Cover
Börja nu gratis Massiefbouw_Presentatie_2_Wanden (2).pdf
Summary
# Soorten draagconstructies en massiefbouw
Dit deel van de studiehandleiding behandelt de verschillende soorten draagconstructies, met een specifieke focus op massiefbouw, de kenmerken ervan, gebruikte materialen en uitvoeringstechnieken [23](#page=23) [6](#page=6) [8](#page=8).
### 1.1 Functie van de drager
De primaire functie van een dragende constructie is het opnemen van belastingen en deze vervolgens via de funderingen over te brengen naar de ondergrond. Belastingen kunnen worden onderverdeeld in permanente belasting (zoals het eigen gewicht van de constructie en afwerkingsmaterialen) en veranderlijke belasting (zoals gebruiksbelasting door personen en meubilair, wind- en sneeuwbelasting) [7](#page=7).
### 1.2 Classificatie van verticale draagconstructies
Verticale draagconstructies kunnen worden ingedeeld op basis van drie criteria: de manier van overdracht van belastingen, het gebruikte bouwmateriaal en de uitvoeringstechniek [8](#page=8) [9](#page=9).
#### 1.2.1 Manier van overdracht van belastingen
* **Massiefbouw:** Bij massiefbouw worden belastingen voornamelijk via wanden naar de fundering overgebracht [23](#page=23) [8](#page=8).
* **Skeletbouw:** Bij skeletbouw worden belastingen via kolommen en balken naar de fundering geleid [23](#page=23) [8](#page=8).
#### 1.2.2 Soorten bouwmaterialen
Verticale draagconstructies kunnen worden gerealiseerd met diverse materialen, waaronder steen, hout, beton en staal [23](#page=23) [8](#page=8).
#### 1.2.3 Onderscheid in uitvoeringstechnieken
Er zijn drie hoofdtypen uitvoeringstechnieken:
* **Stapelbouw:** Hierbij worden bouwblokken op elkaar gestapeld. Dit wordt met name toegepast bij bouwen in steen en houtmassiefbouw [11](#page=11) [12](#page=12) [9](#page=9).
* **Gietbouw:** Bij gietbouw worden de bouwelementen ter plaatse (in situ) gestort. Dit is een veelgebruikte techniek voor massiefbouw in beton [15](#page=15) [9](#page=9).
* **Montagebouw (elementenbouw):** Hierbij worden op voorhand vervaardigde (prefab) bouwelementen op de werf gemonteerd. Deze techniek wordt toegepast bij houtmassiefbouw, betonmassiefbouw en diverse vormen van skeletbouw [13](#page=13) [14](#page=14) [23](#page=23) [9](#page=9).
### 1.3 Massiefbouw
Massiefbouw kenmerkt zich door het gebruik van dragende wanden die zowel een scheidende als een dragende functie kunnen vervullen. Deze dragende wanden vangen het eigen gewicht van het gebouw en de veranderlijke belasting op, waarbij de belasting gelijkmatig via de wanden op de funderingen wordt afgedragen [10](#page=10).
#### 1.3.1 Massiefbouw in steen (stapelbouw)
De traditionele manier van bouwen in steen maakt gebruik van stapelbouw, waarbij stenen of andere bouwblokken op elkaar worden gestapeld om dragende muren te vormen [11](#page=11).
#### 1.3.2 Houtmassiefbouw
Hout kan worden toegepast in massiefbouw, zowel via stapelbouw als montagebouw. Bij houtmassiefbouw worden houten elementen gebruikt die zorgen voor de stabiliteit en belastingsoverdracht [12](#page=12) [13](#page=13) [23](#page=23).
#### 1.3.3 Massiefbouw in beton
Beton is een veelzijdig materiaal dat zowel in gietbouw als montagebouw kan worden gebruikt voor massieve constructies [14](#page=14) [15](#page=15) [23](#page=23).
* **Gietbouw:** Gietbouw met beton houdt in dat de betonnen elementen ter plaatse worden gestort, wat resulteert in monolithische constructies [15](#page=15).
* **Montagebouw:** Bij montagebouw met beton worden geprefabriceerde betonelementen op de bouwplaats samengevoegd [14](#page=14).
> **Tip:** Het "Slim bouwconcept" kan worden toegepast met een gedubbelde gebouwschil, waarbij isolatie tussen de binnen- en buitenbekleding wordt geplaatst en een dragende structuur aan de binnenzijde wordt voorzien voor stabiliteit. Dit combineert efficiënt thermische isolatie met structurele integriteit [6](#page=6).
---
# Dragend metselwerk en materialen
Dragend metselwerk omvat de stapeling van bouwblokken met mortel of lijmspecie om een monolithische muur te vormen die structurele belastingen kan dragen [24](#page=24).
### 2.1 Inleiding tot dragend metselwerk
Historisch gezien werd begin 20e eeuw volsteens metselwerk in baksteen toegepast. Dit type metselwerk heeft als voordelen beschikbaarheid, relatieve eenvoud, flexibiliteit, goede drukweerstand, thermische inertie en geluidsisolatie. Nadelen zijn de arbeidsintensiteit, slechte weerstand tegen trek- en schuifspanning, beperkte thermische isolatie en waterdichtheid [25](#page=25) [26](#page=26).
Vanaf de jaren '20 werd de waterdichtheid verbeterd door de introductie van een binnen- en buitenspouwblad met een luchtspouw. Vanaf de jaren '70 werd de warmte-isolatie verbeterd door isolatiemateriaal in de spouw toe te voegen. Sinds 2006 worden bredere spouwmuurisolaties toegepast om aan de EPB-regelgeving te voldoen, en BEN-woningen zijn sinds 2021 de standaard voor nieuwbouw. Diverse materialen kunnen dienen als binnenspouwblad of dragend metselwerk [27](#page=27).
#### 2.1.1 Bouwblokken en hun kenmerken
De productvorm van bouwblokken varieert afhankelijk van de toepassing en vereisten. Belangrijke termen met betrekking tot bouwstenen zijn [29](#page=29):
* **Strek**: de lengte van een bouwsteen [24](#page=24).
* **Kop**: de breedte van een bouwsteen [24](#page=24).
* **Platte kant**: de boven- en onderzijde van de bouwsteen [24](#page=24).
* **Lintvoeg**: horizontale, doorlopende voeg [24](#page=24).
* **Stootvoeg**: verticale voeg [24](#page=24).
* **Koppenmaat**: breedte van 1 bouwsteen + breedte van 1 stootvoeg [24](#page=24).
* **Lagenmaat**: hoogte van 1 bouwsteen + hoogte van 1 lintvoeg [24](#page=24).
Productvormen omvatten:
* **Vol (V)**: hogere draagkracht, betere geluidsisolatie [29](#page=29).
* **Hol (H)**: beter hanteerbaar, betere thermische isolatie [29](#page=29).
* **Geperforeerd (P)**: beter hanteerbaar [29](#page=29).
* **Handgreep (HG)**: voor betere hanteerbaarheid [29](#page=29).
* **Glad (G)**: zichtbaar metselwerk, effen ondergrond [29](#page=29).
* **Geribbeld (RB)**: zichtbaar metselwerk [29](#page=29).
* **Tand & Groef (TG)**: betere hechting pleisterwerk, stootvoegen niet vereist (tijdswinst) [29](#page=29).
#### 2.1.2 Vergelijking van bouwproducten
Een vergelijking van keramische snelbouwsteen, betonsteen, cellenbeton en kalkzandsteen kan worden gemaakt op basis van grondstof, gewicht, afmetingen, vorm, stabiliteit, warmte-isolatie en geluidsisolatie [28](#page=28).
##### 2.1.2.1 Keramische snelbouwsteen
* **Materiaaltype**: gebakken kleiproduct, keramisch materiaal [30](#page=30).
* **Grondstof**: klei [30](#page=30).
* **Productvorm**: platte kant kan vol, hol, geperforeerd of met handgreep zijn; strek glad of geribbeld; kop glad of met tand & groef [30](#page=30).
* **Afmetingen**: modulair systeem met basis van 100 mm; meest voorkomende lengtes 290/390 mm, breedtes 90 mm (niet dragend), 120/140 mm (min. dragend), 190/290 mm (zwaar dragend), en hoogtes 140/190 mm [31](#page=31).
* **Stabiliteit**: genormaliseerde druksterkte van 10-15 N/mm² (2-3 bouwlagen) tot 15-25 N/mm² (tot 6 bouwlagen) [32](#page=32).
* **Brandveiligheid**: brandreactie A1 (niet brandbaar); brandweerstand 60 tot 240 minuten (afhankelijk van steenbreedte) [32](#page=32).
* **Warmte**: goed thermisch isolerend door stilstaande lucht in perforaties en poriën van klei [33](#page=33).
* **Vocht**: zeer vorstbestendig, sterke capillaire werking, dampopen, matige buffercapaciteit voor waterdamp [33](#page=33).
* **Lucht**: niet luchtdicht, grootste 'lekkage' via voegen; luchtdicht in combinatie met pleisterwerk [34](#page=34).
* **Geluid**: isoleert luchtgeluid behoorlijk goed door gemiddelde massadichtheid (850-1180 kg/m³) [34](#page=34).
* **Duurzaamheid**: productie omvat ontginning en bakken in hoogovens; constructie vereist transport en water voor mortel; gebruik > 60 jaar met weinig onderhoud; ontmanteling is niet omkeerbaar maar tot 95% recyclebaar [35](#page=35).
* **Samenvatting**: Goede draagkracht, hoge brandweerstand, goed thermisch isolerend, dampopen, goede geluidsisolatie, hoge recycleerbaarheid [57](#page=57) [58](#page=58) [59](#page=59).
##### 2.1.2.2 Betonsteen
* **Materiaaltype**: niet gebakken kunststeen en prefab beton [37](#page=37).
* **Grondstoffen**: bindmiddel (cement) + fijn granulaat (zand) + grof granulaat (grind) gemengd met water [37](#page=37).
* **Productvorm**: platte kant kan vol, hol of met handgreep zijn; strek glad; kop glad of met tand & groef [37](#page=37).
* **Afmetingen**: modulair systeem met basis van 100 mm; meest voorkomende lengtes 290/390 mm, breedtes 90 mm (niet dragend), 120/140 mm (min. dragend), 190/290 mm (zwaar dragend), en hoogtes 140/190 mm [38](#page=38).
* **Stabiliteit**: genormaliseerde druksterkte van 10-15 N/mm² (2-3 bouwlagen) tot 15-25 N/mm² (tot 6 bouwlagen) [39](#page=39).
* **Brandveiligheid**: brandreactie A1 (niet brandbaar); brandweerstand 60 tot 240 minuten (afhankelijk van steenbreedte) [39](#page=39).
* **Warmte**: slecht thermisch isolerend door afwezigheid van stilstaande lucht [40](#page=40).
* **Vocht**: zeer vorstbestendig, beperkte wateropname, dampopen, beperkte buffercapaciteit voor waterdamp [40](#page=40).
* **Lucht**: niet luchtdicht; luchtdicht in combinatie met pleisterwerk [41](#page=41).
* **Geluid**: isoleert luchtgeluid zeer goed door hoge massadichtheid (1760-2300 kg/m³) [41](#page=41).
* **Duurzaamheid**: cementproductie zorgt voor 5-8% wereldwijde CO2-uitstoot; constructie vereist transport en water voor mortel; gebruik > 60 jaar met weinig onderhoud; ontmanteling is niet omkeerbaar maar tot 95% recycleerbaar [42](#page=42).
* **Samenvatting**: Goede draagkracht, hoge brandweerstand, slecht thermisch isolerend, dampopen, zeer goede geluidsisolatie, hoge recycleerbaarheid [57](#page=57) [58](#page=58) [59](#page=59).
##### 2.1.2.3 Gas- of cellenbeton
* **Materiaaltype**: niet gebakken kunststeen en prefab beton [43](#page=43).
* **Grondstoffen**: 65% kwartszand + 20% cement + 15% kalk + 0,5% aluminiumpoeder, gemengd met water [43](#page=43).
* **Productvorm**: platte kant vol, hol of met handgreep; strek glad; kop glad of met tand & groef [43](#page=43).
* **Afmetingen**: grotere formaten mogelijk door lichter gewicht; meest voorkomende lengtes 600 mm, breedtes 50/70/100 mm (niet dragend), 120/140/150/175/190/200/215 mm (dragend), 240/300/365 mm (zwaar dragend), en hoogtes 150/200/250/300 mm [44](#page=44).
* **Stabiliteit**: genormaliseerde druksterkte van 2-5 N/mm² (2-3 bouwlagen) [45](#page=45).
* **Brandveiligheid**: brandreactie A1 (niet brandbaar); brandweerstand 90 tot 360 minuten (afhankelijk van steenbreedte) [45](#page=45).
* **Warmte**: zeer goed thermisch isolerend door stilstaande lucht in gesloten cellen [46](#page=46).
* **Vocht**: zeer vorstbestendig, sterke capillaire werking; gehydrofobeerd bij gebruik in vochtige omstandigheden; dampopen, matige buffercapaciteit voor waterdamp [46](#page=46).
* **Lucht**: betere luchtdichtheid door lijmvoegen; in combinatie met pleisterwerk volledig luchtdicht [47](#page=47).
* **Geluid**: isoleert luchtgeluid eerder slecht door lage massadichtheid (400-800 kg/m³) [47](#page=47).
* **Duurzaamheid**: productie bevat cement (hoge CO2-uitstoot), verharding door autoclavering; constructie vereist transport; gebruik > 60 jaar met weinig onderhoud; ontmanteling is niet omkeerbaar, tot 30% recycleerbaar [48](#page=48).
* **Samenvatting**: Goede draagkracht (maar lager dan andere), zeer hoge brandweerstand, zeer goed thermisch isolerend, dampopen, matige geluidsisolatie, lage recycleerbaarheid [57](#page=57) [58](#page=58) [59](#page=59).
##### 2.1.2.4 Silicaat- of kalkzandsteen
* **Materiaaltype**: niet gebakken kunststeen en prefab beton [50](#page=50).
* **Grondstoffen**: 93% zand + 7% kalk gemengd met water [50](#page=50).
* **Productvorm**: platte kant vol, hol of met handgreep; strek glad; kop glad of met tand & groef [50](#page=50).
* **Stabiliteit**: hoge genormaliseerde druksterkte van 15-25 N/mm² (tot 6 bouwlagen) [51](#page=51).
* **Brandveiligheid**: brandreactie A1 (niet brandbaar); brandweerstand 90 tot 240 minuten (afhankelijk van steenbreedte) [51](#page=51).
* **Warmte**: matig thermisch isolerend, maar groot warmte-accumulerend vermogen door hoge thermische massa [52](#page=52).
* **Vocht**: zeer vorstbestendig, sterke capillaire werking; gehydrofobeerd voor gebruik in vochtige omstandigheden; dampopen, beperkte buffercapaciteit voor waterdamp [52](#page=52).
* **Lucht**: betere luchtdichtheid door lijmvoegen; in combinatie met pleisterwerk volledig luchtdicht [53](#page=53).
* **Geluid**: isoleert luchtgeluid zeer goed door hoge massadichtheid (1750-1850 kg/m³) [53](#page=53).
* **Duurzaamheid**: productie door autoclavering; constructie vereist transport; gebruik > 60 jaar met weinig onderhoud; ontmanteling is niet omkeerbaar, tot 95% hergebruik [54](#page=54).
* **Samenvatting**: Zeer goede draagkracht, hoge brandweerstand, matig thermisch isolerend (maar goede warmteaccumulatie), dampopen, zeer goede geluidsisolatie, hoge hergebruikswaarde [57](#page=57) [58](#page=58) [59](#page=59).
#### 2.1.3 Mortel- en lijmspecie
Metselmortel bestaat uit een bindmiddel (cement en/of kalk), fijn granulaat (zand) en water. Mortel- en lijmspecie worden ingedeeld volgens toepassing [60](#page=60):
* **Gewoon gebruik (G)** [60](#page=60).
* **Dunbedmortel of lijmmortel (T)**: voor dunnere voegen [60](#page=60).
* **Lichtgewicht mortel (L)**: gewichtsbesparend [60](#page=60).
##### 2.1.3.1 Mortel voor gewoon gebruik (G)
Mortel voor gewoon gebruik kan ingedeeld worden op basis van:
* **Bereidingswijze**: ter plaatse op de werf of industriële mortel [61](#page=61).
* **Samenstelling bindmiddel**: cementmortel, kalkmortel, of bastaardmortel (cement + kalk) [61](#page=61).
* **Druksterkte (N/mm²)**: M 20 / M 12 / M 8 / M 5 / M 2,5 (volgens EN 1015-11) [62](#page=62).
* **Initiële zuigkracht van de steen**: IW-klasse 1 (zeer weinig zuigend), IW-klasse 2 (weinig zuigend), IW-klasse 3 (normaal zuigend), IW-klasse 4 (sterk zuigend) [62](#page=62).
#### 2.1.4 Metselwerkwapening
Geprefabriceerde metselwerkwapening versterkt het metselwerk en wordt geplaatst in de mortellaag tussen de lagen metselwerk. Het helpt scheurvorming te vermijden door spanningsconcentraties en ongelijke zetting op te vangen [63](#page=63).
#### 2.1.5 Openingen in dragend metselwerk en lateien
Voor het opvangen van het bovenliggend metselwerk boven muuropeningen kunnen verschillende types draagbalken worden gebruikt, afhankelijk van de breedte van de opening en de grootte van de overspanning [64](#page=64).
##### 2.1.5.1 Composiet- of samenwerkende latei
Een latei of linteel is een balk die boven een muuropening de bovenliggende belasting opvangt en zijdelings overbrengt op het metselwerk. De structurele samenwerking van een composietlatei gebeurt in de trekzone door een geprefabriceerd element met voorgespannen onderwapening, en in de drukzone door het bovenliggend metselwerk of gegoten beton. 'Composiet' verwijst naar het samenwerken, niet naar het materiaal [65](#page=65).
* **Toepassing**: voor beperkte overspanningen tot 2,5 m in dragend en niet-dragend metselwerk [66](#page=66).
* **Materialen**: keramische verloren bekisting met getrild beton en voorgespannen wapening, of prefab beton met voorgespannen wapening [66](#page=66).
* **Productvorm**: gladde afwerking met ruwe bovenkant [66](#page=66).
* **Afmetingen**: lengte per 100 mm, breedtes 90 mm / 120 mm / 140 mm / 190 mm, hoogte 60 mm [67](#page=67).
* **Minimale opleglengte**: 2 x 150 mm tot overspanning van 1,5 m; 2 x 200 mm tot overspanning van 2,5 m [67](#page=67).
* **Voordelen**: snel en eenvoudig te plaatsen zonder bekisting, voorgespannen (geen bijkomende wapening nodig), gemakkelijk te bepleisteren, geen scheurvorming bij gelijke thermische uitzetting [68](#page=68).
* **Fabrikanten**: Ploegsteert (Staltonlatei), Rector (Prelinteel Precof) [68](#page=68).
##### 2.1.5.2 Betonbalk
* **Toepassing**: voor kleine openingen en grote overspanningen in dragend metselwerk [69](#page=69).
* **Materialen**: gewapende betonbalk ter plaatse gestort (in situ) of geprefabriceerd (prefab) [69](#page=69).
* **Productvorm**: ruw, glad of specifiek patroon naargelang de bekisting [69](#page=69).
* **Afmetingen**: dimensionering is afhankelijk van stabiliteitsberekening; minimum hoogte 15 cm; algemene vuistregel: hoogte betonbalk = 1/10 overspanningslengte [70](#page=70).
##### 2.1.5.3 Stalen ligger
* **Toepassing**: voor middelgrote en grote overspanningen in dragend metselwerk [71](#page=71).
* **Materiaal**: staal (ijzer + koolstof), roestwerend behandeld door verf/coating, thermisch verzinken of galvaniseren [71](#page=71).
* **Productvorm**: I- of U-vormig profielstaal met flenzen (horizontale delen) en een lijf (verticaal deel); INP/UNP met schuine flenzen, IPE/UPE met rechte flenzen. Breedflensbalken (H-vormig) hebben flenzen die ongeveer even breed zijn als de totale hoogte (HEA, HEB, HEM uitvoeringen) [72](#page=72) [73](#page=73).
* **Afmetingen**: dimensionering is afhankelijk van stabiliteitsberekening; algemene vuistregel: hoogte stalen ligger = 1/20 overspanningslengte [74](#page=74).
* **Uitvoering**: verdeelbalk, -zool of slof in beton voorzien bij zware puntlasten op het dragend metselwerk [74](#page=74).
---
# Spouwmuurisolatie en gevelafwerking
Dit gedeelte behandelt de verschillende methoden en materialen voor het isoleren van spouwmuren en de diverse afwerkingssystemen voor gevels.
### 3.1 Spouwmuurisolatie
Het concept van het "ontdubbelen van de gebouwschil" is cruciaal voor een slim bouwconcept, waarbij een drager aan de binnenzijde voor stabiliteit zorgt, isolatie in het midden voor warmte en een bekleding aan de buitenzijde voor waterdichtheid. Het primaire doel van spouwmuurisolatie is het thermisch isoleren van de draagstructuur en de binnenruimte van een gebouw. De effectiviteit van isolatie wordt bepaald door de $\lambda$-waarde (warmtegeleidingscoëfficiënt) in W/mK; een lagere $\lambda$-waarde betekent betere isolatie. Isolatiematerialen kunnen worden ingedeeld naar hun herkomst: minerale grondstoffen, kunststoffen en natuurlijke (biobased) grondstoffen. Minerale grondstoffen zijn afkomstig uit gesteenten, kunststoffen uit petrochemische stoffen (vaak als geëxpandeerd schuim), en natuurlijke grondstoffen uit plantenteelt of afvalverwerking [75](#page=75) [76](#page=76) [77](#page=77).
#### 3.1.1 Minerale grondstoffen
##### 3.1.1.1 Steen- of rotswol
* **Materiaaltype:** Minerale wol uit stollingsgesteente [79](#page=79).
* **Grondstof:** Basalt, verhit tot 1600°C en gecentrifugeerd tot vezels, gebonden met een bindmiddel [79](#page=79).
* **Productvorm:** Halfharde isolatieplaten, al dan niet met aluminiumbekleding of bitumen glasvlies, met rechte zijden [79](#page=79).
* **Afmetingen:** Lengte x breedte 1200 x 600 mm; dikte 40 - 240 mm [80](#page=80).
* **Brandveiligheid:** Niet brandbaar (EU brandreactieklasse A1) [80](#page=80).
* **Warmte:** $\lambda$-waarde: 0,032 - 0,040 W/mK [81](#page=81).
* **Vocht:** Geen capillaire werking, waterafstotend, zeer dampopen, niet hygroscopisch [81](#page=81).
* **Lucht:** Lucht- en winddichtheid is afhankelijk van bekleding en plaatsing [82](#page=82).
* **Geluid:** Zeer geluidsabsorberend, werkt volgens het massa-veer-massa principe [82](#page=82).
* **Duurzaamheid:** Productie vraagt hoge temperaturen, transport is een factor, levensduur > 60 jaar met weinig onderhoud, oneindig recycleerbaar [83](#page=83).
##### 3.1.1.2 Glaswol
* **Materiaaltype:** Isolatiemateriaal uit minerale grondstoffen [85](#page=85).
* **Grondstof:** Zand en gerecycleerd glas, verhit tot 1400°C en gecentrifugeerd tot vezels, gebonden met een bindmiddel [85](#page=85).
* **Productvorm:** Halfharde isolatieplaten, al dan niet met aluminiumbekleding of bitumen glasvlies, met rechte zijden [85](#page=85).
* **Afmetingen:** Lengte x breedte 1200 x 600 mm; dikte 40 - 240 mm [86](#page=86).
* **Brandveiligheid:** Niet brandbaar (EU brandreactieklasse A1) [86](#page=86).
* **Warmte:** $\lambda$-waarde: 0,032 - 0,040 W/mK [87](#page=87).
* **Vocht:** Geen capillaire werking, waterafstotend, zeer dampopen, niet hygroscopisch [87](#page=87).
* **Lucht:** Lucht- en winddichtheid is afhankelijk van bekleding en plaatsing [88](#page=88).
* **Geluid:** Zeer geluidsabsorberend, werkt volgens het massa-veer-massa principe [88](#page=88).
* **Duurzaamheid:** Productie vraagt hoge temperaturen, transport is een factor, levensduur > 60 jaar met weinig onderhoud, oneindig recycleerbaar [89](#page=89).
##### 3.1.1.3 Schuim- of cellenglas
* **Materiaaltype:** Isolatiemateriaal uit minerale grondstoffen [91](#page=91).
* **Grondstof:** Gerecycleerd en nieuw glas met toeslagstoffen om het smeltpunt te verlagen en expansiegas te vormen [91](#page=91).
* **Productvorm:** Vaste isolatieplaten met rechte zijden [91](#page=91).
* **Afmetingen:** Lengte x breedte 600 x 450 mm; dikte 50 tot 120 mm (per 10 mm) [92](#page=92).
* **Stabiliteit:** Zeer hoge druksterkte [92](#page=92).
* **Brandveiligheid:** Niet brandbaar (EU brandreactieklasse A1) [92](#page=92).
* **Warmte:** $\lambda$-waarde: 0,036 - 0,050 W/mK; kleine gesloten cellen gevuld met gas (H2S) [93](#page=93).
* **Vocht:** Volledig waterdicht, niet capillair actief, volledig dampdicht, niet hygroscopisch [93](#page=93).
* **Lucht:** Volledig luchtdicht materiaal [94](#page=94).
* **Geluid:** Isoleert luchtgeluid eerder slecht door lage massadichtheid (100-200 kg/m³) [94](#page=94).
* **Duurzaamheid:** Productie vraagt hoge temperaturen, transport is een factor, levensduur > 60 jaar met weinig onderhoud, recycleerbaar [95](#page=95).
#### 3.1.2 Kunststoffen
##### 3.1.2.1 PIR / PUR
* **Materiaaltype:** Isolatiematerialen (kunststoffen) [97](#page=97).
* **Grondstof:** Polyol en isocyanaat (PIR = Polyisocyanuraat / PUR = Polyurethaan) [97](#page=97).
* **Productvorm:** Vaste isolatieplaten, met of zonder aluminiumbekleding, met rechte zijden of tand en groef [97](#page=97).
* **Afmetingen:** Lengte x breedte 1200 x 600 mm; diktes 30 tot 160 mm [98](#page=98).
* **Stabiliteit:** Drukvast, goede druksterkte [98](#page=98).
* **Brandveiligheid:** Uiterst brandbaar (EU brandreactieklasse F) [98](#page=98).
* **Warmte:** $\lambda$-waarde: 0,022 - 0,024 W/mK [99](#page=99).
* **Vocht:** Waterbestendig, neemt geen vocht op (wel bij langdurige blootstelling); dampdicht indien bekleed met aluminiumfolie, anders dampremmend [99](#page=99).
* **Lucht:** Lucht- en winddichtheid afhankelijk van aansluiting, bekleding, plaatsing en aftapen van naden [100](#page=100).
* **Geluid:** Weinig geluidsabsorberend vermogen [100](#page=100).
* **Duurzaamheid:** Milieubelastende en giftige stoffen komen vrij bij productie, transport is een factor, levensduur > 60 jaar met weinig onderhoud, weinig recycleerbaar .
##### 3.1.2.2 EPS
* **Materiaaltype:** Isolatiematerialen (kunststoffen) .
* **Grondstof:** Polystyreen (EPS = Geëxpandeerde Polystyreen) .
* **Productvorm:** Vaste isolatieplaten, met rechte zijden of tand en groef .
* **Afmetingen:** Lengte x breedte 1200 x 600 mm; diktes 30 tot 160 mm .
* **Stabiliteit:** Drukvast, goede druksterkte .
* **Brandveiligheid:** Zeer brandbaar (EU brandreactieklasse E) .
* **Warmte:** $\lambda$-waarde: 0,030 - 0,040 W/mK .
* **Vocht:** Waterbestendig, neemt geen vocht op (wel bij langdurige blootstelling); dampremmend .
* **Lucht:** Lucht- en winddichtheid afhankelijk van aansluiting en plaatsing .
* **Geluid:** Weinig geluidsabsorberend vermogen .
* **Duurzaamheid:** Milieubelastende grondstof, transport is een factor, levensduur > 60 jaar met weinig onderhoud, recycleerbaar .
##### 3.1.2.3 XPS
* **Materiaaltype:** Isolatiematerialen (kunststoffen) .
* **Grondstof:** Polystyreen (XPS = geëxtrudeerde polystyreen) .
* **Productvorm:** Vaste isolatieplaten, met rechte zijden of tand en groef .
* **Afmetingen:** Lengte x breedte: 1200 x 600 mm; diktes: 40 tot 280 mm .
* **Stabiliteit:** Zeer goede druksterkte .
* **Brandveiligheid:** Uiterst brandbaar (EU brandreactieklasse F) .
* **Warmte:** $\lambda$-waarde: 0,027 - 0,045 W/mK .
* **Vocht:** Waterdicht, ongevoelig voor vocht, dampdicht .
* **Lucht:** Lucht- en winddichtheid afhankelijk van aansluiting en plaatsing .
* **Geluid:** Weinig geluidsabsorberend vermogen .
* **Duurzaamheid:** Milieubelastende grondstof, transport is een factor, levensduur > 60 jaar met weinig onderhoud, weinig recycleerbaar .
##### 3.1.2.4 PF-isolatie of Resolschuim
* **Materiaaltype:** Isolatiematerialen (kunststoffen) .
* **Grondstof:** Resolhars (PF = Phenolformaldehyde) .
* **Productvorm:** Vaste isolatieplaten, met of zonder aluminiumbekleding, met rechte zijden .
* **Afmetingen:** Lengte x breedte: 1200 x 600 mm; diktes: 50 tot 150 mm .
* **Stabiliteit:** Zeer goede druksterkte .
* **Brandveiligheid:** Brandbaar, geringe rookvorming (EU brandreactieklasse C) .
* **Warmte:** $\lambda$-waarde: 0,021 W/mK .
* **Vocht:** Zeer gevoelig voor vocht, verbrokkelt in contact met water; dampremmend .
* **Lucht:** Lucht- en winddichtheid afhankelijk van aansluiting, bekleding en plaatsing .
* **Geluid:** Weinig geluidsabsorberend vermogen .
* **Duurzaamheid:** Milieubelastende grondstof, transport is een factor, levensduur > 60 jaar met weinig onderhoud, weinig recycleerbaar .
#### 3.1.3 Vergelijking van isolatiematerialen
| Algemeen | Steen- of Rotswol / Glaswol | Schuim- of Cellenglas | PUR / PIR | EPS | XPS | PF of Resolschuim |
| :-------------------- | :-------------------------- | :-------------------- | :-------- | :-- | :-- | :---------------- |
| **Materiaaltype** | Isolatiematerialen (mineraal) | Isolatiematerialen (mineraal) | Isolatiematerialen (kunststof) | Isolatiematerialen (kunststof) | Isolatiematerialen (kunststof) | Isolatiematerialen (kunststof) |
| **Grondstoffen** | Basalt | Gerecycleerd en nieuw glas | Polyol en isocyanaat | Polystyreen | Polystyreen | Resolhars |
| **Productvorm** | Halfvaste platen, Rechte zijden | Vaste platen, Rechte zijden | Vaste platen, Rechte zijden / Tand en groef | Vaste platen, Rechte zijden / Tand en groef | Vaste platen, Rechte zijden / Tand en groef | Vaste platen, Rechte zijden / Tand en groef |
| **Stabiliteit** | Samendrukbaar | Zeer hoge druksterkte (500-600 kPa bij 10% vervorming) | Goede druksterkte (100-150 kPa bij 10% vervorming) | Goede druksterkte (100-150 kPa bij 10% vervorming) | Hoge druksterkte (300 kPa bij 10% vervorming) | Goede druksterkte (100 kPa bij 10% vervorming) |
| **Brandveiligheid** | Niet brandbaar (A1) | Niet brandbaar (A1) | Uiterst brandbaar (F) | Zeer brandbaar (E) | Zeer brandbaar (E) | Brandbaar (C) |
| **Warmte ($\lambda$-waarde)** | 0,032 – 0,040 W/mK | 0,036 – 0,050 W/mK | 0,022 – 0,024 W/mK | 0,030 – 0,040 W/mK | 0,027 – 0,045 W/mK | 0,021 W/mK |
| **Vocht (Water)** | Waterbestendig, Niet capillair actief | Waterdicht, Niet capillair actief | Waterbestendig | Waterbestendig | Waterdicht | Niet waterbestendig |
| **Vocht (Waterdamp)** | Dampopen (µ=1) | Dampdicht (µ=∞) | Dampremmend (µ=50-100) | Dampremmend (µ=20-100) | Dampdicht (µ=80-250) | Dampremmend (µ=35) |
| **Lucht** | Winddichtheid door bekleding en geschrankte plaatsing | Winddicht | Winddichtheid door tand & groef, bekleding, geschrankte plaatsing en aftapen naden | Winddichtheid door tand & groef en geschrankte plaatsing | Winddichtheid door tand & groef en geschrankte plaatsing | Winddichtheid door tand & groef, bekleding en geschrankte plaatsing |
| **Geluid** | Zeer goede geluidsabsorptie (massa-VEER-massa) | Geen geluidsabsorptie of -isolatie | Geen geluidsabsorptie of -isolatie | Geen geluidsabsorptie of -isolatie | Geen geluidsabsorptie of -isolatie | Geen geluidsabsorptie of -isolatie |
| **Duurzaamheid (Productie)** | Hoge temperaturen (1600°C) | Hoge temperaturen (1200°C) | Milieubelastende grondstof, giftige stoffen | Milieubelastende grondstof | Milieubelastende grondstof | Milieubelastende grondstof |
| **Duurzaamheid (Constructie)** | Transport naar de werf | Transport naar de werf | Transport naar de werf | Transport naar de werf | Transport naar de werf | Transport naar de werf |
| **Duurzaamheid (Gebruik)** | > 60 jaar, weinig onderhoud | > 60 jaar, weinig onderhoud | > 60 jaar, weinig onderhoud | > 60 jaar, weinig onderhoud | > 60 jaar, weinig onderhoud | > 60 jaar, weinig onderhoud |
| **Duurzaamheid (Ontmanteling)** | Omkeerbare verbinding, oneindig recycleerbaar | Niet omkeerbare verbinding, recycleerbaar | Omkeerbare verbinding, weinig recycleerbaar | Omkeerbare verbinding, recycleerbaar | Omkeerbare verbinding, weinig recycleerbaar | Omkeerbare verbinding, weinig recycleerbaar |
#### 3.1.4 Bevestiging van spouwmuurisolatie
Spouwankers verbinden het binnen- en buitenspouwblad, verankeren het gevelmetselwerk structureel aan de draagmuur en bevestigen de spouwmuurisolatie tegen de draagmuur. Sommige spouwankers zijn voorzien van een druiplijst voor afvoer van condensatievocht .
* **Prikankers:** Met isolatieclips, voor de bevestiging van halfharde isolatieplaten (ingemetseld of ingeboord) .
* **Slagspouwankers:** Met isolatiepluggen, voor de bevestiging van harde isolatieplaten (ingeboord) .
De keuze van het spouwanker hangt ook af van de mortel- of lijmspecie van de spouwbladen .
### 3.2 Gevelafwerking
Het concept van het "ontdubbelen van de gebouwschil" is ook van toepassing op gevelafwerking, met een drager aan de binnenzijde (stabiliteit), isolatie in het midden (warmte) en een bekleder aan de buitenzijde (water) .
#### 3.2.1 Gevelmetselwerk
Gevelstenen variëren in productvorm, formaat en afwerking.
* **Productvormen (voor het bakken):**
* **Handvormstenen:** Klei gegooid in een zandige houten vormbak; onregelmatige vorm, oneffen, ruw met zandnerven .
* **Vormbakstenen:** Klei geperst in een zandige houten vormbak; regelmatige vorm, oneffen, ruw zonder nerven .
* **Wasserstrich:** Klei geperst in een met water vernevelde houten vormbak; regelmatige en effen vorm, genuanceerde kleitextuur .
* **Strengperstenen:** Klei geperst door een vorm en afgesneden; gladde en effen vorm, vaak geperforeerd .
* **Frogsteen:** Variatie op handvorm- en vormbakstenen met een uitholling (frog) aan de platte kant. De frog versnelt het bakproces en vereist minder kleimateriaal .
* **Formaten (LxBxH):**
* Module 50 (M50): 188 x 88 x 48 mm .
* Module 65 (M65): 188 x 88 x 63 mm .
* Module 90 (M90): 188 x 88 x 88 mm .
* Waalformaat (WF): 210 x 100 x 50 mm .
* Andere formaten en varianten zijn beschikbaar van specifieke fabrikanten .
##### 3.2.1.1 Metselverbanden
De modulariteit van gevelstenen maakt diverse metselverbanden mogelijk .
* **Halfsteensverband:** Strekken verspringen onderling een halve steen .
* **Staand verband:** Afwisselend strekken- en koppenlagen; strekken en koppen staan loodrecht boven elkaar .
* **Kruisverband:** Afwisselend strekken- en koppenlagen; strekken verspringen een halve steen, koppen staan loodrecht boven elkaar .
* **Kettingverband of Noors Verband:** Twee strekken gevolgd door een kop; de kop staat gecentreerd boven de voeg tussen de twee strekken van de vorige laag .
* **Vlaams Verband:** Een strek gevolgd door een kop; de kop staat gecentreerd boven de strek van de vorige laag .
* **Tegelverband:** Strekken bevinden zich boven elkaar, waardoor verticale voegen niet verspringen .
* **Wildverband:** Willekeurige opeenvolging van koppen, strekken, klezoren en andere groottes, niet kleiner dan een klezoor .
* **Claustra of Braziliaans Verband:** Strekken afgewisseld door openingen, steunend aan de uiteinden op onderliggende strekken .
##### 3.2.1.2 Openingen in gevelmetselwerk
* **L-profiel:** Brengt bovenliggende belasting zijdelings op het gevelmetselwerk voor kleine overspanningen. Vaak thermisch verzinkt of gegalvaniseerd staal .
* **Regelbare geveldrager (met rollaagbeugels):** Brengt bovenliggende belasting over op de achterliggende draagmuur voor grote overspanningen. Gemaakt van staal (thermisch verzinkt, gegalvaniseerd) op een verstelbare console, verankerd in de drager. Diverse fabrikanten bieden deze oplossingen aan .
#### 3.2.2 Geventileerde gevelsystemen
Een geventileerde gevel (of voorhanggevel) is een systeem dat aan de drager wordt opgehangen en een sterk geventileerde luchtspouw heeft .
* **Opbouw:** Draagmuur, isolatie, optioneel regenscherm, regelstructuur (met luchtspouw), gevelbekleding .
* **Voordelen:** Voert hitte af in de zomer door luchtstroming (convectie), werkt als bufferzone in de winter; relatief laag gewicht, snelle en droge montage, eenvoudig demonteerbaar, geschikt voor na-isolatie .
##### 3.2.2.1 Gevelfolie
Een gevelfolie kan nodig zijn bovenop de isolatie, afhankelijk van het type gevelbekleding. De eigenschappen zijn: waterdicht, winddicht, dampopen en UV-bestendig .
##### 3.2.2.2 Regelstructuur
Vervaardigd uit aluminium, hout of een combinatie, afhankelijk van materiaal en gewicht van de gevelbekleding. Kan deels tussen de isolatielaag geplaatst worden of met afstandsvijzen bevestigd worden .
##### 3.2.2.3 Gevelbekleding
Diverse materialen zijn mogelijk, waaronder aluminium, zink, koper, vezelcement, hout, natuursteen, keramiek, glas en PVC .
#### 3.2.3 ETICS-systemen
ETICS (External Thermal Insulation Composite System) is een buitengevelisolatiesysteem .
* **Opbouw:** Kleefmortel, isolatiemateriaal (met eventuele pluggen), wapeningslaag (mortel + glasvezelwapening), hechtingsprimer, afwerkingslaag .
* **Voordelen:** Dunne wandbreedte, relatief laag gewicht, direct bevestigd aan de draagstructuur, waardoor de fundering lichter kan zijn; zeer geschikt voor na-isolatie .
##### 3.2.3.1 Isolatie
Geschikte isolatiematerialen zijn:
* **Minerale grondstoffen:** Rotswol, cellenglas .
* **Petrochemische grondstoffen:** EPS/XPS (voor steenstrips), PF .
* **Natuurlijke grondstoffen:** Kurk, houtvezel .
##### 3.2.3.2 Afwerking
Geschikte afwerkingsmaterialen zijn:
* **Sierpleister:**
* Minerale pleister (cementgebonden): Ruwer oppervlak, bredere laagdikte, gevoelig aan scheuren en vuil .
* Synthetische pleister (kunsthars/silicone): Egaal oppervlak, dunnere laagdikte, elastisch, niet ecologisch, effen ondergrond nodig .
* **Steenstrips** .
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Massiefbouw | Een bouwmethode waarbij belastingen voornamelijk via dragende wanden worden overgebracht naar de fundering. Dit staat in contrast met skeletbouw, waar kolommen en balken de belasting dragen. |
| Skeletbouw | Een bouwmethode waarbij de dragende structuur bestaat uit kolommen en balken (een geraamte) die het gewicht van het gebouw en de veranderlijke belastingen dragen. Muren hebben hierin enkel een scheidende functie. |
| Dragend metselwerk | Metselwerk dat in staat is om belastingen op te vangen en over te dragen, bijvoorbeeld het gewicht van verdiepingen of het dak. Het vormt een integraal onderdeel van de stabiliteit van een gebouw. |
| Keramische snelbouwsteen | Een bouwmateriaal gemaakt van gebakken klei, dat door de interne perforaties en de materiaaleigenschappen redelijk goed isoleert. Het is een veelgebruikte steensoort voor dragende muren. |
| Betonsteen | Een steen gemaakt van niet-gebakken kunststeen en prefab beton, bestaande uit cement, zand en grind. Betonstenen hebben een hoge massadichtheid en goede stabiliteit, maar isoleren thermisch slecht. |
| Cellenbeton (Gasbeton) | Een lichtgewicht bouwmateriaal dat bestaat uit cement, kwartszand, kalk en aluminiumpoeder. Door het productieproces (autoclaveren) ontstaan er gesloten cellen gevuld met lucht, wat zorgt voor een zeer goede thermische isolatie. |
| Kalkzandsteen (Silicaatsteen) | Een bouwmateriaal geproduceerd uit zand en kalk onder hoge druk en temperatuur. Kalkzandsteen heeft een hoge druksterkte, goede geluidsisolatie en een hoge thermische massa, maar isoleert thermisch matig. |
| Mortel | Een bindmiddel, bestaande uit cement, kalk of een combinatie daarvan, gemengd met fijn granulaat (zand) en water. Mortel wordt gebruikt om stenen in metselwerk aan elkaar te binden. |
| Lijmspecie (Dunbedmortel) | Een speciale, dunne mortel die wordt gebruikt bij het lijmen van bouwblokken, met name bij cellenbeton en kalkzandsteen. Dit resulteert in zeer dunne voegen en een betere hechting. |
| Composietlatei | Een prefab element dat boven een muuropening geplaatst wordt om het bovenliggende metselwerk op te vangen. Het bestaat uit een voorgespannen onderwapening en het bovenliggende metselwerk of gegoten beton vormt de drukzone. |
| Betonbalk | Een dragende balk gemaakt van gewapend beton, die ter plaatse gestort of geprefabriceerd kan worden. Betonbalken worden gebruikt voor kleine tot grote overspanningen in dragend metselwerk. |
| Stalen ligger | Een profielstaal (I-, U- of H-vormig) dat dient als draagbalk boven muuropeningen voor middelgrote tot grote overspanningen. Het staal is vaak roestwerend behandeld. |
| Spouwmuurisolatie | Isolatiemateriaal dat wordt aangebracht in de spouw tussen het binnen- en buitenspouwblad van een muur om warmteverlies te beperken en de energie-efficiëntie van een gebouw te verbeteren. |
| λ-waarde (Lambda-waarde) | De warmtegeleidingscoëfficiënt van een materiaal, uitgedrukt in Watt per meter-Kelvin (W/mK). Een lagere λ-waarde indiceert een betere thermische isolatie van het materiaal. |
| Dampopen | Een eigenschap van materialen die aangeeft dat ze waterdamp kunnen doorlaten. Dit is belangrijk voor het voorkomen van vochtophoping in constructies. |
| Dampdicht | Een eigenschap van materialen die aangeeft dat ze geen waterdamp kunnen doorlaten. Dampdichte materialen worden vaak gebruikt als dampremmers om vochttransport te voorkomen. |
| ETICS-systeem | Een External Thermal Insulation Composite System, oftewel een buitengevelisolatiesysteem. Het is een meerlaags systeem dat bestaat uit kleefmortel, isolatiemateriaal, een wapeningslaag en een afwerkingslaag. |
| Gevelmetselwerk | De buitenste laag van een gemetselde muur, die niet alleen esthetische waarde heeft maar ook bescherming biedt tegen weersinvloeden. Diverse metselverbanden en steensoorten worden hiervoor gebruikt. |
| Gevellinieerd | Een systeem waarbij de gevelbekleding met een bepaalde afstand tot de draagmuur wordt aangebracht, waardoor een geventileerde luchtspouw ontstaat. Dit helpt bij warmteafvoer in de zomer en bufferwerking in de winter. |