Cover
立即免费开始 U10.pdf
Summary
# Het gebruik van het Japanse werkwoord ~ている
Het gebruik van het Japanse werkwoord ~ている omvat de progressieve, gewoonte- of resultatieve aspecten van een werkwoord [5](#page=5).
## 1. Het gebruik van het Japanse werkwoord ~ている
### 1.1 Overzicht van werkwoorden en hun classificatie
Werkwoorden kunnen worden gecategoriseerd als 'statief' (gericht op een toestand) of 'actief/dynamisch' (gericht op een handeling) [3](#page=3).
#### 1.1.1 Statieve werkwoorden
Deze werkwoorden drukken een toestand uit [3](#page=3).
* **Voorbeelden:** いる (zijn, bestaan voor levende wezens), ある (zijn, bestaan voor levenloze objecten) [3](#page=3).
#### 1.1.2 Actieve/dynamische werkwoorden
Deze werkwoorden drukken een handeling uit en kunnen verder worden onderverdeeld in:
* **Duratieve werkwoorden:** Handelingen die een bepaalde tijdsduur hebben [3](#page=3).
* **Voorbeelden:** 食べる (eten), 使う (gebruiken), 働く (werken) [3](#page=3).
* **Werkwoorden van verandering (kortstondig):** Handelingen die een plotselinge of kortstondige verandering teweegbrengen [3](#page=3).
* **Voorbeelden:** 起きる (opstaan), 死ぬ (sterven), 結婚する (trouwen) [3](#page=3).
#### 1.1.3 Classificatie van specifieke werkwoorden
Het is belangrijk om te bepalen of een werkwoord duratief of kortstondig is [4](#page=4).
* **Voorbeelden van duratieve werkwoorden:** 教える (leren, onderwijzen), 着く (aankomen), 読む (lezen), 話す (spreken), 遊ぶ (spelen), 料理を作る (koken) [4](#page=4).
* **Voorbeelden van kortstondige werkwoorden:** 始まる (beginnen), 忘れる (vergeten), 結婚する (trouwen) [4](#page=4).
### 1.2 De functies van de ~ている-vorm
De ~ている-vorm kan verschillende betekenissen overbrengen, afhankelijk van het type werkwoord waarmee het wordt gecombineerd [5](#page=5).
#### 1.2.1 Progressieve handeling
Dit duidt op een handeling die momenteel bezig is. Dit wordt gebruikt met duratieve werkwoorden [5](#page=5).
* **Voorbeelden:**
* うたっています (zingt) [6](#page=6).
* おどっています (danst) [6](#page=6).
* ダンスしています (danst) [6](#page=6).
* ギターをひいています (speelt gitaar) [6](#page=6).
* ねています (slaapt) [6](#page=6).
* ビールを飲んでいます (drinkt bier) [6](#page=6).
* おにぎりを食べています (eet onigiri) [6](#page=6).
* わらっています (lacht) [6](#page=6).
* 話しています (spreekt) [6](#page=6).
> **Tip:** De context bepaalt of de handeling nu bezig is. Vergelijk:
> * 新聞を**読みます** (lees de krant - algemene actie) [7](#page=7).
> * 新聞を**読んでいます** (ben de krant aan het lezen - progressieve handeling) [7](#page=7).
#### 1.2.2 Gewoonte, herhaalde actie of routine
Dit duidt op een gewoonte, een herhaalde actie of een routine. Dit wordt gebruikt met duratieve werkwoorden [5](#page=5).
* **Voorbeelden:**
* 毎朝 ジョギングしています (doe elke ochtend jogging) [8](#page=8).
* 日本の会社で はたらいています (werk bij een Japans bedrijf) [8](#page=8).
* 銀行に つとめていました (werkte bij een bank - verleden tijd van routine) [8](#page=8).
* 大学で 教えています (geef les aan de universiteit) [8](#page=8).
* 大学で 日本語を 勉強しています (studeer Japans aan de universiteit) [8](#page=8).
#### 1.2.3 Resultatieve toestand
Dit beschrijft een toestand die het gevolg is van een vroegere verandering van een werkwoord. Dit wordt gebruikt met werkwoorden van verandering [5](#page=5).
##### 1.2.3.1 Werkwoorden voor het aantrekken van kledij en toebehoren
Bij werkwoorden die te maken hebben met het aantrekken van kledij of accessoires, onderscheidt de ~ている-vorm een eenmalige actie van de daaruit voortvloeiende toestand [17](#page=17).
* **Woordenboekvorm / ~ます-vorm:** duidt op de kortstondige, eenmalige handeling van het zich aankleden ('aantrekken', 'aandoen') [17](#page=17).
* **~ている・~ています-vorm:** duidt op de toestand als gevolg van deze handeling ('dragen', 'aan hebben') [17](#page=17).
* **Opmerking:** In het Japans zijn er specifieke werkwoorden afhankelijk van het kledingstuk of accessoire [17](#page=17).
> **Voorbeeld: Een trui (セーター)**
> * セーターを**着ます** (trekt een trui aan - eenmalige actie) [19](#page=19).
> * セーターを**着ています** (heeft een trui aan - de toestand) [19](#page=19).
> * 着る (きる) is het werkwoord voor het aantrekken van bovenkleding [20](#page=20).
> **Voorbeeld: Schoenen (くつ)**
> * くつを **はきます** (trekt schoenen aan - eenmalige actie) [22](#page=22).
> * くつを **はいています** (heeft schoenen aan - de toestand) [22](#page=22).
> * はく is het werkwoord voor het aantrekken van schoenen of onderkleding [23](#page=23).
> **Voorbeeld: Een hoed (ぼうし)**
> * ぼうしを **かぶります** (zet een hoed op - eenmalige actie) [25](#page=25).
> * ぼうしを **かぶっています** (heeft een hoed op - de toestand) [25](#page=25).
> * かぶる is het werkwoord voor het dragen van hoofddeksels of dingen die bovenop het hoofd gaan [28](#page=28).
> **Voorbeeld: Een bril (めがね)**
> * めがねを **かけます** (zet een bril op - eenmalige actie) [27](#page=27).
> * めがねを **かけています** (heeft een bril op - de toestand) [27](#page=27).
> * かける is het werkwoord voor het dragen van brillen, horloges, etc. [28](#page=28).
> **Voorbeeld: Een horloge (とけい)**
> * とけいを **しています** (draagt een horloge - de toestand). Het werkwoord 'する' kan hier ook gebruikt worden [30](#page=30) [31](#page=31).
##### 1.2.3.2 Werkwoorden van verandering (algemeen)
Bij werkwoorden die een verandering aangeven, drukt de ~ている-vorm de resulterende toestand uit [32](#page=32).
* **Woordenboekvorm / ~ます-vorm:** duidt op de verandering [32](#page=32).
* **Voorbeelden:** すわる (gaan zitten), やせる (afvallen), あく (open gaan) [32](#page=32).
* **~ている・~ています-vorm:** duidt op de toestand als gevolg van deze verandering [32](#page=32).
* **Voorbeelden:** すわっている (zit), やせている (is mager), あいている (is open) [32](#page=32).
> **Voorbeeld: Staan vs Zitten**
> * たちます (gaat staan - verandering) ⇒ たっています (staat - toestand) [33](#page=33).
> * すわります (gaat zitten - verandering) ⇒ すわっています (zit - toestand) [34](#page=34).
> * Contrast: たっています (staat) → すわります (gaat zitten) → すわっています (zit) [34](#page=34).
> * Contrast: すわっています (zit) → たちます (gaat staan) → たっています (staat) [34](#page=34).
> **Voorbeeld: Aankomen vs Vertrekken**
> * パリに **行きます** (gaat naar Parijs - verandering) [38](#page=38).
> * パリに **行っています** (is naar Parijs gegaan en is daar nu - de toestand dat men in Parijs is) [38](#page=38).
> * パリに **行きました** (ging naar Parijs - voltooid verleden tijd van de actie) [38](#page=38).
> **Voorbeeld: Deur die open/dicht gaat**
> * ドアが**閉まります** (de deur sluit - verandering) [39](#page=39).
> * ドアが**閉まっています** (de deur is gesloten - toestand) [40](#page=40).
> * ドアが**開きます** (de deur gaat open - verandering) [39](#page=39) [40](#page=40).
> * ドアが**開いています** (de deur is open - toestand) [40](#page=40).
> **Voorbeeld: Dikker/Mager worden**
> * ふとります (wordt dikker - verandering) ⇒ ふとって います (is dikker geworden - toestand) [35](#page=35).
> * やせます (wordt mager - verandering) ⇒ やせて います (is mager geworden - toestand) [36](#page=36).
### 1.3 Werkwoorden die vaak in de ~ている-vorm voorkomen voor statische betekenissen
Bepaalde werkwoorden worden vaak gebruikt in de ~ている-vorm om een permanente of langdurige toestand aan te duiden [41](#page=41).
* **住んでいます (すんでいます)**: 'woont' [41](#page=41) [46](#page=46).
* どこに すんでいますか (Waar woon je?) [41](#page=41).
* **持っています (もっています)**: 'heeft', 'bezit'. Dit drukt een toestand van bezit uit [41](#page=41).
* お金を もっていますか (Heb je geld?) [41](#page=41).
* **Belangrijk:** Het werkwoord ある (zijn, bestaan) wordt **nooit** in de ~ている-vorm gebruikt [41](#page=41).
* **似ています (にています)**: 'lijkt op' [41](#page=41).
* お父さんに にていますね (Je lijkt op je vader) [41](#page=41).
* **覚えています (おぼえています)**: 'herinnert zich' [41](#page=41).
* 名前を おぼえていますか (Herinner je je de naam?) [41](#page=41).
* ぜんぜん おぼえていません (Ik herinner me het helemaal niet) [41](#page=41).
> **Opmerking:** Het bijwoord ぜんぜん (helemaal niet) wordt typisch gebruikt met een negatief predicaat [41](#page=41).
* **知っています (しっています)**: 'kent'. Dit is een 'sterk' werkwoord (sterke betekenis) [42](#page=42).
* この人を しっていますか (Ken je deze persoon?) [42](#page=42).
* Vergelijking: ~をしる (kennen) vs ~がわかる (begrijpen) [42](#page=42).
#### 1.3.1 Kennis vs Begrip (知る vs わかる)
Het is cruciaal om het verschil te begrijpen tussen 知る (kennen, weten) en わかる (begrijpen, weten hoe).
* **知る (shiru):** Wordt gebruikt voor kennis over personen, plaatsen, feiten, etc.. Het wordt vaak in de ~ている-vorm gebruikt (知っている) om de toestand van weten aan te duiden [42](#page=42) [43](#page=43).
* 本田さんを **知っていますか** (Ken je meneer Honda?) [43](#page=43).
* 田中さんが結婚しましたよ。**知っていますか** (Meneer Tanaka is getrouwd. Weet je dat?) [43](#page=43).
* **わかる (wakaru):** Wordt gebruikt voor het begrijpen van concepten, talen, problemen, etc.. Het wordt zelden in de ~ている-vorm gebruikt [43](#page=43).
* 日本語が **わかりますか** (Begrijp je Japans?) [43](#page=43).
* 今日の文法は少し難しいですね。**わかります・わかりましたか** (De grammatica van vandaag is een beetje moeilijk. Begrijp je het?/Begreep je het?) [43](#page=43).
### 1.4 Combinatie van werkwoorden
Wanneer twee werkwoorden elkaar opvolgen, kan het eerste werkwoord in de te-vorm staan om de continuïteit of een gelijktijdige actie aan te geven [44](#page=44).
* De eerste handeling wordt voltooid en leidt tot een toestand waarin de tweede handeling plaatsvindt [44](#page=44).
* ソファーに**座って**テレビを**見ています** (Ik zit op de bank en kijk tv). Hier geeft 座って aan dat de toestand van zitten bestaat, terwijl er gekeken wordt [44](#page=44).
* **座って**プレゼンテーションを**待っています** (Ik zit en wacht op de presentatie) [44](#page=44).
### 1.5 Voorbeeldvertaling
> **Originele tekst:** Ken je An? Vorige week is ze getrouwd. Ze droeg een mooie lange jurk. Haar man droeg een zwarte broek en een wit hemd, en had een hoed op. Ze wonen nu in Canada. [45](#page=45).
>
> **Japanse vertaling:**
> アンさんを **知っていますか**。 [46](#page=46).
> せんしゅう**結婚しました**。きれいで長いドレスを **着ていました**。 [46](#page=46).
> ご主人【しゅじん】は黒いズボンを **はいて(いて)**、白いシャツを **着て(いて)**、帽子【ぼうし】を **かぶっていました**。 [46](#page=46).
> 今カナダに **住んでいます**。 [46](#page=46).
---
# Werkwoorden van ‘geven’ en ‘krijgen’
Dit deel van de cursus behandelt de Japanse werkwoorden あげる (ageru), くれる (kureru) en もらう (morau), die gebruikt worden om de handeling van geven en ontvangen uit te drukken, afhankelijk van de richting van de actie en de betrokken personen ten opzichte van de spreker [47](#page=47) [48](#page=48).
### 2.1 De werkwoorden voor ‘geven’
In het Japans worden twee werkwoorden gebruikt om ‘geven’ uit te drukken: あげる (ageru) en くれる (kureru). De keuze tussen deze twee werkwoorden hangt af van de richting van de gift ten opzichte van de ‘inner circle’ (うち - uchi) en de ‘outer circle’ (そと - soto) van de spreker, waarbij de spreker tot de ‘inner circle’ behoort [48](#page=48) [49](#page=49) [50](#page=50).
#### 2.1.1 あげる (ageru)
Het werkwoord あげる (ageru) wordt gebruikt wanneer de gift plaatsvindt **vanuit de ‘inner circle’ (うち) naar de ‘outer circle’ (そと)**, of **binnen de ‘inner circle’ zelf** waarbij de spreker niet de ontvanger is [51](#page=51) [52](#page=52).
De grammaticale structuur is als volgt:
$ \text{Iemand (X, onderwerp, binnen うち)} \quad \text{(Y, begunstigde, meewerkend voorwerp)} \quad \text{iets (lijdend voorwerp)} \quad \text{あげる} $ [53](#page=53).
* Het grammaticale onderwerp (X) is de gever, die tot de ‘inner circle’ behoort of de actie initieert buiten de spreker om [53](#page=53).
* De begunstigde (Y) is het meewerkend voorwerp en mag **nooit** de spreker zelf zijn [53](#page=53).
**Voorbeelden van het gebruik van あげる:** [54](#page=54).
* 1 → 2: (私は)(あなたに)本をあげます。 (Ik geef jou een boek.)
* 1 → 3: (私は)Tに 切手を あげました。 (Ik gaf T een postzegel.)
* 3(=1) → 3: 母が・は Tに 花を あげました。 (Moeder gaf T bloemen.) - Hier is de moeder de gever (onderwerp) en T de ontvanger. De spreker is niet direct betrokken als gever of ontvanger.
* 2 → 3: (あなたは)Yに 何を あげましたか。 (Wat gaf jij Y?)
* 3 → 3: Tが・は Yに CDを あげました。 (T gaf Y een CD.) - Hier zijn T en Y beide buiten de directe kring van de spreker.
#### 2.1.2 くれる (kureru)
Het werkwoord くれる (kureru) wordt gebruikt wanneer de gift plaatsvindt **vanuit de ‘outer circle’ (そと) naar de ‘inner circle’ (うち)**, inclusief de spreker [55](#page=55) [56](#page=56).
De grammaticale structuur is als volgt:
$ \text{Iemand (X, onderwerp, buiten うち)} \quad \text{(Y, begunstigde, meewerkend voorwerp, binnen うち)} \quad \text{iets (lijdend voorwerp)} \quad \text{くれる} $ [56](#page=56).
* Het grammaticale onderwerp (X) is de gever, die tot de ‘outer circle’ behoort [56](#page=56).
* De begunstigde (Y) is het meewerkend voorwerp en is iemand uit de ‘inner circle’, **inclusief de spreker zelf** [56](#page=56).
**Voorbeelden van het gebruik van くれる:** [57](#page=57).
* 2 → 1: (あなたは)(私に)何も くれませんでした (Jij gaf mij niets.)
* 3 → 1: Tが・は(私に)チョコレートを くれました。 (T gaf mij chocolade.)
* 3 → 3(=1): となりの人が・は おとうとに ボールを くれました。 (De buurman gaf mijn broertje een bal.) - Hier geeft de buurman (uit de 'outer circle') aan de broertje van de spreker (impliciet deel van 'inner circle').
* 3 → 2: Wが・は (あなたに)何を くれましたか。 (Wat gaf W jou?)
#### 2.1.3 Oefening: あげる of くれる?
De keuze hangt af van wie de gever is en wie de ontvanger, relatief ten opzichte van de spreker [58](#page=58).
* "3(=1) → 3" betekent een actie van een persoon buiten de spreker naar een andere persoon buiten de spreker (gebruik あげる).
* "3 → 3(=1)" betekent een actie van een persoon buiten de spreker naar iemand binnen de spreker's kring (gebruik くれる).
* "1 → 3" betekent een actie van de spreker naar iemand buiten de spreker's kring (gebruik あげる).
* "3 → 1" betekent een actie van iemand buiten de spreker's kring naar de spreker (gebruik くれる).
**Resultaten van de oefening:** [58](#page=58).
1. (私の)弟 → Tさん: あげる (1 -> 3)
2. Y → (私の)母: あげる (3 -> 3)
3. 私 → 友だち: あげる (1 -> 3)
4. T → (Tさんの)お父さん: あげる (3 -> 3)
5. T → (私の)妹: くれる (3 -> 3=1)
6. (私の)父 → 私: くれる (3 -> 1)
7. Yのお父さん → (私の)父: あげる (3 -> 3=1) - Dit is complexer; indien 'mijn vader' binnen de inner circle valt en Y's vader daarbuiten, dan geeft Y's vader aan mijn vader, wat een 'outer -> inner' beweging impliceert vanuit het perspectief van de spreker. Echter, de documentatie duidt hier op あげる, waarschijnlijk omdat Y's vader als buitenstaander wordt beschouwd die iets geeft aan de 'inner circle' vader. De meest directe interpretatie uit de oefening is echter 3 -> 3.
8. (私の)姉 → おばあちゃん: あげる (3=1 -> 3) - Als de zus deel uitmaakt van de inner circle.
9. おじいさん → 私: くれる (3 -> 1)
### 2.2 Het werkwoord voor ‘krijgen’
Het werkwoord もらう (morau) wordt gebruikt om de actie van ontvangen uit te drukken [61](#page=61).
#### 2.2.1 もらう (morau)
Het werkwoord もらう (morau) wordt gebruikt wanneer de spreker of iemand uit de ‘inner circle’ iets ontvangt, vanuit de ‘outer circle’.
De grammaticale structuur is als volgt:
$ \text{Iemand (X, onderwerp, de ontvanger)} \quad \text{(Y, gever, meewerkend voorwerp)} \quad \text{iets (lijdend voorwerp)} \quad \text{もらう} $ [61](#page=61).
* Het grammaticale onderwerp (X) is de ontvanger, die tot de ‘inner circle’ behoort [61](#page=61).
* De gever (Y) is het meewerkend voorwerp en is degene van wie je iets krijgt; deze persoon is **nooit** de spreker zelf die iets ontvangt [61](#page=61).
**Voorbeelden van het gebruik van もらう:** [62](#page=62).
* 1 ← 2: (私は)(あなたに)お金を もらいました。 (Ik kreeg geld van jou.)
* 1 ← 3: (私たちは)となりの人に キャンディを もらいました。(Wij kregen snoep van de buurman.)
* 2 ← 3: (あなたは)Kに テレビを もらいましたか。 (Kreeg jij een televisie van K?)
* 3 ← 3: Jは Tに とけいを もらいました。(J kreeg een horloge van T.)
#### 2.2.2 Oefening: あげる・くれる・もらう
Deze oefening vereist de correcte toepassing van alle drie de werkwoorden, afhankelijk van de richting van de actie en de betrokken partijen [63](#page=63).
**Resultaten van de oefening:** [64](#page=64).
1. 私 → 友だち: 友だちに かばんを あげました。 (Ik gaf een tas aan een vriend.)
2. 私 ← アリス: アリスさんが 手紙を くれました。 (Alice gaf mij een brief.)
3. アリス → 友だち: アリスさんが お友だちに 花を あげました。 (Alice gaf bloemen aan een vriend.)
4. ジョン → 私: ジョンさんに コーヒーを もらいました。 (Ik kreeg koffie van John.)
5. 友だち → (私の)弟: 友だちが 弟に ペンを くれました。 (Een vriend gaf mijn broertje een pen.)
6. カーリン ← アリス: カーリンさんが アリスさんに 本を もらいました。 (Carlin kreeg een boek van Alice.)
7. 私 ← (私の)弟: 弟が えんぴつを くれました。 (Mijn broertje gaf mij een potlood.)
---
# De grammatica-structuur ~たり ~たり する
Dit onderwerp behandelt de Japanse constructie ~たり ~たり する, die gebruikt wordt om representatieve handelingen of toestanden op te sommen, evenals herhalingen of afwisselingen [65](#page=65).
### 3.1 Vorming van ~たり
De vorm ~たり wordt gevormd door de niet-beleefde voltooide vorm van een woord te nemen en daar ~り aan toe te voegen. Dit geldt voor werkwoorden, i-adjectieven, na-adjectieven en zelfstandige naamwoorden [66](#page=66).
#### 3.1.1 Werkwoorden
* **Positieve vorm:** Werkwoord (voltooide tijd, niet-beleefd) + り
* Voorbeeld: 飲む (nomu - drinken) wordt 飲んだり (nondari) [66](#page=66).
* **Negatieve vorm:** Werkwoord (verleden tijd, niet-beleefd negatief) + り
* Voorbeeld: 飲まなかった (noma nakatta - niet gedronken) wordt 飲まなかったり (noma nakattari) [66](#page=66).
#### 3.1.2 i-adjectieven
* **Positieve vorm:** i-adjectief (verleden tijd) + り
* Voorbeeld: 大きい (ōkii - groot) wordt 大きかったり (ōkikattari) [66](#page=66).
* **Negatieve vorm:** i-adjectief (verleden tijd negatief) + り
* Voorbeeld: 大きくなかった (ōkiku nakatta - niet groot) wordt 大きくなかったり (ōkiku nakattari) [66](#page=66).
#### 3.1.3 na-adjectieven
* **Positieve vorm:** na-adjectief + だったり
* Voorbeeld: 便利 (benri - handig) wordt 便利だったり (benri dattari) [66](#page=66).
* **Negatieve vorm:** na-adjectief + じゃなかったり
* Voorbeeld: 便利じゃなかった (benri ja nakatta - niet handig) wordt 便利じゃなかったり (benri ja nakattari) [66](#page=66).
#### 3.1.4 Zelfstandige naamwoorden
* **Positieve vorm:** Zelfstandig naamwoord + だったり
* Voorbeeld: 本 (hon - boek) wordt 本だったり (hon dattari) [66](#page=66).
* **Negatieve vorm:** Zelfstandig naamwoord + じゃなかったり
* Voorbeeld: 本じゃなかった (hon ja nakatta - geen boek) wordt 本じゃなかったり (hon ja nakattari) [66](#page=66).
### 3.2 Gebruik van ~たり ~たり する
De constructie ~たり ~たり する wordt gebruikt voor twee hoofddoelen: het opsommen van representatieve handelingen of toestanden, en het beschrijven van herhalingen of afwisselingen [67](#page=67).
#### 3.2.1 Representatieve handelingen en toestanden
Wanneer deze constructie wordt gebruikt om handelingen of toestanden op te sommen, worden de genoemde voorbeelden als representatief beschouwd voor een grotere reeks of reeks activiteiten. Het impliceert dat er meer gedaan wordt dan alleen de genoemde acties, maar dat deze specifieke acties de kern of de meest voorkomende activiteiten vertegenwoordigen.
* **Voorbeeld 1:** 毎日、私は図書館で本を読んだり、漢字を書いたりしています。
* (Mainichi, watashi wa toshokan de hon o yondari, kanji o kaitari shite imasu.)
* Vertaling: Elke dag lees ik boeken in de bibliotheek en schrijf ik Chinese karakters [67](#page=67).
* **Voorbeeld 2:**
* A: 土曜日に何をしましたか。 (Doyōbi ni nani o shimashita ka.) - Wat heb je zaterdag gedaan?
* B: ~たり、~たり しました。 (...tari,...tari shimashita.) - Ik heb dit en dat gedaan [67](#page=67).
#### 3.2.2 Herhaling / afwisseling
Deze constructie kan ook gebruikt worden om aan te geven dat iets herhaaldelijk gebeurt of dat er sprake is van afwisseling. Dit kan betrekking hebben op bewegingen, staten of eigenschappen.
* **Voorbeeld 4:** 子どもはたったり すわったり しています。
* (Kodomo wa tattari suwattari shite imasu.)
* Vertaling: Het kind staat en zit. (Impliceert dat het kind heen en weer gaat tussen staan en zitten.) [67](#page=67).
* **Voorbeeld 5:** トマトは高かったり 安かったり します。
* (Tomato wa takakattari yasukattari shimasu.)
* Vertaling: Tomaten zijn duur en goedkoop. (Impliceert dat de prijs van tomaten varieert.) [67](#page=67).
* **Voorbeeld 6:** 日本語の教師は 日本人だったり ベルギー人だったり します。
* (Nihongo no kyōshi wa Nihonjin dattari Berugījindattari shimasu.)
* Vertaling: De Japanse leraren zijn Japanners en Belgen. (Impliceert dat er zowel Japanse als Belgische leraren zijn, of dat de achtergrond van de leraren varieert.) [67](#page=67).
* **Voorbeeld 7:** 寒かったり 寒くなかったり します。
* (Samukattari samuku nakattari shimasu.)
* Vertaling: Het is koud en niet koud. (Impliceert dat het weer wisselvallig is qua temperatuur.) [67](#page=67).
> **Tip:** Bij het gebruik van ~たり ~たり する is het belangrijk om de context te letten op of het gaat om een opsomming van representatieve activiteiten of om een beschrijving van herhaling of afwisseling. De structuur van de opgesomde elementen (werkwoorden, adjectieven, etc.) blijft echter consistent volgens de vormingsregels [66](#page=66) [67](#page=67).
---
# Nevenschikkende partikels en het gebruik van ~でしょう
Dit hoofdstuk behandelt de Japanse nevenschikkende partikels en de grammaticale constructie ~でしょう, die gebruikt wordt om onzekerheid of waarschijnlijkheid uit te drukken.
### 4.1 Nevenschikkende partikels
Nevenschikkende partikels worden gebruikt om elementen in een zin gelijkwaardig aan elkaar te verbinden. De meest voorkomende partikels in deze categorie zijn:
* **と (to)**: Gebruikt om twee of meer zelfstandige naamwoorden op een exclusieve manier te verbinden, wat betekent "A en B" [69](#page=69).
* Voorbeeld: AとB (A en B) [69](#page=69).
* **か (ka)**: Gebruikt om een keuze tussen twee of meer opties aan te geven, wat betekent "A of B" [69](#page=69).
* Voorbeeld: AかB (A of B) [69](#page=69).
* **や (ya)**: Gebruikt om een opsomming te geven die niet beperkend is. Het betekent "A en B (en dergelijke)". Dit impliceert dat er nog andere items kunnen zijn dan de genoemde A en B [69](#page=69).
* Voorbeeld: AやB(など) (A en B en dergelijke) [69](#page=69).
* **とか (toka)**: Vergelijkbaar met や, wordt dit gebruikt voor een illustratieve opsomming, vooral in spreektaal. Het betekent "A en B en zoiets/of zo/en zo" [69](#page=69).
* Voorbeeld: AとかBとか (A en B en zoiets/of zo/en zo) [69](#page=69).
### 4.2 Het gebruik van ~でしょう (deshō)
De uitgang ~でしょう wordt aan het einde van een zin geplaatst om onzekerheid, waarschijnlijkheid of een voorspelling uit te drukken. Het is een beleefde manier om een gok te doen of iets aan te nemen [72](#page=72).
#### 4.2.1 Toepassing in weersvoorspellingen
Dit deel van de tekst illustreert het gebruik van ~でしょう in het kader van weersvoorspellingen [71](#page=71).
* **Voorbeelden van weersvoorspellingen:**
* 今夜はすずしいでしょう。(Kon'ya wa suzushii deshō.)
"Vanavond zal het waarschijnlijk koel zijn." [71](#page=71).
* あしたは雨でしょう。(Ashita wa ame deshō.)
(= 雨が降るでしょう。 - Ame ga furu deshō.)
"Morgen zal het waarschijnlijk regenen." [71](#page=71).
* あさっては雨が降らないでしょう。(Asatte wa ame ga furanai deshō.)
"Overmorgen zal het waarschijnlijk niet regenen." [71](#page=71).
#### 4.2.2 Vergelijking met andere uitdrukkingen
Het is nuttig om ~でしょう te vergelijken met andere grammaticale constructies om het specifieke gebruik ervan beter te begrijpen [72](#page=72).
* **行きましょうか。(ikimashō ka.)**
Dit betekent "Zullen we gaan?" en wordt gebruikt als een uitnodiging of aansporing. De partikel か hier heeft een vragende/uitnodigende functie, niet die van onzekerheid [72](#page=72).
* **行ってもいいでしょうか。(itte mo ii deshō ka.)**
Dit betekent "Zouden we mogen gaan?" en wordt gebruikt als een bescheiden vraag om toestemming. De uitgang でしょうか voegt een extra laag van beleefdheid en bescheidenheid toe aan de vraag [72](#page=72).
* **行くでしょう。(iku deshō.)**
Dit betekent "Zij zullen / hij/zij zal waarschijnlijk gaan" en drukt onzekerheid uit. Het is vergelijkbaar met 多分行くでしょう (tabun iku deshō - waarschijnlijk gaan) [72](#page=72).
> **Tip:** Hoewel ~でしょう onzekerheid uitdrukt, is het belangrijk om het onderscheid te maken met de beleefde vraagvormen die ook か kunnen bevatten. De context en de algehele zinsstructuur bepalen de precieze betekenis.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| ~ている | Een Japanse grammaticale constructie die gebruikt wordt om een voortdurende actie, een gewoonte, een herhaalde actie, of een resultatieve toestand aan te geven. |
| Statieve werkwoorden | Werkwoorden die een toestand beschrijven in plaats van een actie, zoals de Japanse werkwoorden いる (zijn) en ある (zijn). |
| Actieve/Dynamische werkwoorden | Werkwoorden die een actie of verandering weergeven, onderverdeeld in duratieve (voortdurende) en kortstondige (veranderende) acties. |
| Duratieve werkwoorden | Werkwoorden die een actie beschrijven die gedurende een bepaalde periode voortduurt, zoals 食べる (eten), 使う (gebruiken), en 働く (werken). |
| Werkwoorden van verandering (kortstondig) | Werkwoorden die een plotselinge of kortstondige verandering weergeven, zoals 起きる (opstaan),死ぬ (sterven), en 結婚する (trouwen). |
| Progressieve handeling | De aanduiding van een actie die momenteel bezig is, gevormd met de ~ている-vorm en duratieve werkwoorden. |
| Gewoonte, herhaalde actie, routine | Het beschrijven van terugkerende gebeurtenissen of acties die deel uitmaken van iemands dagelijkse leven, weergegeven door de ~ている-vorm met duratieve werkwoorden. |
| Resultatieve toestand | Een toestand die het gevolg is van een voltooide actie van een werkwoord van verandering, weergegeven met de ~ている-vorm. |
| Kortstondige eenmalige handeling | Een actie die één keer en voor korte duur plaatsvindt, zoals het aantrekken van kleding in de woordenboekvorm of ~ます-vorm. |
| Dragen (kleding) | De toestand van het aanhebben van kleding, weergegeven door de ~ている・~ています-vorm na een eenmalige handeling van aantrekken. |
| Werkwoorden van geven | De Japanse werkwoorden あげる en くれる, die beide "geven" betekenen, maar verschillen in de richting van de gift ten opzichte van de spreker. |
| あげる | Een Japans werkwoord voor "geven", gebruikt wanneer de gift van binnen de groep van de spreker (うち) naar buiten (そと) gaat, of binnen een groep. |
| くれる | Een Japans werkwoord voor "geven", gebruikt wanneer de gift van buiten de groep van de spreker (そと) naar binnen (うち) gericht is. |
| Werkwoorden van krijgen | Het Japanse werkwoord もらう, dat "krijgen" betekent, gebruikt wanneer de begunstigde het grammaticale onderwerp is. |
| もらう | Een Japans werkwoord voor "krijgen", gebruikt wanneer de ontvanger het grammaticale onderwerp is en de gift van een ander komt. |
| ~たり ~たり する | Een Japanse grammaticale structuur die gebruikt wordt om een reeks van representatieve handelingen of toestanden op te sommen, of om herhalingen en afwisselingen aan te duiden. |
| Werkwoord (動詞) | Het Japanse woord voor werkwoord. De vorming van ~たり is gebaseerd op de non-polite voltooide vorm van het werkwoord. |
| ~い-adjectief (~い-形容詞) | Japanse adjectieven die eindigen op ~い. De vorming van ~たり is van toepassing op hun verleden tijdsvorm. |
| ~な-adjectief | Japanse adjectieven die gevolgd worden door な in hun naamwoordelijke functie. Hun ~たり-vorming vereist een partikel zoals だ of で. |
| Naamwoord (名詞) | Het Japanse woord voor naamwoord. De ~たり-vorming kan toegepast worden op naamwoorden, meestal met een partikel zoals だ. |
| Nevenschikkende partikels | Kleine woorden in het Japans die zelfstandige naamwoorden of zinsdelen met elkaar verbinden op een gelijkwaardige manier, zoals と (en), か (of), や (en, onder andere), en とか (en, enz.). |
| ~でしょう | Een Japanse grammaticale vorm die waarschijnlijkheid of onzekerheid uitdrukt, vergelijkbaar met "waarschijnlijk" of "zal wel". |