Cover
Börja nu gratis ML_2425_Duurzaam materiaalgebruik_deel 1.pdf
Summary
# Milieu-impact van materialen
Dit onderwerp behandelt de toenemende mondiale materiaalgebruik en de bijbehorende milieu-impact, inclusief grondstofuitputting en ecologische schade.
### 1.1 Toename mondiale materiaalgebruik
Het mondiale materiaalgebruik kent een significante toename, gekenmerkt door een transitie van de dominantie van hernieuwbare biomassa naar minerale materialen, metalen en fossiele brandstoffen. De bouwsector is een van de grootste verbruikers van grondstoffen en is verantwoordelijk voor 30 tot 50% van het globale grondstoffenverbruik [2](#page=2).
### 1.2 Uitputting van grondstoffen en aantasting van ecosystemen
Het toenemende materiaalgebruik leidt tot de uitputting van natuurlijke grondstoffen en ernstige aantasting van ecosystemen. Dit wordt geïllustreerd door diverse voorbeelden:
* **Bauxietwinning voor aluminiumproductie:** Dit proces leidt tot grootschalige mijnbouw met aanzienlijke milieu-impact [3](#page=3) [5](#page=5).
* **Baksteenproductie:** De winning van materialen voor baksteenproductie, zoals te zien is in Madagascar, kan leiden tot bodemerosie en landschapsvernietiging [3](#page=3).
* **Grindwinning:** Grindwinning in riviergebieden, zoals de Maasvallei, kan leiden tot veranderingen in de hydrologie en aantasting van oeverecosystemen [4](#page=4).
* **Zandwinning:** Zand is een cruciale grondstof voor de bouw en de economie, maar de winning ervan bedreigt ecosystemen wereldwijd. De duurzaamheid van zandwinning staat onder druk door de enorme vraag [6](#page=6).
### 1.3 CO2-uitstoot door de cementindustrie
De cementindustrie draagt significant bij aan de mondiale CO2-uitstoot [7](#page=7).
### 1.4 Afvalproductie
Naast grondstofwinning en productie genereert het materiaalgebruik ook aanzienlijke hoeveelheden afval. In de Europese Unie (EU-28) in 2012 was de afvalproductie onderverdeeld naar economische activiteiten en huishoudens. De specifieke percentages per sector zijn in de documentatie weergegeven [8](#page=8).
> **Tip:** Begrijpen hoe verschillende materialen worden gewonnen en verwerkt, is cruciaal om de milieu-impact ervan te kunnen beoordelen. Let op de specifieke voorbeelden van mijnbouw en industrie die worden gegeven om de concrete gevolgen te visualiseren.
---
# Planetaire grenzen en duurzame materialen
Dit deel introduceert het concept van planetaire grenzen en de noodzaak van duurzaam materiaalgebruik, met name in de bouw, waarbij de uitdagingen van impactverschuiving en de behoefte aan integrale milieu-impactbeoordeling worden belicht.
### 2.1 Planetaire grenzen
Het concept van planetaire grenzen, geïntroduceerd door Rockström et al. stelt een veilige operationele ruimte voor de mensheid vast binnen negen planetaire systemen. De rode wiggen in de grafieken vertegenwoordigen de geschatte huidige positie van elk van deze variabelen. Momenteel zijn de grenzen van drie systemen reeds overschreden: de snelheid van biodiversiteitsverlies, klimaatverandering en menselijke interferentie met de stikstofcyclus [9](#page=9).
Recente ontwikkelingen, zoals de "Planetary Boundaries Science (PBScience), 2025: Planetary Health Check 2025" van het Potsdam Institute for Climate Impact Research (PIK) tonen een verdere toename van het aantal overschreden grenzen aan, met in 2025 mogelijk zes of zelfs zeven overschreden grenzen [10](#page=10).
Een gerelateerd concept is de "Donut" van sociale en planetaire grenzen, ontwikkeld door Kate Raworth. Dit model balanceert de sociale basisbehoeften van menselijk welzijn met de ecologische plafonds van de planeet. De huidige wereld wordt beschreven als "uit balans" [11](#page=11).
### 2.2 Duurzame materialen in de bouw
#### 2.2.1 De verschuivende focus van milieu-impact
Traditioneel lag de focus bij duurzame bouwmaterialen voornamelijk op het energieverbruik en de CO2-uitstoot tijdens de gebruiksfase van gebouwen, mede gedreven door energieprestatieregelgeving. Naarmate gebouwen energiezuiniger worden, neemt het aandeel van de materiaalimpact in de totale milieu-impact echter toe [12](#page=12).
#### 2.2.2 Het gevaar van impactverschuiving
Een significant risico bij de beoordeling van de milieu-impact van bouwmaterialen is impactverschuiving. Dit treedt op wanneer de focus te veel ligt op slechts één levenscyclusfase (bijvoorbeeld de gebruiksfase) of slechts één type milieu-effect (bijvoorbeeld CO2-uitstoot), ten koste van andere belangrijke aspecten [13](#page=13).
Dit impliceert de noodzaak voor een verantwoorde keuze van bouwmaterialen, producten en technieken die een globale beoordeling van de milieu-impact omvatten [13](#page=13).
#### 2.2.3 De noodzaak van een levenscyclusbenadering
Om de milieu-impact van bouwmaterialen adequaat te kunnen beoordelen, is een integrale levenscyclusbenadering essentieel. Deze benadering beschouwt de impact vanaf de winning van primaire grondstoffen, via de productie, het transport, de constructie, het gebruik, het onderhoud en renovatie, tot aan het einde van de levensduur van het materiaal [14](#page=14).
De potentiële milieu-impact gedurende deze hele cyclus omvat diverse aspecten, zoals:
* **Energie en hulpbronnen:** De benodigde energie en de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen [14](#page=14).
* **Land:** De impact op landgebruik, inclusief gewijzigde landschappen [14](#page=14).
* **Emissies (bij)producten:** De uitstoot van schadelijke stoffen en de vorming van bijproducten [14](#page=14).
* **Afval:** De productie van afval gedurende alle fasen [14](#page=14).
> **Tip:** Het negeren van bepaalde fasen of impactcategorieën kan leiden tot een onderschatting van de werkelijke milieu-belasting en tot een verschuiving van problemen naar andere delen van de levenscyclus.
> **Voorbeeld:** Een bouwmateriaal dat tijdens de gebruiksfase zeer energiezuinig is, kan een veel hogere milieu-impact hebben door de energie-intensieve productie of de afvalproblematiek aan het einde van de levensduur. Een integrale analyse is dus cruciaal.
---
# Levenscyclusanalyse (LCA) voor milieu-evaluatie
Levenscyclusanalyse (LCA) is een techniek die wordt gebruikt om de milieu-impact van een product, gebouwelement of gebouw gedurende de gehele levenscyclus te kwantificeren [16](#page=16) [40](#page=40).
### 3.1 Basisprincipes en normen
LCA is gebaseerd op genormaliseerde principes en volgt voornamelijk de ISO-normenreeks 14040 voor algemene principes. Voor de bouwsector zijn de Europese normen NBN EN 15804 (voor bouwproducten en EPD's) en NBN EN 15978 (voor gebouwen) specifiek van toepassing [17](#page=17) [24](#page=24) [28](#page=28) [36](#page=36).
### 3.2 De vier stappen van een LCA
Een LCA wordt uitgevoerd volgens een gestructureerd proces, doorgaans opgedeeld in vier stappen [17](#page=17) [24](#page=24) [28](#page=28) [36](#page=36):
#### 3.2.1 Doel en reikwijdte van een LCA
Deze eerste stap definieert het specifieke doel van de LCA en de grenzen van de analyse. Toepassingen variëren van productoptimalisatie en communicatie (zoals Environmental Product Declarations - EPD's) tot het vergelijken van verschillende varianten [18](#page=18).
##### 3.2.1.1 Vergelijking van varianten: functie en functionele eenheid
Bij het vergelijken van varianten is het cruciaal om te focussen op de functie en een duidelijke functionele eenheid te definiëren. Dit zorgt ervoor dat materialen worden vergeleken binnen hun specifieke toepassing en op een technisch gelijkwaardige basis [19](#page=19).
* **Voorbeelden van functionele eenheden:**
* Isolatiemateriaal: per eenheid warmteweerstand [19](#page=19).
* Verf: per vierkante meter en per jaar beschermd [19](#page=19).
* Wand: per vierkante meter [19](#page=19).
* Dragende balken: per draagvermogen [19](#page=19).
##### 3.2.1.2 Niveau van analyse: element- of gebouwniveau
Idealiter wordt de LCA uitgevoerd op element- of gebouwniveau. Dit maakt het mogelijk om de milieu-impact van de gebruiksfase, inclusief energie- en waterverbruik, onderhoud, herstellingen en vervangingen, mee te rekenen. De verschillende niveaus van analyse kunnen variëren van bouwmaterialen tot wijken [20](#page=20) [21](#page=21).
##### 3.2.1.3 Systeemgrenzen
Het vastleggen van de systeemgrenzen bepaalt welke levenscyclusfasen in de analyse worden meegenomen. De meest voorkomende scenario's zijn [22](#page=22) [23](#page=23):
* **Cradle-to-gate (wieg tot fabriekspoort):** Alleen de productiefase wordt meegenomen [23](#page=23).
* **Cradle-to-grave (wieg tot graf):** Alle levenscyclusfasen, van grondstofwinning tot einde levensduur, worden geanalyseerd. Dit is verplicht op gebouwniveau volgens de Europese norm NBN EN 15978 [23](#page=23).
* **Cradle-to-gate with options:** De productiefase en een selectie van andere fasen worden beschouwd [23](#page=23).
De levenscyclusfasen die typisch worden onderzocht zijn: extractie, productie, transport, constructie, gebruik, onderhoud & renovatie, en einde levensduur [23](#page=23).
#### 3.2.2 Inventarisatie
De inventarisatiefase omvat het verzamelen van alle gedetailleerde gegevens, zowel input (grondstoffen, energie) als output (emissies, afval), die nodig zijn voor de LCA-analyse [25](#page=25) [26](#page=26).
##### 3.2.2.1 Allocatie binnen een LCA
Een belangrijk aspect van de inventarisatie is de omgang met bijproducten. Wanneer een proces meerdere producten oplevert (bv. schapen voor vlees en wol), moet de milieu-impact worden toegewezen aan elk product. Er zijn verschillende allocatieopties mogelijk [27](#page=27):
* **Optie 1: Bijproducten als afval:** De milieu-impact wordt volledig toegeschreven aan het hoofdproduct, en het bijproduct wordt als afval behandeld zonder milieu-effecten [27](#page=27).
* **Optie 2: Verdeling van milieu-impact:** De impact wordt verdeeld over de producten, bijvoorbeeld op basis van hun financiële waarde [27](#page=27).
#### 3.2.3 Impactanalyse
Deze stap kwantificeert de bijdrage van de geïnventariseerde inputs en outputs aan diverse milieu-impactcategorieën. Dit proces omvat typisch de volgende sub-stappen [29](#page=29) [30](#page=30):
1. **Keuze van milieu-effecten:** Selectie van de relevante milieu-effecten om te analyseren, met de voorkeur voor methoden die overdracht van impact tussen categorieën vermijden [30](#page=30).
2. **Classificatie:** Bepalen welke emissies en ontginningen leiden tot welke specifieke milieu-gevolgen [30](#page=30).
3. **Karakterisatie:** Vaststellen van het verband tussen emissies/ontginningen en hun gevolgen, vaak uitgedrukt in specifieke equivalente eenheden [30](#page=30).
##### 3.2.3.1 Milieu-impactindicatoren
De Europese geharmoniseerde normen voor bouwproducten (NBN EN 15804) en gebouwen (NBN EN 15978) definiëren een reeks LCA-impactindicatoren (CEN-indicatoren). Enkele belangrijke indicatoren zijn [31](#page=31) [32](#page=32):
* **Klimaatverandering (Global Warming Potential - GWP):** Gekwantificeerd in kg CO2-equivalenten, meet de impact van broeikasgassen [31](#page=31).
* **Aantasting van de stratosferische ozonlaag (Ozone Depletion Potential - ODP):** Gekwantificeerd in kg CFK 11-equivalenten, meet de impact van stoffen die de ozonlaag aantasten [31](#page=31).
* **Verzuring van bodem en water (Acidification Potential - AP):** Gekwantificeerd in kg SO2-equivalenten, meet de impact van stoffen die zure regen veroorzaken [31](#page=31).
* **Vermesting van water (Eutrophication Potential - EP):** Gekwantificeerd in kg PO4³⁻-equivalenten, meet de impact van nutriënten in waterlichamen [31](#page=31).
* **Vorming van fotochemische oxidanten (Photochemical Oxidant Creation Potential - POCP):** Gekwantificeerd in kg etheen-equivalenten, meet de vorming van troposferisch ozon/smog [31](#page=31).
* **Uitputting van abiotische grondstoffen (ADP):** Gekwantificeerd voor elementen (ADP_e) in kg Sb-equivalenten en voor fossiele brandstoffen (ADP_f) in MJ, meet de uitputting van minerale en fossiele bronnen [31](#page=31).
* **Fijnstofvorming (Particulate Matter Formation):** Gekwantificeerd in kg PM10-equivalenten, meet de emissie van zwevende deeltjes [32](#page=32).
* **Menselijke toxiciteit (Human Toxicity):** Gekwantificeerd in kg 1,4-DB-equivalenten, meet de impact op de menselijke gezondheid [32](#page=32).
* **Ecotoxiciteit (bodem, zoetwater, zoutwater):** Gekwantificeerd in kg 1,4-DB-equivalenten, meet de impact op verschillende ecosystemen [32](#page=32).
* **Landgebruik (Land Occupation):** Gekwantificeerd in m²·jaar voor agrarisch, urbaan en natuurlijke transformatie [32](#page=32).
##### 3.2.3.2 Milieuprofiel en aggregatie
Het **milieuprofiel** toont een overzicht van de scores per milieu-impactcategorie en de relatieve bijdrage van de verschillende levenscyclusfasen aan deze scores [33](#page=33).
Facultatief kan een weging worden toegepast om tot een geaggregeerde score of een ééngetalscore te komen, zoals milieupunten of monetaire waarden [35](#page=35).
* **Voordelen van aggregatie:**
* Eenvoudige vergelijking tussen alternatieven [35](#page=35).
* Noodzakelijk bij tegengestelde indicatoren voor besluitvorming [35](#page=35).
* **Nadeel van aggregatie:**
* Subjectiviteit: gebaseerd op waardeoordelen [35](#page=35).
* Verlies aan informatie: een globale beste score dekt niet noodzakelijk de beste score op alle individuele indicatoren [35](#page=35).
#### 3.2.4 Interpretatie
De interpretatiefase omvat de evaluatie van de resultaten van de LCA-analyse, rekening houdend met de doelstellingen en reikwijdte van de studie [40](#page=40).
> **Tip:** LCA-resultaten moeten altijd worden beschouwd binnen de context van de uitgevoerde studie. Bij de interpretatie is het essentieel om de gestelde hypothesen en randvoorwaarden, zoals samenstelling, vervangingen, methoden, gebruikte data en systeemgrenzen, mee in overweging te nemen [40](#page=40).
### 3.3 Voorbeelden van LCA-toepassingen
* **LCA van ongewapend beton:** Dit kan de milieu-impact van de productie van cement (cradle-to-gate) en andere levenscyclusfasen in kaart brengen [37](#page=37) [38](#page=38) [39](#page=39).
* **Vergelijking van isolatiematerialen:** LCA's kunnen worden gebruikt om de milieu-impact van verschillende isolatiematerialen te vergelijken [34](#page=34).
LCA is een complexe studie maar een krachtige tool voor het kwantificeren van milieu-impacts en het ondersteunen van duurzame besluitvorming [16](#page=16) [40](#page=40).
---
# Milieuverklaringen en EPD's
Dit gedeelte behandelt de verschillende typen milieuverklaringen voor bouwproducten, met een specifieke focus op Environmental Product Declarations (EPD's), inclusief de rol van levenscyclusanalyse (LCA), de voordelen en nadelen van EPD's, en de relevante wetgeving [42](#page=42) [45](#page=45) [47](#page=47) [51](#page=51).
### 4.1 Milieuverklaringen volgens ISO 14020
Milieuverklaringen zijn claims die de milieuaspecten van een product of dienst aangeven. Volgens ISO 14020 worden er drie typen milieuverklaringen onderscheiden [42](#page=42) [45](#page=45) [47](#page=47) [51](#page=51):
* Type I milieuverklaringen of milieulabels [42](#page=42) [45](#page=45) [47](#page=47) [51](#page=51).
* Type II milieuverklaringen of eigenverklaringen [42](#page=42) [45](#page=45) [47](#page=47) [51](#page=51).
* Type III milieuverklaringen of Environmental Product Declarations (EPD, milieuproductverklaring) [42](#page=42) [45](#page=45) [47](#page=47) [51](#page=51).
#### 4.1.1 Type I milieuverklaringen of milieulabels
Type I milieuverklaringen zijn claims die aangeven dat bepaalde producten beter zijn voor het leefmilieu (en eventueel de menselijke gezondheid) in vergelijking met andere producten binnen dezelfde productcategorie [43](#page=43).
* **Kenmerken:**
* Gebaseerd op een reeks vaste criteria voor specifieke ecologische, en soms technische en gezondheidsaspecten, die per productcategorie worden vastgelegd door de labeluitgevende instantie [43](#page=43).
* Houdt rekening met de gehele levenscyclus van het product [43](#page=43).
* Vrijwillig toegekend door een overheidsinstantie of een private, niet-commerciële organisatie [43](#page=43).
* **Voordeel:**
* Illustreert de goede milieuprestaties van een product op een betrouwbare (door externe controle) en eenvoudige manier, zonder veel details te geven [43](#page=43).
* **Nadelen:**
* Beperkt aantal reeds bestaande productcategorieën [43](#page=43).
* Vrijwillig label: het gelabelde product is niet altijd gegarandeerd het meest ecologische in zijn categorie [43](#page=43).
#### 4.1.2 Type II milieuverklaringen of eigenverklaringen
Type II milieuverklaringen zijn milieuverklaringen die door de producent of verdeler van de producten zelf worden gedaan, maar die niet door derden worden gecontroleerd [46](#page=46).
* **Kenmerken:**
* Vaak wordt slechts één milieuaspect belicht, zoals het percentage gerecycleerde materialen, demonteerbaarheid, lange levensduur, composteerbaarheid, of recycleerbaarheid [46](#page=46).
* **Gevolgen:**
* Geringe geloofwaardigheid [46](#page=46).
* Beperkte informatieve waarde [46](#page=46).
#### 4.1.3 Type III milieuverklaringen of Environmental Product Declarations (EPD)
Type III milieuverklaringen, ook wel Environmental Product Declarations (EPD) of milieuproductverklaringen genoemd, bieden gedetailleerde, kwantitatieve en gecertificeerde informatie over de milieu- en gezondheidsaspecten van producten [48](#page=48) [50](#page=50).
* **Basis:**
* Gebaseerd op levenscyclusanalyse (LCA) en eventueel bijkomende milieu-informatie (zoals isolatiegraad of geluidswerendheid) [48](#page=48).
* Verificatie van de geleverde informatie gebeurt door een onafhankelijke derde partij [48](#page=48).
* **Beheer en Standaardisatie:**
* Beheer gebeurt door een programma-operator die gemeenschappelijke regels voor de uit te voeren LCA (Product Category Rules - PCR) opstelt, alsook minimumeisen voor de presentatie en interpretatie van de gegevens [48](#page=48).
* Vaak hebben EPD's een nationaal karakter, waarbij eisen per systeem verschillen [48](#page=48).
* Europese geharmoniseerde normen stimuleren de harmonisatie van bestaande en toekomstige EPD-systemen [48](#page=48).
* **Wetgeving:**
* Vanaf 1 januari 2015 is er specifieke wetgeving van kracht met betrekking tot milieuboodschappen op bouwproducten. Dit Koninklijk Besluit stelt minimumeisen voor het aanbrengen van milieuboodschappen en de registratie van EPD's in een federale databank. Fabrikanten die een milieuboodschap op hun product willen aanbrengen, moeten eerst een LCA laten uitvoeren en registreren in een publiek toegankelijke databank. Deze wetgeving is van toepassing op alle bouwproducten die in België in de handel worden gebracht [48](#page=48) [51](#page=51) [52](#page=52).
* **Voordelen van EPD's:**
* Levert enkel informatie aan, geen oordeel [50](#page=50).
* Zorgt voor vergelijkbaarheid, transparantie, geloofwaardigheid en flexibiliteit [50](#page=50).
* De wetgeving helpt greenwashing tegen te gaan en biedt een transparant en objectief beeld van de milieu-impact over verschillende levenscyclusfasen heen, wat bewuste keuzes mogelijk maakt [52](#page=52).
* Fabrikanten krijgen een volledig en objectief zicht op de milieu-impact van hun product, wat kan leiden tot verbeteringstrajecten die vaak kostenbesparend zijn [52](#page=52).
* Een centrale databank maakt evaluatie op gebouwniveau mogelijk [52](#page=52).
* Specifieke milieu-informatie over bouwproducten is publiek toegankelijk [52](#page=52).
* **Nadelen van EPD's:**
* Vereist zeer uitgebreide milieu- en gezondheidsinformatie, volledig gebaseerd op LCA, wat veel werk vergt van de producent of verdeler [50](#page=50).
* De informatie is enkel interpreteerbaar en bruikbaar door specialisten, niet door particulieren [50](#page=50).
* **Milieu-indicatoren in EPD's (voorbeeld LCA/EPD):**
* PED: primair energieverbruik [49](#page=49).
* ADP: uitputting niet-fossiele grondstoffen (elements), fossiele grondstoffen (fossil fuels) [49](#page=49).
* GWP: klimaatopwarming [49](#page=49).
* ODP: aantasting ozonlaag [49](#page=49).
* AP: verzuring bodem en water [49](#page=49).
* EP: vermesting [49](#page=49).
* POCP: vorming fotochemische oxidanten (smog) [49](#page=49).
### 4.2 Wetgeving rond milieuboodschappen op bouwproducten
Vanaf 1 januari 2015 is er wetgeving van kracht die de aanbreng van milieuboodschappen op bouwproducten reguleert. Deze wetgeving vereist dat fabrikanten die een milieuboodschap willen aanbrengen, eerst een levenscyclusanalyse (LCA) moeten laten uitvoeren en deze moeten registreren in een publiek toegankelijke databank. Deze regelgeving is van toepassing op alle bouwproducten die in België in de handel worden gebracht [51](#page=51) [52](#page=52).
* **Doel van de wetgeving:**
* Maatregel tegen "greenwashing" en de overvloed aan labels die producten ten onrechte als "duurzaam" of "milieuvriendelijk" bestempelen [52](#page=52).
* Bevorderen van transparante en objectieve informatie over milieu-impact, wat leidt tot bewuste keuzes [52](#page=52).
* **Implicaties voor fabrikanten:**
* Volledig en objectief inzicht in de milieu-impact van hun product [52](#page=52).
* Verbetering van productieprocessen, wat vaak kostenbesparend is [52](#page=52).
* **Centrale databank en gebouwevaluatie:**
* Er wordt een centrale databank ingericht voor de registratie van LCA's en EPD's [52](#page=52).
* Deze databank kan gebruikt worden voor de evaluatie van de milieu-impact van bouwproducten op gebouwniveau [52](#page=52).
* Er wordt een rekenmodule ontwikkeld om de milieu-impact op gebouwniveau te berekenen voor bijvoorbeeld architecten en overheden [52](#page=52).
* Elk bouwproduct met een milieuboodschap moet verwijzen naar deze databank (www.environmentalproductdeclarations.eu) [52](#page=52).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Mondiale materiaalgebruik | Het totale volume aan grondstoffen dat wereldwijd wordt onttrokken, verwerkt en verbruikt. Dit omvat hernieuwbare biomassa, minerale materialen, metalen en fossiele brandstoffen, met aanzienlijke implicaties voor het milieu. |
| Bouwsector | Een economische sector die zich bezighoudt met het ontwerpen, bouwen, onderhouden en renoveren van constructies zoals gebouwen, infrastructuur en andere fysieke structuren. Deze sector is een grote consument van grondstoffen. |
| Milieu-impact | De verandering in het milieu die geheel of gedeeltelijk wordt veroorzaakt door menselijke activiteiten, projecten of producten. Dit kan zowel negatieve als positieve effecten omvatten op ecosystemen, klimaat en menselijke gezondheid. |
| Grondstoffenverbruik | Het proces waarbij natuurlijke hulpbronnen worden onttrokken en gebruikt voor de productie van goederen en diensten. Dit leidt tot uitputting van niet-hernieuwbare bronnen en aantasting van hernieuwbare bronnen indien niet duurzaam beheerd. |
| Uitputting van grondstoffen | Het proces waarbij natuurlijke hulpbronnen in een tempo worden verbruikt dat sneller is dan hun natuurlijke regeneratie, wat leidt tot een afname van de beschikbare reserves. Dit geldt met name voor minerale en fossiele grondstoffen. |
| Aantasting van ecosystemen | Schade toegebracht aan natuurlijke gemeenschappen van levende organismen en hun fysieke omgeving. Dit kan leiden tot verlies van biodiversiteit, verstoring van ecologische processen en vermindering van ecosysteemdiensten. |
| Bauxietwinning | Het proces van het winnen van bauxieterts, de primaire grondstof voor de productie van aluminium. Dit proces kan leiden tot significante landschapsveranderingen, afvalproductie en watervervuiling. |
| CO2-uitstoot | De uitstoot van kooldioxide (CO2) in de atmosfeer, voornamelijk als gevolg van de verbranding van fossiele brandstoffen, industriële processen en ontbossing. CO2 is een belangrijk broeikasgas dat bijdraagt aan klimaatverandering. |
| Cementindustrie | Een industrie die cement produceert, een bindmiddel dat essentieel is voor beton. De productie van cement is zeer energie-intensief en een belangrijke bron van CO2-uitstoot. |
| Afvalproductie | De generatie van ongewenste of nutteloze materialen die ontstaan na de consumptie of productie van goederen. Effectief afvalbeheer is cruciaal om milieuvervuiling te voorkomen. |
| Planetaire grenzen | Een raamwerk dat negen kritieke ecologische processen definieert die de stabiliteit van de aarde monitoren en de grenzen aangeven waarbinnen menselijke activiteiten veilig kunnen opereren zonder onomkeerbare schade aan het aardse systeem te veroorzaken. |
| Sociale grenzen | De minimale levensstandaard die voor iedereen wereldwijd gegarandeerd moet worden, zoals toegang tot voedsel, water, gezondheidszorg en huisvesting. Het concept van de donut-economie plaatst deze binnen de planetaire grenzen. |
| Donut-economie | Een economisch model dat streeft naar welvaart binnen een "veilige en rechtvaardige ruimte voor iedereen". Het combineert planetaire grenzen (de buitenste cirkel) met sociale grenzen (de binnenste cirkel). |
| Duurzame bouwmateriaen | Bouwmaterialen die gedurende hun hele levenscyclus een minimale negatieve impact hebben op het milieu en de menselijke gezondheid, en die verantwoord worden geproduceerd en gebruikt. |
| Energieverbruik | De hoeveelheid energie die nodig is voor de productie, het transport, het gebruik en de afdanking van bouwmaterialen en gebouwen. Energie-efficiëntie is een sleutelcomponent van duurzaamheid. |
| Gebruiksfas | De fase in de levenscyclus van een gebouw of product waarin het daadwerkelijk wordt gebruikt, inclusief aspecten als energie- en waterverbruik, onderhoud en reparaties. |
| Impactverschuiving | Een fenomeen waarbij milieu-impact wordt verplaatst van de ene levenscyclusfase naar de andere, of van het ene milieu-effect naar het andere, zonder dat de totale milieu-impact afneemt. |
| Levenscyclusbenadering | Een holistische methode om de milieu-impact van een product of dienst te evalueren gedurende alle fasen van zijn bestaan, van grondstofwinning tot afdanking. |
| Levenscyclusanalyse (LCA) | Een gestandaardiseerde methode om de milieu-impact van een product of dienst te kwantificeren gedurende alle fasen van zijn levenscyclus. Het helpt bij het identificeren van milieuknelpunten en het nemen van duurzamere beslissingen. |
| Milieuverklaringen | Claims of informatie die aangeven welke milieuaspecten verbonden zijn met een product of dienst. Ze zijn bedoeld om consumenten en professionals te informeren over de milieuprestaties. |
| Milieulabels (Type I) | Verklaringen die aangeven dat een product beter is voor het milieu dan andere producten binnen dezelfde categorie, gebaseerd op een reeks externe, gecontroleerde criteria. |
| Eigenverklaringen (Type II) | Milieuverklaringen van de producent of verdeler zelf, die niet door derden worden gecontroleerd. Deze hebben vaak een beperkte geloofwaardigheid en informatieve waarde. |
| Environmental Product Declarations (EPD, Type III) | Gedetailleerde, kwantitatieve en gecertificeerde informatie over de milieu- en gezondheidsaspecten van producten, gebaseerd op een Levenscyclusanalyse en geverifieerd door een onafhankelijke derde partij. |
| Product Category Rules (PCR) | Regels die de basis vormen voor het uitvoeren van een Levenscyclusanalyse voor een specifieke productcategorie en de vereisten voor de opstelling van Environmental Product Declarations. |
| Cradle-to-gate | Een systeemafbakening voor LCA die alleen de productie- en transportfasen tot aan de fabriekspoort omvat. |
| Cradle-to-grave | Een systeemafbakening voor LCA die alle levenscyclusfasen omvat, van grondstofwinning tot afdanking. |
| Inventarisatie (LCA) | De stap in een LCA waarbij alle input (grondstoffen, energie) en output (emissies, afval) gegevens worden verzameld die nodig zijn voor de analyse. |
| Allocatie (LCA) | Een techniek binnen LCA die wordt gebruikt om milieu-impact te verdelen over meerdere producten die voortkomen uit hetzelfde proces, bijvoorbeeld wanneer een dier zowel vlees als wol levert. |
| Impactanalyse (LCA) | De stap in een LCA waarbij de verzamelde inventarisatiegegevens worden omgezet in specifieke milieu-impactcategorieën, zoals klimaatverandering of verzuring. |
| Milieu-impactcategorieën | Specifieke gebieden van milieu-effecten die worden geëvalueerd in een LCA, zoals Global Warming Potential (GWP), Ozone Depletion Potential (ODP), Acidification Potential (AP), etc. |
| Global Warming Potential (GWP) | Een maatstaf voor de bijdrage van een broeikasgas aan de opwarming van de aarde, uitgedrukt in kilogrammen CO2-equivalenten. |
| Ozone Depletion Potential (ODP) | Een maatstaf voor de potentiële schade die een stof kan toebrengen aan de stratosferische ozonlaag, uitgedrukt in kilogrammen CFK-11-equivalenten. |
| Acidification Potential (AP) | Een maatstaf voor de bijdrage van emissies aan verzuring van bodem en water, uitgedrukt in kilogrammen SO2-equivalenten. |
| Eutrophication Potential (EP) | Een maatstaf voor de bijdrage van emissies aan vermesting van water, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat (PO4)3-equivalenten. |
| Formation potential of tropospheric ozone photochemical oxidants (POCP) | Een maatstaf voor de bijdrage van emissies aan de vorming van ozon in de troposfeer en smog, uitgedrukt in kilogrammen etheen-equivalenten. |
| Abiotic resource depletion potential (ADP) | Een maatstaf voor de uitputting van niet-levende (abiotische) grondstoffen, onderverdeeld in mineralen (ADP_e) en fossiele brandstoffen (ADP_f). |
| Human toxicity | Een milieu-impactcategorie die de potentiële schade aan de menselijke gezondheid door blootstelling aan schadelijke stoffen evalueert. |
| Ecotoxicity | Een milieu-impactcategorie die de potentiële schade aan ecosystemen (flora en fauna) door blootstelling aan schadelijke stoffen evalueert, onderverdeeld in terrestrische, zoetwater en mariene ecotoxiciteit. |
| Landgebruik | De mate waarin en de manier waarop de mens landoppervlakte gebruikt en transformeert voor verschillende doeleinden, zoals landbouw, urbanisatie of natuurbehoud. |
| Milieuprofiel | Een grafische weergave van de scores van een product of dienst per milieu-impactcategorie, die inzicht geeft in de belangrijkste milieuaspecten van de levenscyclus. |
| Weging (LCA) | Een facultatieve stap in LCA waarbij de impactscores per categorie worden gecombineerd tot een geaggregeerde score, vaak met behulp van gewichten die gebaseerd zijn op waardeoordelen. |
| Greenwashing | Misleidende marketingpraktijken die een bedrijf of product als milieuvriendelijker presenteren dan het in werkelijkheid is, vaak zonder duidelijke wetenschappelijke onderbouwing. |