Thema 2 - De beginsituatie.pdf
Summary
# De beginsituatie in het didactisch model
Dit onderwerp verkent de plaats en rol van de beginsituatie binnen het didactisch model, met nadruk op de wisselwerking met doelstellingen, de les en evaluatie [3](#page=3) [4](#page=4) [5](#page=5).
### 1.1 Inleiding tot de beginsituatie
Het concept van de beginsituatie vormt een cruciaal onderdeel van een volledige lesvoorbereiding. Na het bestuderen van dit thema ben je in staat om de relatie tussen de beginsituatie en andere pijlers in het didactisch model te omschrijven, de factoren van de beginsituatie te achterhalen en deze adequaat te noteren in een lesvoorbereiding. Het belang van de beginsituatie wordt geïllustreerd aan de hand van een scenario waarbij men een voetbaltraining moet overnemen zonder voorkennis over de groep, de trainingsduur of de bestaande vaardigheden. Het verzamelen van deze informatie is essentieel voor een effectieve voorbereiding en lesuitvoering [3](#page=3) [4](#page=4).
### 1.2 Analyse van de beginsituatie
Voor een effectieve les of training is inzicht in de beginsituatie van de deelnemers en de context van de les onontbeerlijk. De beginsituatie omvat alle elementen die de startpositie bepalen. Dit omvat aspecten zoals de leeftijd van de deelnemers, hun vaardigheidsniveau in de betreffende bewegingsvaardigheid of sport, en de onderlinge verschillen binnen de groep. Ook externe factoren, zoals de locatie (binnen of buiten), de beschikbare materialen (bijvoorbeeld doelen en ballen) en de duur van de training, zijn relevante beginsituatiefactoren [4](#page=4).
Het proces van het verzamelen, ordenen en interpreteren van deze relevante gegevens wordt de analyse van de beginsituatie genoemd. Deze analyse is een essentieel onderdeel van de voorbereidingsfase van het lesgeven, dat verder bestaat uit plannen, uitvoeren en evalueren [4](#page=4).
### 1.3 De beginsituatie in het didactisch model
De beginsituatie is een van de vier fundamentele pijlers van het didactisch model. Net als het bepalen van de doelstellingen, behoort de analyse van de beginsituatie tot de voorbereiding van de les en wordt deze genoteerd in de lesvoorbereiding [4](#page=4).
Het didactisch model toont drie belangrijke verbanden met de beginsituatie:
1. Een wisselwerking tussen de beginsituatie en de doelstellingen [5](#page=5).
2. De beginsituatie als een belangrijk vertrekpunt voor de les of training [5](#page=5).
3. Evaluatie na de les die leidt tot vernieuwde inzichten en een gewijzigde beginsituatie [5](#page=5).
#### 1.3.1 Verband tussen de beginsituatie en de doelstellingen
Het bepalen van doelstellingen is direct afhankelijk van de beginsituatie. Wat men wil bereiken met een training, zoals een voetbaltraining, is immers afhankelijk van de groep waaraan lesgegeven wordt en de omstandigheden waarin dit gebeurt [5](#page=5).
De relatie werkt echter ook omgekeerd: concrete en duidelijk omschreven doelstellingen geven richting aan de informatie die verzameld moet worden tijdens de analyse van de beginsituatie. Alleen die informatie die relevant is voor de gekozen doelstellingen wordt verzameld; men spreekt dan over het analyseren van de beginsituatie *in relatie tot* de doelstelling(en). Het verzamelen van irrelevante informatie, zoals de zwemvaardigheid voor een voetbaltraining, is dan ook niet zinvol [5](#page=5).
> **Example:** Een hockeycoach die voor het Olympische seizoen een uitgebreide beginsituatieanalyse uitvoert met conditietesten, techniekanalyse en wedstrijdresultaten, stelt op basis van deze gegevens de trainingsdoelen vast [5](#page=5).
#### 1.3.2 Verband tussen de beginsituatie en de les
De diepgang van de analyse van de beginsituatie heeft directe invloed op de voorbereiding en het verloop van de les. Onjuiste aannames over de beginsituatie kunnen leiden tot verkeerde keuzes [5](#page=5).
> **Example:** Als een lesgever bij minitennis ten onrechte aanneemt dat alle leerlingen de sport al eerder hebben beoefend, zal hij oefeningen kiezen die te moeilijk zijn voor de groep [5](#page=5).
---
# Analyse van de beginsituatie en beginsituatiefactoren
Het analyseren van de beginsituatie is een cruciale stap in het voorbereiden van effectieve lessen of trainingen, waarbij alle relevante factoren worden verzameld, geordend en geïnterpreteerd om de startpositie van waaruit de les begint te bepalen [4](#page=4).
### 2.1 De beginsituatie in het didactisch model
De beginsituatie is een van de vier pijlers van het didactisch model en vormt een essentieel onderdeel van de lesvoorbereiding. Er zijn drie belangrijke verbanden tussen de beginsituatie en andere elementen [4](#page=4):
1. **Wisselwerking met doelstellingen:** De beginsituatie beïnvloedt de doelstellingen, en concrete doelstellingen sturen welke informatie verzameld moet worden over de beginsituatie. Dit wordt de analyse van de beginsituatie in relatie tot de doelstelling(en) genoemd [5](#page=5).
2. **Vertrekpunt voor de les:** De beginsituatie is het startpunt voor de les of training; een onjuiste inschatting kan leiden tot verkeerde oefenstofkeuzes en organisatorische problemen [6](#page=6).
3. **Verandering door evaluatie:** Evaluatie na de les leidt tot nieuwe inzichten die de beginsituatie voor de volgende les kunnen veranderen [6](#page=6).
### 2.2 Analyseren van de beginsituatie
Er zijn drie primaire methoden om de beginsituatie van leerlingen in kaart te brengen [7](#page=7):
* **Observeren:** Doelgericht waarnemen van de groep of individuen om informatie te verzamelen over de leerlingen, de groep en de lesomgeving [7](#page=7).
* **Vragen stellen:** Informeren bij de leerkracht, trainers of andere contactpersonen over de kennis, vaardigheden, voorkennis en omstandigheden van de groep [7](#page=7).
* **Specifieke middelen inzetten:** Gebruiken van specifieke tests of metingen om bepaalde eigenschappen, zoals kracht of uithoudingsvermogen, vooraf te bepalen [7](#page=7).
### 2.3 Beginsituatiefactoren
De analyse van de beginsituatie omvat het in kaart brengen van vier hoofdfactoren: de groep, het individu, de lesgever en de randvoorwaarden [7](#page=7) [8](#page=8).
#### 2.3.1 De beginsituatie van de groep
De beginsituatie van de groep kan worden onderverdeeld in algemene en specifieke gegevens [8](#page=8).
##### 2.3.1.1 Algemene beginsituatie van een groep
Dit zijn gegevens die relatief constant zijn en niet per les wisselen [8](#page=8):
* Groepsgrootte [8](#page=8).
* (Gemiddelde) leeftijd [8](#page=8).
* Samenstelling (aantal jongens/meisjes/x) [8](#page=8).
* Aard van de groep (schoolcontext, prestatief of recreatief) [8](#page=8).
##### 2.3.1.2 Specifieke beginsituatie van een groep
Deze informatie is afhankelijk van de doelstelling en het onderwerp van de les en kan worden onderverdeeld in drie gedragsaspecten: motorisch, cognitief en sociaal-affectief gedrag [10](#page=10) [11](#page=11) [9](#page=9).
###### 2.3.1.2.1 Motorisch niveau van de groep
Dit aspect richt zich op wat de groep kan qua beweging [9](#page=9).
* **Bewegingsvaardigheden:** In welke mate beheerst de gemiddelde groep specifieke vaardigheden en technieken. Het uitgangspunt kan een perfect uitgevoerde techniek zijn of wat voor de leeftijd te verwachten is [9](#page=9).
* **Basiseigenschappen:** De aanwezigheid van motorische basiseigenschappen zoals kracht, lenigheid, uithoudingsvermogen, snelheid, coördinatie en evenwicht. De relevantie hiervan hangt af van de lesinhoud. Specifieke tests (bv. shuttleruntest) kunnen ingezet worden [10](#page=10) [9](#page=9).
* **Fase van het motorisch leerproces:** Het stadium waarin de groep zich bevindt met betrekking tot bepaalde bewegingen (oriëntatiefase, grof motorische fase, verfijningfase, automatiseringsfase) [10](#page=10).
###### 2.3.1.2.2 Cognitief niveau van de groep
Dit betreft wat de groep weet en begrijpt [10](#page=10).
* Intelligentie, snelheid van begrip van uitleg of spelregels [10](#page=10).
* Kennis van spelregels, tactisch inzicht, bewegingsinzicht [10](#page=10).
* Ervaring van de groep met de betreffende vaardigheid. Het cognitief niveau wordt mede bepaald door leeftijd en aanleg, maar er kunnen grote individuele verschillen zijn [10](#page=10) [11](#page=11).
###### 2.3.1.2.3 Sociaal-affectief niveau van de groep
Dit aspect richt zich op de groepssfeer en dynamiek [11](#page=11).
* Groepssfeer, samenwerking, communicatie binnen de groep [11](#page=11).
* Onderlinge acceptatie, verdraagzaamheid, groepsvorming [11](#page=11).
* Relatie en houding van de groep ten opzichte van de lesgever [11](#page=11).
* Motivatie van de groep om deel te nemen [11](#page=11).
#### 2.3.2 De beginsituatie van het individu
Naast de groep is het belangrijk om de beginsituatie van individuele leerlingen te analyseren, met aandacht voor opvallende motorische, cognitieve of sociaal-affectieve kenmerken. Hierbij worden vergelijkbare vragen gesteld als bij de groepsevaluatie, maar dan gericht op specifieke leerlingen [12](#page=12).
* **Individuele motorische beginsituatie:** Opvallende bewegingseigenschappen, lichamelijke aandoeningen of beperkingen, en het niveau van de beste en zwakste leerling [12](#page=12).
* **Individuele cognitieve beginsituatie:** Leerlingen die moeite hebben met informatieverwerking, extra aandacht nodig hebben, of juist veel/weinig ervaring en kennis hebben [12](#page=12).
* **Individuele sociaal-affectieve beginsituatie:** Leerlingen die speciale aandacht nodig hebben, gedragsproblemen vertonen, of een duidelijke rol (leider, zondebok) binnen de groep innemen [12](#page=12).
* **Motivatie van het individu:** De drijfveren van de leerling om deel te nemen aan de activiteit [13](#page=13).
> **Tip:** In lesvoorbereidingen wordt aangeraden om de namen van leerlingen voluit te vermijden en in plaats daarvan initialen te gebruiken [13](#page=13).
#### 2.3.3 De beginsituatie van de lesgever
Het is cruciaal voor de lesgever om de eigen beginsituatie te analyseren, inclusief motorische, cognitieve, sociaal-affectieve en didactische aspecten [13](#page=13).
* **Motorische beginsituatie:** Beoordeling van eigen algemene en specifieke bewegingsvaardigheid, conditie en techniek [13](#page=13).
* **Cognitieve beginsituatie:** Kennis van sport en bewegen in het algemeen en specifiek, spelregels, methodische opbouw, trainingsprincipes, ontwikkelingspsychologie en gezondheidsaspecten. Gaten in kennis kunnen leiden tot de noodzaak om bij te leren [13](#page=13) [14](#page=14).
* **Sociaal-affectieve beginsituatie:** Motivatie, omgang met de groep, focus op resultaat versus omgang, persoonlijkheid en zelfpresentatie [14](#page=14).
* **Didactische beginsituatie:** Vaardigheden in het geven van instructies, organiseren, en bijsturen van bewegingssituaties, mede bepaald door ervaring [14](#page=14).
#### 2.3.4 De beginsituatie van de randvoorwaarden
Dit zijn externe factoren die de les beïnvloeden en worden onderverdeeld in drie categorieën [15](#page=15):
* **Beschikbare tijd:** Periode in het jaar, tijdstip, tijdsduur en frequentie van de les [15](#page=15).
* **Beschikbare ruimte, accommodatie:** Locatie (binnen/buiten), afmetingen, invloed van weeromstandigheden, klimaat en stoorzenders [15](#page=15).
* **Beschikbaar materiaal en hulpmiddelen:** Type, hoeveelheid en status van toestellen, materialen en hulpmiddelen [15](#page=15).
> **Tip:** Algemeenheden over randvoorwaarden kunnen in het algemeen worden genoteerd, terwijl specifieke hoeveelheden materiaal in de gedetailleerde lesvoorbereiding worden opgenomen [15](#page=15).
### 2.4 Schematische weergave van de beginsituatiefactoren
Een overzicht van de beginsituatiefactoren is te zien in de onderstaande schematische weergave [16](#page=16):
1. **Beginsituatie van de groep:**
* Algemene gegevens (groepsgrootte, leeftijd, samenstelling, aard).
* Specifieke gegevens (gemiddeld beginniveau): Motorisch (vaardigheden, eigenschappen, leerproces), Cognitief (kennis, inzicht, ervaring), Sociaal-affectief (groepsprocessen, motivatie).
2. **Beginsituatie van het individu:**
* Motorisch (beste/zwakste leerling, beperkingen).
* Cognitief (informatieverwerkingsproblemen, kennis/inzicht).
* Sociaal-affectief (gedragsproblemen, speciale aandacht).
3. **Beginsituatie van de lesgever:**
* Motorisch (eigen vaardigheid, conditie, ervaring).
* Cognitief (vakkennis: algemeen, specifiek, ondersteunend).
* Sociaal-affectief (omgang met groep, persoonlijkheid).
* Didactisch (bedrevenheid in lesgeven, ervaring).
4. **Beginsituatie van de randvoorwaarden:**
* Tijd.
* Ruimte.
* Materiaal.
---
# Consequenties van de beginsituatie voor de lesvoorbereiding
De analyse van de beginsituatie vormt de directe basis voor het aanpassen en vormgeven van de lesvoorbereiding, met speciale aandacht voor differentiatie en individuele aanpassingen [18](#page=18).
### 3.1 Het belang van de beginsituatieanalyse
De tweede kolom in de lesvoorbereiding benut de gegevens uit de analyse van de beginsituatie om de toekomstige les vorm te geven. Deze gegevens, waaronder verschillen in intelligentie, leeftijd, aanleg en opgedane ervaring uit eerdere lessen, hebben allemaal consequenties voor de invulling van de les [18](#page=18).
### 3.2 Factoren met consequenties voor de lesvoorbereiding
Verschillende aspecten van de beginsituatieanalyse kunnen leiden tot specifieke aanpassingen in de lesvoorbereiding:
#### 3.2.1 Groepsdynamiek en samenstelling
* **Groepsgrootte en verdeling jongens/meisjes:** Deze demografische gegevens zijn cruciaal voor de organisatie van de les, met name bij activiteiten die in groepjes plaatsvinden, om een efficiënte groepsindeling te garanderen [18](#page=18).
#### 3.2.2 Leeftijd en ontwikkelingsfase
* **(Gemiddelde) leeftijd:** Dit is een belangrijke indicator voor de motorische, cognitieve en sociaal-affectieve ontwikkelingsfase van de leerlingen. Dit heeft directe gevolgen voor de belastbaarheid, de benaderingswijze van de lesgever en de benodigde concentratie [18](#page=18).
#### 3.2.3 Motorische competenties
* **Motorische beginsituatie (groep en individueel):** Deze analyse bepaalt de noodzaak en de grenzen van differentiatie binnen de groep. Hoewel perfecte aansluiting op alle individuele verschillen onmogelijk is, stelt de lesgever een algemeen niveau vast als uitgangspunt. De keuze van bewegingsvormen, organisatie en methodiek wordt vervolgens aangepast om tegemoet te komen aan de diversiteit in de groep [18](#page=18).
#### 3.2.4 Individuele behoeften en beperkingen
* **Individuele beginsituatie:** Specifieke lichamelijke beperkingen, zoals astma of overgewicht, vereisen een individuele aanpak. Het aanleren van deze specifieke aanpassingen is een proces dat verdieping vindt in latere studiejaren [18](#page=18).
#### 3.2.5 Contextuele randvoorwaarden
* **Externe factoren:** Randvoorwaarden zoals externe omstandigheden of de omgeving beïnvloeden de lesvoorbereiding [18](#page=18).
* **Seizoensgebonden factoren:** Houd rekening met periodes van verhoogde onrust, zoals rond Sinterklaas, door activiteiten aan te sluiten bij de belevingswereld van de kinderen (bv. parcours over de daken) [18](#page=18).
* **Ruimtelijke kenmerken:** Een slechte akoestiek vereist aanpassingen in de manier van instructie geven (bv. leerlingen verzamelen bij uitleg) [18](#page=18).
* **Materiaal en faciliteiten:** Een verouderde zaal zonder belijning en met beperkt materiaal vraagt om een andere organisatie dan een moderne zaal met ruime materialenvoorraad [19](#page=19).
> **Tip:** De lesvoorbereiding is een dynamisch document. Het dient continu herwerkt en aangepast te worden aan de specifieke beginsituatie en actuele noden van elke klasgroep [19](#page=19).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Didactisch model | Een theoretisch kader dat de verschillende componenten van het leer- en onderwijsproces weergeeft, inclusief de relaties daartussen. Het helpt bij het structureren van lesvoorbereiding en -uitvoering. |
| Beginsituatie | Alle elementen en omstandigheden die de startpositie van waaruit een les of training wordt gegeven bepalen. Dit omvat de groep, het individu, de lesgever en de randvoorwaarden. |
| Beginsituatiefactoren | De specifieke elementen die de beginsituatie vormen en geanalyseerd moeten worden. Deze omvatten de groep, het individu, de lesgever en de randvoorwaarden. |
| Lesvoorbereiding (LVB) | Het gedetailleerde plan dat een lesgever opstelt voor een specifieke les of reeks lessen, waarin doelstellingen, inhoud, werkvormen, materiaal en evaluatie worden beschreven. |
| Doelstellingen | De specifieke leerresultaten of competenties die leerlingen aan het einde van een les of leertraject moeten hebben bereikt. Ze sturen de inhoud en aanpak van de les. |
| Evaluatie | Het proces van het beoordelen en meten van de leerresultaten en het bereiken van de gestelde doelstellingen na afloop van een les of leertraject. Het levert feedback voor toekomstige lessen. |
| Motorisch gedrag | Het geheel van bewegingsvaardigheden, basiseigenschappen en de fase van het motorisch leerproces die een individu of groep beheerst of zich in bevindt. |
| Cognitief gedrag | Het mentale proces van kennisverwerving, begrip, inzicht, tactisch denken en probleemoplossing, gerelateerd aan de leerstof en de activiteit. |
| Sociaal-affectief gedrag | De manier waarop individuen interageren binnen een groep, inclusief communicatie, samenwerking, groepsdynamiek, acceptatie, motivatie en de houding ten opzichte van de lesgever. |
| Randvoorwaarden | Externe factoren die de les of training beïnvloeden, zoals de beschikbare tijd, ruimte, accommodatie en materiaal. |
| Differentiatie | Het aanpassen van de lesinhoud, werkvormen of begeleiding om tegemoet te komen aan de verschillende leerbehoeften, niveaus en kenmerken binnen een groep. |