Cover
Börja nu gratis Hoofdstuk 13 Algemene Verpleegkundige.pdf-summary.pdf
Summary
# Algemene benadering van noodsituaties en veiligheid
Dit onderwerp behandelt de essentiële eerste stappen bij het omgaan met noodsituaties, met een sterke nadruk op het handhaven van kalmte, het waarborgen van de eigen veiligheid, die van het slachtoffer en van omstanders, en specifieke veiligheidsmaatregelen bij verkeersongevallen en ongevallen in gebouwen.
## 1. Algemene benadering van noodsituaties en veiligheid
De algemene benadering van noodsituaties vormt de fundamentele basis voor het bieden van eerste hulp, zowel bij levensbedreigende als niet-levensbedreigende situaties. Elke burger is wettelijk verplicht hulp te bieden aan een persoon in gevaar, mits de hulpverlener zelf buiten gevaar is en het gevaar heeft vastgesteld of via derden is geïnformeerd. De wetgeving verplicht echter niet om zichzelf in gevaar te brengen [3](#page=3).
### 1.1 Schuldig verzuim
Schuldig verzuim is gedefinieerd in het Strafwetboek. Artikel 422bis Strafwetboek stelt dat iemand die verzuimt hulp te verlenen aan een persoon in groot gevaar, waarbij hulp geboden kon worden zonder ernstig gevaar voor zichzelf of anderen, gestraft kan worden met een gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en/of een geldboete van vijftig euro tot vijfhonderd euro. Indien de verzuimer het gevaar niet persoonlijk heeft vastgesteld, kan hij niet gestraft worden als hij op redelijke gronden kon geloven dat het verzoek niet ernstig was of dat er gevaar aan verbonden was. De straf kan verhoogd worden tot twee jaar indien de persoon in gevaar minderjarig is. Een alternatieve formulering in artikel 442 bis SW spreekt van een gevangenisstraf van 8 dagen tot 6 maanden en een geldboete van 100 euro tot 500 euro [3](#page=3).
### 1.2 Benaderen van een noodsituatie
De initiële fase van het benaderen van een noodsituatie volgt een gestructureerde aanpak: veiligheid, vitale functies controleren, en het verwittigen van de hulpdiensten [3](#page=3).
#### 1.2.1 Blijf kalm
In een noodsituatie is het cruciaal om niet overhaast te handelen en het hoofd koel te houden om geen fouten te maken [3](#page=3).
> **Tip:** Een slachtoffer in een niet-levensbedreigende situatie mag nooit verplaatst worden, tenzij er een direct gevaar dreigt voor het slachtoffer of voor jezelf [4](#page=4).
#### 1.2.2 Veiligheid eerst!
De absolute prioriteit bij het benaderen van een noodsituatie is het waarborgen van de veiligheid: eerst de eigen veiligheid, daarna die van het slachtoffer, en ten slotte die van de omstanders. Dit voorkomt dat het aantal slachtoffers verder toeneemt [4](#page=4).
Het proces na het vaststellen van de veiligheid omvat:
* Observeren wat er is gebeurd [4](#page=4).
* Identificeren van de gevaren voor jezelf, het slachtoffer en omstanders [4](#page=4).
* Controleren of hulpdiensten al onderweg zijn [4](#page=4).
* Luisteren naar verklaringen van het slachtoffer of omstanders [4](#page=4).
* Na deze observatie zorgen voor de nodige veiligheidsmaatregelen [4](#page=4).
#### 1.2.3 Veiligheidsmaatregelen bij een verkeersongeval
Bij verkeersongevallen zijn er specifieke gevaren, zoals het risico dat andere voertuigen op het ongeval inrijden [4](#page=4).
Stappen en voorzorgsmaatregelen:
* Zet je eigen auto op een veilige plaats, voorbij het ongeval, met de knipperlichten aan. Overweeg ook het gebruik van de stoplichten als waarschuwing door afwisselend te remmen [5](#page=5).
* Draag een geel/oranje hesje [5](#page=5).
* Neem een brandblusapparaat mee bij het naderen van de betrokken voertuigen [5](#page=5).
* Zet de motor van de betrokken voertuigen stil en laat de knipperlichten aan [5](#page=5).
* Plaats de gevarendriehoek goed zichtbaar [5](#page=5).
* Laat omstanders niet roken [5](#page=5).
* Als een omstander het verkeer waarschuwt, zorg er dan voor dat deze zichzelf niet in gevaar brengt [5](#page=5).
* Blijf nooit op de pechstrook staan; ga achter de vangrail staan [5](#page=5).
Bij slachtoffers van verkeersongevallen moet rekening gehouden worden met mogelijk hoofd- of wervelletsel. Beweeg het slachtoffer zo weinig mogelijk. Indien het slachtoffer op een onveilige plaats ligt, breng het dan eerst in veiligheid, waarbij het hoofd zoveel mogelijk onbeweeglijk gehouden wordt [5](#page=5).
* Probeer brandhaarden te blussen met een brandblusser, nooit met water [5](#page=5).
* Dek uitgelopen brandstof of olie onmiddellijk af met zand of aarde [5](#page=5).
* Zorg dat er niet gerookt wordt en laat bestuurders van voertuigen het contact uitzetten [5](#page=5).
Bij een auto in het water is waarschuwen van hulpdiensten vaak het enige wat gedaan kan worden, tenzij men een geoefend redder is [5](#page=5).
Bij een ongeval met een wagen die gevaarlijke producten vervoert, is het cruciaal om bij het verwittigen van de hulpdiensten de gevarencode en het identificatienummer van het product door te geven. Deze voertuigen zijn herkenbaar aan oranje borden en ruitvormige etiketten [5](#page=5).
Voor het slachtoffer van een verkeersongeval:
* Bij onmiddellijk gevaar: verlaat zo snel mogelijk het voertuig of rol weg van het gevaar [5](#page=5).
* Bij geen onmiddellijk gevaar: zet de motor af, knipperlichten uit, trek de handrem aan. Beweeg voorzichtig, tenzij er pijn is. Verlaat het voertuig pas als zeker is dat je niet gewond bent [5](#page=5).
* Vraag hulpverleners om de hulpdiensten te bellen en je toe te dekken [5](#page=5).
#### 1.2.4 Veiligheidsmaatregelen bij een ongeval in een gebouw
Bij een ongeval in een gebouw is de aanpak afhankelijk van de aanwezigheid van gevaar [5](#page=5).
* **Geen gevaar:** Laat het slachtoffer ter plaatse [5](#page=5).
* **Gevaar (bv. brand, instorting):** Evacueer de slachtoffers zo snel mogelijk [5](#page=5).
* Beginnende branden mogen geprobeerd worden te blussen [5](#page=5).
* Bij uitslaande branden mag men niet binnengaan [5](#page=5).
#### 1.2.5 Veiligheid van patiënt en omstanders
Naast de algemene veiligheidsmaatregelen, zijn er specifieke aandachtspunten voor de patiënt en omstanders [6](#page=6):
* Verplaats de patiënt niet, tenzij noodzakelijk voor veiligheid [6](#page=6).
* Stabiliteit van de nek is belangrijk bij verdenking van nekletsel [6](#page=6).
* Zorg voor goede observatie van de patiënt [6](#page=6).
* Bevraag omstanders voor relevante informatie [6](#page=6).
* Zorg dat omstanders geen gevaarlijke handelingen verrichten, zoals roken [6](#page=6).
### 1.3 Verdere stappen in de noodsituatie
Na de initiële veiligheidscontrole, volgt de beoordeling van de vitale functies en het verwittigen van de hulpdiensten. Dit proces omvat de controle van bewustzijn en ademhaling, leidend tot het plaatsen van het slachtoffer in stabiele zijligging of het starten van reanimatie [6](#page=6).
#### 1.3.1 Reanimatie en gebruik van de AED
Dit onderdeel van het studiemateriaal behandelt de essentiële stappen van reanimatie (Basic Life Support - BLS) voor zowel volwassenen als kinderen, inclusief de toepassing van borstcompressies, beademingen en het correcte gebruik van een Automatische Externe Defibrillator (AED) in levensbedreigende situaties, en is opgebouwd rond de 'chain of survival' [6](#page=6).
##### 2.1 De 'chain of survival'
De 'chain of survival' omvat een reeks handelingen die gericht zijn op het verhogen van de overlevingskansen van slachtoffers van een circulatiestilstand. De essentiële schakels zijn [6](#page=6):
* Vlugge herkenning van de situatie en het waarschuwen van de hulpdiensten [6](#page=6).
* Het starten van reanimatie (Cardio Pulmonaire Resuscitatie - CPR) [6](#page=6).
* Snelle defibrillatie met een AED [6](#page=6).
* Postreanimatiezorg [6](#page=6).
###### 2.1.1 Vlugge herkenning van de situatie
Na het verzekeren van de veiligheid van de omgeving, dient men de vitale functies van het slachtoffer na te gaan, wat inhoudt het controleren van het bewustzijn en de ademhaling. Ernstige bloedingen moeten onmiddellijk behandeld worden [6](#page=6).
---
# Reanimatie en gebruik van de AED
Dit onderdeel behandelt de essentiële stappen van reanimatie (Basic Life Support - BLS) voor zowel volwassenen als kinderen, inclusief de toepassing van borstcompressies, beademingen en het correcte gebruik van een Automatische Externe Defibrillator (AED) in levensbedreigende situaties, opgebouwd rond de 'chain of survival' [6](#page=6).
### 2.1 De 'chain of survival'
De 'chain of survival' omvat een reeks handelingen gericht op het verhogen van de overlevingskansen van slachtoffers van een circulatiestilstand. De essentiële schakels zijn: snelle herkenning en waarschuwing van hulpdiensten, het starten van reanimatie (Cardio Pulmonaire Resuscitatie - CPR), snelle defibrillatie met een AED, en postreanimatiezorg [6](#page=6).
#### 2.1.1 Vlugge herkenning van de situatie
Na het verzekeren van de veiligheid van de omgeving, dient men de vitale functies van het slachtoffer na te gaan. Dit omvat het controleren van het bewustzijn door luid toespreken en voorzichtig schudden aan de schouders, zonder de nek te bewegen. De ademhaling wordt gecontroleerd door de luchtweg open te houden en gedurende maximaal 10 seconden te kijken naar de borstkas, te luisteren bij mond en neus, en te voelen of er lucht wordt uitgeademd. Een langzame, moeizame of luidruchtige ademhaling (agonale ademhaling) moet beschouwd worden als een teken van hartstilstand en vereist het starten van CPR. Ernstige bloedingen moeten onmiddellijk behandeld worden. Het slachtoffer mag niet verplaatst worden, tenzij absoluut noodzakelijk [6](#page=6) [7](#page=7).
#### 2.1.2 Waarschuwen van de hulpdiensten
Bij het waarschuwen van de hulpdiensten is het cruciaal om zo concreet mogelijke informatie door te geven. Essentiële informatie omvat: wie de hulpverlener is, de exacte locatie, wat er is gebeurd en welke gevaren er nog aanwezig zijn, wie de slachtoffers zijn en hun toestand, de toestand van de vitale functies, en of reanimatie reeds gestart is. Bij voorkeur wordt het alarmnummer 112 gebeld met een mobiele telefoon [7](#page=7).
### 2.2 Basic Life Support (BLS) voor volwassenen
BLS omvat handelingen die iedereen die een CPR-cursus gevolgd heeft, kan uitvoeren [7](#page=7).
#### 2.2.1 Bewustzijn en vrije luchtweg
Bij een bewusteloos slachtoffer dat niet normaal ademt, moet eerst de luchtweg vrijgemaakt worden. Dit kan door middel van hyperextensie met kinlift (één hand op het voorhoofd, hoofd voorzichtig naar achteren kantelen, twee vingertoppen onder de kin omhoog tillen, niet op zachte weefsels duwen). Een alternatieve methode is de subluxatie van de onderkaak, waarbij de toppen van de ring- en middenvinger onder de hoeken van de onderkaak geplaatst worden en de duimen de lippen uit elkaar duwen terwijl de onderkaak omhoog getild wordt; bij correcte uitvoering komen de onderste snijtanden voor de bovenste. Deze methode wordt aanbevolen bij vermoeden van wervelletsels. Als het slachtoffer reageert, laat het dan in de positie liggen waarin het gevonden is, tenzij er verdere gevaren dreigen [7](#page=7) [8](#page=8).
#### 2.2.2 Borstcompressies
Hoogwaardige borstcompressies met minimale onderbrekingen zijn van belang. De hiel van één hand wordt midden op het borstbeen geplaatst, ongeveer ter hoogte van de tepellijn. De hiel van de andere hand wordt hier bovenop geplaatst en de vingers worden in elkaar gehaakt, zodat ze de ribben niet raken. Er mag geen druk uitgeoefend worden op de bovenbuik of de onderste punt van het borstbeen. De diepte van de compressies is ongeveer 5 cm, maar niet meer dan 6 cm bij de gemiddelde volwassene. De frequentie bedraagt 100 tot 120 compressies per minuut, wat iets minder is dan twee compressies per seconde. De techniek vereist een verticale positie boven de handen met gestrekte armen, waarbij het borstbeen wordt ingedrukt en na elke compressie de borstkas volledig terugveert zonder het contact met het borstbeen te verliezen [8](#page=8).
#### 2.2.3 Beademingen
Elke beademing duurt ongeveer 1 seconde. De techniek omvat het openhouden van de luchtweg, het dichtknijpen van de neus met twee vingers van de hand die op het voorhoofd rust, het nemen van een normale teug lucht, het goed over de mond van het slachtoffer plaatsen van de mond en het 1 seconde lucht inblazen terwijl men toekijkt of de borstkas omhoog komt. Na de beademing wordt de mond van het slachtoffer weggehaald en wordt gelet op het terugzakken van de borstkas tijdens het uitademen [8](#page=8).
#### 2.2.4 Compressie/ventilatie verhouding
De standaardverhouding voor volwassenen is 30 compressies gevolgd door 2 beademingen (30:2). CPR wordt gestart bij een bewusteloos slachtoffer dat niet normaal ademt, met onmiddellijk 30 borstcompressies gevolgd door 2 beademingen [9](#page=9).
#### 2.2.5 Observatie en stoppen met reanimeren
De effectiviteit van de beademing wordt gecontroleerd aan de hand van het omhoog komen van de thorax. Zo niet, dient men de mond op obstructies te inspecteren, de correctheid van de hoofdhouding en de kaaklift te controleren; manuele reiniging kan nodig zijn. Pulsatiecontrole wordt enkel door professionele hulpverleners uitgevoerd als onderdeel van de reanimatie. Stoppen met reanimeren gebeurt wanneer professionele hulpverleners de reanimatie overnemen, het slachtoffer normaal begint te ademen, of de hulpverlener uitgeput is [9](#page=9).
#### 2.2.6 Speciale situaties
Bij vermoeden van wervelletsel wordt de luchtweg geopend met de kaakliftmethode zonder het hoofd in hyperextensie te brengen; indien beademing niet lukt, kan hyperextensie toch nodig zijn. Bij een tracheostoma wordt het hoofd achteruit gekanteld, de mond gesloten over de stoma, en op dezelfde wijze als mond-op-mondbeademing ingeblazen. Mond-op-neusbeademing kan nodig zijn bij ernstige mondletsels of kaakkramp; de techniek is vergelijkbaar met mond-op-mondbeademing, waarbij de mond dichtgedrukt wordt. Hulpmiddelen zoals aangezichtsvliezen, pocketmaskers, mondpijpjes en beademingsballonnen kunnen gebruikt worden ter bescherming tegen besmettelijke ziekten en giftige producten [9](#page=9).
### 2.3 Basic Life Support (BLS) bij kinderen
De richtlijnen voor BLS bij kinderen zijn van toepassing op kinderen van 0-18 jaar, met uitzondering van pasgeborenen. Kinderen die eruitzien als volwassenen kunnen als volwassenen behandeld worden. Een hartstilstand bij kinderen wordt zelden primair veroorzaakt door een cardiale oorzaak, maar is vaak het gevolg van hypoxie [9](#page=9).
#### 2.3.1 Bewustzijn en vrije luchtweg bij kinderen
Bij kinderen wordt het bewustzijn gecontroleerd door voorzichtig schudden zonder het hoofd te bewegen en luid toespreken. Bij zuigelingen (tot 1 jaar) wordt nooit geschud; men klopt of wrijft over de voetzool. Bij vermoeden van wervelletsel wordt alleen geroepen. De luchtweg kan vrijgemaakt worden met hyperstrekking en kinlift. Indien dit niet lukt, kan de kaakliftmethode toegepast worden: plaats de eerste twee vingers van elke hand aan weerszijden van de achterkant van de onderkaak en duw de onderkaak naar voren. Bij een vermoeden van neklletsel wordt de luchtweg alleen met de kaaklift geopend. Bij zuigelingen wordt de baby in snuifpositie gelegd [10](#page=10).
#### 2.3.2 Compressie/ventilatie verhouding bij kinderen
Leken of alleenstaande hulpverleners hanteren dezelfde verhouding als bij volwassenen: 30 compressies en 2 beademingen (30:2). Twee of meer professionele hulpverleners gebruiken de verhouding 15:2 bij kinderen tot aan de puberteit. Bij kinderen wordt eerst gestart met 5 beademingen, gevolgd door 15 compressies. Daarna wisselt men 15 compressies af met 2 beademingen [10](#page=10).
#### 2.3.3 Borstcompressies bij kinderen
Bij zuigelingen (tot 1 jaar) worden twee vingers in het midden van de thorax geplaatst. Bij twee of meer hulpverleners wordt de 'twee duimen' techniek gebruikt met handen rond het lichaam. De diepte van de compressie is 1/3 van de borstdiepte, circa 4 cm. Bij kinderen (vanaf 1 jaar tot puberteit) wordt de hiel van één hand midden op de thorax geplaatst; er wordt geen onderscheid gemaakt tussen techniek met 1 of 2 handen, afhankelijk van de voorkeur. De diepte is 1/3 van de borstdiepte, circa 5 cm. De frequentie bedraagt 100 tot 120 compressies per minuut. Het borstbeen moet voor elke volgende thoraxcompressie weer helemaal omhoog komen [10](#page=10).
#### 2.3.4 Beademingen bij kinderen
Bij kinderen vanaf 1 jaar wordt de luchtweg vrijgemaakt, de neus dichtgeknepen, de mond een beetje geopend maar de kin omhoog getild gehouden. Er wordt gedurende 1 seconde rustig in de mond geblazen, waarbij de thorax omhoog moet komen. Bij zuigelingen wordt de zuigeling in snuifpositie gebracht. De lippen worden sluitend om de mond en neus geplaatst. Indien het kind te groot is, beademt men alleen via de mond terwijl de neus wordt afgesloten, of omgekeerd. Er wordt gedurende 1 seconde rustig geblazen (korte pufjes), waarbij de thorax omhoog moet komen. Problemen bij beademing kunnen veroorzaakt worden door obstructies in de mond, de correctheid van de luchtwegopeningstechniek, of men kan proberen de kaakliftmethode. Men doet maximaal vijf pogingen en gaat daarna verder met de beoordeling van de circulatie [10](#page=10).
### 2.4 Stabiele zijligging
De stabiele zijligging wordt aanbevolen voor een bewusteloos slachtoffer met ademhaling en tekenen van circulatie, wanneer het slachtoffer alleen gelaten moet worden. Bij vermoeden van wervelletsel wordt het slachtoffer niet in stabiele zijligging gelegd; het hoofd wordt geïmmobiliseerd en het slachtoffer blijft in de gevonden positie [11](#page=11).
Het doel van de stabiele zijligging is voorkomen dat het slachtoffer op de buik of rug terugrolt, de onderste mondhoek lager houden dan de luchtpijp, en de luchtweg vrijhouden. De uitvoering omvat: het slachtoffer op de rug leggen met gestrekte benen en eventueel een bril verwijderen. De dichtste arm wordt in een hoek van 90° ter hoogte van elleboog en schouder gelegd, met de handpalm omhoog. De verste arm wordt over de borst gelegd, met de handrug tegen de wang op de schouder. Het slachtoffer wordt naar de hulpverlener toe gedraaid door het verst verwijderde been ter hoogte van de knie te nemen. Het bovenste been wordt in een hoek van 90° over het onderliggende been gelegd. Het hoofd wordt iets naar achteren gekanteld om zeker te zijn dat de luchtweg vrij is. De ademhaling wordt elke minuut gecontroleerd. Dezelfde techniek kan gebruikt worden voor kinderen. Bij baby's kan een klein kussen of opgerold dekentje achter de rug gelegd worden [11](#page=11).
### 2.5 Automatische Externe Defibrillator (AED)
#### 2.5.1 Wat is een AED?
Een AED (Automatische Externe Defibrillator) is een computergestuurd toestel dat levensbedreigende hartritmestoornissen kan opsporen, analyseren en behandelen met een elektrische schok. Het toestel geeft gesproken instructies en is 100% veilig in gebruik, waardoor iedereen (ook kinderen) het mag bedienen. Volgens de Belgische wet mag iedereen in het kader van een reanimatie een AED gebruiken [12](#page=12).
#### 2.5.2 Gebruik van de AED
Sommige toestellen gaan automatisch aan zodra de klep wordt geopend. Bij andere toestellen moet de AAN-knop ingedrukt worden. De elektroden worden op de ontblootte borstkas geplakt, waarbij de instructies van de AED en de afbeeldingen op de elektroden gevolgd worden. Na het plaatsen van de elektroden analyseert de AED het hartritme. Indien een elektrische schok nodig is, zal de AED dit aangeven en instrueren; niemand mag het slachtoffer aanraken tijdens de schok. Borstcompressies gaan door tijdens het aanbrengen van de elektroden van de AED [12](#page=12).
#### 2.5.3 Belang van defibrillatie
Onmiddellijke defibrillatie is essentieel voor de behandeling van hartstilstand (ventrikelfibrillatie en -tachycardie zonder pols). Hoe sneller defibrillatie na het begin van de hartstilstand plaatsvindt, hoe beter de overlevingskansen. Defibrillatie binnen 3 tot 5 minuten na de collaps kan de overlevingskansen verhogen tot 50-70%. Een AED is vaak aanwezig in publieke ruimtes; vraag een omstander om het toestel te halen [12](#page=12).
> **Tip:** Zorg dat u, indien mogelijk, een demonstratiefilm van de stappen en het gebruik van de AED bekijkt.
> **Voorbeeld:** De verhouding tussen compressies en beademingen is bij volwassenen 30:2, terwijl dit bij kinderen tot de puberteit 15:2 is wanneer er twee of meer professionele hulpverleners zijn. Voor leken of wanneer alleenstaand, geldt bij kinderen ook 30:2 [12](#page=12).
---
# Omgaan met vergiftigingen en levensbedreigende situaties
Dit onderwerp behandelt de benadering van vergiftigingen en andere levensbedreigende situaties die eerste hulp vereisen [13](#page=13).
### 3.1 Definitie van kernbegrippen in levensbedreigende situaties
Een grondige kennis van specifieke medische aandoeningen en hun definities is essentieel bij het omgaan met levensbedreigende situaties. Enkele cruciale definities zijn:
* **Intoxicatie:** Een vergiftiging door blootstelling aan schadelijke stoffen, zoals chemicaliën, medicijnen, drugs of gassen, die lichaamsfuncties kunnen verstoren of schade kunnen toebrengen [2](#page=2).
* **Shock:** Een levensbedreigende medische aandoening waarbij de bloeddruk te laag wordt om voldoende zuurstof naar de vitale organen te transporteren, vaak veroorzaakt door ernstig bloedverlies, uitdroging of infectie [2](#page=2).
* **Vergiftiging door koolstofmonoxide:** Een ernstige vergiftiging veroorzaakt door het inademen van koolstofmonoxide (CO), een kleur- en geurloos gas dat de zuurstoftransportcapaciteit van het bloed vermindert en weefselschade kan veroorzaken [2](#page=2).
* **Hypoglycemie:** Een lage bloedsuikerspiegel, vaak voorkomend bij diabetespatiënten, die kan leiden tot symptomen zoals zwakte, beven, zweten, duizeligheid en, in ernstige gevallen, bewustzijnsverlies of stuipen [2](#page=2).
* **CVA (Cerebrovasculaire Aandoening/Beroerte):** Een plotseling optredende neurologische stoornis die wordt veroorzaakt door een onderbreking van de bloedtoevoer naar een deel van de hersenen, wat leidt tot hersenschade of een herseninfarct [2](#page=2).
* **Epilepsie:** Een neurologische aandoening die wordt gekenmerkt door terugkerende aanvallen veroorzaakt door abnormale elektrische activiteit in de hersenen, wat kan leiden tot veranderingen in bewustzijn, gedrag, spierbewegingen of sensorische ervaringen [2](#page=2).
* **Traumageval:** Een ongeval of gebeurtenis die resulteert in fysiek letsel, variërend van lichte verwondingen tot levensbedreigende aandoeningen aan botten, organen, huid of andere weefsels [2](#page=2).
### 3.2 Algemene adviezen voor studeren
Voor een succesvolle voorbereiding op examens met betrekking tot dit onderwerp, is het belangrijk om specifieke studiemethoden toe te passen:
> **Tip:** Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens [13](#page=13).
> **Tip:** Let op formules en belangrijke definities [13](#page=13).
> **Tip:** Oefen met de voorbeelden in elke sectie [13](#page=13).
> **Tip:** Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen [13](#page=13).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| EHBO | Eerste Hulp Bij Ongelukken; een set van handelingen die gericht zijn op het bieden van directe hulp aan een persoon die een ongeval of plotselinge ziekte heeft doorgemaakt, met als doel het behoud van leven, het voorkomen van verergering van de toestand en het bevorderen van herstel. |
| Reanimatie | Het geheel van medische handelingen die worden uitgevoerd om een persoon die is gestopt met ademen en wiens hart is gestopt met kloppen, opnieuw te laten ademen en circuleren; dit omvat borstcompressies en beademingen. |
| Chain of Survival | Een reeks opeenvolgende stappen die de overlevingskansen van slachtoffers van een hartstilstand vergroten, beginnend bij vroege herkenning en alarmering, gevolgd door snelle reanimatie en defibrillatie, en uiteindelijk postreanimatiezorg. |
| AED | Automatische Externe Defibrillator; een draagbaar medisch apparaat dat levensbedreigende hartritmestoornissen (zoals ventrikelfibrillatie) kan detecteren en behandelen met een elektrische schok, en dat ontworpen is voor gebruik door leken. |
| BLS | Basic Life Support (Basis Levensondersteuning); de essentiële hulpverleningsprocedures die worden toegepast bij een levensbedreigende situatie, zoals het vrijmaken van de luchtwegen, reanimatie en het gebruik van een AED, voordat gespecialiseerde medische hulp arriveert. |
| ALS | Advanced Life Support (Geavanceerde Levensondersteuning); medische interventies die worden uitgevoerd door getraind medisch personeel om patiënten met levensbedreigende aandoeningen te stabiliseren, en die verder gaan dan basis levensondersteuning. |
| Syncope | Een plotseling, kortdurend bewustzijnsverlies dat veroorzaakt wordt door een tijdelijk verminderde bloedtoevoer naar de hersenen, vaak voorafgegaan door symptomen als duizeligheid, bleekheid en zweten. |
| Epilepsie | Een neurologische aandoening die wordt gekenmerkt door terugkerende aanvallen veroorzaakt door abnormale elektrische activiteit in de hersenen, wat kan leiden tot veranderingen in bewustzijn, gedrag, spierbewegingen of sensorische ervaringen. |
| CVA | Cerebrovasculaire Aandoening (Beroerte); een plotseling optredende neurologische stoornis die wordt veroorzaakt door een onderbreking van de bloedtoevoer naar een deel van de hersenen, wat leidt tot hersenschade of een herseninfarct. |
| Intoxicatie | Een vergiftiging door blootstelling aan schadelijke stoffen, zoals chemicaliën, medicijnen, drugs of gassen, die lichaamsfuncties kunnen verstoren of schade kunnen toebrengen. |
| Shock | Een levensbedreigende medische aandoening waarbij de bloeddruk te laag wordt om voldoende zuurstof naar de vitale organen te transporteren, vaak veroorzaakt door ernstig bloedverlies, uitdroging of infectie. |
| Hypoglycemie | Een lage bloedsuikerspiegel, vaak voorkomend bij diabetespatiënten, die kan leiden tot symptomen zoals zwakte, beven, zweten, duizeligheid en, in ernstige gevallen, bewustzijnsverlies of stuipen. |
| Traumageval | Een ongeval of gebeurtenis die resulteert in fysiek letsel, variërend van lichte verwondingen tot levensbedreigende aandoeningen aan botten, organen, huid of andere weefsels. |
| Schuldig verzuim | Het strafbaar feit waarbij iemand verzuimt hulp te verlenen aan een persoon in groot gevaar, terwijl dit zonder ernstig gevaar voor zichzelf of anderen geboden kon worden. |
| Hyperextensie met kinlift | Een techniek om de luchtweg vrij te maken door het hoofd naar achteren te kantelen en de kin omhoog te duwen, gebruikt bij eerste hulp. |
| Borstcompressies | Het ritmisch indrukken van het borstbeen van een patiënt tijdens reanimatie, bedoeld om de bloedsomloop te stimuleren wanneer het hart is gestopt met kloppen. |
| Beademingen | Het toedienen van lucht aan een patiënt die niet zelfstandig ademt, door het mond-op-mond of mond-op-neus mechanisme, als onderdeel van reanimatie. |
| Stabiele zijligging | Een positie waarin een bewusteloos persoon met ademhaling wordt gelegd om te voorkomen dat de luchtweg geblokkeerd raakt door de tong of braaksel, en om terugrollen naar de rugpositie te voorkomen. |
| Ventrikelfibrillatie | Een snelle, chaotische elektrische activiteit in de kamers van het hart (ventrikels), die leidt tot een ineffectieve pompfunctie en een hartstilstand. |