Cover
Börja nu gratis Registratierechten_aangepast.pdf
Summary
# Inleiding tot registratierechten
Registratierechten zijn belastingen die worden geheven op specifieke rechtshandelingen die aanleiding geven tot een registratieformaliteit, met een focus op hun oorsprong, doel, gewestelijke status en bronnen van informatie.
## 1. Inleiding tot registratierechten
### 1.1 Het registratierecht
Registratierechten zijn zeer oude belastingen die hun oorsprong vinden in het feodale tijdperk. Ze worden geheven naar aanleiding van een registratieformaliteit waaraan bepaalde akten of geschriften verplicht of vrijwillig onderworpen zijn. Verplichte registratie geldt bijvoorbeeld voor notariële akten, exploten van gerechtsdeurwaarders, en akten van overdracht of verhuring van onroerende goederen in België. Vrijwillige registratie kan plaatsvinden voor een pacte adjoint bij een handgift of een eigenhandig geschreven testament. De materie wordt geregeld door het Wetboek van de registratie-, hypotheek- en griffierechten (W. Reg.), aangevuld en gewijzigd door de Gewesten, met name de Vlaamse Codex Fiscaliteit (VCF) voor het Vlaamse Gewest. Registratierechten zijn geen vergoeding voor de formaliteit zelf, maar belastingen op de rechtshandeling die aanleiding geeft tot de registratie. Ze worden geheven op rechtshandelingen onder de levenden, in tegenstelling tot successierechten. Het zijn indirecte belastingen die betrekking hebben op alleenstaande en toevallige handelingen, zoals de aankoop van een onroerend goed of een schenking. In principe zijn registratierechten contantbelastingen, die betaald moeten worden vóór de registratieformaliteit, behalve voor de vier Vlaamse registratiebelastingen die kohierbelastingen zijn geworden. Artikel 8bis W. Reg. voorziet in de mogelijkheid om bepaalde akten vrij te stellen van de registratieformaliteit, hoewel dit geen vrijstelling van het registratierecht inhoudt; de vermelding van registratie wordt dan vervangen door een vermelding van de betaling [3](#page=3).
### 1.2 De registratieformaliteit
De registratieformaliteit houdt in dat een akte of geschrift wordt afgeschreven, ontleed of vermeld in een register door de ontvanger der registratie bij de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie, of op een andere door de Koning bepaalde informatiedrager. Deze formaliteit is een federale aangelegenheid die wordt uitgevoerd door de administratie van de Patrimoniumdocumentatie, zelfs voor regionale registratierechten. Traditioneel gebeurde dit op papier, maar de Koning kan bepalen dat akten ook gedematerialiseerd ter registratie kunnen worden voorgelegd. Dit is reeds het geval voor notariële akten en akten opgesteld door ambtenaren bevoegd voor authentieke akten, en voor onderhandse huurcontracten. Sinds 1 januari 2015 is de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) bevoegd voor de inning van het verkooprecht, de schenkbelasting, het recht van hypotheekvestiging en het verdeelrecht, die nu gewestelijke belastingen zijn. De registratie zelf blijft een federale bevoegdheid. Na registratie op federale kantoren stuurt de FOD Financiën een afschrift aan VLABEL, die de belasting berekent en een aanslagbiljet opstuurt [4](#page=4).
### 1.3 Doel
Het primaire doel van registratierechten is fiscaal: het innen van belastingen en het genereren van overheidsinkomsten. Daarnaast biedt de registratie een belangrijke bron van informatie voor het bijhouden van de kadastrale legger en voor fiscale en niet-fiscale administraties. Partijen, hun rechthebbenden en derden met een wettig belang kunnen, mits een bevel van de vrederechter, afschriften of uittreksels bekomen uit de formaliteitsregisters. Een bijkomend effect van de registratie is dat onderhandse akten een vaste datum krijgen [4](#page=4).
### 1.4 Gewestelijke belasting
Oorspronkelijk waren registratierechten een federale belasting. Sinds 1 januari 2002 zijn echter vier belastingen volwaardige gewestbelastingen geworden [5](#page=5):
* Het registratierecht op de overdrachten (ten bezwarende titel) van onroerende goederen in België (verkooprecht) [5](#page=5).
* Het registratierecht op schenkingen onder levenden van roerende of onroerende goederen (schenkingsrecht) [5](#page=5).
* Het registratierecht op de vestiging of overdracht van een hypotheek op een in België gelegen onroerend goed [5](#page=5).
* Het verdelingsrecht op onroerende goederen in België, afstanden onder bezwarende titel, en omzettingen van vruchtgebruik [5](#page=5).
Vanaf 1 januari 2015 werd de wetgeving voor deze vier belastingen overgeheveld naar de Vlaamse Codex Fiscaliteit (VCF), waardoor VLABEL bevoegd werd voor de inning [5](#page=5).
De bevoegdheid van een Gewest (Vlaams, Brussels Hoofdstedelijk of Waals) wordt bepaald door een lokalisatiecriterium, vastgelegd in de Bijzondere Financieringswet. Dit criterium bepaalt niet alleen welke regels (heffingsgrondslag, tarief, vrijstellingen) van toepassing zijn, maar ook welk gewest recht heeft op de opbrengst [6](#page=6).
**Lokalisatiecriteria per registratierecht:**
* **Verkooprecht:** Het gewest waar het onroerend goed gelegen is. Bij ruil van onroerende goederen in meerdere gewesten, is het gewest bevoegd waar het deel met het hoogste federale kadastraal inkomen ligt [6](#page=6).
* **Schenkbelasting:**
* **Schenker is rijksinwoner:** Het gewest waar de schenker in de 5 jaar voorafgaand aan de schenking zijn fiscale woonplaats het langst had gevestigd. Fiscale woonplaats omvat de werkelijke, effectieve, voortdurende woonplaats met familie, centrum van bedrijvigheid en zaken. De werkelijke woonplaats primeert op de inschrijving in het bevolkingsregister [6](#page=6) [7](#page=7).
* **Schenker is geen rijksinwoner:**
* **Onroerende goederen:** De plaats waar het onroerend goed gelegen is [7](#page=7).
* **Roerende goederen:**
* Begiftigde is rijksinwoner: Fiscale woonplaats van de begiftigde is bepalend [7](#page=7).
* Begiftigde is geen rijksinwoner: Plaats waar de overeenkomst ter registratie wordt aangeboden [7](#page=7).
* De VCF (artikel 1.1.0.0.2, zevende lid) neemt de criteria uit Circulaire nr. 12/2005 over voor specifieke gevallen, zoals schenkingen door rechtspersonen en schenkingen tussen niet-rijksinwoners [7](#page=7).
* **Verdelingsrecht:** Het gewest waar het onroerend goed gelegen is. Bij onroerende goederen in meerdere gewesten, is het gewest bevoegd waar het deel met het hoogste federale kadastraal inkomen ligt [7](#page=7).
* **Recht op hypotheekvestiging of -overdracht:** Het gewest waar het onroerend goed gelegen is [7](#page=7).
**Voorbeelden:**
> **Example:** Tim woont sinds 4 jaar in Westende en daarvoor in Bergen. Hij koopt een onroerend goed in Oostende. Omdat het onroerend goed in het Vlaamse Gewest ligt, zijn de Vlaamse verkooprechten van toepassing [8](#page=8).
> **Example:** Marie woont sinds 1 jaar in Namen, voordien in Brugge. Ze schenkt een schilderij. Omdat haar fiscale woonplaats in de 5 jaar voorafgaand aan de schenking het langst in het Vlaams Gewest was gevestigd, zijn de Vlaamse schenkbelasting van toepassing [8](#page=8).
> **Example:** Leon woont sinds 3 jaar in Antwerpen, daarvoor in Nederland. Hij doet een schenking aan zijn zus. De schenking wordt onderworpen aan de Vlaamse schenkingsrechten, aangezien zijn fiscale woonplaats op het moment van de schenking in het Vlaamse Gewest is [8](#page=8).
> **Example:** Julie en Sarah erven een onroerend goed in Bergen. Julie wil het deel van haar zus overnemen. Op de akte tot uit onverdeeldheidtreding zijn de Waalse registratierechten van toepassing, omdat het goed in het Waalse Gewest ligt [8](#page=8).
Sinds 1 januari 2015 is de registratieformaliteit losgekoppeld van de betaling voor de vier Vlaamse registratiebelastingen. Akten worden aangeboden op het bevoegde federale registratiekantoor. Indien het een Vlaamse registratiebelasting betreft, worden de stukken doorgestuurd naar VLABEL voor inkohiering en betaling via een aanslagbiljet. Voor akten waarvoor geen specifiek recht is bepaald, zoals een huwelijkscontract met inbreng van onroerend goed in het Vlaamse Gewest, is het algemeen vast recht van 50,00 euro verschuldigd, geïnd door de federale ontvanger [6](#page=6).
### 1.5 Bronnen
#### 1.5.1 De wet
Het federale Wetboek van registratie-, hypotheek- en griffierechten (W. Reg.) vindt zijn oorsprong in de wet van 22 Frimaire, jaar VII, en werd later opgenomen in KB nr. 64 van 30 november 1939, bekrachtigd door de wet van 16 juni 1947. De online tekst is te vinden op www.fisconetplus.be. De Vlaamse Codex Fiscaliteit (VCF) vindt zijn oorsprong in het Decreet van het Vlaams Parlement van 13 december 2013 en is online beschikbaar op codex.vlaanderen.be [8](#page=8).
#### 1.5.2 De rechtspraak
Rechtspraak met betrekking tot registratierechten is terug te vinden in diverse fiscale tijdschriften, zoals Fiscoloog, Algemeen Fiscaal Tijdschrift (AFT), Tijdschrift Fiscaal Recht (TFR), Fiscale jurisprudentie (FJF), Fisc. Act., Fisc. Koerier, Nieuwsbr. Succ., Nieuwsbr. Not., Journal de droit fiscal (JDF), Revue générale de fiscalité (RGF) en Notoriaat: notarieel en fiscaal maandblad (NFM) [8](#page=8).
---
# Registratieplicht en termijnen
Hieronder volgt een gedetailleerd overzicht van de registratieplicht en de bijbehorende termijnen, gebaseerd op de verstrekte documentatie.
## 2 Registratieplicht en termijnen
Dit gedeelte behandelt de verplichte registratie van akten en verklaringen, inclusief de specifieke gevallen waarin registratie vereist is, de geldende termijnen, de verantwoordelijke personen en de plaats van registratie.
### 2.1 Te registreren akten en verklaringen
Als grondregel geldt dat voor registratie steeds een geschrift vereist is; de registratieformaliteit en het registratierecht treffen enkel de rechtshandeling die tot stand wordt gebracht door, of waarvan blijk wordt gegeven in een geschrift. In een aantal specifieke gevallen verplicht het Wetboek Registratie (W.Reg.) de partijen van een mondelinge overeenkomst een schriftelijke verklaring af te leggen die dan wel aan registratie onderworpen is. Er bestaat geen algemene registratieplicht; het W.Reg. bepaalt in welke gevallen registratie wettelijk verplicht is [9](#page=9).
De registratieplicht geldt voor:
* **Bepaalde akten of geschriften die in artikel 19 W.Reg. limitatief worden opgesomd**. Deze zijn verplicht te registreren omwille van hun aard of hun voorwerp [9](#page=9).
* **Akten of geschriften die op zich niet onder de registratieplicht vallen, maar toch aan de formaliteit zijn onderworpen wegens het gebruik ervan** (Artikelen 26 en 29 W.Reg.) [9](#page=9).
* **Verklaringen voor sommige overeenkomsten die mondeling zijn vastgelegd en voor sommige feiten** (Artikelen 31 W.Reg. en artikel 2.9.4.2.5 §2 VCF) [9](#page=9).
#### 2.1.1 Te registreren akten
Volgens artikel 19 W.Reg. moeten de volgende akten binnen de bij artikel 32 gestelde termijnen geregistreerd worden [10](#page=10):
1. **Akten van notarissen; exploten en processen-verbaal van gerechtsdeurwaarders (met uitzondering van protesten); arresten en vonnissen der hoven en rechtbanken die bepalingen bevatten die aan een evenredig recht onderworpen worden** [10](#page=10).
* Alle in België verleden notariële akten zijn verplicht te registreren, ongeacht vorm, rechten, hoedanigheid van partijen [10](#page=10).
* Alle exploten en processen-verbaal opgemaakt door Belgische gerechtsdeurwaarders zijn in principe verplicht te registreren [10](#page=10).
* Arresten en vonnissen van Belgische hoven en rechtbanken zijn verplicht te registreren indien zij bepalingen bevatten die aan een evenredig recht onderworpen zijn. Dit geldt met name voor veroordelingen of vereffeningen betreffende sommen en roerende waarden boven 12.500 EUR, of rangregelingen van dergelijke waarden. Tevens geldt dit voor arresten en vonnissen die tot bewijs strekken van een overeenkomst tot overdracht of aanwijzing van eigendom of vruchtgebruik van in België gelegen onroerende goederen, indien deze niet aan de desbetreffende belasting werden onderworpen [10](#page=10).
2. **Akten waarbij de eigendom of het vruchtgebruik van in België gelegen onroerende goederen wordt overgedragen of aangewezen**. Dit betreft met name onderhandse akten, administratieve akten en buitenlands verleden akten. Overdrachten door overlijden of die enkel krachtens de wet gebeuren (zoals natrekking of verjaring) vallen hier niet onder [10](#page=10).
3. **Akten houdende verhuring, onderverhuring of overdracht van huur van in België gelegen onroerende goederen of gedeelten ervan**. Hierin wordt een onderscheid gemaakt tussen [11](#page=11):
* a) Akten die uitsluitend bestemd zijn tot huisvesting van een gezin of één persoon [11](#page=11).
* b) Andere akten die niet uitsluitend voor huisvesting bestemd zijn [11](#page=11).
* Deze bepaling is van toepassing op onderhandse akten, administratieve akten en in het buitenland verleden authentieke akten [11](#page=11).
* Indien de overeenkomst is vastgelegd bij een in België verleden notariële akte of gerechtsdeurwaardersaxploot, volgt de registratieverplichting uit artikel 19, 1° W.Reg. [11](#page=11).
* Het onderscheid tussen 3° a) en 3° b) is relevant voor de registratietermijn, de persoon gehouden tot registratie, en de verschuldigde rechten [11](#page=11).
* Een onroerend goed verhuurd voor gemengde bestemming (bv. bewoning en beroepsactiviteit) valt volledig onder artikel 19, 3° b) W.Reg.. Indien voor het woon- en werkgedeelte afzonderlijke contracten worden afgesloten, valt het woongedeelte onder 3° a) mits aanvaarding van burgerrechtelijke gevolgen van opsplitsing [11](#page=11).
* De in toepassing van artikel 1730 §1 BW verplichte omstandige plaatsbeschrijving moet geregistreerd worden [11](#page=11).
* Er is geen registratieverplichting voor de dwingende minimumvoorwaarden inzake veiligheid en gezondheid, verplichte bijlagen aan de woninghuurovereenkomst, en het energieprestatiecertificaat [11](#page=11).
4. **Processen-verbaal van openbare verkoping van lichamelijke roerende voorwerpen**. Deze moeten geregistreerd worden op grond van artikel 19, 1° W.Reg. indien opgemaakt door notarissen en gerechtsdeurwaarders. Artikel 19, 4° W.Reg. betreft processen-verbaal opgemaakt door andere personen, zoals ontvangers van registratie en andere ambtenaren [11](#page=11) [12](#page=12).
5. **Akten houdende inbreng van goederen in vennootschappen met rechtspersoonlijkheid**. Dit geldt indien de zetel der werkelijke leiding in België is gevestigd, of de statutaire zetel in België is en de zetel der werkelijke leiding buiten de EU. Een Belgische vennootschap is een vennootschap met zetel van werkelijke leiding in België, of statutaire zetel in België en zetel van werkelijke leiding buiten de EU. Vreemde vennootschappen hebben hun zetel van werkelijke leiding en statutaire zetel buiten België, of statutaire zetel in België en zetel van werkelijke leiding in een andere EU-lidstaat. Artikel 19, 5° W.Reg. is van toepassing op burgerlijke en handelsvennootschappen, niet op VZW's, mutualiteiten en stichtingen. Het betreft onderhandse akten, Belgische administratieve akten en in het buitenland verleden authentieke akten die inbreng van roerende goederen of buiten België gelegen onroerende goederen vaststellen. Inbrengen bij notariële akte en onderhandse akten van in België gelegen onroerende goederen vallen onder respectievelijk artikel 19, 1° en 2° W.Reg.. Deze overeenkomsten moeten geregistreerd worden, zelfs indien niet bij geschrift vastgelegd, door middel van een verklaring conform artikel 31 W.Reg. [12](#page=12).
6. **In het buitenland verleden notariële akten die titel vormen voor een schenking onder de levenden van roerende goederen door een rijksinwoner** [13](#page=13).
Tevens worden akten of geschriften die op zichzelf niet verplicht zijn te registreren, toch aan de formaliteit onderworpen wanneer zij het voorwerp uitmaken van welbepaalde verrichtingen in België, zoals:
* De aanhechting aan een notariële akte of aan een exploot/proces-verbaal van gerechtsdeurwaarder (artikel 26 W.Reg.) [12](#page=12).
* De neerlegging onder de minuten van een notaris (artikel 26 W.Reg.) [12](#page=12).
* De overschrijving, inschrijving, doorhaling of randvermelding in de registers van hypotheekbewaarders of voor het landbouwvoorrecht (artikel 29 W.Reg.) [13](#page=13).
#### 2.1.2 Te registreren verklaringen aan de formaliteit onderworpen (artikel 31 W.Reg.)
Er bestaat een verplichting tot het ondertekenen en aanbieden ter registratie van een verklaring binnen de bij artikel 33 gestelde termijnen in de volgende gevallen [13](#page=13):
1. **Wanneer een overeenkomst waarbij eigendom of vruchtgebruik van in België gelegen onroerende goederen wordt overgedragen of aangewezen, niet bij een akte is vastgesteld**. Dit heeft betrekking op mondelinge overeenkomsten [13](#page=13).
2. **Wanneer een inbreng van goederen in een vennootschap met rechtspersoonlijkheid niet bij een akte is vastgesteld**. Dit geldt onder dezelfde voorwaarden als bij punt 2.1.1, 5° [13](#page=13).
3. **Wanneer de voorwaarde die de heffing van een recht heeft geschorst, vervuld wordt** [13](#page=13).
4. **In de in artikelen 74 en 75 bedoelde gevallen** [13](#page=13).
Deze door de contracterende partijen ondertekende verklaring wordt in dubbel opgemaakt en bevat gegevens zoals aard en doel van de overeenkomst, datum, partijen, belastbare grondslag, etc.. Vanaf het verstrijken van de termijnen wordt de verklaring als van alle partijen uitgaande beschouwd [13](#page=13).
### 2.2 Termijnen
De belangrijkste termijnen voor registratie zijn als volgt [13](#page=13) [14](#page=14):
* **Notariële akten:** Binnen vijftien dagen vanaf de datum van de akte [13](#page=13).
* Uitzondering: Processen-verbaal van ontbreken van hoger bod en definitieve toewijzing bij openbare verkopingen van onroerend goed: binnen twee maanden [13](#page=13).
* Uitzondering: Notariële akten van uiterste wil (testamenten, schenkingen tussen echtgenoten tijdens het huwelijk etc.): binnen vier maanden vanaf de dag van het overlijden [13](#page=13).
* **Akten van gerechtsdeurwaarders:** Binnen vier dagen vanaf de datum van de akte [13](#page=13).
* Uitzondering: Exploten en processen-verbaal van gerechtsdeurwaarders die aan bepaalde voorwaarden voldoen, zijn vrijgesteld indien bij voorlegging en bijkomende inschrijving in het repertorium aan de ontvanger [14](#page=14).
* **Vonnissen en arresten:** Binnen tien dagen vanaf de datum van de akte [14](#page=14).
* **Overdragende of aanwijzende akten betreffende eigendom of vruchtgebruik van Belgische onroerende goederen:** Binnen vier maanden, te rekenen vanaf de datum van de akte [14](#page=14).
* **Akten van verhuring, onderverhuring of overdracht van huur van in België gelegen onroerende goederen:**
* Uitsluitend bestemd tot huisvesting: binnen twee maanden vanaf de datum van de akte [14](#page=14).
* Andere: binnen vier maanden vanaf de datum van de akte [14](#page=14).
* **Processen-verbaal van openbare verkopingen van lichamelijke roerende goederen door bestuursoverheden:** Binnen een maand vanaf de datum van het proces-verbaal [14](#page=14).
* **Akten houdende de inbreng van goederen in Belgische vennootschappen met rechtspersoonlijkheid:** Binnen vier maanden vanaf de datum van de akte [14](#page=14).
* **Akten of geschriften die – hoewel op zich niet registratieplichtig – toch aan de formaliteit zijn onderworpen wegens hun gebruik (Artikelen 26 en 29 W.Reg.):** De akten moeten geregistreerd worden voor het gebruik waaraan de registratieplicht is gekoppeld [14](#page=14).
* Uitzondering: Notarissen en gerechtsdeurwaarders mogen de aangehechte of neergelegde akte tegelijk met de desbetreffende akte ter registratie aanbieden [14](#page=14).
* **Verklaringen bedoeld in artikel 31 W.Reg.:**
* Verklaringen van een overeenkomst (artikel 19, 2° of 19, 5° W.Reg.): binnen vier maanden vanaf de datum van de overeenkomst [14](#page=14).
* Verklaringen van vervulling van opschortende voorwaarde: binnen vier maanden vanaf de datum van vervulling [14](#page=14).
* Verklaring van vereniging van grond/erf met opstal (artikelen 74 en 75 W.Reg.): binnen vier maanden vanaf de datum van de overeenkomst [14](#page=14).
> **Tip:** Als een overeenkomst is vervat in een notariële akte of deurwaardersexploot, moet de aanbieding gebeuren binnen de respectieve termijn van vijftien dagen of vier dagen, zelfs als de onderliggende verrichting een langere registratietermijn zou rechtvaardigen [14](#page=14).
### 2.3 Personen gehouden tot registratie en betaling van de rechten
Artikel 35 W.Reg. duidt de personen aan die verplicht zijn tot aanbieding van de registratie van akten en verklaringen. Dit betreft [15](#page=15):
* **Notarissen:** Verplicht de akten van hun ambt en akten die aan hun akten worden gehecht of in hun handen worden neergelegd, ter registratie aan te bieden [15](#page=15).
* **Gerechtsdeurwaarders:** Verplicht de akten van hun ambt en akten die aan hun akten worden gehecht, ter registratie aan te bieden [15](#page=15).
* **Bestuursoverheden van staat, provincies, gemeenten en openbare instellingen:** Verplicht de door hen opgemaakte akten ter registratie aan te bieden [15](#page=15).
* **Contracterende partijen:** Voor onderhandse of buitenlands verleden akten (artikel 19, 2°, 3° b) en 5°) en voor verklaringen (artikel 31 W.Reg.) [15](#page=15).
* **Verhuurder:** Voor onderhandse of buitenlands verleden akten van verhuring (artikel 19, 3° a)) [15](#page=15).
* **Griffiers:** Moeten vonnissen en arresten meedelen aan de ontvanger van het registratiekantoor, wat geldt als aanbieding ter registratie voor verplicht te registreren vonnissen en arresten [15](#page=15).
In principe moeten de registratierechten betaald worden door de personen die verplicht zijn de akte ter registratie aan te bieden [15](#page=15).
### 2.4 Plaats van registratie
Akten en verklaringen worden geregistreerd in de federale kantoren van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie, ook die welke onderworpen zijn aan de geherregionaliseerde registratierechten. In principe mogen zij in om het even welk kantoor ter registratie worden aangeboden, tenzij de wet anders voorschrijft (Artikel 39 W.Reg.). Specifieke gevallen zijn [15](#page=15):
* **Akten van notarissen:** In het kantoor van hun standplaats [15](#page=15).
* **Akten van gerechtsdeurwaarders:** In het kantoor van hun standplaats [15](#page=15).
* **Arresten en vonnissen:** In het kantoor waarin de zetel van het hof of de rechtbank is gelegen [15](#page=15).
* **Akten die moeten worden neergelegd of aangehecht conform artikel 26 W.Reg.:** In het kantoor waar de akte van neerlegging of de akte van de notaris/gerechtsdeurwaarder, waaraan de akte wordt gehecht, moet worden geregistreerd [15](#page=15).
* **Akten van bestuursoverheden:** In het kantoor in het gebied waarin hun zetel of de zetel van hun functie is gelegen [16](#page=16).
* **Onderhandse of in het buitenland verleden akten en verklaringen betreffende in België gelegen onroerende goederen:** In het registratiekantoor van het gebied waarin de onroerende goederen gelegen zijn [16](#page=16).
* **Verklaringen van vervulling van een opschortende voorwaarde:** In het kantoor waar de akte werd geregistreerd waarin de oorspronkelijke overeenkomst is vastgelegd [16](#page=16).
> **Opmerking:** De plaats van registratie bepaalt niet altijd welk tarief van toepassing is [16](#page=16).
---
# Soorten registratierechten en de schenkbelasting
Hieronder vind je een gedetailleerde studiehandleiding over de verschillende soorten registratierechten en de schenkbelasting, gebaseerd op de documentatie van pagina 17 tot 31.
## 3. Soorten registratierechten en de schenkbelasting
Dit onderdeel maakt een onderscheid tussen het algemeen vast recht, specifieke vaste rechten en evenredige rechten, waarna de schenkbelasting in detail wordt besproken, inclusief de definitie, belastbare basis, tarieven, verminderingen en vrijstellingen.
### 3.1 Het algemeen vast recht
Het algemeen vast recht is van toepassing indien er geen specifiek vast recht of evenredig recht van toepassing is. Het betreft een vast bedrag dat niet afhankelijk is van de waarde van de rechtshandeling. Dit recht bedraagt 50,00 euro en wordt beschouwd als een vergoeding voor bewezen diensten van de registratie, in plaats van een echte belasting [17](#page=17).
Het algemeen vast recht is van toepassing op:
* Alle akten of geschriften die niet onderworpen zijn aan een specifiek vast recht of evenredig recht, zoals huwelijkscontracten en testamenten [17](#page=17).
* Overeenkomsten waarbij het evenredig recht nog niet opeisbaar is omdat een opschortende voorwaarde nog niet vervuld is, bijvoorbeeld bij de verkoop van een onroerend goed onder de opschortende voorwaarde van het verkrijgen van een lening [17](#page=17).
* Akten of geschriften die vrijgesteld zijn van de registratieformaliteit, maar toch ter registratie worden aangeboden [17](#page=17).
### 3.2 De specifieke vaste rechten
Specifieke vaste rechten worden uitdrukkelijk opgelegd voor bepaalde rechtshandelingen of rechtsfeiten. Kenmerkend is dat het een vast bedrag betreft, onafhankelijk van de waarde van de rechtshandeling of het rechtsfeit [17](#page=17).
Voorbeelden van specifieke vaste rechten zijn:
* Open brieven van adeldom: 740,00 euro [17](#page=17).
* Vergunning om van naam of voornaam te veranderen: 140,00 euro [17](#page=17).
* Minnelijke ontbinding en vernieting van overdrachten onder bezwarende titel van onroerende goederen: 10,00 euro [17](#page=17).
### 3.3 De evenredige rechten
Evenredige rechten worden door de wet uitdrukkelijk opgelegd voor bepaalde rechtshandelingen en zijn een percentage dat wordt toegepast op de waarde van de rechtshandeling. In het Vlaams Gewest worden de schenkbelasting, het verkooprecht, het verdeelrecht en het recht op hypotheekvestiging onder de verzamelterm "Registratiebelasting" geplaatst. De meeste evenredige rechten worden geheven aan de hand van een vast percentage [18](#page=18).
Evenredige rechten zijn van toepassing op:
* Schenking onder levenden van roerende en onroerende goederen [18](#page=18).
* Overdrachten onder bezwarende titel van in België gelegen onroerende goederen [18](#page=18).
* Verdelingen en met verdeling gelijkgestelde afstanden van in België gelegen onroerende goederen [18](#page=18).
* Hypotheekvestigingen, inpandgevingen van een handelszaak en vestigingen van een landbouwvoorrecht [18](#page=18).
* Openbare verkopingen van lichamelijke roerende goederen [18](#page=18).
* Verhuring, onderverhuring en overdracht van huur van in België gelegen onroerende goederen [18](#page=18).
* Inbrengen in Belgische vennootschappen van roerende en onroerende goederen [18](#page=18).
* Vonnissen en arresten [18](#page=18).
### 4. Schenkbelasting
#### 4.1 Schenking
Een schenking onder levenden is een akte waarbij de schenker zich dadelijk en onherroepelijk van een zaak ontdoet ten voordele van de begiftigde die ze aanneemt. Krachtens artikel 931 van het Burgerlijk Wetboek dienen alle akten houdende schenking onder levenden voor notaris verleden te worden, in de gebruikelijke contractvorm. Voor schenkingen van roerende goederen, waarvoor bezit geldt als titel, kan van deze vormvereisten worden afgeweken. Er zijn drie alternatieven: de handgift, de onrechtstreekse schenking en de vermomde schenking [19](#page=19).
##### 4.1.1 De handgift
De handgift, of gift van hand tot hand, is een vormvrije schenking die tot stand komt door de loutere overhandiging van een roerend goed. Enkel "lichamelijke roerende goederen" die overhandigd kunnen worden, zoals bankbiljetten, muntstukken, meubels of kunstwerken, kunnen via handgift worden geschonken. Vanwege antiwitwaswetgeving is het schenken van grote bedragen in bankbiljetten niet meer mogelijk. Giraal geld, dat geen lichamelijke roerende goederen betreft, kan niet het voorwerp zijn van een handgift. Ook aandelen op naam en gedematerialiseerde vennootschapsaandelen kunnen niet via handgift geschonken worden, aangezien er geen lichamelijk roerend goed is dat overhandigd kan worden. Een handgift kan uitsluitend in volle eigendom gebeuren, dus niet met voorbehoud van vruchtgebruik [19](#page=19).
##### 4.1.2 De bankgift
Tegoeden op een bankrekening, effecten of gedematerialiseerde vennootschapsaandelen kunnen wel via een bankgift geschonken worden. Een bankgift is een schenking waarbij geld, effecten of aandelen van de rekening van de schenker naar die van de begiftigde worden overgeboekt. In de rechtsleer wordt dit beschouwd als een onrechtstreekse schenking, net als de schenking van een levensverzekering of de kwijtschelding van een schuld [19](#page=19) [20](#page=20).
> **Tip:** Hoewel een handgift of bankgift vormvrij is, is het vaak nuttig om een document op te maken (een 'pacte adjoint') dat de schenking bewijst. Dit document kan de begiftigde helpen bij het leveren van bewijs tegenover andere erfgenamen of de fiscus [20](#page=20).
#### 4.2 Schenkbelasting
De schenkbelasting is een belasting op schenkingen onder levenden van roerende en onroerende goederen. Ze wordt gevestigd naar aanleiding van de registratie of de verplichting tot registratie van akten die tot bewijs strekken van een schenking. De begiftigde is de belastingplichtige [20](#page=20).
Er wordt een onderscheid gemaakt in de registratieverplichting tussen schenkingen van roerende goederen en schenkingen van onroerende goederen:
* **Schenkingen van roerende goederen:**
* Notariële schenkingen opgemaakt door een Belgische of buitenlandse notaris (door een rijksinwoner) zijn verplicht registreerbaar [20](#page=20).
* Handgiften en onrechtstreekse schenkingen (zoals bankgiften) zijn niet verplicht registreerbaar [20](#page=20).
* Het is echter wel voordelig om een niet-notariële roerende schenking vrijwillig ter registratie aan te bieden [20](#page=20).
* **Schenkingen van onroerende goederen:**
* Schenkingen van in België gelegen onroerende goederen zijn steeds verplicht registreerbaar, hetzij omdat ze bij Belgische notariële akte zijn opgemaakt, hetzij omdat ze bij een andere dan Belgische notariële akte zijn opgemaakt [20](#page=20).
* Schenkingen van in het buitenland gelegen onroerende goederen zijn niet verplicht registreerbaar en leiden nooit tot evenredige registratierechten [21](#page=21).
#### 4.3 Belastbare basis
De heffingsgrondslag voor de schenkbelasting wordt bepaald op basis van het aandeel van elke begiftigde tegen de verkoopwaarde van de geschonken goederen, zonder aftrek van de lasten [21](#page=21).
##### 4.3.1 Waardering
In principe is de belastbare waarde de verkoopwaarde, maar er zijn specifieke waarderingsregels [21](#page=21):
* **Beursgenoteerde effecten:** Gewaardeerd volgens de beurswaarden op de eerste dag van de maand van de schenking, of de eerstvolgende beursdag indien er op die datum geen notering is [21](#page=21).
* **Vruchtgebruik of blote eigendom onroerend goed:** De grondslag wordt vastgesteld zoals bepaald in de artikelen 2.9.3.0.4 tot en met 2.9.3.0.7 VCF (zie verkooprecht) [21](#page=21).
* **Vruchtgebruik of blote eigendom roerend goed:** De jaarlijkse opbrengst wordt forfaitair vastgesteld op 4% van de waarde in volle eigendom.
* **Levenslang vruchtgebruik:** Deze forfaitaire opbrengst wordt vermenigvuldigd met een coëfficiënt gebaseerd op de leeftijd van de vruchtgebruiker [21](#page=21).
* **Tijdelijk vruchtgebruik:** De jaarlijkse opbrengst wordt tegen 4% gekapitaliseerd over de duur van het vruchtgebruik, met een plafond dat niet hoger mag zijn dan de waarde berekend volgens de regels voor volle eigendom (voor natuurlijke personen) of twintigmaal de opbrengst (voor rechtspersonen) [21](#page=21).
* **Schenking met voorbehoud van vruchtgebruik:** De belastinggrondslag is de verkoopwaarde van de volle eigendom van de goederen, om geveinsde vruchtgebruiken te voorkomen. Dit geldt voor zowel onroerende als roerende goederen [22](#page=22).
* **Schenking van de blote eigendom:** De belastinggrondslag is de verkoopwaarde van de volle eigendom, verminderd met de waarde van het vruchtgebruik, berekend volgens de relevante bepalingen [22](#page=22).
* **Lijfrente of levenslang pensioen:** Het recht wordt berekend over het jaarlijks bedrag van de uitkering, vermenigvuldigd met een leeftijdscoëfficiënt [22](#page=22).
* **Altijddurende rente:** Het recht wordt berekend over het jaarlijks bedrag van de rente vermenigvuldigd met twintig [22](#page=22).
##### 4.3.2 Zonder aftrek van de lasten
Het recht wordt in principe berekend over de verkoopwaarde van de geschonken goederen, zonder aftrek van lasten. Dit geldt voor lasten die ten bate van de schenker of een derde zijn bedongen, tenzij de last bestaat uit een som, rente of pensioen ten behoeve van een derde en deze door de begunstigde wordt aanvaard [22](#page=22).
> **Uitzondering (2.8.3.0.1 § 3 VCF): Schenking onder last, welke aanvaard wordt.**
> Indien de last bestaat uit een som, rente of pensioen ten voordele van een derde, en deze last wordt door de begunstigde aanvaard in de schenkingsakte, wordt het bij de begunstigde belaste bedrag afgetrokken van het bij de hoofdbegiftigde belaste bedrag (principe van 'non bis in idem') [22](#page=22).
>
> **Antimisbruikbepaling:** Om de omzeiling van hogere progressieve tarieven voor onroerende goederen te voorkomen, wordt de last in hoofde van een derde, in de mate dat de schenking betrekking heeft op onroerende goederen, belast volgens de tarieven voor onroerende goederen [23](#page=23).
##### 4.3.3 Progressievoorbehoud (Artikel 2.8.3.0.3. VCF)
Bij de schenkbelasting op onroerende goederen wordt rekening gehouden met de waarde van de geschonken goederen én de waarde van goederen die binnen de drie jaar vóór de schenking tussen dezelfde partijen zijn geschonken. De eerdere schenkingen worden niet opnieuw belast, maar enkel gebruikt om het tarief voor de nieuwe schenking te bepalen (opduweffect) [23](#page=23).
> **Voorbeeld:** Door de schenking in de tijd te spreiden met minimaal drie jaar tussen elke deelschenking (salamitechniek), kan de belastingdruk bij de schenking van onroerende goederen aanzienlijk worden verlaagd, doordat telkens lagere schijven worden belast [23](#page=23).
##### 4.3.4 Abattement als de begiftigde gehandicapt is (Artikel 2.8.3.0.4. VCF)
Op schenkingen aan personen met een handicap of een gehandicapt kind wordt een abattement toegepast aan de voet van de belastbare grondslag. De omvang van dit abattement is afhankelijk van het type verkrijging (rechte lijn/partners of andere personen) en de leeftijd van de verkrijger. Dit abattement geldt slechts indien er nog geen eerdere schenkingen zijn geweest waarbij van deze vermindering werd genoten [23](#page=23) [24](#page=24).
##### 4.3.5 Schenkingen vermeld in erfovereenkomsten
Om te voorkomen dat het vermelden van een eerder ontvangen schenking in een erfovereenkomst plots schenkbelasting zou uitlokken, is bepaald dat deze vermelding niet onderworpen is aan de schenkbelasting. Partijen kunnen er echter wel voor kiezen om expliciet aan te geven dat de vermelding wel tot bewijs strekt voor de toepassing van de schenkbelasting [24](#page=24).
#### 4.4 Tarief
De schenkbelasting wordt geheven per schenker en per begiftigde op wat iedere individuele begiftigde van een individuele schenker krijgt. Bij schenkingen van zowel onroerende als roerende goederen worden deze afzonderlijk belast. Het tarief is afhankelijk van de verwantschapsband en of het gaat om roerende of onroerende goederen [24](#page=24).
##### 4.4.1 Tarieven schenkbelasting onroerende goederen
Sinds 1 juli 2015 wordt er onderscheid gemaakt tussen twee categorieën:
* Verkrijgingen in rechte lijn en tussen partners.
* Alle andere personen (broers/zussen, ooms/tantes, neven/nichten, verdere familie, vreemden) [25](#page=25).
Voor onroerende goederen geldt een progressief tarief [25](#page=25).
**TABEL I: Verkrijging in rechte lijn en tussen partners** [25](#page=25).
| Gedeelte van de schenking (Schijf in euro) | Tarief in % | A (tarief, toepasselijk op totaalbedrag van de belasting op de voorgaande gedeelten, in euro) |
| :---------------------------------------- | :---------- | :------------------------------------------------------------------------------------------ |
| 0,01 tot en met 150.000 | 3% | - |
| 150.000,01 tot en met 250.000 | 9% | 4.500 |
| 250.000,01 tot en met 450.000 | 18% | 13.500 |
| 450.000,01 en hoger | 27% | 49.500 |
**TABEL II: Tarief tussen alle andere personen** [25](#page=25).
| Gedeelte van de schenking (Schijf in euro) | Tarief in % | A (tarief, toepasselijk op totaalbedrag van de belasting op de voorgaande gedeelten, in euro) |
| :---------------------------------------- | :---------- | :------------------------------------------------------------------------------------------ |
| 0,01 tot en met 150.000 | 10% | - |
| 150.000,01 tot en met 250.000 | 20% | 15.000 |
| 250.000,01 tot en met 450.000 | 30% | 35.000 |
| 450.000,01 en hoger | 40% | 95.000 |
##### 4.4.2 Tarieven schenkbelasting roerende goederen
Het tarief voor schenkingen van roerende goederen is een vlak tarief:
* 3% voor schenkingen 'in rechte lijn' en tussen 'partners' [26](#page=26).
* 7% voor schenkingen aan 'andere' personen [26](#page=26).
##### 4.4.3 Verminderingen
###### 4.4.3.1 Vermindering wegens kinderlast (artikel 2.8.5.0.1. VCF)
Een kleine vermindering van schenkbelasting wordt toegekend aan kinderen en begiftigde echtgenoten met minstens 3 kinderen onder de 21 jaar [26](#page=26).
* Kinderen: 2% per kind, met een maximum van 62 euro per kind [26](#page=26).
* Echtgenoot: 4% per kind, met een maximum van 124 euro per kind [26](#page=26).
Deze maatregel geldt enkel voor schenkingen van onroerende goederen [26](#page=26).
###### 4.4.3.2 Verminderd tarief voor schenkingen aan bepaalde rechtspersonen (artikel 2.8.4.1.1. §3 VCF)
Het tarief van de schenkbelasting bedraagt 0% voor schenkingen aan:
* Het Vlaamse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap, gemeenschappen en gemeenschapscommissies [26](#page=26).
* Provincies en gemeenten in het Vlaamse Gewest [26](#page=26).
* Openbare instellingen van publiekrechtelijke rechtspersonen [26](#page=26).
* Erkende woonmaatschappijen en het Vlaams Woningfonds [26](#page=26).
* Dienstverlenende en opdrachthoudende verenigingen [26](#page=26).
* Verenigingen zonder winstoogmerk, ziekenfondsen, internationale verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen van openbaar nut [26](#page=26).
* Openbare centra voor maatschappelijk welzijn [27](#page=27).
Voor schenkingen aan beroepsverenigingen en private stichtingen bedraagt het tarief 5,5% [27](#page=27).
Indien de schenker zelf een rechtspersoon is zoals hierboven vermeld, bedraagt de schenkbelasting slechts 100 euro. Dit geldt ook voor gelijksoortige rechtspersonen opgericht onder de wetgeving van een andere staat van de Europese Economische Ruimte [27](#page=27).
##### 4.4.4 Vrijstellingen
###### 4.4.4.1 Vrijstellingen van artikel 2.8.6.0.1 VCF
De tekst verwijst naar vrijstellingen onder dit artikel zonder verdere specificatie [27](#page=27).
###### 4.4.4.2 Vrijstelling van artikel 2.8.6.0.2 VCF
De tekst verwijst naar vrijstellingen onder dit artikel zonder verdere specificatie [27](#page=27).
###### 4.4.4.3 Vrijstelling voor schenkingen van ondernemingen (artikel 2.8.6.0.3 e.v. VCF)
**4.4.4.3.1 Principe**
De schenking van de volle eigendom, blote eigendom of vruchtgebruik van activa die beroepsmatig zijn geïnvesteerd in een familiale onderneming is vrijgesteld van schenkbelasting. Deze vrijstelling geldt niet voor onroerende goederen die hoofdzakelijk tot bewoning worden aangewend. Ook de schenking van aandelen van een familiale vennootschap is vrijgesteld, mits de schenker en zijn familie ten minste 50% van de stemrechten vertegenwoordigen (of 30% in specifieke gevallen van gezamenlijke controle) [27](#page=27).
**4.4.4.3.2 Toepassingsgebied**
* **Familiale onderneming:** Omvat nijverheids-, handels-, ambachts-, landbouwbedrijven of vrije beroepen die persoonlijk door de schenker of partner worden geëxploiteerd. Een louter passief optreden, zoals het beheer van onroerende goederen, kwalificeert niet als familiale onderneming [28](#page=28).
* **Familiale vennootschap:** Een vennootschap die een economische activiteit uitoefent, of een vennootschap die minstens 30% van de aandelen houdt van een dochtervennootschap die aan deze voorwaarden voldoet [28](#page=28).
**4.4.4.3.3 Formaliteiten**
Het verkrijgen van de vrijstelling vereist cumulatieve formaliteiten, waaronder een authentieke akte en specifieke verklaringen [29](#page=29).
**4.4.4.3.4 Toepassingsvoorwaarden**
Er is geen specifieke graad van verwantschap vereist tussen schenker en begiftigde [29](#page=29).
* **Schenking van een familiale onderneming:** De vrijstelling blijft behouden als de activiteit gedurende drie jaar wordt voortgezet en de overgedragen onroerende goederen gedurende dezelfde periode niet hoofdzakelijk tot bewoning worden aangewend [29](#page=29).
* **Schenking van familiale vennootschap:** De vrijstelling blijft behouden indien de vennootschap gedurende drie jaar voldoet aan de activiteitsvoorwaarden, er jaarrekeningen worden opgemaakt, het kapitaal of eigen vermogen niet daalt door uitkeringen, en de zetel van werkelijke leiding niet wordt overgebracht naar een niet-EER staat [29](#page=29).
###### 4.4.4.4 Doorgeefschenking (artikel 2.8.6.0.9 VCF)
Sinds 1 september 2018 is een gedeeltelijke generatiesprong fiscaal mogelijk. Dit houdt in dat een erfgenaam die een nalatenschap aanvaardt, deze binnen een jaar belastingvrij kan doorschenken aan de volgende generatie [30](#page=30) [31](#page=31).
Voorwaarden voor de doorgeefschenking:
* Het overlijden dateert van na 31 augustus 2018, de nalatenschap valt open in het Vlaams Gewest, en de erfbelasting werd betaald [30](#page=30).
* De schenking gebeurt bij notariële akte, is niet gebonden aan een termijn of opschortende voorwaarde, en de vrijstelling wordt formeel gevraagd [30](#page=30).
De aanvaardende erfgenaam dient eerst zelf de verschuldigde erfbelasting te betalen. De doorgeefschenking is vrijgesteld tot het bedrag van de bruto-waarde van de met erfbelasting belaste goederen. Indien deze waarde lager is dan de betaalde erfbelasting, wordt het bedrag van de vrijstelling beperkt volgens een specifieke formule. Een doorgeefschenking van een onroerend goed dat geen deel uitmaakte van de nalatenschap, geeft geen aanleiding tot vrijstelling [31](#page=31).
---
# Verkooprecht en verdeelrecht
Dit deel van de studiehandleiding behandelt het verkooprecht en het verdeelrecht, waarbij de bepaling, belastbare basis, tarieven en teruggavemogelijkheden van het verkooprecht worden uiteengezet, gevolgd door een analyse van het verdeelrecht, inclusief de bepaling, heffingsgrondslag en tarieven.
## 4. Verkooprecht en verdeelrecht
### 4.1 Verkooprecht
#### 4.1.1 Bepaling
Het verkooprecht is een registratierecht dat wordt geheven op de overdracht ten bezwarende titel van onroerende goederen die in België gelegen zijn. Het wordt gevestigd bij de registratie of de verplichting tot registratie van akten of geschriften die dienen als titel voor een overeenkomst die de eigendom of het vruchtgebruik van onroerende goederen onder bezwarende titel overdraagt, met uitzondering van inbrengen vermeld in artikel 115bis van het federale Wetboek der Registratierechten. De meest voorkomende overdracht die onderworpen is aan het verkooprecht is de verkoop, maar het begrip overdragende overeenkomst wordt ruim geïnterpreteerd en omvat ook de vestiging van zakelijke rechten die voorheen niet bestonden, zoals vruchtgebruik, zakelijk recht van gebruik of bewoning, of erfdienstbaarheden. Een verkoop is een consensueel contract dat ontstaat zodra partijen akkoord gaan over de zaak en de prijs [32](#page=32).
**Voorwaarden om onderworpen te zijn aan het verkooprecht:**
1. Het betreft uitsluitend **onroerende goederen** [32](#page=32).
2. Het gaat om **overeenkomsten ten bezwarende titel**; kosteloze overdrachten (zoals schenkingen) of wettelijke overdrachten (zoals het recht van natrekking) zijn uitgesloten [32](#page=32).
3. Het omvat niet alleen de overdracht van volle eigendom, maar ook van **vruchtgebruik, blote eigendom en andere zakelijke rechten** [32](#page=32).
4. De **ligging van de onroerende goederen** is cruciaal; ze moeten in België gelegen zijn. De Vlaamse regeling heeft specifiek betrekking op goederen in het Vlaamse Gewest [32](#page=32).
Bepaalde verrichtingen die niet strikt voldoen aan de algemene voorwaarden, kunnen toch onderworpen zijn aan het evenredig recht van artikel 2.9.4.1.1 VCF volgens specifieke wetsbepalingen, zoals de verkrijging van onverdeelde delen door een derde die reeds een deel bezat, verkrijging van onverdeelde delen tussen mede-eigenaars in geval van terugval of aanwas, of de verkrijging van onroerende goederen van een vennootschap door de vennoten [32](#page=32).
Er is geen specifieke definitie van onroerende goederen in het registratierecht; het burgerlijk recht is van toepassing. Roerende goederen die fiscaal als onroerend worden beschouwd door bestemming (bv. door gebruik van een onroerend goed) blijven fiscaal roerend [32](#page=32) [33](#page=33).
**Niet onderworpen aan het verkooprecht zijn:**
* Nieuwbouw met bijhorend terrein onderworpen aan btw [33](#page=33).
* Roerend bij vervroeging [33](#page=33).
#### 4.1.2 Belastbare basis
**4.1.2.1 Principe**
Voor verkopingen is de belastbare grondslag de overeengekomen prijs plus de bedongen lasten die door de verkrijger persoonlijk worden gedragen. Bij ruilingen is het de overeengekomen waarde van de in de prestaties begrepen goederen, waarbij de hoogste waarde die tot heffing leidt, de grondslag vormt. De belastbare grondslag mag echter nooit lager zijn dan de werkelijke verkoopwaarde van de overgedragen onroerende goederen [33](#page=33).
> **Voorbeeld:** Bij een verkoop van een woning voor 200.000 euro met een werkelijke verkoopwaarde van 250.000 euro, zal het verkooprecht geheven worden op 250.000 euro als minimale heffingsgrondslag. Bij een verkoop voor 150.000 euro waarbij de verkoper nog twee maanden mag blijven wonen, wordt de huurwaarde van die twee maanden bij de prijs van 150.000 euro opgeteld voor de berekening van het verkooprecht [33](#page=33).
**4.1.2.2 Overdracht vruchtgebruik**
Bij de verkoop van vruchtgebruik of blote eigendom wordt de belastbare grondslag berekend op de overeengekomen prijs en lasten, maar deze mag niet lager zijn dan de verkoopwaarde van die rechten. Het VCF voorziet in forfaitaire regels om de verkoopwaarde van vruchtgebruik of blote eigendom te bepalen [34](#page=34).
**4.1.2.2.1 Vervreemding van een levenslang vruchtgebruik**
De verkoopwaarde van een levenslang vruchtgebruik wordt forfaitair berekend als het product van de jaarlijkse bruto-opbrengst (of brutohuurwaarde) en een leeftijdscoëfficiënt dat afhangt van de leeftijd van de vruchtgebruiker op de dag van de akte [34](#page=34).
$$ \text{verkoopwaarde} = a \times b $$
Waarbij:
* $a$ = de jaarlijkse bruto-opbrengst of, bij gebrek daaraan, de brutohuurwaarde van het goed [34](#page=34).
* $b$ = de leeftijdscoëfficiënt [34](#page=34).
| Leeftijdscoëfficiënt | Leeftijd van degene op wiens hoofd het vruchtgebruik is gevestigd (in jaren) |
| :------------------- | :------------------------------------------------------------------------- |
| 18 | $\le$ 20 |
| 17 | > 20-30 |
| 16 | > 30-40 |
| 14 | > 40-50 |
| 13 | > 50-55 |
| 11 | > 55-60 |
| 9,5 | > 60-65 |
| 8 | > 65-70 |
| 6 | > 70-75 |
| 4 | > 75-80 |
| 2 | $\ge$ 80 |
In geen geval mag de waarde van het vruchtgebruik hoger zijn dan 4/5 van de verkoopwaarde van de volle eigendom [34](#page=34).
> **Voorbeeld:** Bij een volle eigendomswaarde van 100.000 euro en een jaarlijkse huurwaarde van 6.000 euro, met een vruchtgebruiker van 67 jaar:
> 1. Verkoop van vruchtgebruik voor 80.000 euro: De berekende verkoopwaarde via de forfaitaire methode (6.000 euro x 8 = 48.000 euro) is lager dan de prijs (80.000 euro) en ook lager dan de bovengrens (4/5 x 100.000 euro = 80.000 euro). De belastbare grondslag is 80.000 euro [34](#page=34).
> 2. Verkoop van vruchtgebruik voor 45.000 euro: De berekende verkoopwaarde via de forfaitaire methode (6.000 euro x 8 = 48.000 euro) is hoger dan de prijs (45.000 euro). De belastbare grondslag is dus 48.000 euro [35](#page=35).
**4.1.2.2.2 Tijdelijk vruchtgebruik**
Bij een vruchtgebruik voor beperkte duur wordt de verkoopwaarde berekend door de jaarlijkse opbrengst te kapitaliseren tegen 4%, rekening houdend met de duur van het vruchtgebruik [35](#page=35).
Kapitalisatietabel tegen een samengestelde intrest van 4% (een rente van 1 munteenheid te ontvangen gedurende):
| Duur (j) | Factor | Duur (j) | Factor | Duur (j) | Factor |
| :------- | :------ | :------- | :------ | :------- | :------- |
| 1 | 0,961538 | 11 | 8,760476 | 21 | 14,029159 |
| 2 | 1,886094 | 12 | 9,385073 | 22 | 14,451114 |
| 3 | 2,775090 | 13 | 9,985637 | 23 | 14,856840 |
| 4 | 3,629894 | 14 | 10,563122 | 24 | 15,246961 |
| 5 | 4,451821 | 15 | 11,118387 | 25 | 15,622078 |
| 6 | 5,242136 | 16 | 11,652295 | 26 | 15,982767 |
| 7 | 6,002054 | 17 | 12,165668 | 27 | 16,329584 |
| 8 | 6,732744 | 18 | 12,659296 | 28 | 16,663061 |
| 9 | 7,435331 | 19 | 13,133938 | 29 | 16,983712 |
| 10 | 8,110895 | 20 | 13,590325 | 30 | 17,292031 |
De aldus verkregen verkoopwaarde mag niet hoger zijn dan:
* De waarde berekend volgens paragraaf 1, indien het een vruchtgebruik ten voordele van een natuurlijke persoon betreft [35](#page=35).
* Het bedrag van twintig keer de opbrengst van het onroerend goed, indien het een vruchtgebruik ten voordele van een rechtspersoon betreft [35](#page=35).
Ook hier mag de verkoopwaarde van het vruchtgebruik niet meer bedragen dan vier vijfde van de verkoopwaarde van de volle eigendom [36](#page=36).
**4.1.2.3 Vervreemding van blote eigendom met voorbehoud van vruchtgebruik**
Bij de verkoop van de blote eigendom met voorbehoud van vruchtgebruik door de eigenaar, mag de belastbare grondslag niet lager zijn dan de verkoopwaarde van de volle eigendom. Bij een latere aankoop van het vruchtgebruik door de koper van de blote eigendom, is geen registratiebelasting verschuldigd [36](#page=36).
#### 4.1.3 Tarief
**4.1.3.1 Algemeen tarief in Vlaams Gewest**
Het verkooprecht bedraagt 12% (vanaf 1 januari 2022, voorheen 10%) [36](#page=36).
**4.1.3.2 Verlaagde tarieven in Vlaams Gewest (vanaf 1 januari 2025)**
| Artikel VCF | Verlaagd Tarief | Aard en voorwaarden (beknopt) |
| :---------------- | :-------------- | :------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ |
| Art. 2.9.4.2.3. VCF | 1,5% | Aankoop van een sociale woning verkocht door erkende maatschappij voor sociaal wonen. Gunst behouden als koper voldoet aan voorwaarden. |
| Art. 2.9.4.2.4. VCF | 6% | Aankoop door beroepspersoon (kopen en verkopen van onroerend goed). Vereist voldoende omzet (min. 3 wederverkopen/5 jaar) en wederverkoop binnen 8 jaar na aankoop. |
| Art. 2.9.4.2.7. VCF | 6% | Verkrijging door een maatschappij voor sociaal wonen. |
| Art. 2.9.4.2.8. VCF | 6% | Ruilovereenkomst van landbouwgronden met vastgestelde maximale waarde en opleg. |
| Art. 2.9.4.2.10 VCF | 6% | Beschermd monument mits verbintenis tot behoud- en herwaarderingsmaatregelen, soms met beheersplan. |
| Art. 2.9.4.2.11 VCF | 2% | Woning die zal dienen als hoofdverblijfplaats. Voorwaarde: geen eigenaar zijn van andere woning/bouwgrond en zich verbinden om binnen 3 jaar hoofdverblijf te vestigen. Tenzij bestaande woning/bouwgrond binnen 1 jaar verkocht wordt met causaal verband, of onteigend wordt. |
| Art. 2.9.4.2.12 VCF | 1% | Woning die zal dienen als hoofdverblijfplaats met als bijkomende voorwaarde energetische renovatie, aan te tonen met EPC binnen 6 jaar. |
| Art. 2.9.4.2.13 VCF | 7% | Woning die binnen 3 jaar verhuurd zal worden voor min. 9 jaar via een sociaal verhuurkantoor. |
| Art. 2.9.4.2.14 VCF | 1% | Beschermd monument waarin verkrijger zal gaan wonen. |
**4.1.3.3 Verlaagd tarief van 2% voor de enige woning (artikel 2.9.4.2.11 VCF)**
**4.1.3.3.1 Basisvermindering**
Het verkooprecht bedraagt 2% voor zuivere aankopen door natuurlijke personen die de gehele volle eigendom van een woning verkrijgen om er hun hoofdverblijfplaats te vestigen. Dit tarief geldt voor authentieke akten vanaf 1 januari 2025 [37](#page=37).
**Voorwaarden voor het verlaagd tarief van 2%:**
* **Aankoop door een natuurlijke persoon:** Rechtspersonen komen niet in aanmerking. Indien natuurlijke personen en rechtspersonen samen aankopen, komen enkel de natuurlijke personen in aanmerking voor het verlaagd tarief [37](#page=37).
* **Een zuivere aankoop:** Verdelingen en ruilingen komen niet in aanmerking [37](#page=37).
* **Aankoop van de gehele volle eigendom van een woning:** Aankoop van vruchtgebruik, blote eigendom of een deel van een onroerend goed is uitgesloten. Een woning wordt gedefinieerd als een huis of deel van een verdieping dat dient of zal dienen tot huisvesting van één gezin of persoon, inclusief aanhorigheden. Bouwgronden komen niet in aanmerking [37](#page=37).
* **Een aankoop van de enige woning:** De verkrijger mag op de datum van de authentieke aankoopakte niet voor de gehele volle eigendom van een andere woning of bouwgrond eigenaar zijn. Indien meerdere personen aankopen, mogen zij niet samen voor de gehele volle eigendom van een andere woning of bouwgrond eigenaar zijn. Deze voorwaarde wordt per persoon beoordeeld; het is mogelijk dat een medekoper die reeds eigenaar is, aan 12% wordt belast voor zijn aandeel, terwijl de andere medekoper aan 2% wordt belast [37](#page=37) [38](#page=38).
* **Causaal verband tolerantie:** Geen rekening gehouden met reeds bezeten woning/bouwgrond indien:
1. De verkrijger verbindt zich dit onroerend goed uiterlijk twee jaar na de authentieke akte volledig en ten bezwarende titel te vervreemden met aantoonbaar causaal verband [38](#page=38).
2. Het onroerend goed uiterlijk een jaar na de authentieke akte, gedwongen of niet, wordt onteigend [38](#page=38).
* **Vestiging van hoofdverblijfplaats:** De verkrijger moet zijn hoofdverblijfplaats vestigen in de woning binnen drie jaar na de datum van de authentieke akte. Dit houdt in dat de koper zich moet inschrijven in het bevolkings- of vreemdelingenregister op het adres van de aangekochte woning [38](#page=38).
* **Verklaring in de akte:** De partijen moeten de toepassing van artikel 2.9.4.2.11 VCF verklaren in de akte of een geschrift [38](#page=38).
* **Ligging in het Vlaamse Gewest:** De woning moet in het Vlaamse Gewest gelegen zijn [38](#page=38).
**4.1.3.3.2 Bijkomende rechtenvermindering voor ‘bescheiden woningen’ (artikel 2.9.5.0.5. VCF)**
Een rechtenvermindering van 1.867,00 euro (vanaf 1 januari 2025) wordt toegestaan op het totaal van de op de aankoop berekende rechten, indien het verlaagd tarief van 2% wordt toegepast. Voorwaarden zijn onder meer dat de totale belastbare grondslag niet hoger is dan 220.000 euro (of 240.000 euro voor kernsteden en gemeenten Vlaamse Rand rond Brussel) [38](#page=38).
> **Kernsteden:** Aalst, Antwerpen, Boom, Brugge, Dendermonde, Genk, Gent, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas, Turnhout, Vilvoorde [39](#page=39).
> **Gemeenten Vlaamse Rand rond Brussel:** Affligem, Asse, Beersel, Bertem, Bever, Dilbeek, Drogenbos, Galmaarden, Gooik, Grimbergen, Halle, Herne, Hoeilaart, Huldenberg, Kampenhout, Kapelle-op-den-Bos, Kortenberg, Kraainem, Lennik, Liedekerke, Linkebeek, Londerzeel, Machelen, Meise, Merchtem, Opwijk, Overijse, Pepingen, Roosdaal, Sint-Genesius-Rode, Sint-Pieters-Leeuw, Steenokkerzeel, Ternat, Tervuren, Vilvoorde, Wemmel, Wezembeek-Oppem, Zaventem, Zemst [39](#page=39).
Deze rechtenvermindering kan geen aanleiding geven tot teruggave. Als het verschuldigde verkooprecht lager is dan 1.867,00 euro, wordt de vermindering gelijkgesteld aan dit bedrag. Bij gedeeltelijke toepassing van het verlaagd tarief wordt de vermindering herleid tot het breukdeel dat overeenkomt met het aandeel van de betrokken verkrijgers [39](#page=39).
#### 4.1.4 Teruggave (art. 3.6.0.0.6. §2 VCF)
De registratiebelasting kan worden terugbetaald op voorwaarde van een verzoek binnen vijf jaar vanaf 1 januari van het jaar waarin het recht tot teruggave is ontstaan, wanneer een onroerend goed dat eerder werd verkregen en waarvoor verkooprecht werd betaald, wordt wederverkocht. De ontheffing beperkt zich tot drie vijfde van het betaalde verkooprecht [39](#page=39).
**4.1.4.1 Voorwaarden van de teruggave**
1. **Voor de eerste koop:**
* Moet onderworpen zijn geweest aan het verkooprecht [39](#page=39).
* Moet een aankoop of gelijkgestelde verrichting zijn, vastgesteld bij authentieke akte [39](#page=39).
2. **Voor de wederverkoop:**
* Moet bij authentieke akte vastgesteld zijn binnen twee jaar na de datum van de authentieke akte van verkrijging. Bij een opschortende voorwaarde wordt de termijn berekend vanaf het vervullen van die voorwaarde [39](#page=39) [40](#page=40).
* Moet gaan om een wederverkoop of een daarmee gelijkgestelde verrichting (geen verdeling, schenking of ruiling) [40](#page=40).
* De wederverkoop mag gebeuren door de oorspronkelijke verkrijger of zijn rechtsverkrijgenden [40](#page=40).
* Teruggave is ook mogelijk bij wederverkoop van blote eigendom alleen [40](#page=40).
**4.1.4.2 Berekening van de teruggave**
De ontheffing bedraagt drie vijfde van het oorspronkelijk geheven verkooprecht [40](#page=40).
> **Voorbeeld:** Een onroerend goed wordt aangekocht voor 500.000 euro, waarbij 10% registratierechten (50.000 euro) is betaald. Indien het goed een jaar later wordt wederverkocht voor 600.000 euro, bedraagt de teruggave 3/5 van 50.000 euro, oftewel 30.000 euro [40](#page=40).
De teruggave is maximaal 3/5 van de belasting, berekend op de grondslag van de wederverkoop. Registratiebelasting die betrekking heeft op het deel van de prijs en lasten van de verkrijging dat hoger is dan de heffingsgrondslag van de akte van wederverkoop, wordt niet teruggegeven [40](#page=40).
> **Voorbeeld:** Bij een aankoop van 500.000 euro met 50.000 euro registratierechten, en een wederverkoop voor 400.000 euro, is de teruggave 3/5 van 40.000 euro (10% x 400.000 euro) [40](#page=40).
Bij gedeeltelijke wederverkoop moet het deel van de aanschaffingsprijs dat betrekking heeft op het wederverkochte gedeelte, gespecificeerd worden in het verzoek tot teruggave [40](#page=40).
### 4.2 Verdeelrecht
#### 4.2.1 Bepaling
Het verdeelrecht is een registratierecht op de gedeeltelijke of gehele verdelingen van in België gelegen onroerende goederen, de afstanden onder bezwarende titel van onverdeelde delen in soortgelijke goederen, en omzettingen van vruchtgebruik (bv. in eigendom, geldsom of rente) conform artikelen 745quater en 745quinquies van het Burgerlijk Wetboek, zelfs indien er geen onverdeeldheid is. Het wordt gevestigd bij de registratie of verplichting tot registratie van akten die deze verrichtingen vaststellen. Een omzetting wordt gelijkgesteld met een verdeling, ook zonder voorafgaande onverdeeldheid [41](#page=41).
**Niet onderworpen aan verdeelrecht, ondanks de aard van verdeling:**
* Verdeling of afstand aan een derde die vooraf reeds een onverdeeld deel had verkregen [41](#page=41).
* Afstand van onverdeelde delen tussen mede-eigenaars in uitvoering van een beding van terugval of aanwas [41](#page=41).
Deze verrichtingen zijn onderworpen aan het evenredig recht (verkooprecht) [41](#page=41).
**Voorwaarden van het verdelingsrecht:**
* Het voorafbestaan van een **onverdeeldheid** [41](#page=41).
* Een overeenkomst **onder bezwarende titel** [41](#page=41).
* Betrekking op **in België gelegen onroerende goederen** [41](#page=41).
* Een verrichting **tussen deelgenoten** [41](#page=41).
#### 4.2.2 Heffingsgrondslag
Het verdeelrecht wordt vastgesteld op basis van de overeengekomen waarde van de goederen, zoals blijkt uit de akte. De belastbare grondslag mag niet lager zijn dan de verkoopwaarde van de goederen [42](#page=42).
* Indien de onverdeeldheid onder alle mede-eigenaars eindigt, wordt het recht geheven op de waarde van de goederen [42](#page=42).
* Indien de onverdeeldheid niet onder alle mede-eigenaars eindigt, wordt het recht geheven op de waarde van de afgestane delen [42](#page=42).
#### 4.2.3 Tarief
Het algemeen evenredig verdelingsrecht bedraagt 2,5% (vanaf 1 augustus 2012, voorheen 1%) [42](#page=42).
Het recht wordt verlaagd tot 1% indien de verdeling of afstand:
1. Plaatsvindt tussen **ex-echtgenoten** na of door de echtscheiding [42](#page=42).
2. Plaatsvindt tussen **ex-wettelijke samenwonenden** binnen een termijn van drie jaar na de beëindiging van de wettelijke samenwoning, op voorwaarde dat de personen op de dag van beëindiging minstens een jaar ononderbroken wettelijk samenwoonden [42](#page=42).
Dit verlaagde tarief is ook van toepassing bij verdelingen of afstanden onder de wetgeving van een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte onder vergelijkbare omstandigheden [42](#page=42).
> **Opmerking:** Feitelijk samenwonenden vallen onder het algemene tarief van 2,5% [42](#page=42).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Registratierecht | Belasting die geheven wordt naar aanleiding van de registratieformaliteit waaraan bepaalde akten of geschriften verplicht of vrijwillig onderworpen zijn. Het is een indirecte belasting die wordt geheven op een rechtshandeling die aanleiding geeft tot de registratieformaliteit. |
| Registratieformaliteit | Het proces van het afschrijven, ontleden of vermelden van een akte of geschrift door de ontvanger der registratie in een daartoe bestemd register. Dit is een federale aangelegenheid en wordt uitgevoerd door de administratie van de Patrimoniumdocumentatie. |
| Gewestelijke belasting | Een belasting die tot de bevoegdheid van de gewesten behoort, zoals de registratierechten op overdrachten, schenkingen, hypotheken en verdelingen van onroerende goederen in het Vlaamse Gewest. |
| Verkooprecht | Registratierecht dat wordt geheven op de overdracht ten bezwarende titel van onroerende goederen gelegen in België. Dit recht is sinds 2015 een gewestelijke belasting in het Vlaamse Gewest en wordt geïnd door VLABEL. |
| Schenkbelasting | Registratierecht dat wordt geheven op schenkingen onder levenden van roerende of onroerende goederen. Het is een gewestelijke belasting in het Vlaamse Gewest en de begiftigde is de belastingplichtige. |
| Verdeelrecht | Registratierecht dat wordt geheven op gedeeltelijke of gehele verdelingen van onroerende goederen, afstanden van onverdeelde delen onder bezwarende titel, en omzettingen van vruchtgebruik, ook indien er geen onverdeeldheid is. Dit is eveneens een gewestelijke belasting. |
| Algemeen vast recht | Een vast bedrag dat wordt geheven op akten of geschriften die niet onderworpen zijn aan een specifiek vast recht of een evenredig recht. Het betreft in de meeste gevallen een vergoeding voor de registratiediensten en bedraagt momenteel 50,00 euro. |
| Specifiek vast recht | Een vast bedrag dat uitdrukkelijk wordt opgelegd voor bepaalde rechtshandelingen of rechtsfeiten, zoals open brieven van adeldom of vergunningen om van naam te veranderen. Het bedrag is afhankelijk van de rechtshandeling, maar onafhankelijk van de waarde. |
| Evenredig recht | Een recht dat wordt geheven als een percentage van de waarde van de rechtshandeling. Voorbeelden zijn de schenkbelasting, het verkooprecht en het verdeelrecht, waarvoor specifieke tarieven gelden afhankelijk van de aard van de transactie en de verwantschap. |
| Belastbare basis | De waarde waarop de registratierechten worden berekend. Dit kan de overeengekomen prijs zijn, eventuele bedongen lasten, of de verkoopwaarde van het goed, afhankelijk van het specifieke recht en de aard van de transactie. |
| Vruchtgebruik | Het recht om gebruik te maken van een goed en de opbrengsten ervan te genieten, zonder eigenaar te zijn. Bij de overdracht van vruchtgebruik worden specifieke regels toegepast voor de berekening van de belastbare grondslag. |
| Blote eigendom | Het eigendomsrecht op een goed, waarbij de rechten om het goed te gebruiken en de opbrengsten te genieten (vruchtgebruik) bij een ander liggen. Bij de schenking of verkoop van blote eigendom gelden specifieke waarderingsregels. |
| Familiale onderneming | Een nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwbedrijf of een vrij beroep dat door de schenker of zijn partner persoonlijk wordt geëxploiteerd. Schenkingen van activa uit een familiale onderneming kunnen vrijgesteld zijn van schenkbelasting. |
| Familiale vennootschap | Een vennootschap die een economische activiteit uitoefent en waaraan bepaalde voorwaarden met betrekking tot het maatschappelijk kapitaal en de stemrechten voldoen. Schenkingen van aandelen in een familiale vennootschap kunnen onder bepaalde voorwaarden vrijgesteld zijn van schenkbelasting. |
| Progressievoorbehoud | Een bepaling die inhoudt dat bij de heffing van schenkbelasting op onroerende goederen, rekening wordt gehouden met eerdere schenkingen tussen dezelfde partijen binnen een bepaalde termijn (drie jaar) om het tarief te bepalen. |
| Abattement | Een vermindering van de belastbare grondslag die kan worden toegepast bij schenkingen aan personen met een handicap. De omvang van het abattement hangt af van de leeftijd van de begunstigde en het tarief dat van toepassing is. |
| Erfovereenkomst | Een overeenkomst die de erfgenamen kunnen sluiten om toekomstige geschillen te voorkomen, bijvoorbeeld met betrekking tot schenkingen die eerder zijn gedaan. Vermeldingen in erfovereenkomsten kunnen onder bepaalde voorwaarden vrijgesteld zijn van schenkbelasting. |
| Woninghuurovereenkomst | Een contract voor de verhuring van een onroerend goed dat uitsluitend bestemd is tot huisvesting van een gezin of één persoon. De registratietermijn en het verschuldigde recht verschillen van andere huurovereenkomsten. |
| Causale verband | Een vereiste bij bepaalde verlaagde tarieven voor de aankoop van een woning, waarbij aangetoond moet worden dat er een direct verband is tussen de verkoop van een eerder bezeten onroerend goed en de nieuwe aankoop. |
| Kernsteden | Specifieke gemeenten in Vlaanderen die aangeduid worden voor bepaalde fiscale regelingen, waaronder een verhoogde belastbare grondslag voor de rechtenvermindering op ‘bescheiden woningen’. |
| Vlaamse Rand rond Brussel | Een groep gemeenten rond Brussel die eveneens aangeduid worden voor specifieke fiscale regelingen, vergelijkbaar met de kernsteden. |
| Teruggave | De teruggave van reeds betaalde registratierechten onder bepaalde voorwaarden, bijvoorbeeld bij de wederverkoop van een onroerend goed binnen een bepaalde termijn na de oorspronkelijke aankoop. |
| Openbare verkoping | Een verkoop van goederen die publiekelijk wordt gehouden, waarbij de hoogste bieder het goed verwerft. De registratierechten die van toepassing zijn, kunnen verschillen afhankelijk van het type goed (roerend of onroerend). |
| Onverdeeldheid | Een situatie waarin meerdere personen samen eigenaar zijn van een goed, zonder dat hun aandeel is afgebakend. Het verdeelrecht is van toepassing op de beëindiging van zo’n onverdeeldheid. |
| Omzetting van vruchtgebruik | Een juridische transactie waarbij het vruchtgebruik van een goed wordt omgezet in volle eigendom, een geldsom of een rente. Dit wordt gelijkgesteld met een verdeling en is onderworpen aan het verdeelrecht. |