Cover
立即免费开始 Planning-93-99.pdf
Summary
# Bedrijfsprocessen en logistiek
Hieronder volgt een gedetailleerde studiehandleiding voor het onderwerp "Bedrijfsprocessen en logistiek", gebaseerd op de verstrekte documentatie voor de pagina's 1 tot en met 7.
## 1. Bedrijfsprocessen en logistiek
Dit hoofdstuk introduceert de fundamentele concepten van bedrijfsprocessen en logistiek, inclusief de definities van kerntermen en de verschillende strategieën en componenten binnen dit domein.
### 1.1 Fundamentals: logistieklexicon
#### 1.1.1 Bedrijfsproces
Een bedrijfsproces is een reeks geordende taken of activiteiten die gezamenlijk worden uitgevoerd om een specifiek doel binnen een organisatie te bereiken, beginnend met input en eindigend met output. Er worden drie hoofdsoorten bedrijfsprocessen onderscheiden [1](#page=1):
* **Bestuurlijke processen:** Deze processen omvatten de bedrijfsstrategie.
* **Primaire processen:** Deze omvatten kernactiviteiten zoals aankoop, productie en verkoop.
* **Secundaire processen:** Dit zijn ondersteunende processen, zoals onderzoek & ontwikkeling, financiën en human resources management.
#### 1.1.2 Logistiek
Logistiek is een overkoepelende term die alle activiteiten omvat die plaatsvinden in het proces voorafgaand aan de levering van een eindproduct aan een klant. Er zijn vier soorten logistiek [1](#page=1):
* **Inkooplogistiek/aanvoerlogistiek:** Het beheersen van de goederenstroom van grondstoffen en producten tot de start van het productieproces.
* **Productielogistiek:** De logistieke bewegingen binnen een bedrijf tijdens de verwerking van grondstoffen tot eindproduct (het productieproces).
* **Distributielogistiek:** Het versturen van het eindproduct naar de consument.
* **Retourlogistiek:** Het omgaan met retourgoederen (kapotte, gebruikte of afgeschreven goederen) die naar het bedrijf terugkeren.
#### 1.1.3 Goederenstroom
Een goederenstroom betreft de fysieke beweging van goederen, materialen, producten en informatie. Er wordt onderscheid gemaakt tussen [2](#page=2):
* **Stroomafwaarts:** De beweging van leverancier naar klant, wat de klassieke goederenstroom is [2](#page=2).
* **Stroomopwaarts:** Bekeken vanuit de koper naar de leverancier, bijvoorbeeld bij retourzendingen. Een retourpakket is een voorbeeld van stroomopwaarts goederenverkeer, terwijl een verzendbevestiging een stroomafwaartse informatiestroom is [2](#page=2).
#### 1.1.4 Supply chain
De supply chain is het gehele netwerk van bedrijven dat betrokken is bij het creëren van een product, vanaf de grondstoffen tot het eindproduct bij de consument. Dit netwerk kan fabrikanten, leveranciers, transporteurs, magazijnen, retailers en consumenten omvatten [2](#page=2).
#### 1.1.5 Supply chain management (SCM)
Supply chain management (SCM) omvat het coördineren van alle onderdelen van de supply chain om ervoor te zorgen dat elk onderdeel precies weet wat het wanneer moet doen, zodat producten soepel door de keten bewegen [2](#page=2).
### 1.2 Forecasting – vraagvoorspelling
Vraagvoorspelling is het inschatten van de verwachte vraag naar een eindproduct of dienst, wat bepaalt welke voorraden nodig zijn. Er zijn twee hoofdmethoden voor vraagvoorspelling [2](#page=2):
#### 1.2.1 Kwalitatieve methode
* Deze methode is gebaseerd op meningen en opinies van experts, klantfeedback en marktonderzoek [2](#page=2).
* Het is nuttig bij weinig of geen historische data, zoals bij nieuwe producten of jonge ondernemingen [2](#page=2).
* Vaak gebruikt voor langetermijnprognoses of bij het betreden van nieuwe markten [2](#page=2).
* De analyse is subjectief, maar waardevol [2](#page=2).
#### 1.2.2 Kwantitatieve methode
* Dit is een wiskundige aanpak die numerieke data en statistische analyses gebruikt [2](#page=2).
* Het maakt gebruik van grote hoeveelheden historische data om patronen en trends te ontdekken [2](#page=2).
* Technieken variëren van eenvoudige tijdreeksanalyses tot complexe econometrische modellen en machinelearning-algoritmes [2](#page=2).
**Voorbeeld van een vraagvoorspellingsscenario en voorraadbeheer:**
* Voorraad: 150 stuks [2](#page=2).
* Gemiddelde verkoop: 100 stuks per maand [2](#page=2).
* Minimale bestelhoeveelheid (MOQ): 20 stuks [2](#page=2).
* Doorlooptijd (levertijd): 7 dagen [2](#page=2).
* Veiligheidsvoorraad: 50 stuks [2](#page=2).
* Verkoop: 25 stuks per week [2](#page=2).
Gebruiksklare voorraad: $(150 - 50) / 25$ stuks per week $= 4$ weken. Dit betekent dat na 4 weken de veiligheidsvoorraad aangesproken zou worden, wat ongewenst is. Een bestelling van 25 stuks moet dus geplaatst worden. Rekening houdend met een levertijd van 1 week, moet er in week 3 besteld worden. Gezien de MOQ van 20 stuks, moet de bestelling verdubbeld worden naar 40 stuks [2](#page=2).
### 1.3 Planningsstrategieën
Planningsstrategieën bepalen hoe de productie en logistieke flow worden gepland. De keuze hangt af van de bedrijfsstrategie: wordt er voornamelijk met voorraad gewerkt of met productie op bestelling? Er zijn twee basisstrategieën [3](#page=3):
#### 1.3.1 Make to stock (MTS)
Bij Make to Stock (MTS) worden producten geproduceerd op basis van vraagvoorspelling en opgeslagen. Dit is met name geschikt voor goedkope en gestandaardiseerde producten, vooral als retailers grote hoeveelheden bestellen [3](#page=3).
* **Voordelen:**
* Voorraad ligt klaar, waardoor er snel op de vraag kan worden gereageerd [3](#page=3).
* Kortere lever tijden leiden tot hogere klanttevredenheid [3](#page=3).
* Massaproductie is efficiënter en productiekosten kunnen strategisch worden gespreid [3](#page=3).
* Minder risico op voorraadtekorten bij nauwkeurige prognoses [3](#page=3).
* **Nadelen:**
* Risico op voorraadoverschotten en hogere opslagkosten [3](#page=3).
* Onjuiste vraagvoorspelling kan leiden tot voorraadtekorten die moeilijk op te lossen zijn, wat klanttevredenheid en omzet schaadt [3](#page=3).
De customer order leadtime, of end-to-end tijd, is de tijd die nodig is vanaf het moment dat een klant een bestelling plaatst tot het moment dat de bestelling wordt geleverd [3](#page=3).
#### 1.3.2 Make to order
Bij Make to Order wordt de productie pas gestart na ontvangst van een specifieke klantorder. Dit is geschikt voor duurdere en/of gepersonaliseerde producten en vereist een flexibel, responsief systeem [3](#page=3).
* **Voordelen:**
* Flexibiliteit in productie, waardoor producten volledig op maat gemaakt kunnen worden [3](#page=3).
* Geen voorraadrisico's, wat gunstig is voor duurdere producten [3](#page=3).
* **Nadelen:**
* Uitdagingen op het gebied van capaciteitsplanning en beheer van benodigde middelen [3](#page=3).
* Productie en distributie zijn afhankelijk van de vraag, die sterk kan veranderen, waardoor flexibiliteit vereist is [3](#page=3).
* Vaak langere lever tijden [3](#page=3).
#### 1.3.3 Klantenorderontkoppelpunt (KOOP)
Het klantenorderontkoppelpunt (KOOP) is het punt waar de invloed van de klant begint in de productie- of distributieketen. Er zijn vijf niveaus van KOOP [4](#page=4):
* **KOOP 1: Maken voor lokale voorraad (make to stock – local):** Een selectie van de populairste producten wordt direct in de winkel op voorraad gehouden.
* **KOOP 2: Maken voor centrale voorraad (make to stock – central):** Verschillende producten worden vooraf gemaakt en opgeslagen in een centraal magazijn. Bij bestelling worden de producten vanuit dit magazijn verzonden.
* **KOOP 3: Assembleren op order (assembly to order):** Een basisproduct wordt vooraf gemaakt, met verschillende decoratie-elementen. Bij bestelling kan de klant kiezen uit de gemaakte decoraties, waardoor het product snel kan worden aangepast.
* **KOOP 4: Maken op order (make to order):** De productie en decoratie starten pas nadat een bestelling is ontvangen, waardoor volledig gepersonaliseerde producten mogelijk zijn.
* **KOOP 5: Inkopen en maken op order (engineer to order):** Grondstoffen worden pas ingekocht nadat een bestelling is ontvangen, en er kunnen zelfs nieuwe technieken specifiek voor die bestelling worden ontwikkeld.
### 1.4 Productiestrategieën
Productie is een cruciaal onderdeel van de primaire bedrijfsprocessen. Het omvat het plannen, toewijzen en uitvoeren van taken gerelateerd aan goederen- en informatiestromen, met betrekking tot arbeid, kapitaal, goederen, informatie en management. Het doel is de omzetting van input (grondstoffen) naar output (verpakte producten) [4](#page=4) [5](#page=5).
**Value Stream Mapping (VSM):**
* Het productieproces kan worden gevisualiseerd met Value Stream Mapping (VSM) [5](#page=5).
* VSM helpt om de volledige goederen- en informatiestroom in kaart te brengen om te identificeren waar de efficiëntie kan worden verhoogd [5](#page=5).
Het productieproces omvat de volgende stappen:
1. **Input:** Grondstoffen en componenten worden aangeleverd.
2. **Opslag grondstoffen:** Grondstoffen worden opgeslagen.
3. **Productie:** Grondstoffen worden verwerkt tot halffabricaten.
4. **Opslag halffabricaten:** Halffabricaten worden tijdelijk opgeslagen.
5. **Productie:** Halffabricaten worden verder verwerkt tot eindproducten.
6. **Opslag eindproducten:** Eindproducten worden opgeslagen in afwachting van verkoop.
7. **Verpakking:** Eindproducten worden verpakt voor verzending.
8. **Distributie:** Verpakte producten worden naar de klant getransporteerd.
9. **Output:** Klant ontvangt het product.
> **Tip:** Value Stream Mapping is een krachtige tool om knelpunten en verspillingen in het productie- en logistieke proces te identificeren.
### 1.5 Voorraadbeheer
Voorraadbeheer vereist aandacht voor verschillende factoren [5](#page=5):
* **Soorten voorraad:** Grondstoffen, (half)afgewerkte producten of andere typen voorraad hebben elk hun eigen gevolgen [5](#page=5).
* **Tijd en veiligheid:** Hoe lang kan voorraad blijven liggen zonder verlies van waarde of versheid [5](#page=5)?
* **Kosten:** Hoeveel kost het om de voorraad te bewaren [5](#page=5)?
* **Waarde:** Hoe evolueert de waarde van het product en welke impact heeft dit op de verkoopstrategie [5](#page=5)?
* **Indeling:** Hoe wordt de voorraad georganiseerd (bv. plaats in magazijn) om efficiëntie te bevorderen [5](#page=5)?
* **Hoeveelheid:** Hoeveel voorraad moet er zijn om overschotten en tekorten te vermijden en klanten snel te bedienen [5](#page=5)?
### 1.6 Distributie
Distributie is het proces waarbij producten van de fabriek naar de klant worden gebracht [5](#page=5).
#### 1.6.1 Distributiekanalen
Distributiekanalen zijn de keten van professionals en particulieren die goederen van producent naar eindklant overdragen en zo de afstand tussen deze partijen overbruggen. Er zijn twee vormen van distributiekanalen [5](#page=5):
* **Commerciële distributie:**
1. **Direct kanaal:** Producent wisselt direct uit met de klant (bv. e-commerce, fabriekswinkel, markt). Voordeel is direct klantcontact [5](#page=5).
2. **Indirect kanaal:** Met een groothandel of importeur tussen de producent en de detailhandel. Typisch in B2B-contexten met vertegenwoordigers [5](#page=5).
* **Multikanaaldistributie:** Een producent gebruikt meerdere kanalen tegelijk (bv. een wijnboer die rechtstreeks en via een distributeur verkoopt) [6](#page=6).
#### 1.6.2 Fysieke distributie
Fysieke distributie zorgt ervoor dat producten op de juiste plaats komen tegen zo laag mogelijke kosten. Dit omvat [6](#page=6):
1. Magazijnbeheer [6](#page=6).
2. Voorraadbeheer [6](#page=6).
3. Transport [6](#page=6).
Een goed georganiseerde fysieke distributie verlaagt logistieke kosten door kortere doorlooptijden. De stroom is meestal stroomafwaarts (naar de klant), maar bij retours is er ook sprake van stroomopwaarts verkeer [6](#page=6).
### 1.7 Retourlogistiek
Retourlogistiek verwijst naar het retourneren van producten in de logistieke keten en de praktische organisatie ervan. De focus ligt op kostenefficiëntie, klanttevredenheid en ecologische impact [6](#page=6).
#### 1.7.1 Wat is retourlogistiek?
Elke consument die online een product koopt in de EU, mag het product retourneren (retourrecht). Uitzonderingen zijn tickets, beschadigde producten of sterk gepersonaliseerde producten [6](#page=6).
* **Klant:** Heeft 14 dagen de tijd om de verkoper te informeren en nog eens 14 dagen om het product effectief terug te sturen. De retourreden is niet verplicht [6](#page=6).
* **Verkoper:** Heeft 14 dagen de tijd na retourmelding om het volledige bedrag plus verzendkosten terug te betalen, nadat het product is ontvangen [6](#page=6).
Offline is er geen verplicht retourbeleid, maar veel bedrijven bieden dit wel als extra service [6](#page=6).
* **Voordelen:**
* Verbetering van koopbereidheid, klanttevredenheid en klantloyaliteit [6](#page=6).
* Levert "big data" op met veel informatie over klantgedrag en productprestaties [6](#page=6).
* **Nadelen:**
* Grotere ecologische voetafdruk door extra transport [6](#page=6).
* Meer personeelskosten voor het verwerken van retours (intern of uitbesteding) [6](#page=6).
* Meer afval bij producten die opnieuw verkocht kunnen worden [6](#page=6).
* Noodzaak om te voldoen aan complexe wetgeving [6](#page=6).
**Belangrijke tendensen in retourgedrag:** [7](#page=7).
1. Hoe jonger de consument, hoe groter de kans op retour.
2. In meer dan 50% van de retourredenen gaat het om een foute maat (te klein/te groot).
3. Ongeveer 80% van de retours vindt plaats in januari (na de feestdagen).
#### 1.7.2 Groene logistiek
Groene logistiek omvat het verduurzamen van logistieke processen om de ecologische voetafdruk te verkleinen, zonder in te leveren op efficiëntie of kosten. Het richt zich op het minimaliseren van milieueffecten van transport, opslag, verpakking en andere logistieke activiteiten [7](#page=7).
* **Doelen:**
* Vermijden van milieuvervuiling [7](#page=7).
* Kostenbesparing door efficiëntie [7](#page=7).
* Verbeteren van klanttevredenheid door duurzaamheid [7](#page=7).
* **Aspecten:**
* Duurzaam transport [7](#page=7).
* Energie-efficiëntie in magazijnen [7](#page=7).
* Verpakkings- en afvalbeheer [7](#page=7).
* **Voordelen:**
* Kostenbesparing [7](#page=7).
* Verbeterde reputatie [7](#page=7).
#### 1.7.3 Een retourlogistiekproces opzetten
Het opzetten van een retourlogistiekproces omvat de volgende stappen [7](#page=7):
1. **Stap 1: Bepaal je retourbeleid.**
2. **Stap 2: Evalueer het huidige retourproces en vergelijk met dat van concurrenten.** Identificeer problemen [7](#page=7).
3. **Stap 3: Verzamel en gebruik data om je retourlogistiek te analyseren.**
* Stel duurzame KPI's (Key Performance Indicators) op [7](#page=7).
* Stel specifieke KPI's op [7](#page=7):
* **Bounce ratio:** Percentage artikelen dat meer dan eens geretourneerd wordt.
* **Schrootratio:** Percentage retourproducten dat niet opnieuw verkocht kan worden en weggegooid moet worden.
### 1.8 Make or buy
Logistiek omvat veel activiteiten. De "make or buy" beslissing is de keuze over welke activiteiten het bedrijf zelf uitvoert en welke beter uitbesteed kunnen worden. Deze beslissing is afhankelijk van de bedrijfsstrategie en kernactiviteiten; een activiteit die een kernactiviteit is, moet doorgaans door het bedrijf zelf gedaan worden [7](#page=7).
---
# Vraagvoorspelling
Vraagvoorspelling is het inschatten van de verwachte vraag naar een eindproduct of dienst, wat cruciaal is voor het bepalen van benodigde voorraden [2](#page=2).
### 2.1 Belang van Vraagvoorspelling in Logistiek
Het nauwkeurig voorspellen van de vraag is een fundamenteel onderdeel van logistiek en supply chain management. Het bepaalt direct de efficiëntie van voorraadbeheer, productieplanning en distributie. Onjuiste voorspellingen kunnen leiden tot overmatige voorraden (met hogere opslagkosten en risico op veroudering) of juist tot tekorten (met gemiste verkopen en ontevreden klanten tot gevolg) [2](#page=2).
### 2.2 Methoden van Vraagvoorspelling
Er zijn twee hoofdmethoden om de toekomstige vraag in te schatten: kwalitatieve en kwantitatieve methoden [2](#page=2).
#### 2.2.1 Kwalitatieve methoden
Kwalitatieve methoden zijn gebaseerd op opinies, meningen en subjectieve oordelen van experts, klantenfeedback en marktonderzoek [2](#page=2).
* **Toepassingsgebied:** Deze methoden zijn met name nuttig wanneer er weinig tot geen historische data beschikbaar is, zoals bij de introductie van nieuwe producten, in jonge ondernemingen of bij het betreden van nieuwe markten. Ze worden vaak ingezet voor langetermijnprognoses [2](#page=2).
* **Kenmerken:** Hoewel de analyse subjectief is, leveren kwalitatieve methoden waardevolle inzichten op [2](#page=2).
#### 2.2.2 Kwantitatieve methoden
Kwantitatieve methoden maken gebruik van een wiskundige benadering, waarbij numerieke data en statistische analyses worden toegepast om patronen en trends in historische gegevens te ontdekken [2](#page=2).
* **Kenmerken:** Deze methoden vereisen grote hoeveelheden historische data om betrouwbare voorspellingen te kunnen doen [2](#page=2).
* **Technieken:** De technieken variëren van eenvoudige tijdreeksanalyses tot complexe econometrische modellen en machinelearning-algoritmes [2](#page=2).
> **Tip:** De keuze tussen kwalitatieve en kwantitatieve methoden hangt sterk af van de beschikbare data, het type product of dienst, de levenscyclusfase en de horizon van de voorspelling. Vaak worden beide methoden gecombineerd voor een meer robuuste voorspelling.
> **Voorbeeld:** Een fabrikant die een compleet nieuw type smartphone lanceert, zal aanvankelijk sterker leunen op kwalitatieve methoden (marktonderzoek, expertpanels) vanwege het gebrek aan historische verkoopdata. Naarmate het product langer op de markt is, kunnen kwantitatieve methoden, gebaseerd op de reeds beschikbare verkoopgegevens, steeds belangrijker worden voor verdere voorspellingen.
---
# Plannings- en productiestrategieën
Dit deel behandelt de strategische keuzes die gemaakt moeten worden binnen de productie- en logistieke keten, van het moment van maken tot het moment van levering aan de klant.
### 3.1 Planningsstrategieën
Planningsstrategieën bepalen hoe de productie- en logistieke flow wordt georganiseerd, waarbij de keuze afhangt van de bedrijfsstrategie en de focus op voorraad of productie op bestelling [3](#page=3).
#### 3.1.1 Make to stock (MTS)
Bij Make to Stock (MTS) worden producten geproduceerd op basis van vraagvoorspellingen en vervolgens opgeslagen. Deze strategie is vooral geschikt voor goedkope en gestandaardiseerde producten, met name wanneer retailers grote hoeveelheden bestellen [3](#page=3).
**Voordelen van MTS:**
* Voorraad ligt klaar, waardoor snel gereageerd kan worden op de vraag [3](#page=3).
* Kortere levertijden, wat leidt tot hogere klanttevredenheid [3](#page=3).
* Massaproductie is efficiënter en productiekosten kunnen strategisch over het jaar worden gespreid [3](#page=3).
* Minder risico op voorraadtekorten bij nauwkeurige prognoses [3](#page=3).
**Nadelen van MTS:**
* Risico op voorraadoverschotten en hogere opslagkosten [3](#page=3).
* Een foutieve vraagvoorspelling kan leiden tot voorraadtekorten, wat moeilijk op te lossen is en de klanttevredenheid en omzet kan schaden [3](#page=3).
> **Tip:** De klantordertijd (customer order lead time of end-to-end tijd) is de totale tijd die nodig is vanaf het moment dat een klant een bestelling plaatst tot de levering van die bestelling [3](#page=3).
#### 3.1.2 Make to order (MTO)
Bij Make to Order (MTO) wordt de productie pas gestart nadat een specifieke klantorder is ontvangen. Deze strategie is geschikt voor duurdere en/of gepersonaliseerde producten en vereist een flexibel en responsief systeem [3](#page=3).
**Voordelen van MTO:**
* Flexibiliteit in productie, waardoor producten volledig op maat gemaakt kunnen worden [3](#page=3).
* Geen voorraadrisico's, wat gunstig is voor duurdere producten [3](#page=3).
**Nadelen van MTO:**
* Uitdagingen op het gebied van capaciteitsplanning en het beheer van benodigde middelen [3](#page=3).
* Productie en distributie zijn afhankelijk van de vraag, die sterk kan veranderen, wat flexibiliteit vereist [3](#page=3).
* Vaak langere levertijden [3](#page=3).
#### 3.1.3 Klantenorderontkoppelpunt (KOOP)
Het Klantenorderontkoppelpunt (KOOP) is het punt in de productie- of distributieketen waar de invloed van de klant begint. Dit punt bepaalt in grote mate de aard van de productie- en logistieke flow. Er worden vijf niveaus onderscheiden [4](#page=4):
* **KOOP 1: Maken voor lokale voorraad (make to stock – local)**
Een selectie van de populairste producten wordt gemaakt en direct in de winkel op voorraad gehouden [4](#page=4).
* **KOOP 2: Maken voor centrale voorraad (make to stock – central)**
Verschillende producten worden vooraf gemaakt en opgeslagen in een centraal magazijn. Bij een bestelling worden de producten vanuit dit magazijn verzonden [4](#page=4).
* **KOOP 3: Assembleren op order (assembly to order)**
Een basisproduct wordt vooraf gemaakt, samen met verschillende decoratie-elementen. Bij een bestelling kan de klant kiezen uit de beschikbare decoraties, waardoor het product snel aangepast kan worden [4](#page=4).
* **KOOP 4: Maken op order (make to order)**
De productie en decoratie starten pas nadat een bestelling is ontvangen, wat volledig gepersonaliseerde producten mogelijk maakt [4](#page=4).
* **KOOP 5: Inkopen en maken op order (engineer to order)**
De grondstoffen worden pas ingekocht nadat een bestelling is ontvangen, en er kunnen zelfs nieuwe technieken ontwikkeld worden specifiek voor die bestelling [4](#page=4).
### 3.2 Productiestrategieën
Productie is een cruciaal onderdeel van de primaire bedrijfsprocessen. Het omvat het plannen, toewijzen en uitvoeren van taken die gerelateerd zijn aan de goederen- en informatiestromen, en heeft betrekking op arbeid, kapitaal, goederen, informatie en management [4](#page=4).
---
# Voorraadbeheer en distributie
Deze sectie analyseert voorraadbeheer, inclusief verschillende soorten voorraad en overwegingen, en uiteenzetting van distributiekanalen en fysieke distributie.
### 4.1 Voorraadbeheer
Voorraadbeheer omvat de omzetting van input (grondstoffen) naar output (verpakte producten) en het visualiseren van het productieproces met behulp van value stream mapping (VSM) om de efficiëntie te verhogen. Bij het beheer van voorraden moet rekening gehouden worden met verschillende factoren [5](#page=5):
* **Soorten voorraad**: Dit omvat grondstoffen, (half)afgewerkte producten of andere types voorraad, die elk specifieke consequenties hebben [5](#page=5).
* **Tijd en veiligheid**: De duur dat de voorraad kan blijven liggen zonder verlies van waarde of versheid is cruciaal [5](#page=5).
* **Kosten**: De kosten die gepaard gaan met het opslaan van de voorraad [5](#page=5).
* **Waarde**: De evolutie van de waarde van een product en de impact hiervan op de verkoopstrategie [5](#page=5).
* **Indeling**: De organisatie van de voorraad, bijvoorbeeld de plaats in het magazijn, moet de efficiëntie bevorderen [5](#page=5).
* **Hoeveelheid**: Bepalen hoeveel voorraad nodig is om overschotten en tekorten te vermijden en klanten snel te kunnen bedienen [5](#page=5).
### 4.2 Distributie
Distributie is het proces waarbij producten van de fabriek naar de klant worden gebracht. Dit kan op verschillende manieren gebeuren, met name via distributiekanalen en fysieke distributie [5](#page=5).
#### 4.2.1 Distributiekanalen
Distributiekanalen zijn de ketens van professionals en particulieren die goederen van producent naar eindklant overdragen en zo de afstand tussen deze partijen overbruggen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen commerciële en multi-kanaal distributie [5](#page=5).
* **Commerciële distributie**:
* **Direct kanaal**: Hierbij is er een directe link tussen de producent en de klant, bijvoorbeeld via e-commerce, een fabriekswinkel of een markt. Het voordeel hiervan is het directe contact met de klant [5](#page=5).
* **Indirect kanaal**: Hierbij is er een groothandel of importeur aanwezig tussen de producent en de detailhandel. Dit type kanaal wordt typisch gebruikt in B2B-contexten met vertegenwoordigers [5](#page=5).
* **Multi-kanaaldistributie**: Dit houdt in dat een producent meerdere kanalen tegelijkertijd gebruikt. Een voorbeeld hiervan is een wijnboer die rechtstreeks verkoopt en tegelijkertijd via een distributeur verkoopt tijdens een wijnbeurs [5](#page=5).
#### 4.2.2 Fysieke distributie
Fysieke distributie zorgt ervoor dat producten op de juiste plaats komen tegen zo laag mogelijke kosten. Dit omvat drie hoofdcomponenten [6](#page=6):
1. **Magazijnbeheer**: De organisatie en het beheer van magazijnen.
2. **Voorraadbeheer**: Het effectief beheren van de aanwezige voorraden.
3. **Transport**: Het verplaatsen van producten.
Een goed georganiseerde fysieke distributie kan logistieke kosten verlagen door kortere doorlooptijden. De stroom van producten is meestal stroomafwaarts (naar de klant toe), maar bij retourzendingen kan er ook sprake zijn van een stroomopwaartse beweging [6](#page=6).
#### 4.2.3 Retourlogistiek
Retourlogistiek verwijst naar het proces van het retourneren van producten binnen de logistieke keten en de praktische organisatie hiervan. De focus ligt op kostenefficiëntie, klanttevredenheid en ecologische impact [6](#page=6).
* **Wat is retourlogistiek?**: Consumenten die online producten kopen binnen de EU hebben recht op teruggave, met uitzondering van tickets, beschadigde of sterk gepersonaliseerde producten. De klant heeft veertien dagen de tijd om de verkoper te informeren over de retour en nog eens veertien dagen om het product effectief terug te sturen, zonder opgave van reden. De verkoper heeft vervolgens veertien dagen na retourmelding om het volledige bedrag inclusief verzendkosten terug te betalen, mits het product is ontvangen. Offline is er geen verplicht retourbeleid, maar veel bedrijven bieden dit als extra service aan [6](#page=6).
* **Voordelen van retourlogistiek**:
* Verbetert de koopbereidheid, klanttevredenheid en klantloyaliteit [6](#page=6).
* Levert veel informatie op over klantgedrag en productprestaties (big data) [6](#page=6).
* **Nadelen van retourlogistiek**:
* Een grotere ecologische voetafdruk door extra transport [6](#page=6).
* Hogere personeelskosten voor de verwerking van retouren [6](#page=6).
* Meer afval bij producten die opnieuw verkocht kunnen worden [6](#page=6).
* Noodzaak om te voldoen aan complexe wetgeving [6](#page=6).
---
# Retourlogistiek en groene logistiek
Dit onderwerp behandelt de principes en praktijken van retourlogistiek, inclusief retourrecht en de voordelen en nadelen ervan, evenals de concepten van groene logistiek.
### 5.1 Retourlogistiek
Retourlogistiek verwijst naar het retourneren van producten in de logistieke keten en de praktische organisatie ervan, met een focus op kostenefficiëntie, klanttevredenheid en ecologische impact [6](#page=6).
#### 5.1.1 Wat is retourlogistiek?
Elke consument die in de EU een product online koopt, heeft het recht om het product terug te sturen, met uitzondering van tickets, beschadigde producten of sterk gepersonaliseerde producten. De klant heeft 14 dagen de tijd om de verkoper te informeren over de retour en nog eens 14 dagen om het product effectief terug te sturen, waarbij de retourreden niet verplicht is. De verkoper heeft vervolgens 14 dagen na de retourmelding om het volledige bedrag, inclusief verzendkosten, terug te betalen zodra het product is ontvangen. Offline is er geen verplicht retourbeleid, maar veel bedrijven bieden dit wel aan als extra dienstverlening [6](#page=6).
**Voordelen van retourlogistiek:**
* Verbetert de koopbereidheid, klanttevredenheid en klantloyaliteit [6](#page=6).
* Levert "big data" op met veel informatie over klantgedrag en productprestaties [6](#page=6).
**Nadelen van retourlogistiek:**
* Grotere ecologische voetafdruk door extra transport [6](#page=6).
* Meer personeelskosten voor het verwerken van retouren (intern of uitbesteding) [6](#page=6).
* Meer afval bij producten die opnieuw verkocht kunnen worden [6](#page=6).
* Noodzaak om te voldoen aan complexe wetgeving [6](#page=6).
**Belangrijke tendensen in retourlogistiek:**
* Hoe jonger de consument, hoe groter de kans op retour [7](#page=7).
* In meer dan 50% van de gevallen gaat het om foute maat (te klein/te groot) [7](#page=7).
* Ongeveer 80% van de retouren vindt plaats in januari, na de feestdagen [7](#page=7).
#### 5.1.2 Een retourlogistiekproces opzetten
Het opzetten van een retourlogistiekproces omvat de volgende stappen:
1. **Bepaal je retourbeleid** [7](#page=7).
2. **Evalueer het huidige retourproces** en vergelijk dit met dat van concurrenten om problemen te identificeren [7](#page=7).
3. **Verzamel en gebruik data** om je retourlogistiek te analyseren. Hierbij wordt aangeraden om duurzame KPI's (Key Performance Indicators) op te stellen, zoals [7](#page=7):
* Bounce ratio: het percentage artikelen dat meer dan eens geretourneerd wordt [7](#page=7).
* Schrootratio: het percentage retourproducten dat niet opnieuw verkocht kan worden en weggegooid moet worden [7](#page=7).
### 5.2 Groene logistiek
Groene logistiek, of duurzame logistiek, omvat het verduurzamen van logistieke processen om de ecologische voetafdruk te verkleinen zonder in te leveren op efficiëntie of kosten. Het richt zich op het minimaliseren van de milieueffecten van transport, opslag, verpakking en andere logistieke activiteiten [7](#page=7).
**Doelen van groene logistiek:**
* Vermijden van milieuvervuiling [7](#page=7).
* Kostenbesparing door efficiëntie [7](#page=7).
* Verbeteren van klanttevredenheid door duurzaamheid [7](#page=7).
**Aspecten van groene logistiek:**
* Duurzaam transport [7](#page=7).
* Energie-efficiëntie in magazijnen [7](#page=7).
* Verpakking- en afvalbeheer [7](#page=7).
**Voordelen van groene logistiek:**
* Kostenbesparing [7](#page=7).
* Verbeterde reputatie [7](#page=7).
### 5.3 Make or buy
Logistiek omvat veel activiteiten. De "make or buy" beslissing is de keuze over welke activiteiten men zelf uitvoert en welke men beter kan uitbesteden. Deze beslissing is afhankelijk van de bedrijfsstrategie en de kernactiviteiten; als een activiteit een kernactiviteit is, wordt deze doorgaans zelf gedaan [7](#page=7).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Bedrijfsproces | Een reeks van geordende taken of activiteiten die samen worden uitgevoerd om een specifiek doel binnen een organisatie te bereiken, beginnend met input en eindigend met output. |
| Logistiek | De overkoepelende term voor alle activiteiten die in het proces voorafgaan aan de levering van een eindproduct aan een klant, gericht op het efficiënt beheren van goederenstromen. |
| Inkooplogistiek / Aanvoerlogistiek | De beheersing van de goederenstroom van grondstoffen en producten tot de start van het productieproces. |
| Productielogistiek | De logistieke bewegingen binnen een bedrijf tijdens het verwerken van grondstoffen tot eindproducten in het productieproces. |
| Distributielogistiek | Het proces van het versturen van het eindproduct van de fabriek naar de consument. |
| Retourlogistiek | De activiteiten die te maken hebben met het retourneren van producten in de logistieke keten, met focus op kostenefficiëntie, klanttevredenheid en ecologische impact. |
| Goederenstroom | De fysieke beweging van goederen, materialen, producten en informatie, die stroomafwaarts (van leverancier naar klant) of stroomopwaarts (van klant naar leverancier) kan zijn. |
| Supply chain | Het gehele netwerk van bedrijven dat betrokken is bij het creëren van een product, vanaf de grondstoffen tot het eindproduct in handen van de consument. |
| Supply chain management (SCM) | De coördinatie van alle delen van de supply chain om te zorgen dat elk onderdeel van de keten precies weet wat het wanneer moet doen, om producten soepel door de keten te laten bewegen. |
| Vraagvoorspelling | De inschatting van de verwachte vraag naar een eindproduct of dienst, essentieel voor het bepalen van benodigde voorraden. |
| Kwalitatieve methode (vraagvoorspelling) | Een methode voor vraagvoorspelling gebaseerd op opinies, meningen van experts, klantfeedback en marktonderzoek, nuttig bij weinig of geen historische data. |
| Kwantitatieve methode (vraagvoorspelling) | Een wiskundige aanpak voor vraagvoorspelling die gebruik maakt van numerieke data en statistische analyses op grote hoeveelheden historische data. |
| Make to stock (MTS) | Een productiestrategie waarbij producten op basis van vraagvoorspelling worden geproduceerd en opgeslagen, geschikt voor gestandaardiseerde producten. |
| Make to order (MTO) | Een productiestrategie waarbij de productie pas start na ontvangst van een specifieke klantorder, ideaal voor gepersonaliseerde producten. |
| Klantenorderontkoppelpunt (KOOP) | Het punt in de productie- of distributieketen waar de invloed van de klant begint, variërend van lokale voorraad tot engineer to order. |
| Value stream mapping (VSM) | Een methode om het productieproces te visualiseren door de volledige goederen- en informatiestroom uit te tekenen, teneinde efficiëntie te verhogen. |
| Distributiekanalen | De keten van professionals en particulieren die goederen van producent naar eindklant overdragen, waardoor de afstand tussen deze partijen wordt overbrugd. |
| Fysieke distributie | Het proces van het op de juiste plaats krijgen van producten tegen zo laag mogelijke kosten, bestaande uit magazijnbeheer, voorraadbeheer en transport. |
| Groene logistiek | Het verduurzamen van logistieke processen om de ecologische voetafdruk te verkleinen zonder in te boeten aan efficiëntie of kosten, gericht op minimaliseren van milieueffecten. |
| KPI's (Key Performance Indicators) | Meetindicatoren die worden gebruikt om de prestaties van een proces te evalueren, zoals de bounce ratio of schrootratio in retourlogistiek. |