Cover
立即免费开始 Hoofdstuk Klasmanagement _ Routines en rituelen (2).docx
Summary
# Routines in de kleuterklas
Dit onderwerp behandelt het concept, belang en de implementatie van routines in een kleuterklas, met nadruk op hoe routines leerzaam, taalstimulerend en ondersteunend voor de ontwikkeling van kinderen kunnen zijn.
## 1\. Wat zijn routines?
Routines zijn een vaste, opeenvolgende reeks activiteiten die vaak functioneel van aard zijn. In de kleuterklas betreft dit steeds terugkerende situaties (dagelijks, wekelijks) die gekoppeld zijn aan een specifieke plaats en tijd, en die op dezelfde manier verlopen. Voorbeelden zijn:
* Jas aan- en uitdoen
* Naar het toilet gaan
* Zich verplaatsen (naar de klas, turnzaal)
* Opruimen
* Handen wassen
* Schooltas leegmaken en vullen
* Eet- en drinkmoment
* Planten water geven
Vaak gaat het over zorgmomenten (toiletbezoek, handen wassen, tussendoortje eten) en overgangsmomenten. Deze laatste momenten, zoals van de ene plaats naar de andere gaan of de overgang tussen activiteiten (bijvoorbeeld opruimen), kunnen onrustig zijn en veel tijd in beslag nemen. Daarom is het belangrijk deze zo vlot mogelijk te laten verlopen met weinig wachttijd, en tegelijk te zoeken naar optimale leerkansen.
## 2\. Belang van routines
Routines zijn cruciaal omdat ze aansluiten bij de basale behoeften van jonge kinderen:
* **Nood aan houvast en veiligheid:** Routines bieden voorspelbaarheid en structuur.
* **Nood aan lichamelijke zorg en zelfredzaamheid:** Ze ondersteunen kinderen in hun zelfzorg.
* **Nood aan motorische activiteit:** Veel routines omvatten fysieke handelingen.
* **Behoefte aan autonomie (zelfcontrole):** Kinderen krijgen ruimte om zelf beslissingen te nemen binnen de routine.
* **Behoefte aan verbondenheid (erbij horen):** Routines creëren gedeelde ervaringen en bevorderen interactie.
* **Behoefte aan competentie (succeservaringen):** Kinderen ervaren dat ze iets zelf kunnen.
Daarnaast dragen routines bij aan:
* **Rust in de klas:** Ze scheppen een kalme en voorspelbare omgeving.
* **Ontwikkeling van zelfstandigheid en initiatief:** Kinderen leren zelf actie te ondernemen.
* **Zelfvertrouwen:** De wetenschap "Ik weet wat ik moet doen, ik kan dit zelf" versterkt het zelfbeeld.
* **Verbetering van het werkgeheugen:** Door de vermindering van te verwerken stimuli kunnen kleuters zich beter concentreren op leeractiviteiten.
* **Stimulering van taalverwerving:** Routines bieden veel kansen voor taalgebruik en interactie.
* **Stimulering van andere ontwikkelingsaspecten:** Routines kunnen ingezet worden voor het bevorderen van zelfredzaamheid, contact en verbondenheid, wiskundige initiatie, ontluikende geletterdheid en executieve functies.
> **Tip:** Routines zijn krachtige leermomenten die verder reiken dan enkel het uitvoeren van een handeling.
## 3\. Hoe maak je een routine krachtig? Hoe begeleid je routine?
Om routines krachtig te maken en ze effectief te begeleiden, zijn er verschillende aandachtspunten:
### 3.1. Routine vol taal- en interactiekansen
* **Creëer spreekkansen:** Faciliteer interactie tussen kinderen onderling en met de leerkracht.
* **Verrijk gesprekken:** Gebruik naast dagelijkse taal ook schooltaal en bied een uitdagend taalaanbod, ondersteund door visuele middelen en herhaling.
* **Bied extra spreekkansen:** Geef kleuters voldoende antwoordtijd en taalruimte.
* **Geef feedback die uitdaagt en ondersteunt:** Reageer op de inbreng van de kinderen.
* **Verwoorden:** Benoem wat je zelf doet (self-talk) en wat de kinderen doen (parallel-talk).
### 3.2. Andere ontwikkelingskansen en weinig wachttijd
* **Houd rekening met de bedoeling van de routine:** Vraag je af of iedereen tegelijk honger heeft, of er andere ontwikkelingskansen (bv. denken, samenhorigheid) benut kunnen worden.
* **Ontwikkelingsnoden- en kansen van de leeftijdsgroep:** Pas routines aan naargelang de leeftijd van de kleuters. Peuters hebben andere routines nodig dan oudere kleuters.
* **Mate waarin routine gekend is:** Vertrouwde routines kosten minder tijd dan nieuwe.
* **Geef kleuters tijd, maar zorg voor minimale wachttijd:** Laat kinderen die klaar zijn anderen helpen, geef hen een opdrachtje, of voorzie materiaal voor tijdens het wachten (bv. zoekopdrachten).
### 3.3. Denk aan autonomie, verbondenheid en competentie
* **Autonomie:** Bied keuzemogelijkheden en laat kinderen zoveel mogelijk zelf doen.
* **Verbondenheid:** Creëer kansen voor interactie, moedig hulp aan en laat kinderen elkaar iets vertellen tijdens bijvoorbeeld een eetmoment.
* **Competentie:** Geef opdrachten die haalbaar zijn en net een stapje verder gaan om groei te stimuleren. Voorkom opdrachten die kinderen niet kunnen uitvoeren.
### 3.4. Tips om overgangsmomenten zorgvuldig te begeleiden
* **Bereid kinderen voor:** Gebruik muziek, beweging of fantasie om overgangen aan te kondigen.
* **Vaste structuur:** Zorg voor een duidelijke, herkenbare opbouw.
* **Houd overgangsmomenten kort:** Maximaliseer de efficiëntie.
* **Maak van overgangsmomenten krachtige leeractiviteiten:** Integreer zelfstandig leren, elkaar helpen, raadsels en taalspelletjes.
* **Gerichte ondersteuning:** Bied hulp aan kleuters die moeite hebben met overgangen.
## 4\. Hoe leer je kinderen een nieuwe routine?
Kinderen leren routines niet altijd spontaan. Vooral aan het begin van het schooljaar is het belangrijk om nieuwe routines zorgvuldig aan te leren:
1. **Modelgedrag:** Toon duidelijk wat er van de kinderen verwacht wordt.
2. **Oefenen:** Voer de routine samen met de kinderen uit.
3. **Visuele ondersteuning:** Gebruik pictogrammen, foto's of een stappenplan.
4. **Reflectie:** Laat kinderen nadenken over wat goed ging en wat beter kan.
Gedurende het hele jaar blijven herhaling en verduidelijking van routines belangrijk. Routines kunnen na verloop van tijd eentonig worden, dus het is raadzaam om regelmatig de organisatie ervan te evalueren en dit eventueel samen met de kleuters te bespreken.
> **Tip:** Wanneer je als stagiair een routine 'eigen' maakt, vertrek dan van de bestaande routine om de houvast voor de kleuters te behouden. Varieer wel in de speelse aanpak en zoek manieren om de routine krachtiger te maken.
## 5\. Routines voorbereiden
Voor de voorbereiding van routines zijn er diverse aandachtspunten, met name voor stage:
* **Herkenbaarheid:** Zorg dat de routine duidelijk is voor de kleuters.
* **Profileren met durf:** Durf vernieuwend te zijn in de aanpak.
* **Speelse elementen integreren:** Maak de routine aantrekkelijk.
* **Ontwikkelingsstimulerende meerwaarde:** Voeg een leerzaam aspect toe, zoals taalverwerving.
* **Autonomie, verbondenheid en competentie:** Houd hier rekening mee bij het ontwerpen van de routine.
* **Varianten voorzien:** Bied mogelijkheden om kleuters betrokken en uitgedaagd te houden.
Bij het voorbereiden van een routine in een voorbereidingsfiche, let je op:
* **Verloop:** Tijdstip, duur, plaats.
* **Organisatie:** Nodige materialen.
* **Afspraken:** Realistisch en positief geformuleerd (bv. "We wandelen in de gang" in plaats van "Niet rennen").
* **Speelse aanpak:** Liedjes, versjes, bewegingen.
* **Impulsen:** Aanzetten tot activiteit (ook met oog voor taal).
* **Ontwikkelingskansen:** Welke leerdoelen worden nagestreefd?
Bij de voorbereiding op stage observeer je de bestaande routine, neem deze eerst over en maak deze later eigen met aanvullingen.
## 6\. Wat zijn rituelen?
Rituelen zijn procedures of routines met een diepere, symbolische betekenis. Ze helpen navigeren door emotioneel belangrijke gebeurtenissen en zijn vaak gebonden aan specifieke gelegenheden. Een ritueel is een manier van handelen die krachtiger en betekenisvoller is dan een standaardroutine. Ze verlopen meestal volgens een vast patroon, met symbolen (gebaren, voorwerpen) die meer zeggen dan woorden alleen. Rituelen zijn betekenisvolle gewoonten gekoppeld aan zingeving of symboliek. Ze kunnen ontstaan binnen een gemeenschap of persoonlijk zijn.
Voorbeelden zijn: verjaardagsritueel, haka-dans, gebedsritueel, huwelijksritueel, maar ook het afscheid nemen van huis voor school of een specifieke begroeting binnen een vriendengroep. In de kleuterklas focussen we op rituelen zoals het morgenritueel, avondritueel en verjaardagsritueel.
Rituelen onderscheiden zich van routines door het gebruik van betekenisvolle symbolen en door hun diepgang. Ze geven een stukje identiteit aan een groep.
### 6.1. Kenmerken van rituelen
1. **Vast patroon:** Rituelen komen steeds in ongeveer dezelfde volgorde terug.
2. **Overgangen begeleiden:** Ze helpen bij belangrijke levensmomenten of 'levenscrises' (zindelijk worden, naar school gaan, ziek zijn, etc.) en geven hieraan zin.
3. **Aansluiting bij de belevingswereld:** Rituelen zijn betekenisvol omdat ze verbonden zijn met het leven van de uitvoerenden en gevoelens van veiligheid bieden. Ze moeten afgestemd zijn op het ontwikkelingsniveau van de kinderen.
## 7\. Belang van rituelen
Rituelen spelen een belangrijke rol in het dagelijks leven van kinderen:
* **Houvast en structuur:** Ze brengen ritme en duidelijkheid, wat essentieel is voor een gevoel van veiligheid en basisvertrouwen.
* **Betekenis geven:** Ze helpen kinderen zin te geven aan veranderingen en soms moeilijke overgangen.
* **Actieve participatie en eigen rituelen:** Kinderen ontwikkelen eigen rituelen vanuit een behoefte aan veiligheid en structuur. Het is belangrijk hier oog voor te hebben en eraan deel te nemen.
* **Verbinding:** Klasrituelen zoals een welkomstlied, vertelmoment of verjaardagsritueel zijn herkenbaar en bieden houvast. Ze creëren rust en stilte, wat deugddoend is voor kleuters.
* **Relatieopbouw:** Ze versterken de relatie tussen leerkracht en kleuter, en tussen kleuters onderling. Door het gezamenlijk beleven van rituelen ontstaat verbondenheid en een gevoel van samenhorigheid.
* **Identiteit:** Rituelen tonen wat een klas belangrijk vindt en onderscheidt de groep van anderen, wat bijdraagt aan klasidentiteit.
## 8\. Rituelen binnen de levensbeschouwelijke groei
Dit aspect wordt verder uitgediept in het vak 'Godsdienst 1', waar de integratie van religieuze elementen en de stimulering van geloofsontwikkeling binnen rituelen aan bod komt.
## 9\. Het morgenritueel
### 9.1. Wat is een morgenritueel?
Het morgenritueel is de manier waarop het individuele en gezamenlijke onthaal 's ochtends verloopt. Het begint al op de speelplaats met begroetingen. In de klas kan dit ritueel klassikaal gebeuren, waarbij alle onderdelen gezamenlijk worden doorlopen, of meer zelfstandig door de kinderen met een korter gezamenlijk moment.
Een ochtendroutine die enkel focust op aanwezigheden en kalenders is louter een routine. Het wordt een ritueel wanneer er aandacht is voor verbondenheid, samenhorigheid, duiding, symbolen, stilte en eventueel gebed. Er is een evolutie merkbaar van het klassieke klassikale morgenritueel naar een meer open en activerend onthaal. Dit open onthaal kan starten met vrij spel, taakjes en opdrachten, waardoor kinderen meer initiatief krijgen. De ervaringen uit het open onthaal kunnen dan aanleiding geven tot een gezamenlijk kringmoment.
Het doel van het onthaal is dat kleuters voelen dat hun aanwezigheid belangrijk is en dat ze deel uitmaken van een groep. Kringmomenten, op verschillende momenten van de dag, blijven belangrijk voor het beleven van samenhorigheid en verbondenheid (zang, bezinning, contactspel, stiltemoment, gesprek).
### 9.2. Onderdelen van een klassikaal morgenritueel
* **Onthaal en begroeting:** Start al op de speelplaats. In de klas individueel begroeten of met een vers of lied.
* **Aanwezigheden:** Kleuters herkennen hun namen en die van klasgenoten. Kan spelenderwijs, met naamspelletjes, en is een officieel document. Bij een open onthaal doen kinderen dit vaak zelf.
* **Kalenders:** Weerkalender, dag-, week-, maandkalender. Vaak ondersteund door liedjes. Bij een open onthaal kunnen kinderen dit zelfstandig of in groepjes doen.
* **Contactspel:** Gericht op het dichter bij elkaar brengen van kleuters (leerkracht-kleuter en kleuter-kleuter). Stimuleert dansen, bewegen, zingen, handelen, en wederkerigheid. Materialen zoals knuffels, schelpen of pluimpjes kunnen gebruikt worden.
* **Fase 1:** Accent op leerkracht-kleuter contact.
* **Fase 2:** Accent op kleuter-kleuter contact.
* Kan inspiratie bieden voor het groepsgevoel, vriendschap en respect.
* **Richtlijnen:** Vlotte start, duidelijke uitleg, actieve betrokkenheid, tijdig einde.
* **Stiltemoment/soms met gebed en duiding:** Een moment om tot rust te komen, wat deugddoend is voor alle kleuters. Het aanleren van stilte is belangrijk voor gebedsopvoeding.
* **Voorbeelden van stiltespel:** Belletje doorgeven, luisteren naar een geluid, bewegen met een kaarsvlam, mediatie, yoga, luisterspelletjes.
* **Gebed en duiding:** In katholiek onderwijs kan dit een gebedslied of gesproken gebed zijn, afgestemd op het thema of de periode. In niet-katholiek onderwijs kan dit een ander tekstje of lied zijn. Een kaars kan ontstoken worden.
* **Praatkring of onthaalgesprek:**
* **Terugblik op taken:** Bij een open onthaal kunnen kinderen terugblikken op uitgevoerde taken (bv. weergroep, kalendergroep).
* **Reflectie op gebeurtenissen:** Terugblik op conflicten of geobserveerd spel.
* **Open onthaalgesprek/vertelronde:** Kinderen delen ervaringen en gevoelens, wat het gevoel erbij te horen vergroot en de spreekdurf bevordert. De leerkracht toont aanvaarding en interesse.
* **Zinvol wanneer:** Er is echte betrokkenheid, het is een gezellig samenzijn, gemeenschappelijke ervaringen komen aan bod, het is verbonden met de dag, het vergroot spreekdurf en stimuleert taal.
* **Richtlijnen:** Oogcontact, interesse tonen, geen opmerkingen over taalfouten, afspraken nakomen, open vragen stellen, duidelijk einde.
* **Mogelijke problemen:** Kinderen die moeilijk naar elkaar luisteren (oplossing: praatstok of -pop), waarbij de leerkracht de keuze van wie aan het woord komt, zorgvuldig afweegt.
* **Gespreksregels voor kleuters:** Duidelijk spreken, niet door elkaar, tegen de kring spreken, oogcontact, aandachtig luisteren, teken geven om te spreken, iedereen laten meedoen, niet te lang spreken, luisteren naar anderen, respect tonen.
* **Gespreksvaardigheden en interventies:** Inhoudelijke, verbindende/vergelijkende en gespreks-technische impulsen.
* **Andere mogelijke onderdelen:** Thematisch kringgesprek, planningsgesprek, terugblikgesprek, toonmoment, voorlezen van een verhaal, bewegingsmoment, verdeling van taakjes.
### 9.3. Het morgenritueel voorbereiden
Een goede voorbereiding is essentieel, met behulp van een voorbereidingsfiche.
**Praktische tips voor op stage:**
* Noteer de onderdelen van het morgenritueel in de stageklas nauwkeurig.
* Maak duidelijke afspraken met de mentor.
* Ken de vaste momenten van het ritueel goed.
* Maak of vraag naamkaartjes.
* Oefen liedjes en spreek verzorgde taal.
* Straal rust uit en heb het ritueel onder de knie.
* Stuur "druktemakers" bij door ze dichtbij te zetten en eventueel een taak te geven.
* Zorg voor oogcontact en fysiek contact (hand op schouder).
* Maak van het onthaal een ritueel, geen routine, en zorg voor basisvertrouwen en verbondenheid.
* Stem contactspel/stiltespel eventueel af op het thema.
* Vanaf semester 2 kan eigen inbreng toegevoegd worden, eventueel via een rituelendoos.
**Structuur van het morgenritueel:**
* **Open en activerend onthaal:** Vaak eerst vrij spel en zelfstandige taken, gevolgd door een kort en krachtig kringmoment met aandacht voor samenhorigheid, terugblik en verbondenheid.
* **Klassikaal morgenritueel:** Kan bestaan uit onthaal/begroeting, aanwezigheden, kalenders, contactspel, stiltemoment/stiltespel, praatkring/onthaalgesprek, duidingsmoment/gebed, verdeling van taken, overgang naar planning, muzische elementen, vlotte opvolging, en eventueel een rituelenkoffer.
**Begeleidingsaandachtspunten:** Rustige en expressieve houding, sensitieve en responsieve begeleiding, goede dosering van aandacht, sfeervol, aandacht voor samenhorigheid en verbondenheid.
## 10\. Enkele andere rituelen in de klas
Naast het morgenritueel zijn er ook andere rituelen:
* **Het verjaardagsritueel:** Hoe wordt dit in de klas vormgegeven?
* **Het avondritueel:** Wat gebeurt er aan het einde van de dag?
* **De rituelendoos:** Vanaf semester 2 kan een eigen inbreng, bestaande uit voorwerpen, prenten, teksten, liedjes en symbolen, toegevoegd worden aan het morgenritueel. Deze doos kan ook voor andere kringmomenten gebruikt worden. Het dient om het ritueel herkenbaar, maar ook verrassend te houden en de leerkracht beter te leren kennen.
* * *
# Rituelen in de kleuterklas
Rituelen zijn procedures of routines met een diepere, vaak symbolische betekenis die kinderen helpen navigeren door belangrijke gebeurtenissen en gevoelens, en die bijdragen aan een gevoel van veiligheid, verbondenheid en identiteit.
## Wat zijn rituelen?
Rituelen zijn procedures of routines die een diepere betekenis hebben en helpen bij het navigeren door emotioneel belangrijke gebeurtenissen. Ze onderscheiden zich van routines door het gebruik van symbolen, zoals gebaren of voorwerpen, die een specifieke betekenis dragen. Rituelen verlopen meestal volgens een vast patroon en maken iets duidelijk aan elkaar, vaak met meer impact dan woorden alleen.
Er zijn verschillende soorten rituelen:
* **Gemeenschapsrituelen**: Gebruikelijk binnen een groep of gemeenschap.
* **Persoonlijke rituelen**: Eigen aan een individu.
In de kleuterklas focussen we op rituelen die deel uitmaken van de leefwereld van de kinderen, zoals het morgenritueel, het avondritueel en het verjaardagsritueel.
## Belang van rituelen
Rituelen zijn essentieel in de opvoeding van kinderen omdat ze:
* **Houvast bieden**: Ze creëren ritme en structuur, wat bijdraagt aan een gevoel van veiligheid en basisvertrouwen.
* **Diepgang geven aan routines**: Ze verlenen betekenis aan dagelijkse gebeurtenissen.
* **Identiteit creëren**: Ze tonen wat een klas of groep belangrijk vindt en onderscheiden deze van andere groepen.
* **Verbondenheid stimuleren**: Ze creëren een sfeervol en gezamenlijk moment dat verbindend werkt en kinderen samenhorigheid laat ervaren.
* **Relaties versterken**: Ze helpen bij het opbouwen, versterken en uitdrukken van de relatie tussen leerkracht en kleuter, en tussen kleuters onderling.
* **Helpen bij overgangen**: Ze begeleiden kinderen door verandering en "levenscrises", zoals zindelijk worden, naar school gaan of ziek zijn.
* **Zin geven**: Ze helpen kinderen betekenis te geven aan hun leven en ervaringen.
## Rituelen binnen de levensbeschouwelijke groei van kinderen
Rituelen kunnen elementen uit verschillende levensbeschouwelijke tradities, zoals de christelijke traditie, integreren en zo bijdragen aan de geloofsontwikkeling van kinderen. Dit aspect wordt verder uitgediept in het vak OPO ‘Godsdienst 1’.
## Het morgenritueel
Het morgenritueel is de manier waarop het individueel en gezamenlijk onthaal van de dag vorm krijgt. Het begint al op de speelplaats met begroetingen en gaat verder in de klas.
### Wat is een morgenritueel?
Het morgenritueel is de aanpak van het individueel en gezamenlijk onthaal, dat al op de speelplaats kan starten met begroetingen. In de klas kan dit variëren van een volledig klassikaal moment in de kring tot een meer open en activerend onthaal met vrij spel en individuele taken, gevolgd door een gezamenlijk kringmoment. Het doel is de kleuters te laten voelen dat hun aanwezigheid belangrijk is en dat ze deel uitmaken van de groep.
### Het kan op verschillende manieren…
Er is een evolutie zichtbaar van het klassieke klassikale morgenritueel naar een meer open en activerend onthaal. Bij een open onthaal starten kleuters vaak met vrij spel, taakjes en opdrachten, wat hun initiatief en zelfsturing vergroot. De ervaringen uit dit open onthaal kunnen aanleiding geven tot een gezamenlijk kringmoment.
### Even inzoomen op…
Verschillende onderdelen kunnen deel uitmaken van het morgenritueel:
#### Begroeting
Het onthaal begint reeds op de speelplaats met individuele begroetingen. In de klas kan de leerkracht de kleuters individueel begroeten bij het binnenkomen of starten met een gezamenlijk vers of lied. Bij een open onthaal gebeurt de individuele begroeting vaak al tijdens het vrij spel.
#### Aanwezigheden
Het aanduiden of noteren van aanwezigheden is een veelvoorkomend onderdeel. Kleuters herkennen hun naam en die van klasgenoten. Dit kan uitgroeien tot een spel met naamspelletjes. Bij een open onthaal doen kinderen dit vaak zelfstandig.
#### Kalenders
Het verzorgen van de kalenders (weer-, dag-, week-, maandkalender) is een vast onderdeel dat vaak gezamenlijk gebeurt, ondersteund door liedjes en versjes. Bij een open onthaal kunnen kinderen hier zelfstandig of in groepjes mee bezig zijn.
#### Contactspel
Contactspelen hebben als doel kleuters dichter bij elkaar te brengen en elkaar beter te leren kennen, zowel de relatie leerkracht-kleuter als kleuter-kleuter. Ze nodigen uit tot dansen, bewegen, zingen en zeggen, en bevorderen respect en vertrouwen. De nadruk kan liggen op fysiek contact bij jongere kleuters, en op verbondenheid bij oudere kleuters.
> **Voorbeeld:** Vlindertje, fladder maar heen en weer (waarbij een handpop de interactie stimuleert).
> **Voorbeeld:** Met een ander/ Speelkriebels p. 232 (dansspel waarbij kinderen elkaar aanraken met specifieke lichaamsdelen).
> **Voorbeeld:** Kutshitshi (dansspel waarbij kleuters elkaar uitnodigen om mee te doen).
> **Voorbeeld:** Ik vind je lief… (spel waarbij kinderen pluimpjes doorgeven met een compliment).
> **Voorbeeld:** Wat kan jij goed… (spel waarbij complimenten worden gegeven met kralenkettingen).
#### Stiltemoment/soms met gebed en duiding
Afsluiten met een moment van rust en stilte is belangrijk. Dit kan door middel van stiltespel, waarbij kleuters leren genieten van stilte. Dit is ook een voorwaarde voor gebedsopvoeding.
> **Voorbeeld:** Belletje doorgeven zonder het te laten horen.
> **Voorbeeld:** Bewegen als een vlammetje op zachte muziek.
> **Voorbeeld:** Tuinkriebels/ Speelkriebels p. 296 (spel waarbij kinderen op elkaars rug masseren in de vorm van tuinieren).
In het katholiek onderwijs kan dit moment een gebedsmoment zijn met gebedsliedjes of gesproken gebeden. In niet-katholiek onderwijs kan dit een ander tekstje of lied zijn. Soms wordt een kaars aangestoken voorafgaand aan het duidings- of gebedsmoment.
#### Praatkring of onthaalgesprek
Dit is een moment om terug te blikken op taken, te reflecteren op gebeurtenissen, of om kleuters te laten vertellen over hun belevenissen. Het vergroot de spreekdurf, het gevoel erbij te horen en het basisvertrouwen.
* **Terugblik op uitgevoerde taken**: Kinderen vertellen over hun taak (bv. weergroep, kalender).
* **Reflectie op gebeurtenissen**: Bespreken van conflicten of geobserveerd spel.
* **Open onthaalgesprek of vertelronde**: Kinderen delen hun impressies en gevoelens.
> **Richtlijnen voor een kringgesprek:** oogcontact, interesse tonen, geen opmerkingen over taalfouten, luisteren naar elkaar, stimuleren van schuchtere kleuters, afsluiten met duidelijke samenvatting. **Mogelijke problemen:** kinderen die moeilijk luisteren naar elkaar (gebruik van praatstok/pop), kiezen wie aan het woord komt.
> **Gespreksregels voor kleuters:** duidelijk spreken, niet door elkaar praten, tegen de kring praten, teken geven bij spreekbeurt, aandachtig luisteren, accepteren van verschillende meningen.
> **Gespreksvaardigheden en impulsen:**
>
> * **Inhoudelijke impulsen:** open vragen stellen, bijvragen om ervaringen te verdiepen.
>
> * **Verbindende/Vergelijkende impulsen:** overgangen maken tussen onderwerpen, ervaringen vergelijken.
>
> * **Gesprekstechnische impulsen:** herinneren aan afspraken, stimuleren tot spreken, beurten geven.
>
#### Andere…
Naast de bovenstaande onderdelen kunnen ook thematische kringgesprekken, planningsgesprekken, terugblikgesprekken, toonmomenten, voorlezen van verhalen of waardenverhalen, bewegingsmomenten, verdeling van taakjes, of de start van hoekenaanbod deel uitmaken van het onthaal of andere momenten op de dag.
### Het morgenritueel voorbereiden
Een goede voorbereiding is cruciaal. Gebruik de voorbereidingsfiche voor begeleide activiteiten.
* Noteer de onderdelen van het morgenritueel in de stageklas.
* Maak afspraken met de mentor, bv. over het gebruik van een praatstok.
* Ken de vaste momenten van het ritueel goed.
* Maak en gebruik naamkaartjes.
* Oefen liedjes en spreek verzorgde, volwassen taal.
* Straal rust uit en heb het ritueel onder de knie.
* Onderbreek indien nodig voor druktemakers en geef hen eventueel een taakje.
* Zorg voor oogcontact en gebruik aanraking voor aandacht.
* Maak van het onthaal een ritueel met basisvertrouwen en verbondenheid, geen loutere routine.
* Stem het contactspel/stiltespel af op het thema.
* Vanaf semester 2 kan eigen inbreng worden toegevoegd, bv. via de rituelendoos.
## Enkele andere rituelen in de klas
### Het verjaardagsritueel
Dit ritueel viert de verjaardag van een kind en is een belangrijk moment van erkenning en viering.
### Het avondritueel
Dit ritueel markeert het einde van de schooldag en begeleidt de overgang naar huis.
### De rituelendoos
Een aantrekkelijke doos, mand of koffer die voorwerpen, prenten, verhalen, liedjes, gebeden en symbolen bevat om het morgenritueel (en andere momenten) vorm te geven. Het helpt om het ritueel herkenbaar te houden en toch nieuwe, verrassende elementen toe te voegen. Via de doos leren de kleuters ook de leerkracht beter kennen. De doos kan ook materialen bevatten voor contactspelen, stiltemomenten en onthaalgesprekken.
* * *
# Voorbereiding en begeleiding van routines en rituelen
Dit onderwerp behandelt de praktische aspecten van het implementeren en begeleiden van routines en rituelen in de kleuterklas, met tips voor stage en de integratie ervan in het dagelijkse klasmanagement.
## 3\. Routines
### 3.1 Wat zijn routines?
Routines zijn een vaste reeks opeenvolgende, functionele activiteiten die steeds op dezelfde manier, op een specifieke plaats en tijd, en met een bepaalde frequentie (dagelijks, wekelijks) plaatsvinden. Dit omvat zaken als handen wassen, naar het toilet gaan, zich verplaatsen in de school, opruimen, eten, en overgangsmomenten tussen activiteiten of locaties. Zorgmomenten en overgangsmomenten worden als routines beschouwd, waarbij de focus ligt op efficiëntie, weinig wachttijd, en het maximaliseren van leerkansen.
### 3.2 Belang van routines
Routines sluiten aan bij de fundamentele behoeften van jonge kinderen aan houvast, veiligheid, lichamelijke zorg, zelfredzaamheid, motorische activiteit, autonomie, verbondenheid en competentie. Ze dragen bij aan rust in de klas door voorspelbaarheid te bieden, creëren mentale ruimte voor leren, en bevorderen zelfstandigheid en zelfvertrouwen. Bovendien fungeren routines als krachtige instrumenten voor taalverwerving en stimuleren ze diverse ontwikkelingsdomeinen zoals wiskundige initiatie, ontluikende geletterdheid en executieve functies.
### 3.3 Hoe maak je een routine krachtig? Hoe begeleid je routine?
Het krachtig maken van routines vereist aandacht voor taal- en interactiekansen, het benutten van andere ontwikkelingskansen, en het integreren van autonomie, verbondenheid en competentie.
#### 3.3.1 Routine vol taal- en interactiekansen
Creëer spreekkansen door interactie tussen kinderen onderling en met de leerkracht te stimuleren. Verrijk gesprekken met schooltaal, bied uitdagende taalaanbod en visuele ondersteuning, en geef kinderen voldoende antwoordtijd en taalruimte. Feedback die ondersteunt en uitdaagt, evenals het verwoorden van eigen handelingen (self-talk) en die van de kinderen (parallel-talk), zijn cruciaal. Het gebruik van rijmpjes, raadsels en liedjes kan de taalontwikkeling verder stimuleren.
#### 3.3.2 Andere ontwikkelingskansen en weinig wachttijd
Houd rekening met de specifieke bedoeling van de routine, de ontwikkelingsnoden en -kansen van de leeftijdsgroep, en de mate waarin de routine reeds gekend is. Zorg ervoor dat routines, zeker bij jongere kleuters, minder tijd in beslag nemen en dat kinderen die klaar zijn niet hoeven te wachten. Bied alternatieve opdrachten of activiteiten voor tijdens het wachten.
#### 3.3.3 Denk aan autonomie, verbondenheid en competentie
* **Autonomie:** Bied keuzemogelijkheden en laat kinderen zoveel mogelijk zelf beslissen en doen.
* **Verbondenheid:** Creëer kansen voor interactie en moedig kinderen aan om elkaar te helpen en ervaringen te delen.
* **Competentie:** Zorg ervoor dat opdrachten haalbaar zijn en bied uitdagingen die net boven het huidige niveau liggen om succeservaringen te garanderen.
#### 3.3.4 Tips om overgangsmomenten zorgvuldig te begeleiden
Bereid kinderen voor op overgangsmomenten door gebruik te maken van muziek, beweging of fantasie. Zorg voor een vaste structuur, houd de momenten kort, en maak ze krachtige leeractiviteiten door zelfstandigheid, hulpvaardigheid en taalspelletjes te integreren. Bied gerichte ondersteuning aan kinderen die moeite hebben met overgangen.
### 3.4 Hoe leer je kinderen een nieuwe routine?
Het aanleren van nieuwe routines vereist een gestructureerde aanpak:
1. **Modelgedrag:** Toon duidelijk wat er verwacht wordt.
2. **Oefenen:** Oefen de routine samen met de kinderen.
3. **Visuele ondersteuning:** Gebruik pictogrammen of stappenplannen.
4. **Reflectie:** Laat kinderen nadenken over wat goed ging en wat beter kan.
Het is belangrijk routines gedurende het jaar te blijven herhalen en verduidelijken. Routines kunnen eentonig worden, dus het is raadzaam om de organisatie ervan regelmatig te herbekijken, eventueel samen met de kinderen. Bij het overnemen van routines op stage, vertrek je van de bestaande structuur om houvast te behouden, terwijl je kunt variëren in de speelse aanpak om de routine krachtiger te maken.
### 3.5 Routines voorbereiden
Bij de voorbereiding van routines voor stage, is het essentieel om te letten op:
* **Herkenbaarheid:** De routine moet duidelijk zijn voor de kleuters.
* **Durf:** Durf de routine aan te bieden en te profileren.
* **Speelse elementen:** Integreer speelse benaderingen.
* **Ontwikkelingsstimulerende meerwaarde:** Voeg een extra ontwikkelingskansen toe, zoals taalverwerving.
* **Autonomie, verbondenheid en competentie:** Houd hier constant rekening mee.
* **Variantie:** Voorzie verschillende manieren om kleuters betrokken en uitgedaagd te houden.
De voorbereiding gebeurt aan de hand van een voorbereidingsfiche met aandacht voor:
* **Verloop van de routine:** Organisatie (tijdstip, duur, plaats).
* **Benodigde materialen.**
* **Afspraken:** Realistisch en positief geformuleerd.
* **Speelse aanpak:** Met impulsen, muzische elementen, liedjes en versjes.
* **Taal:** Veel verwoorden en kinderen laten verwoorden.
* **Ontwikkelingskansen:** De leerdoelen die beoogd worden.
Op stage observeer je eerst de bestaande routine en neem deze over. Later kun je de routine eigen maken met eigen aanvullingen, waarbij je documentatie (zoals notenbeelden van liedjes) kunt toevoegen.
## 4\. Rituelen
### 4.1 Wat zijn rituelen?
Rituelen zijn procedures of routines met een diepere, betekenisvolle lading. Ze omvatten symbolen en bijbehorende handelingen die speciale gebeurtenissen markeren en mensen helpen navigeren door emotioneel belangrijke momenten. Rituelen verlopen meestal volgens een vast patroon en communiceren meer dan woorden alleen. Ze zijn betekenisvolle gewoonten, gekoppeld aan zingeving en symboliek, en onderscheiden zich van routines door het gebruik van symbolen (gebaren, voorwerpen) die een specifieke betekenis hebben.
### 4.2 Belang van rituelen?
Rituelen bieden houvast, ritme en structuur in het leven van kinderen, wat essentieel is voor het creëren van een gevoel van veiligheid en basisvertrouwen. Ze geven diepgang aan dagelijkse routines, tonen wat een groep belangrijk vindt, en dragen bij aan de identiteit van een klas of groep. Rituelen helpen bij overgangen, zoals die tussen dag en nacht of andere levenscrises, en geven zin aan deze momenten. Ze sluiten aan bij de belevingswereld van de kinderen en bieden geborgenheid, waardoor kinderen rustig de nacht in kunnen gaan. Rituelen kunnen spontaan ontstaan of bewust worden ingebouwd en versterken de relatie tussen leerkracht en kleuter, en tussen kleuters onderling.
### 4.3 Rituelen binnen de levensbeschouwelijke groei van kinderen
Rituelen kunnen elementen van geloofstradities integreren en zo bijdragen aan de levensbeschouwelijke groei van kinderen. Dit aspect wordt verder uitgediept in het OPO 'Godsdienst 1'.
### 4.4 Het morgenritueel
#### 4.4.1 Wat is een morgenritueel?
Het morgenritueel is de manier waarop het individuele en gezamenlijke onthaal in de kleuterklas vormgegeven wordt. Het start reeds op de speelplaats met een begroeting. Een morgenritueel wordt een ritueel wanneer er naast de functionele aspecten (aanwezigheden, kalenders) ook aandacht is voor verbondenheid, samenhorigheid, duiding, symbolen, stilte en eventueel gebed.
#### 4.4.2 Het kan op verschillende manieren…
Er is een evolutie van het klassieke klassikale morgenritueel in de kring naar een meer open en activerend onthaal. Bij een open onthaal krijgen kinderen meer initiatief, werken ze zelfsturend aan taken en worden hun ervaringen nadien gedeeld in een kringmoment. De kring blijft belangrijk voor samenhorigheid en verbondenheid, en kan ook op andere momenten van de dag plaatsvinden.
#### 4.4.3 Even inzoomen op…
* **Begroeting:** Het onthaal begint op de speelplaats. In de klas kan de leerkracht de kinderen individueel begroeten, eventueel met een versje of lied, en kan de klaspop een rol spelen.
* **Aanwezigheden:** Het aanduiden en noteren van aanwezigheden kan op verschillende manieren gebeuren, individueel of in groepjes, en kan uitgroeien tot een spel.
* **Kalenders:** Weerkalenders, dag-, week- en maandkalenders kunnen gezamenlijk of zelfstandig door kinderen worden bijgehouden, vaak ondersteund door liedjes.
* **Contactspel:** Deze spellen bevorderen de interactie tussen leerkracht en kleuter, en tussen kleuters onderling. Ze moedigen kinderen aan tot dansen, bewegen, zingen en handelen, en helpen hen elkaar te ontdekken als speelkameraadjes en vrienden. Gebruik van muziek, zang en attributen is hierbij gebruikelijk.
> **Voorbeeld:** Vlindertje, fladder maar heen en weer. Dit lied met een handpop kan de interactie tussen kinderen stimuleren.
* **Stiltemoment/soms met gebed en duiding:** Het afsluiten van het morgenritueel kan door middel van een stiltespel om tot rust te komen. Stilte is een waardevolle ervaring die ook de basis legt voor gebedsopvoeding. In het katholieke onderwijs kan dit moment ook een gebed bevatten, terwijl in niet-katholiek onderwijs andere teksten of liederen gebruikt kunnen worden.
> **Voorbeeld:** Een belletje doorgeven zonder geluid, kijken naar een kaarsvlam, of luisteren naar een rustgevend geluid.
* **Praatkring of onthaalgesprek:** Dit moment biedt de kans om terug te blikken op taken, conflicten te bespreken, of gewoon te vertellen over gebeurtenissen. Het bevordert het gevoel erbij te horen, vergroot de spreekdurf en een gevoel van veiligheid.
> **Voorbeeld:** Een gesprek over wat kinderen durven, kan leiden tot een bredere discussie over gevoelens en verschillen. **Tip:** Gebruik een praatstok of -pop om de luisterbereidheid te bevorderen en te zorgen dat iedereen aan bod komt.
#### 4.4.4 Het morgenritueel voorbereiden
Een goede voorbereiding van het morgenritueel is cruciaal. Gebruik de voorbereidingsfiche voor begeleide activiteiten.
**Praktische tips voor op stage:**
* Noteer de onderdelen van het morgenritueel in je stageklas nauwkeurig.
* Maak duidelijke afspraken met je mentor.
* Leer de vaste momenten van het ritueel uit je hoofd, zodat deze herkenbaar blijven voor de kleuters.
* Maak naamkaartjes om kleuters bij hun voornaam te noemen.
* Oefen de liedjes goed.
* Gebruik verzorgde, volwassen taal en straal rust uit.
* Zorg dat je het ritueel beheerst.
* Onderbreek indien nodig voor druktemakers en plaats hen dicht bij jou, geef ze eventueel een taak.
* Zorg voor oogcontact.
* Maak van het onthaal een ritueel, geen routine, en focus op basisvertrouwen en verbondenheid.
* Stem contact- en stiltespelen eventueel af op het thema.
Vanaf semester 2 kun je, in samenspraak met je mentor, eigen inbreng toevoegen, bijvoorbeeld met behulp van je rituelendoos.
Het morgenritueel kan op verschillende manieren vormgegeven worden:
* **Meer open en activerend onthaal:** Eerst vrij spel en zelfstandige taken, gevolgd door een kort en krachtig kringmoment met aandacht voor samenhorigheid, verbondenheid en terugblik op het vrij spel.
* **Klassikaal morgenritueel:** Kan onderdelen bevatten zoals: onthaal/begroeting, aanwezigheden, kalenders, contactspel, stiltemoment/stiltespel, praatkring/onthaalgesprek, duidingsmoment/gebed, verdeling van taken, integratie van muzische elementen, en een vlotte opeenvolging van de onderdelen.
### 4.5 Enkele andere rituelen in de klas
* **Het verjaardagsritueel:** Dit ritueel viert de verjaardag van een kleuter.
* **Het avondritueel:** Dit ritueel markeert het einde van de schooldag.
* **De rituelendoos:** Vanaf semester 2 kun je een rituelendoos samenstellen met voorwerpen, prenten, verhalen, liedjes en symbolen om het morgenritueel (en andere momenten) persoonlijk te maken en de kleuters te prikkelen. Deze doos kan ook helpen de kleuters jou beter te leren kennen en kan ingezet worden tijdens verschillende momenten in de klasdag.
* * *
**Belangrijke Notities voor Studie:**
* Routines bieden structuur en houvast, terwijl rituelen betekenis en zingeving toevoegen.
* Beide dragen bij aan een veilige en voorspelbare omgeving voor kleuters.
* Bij de voorbereiding van routines en rituelen is de leeftijd en belevingswereld van de kleuters altijd leidend.
* Stage is een uitstekende gelegenheid om de theoretische kennis over routines en rituelen praktisch toe te passen en te observeren.
* * *
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
* Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
* Let op formules en belangrijke definities
* Oefen met de voorbeelden in elke sectie
* Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Routines | Vaste, opeenvolgende activiteiten die functioneel zijn en vaak gekoppeld zijn aan een specifieke plaats en tijd, en die steeds op dezelfde manier verlopen. Ze bieden structuur, houvast en een gevoel van veiligheid voor jonge kinderen. |
| Rituelen | Procedures of routines met een diepere betekenis, die bestaan uit een geheel van symbolen en bijhorende handelingen die bij speciale gelegenheden een bepaalde betekenis hebben. Ze zijn betekenisvolle gewoonten gekoppeld aan zingeving of symboliek en helpen mensen bij overgangen. |
| Werkgeheugen | Een onderdeel van het menselijk geheugen dat verantwoordelijk is voor het tijdelijk vasthouden en manipuleren van informatie die nodig is voor complexe cognitieve taken zoals leren, redeneren en begrijpen. Duidelijke routines verminderen de belasting op het werkgeheugen. |
| Autonomie | De behoefte van een kind om zelf controle te hebben, eigen keuzes te maken en dingen zelf te doen. Routines en rituelen kunnen mogelijkheden bieden voor kinderen om zelfstandigheid te tonen. |
| Verbondenheid | De behoefte van een kind om erbij te horen, zich deel te voelen van een groep en positieve interacties te hebben met anderen. Rituelen en routines kunnen bijdragen aan het creëren van een gevoel van samenhorigheid. |
| Competentie | De behoefte van een kind aan succeservaringen en het gevoel bekwaam te zijn. Routines en rituelen kunnen zo worden ingericht dat kinderen succes kunnen ervaren en hun competenties kunnen ontwikkelen. |
| Overgangsmomenten | Momenten waarop kleuters van de ene plaats naar de andere gaan of bij overgangen tussen activiteiten. Deze momenten kunnen onrustig verlopen en vereisen zorgvuldige begeleiding om ze vlot en leerzaam te maken. |
| Levenscrises | Momenten in het leven van een mens die een verandering betekenen, hoe klein ook, en die vaak gepaard gaan met rituelen. Bij kinderen kunnen dit bijvoorbeeld zindelijk worden, naar school gaan of ziek zijn zijn. |
| Morgenritueel | De manier waarop het individuele en gezamenlijke onthaal van kleuters 's morgens gebeurt. Het kan een routine zijn, maar wordt een ritueel als er aandacht is voor verbondenheid, samenhorigheid, duiding en symbolen. |
| Praatkring / Onthaalgesprek | Een moment tijdens het onthaal waar kinderen de kans krijgen om terug te blikken op taken, te reflecteren over gebeurtenissen, of simpelweg te vertellen wat hen bezighoudt. Dit bevordert het gevoel erbij te horen en de spreekdurf. |
| Rituelendoos | Een verzameling van voorwerpen, prenten, verhalen, liedjes, gebeden, symbolen en andere materialen die gebruikt kunnen worden om het morgenritueel persoonlijker en verrassender te maken, en die ook ingezet kunnen worden tijdens andere momenten. |