Nieuwe Wetgeving Patiëntenrechten.pdf
Summary
# Inleiding tot de wet patiëntenrechten
Dit deel introduceert de kernbegrippen van de Wet Patiëntenrechten (WPR), waaronder de definitie van patiënt en beroepsbeoefenaar, het brede concept van gezondheidszorg en de essentie van de zorgrelatie [1](#page=1) [2](#page=2).
### 1.1 De Wet Patiëntenrechten (WPR)
De Wet Patiëntenrechten (WPR) is een wet van 22 augustus 2002, die op 6 februari 2024 werd geüpdatet. Het hoofddoel van deze wet is het creëren van duidelijkheid en rechtszekerheid door op eenvoudige wijze de rechten van patiënten uiteen te zetten, alsook de eraan gekoppelde plichten van zorgverleners. De wet is van toepassing op een breed scala aan entiteiten en personen binnen de gezondheidszorg, waaronder patiënten, beroepsbeoefenaars, en bekwame helpers en mantelzorgers [1](#page=1).
### 1.2 De definitie van een patiënt
Een patiënt wordt gedefinieerd als iedereen die op eigen verzoek één of andere vorm van gezondheidszorg ontvangt. Deze persoon wordt ook wel een zorgvrager genoemd. Er zijn echter enkele uitzonderingen op deze definitie [1](#page=1):
* **Op verzoek van een vertegenwoordiger:** Dit geldt bijvoorbeeld voor de ouders van een minderjarige [1](#page=1).
* **Op verzoek van een derde:** Bijvoorbeeld wanneer de werkgever controle uitoefent op arbeidsongeschiktheid [1](#page=1).
* **Zonder verzoek:** Dit is van toepassing in spoedgevallen [1](#page=1).
> **Tip:** De WPR erkent expliciet de actieve rol van de patiënt door het bevorderen van autonomie [1](#page=1).
### 1.3 De actieve rol van de patiënt
Patiënten hebben de mogelijkheid om zich actiever te informeren of vragen te stellen met betrekking tot hun gezondheidstoestand, de bekwaamheid en ervaring van de beroepsbeoefenaar, en geplande interventies [1](#page=1).
Verder kunnen patiënten:
* Documenten betreffende hun waarden, voorkeuren en levensdoelen toevoegen aan hun patiëntendossier [2](#page=2).
* Hun wil, inclusief weigeringen en wensen met betrekking tot specifieke tussenkomsten, vastleggen in een voorafgaande verklaring. Deze verklaring kan worden gebruikt wanneer de patiënt niet in staat is zijn rechten zelf uit te oefenen [2](#page=2).
* Deelnemen aan vroegtijdige zorgplanning voor hun zorgtraject [2](#page=2).
### 1.4 De definitie van een beroepsbeoefenaar
De wet is niet enkel van toepassing op artsen, maar op alle 'beroepsbeoefenaars' of zorgverleners in de gezondheidszorg. Dit omvat [2](#page=2):
* Alle 'klassieke' beroepen die geregeld zijn in de gecoördineerde wet op de uitoefening van de gezondheidsberoepen van 10 mei 2015 [2](#page=2).
* Ook beoefenaars van 'niet-conventionele' praktijken, zoals osteopaten en acupuncturisten, geregeld in de wet van 29 april 1999 [2](#page=2).
Het werkplek van de beroepsbeoefenaar is niet van belang; de wet geldt zowel in een instelling, een zelfstandige praktijk, de eerstelijnszorg als in de thuiszorg. Belangrijk is dat er een zorgrelatie bestaat. De wet is tevens van toepassing op mantelzorgers en bekwame helpers [2](#page=2).
### 1.5 De actieve rol van de gezondheidszorgbeoefenaar
Gezondheidszorgbeoefenaars hebben een actieve rol in het naleven van de rechten van de patiënt. Zij moeten [2](#page=2):
* Rekening houden met de waarden, voorkeuren en levensdoelen van de patiënt bij het verlenen van kwaliteitsvolle zorg [2](#page=2).
* Bij het verstrekken van informatie over de gezondheidstoestand en geplande tussenkomsten, deze patiëntgebonden elementen meenemen [2](#page=2).
* Rekening houden met eventuele voorafgaande wilsverklaringen waarin de wensen van de patiënt met betrekking tot de zorg zijn vastgelegd [2](#page=2).
Een voorafgaande negatieve wilsverklaring (een weigering van een specifieke tussenkomst) moet automatisch gerespecteerd worden [2](#page=2).
### 1.6 Het begrip gezondheidszorg
Gezondheidszorg wordt gedefinieerd als een zeer ruim begrip. Het omvat alle diensten en zorg die een zorgverlener verstrekt met de volgende doelen [2](#page=2):
* Het bevorderen, vaststellen, behouden, herstellen of verbeteren van de gezondheidstoestand van een patiënt [2](#page=2).
* Het veranderen van het uiterlijk van een patiënt om voornamelijk esthetische redenen [2](#page=2).
* Het begeleiden van de patiënt bij het sterven [2](#page=2).
Dit omvat zowel preventieve, curatieve als esthetische zorg, nazorg, revalidatie, gerechtelijke geneeskunde, verzekeringsgeneeskunde en arbeidsgeneeskunde. Er bestaat aparte wetgeving rond orgaandonatie, abortus en euthanasie [2](#page=2).
### 1.7 De zorgrelatie of zorgcontract
De zorgrelatie of het zorgcontract kan worden beschouwd als een contractuele of buitencontractuele (aquiliaanse) rechtsverhouding. Het ontstaat wanneer een patiënt een zorgvraag stelt aan een zorgverlener, waarna de zorgverlener zorg verleent aan de zorgvrager [2](#page=2).
* Wanneer de zorgverlener in loondienst is, ontstaat er een buitencontractuele (aquiliaanse) rechtsverhouding [2](#page=2).
* Wanneer de zorgverlener zelfstandig is, is er sprake van een contractuele rechtsverhouding [2](#page=2).
Het onderscheid tussen een directe en indirecte zorgvraag is relevant in het kader van aansprakelijkheid [2](#page=2).
---
# Kernrechten van de patiënt
Dit gedeelte behandelt de fundamentele rechten die patiënten in de gezondheidszorg genieten, gericht op hun autonomie, waardigheid en toegang tot kwaliteitsvolle zorg [3](#page=3).
### 2.1 Overzicht van patiëntenrechten
De kernrechten van de patiënt omvatten onder meer het recht op informatie, toestemming, privacy, kwaliteitsvolle dienstverlening, vrije keuze van beroepsbeoefenaar, pijnbestrijding en rechten met betrekking tot het patiëntendossier. Daarnaast zijn er ook klachtrechten en rechten op vertegenwoordiging vastgelegd [3](#page=3).
### 2.2 Recht op informatie
Het recht op informatie is een fundamenteel recht dat patiënten in staat stelt weloverwogen beslissingen te nemen over hun gezondheid en behandeling. Dit recht is verankerd in artikel 7 van de wetgeving [3](#page=3).
#### 2.2.1 Inhoud van de informatie
De informatie die aan de patiënt verstrekt dient te worden, omvat minimaal:
* Het doel van de voorgestelde tussenkomst of behandeling [3](#page=3).
* De aard van de voorgestelde tussenkomst of behandeling [3](#page=3).
* De graad van urgentie [3](#page=3).
* De duur en frequentie van de zorg [3](#page=3).
* Informatie over nazorg of revalidatie [3](#page=3).
* Beschikbare alternatieven of opties [3](#page=3).
* De financiële gevolgen van de behandeling [3](#page=3).
Daarnaast dient de patiënt ook geïnformeerd te worden over zijn gezondheidstoestand, de vermoedelijke evolutie ervan, diagnoses, ongunstige prognoses en eventueel gewenst gedrag (zoals rookstop). De kwaliteitswet (KW) benadrukt het recht op volledige informatie, inclusief alternatieven, met respect voor de diagnostische en therapeutische vrijheid van de beroepsbeoefenaar, maar met inachtneming van de wensen en voorkeuren van de patiënt [3](#page=3).
#### 2.2.2 Vorm van de informatie
De informatie moet op een **gepersonaliseerde** manier worden aangeboden, in duidelijke en begrijpbare taal, zonder vakjargon. Dit betekent dat de zorgverlener rekening moet houden met de leeftijd, taal, opleidingsniveau, psychische draagkracht en andere individuele kenmerken van de patiënt. Mondelinge informatie kan volstaan, tenzij specifieke wetgeving (zoals bij euthanasie of abortus) andere verplichtingen oplegt. Op verzoek van de patiënt of de beroepsbeoefenaar (BB) kan de informatie schriftelijk worden verstrekt, wat ook nodig kan zijn bij complexe materies [3](#page=3) [4](#page=4).
#### 2.2.3 Aan wie de informatie verstrekken?
De informatie wordt primair aan de patiënt zelf verstrekt, met respect voor het beroepsgeheim en de privacy. Echter, met toestemming van de patiënt kan de informatie ook gedeeld worden met [4](#page=4):
* Een vertrouwenspersoon: een door de patiënt informeel of formeel aangeduide persoon die de patiënt bijstaat in de uitoefening van zijn rechten en op vraag van de patiënt informatie kan ontvangen. De draagwijdte van de bevoegdheid van de vertrouwenspersoon moet in het patiëntendossier worden genoteerd [4](#page=4).
* Een vertegenwoordiger: deze neemt beslissingen namens de patiënt wanneer deze wilsonbekwaam is. Dit kan een door de patiënt aangeduide persoon zijn, een bewindvoerder aangesteld door de vrederechter, of via een cascade- of watervalsysteem [4](#page=4).
* Een bewindvoerder: aangesteld door de vrederechter voor handelingsonbekwame meerderjarigen [4](#page=4).
#### 2.2.4 Vertrouwenspersoon versus vertegenwoordiger
Het is cruciaal om een onderscheid te maken tussen een vertrouwenspersoon en een vertegenwoordiger. De vertrouwenspersoon **staat de patiënt bij** bij de uitoefening van zijn rechten, terwijl de vertegenwoordiger **optreedt in plaats van de patiënt** wanneer deze wilsonbekwaam is [5](#page=5).
#### 2.2.5 Therapeutische exceptie en recht op niet weten
* **Therapeutische exceptie:** Dit is een uitzonderlijke mogelijkheid voor de zorgverlener (meestal een arts) om informatie tijdelijk in te houden als de mededeling ervan ernstige schadelijke gevolgen zou hebben voor de gezondheidstoestand van de patiënt. Er dient eerst nagegaan te worden of de informatie gedeeltelijk of gradueel kan worden meegedeeld. Als laatste optie, na raadpleging van collega's en met schriftelijke motivering in het medisch dossier, kan informatie worden onthouden indien een ernstig nadeel voor de patiënt wordt vermoed. De vertrouwenspersoon moet wel geïnformeerd worden en de informatie dient alsnog te worden verstrekt zodra het nadeel niet meer aanwezig is [5](#page=5) [6](#page=6).
* **Recht op niet weten:** Op uitdrukkelijk verzoek van de patiënt kan deze informatie weigeren. Dit is echter geen absoluut recht; de arts moet informeren indien er schade te verwachten is voor de patiënt of derden (bv. bij besmettelijke ziekten of epilepsie en autorijden). De weigering dient genoteerd te worden in het patiëntendossier [6](#page=6).
### 2.3 Recht op toestemming (Informed consent)
Het recht op toestemming, ook wel 'informed consent' genoemd, is verankerd in artikel 8 en vereist de geïnformeerde toestemming van de patiënt voor elke medische tussenkomst. Dit respecteert het zelfbeschikkingsrecht (autonomie) van de patiënt [6](#page=6).
#### 2.3.1 Voorwaarden voor toestemming
De toestemming moet voorafgaand en tijdig verkregen worden, nadat de patiënt volledige informatie heeft ontvangen. Dit kan uitdrukkelijk (mondeling en/of schriftelijk) of soms impliciet zijn, afgeleid uit het gedrag van de patiënt (bv. arm uitstrekken voor bloedafname). Een reactie van de patiënt, of het gebrek eraan, kan echter nooit als stilzwijgende toestemming worden beschouwd [6](#page=6).
#### 2.3.2 Recht op weigeren van toestemming (Informed refusal)
Patiënten hebben ook het recht om toestemming te weigeren ('informed refusal'). Dit kan via een negatieve wilsverklaring voor specifieke tussenkomsten. De patiënt mag zijn toestemming op elk moment intrekken, maar moet geïnformeerd zijn over de mogelijke gevolgen en risico's van zijn weigering. De weigeringsbeslissing wordt schriftelijk vastgelegd in het dossier [6](#page=6).
#### 2.3.3 Wilsverklaringen
* **Negatieve wilsverklaring:** Een voorafgaande schriftelijke weigering voor een welomschreven tussenkomst onder specifieke omstandigheden [7](#page=7).
* **Voorafgaande wilsverklaring (in de WPR):** Uiten van wensen, doelstellingen en voorkeuren gebaseerd op de waarden van de patiënt. Juridisch niet bindend voor de zorgverlener, maar er wordt verwacht dat er maximaal rekening mee gehouden wordt. Dit is in lijn met de Kwaliteitswet (KW) die rekening houdt met de voorkeuren van de patiënt, maar de diagnostische en therapeutische vrijheid van de arts behoudt [7](#page=7).
* **Voorafgaande wilsverklaring euthanasie:** Specifieke wilsverklaring met betrekking tot euthanasie [7](#page=7).
#### 2.3.4 Draagwijdte van toestemming
De interpretatie van toestemming kan strikt zijn (enkel voor de ingreep waarvoor toestemming werd gegeven) of ruimer (voor niet-voorziene, zinvolle uitbreidingen of wijzigingen tijdens een ingreep). Correcte en volledige voorafgaande informatie is cruciaal voor beide interpretaties [7](#page=7).
#### 2.3.5 Bekwaamheid en toestemming
* **Rechtsbekwaamheid:** Het bezit van rechten en plichten [7](#page=7).
* **Handelingsbekwaamheid:** Het effectief kunnen uitoefenen van de rechten die men bezit [7](#page=7).
* **Feitelijke bekwaamheid/wilsbekwaamheid:** De feitelijke situatie waarin een patiënt tijdelijk zijn rechten niet kan uitoefenen (bv. coma) [7](#page=7).
#### 2.3.6 Toestemming bij minderjarigen
Principe is dat minderjarigen handelingsonbekwaam zijn en toestemming via hun wettelijke vertegenwoordiger (ouders, voogd) verloopt. Echter, rekening houdend met leeftijd en maturiteit, kan de mening van de minderjarige van belang zijn en kan een 'mature' of 'mondige' minderjarige (vanaf een bepaalde leeftijd en met redelijk beoordelingsvermogen) zelfstandig optreden. Voorbeelden zoals COVID-vaccinatie vanaf 16 jaar duiden op een verschuiving naar meer autonomie voor oudere minderjarigen. De beoordeling van de wilsbekwaamheid van een minderjarige gebeurt individueel, rekening houdend met leeftijd, ontwikkeling, context en bevattingsvermogen [7](#page=7) [8](#page=8).
#### 2.3.7 Toestemming bij wilsonbekwame meerderjarigen
Bij wilsonbekwame meerderjarigen treedt er een hiërarchie van vertegenwoordigers op [8](#page=8):
1. **Vertegenwoordiger aangeduid door de patiënt:** Gemandateerde persoon, via zorgvolmacht (notaris) of vroegtijdige zorgplanning [8](#page=8).
2. **Bewindvoerder:** Aangeduid door de vrederechter [8](#page=8).
3. **Vertegenwoordiger aangeduid door cascade WPR:** Echtgenoot/partner, meerderjarig kind, ouder, meerderjarige sibling [8](#page=8).
#### 2.3.8 Buitengerechtelijke zorgvolmacht
Sinds 2019 mogelijk via notaris zonder tussenkomst van de rechter. Deze volmacht regelt het beheer van persoonlijke rechten en goederen voor het geval de persoon onbekwaam wordt [9](#page=9).
#### 2.3.9 Leidraad bij plaatsvervangende toestemming
De wil van de patiënt is de leidraad. Indien deze moeilijk achterhaalbaar is, geldt het belang van de patiënt als beslissingscriterium. Zorgverleners mogen afwijken van beslissingen van de vertegenwoordiger in het belang van de patiënt, om ernstige bedreigingen af te wenden, mits multidisciplinair overleg en motivering in het dossier [9](#page=9).
#### 2.3.10 Toestemming in spoedgevallen
In levensbedreigende situaties, bij ernstige aantasting van de gezondheid, en bij gebrek aan voorafgaande wilsbeschikking, mag de zorgverlener autonoom handelen in het belang van de patiënt. De informatie- en toestemmingsplicht dient echter zo snel mogelijk te worden vervuld [10](#page=10) [9](#page=9).
### 2.4 Recht op privacy
Het recht op privacy beschermt de intimiteit, het privéleven en de persoonlijke levenssfeer van de patiënt bij elke zorginterventie. Dit recht is gewaarborgd door de Grondwet, de Kwaliteitswet (KW), de GDPR, en de wetgeving op het beroepsgeheim (art. 458 Sw.) [10](#page=10).
* **Informationele privacy:** Bescherming van alle gegevens met betrekking tot de gezondheidstoestand, met wettelijke uitzonderingen voor volksgezondheid en bescherming van zichzelf of anderen [10](#page=10).
* **Ruimtelijke privacy:** Recht op intimiteit, afscherming van de patiënt (bv. met gordijnen, beletlichtje), en aanwezigheid van enkel noodzakelijk personeel. Studenten mogen aanwezig zijn, tenzij de patiënt zich verzet [10](#page=10).
### 2.5 Recht op kwaliteitsvolle dienstverlening
Dit recht gaat over het leveren van doelgerichte zorg, geïntegreerd in de Kwaliteitswet. Het omvat [10](#page=10):
* Een duidelijk kader voor praktijkvoering en het belang van expertise en ervaring van de beroepsbeoefenaar [10](#page=10).
* Rekening houden met de behoeften van de patiënt en respect voor morele, culturele, religieuze en filosofische overtuigingen [10](#page=10).
* Het nastreven van goede en zorgvuldige zorgen conform de stand van de wetenschap en Evidence-Based Practice (EBP) [11](#page=11).
* Doelgerichte zorg gebaseerd op levensdoelen, waarden en voorkeuren van de patiënt, inclusief vroegtijdige zorgplanning [11](#page=11).
* Verbod op discriminatie (anti-discriminatiewet, anti-racismewet, wet gelijkheid mannen en vrouwen) [11](#page=11).
* Eerbiediging van menselijke waardigheid en zelfbeschikkingsrecht zonder onderscheid of discriminatie [11](#page=11).
* Naleven van wetenschappelijke standaarden ('gouden' standaarden, 'goede huisvader'-praktijk, zorgvuldig en voorzichtig handelen) [11](#page=11).
* Het belang van procedures en protocollen [11](#page=11).
Het recht op kwaliteitsvolle zorg is nauw verbonden met ethische principes van goede zorg en beslissingsbekwaamheid [11](#page=11).
### 2.6 Recht op pijnbestrijding
Elke patiënt heeft recht op de meest aangepaste zorg om pijn te voorkomen, te evalueren, te behandelen en te verzachten. Dit is een **absoluut recht** dat nooit vervalt en is gekoppeld aan palliatieve zorg en pijn-/symptoomcontrole. Behandelingsbeperkingen mogen de pijnbestrijding nooit beperken [11](#page=11) [12](#page=12).
### 2.7 Rechten in verband met het patiëntendossier
Deze rechten zijn vastgelegd in artikel 9 van de wetgeving en omvatten [12](#page=12):
* **Recht op patiëntendossier:** Het dossier moet zorgvuldig worden bijgehouden en veilig bewaard. Het begrip omvat alle dossiers in de relatie tussen beroepsbeoefenaar en patiënt, digitaal of op papier [12](#page=12).
* **Toegang tot het patiëntendossier:** Patiënten hebben recht op inzage in hun dossier [12](#page=12).
* **Inzage:** In beginsel onverwijld, uiterlijk binnen vijftien dagen. Frequent herhaalde aanvragen moeten binnen een redelijke termijn worden ingewilligd [12](#page=12).
* **Uitzonderingen op inzage:** Gegevens betreffende derden (privacy) en de therapeutische exceptie (enkel onrechtstreekse inzage via BB, inclusief persoonlijke notities) [12](#page=12).
* **Recht op toelichting:** De zorgbeoefenaar geeft uitleg en verduidelijking [13](#page=13).
* **Recht op afschrift:** Patiënt heeft recht op een gratis eerste afschrift (nadien administratieve kost). Afschriften worden gemarkeerd als 'strikt persoonlijk en vertrouwelijk'. Weigering van afschrift kan bij druk op de patiënt om het aan derden mee te delen. Na overlijden is afschrift enkel mogelijk voor minderjarigen [12](#page=12) [13](#page=13).
* **Recht op toevoeging:** Patiënt kan vragen dat stukken (bv. wilsverklaringen, gegevens vertrouwenspersoon) aan het dossier worden toegevoegd [13](#page=13).
#### 2.7.1 Inzage door nabestaanden
* **Overleden meerderjarige persoon:** Beperkt en onrechtstreeks inzagerecht via de beroepsbeoefenaar, voor echtgenoot, partner, kinderen, en familieleden tot de 2e graad. Het verzoek moet gemotiveerd en gespecificeerd zijn en de patiënt mag zich niet uitdrukkelijk verzet hebben [13](#page=13).
* **Overleden minderjarige persoon:** Ouders, voogden en naaste familieleden tot de 2e graad hebben recht op rechtstreekse inzage van het volledige dossier. Bloedverwanten tot de 2e graad hebben een gemotiveerd en gespecificeerd verzoek nodig. De beroepsbeoefenaar kan inzage of afschrift weigeren ter bescherming van de privacy van de overleden minderjarige, maar onrechtstreekse inzage blijft mogelijk [13](#page=13) [14](#page=14).
### 2.8 Recht op vrije keuze van beroepsbeoefenaar
Dit recht is geen absoluut recht, maar een specifieke toepassing van het recht op fysieke integriteit en zelfbeschikkingsrecht. Zorgverleners moeten informatie over hun competenties ter beschikking stellen en patiënten informeren over eventuele schorsingen. Mogelijkheden tot wijziging van keuze en het inwinnen van een second opinion zijn aanwezig. Wettelijke (bv. arbeidsongevallen, gevangenen) en organisatorische beperkingen (bv. uurroosters) kunnen dit recht beperken [14](#page=14).
### 2.9 Klachtenrecht
Patiënten hebben het recht om een klacht in te dienen bij een ombudsfunctie, die geen sanctionerende bevoegdheid heeft. Klachten kunnen ook via politie en rechtbank lopen. De ombudsfunctie in elke zorginstelling informeert, bevordert communicatie, bemiddelt en licht de patiënt in over verdere opties na mislukte bemiddeling [14](#page=14).
#### 2.9.1 Klachtenrecht nabestaanden
Nabestaanden kunnen een klacht indienen bij de ombuds als de patiëntenrechten van de overledene geschonden zijn, op voorwaarde dat de patiënt zich bij leven niet heeft verzet. Bij overleden minderjarigen is dit enkel mogelijk door ouders of voogden; bij meerderjarigen door echtgenoot/partner, bloedverwanten tot de 2e graad, of de vertegenwoordiger die op het moment van overlijden optrad [14](#page=14) [15](#page=15).
#### 2.9.2 Bemiddelingsproces door ombuds
De ombuds heeft beroepsgeheim, informeert partijen over het verloop en vertrouwelijk karakter van de bemiddeling, en mag niet als getuige worden opgeroepen. Alle mededelingen tijdens de bemiddeling zijn vertrouwelijk, tenzij partijen schriftelijk anders overeenkomen [15](#page=15).
#### 2.9.3 Ombudsdienst rechten van de patiënt
De ombudsdienst bevordert communicatie, bemiddelt, verstrekt informatie over procedures, en formuleert aanbevelingen ter voorkoming van klachten [15](#page=15).
#### 2.9.4 Federale commissie
De 'Federale commissie rechten van de patiënt' verzamelt informatie, adviseert de minister, evalueert de toepassing van de wet en de werking van ombudsdiensten [15](#page=15).
### 2.10 Plichten van de patiënt
Er is geen specifieke wetgeving rond patiëntenplichten, maar in sommige ziekenhuizen zijn deze wel opgenomen in interne charters. Deze omvatten de verwachting van samenwerking, respect naar zorgverleners, andere zorgvragers en zichzelf. Voorbeelden van de 'Charter goed patiëntschap' zijn: verantwoordelijkheid voor het ondergaan van wettelijk verplichte behandelingen, het naleven van adviezen na informatie, respecteren van rechten van zorgverleners en andere patiënten, naleven van reglementen, tijdig opdagen voor afspraken of verwittigen bij verhindering, en het verstrekken van correcte informatie over de eigen gezondheidstoestand. Deze plichten zijn niet afdwingbaar binnen de rechtsstaat, daar dit een te grote inbreuk op persoonlijke vrijheden zou betekenen [16](#page=16).
### 2.11 Vertegenwoordiging bij minderjarigen
Bij minderjarige patiënten wordt hun leeftijd en maturiteit in acht genomen bij de uitoefening van hun rechten. Hun bekwaamheid wordt steeds ingeschat en de positie van ouders als vertegenwoordiger of vertrouwenspersoon is cruciaal [16](#page=16).
---
# De kwaliteitswet in de gezondheidszorg
Dit deel behandelt de Kwaliteitswet (KW) en de integratie ervan in de Wet op de Patiëntenrechten (WPR), met een focus op de plichten van gezondheidsberoepen, risicovolle interventies en het patiëntendossier.
### 3.1 Integratie en doelstellingen van de kwaliteitswet
De Kwaliteitswet (KW), formeel de wet van 22 april 2019 inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg, is in werking getreden in juli 2022 en is ingekanteld in de Wet op de Patiëntenrechten (WPR). Het voornaamste doel van deze wet is het creëren van een duidelijk kader en specifieke voorwaarden voor veilige en kwaliteitsvolle gezondheidszorgverstrekkingen [17](#page=17).
### 3.2 Plichten van gezondheidsberoepen onder de kwaliteitswet
De KW legt nieuwe verplichtingen op aan gezondheidsberoepen met betrekking tot verschillende aspecten van de praktijkvoering.
#### 3.2.1 Diagnostische en therapeutische vrijheid
Hoewel beroepsbeoefenaars een diagnostische en therapeutische vrijheid genieten, vereist de KW dat hierbij rekening gehouden wordt met de voorkeur van de patiënt, en dat de nodige informatie over alternatieven wordt verstrekt. Dit impliceert dat een patiënt niet zomaar een behandeling kan eisen indien er geen medische indicatie voor bestaat [11](#page=11) [17](#page=17).
#### 3.2.2 Doorverwijzingsplicht
Gezondheidsberoepen hebben een doorverwijzingsplicht wanneer de nodige expertise niet aanwezig is. Dit benadrukt het belang van Evidence-Based Practice (EBP) [11](#page=11) [17](#page=17).
#### 3.2.3 Visum en omkadering van de praktijkruimte
Het visum, dat fungeert als een 'license to practice', benadrukt het belang van ervaring en expertise. Daarnaast zijn er bepalingen met betrekking tot de omkadering van de praktijkruimte [17](#page=17).
#### 3.2.4 Risicovolle interventies
Specifieke bepalingen zijn vastgelegd rond risicovolle verstrekkingen, waaronder anesthesie, anxiolyse en het vereiste toezicht. Algemene anesthesie wordt als risicovol beschouwd en dient daarom in een ziekenhuisomgeving te gebeuren [17](#page=17).
#### 3.2.5 Continuïteit en samenwerkingsverbanden
Nieuwe plichten voor beoefenaars omvatten het waarborgen van de continuïteit en permanentie van zorg. Verder is er aandacht voor medische voorschriften, met de nadruk op voorzorg, en de opzet van samenwerkingsverbanden [17](#page=17).
#### 3.2.6 Reclame
Regels rond reclame stellen dat het verstrekken van informatie over de praktijk is toegestaan, maar het ronselen van patiënten niet [18](#page=18).
### 3.3 Het patiëntendossier
De kwaliteitswet reguleert zowel de inhoud als de toegang tot het patiëntendossier [18](#page=18).
### 3.4 Patiëntenrechten onder de KW en bredere wetgeving
De KW versterkt en integreert bestaande patiëntenrechten en introduceert nieuwe.
#### 3.4.1 Recht op kwaliteitsvolle dienstverlening
Dit is een cruciaal patiëntenrecht dat voortkomt uit de inkanteling van de kwaliteitswet. Het omvat een duidelijk kader voor praktijkvoering, het belang van expertise en ervaring, en bepalingen rond risicovolle interventies. Kwaliteitsvolle zorg houdt rekening met de behoeften van de patiënt, respecteert diens morele, culturele, religieuze en filosofische overtuigingen, en stemt af op diens voorkeuren, wensen en doelstellingen. Dit behelst doelgerichte zorg gebaseerd op levensdoelen, waarden en voorkeuren, inclusief voorafgaande zorgplanning [10](#page=10) [11](#page=11).
#### 3.4.2 Recht op informatie en toestemming
Deze rechten hangen nauw samen. Ze zijn essentieel bij ingrepen, vooral bij levensbedreigende situaties, noodtoestanden of wanneer er geen voorafgaande wilsbeschikking is [10](#page=10).
#### 3.4.3 Recht op privacy
Het recht op privacy beschermt de intimiteit, het privéleven en de persoonlijke levenssfeer van de patiënt bij elke medische tussenkomst. Dit recht is verankerd in de Grondwet (recht op privéleven). Naast de KW die toegang tot het patiëntendossier regelt biedt de GDPR bescherming voor data en gegevens. De wetgeving rond beroepsgeheim, zoals art. 458 SW, is hierbij ook van belang [10](#page=10) .
* **Informationele privacy:** Bescherming van alle gegevens met betrekking tot de gezondheidstoestand, vallend onder het beroepsgeheim, met wettelijke uitzonderingen ter bescherming van de volksgezondheid of bij gevaar voor zichzelf of anderen (WBPG) [10](#page=10).
* **Ruimtelijke privacy:** Recht op intimiteit voor de patiënt, wat betekent dat de patiënt moet worden afgeschermd (bv. met een beletlichtje of gesloten gordijnen). Alleen noodzakelijk personeel mag aanwezig zijn tijdens de zorgverlening. Studenten mogen aanwezig zijn tenzij de patiënt zich verzet [10](#page=10).
#### 3.4.4 Verbod op discriminatie
De anti-discriminatiewetten, antiracismewet, en de wet op gelijkheid van mannen en vrouwen waarborgen dit recht [11](#page=11).
#### 3.4.5 Respect voor zelfbeschikkingsrecht en autonomie
Dit principe impliceert respect voor andere mensen en een actievere rol voor zowel de zorgvrager als de zorgverlener. Menselijke waardigheid en zelfbeschikkingsrecht moeten worden geëerbiedigd, zonder enig onderscheid of discriminatie [11](#page=11).
#### 3.4.6 Naleven wetenschappelijke standaarden
Dit omvat het hanteren van Evidence-Based Practice (EBP) en de "goede huisvader"-praktijk (bona pater familia principe). Zorgvuldig en voorzichtig handelen is hierbij essentieel en wordt ook teruggevonden in juridische uitspraken bij incidenten. Dit is niet enkel technisch van aard [11](#page=11).
#### 3.4.7 Recht op pijnbestrijding
Artikel 11 bepaalt dat elke patiënt recht heeft op de meest aangepaste zorg om pijn te voorkomen, te evalueren, te behandelen en te verzachten. Dit heeft links met palliatieve zorg en pijn- en symptoomcontrole. Beperking van pijnbestrijding is nimmer toegestaan [11](#page=11).
### 3.5 Vertegenwoordiging en wilsbekwaamheid
#### 3.5.1 Vertegenwoordiging bij minderjarigen en beschermde personen
Bij jonge kinderen die niet matuur of beoordelingsbekwaam zijn, wordt het ouderlijk gezag uitgeoefend. Voor meerderjarige beschermde personen, zoals bij bewind of een beschermingsmaatregel, hangt de vertegenwoordiging af van het vonnis van de vrederechter. Als de persoon wilsbekwaam is, oefent deze de rechten zoveel mogelijk zelf uit, ondersteund door de bewindvoerder. Als de bewindvoerder enkel bevoegd is voor goederen, treedt een andere vertegenwoordiger op, aangeduid via mandaat of de cascade (watervalsysteem). Het is cruciaal om de wilsbekwaamheid te controleren [17](#page=17).
#### 3.5.2 Recht op vertegenwoordiging
De vertegenwoordiger kan aangeduid zijn door de patiënt via een mandaat, of via een cascade (watervalsysteem) [17](#page=17).
### 3.6 Link met ethiek en beslissingsbekwaamheid
De Kwaliteitswet en het recht op kwaliteitsvolle zorg zijn nauw verbonden met ethische principes, waaronder beslissingsbekwaamheid. Vroegtijdige zorgplanning en het belang van procedures en protocollen, ondersteund door EBP, dragen bij aan ethische praktijkvoering [11](#page=11).
---
# Vertegenwoordiging en bekwaming van patiënten
Dit gedeelte behandelt de verschillende vormen van vertegenwoordiging en de beoordeling van bekwaamheid bij zowel minderjarige als meerderjarige patiënten, inclusief de rol van bewindvoerders en zorgvolmachten.
### 4.1 Het recht op vertegenwoordiging
Het recht op vertegenwoordiging is van toepassing wanneer een patiënt niet in staat is om zelf zijn of haar rechten uit te oefenen. De Wet Patiëntenrechten (WPR) vervalt niet voor een wilsonbekwame patiënt, maar wordt in plaats van de patiënt uitgeoefend, met inachtneming van diens belang en wil [5](#page=5).
#### 4.1.1 Vertrouwenspersoon
Een vertrouwenspersoon staat de patiënt bij in de uitoefening van zijn of haar rechten. De keuze van de vertrouwenspersoon is in beginsel vrij (familie, vriend, andere beroepsbeoefenaar) en de draagwijdte van diens bevoegdheid moet door de patiënt worden bepaald en genoteerd in het patiëntendossier. De vertrouwenspersoon kan de patiënt bijstaan, samen of apart informatie krijgen over de gezondheidstoestand en geplande ingrepen (in het kader van informed consent), aanwezig zijn bij onderzoeken (tenzij hygiënische redenen dit beletten), en heeft recht op inzage en afschrift van het patiëntendossier met een schriftelijk mandaat. Indien de patiënt informatie weigert, dient de vertrouwenspersoon geïnformeerd te worden [4](#page=4) [5](#page=5).
#### 4.1.2 Vertegenwoordiger
Een vertegenwoordiger treedt op in plaats van de patiënt en neemt beslissingen namens deze. De vertegenwoordiger wordt door de patiënt aangeduid, kan gemandateerd zijn (gedagtekend door beiden), een bewindvoerder zijn, of aangeduid worden via een cascade- of watervalsysteem. De patiënt kan meerdere personen aanduiden als mogelijke toekomstige vertegenwoordigers, met een door de patiënt bepaalde volgorde [4](#page=4) [5](#page=5).
**Wie kan als vertegenwoordiger optreden?**
* **Minderjarige patiënten:** Ouders, voogd, of pleegouders [16](#page=16) [5](#page=5).
* **Meerderjarige wilsonbekwame patiënten:**
* Vertegenwoordiger aangeduid door de patiënt (gemandateerd, zorgvolmacht via notaris, vroegtijdige zorgplanning) [8](#page=8).
* Buitengerechtelijke zorgvolmacht: Mogelijk sinds 2019, opgemaakt via notaris zonder tussenkomst van de rechter, en kan betrekking hebben op persoonlijke rechten, goederen, of beide. Dit moet gebeuren terwijl de persoon nog bekwaam is. Een wilsbekwaamheidsattest door een arts is toegelaten op vraag van en met toestemming van de patiënt, maar niet op vraag van de notaris wegens het beroepsgeheim [9](#page=9).
* Binnen de WPR geldt een cascade- of watervalsysteem: echtgenoot of partner (samenwonend), meerderjarig kind, ouder, meerderjarige sibling [17](#page=17) [8](#page=8).
* Bevoegde bewindvoerder, aangesteld door de vrederechter in het kader van beschermingsmaatregelen voor meerderjarige handelingsonbekwame personen. De identiteit en bevoegdheden zijn vastgelegd in een vonnis. De bewindvoerder kan bevoegd zijn voor goederen, in welk geval een andere vertegenwoordiger (aangeduid of via cascade) optreedt voor de persoon [17](#page=17) [4](#page=4) [8](#page=8).
Bij plaatsvervangende toestemming is de leidraad de wil van de patiënt. Indien deze moeilijk achterhaalbaar is, is het belang van de patiënt het beslissingscriterium. Een zorgbeoefenaar mag afwijken van de beslissingen van een vertegenwoordiger in het belang van de patiënt, om ernstige bedreigingen voor leven of gezondheid af te wenden, na multidisciplinair overleg en mits motivering in het dossier, tenzij dit in strijd is met een wilsverklaring van de patiënt [9](#page=9).
#### 4.1.3 Therapeutische exceptie
De therapeutische exceptie is de keuze/oordeel/beslissing van de zorgverlener om (gevoelige) informatie die schadelijke gevolgen kan hebben voor de patiënt, niet mede te delen. De zorgverlener moet eerst nagaan of de informatie gedeeltelijk of gradueel kan worden meegedeeld. Het is een laatste optie om informatie tijdelijk te onthouden, mits er aan wettelijke voorwaarden is voldaan [5](#page=5).
### 4.2 Beoordeling van bekwaamheid
De beoordeling van bekwaamheid focust op de vraag of een patiënt in staat is om zelf toestemming te geven en zijn of haar rechten uit te oefenen [7](#page=7).
#### 4.2.1 Rechtsbekwaamheid en handelingsbekwaamheid
* **Rechtsbekwaamheid:** Het bezit van rechten en plichten [7](#page=7).
* **Handelingsbekwaamheid:** Het effectief kunnen uitoefenen van de rechten die men bezit. Dit beantwoordt de vraag "wat mag ik doen?" [7](#page=7).
#### 4.2.2 Feitelijke bekwaamheid/wilsbekwaamheid
Dit verwijst naar de feitelijke situatie waarin een patiënt zijn of haar rechten tijdelijk niet kan uitoefenen, bijvoorbeeld in geval van coma. Dit beantwoordt de vraag "wat kan ik nu op dit moment concreet doen?". De Wet Patiëntenrechten (WPR) hanteert voornamelijk de beoordeling van de feitelijke bekwaamheid, ofwel wilsbekwaamheid [7](#page=7).
#### 4.2.3 Bekwaming bij minderjarigen
* **Principe:** Minderjarigen zijn in beginsel handelingsonbekwaam en vallen onder een wettelijke beschermingsmaatregel (Burgerlijk Wetboek). Toestemming wordt verleend door de wettelijke vertegenwoordiger (ouders, voogd, pleegouders) [7](#page=7).
* **Rekening houden met de minderjarige:** Er moet rekening worden gehouden met de mening van de minderjarige, afhankelijk van diens leeftijd en maturiteit. Dit gebeurt via een trapsysteem om de bekwaamheid te beoordelen [8](#page=8).
* **"Mature" of "mondige" minderjarige:** Indien een minderjarige in staat is tot een redelijke beoordeling van zijn belangen, kan hij of zij zelfstandig optreden zonder ouders of voogd. Dit is afhankelijk van leeftijd, begrip, of de ernst van de ingreep en de gevolgen ervan. Ouders kunnen in dit geval als vertrouwenspersoon fungeren. Vanaf 16 jaar is in het geval van de COVID-vaccinatie geen toestemming van de ouders meer nodig; de toestemming van de minderjarige volstaat [8](#page=8).
* **Oordeelkundige of ontvoogde minderjarige:** Specifieke categorieën die rekening houden met bijzondere situaties, zoals binnen de euthanasiewetgeving [8](#page=8).
* **Beoordeling van wilsbekwaamheid minderjarige:** Dit is niet arbitrair, er zijn geen vaste leeftijdsgrenzen, en het wordt individueel beoordeeld op basis van een totaalbeeld met verschillende facetten: emotionele en intellectuele ontwikkeling, psycho-sociale context, opleidingsniveau, en bevattingsvermogen en maturiteit [8](#page=8).
#### 4.2.4 Bekwaming bij meerderjarigen
* **Wilsonbekwame meerderjarigen:** De wet voorziet in de vertegenwoordiging via een hiërarchie [8](#page=8).
* Vertegenwoordiger aangeduid door de patiënt (gemandateerd, zorgvolmacht, vroegtijdige zorgplanning) [8](#page=8).
* Buitengerechtelijke zorgvolmacht [9](#page=9).
* Bevoegde bewindvoerder aangesteld door de vrederechter [8](#page=8).
* Vertrouwenspersoon aangeduid via cascade (echtgenoot/partner, meerderjarig kind, ouder, meerderjarige sibling) [8](#page=8).
* **Meerderjarige beschermde persoon:** Dit betreft een beschermingsmaatregel m.b.t. de persoon en/of goederen, vastgelegd in een vonnis van de vrederechter. Als de persoon wilsbekwaam is, oefent deze zijn rechten zoveel mogelijk zelf uit, ondersteund door de bewindvoerder. De bekwaamheid dient steeds gecontroleerd te worden. Indien de bewindvoerder enkel bevoegd is voor goederen, treedt een andere vertegenwoordiger (aangeduid of via cascade) op voor de persoon [17](#page=17).
### 4.3 Specifieke wilsverklaringen en toestemming
#### 4.3.1 Negatieve wilsverklaring
Dit is een voorafgaande schriftelijke weigering die betrekking heeft op een welomschreven tussenkomst, indien de patiënt zich in een welbepaalde toestand bevindt [7](#page=7).
#### 4.3.2 Voorafgaande wilsverklaring (in de WPR)
Dit betreft de wensen van de patiënt gebaseerd op zijn waarden, doelstellingen en voorkeuren. Zorgverleners worden verwacht hier maximaal rekening mee te houden in het zorgplan en bij tussenkomsten. Juridisch is dit niet bindend; de zorgverlener kan niet tot een bepaalde actie gedwongen worden, noch tot therapeutische hardnekkigheid. De diagnose- en therapeutische vrijheid van de arts/zorgbeoefenaar blijft bestaan [7](#page=7).
#### 4.3.3 Recht op toestemming
* **Draagwijdte:** Er kan een strikte interpretatie (enkel toestemming voor de specifieke ingreep) of een ruimere interpretatie (toestemming voor niet-voorziene, zinvolle uitbreidingen/wijzigingen) gehanteerd worden, waarbij correcte en volledige voorafgaande informatie essentieel is [7](#page=7).
* **Spoedgevallen:** In urgentiegeneeskunde is vaak geen overleg met de patiënt en/of vertegenwoordiger mogelijk. Er is dan geen voorafgaande toestemming vereist en autonoom handelen is toegestaan [9](#page=9).
### 4.4 Informatie en inzage na overlijden
* **Inzage na overlijden meerderjarige persoon:** Nabestaanden hebben een beperkt en onrechtstreeks inzagerecht, onder strikte voorwaarden. Dit geldt voor echtgenoot, partner, kinderen en familieleden tot de tweede graad. Het verzoek moet gemotiveerd en gespecificeerd zijn, en de patiënt mag zich niet uitdrukkelijk verzet hebben. Inzage gebeurt steeds indirect via de beroepsbeoefenaar en beperkt zich tot relevante gegevens [13](#page=13).
* **Inzage na overlijden minderjarige persoon:** Ouders, dragers van ouderlijk gezag (voogd) en naaste familieleden tot de tweede graad hebben recht op rechtstreekse inzage van het volledige dossier. Ouders hoeven geen motivatie te geven; bloedverwanten tot de tweede graad hebben een voldoende gemotiveerd en gespecificeerd verzoek nodig. Afschrift van het dossier is ook mogelijk [13](#page=13).
### 4.5 Relevante wetgeving en concepten
* **Kwaliteitswet (KW):** De wet van 22 april 2019 inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg, die in juli 2022 in werking is getreden. Deze wet biedt een duidelijk kader en voorwaarden voor veilige en kwaliteitsvolle gezondheidszorgverstrekkingen en introduceert nieuwe plichten voor gezondheidsberoepen, zoals diagnostische en therapeutische vrijheid, doorverwijzingsplicht, belang van Evidence-Based Practice (EBP), omkadering van de praktijkruimte, en bepalingen rond risicovolle verstrekkingen [17](#page=17).
* **Charter goed patiëntschap:** Een initiatief van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde dat de verantwoordelijkheden van de patiënt beschrijft. Dit charter is niet vanbuiten te leren, maar de principes omvatten verantwoordelijkheid voor wettelijk verplichte behandelingen, het naleven van adviezen, respect voor zorgverleners en andere patiënten, het naleven van reglementen, het nakomen van afspraken, het geven van correcte informatie over de eigen gezondheidstoestand en het betalen van honoraria [16](#page=16).
> **Tip:** Het onderscheid tussen een vertrouwenspersoon en een vertegenwoordiger is cruciaal. De vertrouwenspersoon staat de patiënt bij, terwijl de vertegenwoordiger optreedt in de plaats van de patiënt.
> **Tip:** De beoordeling van de wilsbekwaamheid van minderjarigen is een individueel proces dat rekening houdt met diverse factoren, en niet enkel met de leeftijd.
> **Tip:** Buitengerechtelijke zorgvolmachten bieden een flexibel alternatief voor bewindvoering en moeten worden opgesteld terwijl de persoon nog bekwaam is.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Wet Patiëntenrechten (WPR) | Wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt, die de rechten van patiënten en de daaraan gekoppelde plichten van zorgverleners regelt, met als doel duidelijkheid en rechtszekerheid te verschaffen. |
| Patiënt | Iedereen die een vorm van gezondheidszorg ontvangt op eigen verzoek, ook wel zorgvrager genoemd. Dit omvat ook personen die zorg ontvangen op verzoek van een vertegenwoordiger, in spoedgevallen, of op verzoek van een derde. |
| Beroepsbeoefenaar | Een persoon die gezondheidszorg verstrekt, niet beperkt tot artsen, maar ook andere zorgverleners zoals verpleegkundigen, paramedici en beoefenaars van niet-conventionele praktijken, werkzaam in zowel instellingen als zelfstandige praktijken. |
| Gezondheidszorg | Een breed begrip dat alle diensten en zorg omvat die gericht zijn op het bevorderen, vaststellen, behouden, herstellen of verbeteren van de gezondheid, het aanpassen van het uiterlijk om esthetische redenen, of het begeleiden van patiënten bij het sterven. |
| Zorgrelatie / Zorgcontract | De rechtsverhouding tussen een patiënt die een zorgvraag stelt en een zorgverlener die zorg verleent. Dit kan contractueel zijn (bij zelfstandige zorgverleners) of buitencontractueel (bij werknemers). |
| Recht op informatie | Het fundamentele recht van een patiënt om uitgebreide en begrijpelijke informatie te ontvangen over zijn gezondheidstoestand, geplande interventies, alternatieven en de mogelijke gevolgen van behandelingen, gepersonaliseerd naar zijn specifieke situatie. |
| Informed consent | Geïnformeerde toestemming, wat betekent dat een patiënt toestemming geeft voor een medische interventie nadat hij volledig is geïnformeerd over de aard, het doel, de risico's en de alternatieven van de voorgestelde behandeling. |
| Informed refusal | Het recht van een patiënt om toestemming te weigeren voor een medische behandeling, zelfs nadat hij volledig is geïnformeerd over de gevolgen van deze weigering. |
| Voorafgaande wilsverklaring | Een document waarin een patiënt zijn wensen, voorkeuren en levensdoelen vastlegt met betrekking tot toekomstige zorg, met name wanneer hij zelf niet meer in staat is om zijn rechten uit te oefenen of beslissingen te nemen. |
| Therapeutische exceptie | Een wettelijke uitzondering op het recht op informatie, waarbij een zorgverlener onder strikte voorwaarden gevoelige informatie tijdelijk mag onthouden als de mededeling ervan ernstige schadelijke gevolgen kan hebben voor de patiënt. |
| Recht op privacy | Het recht van een patiënt op bescherming van zijn intimiteit, privéleven en persoonlijke levenssfeer, wat zich uit in zowel informationele privacy (bescherming van gezondheidsgegevens) als ruimtelijke privacy (afscherming tijdens zorgverlening). |
| Kwaliteitswet (KW) | De wet van 22 april 2019 inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gezondheidszorg, die een kader biedt voor veilige en kwaliteitsvolle gezondheidszorgverstrekkingen en nieuwe plichten oplegt aan gezondheidsberoepen. |
| Patiëntendossier | Een verzameling van alle documenten en informatie die in het kader van de zorgrelatie tussen een beroepsbeoefenaar en een patiënt worden bijgehouden, waarin onder andere de gezondheidstoestand, geplande interventies en persoonlijke notities worden vastgelegd. |
| Ombudsfunctie | Een interne functie binnen zorginstellingen die tot doel heeft klachten te behandelen, communicatie tussen patiënt en zorgverlener te bevorderen en te bemiddelen bij conflicten, zonder sanctionerende bevoegdheid. |
| Vertegenwoordiger | Een persoon die door de patiënt, een rechter of wettelijk systeem is aangewezen om namens de patiënt beslissingen te nemen, vooral wanneer de patiënt wilsonbekwaam is. |
| Bewindvoerder | Een persoon die door de vrederechter is aangewezen om de goederen en/of persoonlijke rechten van een meerderjarige handelingsonbekwame persoon te beheren en te vertegenwoordigen. |
| Beckwaamheid (Handelingsbekwaamheid/Wilsbekwaamheid) | Het vermogen van een persoon om zijn rechten effectief uit te oefenen (handelingsbekwaamheid) en de feitelijke situatie waarin een patiënt zijn rechten niet kan uitoefenen, bijvoorbeeld tijdelijk door coma (feitelijke/wilsbekwaamheid). |
| Cascade (watervalsysteem) | Een hiërarchisch systeem dat bepaalt wie de vertegenwoordiger van een patiënt wordt in geval van wilsonbekwaamheid, wanneer de patiënt zelf geen vertegenwoordiger heeft aangewezen. |
| Zorgvolmacht | Een document dat via een notaris wordt opgemaakt en waarmee een persoon een lasthebber (vaak een familielid) de bevoegdheid geeft om financiële en persoonlijke zaken te beheren als hij handelingsonbekwaam wordt, zonder tussenkomst van een rechter. |