Cover
Zacznij teraz za darmo Presentatie Theorieles 1 v6 20250921 (1).pdf
Summary
# Wat is beton en zijn samenstelling
Beton wordt gedefinieerd als een kunstmatig gesteente dat dient als bouwmateriaal, samengesteld uit granulaten en een bindmiddel dat na verloop van tijd uithardt [3](#page=3).
### 1.1 Definitie van beton
Beton is een 'composiet' materiaal, wat betekent dat het is samengesteld uit verschillende componenten. Na het uithardingsproces vormt beton een 'monoliet', oftewel één solide steen. Het is een veelzijdig bouwmateriaal dat, terwijl het nog vers is, in vrijwel elke gewenste vorm kan worden gegoten [4](#page=4).
### 1.2 Samenstelling van beton
De samenstelling van beton omvat twee hoofdbestanddelen: granulaten en een bindmiddel [3](#page=3).
#### 1.2.1 Granulaten
Granulaten zijn grove en fijne steenachtige korrels die aan het beton worden toegevoegd [3](#page=3).
* **Grove granulaten:** Deze worden meestal gevormd door grind (kiezel) of steenslag [3](#page=3).
* **Fijne granulaten:** Deze worden ook wel zand genoemd [3](#page=3).
> **Tip:** Beton dat uitsluitend fijne granulaten (zand) bevat in plaats van zowel grove als fijne granulaten, wordt mortel genoemd [3](#page=3).
#### 1.2.2 Bindmiddel
Het bindmiddel is essentieel voor het uitharden van het beton. In gewoon 'cementbeton' bestaat het bindmiddel uit cementpasta, die op zijn beurt weer bestaat uit cement en water [3](#page=3) [4](#page=4).
### 1.3 Cement en zijn eigenschappen
Cement is een fijn poeder dat is samengesteld uit kunstmatige mineralen. Wanneer cement met water wordt gemengd, ontstaat cementpasta [5](#page=5).
* **Hydraulisch bindmiddel:** Cement wordt geclassificeerd als een 'hydraulisch' bindmiddel. Dit betekent dat cement niet 'droogt' in de gebruikelijke zin, maar reageert met water om uit te harden. Deze reactie vindt plaats zowel in de lucht als onder water [5](#page=5).
* **Stabiliteit in water:** De resulterende cementsteen, wat de verharde cementpasta is, is stabiel en lost niet op in water [5](#page=5).
### 1.4 Verschillende soorten beton
Naast het standaard cementbeton bestaan er diverse andere soorten beton die zich onderscheiden door hun bindmiddel of structuur [6](#page=6).
* **Gipsbeton:** Dit type beton maakt gebruik van gips als bindmiddel en wordt soms toegepast in bijvoorbeeld vloerplaten [6](#page=6).
* **Asfalt(beton):** Dit beton gebruikt bitumen als bindmiddel [7](#page=7).
* **Hars- of polymeerbeton:** Dit zijn bindmiddelen die bestaan uit harsen of polymeren [7](#page=7).
* **Zwavelbeton:** Dit is een specifieke vorm van beton met zwavel als bindmiddel [7](#page=7).
* **Geopolymeerbeton:** Dit is een type beton gebaseerd op geopolymeertechnologie [7](#page=7).
* **Romeins beton ('opus caementicum'):** Historisch gezien werd dit beton gebonden met hydraulische kalk en wordt het beschouwd als een voorloper van modern beton. Het wordt soms vergeleken met natuurlijk conglomeraat [6](#page=6).
---
# Indeling en wapening van beton
Dit hoofdstuk introduceert de diverse indelingen van beton, met een focus op ongewapend, gewapend en voorgespannen beton, en verklaart de rol en materialen van wapening in betonnen constructies.
### 2.1 Beton: druk versus trek
Beton is van nature sterk in druk, maar zwak in trek. De druksterkte van beton is ongeveer tien keer hoger dan de treksterkte. Dit fundamentele verschil is de basis voor de noodzaak van wapening in veel betonnen constructies [8](#page=8).
### 2.2 Indelingen van beton op basis van wapening
#### 2.2.1 Ongewapend beton
Ongewapend beton wordt gebruikt in toepassingen waar de constructie voornamelijk met drukkrachten wordt belast. Een klassiek voorbeeld is een stuwdam. Een ongewapende betonnen balk zou snel bezwijken onder trekkrachten [10](#page=10) [8](#page=8).
#### 2.2.2 Gewapend beton
Gewapend beton bevat staalwapening die de trekkrachten opneemt zodra het beton begint te scheuren onder belasting. De wapening wordt pas actief wanneer de scheurvorming optreedt. Dit type beton wordt veel gebruikt voor ter plaatse gestorte balken op de werf [10](#page=10) [8](#page=8).
#### 2.2.3 Voorgespannen beton
Bij voorgespannen beton wordt een permanente drukspanning in het beton aangebracht. Dit werkt als een veer of elastiek en zorgt ervoor dat het beton niet scheurt onder de normale operationele belasting. Als de voorspanning na het uitharden van het beton wordt aangebracht, spreekt men van naspanning. Voorbeelden van voorgespannen beton zijn loopbruggen en het plaatsen van nagespannen brugliggers [10](#page=10) [8](#page=8).
#### 2.2.4 Constructief vezelversterkt beton
Constructief (staal)vezelversterkt beton functioneert vergelijkbaar met gewapend beton, maar de wapening is in dit geval fijn verdeeld in de vorm van vezels. Deze vezels overbruggen kleine scheurtjes en nemen trekkrachten op, waardoor het beton moet scheuren om de vezels effectief te laten werken. Vezels verhogen de impactweerstand en taaiheid van het beton [9](#page=9).
> **Tip:** Vezels kunnen ook voor niet-constructieve doeleinden worden toegepast, bijvoorbeeld om de samenhang van vers beton te verbeteren [9](#page=9).
Voorbeelden van toepassingen van staalvezelversterkt beton zijn gevelelementen [10](#page=10).
### 2.3 Waarom staal als wapening?
Staal is het meest gebruikte materiaal voor betonwapening om diverse redenen [11](#page=11):
* **Complementaire sterkte:** Beton neemt goed drukkrachten op, terwijl staal uitstekend is in het opnemen van trekkrachten [11](#page=11).
* **Thermische uitzetting:** De thermische uitzettingscoëfficiënten van beton en staal zijn nagenoeg gelijk, wat spanningsopbouw door temperatuurverschillen minimaliseert [11](#page=11).
* **Adhesie:** Beton hecht goed aan staal, een hechting die nog verbeterd wordt door ribben of deuken op het staaloppervlak [11](#page=11).
* **Corrosiebescherming:** Het alkalische milieu van beton (pH > 12) beschermt het staal tegen roesten [11](#page=11).
#### 2.3.1 Corrosie van staalwapening
Betonstaal mag lichtjes verroest zijn, zolang de roest niet loskomt van het staal. Met voldoende betondekking is het staal beschermd tegen verdere roestvorming. In gevallen van onvoldoende dekking of om roestvlekken te voorkomen, kan het nodig zijn de staalwapening te beschermen door middel van galvanisatie of een (epoxy)coating [12](#page=12).
### 2.4 Andere wapeningsmaterialen
Naast staal kunnen ook andere materialen worden gebruikt voor betonwapening, zoals kunststof wapening versterkt met glasvezel of koolstofvezel, en zelfs bamboe [13](#page=13).
### 2.5 Indeling in constructief en niet-constructief beton
#### 2.5.1 Constructief beton
Constructief beton draagt bij aan de stabiliteit, sterkte en stijfheid van een constructie en neemt actief deel aan de lastafdracht [14](#page=14).
#### 2.5.2 Niet-constructief beton
Niet-constructief beton heeft toepassingen die niet primair gerelateerd zijn aan de structurele integriteit van een gebouw [14](#page=14).
> **Tip:** De normen NBN EN 206 + NBN B 15-001 (Europese norm + Nationale Aanvulling) beschrijven zowel constructief als niet-constructief beton (exclusief wegenbeton). Constructief beton wordt ontworpen en berekend volgens Eurocode 2 (NBN EN 1992-1-1, -1-2, -2, -3 en -4 + ANB) [15](#page=15).
### 2.6 Betonproductie en levering
Beton kan op verschillende manieren worden geproduceerd en geleverd:
* **Werfbeton:** Vervaardigd door de aannemer zelf op de werf, met behulp van traditionele betonmolens op kleine werven of grote mobiele betoncentrales op grotere projecten zoals wegenwerken [16](#page=16).
* **Stortklaar beton:** Geproduceerd in een gespecialiseerde betoncentrale en geleverd op de werf, zowel vanuit grote vaste centrales als kleinere mobiele centrales [16](#page=16).
* **Betonproducten en prefabbeton:** Vervaardigd in een betonfabriek. Dit omvat metselstenen, buizen, straatstenen, balken, kolommen, vloerplaten en voorgespannen holle vloerelementen (welfsels). De levering en plaatsing gebeurt vervolgens op de werf [17](#page=17).
### 2.7 Wegenbeton
Wegenbeton is specifiek ontworpen voor wegverharding en -uitrusting. De plaatsing gebeurt typisch met glijbekisting, waarbij de ontkisting onmiddellijk kan plaatsvinden. De druksterkte wordt beoordeeld op geboorde kernen na 90 dagen, in plaats van de gebruikelijke 28 dagen. Belangrijke eisen voor wegenbeton zijn onder meer bestandheid tegen vorst en dooizouten, stroefheid en beperking van rolgeluid [18](#page=18).
> **Note:** Deze cursus focust op constructief beton voor gebouwen en niet op wegenbeton [18](#page=18).
### 2.8 Indeling op basis van cementgehalte
Beton kan worden ingedeeld op basis van het cementgehalte:
* **Normaal/rijk beton:** Een hoger cementgehalte [19](#page=19).
* **Schraal of mager beton (zuiveringsbeton):** Een cementgehalte van minder dan 250 kg/m³. Dit wordt ook wel "béton de propreté" genoemd en wordt bijvoorbeeld gebruikt onder de funderingsaanzet of voor betonboorden [19](#page=19).
### 2.9 Indeling op basis van verwerkbaarheid (consistentie)
Hoewel er een niet-officiële indeling bestaat van droog tot hoogvloeibaar en zelfverdichtend beton, is de officiële indeling gebaseerd op 'consistentieklassen' [20](#page=20).
* **Niet-officiële indeling:** Droog, aardvochtig, half plastisch (stijf), plastisch, zeer plastisch, vloeibaar, hoogvloeibaar, zelfverdichtend [20](#page=20).
* **Voorbeelden:** Aanleg van vloeren met aardvochtig of hoogvloeibaar beton [20](#page=20).
#### 2.9.1 Zelfverdichtend beton
Zelfverdichtend beton (ZVB) verspreidt en verplaatst zich zonder hulp van externe middelen en vult gemakkelijk de kleinste details in de bekisting. Dit maakt het ideaal voor het gieten van complexe elementen zoals dubbele T-liggers in de fabriek of ter plaatse gestorte wandelementen met reliëfvormig zichtbeton [21](#page=21).
### 2.10 Nieuwe evoluties: 3D-printen van beton
Een recente ontwikkeling is het 3D-printen van beton. België kende in 2020 een wereldprimeur met een ter plaatse 3D-geprinte betonnen woning met een verdieping. 3D-printen kan toegepast worden voor bouwelementen in de fabriek met behulp van robots en gespecialiseerde printkoppen voor beton [22](#page=22).
---
# Transport en verwerking van beton
Het transport en de verwerking van beton omvatten de methoden om vers beton van de centrale naar de werf te brengen, te verplaatsen binnen de werf en vervolgens de nodige stappen voor verdichting en afwerking uit te voeren om een kwalitatief en duurzaam eindproduct te garanderen.
## 3. Transport en verwerking van beton
### 3.1 Transport naar de werf
Het transport van beton naar de werf kan op verschillende manieren gebeuren, afhankelijk van de aard van het beton, de toegankelijkheid van de werf en de gewenste hoeveelheid [40](#page=40).
#### 3.1.1 De kipwagen
Kipwagens worden zelden gebruikt voor vers beton, maar kunnen geschikt zijn voor droog, 'rijk' of 'mager' beton, en chape [41](#page=41).
* **Voordelen:** Goedkope vorm van transport [41](#page=41).
* **Nadelen:**
* Geen toevoegingen van hulpstoffen of water op de werf mogelijk [41](#page=41).
* Stortplaats moet goed toegankelijk en berijdbaar zijn [41](#page=41).
* Vereist zorgvuldige reiniging om verontreinigingen te voorkomen [41](#page=41).
* Bescherming door afdekken met een zeil is noodzakelijk [41](#page=41).
* **Toepassing:** Nog wel toegepast bij wegenwerken voor betonverhardingen [41](#page=41).
#### 3.1.2 De betonmixer
De betonmixer is de meest voorkomende transportvorm voor vers beton en is geschikt voor vrijwel alle soorten beton [42](#page=42).
* **Voordelen:**
* Toevoegingen op de werf zijn mogelijk [42](#page=42).
* Geleidelijk of onderbroken lossen is mogelijk via een stortgoot [42](#page=42).
* Vrijwel overal inzetbaar, mits de ondergrond stevig is [42](#page=42).
* **Nadelen:**
* Duurder dan kipwagens [42](#page=42).
* Zeer snel lossen is moeilijker [42](#page=42).
* **Werking tijdens transport:** Langzaam draaien tijdens transport en wachttijd is essentieel om het beton homogeen te houden en uitzakken te voorkomen. Hoe stijver het beton, hoe langzamer de draaiing [42](#page=42).
* **Namengen/bijmengen:** Kan vlak voor het storten gebeuren door de trommel sneller te laten draaien [42](#page=42).
* **Types mixers:** Bestaan in diverse maten en gewichten, zoals vaste 3-as (laadvermogen ± 6 m³), vaste 4-as (laadvermogen ± 7,5 m³), trekker-oplegger 4 assen (laadvermogen ± 9 m³), en trekker-oplegger 5 assen (laadvermogen 11 m³) [43](#page=43).
* **Uitrusting:** Mixers zijn uitgerust met een watertank (geen rechtstreekse verbinding met de trommel bij BENOR-beton) en een doseerinstallatie voor hulpstoffen [44](#page=44).
* **Tip:** Let op aslasten die kunnen oplopen tot 13 ton en voorzie rijplaten op de werf [45](#page=45).
### 3.2 Transport op de werf
Eenmaal op de werf aangekomen, zijn er verschillende methoden om het beton naar de stortplaats te transporteren, variërend van handmatige methoden tot geavanceerde pompsystemen [46](#page=46).
#### 3.2.1 Rechtstreeks lossen via stortgoot
* **Bereik:** Beperkt, de mixer moet tot vlak bij de stort komen [46](#page=46).
* **Lengte stortgoot:** Tot 2,5 m, eventueel te verlengen met een buis tot ± 6 m mits gebruik van vloeibaar beton [46](#page=46).
* **Helling stortgoot:** 20° tot 45° [46](#page=46).
* **Lostijd:** ± 1 uur per mixer van 7,5 m³ [46](#page=46).
* **Geschiktheid:** Niet geschikt voor zeer grote hoeveelheden [46](#page=46).
#### 3.2.2 Transport met kruiwagen
* **Geschiktheid:** Enkel geschikt voor kleine hoeveelheden (< 5 m³) op moeilijk te bereiken plaatsen, zoals bij woningverbouwingen of kleine aanbouwen [47](#page=47).
* **Lossnelheid:** ± 20 tot 30 minuten per m³ [47](#page=47).
* **Vereisten:** Voldoende kruiwagens en mankracht, en een geschikt pad voor de kruiwagens [47](#page=47).
* **Verhouding:** 1 m³ beton staat ongeveer gelijk aan 20 tot 30 kruiwagens [47](#page=47).
#### 3.2.3 Betonkubel met stortbroek/slurf of onderlosser
* **Capaciteit:** Courant van 500 liter tot 1 m³, uitzonderlijk tot 3,5 à 4,0 m³ [48](#page=48).
* **Transport:** Met een kraan [48](#page=48).
* **Bereik:** Groot bereik [48](#page=48).
* **Voorwaarden:** De stortplaats mag nog niet overdekt zijn [48](#page=48).
* **Vullen:** De kubel wordt in liggende positie bovenaan gevuld via de stortgoot van de mixer [48](#page=48).
* **Lossnelheid:** ± 1 kubel per 5 à 10 minuten, wat neerkomt op ± 1 mixer per uur (6 à 12 m³ per uur) [48](#page=48).
#### 3.2.4 Betonmixer met transportband
* **Geschiktheid:** Enkel geschikt voor aardvochtig of halfplastisch beton [49](#page=49).
* **Bescherming:** Bij grote afstanden afdekken tegen uitdroging of regen [49](#page=49).
* **Ontmenging:** Gebruik van een stortbroek of slurf aan het storteinde ter voorkoming [49](#page=49).
* **Types:**
* **Transportband op de mixerwagen:** Kort bereik (tot ± 15 m), beperkte hoogteverschillen (tot ± 5 m) [49](#page=49).
* **Mobiele transportband:** Bereik tot ± 30 m, matige hoogteverschillen (tot ± 10 m) [49](#page=49).
* **Vaste transportband:** Uitzonderlijk op grote werven [49](#page=49).
#### 3.2.5 Transport met betonpomp
Betonpompen maken het mogelijk om beton over grote afstanden en hoogteverschillen te transporteren [50](#page=50).
##### 3.2.5.1 Betonpomp met giek
* **Combinatie:** Vaak een betonmixer gecombineerd met een mobiele betonpomp met giek [50](#page=50).
* **Bereik:** Zeer courant in België, met gieken tot ± 60 m [50](#page=50).
* **Hoogteverschillen:** Overbruggen tot ± 55 m [50](#page=50).
* **Toegankelijkheid:** Geschikt voor moeilijk bereikbare plaatsen (buiten) [50](#page=50).
* **Ruimte:** Vereist vrije ruimte voor de giek (oppassen voor hoogspanningslijnen). De giek wordt meestal over de constructie geplaatst, niet erdoorheen. Binnen storten is mogelijk via verlengstukken [50](#page=50).
* **Lossnelheid:** ± 20 tot 80 m³ per uur [51](#page=51).
* **Vereisten:**
* Voorzie voldoende mankracht en materieel voor verwerking wegens de hoge lossnelheid [51](#page=51).
* Zorg voor voldoende ruimte en een stabiele ondergrond voor stationeren en afstempelen [51](#page=51).
##### 3.2.5.2 Stationaire betonpomp
* **Bereik:** Groot tot zeer groot bereik (300 à 500 m en meer) [52](#page=52).
* **Hoogteverschillen:** Overbruggen 50 tot 100 m en meer [52](#page=52).
* **Debieten:** Grote debieten (± 20 tot 100 m³ per uur en meer); de aanvoer van beton kan hier de beperkende factor zijn [52](#page=52).
* **Toegankelijkheid:** Geschikt voor moeilijk bereikbare plaatsen, ook binnen [52](#page=52).
* **Voorbeelden:** Werkelhoogterecord 606 m (310 bar) bij de Burj Khalifa in Dubai [52](#page=52).
#### 3.2.6 Soorten betonpompen
Er zijn twee hoofdtypen betonpompen: zuigerpompen en roterende pompen [53](#page=53).
* **Zuigerpompen:**
* Kenmerken: Zwaar, vereisen intensief onderhoud, geven schokken in de stroom, kunnen hoge druk aan [53](#page=53).
* Toepassing: Typisch voor mobiele pompen met lange giek en zware stationaire pompen; geschikt voor stijf en zwaar beton en grote volumes [53](#page=53).
* **Roterende pompen (peristaltische pompen):**
* Kenmerken: Compact, licht, eenvoudig in onderhoud, geven een stabiele stroom, kunnen geen heel hoge druk aan [53](#page=53).
* Toepassing: Typisch voor pompmixers en lichte stationaire pompen; geschikt voor kleine hoeveelheden, vloeibaar beton, lichtbeton en schuimbeton [53](#page=53).
#### 3.2.7 Betonverdeler
Betonverdelers worden gebruikt om beton gelijkmatig te verdelen, met name in de prefab-industrie of op grote werven [54](#page=54).
* **Types:** Aan rails, op rolbrug, of geïntegreerd met een pomp met giek [54](#page=54).
#### 3.2.8 Betondumper
Betondumpers worden gebruikt voor het transport van beton, voornamelijk binnen fabrieken of op grote, goed toegankelijke werven [54](#page=54).
### 3.3 Beton storten en bekisting
De bekisting is cruciaal voor het correct vormen, ondersteunen en plaatsen van het betonnen element [56](#page=56).
#### 3.3.1 Doel van bekisting
* Vorm geven aan het betonnen element [56](#page=56).
* Gestort beton ondersteunen totdat het voldoende verhard is [56](#page=56).
* De wapening in positie houden [56](#page=56).
* Beton beschermen tegen weersinvloeden [56](#page=56).
* Het uitzicht van het oppervlak bepalen [56](#page=56).
#### 3.3.2 Soorten en materialen bekisting
* **Soorten:** Traditionele bekisting (schrijnwerk) en systeembekisting. Glijbekisting (horizontaal voor wegenbouw, verticaal voor hoogbouw) is een specifieke toepassing. Verloren bekisting, zoals metaalplaten, vulblokken, etc., wordt ook gebruikt [57](#page=57) [58](#page=58) [59](#page=59).
* **Materialen:** Hout (planken, multiplex, betonplex), metaal, rubber/siliconen [57](#page=57).
#### 3.3.3 Aandachtspunten bij bekisting
* **Onderhoud:** Bekistingsolie toepassen om aanhechting te voorkomen. Houten bekisting voorbevochtigen om het zuigend effect te verminderen [60](#page=60).
* **Positionering:** Voldoende afstandshouders gebruiken voor correcte positionering van de wapening en betondekking [60](#page=60).
* **Reinheid:** Geen vuil in de bekisting laten slingeren [60](#page=60).
* **Afdichting:** Bekisting voldoende afdichten tegen lekken [60](#page=60).
* **Ondersteuning:** Bekisting voldoende ondersteunen en afstempelen, aangezien het gewicht en de druk van beton 2,5 maal die van water is [60](#page=60).
#### 3.3.4 Afstandshouders
Afstandshouders (of 'afstandhouders') zijn essentieel voor de correcte plaatsing van wapening en het garanderen van de betondekking [61](#page=61).
* **Doel:** Bepalen van de positie van de wapening, zorgen voor betondekking, en de wapening op zijn plaats houden [61](#page=61).
* **Types:** Zonder bevestiging, met bevestiging (binddraad, clip), mortel/beton, kunststof [61](#page=61).
* **Te vermijden:** Puin, hout, en metaal in contact met bekisting (roestvorming, hittedoorslag bij brand) [61](#page=61).
* **Speciale toepassingen:** Metalen afstandshouders tussen wapeningslagen in vloeren en dubbele afstandshouders tussen bekiste wanden [62](#page=62).
#### 3.3.5 Storten van beton
Aandachtspunten tijdens het storten zijn cruciaal om gebreken te voorkomen [63](#page=63).
* **Storthoogte:** Beperken tot ± 1 m om ontmenging, verplaatsing van afstandshouders en wapening, en vervorming van de bekisting te vermijden [63](#page=63).
* **Maatregelen:** Gebruik een stortgoot, een kubel met stortbroek (slurf), of houd het uiteinde van de betonleiding bij pompen niet te hoog [63](#page=63).
* **Lagen:** Traditioneel beton in wanden storten in lagen van 30 à 60 cm, met een zo kort mogelijke tijd tussen de lagen. De trilnaald moet steeds ± 10 cm in de vorige stortlaag doordringen. Zelfverdichtend beton kan in één laag gestort worden, mits men oppast voor de bekistingsdruk [64](#page=64).
* **Vloeren en balken:** Worden best gestort met een stortfront en niet te vloeibaar beton, zodat een talud wordt gevormd [64](#page=64).
* **Personeel:** Voldoende personeel is nodig voor het verdelen en verdichten van beton op vloeren [64](#page=64).
* **Wapening:** Til de wapening bij vloeren niet op om het doorstromen van beton te vergemakkelijken en vergeet doorvoeren niet te plaatsen [64](#page=64).
### 3.4 Verdichting van beton
Verdichting is een essentiële stap om de gewenste sterkte, duurzaamheid en uiterlijk van het beton te verkrijgen [65](#page=65).
#### 3.4.1 Doel van verdichting
Traditioneel stortbeton bevat ingesloten lucht (5 à 20% v/v) die verdreven moet worden. Verdichting zorgt ervoor dat [65](#page=65):
* Het beton de meest compacte stapeling en hoogste dichtheid aanneemt [65](#page=65).
* Het beton voorbij aanwezige wapening vloeit [65](#page=65).
* De bekisting volledig gevuld wordt [65](#page=65).
* Holtes en luchtbellen verdreven worden [65](#page=65).
**Resultaat van verdichting:** Kwalitatief beton (sterk en duurzaam) en een mooi oppervlak [65](#page=65).
**Zelfverdichtend beton (SVB):** Is speciaal ontworpen om niet verdicht te hoeven worden en mag ook niet verdicht worden om ontmenging te voorkomen [65](#page=65).
#### 3.4.2 Gevolgen van slechte verdichting
Slecht verdicht beton is poreus, wat leidt tot verlies van sterkte en duurzaamheid. Het heeft een onregelmatig en ruw oppervlak en kan 'grindnesten' bevatten. Grindnesten met onvoldoende betondekking op de wapening leiden tot roest van de wapening en uiteindelijk betonrot [66](#page=66).
#### 3.4.3 Principe van verdichting
Traditioneel stortbeton wordt meestal verdicht door trillen. Het trillen levert energie aan het beton, waardoor de interne wrijving overwonnen wordt, het beton vloeibaarder wordt en de holtes gedicht worden [67](#page=67).
* **Stoppen met trillen:** Trillen wordt voortgezet totdat alle luchtholtes verdreven zijn. Stop met trillen als zich een glanzend laagje op het beton begint te vormen [67](#page=67).
* **Ingebrachte lucht:** Sommige hulpstoffen brengen bewust luchtbelletjes in het beton; deze mogen niet uitgedreven worden door overmatig trillen [67](#page=67).
* **Te vermijden:** Beton mag niet ontmengen en geen water afscheiden ('bleeding') [67](#page=67).
#### 3.4.4 Methoden van verdichting
* **Op de werf:** Meest toegepast met een trilnaald (wanden, balken, kolommen, vloeren) of met een trilbalk (vloeren tot 10 à 15 cm dik) [68](#page=68).
* **In de betonfabriek:** Vaak gebruik van bekistingstrillers, triltafels, extruders of trilpersen [68](#page=68).
##### 3.4.4.1 Trilnaald
* **Toepassing:** Meest toegepaste methode op de werf [69](#page=69).
* **Werking:** Roterende excentrische massa in een metalen huls aan een flexibel [69](#page=69).
* **Afmetingen:** Diameter van 25 tot 65 mm [69](#page=69).
* **Frequentie:** Laagfrequent (50 à 100 Hz) voor grof beton, hoogfrequent (200 à 250 Hz) voor fijner beton [69](#page=69).
* **Actieradius:** Ongeveer 5 keer de diameter [69](#page=69).
* **Gebruik:**
* Tussenafstand: ± 6 à 8 x Ø (30 à 40 cm voor Ø 50 mm) [69](#page=69).
* Laagdikte: 30 à 50 cm [69](#page=69).
* Doordringen in vorige laag: ± 10 cm [69](#page=69).
* Beton in helling: Verdichten van onder naar boven [70](#page=70).
* **Te vermijden:**
* Beton verplaatsen met de trilnaald; gebruik hiervoor een hark of schop (gevaar op ontmenging) [70](#page=70).
* De bekisting raken; dit kan loskomen of blijvende indrukken veroorzaken. Gebruik eventueel een met rubber beklede trilnaald voor zichtbeton [70](#page=70).
* De wapening raken; dit kan de hechting met het verse beton verstoren en ervoor zorgen dat de wapening zich aftekent [70](#page=70).
* Rond sparingen: Laagdikte van 30 à 50 cm respecteren, ± 10 cm in vorige laag doordringen, en enkelzijdig verdichten [71](#page=71).
##### 3.4.4.2 Trilbalk
* **Toepassing:** Voor vloeren tot 10 à 15 cm dik in niet te stijf beton, eventueel aanvullend op de trilnaald [72](#page=72).
* **Gebruik:** Beton verspreiden met schop of hark en trillen met de trilbalk in overlappende stroken [72](#page=72).
* **Belangrijk:** De trilbalk moet trillen op het beton en niet op de bekisting of geleiderails [72](#page=72).
* **Onderscheid:** Niet te verwarren met de afwerkspaan of drijfrei, die enkel dienen om het oppervlak glad te strijken [72](#page=72).
##### 3.4.4.3 Bekistingstrillers
* **Werking:** Excentrische elektromotoren die aan de bekisting worden bevestigd [73](#page=73).
* **Kracht:** Zeer krachtige verdichting, ook van zeer stijf beton [73](#page=73).
* **Toepassing:** Kunnen enkel op zeer stevige systeembekistingen worden toegepast. Voornamelijk gebruikt in de prefab-industrie, uitzonderlijk op werven [73](#page=73).
##### 3.4.4.4 Triltafels
* **Toepassing:** Tafels voor vloer- en wandelementen, soms met kip-functie, uitgerust met bekistingstrillers [74](#page=74).
* **Gebruik:** Vrijwel uitsluitend in de prefab-industrie [74](#page=74).
##### 3.4.4.5 Extrusie
* **Principe:** Een vorm van verdichten die voornamelijk bij glijbekistingen wordt toegepast, met schroeven die zeer hoge drukken ontwikkelen (principe vleesmolen) [75](#page=75).
* **Toepassing:** Wegenbouw (o.a. borduren, kantstroken) en prefab-industrie (o.a. voorgespannen welfsels) [75](#page=75).
* **Beweging:** De glijbekisting met de extrusieschroeven duwt zich af op het beton en beweegt zo verder [75](#page=75).
##### 3.4.4.6 Trilpersen
* **Werking:** Zeer zware machinale verdichting door een combinatie van trillen en persen [76](#page=76).
* **Toepassing:** In de betonindustrie voor de productie van metselstenen, betonstraatstenen, etc. [76](#page=76).
##### 3.4.4.7 Centrifugeren of slingeren
* **Werking:** Zeer zware machinale verdichting door het in een roterende stalen bekisting [77](#page=77).
* **Toepassing:** Prefab-industrie voor de productie van kolommen, palen en buizen [77](#page=77).
### 3.5 Afwerking van beton
Afwerking is de laatste stap om het betonoppervlak te verbeteren in uiterlijk en dichtheid [78](#page=78).
#### 3.5.1 Doel van afwerking
* Laatste oneffenheden (nazakkingen) wegwerken [78](#page=78).
* Oppervlaktescheuren dichten en het oppervlak extra verdichten [78](#page=78).
* Het oppervlak een gelijkmatig uiterlijk geven [78](#page=78).
#### 3.5.2 Technieken van afwerking
* **Kleine vlakken:** Handmatig met schuurbord of met een niet-mechanische afwerkspaan [78](#page=78).
* **Grote vloeroppervlakken:** Mechanische afwerkspaan of drijfrei, en 'vlinderen' of 'helikopteren' (roterende afwerkspanen) [78](#page=78).
### 3.6 Nabehandeling van beton
Nabehandeling is cruciaal om het pas gestorte betonoppervlak te beschermen en de gewenste eigenschappen te ontwikkelen [79](#page=79).
#### 3.6.1 Bescherming tegen vorst
Indien de temperatuur < 5° C gedurende 72 uur na het storten, zijn maatregelen noodzakelijk [79](#page=79).
* Stort uitstellen [79](#page=79).
* Snelwerkend cement gebruiken (CEM I of II) [79](#page=79).
* Versnellende hulpstof toevoegen [79](#page=79).
* Isolatiematten gebruiken [79](#page=79).
* Speciale technieken (verwarmen, stomen) [79](#page=79).
#### 3.6.2 Voorkomen van krimpscheuren
Beton krimpt bij uitharden. Grote oppervlakten (vloeren) worden ingezaagd om wilde scheurvorming tegen te gaan [80](#page=80).
#### 3.6.3 Bescherming tegen uitdroging
Het pas gestorte betonoppervlak moet beschermd worden tegen:
* Uitspoelen door regen [81](#page=81).
* Uitdroging door verdamping door directe zoninstraling, hoge temperatuur, wind/tocht, of droge lucht [81](#page=81).
#### 3.6.4 Technieken tegen uitdroging
* Niet te vroeg ontkisten [81](#page=81).
* Besproeien of onder water zetten [81](#page=81).
* 'Curing compound' (nabehandlingsproduct) toepassen [81](#page=81).
* Afdekken met plastiekfolie [81](#page=81).
### 3.7 Speciale afwerkingen
Er zijn diverse speciale afwerkingen mogelijk om het betonoppervlak een uniek uiterlijk te geven [82](#page=82).
* Gestempeld beton [82](#page=82).
* Uitgewassen beton [82](#page=82).
* Gepolierd beton [82](#page=82).
* Gepolijst beton [82](#page=82).
* Geborsteld beton [82](#page=82).
* Gegritstraald beton [82](#page=82).
---
# Keuring, certificatie en controle van beton
Dit deel van de studiegids behandelt de verschillende keurmerken, certificatieschema's en controleprocedures die van toepassing zijn op beton, met een focus op het BENOR-keurmerk, de CE-markering en de controle bij de levering van stortbeton.
### 4.1 Het BENOR-keurmerk
Het BENOR-keurmerk is een **vrijwillig kwaliteitsmerk**. Het is niet wettelijk verplicht, maar kan wel worden opgelegd door middel van een bestek of contract. In overheidsbestekken, zoals SB 250 en VMSW, wordt het BENOR-merk vaak voorgeschreven, maar gelijkwaardige certificaties moeten ook toegelaten worden [84](#page=84).
#### 4.1.1 Vereisten en Procedure van BENOR-certificatie
De BENOR-certificatie voor beton is gebaseerd op specifieke normatieve documenten. Voor constructief en niet-constructief beton geldt de NBN EN 206:2013+A1:2016, aangevuld met de Belgische nationale norm NBN B15-001:2018. Voor wegenbeton wordt verwezen naar PTV 850, zoals gebruikt in overheidsbestekken (bijvoorbeeld SB250 in Vlaanderen, Qualiroutes in Wallonië, en TB2015 in Brussel) [84](#page=84) [85](#page=85).
Het certificatieschema legt kwaliteitseisen vast. De fabrikant is verantwoordelijk voor een **zelfcontrole** die het gehele proces bestrijkt, van grondstoffen tot eindproduct. Daarnaast vinden er **externe controles** plaats: inspecteurs voeren controlebezoeken uit en laten proeven uitvoeren in onafhankelijke laboratoria, in opdracht van de certificatie-instelling. Op basis van zowel de zelfcontrole van de fabrikant als het externe toezicht, verklaart de certificatie-instelling dat er voldoende vertrouwen is dat de producten aan de vastgelegde kwaliteitseisen voldoen [85](#page=85).
Het BENOR-keurmerk is van toepassing op **stortbeton**, maar ook op tal van **betonproducten** en **bestanddelen** zoals cement, granulaten en hulpstoffen. Het BENOR-merkteken kan worden aangetroffen op het product zelf, de verpakking, of de leveringsbon [86](#page=86).
> **Tip:** Het BENOR-keurmerk is een indicator van gegarandeerde kwaliteit, gebaseerd op een systeem van zelfcontrole en onafhankelijk toezicht.
### 4.2 De CE-markering
De CE-markering is **wettelijk verplicht** binnen de Europese Economische Ruimte en hoeft dus niet expliciet te worden voorgeschreven. Het is **geen kwaliteitsmerk** en legt geen specifieke eisen op aan de producten. De CE-markering dient daarentegen om vast te stellen of bouwproducten het mogelijk maken om gebouwen te construeren die voldoen aan de nationale bouwwetgeving [87](#page=87).
Het is een geharmoniseerde methode om binnen Europa de prestaties van kenmerken van bouwproducten te verklaren, met als doel het vrije verkeer van goederen te bevorderen en handelsbelemmeringen aan landsgrenzen te voorkomen. De CE-markering kan worden gezien als een **paspoort voor goederen binnen de EU**, maar is dus geen garantie voor kwaliteit op zich [87](#page=87).
De CE-markering is **niet van toepassing op stortbeton**, maar wel op diverse **betonproducten** en **bestanddelen** zoals cement, granulaten en hulpstoffen. De markering kan aanwezig zijn op de leveringsbon, het product of de verpakking [88](#page=88).
> **Tip:** Verwar de CE-markering niet met een kwaliteitskeurmerk. Het garandeert slechts dat de prestaties van het product verklaard worden volgens Europese normen en dat het aan basis bouwvoorschriften kan voldoen.
### 4.3 Controle bij levering van stortbeton
Bij de levering van stortbeton is een controle ter plaatse essentieel om de correctheid van het geleverde product te waarborgen. Deze controle omvat het **nakijken van de leveringsbon** en het **eventueel meten van de verwerkbaarheid**. Tevens dient men aandachtig te zijn voor de **homogeniteit** van het beton, wat duidt op een goede menging [90](#page=90).
#### 4.3.1 Het nakijken van de leveringsbon
De leveringsbon bevat cruciale informatie die gecontroleerd en begrepen dient te worden. Essentiële gegevens zijn [91](#page=91):
* Naam en identificatie van de betoncentrale [91](#page=91).
* Identificatie van de klant [91](#page=91).
* Bonnummer [91](#page=91).
* Leveringsadres [91](#page=91).
* Hoeveelheid beton in kubieke meters (m³) [91](#page=91).
* Identificatie van het transportmiddel (inclusief BENOR-nummer indien van toepassing) [91](#page=91).
Verdere informatie op de leveringsbon omvat:
* Verwijzing naar de toepasselijke betonnorm [92](#page=92).
* Gebruiksdomein (bijv. ongewapend, gewapend, voorgespannen) [92](#page=92).
* Sterkteklasse [92](#page=92).
* Omgevingsklasse(n) voor duurzaamheid [92](#page=92).
* AR- en PREV-klassen met betrekking tot Alkali-Silica Reactie (ASR) [92](#page=92).
* Consistentieklasse (maat voor verwerkbaarheid) [92](#page=92).
* Maximale korrelgrootte (Dmax) [92](#page=92).
* Gegarandeerde verwerkingstijd [92](#page=92).
* Eventueel het soort en de sterkteklasse van het toegepaste cement [92](#page=92).
* Waarschuwingen met betrekking tot toevoegingen door de klant [93](#page=93).
* Opsomming van alle toevoegingen, zowel door de klant als door de producent [93](#page=93).
* Laadtijd (het moment van eerste contact tussen water en cement) [93](#page=93).
* Begin en einde van het losproces [93](#page=93).
#### 4.3.2 Meting van de verwerkbaarheid
De verwerkbaarheid of consistentie van het beton kan op de werf worden gemeten met behulp van de **zetmaat** (ook wel 'slump' genoemd). Deze meting geeft een indicatie van hoe vloeibaar het beton is en hoe gemakkelijk het te verwerken is [90](#page=90).
#### 4.3.3 Belang van BENOR-certificatie en onbevoegde toevoegingen
De vermelding van de BENOR-certificatie op de leveringsbon is een belangrijke kwaliteitsindicatie. Het is cruciaal om te weten dat de **BENOR-certificatie vervalt indien de klant zelf water of hulpstoffen toevoegt** aan het geleverde beton. In het geval van toevoegingen door de klant kan de leverancier de verwerkbaarheid, sterkte en duurzaamheid van het beton niet meer garanderen [94](#page=94).
> **Example:** Een leveringsbon vermeldt: "Beton C30/37 XC1 WA+L A2.2 S3 Dmax22 BENOR". Dit betekent:
> * C30/37: Cilinderdruksterkte van 30 MPa, kubusdruksterkte van 37 MPa.
> * XC1: Omgevingsklasse voor beton met een lage risico op carbonatatie.
> * WA+L: Toevoeging van een waterreducerend middel en luchtbelvormer.
> * A2.2: Klasse voor bescherming tegen Alkali-Silica Reactie.
> * S3: Consistentieklasse (matig vloeibaar).
> * Dmax22: Maximale korrelgrootte van 22 mm.
> * BENOR: Het beton voldoet aan de BENOR-normen.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Granulaten | Steenachtige korrels, zowel grof (zoals grind en steenslag) als fijn (zand), die als een van de hoofdbestanddelen van beton dienen en zorgdragen voor de sterkte en volumieke massa. |
| Bindmiddel | Een stof die, na menging met water, een pasta vormt die uithardt en de andere bestanddelen van beton bindt tot een stevig geheel; in cementbeton is dit cement. |
| Cementpasta | Een mengsel van cement en water dat de bindende eigenschappen van beton verzorgt en na verharding de cementsteen vormt. |
| Hydraulisch bindmiddel | Een bindmiddel dat reageert met water om uit te harden, zowel in de lucht als onder water, en dat na verharding niet oplosbaar is in water; cement is hier een voorbeeld van. |
| Composietmateriaal | Een materiaal dat is samengesteld uit twee of meer verschillende materialen met duidelijke scheidingen daartussen, die na samenvoeging een geheel vormen met eigenschappen die anders zijn dan die van de afzonderlijke componenten; beton is hier een voorbeeld van. |
| Monoliet | Een enkel, ononderbroken object of structuur, dat na het uitharden van het vers gegoten beton ontstaat; beton wordt beschouwd als een monoliet bouwmateriaal. |
| Druksterkte | De maximale drukbelasting die een materiaal kan weerstaan voordat het bezwijkt of vervormt; beton heeft een hoge druksterkte. |
| Treksterkte | De maximale trekbelasting die een materiaal kan weerstaan voordat het bezwijkt; beton heeft een lage treksterkte. |
| Gewapend beton | Beton dat is voorzien van wapening (meestal stalen staven of netten) om de relatief lage treksterkte van beton te compenseren en de structurele integriteit te verbeteren, vooral onder belasting die trekkrachten veroorzaakt. |
| Voorgespannen beton | Beton waarbij spanningen worden aangebracht voordat de belasting wordt toegepast, meestal door staalkabels te spannen en deze in het verharde beton te verankeren, om de trekspanningen onder normale belasting te neutraliseren. |
| Naspanning | Een techniek waarbij voorspanning wordt aangebracht nadat het beton al is verhard, in tegenstelling tot voorspanning die tijdens het storten of direct erna wordt aangebracht. |
| Constructief vezelversterkt beton | Beton waaraan staalvezels zijn toegevoegd om de trekkrachten, impactweerstand en taaiheid van het materiaal te verbeteren, functionerend op een vergelijkbare manier als gewapend beton maar met een fijnere verdeling van het wapeningsmateriaal. |
| Stortklaar beton | Beton dat wordt bereid in een centrale en in verse staat op de bouwplaats wordt geleverd, wat zorgt voor een gecontroleerde kwaliteit en efficiëntie. |
| Werfbeton | Beton dat wordt vervaardigd door de aannemer zelf op de bouwplaats, vaak met behulp van een betonmolen, wat meer flexibiliteit biedt maar mogelijk variaties in kwaliteit kent. |
| Betonproducten | Gevormde betononderdelen die in een fabriek worden geproduceerd, zoals metselstenen, buizen, straatstenen, balken, kolommen en vloerplaten, die vervolgens op de werf worden geplaatst. |
| Prefabbeton | Betononderdelen die vooraf in een fabriek worden vervaardigd en als complete elementen op de bouwplaats worden geleverd en gemonteerd, wat de bouwsnelheid verhoogt en de kwaliteit controleerbaar maakt. |
| Wegenbeton | Een speciaal type beton dat wordt gebruikt voor wegverhardingen en -uitrustingen, met specifieke eisen met betrekking tot vorstbestendigheid, bestandheid tegen dooizouten, stroefheid en rolgeluid. |
| Cementgehalte | De hoeveelheid cement die per kubieke meter beton wordt gebruikt; dit beïnvloedt de sterkte en duurzaamheid van het beton. |
| Mager beton (zuiveringsbeton) | Beton met een laag cementgehalte (typisch minder dan 250 kg/m³), vaak gebruikt voor niet-constructieve doeleinden zoals onder funderingsaanzetten of als basislaag voor stabiliteit en bescherming. |
| Verwerkbaarheid (Consistentie) | De mate waarin vers beton gemakkelijk kan worden gevuld, verspreid en verdicht zonder segregatie; dit wordt vaak uitgedrukt in consistentieklassen. |
| Zelfverdichtend beton (SCC) | Een geavanceerd type beton dat, dankzij een specifieke samenstelling, door zijn eigen gewicht volledig de bekisting vult en de wapening omstroomt zonder dat externe verdichting (trillen) nodig is. |
| Bekisting | Een tijdelijke of permanente structuur die wordt gebruikt om vers beton te vormen en te ondersteunen tijdens het uitharden, en die ook de positie van de wapening bepaalt en het oppervlak van het uiteindelijke betonelement beïnvloedt. |
| Glijbekisting | Een bekistingssysteem dat continu omhoog beweegt tijdens het storten van beton, wat vooral wordt gebruikt voor hoge structuren zoals silo's, schoorstenen en hoogbouw, of horizontaal voor wegenbouw. |
| Verloren bekisting | Bekisting die na het storten van het beton ter plaatse blijft en deel gaat uitmaken van de constructie, zoals breedplaten, metaalplaten of vulblokken. |
| Afstandshouders | Kleine objecten (vaak van kunststof, beton of mortel) die tussen de bekisting en de wapening worden geplaatst om een correcte betondekking te waarborgen en de wapening in positie te houden. |
| Ontmenging (Segregatie) | Het proces waarbij de bestanddelen van vers beton zich scheiden tijdens het transport of storten, bijvoorbeeld wanneer grotere korrels naar beneden zakken, wat resulteert in een inhomogeen en zwakker beton. |
| Verdichten | Het proces van het verwijderen van ingesloten lucht en het verkrijgen van een dichte structuur in vers beton, meestal door middel van trillen, om een optimale sterkte, duurzaamheid en oppervlaktekwaliteit te garanderen. |
| Grindnesten | Holtes of ruimtes met losse, ongebonden grindkorrels die ontstaan in beton door onvoldoende verdichting, wat kan leiden tot zwakke plekken, verminderde duurzaamheid en corrosie van de wapening. |
| Trilnaald | Een verdichtingsgereedschap met een roterende excentrische massa, dat in het verse beton wordt gestoken om luchtbellen te verwijderen en de dichtheid te verhogen. |
| Trilbalk | Een verdichtingsgereedschap dat wordt gebruikt voor het verdichten van vloeren en platen met een beperkte dikte, waarbij het over het betonoppervlak wordt bewogen. |
| Bekistingstrillers | Trillende motoren die aan de bekisting worden bevestigd om het beton te verdichten, voornamelijk gebruikt in de prefab-industrie vanwege hun hoge efficiëntie. |
| Triltafel | Een tafel waarop prefab-elementen worden geplaatst en die trilt om het beton te verdichten, veel gebruikt in de productie van betonproducten. |
| Extrusie | Een verdichtingsmethode die vooral wordt toegepast bij glijbekistingen, waarbij schroeven hoge drukken ontwikkelen om het beton te verdichten en voort te bewegen. |
| Centrifugeren (Slingeren) | Een verdichtingsmethode waarbij beton in een roterende bekisting wordt geplaatst, gebruikt voor het produceren van ronde elementen zoals kolommen, palen en buizen. |
| Afwerken | Het proces van het egaliseren, gladmaken en polijsten van het betonoppervlak direct na het storten en verdichten, om het gewenste uiterlijk te verkrijgen en kleine oneffenheden te verwijderen. |
| Nabehandelen | Maatregelen die worden genomen na het storten en afwerken van beton om de juiste omstandigheden te creëren voor een optimale uitharding en om het te beschermen tegen schadelijke invloeden zoals vorst, uitdroging of regen. |
| Krimpscheuren | Kleine scheurtjes die ontstaan in beton als gevolg van het volumeverlies tijdens het uitharden en drogen; deze kunnen worden beperkt door strategische inzagingen. |
| BENOR-merk | Een vrijwillig kwaliteitsmerk voor bouwproducten, waaronder beton, dat aangeeft dat het product voldoet aan specifieke normen en kwaliteitsvoorschriften, inclusief zelfcontrole en externe audits. |
| CE-markering | Een wettelijk verplichte markering binnen de Europese Economische Ruimte die aangeeft dat een product voldoet aan de essentiële eisen van de relevante Europese richtlijnen, wat het vrije verkeer van goederen bevordert, maar geen kwaliteitsgarantie op zich is. |
| Leveringsbon | Een document dat de details van een levering van stortbeton bevat, zoals de hoeveelheid, samenstelling, sterkteklasse, consistentieklasse, en eventuele speciale specificaties of certificeringen. |
| Verwerkbaarheid (Consistentie) | De mate waarin vers beton gemakkelijk kan worden gevuld, verspreid en verdicht zonder segregatie; dit wordt vaak uitgedrukt in consistentieklassen. |
| Zetmaat (Slump) | Een test om de verwerkbaarheid (consistentie) van vers beton te meten, waarbij de afzakking van een gestandaardiseerde kegelvormige mal wordt gemeten nadat het beton is verwijderd. |
| Gebruiksdomein | Een classificatie die de omgevingsomstandigheden beschrijft waaraan een betonnen constructie zal worden blootgesteld, wat invloed heeft op de vereiste duurzaamheidseisen, zoals betondekking en chloridegehalte. |
| Omgevingsklassen | Specificaties die de blootstelling aan verschillende omgevingsfactoren, zoals vorst, dooizouten, chemicaliën en agressieve atmosferische omstandigheden, definiëren en die de vereiste duurzaamheid van het beton bepalen. |
| Dmax (Maximale korrelmaat) | De maximale grootte van de grootste steenachtige korrel in het betonmengsel, wat van invloed is op de verwerkbaarheid en de eigenschappen van het verse en verharde beton. |
| ASR (Alkali-Silicareactie) | Een chemische reactie tussen alkalische bestanddelen in cement en bepaalde reactieve aggregaaten in het beton, die kan leiden tot expansie en scheurvorming, wat de duurzaamheid van het beton aantast. |