Cover
Start now for free 8 onderzoek ter terechtzitting.pdf
Summary
# Bevoegdheid van de rechterlijke instanties
De bevoegdheid van rechterlijke instanties in strafzaken wordt bepaald door specifieke criteria en regels, essentieel voor een eerlijke rechtsgang.
## 1\. Bevoegdheid van de rechterlijke instanties
De bevoegdheid van een rechterlijke instantie in strafzaken is van openbare orde en kan niet worden onttrokken aan de natuurlijke rechter, zoals bepaald in artikel 13 van de Grondwet. De bevoegdheid van een strafgerecht wordt bepaald door drie hoofdcriteria: ratione materiae, ratione personae en ratione loci [4](#page=4).
### 1.1 Ratione materiae
Dit criterium kijkt naar de aard van het misdrijf. Traditioneel werd er een indeling gemaakt in overtredingen, wanbedrijven en misdaden. Echter, deze indeling is in de praktijk verstoord door contraventionalisering en correctionalisering, wat betekent dat een misdaad voor een correctionele rechtbank of een wanbedrijf voor een politierechtbank kan komen. Het nieuwe Strafwetboek kent deze indeling niet meer, maar bepaalt via artikel 216novies welke misdrijven voor het Hof van Assisen komen [4](#page=4).
### 1.2 Ratione personae
Dit criterium verwijst naar de hoedanigheid van de persoon die verdacht wordt. Voorbeelden hiervan zijn ministers en hoge functionarissen die een voorrecht van rechtsmacht genieten en direct voor het Hof van Cassatie vervolgd kunnen worden [4](#page=4).
### 1.3 Ratione loci
Dit criterium bepaalt de bevoegdheid op basis van de plaats waar het misdrijf is gepleegd, waar de verdachte verblijft, of waar de verdachte wordt aangetroffen. Artikel 23 van het Wetboek van Strafvordering regelt dit. Dit kan leiden tot bevoegdheidsconflicten wanneer meerdere rechtbanken bevoegd zijn. In dergelijke gevallen moet het parket onderling overleg plegen om te bepalen waar de zaak zal worden behandeld. Een belangrijke uitzondering hierop is de jeugdrechtbank, waar de bevoegdheid ratione loci gebaseerd is op de gezinsverblijfplaats van de minderjarige [4](#page=4).
### 1.4 Samenhang
Samenhang treedt op wanneer meerdere personen verschillende misdrijven plegen, al dan niet op verschillende tijdstippen en locaties, met het oog op het vergemakkelijken van de delicten. In dergelijke gevallen worden de zaken samengevoegd en niet afzonderlijk berecht [5](#page=5).
* **Samenhang ratione materiae:** De rechtbank met de ruimste bevoegdheid oordeelt. Bijvoorbeeld, bij een combinatie van een overtreding en een misdaad, zal het Hof van Assisen oordelen [5](#page=5).
* **Samenhang ratione personae:** Geldt hetzelfde principe; als een minister en een burger betrokken zijn, zal het Hof van Cassatie oordelen [5](#page=5).
* **Uitzondering minderjarigen:** De regels van samenhang zijn niet van toepassing op minderjarigen; in hun geval vindt er wel een opsplitsing plaats [5](#page=5).
* **Samenhang ratione loci:** Er zijn geen voorrangsregels, dus de parketten gaan onderling overleggen [5](#page=5).
### 1.5 Ondeelbaarheid
Ondeelbaarheid heeft betrekking op situaties van eendaadse samenloop, waarbij één enkele gedraging inbreuk maakt op meerdere strafbepalingen. In deze gevallen zijn de regels van samenhang ook van toepassing [5](#page=5).
### 1.6 Taalwet gerechtszaken en bijzondere regelingen
De Taalwet gerechtszaken bepaalt dat indien men de taal van de rechtspleging niet beheerst, men in bepaalde gevallen kan vragen om naar een ander rechtscollege te worden verwezen. Dit is verplicht bij het Hof van Assisen, terwijl andere rechtbanken dit kunnen weigeren [5](#page=5).
Er bestaan bijzondere regelingen voor specifieke situaties, zoals de faciliteitengemeenten en Brussel Hoofdstad. In deze gebieden is een verwijzing naar een ander rechtscollege verplicht, zelfs al in de vooronderzoeksfase [5](#page=5).
### 1.7 Regeling van rechtsgebied
Een regeling van rechtsgebied kan nodig zijn wanneer er meerdere rechtscolleges bevoegd zijn of wanneer een rechtscollege zich onbevoegd verklaart [7](#page=7).
* **Positief bevoegdheidconflict:** Meerdere rechtscolleges zijn bevoegd [7](#page=7).
* **Negatief bevoegdheidconflict:** Een vonnisgerecht verklaart zich onbevoegd. Indien een vonnisgerecht een zaak herkwalificeert, kan het daardoor tot de conclusie komen dat het onbevoegd is [7](#page=7).
De regeling van rechtsgebied is enkel van toepassing bij de correctionele rechtbanken (in de zin van bevoegdheid, niet strafmaat). Bij de correctionele rechtbanken kan men na een onbevoegdverklaring een nieuwe dagvaarding betekenen [7](#page=7).
**Wie beslist bij onenigheid?**
* Indien verschillende rechtsgebieden (bijvoorbeeld Hof van Beroep Gent en Hof van Beroep Antwerpen) bevoegd zijn, is het Hof van Cassatie bevoegd, omdat dit bevoegd is voor het gehele rijk [7](#page=7).
* Zijn er twee politierechtbanken bevoegd binnen hetzelfde arrondissement, dan oordeelt de correctionele rechtbank [7](#page=7).
* Indien internationale strafhoven ook bevoegd zijn, kan het Hof van Cassatie, op vordering van de procureur-generaal, de zaak onttrekken aan het Belgisch rechtscollege. Internationale strafhoven hanteren echter vaak het principe van subsidiariteit; zij zijn pas bevoegd als nationale colleges de zaak niet kunnen behandelen of als rechtsmiddelen zijn uitgeput [7](#page=7).
> **Tip:** Het onderscheid tussen een positief en negatief bevoegdheidconflict is belangrijk. Denk eraan dat de regeling van rechtsgebied niet voor alle rechtbanken op dezelfde manier werkt.
> **Voorbeeld:** Stel dat een misdrijf zowel door een particulier als door een ambtenaar is gepleegd. Zowel de gewone rechtbank als de rechtbank bevoegd voor ambtenaren kunnen bevoegd zijn. Hier zou een samenloop ratione personae optreden, waardoor de rechtbank met de ruimste bevoegdheid (die voor ambtenaren) zou oordelen.
* * *
# Wijzen van adiëring en procedures
Dit deel behandelt de verschillende methoden waarmee zaken aanhangig worden gemaakt bij rechtbanken, de daaropvolgende procedures, inclusief oproeping bij proces-verbaal en snelrecht, en de rollen van onderzoeks- en vonnisgerechten.
### 2.1 Aanhangig maken van zaken
Het aanhangig maken van een zaak bij de rechtbank verschilt per type rechtbank [9](#page=9).
#### 2.1.1 Politierechtbank en correctionele rechtbank
* **Rechtstreekse dagvaarding door parket (PdK):** Dit is de meest voorkomende methode voor de politierechtbank en correctionele rechtbank. De benadeelde persoon wordt hiervan op de hoogte gesteld zodat deze zich als burgerlijke partij kan stellen [9](#page=9).
* **Oproeping bij PV (proces-verbaal):** Enkel van toepassing bij openbare orde misdrijven (OO). Er is geen deurwaardersexploot nodig. Dit gebeurt wanneer een persoon zich zelf meldt bij de rechtbank en kan leiden tot een berechting binnen tien dagen. Voorbeelden zijn hooliganisme en winkeldiefstal [9](#page=9).
* **Klacht met burgerlijke-partijstelling bij de onderzoeksrechter (OR):** Indien het slachtoffer een misdaad aan wil kaarten en er geen onderzoek meer loopt, kan deze een klacht met burgerlijke-partijstelling indienen bij de OR [9](#page=9).
* **Verwijzingsbeschikking van de raadkamer (RK) of kamer van inbeschuldigingstelling (KI):** In geval van gerechtelijk onderzoek (GO) maakt een verwijzingsbeschikking van de RK of KI (na regeling der rechtspleging) de zaak aanhangig, niet de dagvaarding. Dit is relevant voor verjaringsregels [9](#page=9).
* **Vrijwillige verschijning van beklaagde:** Indien er sprake is van een nietigheid van de dagvaarding, maar de beklaagde niet wil wachten op een nieuwe datum, kan deze vrijwillig verschijnen. Dit is niet mogelijk indien het rechtscollege niet bevoegd is of indien er nog een lopend gerechtelijk onderzoek is [9](#page=9).
* **Andere wijzen van aanhangigmaking:**
* Verwijzing op grond van de taalwet [9](#page=9).
* Verwijzing op grond van een regeling van rechtsgebied, bijvoorbeeld wanneer een rechter zichzelf ambtshalve adieert bij een zittingsmisdrijf (zoals smaad, meineed, bedreiging) [9](#page=9).
#### 2.1.2 Hof van Assisen (HvA)
Het Hof van Assisen wordt slechts op één manier geadieerd: door een inbeschuldigingstelling door de kamer van inbeschuldigingstelling (KI) [10](#page=10).
### 2.2 Rol van onderzoeks- en vonnisgerechten
* **Onderzoeksrechter (OR) / Raadkamer (RK) / Kamer van Inbeschuldigingstelling (KI):** Deze onderzoeksinstanties voeren onderzoek uit. De RK/KI kunnen verzachtende omstandigheden aannemen, wat bindend is voor het vonnisgerecht. De parketmagistraat kan dit ook doen, maar dit is niet bindend voor het vonnisgerecht [9](#page=9).
* **Vonnisgerecht (Politierechtbank, Correctionele Rechtbank, HvA):** Het vonnisgerecht is gebonden aan de feiten en personen zoals vermeld in de inleidende akte en kan deze niet uitbreiden (noch in rem, noch in personam). Wel kunnen zij feiten herkwalificeren. Indien een herkwalificatie plaatsvindt, moet de beklaagde hiervan in kennis worden gesteld. Als de vonnisrechter dit pas aan het einde van de debatten doet, kunnen de debatten heropend worden zodat de beklaagde tegenspraak kan voeren. Dit kan leiden tot een negatief bevoegdheidsconflict waarbij de rechter zich onbevoegd verklaart. Het vonnisgerecht kan niet seponeren of rangschikken zonder gevolg en moet een uitspraak doen binnen een redelijke termijn. Het vonnisgerecht is niet bevoegd om dwangmaatregelen te nemen [11](#page=11) [13](#page=13) [20](#page=20).
### 2.3 Procedures
De procedure bij de politierechtbank, correctionele rechtbank en het Hof van Assisen verloopt mondeling, maar het proces-verbaal van de terechtzitting (zittingsblad) heeft een bijzondere bewijswaarde en bewijskracht tot inschrijving van valsheid. Het moet op straffe van nietigheid ondertekend worden [15](#page=15).
#### 2.3.1 Verloop van de procedure en rechten van de verdediging
* **Rechtspleging:** Dit omvat het verloop van de procedure [14](#page=14).
* **Informatie over de zaak:** Vanaf het moment dat een zaak aanhangig is, worden de rechten van de verdediging uitgeoefend. De verdediging heeft informatie over de aard van de zaak (waartegen verdedigen) en de reden (kwalificatie) [13](#page=13).
* **Exceptio obscuri libelli:** Indien de kwalificatie van de zaak vaag is, kan de beklaagde de exceptie van de vaagheid van de tenlastelegging inroepen, wat betekent dat de tenlastelegging zo onduidelijk is dat men zich niet kan verdedigen [13](#page=13).
* **Schriftelijke conclusies:** Sinds 2016 is er een regeling voor schriftelijke conclusies. Wanneer een conclusie wordt neergelegd, is de rechter verplicht in zijn vonnis of motivering te antwoorden op elk verweermiddel van een partij. Een partij kan de rechter op de inleidende zitting vragen conclusietermijnen te bepalen. De beklaagde heeft altijd het laatste woord. Indien een termijn niet wordt nageleefd, worden de conclusies uit de debatten geweerd, tenzij partijen akkoord gaan of nieuwe feiten die nuttig zijn en nieuwe conclusies rechtvaardigen aan het licht zijn gekomen [20](#page=20).
* **Ondervraging beklaagde:** De ondervraging van de beklaagde gebeurt nooit onder eed en de beklaagde heeft een zwijgrecht en het verbod op zelfincriminatie [20](#page=20).
* **Getuigenverhoor:** Getuigenverhoor is niet gereglementeerd, maar getuigen zijn verplicht te verschijnen en een eed af te leggen. Ze kunnen onder dwang laten verschijnen via een medebrengingsbevel. Bepaalde categorieën hoeven geen eed af te leggen, zoals bloed- of aanverwanten (tijdens het vooronderzoek wel, op de terechtzitting enkel indien niemand zich verzet). Personen die ontzet zijn uit het recht van getuigen en minderjarigen onder de 15 jaar leggen nooit een eed af. Getuigen zijn verplicht de waarheid te spreken, behalve als ze zichzelf zouden beschuldigen of bij beroepsgeheim. Het getuigenverhoor wordt volledig door de voorzitter gehouden [20](#page=20).
* **Burgerlijke partij:** De eis van een burgerlijke partij gebeurt in de praktijk vaak via een geschreven conclusie. Indien er geen slachtoffer of burgerlijke partij is, houden zij belangen aan zodat het slachtoffer zich later via een eenvoudig verzoekschrift kan voegen bij de zaak [21](#page=21).
* **Vordering van het Openbaar Ministerie (OM):** Het OM vordert staande de zaak, uiteenzettend de zaak, de bewijzen en tenslotte de straf. Deze vordering is op straffe van nietigheid verplicht ter terechtzitting. Het OM heeft vaak beperkte kennis van de zaak omdat het onderzoek door de OR is gevoerd [21](#page=21).
* **Verdediging beklaagde:** De verdediging van de beklaagde gebeurt ook vaak via schriftelijke conclusie [21](#page=21).
* **Replieken en sluiting debatten:** Replieken zijn eerder uitzonderlijk. Daarna worden de debatten gesloten [21](#page=21).
* **Beraadslaging:** De beraadslaging gebeurt buiten aanwezigheid van partijen en het OM, is geheim en achter gesloten deuren. Debatten kunnen heropend worden indien er tijdens de beraadslaging herkwalificaties plaatsvinden of indien er nieuwe feiten/vragen rijzen [21](#page=21).
#### 2.3.2 Vonnis op tegenspraak en verstek
* **Vonnis op tegenspraak:** De verdediging was aanwezig, persoonlijk of bijgestaan door een advocaat [16](#page=16).
* **Vonnis bij verstek:** De beklaagde was niet aanwezig. Dit geeft recht op het rechtsmiddel van verzet. Het recht om aanwezig te zijn is geen plicht, tenzij de rechter dit beveelt. Het recht op verstek is niet hetzelfde als het recht op verzet [16](#page=16).
* **Persoonlijke verschijning of vertegenwoordiging:** Volgens het arrest Van Geyseghem moet men niet langer in persoon aanwezig zijn; vertegenwoordiging door een advocaat is voldoende. Dit is een essentieel recht op een eerlijk proces. De rechter kan echter de aanwezigheid bevelen; indien men dan nog niet verschijnt, wordt het vonnis alsnog geacht op tegenspraak te zijn gewezen [16](#page=16).
* **Openbaar Ministerie (OM):** Het OM kan nooit verstek laten gaan en bijgevolg geen verzet aantekenen. Het OM heeft een aanwezigheidsplicht, maar parketmagistraten kunnen zich laten afwisselen. Een procedure afgehandeld zonder aanwezigheid van het OM is nietig [16](#page=16).
* **Rechtspersonen:** Rechtspersonen worden vertegenwoordigd door een natuurlijke persoon. Bij belangenconflicten wordt een lasthebber ad hoc aangesteld [16](#page=16).
* **Aanwezigheid bij uitspraak:** Als de beklaagde bij de debatten aanwezig was en tegenspraak kon voeren, maar niet aanwezig is bij de uitspraak van het vonnis, is dit nog steeds een vonnis op tegenspraak [16](#page=16).
#### 2.3.3 Videoconferentie in rechtszittingen
Sinds 2024 is er een wetgeving voor het houden van zittingen per videoconferentie. Dit was al mogelijk voor verhoren van getuigen of getuigen in het buitenland. Het doel is dat elke partij dezelfde rechten heeft als bij een gewone zitting, hoewel vertrouwelijke communicatie met de advocaat moeilijker kan zijn. Er zijn onderscheiden regels voor videoconferenties in strafrechtprocedures, voorlopige hechtenis, strafuitvoeringszaken en de uitvoering van interneringsmaatregelen. De basisregel blijft de fysieke zitting. Videoconferentie kan enkel indien partijen akkoord gaan, tenzij het ambtshalve gebeurt wanneer een fysieke zitting niet mogelijk is [17](#page=17).
* **Voorwaarden videoconferentie:**
* **SUR en internering:** Enkel op eigen verzoek of bij epidemische noodsituatie; niet op uitnodiging. De beslissing is niet vatbaar voor beroep [18](#page=18).
* **Voorlopige hechtenis en fase ten gronde:** Wel mogelijk op uitnodiging. Bij zittingen ten gronde is dit enkel voor de inleidende zitting en het voorlezen van het vonnis; de feitelijke debatten kunnen niet via video plaatsvinden [18](#page=18).
* **Ambtshalve mogelijk:** Bij epidemische noodsituatie en aanwijzingen van risico voor de openbare veiligheid [18](#page=18).
#### 2.3.4 Preliminaire zitting
De preliminaire zitting dient om de lijst van getuigen samen te stellen; het parket-generaal (PG) stelt deze 10 dagen ervoor op, andere partijen 5 dagen ervoor. Tussen de dagvaarding en de zitting moet minimaal 20 dagen liggen. Sinds 2024 is een uitgesteld cassatieberoep mogelijk tegen de arresten van de preliminaire zitting, indien ook tegen het eindarrest cassatie wordt ingesteld. Sinds 2019 heeft de preliminaire zitting ook de functie om nietigheden of onzuiverheden vast te stellen, indien deze nog niet eerder waren opgeworpen [29](#page=29).
#### 2.3.5 Uitstel van procedure
Uitstel van procedure kan worden verzocht, maar is niet toegestaan indien het te wijten is aan de partij zelf (bv. het te laat vinden van een advocaat). Uitstel kan gegeven worden om partijen meer tijd te geven conclusies te beantwoorden, formaliteiten in orde te brengen of zich te informeren [20](#page=20).
#### 2.3.6 Afhandeling van de zaak
* **Herziening van onderzoekshandelingen:** Alle onderzoeksverrichtingen zouden theoretisch herdaan moeten worden, maar in de praktijk beslist de rechter over de opportuniteit [20](#page=20).
* **Beslissingen:**
* **Eindbeslissing:** Er is beslist over de strafvordering en de rechter put zijn rechtsmacht uit. Dit kan gaan over de grond van de zaak of een tussengeschil (bv. uitspraak over verjaring, bevoegdheidskwestie) [22](#page=22).
* **Beslissing alvorens recht te doen (tussenvonnis):** Dit gaat vooraf aan de eindbeslissing (bv. deskundige aanstellen, prejudiciële vraag stellen aan het Grondwettelijk Hof, beslissing om achter gesloten deuren te procederen). Hiertegen kan geen cassatieberoep worden ingesteld [22](#page=22).
* **Motivering:** De rechter moet bijzondere situaties motiveren, zoals het weigeren van een werkstraf (rekening houdend met sociale toestand). Ook moet er antwoord gegeven worden op elke conclusie. Indien de rechter verzachtende omstandigheden aanneemt, moet hij motiveren waaruit deze bestaan [22](#page=22).
* **Eenheid van rechtsgeding:** In de uitspraak wordt beslist over zowel schuld als straf; dit kan niet afzonderlijk. Dit is niet het geval bij het Hof van Assisen, waar eerst over de schuld wordt beslist en daarna over de straftoemeting [23](#page=23).
* **Gerechtskosten:** Dit zijn de kosten die eigen zijn aan het geding [24](#page=24).
#### 2.3.7 Hersteltraject
Het hersteltraject is geen straf, maar betreft enkel het verloop van de procedure en vervangt de drugsbehandelingskamers op nationale schaal [25](#page=25).
* **Toepassingsgebied:**
* Feiten die niet hoger bedragen dan 5 jaar gevangenisstraf [25](#page=25).
* Feiten die gerelateerd zijn aan problematiek zoals verslaving, agressie of psychosociale problemen [25](#page=25).
* **Initiatief:** Kan ambtshalve of op verzoek van het OM, de beklaagde of de advocaat [25](#page=25).
* **Voorwaarden:** De betrokkene moet de problematiek erkennen en gemotiveerd zijn om eraan te werken [26](#page=26).
### 2.4 Bijzondere procedures
Er zijn twee bijzondere procedures van financiële aard [34](#page=34):
* **Kaalplukonderzoek:** Een aparte procedure om goederen (vermogensvoordelen) te ontnemen met het oog op verbeurdverklaring [34](#page=34).
* **Strafrechtelijk uitvoeringsonderzoek (SUO):** Dit onderzoek wordt ingesteld wanneer hoge boetes en verbeurdverklaringen worden uitgesproken, maar niet kunnen worden uitgevoerd omdat de veroordeelde een laag vermogen heeft, terwijl dit feitelijk niet zo is. Het doel is de uitvoering van vermogensstraffen te bekomen door handelingen te verrichten om het vermogen op te sporen en in beslag te nemen [34](#page=34).
### 2.5 Recht op verstek bij het Hof van Assisen
Het recht op verstek bij het Hof van Assisen is enkel van toepassing voor zover de beschuldigde niet in voorlopige hechtenis zit [32](#page=32).
### 2.6 Nalatigheid van het OM
Het OM kan nooit verstek laten gaan en bijgevolg geen verzet aantekenen. Ze hebben wel een aanwezigheidsplicht, maar het OM is één en ondeelbaar, dus parketmagistraten kunnen zich laten afwisselen. Procedure afgehandeld zonder aanwezigheid OM dan is die nietig [16](#page=16).
* * *
# Rechtsmiddelen en beslissingen
Dit onderwerp behandelt de diverse uitspraken die een rechter kan doen en de mogelijkheden tot beroep daartegen.
### 3.1 Soorten rechterlijke beslissingen
De rechter kan verschillende soorten beslissingen nemen, welke onderscheiden worden op basis van hun aard en impact op het rechtsgeding.
#### 3.1.1 Eindbeslissingen
Een eindbeslissing is een uitspraak waarbij de rechter definitief heeft beslist over de strafvordering en daarmee zijn rechtsmacht heeft uitgeput. Dit kan zowel betrekking hebben op de grond van de zaak zelf als op een tussengeschil dat reeds is opgelost in de uitspraak. Een voorbeeld van een tussengeschil dat met een eindbeslissing wordt afgehandeld, is een uitspraak over verjaring of een bevoegdheidskwestie [22](#page=22).
#### 3.1.2 Beslissingen alvorens recht te doen (tussenvonnissen)
Een beslissing alvorens recht te doen, ook wel een tussenvonnis genoemd, gaat vooraf aan de eindbeslissing. Deze uitspraken houden de voortgang van de zaak in, bijvoorbeeld door het aanstellen van een deskundige, het stellen van een prejudiciële vraag aan het Grondwettelijk Hof, of het beslissen om de zaak achter gesloten deuren te voeren. Tegen een tussenvonnis kan geen cassatieberoep worden ingesteld [22](#page=22).
#### 3.1.3 Eenheid van rechtsgeding
In principe beslist de rechter in een enkele uitspraak over zowel de schuldvraag als de op te leggen straf, wat de eenheid van het rechtsgeding waarborgt. Dit principe geldt echter niet in assisenprocedures, waar eerst een arrest over de schuld wordt gewezen en daarna de straftoemeting plaatsvindt [23](#page=23).
### 3.2 Rechtsmiddelen
De mogelijkheid tot het aanvechten van rechterlijke beslissingen hangt af van het type beslissing.
#### 3.2.1 Hoger beroep
Hoger beroep kan worden ingesteld tegen zowel eindbeslissingen als beslissingen alvorens recht te doen [22](#page=22).
#### 3.2.2 Cassatieberoep
Cassatieberoep kan enkel worden ingesteld tegen eindbeslissingen [22](#page=22).
### 3.3 Bijzondere procedures
#### 3.3.1 Recht op verstek bij het Hof van Assisen
Het recht op verstek bij het Hof van Assisen is enkel van toepassing voor zover de beschuldigde niet in voorlopige hechtenis zit [32](#page=32).
#### 3.3.2 Financieel-gerelateerde procedures
Er bestaan twee bijzondere procedures van financiële aard:
* **Kaalplukonderzoek:** Dit is een aparte procedure gericht op het ontnemen van goederen (vermogensvoordelen) met het oog op verbeurdverklaring [34](#page=34).
* **Strafrechtelijk uitvoeringsonderzoek (SUO):** Dit onderzoek is ingesteld wanneer hoge boetes en verbeurdverklaringen weliswaar worden uitgesproken, maar niet kunnen worden uitgevoerd omdat de veroordeelde een gering vermogen lijkt te hebben, terwijl dit in werkelijkheid niet zo is. Het doel van het SUO is het verkrijgen van de uitvoering van vermogensstraffen door handelingen te verrichten om het vermogen op te sporen en in beslag te nemen. De volledige procedure hiervan hoeft niet gekend te worden [34](#page=34).
### 3.4 Motiveringsplicht van de rechter
De rechter heeft een motiveringsplicht. Hij moet zijn beslissingen onderbouwen, bijvoorbeeld wanneer hij een werkstraf weigert, waarbij rekening gehouden moet worden met de sociale toestand van de betrokkene en dit expliciet gemotiveerd dient te worden. De rechter dient ook op elke conclusie te antwoorden. Indien de rechter een verzameling van feiten aanneemt, dient hij ook te motiveren waaruit deze feiten bestaan [22](#page=22).
> **Tip:** Het onderscheid tussen een eindbeslissing en een tussenvonnis is cruciaal voor de beoordeling van de ontvankelijkheid van rechtsmiddelen, met name cassatieberoep. Begrijp goed welke uitspraken definitief zijn en welke nog een voorlopig karakter hebben.
* * *
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
* Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
* Let op formules en belangrijke definities
* Oefen met de voorbeelden in elke sectie
* Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Vonnisgerecht | De rechtbank die definitief oordeelt over de zaak, nadat alle onderzoeken en debatten zijn afgerond. Dit is de rechtbank die de uiteindelijke uitspraak doet over schuld en straf. |
| Openbare orde | Regels die van fundamenteel belang zijn voor de samenleving en die door de rechter ambtshalve moeten worden toegepast, zelfs als partijen er niet op wijzen. Bevoegdheidskwesties vallen hier vaak onder. |
| Contraventionalisering | Het proces waarbij een misdrijf of wanbedrijf wordt behandeld als een overtreding, wat leidt tot een lagere strafmaat en een andere procedure. Dit treft de indeling van strafbare feiten. |
| Correctionalisering | Het proces waarbij een misdrijf wordt behandeld als een wanbedrijf. Dit beïnvloedt de bevoegdheid van de rechtbank en de mogelijke straffen. |
| Ratione materiae | Het criterium dat de bevoegdheid van een rechtbank bepaalt op basis van de aard van het strafbare feit. Dit omvat de traditionele indeling in overtredingen, wanbedrijven en misdaden. |
| Ratione personae | Het criterium dat de bevoegdheid van een rechtbank bepaalt op basis van de hoedanigheid van de verdachte. Bepaalde functionarissen, zoals ministers, hebben voorrechten van rechtsmacht. |
| Ratione loci | Het criterium dat de bevoegdheid van een rechtbank bepaalt op basis van de plaats waar het strafbare feit is gepleegd, waar de verdachte verblijft, of waar de verdachte wordt aangetroffen. |
| Bevoegdheidsconflicten | Situaties waarin meerdere rechtbanken bevoegd zijn om kennis te nemen van een zaak. Dit vereist overleg tussen de parketten om de zaak toe te wijzen aan de juiste rechtbank. |
| Samenhang | Het principe waarbij verschillende zaken die onderling verband houden, zoals meerdere verdachten die samen een misdrijf plegen, worden samengevoegd om een efficiëntere en coherente berechting te garanderen. |
| Ondeelbaarheid (eendaadse samenloop) | Een situatie waarbij één enkele gedraging van een persoon inbreuk maakt op meerdere strafbepalingen. De regels van samenhang zijn hierop van toepassing. |
| Rechtscollege | Een algemene term voor een rechterlijke instantie die bevoegd is om recht te spreken, zoals een rechtbank of een hof. |
| Nietigheid | Een sanctie die een rechtshandeling ongeldig maakt vanaf het begin. In het strafrecht kan een procedurele fout leiden tot de nietigheid van de dagvaarding, de procedure of het vonnis. |
| Verstek | Situatie waarin een beklaagde niet aanwezig is op de zitting, noch zelf, noch via een advocaat. Dit kan leiden tot een verstekvonnis. |
| Verzet | Een rechtsmiddel dat een veroordeelde in geval van een verstekvonnis kan aanwenden om opnieuw voor de rechter te verschijnen en zijn verdediging te voeren. |
| Rechtsmiddel | Een wettelijk voorzien middel om een uitspraak van een rechter aan te vechten en te laten herzien door een hogere rechtbank, zoals hoger beroep of cassatie. |
| Cassatie | Een rechtsmiddel waarbij men zich richt tot het Hof van Cassatie, dat oordeelt over de correcte toepassing van het recht, maar niet over de feiten zelf. |
| Herkwalificatie | De handeling waarbij het vonnisgerecht een strafbaar feit anders classificeert dan in de inleidende akte was vermeld, wat gevolgen kan hebben voor de bevoegdheid en de strafmaat. |
| Conclusie | Een schriftelijk stuk waarin een partij haar standpunten, argumenten en bewijsmiddelen uiteenzet ter ondersteuning van haar zaak. Rechters zijn verplicht om op elk verweermiddel te antwoorden in hun vonnis. |
| Beraadslaging | De fase na de debatten waarin de rechterlijke instantie zich terugtrekt om te oordelen en een vonnis op te stellen, buiten aanwezigheid van partijen en het openbaar ministerie. |
| Heropening van debatten | Een procedure waarbij de debatten opnieuw worden geopend nadat ze gesloten waren, bijvoorbeeld als er nieuwe feiten aan het licht komen of als de rechter een herkwalificatie overweegt tijdens de beraadslaging. |
| Eindbeslissing | Een beslissing van de rechter die definitief de zaak afhandelt, zowel wat betreft de strafvordering als de rechtsmacht van de rechter. Hier kan cassatie tegen ingesteld worden. |
| Beslissing alvorens recht te doen (tussenvonnis) | Een beslissing die de rechter neemt voorafgaand aan de eindbeslissing, bijvoorbeeld om een deskundige aan te stellen of een prejudiciële vraag te stellen. Hier kan geen cassatie tegen ingesteld worden. |
| Hersteltraject | Een alternatieve straf die gericht is op de rehabilitatie van de beklaagde, vaak gerelateerd aan verslavingsproblematiek of agressie, en die geen straf is in de traditionele zin. |
| Verbeurdverklaring | Een straf waarbij de veroordeelde al zijn goederen of een deel daarvan verliest ten gunste van de staat. Dit is een vermogensstraf. |
| Strafrechtelijk uitvoeringsonderzoek (SUO) | Een onderzoek gericht op de effectieve tenuitvoerlegging van vermogensstraffen, zoals boetes en verbeurdverklaringen, wanneer de veroordeelde over vermogen beschikt maar dit probeert te verbergen. |