Cover
Börja nu gratis kwalitatief onderzoek.pdf
Summary
# Wat is kwalitatief onderzoek?
Kwalitatief onderzoek richt zich op het rijk en diepgaand beschrijven van de ervaringen en betekenissen zoals die door deelnemers zelf worden beleefd binnen hun natuurlijke context [10](#page=10) [8](#page=8) [9](#page=9).
### 1.1 Kenmerken en definitie van kwalitatief onderzoek
#### 1.1.1 Onderscheid met kwantitatief onderzoek
Kwalitatief onderzoek onderscheidt zich van kwantitatief onderzoek in zijn doel en benadering. Terwijl kwantitatief onderzoek zich richt op hoeveelheden en het reduceren van de realiteit tot meetbare variabelen, streeft kwalitatief onderzoek ernaar de realiteit zo rijk mogelijk te beschrijven. Het gaat niet zozeer om 'kwaliteit' in de zin van beter, maar om de eigenschappen en de aard van ervaringen, zowel positief als negatief [8](#page=8).
#### 1.1.2 Kern van de definitie
Een poging tot definitie, zoals geformuleerd door Sherman en Webb benadrukt dat kwalitatief onderzoek een directe betrokkenheid heeft bij de beleefde ervaring, zoals die 'geleefd', 'gevoeld' of 'ondergaan' wordt. Het centrale doel is het begrijpen van ervaringen zo dicht mogelijk bij hoe de deelnemers ze zelf ervaren of beleven [9](#page=9).
> **Tip:** Denk eraan dat de focus ligt op de 'kwaliteit' van de ervaringen, niet op een oordeel over 'beter' of 'slechter'.
### 1.2 Typische kenmerken van kwalitatief onderzoek
Ondanks de diversiteit aan types, tradities en benaderingen binnen kwalitatief onderzoek, zijn er gemeenschappelijke kenmerken die de methodologie definiëren [10](#page=10).
#### 1.2.1 Contextualisering
Een cruciaal kenmerk is contextualisering. Fenomenen worden onderzocht binnen de specifieke fysieke, sociale of culturele context waarin ze zich voordoen. Dit staat in contrast met een gecontroleerde laboratoriumomgeving, en richt zich op het begrijpen van processen binnen de alledaagse sociale werkelijkheid en natuurlijke omgevingen [10](#page=10).
#### 1.2.2 Nadruk op leefwereld en betekenisgeving
Kwalitatief onderzoek vertrekt vanuit de leefwereld van de betrokkenen. Er ligt een sterke nadruk op de subjectieve ervaringen en de betekenis die deelnemers aan hun ervaringen toekennen [10](#page=10).
#### 1.2.3 Niet-directieve waarneming en inleving
De onderzoeker hanteert een niet-directieve waarneming, wat betekent dat er minimale sturing vanuit de onderzoeker is. Dit vereist een zekere mate van inleving van de onderzoeker in de situatie van de deelnemers, waarbij de onderzoeker zich midden in de leefwereld van de betrokkenen probeert te plaatsen in plaats van zich afzijdig te houden [10](#page=10) [22](#page=22).
> **Example:** Een onderzoeker die de ervaringen van daklozen wil begrijpen, kan ervoor kiezen om tijd door te brengen in opvangcentra en de dagelijkse routines van de daklozen te observeren en hierover in gesprek te gaan, in plaats van alleen enquêtes af te nemen [22](#page=22).
---
# Verschil tussen kwantitatief en kwalitatief onderzoek
Dit deel van de studiehandleiding belicht het fundamentele onderscheid tussen kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden, hun respectievelijke doelen, settings, dataverzameling en analyse, en hun complementaire relatie in de wetenschappelijke praktijk.
### 2.1 Kwantitatief onderzoek
Kwantitatief onderzoek richt zich op het 'kwantificeren' van fenomenen, wat inhoudt dat er gemeten wordt met behulp van meetbare variabelen. Het maakt intensief gebruik van statistiek om cijfers, percentages, odds en correlatiecoëfficiënten te analyseren ten behoeve van hypothesetoetsing [5](#page=5).
#### 2.1.1 Beperkingen van kwantitatief onderzoek
Kwantitatief onderzoek vereist dat er al voldoende inzichten bestaan in een specifiek domein. Dit betekent dat men op voorhand mogelijke oorzaken moet kunnen bedenken, hypothesen moet kunnen formuleren, variabelen moet kunnen bepalen en het juiste onderzoeksdesign moet kiezen. Er moet bekend zijn wat er gemeten gaat worden en hoe, evenals welke factoren van belang zijn voor het onderzoek. Vaak is er een initiële 'exploratie' van de realiteit nodig om tot dergelijke ideeën te komen, zoals het geval was bij Semmelweis die de bevallingspositie, de afstand tussen bedden en de aanwezigheid van lijkvocht bij AIOS onderzocht. Daarnaast kan het moeilijk zijn om heel complexe en diverse problematiek volledig te vatten met kwantitatieve methoden, zoals de motivaties achter een verzoek tot euthanasie [7](#page=7).
> **Tip:** Kwantitatief onderzoek is bij uitstek geschikt wanneer de focus ligt op de frequentie van een fenomeen, de veralgemeenbaarheid ervan en de determinanten die hierbij een rol spelen. Denk aan vragen als: "Wat is de prevalentie van diabetes II bij mensen van Turkse origine?" of "In welke mate leidt rood vlees eten tot colonkanker?". Ook bij interesse in causaliteit, relaties, verschillen en voorspellingen, zoals de vraag of middel A een krachtiger bloeddrukverlager is dan middel B, is kwantitatief onderzoek aangewezen [12](#page=12).
### 2.2 Kwalitatief onderzoek
Kwalitatief onderzoek richt zich niet op 'kwaliteit' in de zin van 'beter', maar op het rijkelijk en zo volledig mogelijk beschrijven van de realiteit met aandacht voor de eigenschappen, de aard en de ervaringen (zowel positief als negatief) van concepten. Het doel is om de realiteit zo rijk mogelijk te beschrijven, in tegenstelling tot kwantitatief onderzoek dat de realiteit reduceert tot hoeveelheden en percentages [8](#page=8).
#### 2.2.1 Wanneer kwalitatief onderzoek?
Kwalitatief onderzoek is bij uitstek geschikt voor het verkennen van nieuwe domeinen, zoals de ervaringen van mensen met het gebruik van een tablet bij het invullen van preventieve gezondheidsvragen. Het biedt inzicht in de beleving en ervaring van individuen, bijvoorbeeld hoe patiënten met huidkanker hun behandeling ervaren. Ook voor het exploreren van opvattingen, zoals hoe mensen denken dat ze griep krijgen, is kwalitatief onderzoek waardevol. Het is een krachtige methode om complexe fenomenen en processen te doorgronden, zoals de redenen waarom gezondheidswerkers migreren uit sub-Sahara Afrika. Tot slot is het een geschikte methode om nieuwe hypothesen te genereren, zoals de vraag waarom kinderen hun tanden niet poetsen [24](#page=24).
> **Voorbeeld:** Een typische kwalitatieve onderzoeksvraag is: "Wat zijn de redenen dat vrouwen niet deelnemen aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalsscreening?". Dit staat in contrast met een kwantitatieve vraag als: "Wat is de meest voorkomende leeftijd waarop colonkanker wordt vastgesteld?" [26](#page=26).
### 2.3 Samenvatting van de verschillen
| Kenmerk | Kwantitatief onderzoek | Kwalitatief onderzoek |
| :------------------- | :------------------------------------------------------- | :-------------------------------------------------------- |
| **Doel** | Breedte, generaliseerbaarheid, testen van hypothesen, bewijzen | Diepgang, betekenis binnen context, genereren van hypothesen, begrijpen/betekenis |
| **Setting** | Onderzoekssetting (controleren voor context) | Natuurlijke setting |
| **Data** | Getallen | Narratieven, beelden, tekst... |
| **Sampling** | Probabilistisch | Gericht |
| **Analyse** | Statistiek, modellen | Iteratieve interpretatie |
| **Focus** | Objectiviteit | Subjectiviteit |
### 2.4 De complementaire relatie tussen kwantitatief en kwalitatief onderzoek
Kwantitatief en kwalitatief onderzoek staan niet tegenover elkaar, maar zijn juist complementair. De combinatie van beide methoden in onderzoek wordt 'mixed methods onderzoek' genoemd [15](#page=15).
#### 2.4.1 Kwalitatief onderzoek vóór kwantitatief onderzoek
Kwalitatief onderzoek kan nuttig zijn in de voorbereidende fase van kwantitatief onderzoek. Het kan helpen bij het ontwikkelen van hypothesen en theorieën, het operationaliseren van concepten, en het uittesten of valideren van vragenlijsten [15](#page=15).
#### 2.4.2 Kwalitatief onderzoek ná kwantitatief onderzoek
Na het uitvoeren van kwantitatief onderzoek kan kwalitatief onderzoek ingezet worden om gevonden verbanden tussen variabelen verder uit te diepen en beter te begrijpen [15](#page=15).
#### 2.4.3 Gelijktijdig kwantitatief en kwalitatief onderzoek
Beide methoden kunnen ook gelijktijdig worden ingezet om dezelfde vraag op verschillende manieren te beantwoorden [16](#page=16).
> **Voorbeeld:** Bij de crisis op de luchthaven van Kabul in 2021 kon men kwantitatief onderzoeken: "hoeveel vluchten, hoeveel ingangen, hoeveel mensen, hoeveel militairen etc. en de crowdcontrol". Kwalitatief kon men daarentegen "er tussenin gaan staan" en de getuigenissen van mensen verzamelen om de "echte noden" te achterhalen, zoals "veiligheidsgevoel, vertrappeling, honger, etc." [17](#page=17) .
> **Voorbeeld:** Een ander voorbeeld is de vraag: "hoe geslaagd was het feestje gisteren?". Kwantitatief kon dit gemeten worden door het "aantal aanwezigen, aantal liter bier gedronken, gemaakte winst, seismisch effect van dansen". Kwalitatief kon men kijken naar de "nieuwe vriendschap, nieuw lief, positieve post op Instagram, merci berichtjes aan organisator" – de subjectieve ervaring "in the eye of the beholder" [18](#page=18) [19](#page=19).
Kwalitatief onderzoek kan ook helpen bij het verklaren van gevonden verschillen. Bijvoorbeeld, een verschil in zorggebruik (operaties) tussen hoogopgeleiden en laagopgeleiden kan verklaard worden. Kwantitatief kunnen factoren zoals "betere health literacy, financiële situatie, sociale ondersteuning" meespelen. Kwalitatief kan men kijken naar "mondigheid tijdens consultatie (hiërarchisch denken)" en de "houding/boodschap arts (onbewust verschillende sturing)" [20](#page=20) [21](#page=21).
---
# Onderzoeksvragen in kwalitatief onderzoek
Dit gedeelte focust op de kenmerken van effectieve onderzoeksvragen binnen kwalitatief onderzoek, met speciale aandacht voor 'hoe'- en 'waarom'-vragen, en biedt voorbeelden van geschikte en minder geschikte formuleringen.
### 3.1 Wanneer kwalitatief onderzoek?
Kwalitatief onderzoek is bij uitstek geschikt voor situaties waarin men een nieuw domein wil exploreren, inzicht wil krijgen in de beleving of ervaring van mensen, opvattingen wil onderzoeken, complexe fenomenen en processen wil doorgronden, of nieuwe hypothesen wil genereren [24](#page=24).
**Voorbeelden van geschikte situaties voor kwalitatief onderzoek:**
* Het exploreren van het gebruik van een tablet bij het invullen van gezondheidsvragen [24](#page=24).
* Het begrijpen van de ervaringen van patiënten met huidkanker tijdens hun behandeling [24](#page=24).
* Het onderzoeken van de opvattingen van mensen over het ontstaan van griep [24](#page=24).
* Het analyseren van de redenen voor migratie van gezondheidswerkers uit sub-Sahara Afrika [24](#page=24).
* Het verklaren van het gedrag van kinderen dat resulteert in slechte mondhygiëne [24](#page=24).
### 3.2 Kenmerken van goede kwalitatieve onderzoeksvragen
Goede kwalitatieve onderzoeksvragen zijn vaak open en gericht op het ontrafelen van processen, ervaringen en motivaties. Ze maken veelal gebruik van 'hoe' of 'waarom' om de diepte van het onderwerp te exploreren [25](#page=25).
**Typische formuleringen voor kwalitatieve onderzoeksvragen:**
* Hoe ervaren mensen het gebruik van een tablet bij het invullen van preventieve gezondheidsvragen [25](#page=25)?
* Hoe denken mensen dat ze griep krijgen [25](#page=25)?
* Waarom migreren gezondheidswerkers uit sub-Sahara Afrika [25](#page=25)?
* Waarom passen huisartsen de richtlijn niet toe [25](#page=25)?
* Waarom poetsen kinderen hun tanden niet [25](#page=25)?
### 3.3 Onderscheid tussen kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksvragen
Het is cruciaal om het onderscheid te maken tussen onderzoeksvragen die zich lenen voor een kwalitatieve benadering en die welke beter geschikt zijn voor kwantitatieve methoden. Kwalitatieve vragen richten zich op de 'hoe' en 'waarom', terwijl kwantitatieve vragen vaak gaan over frequentie, aantallen of vergelijkingen.
**Voorbeeld van onderscheid:**
* **Kwalitatief:** Wat zijn de redenen dat vrouwen niet deelnemen aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalsscreening [26](#page=26)?
* **Kwantitatief:** Wat is de meest voorkomende leeftijd waarop colonkanker wordt vastgesteld [26](#page=26)?
### 3.4 Wat is geen goede onderzoeksvraag voor kwalitatief onderzoek?
Vragen die te gesloten zijn, die zich richten op het meten van frequenties of die een eenvoudige opsomming verwachten, zijn doorgaans minder geschikt voor kwalitatief onderzoek [27](#page=27).
**Voorbeelden van minder geschikte kwalitatieve onderzoeksvragen:**
* Welke zijn de oorzaken van decubitus? (Kan te breed zijn, 'oorzaken' kan ook kwantitatief geëxploreerd worden. Een betere kwalitatieve vraag zou kunnen zijn: "Hoe ervaren verpleegkundigen de preventie en behandeling van decubitus?") [27](#page=27).
* Wat zijn de redenen voor therapie-ontrouw? (Vergelijkbaar met de eerste; een meer kwalitatieve vraag zou kunnen zijn: "Hoe beleven patiënten de therapietrouw?") [27](#page=27).
* Hoe groot is de kennis over anticonceptie bij 18-jarigen? Dit is duidelijk een kwantitatieve vraag gericht op het meten van kennisniveau [27](#page=27).
* Wat betekent een overlijden voor medebewoners in een woonzorgcentrum? Dit is een goede kwalitatieve vraag die de beleving centraal stelt [27](#page=27).
* Hoe is het om te leven met een bipolaire stoornis? Dit is een uitstekende kwalitatieve vraag die de subjectieve ervaring bevraagt [27](#page=27).
* Hoe beleven studenten vroedkunde hun eerste begeleiding van een bevalling? Dit is een goede kwalitatieve vraag gericht op de ervaring [27](#page=27).
* Welk beeld hebben psychologen over verpleegkundigen? Dit is een goede kwalitatieve vraag die opvattingen onderzoekt [27](#page=27).
* Hoe komt het dat mensen (on)gezond eten? Dit is een goede kwalitatieve vraag die motivaties en processen onderzoekt [27](#page=27).
* Welke zijn de redenen waarom mensen geen gordel dragen in de auto? Dit is een goede kwalitatieve vraag die motivaties verkent [27](#page=27).
* Hoe komt het dat jongeren tussen 13 en 16 jaar geen fietshelm dragen? Dit is een goede kwalitatieve vraag die de redenen achter gedrag onderzoekt [27](#page=27).
**Tip:** Een goede kwalitatieve onderzoeksvraag nodigt uit tot exploratie en diepgang, en stelt het 'hoe' of 'waarom' centraal om de subjectieve ervaring, het proces of de motivatie te achterhalen [25](#page=25).
### 3.5 Praktische voorbeelden van het formuleren van kwalitatieve onderzoeksvragen
Het omzetten van een observatie of een gesignaleerd probleem naar een geschikte kwalitatieve onderzoeksvraag vereist oefening. Hieronder enkele voorbeelden:
**Voorbeeld 1: Voorschrijfgedrag van huisartsen**
* **Observatie:** Uit voorschrijfgedrag van huisartsen bleek dat ze in een aantal gevallen antibiotica voorschreven voor virale infecties [28](#page=28).
* **Mogelijke kwalitatieve onderzoeksvragen:**
* Waarom vragen patiënten antibiotica voor virale infecties [29](#page=29)?
* Waarom schrijven huisartsen antibiotica voor virale infecties voor [29](#page=29)?
* **Mogelijke antwoorden/inzichten die hieruit kunnen voortkomen:** Geruststellen van de patiënt, preventieve maatregelen bij verminderde weerstand, misvattingen bij patiënten die de arts niet durft te corrigeren [30](#page=30).
**Voorbeeld 2: Leven met Retinitis Pigmentosa**
* **Observatie:** Retinitis pigmentosa is een ernstige oogziekte die een aanzienlijke impact kan hebben op iemands leven [31](#page=31).
* **Mogelijke kwalitatieve onderzoeksvragen:**
* Hoe ervaren mensen het leven met Retinitis Pigmentosa [32](#page=32)?
* Welke ondersteuningsnoden hebben mensen met Retinitis Pigmentosa [32](#page=32)?
**Voorbeeld 3: Patiënten die niet opdagen voor consultaties**
* **Observatie:** In bepaalde psychiatrische praktijken kwamen patiënten geregeld niet opdagen voor hun consultatie [33](#page=33).
* **Mogelijke kwalitatieve onderzoeksvragen:**
* Wat zijn redenen waarom patiënten niet opdagen voor hun consultaties [34](#page=34)?
* **Mogelijke antwoorden/inzichten die hieruit kunnen voortkomen:** Gevoelens van afwijzing ('uitgekafferd'), geen meerwaarde zien in de consultatie, problemen met de administratie, financiële problemen [35](#page=35).
> **Tip:** Begin met een duidelijke observatie of een probleemstelling. Vraag vervolgens systematisch "waarom" of "hoe" om de diepere lagen van het fenomeen te ontsluiten. Verfijn de vraag om deze specifiek en onderzoekbaar te maken binnen een kwalitatief kader.
> **Example:** Stel, je observeert dat veel studenten laat op de avond nog studeren voor een belangrijk examen. Een mogelijke kwantitatieve vraag zou kunnen zijn: "Hoeveel uur studeren studenten gemiddeld de avond voor een examen?". Een kwalitatieve vraag zou daarentegen kunnen zijn: "Hoe ervaren studenten de druk en het uitstelgedrag tijdens de examenperiode?" of "Welke strategieën hanteren studenten om met de stress van examens om te gaan, en waarom kiezen ze voor late-avondstudie?". Deze laatste vragen nodigen uit tot het exploreren van gevoelens, motivaties en processen.
---
# Dataverzameling en -analyse bij kwalitatief onderzoek
Kwalitatief onderzoek maakt gebruik van diverse methoden voor dataverzameling, zoals interviews, focusgroepen, observaties en documentanalyse, gevolgd door een iteratief proces van data-analyse, voornamelijk bestaande uit coderen [36](#page=36) [37](#page=37).
### 4.1 Dataverzameling bij kwalitatief onderzoek
Kwalitatieve dataverzameling omvat verschillende methoden die erop gericht zijn diepgaand inzicht te verkrijgen in fenomenen [37](#page=37).
#### 4.1.1 Interview en focusgroep
Interviews en focusgroepen zijn methoden waarbij verbale data worden verzameld door middel van gesprekken [38](#page=38).
##### 4.1.1.1 Verschillende vormen van interviews
De vormen van interviews variëren op basis van het aantal geïnterviewden per sessie en de mate van structuur [38](#page=38) [43](#page=43).
* **Focusgroep:** Een groepsgesprek met 4 tot 10 deelnemers onder leiding van een onderzoeker, dat doorgaans 1 tot 2 uur duurt. Het doel is om kennis, percepties en ervaringen van deelnemers te delen, waarbij deelnemers elkaar stimuleren en op ideeën brengen. Een voorbeeld is het delen van ervaringen rond COVID-triage op de spoedafdeling en het zoeken naar verbeteringen [40](#page=40).
* **Moeilijkheden bij focusgroepen:** Focusgroepen zijn moeilijker te organiseren dan individuele interviews, vereisen goede audioapparatuur en akoestiek, bieden minder controle over het gesprek, en kunnen beïnvloed worden door de moderator of sociale druk. Ze zijn ook niet geschikt voor alle onderwerpen (bv. gevoelige thema's) of alle participanten (bv. introverte personen) [41](#page=41).
* **Keuze tussen interviews en focusgroepen:** De keuze hangt af van de onderzoeksvraag. Focusgroepen zijn effectief voor het verzamelen van bredere perspectieven, terwijl individuele interviews geschikt zijn voor diepgaande exploratie van persoonlijke ervaringen, zeker bij gevoelige onderwerpen [42](#page=42).
##### 4.1.1.2 Mate van structuur in interviews
* **Semi-gestructureerd interview:** Ook wel een "geleide conversatie" genoemd. De onderzoeker hanteert een topiclijst met thema's die aan bod moeten komen, maar blijft flexibel. Deze methode maakt gebruik van hoofdvragen en prompts (bijvragen) om het gesprek gaande te houden of aan te vullen [45](#page=45) [47](#page=47).
> **Voorbeeld:** Een topiclijst voor een onderzoek naar de transitie van MUCO-patiënten van pediatrische naar volwassenenzorg zou vragen kunnen bevatten over hoe de transitie verliep, wat goed en minder goed ging, en de verschillen tussen pediatrische en volwassenenzorg [48](#page=48).
* **Diepte-interview:** Hierbij neemt de respondent de onderzoeker mee in zijn of haar verhaal in een open veld zonder grenzen, met focus op het thema. De onderzoeker begeleidt de respondent bij het verkennen van het onderwerp [45](#page=45).
> **Voorbeeld:** Een diepte-interview over het leven met retinitis pigmentosa zou kunnen starten met de vraag hoe de respondent het leven met deze aandoening ervaart [46](#page=46).
#### 4.1.2 Vragenlijsten met open vragen
Vragenlijsten met open vragen laten respondenten antwoorden in hun eigen woorden, zonder vooraf bepaalde antwoordopties [50](#page=50).
* **Kenmerken:** Open vragen zijn nuttig voor het exploreren van specifieke ervaringen of redenen [50](#page=50).
> **Voorbeeld:** "Wat was voor u het moeilijkste moment/periode tijdens uw verblijf in een therapeutische gemeenschap?" of "Wat was voor u de voornaamste reden om dr. X als uw vaste huisarts te kiezen?" [50](#page=50).
* **Mixed methods:** Soms worden vragenlijsten met open vragen gecombineerd met gesloten vragen in een mixed-methods aanpak [50](#page=50).
> **Voorbeeld:** Een vraag over gebruiksvriendelijkheid van een tablet kan bestaan uit een score op een schaal van 1 tot 10, gevolgd door een open vraag naar specifieke niet-gebruiksvriendelijke aspecten [50](#page=50).
#### 4.1.3 Observatie
Observatie houdt in het gestructureerd observeren van dagelijkse fenomenen in een natuurlijke setting om "echte" ervaringen te bestuderen [52](#page=52).
* **Vormen:** Observatie kan variëren in mate van directheid en participatie van de observator [52](#page=52).
* **Hawthorne-effect:** Het effect waarbij respondenten hun gedrag aanpassen omdat ze weten dat ze worden onderzocht. Dit benadrukt het belang van het erkennen van de invloed van de onderzoeker op de observatie [54](#page=54).
* **Moeilijkheden bij observatie:** Toegang krijgen tot de setting en het opbouwen/bewaren van een vertrouwensband zijn cruciale uitdagingen. Observatie is een intensief proces dat alertheid vereist en het bewaken van de balans tussen betrokkenheid en afstand. De rol van de observator is kritisch; men moet alert zijn voor eigen observatiegewoontes, de eigen invloed inschatten, en zo onopvallend mogelijk zijn. Ethische kwesties, zoals het bewaken van grenzen en confidentialiteit, zijn eveneens belangrijk [57](#page=57).
#### 4.1.4 Documentanalyse
Documentanalyse omvat het bestuderen van diverse soorten documenten, zoals teksten, foto's, filmfragmenten, dagboeken, beleidsdocumenten, websites, en audiovisueel materiaal [37](#page=37) [58](#page=58).
* **Voorbeelden van documentanalyse:** Het analyseren van instellingsbeleid rond vrijwilligers, informatie over palliatieve zorg op websites, of adviezen van ethische commissies [59](#page=59).
* **Voorbeelden van audiovisuele analyse:** Het analyseren van opnames van consultaties, audiofragmenten van 112-oproepen, videoboodschappen van patiënten, of het gebruik van photovoice waarbij patiënten hun wereld in beeld brengen met foto's [60](#page=60).
#### 4.1.5 Rekruteren van deelnemers
Bij kwalitatief onderzoek is het doel niet representativiteit in statistische zin, maar eerder het bereiken van breedte (heterogeniteit van deelnemers) en diepte (deelnemers met intieme kennis van het onderwerp). Dit gebeurt via doelbewuste of gerichte selectie (purposive sampling). Het aantal deelnemers staat niet op voorhand vast; het stopt wanneer saturatie is bereikt, wat betekent dat er geen nieuwe informatie meer wordt verkregen uit de data [61](#page=61).
### 4.2 Data-analyse bij kwalitatief onderzoek
Data-analyse bij kwalitatief onderzoek is een iteratief en cyclisch proces [62](#page=62) [63](#page=63).
#### 4.2.1 Het proces van data-analyse
Het proces omvat doorgaans de volgende stappen [63](#page=63):
1. **Lezen (en herlezen):** Grondige bestudering van transcripten, veldnota's en documenten [63](#page=63).
2. **Coderen:** Het structureren van de data in codes die relevant zijn voor de onderzoeksvraag. Dit kan data-gedreven (inductief) of theorie-gedreven (deductief) zijn [63](#page=63).
#### 4.2.2 Coderen
Coderen is het organiseren van data in "stukjes" (codes) die op elkaar lijken of een gemeenschappelijke eigenschap delen die relevant is voor de analyse. Een code is een woord of uitdrukking die de essentie, samenvatting of een specifiek kenmerk van een onderdeel van de data beschrijft. Codes worden uiteindelijk georganiseerd tot een codestructuur [64](#page=64).
* **Voorbeelden van codes:** Afhankelijk van de onderzoeksvraag kunnen codes bijvoorbeeld "reden" zijn (bv. 'expliciete vraag van patiënt', 'geruststelling patiënt', 'preventief' bij antibiotica voorschrijfgedrag); "ervaring" (bv. 'hulpeloosheid', 'TV kijken bijna onmogelijk' bij leven met een oogziekte); of "barrière" (bv. 'te weinig info', 'geen opvolging' bij therapietrouw) [65](#page=65).
#### 4.2.3 Fasen van coderen
Coderen kan in verschillende fasen verlopen [67](#page=67):
1. **Datareductie (Open coderen):** Data worden opgedeeld in kleinere eenheden waaraan labels of namen (codes) worden toegekend [67](#page=67).
> **Illustratie:** In het fragment over mantelzorgers van dementerenden, kunnen activiteiten zoals "dansen" en "bowlen" beschrijvend gecodeerd worden [69](#page=69) [70](#page=70).
2. **Codes organiseren (Axiaal coderen):** Losse codes worden verbonden tot een geheel en concepten worden gevormd en uitgewerkt [67](#page=67).
> **Illustratie:** De beschrijvende codes (dansen, bowlen, optreden, autorit) kunnen gecategoriseerd worden in 'stopgezette activiteiten' (dansen, bowlen) en 'nieuwe activiteiten' (optreden, autorit) [71](#page=71).
3. **Concepten verbinden (Selectief coderen):** Concepten worden met elkaar verbonden om theorievorming te bewerkstelligen [67](#page=67).
> **Tip:** Coderen kan ook "tussen de lijnen" door gebeuren, waarbij men indirecte betekenissen of veranderende relaties identificeert, zoals de veranderende relatie tussen mantelzorger en demente persoon. De initiële relatie als koppel voor activiteiten wordt een nieuwe relatie als verzorger/begeleider [72](#page=72) [73](#page=73) [74](#page=74).
#### 4.2.4 Computerprogramma's voor data-analyse
Hulpmiddelen zoals MaxQDA of QualiCoder kunnen helpen bij het organiseren van data en codes, maar het coderen zelf blijft een taak van de onderzoeker [68](#page=68).
#### 4.2.5 Deductief coderen
Naast inductief coderen (van data naar theorie), kan men ook vertrekken vanuit een bestaande theorie of theoretische concepten om de data te coderen. Dit wordt deductief coderen genoemd [75](#page=75).
> **Voorbeeld:** Bij het bestuderen van medische besluitvorming kan men theorieën over besluitvormingsmodellen (bv. paternalistisch, shared decision making) als startpunt nemen [75](#page=75).
---
# Kwaliteitsbewaking in kwalitatief onderzoek
Dit onderwerp belicht cruciale criteria en methoden die worden ingezet om de kwaliteit van kwalitatief onderzoek te waarborgen, met specifieke aandacht voor 'thick description', triangulatie, reflexiviteit, respondent validatie en deviant case analysis [76](#page=76).
### 5.1 Criteria voor kwaliteitsbewaking
Verschillende strategieën kunnen worden toegepast om de betrouwbaarheid en geldigheid van kwalitatief onderzoek te versterken [76](#page=76).
#### 5.1.1 "Thick description" als kwaliteitscriterium
"Thick description" (dichte beschrijving) dient als een belangrijk kwaliteitscriterium bij het rapporteren van kwalitatief onderzoek. Dit houdt in [77](#page=77):
* **Nauwkeurige beschrijving van probleemstelling en onderzoeksvraag**: De context en het doel van het onderzoek moeten helder worden uiteengezet [77](#page=77).
* **Beschrijven van de gebruikte methode**: Dit omvat de selectie van participanten, de dataverzamelingstechnieken en het proces van data-analyse [77](#page=77).
* **Presenteren van de bevindingen**: De hoofdthema's en concepten moeten duidelijk worden weergegeven en geïllustreerd met directe citaten van respondenten of andere relevante voorbeelden [77](#page=77).
> **Tip:** Een "thick description" stelt de lezer in staat om de bevindingen te beoordelen, de context te begrijpen en de resultaten te generaliseren naar vergelijkbare situaties.
#### 5.1.2 Triangulatie
Triangulatie verwijst naar het gebruik van verschillende 'bronnen' of 'kanalen' om tot een conclusie te komen, ter mitigatie van mogelijke inherente biases in individuele studies. Dit principe is vergelijkbaar met het concept van 'confirmatie' binnen de wetenschap. Er zijn verschillende vormen van triangulatie [78](#page=78):
* **Data source triangulation**: Hierbij worden gegevens verzameld uit diverse bronnen. Een voorbeeld is het uitvoeren van interviews bij zowel hulpverleners als patiënten om verschillende stakeholderperspectieven te verkrijgen [79](#page=79).
* **Investigator/researcher triangulation**: Dit houdt in dat meerdere onderzoekers betrokken zijn bij het analyseproces, bijvoorbeeld door twee codeurs te laten werken ('vier-ogen principe') of door de codestructuur te laten controleren door mede-onderzoekers [79](#page=79).
* **Method triangulation**: Hierbij worden verschillende onderzoeksmethoden gebruikt om data te verzamelen. Voorbeelden zijn het combineren van observaties, interviews en documentanalyse binnen één onderzoek [79](#page=79).
> **Voorbeeld:** Een onderzoek naar de ervaringen van patiënten met een chronische ziekte kan triangulatie toepassen door interviews met patiënten, observaties van hun dagelijkse routines en analyse van hun medische dossiers.
#### 5.1.3 Reflexiviteit
Reflexiviteit, ook wel aangeduid als "check yourself", is een proces van reflectie op mogelijke biases die verband houden met de onderzoeker. Dit omvat [80](#page=80):
* **Sociale achtergrond**: De maatschappelijke positie en achtergrond van de onderzoeker [80](#page=80).
* **Ervaring**: Eerdere persoonlijke ervaringen die relevant kunnen zijn voor het onderzoeksonderwerp [80](#page=80).
* **Persoonlijke kenmerken**: Factoren zoals geslacht, leeftijd, culturele achtergrond [80](#page=80).
* **Eigen ideeën/vooroordelen/wereldbeeld**: De persoonlijke opvattingen en overtuigingen van de onderzoeker [80](#page=80).
* **Intersubjectieve reflectie**: Een kritische blik op de interactie tussen de onderzoeker en de respondenten [80](#page=80).
> **Voorbeeld:** Bij onderzoek naar euthanasie, waarbij de onderzoeker mogelijk sterke pro- of contra-standpunten heeft, is het essentieel om deze mogelijke bias te erkennen en te reflecteren op hoe dit de dataverzameling en analyse kan beïnvloeden [80](#page=80).
#### 5.1.4 Respondent validation / "member checking"
Respondent validation, ook wel bekend als "member checking", houdt in dat de verzamelde resultaten worden voorgelegd aan de deelnemers van het onderzoek. Dit proces stelt de onderzoeker in staat om te controleren of de deelnemers zich herkennen in de gepresenteerde bevindingen. Het biedt een kans voor correctie en verfijning van de interpretaties [81](#page=81).
#### 5.1.5 Deviant case analysis
Deviant case analysis is een methode waarbij bewust 'afwijkende respondenten' worden geïncludeerd en intensief worden geanalyseerd. Dit helpt om de grenzen van de vastgestelde patronen te onderzoeken en om een completer beeld te krijgen van de variatie binnen de data. Door deze uitzonderingen te bestuderen, kan de geldigheid van de algemene bevindingen worden versterkt en kunnen nieuwe inzichten worden verkregen [82](#page=82).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Kwalitatief onderzoek | Onderzoek dat gericht is op het beschrijven van de aard en eigenschappen van fenomenen, met de nadruk op het begrijpen van ervaringen, betekenissen en processen binnen de natuurlijke context. |
| Kwantitatief onderzoek | Onderzoek dat zich richt op het meten van variabelen en het toetsen van hypothesen met behulp van statistische methoden om omvang, frequentie en verbanden te kwantificeren. |
| Exploreren van een nieuw domein | De eerste fase van onderzoek waarbij men probeert een onbekend of weinig bestudeerd onderwerp te begrijpen, vaak met behulp van kwalitatieve methoden om nieuwe ideeën en hypothesen te genereren. |
| Genereren van nieuwe hypothesen | Het formuleren van voorlopige verklaringen of voorspellingen die voortkomen uit observaties of verkennend onderzoek, met het doel deze later te toetsen. |
| Beleving/ervaring | De subjectieve perceptie en het gevoelsmatige begrip van een individu ten aanzien van een bepaald fenomeen of situatie. |
| Complexe fenomenen en processen | Situaties of gebeurtenissen die veel onderling samenhangende factoren bevatten en waarvan de dynamiek moeilijk volledig te vatten is met enkel kwantitatieve methoden. |
| Onderzoeksvraag | De centrale vraag die een onderzoek tracht te beantwoorden, bepalend voor de methodologie, dataverzameling en analyse. |
| Focusgroep | Een groepsgesprek geleid door een onderzoeker met een klein aantal deelnemers (meestal 4-10) om gezamenlijke perspectieven, ervaringen en ideeën te verzamelen en te stimuleren. |
| Interview | Een gesprek tussen een onderzoeker en een of meerdere deelnemers om informatie te verzamelen over hun ervaringen, meningen of kennis. |
| Semi-gestructureerd interview | Een interviewvorm waarbij de onderzoeker een topiclijst of lijst met thema"s gebruikt, maar flexibel omgaat met de volgorde en de formulering van vragen om een dieper inzicht te verkrijgen. |
| Diepte-interview | Een interviewvorm die gericht is op het grondig verkennen van de ervaringen, gevoelens en gedachten van een individu over een specifiek onderwerp, waarbij de respondent de leiding neemt in het gesprek. |
| Observatie | Het systematisch waarnemen en registreren van gedrag, gebeurtenissen of situaties in een natuurlijke setting om inzichten te verkrijgen. |
| Documentatie | Het analyseren van bestaande teksten, beelden, audio- of videomateriaal om informatie te verzamelen en te interpreteren voor onderzoek. |
| Coderen | Het proces van het structureren van kwalitatieve data door het toekennen van labels (codes) aan fragmenten van tekst of andere data-eenheden, die de essentie of een kenmerk van de data samenvatten. |
| Datareductie | Het proces waarbij ruwe kwalitatieve data wordt opgedeeld in kleinere, behapbare eenheden die vervolgens worden georganiseerd en samengevat. |
| Axiaal coderen | Het organiseren en verbinden van losse codes tot bredere categorieën of concepten, om structuur aan te brengen in de data. |
| Selectief coderen | Het verbinden van de belangrijkste concepten om een overkoepelende theorie of structuur te vormen, vaak gericht op de centrale thematiek van het onderzoek. |
| Inductieve analyse | Een onderzoeksbenadering waarbij theorieën en concepten worden ontwikkeld op basis van de verzamelde data, zonder vooraf opgestelde hypothesen. |
| Deductieve analyse | Een onderzoeksbenadering waarbij een bestaande theorie of concepten worden gebruikt om de verzamelde data te analyseren en te interpreteren. |
| Thick description | Een gedetailleerde en rijke beschrijving van de context, de deelnemers en de observaties binnen kwalitatief onderzoek, die essentieel is voor het begrijpen van de bevindingen. |
| Triangulatie | Het gebruik van meerdere methoden, bronnen, onderzoekers of theorieën om een fenomeen te onderzoeken, ter verhoging van de betrouwbaarheid en validiteit van de bevindingen. |
| Reflexiviteit | Het kritisch reflecteren door de onderzoeker op zijn of haar eigen achtergrond, aannames, vooroordelen en invloed op het onderzoeksproces en de resultaten. |
| Respondent validation (member checking) | Het voorleggen van onderzoeksresultaten aan de deelnemers om te verifiëren of de bevindingen hun ervaringen accuraat weerspiegelen. |