenis af te leggen en buiten het geval dat de wet, het decreet of de ordonnantie hen verplicht of toelaat die geheimen bekend te maken, worden gestraft met gevangenisstraf van een jaar tot drie jaar en een geldboete van honderd euro tot duizend euro of met een van die straffen alleen.
De boetes uit dit artikel kunnen vermenigvuldigd worden met een factor 8.
### 1.2 Het waarom van het beroepsgeheim: principes en evolutie
#### 1.2.1 De "circle of trust"
Het beroepsgeheim creëert een gesloten kring van vertrouwen, primair tussen de patiënt en de zorgverlener. Informatie die deze kring binnenkomt, mag idealiter niet meer naar buiten.
#### 1.2.2 Evolutie van het beroepsgeheim
Het beroepsgeheim, oorspronkelijk verankerd in het Strafwetboek van 1810, heeft een aanzienlijke evolutie gekend.
* **Principes:**
* **Privébelang van de patiënt:** Het garanderen van vertrouwen, wat een functionele benadering impliceert: als de patiënt toestemming geeft voor het delen van informatie, mag dit.
* **Algemeen belang:** Het maatschappelijk belang van vertrouwen in de vertrouwensfunctie, waardoor patiënten zich vrij voelen zich tot zorgverleners te wenden.
* **Absolute benadering:** De opvatting dat het maatschappelijk belang zo groot is dat er nooit mag worden afgeweken van het beroepsgeheim.
* **Nieuw evenwicht:** De interpretatie van het beroepsgeheim verandert constant, waarbij een wisselwerking plaatsvindt tussen het privé- en algemeen belang. Vroeger werd strikte geheimhouding benadrukt (algemeen belang), terwijl nu meer rekening wordt gehouden met het privébelang, zodat het delen van informatie met toestemming van de patiënt mogelijk is, hoewel niet verplicht.
#### 1.2.3 Wijzigingen in de wetgeving
* **Art. 458 Sw.:** De basisbepaling, die meermaals gewijzigd is (o.a. in 1996, 2002, 2017).
* **Art. 458bis Sw.:** Ingevoegd in 2000 en nadien gewijzigd (o.a. 2011, 2012, 2016, 2018, 2022), handelt over het melden van misdrijven tegen kwetsbare personen.
* **Art. 458ter Sw.:** Ingevoegd in 2017, regelt casusoverleg.
De evolutie is mede ingegeven door maatschappelijke gebeurtenissen zoals schandalen rond seksueel misbruik (Dutroux-affaire, misbruik in de kerk) en terroristische aanslagen, die de noodzaak van informatie-uitwisseling in bepaalde contexten hebben doen toenemen.
### 1.3 Beroepsgeheim versus discretieplicht
* **Beroepsgeheim:** Geldt voor specifieke beroepsgroepen (zorgverleners, juristen, etc.) die in vertrouwen informatie ontvangen. De "circle of trust" is strikt afgebakend.
* **Discretieplicht:** Is een bredere verplichting voor iedereen die werkzaam is binnen een organisatie of dienst. Het verbiedt het doorgeven van vertrouwelijke gegevens buiten die organisatie. Binnen de organisatie zelf geldt dit verbod niet per se ten aanzien van collega's of hiërarchische oversten. Dit is vaak verankerd in arbeidsreglementen of deontologische codes.
> **Tip:** Hoewel beide plichten gelijkaardig lijken, is het beroepsgeheim strikter en van toepassing op specifieke, wettelijk bepaalde beroepen, terwijl de discretieplicht breder is en vaak contractueel of reglementair wordt opgelegd. Een arts in een ziekenhuis kan zowel gebonden zijn door het beroepsgeheim (wat betreft patiëntengegevens) als door een discretieplicht (wat betreft bedrijfsgeheimen van het ziekenhuis).
### 1.4 Voor wie geldt het beroepsgeheim?
Letterlijk wordt in art. 458 Sw. gesproken over: "Geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers, vroedvrouwen en alle andere personen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hun zijn toevertrouwd".
* **"Officieren van gezondheid"** bestaan vandaag de dag niet meer.
* **"Alle andere personen"** omvat personen die als "noodzakelijke vertrouwenspersoon" worden beschouwd. Dit zijn personen die in vertrouwen genomen moeten worden opdat zij hun beroep correct kunnen uitoefenen. De noodzakelijkheid blijkt vaak uit wettelijke regelingen en moet blijken uit de uitoefening van het beroep.
* De maatschappelijke waardering voor vertrouwenspersonen evolueert. Hoewel de kring traditioneel eng was, kan deze in de praktijk breder worden geïnterpreteerd. In een multidisciplinair team kan bijvoorbeeld ook het ondersteunend personeel (zoals poetsvrouwen of onthaalpersoneel) geacht worden een zekere discretie te bewaren, al dan niet onder het regime van beroepsgeheim of discretieplicht. Bij twijfel over de precieze reikwijdte, is het veiliger om van het beroepsgeheim uit te gaan.
> **Tip:** In geval van twijfel over de precieze draagwijdte van het beroepsgeheim voor een specifieke functie, is het aangewezen om het principe van geheimhouding te respecteren. De wetgever kan bijkomende personen wettelijk aan de geheimhoudingsplicht onderwerpen, met gelijkwaardige straffen als bij een schending van het beroepsgeheim.
## 2. Doorbreken van het beroepsgeheim
Hoewel het beroepsgeheim een strikte regel is, zijn er specifieke uitzonderingen waarbij informatie mag of zelfs moet worden gedeeld. Deze uitzonderingen worden strikt geïnterpreteerd en moeten beperkt blijven tot hetgeen noodzakelijk is.
### 2.1 Wettelijke uitzonderingen (Artikel 458 Sw.)
Het Strafwetboek voorziet expliciet in enkele uitzonderingen:
* **Getuigenis in rechte of voor een parlementaire onderzoekscommissie:** Professionals kunnen geroepen worden om te getuigen. In rechte geldt een zwijgrecht primair in het belang van de patiënt.
* **Verplichtingen of toelatingen door de wet, het decreet of de ordonnantie:** Dit omvat situaties waarin de wet expliciet voorschrijft dat bepaalde informatie moet worden gedeeld. Voorbeelden hiervan zijn:
* Aangifte van besmettelijke ziekten.
* Kennisgeving van bevalling / aangifte van geboorte.
* Aangifte van arbeidsongevallen.
* Medisch verslag voorafgaand aan gedwongen opname in een psychiatrisch ziekenhuis.
> **Tip:** Het enkele feit dat een persoon een onderzoek voert (bv. politie), betekent niet automatisch dat u informatie mag delen. Alleen een onderzoeksrechter die een bevel uitvaardigt, kan u daartoe verplichten.
### 2.2 Noodtoestand en hulpverleningsplicht
In geval van noodtoestand, wanneer de fysieke integriteit van een persoon in gevaar is, kan het beroepsgeheim doorbroken worden. Dit vereist een zorgvuldige afweging van de te beschermen belangen.
### 2.3 Artikel 458bis Strafwetboek: Melding van misdrijven tegen kwetsbare personen
Dit artikel maakt het mogelijk om misdrijven tegen bepaalde kwetsbare groepen te melden aan het parket, mits bepaalde voorwaarden vervuld zijn.
* **Voorwaarden:**
1. Kennis dragen van een misdrijf zoals omschreven in specifieke artikelen van het Strafwetboek (onder meer seksueel geweld, geweldplegingen, verwaarlozing).
2. Het misdrijf is gepleegd op een minderjarige of een persoon die kwetsbaar is ten gevolge van leeftijd, zwangerschap, partnergeweld, culturele drijfveren, gewoontes, tradities, religie, "eer", ziekte, of een lichamelijk of geestelijk gebrek.
3. Er is een ernstig en dreigend gevaar voor de fysieke of psychische integriteit van de kwetsbare persoon, en deze kan niet zelf of met hulp van anderen beschermd worden.
4. OF er zijn aanwijzingen van een gewichtig en reëel gevaar dat andere minderjarigen of kwetsbare personen slachtoffer worden van dergelijke misdrijven, en deze integriteit kan niet zelf of met hulp van anderen beschermd worden.
* **Specifieke misdrijven:** De wet somt een reeks misdrijven op, waaronder aanranding van de eerbaarheid, verkrachting, kinderpornografie, opzettelijk toebrengen van slagen en verwondingen, en verwaarlozing van een kwetsbare persoon.
> **Tip:** Bij het vaststellen van een misdrijf tegen een kwetsbare persoon, of bij een vermoeden van misdrijven tegen andere kwetsbare personen, is een melding aan het parket mogelijk. Dit artikel biedt een kader om de bescherming van deze personen te waarborgen, zelfs indien dit een afwijking van het beroepsgeheim impliceert.
### 2.4 Artikel 458ter Strafwetboek: Casusoverleg
Dit artikel, ingevoerd na de aanslagen in Zaventem, creëert een wettelijke basis voor casusoverleg, met het oog op de bescherming van de fysieke en psychische integriteit van personen.
* **Voorwaarden:**
* Er moet een wettelijke of decretale regeling zijn die gezondheidsoverleg mogelijk maakt.
* Toestemming van de procureur des Konings is een basisvereiste. Deze toestemming gebeurt meestal via een algemeen protocol, zelden ad hoc.
* Het protocol moet de deelnemers (categorieën), de finaliteit en de modaliteiten van het overleg omschrijven.
* **Kenmerken:**
* Deelname is vrijwillig.
* Het overleg is vertrouwelijk, maar kan leiden tot vervolging indien de wet dit voorschrijft voor de specifieke misdrijven waarvoor het overleg is georganiseerd.
* Onthulling van vertrouwelijke gegevens is een mogelijkheid, geen verplichting (behalve bij schuldig verzuim).
* Ook niet-geheimplichtigen kunnen deelnemen aan het overleg.
> **Tip:** Dit artikel is ruim van opzet en maakt het mogelijk informatie te delen binnen afgebakende overlegstructuren, mits strikte voorwaarden en protocollen worden nageleefd. Dit is een belangrijk instrument om de bescherming van kwetsbare personen te verbeteren.
### 2.5 Gedeeld en gezamenlijk beroepsgeheim
* **Gedeeld beroepsgeheim:** Houdt in dat personen die aan hetzelfde beroepsgeheim gebonden zijn, met dezelfde doelstelling en ten aanzien van dezelfde patiënt, noodzakelijke informatie mogen delen ten gunste van de kwaliteit en continuïteit van de zorg. De patiënt wordt hiervan op de hoogte gesteld en kan zich hiertegen verzetten. De informatie-uitwisseling is beperkt tot het strikt noodzakelijke.
* **Gezamenlijk beroepsgeheim:** Geldt voor een afgebakende hulp- of zorgverleningseenheid die in teamverband werkt en zich naar de patiënt toe als een team profileert. In dit kader kan samenwerkingsverband als beroepsgeheim worden beschouwd, mits toestemming van de patiënt.
### 2.6 Toestemming van de patiënt
De vraag of de toestemming van de patiënt de hulpverlener kan ontslaan van zijn geheimhoudingsplicht, is complex.
* Volgens het Hof van Cassatie kan de patiënt hierover niet beschikken, aangezien het beroepsgeheim van openbare orde is en zowel het individuele als het algemene belang dient.
* Lagere rechtspraak, de Orde der Artsen en de praktijk laten echter toe dat de patiënt toestemming geeft voor het delen van informatie, maar de hulpverlener is niet verplicht om op deze vraag in te gaan. Dit principe wordt toegepast wanneer het delen van informatie in het belang van de patiënt is.
> **Example:** Een arts kan ervoor kiezen om informatie te delen met een verzekeringsmaatschappij indien dit het belang van de patiënt dient (bijvoorbeeld voor een optimale schadeafhandeling), maar is hiertoe niet verplicht.
>
> **Example:** De vernieuwde wet inzake patiëntenrechten biedt zorgverleners een rechtsgrond om van het beroepsgeheim af te wijken in het kader van multidisciplinair overleg, mits de principes van proportionaliteit en subsidiariteit worden gerespecteerd en de patiënt betrokken is.
**Conclusie:** Het beroepsgeheim is een fundamenteel principe dat essentieel is voor het vertrouwen in de zorgverlening. Hoewel het strikt is, voorziet de wet in weloverwogen uitzonderingen om de bescherming van individuen en de maatschappij in specifieke omstandigheden te waarborgen. Bij twijfel blijft de regel om informatie geheim te houden de meest veilige benadering.
---
# Doorbreken van het beroepsgeheim en wettelijke uitzonderingen
Dit onderwerp onderzoekt de omstandigheden waarin het beroepsgeheim doorbroken kan worden, inclusief de wettelijke verplichtingen en toelatingen die hiervoor gelden, zoals getuigenissen in rechte, de aangifte van besmettelijke ziekten en medische verslagen bij gedwongen opnames.
### 2.1 Het beroepsgeheim: definitie en reikwijdte
Het beroepsgeheim omvat de algemene plicht om geheimen te bewaren die verkregen zijn tijdens de uitoefening van een beroep. Het is een strafbepaling van openbare orde, bedoeld om het privéleven van patiënten te beschermen en het vertrouwen in beroepsbeoefenaars te waarborgen.
#### 2.1.1 Definitie van beroepsgeheim
Om te bepalen of informatie onder het beroepsgeheim valt, worden drie criteria gehanteerd:
* **Kennis uit hoofde van het beroep:** De informatie moet verkregen zijn tijdens de uitoefening van het beroep. Informatie verkregen buiten de beroepsuitoefening valt hier niet onder.
* **Geheim:** De informatie moet niet bedoeld zijn om gedeeld te worden. Er moet een verband zijn tussen de informatie en de professionele relatie met de patiënt. Bij twijfel geldt het principe om de informatie geheim te houden.
* **Toevertrouwd:** Dit impliceert een actieve handeling waarbij informatie wordt toevertrouwd.
#### 2.1.2 Strafbaarstelling en doorbreking
Het opzettelijk bekendmaken van vertrouwelijke informatie aan onbevoegden is strafbaar. Per ongeluk iets verklappen wordt niet als een schending van het beroepsgeheim beschouwd. Een schending kan ook plaatsvinden door nalatigheid, bijvoorbeeld door een computer met patiëntendossiers onbeheerd achter te laten. Als onbevoegde wordt beschouwd iedereen buiten de "cirkel van vertrouwen", wat in principe de patiënt en de zorgverlener omvat. Vertegenwoordigers van de patiënt vallen hier doorgaans niet onder.
#### 2.1.3 De "cirkel van vertrouwen"
Het principe van het beroepsgeheim creëert een gesloten kring van vertrouwelijke informatie tussen de patiënt en de zorgverlener. Personen buiten deze kring worden als onbevoegd beschouwd om toegang te krijgen tot deze informatie.
#### 2.1.4 Evolutie en interpretatie
Oorspronkelijk opgenomen in het strafwetboek, heeft het beroepsgeheim in de loop der tijd een bredere interpretatie gekregen. De principes van het privébelang van de patiënt en het algemeen belang (maatschappelijk vertrouwen) spelen een wisselwerking. De huidige benadering zoekt een nieuw evenwicht, waarbij het algemeen belang steeds meer ruimte laat voor het privébelang, wat betekent dat er in bepaalde situaties rekening wordt gehouden met de wensen van de patiënt.
#### 2.1.5 Beroepsgeheim versus discretieplicht
Het beroepsgeheim geldt specifiek voor personen met een wettelijk vastgelegde geheimhoudingsplicht, vaak in een vertrouwensrelatie met de patiënt. De discretieplicht is breder en geldt voor eenieder die werkzaam is binnen een organisatie of dienst. Deze plicht verbiedt het bekendmaken van vertrouwelijke gegevens buiten de organisatie, maar staat informatie-uitwisseling binnen de organisatie toe tussen bevoegde personen.
> **Tip:** Hoewel de discretieplicht vergelijkbaar lijkt met het beroepsgeheim, is het cruciaal om het onderscheid te maken in de reikwijdte van de kring van bevoegden en de aard van de beschermde informatie (persoonlijke versus bedrijfsgevoelige).
### 2.2 Wettelijke uitzonderingen op het beroepsgeheim
Het beroepsgeheim is niet absoluut. De wet voorziet in specifieke uitzonderingen waarbij het beroepsgeheim doorbroken mag of zelfs moet worden.
#### 2.2.1 Getuigenis in rechte en voor parlementaire onderzoekscommissies
Professionals met een beroepsgeheim mogen getuigenis afleggen in rechte of voor parlementaire onderzoekscommissies. Dit is een expliciete uitzondering in artikel 458 van het Strafwetboek.
* **Getuigenis in rechte:** Een arts die in rechte getuigt, kan enkel een zwijgrecht inroepen in het belang van zijn patiënt. Dit betekent dat zwijgen om een collega te dekken niet is toegestaan volgens de Orde der artsen.
* **Onderzoeksrechter en politie:** Informatie mag niet zomaar gedeeld worden met de politie tijdens een onderzoek, tenzij er een bevel van een onderzoeksrechter is.
#### 2.2.2 Wettelijke verplichtingen tot aangifte
Verschillende wetten en decreten verplichten zorgverleners om bepaalde informatie te delen:
* **Aangifte van besmettelijke ziekten:** Personen met een beroepsgeheim moeten besmettelijke ziekten melden aan de bevoegde instanties.
* **Kennisgeving van bevalling of aangifte van geboorte.**
* **Aangifte van arbeidsongevallen.**
* **Medisch verslag voorafgaand aan gedwongen opname in een psychiatrisch ziekenhuis:** Dit vereist een omstandig medisch verslag en vormt een verplichte afwijking van het beroepsgeheim.
#### 2.2.3 Noodtoestand en de hulpverleningsplicht
In situaties van noodtoestand, waarbij de fysieke integriteit van een persoon in gevaar is, kan het beroepsgeheim doorbroken worden om te voldoen aan de hulpverleningsplicht. Dit vereist een afweging tussen de plicht tot geheimhouding en de plicht om hulp te bieden. Een dergelijke afweging moet verantwoord gebeuren, en bij twijfel kan overleg met collega's raadzaam zijn. De uiteindelijke beoordeling van het handelen gebeurt door een rechter.
#### 2.2.4 Artikel 458bis Strafwetboek: Meldingsplicht misdrijven tegen kwetsbare personen
Dit artikel voorziet in een mogelijkheid tot het doorbreken van het beroepsgeheim bij kennis van bepaalde misdrijven gepleegd tegen minderjarigen of kwetsbare personen. Dit geldt onder specifieke voorwaarden:
* Er is kennis van een misdrijf uit de opgesomde lijst (bijv. seksueel geweld, verwaarlozing, partnergeweld).
* De misdrijven zijn gepleegd tegen een persoon die kwetsbaar is omwille van leeftijd, zwangerschap, geweld, culturele drijfveren, ziekte, of een lichamelijk of geestelijk gebrek.
* Er is een ernstig en dreigend gevaar voor de fysieke of psychische integriteit van de kwetsbare persoon, en deze kan niet zelf of met hulp van anderen beschermd worden.
* Of er zijn aanwijzingen van een gewichtig en reëel gevaar dat andere kwetsbare personen slachtoffer worden van dergelijke misdrijven, en deze integriteit kan niet zelf of met hulp van anderen beschermd worden.
> **Example:** Een zorgverlener die kennis krijgt van verwaarlozing bij een minderjarig kind, moet dit melden aan het parket, zeker als er aanwijzingen zijn dat ook andere kinderen in het gezin verwaarloosd worden.
#### 2.2.5 Artikel 458ter Strafwetboek: Casusoverleg
Dit artikel, ingevoerd naar aanleiding van terroristische aanslagen, creëert een basis voor casusoverleg met het oog op de bescherming van de fysieke en psychische integriteit van personen. De wettelijke afbakening van zorgteams, hun finaliteit en modaliteiten is cruciaal.
* **Voorwaarden:** Deelname is vrijwillig en het overleg is vertrouwelijk. Onthulling van vertrouwelijke gegevens is mogelijk, maar geen verplichting, tenzij bij schuldig verzuim.
* **Toestemming van het parket:** Dit is een basisvereiste voor dergelijk overleg en vereist een omschrijving van deelnemers, finaliteit en modaliteiten, vaak vastgelegd in protocollen.
#### 2.2.6 Gedeeld beroepsgeheim
Dit principe laat toe dat zorgverleners die onderworpen zijn aan hetzelfde beroepsgeheim, met dezelfde doelstellingen en ten aanzien van dezelfde patiënt, noodzakelijke informatie delen ten behoeve van de kwaliteit en continuïteit van de zorg. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de patiënt akkoord is, tenzij deze zich ertegen verzet.
#### 2.2.7 Gezamenlijk beroepsgeheim
Dit concept is van toepassing op een afgelijnde hulp- of zorgverleningseenheid die in teamverband werkt en zich naar de patiënt profileert als een team. Binnen dergelijke samenwerkingsverbanden kan informatie gedeeld worden, mits relevantie en met toestemming van de patiënt, indien nodig.
#### 2.2.8 Toestemming van de patiënt
De vraag of de toestemming van de patiënt de schending van het beroepsgeheim rechtvaardigt, is complex. Volgens het Hof van Cassatie kan de patiënt de hulpverlener niet ontslaan van zijn geheimhoudingsplicht, aangezien deze van openbare orde is. Lagere rechtspraak en de praktijk aanvaarden echter dat toestemming afwijkingen toelaat, maar de hulpverlener is niet verplicht hierop in te gaan.
> **Example:** Een patiënt geeft toestemming aan een arts om informatie te delen met een verzekeringsmaatschappij. De arts kan dit doen als het in het belang is, maar kan dit ook weigeren.
### 2.3 Belangrijke overwegingen bij het doorbreken van het beroepsgeheim
* **Proportionaliteit en subsidiariteit:** Bij het delen van informatie mag enkel die informatie gedeeld worden die strikt noodzakelijk is om het doel te bereiken. Informatiedeling zonder naamvermelding heeft de voorkeur indien mogelijk.
* **Bewustzijn van de patiënt:** De patiënt moet op de hoogte zijn van multidisciplinair overleg waarbij informatie over hem gedeeld wordt.
* **Gaten in de "cirkel van vertrouwen":** Hoewel de "cirkel van vertrouwen" het uitgangspunt is, kunnen er "gaten" geprikt worden door wettelijke bepalingen (zoals noodtoestand, casusoverleg, melding aan parket), maar de informatieuitwisseling moet beperkt blijven tot wat strikt noodzakelijk is.
* **Verschil met discretieplicht:** De discretieplicht is breder en meer arbeidsgericht, terwijl het beroepsgeheim specifiek is voor vertrouwenspersonen.
* **Onzekerheid:** Bij twijfel over de toepasselijkheid van het beroepsgeheim of de toelaatbaarheid van het doorbreken ervan, is het verstandig om juridisch advies in te winnen of te handelen conform de geldende deontologische codes.
---
# Verschil tussen beroepsgeheim en discretieplicht
Dit deel van de studiehandleiding behandelt het onderscheid tussen beroepsgeheim en discretieplicht, hun reikwijdte en toepassingen binnen organisaties en voor verschillende soorten personeel.
## 3. Verschil tussen beroepsgeheim en discretieplicht
Het beroepsgeheim en de discretieplicht zijn beide plichten tot geheimhouding, maar verschillen in hun reikwijdte en de personen op wie ze van toepassing zijn.
### 3.1 Beroepsgeheim
**Definitie:** Het beroepsgeheim is de algemene verplichting om informatie geheim te houden die verkregen is bij de uitoefening van een bepaald beroep. Het beschermt het privéleven van patiënten en creëert een vertrouwensrelatie tussen patiënt en zorgverlener.
**Toepassingsgebied:**
* **Voor wie?** Het geldt voor specifieke beroepsgroepen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hen zijn toevertrouwd. Historisch omvatte dit geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers en vroedvrouwen. Tegenwoordig is de interpretatie breder en omvat het ook "alle andere personen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hun zijn toevertrouwd". Dit kan uitgebreid worden naar "noodzakelijke vertrouwenspersonen" die een vertrouwelijke functie hebben die essentieel is voor de uitoefening van hun beroep.
* **Wat?** Het gaat om informatie die verkregen is tijdens de uitoefening van het beroep. Dit omvat zowel expliciet toevertrouwde informatie als informatie die via de beroepsuitoefening is verkregen. Er moet een verband zijn tussen de verkregen informatie en de uitoefening van het beroep. Bij twijfel geldt het principe dat informatie geheim moet worden gehouden.
* **Strafbepaling:** Schending van het beroepsgeheim is strafbaar, met name opzettelijke bekendmaking aan onbevoegden. De straffen kunnen bestaan uit gevangenisstraf en geldboetes.
**Principes achter het beroepsgeheim:**
* **Privaat belang van de patiënt:** Het garanderen van vertrouwen, zodat patiënten zich vrij voelen om alle relevante informatie te delen. Dit wordt ook wel een "functionele benadering" genoemd, waarbij de patiënt in theorie zou kunnen aangeven dat bepaalde informatie gedeeld mag worden.
* **Algemeen belang:** Het maatschappelijke belang van vertrouwen in de zorgverlening, wat ervoor zorgt dat patiënten zich blijven richten tot zorgverleners. Dit neigt naar een meer "absolute benadering".
**Evolutie:** Het beroepsgeheim, oorspronkelijk opgenomen in het Strafwetboek (artikel 458 Sw.), heeft een evolutie gekend van een strikt geheimhouden naar een bredere interpretatie, mede onder invloed van maatschappelijke gebeurtenissen en schandalen. Nieuwere bepalingen zoals artikel 458 bis en 458 ter Sw. hebben de reikwijdte en de mogelijkheid tot doorbreking van het beroepsgeheim verder verfijnd.
### 3.2 Discretieplicht
**Definitie:** De discretieplicht is de verplichting om bij de uitoefening van een functie geen vertrouwelijke gegevens vrij te geven aan anderen dan degenen die gerechtigd zijn er kennis van te nemen.
**Toepassingsgebied:**
* **Voor wie?** Geldt voor eenieder die werkzaam is in een organisatie of dienst, inclusief alle werknemers en ambtenaren. Dit is breder dan het beroepsgeheim en richt zich op de bescherming van gegevens binnen organisatorische contexten.
* **Wat?** Het verbiedt het doorgeven van gegevens buiten de organisatie. Binnen de organisatie geldt dit verbod niet noodzakelijk ten aanzien van collega's of hiërarchische oversten, tenzij deze informatie specifiek vertrouwelijk is voor de organisatie (bijvoorbeeld bedrijfsgeheimen). De inhoud is vaak vergelijkbaar met het beroepsgeheim (zakengeheimen, vertrouwelijke aangelegenheden), maar de omstandigheden en het toepassingsgebied verschillen.
* **Wettelijke basis:** De discretieplicht is vaak verankerd in individuele arbeidsovereenkomsten, arbeidsreglementen en deontologische codes. Artikel 17, 3° van de wet op de arbeidsovereenkomsten wordt als voorbeeld genoemd.
### 3.3 Vergelijking en Overlapping
* **Verschil in reikwijdte:** Het beroepsgeheim is gebonden aan een "cirkel van vertrouwen" tussen de patiënt en de zorgverlener, terwijl de discretieplicht een bredere organisatie- of bedrijfscontext omvat en het verspreiden van vertrouwelijke informatie buiten de organisatie verbiedt.
* **Overlapping:** Een persoon kan zowel gebonden zijn aan het beroepsgeheim als aan de discretieplicht. Een arts in een ziekenhuis valt bijvoorbeeld onder het beroepsgeheim met betrekking tot patiëntengegevens, maar ook onder de discretieplicht wat betreft bedrijfsgeheimen van het ziekenhuis.
* **Interne communicatie:** Binnen een organisatie kan de discretieplicht verschillen van het beroepsgeheim. Het bespreken van een patiëntendossier binnen een multidisciplinair team kan onder het beroepsgeheim vallen (als de betrokkenen ook onder het beroepsgeheim vallen en de informatie noodzakelijk is voor de zorg), maar het bespreken van de algemene werking van een dienst valt eerder onder de discretieplicht.
> **Tip:** Bij twijfel over de toepassing van beroepsgeheim of discretieplicht, is het altijd veiliger om de informatie geheim te houden. De wetgever kan soms specifieke bepalingen opnemen die personen verplichten of toestaan bepaalde gegevens te delen, wat kan leiden tot een discretieplicht met dezelfde straffen als bij een schending van het beroepsgeheim.
> **Voorbeeld:** Een arts die in een ziekenhuis werkt, heeft beroepsgeheim over de medische gegevens van de patiënten. Tegelijkertijd heeft deze arts discretieplicht met betrekking tot de financiële gegevens van het ziekenhuis of strategische beslissingen van de directie. Informatie over de algemene werking van de afdeling kan onder de discretieplicht vallen, terwijl de medische toestand van een specifieke patiënt onder het beroepsgeheim valt. Het poets- en onthaalpersoneel in een ziekenhuis valt doorgaans onder de discretieplicht voor vertrouwelijke informatie binnen het ziekenhuis, maar niet onder het beroepsgeheim voor patiëntengegevens, tenzij ze als "noodzakelijke vertrouwenspersoon" worden beschouwd.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Beroepsgeheim | De plicht om alle geheimen die men heeft verkregen tijdens de uitoefening van zijn beroep te bewaren en niet bekend te maken aan onbevoegden, tenzij de wet anders bepaalt. Het dient ter bescherming van het privéleven van de patiënt en het maatschappelijk belang van vertrouwen in de beroepsuitoefening. |
| Discretieplicht | De verplichting om bij het uitoefenen van een functie geen vertrouwelijke gegevens vrij te geven aan anderen dan diegenen die gerechtigd zijn er kennis van te nemen. Dit geldt voor iedereen die werkzaam is in een organisatie of dienst en beschermt tegen het doorgeven van gegevens buiten de organisatie. |
| Kennis uit hoofde van het beroep | Informatie die een persoon verkrijgt specifiek tijdens de uitoefening van zijn of haar officiële beroepsactiviteiten, en die relevant is voor de uitoefening van dat beroep. Informatie die buiten deze context wordt verkregen, valt niet onder deze bepaling. |
| Toevertrouwd | Betekent dat informatie actief door iemand aan een ander is gegeven in een sfeer van vertrouwen, met de verwachting dat deze informatie geheim zal blijven. Dit impliceert een bewuste overdracht van geheimen. |
| Opzettelijk bekendmaken | Het willens en wetens openbaar maken van vertrouwelijke informatie, waarbij de intentie om de geheimhoudingsplicht te schenden aanwezig is. Per ongeluk iets verklappen valt hierdoor niet onder. |
| Onbevoegden | Personen die niet gerechtigd zijn om toegang te krijgen tot of kennis te nemen van vertrouwelijke informatie. In de context van beroepsgeheim geldt dit voor iedereen behalve de patiënt zelf of diens vertegenwoordiger. |
| Andere geheimplichtigen | Personen die, net als de hoofdgeheimplichtige, gebonden zijn aan een wettelijke of deontologische geheimhoudingsplicht, zoals collega's binnen dezelfde sector of andere professionals die betrokken zijn bij de zorg. |
| Circle of trust | Een metafoor die de kring van personen aanduidt die gehouden zijn tot geheimhouding van bepaalde informatie. In de context van beroepsgeheim zijn dit primair de patiënt en de zorgverlener, maar dit kan variëren afhankelijk van de context. |
| Art. 458 Sw. | Een specifiek artikel in het Belgische Strafwetboek dat de strafbaarstelling van het schenden van het beroepsgeheim regelt. Het bepaalt de sancties voor degenen die geheimen die hun zijn toevertrouwd, bekendmaken buiten de wettelijk voorziene gevallen. |
| Noodtoestand | Een situatie waarin een persoon een directe bedreiging vormt voor zichzelf of anderen, en waarbij de plicht tot geheimhouding kan afwegen tegen de plicht om hulp te verlenen of gevaar af te wenden. Dit kan leiden tot een gerechtvaardigde doorbreking van het beroepsgeheim. |
| Gedeeld beroepsgeheim | Situaties waarin meerdere zorgverleners die op dezelfde patiënt gericht zijn, beperkt informatie mogen delen, mits dit in het belang van de patiënt is, noodzakelijk is voor de kwaliteit van zorg, en de patiënt hiervan op de hoogte is. |
| Gezamenlijk beroepsgeheim | Een samenwerkingsverband binnen een afgebakende zorg- of hulpverleningseenheid, waarbij het team zich als eenheid naar de patiënt profileert en informatie deelt onder een gezamenlijke geheimhoudingsplicht, met toestemming van de patiënt indien nodig. |
| Parl. St. (Parlementaire Stukken) | Officiële documenten die voortkomen uit de werkzaamheden van het parlement, zoals wetsvoorstellen, memories van toelichting en verslagen van commissievergaderingen. Deze kunnen helpen bij de interpretatie van wetgeving, zoals de afbakening van zorgequipes. |
| Wettelijke of decretale regeling | Een wet die door het federaal parlement is aangenomen, of een decreet dat door een parlement van een deelstaat (zoals het Vlaams Parlement) is aangenomen. Deze regelingen bepalen de juridische kaders waarbinnen specifieke activiteiten of sectoren opereren. |
Cover
Samenvatting Deontologie 2023-2024.docx
Summary
# Deontologie en tuchtrecht
Dit onderwerp behandelt de definitie, afbakening en kritiek op deontologie, het onderscheid met moraal, en de rol van tuchtrecht in de handhaving van professionele gedragsregels.
## 1. Deontologie en tuchtrecht
### 1.1 Definitie van deontologie
Deontologie wordt klassiek omschreven als het geheel van gedragsregels, zowel geschreven als ongeschreven, die de professionele verplichtingen vormen die rusten op beoefenaars van een bepaald beroep. Deze regels hebben betrekking op zowel de interne verhoudingen binnen de beroepsgroep als de verhouding met derden, en houden rekening met de finaliteit van het betrokken beroep. De finaliteit van een beroepsgroep verwijst naar het doel waarvoor deze gecreëerd is, zoals rechtszoekenden professionele bijstand verlenen.
### 1.2 Kritiek op de definitie en begripsafbakening
Niet alle regels in een gedragscode zijn even belangrijk of dragen in dezelfde mate bij aan de finaliteit van het beroep. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen:
* **Deontologie in enge zin (professional responsibility)**: Dit zijn de geschreven of ongeschreven regels die ervoor waken dat een jurist zijn functie op een maatschappelijk verantwoorde wijze vervult en die hoofdzakelijk de verhouding tussen de jurist en de rechtszoekende betreffen, rekening houdend met het algemeen belang. Deze regels zijn vaak verankerd in wetgeving, zoals de plicht tot onafhankelijkheid, onpartijdigheid en het beroepsgeheim.
* **Disciplinaire regels**: Dit zijn regels die er primair op gericht zijn de interne cohesie of het aanzien van het beroep naar buiten toe te handhaven. Ze kunnen willekeurig zijn en hadden perfect anders kunnen zijn, zoals bepaalde gedragsregels rondom de omgang tussen beroepsbeoefenaars.
Het tuchtrecht is het instrumentarium ter handhaving van zowel deontologische als disciplinaire regels. Een gedragscode is de codificatie van deze regels.
### 1.3 Onderscheid tussen deontologie en moraal
Deontologie en moraal/ethiek zijn nauw verwant, maar verschillen in hun aard en handhavingsmechanismen.
* **Deontologie**: Bevat rechtsnormen (wettelijke bepalingen die belangrijke deontologische principes verankeren) en is gebonden aan sancties indien deze wordt geschonden. Het is een vorm van 'applied ethics' of groepsrecht. Het kan gezien worden als een toepassing van ethische principes in concrete regels.
* **Moraal/ethiek**: Roept op tot het individuele geweten en wordt niet gesanctioneerd. Het is persoonlijk en kent meerdere mogelijke antwoorden, gebaseerd op verschillende ethische stromingen zoals utilitarisme (het meeste geluk voor zoveel mogelijk mensen) of de categorische imperatief van Kant (handel zo dat je eigen handeling een algemene regel kan worden).
In de praktijk kan de invulling van deontologische verplichtingen evolueren met maatschappelijke normen, en is er vaak ruimte voor ethische afwegingen in specifieke situaties.
### 1.4 Onderscheid tussen tuchtrecht en strafrecht
Hoewel tuchtrecht en strafrecht gelijkenissen vertonen, zijn er belangrijke verschillen:
* **Toepassingsgebied**: Strafrecht geldt voor iedereen, terwijl tuchtrecht specifiek van toepassing is op leden van een bepaalde beroepsgroep.
* **Finaliteit**: Strafrecht beoogt vergelding en handhaving van de minimale maatschappelijke orde. Tuchtrecht richt zich op de correcte uitoefening van een bepaald beroep en het behoud van vertrouwen in de beroepsgroep.
* **Sancties**: Strafrechtelijke sancties zijn doorgaans zwaarder (gevangenisstraffen, geldboetes), terwijl tuchtrechtelijke sancties variëren van waarschuwingen tot schorsing of afzetting uit het ambt.
* **Autonomie van de tuchtvordering**: De tuchtvordering staat in beginsel los van de strafvordering ('le criminel tient le disciplinaire en état' geldt niet in België). Dit betekent dat een tuchtrechter niet hoeft te wachten op een strafrechtelijke uitspraak, hoewel de vastgestelde feiten in een strafrechtelijke uitspraak wel gezag van gewijsde hebben ten aanzien van de tuchtrechter.
Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) is van toepassing op tuchtrechtprocedures in zoverre deze burgerlijke rechten en verplichtingen betreffen (art. 6 EVRM), maar de waarborgen voor een 'criminal charge' (art. 6 EVRM, leden 2 en 3) gelden doorgaans niet voor tuchtzaken, tenzij de sanctie een zeer zwaar strafrechtelijk karakter krijgt.
Er is geen sprake van *ne bis in idem* tussen een tucht- en een strafrechtelijke sanctie voor dezelfde feiten, aangezien beide procedures verschillende finaliteiten nastreven.
### 1.5 Onderscheid tussen tuchtrecht en burgerrechtelijke aansprakelijkheid
* **Deontologie vs. Burgerrechtelijke aansprakelijkheid**: Deontologische tekortkomingen kunnen worden gesanctioneerd zonder dat er schade hoeft te zijn geleden, in tegenstelling tot burgerrechtelijke aansprakelijkheid waarvoor schade en een oorzakelijk verband vereist zijn.
* **Autonomie van de tuchtvordering**: Net als bij het onderscheid met strafrecht, staat de tuchtvordering los van de burgerlijke rechtsvordering.
### 1.6 Codificeren van deontologie
Het codificeren van deontologische regels heeft voordelen zoals duidelijkheid en rechtszekerheid, maar kan ook leiden tot verstarring en een negatief, repressief karakter benadrukken. Moderne deontologische codes trachten een balans te vinden tussen deze voor- en nadelen door kernwaarden en principes vast te leggen die leidend zijn bij het aanpakken van deontologische problemen.
---
## 2. De deontologie en tuchtrecht in de praktijk per beroepsgroep
### 2.1 De deontologie van de magistraat
Magistraten (rechters, openbaar ministerie, griffiers, etc.) zijn gebonden aan specifieke deontologische waarden die de goede werking van de justitie en het vertrouwen daarin waarborgen. De wettelijke basis hiervoor wordt gevormd door onder andere artikel 404 van het Gerechtelijk Wetboek (Ger.W.).
#### 2.1.1 Onafhankelijkheid en onpartijdigheid
* **Onafhankelijkheid**: Zowel functionele (intern) als institutionele (extern) onafhankelijkheid zijn cruciaal. Onafhankelijkheid waarborgt de vrijheid van de rechter en de rechten van burgers binnen de rechtsstaat, en wordt gewaarborgd door de Grondwet (scheiding der machten) en wetgeving die de onafzetbaarheid van magistraten regelt.
* **Onpartijdigheid**: Dit omvat zowel subjectieve (persoonlijke overtuiging) als objectieve (voldoende waarborgen om twijfel uit te sluiten) onpartijdigheid. Verschillende situaties kunnen twijfel doen rijzen over onpartijdigheid, zoals het cumuleren van ambten, bloed- of aanverwantschap, het verwerven van betwiste rechten, of wanneer de rechter een persoonlijk belang heeft bij het geschil. Wrakings- en verschoningsgronden, zoals vastgelegd in artikel 828 Ger.W., bieden hiervoor een juridisch kader. De bescherming van de onpartijdigheid is van cruciaal belang voor het publieke vertrouwen in de rechtspraak.
#### 2.1.2 Integriteit
Integriteit omvat rechtschapenheid (zelf de wet naleven, niets doen waarmee men gechanteerd kan worden) en waardigheid (zich waardig gedragen, zowel in het privé- als beroepsleven). Het vermijden van 'verkeerde vrienden' en het zoveel mogelijk in der minne oplossen van privéconflicten zijn hierbij belangrijk.
#### 2.1.3 Terughoudendheid en discretie
Magistraten dienen terughoudendheid te betrachten in hun uitingen, met name in de media, om de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechterlijke macht niet in het gedrang te brengen. Dit geldt ook voor hun privéleven en sociale betrokkenheid. Het recht op vrije meningsuiting van magistraten kan worden beperkt, maar deze beperking moet proportioneel zijn en een wettelijke grondslag hebben.
#### 2.1.4 Ijver
De plicht tot ijver houdt in dat magistraten uitspraken tijdig moeten doen en dat de procedure efficiënt moet verlopen. Er zijn procedures en sancties voorzien voor degenen die hun plichten op dit vlak verzuimen.
#### 2.1.5 Respect en luisterbereidheid
Magistraten moeten zich bewust zijn van hun menselijke en intellectuele beperkingen en respectvol en hoffelijk zijn ten aanzien van partijen, collega's en andere justitiepersoneel.
#### 2.1.6 Gelijke behandeling
Zaken moeten in beginsel in de volgorde van berechting worden behandeld, met gelijke behandeling van gelijke gevallen en ongelijke behandeling van ongelijke gevallen, rekening houdend met objectieve verschillen.
#### 2.1.7 Bekwaamheid
De toegang tot het beroep en de uitoefening ervan vereisen specifieke bekwaamheid, die wordt gewaarborgd door een juridische stage, examens en permanente vorming.
#### 2.1.8 Tuchtrecht voor magistraten
Het tuchtrecht voor magistraten is geregeld in het Gerechtelijk Wetboek en voorziet in lichte en zware tuchtstraffen. De bevoegde overheden voor het instellen van een tuchtprocedure en het onderzoek zijn de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg en de tuchtrechtbanken (eerste aanleg en beroep). De procedures bevatten diverse procedurele waarborgen.
#### 2.1.9 Aansprakelijkheid
Magistraten genieten burgerrechtelijke immuniteit voor hun optreden, tenzij in specifieke gevallen zoals bedrog, list, of bij wettelijk bepaalde uitzonderingen. De staat kan aansprakelijk zijn voor fouten begaan door magistraten (orgaantheorie), mits bepaalde voorwaarden vervuld zijn zoals het aanwenden van rechtsmiddelen en een manifest onjuiste gedraging.
### 2.2 De deontologie van de notaris
Notarissen zijn openbare ambtenaren die belast zijn met het verlijden van authentieke akten. Hun statuut als openbaar ambtenaar brengt specifieke plichten en onverenigbaarheden met zich mee.
#### 2.2.1 Functies van de notaris
De notaris vervult diverse functies: openbare ambtenaar, juridisch zakenman, raadsman, vertrouwensman, bemiddelaar en schepper van recht. Deze functies bepalen mede zijn deontologische verplichtingen.
#### 2.2.2 Benoeming en samenwerkingsverbanden
De toegang tot het notarisambt is geregeld en vereist een stage, vergelijkende examens en inschrijving op het tableau. Notarissen kunnen samenwerken in vennootschappen, maar interprofessionele associaties (bv. met advocaten) zijn niet toegelaten, tenzij het gaat om middelenvennootschappen. De aansprakelijkheid van notarissen kan worden beperkt door de oprichting van een professionele vennootschap, met uitzonderingen bij bedrieglijk opzet.
#### 2.2.3 Onverenigbaarheden en verboden nevenactiviteiten
Notarissen zijn onderworpen aan strikte onverenigbaarheden (bv. met magistraat, advocaat) en verboden nevenactiviteiten (bv. handel drijven, fondsen van cliënten ten eigen bate beleggen) om hun onafhankelijkheid, onpartijdigheid en waardigheid te waarborgen.
#### 2.2.4 Deontologische plichten
De deontologie van de notaris omvat onder meer de plicht tot onpartijdigheid en onafhankelijkheid ten opzichte van cliënten, een informatie- en raadgevingsplicht, beroepsgeheim, mededelingsverbod en discretieplicht.
#### 2.2.5 Tuchtrecht en aansprakelijkheid
Notarissen zijn onderworpen aan een eigen tuchtrechtelijk regime, met verschillende tuchtstraffen en procedurele waarborgen. Hun aansprakelijkheid kan zowel strafrechtelijk (bv. valsheid in geschrifte, verduistering, belangenneming) als burgerrechtelijk (contractueel of buitencontractueel) zijn.
---
### 2.3 De deontologie van de advocaat
De toegang tot het beroep van advocaat vereist een juridische master, het afleggen van een eed, inschrijving op het tableau en permanente vorming. Er zijn regels betreffende vrijheid van dienstverlening en vestiging binnen de EU, en samenwerkingsverbanden en vennootschappen van advocaten.
#### 2.3.1 Toegang tot het beroep en samenwerkingsverbanden
De toegang tot het beroep van advocaat is geregeld, met specifieke diploma- en stagevereisten. Internationale erkenning van diploma's is mogelijk, mits eventuele bekwaamheidsproeven. Advocaten kunnen samenwerken in verschillende vormen (associatie, groepering, netwerk), maar interprofessionele samenwerkingen met niet-advocaten zijn in principe verboden, hoewel er uitzonderingen bestaan met betrekking tot middelenvennootschappen en groeperingen.
#### 2.3.2 Deontologische plichten
De advocaat is gebonden door tal van deontologische plichten, waaronder:
* **Onafhankelijkheid**: Cruciaal voor de uitoefening van het beroep, met strikte regels over onverenigbaarheden en nevenactiviteiten. Het nieuwe ondernemingsrecht heeft de interpretatie van deze onverenigbaarheden beïnvloed, waardoor sommige activiteiten onder voorwaarden mogelijk zijn geworden.
* **Rechtschapenheid, kiesheid en waardigheid**: Deze begrippen omvatten eerlijkheid, oprechtheid, trouw aan de wet, en het vermijden van gedrag dat de waardigheid van het beroep schaadt.
* **Beroepsgeheim**: Een absoluut principe, gewaarborgd door het strafrecht (art. 458 Sw.) en de deontologie, dat essentieel is voor het recht op verdediging en de vertrouwensrelatie tussen advocaat en cliënt. Uitzonderingen zijn strikt geregeld en worden door de rechtspraak nauwgezet getoetst. Informatie die valt onder het beroepsgeheim mag niet als bewijs in rechte worden gebruikt (ongeoorloofd bewijs).
* **Belangenconflicten**: Advocaten mogen geen zaken behartigen waarbij belangenconflicten spelen met cliënten, gewezen cliënten of derden, tenzij onder strikte voorwaarden en met expliciete toestemming van de cliënten.
#### 2.3.3 Publiciteit en media
Advocaten mogen publiciteit voeren, mits deze accuraat, niet-misleidend en in lijn met de kernwaarden van het beroep is. Communicatie in de media is toegestaan, maar vereist terughoudendheid, respect voor het beroepsgeheim en de toestemming van de cliënt, en mag geen afbreuk doen aan de waardigheid van het beroep.
#### 2.3.4 Begroting van kosten en erelonen
De erelonen van advocaten worden in beginsel bepaald door een partijbeslissing, maar er is een informatieplicht over de prijsberekening. Pactum de quota litis (ereloon enkel afhankelijk van het resultaat) is verboden, maar succes fees (variabel ereloon afhankelijk van het resultaat, naast een vast ereloon) zijn toegestaan onder voorwaarden.
#### 2.3.5 Tuchtrecht en aansprakelijkheid
Advocaten zijn onderworpen aan een tuchtrechtelijk regime, met straffen variërend van waarschuwing tot schrapping van het tableau. Er zijn bepalingen inzake verjaring en procedurele waarborgen. Advocaten kunnen strafrechtelijk (bv. schending beroepsgeheim, verduistering) en burgerrechtelijk (contractuele of buitencontractuele aansprakelijkheid) aansprakelijk worden gesteld voor hun handelen.
---
### 2.4 De deontologie van de gerechtsdeurwaarder
Gerechtsdeurwaarders zijn openbare en ministeriële ambtenaren die instaan voor de betekening van akten en de tenuitvoerlegging van beslissingen. Ze opereren zowel gerechtelijk (monopolietaken) als buitengerechtelijk.
#### 2.4.1 Taken en organisatie
Gerechtsdeurwaarders hebben een monopolie op bepaalde gerechtelijke taken, zoals het betekenen van exploten en de tenuitvoerlegging van beslissingen. Ze zijn gebonden aan een numerus clausus en kunnen samenwerken in vennootschappen, maar blijven persoonlijk aansprakelijk. Er bestaat een nationaal register voor gerechtsdeurwaarders.
#### 2.4.2 Deontologie
Belangrijke deontologische principes voor gerechtsdeurwaarders zijn onafhankelijkheid, onpartijdigheid, onbaatzuchtigheid, beroepsgeheim (jurisprudentieel) en discretieplicht. Ze mogen geen onverenigbare beroepen uitoefenen en zijn gebonden door strikte regels inzake publiciteit en de omgang met partijen en hun informatie.
#### 2.4.3 Tuchtrecht en aansprakelijkheid
Gerechtsdeurwaarders zijn onderworpen aan een tuchtrechtelijk regime, met verschillende straffen en een procedure die deels gelijkaardig is aan die van notarissen. Hun aansprakelijkheid kan strafrechtelijk (bv. woonstschennis, valsheid, omkoping) en burgerrechtelijk (t.o.v. opdrachtgever en derden) zijn.
---
### 2.5 De deontologie van de gerechtsdeskundige
Gerechtsdeskundigen zijn technisch raadgevers, aangewezen door de rechter of partijen, die belast worden met technische of wetenschappelijke onderzoeken.
#### 2.5.1 Wie kan optreden als gerechtsdeskundige?
In principe mag iedereen optreden als deskundige, maar voor gerechtelijke opdrachten is een inschrijving in het nationaal register vereist, wat garanties biedt inzake bekwaamheid en betrouwbaarheid. Er zijn uitzonderingen mogelijk voor spoedeisende gevallen of bij gebrek aan geschikte geregistreerde deskundigen.
#### 2.5.2 Deontologie
Essentieel voor gerechtsdeskundigen zijn onafhankelijkheid, onpartijdigheid, diligentie en discretieplicht. Ze mogen geen belangenconflicten hebben en moeten waken over de rechten van de partijen. Het onderscheid tussen een optreden als gerechtsdeskundige en als technisch adviseur van een partij moet strikt worden bewaakt.
#### 2.5.3 Tuchtrecht en aansprakelijkheid
Hoewel er geen specifieke tuchtrechtelijke organisatie is, kunnen gerechtsdeskundigen gesanctioneerd worden door de Minister van Justitie voor deontologische tekortkomingen. Hun burgerrechtelijke aansprakelijkheid wordt beoordeeld aan de hand van middelenverbintenissen en de algemene zorgvuldigheidsnorm. Een specifieke verjaringstermijn van tien jaar geldt voor hun aansprakelijkheid.
---
### 2.6 De deontologie van de bemiddelaar
Bemiddeling is een vertrouwelijk en gestructureerd proces waarbij een onafhankelijke, neutrale en onpartijdige derde partijen helpt een oplossing te vinden voor hun geschil.
#### 2.6.1 Begrip en erkenning
Bemiddeling kan gerechtelijk of buitengerechtelijk plaatsvinden. Voor erkenning als bemiddelaar zijn er specifieke opleidings- en gedragscriteria, waaronder onafhankelijkheid, neutraliteit en onpartijdigheid.
#### 2.6.2 Federale bemiddelingscommissie en deontologie
De Federale Bemiddelingscommissie (FBC) stelt de deontologische code vast en behandelt klachten. De deontologische regels voor bemiddelaars kunnen beroepsspecifiek zijn, maar moeten steeds de algemene beginselen van de FBC respecteren.
#### 2.6.3 Plichten van de bemiddelaar
Bemiddelaars hebben plichten inzake partij-autonomie (geen dwang of schikkingsdwang), onaflatende onafhankelijkheid en onpartijdigheid, en een informatieplicht over het proces en het ereloon. Het verbod op 'success fee' is cruciaal om de neutraliteit van de bemiddelaar te waarborgen.
#### 2.6.4 Beëindiging en vertrouwelijkheid
Bemiddeling kan te allen tijde door partijen worden beëindigd. De bemiddelaar moet de bemiddeling opschorten of beëindigen indien deze oneigenlijk wordt aangewend of indien partijen niet tot een akkoord kunnen komen. Het beroepsgeheim is verstrengd en strafrechtelijk gesanctioneerd, wat een essentieel kenmerk is van bemiddeling.
#### 2.6.5 Tuchtrecht en sancties
Erkende bemiddelaars zijn onderworpen aan een tuchtrechtelijk regime met uiteenlopende sancties, van waarschuwing tot intrekking van de erkenning. De klachtenbehandeling en procedures zijn vastgelegd.
---
### 2.7 De deontologie van de arbiter
Arbitrage is een vorm van geschilbeslechting buiten de overheidsrechtbanken, waarbij een neutrale derde (arbiter) een bindende uitspraak doet.
#### 2.7.1 Wie kan optreden als arbiter?
In principe kan iedereen die bekwaam is een overeenkomst aan te gaan als arbiter optreden, tenzij er specifieke onverenigbaarheden zijn (bv. magistraten mogen niet bezoldigd optreden). De partijen kunnen echter zelf aanvullende kwalificatievereisten overeenkomen.
#### 2.7.2 Beroepsorganisatie en deontologie
Er is geen centrale beroepsorganisatie voor arbiters. Hun deontologie wordt grotendeels bepaald door de arbitrageovereenkomst, het reglement van het arbitrage-instituut (indien van toepassing) en de algemene beginselen van onafhankelijkheid en onpartijdigheid. Wrakingsgronden zijn van belang, geïnspireerd door de wrakingsgronden voor magistraten.
#### 2.7.3 Aansprakelijkheid
Arbiters zijn, net als andere juristen, aan contractuele aansprakelijkheid onderworpen voor hun fouten. De beoordeling hiervan gebeurt aan de hand van de algemene zorgvuldigheidsnorm en de ANCA-rechtspraak. De aansprakelijkheidsbeperking is mogelijk, maar aan strikte voorwaarden gebonden.
---
### 2.8 De deontologie van de bedrijfsjurist
Bedrijfsjuristen verlenen juridische bijstand aan hun werkgever (onderneming of overheidsdienst). Zij zijn niet verplicht zich te laten erkennen, maar dit biedt wel voordelen.
#### 2.8.1 Wie is bedrijfsjurist?
Om erkend te worden als bedrijfsjurist, dient men te beschikken over een juridisch masterdiploma, een bepaalde arbeidsovereenkomst of statuut te hebben, en hoofdzakelijk juridische bijstand te verlenen aan de werkgever of verbonden entiteiten.
#### 2.8.2 Beroepsorganisatie en deontologie
Het Instituut voor Bedrijfsjuristen (IBJ) is de beroepsorganisatie die de erkenningsvoorwaarden, de deontologie en de permanente vorming regelt. Deontologische plichten omvatten intellectuele onafhankelijkheid, eer en waardigheid van het beroep, en een ruimere discretieplicht dan het strikte strafrechtelijke beroepsgeheim.
#### 2.8.3 Beroepsgeheim vs. confidentialiteit
Hoewel bedrijfsjuristen geen wettelijk strafrechtelijk gesanctioneerd beroepsgeheim hebben zoals advocaten, kent de wet een plicht tot confidentialiteit inzake juridische adviezen verstrekt aan hun werkgever. Deze confidentialiteit wordt beschermd door het recht op privacy en is cruciaal voor de goede werking van de onderneming.
#### 2.8.4 Tuchtrecht en aansprakelijkheid
Bedrijfsjuristen zijn onderworpen aan een tuchtrechtelijk regime met verschillende sancties. Zij kunnen ook strafrechtelijk (als de rechtspersoon of zijzelf aan de voorwaarden voldoen) en burgerrechtelijk aansprakelijk worden gesteld, waarbij de werkgever in principe de aansprakelijkheid draagt.
---
### 2.9 De deontologie van de gecertificeerd accountant en belastingadviseur
Gecertificeerd accountants en belastingadviseurs verlenen diensten op het gebied van boekhouding, fiscaliteit en adviesverlening. Zij zijn gebonden door specifieke wettelijke bepalingen en hebben een plicht tot waakzaamheid inzake witwassen en terrorismefinanciering.
#### 2.9.1 Wie is gecertificeerd accountant/belastingadviseur?
Erkende accountants en belastingadviseurs moeten voldoen aan diploma-, stage- en exameneisen en zijn ingeschreven bij het Instituut van de Belastingadviseurs en de Accountants (IBA/ITAA).
#### 2.9.2 Taken en samenwerkingsverbanden
Accountants hebben een breder takenpakket dan belastingadviseurs. Zij kunnen hun beroep uitoefenen in eigen naam of via een professionele vennootschap, met specifieke regels omtrent aansprakelijkheid en aandeelhouderschap. Samenwerkingen met andere beroepsbeoefenaars zijn onderworpen aan strikte voorwaarden.
#### 2.9.3 Deontologie
Deontologische plichten omvatten onafhankelijkheid, waardigheid, rechtschapenheid en discretieplicht. Het WIBA legt deze verplichtingen vast, hoewel een gedetailleerde deontologische code nog in ontwikkeling is.
#### 2.9.4 Tuchtrecht en aansprakelijkheid
Accountants en belastingadviseurs zijn onderworpen aan een tuchtrechtelijk regime, met waarschuwingen, geldboetes, schorsing en schrapping. Ze kunnen strafrechtelijk (bv. valsheid in geschrifte) en burgerrechtelijk aansprakelijk worden gesteld voor hun fouten. Een specifieke verjaringstermijn van tien jaar geldt voor hun beroepsaansprakelijkheid.
---
### 2.10 Antiwitwaswet (AWW)
De Antiwitwaswet (AWW) legt verplichtingen op aan verschillende beroepsgroepen, waaronder juridische en cijferberoepen, om witwassen en terrorismefinanciering te bestrijden.
#### 2.10.1 Toepassingsgebied en verplichtingen
De AWW geldt ratione personae voor o.a. advocaten, notarissen, gerechtsdeurwaarders, accountants en belastingadviseurs, en ratione materiae voor verdachte transacties inzake witwassen en terrorismefinanciering. Essentiële verplichtingen zijn waakzaamheid, identificatie van cliënten, meldingsplicht aan de Cel voor financiële informatieverwerking (CFI) en een plicht tot geheimhouding t.a.v. de cliënt.
#### 2.10.2 Uitzonderingen op de meldingsplicht
Er bestaan belangrijke uitzonderingen op de meldingsplicht voor deze beroepsgroepen, met name wanneer zij optreden in het kader van juridisch advies, vertegenwoordiging of verdediging in rechte. Deze uitzonderingen zijn ingegeven door het beroepsgeheim en het recht op verdediging, en worden door de rechtspraak nauwgezet geïnterpreteerd. Advocaten hebben een bijzondere rol, waarbij meldingen via de stafhouder lopen.
#### 2.10.3 Sancties
Schending van de AWW kan leiden tot tuchtrechtelijke sancties, administratieve geldboetes en strafrechtelijke vervolging. Bij een te goeder trouw gedane melding geldt immuniteit voor mogelijke beroepsgeheimschending.
---
## 3. Wettelijke regelingen gemeenschappelijk aan vrije beroepen (WER)
Het Wetboek Economisch Recht (WER) bevat algemene verplichtingen voor alle ondernemingen, inclusief vrije beroepen, met betrekking tot informatieverstrekking, marktpraktijken en consumentenbescherming.
### 3.1 Algemene verplichtingen van ondernemingen
Ondernemingen, waaronder vrije beroepen, hebben specifieke informatieverplichtingen tegenover hun afnemers (consumenten en andere ondernemingen). Dit omvat informatie over de identiteit, contactgegevens, prijsberekening, aard van de dienst, beroepsregels en klachtenregelingen. Deze verplichtingen zijn bedoeld om transparantie en eerlijke concurrentie te waarborgen.
### 3.2 Marktpraktijken en consumentenbescherming
Het WER reguleert misleidende, vergelijkende en agressieve marktpraktijken. De regels inzake misleidende reclame en oneerlijke bedingen zijn ook van toepassing op vrije beroepen, met specifieke aandacht voor transparantie en de bescherming van de consument. De wet voorziet in waarschuwingsprocedures en sancties bij niet-naleving.
---
## 4. De gerechtsdeskundige
Gerechtsdeskundigen worden aangesteld om technische of wetenschappelijke expertise te verlenen in juridische geschillen.
### 4.1 Taken en erkenning
Gerechtsdeskundigen zijn technische raadgevers en dienen onafhankelijk en onpartijdig te opereren. Voor gerechtelijke opdrachten is een inschrijving in het nationaal register van gerechtsdeskundigen vereist, wat garanties biedt inzake bekwaamheid en betrouwbaarheid.
#### 4.1.1 Deontologie
De deontologie van gerechtsdeskundigen omvat onafhankelijkheid, onpartijdigheid, diligentie en discretieplicht. Ze moeten de rechten van de partijen respecteren en zorgvuldig omgaan met het verzameld materiaal. Belangenconflicten moeten worden gemeld.
#### 4.1.2 Tuchtrecht en aansprakelijkheid
Gerechtsdeskundigen kunnen door de Minister van Justitie worden gesanctioneerd voor deontologische tekortkomingen. Hun burgerrechtelijke aansprakelijkheid wordt beoordeeld volgens de algemene zorgvuldigheidsnorm, met een verjaringstermijn van tien jaar.
---
## 5. De bemiddelaar
Bemiddeling is een alternatieve geschiloplossing waarbij een neutrale derde partijen begeleidt naar een eigen oplossing.
### 5.1 Wie is bemiddelaar?
Bemiddelaars kunnen juridische of niet-juridische professionals zijn, maar dienen erkend te zijn en te voldoen aan strikte criteria inzake onafhankelijkheid, neutraliteit en onpartijdigheid. Bemiddeling die strikt commercieel is (bv. success fee) of in strijd is met de algemene beginselen is verboden.
#### 5.1.1 Federale bemiddelingscommissie
De Federale Bemiddelingscommissie (FBC) reguleert de erkenning van bemiddelaars, stelt de deontologische code op en behandelt klachten en tuchtzaken.
#### 5.1.2 Plichten van de bemiddelaar
Bemiddelaars hebben een plicht tot partij-autonomie, onaflatende onafhankelijkheid en onpartijdigheid, een informatieplicht over het proces en het ereloon, en een plicht tot vertrouwelijkheid.
#### 5.1.3 Tuchtrecht en sancties
Bemiddelaars zijn onderworpen aan een tuchtrechtelijk regime met straffen variërend van waarschuwing tot intrekking van de erkenning. Klachten en onderzoeken worden behandeld door de FBC.
---
## 6. De arbiter
Arbitrage is een vorm van geschilbeslechting waarbij arbiters een bindende uitspraak doen.
### 6.1 Wie kan optreden als arbiter?
Iedereen die bekwaam is een overeenkomst aan te gaan, kan als arbiter optreden, tenzij er specifieke onverenigbaarheden gelden. Partijen kunnen in de arbitrageovereenkomst zelf aanvullende kwalificaties overeenkomen.
#### 6.1.1 Deontologie
Arbiters moeten onafhankelijk, onpartijdig en deskundig zijn, en de rechten van de partijen respecteren. Zij zijn gebonden door de regels van het arbitrage-instituut of de partijovereenkomst, en door de algemene beginselen van deontologie die voortvloeien uit hun eventueel hoofdberoep.
#### 6.1.2 Aansprakelijkheid
Arbiters zijn aan contractuele aansprakelijkheid onderworpen voor hun fouten, beoordeeld aan de hand van de algemene zorgvuldigheidsnorm. In het geval van samenwerkende arbiters kan er sprake zijn van aansprakelijkheid *in solidum*.
---
## 7. De bedrijfsjurist
Bedrijfsjuristen verlenen juridische bijstand aan hun werkgever (onderneming of overheidsdienst).
### 7.1 Wie is bedrijfsjurist?
Om erkend te worden, dient men een juridische master te hebben, een arbeidsovereenkomst of statuut te bezitten, hoofdzakelijk juridische bijstand te verlenen aan de werkgever en de plicht tot intellectuele onafhankelijkheid na te leven.
#### 7.1.1 Beroepsorganisatie en deontologie
Het Instituut voor Bedrijfsjuristen (IBJ) regelt de erkenning, permanente vorming en deontologie. De deontologie benadrukt intellectuele onafhankelijkheid, de plicht tot eer en waardigheid van het beroep, en een ruimere discretieplicht dan het strafrechtelijke beroepsgeheim.
#### 7.1.2 Beroepsgeheim vs. confidentialiteit
Bedrijfsjuristen genieten geen strafrechtelijk gesanctioneerd beroepsgeheim zoals advocaten, maar wel een wettelijke plicht tot confidentialiteit van hun adviezen. Deze confidentialiteit wordt beschermd door het recht op privacy.
#### 7.1.3 Tuchtrecht en aansprakelijkheid
Bedrijfsjuristen zijn onderworpen aan tuchtrecht en kunnen ook strafrechtelijk en burgerrechtelijk aansprakelijk worden gesteld. Hun werkgever is in principe aansprakelijk voor hun fouten.
---
## 8. De gecertificeerd accountant en belastingadviseur
Deze professionals verlenen diensten op het gebied van boekhouding en fiscaliteit, en zijn onderworpen aan specifieke wettelijke en deontologische regels.
### 8.1 Wie is gecertificeerd accountant/belastingadviseur?
Erkenning vereist een juridisch masterdiploma, een stage, examens en inschrijving bij het Instituut van de Belastingadviseurs en de Accountants (IBA/ITAA).
#### 8.1.1 Taken en samenwerkingsverbanden
Accountants hebben een breder takenpakket dan belastingadviseurs. Samenwerkingen in vennootschapsvorm zijn mogelijk, met specifieke regels inzake aansprakelijkheid en aandeelhouderschap.
#### 8.1.2 Deontologie
Deontologie omvat onafhankelijkheid, waardigheid, rechtschapenheid en discretieplicht. Onafhankelijkheid ten aanzien van cliënten en het vermijden van belangenconflicten zijn cruciaal.
#### 8.1.3 Tuchtrecht en aansprakelijkheid
Zij vallen onder een tuchtrechtelijk regime met diverse sancties. Strafrechtelijke aansprakelijkheid kan ontstaan bij valsheid in geschrifte of omkoping. Burgerrechtelijke aansprakelijkheid is zowel contractueel als buitencontractueel mogelijk, met specifieke verjaringstermijnen.
---
## 9. Wettelijke regelingen gemeenschappelijk aan vrije beroepen (WER)
Het Wetboek Economisch Recht (WER) bevat algemene verplichtingen voor alle ondernemingen, inclusief vrije beroepen, met betrekking tot informatieverstrekking en marktpraktijken.
### 9.1 Algemene verplichtingen en marktpraktijken
Vrije beroepers moeten transparant zijn over hun identiteit, diensten, prijzen en algemene voorwaarden. Misleidende reclame is verboden. Het WER regelt ook de bescherming van consumenten tegen oneerlijke handelspraktijken en onrechtmatige bedingen.
#### 9.1.1 Sancties
Schending van de verplichtingen in het WER kan leiden tot administratieve geldboetes of vorderingen tot staking. De controle en handhaving gebeuren door de Economische Inspectie en de tuchtoverheden.
---
## 10. Antiwitwaswet (AWW)
De Antiwitwaswet (AWW) legt meldingsverplichtingen op aan diverse beroepsgroepen om witwassen en terrorismefinanciering te bestrijden.
### 10.1 Toepassingsgebied en verplichtingen
De AWW geldt voor o.a. advocaten, notarissen, gerechtsdeurwaarders en accountants. Zij hebben een waakzaamheidsplicht, identificatieplicht en meldingsplicht ten aanzien van verdachte transacties.
#### 10.1.1 Uitzonderingen op de meldingsplicht
Voor juridische beroepsbeoefenaars geldt een belangrijke uitzondering op de meldingsplicht wanneer zij optreden in het kader van juridisch advies of verdediging in rechte, tenzij zij zelf deelnemen aan witwasactiviteiten. Deze uitzondering is ingegeven door het beroepsgeheim en het recht op verdediging.
#### 10.1.2 Sancties
Schending van de AWW kan leiden tot tuchtrechtelijke sancties, administratieve geldboetes en strafrechtelijke vervolging. Bij een te goeder trouw gedane melding geldt immuniteit voor mogelijke beroepsgeheimschending.
---
## 11. Wettelijke regelingen gemeenschappelijk aan vrije beroepen (WER)
Het Wetboek Economisch Recht (WER) bevat algemene verplichtingen voor alle ondernemingen, inclusief vrije beroepen, met betrekking tot informatieverstrekking, marktpraktijken en consumentenbescherming.
### 11.1 Algemene verplichtingen van ondernemingen
Vrije beroepers moeten transparant zijn over hun identiteit, diensten, prijzen en algemene voorwaarden. Misleidende reclame is verboden. Het WER regelt ook de bescherming van consumenten tegen oneerlijke handelspraktijken en onrechtmatige bedingen.
#### 11.1.1 Sancties
Schending van de verplichtingen in het WER kan leiden tot administratieve geldboetes of vorderingen tot staking. De controle en handhaving gebeuren door de Economische Inspectie en de tuchtoverheden.
---
# Onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechterlijke macht
```markdown
## 2. Onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechterlijke macht
Dit deel van de studie gids behandelt de deontologische waarden van onafhankelijkheid en onpartijdigheid die van toepassing zijn op magistraten, met inbegrip van onverenigbaarheden, wrakingsgronden, gedragsregels en vrijheid van meningsuiting.
### 2.1 Definitie en afbakening
**2.1.1 Deontologie versus disciplinaire regels**
* **Deontologie:** De geschreven of ongeschreven regels die erover waken dat een jurist zijn functie op een maatschappelijk verantwoorde wijze vervult, met de nadruk op de verhouding tussen de jurist en de rechtszoekende, en met oog voor het algemeen belang. Deze regels zijn vaak verankerd in wetgeving.
* **Disciplinaire regels:** Regels die de interne cohesie en het aanzien van het beroep handhaven, en die niet noodzakelijk bijdragen aan de maatschappelijke finaliteit van het beroep.
**2.1.2 Deontologie versus moraal/ethiek**
* **Deontologie:** Rechtsnormen met wettelijke verankering en sancties bij miskenning. Het is een vorm van 'applied ethics' die concrete regels oplegt.
* **Moraal/ethiek:** Verwijst naar het individuele geweten en wordt niet gesanctioneerd. Het biedt ruimte voor persoonlijke interpretatie en evolutie.
**2.1.3 Onderscheid tuchtrecht en strafrecht**
Hoewel er gelijkenissen zijn, verschillen tuchtrecht en strafrecht. Tuchtrecht valt meestal onder artikel 6 EVRM (burgerlijke rechten en verplichtingen), maar niet noodzakelijk onder de paragrafen inzake strafrechtelijke vervolging (art. 6 §2 en §3 EVRM), tenzij de sanctie erg zwaar is. Tuchtrecht heeft als finaliteit het correct uitoefenen van het beroep en het waarborgen van vertrouwen in de beroepsgroep, terwijl strafrecht de minimale maatschappelijke orde handhaaft.
**2.1.4 Autonomie van de tuchtvordering**
De tuchtvordering staat los van de straf- en burgerlijke vordering. Een strafrechtelijke vervolging schorst een tuchtrechtelijke vervolging niet, en er geldt geen *ne bis in idem*-principe tussen een tucht- en een strafrechtelijke sanctie, aangezien de finaliteit verschilt.
**2.1.5 Deontologie versus burgerrechtelijke aansprakelijkheid**
* **Deontologie:** Specifieke normen gericht op de eer en waardigheid van het beroep, waarbij schade niet vereist is voor sanctionering.
* **Burgerrechtelijke aansprakelijkheid:** Gebaseerd op algemene zorgvuldigheidsnormen (art. 1382-1383 BW), waarbij schade en een causaal verband vereist zijn.
**2.1.6 Codificeren of niet?**
* **Voordelen van codificatie:** Duidelijkheid voor beroepsbeoefenaars en rechtszoekenden, rechtszekerheid, herstel van vertrouwen.
* **Nadelen van codificatie:** Verstarring, bemoeilijking van aanpassing aan maatschappelijke evolutie, en het risico op een vals gevoel van veiligheid (wat niet verboden is, mag). Moderne codes proberen dit te verzoenen door kernwaarden en principes te formuleren.
### 2.2 Deontologische waarden van magistraten
De deontologie van magistraten wordt geregeld door de Ger.W., met name artikel 404 dat de finaliteit van het tuchtrecht van magistraten duidt: de goede werking van de justitie waarborgen en het vertrouwen van burgers in de justitie handhaven. Dit vormt de wettelijke basis voor de deontologische gidsen.
#### 2.2.1 Onafhankelijkheid
Onafhankelijkheid is een waarborg voor de vrijheid van burgers en hun rechten binnen de rechtsstaat (art. 6 EVRM, art. 151 Gw.). Het houdt in dat magistraten vrij in eer en geweten recht spreken zonder druk van andere machten. Dit wordt gewaarborgd door onafzetbaarheid (art. 152 Gw.) en een door de wet bepaalde verloning (art. 153 Gw.). Er is zowel **functionele (interne) onafhankelijkheid** (rechter boven druk verheven) als **institutionele (externe) onafhankelijkheid** (structurele autonomie, bv. eigen budget).
#### 2.2.2 Onpartijdigheid
Onpartijdigheid vereist een gebrek aan vooringenomenheid, beoordeeld op basis van subjectieve (persoonlijke overtuiging) en objectieve (garanties die twijfel uitsluiten) criteria.
* **Subjectieve onpartijdigheid:** Gebaseerd op de persoonlijke overtuiging van de rechter; deze wordt vermoed tot het tegendeel bewezen is.
* **Objectieve onpartijdigheid:** Beoordeelt of er feiten zijn die twijfel kunnen wekken aan de onpartijdigheid, zelfs schijn is hier van belang.
#### 2.2.3 Onverenigbaarheden (waarborgen objectieve onpartijdigheid)
Onverenigbaarheden verbieden de cumulatie van bepaalde ambten en activiteiten om de objectieve onpartijdigheid te waarborgen:
* **Cumulatie van ambten:**
* **Cumulverbod rechterlijke ambten (art. 292 Ger.W.):** Verboden deel te nemen aan eenzelfde geschil in verschillende hoedanigheden of in verschillende aanleggen.
* **Cumulverbod met andere ambten (art. 293 Ger.W.):** Verboden politieke ambten, bezoldigde openbare ambten, beroepen als gerechtsdeurwaarder, advocaat of notaris uit te oefenen. Uitzonderingen bestaan, o.a. voor plaatsvervangende magistraten, bepaalde academische opdrachten, en indien het niet meer dan 20% van de werktijd in beslag neemt.
* **Verbod verdediging te voeren of consult te geven (art. 297 Ger.W.):** Verbod als advocaat of rechtsgeleerde op te treden.
* **Verbod handel te drijven, als zaakwaarnemer op te treden of deel te nemen aan leiding/beheer van handelsvennootschappen (art. 299 Ger.W.):** Behalve voor het beheer van het privévermogen.
* **Bloed- of aanverwantschap (art. 301-303 Ger.W.):** Verboden samen deel uit te maken van hetzelfde rechtscollege of zitting te nemen in dezelfde zaak met personen met wie men een feitelijk gezin vormt of verwanten tot en met de vierde graad. Vrijstellingen zijn mogelijk.
* **Verwerven van betwiste rechten en rechtsvorderingen (art. 1597 oud BW):** Verbod voor magistraten, advocaten, notarissen etc. om betwiste rechten of rechtsvorderingen over te nemen binnen hun rechtsgebied.
#### 2.2.4 Wrakings- en verschoningsgronden
* **Wrakingsgronden (art. 828 Ger.W.):** Omvatten specifieke situerties (bv. persoonlijk belang, bloed- of aanverwantschap, reeds geraadpleegd zijn over het geschil) en een algemene grond van “gewettigde verdenking” (indruk van partijdigheid die objectief gerechtvaardigd kan worden). De toepassing van de specifieke gronden mag niet worden uitgebreid op basis van de algemene grond, tenzij door teleologische interpretatie bij achterhaalde wetgeving.
* **Verschoningsplicht/onthoudingsplicht:** Magistraten moeten zich spontaan onthouden van deelname aan een zaak indien ze menen niet in volle onafhankelijkheid of onpartijdigheid te kunnen oordelen. Wraking is mogelijk indien de magistraat deze plicht verzaakt.
* **Toepassing op OM:** De wrakingsgronden gelden ook voor het Openbaar Ministerie, tenzij zij als hoofdpartij optreden in een strafprocedure.
#### 2.2.5 Gedrag in de werksfeer
* **Contacten met OM en raadslieden:** Geen blijk geven van nauwe contacten of verstandhouding.
* **Omgang met partijen:** Hoffelijk, respectvol en zonder blijk te geven van partijdigheid.
#### 2.2.6 Privé- en sociaal leven
* **Oog voor onpartijdig imago:** Balans tussen onafhankelijkheid en maatschappelijke betrokkenheid, vermijden van wereldvreemdheid.
* **Vermijden van belangenconflicten:** Zo veel mogelijk conflicten in der minne oplossen en vermijden dat collega-magistraten deze moeten beslechten.
* **Losbandig leven:** Hoewel privéleven beschermd is, mogen handelingen geen afbreuk doen aan de waardigheid van het ambt of het vertrouwen in de justitie.
#### 2.2.7 Vrijheid van meningsuiting
De vrijheid van meningsuiting van magistraten (art. 10 EVRM) kan worden beperkt ter bescherming van het gezag en de onpartijdigheid van de rechterlijke macht. Deze beperking moet echter proportioneel zijn. Recente rechtspraak van het EHRM beschermt de vrijheid van meningsuiting van magistraten wanneer deze wordt gebruikt ter verdediging van de democratische rechtsstaat en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht.
* **Passieve vrijheid van meningsuiting:** Weinig ruimte voor beperkingen.
* **Actieve vrijheid van meningsuiting:** Kan worden beperkt ter bescherming van de onpartijdigheid.
* **Terughoudendheid:** Magistraten wordt terughoudendheid verwacht, vooral bij uitspraken die het gezag en de onpartijdigheid van de rechterlijke macht in het gedrang kunnen brengen.
#### 2.2.8 Integriteit
* **Rechtschapenheid:** Zelf de wet naleven en niets doen dat tot chantage kan leiden.
* **Waardigheid:** Een waardige houding bewaren, ook in het privéleven, en het recht op eerbiediging van het privéleven respecteren. Vermijden van "verkeerde vrienden".
#### 2.2.9 Ijver
Magistraten moeten hun werk ijverig en zorgvuldig uitvoeren, met respect voor termijnen en motiveringsplicht. Sancties kunnen worden opgelegd bij nalatigheid, waaronder schorsing of ontslag.
#### 2.2.10 Respect en luisterbereidheid
Magistraten moeten bewust zijn van hun eigen beperkingen en hoffelijk zijn ten opzichte van partijen, griffiers, advocaten en deurwaarders.
#### 2.2.11 Gelijke behandeling
Gelijke gevallen moeten gelijk worden behandeld, ongelijke gevallen ongelijk, rekening houdend met objectieve verschillen.
#### 2.2.12 Bekwaamheid
Toegang tot het beroep en permanente vorming zijn cruciaal voor het waarborgen van bekwaamheid.
### 2.3 Tuchtrecht van magistraten
De tuchtregeling voor magistraten is vervat in het Gerechtelijk Wetboek (art. 398-423 Ger.W.). Er bestaan lichte en zware tuchtstraffen, met mogelijkheden tot opschorting en uitstel naar analogie met het strafrecht. Overheden bevoegd om een tuchtprocedure in te stellen zijn de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg en de HRJ.
### 2.4 Strafrechtelijke aansprakelijkheid
Magistraten kunnen strafrechtelijk aansprakelijk zijn voor schending van het beroepsgeheim (art. 458 Sw.), verduistering (art. 240 Sw.), passieve omkoping (art. 246-247 Sw.) en ambtsweigering (art. 258 Sw.).
### 2.5 Burgerrechtelijke aansprakelijkheid
Magistraten genieten in beginsel burgerrechtelijke immuniteit, maar hierop bestaan uitzonderingen zoals bij bedrog, list, of wanneer de wet het expliciet voorziet (bv. bij schending van bepaalde vormvoorschriften). De 'orgaantheorie' van overheidsaansprakelijkheid, zoals ontwikkeld in het *Anca*-arrest, is ook van toepassing op de rechterlijke macht.
---
### 2.6 Gerelateerde beroepen en hun deontologie
Dit deel van de cursus behandelt de deontologische en wettelijke verplichtingen van notarissen, gerechtsdeurwaarders, advocaten, en gerechtsdeskundigen, alsook de specifieke regels inzake bemiddeling en de anti-witwaswetgeving.
#### 2.6.1 De notaris
* **Functies:** Openbare ambtenaar, juridisch zakenman, raadsman, vertrouwensman, bemiddelaar, schepper van recht.
* **Onverenigbaarheden en verboden:** Streng gereguleerd om onafhankelijkheid, onpartijdigheid en waardigheid te waarborgen.
* **Beroepsgeheim en discretieplicht:** Ruimer dan art. 458 Sw. door de aard van de akten en de verschillende privésferen. Mededelingsverbod van akten is specifiek geregeld.
* **Tuchtrecht en aansprakelijkheid:** Onderworpen aan een specifiek tuchtrecht en burgerrechtelijke aansprakelijkheid, met een verjaringsregeling van 10 jaar voor contractuele aansprakelijkheid.
#### 2.6.2 De advocaat
* **Toegang tot het beroep:** Vereist diploma rechten, Belgische nationaliteit, eedaflegging, inschrijving op tableau en permanente vorming. EU-recht en bekwaamheidsproeven spelen een rol bij erkenning van buitenlandse diploma's.
* **Samenwerkingsverbanden en vennootschappen:** Verschillende vormen van samenwerking zijn toegestaan (associatie, groepering, netwerk), met strikte regels inzake belangenconflicten en meldingsplicht. Interprofessionele associaties met niet-advocaten zijn verboden, maar multidisciplinaire groeperingen en netwerken zijn onder voorwaarden toegelaten.
* **Plichtenleer:** Onafhankelijkheid, onpartijdigheid, rechtschapenheid, kiesheid, waardigheid, beroepsgeheim en een strikte regeling inzake publiciteit en erelonen.
* **Beroepsgeheim:** Wordt beschouwd als een essentieel onderdeel van het recht op verdediging (art. 6 EVRM) en het recht op privéleven (art. 8 EVRM), en wordt ruim geïnterpreteerd. Er zijn wettelijke uitzonderingen en deontologische interpretaties, alsook de theorie van het 'gedeeld beroepsgeheim' en 'casusoverleg' (art. 458ter Sw.), hoewel advocaten specifiek zijn uitgesloten van de meldingsplicht onder deze laatste bepaling.
* **Tuchtrecht en aansprakelijkheid:** Voldoen aan de plichtenleer en wetgeving, met een verjaringsregeling van 12 maanden voor tuchtrechtelijke feiten.
#### 2.6.3 De gerechtsdeurwaarder
* **Taken:** Openbaar en ministerieel ambtenaar met monopolie op betekeningen en tenuitvoerleggingen, maar ook actief in buitengerechtelijke invordering, bemiddeling en andere opdrachten.
* **Onverenigbaarheden:** Beperkt tot het uitoefenen van andere beroepen om onafhankelijkheid en waardigheid te garanderen.
* **Samenwerkingsverbanden en vennootschappen:** Gerechtdeurwaarders blijven persoonlijk aansprakelijk, zelfs binnen een vennootschap. Samenwerking is mogelijk binnen het arrondissement.
* **Deontologie:** Onafhankelijkheid, onbaatzuchtigheid, discretieplicht (geen wettelijk beroepsgeheim, wel een deontologische plicht).
* **Tuchtrecht en aansprakelijkheid:** Nieuw tuchtrecht treedt in werking vanaf 2024 met specifieke straffen en procedures. Gerechtsdeurwaarders zijn persoonlijk aansprakelijk voor hun handelingen.
#### 2.6.4 De gerechtsdeskundige
* **Taken:** Technisch raadgever, verricht eenzijdig, minnelijk of gerechtelijk deskundigenonderzoek.
* **Erkenning en register:** Een beschermde titel en een nationaal register zorgen voor kwaliteitsbewaking. Uitzonderingen zijn mogelijk in spoedeisende gevallen of bij gebrek aan specialisatie.
* **Deontologie:** Essentieel zijn onafhankelijkheid, onpartijdigheid, discretieplicht en diligentie. Wrakingsgronden zijn analoog aan die voor magistraten.
* **Tuchtrecht en aansprakelijkheid:** De Minister van Justitie kan sancties opleggen bij deontologische tekortkomingen. Aansprakelijkheid is beperkt tot 10 jaar na voltooiing van de taak.
#### 2.6.5 De bemiddelaar
* **Begrip:** Een vertrouwelijk en gestructureerd proces waarbij een neutrale derde partijen begeleidt naar een eigen oplossing. Er is een onderscheid tussen gerechtelijke en buitengerechtelijke bemiddeling.
* **Wie kan bemiddelen:** Erkende en niet-erkende bemiddelaars (voor B2B-geschillen). Erkenning vereist specifieke opleiding, onafhankelijkheid, neutraliteit en onpartijdigheid.
* **Deontologie:** Partij-autonomie, onafhankelijkheid, onpartijdigheid, neutraliteit, informatieplicht en transparantie over erelonen.
* **Tuchtrecht en aansprakelijkheid:** De Federale Bemiddelingscommissie is bevoegd voor erkenning, opleiding en tuchtrecht. Sancties variëren van waarschuwing tot intrekking van erkenning.
#### 2.6.6 De arbiter
* **Begrip:** Een neutrale derde die een bindende uitspraak doet over een geschil, contractueel overeengekomen door partijen.
* **Wie kan optreden:** Eenieder bekwaam een overeenkomst aan te gaan, tenzij onverenigbaarheden (bv. magistraten mogen niet bezoldigd optreden).
* **Deontologie:** Essentieel zijn onafhankelijkheid, onpartijdigheid, deskundigheid en diligentie. Wrakingsgronden zijn analoog aan die voor magistraten.
* **Aansprakelijkheid:** Regels van contractueel recht zijn van toepassing. De aansprakelijkheid kan contractueel worden beperkt, maar is niet volledig uitgesloten.
#### 2.6.7 De bedrijfsjurist
* **Wie:** Jurist werkzaam binnen een onderneming of overheidsdienst, met een erkenningsmogelijkheid bij het Instituut voor Bedrijfsjuristen.
* **Beroepsgeheim/Confidentialiteit:** Bedrijfsjuristen zijn wettelijk gebonden door een plicht tot confidentialiteit van hun adviezen, wat een ruimere bescherming geniet dan het strafrechtelijk beroepsgeheim van art. 458 Sw. in sommige contexten, maar geen wettelijk beroepsgeheim in de strikte zin van het woord.
* **Tuchtrecht en aansprakelijkheid:** Het Instituut voor Bedrijfsjuristen heeft een deontologische code en een tuchtrecht. Bedrijfsjuristen zelf zijn niet strafrechtelijk aansprakelijk voor hun adviezen, wel de onderneming waarvoor zij werken.
#### 2.6.8 De gecertificeerd accountant en belastingadviseur
* **Wie:** Gereglementeerde beroepen met specifieke voorwaarden voor inschrijving, waaronder een diploma, stage en bekwaamheidsexamen.
* **Taken:** Accountants voeren o.a. boekhouding, opmaken jaarrekeningen, expertise en fiscaal advies uit. Belastingadviseurs focussen zich op fiscaal advies, bijstand en vertegenwoordiging.
* **Vennootschapsverband:** Mogelijk om beroep uit te oefenen via een professionele vennootschap, met regels inzake aansprakelijkheid.
* **Deontologie:** Onafhankelijkheid, waardigheid, rechtschapenheid en diligentie zijn kernbegrippen. Er is een plicht tot permanente vorming.
* **Tuchtrecht en aansprakelijkheid:** Tuchtrecht wordt uitgeoefend door het Instituut van de Belastingadviseurs en de Accountants. Strafrechtelijke aansprakelijkheid is mogelijk voor valsheid in geschrifte en omkoping. Burgerrechtelijke aansprakelijkheid ten aanzien van opdrachtgevers en derden is eveneens van toepassing.
#### 2.6.9 Wettelijke regelingen gemeenschappelijk aan vrije beroepen
* **Boek III WER:** Bevat algemene verplichtingen voor ondernemingen, waaronder informatieverplichtingen die ook van toepassing zijn op vrije beroepen.
* **Boek VI WER:** Regelt marktpraktijken en consumentenbescherming, met verboden op misleidende en agressieve handelspraktijken en onrechtmatige bedingen.
* **Antiwitwaswet (AWW):** Legt verplichtingen inzake waakzaamheid, identificatie en meldingsplicht op aan diverse beroepsgroepen, waaronder advocaten, notarissen, gerechtsdeurwaarders en accountants, met specifieke uitzonderingen voor advies en vertegenwoordiging in rechte.
```
---
# De rol en aansprakelijkheid van notarissen
Dit hoofdstuk onderzoekt de diverse functies van de notaris als openbaar ambtenaar, juridisch zakenman, raadsman, vertrouwensman en bemiddelaar, inclusief zijn benoeming, vennootschappen, onverenigbaarheden, verboden activiteiten en deontologie, evenals zijn aansprakelijkheid.
### 3.1 Verschillende functies van de notaris
De notaris vervult meerdere rollen binnen het juridische landschap.
#### 3.1.1 Notaris als openbaar ambtenaar
Als openbaar ambtenaar, aangesteld om authentieke akten en overeenkomsten te verlijden, bekleedt de notaris een deel van de staatsmacht. Dit statuut brengt met zich mee dat zijn ambt onoverdraagbaar en buiten de handel is, dat de bepalingen van het Strafwetboek met betrekking tot openbare ambtenaren op hem van toepassing zijn, en dat er bepaalde onverenigbaarheden en een numerus clausus van standplaatsen bestaat.
* **Authenticiteit en uitvoerbare kracht:** Notariële akten bezitten authenticiteit en zijn uitvoerbaar, wat betekent dat zij een bijzondere bewijswaarde hebben en onmiddellijk ten uitvoer kunnen worden gelegd.
* **Gevolgen statuut openbaar ambtenaar:**
* **Onoverdraagbaarheid en buiten handel:** Het ambt kan niet worden overgedragen, behalve aan een opvolger die door de benoemingscommissie wordt voorgedragen en door de Koning wordt benoemd.
* **Strafrechtelijke bepalingen:** De strafrechtelijke bepalingen inzake openbare ambtenaren zijn op notarissen van toepassing, met sancties voor inmenging, smaad, slagen en verwondingen, valsheid in geschrifte en verduistering.
* **Onverenigbaarheden:** Een notaris mag niet tegelijkertijd werkend rechter, magistraat, advocaat of gerechtsdeurwaarder zijn. Ook andere overheidsfuncties zijn vaak onverenigbaar.
* **Numerus clausus:** Het aantal standplaatsen voor notarissen is wettelijk bepaald.
* **Monopolie:** Notarissen hebben het monopolie op het verlijden van bepaalde contracten.
* **Territorium:** Notarissen zijn gebonden aan hun standplaats en ambtsgebied, hoewel er uitzonderingen bestaan voor akten waarbij persoonlijke aanwezigheid vereist is en de partij zich niet kan verplaatsen.
* **Onpartijdigheid:** De notaris dient onpartijdig te zijn ten aanzien van alle partijen bij de akte.
* **Ministerieplicht:** De notaris is verplicht zijn ambt te verlenen telkens erom wordt gevraagd, tenzij er wettelijke beletselen zijn (bv. strijd met openbare orde, miskenning van rechten van derden, onbevoegdheid) of hij de akte niet kan verlijden zonder deontologische verplichtingen te schenden. Hij kan weigeren indien de materie buiten zijn bekwaamheid valt of indien de akte geen betrekking heeft op notariële ambtsplichten.
* **Hoeder van het algemeen belang:** De notaris staat in voor de inning van registratierechten en controleert de aanwezigheid van attesten (bv. asbestattest).
* **Vast ereloon:** Het ereloon van de notaris is bij Koninklijk Besluit bepaald.
* **Onbaatzuchtigheid:** De notaris mag geen belangenneming vertonen, wat betekent dat hij geen eigen voordeel mag halen uit de zaken die hem worden toevertrouwd.
#### 3.1.2 Notaris als juridisch zakenman en estate-planner
Los van zijn openbare ambt, treedt de notaris ook op als juridisch dienstverstrekker en estate-planner. In deze hoedanigheid kan hij diensten verlenen buiten zijn ambtsgebied, zolang de uiteindelijke notariële akte binnen het ambtsgebied wordt verleden.
#### 3.1.3 Notaris als raadsman
De notaris heeft een informatie- en raadgevingsverplichting ten aanzien van alle partijen. Hij moet hen inlichten over de juridische geldigheid en de gevolgen van de akten die hij verlijdt. Hij dient onpartijdig te adviseren en kan partijen wijzen op het onevenwicht in hun belangen of het inschakelen van een advocaat aanraden.
#### 3.1.4 Notaris als vertrouwensman
De notaris fungeert als vertrouwensman, wat impliceert dat cliënten een vrije keuze hebben in de aanstelling van een notaris. Er geldt een verbod op cliënt-binding en een keuzemogelijkheid van de notaris tot aan de ondertekening van de akte. Samenwerking met meerdere notarissen is toegelaten en verhoogt het ereloon niet. De samenwerking kan ad nutum worden beëindigd, zonder vergoeding, om de vertrouwensband te waarborgen.
#### 3.1.5 Notaris als bemiddelaar
De notaris kan een verzoenende rol spelen bij geschillen, bijvoorbeeld bij onenigheden tussen kopers en verkopers of bij de vereffening en verdeling van een nalatenschap. Hij kan ook optreden als gerechtelijke bemiddelaar.
#### 3.1.6 Notaris als schepper van recht
Notarissen dragen bij aan de evolutie van het recht door het uitwerken van juridische constructies, zoals de appartementswetgeving, die vaak uit de notariële praktijk zijn gegroeid.
### 3.2 De notaris
#### 3.2.1 Benoeming tot kandidaat-notaris en notaris
Om kandidaat-notaris te worden, dient men Belg te zijn of onderdaan van een EU-lidstaat, in het bezit te zijn van een masterdiploma in de rechten, een stage van drie jaar te hebben volbracht, te slagen voor een vergelijkend examen en ingeschreven te zijn op het tableau. De benoeming tot notaris gebeurt door de Koning op basis van een advies van de benoemingscommissie.
* **Soorten notarissen:** Er zijn notarissen-titularissen (met eigen standplaats), geassocieerde notarissen, plaatsvervangende notarissen en toegevoegde notarissen (in loondienst).
#### 3.2.2 Vennootschappen van notarissen
Notarissen kunnen hun beroep uitoefenen via een professionele vennootschap (bvba of cvba), waarbij elke vennoot één stem heeft. Interprofessionele associaties zijn verboden, maar middelenvennootschappen die diensten ter ondersteuning van de individuele beroepsuitoefening verlenen, zijn wel toegelaten. De aansprakelijkheid van de notaris via een vennootschap is beperkt tot het verzekerde bedrag, tenzij er sprake is van bedrog of schade met opzet.
#### 3.2.3 Onverenigbaarheden
De onverenigbaarheden voor notarissen zijn vergelijkbaar met die voor magistraten en omvatten onder meer het verbod om tegelijkertijd advocaat, gerechtsdeurwaarder of ander gerechtelijk ambtenaar te zijn.
#### 3.2.4 Verboden (neven)activiteiten
Notarissen mogen geen handel drijven, geen zaakvoerder of bestuurder zijn van een handelsvennootschap (tenzij met toestemming), en geen gelden van cliënten voor eigen gewin beleggen. Ook het stellen van blanco schuldbekentenissen of het optreden buiten het ambtsgebied zonder geldige reden is verboden.
### 3.3 De notariële beroepsorganisatie
De notarissen zijn georganiseerd per arrondissement in een Genootschap, met een Algemene Vergadering en een Kamer van Notarissen. Op nationaal niveau is er de Nationale Kamer van Notarissen en het Directiecomité. Deze organen stellen deontologische codes op, waken over de beroepsuitoefening en behandelen tuchtzaken.
### 3.4 Deontologische code
De deontologie van de notaris wordt geregeld door de wet en de deontologische code, die de kernwaarden van onpartijdigheid, onafhankelijkheid, informatieplicht, beroepsgeheim en discretieplicht omvat.
* **Onpartijdigheid en onafhankelijkheid:** De notaris is onafhankelijk van het cliënteel en onpartijdig ten aanzien van alle betrokken partijen. Hij mag geen akten verlijden waarin hijzelf, zijn echtgenoot, bloed- of aanverwanten of rechtspersonen waarvan hij bestuurder is, een belang hebben.
* **Informatie- en raadgevingsplicht:** De notaris moet alle partijen inlichten over de juridische geldigheid en gevolgen van de akten en hen wijzen op eventuele onevenwichtigheden. Hij dient bijscholingen te volgen.
* **Beroepsgeheim, mededelingsverbod en discretieplicht:** De notaris is gebonden door het beroepsgeheim (art. 458 Sw.), het mededelingsverbod van akten (art. 23 Notariswet) en de deontologische discretieplicht. De omvang van het beroepsgeheim wordt bepaald door de intieme sfeer van de informatie, waarbij de notaris informatie uit de geheime privésfeer beschermt.
* **Ereloon:** Het ereloon van de notaris is vastgesteld bij KB en is transparant (informatieplicht). Er geldt een verplichting tot provisionering, met uitzondering van de notaris die gerechtelijk is aangesteld.
* **Publiciteit:** Publieke informatieverschaffing is toegelaten, maar commerciële procédés en ronselpraktijken zijn verboden.
### 3.5 Tuchtrecht
De tuchtrechtspraak voor notarissen is geregeld door het Gerechtelijk Wetboek en de deontologische code. Bij tuchtzaken zijn er procedurele waarborgen zoals kennisgeving, openbaarheid (tenzij anders bepaald), recht op verdediging en de mogelijkheid van verzet en cassatie. De straffen variëren van terechtwijzing tot afzetting.
### 3.6 Aansprakelijkheid
#### 3.6.1 Strafrechtelijke aansprakelijkheid
De notaris kan strafrechtelijk aansprakelijk zijn voor valsheid in geschrifte, miskenning van het beroepsgeheim, passieve omkoping, heling, verduistering en belangenneming.
#### 3.6.2 Burgerrechtelijke aansprakelijkheid
De notaris is burgerrechtelijk aansprakelijk op basis van contractuele (dienstencontract) of buitencontractuele (algemene zorgvuldigheidsnorm) grondslag. De vordering verjaart na 10 jaar. Bij de uitoefening van zijn ambt geniet de notaris een zekere burgerrechtelijke immuniteit, met uitzonderingen zoals bedrog, list of bij wet bepaalde gevallen. De overheid kan aansprakelijk worden gesteld voor fouten van de rechterlijke macht, inclusief notarissen die gerechtelijk zijn aangesteld, gebaseerd op de orgaantheorie en de Anca-rechtspraak.
### 3.7 De gerechtsdeurwaarder
#### 3.7.1 Taken van de gerechtsdeurwaarder
De gerechtsdeurwaarder is een openbaar en ministerieel ambtenaar met een monopolie op het betekenen van exploten en de tenuitvoerlegging van uitvoerbare titels. Hij verricht ook buitengerechtelijke taken zoals minnelijke invordering en vaststellingen.
#### 3.7.2 De gerechtsdeurwaarder
De toegang tot het ambt is geregeld via een stage en een vergelijkend examen. Er geldt een numerus clausus voor standplaatsen en er zijn onverenigbaarheden met andere beroepen.
#### 3.7.3 Samenwerkingsverbanden en vennootschappen
Gerechtsdeurwaarders kunnen samenwerken via associaties of groeperingen, met specifieke regels omtrent territorialiteit en financiële integratie. Gerechtsdeurwaarders blijven echter persoonlijk aansprakelijk, zelfs binnen een vennootschap.
#### 3.7.4 Deontologie
De deontologie van de gerechtsdeurwaarder omvat principes van onafhankelijkheid, onpartijdigheid, onbaatzuchtigheid en discretieplicht. Hij dient de rechten van partijen te respecteren en te waken over de correcte procedure.
#### 3.7.5 Tuchtrecht
Gerechtsdeurwaarders zijn onderworpen aan een tuchtrechtelijk systeem met straffen variërend van terechtwijzing tot afzetting, beheerd door een auditoraat en tuchtkamers.
#### 3.7.6 Aansprakelijkheid
De gerechtsdeurwaarder kan strafrechtelijk aansprakelijk zijn voor o.a. woonstschennis, valsheid in geschrifte en omkoping. Burgerrechtelijk is hij aansprakelijk op grond van contractuele wanprestatie ten aanzien van de opdrachtgever en buitencontractuele aansprakelijkheid ten aanzien van derden. De verjaringstermijn voor erelonen is één jaar.
### 3.8 De gerechtsdeskundige
#### 3.8.1 Taken van de gerechtsdeskundige
De gerechtsdeskundige is een technisch raadgever, aangesteld door de rechter of partijen, die technisch of wetenschappelijk onderzoek verricht en hierover rapporteert. Hij dient onafhankelijk en onpartijdig te handelen.
#### 3.8.2 De gerechtsdeskundige
De titel "gerechtsdeskundige" is beschermd en vereist inschrijving in een nationaal register na het doorlopen van een specifieke opleiding en examen.
#### 3.8.3 Beroepsorganisatie en tuchtrecht
Gerechtsdeskundigen zijn georganiseerd in private beroepsverenigingen. Zij vallen onder tuchtrechtelijke sancties opgelegd door de Minister van Justitie, zoals schrapping of tijdelijke schorsing.
#### 3.8.4 Deontologie
Deontologisch dient de gerechtsdeskundige onafhankelijk, onpartijdig en discreet te handelen, en de rechten van partijen te respecteren. Er geldt een discretieplicht, geen strikt beroepsgeheim.
#### 3.8.5 Aansprakelijkheid
De gerechtsdeskundige kan strafrechtelijk aansprakelijk zijn voor valsheid in geschrifte of omkoping. Burgerrechtelijk geldt een verjaringstermijn van tien jaar na de voltooiing van zijn taak.
### 3.9 De bemiddelaar
#### 3.9.1 Bemiddeling – begrip
Bemiddeling is een vertrouwelijk en gestructureerd proces van vrijwillig overleg tussen conflicterende partijen, gefaciliteerd door een onafhankelijke, neutrale en onpartijdige bemiddelaar, om zelf een oplossing te bereiken. Dit kan gerechtelijk of buitengerechtelijk plaatsvinden.
#### 3.9.2 Wie is bemiddelaar
Bemiddelaar kan erkend zijn (na opleiding en slagen voor examen) of niet-erkend (enkel in B2B geschillen). De erkenning vereist onafhankelijkheid, neutraliteit, onpartijdigheid en een goede zedelijke antecedenten.
#### 3.9.3 Federale bemiddelingscommissie
Deze commissie erkent bemiddelaars en opleidingen, stelt een deontologische code op en behandelt klachten.
#### 3.9.4 Deontologie
Deontologisch dient de bemiddelaar partij-autonomie, onafhankelijkheid, onpartijdigheid en neutraliteit te respecteren. Hij heeft een informatieplicht over het bemiddelingsprotocol, erelonen en de mogelijkheid van rechtsbijstand. Het is verboden om druk uit te oefenen op partijen of een success fee te hanteren.
#### 3.9.5 Tuchtrecht
Bemiddelaars die deontologische plichten schenden, kunnen tuchtrechtelijk worden gesanctioneerd door de Federale Bemiddelingscommissie, met straffen variërend van waarschuwing tot intrekking van erkenning.
#### 3.9.6 Aansprakelijkheid
Bemiddelaars zijn burgerrechtelijk aansprakelijk voor contractuele wanprestaties en buitencontractuele fouten. Het beroepsgeheim is verstrengd en strafrechtelijk gesanctioneerd.
### 3.10 De arbiter
#### 3.10.1 Arbitrage – begrip
Arbitrage is een vorm van geschilbeslechting waarbij partijen een neutrale derde (arbiter) aanwijzen om een bindende uitspraak te doen. Dit kan ad hoc of institutioneel.
#### 3.10.2 Wie kan optreden als arbiter?
In beginsel kan iedereen die een overeenkomst kan aangaan optreden als arbiter, tenzij er onverenigbaarheden zijn (bv. met magistraten). De partijen kunnen wel specifieke kwalificaties overeenkomen.
#### 3.10.3 Beroepsorganisatie
Er is geen specifieke beroepsorganisatie voor arbiters, maar arbitrage-instellingen bieden wel een kwaliteitswaarborg.
#### 3.10.4 Deontologie
Arbiters moeten onafhankelijk, onpartijdig en deskundig zijn. Er is een meldingsplicht voor belangenconflicten. Deontologische regels zijn vaak gebaseerd op internationale standaarden zoals het IBA-reglement.
#### 3.10.5 Aansprakelijkheid
Arbiters zijn burgerrechtelijk aansprakelijk voor contractuele wanprestaties (bv. het niet respecteren van termijnen). Voor inhoudelijke fouten is de aansprakelijkheid beperkter, tenzij er sprake is van opzet of zware fout.
### 3.11 De bedrijfsjurist
#### 3.11.1 Wie is bedrijfsjurist?
Een bedrijfsjurist is een jurist die in hoofdzaak juridische bijstand verleent aan zijn werkgever (onderneming, verbonden onderneming, etc.) en hiervoor erkend is door het Instituut voor Bedrijfsjuristen. De erkenning is vrijwillig.
#### 3.11.2 Beroepsorganisatie van de bedrijfsjuristen
Het Instituut voor Bedrijfsjuristen waakt over de belangen en de fundamentele waarden van het beroep, organiseert de toegang tot het beroep en stelt een deontologische code op.
#### 3.11.3 Deontologie
Deontologisch dient de bedrijfsjurist onafhankelijk te handelen, de eer en waardigheid van het beroep te respecteren, permanente vorming te volgen en confraterneel te zijn. Hij geniet een vertrouwelijkheidsplicht ten aanzien van zijn werkgever, maar dit is geen strafrechtelijk gesanctioneerd beroepsgeheim zoals bij advocaten.
#### 3.11.4 Tuchtrecht
Bedrijfsjuristen die deontologische plichten schenden, kunnen door de tuchtrechtinstanties van het Instituut gesanctioneerd worden met waarschuwing, berisping, schorsing of schrapping.
#### 3.11.5 Aansprakelijkheid
De bedrijfsjurist is in beginsel niet rechtstreeks civiel- of strafrechtelijk aansprakelijk voor de adviezen die hij aan zijn werkgever verstrekt; de aansprakelijkheid rust in eerste instantie op de werkgever. Echter, indien hij zelf een misdrijf pleegt, is hij wel persoonlijk strafrechtelijk aansprakelijk.
### 3.12 De gecertificeerd accountant en de gecertificeerd belastingadviseur
#### 3.12.1 Wie is gecertificeerd accountant of gecertificeerd belastingadviseur?
Dit zijn erkende beroepsbeoefenaars, intern of extern, die voldoen aan specifieke diploma-, stage- en examenvorming. Het takenpakket van de gecertificeerd accountant is breder dan dat van de gecertificeerd belastingadviseur.
#### 3.12.2 Taken en functies
Gecertificeerde accountants voeren boekhoudkundige taken uit, stellen jaarrekeningen op, verlenen fiscaal advies en treden op als expert. Gecertificeerde belastingadviseurs zijn gespecialiseerd in fiscaal recht.
#### 3.12.3 Uitoefening beroep in vennootschapsverband
Zij kunnen hun beroep uitoefenen via een professionele vennootschap, met bepaalde voorwaarden inzake aandeelhouderschap en bestuur. De aansprakelijkheid is in principe beperkt tot de vennootschap, met uitzonderingen voor bedrog of opzet.
#### 3.12.4 Beroepsorganisatie
Het Instituut van de Belastingadviseurs en de Accountants (IBA/ITAA) waakt over de belangen, de toegang, de permanente vorming en de deontologie van de leden.
#### 3.12.5 Deontologie
Deontologisch dienen zij onafhankelijk, waardig, rechtschapen en discreet te handelen. Er is een plicht tot permanente vorming. Het beroepsgeheim geldt voor externe accountants en belastingadviseurs, terwijl interne beoefenaars enkel een discretieplicht hebben.
#### 3.12.6 Tuchtrecht
Schendingen van de deontologie of wetgeving kunnen leiden tot tuchtrechtelijke sancties, opgelegd door de tuchtcommissie en de commissie van beroep van het ITAA.
#### 3.12.7 Aansprakelijkheid
Zij kunnen strafrechtelijk aansprakelijk zijn voor valsheid in geschrifte of omkoping. Burgerrechtelijk zijn zij aansprakelijk ten aanzien van de opdrachtgever (contractueel) en derden (buitencontractueel), met een verjarings-termijn van vijf jaar voor erelonen.
### 3.13 Wettelijke regelingen gemeenschappelijk aan vrije beroepen
#### 3.13.1 Boek III WER, titel 3: Algemene verplichtingen van de ondernemingen
Deze titel bevat algemene informatieverplichtingen voor ondernemingen, inclusief vrije beroepsbeoefenaars, die de transparantie ten aanzien van de consument moeten waarborgen. Hieronder vallen verplichtingen inzake de identiteit van de onderneming, de aard en prijs van de dienst, en de gedragscodes.
#### 3.13.2 Marktpraktijken en consumentenbescherming
Het Wetboek Economisch Recht (WER) bevat regels inzake misleidende, vergelijkende en oneerlijke reclame, en onrechtmatige bedingen in overeenkomsten met consumenten. Deze regels zijn van toepassing op vrije beroepsbeoefenaars.
#### 3.13.3 Antiwitwaswet (AWW)
De AWW verplicht bepaalde beroepsbeoefenaars, waaronder notarissen, gerechtsdeurwaarders, accountants, belastingadviseurs en advocaten, tot waakzaamheid en meldingsplicht bij verdachte transacties inzake witwassen van geld en financiering van terrorisme. Er gelden specifieke uitzonderingen en procedures, met name voor advocaten en hun beroepsgeheim.
### 3.14 Exemplarische examenvragen
De examenvragen behandelen diverse scenario's gerelateerd aan de rol en aansprakelijkheid van de verschillende juridische beroepsbeoefenaars, zoals de meldingsplicht, belangenconflicten, aansprakelijkheid bij fouten, en de interpretatie van beroepsgeheim en deontologische regels.
---
**Belangrijke Studiepunten:**
* **Rol- en functiedifferentiatie:** Begrijp de specifieke rollen van notaris, advocaat, gerechtsdeurwaarder, deskundige, bemiddelaar, arbiter, bedrijfsjurist, accountant en belastingadviseur.
* **Deontologie vs. Wet:** Maak een duidelijk onderscheid tussen wettelijke verplichtingen en deontologische normen, en hoe deze elkaar soms aanvullen of juist strenger zijn.
* **Beroepsgeheim vs. Confidentialiteit vs. Discretieplicht:** Ken de reikwijdte en de uitzonderingen van deze verschillende geheimhoudingsverplichtingen, met specifieke aandacht voor de nuances per beroep.
* **Aansprakelijkheid:** Begrijp de verschillende grondslagen van aansprakelijkheid (strafrechtelijk, burgerrechtelijk contractueel en buitencontractueel) en de specifieke verjarings- en sanctieregels per beroep.
* **Onverenigbaarheden en verboden activiteiten:** Weet welke activiteiten en functies onverenigbaar zijn met de uitoefening van de diverse juridische beroepen.
* **Tuchtrecht:** Ken de procedure, de bevoegde instanties en de mogelijke sancties bij deontologische of wettelijke schendingen.
* **AWW:** Begrijp de meldingsplicht en de uitzonderingen daarop, met name voor de juridische beroepen.
---
---
# De deontologie en aansprakelijkheid van advocaten
Dit deel behandelt de deontologische en juridische verplichtingen van advocaten, van hun toegang tot het beroep tot hun aansprakelijkheid in diverse situaties.
## 4. De deontologie en aansprakelijkheid van advocaten
### 4.1 Toegang tot het advocatenberoep
De toegang tot het advocatenberoep is aan strikte voorwaarden gebonden om de kwaliteit en integriteit van de rechtspraak te waarborgen. Deze voorwaarden omvatten:
* **Academische kwalificaties:** Een masterdiploma in de rechten of een gelijkwaardig buitenlands diploma, met specifieke vakkenkennis die vereist is om de juridische grondslagen van het Belgische recht te beheersen. Er is een mechanisme voor de erkenning van buitenlandse diploma's uit EU-lidstaten, waarbij eventueel een bekwaamheidsproef kan worden opgelegd.
* **Nationaliteit:** Behoudens uitzonderingen en conform de Europese regelgeving inzake vrijheid van dienstverlening en vestiging, dient men de Belgische nationaliteit te bezitten of onderdaan te zijn van een EU-lidstaat.
* **Eedaflegging:** Een eedaflegging waarbij de advocaat trouw zweert aan de Koning (symbolisch voor de staat), gehoorzaamheid aan de grondwet en wetten, eerbied voor het gerecht en de overheid, en de belofte om geen zaken te verdedigen die hij niet als rechtvaardig beschouwt.
* **Inschrijving op het tableau:** Na de stage moet men worden ingeschreven op het tableau van de Orde van Advocaten, wat de formele toegang tot de uitoefening van het beroep verleent.
* **Permanente vorming:** Advocaten zijn verplicht om zich voortdurend bij te scholen om hun kennis up-to-date te houden met de snel evoluerende wetgeving en rechtspraak. Dit wordt gecontroleerd door de Orde.
### 4.2 Samenwerkingsverbanden en vennootschappen van advocaten
De samenwerking tussen advocaten is gereglementeerd om de onafhankelijkheid, het beroepsgeheim en de belangen van de cliënten te waarborgen. Er bestaan verschillende vormen van samenwerking:
* **Associatie:** Een samenwerkingsverband waarbij advocaten hun beroep volledig of gedeeltelijk hebben ingebracht en de verdeling van baten en verliezen contractueel hebben vastgelegd. De aansprakelijkheid is hierbij meestal beperkt tot de professionele vennootschap, maar kan persoonlijk zijn bij bedrieglijk opzet of specifieke wettelijke uitzonderingen.
* **Groepering:** Een samenwerkingsverband waarbij advocaten gemeenschappelijke diensten organiseren ter ondersteuning van hun individuele beroepsuitoefening en de kosten daarvan delen.
* **Netwerk:** Een losser samenwerkingsverband waarbij advocaten onafhankelijk van elkaar opereren, maar elkaar aanbevelen bij cliënten.
* **Professionele vennootschap:** Advocaten kunnen hun beroep uitoefenen via een een- of meerpersoonsvennootschap (bvba/cvba). De aansprakelijkheid van de vennootschap is beperkt tot het verzekerde bedrag (5.000.000 euro), terwijl de vennoten enkel aansprakelijk zijn tot hun inbreng, tenzij bij bedrieglijk opzet of oogmerk tot schade.
* **Interprofessionele samenwerking:** Samenwerking met niet-advocaten is strikt gereglementeerd en in principe verboden om de kernwaarden van het beroep (onafhankelijkheid, onpartijdigheid, beroepsgeheim) te beschermen. Enkel in specifieke, beperkte gevallen en onder strikte voorwaarden is dit toegestaan.
### 4.3 De deontologie van de advocaat
De deontologie van de advocaat omvat een breed scala aan plichten die gericht zijn op de correcte uitoefening van het beroep en het behoud van het vertrouwen van de samenleving.
#### 4.3.1 Onafhankelijkheid
De advocaat moet te allen tijde onafhankelijk zijn ten opzichte van zijn cliënt, de overheid en derden. Dit betekent dat hij vrij moet kunnen handelen zonder enige druk of beïnvloeding. Onverenigbaarheden met andere beroepen zijn vastgesteld om deze onafhankelijkheid te garanderen.
#### 4.3.2 Rechtschapenheid, kiesheid en waardigheid
Deze beginselen vormen de kern van de deontologie:
* **Rechtschapenheid:** Eerlijkheid en oprechtheid in de beroepsuitoefening, trouw aan de wet en het naleven van de financiële verplichtingen (bv. via de kwaliteitsrekening).
* **Kiesheid:** Een ethisch aanvoelen dat verder reikt dan louter wettelijke of deontologische verplichtingen; het vermijden van handelingen die schijn van partijdigheid kunnen wekken of twijfel zaaien over de integriteit.
* **Waardigheid:** Handelingen stellen die de eer en waardigheid van het beroep niet aantasten, zowel in het professionele als in het privéleven. Dit omvat ook een gepaste houding ten aanzien van de rechtbank, magistraten, confraters en gevangenispersoneel.
#### 4.3.3 Beroepsgeheim
Het beroepsgeheim is een fundamentele plicht van de advocaat, beschermd door het strafrecht (art. 458 Sw.) en de deontologie. Het omvat de verplichting tot geheimhouding van alles wat de advocaat beroepshalve verneemt, en het recht om zich hierop te beroepen. Dit geldt voor alle soorten informatie die een advocaat ontvangt in het kader van zijn essentiële beroepsactiviteiten zoals bijstand, verdediging en juridisch advies. Enkele uitzonderingen zijn voorzien, zoals getuigenis in rechte, maar deze zijn strikt geïnterpreteerd en mogen het recht op verdediging niet aantasten. Het beroepsgeheim kan niet door de cliënt worden opgeheven indien de advocaat meent dat dit tegen het belang van de cliënt ingaat.
#### 4.3.4 Publiciteit en mediaoptredens
Advocaten mogen publiciteit voeren, mits deze accuraat, niet-misleidend en conform de deontologie is. Het mag geen cliënteel ronselen of de vrije keuze van de cliënt beïnvloeden. Ook mediaoptredens vereisen terughoudendheid, correctheid en respect voor de belangen van de cliënt en de waardigheid van het beroep.
#### 4.3.5 Begroting van kosten en erelonen
Het ereloon van de advocaat wordt in beginsel via een partijbeslissing bepaald, maar moet transparant, billijk en gematigd zijn. Een voorafgaande duidelijke informatieverplichting over de berekeningswijze is essentieel. Hoewel een succesfee (variabel ereloon afhankelijk van het resultaat) in België is toegestaan, is het pactum de quota litis (ereloon enkel afhankelijk van het resultaat) verboden. De Raad van de Orde kan in geschillen over het ereloon bemiddelen en advies verlenen.
### 4.4 Aansprakelijkheid van de advocaat
De advocaat kan op verschillende manieren aansprakelijk worden gesteld:
#### 4.4.1 Strafrechtelijke aansprakelijkheid
De advocaat kan strafrechtelijk worden vervolgd voor schendingen van het beroepsgeheim (art. 458 Sw.), valsheid in geschrifte, misbruik van vertrouwen, verleiding van getuigen, en inbreuken op de antiwitwaswetgeving.
#### 4.4.2 Burgerrechtelijke aansprakelijkheid
De advocaat is contractueel aansprakelijk ten aanzien van zijn cliënt voor fouten in de uitoefening van zijn ambt, die veelal worden gekwalificeerd als middelenverbintenissen. Bij nalatigheid kan hij aansprakelijk worden gesteld voor schade, inclusief het verlies van een kans. Ten aanzien van derden is hij aansprakelijk op grond van buitencontractuele aansprakelijkheid (art. 1382-1383 BW), met inachtneming van de immuniteit van het pleidooi. De verjaringstermijn voor aansprakelijkheidsvorderingen is vijf jaar vanaf de kennisname van de fout.
#### 4.4.3 Tuchtrecht
De advocaat is onderworpen aan het tuchtrecht van de Orde van Advocaten. De tuchtaanwezers (stafhouder, tuchtraad, tuchtraad van beroep) kunnen diverse sancties opleggen, van waarschuwing tot schrapping van het tableau. De procedure kent specifieke verjaringstermijnen en procedurele waarborgen.
### 4.5 De organisatie van de advocatuur
De advocatuur is georganiseerd per balie, met de Orde van Vlaamse Balies (OVB) en de Ordre des Barreaux Francophones et Germanophone (OBFG) op nationaal niveau. De taken van de Ordes omvatten onder meer de organisatie van de toegang tot het beroep, de permanente vorming, de deontologische regels en de organisatie van de juridische bijstand. De Federale Raad van de Balies zorgt voor overleg en advies tussen de verschillende balies.
### 4.6 Gerechtsdeurwaarders
Gerechtsdeurwaarders zijn openbare en ministeriële ambtenaren met een monopolie op betekeningen en de tenuitvoerlegging van uitvoerbare titels. Ze zijn onderworpen aan strenge onverenigbaarheden en verboden, en staan onder het toezicht van de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders. Hun aansprakelijkheid is persoonlijk, ook wanneer zij in vennootschapsvorm werken. De deontologie benadrukt onafhankelijkheid, onpartijdigheid en de plicht tot discreet handelen.
### 4.7 Gerechtsdeskundigen
Gerechtsdeskundigen worden door de rechter of partijen aangewezen om technische of wetenschappelijke expertise te verlenen. Zij moeten onafhankelijk en onpartijdig handelen en vallen onder het gerechtelijk deskundigenonderzoek. Een nationaal register waarborgt de kwaliteit en professionaliteit van gerechtsdeskundigen. Hun deontologie omvat plichten inzake onpartijdigheid, discretie en de correcte bepaling van hun ereloon.
### 4.8 Bemiddelaars
Bemiddeling is een vrijwillig en vertrouwelijk proces waarbij een neutrale derde de partijen begeleidt naar een eigen oplossing. Bemiddelaars, al dan niet erkend, moeten onafhankelijk, neutraal en onpartijdig zijn en de partij-autonomie respecteren. De Federale Bemiddelingscommissie houdt toezicht op de erkenning, opleiding en deontologie van bemiddelaars.
### 4.9 Arbiters
Arbitrage is een vorm van geschilbeslechting waarbij partijen kiezen voor een private rechter (arbiter). Arbiters moeten onafhankelijk, onpartijdig en deskundig zijn. Hoewel er geen specifieke beroepsorganisatie of tuchtrecht is voor arbiters, worden zij gebonden door de arbitrageovereenkomst en de algemene rechtsbeginselen, inclusief wrakingsgronden die geïnspireerd zijn op die voor magistraten. Hun aansprakelijkheid is in principe contractueel.
### 4.10 Bedrijfsjuristen
Bedrijfsjuristen verlenen juridisch advies ten behoeve van hun werkgever. Hoewel ze geen wettelijk beroepsgeheim genieten zoals advocaten, geldt wel een deontologische plicht tot vertrouwelijkheid. Ze zijn onderworpen aan het Instituut voor Bedrijfsjuristen, dat toeziet op hun opleiding en deontologie. Hun aansprakelijkheid is in principe beperkt tot de werkgever, tenzij bij opzet of zware fout.
### 4.11 Gecertificeerde accountants en belastingadviseurs
Deze beroepsbeoefenaars zijn wettelijk gereglementeerd en vallen onder het Instituut van de Belastingadviseurs en de Accountants (ITAA). Ze hebben strikte plichten inzake onafhankelijkheid, waardigheid, rechtschapenheid en een beroepsgeheim dat door de wet wordt verankerd. Ze zijn onderworpen aan een tuchtrechtelijk regime en kunnen burgerrechtelijk en strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld.
### 4.12 Antiwitwaswetgeving (AWW)
De AWW verplicht bepaalde beroepsbeoefenaars, waaronder advocaten, notarissen, gerechtsdeurwaarders en accountants, tot waakzaamheid en meldingsplicht bij verdachte transacties inzake witwassen en financiering van terrorisme. Er zijn echter belangrijke uitzonderingen voor advocaat-cliënt relaties in het kader van juridisch advies en verdediging in rechte, waarbij het beroepsgeheim primeert op de meldingsplicht.
### 4.13 Algemene verplichtingen van ondernemingen (Boek III WER)
Juridische beroepsbeoefenaars die diensten verlenen, vallen onder de algemene verplichtingen van het WER, waaronder informatieverplichtingen, transparantie inzake erelonen en verboden op misleidende of oneerlijke handelspraktijken. De naleving wordt gecontroleerd door de economische inspectie en kan leiden tot administratieve of strafrechtelijke sancties.
---
---
# De rol, taken en aansprakelijkheid van gerechtsdeurwaarders
Hier is een gedetailleerde en uitgebreide samenvatting van het onderwerp "De rol, taken en aansprakelijkheid van gerechtsdeurwaarders", opgesteld als een studiehandleiding, conform uw instructies.
## 5 De rol, taken en aansprakelijkheid van gerechtsdeurwaarders
Dit onderwerp behandelt de toegang tot het ambt van gerechtsdeurwaarder, hun taken, onverenigbaarheden, samenwerkingsverbanden, beroepsorganisatie, deontologie, tuchtrecht en aansprakelijkheid, zowel strafrechtelijk als burgerrechtelijk.
### 5.1 Taken van de gerechtsdeurwaarder
Gerechtsdeurwaarders worden beschouwd als zowel openbare als ministeriële ambtenaren, wat hen onderscheidt van vrije beroepers. Hun takenpakket kan worden onderverdeeld in buitengerechtelijke en gerechtelijke activiteiten.
#### 5.1.1 Buitengerechtelijke tussenkomsten
Dit zijn taken die niet specifiek voorbehouden zijn aan gerechtsdeurwaarders in hun hoedanigheid van openbaar en ministerieel ambtenaar. Ze omvatten onder meer:
* **Minnelijke invordering van schulden:** Met de invoering van de wet betreffende de minnelijke invordering van schulden van de consument, geldt er een specifieke regeling.
* **Opzoekingen:** Gerechtsdeurwaarders hebben toegang tot databases zoals het Centraal Bestand Beslagberichten.
* **Bemiddeling:** Erkende gerechtsdeurwaarders kunnen optreden als bemiddelaar, zowel in gerechtelijke als buitengerechtelijke geschillen, en dit ook in B2B-geschillen waar geen specifieke erkenning vereist is, onder voorbehoud van strafrechtelijke sancties bij misbruik.
* **Gerechtelijke mandataris:** Ze kunnen optreden als gerechtelijk mandataris in het kader van bijvoorbeeld WCO-procedures (Wet Continuïteit Ondernemingen) of als schuldbemiddelaar bij collectieve schuldenregelingen.
* **Toezicht op loterijen en wedstrijden:** Ze kunnen ook toezicht houden op toegelaten loterijen en wedstrijden.
#### 5.1.2 Gerechtelijke tussenkomsten
Dit zijn de kerntaken waarvoor gerechtsdeurwaarders krachtens de wet optreden als openbaar en ministerieel ambtenaar en waarvoor zij een monopoliepositie bekleden:
* **Opstellen en betekenen van exploten:** Dit omvat het betekenen van beslagen, bevelen tot betaling, dagvaardingen, etc.
* **Uitvoering van beslissingen:** Het ten uitvoer leggen van beslissingen, akten of titels in uitvoerbare vorm.
* **Invordering van onbetwiste geldschulden:** Dit gebeurt via de IOS- of IOG-procedures.
* **Vaststellingen van zuiver materiële feiten:** Deze hebben authentieke bewijswaarde, zonder enig advies over de gevolgen. Particulieren kunnen hiervoor ook een beroep doen op gerechtsdeurwaarders, wat voorheen enkel via de rechter kon gebeuren.
* **Protesteren van wisselbrieven, orderbriefjes en bankcheques:** Dit moet gebeuren met tussenkomst van een gerechtsdeurwaarder.
* **Openbare verkopingen van roerende zaken:** Dit kan zowel gerechtelijk als vrijwillig gebeuren, hoewel er voor vrijwillige verkopingen geen monopolie geldt.
#### 5.1.3 Ministerieplicht
Gerechtsdeurwaarders zijn gebonden door een ministerieplicht voor hun gerechtelijke taken. Zij kunnen echter weigeren op te treden indien er wettelijke beletselen zijn (bv. buiten toegelaten uren betekenen), indien de opdracht hun persoonlijke toestand niet toelaat, indien de provisie niet wordt betaald, indien de termijnen verstreken zijn, indien het dossier onvolledig is, of indien de opdracht indruist tegen de openbare orde of goede zeden, of de rechten van een partij onevenredig benadeelt.
### 5.2 Toegang tot het ambt
De toegang tot het ambt van gerechtsdeurwaarder vereist:
* **Diploma:** Een doctoraat, licentiaat of master in de rechten.
* **Nationaliteit:** Belg zijn en burgerlijke en politieke rechten genieten.
* **Gedrag:** Een getuigschrift van goed zedelijk gedrag.
* **Stage:** Een effectieve stage van 2 jaar bij een of meerdere gerechtsdeurwaarderskantoren.
* **Examen en benoeming:** Slagen voor een vergelijkend examen en een gunstige rangschikking door de benoemingscommissie.
Kandidaten doorlopen daarna een periode als kandidaat-gerechtsdeurwaarder, waarna ze benoemd kunnen worden tot gerechtsdeurwaarder. Er is een numerus clausus wat betreft het aantal standplaatsen.
### 5.3 Samenwerkingsverbanden en vennootschappen
Gerechtsdeurwaarders kunnen samenwerken via associaties, groeperingen en netwerken. De oprichting hiervan, alsook de financiële integratie en deelname aan meerdere associaties, zijn aan regels gebonden en vereisen melding aan de arrondissementskamer. Gerechtsdeurwaardersvennootschappen zijn mogelijk, maar de gerechtsdeurwaarder blijft persoonlijk aansprakelijk.
### 5.4 Deontologie
De deontologie van de gerechtsdeurwaarder wordt bewaakt door de arrondissementskamers en de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders. Kernprincipes zijn onder meer:
* **Onafhankelijkheid en onpartijdigheid:** Gerechtsdeurwaarders moeten meerzijdig partijdig zijn en de belangen van alle partijen bewaken. Ze moeten onafhankelijk zijn van hun verzoekers en derden. Er zijn specifieke onverenigbaarheden voorzien met onder andere magistraten en advocaten.
* **Onbaatzuchtigheid:** Een verbod op winstbejag en het vermijden van proceseconomische praktijken.
* **Beroepsgeheim en discretieplicht:** Hoewel gerechtsdeurwaarders geen wettelijke geheimplichtigen zijn in de zin van artikel 458 Strafwetboek, worden zij wel beschouwd als "confident nécessaire" door de rechtspraak. Ze zijn gebonden door een discretieplicht, zeker bij buitengerechtelijke taken. Uitzonderingen zijn voorzien, zoals bij informatieverstrekking aan de opdrachtgever over insolvabiliteit van de schuldenaar.
### 5.5 Tuchtrecht
De tuchtrechtspraak voor gerechtsdeurwaarders is grotendeels hervormd en grotendeels gelijkgesteld met die van notarissen, met een centraal auditoraat en tuchtkamers. Strafbare feiten die verband houden met hun ambt, zoals woonstschennis, valsheid in geschrifte, omkoping en misbruik van vertrouwen, vallen onder het strafrecht.
### 5.6 Aansprakelijkheid
#### 5.6.1 Strafrechtelijke aansprakelijkheid
Gerechtsdeurwaarders kunnen strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld voor misdrijven zoals woonstschennis, valsheid in geschrifte, omkoping, misbruik van vertrouwen (verduistering) en belangenneming.
#### 5.6.2 Burgerrechtelijke aansprakelijkheid
* **T.a.v. de opdrachtgever (verzoeker):** Dit valt onder contractuele aansprakelijkheid, waarbij de gerechtsdeurwaarder in principe een middelenverbintenis aangaat. Er geldt een bijzondere verjaringstermijn van één jaar voor de vordering tot betaling van ereloon.
* **T.a.v. derden:** Dit valt onder buitencontractuele aansprakelijkheid (artikel 1382-1383 Burgerlijk Wetboek). Schending van privacy of onrechtmatige beslagen kunnen leiden tot aansprakelijkheid.
* **Verjaring:** Een algemene verjaringstermijn van tien jaar geldt, met uitzonderingen voor de vordering tot betaling van ereloon (één jaar) en voor bepaalde specifieke situertingen zoals bij gerechtsdeskundigenonderzoeken.
Dit uitgebreide overzicht behandelt alle aspecten van de rol, taken en aansprakelijkheid van gerechtsdeurwaarders, zoals vereist.
---
# De deontologie en aansprakelijkheid van gerechtsdeskundigen
Dit studieonderdeel behandelt de ethische normen en de aansprakelijkheid van gerechtsdeskundigen, met aandacht voor hun plichten, rechten en mogelijke sancties.
## 6. Deontologie en aansprakelijkheid van gerechtsdeskundigen
### 6.1 Wettelijke regeling en deontologie
#### 6.1.1 Wettelijke basis
De regels inzake de aansprakelijkheid en deontologie van gerechtsdeskundigen zijn voornamelijk vastgelegd in het Gerechtelijk Wetboek, met name in de artikelen 962 tot 991bis. Daarnaast spelen deontologische codes, zoals die van de Orde van Geneesheren, een rol, evenals algemene rechtsbeginselen.
#### 6.1.2 Deontologische beginselen
Gerechtsdeskundigen dienen de volgende principes na te leven:
* **Onafhankelijkheid en onpartijdigheid**:
* Een gerechtsdeskundige mag geen economische of hiërarchische afhankelijkheid hebben van een partij in het dossier.
* Er is een verbod op handelingen die de waardigheid van de functie in gevaar brengen.
* Wrakingsgronden, vergelijkbaar met die voor magistraten, zijn van toepassing. Een deskundige kan bijvoorbeeld gewraakt worden indien er sprake is van een economische of hiërarchische afhankelijkheid, of wanneer hij een persoonlijk belang heeft bij de zaak.
* De gerechtsdeskundige dient de partijen te informeren over mogelijke belangenconflicten en dient, indien mogelijk, de vrijstelling van de partijen te verkrijgen.
* **Discretieplicht en beroepsgeheim**:
* Gerechtsdeskundigen zijn gebonden door een discretieplicht, wat betekent dat zij zorgvuldig moeten omgaan met de informatie die zij verzamelen.
* In tegenstelling tot sommige andere gereglementeerde beroepen, hebben gerechtsdeskundigen in principe geen wettelijk gesanctioneerd beroepsgeheim in de zin van artikel 458 Strafwetboek, tenzij hun hoofdberoep dit met zich meebrengt (bv. arts).
* Zij mogen echter geen informatie delen zonder de nodige waarborgen inzake vertrouwelijkheid te respecteren, en mogen enkel de noodzakelijke persoonsgegevens delen met derden in het kader van een overleg met collega-deskundigen.
* **Diligentieplicht**:
* De gerechtsdeskundige moet zijn taak volbrengen binnen de gestelde termijnen en met de nodige zorgvuldigheid.
* Hij dient de rechten en plichten van de partijen te respecteren en te waken over de vooruitgang en economie van de procedure.
* Hij mag slechts een minimum aan onderzoeken uitvoeren en slechts de noodzakelijke deskundigen inschakelen met voorafgaande goedkeuring.
* **Transparantie en ereloon**:
* De gerechtsdeskundige dient transparant te zijn over zijn ereloon en kosten, en partijen te informeren over de berekeningswijze.
* Het ereloon wordt in principe bepaald door de rechter, met inachtneming van de aard, het belang, de complexiteit en de omvang van de opdracht.
* Gerechtsdeskundigen mogen geen provisie aanvaarden die hen door de partijen wordt betaald, maar de provisie wordt door de rechter vastgesteld en gestort op een Deposito- en Consignatiekas.
* **Permanente vorming**:
* Gerechtsdeskundigen zijn verplicht tot permanente vorming om hun vakbekwaamheid en juridische kennis up-to-date te houden.
* Niet-naleving hiervan kan leiden tot tuchtrechtelijke sancties.
### 6.2 Aansprakelijkheid
De aansprakelijkheid van gerechtsdeskundigen kan zowel strafrechtelijk als burgerrechtelijk worden ingeroepen.
#### 6.2.1 Strafrechtelijke aansprakelijkheid
Gerechtsdeskundigen kunnen strafrechtelijk worden gesanctioneerd voor:
* **Valsheid in geschrifte**: Bijvoorbeeld door het opnemen van onjuiste feiten in hun verslag.
* **Omkoping**: Het aannemen van voordelen om de inhoud van hun verslag te beïnvloeden.
* **Misbruik van vertrouwen of verduistering**: Indien zij gelden die hen ter beschikking werden gesteld, voor eigen doeleinden aanwenden.
* **Schending van het beroepsgeheim of de discretieplicht**: Indien zij vertrouwelijke informatie openbaar maken zonder wettelijke toestemming of uitzondering.
#### 6.2.2 Burgerrechtelijke aansprakelijkheid
De burgerrechtelijke aansprakelijkheid van gerechtsdeskundigen kan voortvloeien uit:
* **Contractuele aansprakelijkheid**: In het geval van een eenzijdig deskundigenonderzoek of een minnelijk deskundigenonderzoek, ontstaat er een contractuele band met de opdrachtgever. Een tekortkoming in de uitvoering van deze opdracht kan leiden tot contractuele aansprakelijkheid.
* **Buitencontractuele aansprakelijkheid**: Bij een gerechtelijk deskundigenonderzoek, waar de deskundige door de rechter wordt aangesteld, kan er buitencontractuele aansprakelijkheid ontstaan jegens derden die schade lijden door een fout van de deskundige.
* **Verjaringstermijn**: Er geldt een specifieke verjaringstermijn van tien jaar voor de aansprakelijkheid van deskundigen, te rekenen vanaf de voltooiing van hun taak. Voor wettelijk verplichte expertise geldt een termijn van vijf jaar na indiening van het verslag.
### 6.3 Tuchtrecht
Gerechtsdeskundigen die tuchtrechtelijk gesanctioneerd kunnen worden, vallen onder het tuchtrecht van de Minister van Justitie. De procedure en de straffen zijn grotendeels gelijklopend met die voor notarissen, met een auditoraat dat een voorbereidende rol speelt en tuchtkamers die de uiteindelijke beslissingen nemen. Mogelijke sancties variëren van een waarschuwing tot schrapping uit het register.
### 6.4 Belangenconflicten en wraking
Gerechtsdeskundigen moeten zorgvuldig omgaan met mogelijke belangenconflicten. De regels inzake wraking, zoals die gelden voor magistraten, zijn op hen van toepassing. Dit betekent dat een gerechtsdeskundige kan worden gewraakt indien er omstandigheden zijn die gerechtvaardigde twijfel doen rijzen over zijn onafhankelijkheid of onpartijdigheid. De partijen kunnen een verzoek tot wraking indienen indien er sprake is van economische of hiërarchische afhankelijkheid, of indien de deskundige een persoonlijk belang heeft bij de zaak.
### 6.5 Tuchtrechtelijke sancties
De Minister van Justitie kan tuchtrechtelijke sancties opleggen aan gerechtsdeskundigen, waaronder schorsing of definitieve schrapping uit het register, indien zij hun plichten verzaken, hun waardigheid aantasten of de deontologie schenden. Deze sancties worden opgelegd na een procedure waarbij de gerechtsdeskundige de kans krijgt zich te verdedigen.
## 6. Deontologie en aansprakelijkheid van gerechtsdeskundigen
De deontologie en aansprakelijkheid van gerechtsdeskundigen vormen een cruciaal aspect binnen het rechtssysteem, aangezien zij een belangrijke rol spelen in de bewijsvoering en de advisering van de rechter. Dit hoofdstuk verkent de ethische verplichtingen en de juridische verantwoordelijkheden die rusten op gerechtsdeskundigen, evenals de regels die van toepassing zijn op hun beroepsuitoefening en eventuele sancties.
### 6.1 Deontologische principes en wettelijke plichten
De gerechtsdeskundige is een cruciaal juridisch actoren die de rechter bijstaat met technisch of wetenschappelijk advies. Hun rol vereist strikte naleving van deontologische principes en wettelijke verplichtingen.
#### 6.1.1 Onafhankelijkheid en onpartijdigheid
Een fundamenteel principe voor gerechtsdeskundigen is hun onafhankelijkheid en onpartijdigheid. Dit houdt in dat zij zonder enige druk van buitenaf, persoonlijke belangen of vooringenomenheid hun werk moeten uitvoeren.
* **Economische of hiërarchische afhankelijkheid**: Gerechtsdeskundigen mogen geen economische of hiërarchische banden onderhouden met een van de partijen in het dossier. Dit omvat bijvoorbeeld situaties waarin een arts-deskundige werkt voor een verzekeringsmaatschappij die partij is in het geschil, of wanneer een deskundige werkzaam is in een ziekenhuis dat nauwe banden heeft met een van de partijen.
* **Belangenconflicten**: Gerechtsdeskundigen dienen zich te onthouden van elke activiteit die de schijn van partijdigheid kan wekken. Zij moeten actief alle potentiële belangenconflicten meedelen aan de rechter en de partijen, die vervolgens kunnen besluiten om de deskundige te wraken. De wrakingsgronden voor magistraten, zoals bepaald in artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek, zijn in grote mate van toepassing op gerechtsdeskundigen, mede door de verwijzing in artikel 966 van het Gerechtelijk Wetboek.
* **Meerzijdige partijdigheid**: In tegenstelling tot magistraten die bovenpartijdig zijn, hanteren gerechtsdeskundigen een meerzijdige partijdigheid. Dit betekent dat zij de belangen van alle betrokken partijen op gelijke wijze dienen te behandelen en hen informeren over hun rechten, inclusief het recht op tegenspraak en de mogelijkheid om een eigen deskundige aan te stellen.
#### 6.1.2 Discretieplicht en beroepsgeheim
Hoewel gerechtsdeskundigen niet altijd onderworpen zijn aan een wettelijk gesanctioneerd beroepsgeheim in de zin van artikel 458 van het Strafwetboek, rust er wel een deontologische discretieplicht op hen.
* **Discretieplicht**: Gerechtsdeskundigen moeten zorgvuldig omgaan met alle informatie die zij tijdens hun onderzoek verkrijgen, zelfs indien deze niet strikt tot het beroepsgeheim behoort. Zij moeten de vertrouwelijkheid van deze gegevens waarborgen, met name bij samenwerking met andere deskundigen of partijen.
* **Beroepsgeheim (in specifieke gevallen)**: Wanneer een gerechtsdeskundige, zoals een arts, krachtens zijn hoofdberoep reeds gebonden is door een beroepsgeheim, blijft dit geheim ook van kracht voor zijn hoedanigheid als gerechtsdeskundige, voor zover de informatie binnen de therapeutische of gelijkaardige vertrouwensrelatie is verkregen. Echter, voor de specifieke taken als gerechtsdeskundige, die vaak gericht zijn op informatieverzameling ten behoeve van het gerecht, wordt eerder een discretieplicht aangenomen dan een strikt beroepsgeheim.
* **Gedeelde discretieplicht**: Bij samenwerking met andere deskundigen of juridische professionals die eveneens aan een vorm van geheimhouding gehouden zijn, kan de informatie worden gedeeld mits voldaan wordt aan de finaliteits- en noodzakelijkheidsvereisten, vergelijkbaar met het leerstuk van gedeeld beroepsgeheim.
#### 6.1.3 Diligentieplicht
De gerechtsdeskundige dient zijn opdracht zorgvuldig, grondig en binnen de gestelde termijnen uit te voeren. Dit omvat:
* **Naleving van termijnen**: Het voltooien van de opdracht binnen de door de opdrachtgever of de rechter vastgestelde termijnen.
* **Objectiviteit en nauwkeurigheid**: Het verrichten van onderzoek en het opstellen van verslagen met volledige objectiviteit, nauwkeurigheid en technische correctheid.
* **Beperking van kosten**: Het beperken van de omvang en kostprijs van onderzoeken tot het strikt noodzakelijke voor de opdracht.
* **Transparantie**: Het opstellen van een duidelijk, gemotiveerd en controleerbaar verslag, en het waarborgen van het recht op tegenspraak voor alle partijen.
#### 6.1.4 Permanentie vorming en correcte titelvoering
Gerechtsdeskundigen zijn verplicht tot permanente vorming om hun kennis en vaardigheden up-to-date te houden, zowel op technisch-wetenschappelijk als op juridisch vlak. Bovendien dienen zij correcte titels te voeren en enkel de titel van "gerechtsdeskundige" te gebruiken wanneer zij daartoe wettelijk erkend en aangesteld zijn.
### 6.2 Aansprakelijkheid
Gerechtsdeskundigen kunnen aansprakelijk worden gesteld voor fouten die zij begaan bij de uitoefening van hun opdracht. Deze aansprakelijkheid kan zowel burgerrechtelijk als strafrechtelijk van aard zijn.
#### 6.2.1 Strafrechtelijke aansprakelijkheid
De gerechtsdeskundige kan strafrechtelijk worden vervolgd voor misdrijven zoals valsheid in geschrifte (indien hij onjuiste feiten in zijn verslag opneemt), omkoping (indien hij voordelen aanneemt om zijn verslag te beïnvloeden), of schending van de discretieplicht.
#### 6.2.2 Burgerrechtelijke aansprakelijkheid
De burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de gerechtsdeskundige is gebaseerd op artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek (foutaansprakelijkheid) en kan ontstaan uit een contractuele wanprestatie (bijvoorbeeld het niet nakomen van de afgesproken termijn) of een buitencontractuele fout (bijvoorbeeld een nalatigheid die schade veroorzaakt aan een partij). De verjaringstermijn voor dergelijke vorderingen bedraagt in principe tien jaar, te rekenen vanaf de voltooiing van de opdracht.
### 6.3 Tuchtrecht
Gerechtsdeskundigen die in het register zijn opgenomen, zijn onderworpen aan tuchtrechtelijk toezicht door de Minister van Justitie. Deontologische tekortkomingen, zoals het niet naleven van de principes van onafhankelijkheid, onpartijdigheid, discretieplicht of diligentie, kunnen leiden tot tuchtsancties, variërend van een waarschuwing tot schrapping uit het register. De procedure wordt gevoerd voor de tuchtkamers, met mogelijkheden tot beroep.
### 6.4 Registratie en erkenning
Sinds de wet van 2007 is het voeren van de titel "gerechtsdeskundige" voorbehouden aan personen die zijn opgenomen in een nationaal register. Dit register bevat de gegevens van deskundigen die voldoen aan specifieke beroepsbekwaamheids- en juridische kennisvereisten, en die een stage hebben doorlopen en een examen hebben afgelegd. Er zijn echter uitzonderingen mogelijk in spoedeisende gevallen of wanneer de vereiste expertise niet beschikbaar is in het register.
### 6.5 Verhouding met andere beroepen
Gerechtsdeskundigen dienen zich bewust te zijn van de deontologische regels van hun eigen hoofdberoep, voor zover deze verenigbaar zijn met hun rol als gerechtsdeskundige. In geval van conflict tussen de deontologie van hun hoofdberoep en de vereisten als gerechtsdeskundige, primeren de principes van onafhankelijkheid, objectiviteit en evenwichtigheid die eigen zijn aan het gerechtsdeskundigenambt.
---
# Bemiddeling: principes, procedures en aansprakelijkheid
Dit hoofdstuk behandelt de principes, procedures en aansprakelijkheid in verband met bemiddeling, inclusief de verschillende vormen, de rol van de bemiddelaar, de deontologie en de wettelijke kaders die van toepassing zijn.
### 7.1 Begrip en soorten bemiddeling
Bemiddeling wordt gedefinieerd als een vertrouwelijk en gestructureerd proces van vrijwillig overleg tussen conflicterende partijen, met medewerking van een onafhankelijke, neutrale en onpartijdige derde (de bemiddelaar) die de communicatie faciliteert en partijen ertoe aanzet zelf een oplossing uit te werken.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen:
* **Buitengerechtelijke bemiddeling:** Dit vindt plaats zonder tussenkomst van een rechter en kan voor, tijdens of na een lopende gerechtelijke procedure plaatsvinden. Het wordt gekenmerkt door de autonomie van de partijen, hoewel een niet-erkend bemiddelaar strafrechtelijk gesanctioneerd kan worden indien hij dit beroepsmatig doet zonder erkenning, tenzij het geschillen tussen ondernemingen betreft.
* **Gerechtelijke bemiddeling:** Dit is geïntegreerd in een lopende gerechtelijke procedure. De rechter kan bemiddeling bevelen, hoewel partijen zich hiertegen kunnen verzetten. Het is ook mogelijk om een niet-erkend bemiddelaar voor te stellen, mits deze voldoet aan de erkenningscriteria.
### 7.2 De bemiddelaar
#### 7.2.1 Wie kan optreden als bemiddelaar?
* **Erkende bemiddelaars:** Vereisen specifieke theoretische en praktische opleiding, bieden waarborgen inzake onafhankelijkheid, neutraliteit en onpartijdigheid, hebben geen strafrechtelijke veroordelingen die onverenigbaar zijn met de functie, en stemmen schriftelijk in met de deontologische code. Er is een nationaal register voor erkende bemiddelaars.
* **Niet-erkende bemiddelaars:** Kunnen bemiddelen in geschillen tussen ondernemingen. Buiten dit kader is beroepsmatig bemiddelen zonder erkenning strafbaar, tenzij men strafrechtelijk wordt gesanctioneerd met een geldboete.
#### 7.2.2 Federale Bemiddelingscommissie (FBC)
De FBC is samengesteld uit 24 leden (Nederlandstalig en Franstalig) en heeft als opdrachten:
* Het erkennen van opleidingsinstanties en bemiddelaars.
* Het goedkeuren van opleidingsprogramma's en het opvolgen van permanente vorming.
* Het opstellen van een deontologische code.
* Het behandelen van klachten en het opleggen van sancties.
### 7.3 Deontologie van de bemiddelaar
Bemiddelaars zijn gebonden door specifieke deontologische regels, die de algemene federale normen aanvullen en kunnen verfijnen, maar deze nooit mogen verminderen.
* **Partij-autonomie:** Bemiddelaars mogen geen druk uitoefenen op partijen om een bepaald compromis te sluiten. Bemiddeling is vrijwillig, en partijen kunnen deze te allen tijde beëindigen. De bemiddelaar dient de bemiddeling op te schorten of te beëindigen indien deze voor oneigenlijke of onaangepaste doeleinden wordt aangewend, indien partijen niet tot een akkoord kunnen komen, of indien het akkoord onevenwichtig is.
* **Onafhankelijkheid en onpartijdigheid:** De bemiddelaar mag geen directe of indirecte band of belang hebben dat zijn vrijheid of onpartijdigheid in het gedrang brengt. Interne bemiddelaars worden hierdoor vaak uitgesloten van erkenning. Er is een verbod op het verstrekken van advies dat de oplossing van het geschil kan beïnvloeden. Een bemiddelaar dient ook om het even welke belangenconflicten te melden en zich terug te trekken indien dit niet kan worden opgelost.
* **Diligentieplicht:** De bemiddelaar is gehouden tot zorg, tijd en arbeid, en dient de opdracht binnen de overeengekomen termijnen te volbrengen. Hij mag geen nodeloze proceshandelingen stellen en dient de meest proceseconomische werkwijze te volgen.
* **Voorafgaandelijke informatieplicht:** De bemiddelaar dient partijen te informeren over de beginselen van bemiddeling, waaronder partij-autonomie, vertrouwelijkheid, het ereloon en de mogelijkheid van bijstand door een deskundige.
* **Transparantie m.b.t. ereloon:** Het ereloon dient vooraf duidelijk te worden meegedeeld, vaak op basis van een uurtarief, en de berekeningswijze moet transparant zijn. Success fees zijn verboden.
* **Eerlijke procedure:** De bemiddelaar moet waken over de evenwichtigheid van de procedure, mag geen partij-advies geven en dient de partijen te herinneren aan het recht op bijstand van een deskundige.
* **Beëindiging:** Partijen kunnen de bemiddeling te allen tijde beëindigen. De bemiddelaar kan de bemiddeling opschorten of beëindigen bij misbruik, gebrek aan constructieve houding, onevenwichtigheid of strijd met de openbare orde.
* **Vertrouwelijkheid & beroepsgeheim:** Bemiddelaars zijn gebonden door een versterkt beroepsgeheim dat strekt tot bescherming van de vertrouwelijkheid van de informatie die zij vernemen. Dit is een cruciale waarborg voor het vertrouwen in het bemiddelingsproces. Hoewel het beroepsgeheim strikt genomen niet strafrechtelijk gesanctioneerd is voor bemiddelaars (tenzij via art. 458 Sw. als 'confident nécessaire'), verleent de wet wel een wettelijke geheimhoudingsplicht. Informatie mag slechts worden gedeeld met derden indien dit absoluut noodzakelijk is en met passende waarborgen van discretie.
* **Permanente vorming:** Erkende bemiddelaars zijn verplicht permanente vorming te volgen.
### 7.4 Tuchtrecht
Bemiddelaars die de deontologische regels schenden, kunnen tuchtrechtelijk worden gesanctioneerd door de Federale Bemiddelingscommissie met straffen variërend van waarschuwing tot intrekking van de erkenning. De procedure voorziet in een onderzoek door een auditeur, een beslissing door de tuchtkamer en de mogelijkheid tot hoger beroep en cassatie.
### 7.5 Aansprakelijkheid
* **Strafrechtelijk:** Bemiddelaars die beroepsmatig optreden zonder erkenning (behalve in B2B-geschillen) of die zich schuldig maken aan schending van het beroepsgeheim, kunnen strafrechtelijk worden gesanctioneerd.
* **Burgerrechtelijk:** Deontologische tekortkomingen kunnen leiden tot burgerrechtelijke aansprakelijkheid, zowel contractueel (t.o.v. de partijen) als buitencontractueel (t.o.v. derden). De bemiddelaar dient een passende beroepsaansprakelijkheidsverzekering te hebben.
---
# Arbitrage: rechtsfiguur, arbiters, deontologie en aansprakelijkheid
Dit onderdeel belicht de deontologische en juridische principes die van toepassing zijn op de beroepsuitoefening van juristen en gerelateerde dienstverleners, met specifieke aandacht voor arbiters, gerechtsdeurwaarders, notarissen, advocaten en bedrijfsjuristen.
## 8. Arbitrage: rechtsfiguur, arbiters, deontologie en aansprakelijkheid
Arbitrage is een vorm van geschilbeslechting buiten de overheid om, waarbij partijen zelf neutrale derden aanwijzen die een bindende uitspraak doen over hun conflict.
### 8.1 Arbitrage als rechtsfiguur
Arbitrage kan zowel contractueel als institutioneel van aard zijn.
#### 8.1.1 Contractuele arbitrage
Partijen regelen zelf de procedure en de spelregels, al dan niet geïnspireerd door modellen zoals de UNCITRAL Modelwet.
#### 8.1.2 Institutionele arbitrage
Hierbij verloopt de arbitrage volgens de regels van een gevestigde arbitrage-instelling, zoals het ICC, AAA-ICDR, LCIA, CEPANI, of de Kamer van Koophandel van Milaan. Deze regels vullen de overeenkomst tussen partijen aan en bepalen gedetailleerd het procedureverloop.
### 8.2 De arbiter
#### 8.2.1 Toegang tot het ambt
In principe kan elke persoon die bekwaam is om een overeenkomst aan te gaan, optreden als arbiter. Partijen kunnen echter in de arbitrageovereenkomst specifieke kwalificaties, zoals een diploma in een bepaald rechtsgebied of een bepaalde professionele ervaring, overeenkomen. De wet verbiedt het magistraten om bezoldigd op te treden als arbiter, om het evenwicht en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht te waarborgen.
#### 8.2.2 Beroepsorganisatie
Er is geen wettelijk gereguleerd beroep van arbiter en geen specifieke overheidsorganisatie die toezicht houdt op hun uitoefening. Wel opereren er diverse arbitragecentra en -instellingen (zoals ICC, AAA-ICDR, LCIA, CEPANI) die kwaliteitswaarborgen bieden door middel van erkenningen en door het opstellen van procedurereglementen.
#### 8.2.3 Deontologie
**8.2.3.1 Onafhankelijkheid en onpartijdigheid**
Arbiters moeten bovenpartijdig zijn, wat betekent dat ze boven de partijen staan. Ze moeten de partijen gelijk behandelen en de rechten van verdediging eerbiedigen. Wrakingsgronden, geïnspireerd door de wrakingsgronden voor magistraten, zijn relevant, met name die welke gerechtvaardigde twijfel aan onafhankelijkheid of onpartijdigheid kunnen doen ontstaan. Arbiters hebben een meldingsplicht inzake belangenconflicten. De IBA-regels (International Bar Association) bieden gedetailleerde richtlijnen voor situaties die tot belangenconflicten kunnen leiden en hoe hiermee om te gaan.
**8.2.3.2 Deskundigheid**
Arbiters worden gekozen omwille van hun specifieke kennis. Indien de partijen specifieke kwalificaties overeenkomen, kan een arbiter die deze niet bezit, worden gewraakt.
**8.2.3.3 Diligentie**
Arbiters moeten hun opdracht binnen de overeengekomen termijn volbrengen en mogen hun mandaat niet zomaar beëindigen. Ze moeten de naleving van termijnen door de partijen bewaken en mogen de zaak niet delegeren.
**8.2.3.4 Beroepsgeheim**
Arbiters zijn geen wettelijke geheimplichtigen in de zin van artikel 458 Strafwetboek. Echter, de aard van arbitrage en de vertrouwelijkheid van de zittingen impliceren een jurisprudentiële geheimplicht als "noodzakelijk vertrouwenspersoon". Dit geldt met name voor de informatie die in het kader van het beraad wordt verkregen.
**8.2.3.5 Ereloon en kosten**
De erelonen en kosten worden in principe bepaald door de partijen in de arbitrageovereenkomst of het procedurereglement. Partijen dragen de provisie doorgaans gezamenlijk, tenzij anders overeengekomen. Het principe van *enac* (exceptio non adimpleti contractus) kan worden ingeroepen bij niet-betaling van de provisie. Het recht van retentie op de uitspraak is een mogelijkheid indien de laatste schijf van de provisie niet wordt betaald.
#### 8.2.4 Tuchtrecht
Er bestaat geen specifiek tuchtrecht voor arbiters als zelfstandige beroepsbeoefenaars. Wel kunnen arbiters die deel uitmaken van een arbitrage-instelling onderworpen zijn aan de disciplinaire regels van die instelling, wat kan leiden tot sancties zoals tijdelijke of definitieve schrapping uit het register. Arbiters die tevens een ander gereglementeerd beroep uitoefenen (bv. advocaat, notaris) blijven onderworpen aan de deontologische regels van hun eigen beroep, voor zover deze verenigbaar zijn met de beginselen van arbitrage.
#### 8.2.5 Aansprakelijkheid
Arbiters zijn in principe contractueel aansprakelijk ten aanzien van de partijen voor de fouten die zij begaan bij de uitoefening van hun opdracht. Dit geldt met name voor resultaatsverbintenissen zoals het respecteren van termijnen en het correct opstellen van de uitspraak. Voor middelenverbintenissen, zoals de inhoudelijke beoordeling, is de aansprakelijkheid gebaseerd op de algemene zorgvuldigheidsnorm. De aansprakelijkheid van college-arbiters wordt in principe beoordeeld op basis van een in solidum aansprakelijkheid. De aansprakelijkheid kan contractueel worden beperkt, maar dit is gebonden aan de geldende wetgeving van het land van de zetel van arbitrage en mag niet neerkomen op een volledige uitsluiting van aansprakelijkheid.
### 8.3 Deontologie en aansprakelijkheid van andere juridische vrije beroepen
#### 8.3.1 Notaris
* **Functies:** Openbaar ambtenaar met authentiseringsmacht, juridisch zakenman/estate planner, raadsman, vertrouwensman, bemiddelaar en schepper van recht.
* **Onverenigbaarheden en verboden:** Wettelijk vastgelegde onverenigbaarheden met onder meer rechterlijke en andere openbare ambten, verbod op handel en nijverheid, belangenneming, en specifieke verboden nevenactiviteiten.
* **Beroepsorganisatie:** Georganiseerd per provincie in genootschappen, met een Nationale Kamer van Notarissen.
* **Deontologie:** Hanteert principes van onpartijdigheid, onafhankelijkheid, informatieplicht, beroepsgeheim (wettelijk verankerd), mededelingsverbod en discretieplicht.
* **Tuchtrecht:** Tuchtrechtspraak wordt uitgeoefend door de Kamer van Notarissen en de Nationale Kamer, met beroepsmogelijkheden tot cassatie.
* **Aansprakelijkheid:** Strafrechtelijk (valsheid in geschrifte, miskenning beroepsgeheim, verduistering, belangenneming), burgerrechtelijk (contractueel en buitencontractueel) en tuchtrechtelijk.
#### 8.3.2 Advocaat
* **Toegang tot beroep:** Diploma, nationaliteit, eed, inschrijving op tableau, permanente vorming en bekwaamheidsexamens.
* **Samenwerkingsverbanden:** Associaties, groeperingen en netwerken zijn toegelaten, met strikte regels inzake belangenconflicten en meldingsplicht aan de stafhouder. Multidisciplinaire associaties met niet-advocaten zijn verboden, terwijl groeperingen en netwerken wel mogelijk zijn onder voorwaarden.
* **Onverenigbaarheden:** Absolute en relatieve onverenigbaarheden met andere beroepen en mandaten, met de nodige nuance in de interpretatie door de hedendaagse praktijk.
* **Deontologie:** Kernwaarden zijn onafhankelijkheid, rechtschapenheid, kiesheid, waardigheid, beroepsgeheim (jurisprudentieel als "confident nécessaire"), discretieplicht, respect voor confraters en openbaarheid in de media met gepaste terughoudendheid.
* **Tuchtrecht:** De Orde van Vlaamse Balies en de Ordre des Barreaux Francophones & Germanophones organiseren het tuchtrecht, met procedures bij de balie, tuchtraden en beroepshoven, en mogelijkheid tot cassatie.
* **Aansprakelijkheid:** Strafrechtelijk (verleiding van getuigen, misbruik van vertrouwen), burgerrechtelijk (contractueel en buitencontractueel, o.a. door foutieve adviezen, verlies van kansen) en tuchtrechtelijk. De immuniteit van het pleidooi beschermt tegen laster en eerroof, maar niet tegen tuchtrechtelijke sancties voor ongeoorloofd gedrag.
#### 8.3.3 Gerechtsdeurwaarder
* **Taken:** Openbaar en ministerieel ambtenaar met monopolie op betekeningen en tenuitvoerleggingen, maar ook met buitengerechtelijke taken zoals minnelijke invordering.
* **Onverenigbaarheden:** Strikte onverenigbaarheden met magistraat, advocaat en andere openbare ambten.
* **Samenwerkingsverbanden:** Gerechtdeurwaardersvennootschappen en associaties zijn mogelijk, maar de persoonlijke aansprakelijkheid blijft behouden.
* **Deontologie:** Principes van onafhankelijkheid, onpartijdigheid, onbaatzuchtigheid en discretieplicht. Geen wettelijk beroepsgeheim, maar wel een deontologische discretieplicht.
* **Tuchtrecht:** Tuchtrechtspraak wordt uitgeoefend door het Auditoraat van de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders en de Tuchtkamers, met beroepsmogelijkheden tot cassatie.
* **Aansprakelijkheid:** Strafrechtelijk (woonstschennis, valsheid in geschrifte, omkoping, misbruik van vertrouwen), burgerrechtelijk (ten aanzien van opdrachtgever en derden, o.a. door schending privacy of onbeslagbare goederen) en tuchtrechtelijk.
#### 8.3.4 Bedrijfsjurist
* **Wie is het:** Jurist die binnen een onderneming of overheidsdienst werkt en zich vrijwillig laat erkennen door het Instituut voor Bedrijfsjuristen (IBJ).
* **Organisatie:** Het IBJ heeft een algemene vergadering en een raad die belast is met de dagelijkse leiding, en kent diverse commissies voor erkenning, opleiding en tuchtrecht.
* **Deontologie:** Kernwaarden zijn intellectuele onafhankelijkheid, behartiging van het partijbelang van de werkgever, eer en waardigheid van het beroep, permanente vorming, confraterniteit en hoffelijkheid jegens andere juridische beroepen.
* **Beroepsgeheim:** De wet spreekt van "vertrouwelijkheid" voor juridische adviezen, wat afwijkt van het strafrechtelijk gesanctioneerd beroepsgeheim. Dit vertrouwelijkheidsrecht wordt wel ruim geïnterpreteerd, vergelijkbaar met het beroepsgeheim van advocaten, en beschermt communicatie tussen bedrijfsjuristen en hun werkgevers.
* **Tuchtrecht:** Straffen variëren van waarschuwing tot schrapping, opgelegd door de Tuchtcommissie en de Beroepscommissie.
#### 8.3.5 Gecertificeerd Accountant en Gecertificeerd Belastingadviseur
* **Toegang tot beroep:** Diploma, burgerlijke rechten, geen faillissementsproblemen, strafrechtelijke onverenigbaarheden, specifieke opleiding, stage en bekwaamheidsexamen.
* **Taken:** Accountants voeren diverse boekhoudkundige en fiscale taken uit, deels voorbehouden aan externe accountants. Belastingadviseurs focussen op fiscaal advies, bijstand en vertegenwoordiging.
* **Vennootschapsverband:** Professionele vennootschappen zijn mogelijk, met regels inzake aandeelhouderschap en bestuur. De aansprakelijkheid ligt in principe bij de vennootschap, maar kan doorlopen naar de vertegenwoordiger.
* **Deontologie:** Waken over onafhankelijkheid, belangenconflicten vermijden, waardigheid, rechtschapenheid en discretieplicht.
* **Tuchtrecht:** Het Instituut voor de Belastingadviseurs en de Accountants (ITAA) oefent tuchtrecht uit, met procedures bij de Raad en de Commissie van Beroep.
* **Aansprakelijkheid:** Strafrechtelijk (bv. valsheid in geschrifte), burgerrechtelijk (contractueel t.a.v. opdrachtgever, buitencontractueel t.a.v. derden) en tuchtrechtelijk.
#### 8.3.6 Bemiddelaar
* **Begrip:** Een onafhankelijke, neutrale en onpartijdige derde die partijen begeleidt in een vertrouwelijk en gestructureerd proces om zelf tot een oplossing te komen. Er is onderscheid tussen gerechtelijke en buitengerechtelijke bemiddeling.
* **Bemiddelaar:** Kan erkend of niet-erkend zijn, maar voor gerechtelijke bemiddeling worden erkende bemiddelaars voorgeschreven. Vereist specifieke opleiding en het bieden van waarborgen inzake onafhankelijkheid, neutraliteit en onpartijdigheid.
* **Deontologie:** Partij-autonomie, verbod op contracts- of schikkingsdwang, onafhankelijkheid, onpartijdigheid, neutraliteit, informatieplicht en transparantie over het ereloon.
* **Tuchtrecht:** De Federale Bemiddelingscommissie (FBC) behandelt klachten en legt tuchtsancties op, waaronder waarschuwing, berisping, schorsing en intrekking van de erkenning.
* **Aansprakelijkheid:** Burgerrechtelijk voor contractuele wanprestatie of onrechtmatige daad.
#### 8.3.7 Gerechtsdeskundige
* **Taken:** Technisch raadgever, eenzijdig of minnelijk deskundigenonderzoek, en gerechtelijk deskundigenonderzoek (voorbehouden aan geregistreerden).
* **Beroepsorganisatie:** Gerechtsdeskundige is een beschermde titel, inschrijving in een nationaal register is vereist, met uitzonderingen voor spoedeisende gevallen of specifieke deskundigheid.
* **Deontologie:** Onafhankelijkheid, onpartijdigheid, meerzijdige partijdigheid, meldingsplicht van belangenconflicten, en een deontologische discretieplicht.
* **Aansprakelijkheid:** Strafrechtelijk (o.a. valsheid in geschrifte, omkoping), burgerrechtelijk (10 jaar verjaring) en tuchtrechtelijk (sancties door de Minister van Justitie).
### 8.4 Deontologie en Aansprakelijkheid in het Algemeen
Diverse beroepen (notaris, gerechtsdeurwaarder, advocaat, accountant, belastingadviseur, bedrijfsjurist) hebben specifieke deontologische regels en tuchtrechtelijke regelingen. De meeste vrije beroepen worden beschouwd als "ondernemingen" in de zin van het WER, wat impact heeft op hun informatieplichten en publieke toegankelijkheid. De anti-witwaswetgeving legt specifieke meldingsplichten op aan deze beroepen, met specifieke uitzonderingen en verduidelijkingen voor advocaten en andere juridische beroepen. Het beroepsgeheim en de vertrouwelijkheid van informatie zijn centrale deontologische principes, hoewel de precieze invulling en de strikte strafrechtelijke bescherming kunnen verschillen per beroepsgroep en situatie. In geval van schending kunnen zowel tuchtrechtelijke, burgerrechtelijke als strafrechtelijke sancties worden opgelegd. De verjaringstermijnen voor aansprakelijkheid variëren, waarbij de tienjarige termijn vaak als algemeen principe geldt, tenzij specifieke wettelijke bepalingen anders voorzien.
---
# De deontologie en aansprakelijkheid van de bedrijfsjurist
Dit hoofdstuk behandelt de identiteit, beroepsorganisatie, deontologie en aansprakelijkheid van de bedrijfsjurist.
## 9. De deontologie en aansprakelijkheid van de bedrijfsjurist
De deontologie van de bedrijfsjurist omvat de gedragsregels die de professionele verplichtingen uitmaken, zowel de geschreven als de ongeschreven regels. Deze regels zijn van belang voor de correcte uitoefening van het beroep en de bescherming van het algemeen belang. De aansprakelijkheid van de bedrijfsjurist kan zowel strafrechtelijk als burgerrechtelijk van aard zijn.
### 9.1 Deontologie van de bedrijfsjurist
#### 9.1.1 Kernbegrippen en beginselen
* **Deontologie vs. Moraal:** Deontologie zijn de geschreven of ongeschreven regels die de jurist verplichten zijn functie maatschappelijk verantwoord te vervullen, hoofdzakelijk in de relatie met de rechtszoekende en met het oog op het algemeen belang. Moraal/ethiek is persoonlijker en wordt niet gesanctioneerd.
* **Deontologische regels vs. Disciplinaire regels:** Deontologische regels dragen bij aan de maatschappelijke finaliteit van het beroep. Disciplinaire regels houden de interne cohesie en het aanzien van het beroep in stand.
* **Tuchtrecht:** Het instrumentarium ter handhaving van deontologische en disciplinaire regels.
#### 9.1.2 Onderscheid tussen tuchtrecht en strafrecht
Hoewel er gelijkenissen zijn, verschillen tuchtrecht en strafrecht. Tuchtrecht is groepsrecht en richt zich op de naleving van beroepsspecifieke regels, terwijl strafrecht algemeen geldende rechtsnormen handhaaft. Eenzelfde feit kan zowel een tuchtrechtelijke als een strafrechtelijke overtreding uitmaken. De autonomie van de tuchtvordering geldt: een tuchtrechtelijke vervolging schorst een strafrechtelijke vervolging niet en de tuchtrechter is in principe gebonden door de feiten zoals vastgesteld door de strafrechter, maar niet door de strafrechtelijke kwalificatie. Er is geen sprake van *ne bis in idem* tussen tucht- en strafrechtelijke sancties.
#### 9.1.3 Onderscheid tussen tuchtrecht en burgerrechtelijke aansprakelijkheid
Tuchtrecht is gericht op de naleving van specifieke normen van het beroep en de bescherming van het algemeen belang, waarbij schade niet vereist is. Burgerrechtelijke aansprakelijkheid, gebaseerd op art. 1382-1383 BW, vereist schade en een oorzakelijk verband. De deontologie kan wel helpen bij het invullen van de algemene zorgvuldigheidsnorm in het burgerrecht.
#### 9.1.4 Codificeren of niet?
Het codificeren van deontologie biedt duidelijkheid en rechtszekerheid, maar kan leiden tot verstarring. Een meer positieve benadering met kernwaarden en principes wordt als wenselijker gezien.
### 9.2 De bedrijfsjurist: toegang tot het beroep en organisatie
#### 9.2.1 Toegang tot het beroep
De toegang tot het beroep van bedrijfsjurist is geregeld in de Wet van 1 maart 2000 tot oprichting van een Instituut voor Bedrijfsjuristen (WIBJ). De voorwaarden omvatten het bezitten van een masterdiploma in de rechten, het beschikken over de nodige beroepsbekwaamheid en juridische kennis, en het niet het voorwerp zijn geweest van bepaalde veroordelingen of tuchtsancties. Er is geen verplichting om zich te laten erkennen als bedrijfsjurist.
#### 9.2.2 Beroepsorganisatie
Het Instituut voor Bedrijfsjuristen (IBJ) is de beroepsorganisatie. De Algemene Vergadering en de Raad van het Instituut zijn de voornaamste organen. De missie van het Instituut omvat de promotie van de fundamentele waarden van het beroep, de ondersteuning van de leden en de behartiging van de beroepsbelangen.
### 9.3 Deontologie van de bedrijfsjurist
#### 9.3.1 Kernbeginselen
* **Intellectuele onafhankelijkheid:** Het vermogen om advies te geven naar eer en geweten, autonoom en vertrouwelijk, los van andere overwegingen.
* **Partijbelang:** De bedrijfsjurist behartigt de belangen van zijn werkgever of de verbonden ondernemingen. Het advies moet echter wel betrouwbaar zijn opgesteld.
* **Eer en waardigheid:** De bedrijfsjurist mag geen gedrag stellen dat afbreuk doet aan de eer en waardigheid van het beroep.
* **Permanente vorming:** Een plicht tot continue bijscholing is essentieel om op de hoogte te blijven van juridische evoluties.
* **Confraterniteit en respect:** Hoffelijke omgang met collega-bedrijfsjuristen en andere juridische beroepen is vereist.
#### 9.3.2 Gebruik van de titel
De titel van bedrijfsjurist is strafrechtelijk beschermd en mag enkel worden gevoerd door erkende bedrijfsjuristen. Het gebruik van de titel in andere hoedanigheden is verboden.
#### 9.3.3 Beroepsgeheim en vertrouwelijkheid
De Wet tot oprichting van een Instituut voor Bedrijfsjuristen (WIBJ) voorziet in een **confidentialiteitsplicht** voor juridische adviezen verstrekt door bedrijfsjuristen aan hun werkgever. Dit onderscheidt zich van het strafrechtelijk gesanctioneerde **beroepsgeheim** waarvoor het strikt genomen niet van toepassing is. De vertrouwelijkheid strekt zich ook uit tot briefwisseling tussen bedrijfsjuristen. Er is discussie over de exacte draagwijdte en de juridische gevolgen van deze vertrouwelijkheid in vergelijking met het beroepsgeheim van bijvoorbeeld advocaten.
### 9.4 Tuchtrecht en aansprakelijkheid
#### 9.4.1 Tuchtrecht
De naleving van de deontologische regels wordt gecontroleerd door het Instituut voor Bedrijfsjuristen. Er is een procedure van terechtwijzing voor bepaalde lichte overtredingen, en bij zwaardere overtredingen kan schorsing of schrapping volgen. Er is geen uitdrukkelijke wettelijke verjaringstermijn voorzien voor tuchtrechtelijke tekortkomingen, maar het beginsel van de redelijke termijn en rechtszekerheid geldt.
#### 9.4.2 Strafrechtelijke aansprakelijkheid
Bedrijfsjuristen kunnen strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld voor misdrijven zoals valsheid in geschrifte, misbruik van vertrouwen, of schending van het beroepsgeheim (indien dit van toepassing wordt geacht).
#### 9.4.3 Burgerrechtelijke aansprakelijkheid
De onderneming is in beginsel aansprakelijk voor de handelingen van haar bedrijfsjurist. De bedrijfsjurist zelf kan aansprakelijk worden gesteld indien hij een fout begaat die buiten de normale uitoefening van zijn functie valt, of indien er sprake is van opzet of grove nalatigheid. De bescherming van art. 18 WAO, die de aansprakelijkheid van werknemers beperkt, kan hier van toepassing zijn.
### 9.5 Specifieke wettelijke regelingen
#### 9.5.1 Wettelijke regelingen gemeenschappelijk aan vrije beroepen (WER)
Het Wetboek Economisch Recht (WER) bevat algemene verplichtingen voor ondernemingen, waaronder ook vrije beroepen, zoals informatieverplichtingen en verboden inzake misleidende en oneerlijke handelspraktijken. Deze regels zijn van toepassing op bedrijfsjuristen voor zover zij optreden als dienstverlener.
#### 9.5.2 Antiwitwaswet (AWW)
Bedrijfsjuristen vallen onder het toepassingsgebied van de Antiwitwaswetgeving, wat met zich meebrengt dat zij verplicht zijn verdachte transacties te melden aan de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI). Er bestaat een belangrijke uitzondering op deze meldingsplicht wanneer de informatie wordt verkregen in het kader van het verlenen van juridisch advies of bijstand en verdediging in rechte aan de cliënt, tenzij de bedrijfsjurist zelf betrokken is bij de witwasactiviteiten.
#### 9.5.3 Het beroepsgeheim van de bedrijfsjurist
De wetgeving voorziet in een **confidentialiteitsplicht** voor de juridische adviezen van bedrijfsjuristen, maar deze heeft niet dezelfde strafrechtelijke bescherming als het beroepsgeheim van bijvoorbeeld advocaten. De discussie over de draagwijdte en de exacte juridische status van deze vertrouwelijkheid blijft bestaan, waarbij jurisprudentie en de interpretatie van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) een rol spelen. Het is cruciaal om het onderscheid tussen 'beroepsgeheim' en 'confidentialiteit' te begrijpen.
### 9.6 Conclusie
De deontologie en aansprakelijkheid van de bedrijfsjurist zijn complex en evolueren mee met de wettelijke en maatschappelijke context. Het is essentieel voor bedrijfsjuristen om zich te houden aan de geldende regels en de fundamentele beginselen van het beroep in acht te nemen.
---
# De deontologie en aansprakelijkheid van accountants en belastingadviseurs
Hier is de gedetailleerde studiehandleiding over de deontologie en aansprakelijkheid van accountants en belastingadviseurs:
## 10. De deontologie en aansprakelijkheid van accountants en belastingadviseurs
Dit hoofdstuk behandelt de deontologische verplichtingen en de aansprakelijkheid die rusten op gecertificeerde accountants en belastingadviseurs, met aandacht voor de relevante wetgeving, hun rol, hun organisatiestructuur en de specifieke gedragsregels en wettelijke kaders die hen binden.
### 10.1 Wettelijke regelingen en beroepsorganisatie
Gecertificeerde accountants en belastingadviseurs opereren binnen een wettelijk en deontologisch kader dat hun professionele uitoefening reguleert. De **Wet van 17 maart 2019 betreffende de beroepen van accountant en belastingadviseur (WIBA)** vormt de kernwetgeving die de activiteit van deze professionals definieert.
#### 10.1.1 Het Instituut van de Belastingadviseurs en de Accountants (IBA/ITAA)
Het Instituut van de Belastingadviseurs en de Accountants (IBA), recentelijk omgedoopt tot ITAA (Instituut van de Tax Advisors and Accountants), is de centrale beroepsorganisatie. De oprichting ervan door de wet van 1 maart 2000, met latere wijzigingen, heeft tot doel de belangen van de leden te behartigen, de fundamentele waarden van het beroep te promoten en de toegang tot het beroep te regelen. Het instituut is opgebouwd uit verschillende organen, waaronder de Algemene Vergadering, de Raad van het Instituut, en gespecialiseerde commissies voor erkenning, opleiding en tuchtzaken.
#### 10.1.2 Taken en functies
Het takenpakket van de **gecertificeerd accountant** is breed en omvat onder meer:
* Het organiseren van boekhoudingen en het verstrekken van advies hieromtrent.
* Het bepalen van resultaten en het opmaken van jaarrekeningen.
* Het nazien en corrigeren van boekhoudstukken.
* Analyses van de kredietwaardigheid, rentabiliteit en risico's van ondernemingen.
* Het verlenen van privé- en gerechtelijke expertise inzake boekhouding.
* Het attesteren of opstellen van expertiseverslagen voor derden.
* Het verstrekken van fiscaal advies, bijstand bij fiscale verplichtingen en vertegenwoordiging bij de belastingdiensten.
* Het organiseren van administratieve diensten en advies geven over administratieve organisatie.
Het takenpakket van de **gecertificeerd belastingadviseur** is meer specifiek en richt zich op:
* Advies verstrekken in alle fiscale aangelegenheden.
* Bijstand verlenen bij het nakomen van fiscale verplichtingen.
* Vertegenwoordiging bij de belastingdiensten.
#### 10.1.3 Uitoefening van het beroep in vennootschapsverband
Zowel gecertificeerde accountants als belastingadviseurs kunnen hun beroep uitoefenen via een professionele vennootschap. De WIBA regelt de voorwaarden voor de erkenning van dergelijke rechtspersonen, waarbij de meerderheid van het stemrecht en de meerderheid van de bestuursorganen moeten bestaan uit beroepsbeoefenaars. Vreemd kapitaal is in principe uitgesloten, behalve onder strikte voorwaarden en met meldingsplicht aan de relevante overheden. De aansprakelijkheid van de vennootschap is in principe beperkt, maar de beroepsbeoefenaar blijft persoonlijk aansprakelijk in geval van bedrieglijk opzet of oogmerk tot schaden.
#### 10.1.4 Onverenigbaarheden en verboden nevenactiviteiten
De wetgeving stelt diverse onverenigbaarheden en verboden nevenactiviteiten vast om de onafhankelijkheid en waardigheid van het beroep te waarborgen. Deze omvatten onder andere het drijven van handel, het uitoefenen van bepaalde mandaten in handelsvennootschappen, en het zich bezighouden met activiteiten die de financiële integriteit of de onafhankelijkheid van de beroepsbeoefenaar in het gedrang brengen. De deontologische code verfijnt deze verboden, waarbij een strikte scheiding wordt gemaakt tussen toegelaten en verboden activiteiten.
#### 10.1.5 Deontologische code
Hoewel de WIBA fundamentele principes bevat, ontbreekt nog een uitdrukkelijk uitgewerkte deontologische code op federaal niveau. Echter, de oude deontologische codes blijven in de praktijk als leidraad dienen voor de interpretatie van de principes van waardigheid, rechtschapenheid, kiesheid en onafhankelijkheid. Deze principes leggen de nadruk op verantwoordelijkheid, integriteit, objectiviteit, vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.
#### 10.1.6 Beroepsgeheim en discretieplicht
De gecertificeerd accountant en belastingadviseur zijn wettelijk gebonden door een beroepsgeheim, zoals vastgelegd in artikel 458 Sw., met betrekking tot de informatie die zij in het kader van hun beroepsuitoefening vernemen. Voor interne accountants geldt een plicht tot discretie, die verder reikt dan het strikte beroepsgeheim. Er zijn echter specifieke wettelijke uitzonderingen voorzien, zoals de meldingsplicht in het kader van de Antiwitwaswetgeving (AWW) en de plicht tot getuigenis in rechte.
#### 10.1.7 Tuchtrecht
De beroepsbeoefenaars vallen onder het tuchtrecht van het Instituut (ITAA). Schendingen van de deontologische regels of wettelijke verplichtingen kunnen leiden tot sancties, variërend van een waarschuwing en berisping tot schorsing of schrapping van het tableau. Het tuchtrechtelijk onderzoek wordt gevoerd door de Raad van het Instituut, met de mogelijkheid van beroep bij de Commissie van Beroep. Er is een verjaringstermijn van drie jaar voor klachten en aangiften, en een jaar voor ambtshalve onderzoeken.
#### 10.1.8 Aansprakelijkheid
De aansprakelijkheid van gecertificeerde accountants en belastingadviseurs kan zowel strafrechtelijk als burgerrechtelijk zijn.
* **Strafrechtelijk:** Dit omvat misdrijven zoals valsheid in geschrifte, misbruik van vertrouwen, en schending van het beroepsgeheim, waarvoor specifieke straffen zijn voorzien.
* **Burgerrechtelijk:** Dit kan voortvloeien uit contractuele wanprestatie jegens de cliënt (bv. nalaten van een wettelijke verplichting of een informatieplicht) of uit buitencontractuele fouten jegens derden. De verjaringstermijn voor de vordering tot betaling van ereloon bedraagt één jaar. Voor de aansprakelijkheid van de beroepsbeoefenaar geldt een algemene verjaringstermijn van vijf jaar, met een maximum van tien jaar na de beëindiging van de taak.
### 10.2 Deontologie
De deontologie van accountants en belastingadviseurs is cruciaal voor het waarborgen van het vertrouwen in het beroep. De kernprincipes omvatten onafhankelijkheid, waardigheid, rechtschapenheid, kiesheid en beroepsdiscretie.
#### 10.2.1 Onafhankelijkheid en onpartijdigheid
Onafhankelijkheid is fundamenteel voor de geloofwaardigheid van de beroepsbeoefenaar. Dit betekent het vermijden van situaties die de vrije en objectieve uitoefening van het beroep kunnen belemmeren, zoals belangenconflicten. Hoewel er geen expliciete lijst van onverenigbaarheden is, geldt een algemene plicht om activiteiten te vermijden die de waardigheid of onafhankelijkheid van het beroep in gevaar brengen.
#### 10.2.2 Waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid
* **Waardigheid:** Dit omvat de plicht om geen gedrag te vertonen dat afbreuk doet aan het beroep of het vertrouwen daarin, zowel professioneel als in het privéleven. Het impliceert ook de plicht tot permanente vorming en het bewaren van confraterniteit en hoffelijkheid jegens collega's en andere juridische actoren.
* **Rechtschapenheid:** Dit verwijst naar eerlijkheid, oprechtheid en trouw aan de wet, evenals het correct omgaan met gelden van cliënten via de kwaliteitsrekening.
* **Kiesheid:** Dit houdt in dat men zich moet onthouden van handelingen die ethisch twijfelachtig zijn, zelfs als ze niet expliciet verboden zijn door wet of deontologie.
#### 10.2.3 Beroepsdiscretieplicht en beroepsgeheim
De **gecertificeerd accountant** is wettelijk gebonden door een beroepsgeheim (art. 458 Sw.) en een discretieplicht. De **gecertificeerd belastingadviseur** geniet enkel van een discretieplicht voor de informatie die hij vernam in het kader van zijn beroep. Dit onderscheid is belangrijk, aangezien het beroepsgeheim strafrechtelijk gesanctioneerd is, terwijl een schending van de discretieplicht primair tot deontologische sancties kan leiden. De wetgeving definieert de omvang van deze plichten, waarbij de discretieplicht voor bedrijfsjuristen de vertrouwelijkheid van adviezen benadrukt, hoewel het geen wettelijk beroepsgeheim in de strikte zin is.
#### 10.2.4 Ereloon
De berekening van het ereloon van accountants en belastingadviseurs is aan regels gebonden. Hoewel er een tendens is naar transparantie en een mogelijke flexibiliteit in de berekeningswijzen, blijft het verbod op commissielonen en het verbod op ronselen van cliënteel essentieel. Geschillen over erelonen kunnen worden voorgelegd aan de kamer van notarissen of een ombudsdienst.
#### 10.2.5 Publiciteit
Publiciteit door deze professionals is toegelaten, mits deze objectief, verifieerbaar en niet-misleidend is. Vergelijkende reclame is in principe toegestaan, hoewel deontologische beperkingen kunnen blijven spelen. Het verbod op het ronselen van cliënteel en het aanbieden van gepersonaliseerde diensten blijft cruciaal.
#### 10.2.6 Retentierecht
Het retentierecht van accountants en belastingadviseurs is beperkt tot de resultaten van hun intellectuele werkzaamheden en mag geen betrekking hebben op de stukken die de cliënt zelf toebehoren. Het is essentieel dat de beroepsbeoefenaar de cliënt informeert over deze beperkingen en de geldende procedures.
#### 10.2.7 Permanente vorming
Een continue bijscholing is verplicht om de vakbekwaamheid en de kennis van actuele wetgeving en deontologie te waarborgen. Het Instituut (ITAA) ziet toe op deze bijscholing, en het niet-naleven ervan kan leiden tot tuchtsancties.
### 10.3 Tuchtrecht
Het tuchtrecht voor deze beroepen voorziet in een procedure om deontologische en wettelijke overtredingen te sanctioneren. De procedure omvat een onderzoek door het Instituut, gevolgd door een mogelijke vervolging voor de tuchtcommissie, met beroepsmogelijkheden bij hogere organen en uiteindelijk cassatie. De sancties variëren van lichte straffen (waarschuwing, berisping) tot zwaardere (schorsing, schrapping), afhankelijk van de ernst van de overtreding. Het beginsel van de redelijke termijn is ook hier van toepassing, wat de noodzaak van een tijdige afhandeling van klachten onderstreept.
### 10.4 Aansprakelijkheid
De aansprakelijkheid van gecertificeerde accountants en belastingadviseurs kan verschillende vormen aannemen:
* **Strafrechtelijk:** Dit omvat de schending van het beroepsgeheim, valsheid in geschrifte, en handelingen die verband houden met witwassen of financiering van terrorisme, waarvoor specifieke straffen zijn voorzien. De accountant/belastingadviseur kan ook strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld als rechtspersoon.
* **Burgerrechtelijk:** Dit kan zowel contractuele aansprakelijkheid ten aanzien van de cliënt (bv. voor nalatigheid bij het opstellen van documenten of het adviseren) als buitencontractuele aansprakelijkheid ten aanzien van derden omvatten, bijvoorbeeld wanneer hun fouten derden benadelen. De verjaringstermijn voor de vordering tot betaling van ereloon is één jaar, terwijl de algemene verjaringstermijn voor aansprakelijkheid tien jaar bedraagt.
Deze studiehandleiding biedt een uitgebreid overzicht van de deontologie en aansprakelijkheid van accountants en belastingadviseurs, essentieel voor een grondige examenvoorbereiding.
---
# Wettelijke regelingen en sancties van toepassing op vrije beroepen
Dit hoofdstuk bespreekt de wettelijke regelingen en sancties die van toepassing zijn op vrije beroepers, met de focus op algemene ondernemingsverplichtingen, antiwitwaswetgeving en de verhouding met de tuchtoverheid.
## 11. Wettelijke regelingen en sancties van toepassing op vrije beroepen
### 11.1 Deontologie en tuchtrecht
#### 11.1.1 Definitie en begripsafbakening
Deontologie omvat het geheel van gedragsregels, zowel geschreven als ongeschreven, die de professionele verplichtingen van een beroepsgroep bepalen, zowel binnen de groep als naar derden toe, in het licht van de finaliteit van het beroep. Dit staat tegenover moraal of ethiek, dat een persoonlijke ethische overtuiging betreft zonder wettelijke sancties. Deontologische regels zijn vaak verankerd in wetgeving, zoals het beroepsgeheim van juristen (art. 458 Sw.).
Disciplinaire regels daarentegen strekken ertoe de interne cohesie of het aanzien van het beroep te handhaven en hebben geen directe bijdrage aan de maatschappelijke functie van het beroep.
#### 11.1.2 Tuchtrecht versus strafrecht
Hoewel tuchtrecht en strafrecht gelijkenissen vertonen, zijn er belangrijke verschillen:
* **Finaliteit**: Tuchtrecht beoogt de correcte uitoefening van een beroep en het behoud van vertrouwen in de beroepsgroep, terwijl strafrecht de minimale handhaving van maatschappelijke orde beoogt.
* **Autonomie**: Tuchtvordering staat los van straf- en burgerlijke vordering ("le criminel tient le disciplinaire en état" geldt niet). Een tuchtrechter moet niet wachten op een strafrechtelijke uitspraak en er is geen sprake van *ne bis in idem* tussen tucht- en strafrechtelijke sancties.
* **Toepassing EVRM**: Tuchtzaken kunnen onder de burgerlijke rechten en verplichtingen van artikel 6 EVRM vallen (waarborgging van eerlijk proces), maar niet noodzakelijk onder de strafrechtelijke garanties van artikel 6 §2 en §3 EVRM, tenzij de sanctie als strafrechtelijk gekwalificeerd kan worden (Engel-criteria).
* **Sancties**: Tuchtrecht kent lichte sancties (bv. terechtwijzing, berisping) en zware sancties (bv. schorsing, schrapping).
#### 11.1.3 Tuchtrecht versus burgerrechtelijke aansprakelijkheid
Deontologie verschilt van burgerrechtelijke aansprakelijkheid doordat bij deontologische tekortkomingen geen schade vereist is, terwijl burgerrechtelijke aansprakelijkheid wel schade en een causaal verband vereist. Beide zijn echter autonome vorderingen.
#### 11.1.4 Codificatie
Het codificeren van deontologie heeft voordelen zoals duidelijkheid en rechtszekerheid, maar ook nadelen zoals verstarring en een negatief karakter. Moderne deontologische codes proberen een balans te vinden tussen beide benaderingen.
### 11.2 De deontologie van de magistraat
#### 11.2.1 Deontologische waarden
Deontologische waarden voor magistraten zijn onder meer onafhankelijkheid, onpartijdigheid, integriteit, ijver, respect, luisterbereidheid en gelijke behandeling. Deze waarden zijn verankerd in het Gerechtelijk Wetboek en andere wettelijke bepalingen.
* **Onafhankelijkheid**: Zowel functioneel (intern) als institutioneel (extern) is essentieel voor de rechtsstaat. Dit wordt gewaarborgd door onafzetbaarheid en een eigen budget voor opleidingen.
* **Onpartijdigheid**: Zowel subjectief (persoonlijke overtuiging) als objectief (voldoende waarborgen tegen twijfel). Wrakingsgronden (art. 828 Ger.W.) zijn hierbij cruciaal, met de algemene grond van "gewettigde verdenking".
* **Integriteit**: Leven naar de wet en niet blootgesteld zijn aan chanteerbaarheid, en een waardige houding in het privé- en beroepsleven.
* **Ijver**: Tijdig uitspreken van vonnissen en vermijden van vertragingen, met sancties bij nalatigheid.
* **Respect en luisterbereidheid**: Zich bewust zijn van beperkingen en hoffelijk omgaan met alle betrokkenen.
* **Gelijke behandeling**: Zaken behandelen in de volgorde van aanhangigheid, rekening houdend met objectieve verschillen tussen partijen.
* **Bekwaamheid**: Vereist door de toegang tot het beroep (stage, examens) en permanente vorming.
#### 11.2.2 Tuchtrecht voor magistraten
Het tuchtrecht voor magistraten is geregeld in het Gerechtelijk Wetboek (art. 398-423).
* **Sancties**: Variëren van lichte (terechtwijzing, blaam) tot zware (inhouding wedde, schorsing, schrapping).
* **Bevoegde overheden**: Voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg voor het indienen van een tuchtprocedure, en de tuchtrechtbanken voor het onderzoek en de uitspraak.
* **Procedure**: Omvat een predisciplinair onderzoek, mogelijkheid tot minnelijke schikking, en procedures voor de eerste aanleg en beroep.
* **Verjaring**: Er geldt een termijn van 6 maanden voor het aanhangig maken van de zaak bij de tuchtrechtbank.
### 11.3 De notaris
#### 11.3.1 Taken en statuut
De notaris is een openbare ambtenaar die authentieke akten verlijdt. Dit ambt is onoverdraagbaar en onderworpen aan het strafrecht dat van toepassing is op openbare ambtenaren.
* **Onverenigbaarheden**: Met o.a. rechter, magistraat, advocaat, gerechtsdeurwaarder en handel.
* **Monopolie**: Voor het verlijden van bepaalde authentieke akten (bv. onroerende overdrachten, huwelijkse contracten).
* **Territorium**: Beperkt tot zijn ambtsgebied, maar met uitzonderingen voor bepaalde akten.
* **Onpartijdigheid**: Een fundamentele plicht, die sterker geldt bij gerechtelijke opdrachten.
* **Ministerieplicht**: Verplicht ambt te verlenen, tenzij er wettelijke beletselen zijn of de akte strijdig is met openbare orde of rechten van derden.
#### 11.3.2 Samenwerkingsverbanden en vennootschappen
* **Professionele vennootschappen**: Toegestaan, met beperkte aansprakelijkheid voor de vennoten tot hun inbreng, tenzij bij bedrieglijk opzet.
* **Interprofessionele vennootschappen**: Verboden.
* **Meerstandplaatsenkantoren**: Toegestaan om schaalvoordelen te realiseren, met waarborgen voor toegankelijkheid.
#### 11.3.3 Deontologie
Kernwaarden omvatten onpartijdigheid, onafhankelijkheid, informatie- en raadgevingsplicht, beroepsgeheim, mededelingsverbod en discretieplicht.
* **Onpartijdigheid en onafhankelijkheid**: Notaris is meerzijdig onpartijdig, waakt over belangen van alle partijen.
* **Informatie- en raadgevingsplicht**: Verplicht partijen te informeren over juridische geldigheid en gevolgen van akten, en te wijzen op onevenwichten.
* **Beroepsgeheim**: Wettelijk verankerd (art. 458 Sw.) en breder dan strikt juridische adviezen.
* **Discretieplicht**: Beschermt de ganse privésfeer.
* **Ereloon**: Wettelijk vastgelegd voor officiële taken, vrij te bepalen voor andere diensten, met transparantieplicht.
#### 11.3.4 Tuchtrecht en aansprakelijkheid
* **Tuchtrecht**: Geregeld door de Nationale Kamer van Notarissen, met een auditoraat en tuchtkamers. Straffen variëren van terechtwijzing tot afzetting. Verjaringstermijn is 2 jaar.
* **Strafrechtelijke aansprakelijkheid**: Mogelijk voor o.a. valsheid in geschrifte, verduistering, belangenneming, omkoping.
* **Burgerrechtelijke aansprakelijkheid**: Contractueel en buitencontractueel, met een verjaringstermijn van 10 jaar. Notaris geniet geen burgerlijke immuniteit.
### 11.4 De advocaat
#### 11.4.1 Toegang tot het beroep
Vereist een master in rechten, Belgische nationaliteit (met uitzondering voor EU-onderdanen via vrijheid van dienstverlening/vestiging), eedaflegging, inschrijving op tableau van de Orde, en permanente vorming. Bekwaamheidsproeven kunnen vereist zijn voor buitenlandse diploma's.
#### 11.4.2 Samenwerkingsverbanden en vennootschappen
* **Samenwerkingsverbanden**: Associatie, groepering en netwerk zijn toegelaten, met meldingsplicht aan de stafhouder en respect voor kernwaarden zoals onafhankelijkheid en beroepsgeheim. Belangenconflicten werken door binnen de samenwerking.
* **Multidisciplinaire samenwerking**: Associaties met niet-advocaten zijn verboden; groeperingen en netwerken zijn toegestaan onder strikte voorwaarden (meldingsplicht, goedkeuring stafhouder, gescheiden dossieradministratie).
* **Vennootschappen van advocaten**: Toegestaan, met beperkte aansprakelijkheid. Vreemd kapitaal is grotendeels verboden.
#### 11.4.3 Plichtenleer
Kernwaarden zijn onafhankelijkheid, rechtschapenheid, kiesheid, waardigheid en eerbied voor de confraterniteit.
* **Onafhankelijkheid**: O.a. door onverenigbaarheden met andere beroepen en beperkingen op nevenactiviteiten. Handel en nijverheid zijn in beginsel verboden, tenzij de activiteiten de onafhankelijkheid, waardigheid of het publieke vertrouwen niet schaden.
* **Belangenconflicten**: Verbod om op te treden indien dit leidt tot een belangenconflict, met ruime uitzonderingen en voorwaarden (bv. schriftelijk akkoord van cliënten).
* **Beroepsgeheim**: Wettelijk verankerd door jurisprudentie (noodzakelijke vertrouwenspersoon) en strafrechtelijk gesanctioneerd (art. 458 Sw.). De omvang en uitzonderingen hierop zijn complex.
* **Begroting ereloon**: Partijbeslissing, maar met precontractuele informatieplicht en matigingsbevoegdheid van de Raad van de Orde. Success fees zijn toegestaan, maar het pure "no cure, no pay" is verboden.
* **Publiciteit**: Toegestaan, maar gebonden aan regels van accuratesse, niet-misleiding en respect voor kernwaarden. Vergelijkende reclame is toegestaan, ronselen is verboden.
* **Media**: Advocaten mogen optreden als commentator, mits respect voor kernwaarden, cliëntbelang, beroepsgeheim en met voorafgaande toestemming van cliënt.
#### 11.4.4 Tuchtrecht en aansprakelijkheid
* **Tuchtrecht**: Geregeld door balie-organen (stafhouder, tuchtraad, tuchtraad van beroep), met straffen van waarschuwing tot schrapping. Verjaringstermijn is 12 maanden.
* **Strafrechtelijke aansprakelijkheid**: o.a. voor schending beroepsgeheim, verleiding van getuigen, misbruik van vertrouwen.
* **Burgerrechtelijke aansprakelijkheid**: Contractueel (middelen- of resultaatsverbintenis) en buitencontractueel. De fout van een advocaat die een proceshandeling stelt, kan leiden tot aansprakelijkheid van de cliënt (lastgever). Verjaringstermijn is 5 jaar (of 10 jaar voor contractuele aansprakelijkheid).
### 11.5 Wettelijke regelingen gemeenschappelijk aan vrije beroepen
#### 11.5.1 Algemene verplichtingen van ondernemingen (Boek III WER)
* **Informatieverplichtingen**: Ondernemingen, waaronder vrije beroepers, moeten specifieke informatie verstrekken aan afnemers (consumenten en andere ondernemingen) over hun identiteit, diensten, prijzen en algemene voorwaarden. Advocaat-stagiairs en advocaten die tweedelijns juridische bijstand verlenen zijn hiervan uitgezonderd.
* **Sancties**: Handhaving door economische inspectie met administratieve geldboetes, en eventueel door de tuchtoverheid.
#### 11.5.2 Marktpraktijken en consumentenbescherming (Boek VI WER)
Dit boek bevat regels inzake misleidende, vergelijkende en agressieve reclame, en onrechtmatige bedingen, die ook van toepassing zijn op vrije beroepers tegenover consumenten. Het onderscheid tussen consumenten en B2B-transacties is hierbij relevant.
* **Misleidende reclame**: Verboden indien het de economische gedrag van de consument wezenlijk verstoort.
* **Onrechtmatige bedingen**: Vooral in B2C-contracten, met een zwarte lijst van verboden bedingen. Het HvJ heeft benadrukt dat bedingen duidelijk en begrijpelijk moeten zijn.
* **Op afstand gesloten overeenkomsten**: Specifieke informatie- en herroepingsrechten voor consumenten, met uitzonderingen voor gereglementeerde beroepen die onderworpen zijn aan strikte regels.
#### 11.5.3 Antiwitwaswet (AWW)
* **Toepassingsgebied**: Breidt de meldingsplicht uit naar o.a. notarissen, gerechtsdeurwaarders, gecertificeerde accountants, belastingadviseurs en advocaten, wanneer zij bepaalde financiële of vastgoedtransacties verrichten of juridisch advies geven in specifieke contexten.
* **Verplichtingen**: Waakzaamheid, identificatie, meldingsplicht aan de CFI (Cel voor financiële informatievermelding), geheimhouding t.a.v. de cliënt, en het bewaren van gegevens.
* **Uitzonderingen op meldingsplicht**: Met name voor advocaten geldt een belangrijke uitzondering wanneer zij juridisch advies verlenen of cliënten verdedigen, tenzij zij zelf deelnemen aan witwasactiviteiten. Ook voor notarissen en gerechtsdeurwaarders zijn er specifieke uitzonderingen.
* **Sancties**: Naast tuchtrechtelijke sancties, kunnen ook administratieve geldboetes worden opgelegd. Immunititeit bij melding te goeder trouw is voorzien.
### 11.6 De gerechtsdeskundige
#### 11.6.1 Taken en erkenning
Gerechtsdeskundigen zijn technisch raadgevers die onafhankelijk en onpartijdig moeten optreden. Erkenning als gerechtsdeskundige is vereist, met specifieke voorwaarden inzake diploma, stage, examen en deugdelijkheid.
* **Onafhankelijkheid en onpartijdigheid**: Cruciaal, met wrakingsgronden die vergelijkbaar zijn met die voor magistraten. Belangenconflicten moeten worden gemeld.
* **Discretieplicht**: Geldt voor gerechtsdeskundigen, wat afwijkt van het strikte beroepsgeheim.
#### 11.6.2 Tuchtrecht en aansprakelijkheid
* **Tuchtrecht**: Gesanctioneerd door de minister van Justitie, met straffen gaande van schrapping tot tijdelijke schorsing.
* **Aansprakelijkheid**: Een verjaringstermijn van 10 jaar geldt voor professionele aansprakelijkheid, en 5 jaar voor de vordering tot betaling van ereloon. Zowel contractuele als buitencontractuele aansprakelijkheid is mogelijk.
### 11.7 De bemiddelaar
#### 11.7.1 Begrip en procedure
Bemiddeling is een vertrouwelijk, vrijwillig en gestructureerd proces waarbij een neutrale bemiddelaar partijen helpt een oplossing te vinden. Dit kan gerechtelijk (bevolen door rechter) of buitengerechtelijk (vrijwillig) gebeuren.
* **Erkenning**: Vereist specifieke opleiding en het voldoen aan waarborgen inzake onafhankelijkheid, neutraliteit en onpartijdigheid.
* **Deontologie**: Geregeld door de Federale Bemiddelingscommissie, met nadruk op partij-autonomie, onafhankelijkheid, neutraliteit, onpartijdigheid en vertrouwelijkheid.
* **Sancties**: Variëren van waarschuwing tot intrekking van erkenning.
* **Aansprakelijkheid**: Voornamelijk contractueel ten aanzien van partijen, met een verjaringstermijn van 5 jaar voor erelonen.
### 11.8 De arbiter
#### 11.8.1 Begrip en procedure
Arbitrage is een vorm van geschilbeslechting waarbij partijen een neutrale derde aanstellen om een bindende uitspraak te doen. Dit kan ad hoc of institutioneel verlopen.
* **Wie kan optreden**: In principe eenieder bekwaam om een overeenkomst aan te gaan, met beperkingen voor magistraten.
* **Deontologie**: Nadruk op onafhankelijkheid, onpartijdigheid en deskundigheid. Wrakingsgronden zijn van toepassing.
* **Ereloon**: Bepaald door partijbeslissing, met een voorkeur voor transparantie en proportioneel berekenen.
#### 11.8.2 Aansprakelijkheid
Arbiters genieten geen wettelijke immuniteit zoals magistraten. Hun aansprakelijkheid is overwegend contractueel van aard, waarbij fouten in de resultaatsverbintenissen (bv. termijnen respecteren) strenger worden beoordeeld dan middelenverbintenissen.
### 11.9 De bedrijfsjurist
#### 11.9.1 Erkenning en beroepsorganisatie
Bedrijfsjuristen kunnen zich laten erkennen bij het Instituut voor Bedrijfsjuristen. Het beroep is niet wettelijk voorbehouden, maar de erkenning biedt voordelen en brengt verplichtingen mee, waaronder een deontologische code.
* **Taken**: Hoofdzakelijk juridische bijstand verlenen ten behoeve van de eigen onderneming.
* **Confidentialiteit**: Juridische adviezen aan de werkgever zijn vertrouwelijk, maar dit valt niet onder het strafrechtelijk beroepsgeheim van art. 458 Sw.
#### 11.9.2 Tuchtrecht en aansprakelijkheid
* **Tuchtrecht**: Geregeld door het Instituut voor Bedrijfsjuristen, met straffen variërend van waarschuwing tot schrapping.
* **Aansprakelijkheid**: De onderneming is aansprakelijk voor de handelingen van de bedrijfsjurist, die zelf ook aansprakelijk kan zijn onder het WAO. Strafrechtelijke aansprakelijkheid is mogelijk voor rechtspersonen en natuurlijke personen.
### 11.10 De gecertificeerd accountant en belastingadviseur
#### 11.10.1 Wettelijk kader en taken
De WIBA regelt de beroepen van gecertificeerd accountant en belastingadviseur. De taken van accountants zijn breder dan die van belastingadviseurs, met een overlap in fiscale dienstverlening.
* **Vennootschapsvormen**: Toegestaan, met specifieke voorwaarden inzake rechtspersoonlijkheid, doel, participatie en bestuur.
* **Onverenigbaarheden**: Met onder andere magistraat, advocaat, notaris, gerechtsdeurwaarder en het drijven van handel/nijverheid (met uitzonderingen).
* **Deontologie**: De WIBA bevat kernbegrippen zoals onafhankelijkheid, waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid, die de basis vormen voor verdere deontologische regels.
* **Beroepsgeheim**: Wettelijk verankerd voor externe accountants/belastingadviseurs (art. 458 Sw.), doch met uitzonderingen. Interne accountants hebben enkel een discretieplicht.
#### 11.10.2 Tuchtrecht en aansprakelijkheid
* **Tuchtrecht**: Geregeld door het Instituut van de Belastingadviseurs en de Accountants (ITAA), met een procedure die waarschuwing, berisping, schorsing en schrapping omvat. Verjaringstermijnen zijn van toepassing.
* **Strafrechtelijke aansprakelijkheid**: Mogelijk voor valsheid in geschrifte, omkoping en misbruik van vertrouwen.
* **Burgerrechtelijke aansprakelijkheid**: Contractueel ten aanzien van opdrachtgevers en buitencontractueel ten aanzien van derden, met verjaringstermijnen.
### 11.11 Wettelijke regelingen gemeenschappelijk aan vrije beroepen
#### 11.11.1 Algemene verplichtingen van ondernemingen (Boek III WER)
Vrije beroepers worden beschouwd als ondernemingen onder het WER en zijn onderworpen aan diverse informatieverplichtingen, met o.a. de plicht om hun identiteit, adres, beroepsorganisatie en tarieven kenbaar te maken. Sancties kunnen worden opgelegd door de economische inspectie en de tuchtoverheid.
#### 11.11.2 Marktpraktijken en consumentenbescherming (Boek VI WER)
Regels inzake misleidende, vergelijkende en agressieve reclame, en onrechtmatige bedingen zijn ook van toepassing op vrije beroepers tegenover consumenten. Het WER beoogt een uniforme consumentenbescherming.
#### 11.11.3 Antiwitwaswet (AWW)
De AWW legt specifieke verplichtingen op aan o.a. advocaten, notarissen, gerechtsdeurwaarders en accountants om witwassen van geld en financiering van terrorisme te voorkomen. Dit omvat waakzaamheid, identificatie, meldingsplicht (met belangrijke uitzonderingen voor advocaten m.b.t. juridisch advies en verdediging), geheimhouding t.a.v. de cliënt, en het bewaren van gegevens. Schending kan leiden tot tuchtrechtelijke en strafrechtelijke sancties.
---
**Kernconcepten en belangrijke punten:**
* **Deontologie vs. Moraal**: Deontologie is een professionele gedragscode, moraal is persoonlijk.
* **Tuchtrecht vs. Strafrecht**: Verschillende finaliteiten, autonomie en sancties. Geen *ne bis in idem* tussen beide.
* **Beroepsgeheim**: Essentieel voor vrije beroepers, met specifieke wettelijke en jurisprudentiële uitzonderingen. Advocaten genieten een sterke bescherming op basis van het recht op verdediging.
* **Onafhankelijkheid en onpartijdigheid**: Cruciaal voor magistraten en gerechtsdeskundigen, maar ook voor andere vrije beroepen in verschillende gradaties.
* **Aansprakelijkheid**: Vrije beroepers zijn zowel contractueel als buitencontractueel aansprakelijk voor hun fouten.
* **Samenwerkingsverbanden**: Verschillende vormen mogelijk, met strikte regels om belangenconflicten en het beroepsgeheim te waarborgen.
* **Antiwitwaswetgeving**: Legt specifieke meldings- en waakzaamheidsplichten op, met uitzonderingen voor juridische adviezen en vertegenwoordiging.
**Belangrijk voor het examen:**
* Begrijp de verschillen tussen deontologie, moraal, tuchtrecht en strafrecht.
* Analyseer casussen aan de hand van de specifieke deontologische en wettelijke verplichtingen van elk beroep.
* Wees bekend met de belangrijkste uitzonderingen op het beroepsgeheim.
* Begrijp de grondslagen en de reikwijdte van de aansprakelijkheid voor de verschillende vrije beroepen.
* Identificeer de specifieke taken en beperkingen die eigen zijn aan elk gereglementeerd beroep.
* De toepassing van het EHRM en HvJ-rechtspraak is cruciaal in de interpretatie van deontologische en wettelijke normen.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Deontologie | Het geheel van geschreven of ongeschreven regelen die ervoor waken dat de jurist zijn functie op een maatschappelijk verantwoorde wijze vervult, hoofdzakelijk betrekking hebbend op de verhouding tussen de jurist en de rechtszoekende, rekening houdend met het algemeen belang. |
| Tuchtrecht | Het instrumentarium ter handhaving van deontologische en disciplinaire regelen. |
| Beroepsgeheim | De plicht tot geheimhouding (zwijgplicht/spreekverbod) en het recht om zich op die geheimhoudingsplicht te beroepen (zwijgrecht) betreffende vertrouwelijke informatie die men bij de uitoefening van zijn staat, ambt of beroep heeft vernomen. |
| Onafhankelijkheid (magistraat) | Het principe dat elke rechter boven elke vorm van druk verheven is wanneer hij recht spreekt in individuele dossiers, onafhankelijk van de uitvoerende of wetgevende macht. |
| Onpartijdigheid (magistraat) | Het niet vooringenomen zijn door de rechter, zowel subjectief (persoonlijke overtuiging) als objectief (aanwezige waarborgen die twijfel uitsluiten). |
| Onverenigbaarheden | Wettelijke bepalingen die verbieden om bepaalde ambten of activiteiten te cumuleren met het ambt van magistraat, om de onafhankelijkheid en onpartijdigheid te waarborgen. |
| Wrakingsgrond | Een wettelijk bepaalde reden die kan leiden tot het wraken van een rechter, gerechtelijke deskundige of arbiter, indien er gewettigde verdenking bestaat op een gebrek aan onafhankelijkheid of onpartijdigheid. |
| Digniteit | Het principe dat men zich waardig moet gedragen, wat ook het geval is in het privéleven, om het vertrouwen van de burger in de instelling te behouden. |
| Rechtschapenheid | Het principe dat men zelf de wet naleeft en niets doet waarmee men gechanteerd kan worden, om blootstelling aan druk van buitenaf te vermijden. |
| Kiesheid | Een ethisch gevoel dat ook wanneer een handeling niet uitdrukkelijk verboden is in de wet of deontologie, men deze toch niet mag stellen als het ingaat tegen het ethisch aanvoelen. |
| Bemiddeling | Een vertrouwelijk en gestructureerd proces van vrijwillig overleg tussen conflicterende partijen met de medewerking van een onafhankelijke, neutrale en onpartijdige derde die de communicatie vergemakkelijkt en poogt de partijen ertoe te brengen zelf een oplossing uit te werken. |
| Arbitrage | Een vorm van geschilbeslechting waarbij een neutrale derde, de arbiter, een bindende uitspraak doet over een conflict, buiten de overheidsrechter om. |
| Bedrijfsjurist | Een jurist die in hoofdzaak juridische bijstand verleent ten behoeve van zijn werkgever of verbonden ondernemingen, en die hiervoor een erkenning kan aanvragen bij het Instituut voor Bedrijfsjuristen. |
| Accountant | Een beroepsbeoefenaar die instaat voor de boekhouding en het opmaken van de jaarrekening van ondernemingen, en die erkend is als gecertificeerd accountant na het doorlopen van een specifieke opleiding en examens. |
| Belastingadviseur | Een beroepsbeoefenaar die advies verstrekt in fiscale aangelegenheden, de belastingplichtige bijstaat bij het nakomen van zijn fiscale verplichtingen en hem vertegenwoordigt bij de belastingdiensten. |
| Gerechtsdeurwaarder | Een openbaar en ministerieel ambtenaar die instaat voor het betekenen van akten, de tenuitvoerlegging van beslissingen en de vaststelling van materiële feiten, en die een monopolie heeft op deze taken. |
| Gerechtsdeskundige | Een vakman die door de rechter of partijen wordt aangesteld omwille van zijn technische of wetenschappelijke vaardigheden, om vaststellingen en technische onderzoeken te doen en de resultaten ervan vast te leggen in een verslag. |
| Pactum de quota litis | Een verboden ereloonafspraak waarbij het ereloon van de advocaat uitsluitend afhangt van de uitslag van het geschil, of een percentage van de opbrengst van het geding bedraagt. |
| Noodtoestand | Een rechtvaardigingsgrond of schulduitsluitingsgrond die kan worden ingeroepen wanneer er een ernstig en ogenblikkelijk gevaar dreigt, en er geen andere manier is om het gevaar te vermijden dan door het doorbreken van het beroepsgeheim, met een afweging van belangen. |
| Witwassen van geld | Het misdrijf dat bestaat uit het omzetten of overdragen van geld of activa met de bedoeling de illegale herkomst ervan te verbergen of te verdoezelen, of een persoon die betrokken is bij een misdrijf waaruit dat geld of deze activa voortkomen, te helpen ontkomen aan de rechtsgevolgen van zijn daden. |
| Financiering van terrorisme | Het verstrekken of verzamelen van geldmiddelen en andere vermogensbestanddelen, met het oogmerk dat deze worden gebruikt of in de wetenschap dat zij, geheel of gedeeltelijk, zullen worden gebruikt door een terroristische organisatie of een terrorist die alleen handelt. |
| Waakzaamheidsplicht | De verplichting van bepaalde beroepsbeoefenaars om alert te zijn ten aanzien van hun cliënten en de verrichtingen die zij uitvoeren, en om verdachte transacties te signaleren. |
| Meldplicht | De verplichting om verdachte transacties die verband houden met witwassen of de financiering van terrorisme te melden aan de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI). |
| Fruit of the poisonous tree doctrine | Een rechtsleer die stelt dat bewijs dat is verkregen door middel van ongeoorloofd verkregen bewijs, eveneens als ongeoorloofd wordt beschouwd en geweerd moet worden uit de procedure. |
| Arbitrage | Een vorm van alternatieve geschilbeslechting waarbij partijen een conflict voorleggen aan een of meer door hen aangewezen neutrale derden (arbiters) die een bindende uitspraak doen. |
| Consumentenbescherming | Wettelijke en deontologische regels die bedoeld zijn om consumenten te beschermen tegen oneerlijke handelspraktijken, misleidende reclame en onrechtmatige bedingen in overeenkomsten. |
| Antiwitwaswet (AWW) | De wetgeving die tot doel heeft het financiële stelsel te beschermen tegen witwassen van geld en de financiering van terrorisme, en die bepaalde wettelijke verplichtingen oplegt aan financiële instellingen en bepaalde gereglementeerde beroepen. |