Cover
Start now for free Leerpad 4.docx
Summary
# Definities en evolutie van gezondheid
Dit onderwerp verkent de veranderende definities van gezondheid, van een focus op afwezigheid van ziekte naar een meer adaptief vermogen en eigen regie.
### 1.1 De biomedische definitie van gezondheid
De traditionele definitie van gezondheid, ontstaan na de Tweede Wereldoorlog, omschrijft gezondheid als:
“Een toestand van compleet fysisch, mentaal en sociaal welbevinden en niet enkel afwezigheid van lichamelijk letsel of ziekte.”
#### 1.1.1 Kernpunten van de biomedische definitie
* **Breed kader:** Gezondheid wordt gezien als meer dan louter de afwezigheid van ziekte of letsel.
* **Bio-psycho-sociaal model:** Dit model stelt dat het ontstaan, voortbestaan en herstel van klachten een samenspel is van biologische, psychologische en sociale factoren.
#### 1.1.2 Kritiek op de biomedische definitie
Deze definitie stuitte op verschillende kritieken:
* **"Compleet" en medicalisering:** Het streven naar "compleet" welbevinden kan leiden tot overmatig medicijngebruik en medicalisering, waarbij elk ongemak als reden voor medicatie kan gelden. Letterlijk genomen, zou iedereen ongezond zijn.
* **Onvoldoende operationeel:** De definitie biedt geen handvatten voor hoe te handelen ter preventie of bij een bestaande ziekte/stoornis.
* **Verouderd in licht van huidige ziektebeelden:** De definitie dateert uit een tijdperk van infectieziekten, terwijl nu chronische en niet-overdraagbare ziekten dominant zijn.
### 1.2 De salutogene definitie van gezondheid
Als reactie op de beperkingen van de biomedische definitie, ontstond een nieuwe benadering:
“Gezondheid als het vermogen om zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven.”
#### 1.2.1 Doelstellingen en implicaties van de salutogene definitie
* **Kostenreductie in gezondheidszorg:** Het stimuleren van eigen regie en een gezonde levenshouding kan onnodige zorgvraag verminderen.
* **Stimuleren van gezonde levenshouding:** Er is aandacht voor zowel fysieke als mentale gezondheid, met integratie van sociale uitdagingen.
* **Rol van overheid en preventie:** De overheid kan individuen, groepen en organisaties stimuleren tot een gezondere levensstijl, waardoor preventie een centrale plaats krijgt.
* **Internationale erkenning:** Deze definitie wint terrein in de internationale wetenschappelijke gemeenschap.
#### 1.2.2 Gezondheid vanuit mensenrechtenperspectief
Volgens een VN-resolutie heeft iedereen recht op "het genieten van de hoogst haalbare standaard van lichamelijke en geestelijke gezondheid". Dit impliceert:
* **Beschikbaarheid:** Goede zorgvoorzieningen, geschoolde professionals en medicijnen moeten beschikbaar zijn.
* **Toegankelijkheid:** Zorg moet zowel fysiek als economisch voor iedereen toegankelijk zijn.
* **Kwaliteit en passendheid:** Voorzieningen moeten voldoen aan medische ethiek, cultureel passend zijn, rekening houden met gendergelijkheid en wetenschappelijk en medisch adequaat zijn.
### 1.3 Geestelijke gezondheid: definitie en onderscheid
#### 1.3.1 Definitie van psychische problemen en -klachten
Dit verwijst naar:
“…verandering merkbaar in een persoon zijn denken, en/of voelen, en/of gedrag en/of relaties. Deze verandering kan zowel de persoon zelf hinderen in het dagelijks leven als door de omgeving als ongewenst ervaren worden.”
#### 1.3.2 Definitie van psychische stoornis
Een psychische stoornis kenmerkt zich door:
* **Klassificatiesystemen:** De problemen of klachten zijn ernstiger, voortdurend en langdurig aanwezig en worden opgenomen in een psychiatrisch classificatiesysteem.
* **Functionele impact:** Er ontstaan negatieve effecten op het functioneren in diverse levensdomeinen (werk, wonen, financiën, vrije tijd) en sociale rollen.
#### 1.3.3 Het onderscheid tussen klachten en stoornissen
* **Continuüm:** De grens tussen psychische klachten en stoornissen is niet altijd scherp.
* **Sociaal werk perspectief:** Bestaande medische termen sluiten niet altijd aan bij de visies van sociaal werk, daarom wordt vaak gesproken over 'mensen met een psychische kwetsbaarheid'.
* **Normaliteit van klachten:** Iedereen ervaart in het leven psychische klachten (bv. door stress, verlies), die tijdelijk of langdurig kunnen zijn.
### 1.4 Evolutie van de (geestelijke) gezondheidszorg in België
#### 1.4.1 Vroege perioden: focus op controle en uitsluiting
* **Gasthuizen en dolhuizen (vanaf ca. 1200):** Opvang voor armen, zieken en geesteszieken, vaak met isoleercellen. Dolhuizen waren voor wie de thuissituatie onmogelijk werd of voor agressieve patiënten.
* **Gevangenissen en kloosters:** Minder gevaarlijke zieken werden opgesloten; armenzorg lag deels bij de Kerk.
* **Armenhuizen en gevangenissen:** Controle van afwijkend gedrag bij criminelen, psychiatrische patiënten en landlopers, zonder therapie. Nadruk lag op 'verzekerde bewaring' en bescherming van de maatschappij. Terminologie getuigde van weinig inzicht en empathie.
#### 1.4.2 De 19e eeuw: focus op behandeling en modernisering
* **Pinel en het 'asiel':** Pionier van de moderne psychiatrie. Krankzinnigheid werd gezien als een mentale stoornis die te genezen viel. Het 'asiel' werd een plek voor behandeling.
* **Wetgeving:** In Frankrijk (1838) en later in België (1850, Wet op de behandeling van krankzinnigen) werd wetgeving ingevoerd om onterechte opsluiting te voorkomen.
#### 1.4.3 Na WOII: de verzorgingsstaat en de opkomst van geestelijke gezondheidszorg
* **Sociale zekerheid:** Na 1945 werd de sociale zekerheid structureel ingebed met verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering.
* **Latere aandacht voor geestelijke gezondheidszorg:** Pas vanaf de jaren 1960 kwam er meer focus op geestelijke gezondheidszorg, mede door de ontwikkeling van psychofarmaca en nieuwe therapieën.
* **Wet op ziekenhuizen (1963):** Stelde erkenningsnormen voor instellingen, wat een voorwaarde werd voor terugbetaling door het RIZIV. De focus verschoof van bewaring naar behandeling en verzorging.
* **Heroriëntatie residentiële hulpverlening:** Er was een streven naar afbouw van grote ziekenhuisbedden ten gunste van alternatieven zoals beschut wonen en de integratie van psychiatrische afdelingen in algemene ziekenhuizen (PAAZ). Ambulante hulpverlening werd uitgebouwd.
* **Wet van 6 juli 1973:** Verbeterde de spreiding van ziekenhuisbedden en voorzag in specifieke diensten. Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG) ontstonden.
* **Jaren '90:** Wetgeving ter bescherming van geesteszieken (bv. 1990) regelde gedwongen opnames.
* **21e eeuw:** Kenmerkt zich door vermaatschappelijking van de zorg, met toenemende rol voor thuiszorg en mobiele teams.
#### 1.4.4 Evolutie van de algemene gezondheidszorg
* **Sociaal zekerheidsstelsel (vanaf 1945):** Ontstaan uit het 'Ontwerp tot overeenkomst tot Sociale Solidariteit' (1944). Verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering werd ingesteld.
* **Economische en sociale groei (na WOII):** Alle klassen profiteerden van de groei.
* **Crisisjaren '70:** Eind aan de groei, focus op kostenreductie en concurrentiekracht. De verzorgingsstaat kwam onder druk.
* **Neoliberalisme:** Dominante ideologie met een kleinere rol voor de overheid, nadruk op privatisering, deregulering en individuele verantwoordelijkheid. Dit staat op gespannen voet met het principe van solidariteit in de gezondheidszorg.
* **Veranderingen in de eerstelijnszorg:**
* **Wet 'Leburton' (1963):** Wettelijke vastlegging van artsenhonorarissen, leidde tot stakingen.
* **Nieuwe samenwerkingsvormen:** Reactie op de starre beroepsverenigingen. Jonge artsen, studenten en sociale bewegingen stimuleerden multidisciplinaire groepspraktijken.
* **Centrale rol voor de patiënt:** Oprichting van patiëntverenigingen en werkgroepen, de rol van de WHO en Unicef in eerstelijnsgezondheidszorg, en de definitie van gezondheid gaven ruimte aan nieuwe samenwerkingsvormen.
* **Wijkgezondheidscentra:** Ontstonden mede dankzij initiatieven zoals 'Wereldscholen', waar sociaal werkers een cruciale rol spelen in een multidisciplinaire aanpak.
* **Eerstelijnszones (vanaf 2017):** Initiatief van de Vlaamse overheid na een pilootproject, met erkenning van het belang van interdisciplinaire samenwerking.
* **Geïntegreerd Breed Onthaal (GBO):** Samenwerking tussen CAW, OCMW en mutualiteiten sinds 2018 om onderbescherming tegen te gaan en toegankelijkheid te vergroten.
#### 1.4.5 Huidige uitgaven en ziektelast
* **Uitgaven sociale zekerheid (cijfers 2019):** 40,4% naar pensioenen, 27,3% naar gezondheidszorg, 9,3% naar invaliditeitsuitkeringen.
* **Huidige ziektelast:** Meer dan de helft wordt veroorzaakt door mentale aandoeningen, middelengebruik, kanker en musculoskeletale aandoeningen.
> **Tip:** De overgang van de biomedische naar de salutogene definitie van gezondheid weerspiegelt een bredere maatschappelijke verschuiving naar meer individuele verantwoordelijkheid en een focus op welbevinden, naast het bestrijden van ziekte. Het is cruciaal om de kritiekpunten op de oudere definities te begrijpen om de waarde van de modernere benaderingen te erkennen.
---
# Geschiedenis van de (geestelijke) gezondheidszorg in België
De geschiedenis van de (geestelijke) gezondheidszorg in België toont een evolutie van opsluiting en controle naar behandeling en verzorging, culmineert in de verzorgingsstaat en wordt beïnvloed door maatschappelijke en ideologische verschuivingen.
### 2.1 Vroege vormen van zorg en controle (tot 19e eeuw)
Vanaf circa 1200 werden in België ‘gasthuizen’ opgericht voor armen en zieken, en ‘dolhuizen’ voor mensen met psychische problemen. Deze dolhuizen, waarvan het Sint-Janshuis in Gent (1191) een van de oudste in West-Europa is, kenmerkten zich door isoleercellen voor tijdelijke afzondering van personen die thuis niet meer konden worden opgevangen of die als agressief werden beschouwd.
* **Armenzorg en de Kerk:** Een aanzienlijk deel van de armenzorg, inclusief de opvang van krankzinnigen, werd door de Kerk verzorgd, vaak binnen kloosters.
* **Controle en opsluiting:** Vóór de opkomst van de moderne psychiatrie werden mensen met afwijkend gedrag, zoals misdadigers, psychiatrische patiënten en landlopers (de zogenaamde 'waanzinnigen'), ondergebracht in armenhuizen en gevangenissen. Het hoofddoel was de controle van dit deviante gedrag en het waarborgen van de maatschappelijke veiligheid, eerder dan behandeling. Gebruik van ketens en dwangmiddelen was gangbaar.
* **Terminologie:** De toenmalige terminologie getuigde van een beperkte kennis, weinig inzicht in ziektebeelden en een gebrek aan empathie voor deze groep.
### 2.2 Focus op behandeling en verzorging (vanaf 19e eeuw)
Aan het begin van de 19e eeuw begon de focus te verschuiven van opsluiting naar behandeling en verzorging.
* **Pioniers van de moderne psychiatrie:** Philippe Pinel wordt gezien als een pionier. Hij beschouwde krankzinnigheid als een mentale stoornis die genezen kon worden en introduceerde het concept van het ‘asiel’ voor behandeling. Afwijkend gedrag werd niet langer als misdaad, maar als een geneesbare ziekte van de geest beschouwd.
* **Wetgeving in België:** Naar aanleiding van de Franse wet van 1838, die onterechte opsluiting moest voorkomen, werd in België twaalf jaar later, onder invloed van Guislain, de ‘Wet op de behandeling van krankzinnigen’ van 1850 ingevoerd. Dit markeerde de eerste Belgische wetgeving specifiek gericht op geestelijke gezondheidsproblemen.
### 2.3 De verzorgingsstaat en de geestelijke gezondheidszorg (na WOII)
Na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde België zich tot een verzorgingsstaat met de structurele inbedding van de sociale zekerheid, waaronder de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering.
* **Ontwikkelingen in de jaren 1960:** Pas in de jaren 1960 kreeg de geestelijke gezondheidszorg specifieke aandacht, mede dankzij de ontwikkeling van nieuwe psychofarmaca en therapieën.
* **Wet op de ziekenhuizen (1963):** Deze wet stelde erkenningsnormen voor gezondheidszorginstellingen vast, wat een voorwaarde werd voor tussenkomst van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV). De focus verschoof van bewaking en bescherming naar behandeling en verzorging van patiënten met psychische problemen, die als ‘zieken’ werden beschouwd.
* **De ‘Blauwdruk voor geestelijke gezondheidszorg’:** Dit hervormingsplan beoogde een afbouw van het aantal ziekenhuisbedden ten gunste van alternatieven zoals beschut wonen. Patiënten met psychische problemen moesten ook in algemene ziekenhuizen terechtkunnen. De nadruk kwam te liggen op de uitbouw van ambulante hulpverlening.
* **Wet van 6 juli 1973:** Deze wet vulde de ziekenhuiswet van 1963 aan met ziekenhuisprogrammatie om een betere spreiding van bedden en afstemming op de behoeften te realiseren.
* **Ontstaan van PAAZ en CGG:** In de jaren na 1973 ontstonden de Psychiatrische Afdelingen Algemeen Ziekenhuis (PAAZ) en de Centra Geestelijke Gezondheidszorg (CGG), wat de groei van ambulante zorg stimuleerde.
* **Wetten ter bescherming van geesteszieken (jaren 1990):** Wetten zoals die van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke reguleerden de voorwaarden en procedures voor gedwongen opname.
* **Vermaatschappelijking (21e eeuw):** De 21e eeuw kenmerkt zich door de vermaatschappelijking van de zorg, met een prominente rol voor (psychiatrische) thuiszorg en mobiele teams.
### 2.4 Algemene gezondheidszorg en maatschappelijke invloeden
De geschiedenis van de geestelijke gezondheidszorg is nauw verbonden met de bredere evolutie van de algemene gezondheidszorg in België.
* **Ontstaan Sociaal Zekerheidsstelsel (1945):** Het moderne sociale zekerheidsstelsel ontstond na WOII, met de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering in 1945 als cruciaal element.
* **Crisis en neoliberalisme (jaren 1970):** De economische en sociale groei na de oorlog kende een einde in de jaren zeventig, wat leidde tot druk op de verzorgingsstaat. De dominante ideologie verschoof naar neoliberalisme, met een kleinere rol voor de overheid, privatisering en deregulering.
* **Individualisering en verantwoordelijkheid:** De neoliberale visie legt de nadruk op individuele verantwoordelijkheid voor gezondheid en ziekte, wat kan botsen met het principe van solidariteit waarop de gezondheidszorg is gebaseerd.
* **Evolutie van de eerstelijnszorg:** Naast ziekenhuiszorg onderging ook de huisartsenpraktijk veranderingen. Nieuwe samenwerkingsvormen, zoals wijkgezondheidscentra, ontstonden vanuit de behoefte aan multidisciplinaire zorg en een grotere betrokkenheid van de patiënt.
* **Wet 'Leburton' en reactie van artsen (1963-1964):** Deze wet legde tarieven voor artsenhonoraria vast, wat leidde tot weerstand en een staking van artsen.
* **Nieuwe samenwerkingsvormen:** Initiatieven zoals de WHO/Unicef-conferentie over eerstelijnsgezondheidszorg (1978), de formulering van nieuwe gezondheidsdefinities en de oprichting van verenigingen zoals de ‘Wereldscholen’ stimuleerden multidisciplinaire praktijken en wijkgezondheidscentra.
* **Eerstelijnszones (vanaf 2017):** De Vlaamse overheid erkende het belang van interdisciplinaire samenwerking en initieerde de oprichting van eerstelijnszones.
* **Geïntegreerd Breed Onthaal (GBO):** Sinds 2018 bestaat deze samenwerking tussen CAW, OCMW en mutualiteiten om onderbescherming tegen te gaan en de toegankelijkheid van dienstverlening voor kwetsbare groepen te vergroten.
* **Huidige ziektelast:** In 2019 bedroegen de uitgaven voor gezondheidszorg 27,3% van de totale sociale zekerheid. De huidige ziektelast wordt voor meer dan de helft bepaald door mentale aandoeningen, middelengebruik, kanker en musculoskeletale aandoeningen.
---
# Algemene gezondheidszorg en sociale zekerheid in België
Dit onderdeel belicht de evolutie van het Belgische gezondheidszorg- en sociale zekerheidsstelsel, met aandacht voor definities van gezondheid, de impact van neoliberalisme en de veranderingen in de eerstelijnsgezondheidszorg.
### 3.1 Definities van gezondheid
De benadering van gezondheid is door de jaren heen geëvolueerd, waarbij twee belangrijke definities worden onderscheiden:
* **Definitie 1: Gezondheid als een toestand van compleet fysisch, mentaal en sociaal welbevinden en niet enkel afwezigheid van lichamelijk letsel of ziekte.**
* Deze definitie benadrukt een breed kader voor gezondheid, dat verder gaat dan de afwezigheid van ziekte.
* Het bio-psycho-sociaal model vormt hierbij de basis, waarbij het ontstaan, voortbestaan en herstel van klachten worden gezien als een samenspel van biologische, psychologische en sociale factoren.
* Kritiek op deze definitie omvat:
* Het concept van "compleet" kan leiden tot medicalisering en overmatig medicijngebruik.
* Het laat onvoldoende ruimte voor het omgaan met ziekte of stoornis.
* Het is minder geschikt voor de huidige realiteit van chronische en niet-overdraagbare ziekten, in tegenstelling tot de infectieziekten waar het oorspronkelijk op gericht was.
* **Definitie 2: Gezondheid als het vermogen om zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven.**
* Deze definitie is operationeler en gericht op het verlagen van de kosten in de gezondheidszorg door mensen te stimuleren tot een gezonde levenshouding en eigen regie.
* Preventie krijgt hierbij een centrale rol.
* Deze definitie wint terrein in de internationale wetenschappelijke wereld.
* Volgens een VN-resolutie heeft iedereen recht op de hoogst haalbare standaard van lichamelijke en geestelijke gezondheid, wat goede, toegankelijke en kwalitatieve voorzieningen vereist.
#### 3.1.1 Geestelijke gezondheid
* **Psychische problemen en -klachten:** Een verandering in denken, voelen, gedrag of relaties die hinder oplevert voor de persoon zelf of door de omgeving als ongewenst wordt ervaren.
* **Psychische stoornis:** Psychische problemen die ernstiger, voortdurend of langdurig aanwezig zijn, met negatieve effecten op diverse levensdomeinen en sociale rollen.
* De termen "psychische klachten" en "psychische stoornissen" sluiten niet altijd aan bij de visies van sociaal werk. Daarom wordt er gesproken over "mensen met een psychische kwetsbaarheid".
### 3.2 Geschiedenis van de (geestelijke) gezondheidszorg in België
De ontwikkeling van de gezondheidszorg kent twee belangrijke fasen:
#### 3.2.1 Focus op controle van psychiatrische patiënten (tot 19e eeuw)
* Vanaf circa 1200 werden "gasthuizen" en "dolhuizen" opgericht voor zieken en geesteszieken.
* Dolhuizen boden tijdelijke afzondering en waren bedoeld voor patiënten wiens thuissituatie onmogelijk werd of voor agressieve patiënten.
* Armenzorg, inclusief opvang van krankzinnigen, was vaak in handen van de Kerk.
* Vóór de moderne psychiatrie werden mensen met afwijkend gedrag (zoals misdadigers, psychiatrische patiënten, landlopers) behandeld als "waanzinnigen" en opgevangen in armenhuizen en gevangenissen.
* De focus lag op "verzekerde bewaring", controle van deviante gedrag en bescherming van de maatschappij. Therapeutische zorg was afwezig.
* De gebruikte terminologie getuigde van beperkte kennis, weinig inzicht en een gebrek aan empathie.
#### 3.2.2 Focus op behandeling en verzorging van psychiatrische patiënten (vanaf 19e eeuw)
* **Pionier Pinel:** Aan het begin van de 19e eeuw werd krankzinnigheid gezien als een mentale stoornis die genezen kon worden. Pinel stichtte het "asiel" voor behandeling.
* **Wetgeving:**
* Frankrijk: Wet van 1838 met hervormingen van Pinel, voorkoming van onterechte opsluiting door middel van een krankzinnigenverklaring.
* België: Wet op de behandeling van krankzinnigen in 1850, onder invloed van Guislain.
* **Na de Tweede Wereldoorlog:** België evolueert naar een verzorgingsstaat met de structurele inbedding van sociale zekerheid, inclusief verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering.
* **Jaren 1960:** Geestelijke gezondheidszorg krijgt meer aandacht door de ontwikkeling van psychofarmaca en nieuwe therapieën.
* Wet op de ziekenhuizen (1963): Stelde erkenningsnormen voor instellingen, noodzakelijk voor tussenkomst van het RIZIV.
* De focus verschoof van bewaring naar behandeling en verzorging van geesteszieken als "zieken".
* **Vernieuwingen:**
* "Blauwdruk voor geestelijke gezondheidszorg": Beoogde afbouw van ziekenhuisbedden ten voordele van alternatieven zoals beschut wonen.
* Geesteszieken werden beschouwd als "gewone" zieken die ook in algemene ziekenhuizen terecht moesten kunnen.
* Heroriëntatie van residentiële naar ambulante hulpverlening.
* **Wet van 6 juli 1973 (ziekenhuisprogrammatie):** Streefde naar betere spreiding van ziekenhuisbedden en afstemming op capaciteit en specifieke dienstbehoeften.
* Ontstaan van PAAZ (Psychiatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis) en Centra Geestelijke Gezondheidszorg.
* **Jaren 1990:** Wetten betreffende geesteszieken, zoals de wet van 26 juni 1990 over de gedwongen opname.
* **21e eeuw:** Vermaatschappelijking van de (geestelijke) gezondheidszorg, met vaste waarden als (psychiatrische) thuiszorg en mobiele teams.
### 3.3 Het sociale zekerheidsstelsel in België
* **Ontstaan:** Het sociale zekerheidsstelsel is ontstaan in 1945 uit het akkoord "Ontwerp tot overeenkomst tot Sociale Solidariteit" van 1944 tussen werkgevers en werknemers.
* **Uitbouw:** Het stelsel werd gedurende decennia verder uitgebouwd.
* **Verplichte Ziekte- en Invaliditeitsverzekering:** In 1945 in het leven geroepen, met het RIZIV als centrale overheidsinstelling voor beheer en nauwe betrokkenheid van mutualiteiten.
* **Naoorlogse periode:** Grote economische en sociale groei.
* **Jaren zeventig:** Crisis, verschuiving van focus van loonsverhoging en sociale vooruitgang naar het verminderen van loonkosten en patronale eisen.
* **Druk op de verzorgingsstaat:** De verzorgingsstaat van na de oorlog kwam onder druk te staan.
### 3.4 De impact van het neoliberalisme
* **Dominante ideologie vanaf de jaren zeventig:** Neoliberalisme.
* **Kenmerken:**
* Minder actieve rol van de overheid in de economie.
* Privatisering en deregulering.
* Individu staat centraal, handelend vanuit eigenbelang.
* Prominente rol voor economie en zelfregulerende markten.
* Inmenging van de overheid aan banden gelegd.
* **Individuele verantwoordelijkheid:** De persoon is individueel verantwoordelijk voor geluk, ongeluk, ziekte of gezondheid.
* **Conflict met solidariteit:** Deze individualistische kijk, met een "individueel schuldmodel", staat haaks op het principe van solidariteit in de gezondheidszorg, dat uitgaat van goede zorg voor iedereen ongeacht keuzes of levensstijl.
### 3.5 Veranderingen in de eerstelijnsgezondheidszorg en samenwerkingsvormen
* **Wet "Leburton" (augustus 1963):** Legde de tarieven van honoraria van artsen wettelijk vast, wat leidde tot verplichte "conventie" (volgen van wettelijke salarissen).
* Artsen staakten in 1964 hiertegen, wat de beroepsgroep niet populair maakte.
* De conservatieve "Syndicale Kamers van Geneesheren" overheersten decennialang en stonden afkerig tegenover veranderende inzichten eind jaren '60, begin jaren '70.
* **Nieuwe samenwerkingsvormen:** Ontstonden omwille van:
* Nieuwe ideeën bij jonge artsen.
* Vernieuwende initiatieven van geneeskundestudenten.
* Ontstaan van andere sociale bewegingen.
* **Multidisciplinaire groepspraktijken:** Gedachtegang hierover groeide als reactie op de bestaande organisatie van huisartsen.
* **Stimulansen voor nieuwe samenwerkingsvormen:**
* Oprichting van verenigingen en werkgroepen met een centrale rol voor de patiënt.
* Organisatie van de WHO en Unicef over eerstelijnsgezondheidszorg (1978).
* Formulering van de nieuwe definitie van gezondheid.
* Ontstaan van nieuwe verenigingen zoals de "Wereldschool".
* **Wijkgezondheidscentra:** Gebaseerd op initiatieven zoals de Wereldscholen, met als doel een dynamiek tussen burger en gezondheidswerkers te creëren.
* Sociaal werkers spelen hierin vaak een belangrijke rol om de gezondheid van wijkbewoners centraal te stellen en te bevorderen vanuit een multidisciplinaire aanpak.
* **Eerstelijnszones:** De aanzet voor de oprichting van eerstelijnszones dateert van 2017, na een pilootproject in Gent dat het belang van interdisciplinaire en interorganisationele samenwerking erkende.
* **Geïntegreerd Breed Onthaal (GBO):** Een samenwerking tussen CAW, OCMW en diensten maatschappelijk werk van mutualiteiten (sinds 2018), actief in Vlaanderen en Brussel.
* Doel: onderbescherming tegengaan, toegankelijkheid van dienstverlening vergroten en de drempel voor kwetsbare groepen verlagen om sociale en financiële rechten te benutten.
### 3.6 Uitgaven sociale zekerheid
* **Meest recente cijfers (2019):**
* Pensioenen: 40,4%
* Gezondheidszorg: 27,3%
* Invaliditeitsuitkeringen: 9,3%
* **Huidige ziektelast:** Voor meer dan de helft toe te schrijven aan mentale aandoeningen (bv. depressie), middelengebruik (bv. alcoholmisbruik), kanker en musculoskeletale aandoeningen (bv. lage rugpijn).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Bio-psycho-sociaal model | Een model dat ervan uitgaat dat het ontstaan, het voortbestaan en het herstel van een klacht het resultaat zijn van een samenspel van biologische, psychologische en sociale factoren. |
| Medicalisering | Het proces waarbij aspecten van het menselijk leven, die voorheen niet als medisch werden beschouwd, worden geclassificeerd als medische problemen of ziekten, wat kan leiden tot een overmatig gebruik van medische interventies. |
| Eigen regie voeren | Het vermogen van een individu om zichzelf te besturen en zelfstandig beslissingen te nemen over zijn of haar leven en gezondheid, rekening houdend met fysieke, emotionele en sociale uitdagingen. |
| Geestelijke gezondheidszorg | Het geheel van diensten en interventies gericht op het bevorderen van de psychische gezondheid, het voorkomen van psychische problemen, en het behandelen van psychische stoornissen. |
| Psychische kwetsbaarheid | Een term die gebruikt wordt om mensen te beschrijven die een verhoogd risico lopen op het ontwikkelen van psychische problemen, waarbij de nadruk ligt op de interactie tussen persoonlijke kenmerken en omgevingsfactoren. |
| Dolhuizen | Historische instellingen, opgericht vanaf de 12e eeuw, bedoeld voor de isolatie en tijdelijke afzondering van personen met geestelijke afwijkingen, vaak gekenmerkt door isoleercellen. |
| Psychiatrie | Een medisch specialisme dat zich bezighoudt met de diagnose, behandeling en preventie van psychische stoornissen en aandoeningen. |
| Verzorgingsstaat | Een maatschappijvorm waarin de staat een uitgebreid systeem van sociale zekerheid en welzijn voorziet voor zijn burgers, waaronder gezondheidszorg, onderwijs en sociale voorzieningen. |
| Neoliberalisme | Een politieke en economische ideologie die pleit voor een minimale rol van de overheid, privatisering van staatsbedrijven, deregulering en vrije markten, met een nadruk op individuele verantwoordelijkheid en eigenbelang. |
| Eerstelijnsgezondheidszorg | De eerste fase van contact met de gezondheidszorg, die algemene medische zorg, preventie en gezondheidsbevordering omvat, vaak geleverd door huisartsen en andere zorgverleners in de directe omgeving van de patiënt. |
| Wijkgezondheidscentrum | Een multidisciplinaire eerstelijnszorgorganisatie die zich richt op het bevorderen van de gezondheid van wijkbewoners door middel van een integrale aanpak, waarbij artsen, verpleegkundigen en sociaal werkers samenwerken. |
| Vermaatschappelijking van de gezondheidszorg | Het proces waarbij gezondheidszorgactiviteiten en -verantwoordelijkheden steeds meer geïntegreerd worden in de samenleving en de gemeenschap, in plaats van uitsluitend binnen gespecialiseerde instellingen te blijven. |
| Geïntegreerd breed onthaal (GBO) | Een samenwerkingsverband tussen verschillende sociale dienstverleners (zoals CAW, OCMW en mutualiteiten) om kwetsbare groepen te ondersteunen, onderbescherming tegen te gaan en de toegankelijkheid van dienstverlening te vergroten. |