Cover
立即免费开始 GBWN1 - 3. Funderingen.pdf
Summary
# De rol en principes van funderingen
Dit onderwerp behandelt de fundamentele functie van funderingen als overdragers van belastingen naar de grond en de bijbehorende basisprincipes, waaronder de derde wet van Newton en het principe van gewapend beton.
### 1.1 De dragende functie van funderingen
De fundering is de constructie die alle lasten van een gebouw overdraagt op de draagkrachtige grond. Dit is de primaire dragende functie van een fundering. Het ui-model illustreert dat naast stabiliteit en een dragende functie, funderingen ook bijdragen aan water-, wind-, warmte- en lucht(dichtheid)eigenschappen van een constructie [4](#page=4) [5](#page=5).
### 1.2 Belastingen op een fundering
Belastingen die op een fundering werken, kunnen worden onderverdeeld in verschillende categorieën:
* **Permanente lasten:** Dit omvat het eigengewicht van het gebouw, zoals vloeren, wanden en het dak [6](#page=6).
* **Niet-permanente lasten:** Dit zijn mobiele lasten zoals mensen en meubels, evenals klimatologische lasten zoals wind en sneeuw [6](#page=6).
* **Toevallige of uitzonderlijke lasten:** Deze doen zich slechts in uitzonderlijke omstandigheden voor, zoals aardbevingen, aanrijdingen of brand [6](#page=6).
### 1.3 De derde wet van Newton en de grond
De derde wet van Newton stelt dat actie gelijk is aan reactie. In de context van funderingen betekent dit dat de actiekrachten die het gebouw op de grond uitoefent, gelijk zijn aan de reactiekrachten die de grond teruggeeft [7](#page=7).
Het maximaal toelaatbaar draagvermogen van de grond mag hierbij niet worden overschreden. Dit wordt wiskundig uitgedrukt als [8](#page=8):
$$ \frac{Q}{A} \le \sigma_{grond, toelaatbaar} $$
Waarbij:
* $Q$ staat voor de lasten van het gebouw in Newton (N) [8](#page=8).
* $A$ staat voor het oppervlak van de fundering in vierkante meters (m²) [8](#page=8).
* $\sigma_{grond, toelaatbaar}$ is de maximaal toelaatbare spanning van de grond of het maximaal toelaatbaar draagvermogen van de grond in Newton per vierkante millimeter (N/mm²) [8](#page=8).
De relatie tussen deze variabelen wordt gevisualiseerd door de druk op de grond ($ \frac{Q}{A} $) te vergelijken met het toelaatbare draagvermogen van de grond ($\sigma_{grond, toelaatbaar}$) [9](#page=9).
### 1.4 Het principe van gewapend beton
Gewapend beton combineert de eigenschappen van beton en staal. Beton is sterk onder druk, terwijl staal sterk is onder trek [10](#page=10).
#### 1.4.1 Gewapende betonbalk
Beschouw een betonbalk die op twee steunpunten rust en in het midden wordt belast. In zo'n geval zal de betonbalk aan de onderzijde scheuren, omdat deze zone onder spanning komt te staan. De uiteinden van de balk worden naar elkaar toe gedrukt (drukzone), terwijl het middenstuk uit elkaar wordt getrokken (trekzone) ] [11](#page=11).
Om dit tegen te gaan, moet wapening (staal) worden voorzien in de trekzone. De neutrale vezel of lijn is het punt waar de overgang plaatsvindt tussen de druk- en trekzones [12](#page=12).
> **Conclusie:** Een betonbalk die op twee steunpunten rust en wordt belast, moet dus aan de onderzijde worden gewapend [12](#page=12).
---
# Funderingstypes op staal
Funderingen op staal zijn funderingstypes die rechtstreeks op de draagkrachtige grond rusten, welke zich op geringe diepte bevindt. De term "staal" is afgeleid van het Oud-Germaanse woord voor "staan" of "rusten op". Dit type fundering is van toepassing wanneer de draagkrachtige grond zich op een geringe diepte onder het maaiveld bevindt, doorgaans minder dan één meter. Belangrijke voorwaarden voor de uitvoering van funderingstypes op staal zijn: rusten op ongeroerde grond, op vorstvrije diepte (circa 70-80 cm onder maaiveld), en op draagkrachtige grond conform een sonderingsverslag [13](#page=13) [14](#page=14) [16](#page=16) [17](#page=17) [20](#page=20) [55](#page=55).
### 2.1 Sleuffundering (of strokenfundering)
#### 2.1.1 Wat?
Een sleuffundering is een aaneenschakeling van sleuven die gevuld zijn met beton, aangebracht onder buitenwanden en alle dragende binnenwanden [19](#page=19).
#### 2.1.2 Wanneer toepassen?
Dit type fundering wordt toegepast wanneer de draagkrachtige grond zich op geringe diepte bevindt (minder dan ongeveer 1 meter onder maaiveld) en er weinig grond afgegraven hoeft te worden [20](#page=20).
#### 2.1.3 Uitvoering
Het uitvoeren van een sleuffundering omvat het graven van sleuven tot een diepte van ongeveer 80 cm onder het maaiveld, wat overeenkomt met de vorstvrije diepte. Vervolgens wordt beton gestort in deze sleuven. Dit kan ongewapend zijn, of gewapend indien geadviseerd door een stabiliteitsingenieur, waarbij dan enkel een wapeningsnet onderaan of wapeningskorven worden geplaatst [21](#page=21) [22](#page=22).
> **Tip:** Wapening mag nooit rechtstreeks op de grond gelegd worden. Gebruik afstandshouders (betonnen blokjes, kunststof profielen, etc.) om de wapening op de juiste hoogte te houden en een betondekking van minimaal 3 cm te garanderen ter bescherming tegen corrosie [23](#page=23).
Een PE-folie kan in de sleuven worden aangebracht om infiltratie van vocht vanuit het beton naar de grond te voorkomen, hoewel dit niet altijd noodzakelijk is bij sleuven. Indien de niet-draagkrachtige grond deels wordt afgegraven en de sleuven onvoldoende diep zijn om het gewenste niveau te bereiken, is het voorzien van bekisting noodzakelijk. Bekisting is een constructie die vloeibaar beton tegenhoudt en op de gewenste plaats houdt. Dit kan traditioneel gebeuren met houten plaatmateriaal, of met systeembekisting, waaronder prefab of verloren bekisting. Een voorbeeld hiervan is de 'Ekokist', een systeembekisting uit EPS, die echter niet noodzakelijk isolerend hoeft te zijn [24](#page=24) [25](#page=25) [26](#page=26) [27](#page=27) [28](#page=28) [30](#page=30).
Na het leggen van de sleuffundering wordt hierop ondergronds metselwerk geplaatst waarop de vloerplaat komt, of direct de vloerplaat, afhankelijk van de dimensionering van zowel de sleuffundering als de vloerplaat [31](#page=31).
#### 2.1.4 Dimensionering
De dimensionering van een sleuffundering omvat de bepaling van de breedte (B) en hoogte (H).
##### 2.1.4.1 Breedte B
De breedte B wordt berekend op basis van de formule:
$$ \frac{Q}{A} \leq \sigma_{\text{grond,toelaatbaar}} $$
Hierin is $Q$ de lasten van het gebouw in Newton (N) en $A$ de oppervlakte van de fundering in vierkante meters ($m^2$). $\sigma_{\text{grond,toelaatbaar}}$ is de maximaal toelaatbare spanning van de grond, of het maximaal toelaatbaar draagvermogen van de grond, uitgedrukt in Newton per vierkante centimeter ($N/cm^2$) [33](#page=33).
Wanneer we een strook van 1 meter uit het gebouw beschouwen, wordt de formule:
$$ \frac{Q}{B \cdot L} \leq \sigma_{\text{grond,toelaatbaar}} $$
Met $L = 1 m$. Dit leidt tot de eis voor de breedte B:
$$ B \geq \frac{Q}{\sigma_{\text{grond,toelaatbaar}}} $$
De breedte B wordt dus bepaald door de belastingen uit de stabiliteitsstudie en de toelaatbare grondspanningen uit het sonderingsverslag [34](#page=34) [35](#page=35).
> **Voorbeeld:**
> Gegeven:
> * $\sigma_{\text{grond,toelaatbaar}}$ = 12 $N/cm^2$ (uit sonderingsverslag)
> * Eenparig verdeelde belasting $Q$ = 90 kN/m (uit stabiliteitsstudie)
> Gevraagd: Minimale breedte (B) van de funderingszool in cm.
>
> Oplossing:
> $ B \geq \frac{Q}{\sigma_{\text{grond,toelaatbaar}}} $
> Omrekenen: $Q = 90 \, \text{kN/m} = 90 \times 1000 \, \text{N/m} = 900 \, \text{N/cm}$ (per meter breedte, dus per 100 cm)
> $ B \geq \frac{900 \, \text{N/cm}}{12 \, \text{N/cm}^2} $
> $ B \geq 75 \, \text{cm} $ [36](#page=36).
##### 2.1.4.2 Hoogte H
De belasting wordt via ondergronds metselwerk aan de funderingssleuf doorgegeven. De volledige sleuffundering wordt dus niet uniform belast. Oude funderingen op staal waren vaak trapsgewijs gemetseld [37](#page=37) [38](#page=38) [39](#page=39).
Lasten op een oppervlak worden verspreid volgens een spreidingshoek $\alpha$, die afhankelijk is van het materiaal waarin de lasten zich verspreiden: Baksteen: $\alpha = 60^\circ$, Beton: $\alpha = 45^\circ$ [40](#page=40).
De breedte van het ondergronds metselwerk $b$ wordt bepaald door de stabiliteitsstudie. Met de gekende geometrie ($B$, $b$, en $\alpha$) kan de hoogte $H$ bepaald worden met goniometrie:
$$ \tan \alpha = \frac{H}{\frac{B - b}{2}} $$
Hieruit volgt de formule voor $H$:
$$ H = \tan \alpha \cdot \frac{B - b}{2} $$ [42](#page=42) [43](#page=43).
> **Voorbeeld:**
> Gegeven:
> * Berekende breedte $B$ = 75 cm
> * Funderingssleuf uit beton, $\alpha = 45^\circ$
> * Breedte ondergronds metselwerk $b$ = 30 cm
> Gevraagd: Minimale hoogte ($H$) van de funderingszool in cm.
>
> Oplossing:
> $ H = \tan 45^\circ \cdot \frac{75 \, \text{cm} - 30 \, \text{cm}}{2} $
> $ H = 1 \cdot \frac{45 \, \text{cm}}{2} $
> $ H = 22.5 \, \text{cm} $ [44](#page=44).
De dimensionering van de sleuffundering is dus afhankelijk van de belasting van het gebouw ($Q$), de maximaal toelaatbare grondspanning ($\sigma$), en het materiaal van de fundering en het ondergrondse metselwerk ($\alpha$ en $b$) [45](#page=45).
#### 2.1.5 Gewapende sleuffundering
Bij zeer brede en hoge sleuffunderingen, of bij grote gebouwelast ($Q$) en/of lage toelaatbare grondspanningen ($\sigma$), wordt gekozen voor gewapende sleuffunderingen. Dit is ook het geval wanneer bepaalde plaatsen van de sleuffundering meer belast worden door extra geconcentreerde puntlasten, wat spanningsverschillen kan veroorzaken [46](#page=46) [47](#page=47).
Om deze wisselende spanningen en de mogelijke barsten in het metselwerk te voorkomen, kan het ondergronds metselwerk vervangen worden door een betonnen balk. Dit wordt ook wel een "omgekeerde T-balk" genoemd. Deze constructie kan de puntlasten beter verdelen over de volledige sleuf [48](#page=48) [49](#page=49) [50](#page=50) [51](#page=51).
### 2.2 Algemene funderingsplaat
#### 2.2.1 Wat?
Een algemene funderingsplaat (ook wel vloerplaat genoemd) is een volledige betonplaat waarop de gehele woning rust. De lasten worden hierbij verspreid over het volledige oppervlak van de draagkrachtige grond [54](#page=54).
#### 2.2.2 Wanneer toepassen?
Dit type fundering wordt toegepast wanneer de draagkrachtige grond zich op geringe diepte bevindt (minder dan ongeveer 1 meter onder maaiveld), bij weinig weerstandbiedende grond (zoals kleigrond), bij een complexe uitvoering van een sleuffundering, of wanneer de uitvoeringstermijn korter moet zijn dan bij een sleuffundering met ondergronds metselwerk [55](#page=55).
#### 2.2.3 Positie en vorstgevaar
De positie van de algemene vloerplaat is afhankelijk van de aanwezigheid van een kelder of kruipkelder. Een funderingsplaat die onvoldoende diep is, kan problemen ondervinden bij vorst. In de winter kan de ondergrond tot circa 80 cm diep bevriezen, waardoor het water in de grond uitzet. Bij dooi ontdooit de grond ongelijkmatig, wat kan leiden tot zettingsverschillen en ongewenste scheuren in de fundering [56](#page=56) [57](#page=57) [58](#page=58).
#### 2.2.4 Oplossing: Vorstrand
Om te voorkomen dat de grond onder de funderingsplaat bevriest, wordt een vorstrand voorzien aan de uiteinden van de funderingsplaat. Deze vorstrand loopt rondom de volledige funderingsplaat en is geen funderingszool. De vorstrand kan een rechte of schuine uitvoering hebben. Meestal is deze niet gewapend, tenzij hij ook een dragende functie heeft. De breedte van de vorstrand bedraagt doorgaans 30 tot 40 cm, afhankelijk van de functie(s). Een vorstrand met vertanding is ook mogelijk, waarbij gevelmetselwerk en isolatie tot op de vorstrand reiken om te voorkomen dat de vloerplaat zichtbaar is [59](#page=59) [61](#page=61) [62](#page=62).
#### 2.2.5 De wapening
De wapening in de algemene funderingsplaat is noodzakelijk waar trekspanningen ontstaan. Dit gebeurt door middel van wapeningsnetten of, in latere semesters, vezelbeton [63](#page=63).
##### 2.2.5.1 Wapeningsnetten
Wapeningsnetten zijn aan elkaar gelaste netten in rastervorm, die geprefabriceerd zijn uit geprofileerd staal. Ze worden aangeduid met bijvoorbeeld "150/150/8", wat staat voor een maaswijdte van 150 mm x 150 mm en een staafdiameter van 8 mm [64](#page=64) [65](#page=65).
Er wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdwapening en verdeelwapening.
* **Hoofdwapening:** Dit is de primaire wapening die trekspanningen opneemt en de grootste sectie heeft (indien afzonderlijke staven worden gebruikt). Deze wordt aangebracht volgens de draagrichting [66](#page=66).
* **Verdeelwapening:** Deze is dwars op de hoofdwapening geplaatst en spreidt de lasten naar de hoofdwapening [66](#page=66).
Bij een algemene funderingsplaat draagt deze niet slechts in één richting; de lasten worden in alle richtingen aan de grond afgegeven. De vloerplaat wordt beschouwd als een platte balk met een breedte van 1 meter als uitgangspunt voor de wapeningsvoorstelling. De hoofdwapening wordt het verst aan de buitenzijde van de trekzone geplaatst, met dwarskrachtwapening loodrecht erop [68](#page=68) [69](#page=69) [70](#page=70).
> **Tip:** Betondekking wordt gerealiseerd door middel van afstandshouders [71](#page=71).
##### 2.2.5.2 Positie en hoeveelheid wapening
Er zijn drie niveaus van bewapening te onderscheiden:
1. **Licht gewapende funderingsplaten:** Voor kleine belastingen (bv. een kippenhok) en goede draagkrachtige grond. Hier wordt minimale wapening voorzien, zoals een klein wapeningsnet (bv. 150/150/5) dat dient als technologische wapening om krimpscheuren tijdens de uitharding te vermijden (krimpwapening) [72](#page=72).
2. **Enkel gewapende vloerplaten:** Bij matige belasting (zonder grote puntlasten) en goede draagkrachtige grond. De wapening wordt onderaan in de funderingsplaat geplaatst, met wapeningsnetten van 150/150/8 tot 12 [73](#page=73).
3. **Dubbel gewapende vloerplaten:** Bij hoge belasting, slechte draagkrachtige grond, wisselende belastingen door geconcentreerde (hoge) puntbelastingen, of bij hoge waterdrukken. Hierbij wordt zowel boven- als onderwapening voorzien in de funderingsplaat, met wapeningsnetten van 150/150/8 tot 12 [74](#page=74).
Bij dubbel gewapende vloerplaten wordt de wapening op vier niveaus voorzien: twee hoofd- en twee verdeelwapeningen. De onderwapening neemt trekspanningen op ten gevolge van de belastingen van het gebouw, terwijl de bovenwapening trekspanningen door opwaartse waterdrukken opvangt. De afstand tussen de boven- en onderwapening wordt gerealiseerd door afstandhouders [75](#page=75) [76](#page=76) [77](#page=77).
#### 2.2.6 Uitvoering
De uitvoering van een algemene funderingsplaat omvat verschillende stappen:
* Afgraven tot op de draagkrachtige grond [78](#page=78).
* Indien nodig, rioleringswerken uitvoeren onder de funderingsplaat [79](#page=79).
* Ondervulling van buizen, mogelijk met gestabiliseerd zand (zand met cement) [80](#page=80).
* Aanbrengen van een werkvloer (zuiverheidslaag) van gestabiliseerd zand of mager beton, om propere werkomstandigheden te garanderen [81](#page=81) [82](#page=82).
* Plaatsen van de randbekisting, die de betondruk moet weerstaan en de haaksheid moet controleren [83](#page=83).
* Aanbrengen van een scheidingsfolie (PE- of PVC-folie) op de zuiverheidslaag. Deze folie dient om het wegstromen van hydratatiewater te voorkomen, biedt bewegingsmogelijkheid voor het beton tijdens krimp, en voorkomt in beperkte mate opstijgend vocht. Voldoende overlap is hierbij cruciaal [84](#page=84) [86](#page=86).
* Plaatsen van afstandshouders en wapening [87](#page=87).
* Beton storten met een bepaalde sterkteklasse, bijvoorbeeld C25/30, via een betonkubel, een mixer met schof, of een betonpomp voor moeilijk bereikbare plaatsen [89](#page=89) [90](#page=90) [91](#page=91) [93](#page=93).
* Verdichten van het beton direct na het storten om ingesloten lucht te laten ontsnappen, met behulp van een trilbalk of trilnaald [94](#page=94) [95](#page=95).
* Na het betonwerk, indien nodig ontkisten. Beton bereikt zijn maximale druksterkte na 28 dagen en is na enkele dagen beloopbaar [97](#page=97).
> **Tip:** Voor grotere gebouwen (bv. appartementsbouw) kan de algemene funderingsplaat versterkt worden met verstijvingsribben in een raster van omgekeerde T-balken [99](#page=99).
#### 2.2.7 Funderingsplaat op gewenst niveau
Soms is het noodzakelijk om de algemene funderingsplaat kunstmatig te verhogen. Dit gebeurt door de vrije ruimte tussen de draagkrachtige grond en de onderkant van de funderingsplaat op te vullen met een 'ondervullaag' of 'uitvullaag', bestaande uit gestabiliseerd zand of schraal beton. Deze ondervullaag wordt aangebracht in lagen van circa 15 cm en moet goed verdicht worden [100](#page=100) .
---
# Diepfunderingen: palen en putten
Dit onderdeel van de studiehandleiding behandelt diepfunderingsmethoden die worden toegepast wanneer de draagkrachtige grondlaag zich op aanzienlijke diepte onder het maaiveld bevindt, specifiek gericht op funderingen met behulp van palen en putten.
### 5.1 Funderingen op palen
Funderingen op palen worden toegepast wanneer de draagkrachtige grond zich op een diepte van meer dan 8 meter onder het maaiveld bevindt. Het draagvermogen van een paal is een combinatie van puntweerstand (weerstand van de paalpunt in de draagkrachtige grond) en mantelwrijving, ook wel kleef genoemd (wrijving tussen de paalschacht en de omringende grond) .
Er zijn twee hoofdtypen paalfunderingen te onderscheiden :
1. **Grondverdringende palen**: Dit zijn massieve, geprefabriceerde palen die met behulp van een hei- of trilblok in de grond worden geslagen. Tijdens het indrijven wordt de grond rondom de paal verdrongen, wat resulteert in een verdichte grond rond de paal. Een nadeel van deze methode is de mogelijke geluids- en trillingshinder .
2. **In de grond gevormde palen**: Bij deze methode worden palen ter plaatse gevormd. Dit kan gebeuren door stalen buizen (die als bekisting dienen) in de grond te boren of te heien, waarna de wapening wordt geplaatst en beton wordt gestort. De stalen buis kan al dan niet permanent in de grond achterblijven, afhankelijk van het specifieke systeem. Een voorbeeld hiervan zijn geschroefde palen (avegaarpalen), waarbij een boorkop in de grond wordt geschroefd en via de schroef grond wordt opgehaald terwijl gelijktijdig vloeibaar beton wordt ingepompt. De wapening wordt hierbij pas na het betonneren geplaatst .
Na het uitvoeren van de palen, die niet altijd op hetzelfde niveau eindigen, wordt de grond rond de palen verwijderd. De paalkoppen worden vervolgens op het gewenste niveau gebracht door middel van 'koppensnellen', waarbij het beton rond de wapening wordt weggehakt. Tot slot worden de palen met elkaar verbonden door funderingsbalken te storten, waarop vervolgens de vloerplaat rust .
> **Tip:** De keuze tussen grondverdringende en in de grond gevormde palen hangt af van factoren zoals de grondgesteldheid, omgevingsfactoren (bv. geluidsoverlast) en de vereiste draagkracht.
### 5.2 Funderingen op putten
Funderingen op putten, ook wel valse putten genoemd, worden toegepast wanneer de draagkrachtige grond zich op een diepte van 2 tot 6 meter onder het maaiveld bevindt. Deze methode is ook een alternatief wanneer het heien van palen niet is toegestaan .
Bij deze funderingsmethode worden een aantal betonnen 'pijlers' of putten in de grond gevormd tot aan de draagkrachtige grondlaag. De uitvoering van een put kan gebeuren met behulp van een poliepgrijper of een spiraalboor om de put te maken. Om inkalven van de grondwand te voorkomen, kunnen een permanente betonnen ring of een tijdelijke voerbuis (stalen koker) worden gebruikt. Nadat de wapening is geplaatst en de put volledig met beton is volgestort, wordt de voerbuis indien gebruikt uit de grond getrokken. Net als bij funderingen op palen, worden de onderling verbonden putten voorzien van funderingsbalken waarop de vloerplaat wordt aangelegd .
> **Voorbeeld:** Een situatie waarbij een bebouwd gebied beperkte ruimte biedt voor zware hei-installaties, of waar gevoelige apparatuur in nabijgelegen gebouwen staat die niet mag worden blootgesteld aan trillingen, kan de keuze voor funderingen op putten rechtvaardigen.
---
# Samenvatting en aandachtspunten bij uitvoering
Dit onderdeel geeft een kort overzicht van diverse funderingstypes en belicht essentiële aandachtspunten bij de uitvoering van gewapende funderingen.
### 4.1 Overzicht funderingstypes
Er zijn verschillende funderingstypes, waaronder:
* Op staal .
* Op palen .
* Op putten .
Daarnaast worden ook de volgende funderingsconstructies benoemd:
* Sleuffundering .
* Algemene funderingsplaat .
### 4.2 Aandachtspunten bij uitvoering van gewapende fundering
Bij de uitvoering van gewapende funderingen zijn er diverse cruciale aandachtspunten die zorgvuldige opvolging vereisen om de integriteit en prestaties van de fundering te waarborgen. Deze punten omvatten onder andere:
* **Betondekking:** Het correct plaatsen van afstandshouders is essentieel om de vereiste betondekking van het wapeningsstaal te garanderen. Een adequate betondekking beschermt het wapening tegen corrosie en zorgt voor de beoogde brandwerendheid .
* **Dimensionering sleuffundering:** De correcte dimensionering van een sleuffundering is van vitaal belang. Dit houdt in dat de afmetingen, zoals breedte en diepte, nauwkeurig berekend moeten worden op basis van de te dragen belastingen en de eigenschappen van de ondergrond .
* **Scheidingsfolie:** Bij plaatsing op een ondergrond met verschillende functies, is het gebruik van een scheidingsfolie noodzakelijk. Deze folie kan diverse doelen dienen, zoals het voorkomen van vermenging van verschillende lagen, het weren van vocht of het creëren van een scheiding tussen de fundering en de ondergrond .
* **Wapening van algemene funderingsplaten:** Een algemene funderingsplaat wordt doorgaans dubbel gewapend. Dit betekent dat zowel aan de boven- als aan de onderzijde van de plaat wapeningsnetten worden aangebracht. Dubbele wapening is vaak noodzakelijk om de buigende momenten in de plaat optimaal op te vangen, vooral bij grotere overspanningen of specifieke belastingscondities .
> **Tip:** Het strikt naleven van deze aandachtspunten tijdens de uitvoering voorkomt kostbare fouten en garandeert de duurzaamheid en veiligheid van de constructie. Raadpleeg altijd de gedetailleerde bestekken en tekeningen voor specifieke uitvoeringsrichtlijnen.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Fundering | De constructie die alle lasten (belasting) in een gebouw overdraagt op de draagkrachtige grond, met een dragende functie. |
| Lasten | De krachten die op een gebouw inwerken. Dit kan onderverdeeld worden in permanente lasten (zoals het eigengewicht van het gebouw), niet-permanente lasten (zoals mensen, meubels, wind, sneeuw) en toevallige of uitzonderlijke lasten (zoals aardbevingen, aanrijdingen, brand). |
| 3e wet van Newton | Een fundamenteel natuurkundig principe dat stelt dat elke actie een gelijke en tegengestelde reactie teweegbrengt. In de context van funderingen betekent dit dat de actiekrachten van het gebouw gelijk moeten zijn aan de reactiekracht van de grond. |
| Draagvermogen van de grond | De maximale spanning die de grond kan weerstaan zonder te bezwijken. Dit wordt uitgedrukt in een eenheid van kracht per oppervlakte, zoals [N/mm²] of [N/cm²]. |
| Gewapend beton | Een bouwmateriaal dat bestaat uit beton versterkt met stalen wapening. Beton is sterk onder druk, maar zwak onder trek; staal is sterk onder zowel druk als trek. De wapening in de trekzone van een betonnen constructie neemt de trekkrachten op. |
| Sleuffundering (of strokenfundering) | Een type fundering op staal waarbij aaneengeschakelde sleuven gevuld worden met beton. Deze worden toegepast onder buitenwanden en alle dragende wanden, voornamelijk wanneer de draagkrachtige grond zich op geringe diepte bevindt. |
| Dimensionering | Het proces van het bepalen van de afmetingen (breedte B en hoogte H) van een funderingselement, gebaseerd op de belastingen van het gebouw, de eigenschappen van de grond en de materiaaleigenschappen. |
| Algemene funderingsplaat | Een type fundering op staal waarbij de volledige woning rust op een doorlopende betonplaat. Deze plaat verdeelt de lasten over het gehele oppervlak van de draagkrachtige grond en wordt toegepast bij geringe diepte van de draagkrachtige grond of bij minder weerstandbiedende grondsoorten. |
| Vorstzone (vorstvrije diepte) | De diepte onder het maaiveld waar de grond gedurende de winter kan bevriezen. Funderingen moeten zich onder deze diepte bevinden om vorstschade door uitzetting van bevriezend water te voorkomen. |
| Vorstrand | Een extra strook beton rondom de funderingsplaat, die bedoeld is om te voorkomen dat de grond onder de fundering bevriest. De vorstrand heeft hoofdzakelijk een thermische functie. |
| Paalfundering | Een diepfunderingssysteem dat wordt toegepast wanneer de draagkrachtige grond zich op grote diepte (> 8 meter onder maaiveld) bevindt. Het draagvermogen van de paal is afhankelijk van zowel de puntweerstand als de mantelwrijving (kleef) langs de paal. |
| In de grond gevormde palen | Palen die ter plaatse worden gecreëerd door middel van specifieke boor- of heistrategieën en vervolgens worden gevuld met beton. Voorbeelden zijn palen met stalen buizen of geschroefde avegaarpalen. |
| Funderingen op putten | Een diepfunderingssysteem dat wordt toegepast wanneer de draagkrachtige grond zich op een matige diepte (2 tot 6 meter onder maaiveld) bevindt of wanneer het heien van palen niet is toegestaan. Dit systeem bestaat uit in de grond gevormde betonnen pijlers of putten. |
| Koppensnellen | Het proces waarbij de koppen van reeds aangebrachte palen worden afgestoken of "afgeknaagd" tot het gewenste niveau, om zo de palen correct aan te sluiten op de daaropvolgende constructie zoals funderingsbalken. |
| Werkvloer (zuiverheidslaag) | Een dunne laag gestabiliseerd zand of schraal beton die op de draagkrachtige grond wordt aangebracht om een schoon en egaal werkvlak te creëren voor verdere funderingswerken, vooral in vochtige omstandigheden. |
| Scheidingsfolie (glijfolie) | Een folie (vaak PE- of PVC-folie) die wordt geplaatst tussen de ondergrond en de fundering of tussen het beton en de bekisting. Deze folie heeft meerdere functies, waaronder het voorkomen van vochtindringing, het faciliteren van beweging van het beton tijdens uitharding (krimp) en het beschermen van het beton tegen uitdroging. |