Cover
Start now for free VERZ_V_-_Motorrijtuigenverzekering_2024-2025.pdf
Summary
# Inleiding tot de motorrijtuigenverzekering en de WAM-wet
Dit gedeelte introduceert de verplichte burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering voor motorrijtuigen (WAM-wet) en de evolutie van de modelpolissen en minimumvoorwaarden.
## 1. Inleiding tot de motorrijtuigenverzekering en de WAM-wet
De Wet Aansprakelijkheid Motorvoertuigen (WAM) van 21 november 1989 introduceert een wettelijk verplichte verzekering voor burgerlijke aansprakelijkheid van motorrijtuigen. De WAM-wet kent diverse kenmerken, waaronder dat deze enkel betrekking heeft op de burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering, een dwingend karakter heeft en de rechten van benadeelden niet aantast. Benadeelden hebben een eigen recht tegen de BA-verzekeraar, die geen nietigheid, verweer of verval kan inroepen tegenover hen. Vrijgestelden zoals de Staat of Lijn hebben dezelfde plichten als een verzekeraar. De verzekeraar is verplicht een wettelijk verzekeringsbewijs af te leveren. Tevens regelt de wet de eigendomsoverdracht, het verhaalsrecht van de verzekeraar en de mogelijkheid voor een benadeelde om in België de plaats van dagvaarding te kiezen [2](#page=2) [4](#page=4).
### 1.1 De evolutie van modelpolissen en minimumvoorwaarden
De WAM-wet van 21.11.1989 stelt de BA-autoverzekering wettelijk verplicht en streeft naar uniforme polissen die identiek zijn voor alle verzekeraars [4](#page=4).
* **Oude modelpolis:** Het Koninklijk Besluit (KB) van 14 december 1992 was van toepassing voor alle schadegevallen die zich hebben voorgedaan vóór 12 mei 2018 [4](#page=4).
* **Nieuwe modelpolis (minimumvoorwaarden):** Het KB van 16 april 2018 introduceert nieuwe minimumvoorwaarden die van toepassing zijn voor alle schadegevallen die zich hebben voorgedaan na 12 mei 2018. In de verdere bespreking wordt consequent verwezen naar de minimumvoorwaarden van 16 april 2018, die deel uitmaken van de bijlage bij dit KB [4](#page=4).
De inwerkingtreding van de nieuwe minimumvoorwaarden leidde van rechtswege tot een wijziging van de verplichtingen van verzekeraars die voortvloeien uit lopende verzekeringsovereenkomsten. Met uitzondering van premieverhogingen, kunnen deze wijzigingen de opzegging van lopende overeenkomsten door de verzekeringnemer niet rechtvaardigen. De formele aanpassing van bestaande verzekeringsovereenkomsten en andere verzekeringsdocumenten aan de nieuwe minimumvoorwaarden moest uiterlijk op de eerste dag van de 18de maand na de bekendmaking van het KB in het Belgisch Staatsblad gebeuren, wat neerkomt op 1 november 2019. Tot die datum hoefden bestaande en nieuwe verzekeringsovereenkomsten nog niet "naar de vorm" overeen te stemmen met de bepalingen van het KB van 16 april 2018 [5](#page=5).
#### 1.1.1 Voertuigcriteria volgens de WAM-wet
De WAM-wet van 21.11.1989, hernomen in het KB van 16.04.2018, bepaalt welke voertuigen onder de verzekeringsplicht vallen [6](#page=6).
* **Definitie van een voertuig:** Volgens artikel 1 van de minimumvoorwaarden is een rijtuig bestemd om zich over de grond te bewegen en dat door een mechanische kracht kan worden aangedreven zonder aan spoorstaven gebonden te zijn, ongeacht het type aandrijfkracht of de maximale snelheid [6](#page=6).
* **Plaats waar het voertuig komt (art. 39 minimumvoorwaarden):** De verzekeringsplicht geldt ongeacht de plaats waar het voertuig zich bevindt. Dit omvat de openbare weg, openbaar terrein (zowel toegankelijk voor het publiek als beperkt toegankelijk), en privéterrein [6](#page=6).
---
# Begrippen en definitie van voertuigen en verzekerde entiteiten
Dit onderdeel definieert de kernbegrippen met betrekking tot voertuigen en de betrokken partijen in een motorrijtuigenverzekering, zoals motorrijtuigen, verzekeraars, verzekeringnemers, benadeelden en schadegevallen, en stelt de criteria vast waaraan voertuigen moeten voldoen om gedekt te zijn [7-9, 12-14.
### 2.1 Definitie van voertuigen
#### 2.1.1 Omschreven motorrijtuig
Het **omschreven motorrijtuig** is het motorrijtuig dat specifiek in de verzekeringsovereenkomst is aangeduid. Alles wat aan dit motorrijtuig is gekoppeld, wordt beschouwd als een integraal deel ervan. De beschrijving van het risico, en dus van het omschreven voertuig, is van cruciaal belang in elke polis, inclusief de BA-motorrijtuigenverzekering [12](#page=12) [7](#page=7).
#### 2.1.2 Verzekerd motorrijtuig
Het **verzekerde motorrijtuig** omvat het omschreven motorrijtuig zelf. Daarenboven kan het, volgens de in de overeenkomst vermelde voorwaarden en beperkingen, ook betrekking hebben op [12](#page=12) [7](#page=7):
* Een tijdelijk vervangingsmotorrijtuig [12](#page=12) [7](#page=7).
* Een motorrijtuig dat eigendom werd overgedragen en het motorrijtuig dat in de plaats daarvan komt [7](#page=7).
Ook hier geldt dat alles wat aan deze motorrijtuigen is gekoppeld, wordt beschouwd als een deel ervan [7](#page=7).
> **Tip:** Het is essentieel dat elk voertuig zijn eigen immatriculatieplaat heeft en bijgevolg een eigen verzekering onderschrijft, tenzij er sprake is van speciale regelingen zoals garageplaten. Een eigenaar van twee voertuigen kan dus niet volstaan met slechts één verzekering [12](#page=12).
#### 2.1.3 Criteria en classificatie van voertuigen
De classificatie van voertuigen is cruciaal om te bepalen of ze onder de dekking vallen [13](#page=13).
* **Snorfiets (bromfiets klasse A):** Een twee- of driewielig rijtuig, uitgerust met een motor van maximaal 50 cc (of elektrische motor), dat niet sneller kan rijden dan 25 km/u op een horizontale weg [13](#page=13).
* **Bromfiets (bromfiets klasse B):** Een twee- of driewielig rijtuig, uitgerust met een motor van maximaal 50 cc (of elektrische motor), dat niet sneller kan rijden dan 40 km/u op een horizontale weg [13](#page=13).
* **Motorfiets:** Tweewielige motorfietsen met of zonder zijspan, of een driewielige motorfiets met een tarra van maximaal 400 kg, die niet voldoet aan de bepalingen van een bromfiets [13](#page=13).
> **Let op:** "Opgefokte" bromfietsen, die sneller kunnen rijden dan de toegestane limieten of die qua kenmerken veranderen (bv. snorfiets wordt bromfiets, bromfiets wordt motorfiets), voldoen niet meer aan de immatriculatiegegevens zoals vermeld in de polis en zijn bijgevolg **niet verzekerd** [13](#page=13).
#### 2.1.4 Onderscheid tussen motorrijtuig en motorwerktuig
Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen een motorrijtuig en een motorwerktuig voor de toepassing van de BA-auto-verzekering [14](#page=14).
* **Motorrijtuig:** Indien het voertuig zich verplaatst op de openbare weg, bijvoorbeeld van de ene werf naar de andere, dan vergoedt de BA-auto de schade [14](#page=14).
* **Motorwerktuig:** Wanneer het voertuig zich op de werf bevindt en de schade veroorzaakt, dan vergoedt de BA-uitbating de schade. Dit is relevant voor mobiele hijskranen, bulldozers, etc. [14](#page=14).
### 2.2 Gedefinieerde verzekeringsentiteiten
#### 2.2.1 De verzekeraar
De **verzekeraar** is de verzekeringsonderneming waarmee de overeenkomst wordt gesloten. Dit dient een door het Ministerie van Economische Zaken erkende verzekeringsmaatschappij te zijn die de toelating heeft om de tak BA-motorrijtuigenverzekeringen (tak 10) te accepteren [8](#page=8).
#### 2.2.2 De verzekeringnemer
De **verzekeringnemer** is de persoon die de overeenkomst met de verzekeraar sluit. Volgens artikel 2 van de WAM-wet rust de verzekeringsplicht op de eigenaar van het voertuig, tenzij iemand anders de verzekering onderschrijft. Er gelden speciale regelingen voor voertuigen van de overheid en "vrijgestelden" [8](#page=8).
#### 2.2.3 De verzekerde
De **verzekerde** is iedere persoon wiens aansprakelijkheid door de overeenkomst gedekt is [8](#page=8).
#### 2.2.4 De benadeelde
De **benadeelde** is de persoon die schade heeft geleden die aanleiding geeft tot de toepassing van de overeenkomst, alsook zijn rechthebbenden. Zij worden gewoonlijk "derden" genoemd en hebben, door de bewezen aansprakelijkheid van de tegenpartij, recht op schadevergoeding [8](#page=8).
#### 2.2.5 Het schadegeval
Het **schadegeval** is ieder feit dat schade heeft veroorzaakt en dat aanleiding kan geven tot de toepassing van de verzekeringsovereenkomst. In voorkomend geval zal de verzekeraar dekking moeten verlenen [9](#page=9).
#### 2.2.6 Het verzekeringsbewijs
Het **verzekeringsbewijs** is het document dat de verzekeraar, overeenkomstig de geldende wetgeving, aan de verzekeringnemer verstrekt als bewijs van verzekering. Hiermee wordt de "groene kaart" bedoeld. De vorm, de gegevens, de wijze van afgifte en intrekking van de groene kaart worden door de Koning bepaald. Het internationaal verzekeringsbewijs (groene kaart) wordt in België beschouwd als een officieel verzekeringsbewijs en is een verplicht boorddocument [9](#page=9).
---
# De waarborgen en uitsluitingen in de motorrijtuigenverzekering
Deze sectie behandelt de dekkingen die onder de burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering voor motorrijtuigen vallen, inclusief specifieke situaties zoals het vervoer van personen en goederen, alsook de gevallen waarin de dekking is uitgesloten.
### 3.1 De burgerlijke aansprakelijkheid (BA)
De burgerlijke aansprakelijkheid (BA) in het kader van motorrijtuigenverzekeringen is gebaseerd op de principes van artikel 1382 tot 1384 van het Burgerlijk Wetboek. Om de aansprakelijkheid van een partij vast te stellen, moet het slachtoffer bewijzen dat er een fout is begaan door de tegenpartij, dat er schade is geleden, en dat er een causaal verband bestaat tussen de fout en de schade. In gevallen van overmacht of een toevallige samenloop van omstandigheden kan er geen aansprakelijkheid zijn, hoewel in dergelijke situaties het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds (GMWF) onder bepaalde voorwaarden tussenbeide kan komen [11](#page=11).
### 3.2 Territoriale uitgestrektheid van de dekking
De dekking van de motorrijtuigenverzekering is van toepassing op schadegevallen die zich voordoen in elk land waarvoor de dekking wordt verleend volgens het verzekeringsbewijs. Dit is in lijn met artikel 39 van de Minimumvoorwaarden [15](#page=15).
### 3.3 Burgerlijke borgstelling
Volgens artikel 59 van de Minimumvoorwaarden is er een burgerlijke borgstelling voorzien tot een maximum van 62.000 euro in situaties waarin de bestuurder in het buitenland wordt aangehouden en zijn voertuig in beslag wordt genomen na een ongeval. Indien deze borgstelling wordt gebruikt om strafrechtelijke boetes te betalen, dient de verzekerde dit bedrag aan de verzekeringsmaatschappij terug te betalen [17](#page=17).
### 3.4 Van wie wordt de aansprakelijkheid verzekerd?
De burgerlijke aansprakelijkheid die verzekerd is, betreft die van:
* De verzekeringsnemer [18](#page=18).
* De eigenaar van het verzekerde voertuig [18](#page=18).
* Iedere houder of bestuurder van het verzekerde voertuig [18](#page=18).
* Iedere persoon die met het voertuig wordt vervoerd [18](#page=18).
* De persoon die burgerrechtelijk aansprakelijk is voor voornoemde personen [18](#page=18).
De burgerlijke aansprakelijkheid is echter *niet* verzekerd van:
* Personen die zich door diefstal, geweld of heling van het voertuig meester hebben gemaakt. Dit geldt ook voor kortstondig gebruik, aangezien gebruiksdiefstal eveneens als diefstal wordt beschouwd. In dergelijke gevallen kan het GMWF tussenkomen [18](#page=18).
> **Opgelet:** De beslissing waarbij ouders burgerrechtelijk aansprakelijk worden gesteld voor een verkeersongeval veroorzaakt door hun minderjarige zoon, vormt een geldige grondslag voor de WAM-verzekeraar van het betrokken voertuig om de benadeelde derde te vergoeden, zelfs als de zoon het voertuig van zijn ouders had gestolen voor kortstondig gebruik [18](#page=18).
#### 3.4.1 Uitbreiding van waarborg
De waarborg kan worden uitgebreid voor:
* **Tijdelijk vervangingsvoertuig:** Volgens artikel 56 van de Minimumvoorwaarden [19](#page=19).
* **Gelegenheidsdepanneren:** Dit betreft het toevallig slepen als hulpverlening tussen weggebruikers, en niet als een professionele dienstverlening. De waarborg wordt uitgebreid omdat men erkent dat het gebruikte materiaal hiervoor niet professioneel is. Deze uitbreiding geldt ook voor schade aan het gesleepte voertuig [19](#page=19).
#### 3.4.2 Aansprakelijkheid van vervoerde personen
De aansprakelijkheid van vervoerde personen is verzekerd voor zover het ongeval dat zij zouden veroorzaken te wijten is aan het gebruik van het motorrijtuig [20](#page=20).
* **Voorbeeld:** Een passagier die onvoorzichtig een portier opent en daarbij een fietser raakt. Dit is te wijten aan het gebruik van het motorrijtuig en valt onder de dekking van de BA-auto [20](#page=20).
* **Geen dekking:** Een passagier die een drankblikje door het raam gooit en daarmee een fietser raakt. Dit heeft niets te maken met het gebruik van het motorrijtuig en valt dus niet onder de dekking van de BA-auto [20](#page=20).
### 3.5 Voor welke bedragen is men verzekerd?
Het bedrag van de waarborg voor burgerlijke aansprakelijkheid is in principe onbeperkt. Er zijn echter wel enkele uitzonderingen met maximale tussenkomstbedragen [21](#page=21):
* Stoffelijke schade veroorzaakt door brand of ontploffing: maximaal 1.239.467,62 euro (50.000.000 Belgische frank) [21](#page=21).
* Schade aan kledij en bagage van vervoerde personen: maximaal 2.478,94 euro (100.000 Belgische frank) per persoon [21](#page=21).
* Stoffelijke schade die niet gedekt is door de wetgeving inzake kernenergie: maximaal 1.239.467,62 euro (50.000.000 Belgische frank) [21](#page=21).
Deze bedragen worden geïndexeerd volgens de consumptie-index, met referte op 1 januari 1983 [21](#page=21).
### 3.6 Vervoer van gekwetsten
Volgens artikel 58 van de Minimumvoorwaarden wordt schade aan de binnenbekleding van de wagen vergoed wanneer kosteloos gekwetsten worden vervoerd, hetzij uit vrije wil, hetzij op vordering van de overheid. Deze schade wordt vergoed door de eigen BA-verzekeraar, voor zover deze schade niet reeds vergoed wordt door de aansprakelijke dader of diens BA-verzekeraar. Dit principe is vergelijkbaar met het toevallig slepen, waarbij hulpverlening tussen weggebruikers primeert boven de aansprakelijkheid [22](#page=22).
### 3.7 Schade aan vervoerde personen
In principe zijn vervoerde personen verzekerd. Deze stelling moet echter genuanceerd worden op basis van artikel 47, §1, 3° en 4° van de Minimumvoorwaarden [23](#page=23):
* Het toegelaten aantal passagiers mag niet worden overschreden [23](#page=23).
* Passagiers moeten plaatsnemen op de daartoe voorziene plaatsen, zoals op aan het koetswerk bevestigde zitbanken of op de door de constructeur voorziene zitgelegenheden [23](#page=23).
* Het moet gaan om onbezoldigd personenvervoer [23](#page=23).
#### 3.7.1 Specifieke situaties inzake vervoer van personen
* **Carpooling, kostendelend op reis gaan met één wagen, taxistop, meenemen van lifters:** Dit zijn situaties die afzonderlijk bekeken moeten worden. Kostendelend rijden wordt niet beschouwd als bezoldigd vervoer en valt dus onder de waarborg [23](#page=23).
* **Taxi:** Taxi's vereisen een aparte verzekering omdat dit bezoldigd vervoer is [23](#page=23).
* **Vervoer van en naar de luchthaven:** Dit vereist eveneens een aparte verzekering omdat het als bezoldigd vervoer wordt beschouwd [23](#page=23).
### 3.8 Schade aan vervoerde voorwerpen
Eigen bagage is *niet* verzekerd. De bagage van vervoerde personen is wel verzekerd tot 2.500 euro (geïndexeerd) per persoon. Voor de meerkosten van dure voorwerpen (muziekinstrumenten, bontjassen, laptops, etc.) die men meeneemt in de wagen, kan een afzonderlijke verzekering "vervoerde goederen" worden afgesloten. Dit geldt ook voor bezoldigd personenvervoer, waarvoor een aparte verzekering moet worden afgesloten [24](#page=24).
### 3.9 Eigen risico van de passagiers
Wanneer een passagier bewust risico's neemt, zoals meerijden met een dronken chauffeur, het niet dragen van een veiligheidsgordel, of het niet dragen van een valhelm als duozitter op een motorfiets, is er sprake van risico-aanvaarding. In dergelijke gevallen zal de vergoeding vaak slechts tussen 50% en 75% van een normale vergoeding bedragen [25](#page=25).
### 3.10 Objectieve aansprakelijkheid
Sinds 1 januari 1995 is de BA-auto verplicht om in te staan voor letselschade of overlijden van zwakke weggebruikers, zodra zij het slachtoffer worden van een verkeersongeval waarbij een motorvoertuig "betrokken" is. Dit is vastgelegd in artikel 29bis van de WAM-wet [26](#page=26).
### 3.11 Uitsluitingen van dekking
Volgens artikel 43 van de Minimumvoorwaarden zijn de volgende schades van vergoeding uitgesloten:
* De schade aan het verzekerde voertuig zelf (dit valt onder de omniumverzekering) [27](#page=27).
* De schade aan vervoerde goederen, met uitzondering van de bagage van passagiers tot 2.500 euro per passagier [27](#page=27).
* Schade die veroorzaakt wordt door de vervoerde goederen [27](#page=27).
* Schade die voortvloeit uit deelname van het verzekerde voertuig aan snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsritten of -wedstrijden waarvoor officiële toestemming is verleend [27](#page=27).
> **Opmerking:** Indien iemand toch gewond raakt bij deelname aan dergelijke wedstrijden, zal er wel een vergoeding plaatsvinden, maar de verzekeringsmaatschappij kan wel regres uitoefenen [27](#page=27).
* Schade gerelateerd aan kernenergie [27](#page=27).
* Schade veroorzaakt door personen die zich door diefstal, heling of geweld meester hebben gemaakt van het voertuig [27](#page=27).
---
# Regresrecht van de verzekeraar en het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds
Dit gedeelte behandelt de voorwaarden waaronder een verzekeraar regres kan uitoefenen en de rol van het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds bij schadegevallen [32](#page=32) [57](#page=57).
### 4.1 Regresrecht van de verzekeraar
Het regresrecht, ook wel verhaalsrecht genoemd, stelt een verzekeraar in staat om na het vergoeden van benadeelden, uitgekeerde bedragen terug te vorderen van de verzekerde, de verzekeringsnemer of de veroorzaker van het schadegeval, tot het bedrag van hun persoonlijk aandeel in de aansprakelijkheid. De verzekeraar kan hierbij nietigheid of verval van de polis niet inroepen tegenover de schadelijdende derde; het slachtoffer moet steeds vergoed worden [33](#page=33).
#### 4.1.1 Bepaling van het regresbedrag
Het bedrag van het regres is in beginsel beperkt conform artikel 44 van de minimumvoorwaarden [32](#page=32):
* Indien de netto-uitgaven (schadevergoedingen in hoofdsom, gerechtskosten en intresten, verminderd met vrijstellingen en recuperaties) niet hoger zijn dan 11.000 euro, is het verhaal integraal [32](#page=32) [33](#page=33).
* Indien de netto-uitgaven hoger zijn dan 11.000 euro, wordt dit bedrag verhoogd met de helft van het gedeelte dat 11.000 euro overschrijdt, met een maximum van 31.000 euro [32](#page=32) [33](#page=33) [50](#page=50).
#### 4.1.2 Verhaal op de verzekeringsnemer
De verzekeraar kan verhaal uitoefenen op de verzekeringsnemer in de volgende gevallen, conform artikel 45 van de minimumvoorwaarden [34](#page=34):
##### 4.1.2.1 Bij schorsing wegens niet-betaling van de premie
Indien de premie niet tijdig is voldaan, kan de verzekeraar de waarborg schorsen nadat de verzekeringsnemer hiervan op de hoogte is gesteld en in gebreke is gesteld (aangetekend schrijven/deurwaardersexploot). De schorsing gaat in 15 dagen na ingebrekestelling. Gedurende deze 15 dagen is men nog verzekerd, maar daarna is de dekking geschorst. Deze schorsing is niet tegenstelbaar aan derden, waardoor de maatschappij gehouden is dekking te verlenen, maar wel een verhaalsrecht heeft tegen de verzekeringsnemer. Het bedrag van het verhaal is beperkt volgens artikel 44 [35](#page=35).
##### 4.1.2.2 Bij opzettelijke valse verklaring of verzwijging
Dit geldt zowel bij het aangaan van de overeenkomst als bij wijzigingen lopende de overeenkomst. De verzekeraar moet de verzekeringsnemer eerst verzoeken om de onvolkomenheden aan te vullen; anders vervalt het verhaalsrecht. Indien de verzekeringsnemer bewust misleidt, heeft de verzekeraar recht op integraal verhaal, waarbij artikel 44 niet van toepassing is. Het enkele feit van een opzettelijk valse of onvolledige beschrijving is voldoende, zonder noodzaak tot bewijzen van een oorzakelijk verband. De verzekeraar hoeft enkel aan te tonen dat hij niet, of niet onder die voorwaarden, zou hebben verzekerd [36](#page=36).
Voorbeelden van opzettelijke valse verklaringen of verzwijgingen zijn:
* Niet aangeven van een beenprothese [36](#page=36).
* Professioneel gebruik van een voertuig terwijl er sprake is van privégebruik [36](#page=36).
* Niet aangeven van vroegere veroordelingen wegens dronken sturen [36](#page=36).
* Verzwijgen van het slikken van zwaar verdovende middelen [36](#page=36).
##### 4.1.2.3 In geval van onopzettelijk verzwijgen van gegevens
Wijzigingen van risico moeten meegedeeld worden, zowel bij het aangaan als lopende de overeenkomst. Indien dit bij vergetelheid niet gebeurt, bestaat het risico op verhaalsrecht van de verzekeraar. Het verhaalsrecht is beperkt tot 250 euro (niet geïndexeerd). De verzekeraar kan geen verhaal uitoefenen indien hij niet conform artikel 4 §3 minimumvoorwaarden heeft gereageerd, of indien de overeenkomst werd gewijzigd en de verzekeraar geen opzegging heeft gedaan [37](#page=37).
#### 4.1.3 Verhaal op de verzekerde, dader van het schadegeval
Dit is geregeld in artikel 46 van de minimumvoorwaarden [38](#page=38) [39](#page=39) [40](#page=40) [47](#page=47).
##### 4.1.3.1 Indien opzettelijk veroorzaakt
In geval van opzettelijk veroorzaakt schadegeval heeft de verzekeraar een onbeperkt verhaalsrecht [38](#page=38).
##### 4.1.3.2 In geval van grove schuld
Grove schuld moet uitdrukkelijk in de polis worden opgesomd. Dit kan bijvoorbeeld zijn [39](#page=39):
* Rijden in staat van dronkenschap [39](#page=39).
* Rijden onder invloed van drugs, medicijnen of hallucinogene stoffen, waardoor de verzekerde de controle over zijn daden verliest [39](#page=39).
Het verhaalsrecht is hierbij beperkt volgens artikel 44 [39](#page=39).
##### 4.1.3.3 In geval van oplichting, misbruik van vertrouwen, verduistering
Dit betreft situaties waarbij een voertuig weggenomen wordt tegen de wil van de eigenaar of gebruikt wordt door iemand die daartoe niet gerechtigd is. Het verhaal wordt uitgeoefend tegen de dader van het misdrijf of eventuele medeplichtigen, conform artikel 44. Diefstal valt hier niet onder; dit is een materie voor het GMWF [40](#page=40).
##### 4.1.3.4 Indien de verzekerde nalaat bepaalde handelingen te verrichten
Dit betreft handelingen die overeengekomen zijn in het contract en binnen een bepaalde termijn moeten worden uitgevoerd. Vaak gaat het om laattijdige of niet-aangegeven ongevallen. Bij nalatigheid kan de verzekeraar verhaal uitoefenen tot maximaal de geleden schade, maar nooit meer dan wat de toepassing van artikel 44 oplevert [46](#page=46) [47](#page=47).
#### 4.1.4 Verhaal op de verzekeringsnemer of, indien gegrond, op de verzekerde die niet verzekeringsnemer is (Artikel 47 minimumvoorwaarden)
Dit artikel maakt een onderscheid tussen verhaal met en zonder oorzakelijk verband [41](#page=41).
##### 4.1.4.1 Bij deelname aan snelheids- of behendigheidsritten
Indien een ongeval plaatsvindt tijdens deelname aan een dergelijke wedstrijd waarvoor geen overheidsvergunning werd verkregen, kan de verzekeraar verhaal uitoefenen conform artikel 44. Voor dergelijke wedstrijden (behalve toeristische rally's) is een speciale vergunning en bijkomende verzekering vereist [41](#page=41).
##### 4.1.4.2 Een rijtuig verboden tot het verkeer
Dit geldt wanneer een voertuig niet voldoet aan de voorschriften van de technische controle of niet is aangeboden voor keuring. Er moet een bewijs van oorzakelijk verband zijn tussen het ongeval en het ontbreken van een geldig keuringsbewijs. Dit geldt ook voor aanhangwagens. Uitzonderingen zijn trajecten van en naar de garage of de keuringsdienst [42](#page=42).
##### 4.1.4.3 Toegelaten aantal vervoerde personen is overschreden
Indien het contractuele aantal vervoerde personen is overschreden, of als er geen toestemming was tot personenvervoer, kan verhaal worden uitgeoefend conform artikel 44. Het verhaal wordt vastgesteld in verhouding tot het overtollige aantal vervoerde personen. De 2/3 regel is afgeschaft sinds september 2005 [43](#page=43).
##### 4.1.4.4 Iemand die geen recht had tot sturen
Dit betreft situaties zoals rijden ondanks verval, rijden zonder minimumleeftijd, of rijden met een verkeerd rijbewijs. Het verhaalsrecht is conform artikel 44. Bij rijden in het buitenland conform de lokale reglementen, zal de maatschappij van regres afzien, zelfs als de regels afwijken van de Belgische [44](#page=44).
#### 4.1.5 Verhaal op de dader of de aansprakelijke van het schadegeval (Artikel 48 minimumvoorwaarden)
Verhaal kan worden uitgeoefend indien bij de overdracht van het voertuig de bepalingen van artikel 10 § 1 (modaliteiten bij overdracht) niet worden nageleefd [45](#page=45).
#### 4.1.6 Verhaal op de verzekerde die schuld bekent
Indien de verzekerde, zonder schriftelijke toelating van de maatschappij, schuld bekent, zijn aansprakelijkheid erkent of belooft schadevergoeding te betalen, kan de verzekeraar verhaal uitoefenen tot de geleden schade, beperkt volgens artikel 44 [46](#page=46).
#### 4.1.7 Samenvatting verhaalsrecht
Een gedetailleerde samenvatting van de personen tegen wie verhaal kan worden uitgeoefend, de voorwaarden en de omvang van het verhaal is te vinden in het document [48](#page=48).
#### 4.1.8 Globaal overzicht verhaal
Het verhaal heeft betrekking op de hoofdsom van de schadevergoeding, vermeerderd met gerechtskosten en intresten. Kosten die de verzekeraar in eigen belang maakt en extralegale waarborgen komen niet in aanmerking. Het recht op verhaal ontstaat zodra de verzekeraar de benadeelde heeft schadeloos gesteld. De verzekeraar is verplicht zijn voornemen tot verhaal mee te delen zodra hij kennis heeft van de rechtvaardigende feiten [49](#page=49).
> **Tip:** De algemene regel voor het verhaalbedrag is beperkt tot 31.000 euro, met uitzondering van bedrog of opzet waarbij een onbeperkt verhaalsrecht geldt. Voor minder zware tekortkomingen kan het verhaal beperkt zijn tot 250 euro [50](#page=50).
Voorbeelden van verhaalberekeningen [51](#page=51):
| Schade (EUR) | Verhaal (EUR) |
| :----------- | :------------ |
| 5.949,42 | 5.949,42 |
| 10.411,50 | 10.411,50 |
| 11.000,00 | 11.000,00 |
| 22.000,00 | 16.500,00 |
| 25.000,00 | 18.000,00 |
| 50.000,00 | 30.500,00 |
| 61.973,22 | 31.000,00 |
| 123.946,45 | 31.000,00 |
### 4.2 Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds (GMWF)
Het GMWF werd opgericht in 1957 en heeft als voornaamste opdracht de vergoeding van schade in welbepaalde wettelijk omschreven gevallen. Sinds de Wet Monfils is de opdracht uitgebreid en geregeld door de artikelen 19bis-2 en volgende van de WAM-wet. Het Fonds heeft twee basisopdrachten: het verstrekken van inlichtingen aan benadeelden en het vergoeden van schade in specifieke gevallen [60](#page=60) [61](#page=61).
#### 4.2.1 Informatieopdracht van het GMWF
Het Fonds houdt een register bij met voertuiggegevens, verzekeringspolissen, verzekeringsondernemingen en schaderegelaars. Deze gegevens worden zeven jaar bewaard na het einde van de inschrijving of verzekeringsovereenkomst. Het Fonds mag gegevens uitwisselen met buitenlandse informatiecentra [63](#page=63).
##### 4.2.1.1 Wie kan zich richten tot het Fonds?
Elke bij een verkeersongeval betrokken persoon, diens rechthebbenden, alsook entiteiten met een recht van indeplaatsstelling of een eigen recht. Ook gelijkaardige buitenlandse informatiecentra kunnen zich richten tot het Fonds [65](#page=65).
##### 4.2.1.2 Welke inlichtingen kan het Fonds verstrekken?
De naam en adres van de verzekeringsonderneming, het polisnummer, de naam en adres van de schaderegelaar, en, mits een rechtmatig belang, de naam en adres van de eigenaar of gebruikelijke bestuurder. Indien een vrijstelling geldt, de naam en adres van de aangewezen overheid of instelling [66](#page=66).
##### 4.2.1.3 Voorwaarden - Ontvankelijkheidsvereisten
Het verzoek moet betrekking hebben op motorrijtuigen die gewoonlijk in de EER gestald zijn en op ongevallen binnen de EER of landen aangesloten bij het groenekaartsysteem. Het verzoek moet binnen zeven jaar na het ongeval ingediend worden [67](#page=67).
##### 4.2.1.4 Onderzoeksbevoegdheid
Indien de identiteit van de verzekeraar niet direct gevonden wordt, mag het Fonds de titularis van de kentekenplaat ondervragen over zijn verzekeringssituatie [68](#page=68).
#### 4.2.2 Vergoedingsopdracht van het Fonds
Het Fonds komt tussen in de vergoeding van schade veroorzaakt door een motorrijtuig in specifieke gevallen. Het schadegeval moet zich voordoen op Belgisch grondgebied, tenzij anders vermeld [69](#page=69) [70](#page=70) [71](#page=71) [72](#page=72) [83](#page=83) [92](#page=92) [94](#page=94) [98](#page=98).
##### 4.2.2.1 Insolvabiliteit van de verzekeraar
Het Fonds vergoedt schade indien de verzekeringsonderneming die de BA-autoverzekering dekt, failliet is. Dit geldt voor zowel materiële als lichamelijke schade [70](#page=70).
##### 4.2.2.2 Niet-nakomen van een verplichting door een verzekeringsmaatschappij na intrekking of afstand van de toelating
Het Fonds komt tussen indien een verzekeringsmaatschappij haar verplichtingen niet nakomt na intrekking of afstand van haar toelating in België. Dit geldt voor zowel materiële als lichamelijke schade [71](#page=71).
##### 4.2.2.3 Toevallig feit
Het Fonds komt tussen indien geen enkele BA-autoverzekeringsonderneming verplicht is tot vergoeding wegens een "toevallig feit" waardoor de bestuurder vrijuit gaat. Er is geen wettelijke definitie, maar het wordt vaak gelijkgesteld met overmacht. De rechtspraak heeft hieraan een eigen invulling gegeven, waarbij de gebeurtenis niet noodzakelijk onafhankelijk van de menselijke wil hoeft te zijn [72](#page=72) [74](#page=74).
* **Begripsomschrijving:**
* **Ongeval door een niet-geïdentificeerd motorvoertuig:** Enkel tussenkomst voor lichamelijke schade [75](#page=75).
* **Fysiek voorval:** Bijvoorbeeld onwel worden achter het stuur. Bewijslevering is cruciaal [77](#page=77) [78](#page=78).
* **Weersgesteldheid:** Enkel lokale, onverwachte ijzel wordt als overmacht beschouwd [79](#page=79).
* **Voorwerpen op wegdek:** Kan leiden tot een toevallig feit indien onvoorzienbaar en onvermijdbaar [80](#page=80) [81](#page=81).
* **Dieren:** Botsing met wild dat plots de baan oversteekt kan een toevallig feit zijn [82](#page=82).
##### 4.2.2.4 Diefstal
Het Fonds komt tussen bij schade veroorzaakt door een motorrijtuig dat met geweld, diefstal of heling is verkregen. Dit geldt voor zowel lichamelijke als materiële schade [83](#page=83).
* **Begripsomschrijving:** Vereist zowel het wegnemen tegen de wil van de eigenaar als bedrieglijk opzet [85](#page=85).
* **Gebruiksdiefstal:** Sinds 1964 gelijkgesteld met diefstal voor kortstondig gebruik met de intentie tot teruggave [86](#page=86).
* **Misbruik van vertrouwen:** Hierbij is sprake van voorafgaandelijke afgifte, gevolgd door niet-teruggave. Het Fonds komt NIET tussen bij misbruik van vertrouwen [87](#page=87).
* **Ouders en kinderen / echtgenoten:** Diefstal tussen echtgenoten en bloedverwanten in rechte lijn is niet strafbaar, maar het Fonds kan wel tussenkomen indien de verzekeraar de aansprakelijkheid dekt [88](#page=88).
* **Onbekend gebleven bestuurder:** Het Fonds kan niet weigeren indien de gestolen voertuigbestuurder onbekend blijft [89](#page=89).
* **Nalatigheid van de eigenaar:** Kan leiden tot discussie over causaal verband met het ongeval [90](#page=90).
* **Eigenaar gestolen voertuig:** Blijft uitgesloten van vergoeding voor materiële schade, aangezien het Fonds niet de rol van diefstalverzekeraar overneemt [91](#page=91).
##### 4.2.2.5 Uitblijven van een antwoord van de verzekeringsonderneming of haar schaderegelaar
Het Fonds komt tussen indien de verzekeraar of diens schaderegelaar geen gemotiveerd antwoord geeft op een schadeverzoek binnen drie maanden, en de benadeelde nog geen gerechtelijke vordering heeft ingesteld. Het Fonds treedt op binnen twee maanden na het verzoek en staakt dit indien alsnog een gemotiveerd antwoord wordt gegeven. Dit geldt voor schade die zich heeft voorgedaan in de EER of op het grondgebied van een derde Staat aangesloten bij het groenekaartsysteem, indien het voertuig gewoonlijk in de EER gestald is [92](#page=92).
##### 4.2.2.6 Geen schaderegelaar aangewezen door de verzekeringsonderneming
Het Fonds komt tussen indien de verzekeringsonderneming geen schaderegelaar in België heeft aangewezen. Dit geldt voor schade die zich niet in België heeft voorgedaan [93](#page=93).
##### 4.2.2.7 Niet-identificatie
Elke benadeelde kan van het Fonds vergoeding bekomen voor lichamelijke letsels veroorzaakt door een motorrijtuig waarvan de identiteit niet kon worden vastgesteld. Dit geldt voor ongevallen binnen de EER. De benadeelde moet bewijzen dat hij schade heeft geleden door de fout van een onbekend motorrijtuig en dat dit in causaal verband staat met de schade. Het bewijs van de aanwezigheid van het motorrijtuig kan afgeleid worden uit sporen. Niet-identificatie is niet hetzelfde als de onmogelijkheid om de aansprakelijke vast te stellen. Tussenkomst van het Fonds is uitgesloten bij vluchtmisdrijf van een geïdentificeerd voertuig [94](#page=94) [95](#page=95) [96](#page=96) [97](#page=97).
##### 4.2.2.8 Niet-verzekering
Het Fonds vergoedt schade veroorzaakt door een motorrijtuig indien geen enkele toegelaten of vrijgestelde verzekeringsonderneming tot vergoeding gehouden is wegens niet-naleving van de verzekeringsplicht. Dit geldt onder dezelfde voorwaarden als bij niet-identificatie qua geografische toepassingsgebied [98](#page=98).
* **Wettelijke verplichting tot verzekering:** Geen enkel motorrijtuig mag aan het verkeer deelnemen zonder BA-autoverzekering. Dit geldt in beginsel enkel op de openbare weg [100](#page=100).
* **Principe van niet-tegenstelbaarheid van excepties:** Dit principe beschermt de slachtoffers maximaal .
* **Excepties niet-tegenstelbaar aan benadeelden:** Niet-betaalde premies, opgevoerd vermogen, overschrijding cilinderinhoud, opzettelijk veroorzaakte schade .
* **Excepties wel tegenstelbaar aan benadeelden:** Diefstal, toevallig feit waarbij de bestuurder vrijuit gaat, onbestaand contract, contract geschorst op aanvraag van de verzekeringsnemer .
* **Buitenlandse motorrijtuigen:** Het Belgisch Bureau komt tussen voor schade veroorzaakt door voertuigen uit "groen kaart" landen of landen met een speciaal internationaal verzekeringscertificaat .
* **Vrijstelling van de verplichting tot verzekering:** De Staat en bepaalde overheidsbedrijven zijn vrijgesteld en dragen zelf de aansprakelijkheid .
* **Voertuigen die aan wedstrijden deelnemen:** De normale verzekeraar dekt de risico's van het normale wegverkeer. Voor wedstrijden is een speciale verzekering vereist. Het Fonds treedt enkel op als ook deze normale verzekeraar ontbreekt .
#### 4.2.3 Vergoedingsgronden
* Lichamelijke schade: onbeperkt .
* Materiële schade: voor 19 januari 2003 was er een vrijstelling van 247,89 euro; na die datum is er geen vrijstelling meer .
#### 4.2.4 Bijkomende opdracht: Tariferingsbureau
Het Tariferingsbureau stelt de premie en verzekeringsvoorwaarden vast voor bestuurders die op de markt geen verzekering BA auto kunnen vinden of enkel tegen zeer hoge tarieven. Iedereen die verplicht is een BA autoverzekering af te sluiten en bij minstens drie verzekeraars werd geweigerd of enkel een hoge premie/vrijstelling kreeg, kan zich tot het Bureau richten. De drempelwaarde voor een hoge premie is het tarief van de laagste premie vermenigvuldigd met 5. Voor een hoge vrijstelling is dit de laagste premie vermenigvuldigd met 3. Het beheer van deze risico's is toevertrouwd aan drie verzekeraars, maar de eventuele verliezen worden gedragen door alle actieve verzekeringsondernemingen in België .
---
# Afhandeling van ongevallen en vervolgingen
Dit onderdeel behandelt de procedures rondom het melden van ongevallen, de rol van de verzekeraar bij de verdediging van de belangen van de verzekerde en de bijkomende kosten.
### 5.1 Melding van ongevallen door de verzekerde
Wanneer de verzekerde zelf een ongeval veroorzaakt, zijn er specifieke meldingsplichten ten opzichte van de verzekeraar [52](#page=52).
* **Termijn:** De verzekerde dient de maatschappij binnen acht dagen na het ongeval in kennis te stellen. Dit kan ook via een erkende bemiddelaar zoals aangeduid in de bijzondere voorwaarden [52](#page=52).
* **Documentatie:** Een geldige ongevals- of schadeaangifte dient te worden overgemaakt. Het Europees Aanrijdingsformulier (EAF) dient ter plaatse te worden ingevuld en door beide partijen te worden ondertekend. De achterzijde mag door de verzekerde alleen worden ingevuld, eventueel aangevuld door de verzekeraar [52](#page=52).
* **Bijkomende bewijsstukken:** Naast het EAF dienen ook andere bewijsstukken met betrekking tot de omstandigheden van het ongeval en eventueel een voorlopig PV-nummer te worden meegedeeld [52](#page=52).
* **Gerechtelijke documenten:** Dagvaardingen en andere gerechtelijke documenten moeten binnen 48 uur aan de verzekeraar worden overgemaakt [52](#page=52).
> **Tip:** Het correct en tijdig invullen van alle documentatie is cruciaal om de belangen van de verzekerde optimaal te kunnen behartigen.
### 5.2 Rol van de verzekeraar
De verzekeraar speelt een centrale rol in de afhandeling van ongevallen en de verdediging van de verzekerde [54](#page=54).
* **Verdediging van belangen:** In beginsel staat de maatschappij achter de verzekerde en behartigt diens belangen [54](#page=54).
* **Communicatie:** Het al dan niet uitbetalen van een vergoeding aan de tegenpartij dient zo snel mogelijk aan de verzekerde te worden meegedeeld [54](#page=54).
* **Erkenning van aansprakelijkheid:** Het uitbetalen van een vergoeding aan de tegenpartij impliceert geen erkenning van aansprakelijkheid van de verzekerde op burgerrechtelijk vlak [54](#page=54).
* **Beperkingen voor de verzekerde:** De verzekerde mag geen schuld bekennen, aangezien dit de maatschappij onterecht tot betaling zou kunnen verplichten. Wel mag de verzekerde hulp bieden en feiten erkennen. Het invullen van een EAF geldt niet als erkenning van aansprakelijkheid, maar enkel als het invullen van feitelijke gegevens [54](#page=54).
### 5.3 Taken en kosten die de verzekeraar dekt
De verzekeraar neemt diverse taken op zich en dekt specifieke kosten met betrekking tot het ongeval en de eventuele vervolgingen [55](#page=55) [56](#page=56).
* **Taken van de maatschappij:**
* Onderhandelen met benadeelden [55](#page=55).
* Regelen van borgstelling in het buitenland [55](#page=55).
* Verdediging van burgerlijke belangen [55](#page=55).
* Instaan voor strafrechtelijke verdediging zolang burgerlijke belangen niet geregeld zijn [55](#page=55).
* **Gedekte kosten:**
* Schadevergoeding: hoofdsom [55](#page=55).
* Intresten [55](#page=55).
* Gerechtskosten [55](#page=55).
* Erelonen van advocaten en deskundigen, mits de kosten met toestemming van de maatschappij zijn gemaakt en binnen redelijke grenzen vallen [55](#page=55).
### 5.4 Kosten en rechten van de verzekerde
Naast de dekking door de verzekeraar, heeft de verzekerde ook eigen rechten en kan hij bijkomende kosten aangaan [56](#page=56).
* **Eigen raadsman:** De verzekerde mag, op eigen kosten, een eigen raadsman aanstellen naast de advocaat van de verzekeraar. Dit valt vaak onder rechtsbijstand [56](#page=56).
* **Hoger beroep strafrechtelijk:** De maatschappij kan zich niet verzetten tegen het aantekenen van hoger beroep door de verzekerde op strafrechtelijk gebied, maar zal de bijkomende kosten hiervoor niet dragen [56](#page=56).
* **Hoger beroep burgerrechtelijk:** De maatschappij kan de verzekerde verplichten burgerrechtelijk beroep aan te tekenen, zelfs indien dit ertoe leidt dat het Openbaar Ministerie op strafrechtelijk vlak beroep aantekent [56](#page=56).
* **Informatieplicht:** De maatschappij moet de verzekerde op de hoogte houden van ieder rechtsmiddel dat zij aanwendt [56](#page=56).
* **Niet ten laste van de maatschappij:** Dadingen met het OM, boetes en opdecimen, tezamen met de gerechtskosten in strafzaken, zijn niet ten laste van de verzekeringsmaatschappij [56](#page=56).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Motorrijtuigenverzekering | Een verplichte verzekering die de burgerlijke aansprakelijkheid dekt van de eigenaar of bestuurder van een motorrijtuig voor schade veroorzaakt aan derden. |
| WAM-wet (Wet Aansprakelijkheid Motorvoertuigen) | Een Belgische wet die een wettelijk verplichte verzekering voor burgerlijke aansprakelijkheid voor motorrijtuigen voorschrijft, met dwingend karakter en bescherming voor benadeelden. |
| BA-auto | Burgerlijke Aansprakelijkheid Auto, de wettelijk verplichte verzekering die de financiële gevolgen van schade aan derden veroorzaakt door een motorvoertuig dekt. |
| Modelovereenkomst | Een standaardpolis die minimumvoorwaarden bevat voor motorrijtuigenverzekeringen, waaraan alle verzekeraars zich moeten houden. |
| Minimumvoorwaarden | De essentiële, wettelijk vastgelegde bepalingen die een motorrijtuigenverzekeringspolis moet bevatten om aan de wettelijke vereisten te voldoen. |
| Omschreven motorrijtuig | Het specifieke motorrijtuig dat in de bijzondere voorwaarden van de verzekeringspolis is vermeld en waarvan de aansprakelijkheid gedekt is. |
| Verzekerd motorrijtuig | Het omschreven motorrijtuig, inclusief een tijdelijk vervangingsmotorrijtuig, dat onder de dekking van de polis valt. |
| Verzekeraar | De verzekeringsonderneming die de motorrijtuigenverzekering afsluit en de dekking verleent. |
| Verzekeringsnemer | De persoon die de motorrijtuigenverzekeringsovereenkomst sluit met de verzekeraar; meestal de eigenaar van het voertuig. |
| Verzekerde | Iedere persoon wiens burgerlijke aansprakelijkheid door de motorrijtuigenverzekeringsovereenkomst gedekt is. |
| Benadeelde | De persoon die schade heeft geleden door een verkeersongeval veroorzaakt door een motorrijtuig en recht heeft op schadevergoeding van de verzekeraar. |
| Schadegeval | Elk feit dat schade veroorzaakt en aanleiding kan geven tot de toepassing van de verzekeringsovereenkomst, waarbij de verzekeraar dekking dient te verlenen. |
| Verzekeringsbewijs (Groene kaart) | Het document dat de verzekeraar aflevert aan de verzekeringsnemer als bewijs van de lopende verzekering, dat ook fungeert als internationaal verzekeringsbewijs. |
| Burgerlijke aansprakelijkheid | De juridische plicht om schade die men aan anderen toebrengt te vergoeden, gebaseerd op wettelijke bepalingen zoals artikel 1382-1384 van het Burgerlijk Wetboek. |
| Causaal verband | Het verband tussen een fout en de geleden schade, dat noodzakelijk is om aansprakelijkheid te kunnen vaststellen. |
| GMWF (Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds) | Een fonds dat instaat voor de vergoeding van schade in specifieke gevallen waarin de reguliere verzekering niet tussenkomt, zoals bij insolvabiliteit van de verzekeraar of niet-geïdentificeerde voertuigen. |
| Regresrecht | Het recht van de verzekeraar om na het uitkeren van een schadevergoeding aan de benadeelde, de betaalde som (gedeeltelijk of volledig) terug te vorderen van de verzekerde, verzekeringsnemer of veroorzaker van het schadegeval onder bepaalde voorwaarden. |
| Verhaalsrecht | Synoniem voor regresrecht; het recht van een partij om na het voldoen van een betaling aan een derde, dit bedrag te verhalen op een andere partij. |
| Toevallig feit | Een gebeurtenis die geen specifieke schuldige aanwijst of waarbij de bestuurder van het betrokken motorrijtuig vrijuit gaat door omstandigheden buiten zijn wil om, waardoor het GMWF kan tussenkomen. |
| Diefstal (in context van GMWF) | De situatie waarbij het GMWF tussenkomt voor schade veroorzaakt door een motorrijtuig dat door diefstal, geweld of heling werd weggenomen. |
| Niet-identificatie (in context van GMWF) | Een situatie waarbij het GMWF tussenkomt voor lichamelijke schade veroorzaakt door een motorrijtuig waarvan de identiteit van het voertuig niet is vastgesteld. |
| Niet-verzekering (in context van GMWF) | Een situatie waarbij het GMWF tussenkomt voor schade veroorzaakt door een motorrijtuig waarvan de verzekeringsplicht niet werd nageleefd. |
| Tariferingsbureau | Een orgaan dat de premie en verzekeringsvoorwaarden vaststelt voor bestuurders die geen verzekering kunnen vinden op de reguliere markt, met het doel hun deelname aan het verkeer mogelijk te maken. |