Woonfiscaliteit 9.1 tem 9.3.pdf
Summary
# Fiscale voordelen voor de eigen woning
Dit hoofdstuk behandelt de fiscale voordelen met betrekking tot uitgaven voor de eigen woning, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen gewestelijke en federale bevoegdheden.
### 1. Algemeen en overzichtsschema's
Sinds aanslagjaar 2015 zijn de gewesten exclusief bevoegd voor fiscale voordelen gerelateerd aan de verwerving of het behoud van de eigen woning. Voor onroerende goederen die niet de eigen woning zijn, blijft de federale overheid bevoegd. Het begrip 'uitgaven' omvat intresten, kapitaalaflossingen, schuldsaldoverzekeringspremies en eventuele erfpacht- of opstalvergoedingen [1](#page=1).
De bevoegdheid voor fiscale voordelen wordt bepaald door de hoedanigheid van de woning op de datum van betaling van de uitgave:
* **Eigen woning:** Fiscale voordelen worden toegekend door het gewest waar de belastingplichtige op 1 januari van het aanslagjaar zijn fiscale woonplaats heeft [1](#page=1).
* **Andere dan de eigen woning:** Fiscale voordelen worden toegekend door de federale overheid [1](#page=1).
De hoedanigheid van 'eigen woning' kan dagelijks wijzigen, wat kan leiden tot een verschuiving van gewestelijke naar federale voordelen en vice versa. Dit onderscheid geldt voor zowel leningen en verzekeringen afgesloten vanaf 2014 als voor eerder aangegane contracten [1](#page=1).
Het vak IX is opgedeeld in twee luiken: Luik I voor gewestelijke voordelen en Luik II voor federale voordelen. De interesten van een groene lening afgesloten tussen 1 januari 2009 en 31 december 2011 leveren een federaal voordeel op [2](#page=2).
Het vergeten invullen van kapitaalaflossingen kan via een ambtshalve ontheffing rechtgezet worden, aangezien dit als een materiële vergissing wordt beschouwd [2](#page=2).
> **Tip:** Het begrip 'eigen woning' is cruciaal niet enkel voor de vrijstelling van onroerende inkomsten, maar ook voor de bepaling van de bevoegde overheid voor fiscale voordelen [2](#page=2).
#### 1.1 Federale voordelen voor uitgaven die geen betrekking hebben op de eigen woning
**Kapitaalaflossingen** die op het moment van betaling betrekking hebben op een **andere dan de eigen woning** kunnen leiden tot federale voordelen onder specifieke voorwaarden. Dit geldt voor alleenstaande hypothecaire leningen met een looptijd van minstens 10 jaar voor de verwerving of het behoud van een woning gelegen in de EER. De toepasselijke voordelen zijn afhankelijk van de periode waarin de lening werd afgesloten [3](#page=3):
* **Tussen 01-01-1993 en 31-12-2004:** Federale belastbare langetermijnsparen (aan 30%) [3](#page=3).
* **Tussen 01-01-2005 en 31-12-2013:**
* Federale belastbare woonbonus (marginaal tarief, min. 30%) [3](#page=3).
* Met de optie van federale belastbare langetermijnsparen (aan 30%), mits aan de voorwaarden voldaan is. De woonbonus is niet meer mogelijk vanaf het volgende belastbaar tijdperk [3](#page=3).
* **Vanaf 01-01-2014 maar voor 2024:**
* Federale belastbare bouwsparen (marginaal tarief, min. 30%) [3](#page=3).
* Federale belastbare woonbonus (marginaal tarief, min. 30%) [3](#page=3).
* Met de optie van federale belastbare langetermijnsparen (aan 30%), mits aan de voorwaarden voldaan is. De woonbonus is niet meer mogelijk vanaf het volgende belastbaar tijdperk [3](#page=3).
De **woonbonusvoorwaarden** omvatten een zelfbetrekkingsverplichting en het 'enige woning'-criterium op 31 december van het leningsjaar. Uitzonderingen op de zelfbetrekkingsverplichting zijn onder meer beroeps- of sociale redenen, wettelijke of contractuele belemmeringen, of de stand van (ver)bouwwerkzaamheden. Het 'enige woning'-criterium houdt in dat de belastingplichtige geen volle (mede)eigenaar, vruchtgebruiker, erfpachter, opstalhouder, bezitter of blote eigenaar van een andere woning is. Uitzonderingen hierop zijn onder meer mede-eigendom of vruchtgebruik ingevolge erfenis, of indien de woning te koop werd aangeboden en verkocht uiterlijk op 31 december van het jaar na het leningsjaar [3](#page=3).
**Interesten** die op het moment van betaling betrekking hebben op een **andere dan de eigen woning** kunnen ook leiden tot federale voordelen. Dit geldt voor alleenstaande hypothecaire leningen met een looptijd van minstens 10 jaar voor de verwerving of het behoud van een woning gelegen in de EER. De voorwaarden en voordelen variëren afhankelijk van de datum van afsluiting van de lening en of het onroerend inkomen van het goed in de belastbare basis valt [4](#page=4).
* **Voor 01-05-1986:** Federale gewone interesaftrek (marginaal tarief) indien het onroerend inkomen in de belastbare basis valt [4](#page=4).
* **Tussen 01-05-1986 en 31-12-2004:**
* Federale gewone interesaftrek (marginaal tarief) [4](#page=4).
* Federale belastbare woonbonus (marginaal tarief, min. 30%), met de optie van federale gewone interesaftrek [4](#page=4).
* Federale belastbare voor bijkomende interesten (marginaal tarief) [4](#page=4).
* **Tussen 01-01-2005 en 31-12-2013:** Vergelijkbaar met de periode 1986-2004, met specifieke aandacht voor de voorwaarden van bijkomende interesaftrek en woonbonus [4](#page=4).
* **Vanaf 01-01-2014:** Federale gewone interesaftrek (marginaal tarief) of federale belastbare voor bijkomende interesten, afhankelijk van de specifieke voorwaarden [4](#page=4).
De woonbonusvoorwaarden en 'enige woning'-criteria zijn hier vergelijkbaar met die voor kapitaalaflossingen [4](#page=4).
> **Tip:** Bij niet-eigen woningen is het cruciaal om na te gaan of het onroerend inkomen van het goed in de belastbare basis van het huidig tijdperk valt om recht te hebben op enige aftrek [4](#page=4).
### 2. Rubriek IX.I. Vlaams: uitgaven m.b.t. de eigen woning Vlaams regime
#### 2.1 Vlaamse geïntegreerde woonbonus
De Vlaamse geïntegreerde woonbonus is afgeschaft voor leningen afgesloten vanaf 1 januari 2020 en voor verzekeringen die zulke leningen waarborgen. Enkel hypothecaire leningen die ten laatste op 31 december 2019 werden aangegaan, komen nog in aanmerking. Voor nieuwe hypothecaire kredieten geldt de datum van de notariële akte, voor een wederopname de datum van aanvaarding van het kredietaanbod [5](#page=5).
Er geldt een antimisbruikbepaling: een verlenging van de looptijd van een lening na 2019 is fiscaal niet tegenstelbaar aan de Vlaamse belastingadministratie. Uitzonderingen hierop zijn automatische aanpassingen bij accordeonleningen en verlengingen door betalingsuitstel in het kader van de coronacrisis [5](#page=5).
Het Vlaamse gewest kent geen belastingvermindering meer toe voor erfpacht-, opstalvergoedingen en gelijkaardige vergoedingen voor contracten afgesloten vanaf 1 januari 2020. Een herfinanciering vanaf 1 januari 2020 is mogelijk, maar zonder fiscaal voordeel voor de looptijdverlenging [6](#page=6).
#### 2.1.1 Voorwaarden Vlaamse geïntegreerde woonbonus voor interesten en kapitaalaflossingen
Een belastingvermindering 'Vlaamse geïntegreerde woonbonus' wordt verleend voor kapitaalaflossingen en interesten van een lening aangegaan tussen 2016 en 2019 indien aan de volgende voorwaarden is voldaan [9](#page=9):
* **Algemene voorwaarde:** Kapitaalaflossingen en interesten die tijdens het belastbaar tijdperk werkelijk zijn betaald voor de woning die op het moment van betaling de eigen woning van de belastingplichtige is [9](#page=9).
* **Voorwaarden lening:**
* Hypothecaire leningsovereenkomst [9](#page=9).
* Aangegaan vanaf 1 januari 2016 en uiterlijk op 31 december 2019 [9](#page=9).
* Looptijd van ten minste 10 jaar [9](#page=9).
* Aangegaan door de belastingplichtige [9](#page=9).
* Bij een instelling gevestigd in de Europese Economische Ruimte (EER) [9](#page=9).
* Doel: verwerving of behoud van een woning in een lidstaat van de EER [9](#page=9).
Het Verenigd Koninkrijk wordt tot en met 31 december 2020 gelijkgesteld met een lidstaat van de EER voor leningen en gekoppelde levensverzekeringen [9](#page=9).
#### 2.1.2 Verbouwingen en registratierechten
Onder 'verwerven of behouden' wordt verstaan: aankopen, bouwen, volledig of gedeeltelijk vernieuwen, en het betalen van erfbelasting, successierecht, schenkbelasting of registratierecht op schenkingen van onroerende goederen. De vernieuwingswerken vallen onder de btw-tariefindeling [10](#page=10).
De lening moet een hypothecaire inschrijving hebben. Indien de lening slechts gedeeltelijk hypothecair gewaarborgd is, komen enkel de kapitaalaflossingen en interesten die pro rata op het hypothecaire gedeelte betrekking hebben in aanmerking [10](#page=10).
#### 2.1.3 'Enige woning'-criterium en toeslagen
Het criterium 'enige woning' op 31 december van het leningsjaar is niet vereist voor de toegang tot de Vlaamse geïntegreerde woonbonus, maar wel voor de toekenning van 'toeslagen'. De woning moet op 31 december van het leningsjaar niet noodzakelijk de woning zijn waar de belastingplichtige zelf in woonde [10](#page=10).
Bij samen belaste echtgenoten en wettelijk samenwonenden gelden de voorwaarden afzonderlijk [10](#page=10).
**Administratieve toleranties** voor de geïntegreerde woonbonus:
* Eén echtgenoot is eigenaar, de andere niet: Toeslag mogelijk indien de inkomsten gemeenschappelijk zijn en aan alle voorwaarden is voldaan (bv. wettelijk huwelijksstelsel) [10](#page=10).
* Echtgenoot/wettelijk samenwonende partner wordt mede-kredietnemer en mede-eigenaar: Andere partner kan ook aanspraak maken indien de woning tot de huwelijksgemeenschap behoort, de kredietovereenkomst wordt aangepast, en aan alle wettelijke voorwaarden is voldaan [11](#page=11).
#### 2.1.4 Korf Vlaamse geïntegreerde woonbonus: basis + toeslagen
De maximale korf voor de Vlaamse geïntegreerde woonbonus is opgebouwd uit een basisbedrag en mogelijke toeslagen [13](#page=13).
* **Basisbedrag:** 1.520 euro per kredietnemer [13](#page=13).
* **Toeslag enige woning:** 760 euro, indien de woning op 31 december van het leningsjaar de enige woning was én de belastingplichtige op 31 december van elk volgend belastbaar tijdperk geen andere woning heeft verworven (met uitzonderingen). De toeslag gaat definitief verloren indien de belastingplichtige na het leningsjaar volle eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker wordt van een andere woning [13](#page=13).
* **Toeslag kinderlast:** 80 euro, indien de belastingplichtige drie of meer kinderen ten laste heeft op 1 januari van het jaar na het jaar van aangaan van de lening. Gehandicapte kinderen tellen voor twee [13](#page=13).
#### 2.1.5 Verdeling kapitaalaflossingen, interesten en premie schuldsaldo
Indien de lening alleen werd aangegaan, telt het totale betaalde bedrag plus de eigen verzekeringspremie. Bij een gemeenschappelijke lening wordt het aandeel bepaald via een breuk gebaseerd op het eigendomsaandeel. Gehuwden en wettelijk samenwonenden mogen het totale bedrag vrij onder elkaar verdelen, mits de maximumkorf per persoon niet wordt overschreden [17](#page=17).
#### 2.1.6 Aangifte Vlaamse geïntegreerde woonbonus
De aangifte in de rubrieken 1a en 1b verloopt in vijf stappen, waarbij de uitgaven begrensd worden tot de maximale korf, rekening houdend met het 'enige woning'-criterium en het aantal kinderen ten laste [18](#page=18).
Het fiscaal voordeel van de opgevulde korf bedraagt een gewestelijke belastingvermindering tegen het vaste tarief van 40% [18](#page=18).
#### 2.1.7 'Vlaamse geïntegreerde woonbonus' niet combineerbaar met oude Vlaamse belastingverminderingen
Er geldt een specifieke keuzeregeling voor leningen aangegaan tussen 1 januari 2016 en 31 december 2019. De belastingplichtige moet kiezen tussen de Vlaamse geïntegreerde woonbonus of de 'oude' gewestelijke voordelen (bv. woonbonus generatie 1 en 2, langetermijnsparen, bouwsparen, gewone interesten). Deze keuze is definitief en bindend. Indien de belastingplichtige de geïntegreerde woonbonus kiest, mag hij geen oude gewestelijke voordelen meer vragen voor reeds lopende schulden, leningen en verzekeringen afgesloten vóór 2016. Indien hij kiest voor het 'oude systeem', geldt dit voorlopig en kan hij later alsnog overstappen naar de geïntegreerde woonbonus, maar de 10-jarige termijn voor toeslagen start wel vanaf het aangaan van de lening. Bij een gemeenschappelijke aanslag moeten beide belastingplichtigen dezelfde keuze maken [30](#page=30) [31](#page=31).
#### 2.1.8 Combinatie met federale voordelen
De Vlaamse geïntegreerde woonbonus is **wel** cumuleerbaar met federale fiscale voordelen, zoals het federaal langetermijnsparen, omdat er geen specifieke cumulatieregeling is voorzien. Dit opent optimalisatiemogelijkheden. De uitgaven waarvoor de Vlaamse geïntegreerde woonbonus wordt verleend, moeten niet in mindering worden gebracht voor de berekening van de federale korf langetermijnsparen [31](#page=31).
#### 2.2 Federale voordelen voor uitgaven die geen betrekking hebben op de eigen woning (zie 1.1)
#### 2.3 Andere gewestelijke voordelen (niet verder uitgewerkt in dit document)
#### 2.4 Vrijstelling onroerende inkomsten eigen woning
Het onroerend inkomen van de eigen woning is sowieso vrijgesteld, ongeacht de ligging. Voor niet-eigen woningen is dit inkomen in principe niet vrijgesteld [2](#page=2).
### 3. Voorbeelden
* **Voorbeeld 1 (Pagina 1):** Kapitaalaflossingen en intresten betaald vóór de verhuizing hebben betrekking op de eigen woning en leveren gewestelijke fiscale voordelen op. Betaald na de verhuis resulteren in federale fiscale voordelen [1](#page=1).
* **Voorbeeld 2 (Pagina 2):** Illustreert de complexe situatie van een echtpaar met twee woningen in verschillende gewesten, waarbij de fiscale voordelen afhangen van de verhuisdatum en fiscale woonplaats [2](#page=2).
* **Voorbeeld 1 (Pagina 14):** Berekening van de maximale korf van de Vlaamse geïntegreerde woonbonus, rekening houdend met het aantal kinderen ten laste en de verwerving van bijkomende woningen [14](#page=14).
* **Voorbeeld 2 (Pagina 15-16):** Koppel met twee woningen en een lening, analyse van de Vlaamse geïntegreerde woonbonus in verschillende scenario's [15](#page=15) [16](#page=16).
* **Voorbeeld 3 (Pagina 21-22):** Gehuwden met dezelfde lening, maar elk een andere maximale korf voor de Vlaamse geïntegreerde woonbonus door het 'enige woning'-criterium [21](#page=21) [22](#page=22).
* **Voorbeeld 4 (Pagina 22-23):** Koppel met een deels hypothecair gewaarborgde lening, waarbij de interesten en kapitaalaflossingen zowel gewestelijke als federale voordelen kunnen opleveren [22](#page=22) [23](#page=23).
* **Voorbeeld 5 (Pagina 24-25):** Koop van een nieuwe woning en verkoop van een oude, waarbij de periode van eigen woning en niet-eigen woning de fiscale voordelen beïnvloeden [24](#page=24) [25](#page=25).
* **Voorbeeld 6 (Pagina 25-26):** Van niet-eigen woning naar eigen woning en terug, met de impact op federale en gewestelijke voordelen [25](#page=25) [26](#page=26).
* **Voorbeeld 7 (Pagina 26):** Van eigen woning naar niet-eigen woning en terug naar eigen woning in hetzelfde jaar, met een opeenvolging van federale en gewestelijke voordelen [26](#page=26).
* **Voorbeeld 9 (Pagina 27-28):** Combinatie van Vlaamse geïntegreerde woonbonus voor het eigen woning-gedeelte en federaal langetermijnsparen voor het gedeelte dat verhuurd wordt [27](#page=27) [28](#page=28).
* **Voorbeeld 10 (Pagina 28-29):** Combinatie van Vlaamse geïntegreerde woonbonus en federaal langetermijnsparen door een gedeelte van de woning voor eigen beroepsgebruik aan te wenden [28](#page=28) [29](#page=29).
* **Voorbeeld 1 (Pagina 31):** Overlappende leningen (oud Vlaams voordeel en Vlaamse geïntegreerde woonbonus) voor dezelfde woning, met een keuzeregeling [31](#page=31).
* **Voorbeeld 2 (Pagina 32):** Overlappende leningen (verschillende generaties woonbonus en geïntegreerde woonbonus) voor dezelfde woning, met keuzemogelijkheden [32](#page=32).
* **Voorbeeld 3 (Pagina 32-33):** Combinatieverbod tussen oude Vlaamse voordelen en Vlaamse geïntegreerde woonbonus, zelfs bij niet-overlappende leningen op dezelfde eigen woning [32](#page=32) [33](#page=33).
* **Voorbeeld 4 (Pagina 33):** Combinatieverbod tussen oude Vlaamse voordelen en Vlaamse geïntegreerde woonbonus bij meerdere leningen op verschillende, opeenvolgende eigen woningen [33](#page=33).
* **Voorbeeld 5 (Pagina 33-35):** Combinatieverbod tussen oude Vlaamse voordelen en Vlaamse geïntegreerde woonbonus, maar wel combinatie mogelijk met federale voordelen (optimalisatiemogelijkheid) [33](#page=33) [34](#page=34) [35](#page=35).
---
# Vlaamse geintegreerde woonbonus
Dit document beschrijft de voorwaarden en regels van de Vlaamse geintegreerde woonbonus, een belastingvermindering voor hypothecaire leningen en bijbehorende verzekeringen, met specifieke aandacht voor de afschaffing ervan vanaf 2020 en de cumulatieverboden met andere fiscale voordelen.
### 2.1 Algemene afschaffing en overgangsmaatregelen
De Vlaamse geintegreerde woonbonus is afgeschaft voor leningen die zijn afgesloten vanaf 1 januari 2020, evenals voor verzekeringen die dienen ter waarborg van dergelijke leningen. Uitsluitend hypothecaire leningen die uiterlijk op 31 december 2019 zijn aangegaan, komen nog in aanmerking voor dit voordeel. Voor nieuwe hypothecaire kredieten geldt de datum van de notariële akte als referentie, terwijl voor een wederopname op basis van een bestaande hypothecaire kredietopening, de datum van aanvaarding van het kredietaanbod doorslaggevend is [5](#page=5) [9](#page=9).
#### 2.1.1 Antimisbruikbepaling bij looptijdverlenging
Er geldt een antimisbruikbepaling die stelt dat een verlenging van de looptijd van leningen die vóór 2020 zijn afgesloten en recht gaven op Vlaamse fiscale voordelen, na 2019 niet tegenstelbaar is aan de Vlaamse belastingadministratie. Dit betekent dat de fiscale voordelen slechts gelden voor de oorspronkelijke looptijd zoals die op 31 december 2019 gold [5](#page=5).
**Uitzonderingen op de looptijdverlengingsregel:**
* **Accordeonleningen:** Automatische aanpassingen van de looptijd bij leningen met een variabele rentevoet, waarbij renteschommelingen leiden tot aanpassing van de looptijd in plaats van de maandelijkse aflossing, vormen een uitzondering [5](#page=5).
* **Betalingsuitstel door coronacrisis:** Een verlenging van de looptijd als gevolg van een betalingsuitstel verleend in het kader van het 'charter betalingsuitstel hypothecair krediet' door de coronacrisis, komt uitzonderlijk wel in aanmerking voor Vlaamse voordelen. Deze uitzondering geldt enkel indien zowel betalingsuitstel als looptijdverlenging werden toegekend [5](#page=5).
#### 2.1.2 Herfinanciering en wederopname
Een herfinanciering van een hypothecaire lening die vóór 01-01-2020 is aangegaan, behoudt in principe de datum van de oorspronkelijke lening en komt nog in aanmerking voor het fiscaal voordeel, zij het beperkt tot het nog openstaande saldo en de resterende looptijd zoals bepaald op 31-12-2019. Elk bijkomend geleend bedrag bovenop het openstaande saldo wordt beschouwd als een nieuwe lening en komt niet meer in aanmerking voor de woonbonus [6](#page=6).
Een wederopname op een bestaande lening wordt steeds beschouwd als een nieuwe lening. De startdatum hiervan bepaalt of deze nog in aanmerking komt voor de Vlaamse geintegreerde woonbonus [6](#page=6).
#### 2.1.3 Vlaamse fictie 'pandwissel' of 'hypotheekoverdracht'
De Vlaamse fictie die bij verkoop en aankoop van een woning de woonbonus op de lening van de vervreemde woning behoudt en deze toerekent aan de nieuw verworven woning, blijft van toepassing, zelfs indien de transacties na 1 januari 2020 plaatsvinden. Het fiscaal voordeel blijft evenwel beperkt tot het nog uitstaande bedrag van de oorspronkelijke lening [6](#page=6).
### 2.2 Voorwaarden voor de Vlaamse geintegreerde woonbonus
De Vlaamse geintegreerde woonbonus is van toepassing op leningen afgesloten tussen 1 januari 2016 en 31 december 2019 [9](#page=9).
#### 2.2.1 Voorwaarden voor interesten en kapitaalaflossingen
Om in aanmerking te komen, dienen de volgende voorwaarden vervuld te zijn:
* **Algemene voorwaarde:** Kapitaalaflossingen en interesten moeten werkelijk betaald zijn tijdens het belastbaar tijdperk en betrekking hebben op de 'eigen woning' van de belastingplichtige op het moment van betaling [9](#page=9).
* **Voorwaarden lening:**
* Betreft een hypothecaire leningsovereenkomst [9](#page=9).
* Aangegaan tussen 1 januari 2016 en uiterlijk 31 december 2019 [9](#page=9).
* Met een looptijd van ten minste 10 jaar [9](#page=9).
* Aangegaan door de belastingplichtige [9](#page=9).
* Bij een instelling gevestigd in de Europese Economische Ruimte (EER). Het Verenigd Koninkrijk wordt voor leningen tot 31 december 2020 gelijkgesteld met een EER-lidstaat [9](#page=9).
* Specifiek bedoeld voor de verwerving of behoud van een woning in een EER-lidstaat [9](#page=9).
* **Begrip 'verwerven of behouden woning':** Dit omvat aankoop, bouw, volledige of gedeeltelijke vernieuwing (conform btw-tarieven) en betaling van erfbelasting, successierecht, schenkbelasting of registratierecht op schenkingen van onroerende goederen (met uitzondering van nalatigheidsinteresten) [10](#page=10).
* **Hypothecaire inschrijving:** De lening moet daadwerkelijk gewaarborgd zijn door een hypothecaire inschrijving. Indien slechts gedeeltelijk, komen enkel de pro rata kapitaalaflossingen en interesten op het hypothecaire gedeelte in aanmerking [10](#page=10).
**Belangrijk:** De woning hoeft op 31 december van het leningsjaar niet de enige woning te zijn om in aanmerking te komen voor het basisvoordeel van de Vlaamse geintegreerde woonbonus. Het 'enige woning'-criterium is wel cruciaal voor het verkrijgen van de toeslagen. De woning hoefde op 31 december van het leningsjaar ook niet noodzakelijk de door de belastingplichtige zelf bewoonde woning te zijn [10](#page=10).
#### 2.2.2 Voorwaarden voor premies levensverzekeringen
Premies van individuele levensverzekeringen komen in aanmerking indien deze dienen voor het wedersamenstellen of waarborgen van een hypothecaire lening die in aanmerking komt voor de Vlaamse geintegreerde woonbonus. De definitief betaalde bijdragen zijn beperkt tot het gedeelte dat daadwerkelijk dient voor de wedersamenstelling of waarborg van de hypothecaire lening die aangegaan is tussen 1 januari 2016 en 31 december 2019 [11](#page=11).
**Additionele voorwaarden voor de levensverzekering:**
* Aangegaan in een EER-lidstaat ter verwerving of behoud van de eigen woning in een EER-lidstaat [11](#page=11).
* Enkel de belastingplichtige zelf is verzekerd [11](#page=11).
* Contract aangegaan vóór de leeftijd van 65 jaar [11](#page=11).
* Minimum looptijd van tien jaar indien het voordelen bij leven voorziet [11](#page=11).
* Voordelen bij leven komen toe aan de belastingplichtige vanaf 65 jaar [11](#page=11).
* Voordelen bij overlijden zijn bedongen ten gunste van:
* De personen die volle eigendom of vruchtgebruik verkrijgen van het onroerend goed, voor het deel dat de lening waarborgt of wedersamenstelt [11](#page=11).
* De echtgenoot of bloedverwanten tot de tweede graad, voor het deel dat de lening niet waarborgt of wedersamenstelt [11](#page=11).
* De bijdragen komen niet in aanmerking voor artikel 52, 7ºbis WIB 1992 [11](#page=11).
Indien de premie betrekking heeft op zowel het hypothecaire als het niet-hypothecaire gedeelte van de lening, komt enkel het deel in aanmerking dat overeenkomt met het hypothecaire inschrijvingspercentage van de lening [12](#page=12).
#### 2.2.3 Administratieve toleranties
Er zijn specifieke administratieve toleranties voorzien voor de geintegreerde woonbonus met betrekking tot samen belaste echtgenoten/wettelijk samenwonenden [10](#page=10) [11](#page=11):
* **Tolerantie 1:** Indien slechts één echtgenoot/partner eigenaar is, kan de andere echtgenoot/partner toch aanspraak maken op de woonbonus indien de inkomsten van de woning volgens burgerlijk recht gemeenschappelijk zijn (bv. wettelijk huwelijkstelsel) [10](#page=10).
* **Tolerantie 2:** Indien een echtgenoot/partner vóór het huwelijk een lening aanging voor zijn/haar enige woning, kan de andere echtgenoot/partner ook aanspraak maken op de woonbonus mits de woning in de huwelijksgemeenschap komt, de kredietovereenkomst wordt aangepast zodat de partner dezelfde plichten heeft ten opzichte van de kredietverstrekker, en aan alle andere voorwaarden is voldaan [11](#page=11).
### 2.3 De korf van de Vlaamse geintegreerde woonbonus
De werkelijk betaalde uitgaven die in aanmerking komen voor de geintegreerde woonbonus worden begrensd tot een maximale korf. Deze korf bestaat uit een basisbedrag en eventuele toeslagen. De maximale korf wordt per kredietnemer en per belastbaar tijdperk bepaald [12](#page=12).
#### 2.3.1 Basisbedrag
Het basisbedrag van de korf bedraagt 1 520 EUR per kredietnemer [13](#page=13).
#### 2.3.2 Toeslagen
Toeslagen zijn individueel per echtgenoot/wettelijk samenwonende partner te beoordelen [13](#page=13).
* **Toeslag enige woning:** 760 EUR, indien aan twee voorwaarden is voldaan:
1. De woning was op 31 december van het leningsjaar de enige woning van de belastingplichtige. Dit betekent dat de belastingplichtige geen volle (mede)eigenaar, blote eigenaar, vruchtgebruiker, erfpachter, opstalhouder of bezitter mocht zijn van een andere woning. Enkele uitzonderingen gelden, zoals mede-eigendom/vruchtgebruik verkregen via erfenis, of een woning die te koop werd aangeboden op 31/12 van het leningsjaar en verkocht uiterlijk op 31/12 van het jaar erna [13](#page=13).
2. Op 31 december van elk belastbaar tijdperk volgende op het leningsjaar is de belastingplichtige geen volle (mede)eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker van een andere woning geworden dan die waarvoor de woonbonus wordt gevraagd. Het verwerven van de blote eigendom van een bijkomende woning na het leningsjaar telt niet mee [13](#page=13) [14](#page=14).
* **Toeslag kinderlast:** 80 EUR, indien de belastingplichtige drie of meer kinderen ten laste heeft op 1 januari van het jaar na het jaar waarin de hypothecaire lening is aangegaan. Gehandicapte kinderen tellen voor twee [13](#page=13).
De maximale korf kan dus oplopen tot 2 360 EUR (basisbedrag + toeslag enige woning + toeslag kinderlast) [14](#page=14).
#### 2.3.3 Verlies van toeslagen
* **Definitief verlies:** Vanaf het eerste belastbaar tijdperk waarin de belastingplichtige op 31 december een andere woning verwerft (als volle eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker), gaan de toeslagen definitief verloren. Er is geen herinstap mogelijk [13](#page=13).
* **Tijdelijk verlies:** Indien een woning die op 31 december van het leningsjaar te koop stond, niet verkocht wordt tegen 31 december van het volgende jaar, gaan de toeslagen definitief verloren vanaf dat volgende jaar [14](#page=14).
### 2.4 Aangifte van de Vlaamse geintegreerde woonbonus
De berekening van de te vermelden bedragen in de aangifte volgt een stappenplan:
1. **Bepaling van het deel interesten en kapitaalaflossingen:** Dit is het werkelijk betaalde bedrag, ofwel het eigen aandeel indien de lening gemeenschappelijk is aangegaan. Bij echtgenoten/wettelijk samenwonenden is een vrije verdeling mogelijk van het totale bedrag [17](#page=17) [18](#page=18).
2. **Toevoegen van verzekeringspremies:** De betaalde premies van individuele levensverzekeringen die dienen ter waarborg of wedersamenstelling van de lening worden hierbij opgeteld [18](#page=18).
3. **Begrenzing tot de maximale korf:** Het resultaat van stap 2 wordt begrensd tot de geldende maximale korf (1 520 EUR, 2 280 EUR of 2 360 EUR afhankelijk van de toeslagen) [18](#page=18).
4. **Verdeling bij gezamenlijke aanslag:** Bij echtgenoten/wettelijk samenwonenden mag het gezamenlijke resultaat van stap 3 vrij verdeeld worden, zolang de individuele maximale korf per persoon niet wordt overschreden [18](#page=18).
5. **Verdeling over interesten/kapitaalaflossingen en premies:** Het resultaat van stap 4 wordt verdeeld over rubriek 1.a (interesten en kapitaalaflossingen) en 1.b (verzekeringspremies), zonder de werkelijk betaalde bedragen te overschrijden [18](#page=18).
Het fiscaal voordeel van de opgevulde maximumkorf levert een gewestelijke belastingvermindering op tegen het vaste tarief van 40% [18](#page=18).
### 2.5 Formaliteiten
De belastingplichtige dient een attest ter beschikking te houden dat aantoont dat aan alle voorwaarden is voldaan [18](#page=18).
### 2.6 Keuzeregeling: Cumulverbod met 'oude' Vlaamse voordelen
De Vlaamse geintegreerde woonbonus is niet combineerbaar met oude Vlaamse belastingverminderingen voor leningen afgesloten vóór 2016. Wanneer een belastingplichtige uitgaven heeft die in aanmerking komen voor de geintegreerde woonbonus (lening 2016-2019) én voor oude Vlaamse voordelen (leningen vóór 2016), moet hij een keuze maken [30](#page=30).
* **Keuze voor de Vlaamse geintegreerde woonbonus:** Dit is een definitieve, onherroepelijke en bindende keuze. Alle oude Vlaamse voordelen voor leningen en verzekeringen van vóór 2016 vervallen [30](#page=30).
* **Keuze voor de 'oude' Vlaamse voordelen:** Dit is een voorlopige keuze voor het belastbaar tijdperk. De belastingplichtige behoudt de mogelijkheid om in een later tijdperk alsnog voor de Vlaamse geintegreerde woonbonus te kiezen. Echter, de 10-jarige termijn voor toeslagen begint te lopen vanaf het jaar van aangaan van de lening, niet vanaf het jaar van instap in de geintegreerde woonbonus [30](#page=30).
Bij een gemeenschappelijke aanslag moeten beide belastingplichtigen dezelfde keuze maken. Het cumulverbod geldt enkel voor gewestelijke Vlaamse voordelen; een combinatie met federale voordelen is wel mogelijk [30](#page=30) [31](#page=31).
#### 2.6.1 Voorbeelden van cumulverboden
* **Overlappende leningen op dezelfde woning:** Indien een lening uit 2003 en een lening uit 2019 op dezelfde woning betrekking hebben, kan slechts één stelsel gekozen worden. Indien de geintegreerde woonbonus (lening 2019) is aangevraagd, vervallen de oude voordelen voor de lening van 2003 definitief. Indien de oude voordelen (lening 2003) zijn gekozen, is een overstap naar de geintegreerde woonbonus voor de lening van 2019 mogelijk, maar dit is dan een definitieve keuze [31](#page=31) [32](#page=32).
* **Meerdere leningen op opeenvolgende eigen woningen:** Ook hier is een keuze vereist tussen de geintegreerde woonbonus voor de lening van 2019 en de oude voordelen voor een lening van vóór 2016 [32](#page=32).
* **Combinatie met federale voordelen:** De Vlaamse geintegreerde woonbonus kan gecombineerd worden met federale voordelen zoals langetermijnsparen of de federale interestaftrek. Dit opent optimalisatiemogelijkheden, aangezien de korven niet gekoppeld zijn [31](#page=31) [33](#page=33) [34](#page=34) [35](#page=35).
---
# Federale fiscale voordelen voor leningen en schulden
Dit hoofdstuk behandelt de federale fiscale voordelen die van toepassing zijn op leningen en schulden die verband houden met onroerende goederen die niet de eigen woning van de belastingplichtige zijn [3](#page=3) [4](#page=4).
### 3.1 Kapitaalaflossingen op leningen voor niet-eigen woningen
Federale voordelen voor kapitaalaflossingen zijn van toepassing op alleenstaande hypothecaire leningen met een looptijd van minstens 10 jaar, afgesloten voor het verwerven of behouden van volle (mede)eigendom van een woning gelegen in de EER. De toepasselijkheid van deze voordelen is afhankelijk van de periode waarin de lening werd afgesloten en de vervulling van bepaalde voorwaarden [3](#page=3).
#### 3.1.1 Leningen afgesloten tussen 1 januari 1993 en 31 december 2004
Voor leningen afgesloten in deze periode, is het essentieel om na te gaan of aan de "cruciale woonbonusvoorwaarden" is voldaan op 31 december van het leningsjaar [3](#page=3).
* **Indien de cruciale woonbonusvoorwaarden niet vervuld zijn:**
* Indien de woning vóór 1 januari 2016 een niet-eigen woning werd en de belastingplichtige in het vorige aanslagjaar federale belastingen op langetermijnsparen heeft gevraagd, dan is een voordeel voor langetermijnsparen (aan 30%) mogelijk [3](#page=3).
* **Indien de cruciale woonbonusvoorwaarden vervuld zijn:**
* Is een voordeel voor federale belastingen op langetermijnsparen (aan 30%) mogelijk, mits aan de bijkomende voorwaarden daarvoor is voldaan [3](#page=3).
> **Tip:** De "cruciale woonbonusvoorwaarden" omvatten de verplichting om de woning zelf te betrekken en het zijn van de enige woning op 31 december van het leningsjaar [3](#page=3).
#### 3.1.2 Leningen afgesloten tussen 1 januari 2005 en 31 december 2013
Voor leningen afgesloten in deze periode, geldt eveneens de eis van het voldoen aan de "cruciale woonbonusvoorwaarden" op 31 december van het leningsjaar [3](#page=3).
* **Indien de cruciale woonbonusvoorwaarden niet vervuld zijn:**
* Als de woning vóór 1 januari 2016 een niet-eigen woning werd en in het vorig aanslagjaar federale belastingen op woonbonus werden gevraagd, is de federale belastbare woonbonus toepasselijk (marginaal tarief, minimum 30%) [3](#page=3).
* Er is een maximumbedrag van 2.450 euro, maar dit geldt indien de periode van toeslagen voorbij is [3](#page=3).
* **Indien de cruciale woonbonusvoorwaarden vervuld zijn:**
* De federale belastbare woonbonus is van toepassing (marginaal tarief, minimum 30%) [3](#page=3).
> **Let op:** Indien men opteert voor een ander fiscaal voordeel (zoals langetermijnsparen), is de federale belastbare woonbonus vanaf het volgende belastbare tijdperk niet meer mogelijk [3](#page=3).
#### 3.1.3 Leningen afgesloten vanaf 1 januari 2014, maar voor 2024
Bij leningen afgesloten in deze periode, is het cruciaal om te kijken naar de vervulling van de "cruciale woonbonusvoorwaarden" op 31 december van het leningsjaar [3](#page=3).
* **Indien de cruciale woonbonusvoorwaarden niet vervuld zijn:**
* Als de woning vóór 1 januari 2016 een niet-eigen woning werd en in het vorig aanslagjaar federale belastingen op woonbonus werden gevraagd, is de federale belastbare woonbonus toepasselijk (marginaal tarief, minimum 30%) [3](#page=3).
* Er is een maximumbedrag van 2.450 euro, maar dit geldt indien de periode van toeslagen voorbij is [3](#page=3).
* **Indien de cruciale woonbonusvoorwaarden vervuld zijn:**
* De federale belastbare woonbonus is van toepassing (marginaal tarief, minimum 30%) [3](#page=3).
### 3.2 Interesten op leningen voor niet-eigen woningen
Federale voordelen voor interesten op leningen voor niet-eigen woningen zijn van toepassing op een alleenstaande hypothecaire lening met een looptijd van minstens 10 jaar, afgesloten voor het verwerven of behouden van volle (mede)eigendom van een woning in de EER. Het belangrijkste onderscheid hier is of het onroerend inkomen van het betreffende goed in de belastbare basis van het huidig tijdperk is opgenomen [4](#page=4).
#### 3.2.1 Leningen afgesloten vóór 1 mei 1986
* Indien het onroerend inkomen van dit onroerend goed in de belastbare basis van het huidig tijdperk is opgenomen, is de "federale gewone interesaftrek" (marginaal tarief) mogelijk [4](#page=4).
* Indien het onroerend inkomen niet in de belastbare basis is opgenomen, is geen aftrek mogelijk [4](#page=4).
#### 3.2.2 Leningen afgesloten tussen 1 mei 1986 en 31 december 2004
Hier moet gekeken worden naar de vervulling van de "voorwaarden bijkomende interestaftrek" [4](#page=4).
* **Indien de voorwaarden bijkomende interestaftrek niet vervuld zijn:**
* Indien het onroerend inkomen van die woning in de belastbare basis van huidig tijdperk zit, is de "federale gewone interesaftrek" (marginaal tarief) mogelijk [4](#page=4).
* Indien het onroerend inkomen niet in de belastbare basis zit, is geen aftrek mogelijk [4](#page=4).
* **Indien de voorwaarden bijkomende interestaftrek vervuld zijn:**
* Is de "federale belastbare interestaftrek voor bijkomende interesten" (marginaal tarief) mogelijk. Er is hier een maximum van 2.450 euro, indien de periode van toeslagen voorbij is [4](#page=4).
#### 3.2.3 Leningen afgesloten tussen 1 januari 2005 en 31 december 2013
Voor deze periode zijn de "cruciale woonbonusvoorwaarden" op 31 december van het leningsjaar van belang [4](#page=4).
* **Indien de cruciale woonbonusvoorwaarden niet vervuld zijn:**
* Indien de woning vóór 1 januari 2016 een niet-eigen woning werd én in het vorig aanslagjaar federale belastbare woonbonus werd gevraagd, dan is de federale belastbare woonbonus toepasselijk (marginaal tarief, minimum 30%) [4](#page=4).
* Indien de woning vóór 1 januari 2016 een niet-eigen woning werd én in het vorig aanslagjaar federale belastingen op bijkomende interesten werden gevraagd, dan is de "federale belastbare interestaftrek voor bijkomende interesten" (marginaal tarief) mogelijk, met een maximum van 2.450 euro indien de periode van toeslagen voorbij is [4](#page=4).
* Indien het onroerend inkomen van die woning in de belastbare basis zit, is de "federale gewone interesaftrek" (marginaal tarief) mogelijk [4](#page=4).
* Indien het onroerend inkomen niet in de belastbare basis zit, is geen aftrek mogelijk [4](#page=4).
* **Indien de cruciale woonbonusvoorwaarden vervuld zijn:**
* De federale belastbare woonbonus is van toepassing (marginaal tarief, minimum 30%). Dit met de optie van federale gewone interestaftrek [4](#page=4).
> **Belangrijk:** Indien men opteert voor een ander fiscaal voordeel (zoals de federale gewone interestaftrek), is de federale belastbare woonbonus vanaf het volgende belastbare tijdperk niet meer mogelijk [4](#page=4).
#### 3.2.4 Leningen afgesloten vanaf 1 januari 2014
Voor leningen afgesloten vanaf 1 januari 2014, is het eveneens essentieel om te bepalen of het onroerend inkomen in de belastbare basis is opgenomen [4](#page=4).
* **Indien het onroerend inkomen van dit onroerend goed niet in de belastbare basis zit:**
* Is geen aftrek mogelijk [4](#page=4).
* **Indien het onroerend inkomen van dit onroerend goed wel in de belastbare basis zit:**
* Is de "federale gewone interesaftrek" (marginaal tarief) mogelijk [4](#page=4).
> **Tip:** De voorwaarde van "enige woning" op 31 december van het belastbare tijdperk impliceert dat de belastingplichtige geen andere woningen bezit in volle (mede)eigendom, vruchtgebruik, erfpacht, opstal of bezit. Mede-eigendom of vruchtgebruik verworven via erfenis of schenking telt niet mee als tweede woning [4](#page=4).
### 3.3 Definities van cruciale voorwaarden
#### 3.3.1 Zelfbetrekkingsverplichting
De verplichting om de woning zelf te betrekken op 31 december van het leningsjaar. Er zijn uitzonderingen mogelijk omwille van beroeps- of sociale redenen, wettelijke of contractuele belemmeringen die bewoning verhinderen (mits de woning betrokken wordt op 31 december van het jaar waarin de belemmeringen wegvallen), of de stand van (ver)bouwwerkzaamheden [3](#page=3) [4](#page=4).
#### 3.3.2 Enige woning op 31 december van het leningsjaar
Dit betekent dat de belastingplichtige op die datum geen volle (mede)eigenaar, vruchtgebruiker, erfpachter, opstalhouder, bezitter of blote eigenaar is van een andere woning. Uitzonderingen hierop zijn wanneer men ingevolge erfenis mede-eigenaar, blote eigenaar of vruchtgebruiker is van een andere woning, of wanneer de woning te koop werd aangeboden op 31 december van het leningsjaar en uiterlijk op 31 december van het jaar lening+1 verkocht is [3](#page=3) [4](#page=4).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Aanslagjaar | Het jaar waarin een aanslag wordt gevestigd en de belastbare periode wordt geëvalueerd. Dit is het jaar waarvoor de belasting wordt berekend. |
| Belastingplichtige | Een natuurlijke persoon of rechtspersoon die gehouden is tot het betalen van belastingen aan de overheid, op basis van de geldende fiscale wetgeving. |
| Belastingvermindering | Een bedrag dat van de verschuldigde belasting kan worden afgetrokken, waardoor het netto te betalen bedrag aan belasting wordt verlaagd. |
| Bouwsparen | Een fiscaal voordeel dat verband houdt met het sparen voor de bouw van een woning, vaak in de vorm van een belastingvermindering op stortingen of leningen. |
| Eigen woning | De woning die door de belastingplichtige zelf wordt bewoond en als hoofdverblijfplaats dient. Dit begrip is cruciaal voor de toekenning van diverse fiscale voordelen. |
| Erfpacht | Een zakelijk recht dat de erfpachter het recht geeft om andermans onroerende goed te pachten en te gebruiken alsof hij de eigenaar is, gedurende een bepaalde periode. |
| Federale overheid | De centrale overheid van een federale staat, die verantwoordelijk is voor de nationale wetgeving en het beleid, inclusief bepaalde fiscale aangelegenheden. |
| Geïntegreerde woonbonus | Een specifieke Vlaamse belastingvermindering voor uitgaven gerelateerd aan de eigen woning, die verschillende eerdere voordelen integreert tot één regeling. |
| Gewestelijke voordelen | Fiscale voordelen die door de gewesten (Vlaams, Waals, Brussels Hoofdstedelijk) worden toegekend voor bepaalde uitgaven, zoals die met betrekking tot de eigen woning. |
| Hypothecaire lening | Een lening die wordt gedekt door een hypotheek op een onroerend goed. De geldschieter heeft het recht om het onroerend goed te verkopen als de lening niet wordt terugbetaald. |
| Intresten | De kosten die worden betaald voor het lenen van geld, uitgedrukt als een percentage van het geleende bedrag. |
| Kapitaalaflossingen | De terugbetaling van het geleende kapitaal, naast de intresten, bij de aflossing van een lening. |
| Kadastraal inkomen (KI) | Een door de overheid toegekende waarde aan onroerende goederen, die wordt gebruikt als basis voor de berekening van onroerende voorheffing en soms ook voor andere belastingen. |
| Lening | Een bedrag dat door een partij aan een andere partij wordt geleend, met de afspraak om dit bedrag terug te betalen, meestal met intrest, binnen een bepaalde termijn. |
| Looptijd | De periode gedurende welke een lening loopt, vanaf de opname tot de volledige terugbetaling. |
| Niet-eigen woning | Een onroerend goed dat niet de hoofdverblijfplaats van de belastingplichtige is, zoals een tweede verblijf, een verhuurde woning of een eigendom die niet zelf wordt bewoond. |
| Opstalvergoeding | Een vergoeding die betaald wordt voor het recht om op andermans grond gebouwen te hebben of te bouwen. |
| Pandwissel | Een financiële transactie waarbij de ene zekerheid (pand) wordt ingeruild voor een andere, vaak om een lening te herstructureren of een betere rente te verkrijgen. |
| Schuldsaldoverzekering | Een levensverzekering die de resterende schuld van een lening dekt in geval van overlijden, arbeidsongeschiktheid of werkloosheid van de leningnemer. |
| Stelsel | Een systeem of reeks regels en procedures, in dit geval verwijzend naar een fiscaal regime of een specifieke belastingwetgeving. |
| Tibi | Afkorting voor 'Taxe d'Habitation' of belastingen op onroerende goederen die niet als hoofdverblijfplaats dienen. (Niet expliciet genoemd in document, maar gerelateerd aan onroerende inkomsten). |
| Wederopname | Het opnieuw opnemen van reeds afgeloste delen van een hypothecaire lening, wat wordt beschouwd als een nieuwe lening met nieuwe voorwaarden. |
| Woonbonus | Een fiscaal voordeel dat de federale of gewestelijke overheid toekent aan belastingplichtigen voor uitgaven gerelateerd aan de verwerving of behoud van hun eigen woning. |