Cover
Start now for free Fatty acid oxidation and ketones.pdf
Summary
# Vetafbraak en mobilisatie
Dit onderwerp beschrijft de mobilisatie van vetten uit opslagvormen (triglyceriden) naar vrije vetzuren, de processen van lipolyse en de rol van hormonen daarbij.
### 1.1 Vetafbraak en opslag
Triglyceriden vormen de grootste bron van energie in de lever, spieren en de meeste andere weefsels, met uitzondering van de hersenen en erytrocyten. Vetten slaan deze energie op in de vorm van triglyceriden. Deze triglyceriden worden in het bloed getransporteerd, gebonden aan albumine, of gebonden aan zouten wat resulteert in zeep [3](#page=3).
### 1.2 Mobilisatie - Lipolyse: van triglyceriden naar vrije vetzuren
De mobilisatie van vetten uit opslagvormen houdt in dat triglyceriden (TG) worden afgebroken tot vrije vetzuren (FFA). Dit proces, lipolyse, wordt gestart door hormonen zoals adrenaline en glucagon [4](#page=4) [5](#page=5).
#### 1.2.1 Hormonale regulatie van lipolyse
* **Activatie van enzymen:** Adrenaline bindt aan β-adrenerge receptoren, terwijl glucagon bindt aan G-proteïne gekoppelde receptoren. Beide activaties leiden tot de vorming van de intracellulaire boodschapper cyclisch AMP (cAMP) via het enzym adenylyl cyclase op het celmembraan [5](#page=5).
* **Rol van protein kinase A (PKA):** cAMP activeert protein kinase A (PKA). PKA fosforyleert perilipine op het oppervlak van de vetdruppel [5](#page=5).
* **Beweging en hydrolyse:** Fosforylatie van perilipine triggert de beweging van het gefosforyleerde hormoon-sensitieve lipase richting de triacylglycerolen (TG). Wanneer deze enzymen samenkomen, worden de opgeslagen triacylglycerolen gehydrolyseerd tot vrije vetzuren en glycerol [5](#page=5).
> **Tip:** Begrijp de cascade van signalering: hormoon → receptor → adenylyl cyclase → cAMP → PKA → fosforylatie → enzymactiviteit → vetzuurvrijmaking.
### 1.3 Vetzuren na lipolyse: activatie en transport
Na lipolyse bevinden vrije vetzuren (FFA) zich intracellulair. De verdere verwerking is afhankelijk van de ketenlengte van de vetzuren [7](#page=7):
* **Zeer lange ketens:** Worden verwerkt in peroxisomen [7](#page=7).
* **Medium en korte ketens:** Diffunderen naar binnen en worden geactiveerd binnen de mitochondrion [7](#page=7).
* **Lange ketens:** Worden geactiveerd door binding met coenzym A (CoA). Deze activatie vindt intracellulair plaats [7](#page=7).
#### 1.3.1 De carnitine shuttle
Lange keten vetzuren die geactiveerd zijn met CoA kunnen de binnenste mitochondriale membraan niet passeren omdat CoA een groot, polair nucleotide derivaat is. Hiervoor is de carnitine shuttle nodig [8](#page=8):
1. **CPT1 (Carnitine Palmitoyltransferase 1):** Faciliteert de binding van carnitine aan het vetzuur-CoA-complex, waardoor vetzuur-carnitine ontstaat [8](#page=8).
2. **CACT (Carnitine-Acylcarnitine Translocase):** Transloceert vetzuur-carnitine over de binnenste mitochondriale membraan [8](#page=8).
3. **CPT2 (Carnitine Palmitoyltransferase 2):** Verwijdert carnitine van het vetzuur-CoA-complex, waardoor vetzuur-CoA weer beschikbaar is voor verdere metabolisme binnen de mitochondrion [8](#page=8).
> **Tip:** De carnitine shuttle is essentieel voor de oxidatie van lange keten vetzuren in de mitochondriën.
#### 1.3.2 Regulatie van de carnitine shuttle
De carnitine shuttle is gereguleerd. Wanneer een koolhydraatrijke maaltijd is genuttigd, vindt vetzuursynthese plaats, wat leidt tot de productie van malonyl-CoA. Malonyl-CoA inhibeert CPT1, en daarmee de gehele carnitine shuttle. Dit voorkomt dat vetzuren tegelijkertijd worden afgebroken en gesynthetiseerd [8](#page=8).
---
# Beta-oxidatie van vetzuren
Beta-oxidatie is het proces waarbij vetzuren stapsgewijs worden afgebroken tot acetyl-CoA, wat vervolgens energie kan produceren via de citroenzuurcyclus en oxidatieve fosforylering [9](#page=9).
### 2.1 Activatie van vetzuren
Vrije vetzuren (FFA) moeten intracellulair geactiveerd worden om de beta-oxidatie te kunnen ondergaan. Vetzuren met zeer lange ketens worden in peroxisomen geactiveerd, terwijl medium- en short-chain vetzuren diffusie en activatie binnen het mitochondrion ondergaan. Lange ketens worden geactiveerd door binding van coenzym A, wat intracellulair blijft en de carnitine shuttle vereist voor transport naar het mitochondrion. Dit proces wordt gekatalyseerd door het enzym fatty acyl-CoA synthase [7](#page=7).
### 2.2 De stapsgewijze afbraak van vetzuren
Beta-oxidatie vindt stapsgewijs plaats in vier cyclische reacties [10](#page=10):
1. **Oxidatie/dehydrogenatie van het β-koolstofatoom:** In deze eerste stap wordt het β-koolstofatoom geoxideerd, wat leidt tot de vorming van FADH₂. Dit FADH₂ wordt vervolgens afgegeven aan de elektronentransportketen (ETC). Het enzym dat deze reactie katalyseert is acyl-CoA dehydrogenase. Voor zeer lange vetzuren (VLCFA) gebeurt dit in peroxisomen, waar FADH₂ wordt afgegeven aan O₂ [10](#page=10) [11](#page=11) [12](#page=12) [13](#page=13) [14](#page=14) [17](#page=17).
2. **Hydratatie:** Een watermolecuul wordt toegevoegd aan het tussenproduct, waardoor een hydroxylgroep ontstaat [11](#page=11) [12](#page=12) [13](#page=13) [14](#page=14).
3. **Oxidatie/dehydrogenatie:** De gevormde hydroxylgroep wordt geoxideerd, met de productie van NADH₂ als resultaat. Dit NADH₂ wordt eveneens naar de ETC geleid [12](#page=12) [13](#page=13) [14](#page=14).
4. **Thiolase (splitsing door CoA):** Een nieuw molecuul coenzym A splitst het vetzuurmolecuul. Hierbij komt een acetyl-CoA molecuul vrij, dat bestaat uit twee koolstofatomen, en een verkort acyl-CoA molecuul dat de cyclus opnieuw kan ingaan. Verdere activatie door CPT2 is hier niet nodig [13](#page=13) [14](#page=14).
Het eindresultaat van de beta-oxidatiecyclus is de productie van een acetyl-CoA molecuul en een acyl-CoA keten die twee koolstofatomen korter is dan de oorspronkelijke keten. Dit kortere acyl-CoA gaat opnieuw de cyclus in totdat het volledig is afgebroken tot acetyl-CoA [14](#page=14).
### 2.3 Ketenlengte specificiteit van enzymen
De enzymen die betrokken zijn bij beta-oxidatie vertonen specificiteit voor de lengte van de vetzuurketen [15](#page=15):
* **Stap 1 (Acyl-CoA dehydrogenase):** Gekatalyseerd door VLCAD (zeer lange ketens), MCAD (medium ketens) en SCAD (short ketens) [15](#page=15).
* **Stap 2 (Hydratatie):** Gekatalyseerd door LCHEH (lange ketens) en crotonase [15](#page=15).
* **Stap 3 (Oxidatie/dehydrogenatie):** Gekatalyseerd door LCHAD en SCHAD [15](#page=15).
* **Stap 4 (Thiolase):** Gekatalyseerd door LCKAT en MCKAT [15](#page=15).
### 2.4 Energieproductie en voorbeelden
De beta-oxidatie van vetzuren levert aanzienlijk meer energie op dan de verbranding van koolhydraten, omdat vetzuren reeds een hogere oxidatietoestand hebben dan glucose [16](#page=16).
**Voorbeeld: Palmitinezuur (16 koolstofatomen)**
* Palmitinezuur (16C) wordt afgebroken tot 8 acetyl-CoA moleculen [16](#page=16).
* Om dit te bereiken, ondergaat palmitinezuur 7 cycli van beta-oxidatie [16](#page=16).
* Elke cyclus produceert 1 FADH₂ en 1 NADH₂. Over 7 cycli worden dus 7 FADH₂ en 7 NADH₂ geproduceerd [16](#page=16).
* De totale opbrengst van de volledige oxidatie van palmitinezuur is aanzienlijk, leidend tot een grote hoeveelheid ATP.
> **Tip:** Onthoud dat het aantal beta-oxidatie cycli altijd één minder is dan het aantal acetyl-CoA moleculen dat uit een vetzuur wordt gevormd (n/2 - 1, waarbij n de ketenlengte is).
#### 2.4.1 Beta-oxidatie van onverzadigde vetzuren
Onverzadigde vetzuren vereisen aanvullende enzymen om de dubbele bindingen te verwerken [18](#page=18):
* **Isomerisatie:** Een cis-dubbele binding wordt omgezet naar een trans-dubbele binding met behulp van enoyl-CoA isomerase [18](#page=18).
* **Reductie:** Meervoudige dubbele bindingen worden gereduceerd door 2,4-dienoyl-CoA reductase [18](#page=18).
#### 2.4.2 Beta-oxidatie van vetzuren met een oneven ketenlengte
Vetzuren met een oneven aantal koolstofatomen, zoals propionzuur (3C), hebben een ander eindproduct. Na de beta-oxidatie cycli blijft er een propionyl-CoA molecuul over (3 koolstofatomen) in plaats van twee acetyl-CoA moleculen. Propionyl-CoA wordt vervolgens omgezet in succinyl-CoA, dat kan worden opgenomen in de citroenzuurcyclus (TCA) [19](#page=19).
#### 2.4.3 Beta-oxidatie van zeer lange ketenvetzuren (VLCFA)
Zeer lange ketenvetzuren (VLCFA) worden in de peroxisomen afgebroken. Stap 1 van de beta-oxidatie in peroxisomen is hier een oxidase-reactie die H₂ direct aan O₂ afgeeft, wat FADH₂ produceert. VLCAD is hierbij betrokken [15](#page=15) [17](#page=17) [7](#page=7).
#### 2.4.4 Ketogenese
In de lever kan het acetyl-CoA dat vrijkomt bij beta-oxidatie worden omgezet in ketonlichamen (ketogenese). In andere weefsels wordt acetyl-CoA primair gebruikt in de TCA-cyclus voor ATP-productie [14](#page=14).
---
# Ketogenese en ketolyse
Ketogenese is de vorming van ketonlichamen uit acetyl-CoA in de lever, terwijl ketolyse hun gebruik als energiebron in andere weefsels beschrijft, met klinische implicaties [25](#page=25).
### 3.1 Ketogenese
Ketogenese vindt plaats in de lever en is een proces waarbij ketonlichamen worden gesynthetiseerd uit acetyl-CoA. Dit proces wordt geactiveerd onder omstandigheden van dalend glucose, actieve gluconeogenese en actieve vetzuuroxidatie [26](#page=26) [27](#page=27) [28](#page=28).
#### 3.1.1 De biochemische route van ketogenese
De aanvang van ketogenese is gekoppeld aan de beschikbaarheid van acetyl-CoA. Wanneer er veel vetzuuroxidatie plaatsvindt, stijgt de concentratie acetyl-CoA in de lever. Tegelijkertijd kan, door de gedaalde glucoseconcentratie en mogelijk verminderde aanvoer van oxaloacetaat (dat gebruikt wordt voor gluconeogenese), de citroenzuurcyclus minder actief zijn. Dit leidt tot een ophoping van acetyl-CoA, wat echter wordt voorkomen door de alternatieve afvoerroute via ketogenese [27](#page=27) [28](#page=28).
De ketogenese vermijdt een accumulatie van acetyl-CoA en een tekort aan vrij CoA, wat essentieel is voor de voortzetting van de bèta-oxidatie van vetzuren [29](#page=29).
De sleutelenzymen in dit proces zijn:
* **HMG-CoA synthase**: Dit enzym katalyseert de vorming van 3-hydroxy-3-methylglutaryl-CoA (HMG-CoA) uit acetyl-CoA en acetoacetyl-CoA. Dit is de snelheidsbepalende stap (rate-limiting step) in de ketogenese [29](#page=29).
* **Acetoacetaat decarboxylase**: Dit enzym is betrokken bij de omzetting van acetoacetaat.
Het eindproduct van ketogenese zijn de ketonlichamen acetoacetaat en bèta-hydroxybutyraat, die in de circulatie worden vrijgegeven om door andere weefsels te worden gebruikt [29](#page=29).
> **Tip:** Veronderstel dat de citroenzuurcyclus verzadigd of vertraagd is. Waar gaat het acetyl-CoA dan naartoe? In de lever kan het de ketogenese ingaan.
#### 3.1.2 Klinische implicaties van ketogenese
Stoornissen in de ketogenese kunnen leiden tot diverse klinische problemen, waaronder hypoglycemie, metabole acidose, een verlaagd bewustzijn, hyperammoniëmie, hepatomegalie (vergrote lever), abnormale leverenzymen en cardiomyopathie. Een specifieke casus beschrijft een baby met ernstige ketoacidose als gevolg van een SCOT-deficiëntie (succinyl-CoA: 3-oxoacid-CoA transferase), een enzym dat cruciaal is voor de ketolyse. De behandeling omvat glucose-infusie en soms insuline, natriumbicarbonaat en beademing, met een lange-termijn dieet van langzame koolhydraten en strikte noodprotocollen [33](#page=33) [34](#page=34) [35](#page=35).
### 3.2 Ketolyse
Ketolyse is het proces waarbij ketonlichamen worden afgebroken om energie te leveren in weefsels buiten de lever [30](#page=30) [31](#page=31).
#### 3.2.1 Waar ketolyse plaatsvindt
Belangrijk is dat de lever zelf geen of zeer beperkte ketolyse kan uitvoeren, omdat het de benodigde enzymen, zoals succinyl-CoA: 3-oxoacid-CoA transferase, mist [31](#page=31).
Weefsels die ketonen effectief kunnen gebruiken voor energie zijn:
* **Hersenen**: De hersenen kunnen zowel glucose als ketonen als energiebron gebruiken. Tijdens vastenperiodes kunnen ketonen een groot deel van de energievoorziening van de hersenen leveren (meer dan 50%), waardoor de behoefte aan glucose wordt verminderd en de eiwitafbraak voor gluconeogenese wordt geminimaliseerd [31](#page=31).
* **Spieren (inclusief hartspier)**: Deze weefsels kunnen ketonen ook efficiënt verbranden voor energie [31](#page=31).
#### 3.2.2 Klinische implicaties van ketolyse
* **Acidose**: Ketonen (met name acetoacetaat en bèta-hydroxybutyraat) zijn zure verbindingen. Wanneer ze in hoge concentraties in het bloed aanwezig zijn, kunnen ze een metabole acidose veroorzaken door hun H+-donatie [33](#page=33).
* **Stimulatie van braakcentrum**: Hoge ketonlichamen kunnen het braakcentrum in de medulla oblongata stimuleren, wat leidt tot braken [33](#page=33).
* **Compensatoire hyperventilatie**: Als reactie op metabole acidose kunnen de longen de ademhaling versnellen en verdiepen (hyperventilatie) om de bloed-pH te compenseren door kooldioxide (CO₂) uit te ademen [33](#page=33).
> **Tip:** De lever produceert ketonen voor export naar andere weefsels, vooral tijdens vasten. De lever zelf kan deze ketonen nauwelijks verbranden.
> **Voorbeeld:** Bij langdurig vasten of ongecontroleerde diabetes mellitus kunnen de ketonlichamen zo hoog oplopen dat dit leidt tot ketoacidose, een levensbedreigende aandoening die snelle medische interventie vereist. Het bloedgasprofiel van de baby in de casus toont een lage pH (7,15), lage bicarbonaat (7,7 mmol/L) en lage pCO₂ (22,7 mmHg) met een negatieve Base Excess (-15), wat kenmerkend is voor een ernstige metabole acidose met respiratoire compensatie [34](#page=34).
---
# Klinische aspecten en casuïstiek
Dit onderwerp belicht de biochemische processen van vetzuurmetabolisme en ketonlichamen aan de hand van klinische symptomen, ziekten en casussen [21](#page=21).
### 4.1 Vetzuurmetabolisme (β-oxidatie) in de kliniek
#### 4.1.1 Klinische presentatie van β-oxidatie stoornissen
Stoornissen in de β-oxidatie kunnen leiden tot diverse klinische symptomen. Een veelvoorkomend symptoom is non-ketotische hypoglycemie tijdens periodes van "stress" of vasten, wanneer vetzuuroxidatie cruciaal is voor energievoorziening. Bij defecten die lange vetzuren aantasten, kunnen symptomen zoals rhabdomyolyse en cardiomyopathie optreden. Leverdysfunctie, nierproblemen en hyperammoniëmie kunnen eveneens voorkomen [22](#page=22).
> **Tip:** Non-ketotische hypoglycemie tijdens stress is een belangrijk alarmsignaal voor problemen met vetzuurmetabolisme, aangezien het lichaam dan aangewezen is op vetverbranding voor energie.
#### 4.1.2 Behandeling en prognose van β-oxidatie stoornissen
De behandeling is gericht op het vermijden van katabole toestanden en het handhaven van een stabiele energietoevoer. Acuut kan glucose-infuus noodzakelijk zijn, terwijl chronisch een noodprotocol met langzame koolhydraten en eventueel nachtelijke sondevoeding wordt ingesteld. Voor specifieke defecten zoals VLCADD (Very Long-Chain Acyl-CoA Dehydrogenase deficiency) en CPT1 (Carnitine Palmitoyltransferase 1 deficiency) is aanpassing van het dieet essentieel, waarbij middellange-keten vetzuren worden geïntroduceerd. De prognose is gunstig indien decompensaties en ziekteperiodes succesvol worden vermeden [22](#page=22).
#### 4.1.3 Casus: VLCADD met gedilateerde cardiomyopathie
Een voorbeeld van een klinische presentatie is een baby van 18 dagen oud die kreunt, niet wil drinken en ondertemperatuur heeft. Klinische kenmerken wijzen op ernstige ziekte: tachypnoe, vertraagde capillaire refill, een grauwe huidskleur en hypotonie. Laboratoriumonderzoek toont een ernstige metabole acidose (pH 6,80, BE -27, HCO3 8,1 mmol/L) met hyperkaliëmie (K 8 mmol/L) en ernstige hypoglycemie (Glycemie 21 mg/dL). Een echocardiogram onthult een gedilateerde cardiomyopathie met een ejectiefractie van slechts 10% [23](#page=23).
De initiële behandeling richt zich op stabilisatie met glucosebolussen, infusen, beademing en inotropie. Kort daarna wordt een afwijkende hielprik vastgesteld die wijst op afwijkingen in acylcarnitines, wat leidt tot de diagnose VLCADD met gedilateerde cardiomyopathie als complicatie van metabole ontregeling. De therapie omvat een koolhydraatrijk dieet, het vermijden van lange vetzuren (middels een MCT-dieet) en preventie van katabolisme [23](#page=23) [24](#page=24).
> **Example:** De casus illustreert hoe een vetzuurmetabolisme defect, specifiek VLCADD, kan leiden tot een levensbedreigende hypoglycemie en metabole acidose, met als ernstige complicatie een gedilateerde cardiomyopathie door energiegebrek in het hartspierweefsel.
### 4.2 Ketonen in de kliniek
#### 4.2.1 Klinische manifestaties van ketose en ketolyse
Ketonen, geproduceerd tijdens ketogenese, kunnen bijdragen aan metabole acidose door hun H+ donatie. Excessieve ketonproductie en de metabole ontregeling die hiermee gepaard gaat, kunnen leiden tot specifieke klinische symptomen. Stimulatie van het braakcentrum in de medulla oblongata kan resulteren in braken, en compensatoire hyperventilatie treedt op als reactie op de acidose [33](#page=33).
Klinische symptomen die geassocieerd worden met ketogenese en de onderliggende problemen omvatten hypoglycemie, metabole acidose, verlaagd bewustzijn, hyperammoniëmie, hepatomegalie met abnormale leverenzymen, en cardiomyopathie [33](#page=33).
#### 4.2.2 Casus: Ernstige ketoacidose door SCOT deficiëntie
Een baby van 3 weken oud presenteert zich met verminderde voeding, snelle ademhaling en klinisch beeld van irritabiliteit, zeer snelle diepe ademhaling en grauwe extremiteiten. Bloedgasanalyse toont een ernstige metabole acidose (pH 7,15, BE -15, HCO3 7,7 mmol/L) met respiratoire compensatie (pCO2 22,7 mmHg). De glycemie is licht verhoogd (73 mg/dL) en er is sprake van ketonemie (5,4 mmol/L), naast een verhoogd lactaat (1,8 mmol/L) en elektrolytstoornissen (Na 148 mmol/L, K 7,7 mmol/L) [34](#page=34).
De conclusie is een ernstige ketoacidose. De behandeling omvat glucose-infuus (inclusief insuline indien nodig), natriumbicarbonaat en beademing. De diagnose wordt gesteld als SCOT (Succinyl-CoA:3-ketoacyl-CoA Transferase) deficiëntie, een enzym betrokken bij de ketogenese. Langetermijnbehandeling bestaat uit een dieet met langzame koolhydraten en een strikt nood-/ziekenhuisprotocol om katabole toestanden te voorkomen [34](#page=34) [35](#page=35).
> **Tip:** De combinatie van metabole acidose, ketonemie en een verhoogde glycemie (of normale glycemie) bij een jonge zuigeling is indicatief voor een stoornis in de ketonlichamenmetabolisme, zoals een enzymdeficiëntie in de ketogenese.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Vrije vetzuren (FFA) | Vetmoleculen die vrijkomen uit de afbraak van triglyceriden, die vervolgens als energiebron kunnen worden gebruikt door vele weefsels. |
| Triglyceriden (TG) | Vetmoleculen bestaande uit een glycerolruggengraat gebonden aan drie vetzuren; de belangrijkste vorm van vetopslag in het lichaam. |
| Lipolyse | Het biochemische proces waarbij triglyceriden worden afgebroken tot glycerol en vrije vetzuren, meestal gestimuleerd door hormonen zoals adrenaline en glucagon. |
| Carnitine shuttle | Een mechanisme dat lange-keten vetzuren in de mitochondriale matrix transporteert, noodzakelijk voor hun beta-oxidatie, door middel van carnitine. |
| Beta-oxidatie | Het metabole proces waarbij vetzuren stapsgewijs worden afgebroken in de mitochondriën tot acetyl-CoA, waarbij energie wordt geproduceerd in de vorm van NADH2 en FADH2. |
| Acetyl-CoA | Een molecuul dat een centrale rol speelt in de energie-metabolisme; het wordt gevormd uit de afbraak van koolhydraten, vetten en eiwitten en treedt de citroenzuurcyclus binnen voor verdere energieproductie. |
| Ketogenese | Het proces waarbij de lever acetyl-CoA omzet in ketonlichamen (acetoacetaat en beta-hydroxybutyraat), voornamelijk tijdens perioden van vasten of laag-glucose niveaus, om als alternatieve energiebron te dienen. |
| Ketonlichamen | Wateroplosbare moleculen die door de lever worden geproduceerd uit vetzuren en die door andere weefsels, zoals de hersenen, kunnen worden gebruikt als brandstof, vooral tijdens vasten. |
| Ketolyse | Het proces waarbij ketonlichamen worden afgebroken tot acetyl-CoA in weefsels buiten de lever, zodat ze kunnen worden gebruikt voor energieproductie in de citroenzuurcyclus. |
| Nonketotische hypoglycemie | Een lage bloedsuikerspiegel die optreedt zonder de aanwezigheid van verhoogde ketonlichamen, wat kan gebeuren bij bepaalde defecten in het vetzuurmetabolisme. |
| Cardiomyopathie | Een ziekte van de hartspier die de pompfunctie van het hart beïnvloedt, en die een complicatie kan zijn van diverse metabole stoornissen, waaronder die van vetzuurmetabolisme. |
| Ketoacidose | Een ernstige complicatie van diabetes of andere metabole ontregelingen waarbij het lichaam te veel ketonlichamen produceert, wat leidt tot verzuring van het bloed. |
| Peroxisomen | Kleine organellen in eukaryote cellen die betrokken zijn bij verschillende metabole reacties, waaronder de afbraak van lange-keten vetzuren en de detoxificatie van schadelijke stoffen. |
| Enoyl-CoA isomerase | Een enzym dat een rol speelt in de beta-oxidatie van onverzadigde vetzuren door een cis-dubbele binding om te zetten in een trans-dubbele binding, waardoor het substraat klaar is voor verdere afbraak. |
| Propionyl-CoA | Een drie-koolstofverbinding die ontstaat bij de afbraak van vetzuren met een oneven aantal koolstofatomen; het wordt verder gemetaboliseerd tot succinyl-CoA en treedt de citroenzuurcyclus binnen. |
| HMG-CoA synthase | Het enzym dat de snelheidsbepalende stap in de ketogenese katalyseert, waarbij HMG-CoA wordt gevormd uit acetyl-CoA. |