Cover
Börja nu gratis Les 5 Posttraumatische stress les 13 okt.pptx
Summary
# Het begrip trauma
Dit hoofdstuk introduceert het concept trauma, met een focus op de medische en psychiatrische definities, evenals de impact van traumatische gebeurtenissen op het zelf- en wereldbeeld.
### 1.1 Definitie van trauma
Trauma wordt letterlijk vertaald als 'verwonding', zowel fysiek als psychisch.
* **Medische zin:** Een fysieke verwonding die is veroorzaakt door een externe kracht.
* **Psychiatrische zin:** Een psychische verwonding die ontstaat na een ingrijpende, overweldigende gebeurtenis. Deze gebeurtenissen roepen intense angst, hulpeloosheid, dissociatie of verwarring op en kunnen langdurige negatieve effecten hebben op emoties, gedrag en functioneren.
#### 1.1.1 Voorbeelden van traumatische gebeurtenissen
Voorbeelden van gebeurtenissen die als psychotrauma kunnen worden beschouwd, omvatten:
* Overvallen
* Ernstige ongevallen
* Natuurrampen
* Verkrachting of mishandeling
* Bombardementen of terroristische aanslagen
* Marteling
Ook situaties zoals een gedwongen opname in een psychiatrische instelling, een zware medische diagnose of een complexe bevalling kunnen traumatisch worden ervaren, hoewel deze soms als 'life events' worden gecategoriseerd.
#### 1.1.2 Secundaire traumatisering
Trauma hoeft niet altijd een directe persoonlijke ervaring te zijn. Het horen van een traumatische ervaring van een dierbare kan ook een diep ingrijpend effect hebben en leiden tot secundaire traumatisering, waarbij het stresssysteem van de luisteraar eveneens belast wordt.
### 1.2 Typen trauma
#### 1.2.1 Type I – Eenmalige trauma’s
Dit type trauma omvat één enkele, ingrijpende gebeurtenis, zoals een auto-ongeluk, een overval of een natuurramp. Kenmerkend zijn gedetailleerde herinneringen, waarbij angst een centrale rol speelt. Vaak leidt dit tot meer begrip vanuit de omgeving, wat de verwerking kan vergemakkelijken.
#### 1.2.2 Type II – Chronische of herhaalde trauma’s
Dit type trauma ontstaat door langdurige blootstelling aan afschuwelijke situaties, zoals seksueel misbruik, marteling, langdurige opsluiting of verblijf in een vluchtelingenkamp. Kenmerken zijn dissociatieve klachten, zoals depersonalisatie (het gevoel jezelf van een afstand te ervaren) en derealisatie (de wereld lijkt onecht). Er kunnen ook periodes zijn waarover geen herinnering is. De traumageschiedenis blijft vaak verborgen of onbespreekbaar, en slachtoffers dragen vaak geheimen met zich mee.
### 1.3 Impact van trauma op zelfbeeld en wereldbeeld
Traumatische ervaringen kunnen de fundamenten van ons bestaan raken en hebben een diepgaande invloed op zowel het zelfbeeld als het wereldbeeld.
#### 1.3.1 Impact op het zelfbeeld
In het dagelijks leven voelen we ons vaak onkwetsbaar. Trauma confronteert ons plotseling met ziekte, ongeluk en sterfelijkheid, waardoor de illusie van controle en veiligheid brokkelt.
#### 1.3.2 Impact op het wereldbeeld
We geloven vaak in een fundamenteel goede en voorspelbare wereld. Trauma kan echter aantonen dat mensen tot onvoorstelbare wreedheid in staat zijn. Dit tast ons vertrouwen in anderen en in de toekomst aan, met name na ervaringen van misbruik, oorlog, terreur of marteling.
### 1.4 De rol van angst en stress bij posttraumatische stress
Posttraumatische stressstoornis (PTSS) wordt gekenmerkt door een overactief stresssysteem, waarbij angst de centrale emotie is.
* **Fysieke reacties:** Snelle hartslag, snelle ademhaling, transpiratie en gespannen spieren zijn veelvoorkomend en kunnen leiden tot uitputting.
* **Verhoogde prikkelbaarheid:** De combinatie van stress en slaaptekort kan leiden tot prikkelbare of agressieve uitbarstingen, gevolgd door schuldgevoelens of schaamte. Het gevoel 'niet zichzelf' te zijn of buiten controle te zijn, is hierbij prominent.
* **Concentratieproblemen:** Moeite met het vasthouden van aandacht bemoeilijkt leren en functioneren op het werk, wat kan leiden tot isolement.
### 1.5 Vermijding, vervreemding, dissociatie en een negatief wereldbeeld
PTSS kan zich uiten in diverse gedragingen en percepties:
* **Vermijdingsgedrag:** Dit omvat het vermijden van gedachten, gesprekken of situaties die geassocieerd worden met het trauma (triggers). Het onderdrukken van gevoelens, soms met behulp van middelen, is een poging om controle te behouden, maar werkt vaak averechts.
* **Emotionele vervlakking en vervreemding:** Dit uit zich in terugtrekking uit relaties en activiteiten, het niet toelaten van emoties (ook positieve), en een gevoel van vervreemding van anderen en van zichzelf. Dit kan leiden tot verlies van zingeving, motivatie en toekomstperspectief.
* **Dissociatie:** Dit is een staat van vervreemding van zichzelf of de omgeving. Het kan zich manifesteren als depersonalisatie, derealisatie, of dissociatieve amnesie (gebrek aan herinneringen). Personen kunnen 'afwezig' zijn en niet reageren op omgevingssignalen. Bij ernstige en langdurige PTSS spreekt men van complexe PTSS.
* **Negatieve opvattingen over leven en wereld:** Dit omvat een diep gevoel van wantrouwen jegens anderen, de overtuiging dat de wereld inherent slecht is, en een besef van zinloosheid van het leven.
### 1.6 De impact van PTSS en de redenen voor uitgestelde hulp
Leven met PTSS heeft ingrijpende gevolgen op lichamelijk, mentaal, sociaal en economisch vlak.
* **Lichamelijk & Mentaal:** Constante spanning, angst en uitputting.
* **Sociaal:** Afstand nemen, prikkelbaarheid en relationele conflicten.
* **Werk:** Verminderd functioneren met risico op ontslag.
* **Sociaaleconomisch:** Kans op armoede en verlies van woonst.
* **Zingeving:** Negatieve gedachten, leegte en somberheid.
Hulp blijft vaak uit door:
* **Ontkenning en vermijding:** Pogingen om het trauma te negeren.
* **Schaamte en stigma:** Zowel extern als intern (zelfstigma) kan dit hulp zoeken ontmoedigen.
### 1.7 Bijkomende aandoeningen (comorbiditeit)
PTSS gaat vaak gepaard met andere psychische aandoeningen, zoals:
* Angststoornissen (bv. paniekstoornis, gegeneraliseerde angst)
* Depressie
* Verslaving (alcohol, medicatie, drugs, roken)
* Psychose
* Zelfbeschadiging en suïcidaliteit
Deze klachten worden vaak gezien als uitingen van onderliggende chronische ontregeling en trauma, wat een integrale behandeling noodzakelijk maakt.
### 1.8 Het ontstaan van PTSS
PTSS is geen automatisch gevolg van een traumatische ervaring; slechts een klein percentage ontwikkelt de stoornis.
#### 1.8.1 Risicofactoren
* **Kwetsbaarheid voor stress:** Erfelijkheid, vroegkinderlijke ervaringen en een hypergevoelig stresssysteem vergroten het risico.
* **Geslacht en persoonlijkheidsstructuur:** Vrouwen en personen met bepaalde persoonlijkheidskenmerken (zoals cluster C-problematiek of borderline) lopen een verhoogd risico.
#### 1.8.2 Beschermende factoren
* **Veerkracht:** Optimisme, zelfvertrouwen en aanpassingsvermogen.
* **Sociale steun:** Een sterk sociaal netwerk.
### 1.9 Gevolgen voor het sociale netwerk
De impact van PTSS reikt verder dan het individu en bemoeilijkt het contact met naasten. De persoon kan afwezig, emotioneel afgesloten, agressief of geneigd tot middelengebruik lijken. Dit kan leiden tot bezorgdheid, boosheid, frustratie en machteloosheid bij naasten, met mogelijke relatieproblemen of breuken tot gevolg. Psycho-educatie voor naasten en het bieden van handvatten en ondersteuning is daarom van groot belang.
### 1.10 Herstellen van PTSS
Herstel van psychische klachten is een voorwaarde voor herstel op andere levensgebieden.
#### 1.10.1 Overweldigd zijn door de aandoening
In de beginfase van herstel kunnen hevige herbelevingen, angst, nachtmerries, woede en slapeloosheid het dagelijks leven en relaties ernstig beïnvloeden. De hulpvraag laat vaak op zich wachten, mede doordat PTSS niet altijd als hoofpprobleem wordt herkend en andere diagnoses (zoals middelengebruik of depressie) de onderliggende PTSS kunnen maskeren. Dit kan leiden tot jaren tussen het begin van de klachten en de juiste diagnose.
#### 1.10.2 Worstelen met de aandoening
De behandeling begint met het proces van opnieuw leren leven. Psycho-educatie voor zowel de cliënt als naasten is cruciaal, waarbij de klachten worden uitgelegd als een normale reactie op een abnormale situatie. Adequate traumatherapie, eventueel aangevuld met medicatie, is essentieel. Bij verslaving is een gelijktijdige behandeling van de dubbele diagnose noodzakelijk. Herstel omvat het besef van ontwrichting, hoop op verbetering en confrontatie met verliezen. De hulpverlener erkent verlies, biedt ruimte aan emoties en activeert de cliënt met kleine stapjes richting herstel en verbinding.
#### 1.10.3 Leven mét de aandoening
Acceptatie van het trauma opent de weg naar functioneel, maatschappelijk en persoonlijk herstel. Aandacht voor werk, opleiding en relaties is hierbij belangrijk. Niet altijd is blijvende hulp nodig.
#### 1.10.4 Leven voorbij de aandoening
Dit stadium kenmerkt zich door het afronden van het rouwproces en groeiende zingeving, met meer verbinding en een minder materiële focus. Posttraumatische groei treedt op wanneer iemand aangeeft anders naar zichzelf te kijken dan voorheen.
---
# Posttraumatische stressstoornis (PTSS)
Posttraumatische stressstoornis (PTSS) omvat een reeks symptomen en reacties die kunnen ontstaan na het meemaken van een ingrijpende, traumatische gebeurtenis, en kenmerkt zich door herbeleving, angst, verhoogde prikkelbaarheid, concentratieproblemen, vermijding, dissociatie en een negatief wereldbeeld.
### 2.1 Het begrip trauma
Trauma, letterlijk vertaald als 'verwonding', verwijst in de geneeskunde naar een fysieke blessure door een externe oorzaak, en in de psychiatrie naar een psychische verwonding na een ingrijpende gebeurtenis. Voorbeelden hiervan zijn een overval, ernstig ongeval, natuurramp, verkrachting, mishandeling, bombardement, terroristische aanslag, of marteling. Ook gedwongen opname in een psychiatrische instelling, een zware diagnose, of een complexe bevalling kunnen als traumatisch worden ervaren, hoewel deze soms ook als "life events" worden aangeduid. Volgens een algemene definitie is een trauma een verontrustende ervaring die intense angst, hulpeloosheid, dissociatie of verwarring oproept, met langdurige negatieve effecten op emoties, gedrag en functioneren. Trauma hoeft niet altijd zelf te zijn meegemaakt; ook het horen van een traumatische ervaring van een dierbare kan diep ingrijpen. Dit laatste wordt ook wel secundaire traumatisering genoemd, waarbij het stresssysteem van de hulpverlener zelf belast kan raken door het aanhoren van traumatische verhalen.
#### 2.1.1 Type trauma's
Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen twee typen trauma's:
* **Type I – Eenmalige trauma's:** Dit betreft één ingrijpende gebeurtenis, zoals een auto-ongeval, overval of natuurramp. Kenmerkend zijn gedetailleerde herinneringen en centrale angst. De omgeving toont vaak begrip, wat de sociale steun en verwerking vergemakkelijkt.
* **Type II – Chronische of herhaalde trauma's:** Dit omvat langdurige blootstelling aan afschuwelijke situaties, zoals seksueel misbruik, marteling, opsluiting of verblijf in een vluchtelingenkamp. Dissociatieve klachten, zoals depersonalisatie en het verlies van gevoel of herinnering aan bepaalde perioden, komen hierbij frequent voor. De traumageschiedenis blijft vaak verborgen of onbespreekbaar, en slachtoffers dragen soms geheimen mee, soms zonder duidelijke herinnering.
#### 2.1.2 Effecten van trauma op zelf- en wereldbeeld
Trauma's verstoren fundamentele aspecten van ons bestaan:
1. **Verstoring van het zelfbeeld:** In het dagelijks leven voelen we ons vaak onkwetsbaar. Trauma confronteert ons met ziekte, ongeluk en sterfelijkheid, waardoor de illusie van controle en veiligheid afbrokkelt.
2. **Verstoring van het wereldbeeld:** We geloven vaak in een fundamenteel goede en voorspelbare wereld. Trauma's kunnen aantonen dat mensen onvoorstelbaar wreed kunnen zijn, wat het vertrouwen in anderen en in de toekomst aantast, met name na misbruik, oorlog, terreur of marteling.
### 2.2 Posttraumatische stress
Posttraumatische stressstoornis (PTSS) wordt beschouwd als een spectrum, waarbij niet elke traumatische ervaring leidt tot PTSS en de stoornis niet voor iedereen hetzelfde verloopt. Er is een continuüm van lichte, tijdelijke klachten tot zware, complexe PTSS. De aard, ernst en duur van de klachten kunnen sterk variëren.
#### 2.2.1 Kernsymptomen en reacties
* **Herbeleving:** Dit is een kernsymptoom van PTSS en manifesteert zich in flashbacks en triggers. Het zijn opdringende herinneringen, beelden of gevoelens die het gevoel geven dat het trauma zich opnieuw afspeelt. Mensen ervaren hierbij opnieuw intense angst, machteloosheid en afschuw. Het gedrag kan hierdoor zo beïnvloed worden dat men handelt alsof men zich nog steeds in de traumatische situatie bevindt (bv. wegduiken bij hard geluid als herbeleving van mortiervuur, of onder tafel kruipen bij spanningen als herbeleving van huiselijk geweld). Herbelevingen kunnen spontaan optreden of getriggerd worden door vergelijkbare omstandigheden, en kunnen kortdurend zijn (flashback) of langdurig aanhouden. Nachtmerries over de traumatische gebeurtenis kunnen leiden tot slaapgebrek.
* **Rol van angst en stress:**
1. **Overactief stresssysteem:** De centrale emotie is hevige angst, gepaard gaand met fysieke reacties zoals een snelle hartslag, versnelde ademhaling, transpiratie en gespannen spieren. Dit leidt tot herbelevingen, spanning en nachtmerries, wat uitputtend werkt.
2. **Verhoogde prikkelbaarheid:** De combinatie van stress en slaaptekort kan leiden tot prikkelbare of agressieve uitvallen. Achteraf kan er schuldgevoel of schaamte optreden, waarbij de persoon zich niet als zichzelf ervaart of het gevoel heeft buiten controle te zijn.
3. **Concentratieproblemen:** Moeite met het vasthouden van de aandacht bij taken, gesprekken of lessen maakt leren en functioneren op het werk moeilijk. Dit kan leiden tot conflicten en sociaal isolement.
* **Vermijding, vervreemding, dissociatie en een negatief wereldbeeld:**
1. **Vermijdingsgedrag:** Dit houdt in dat men niet wil denken aan of praten over het trauma. Triggers zoals plaatsen, situaties of gesprekken worden vermeden. Gevoelens worden onderdrukt, soms met behulp van middelen zoals alcohol, pillen of drugs. Hoewel dit bedoeld is om controle te behouden, werkt het meestal averechts.
2. **Emotionele vervlakking en vervreemding:** Mensen trekken zich terug uit relaties en activiteiten. Emoties, ook positieve, worden niet toegelaten, wat leidt tot vervreemding van anderen en van zichzelf. Er kan sprake zijn van verlies van zinbeleving, motivatie en toekomstperspectief. Dit kan overgaan in dissociatie.
3. **Dissociatie en complexe PTSS:** Dissociatie kan zich uiten in depersonalisatie (het gevoel zichzelf van een afstand mee te maken), derealisatie (de wereld lijkt onecht) en dissociatieve amnesie (ontbrekende herinneringen). 'Afwezig zijn', waarbij iemand leeg voor zich uitstaart en niet reageert op signalen uit de omgeving, is ook een uiting hiervan. Bij ernstige en langdurige PTSS spreekt men van "complexe PTSS". Dissociatie kan uren duren en wordt gezien als een copingmechanisme om te vluchten uit de realiteit, vaak met een voorgeschiedenis van misbruik of machteloosheid.
4. **Negatieve opvattingen over het leven en de wereld:** Er kan een gevoel ontstaan dat niemand te vertrouwen is, dat de wereld slecht is en het leven zinloos is. Het wereldbeeld van de persoon wordt hierdoor ingrijpend veranderd.
#### 2.2.2 De impact van PTSS en redenen voor uitblijven van hulp
Leven met PTSS heeft ingrijpende gevolgen op lichamelijk, mentaal, sociaal en economisch vlak. Constant spanning, angst en uitputting treden op. Sociaal kunnen afstand nemen, prikkelbaarheid en relationele conflicten ontstaan. Op het werk kan het functioneren verminderen, met een risico op ontslag. Dit kan leiden tot sociaaleconomische problemen, waaronder armoede en verlies van woonst. De zingeving wordt aangetast door negatieve gedachten, een gevoel van leegte en somberheid.
Vaak blijft hulp lang uit door:
* **Ontkenning en vermijding:** De persoon ontkent de ernst van de situatie of vermijdt hulp.
* **Schaamte en stigma:** Er is schaamte en een stigma rondom mentale problemen, vooral in bepaalde culturen (bv. militaire of politiecultuur), waar hulp zoeken als een teken van zwakte kan worden gezien. Dit zelfstigma leidt tot vermijding van hulp.
#### 2.2.3 Bijkomende aandoeningen (comorbiditeit)
PTSS gaat vaak gepaard met andere psychische aandoeningen. Veelvoorkomende comorbiditeiten zijn:
* Angststoornissen (bv. paniekstoornis, gegeneraliseerde angst)
* Depressie
* Verslaving (alcohol, medicatie, drugs, roken)
* Psychose
* Zelfbeschadiging en suïcidaliteit
Deze combinaties van klachten zijn geen toeval, maar vaak uitingen van één onderliggend proces: chronische ontregeling en trauma. Daarom is integrale behandeling essentieel, waarbij het symptoom niet apart wordt aangepakt, omdat dit onvoldoende is.
#### 2.2.4 Het ontstaan van PTSS
PTSS is niet een automatisch gevolg van trauma. Slechts ongeveer 8% van de mensen ontwikkelt PTSS na een traumatische ervaring; de meeste mensen kunnen schokkende gebeurtenissen goed verwerken. Het is belangrijk dit niet te overmedicaliseren of pathologiseren.
**Risicofactoren voor het ontstaan van PTSS:**
* **Kwetsbaarheid voor stress:** Erfelijkheid en vroegkinderlijke ervaringen kunnen leiden tot een hypergevoelig stresssysteem dat snel geactiveerd wordt.
* **Geslacht en persoonlijkheidsstructuur:** Vrouwen hebben een hoger risico op PTSS dan mannen. Persoonlijkheidsproblematiek, zoals cluster C-problematiek (angst, vermijding) of borderline, vergroot het risico.
**Beschermende factoren:**
* **Veerkracht:** Optimisme, zelfvertrouwen en aanpassingsvermogen.
* **Mate van sociale steun:** Een sterk sociaal netwerk kan helpen bij het verwerkingsproces.
### 2.3 Gevolgen voor het sociale netwerk
PTSS heeft aanzienlijke gevolgen voor het sociale netwerk van de persoon die eraan lijdt. De persoon met PTSS kan afwezig of emotioneel afgesloten lijken, wat het contact bemoeilijkt. Herbelevingen, agressie of middelengebruik kunnen de relaties belasten. Voor naasten kan dit leiden tot bezorgdheid, boosheid, frustratie en machteloosheid, en kan het resulteren in relationele problemen of zelfs breuken. Het is daarom van groot belang om uitleg te geven aan naasten en hen handvatten en ondersteuning te bieden.
### 2.4 Herstellen van posttraumatische stress
Herstel van psychische klachten is een voorwaarde voor herstel op andere vlakken.
#### 2.4.1 Overweldigd zijn door de aandoening
In de fase waarin iemand overweldigd is door de aandoening, ervaart men hevige herbelevingen, angst, nachtmerries, woede en agressie, en slapeloosheid. Dit heeft een grote impact op het dagelijks leven en relaties. De toegang tot de juiste hulp is vaak moeilijk en de hulpvraag laat vaak op zich wachten. Soms wordt PTSS niet herkend als hoofdprobleem, en maskeren andere diagnoses, zoals middelengebruik of depressie, de onderliggende PTSS. Dit kan ertoe leiden dat er jaren verstrijken tussen het begin van de klachten en de juiste diagnose.
#### 2.4.2 Worstelen met de aandoening
De behandeling van PTSS begint met het ondersteunen van de persoon in de worsteling om opnieuw te kunnen leven en terug te keren naar het dagelijks leven. Dit is een proces dat tijd kost.
* **Psycho-educatie:** Zowel voor de cliënt als voor naasten is psycho-educatie belangrijk. Het inzicht dat de klachten een normale reactie zijn op een abnormale situatie en het bieden van adviezen en emotionele steun zijn cruciaal.
* **Verloop van behandeling:** Adequate traumatherapie, eventueel aangevuld met medicatie, is nodig. Bij verslaving wordt gelijktijdige behandeling in een dubbeldiagnose-kliniek aanbevolen.
* **Betekenis van herstel:** Herstel omvat het besef van de ontwrichting, hoop op verbetering, en het confronteren met verliezen.
* **Rol van de hulpverlener:** De hulpverlener erkent het verlies, geeft ruimte aan emoties, biedt steun op maat, en activeert de cliënt om kleine stapjes te zetten richting herstel en verbinding. Dit helpt iemand op weg naar functioneel, maatschappelijk en persoonlijk herstel.
#### 2.4.3 Leven mét de aandoening
Na de actieve behandelingsfase kan er een fase van leven mét de aandoening volgen. Acceptatie van het trauma creëert ruimte voor functioneel, maatschappelijk en persoonlijk herstel. Aandacht wordt besteed aan werk, opleiding en relaties. Niet altijd is blijvende hulp nodig.
#### 2.4.4 Leven voorbij de aandoening
In de fase van leven voorbij de aandoening kan het rouwproces worden afgerond. Zingeving groeit, wat zich uit in meer verbinding en een minder materiële focus. Dit kan leiden tot posttraumatische groei, waarbij men anders naar zichzelf gaat kijken dan vroeger.
---
# Bijkomende aandoeningen en het ontstaan van PTSS
Dit onderdeel belicht de veelvoorkomende comorbiditeit bij PTSS, zoals angststoornissen en depressie, en de factoren die bijdragen aan het ontstaan ervan, inclusief risico- en beschermende factoren.
### 3.1 Bijkomende aandoeningen (comorbiditeit)
PTSS gaat vaak gepaard met een scala aan andere psychische aandoeningen, wat wijst op een onderliggend proces van chronische ontregeling en trauma. Het is cruciaal om deze klachten integraal te behandelen, aangezien het apart aanpakken van symptomen vaak onvoldoende is. Veelvoorkomende bijkomende aandoeningen zijn:
* **Angststoornissen:** Dit omvat onder andere paniekstoornissen en gegeneraliseerde angststoornissen.
* **Depressie:** Gevoelens van somberheid, lusteloosheid en hopeloosheid zijn frequent.
* **Verslaving:** Ontwikkeling van afhankelijkheid van alcohol, medicatie, drugs of roken als copingmechanisme.
* **Psychose:** In ernstige gevallen kunnen psychotische kenmerken optreden.
* **Zelfbeschadiging en suïcidaliteit:** Dit zijn ernstige uitingen van psychisch lijden.
Deze gecombineerde klachten zijn geen toeval, maar vaak manifestaties van een dieperliggende ontregeling door trauma.
> **Tip:** Bij de behandeling van PTSS is het essentieel om de samenhang tussen de verschillende klachten te erkennen en te behandelen. Een integrale aanpak die alle symptomen omvat, is effectiever dan het focussen op geïsoleerde problemen.
### 3.2 Het ontstaan van PTSS
PTSS is niet een automatisch gevolg van elke traumatische ervaring; slechts een minderheid van de getroffenen ontwikkelt de stoornis. Het merendeel van de mensen kan schokkende gebeurtenissen goed verwerken, wat onderstreept dat we niet over moeten gaan tot overmedicalisering of pathologisering. Het ontstaan van PTSS wordt beïnvloed door zowel risicofactoren als beschermende factoren.
#### 3.2.1 Risicofactoren
Verschillende factoren kunnen de kwetsbaarheid voor het ontwikkelen van PTSS vergroten:
* **Kwetsbaarheid voor stress:**
* **Erfelijkheid en vroegkinderlijke ervaringen:** Een genetische aanleg in combinatie met ingrijpende gebeurtenissen in de vroege jeugd kan leiden tot een verhoogde gevoeligheid voor stress.
* **Hypergevoelig stresssysteem:** Een stresssysteem dat snel en intens wordt geactiveerd, is vatbaarder voor de gevolgen van trauma.
* **Geslacht en persoonlijkheidsstructuur:**
* **Geslacht:** Vrouwen lopen een verhoogd risico op het ontwikkelen van PTSS vergeleken met mannen.
* **Persoonlijkheidsstructuur:** Persoonlijkheidsproblematiek, zoals Cluster C-stoornissen (gekenmerkt door angst en vermijding) of borderline-persoonlijkheidskenmerken, vergroten de kans op PTSS.
#### 3.2.2 Beschermende factoren
Gelukkig zijn er ook factoren die de kans op herstel en veerkracht na een traumatische gebeurtenis bevorderen:
* **Veerkracht:** Dit omvat positieve eigenschappen zoals optimisme, zelfvertrouwen en een goed aanpassingsvermogen.
* **Sociale steun:** De mate van emotionele en praktische ondersteuning vanuit het sociale netwerk speelt een cruciale rol in het verwerkingsproces.
> **Voorbeeld:** Iemand die na een traumatische gebeurtenis veel steun ontvangt van familie en vrienden en positief ingesteld is, heeft een grotere kans om de ervaring te verwerken zonder PTSS te ontwikkelen, vergeleken met iemand die geïsoleerd is en negatieve gedachten heeft.
---
# Gevolgen en herstel van PTSS
Dit gedeelte behandelt de ingrijpende gevolgen van PTSS voor het sociale netwerk, de uitdagingen tijdens het herstelproces en de verschillende wegen naar het leren leven met of voorbij de aandoening.
### 4.1 Gevolgen voor het sociale netwerk
PTSS heeft significante gevolgen voor de naasten van iemand met de aandoening. De persoon met PTSS kan emotioneel afgesloten lijken of afwezig zijn, wat contact bemoeilijkt. Herbelevingen, agressie of middelengebruik kunnen de interactie met naasten verder compliceert. Dit leidt bij de omgeving vaak tot gevoelens van bezorgdheid, boosheid, frustratie en machteloosheid, wat kan resulteren in relationele problemen of zelfs breuken. Het is cruciaal om aan naasten uitleg te verschaffen en hen handvatten en ondersteuning te bieden om hiermee om te gaan.
> **Tip:** Psycho-educatie voor zowel de cliënt als diens naasten is een essentiële stap in het herstelproces, omdat het inzicht geeft dat de klachten vaak een normale reactie zijn op een abnormale situatie.
### 4.2 Herstellen van posttraumatische stress
Herstel van psychische klachten vormt de basis voor herstel op andere levensgebieden. Het pad naar herstel kent echter diverse uitdagingen.
#### 4.2.1 Overweldigd zijn door de aandoening
Veelvoorkomende symptomen zoals hevige herbelevingen, angst, nachtmerries, woede en agressie kunnen het dagelijks leven en relaties ernstig beïnvloeden. Slapeloosheid draagt bij aan uitputting. Een veelvoorkomend probleem is de moeilijke toegang tot de juiste hulp; de hulpvraag laat vaak op zich wachten. PTSS wordt niet altijd direct herkend als het hoofdprobleem, waarbij andere diagnoses zoals middelengebruik of depressie de onderliggende PTSS maskeren. Dit kan leiden tot een vertraging van jaren tussen het begin van de klachten en de juiste diagnose.
#### 4.2.2 Worstelen met de aandoening
De start van de behandeling markeert het begin van de worsteling om opnieuw te kunnen functioneren in het dagelijks leven. Dit proces omvat onder andere:
* **Psycho-educatie:** Zowel voor de cliënt als voor naasten is inzicht in de klachten essentieel, waarbij de nadruk ligt op het feit dat deze klachten een normale reactie zijn op een abnormale situatie. Adviezen en emotionele steun zijn hierbij van groot belang.
* **Verloop van de behandeling:** Adequate traumatherapie, eventueel aangevuld met medicatie, is cruciaal. Bij gelijktijdige verslavingsproblematiek is behandeling in een dubbeldiagnose-kliniek noodzakelijk.
* **Betekenis van herstel:** Herstel impliceert het besef van de ontwrichting, hoop op verbetering en het confronteren van verliezen.
* **Rol van de hulpverlener:** De hulpverlener erkent het verlies, biedt ruimte aan emoties, verleent steun op maat en activeert de cliënt om kleine stapjes te zetten richting herstel en verbinding. De hulpverlener begeleidt de cliënt op weg naar functioneel, maatschappelijk en persoonlijk herstel.
> **Example:** Een persoon die een traumatische gebeurtenis heeft meegemaakt, kan door bijvoorbeeld een hard geluid wegduiken omdat dit hen herinnert aan mortiervuur tijdens de gebeurtenis. Dit is een voorbeeld van herbeleving en een typische reactie binnen PTSS.
#### 4.2.3 Leven mét de aandoening
Dit stadium omvat de acceptatie van het trauma, wat ruimte creëert voor functioneel, maatschappelijk en persoonlijk herstel. Aandacht voor werk, opleiding en relaties wordt opnieuw belangrijk. Het is hierbij niet altijd noodzakelijk dat er blijvende hulp nodig is.
#### 4.2.4 Leven voorbij de aandoening
In deze fase kan het rouwproces worden afgerond. Zingeving groeit, wat zich uit in meer verbinding en een minder materiële focus. Dit kan leiden tot posttraumatische groei, waarbij men terugkijkt op de ervaring en zich afvraagt of men nu anders naar zichzelf kijkt dan vroeger.
> **Tip:** Het besef dat de klachten die iemand met PTSS ervaart, vaak een overlevingsreactie zijn op een traumatische gebeurtenis, kan helpen bij het normaliseren van de ervaring en het verminderen van zelfverwijt.
### 4.3 Comorbiditeit en risicofactoren
PTSS kent vaak comorbiditeit met andere psychische aandoeningen, zoals angststoornissen, depressie, verslavingen, psychoses, zelfbeschadiging en suïcidaliteit. Deze combinatie van klachten is geen toeval, maar vaak uitingen van één onderliggend proces: chronische ontregeling en trauma. Daarom is een integrale behandeling essentieel; het symptoom apart aanpakken volstaat niet.
Niet elke traumatische ervaring leidt tot PTSS; slechts ongeveer 8% van de mensen ontwikkelt de aandoening na een schokkende gebeurtenis. Risicofactoren voor het ontstaan van PTSS omvatten onder andere kwetsbaarheid voor stress (erfelijkheid, vroegkinderlijke ervaringen, een hypergevoelig stresssysteem), geslacht (vrouwen zijn kwetsbaarder) en bepaalde persoonlijkheidsstructuren (zoals cluster C problematiek of borderline). Beschermende factoren zijn veerkracht (optimisme, zelfvertrouwen, aanpassingsvermogen) en mate van sociale steun.
> **Example:** Een persoon die een geschiedenis heeft van misbruik en machteloosheid, loopt een verhoogd risico op het ontwikkelen van complexe PTSS. Dissociatie kan dan een copingstrategie zijn om de realiteit te ontvluchten.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Trauma | Een psychische verwonding die ontstaat na een ingrijpende, verontrustende gebeurtenis die intense angst, hulpeloosheid of dissociatie oproept en langdurige negatieve effecten heeft op emoties, gedrag en functioneren. |
| Psychotrauma | Een specifiek type trauma dat een psychische verwonding inhoudt, meestal als gevolg van een ingrijpende gebeurtenis zoals mishandeling, natuurrampen of oorlog. |
| Life events | Gebeurtenissen in het leven die, hoewel niet per se traumatisch, wel als zodanig kunnen worden ervaren of een aanzienlijke impact kunnen hebben op iemands psychisch welzijn. |
| Secundaire traumatischering | Het ervaren van stresssymptomen of traumatische reacties als gevolg van het herhaaldelijk horen van traumatische ervaringen van anderen, zoals cliënten in een hulpverleningssetting. |
| Type I – Eenmalige trauma’s | Traumatische ervaringen die bestaan uit één enkele ingrijpende gebeurtenis, wat vaak leidt tot gedetailleerde herinneringen en angst, maar doorgaans meer begrip en sociale steun genereert. |
| Type II – Chronische of herhaalde trauma’s | Traumatische ervaringen die langdurige blootstelling aan afschuwelijke situaties omvatten, wat kan leiden tot dissociatieve klachten zoals depersonalisatie en geheugenverlies voor bepaalde periodes. |
| Posttraumatische stressstoornis (PTSS) | Een psychische aandoening die kan ontstaan na een traumatische gebeurtenis, gekenmerkt door herbelevingen, vermijding, verhoogde prikkelbaarheid, concentratieproblemen en negatieve opvattingen over de wereld. |
| Herbeleving | Een kernsymptoom van PTSS waarbij de traumatische gebeurtenis opnieuw wordt ervaren in de vorm van flashbacks, beelden of gevoelens, wat leidt tot intense angst en machteloosheid. |
| Overweldigd zijn door de aandoening | Een staat van intense psychische en emotionele belasting ervaren als gevolg van PTSS-symptomen zoals hevige herbelevingen, angst, nachtmerries en woede, wat het dagelijks leven en relaties ernstig beïnvloedt. |
| Dissociatie | Een psychisch proces waarbij een persoon zich loskoppelt van de realiteit, zichzelf, of de omgeving, wat zich kan uiten in depersonalisatie (zichzelf van een afstand ervaren), derealisatie (de wereld lijkt onecht) of dissociatieve amnesie (geheugenverlies). |
| Comorbiditeit | Het gelijktijdig voorkomen van twee of meer medische of psychische aandoeningen bij dezelfde persoon, zoals angststoornissen en depressie naast PTSS. |
| Psycho-educatie | Het proces waarbij cliënten en hun naasten informatie en inzicht krijgen in een psychische aandoening, de symptomen ervan en strategieën voor omgang en herstel. |
| Posttraumatische groei | Een positieve psychologische verandering die kan optreden als gevolg van het doormaken van een traumatische gebeurtenis, waarbij iemand veerkrachtiger, dankbaarder of wijzer wordt. |