Emigration Immigration
Cover
les 17 en 18 hoorcollege .docx
Summary
# Gezin en gezinsvormen
Dit onderwerp verkent de sociologie van het gezin, de evolutie van verschillende gezinsvormen van het traditionele kerngezin naar meer diverse structuren, en de impact van sociale veranderingen op huwelijk en gezinsvorming.
## 1 Gezin en gezinsvormen
### 1.1 Gezinssociologie
Gezinssociologie bestudeert hoe gezinnen functioneren en veranderen. Het onderzoekt gezinsvormen, relaties binnen gezinnen, en de invloed van gender, klasse en cultuur. Gezinnen spelen een cruciale rol in de ontwikkeling van individuen en de samenleving.
### 1.2 Het gezin als sociaal construct
Het kerngezin, bestaande uit ouders en kinderen, wordt vaak als de norm beschouwd, maar is geen natuurlijke entiteit. Het is een sociaal geconstrueerde vorm. Historisch werd het traditionele gezin gekenmerkt door de man als kostwinner en de vrouw als zorgende. Tegenwoordig bestaan er echter veel diverse gezinsvormen, waaronder:
* Eenoudergezinnen
* Samengestelde gezinnen
* Regenbooggezinnen
* Samenwonenden zonder huwelijk
### 1.3 Huwelijk en gezinsvorming
Het huwelijk is een sociale overeenkomst met bijbehorende rechten en plichten. Vroeger was het gezin vaak primair economisch gedreven en niet altijd gebaseerd op liefde.
### 1.4 Veranderingen in gezinnen
Er zijn significante veranderingen te zien in gezinsstructuren en -dynamieken:
* **Minder kinderen per gezin:** Koppels krijgen minder kinderen.
* **Latere gezinsvorming:** Ouders krijgen later in hun leven kinderen.
* **Meer werkende vrouwen:** Vrouwen nemen vaker deel aan de arbeidsmarkt.
* **Veranderde opvoeding:** De opvoedingsstijl is verschoven van een bevelshuishouding naar een onderhandelingshuishouding.
#### 1.4.1 Gevolgen voor kinderen
Deze veranderingen kunnen leiden tot uitdagingen voor gezinnen, waaronder financiële, relationele, opvoedkundige en gezondheidsproblemen. Vaak is maatwerk en gecombineerde hulp voor zowel ouders als kinderen noodzakelijk.
### 1.5 Gastles: Gender en migratie
Dit deel van het document bespreekt de concepten gender en migratie en hun onderlinge relatie.
#### 1.5.1 Wat is gender?
Gender verwijst naar de sociale verwachtingen rondom mannen en vrouwen. Het gaat niet alleen om biologische verschillen, maar vooral om rollen en gedragingen die als "normaal" worden beschouwd. Deze verwachtingen kunnen leiden tot ongelijkheid en zijn daarom een belangrijk maatschappelijk discussiepunt. Gender is niet binair en omvat ook non-binaire identiteiten. Het beïnvloedt carrièrekeuzes, gezinsvorming en maatschappelijke behandeling.
#### 1.5.2 Wat is migratie?
Migratie is de verhuizing van mensen van de ene plaats naar de andere. Redenen voor migratie zijn divers, waaronder economische motieven, studie, familiebanden, en het vluchten voor oorlog of onveiligheid. Vaak zijn er meerdere redenen tegelijkertijd aanleiding voor migratie.
#### 1.5.3 De link tussen gender en migratie
De "vervrouwelijking van migratie" duidt op de toenemende migratie van vrouwen. Dit roept vragen op over de daadwerkelijke vrijheid die vrouwen hierdoor verkrijgen, en of ze niet nog steeds voornamelijk zorgtaken uitvoeren. Er bestaan ook vooroordelen over migranten, waarbij mannelijke migranten vaak als economische werkers en vrouwelijke migranten als moeders of zorgverleners worden gezien, wat hun kansen op de arbeidsmarkt en de hulpverlening beïnvloedt.
#### 1.5.4 Hoe onderzoek naar migratie veranderde
Onderzoek naar migratie is geëvolueerd van een focus op cijfers naar een dieper begrip van de redenen, beleving en dagelijkse impact van migratie. Migranten worden steeds vaker actief betrokken bij het onderzoeksproces.
#### 1.5.5 Migratie en integratie
Integratie wordt gedefinieerd als het deelnemen aan de samenleving, wat verder gaat dan alleen aanpassing door migranten; de ontvangende samenleving moet ook openstaan voor nieuwkomers. Integratie wordt beïnvloed door wetten, beleid en factoren als gender, opleiding, inkomen, afkomst, huidskleur en verblijfsstatus (intersectionaliteit).
#### 1.5.6 Wat betekent dit voor sociaal werk?
Sociaal werkers moeten rekening houden met maatschappelijke structuren en regels die mensen tegenhouden, en de levensgeschiedenis en context van individuen meenemen.
#### 1.5.7 Affectief burgerschap
Affectief burgerschap omvat bijdragen aan de samenleving via zorg, emoties en betrokkenheid. Migrantenmoeders zijn een voorbeeld van dit concept, door hun rol op scholen, in de buurt, en hun bemiddeling tussen culturen. Ook migrantenverenigingen dragen bij aan een gevoel van thuis zijn. Zorg en solidariteit bevorderen verbondenheid, actieve deelname en culturele brugvorming.
## 2 Migratie en culturele diversiteit in België
### 2.1 Van gastarbeid tot superdiversiteit
België is in ongeveer 75 jaar tijd geëvolueerd van een land met beperkte etnisch-culturele diversiteit naar een samenleving van superdiversiteit.
#### 2.1.1 Migratie door de eeuwen heen
Migratie is van alle tijden, gedreven door economische, politieke en sociale redenen. Historische voorbeelden zijn de migratie van Grieken en Romeinen, de Europese migratie naar Amerika, en de trans-Atlantische slavernij.
#### 2.1.2 Migratie in België: historisch overzicht
* **Voor 1920:** Spontane migratie, voornamelijk uit buurlanden. Het aandeel niet-Belgen bedroeg in 1910 3,5%.
* **1920–1940:** Georganiseerde arbeidsmigratie voor de industrie, met migranten uit Italië, Polen en Tsjechië. Het aandeel niet-Belgen in 1930 was 3,9%. De economische nood leidde tot een actieve migratiepolitiek.
* **Na WO II (1945–1956):** Actieve aantrekking van 77.000 Zuid-Italianen en 20.000 Polen voor de mijnen en zware industrie.
* De mijnramp van Marcinelle (1956) toonde de gevaarlijke werkomstandigheden voor migranten aan.
* In 1947 bestond slechts 4,3% van de Belgische bevolking uit niet-Belgen.
* **Jaren '60:** Gastarbeid en economische groei leidden tot een tekort aan arbeidskrachten. Migranten werden aangetrokken uit Spanje, Griekenland, Marokko en Turkije. In 1970 waren er 696.300 niet-Belgen. Gastarbeiders vestigden zich permanent.
* **Jaren '70:** Economische crisis en migratiestop van 1974 als gevolg van de oliecrisis. De nadruk verschoof naar gezinshereniging, EU-migratie en asielaanvragen (vanaf '90). In 1991 waren er 904.500 niet-Belgen.
* **Jaren '90:** Globalisering leidde tot een toename van migratie uit meer landen met diverse achtergronden, wat het begin van superdiversiteit markeerde.
#### 2.1.3 Superdiversiteit in de 21e eeuw
Superdiversiteit, geïntroduceerd door Steven Vertovec, beschrijft een complexere realiteit dan gewone diversiteit, met zowel kwantitatieve als kwalitatieve dimensies. Diversiteit is een dagelijkse realiteit geworden in sectoren als onderwijs en sociaal werk.
* **Wat is superdiversiteit?** Het erkent meervoudige identiteiten en vraagt om een "en/en"-denken in plaats van "wij-zij"-denken.
* **Samenleven en gedeelde verantwoordelijkheid:** Iedereen draagt bij aan het samenleven in superdiverse wijken. Transnationaal leven en meertaligheid zijn alledaagse fenomenen. Brussel telde in 2011 meer dan 100 talen.
* **Uitdagingen en kansen:**
* **Uitdagingen:** Wij-zij-denken, uitsluiting, opvangcrises en beleidsproblemen.
* **Kansen:** Interculturalisering van onderwijs, sociaal werk en gezondheidszorg; divers-sensitief werken; erkenning van talen en culturen; van assimilatie naar co-creatie.
#### 2.1.4 Toekomstscenario's
* **Negatief:** Angst, polarisatie, racisme, ongelijkheid.
* **Positief:** Normalisering, erkenning, interculturalisering, emancipatie.
De toekomst van steden ligt in het mobiliseren van superdiversiteit, waarbij sociaal werkers een cruciale rol spelen.
##### 2.1.4.1 Risico's en effecten van superdiversiteit
| Negatieve risico's | Positieve effecten |
| :-------------------------------- | :----------------------------------------------- |
| Armoede | Meer aandacht voor welzijn en veiligheid |
| Psychische problemen | Normalisering van verschillende gezinsvormen |
| Intergenerationele ongelijkheid | Meer ruimte voor zorgende vaders |
##### 2.1.4.2 Vergelijking tussen gastarbeiders en nieuwkomers
| Eerste generatie gastarbeiders (vroeger) | Nieuwkomers vandaag |
| :-------------------------------------------------------------------- | :-------------------------------------------------------------------------------------------------------------- |
| Weinig contact buiten eigen gemeenschap | Meer contact via sociale media en grotere netwerken |
| Geen taallessen of inburgering | Verplichte taallessen en inburgering |
| Vaak laaggeschoold werk in de industrie | Velen zijn (hoog)opgeleid |
| Vrouwen bleven meestal thuis | Van vrouwen wordt verwacht dat ze werken |
| Weinig ruimte om zelf keuzes te maken | Toch blijft er druk en weinig echte vrijheid door regels en verplichtingen |
##### 2.1.4.3 Factoren van hedendaagse migratie
| Globalisering | Vrij verkeer binnen de EU en migratie voor werk en studie. |
| :--------------------------------- | :--------------------------------------------------------------------------------------------------------------- |
| Oorlog en conflicten | Bosnië, Kosovo en de Golfoorlog, wat leidde tot meer vluchtelingen en asielzoekers. |
| Politieke veranderingen in Oost-Europa | Vallen van het IJzeren Gordijn, uitbreiding van de EU. |
##### 2.1.4.4 Dimensies van superdiversiteit
| Kwantitatieve dimensie | Kwalitatieve dimensie |
| :---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- | :------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ |
| Meer diversiteit in grote steden, evolutie naar "majority-minority cities" zoals Brussel en Antwerpen, waar geen enkele groep de meerderheid vormt. | Migratiepatronen zijn veranderd: migranten komen nu uit veel meer herkomstlanden en vestigen zich op veel meer bestemmingen. Dit leidt tot meer nationaliteiten, talen, religies, migratiemotieven, verblijfsstatuten, socio-economische verschillen en transnationaal leven. Kort gezegd: de klassieke term "de migrant" volstaat niet meer. |
---
# Gender en migratie in maatschappelijke context
Dit deel behandelt de sociale constructie van gender, de rol ervan in migratiepatronen, de vervrouwelijking van migratie, en hoe genderverwachtingen en vooroordelen de ervaringen van migranten beïnvloeden.
### 2.1 Wat is gender?
Gender verwijst naar de sociale en culturele constructie van mannelijkheid en vrouwelijkheid, inclusief de rollen, gedragingen en verwachtingen die de samenleving daaraan koppelt. Het gaat dus niet primair om biologische verschillen, maar om aangeleerde normen en identiteiten. Deze verwachtingen kunnen leiden tot maatschappelijke ongelijkheid en vormen daarom een belangrijk onderwerp in sociale discussies. De notie van gender is niet binair; er bestaan ook mensen die zich niet uitsluitend als man of vrouw identificeren (non-binair). Gender beïnvloedt diverse levensaspecten, zoals beroepskeuze, gezinsstructuur en maatschappelijke behandeling.
### 2.2 Wat is migratie?
Migratie is het verhuizen van mensen van de ene plaats naar de andere, zowel binnen als buiten een landsgrens. Migratie wordt gemotiveerd door diverse factoren, waaronder financiële overwegingen, studie, familiebanden of de vlucht voor oorlog en onveiligheid. Vaak is migratie het gevolg van een combinatie van deze redenen, waarbij bijvoorbeeld werk zoeken samengaat met het bieden van een betere toekomst aan kinderen.
### 2.3 De link tussen gender en migratie
Een opvallende ontwikkeling is de toenemende migratie van vrouwen, aangeduid als de 'ver vrouwelijking van migratie'. Hoewel dit potentieel meer vrijheid voor vrouwen kan betekenen, roept het ook de vraag op of zij primair zorgtaken blijven uitvoeren, zoals schoonmaken, kinderopvang of ouderenzorg.
Daarnaast bestaan er specifieke vooroordelen over migranten op basis van gender. Mannelijke migranten worden vaak geassocieerd met economische arbeid, terwijl vrouwelijke migranten vaker worden gezien als moeders of zorgverleners. Deze gendergestuurde beelden beïnvloeden mede de toegang tot de arbeidsmarkt en de aard van hulp- en beleidsmaatregelen.
### 2.4 Veranderingen in migratieonderzoek
Historisch lag de focus van migratieonderzoek voornamelijk op kwantitatieve gegevens, zoals aantallen en herkomstlanden. Hedendaags onderzoek richt zich meer op de "waarom" en "hoe" van migratie, inclusief de subjectieve ervaringen van migranten en de betekenis van migratie in hun dagelijks leven. Migranten worden steeds vaker actief betrokken bij onderzoek, waardoor hun eigen perspectieven centraal komen te staan in plaats van enkel als object van studie te dienen.
### 2.5 Migratie en integratie, met genderperspectief
Migratie omvat het verhuizen, terwijl integratie het deelnemen aan de samenleving inhoudt, bijvoorbeeld door werk, studie, sociale contacten en deelname aan verenigingen. Integratie wordt sterk beïnvloed door wet- en regelgeving en vereist een open houding van zowel nieuwkomers als de ontvangende samenleving.
Gender speelt een significante rol in hoe migratie en integratie worden ervaren. Factoren als gender, opleiding, inkomen, afkomst, huidskleur en verblijfsstatus bepalen de kansen en obstakels die individuen ondervinden, een concept dat bekend staat als intersectionaliteit.
> **Tip:** Houd rekening met intersectionaliteit in je analyse van migratie. Verschillende maatschappelijke posities en identiteiten (gender, klasse, etniciteit, etc.) overlappen en beïnvloeden elkaar, wat leidt tot unieke ervaringen en uitdagingen voor migranten.
### 2.6 Affectief burgerschap in een migratiecontext
Affectief burgerschap benadrukt de bijdrage van individuen aan de samenleving door middel van zorg, emoties en betrokkenheid, naast economische of regelgebonden participatie. Migrantenmoeders zijn hier een treffend voorbeeld van: zij dragen bij door steun op scholen en in de buurt, zorg voor gezinnen, en bemiddeling tussen culturen, waarbij ze zowel oude als nieuwe tradities combineren. Ook migrantenverenigingen, zelfs wanneer gericht op het land van herkomst, versterken het gevoel van verbondenheid en participatie. Deze vorm van burgerschap is cruciaal voor het creëren van verbondenheid, actieve deelname en het bouwen van bruggen tussen culturen.
### 2.7 Gastcollege: Migratiegeschiedenis en superdiversiteit
België heeft in de afgelopen 75 jaar een transitie doorgemaakt van een relatief homogene samenleving naar een staat van 'superdiversiteit'. Deze ontwikkeling is het resultaat van een complexe migratiegeschiedenis.
#### 2.7.1 Migratie door de eeuwen heen
Migratie is een universeel fenomeen dat door de geschiedenis heen gedreven wordt door economische, politieke en sociale motieven. Historische voorbeelden omvatten migratie in oude beschavingen, de kolonisatie van Amerika, en de gedwongen migratie door slavernij. Na de Tweede Wereldoorlog nam migratie in Europa, inclusief België, significant toe.
#### 2.7.2 Migratie in België: een historisch overzicht
* **Voor 1920:** Spontane migratie, voornamelijk vanuit buurlanden, zonder overheidssturing.
* **1920-1940:** Georganiseerde arbeidsmigratie naar de Belgische industrie, met name de mijnbouw, vanuit Italië en Polen.
* **Na WO II (1945-1956):** Actieve rekrutering van Zuid-Italianen en Polen voor de mijnen en zware industrie. De ramp van Marcinelle in 1956 illustreerde de gevaarlijke werkomstandigheden voor migranten.
* **Jaren '60:** Gastarbeid werd gestimuleerd tijdens economische groei, met migranten uit Spanje, Griekenland, Marokko en Turkije. Gastarbeiders vestigden zich permanent.
* **Jaren '70:** De oliecrisis leidde tot een migratiestop in 1974, waarna de focus verschoof naar gezinshereniging en asielaanvragen.
* **Jaren '90 en later:** Globalisering, vrij verkeer binnen de EU, en conflicten leidden tot toegenomen migratie uit een breder scala aan landen met diverse achtergronden, wat het begin van superdiversiteit markeerde.
#### 2.7.3 Superdiversiteit in de 21e eeuw
Superdiversiteit, zoals gedefinieerd door Steven Vertovec, beschrijft een complexere realiteit dan traditionele diversiteit. Het omvat zowel kwantitatieve (meer herkomstlanden, meer bestemmingen) als kwalitatieve dimensies (diverse migratiemotieven, verblijfsstatuten, socio-economische profielen en transnationaal leven). In stedelijke centra zoals Brussel en Antwerpen wordt dit fenomeen zichtbaar, waarbij geen enkele groep nog de meerderheid vormt. Diversiteit wordt steeds meer een dagelijkse realiteit, wat een 'en/en'-denken vereist in plaats van een 'wij-zij'-benadering en de erkenning van meervoudige identiteiten.
> **Voorbeeld:** Hedendaagse publieke figuren zoals Stromae, Ish Ait Hamou, en Adil El Arbi & Billal Fallah illustreren de superdiversiteit in de Belgische samenleving door hun multiculturele achtergronden en succesvolle integratie in verschillende culturele domeinen.
#### 2.7.4 Uitdagingen en kansen van superdiversiteit
* **Uitdagingen:** Wij-zij-denken, uitsluiting, opvangcrises, en beleidsproblemen.
* **Kansen:** Interculturalisering van onderwijs, sociaal werk en gezondheidszorg; divers-sensitief werken; erkenning van talen en culturen; en een beweging van assimilatie naar co-creatie.
#### 2.7.5 Conclusie: De toekomst van steden
De toekomst van stedelijke samenlevingen ligt in het benutten van superdiversiteit. Sociaal werkers spelen hierin een sleutelrol door bij te dragen aan het samenleven in complexe, diverse omgevingen.
#### 2.7.6 Tabel: Risico's en effecten van superdiversiteit
| Negatieve risico's | Positieve effecten |
| :------------------------------------------------ | :------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ |
| Armoede, psychische problemen, intergenerationele ongelijkheid | Meer aandacht voor welzijn en veiligheid, normalisering van verschillende gezinsvormen, meer ruimte voor zorgende vaders. |
#### 2.7.7 Tabel: Eerste generatie gastarbeiders versus nieuwkomers vandaag
| Eerste generatie gastarbeiders (vroeger) | Nieuwkomers vandaag |
| :------------------------------------------------------------------------- | :--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- |
| Weinig contact buiten eigen gemeenschap, geen taallessen, laaggeschoold werk, vrouwen bleven thuis, weinig ruimte voor eigen keuzes. | Meer contact via sociale media en netwerken, verplichte taallessen en inburgering, velen (hoog)opgeleid, druk voor vrouwen om te werken, maar beperkte echte vrijheid door regels. |
#### 2.7.8 Tabel: Factoren die migratiepatronen beïnvloeden
| Globalisering | Oorlog en conflicten | Politieke veranderingen in Oost-Europa |
| :------------------------------------------------------------------------- | :-------------------------------------------------------------- | :-------------------------------------------------------------- |
| Vrij verkeer binnen de EU en migratie voor werk en studie. | Bosnië, Kosovo en de Golfoorlog, wat leidde tot meer vluchtelingen en asielzoekers. | Vallen van het IJzeren Gordijn, uitbreiding van de EU. |
#### 2.7.9 Tabel: Dimensies van superdiversiteit
| Kwantitatieve dimensie | Kwalitatieve dimensie |
| :------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ | :------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- |
| Meer diversiteit in grote steden, evolutie naar "majority-minority cities" zoals Brussel en Antwerpen. | Veranderde migratiepatronen met meer herkomstlanden en bestemmingen, resulterend in meer nationaliteiten, talen, religies, migratiemotieven, verblijfsstatuten, socio-economische verschillen en transnationaal leven. |
---
# Migratiegeschiedenis en de opkomst van superdiversiteit in België
Dit onderwerp belicht de historische transformatie van migratie in België, van de vroege gastarbeid tot de huidige realiteit van superdiversiteit, en de impact hiervan op de samenleving, sociaal werk en beleid.
### 3.1 Van gastarbeid tot superdiversiteit in België
#### 3.1.1 Van beperkte diversiteit naar superdiversiteit
België heeft in ongeveer 75 jaar een significante evolutie doorgemaakt van een land met weinig etnisch-culturele diversiteit naar een samenleving van superdiversiteit. Het begrijpen van de huidige maatschappelijke complexiteit vereist een inzicht in de migratiegeschiedenis, die niet alleen maatschappelijke veranderingen weerspiegelt, maar ook de individuele levensverhalen van migranten omvat.
#### 3.1.2 Migratie door de eeuwen heen
Migratie is een fenomeen dat altijd al heeft bestaan, gedreven door economische, politieke en sociale redenen. Historische voorbeelden omvatten de migratie in oude beschavingen zoals die van de Grieken en Romeinen, de migraties tijdens de ontdekkingsreizen, en de gedwongen migratie door slavernij. Na de Tweede Wereldoorlog nam de migratie in Europa, en dus ook in België, een nog grotere omvang aan.
#### 3.1.3 Historisch overzicht van migratie in België
* **Voor 1920: Spontane migratie**
Migratie gebeurde grotendeels ongeorganiseerd en kwam voornamelijk uit buurlanden. In 1910 bedroeg het aandeel niet-Belgen slechts 3,5%.
* **1920–1940: Georganiseerde arbeidsmigratie**
De Belgische industrie had behoefte aan arbeiders, met name in de steenkoolmijnen in Wallonië en Limburg. Migranten kwamen voornamelijk uit Italië, Polen en Tsjechië. In 1930 was het aandeel niet-Belgen gestegen tot 3,9%.
* **Na WO II (1945–1956): Italiaanse en Poolse migranten**
België trok actief 77.000 Zuid-Italianen en 20.000 Polen aan om te werken in de mijnen en de zware industrie in Brussel, Limburg en Wallonië.
De mijnramp van Marcinelle in 1956, waarbij 262 mensen van 12 nationaliteiten omkwamen, benadrukte de gevaarlijke werkomstandigheden voor migranten. In 1947 bestond slechts 4,3% van de Belgische bevolking uit niet-Belgen.
* **Jaren '60: Gastarbeid en economische groei**
Tijdens de economische bloeiperiode van de "Golden Sixties" was er een groot tekort aan arbeidskrachten. Er werd actief gastarbeid aangetrokken uit landen als Spanje, Griekenland, Marokko en Turkije. In 1970 telde België 696.300 niet-Belgen. Gastarbeiders vestigden zich permanent in België, ondanks dat dit niet altijd de initiële bedoeling was.
* **Jaren '70: Economische crisis en migratiestop**
De oliecrisis van 1973 leidde tot economische recessie en een verminderde vraag naar buitenlandse arbeidskrachten. De migratiestop van 1974 was een gevolg hiervan, met name gericht op het beperken van arbeidsmigratie van buiten de EU. Het migratiepatroon verschoof naar gezinshereniging, migratie binnen de EU en, vanaf de jaren '90, asielaanvragen. In 1991 was het aantal niet-Belgen gestegen tot 904.500, wat de permanente aanwezigheid van eertijdse gastarbeiders bevestigt.
* **Jaren '90: Globalisering en de opkomst van superdiversiteit**
Vanaf de jaren '90 nam migratie toe door drie belangrijke factoren:
* Globalisering zorgde voor een vrij verkeer binnen de EU en meer migratie voor werk en studie.
* Oorlogen en conflicten, zoals in Bosnië, Kosovo en de Golfoorlog, leidden tot een toename van vluchtelingen en asielzoekers.
* Politieke veranderingen in Oost-Europa, zoals de val van het IJzeren Gordijn en de uitbreiding van de EU, veranderden migratiepatronen.
Migranten kwamen uit een breder scala aan landen en met meer diverse achtergronden, wat het begin markeerde van superdiversiteit.
#### 3.1.4 Superdiversiteit in de 21e eeuw
De migratiegolven uit de 20e eeuw hebben geleid tot een complexere Belgische samenleving, vooral in stedelijke gebieden. Dit heeft geleid tot de term "superdiversiteit", die een complexere realiteit beschrijft dan traditionele diversiteit.
**Wat is superdiversiteit?**
Geïntroduceerd door Steven Vertovec, beschrijft superdiversiteit een situatie waarin de diversiteit niet alleen kwantitatief (meer verschillende groepen) maar ook kwalitatief (meer variatie binnen die groepen) toeneemt.
* **Kwantitatieve dimensie:** Dit uit zich in de toename van diversiteit in grote steden, die evolueren naar "majority-minority cities" zoals Brussel en Antwerpen, waar geen enkele groep nog een demografische meerderheid vormt.
* **Kwalitatieve dimensie:** Migratiepatronen zijn veranderd. Migranten komen nu uit een veel groter aantal herkomstlanden en vestigen zich op diverse bestemmingen. Dit resulteert in een grotere variëteit aan nationaliteiten, talen, religies, migratiemotieven, verblijfsstatuten, socio-economische achtergronden en vormen van transnationaal leven. De term "de migrant" volstaat hierdoor niet meer.
#### 3.1.5 Diversiteit als dagelijkse realiteit
Diversiteit is in het onderwijs, sociaal werk en de gezondheidszorg een dagelijkse realiteit geworden, hoewel de normalisering hiervan nog gaande is. Superdiversiteit vereist een "en/en"-benadering in plaats van een "wij-zij"-denken, en de erkenning van meervoudige identiteiten. Voorbeelden hiervan zijn publieke figuren zoals Stromae, Ish Ait Hamou, Adil El Arbi en Billal Fallah.
#### 3.1.6 Samenleven en gedeelde verantwoordelijkheid
Het samenleven in superdiverse wijken is een gedeelde verantwoordelijkheid, waarbij ook mensen zonder migratieachtergrond een rol spelen. Transnationaal leven en meertaligheid zijn alledaagse fenomenen; Brussel is een voorbeeld met meer dan 100 talen die er gesproken worden.
#### 3.1.7 Uitdagingen en kansen van superdiversiteit
* **Uitdagingen:**
* Wij-zij-denken en sociale uitsluiting.
* Opvangcrises en beleidsproblemen.
* Intergenerationele ongelijkheid en psychische problemen.
* Armoede.
* **Kansen:**
* Interculturalisering van onderwijs, sociaal werk en gezondheidszorg.
* Divers-sensitief werken.
* Erkenning van talen en culturen.
* Evolutie van assimilatie naar co-creatie.
* Meer aandacht voor welzijn en veiligheid.
* Normalisering van verschillende gezinsvormen.
* Meer ruimte voor zorgende vaders.
#### 3.1.8 Toekomstscenario's
De toekomst van steden ligt in het mobiliseren van superdiversiteit. Dit kan leiden tot enerzijds een negatief scenario met angst, polarisatie, racisme en ongelijkheid, of anderzijds tot een positief scenario met normalisering, erkenning, interculturalisering en emancipatie. Sociaal werkers spelen een cruciale rol in het bevorderen van samenleven in complexe, diverse omgevingen.
#### 3.1.9 Vergelijking: Eerste generatie gastarbeiders versus nieuwkomers vandaag
| Eerste generatie gastarbeiders (vroeger) | Nieuwkomers vandaag |
| :-------------------------------------------------------------------------- | :----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- |
| Weinig contact buiten eigen gemeenschap | Meer contact via sociale media en grotere netwerken |
| Geen taallessen of inburgering | Verplichte taallessen en inburgering |
| Vaak laaggeschoold werk in de industrie | Velen zijn (hoog)opgeleid |
| Vrouwen bleven meestal thuis | Van vrouwen wordt verwacht dat ze werken |
| Weinig ruimte om zelf keuzes te maken | Toch blijft er druk en weinig echte vrijheid door regels en verplichtingen |
### 3.2 Implicaties voor samenleving, sociaal werk en beleid
#### 3.2.1 Gender en migratie
Gender verwijst naar maatschappelijke verwachtingen rondom mannen en vrouwen, en beïnvloedt rollen, gedragingen en de behandeling van individuen in de samenleving. De "vervrouwelijking van migratie" betekent dat steeds meer vrouwen migreren, wat vragen oproept over de mate waarin dit leidt tot meer vrijheid voor vrouwen of juist tot een voortzetting van zorgtaken. Vooroordelen over mannelijke migranten als economische werkers en vrouwelijke migranten als moeders of zorgverleners beïnvloeden hun kansen op de arbeidsmarkt en de manier waarop beleid en hulpverlening met hen omgaan.
#### 3.2.2 Migratie en integratie
Migratie is het verhuizen naar een ander land, terwijl integratie verwijst naar deelname aan de samenleving. Integratie wordt sterk beïnvloed door wetten en beleid. Het is geen eenzijdige aanpassing van migranten; de ontvangende samenleving moet ook openstaan voor nieuwkomers. Kansen tot integratie worden beïnvloed door factoren als geslacht, opleiding, inkomen, afkomst, huidskleur en verblijfsstatus, wat het concept van **intersectionaliteit** benadrukt.
> **Tip:** Intersectionaliteit is cruciaal om te begrijpen hoe verschillende maatschappelijke posities en identiteiten elkaar beïnvloeden en de kansen of obstakels die iemand ervaart, vergroten of verkleinen.
#### 3.2.3 Wat betekent dit voor sociaal werk?
Sociaal werkers moeten verder kijken dan individuele tekortkomingen en rekening houden met regels en structuren die integratie belemmeren. Problemen worden vaak maatschappelijk, niet louter persoonlijk, verklaard. Het meenemen van de levensgeschiedenis en context van mensen is essentieel.
#### 3.2.4 Affectief burgerschap
Affectief burgerschap impliceert bijdragen aan de samenleving via zorg, emoties en betrokkenheid, naast werk en naleving van regels. Migrantenmoeders die zich inzetten op school of in de buurt, zorgen voor families, bemiddelen en vertalen, en combineren oude en nieuwe tradities, zijn hier een goed voorbeeld van. Ook migrantenverenigingen dragen bij aan het gevoel van "thuis" zijn. Zorg en solidariteit bevorderen verbondenheid, actieve deelname aan de samenleving en het overbruggen van culturele kloven.
> **Voorbeeld:** Een migrantenmoeder die als vrijwilliger werkt op de lokale school helpt niet alleen de schoolgemeenschap, maar integreert ook zelf en bouwt sociale contacten op. Dit draagt bij aan affectief burgerschap.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Gezinssociologie | Een tak van de sociologie die de structuur, functies, veranderingen en relaties binnen gezinnen bestudeert, inclusief de invloed van maatschappelijke factoren zoals gender, klasse en cultuur op gezinslevens. |
| Sociaal construct | Een concept of idee dat door de samenleving als vanzelfsprekend wordt aangenomen, maar dat niet gebaseerd is op objectieve realiteit, maar op gedeelde overtuigingen en sociale interacties. |
| Kerngezin | Een traditionele gezinsstructuur bestaande uit een vader, moeder en hun biologische of geadopteerde kinderen, dat in sommige culturen als de norm werd beschouwd. |
| Eenoudergezin | Een gezin dat bestaat uit één ouder (moeder of vader) en hun kind(eren), vaak ontstaan door scheiding, overlijden of keuze. |
| Samengesteld gezin | Een gezin dat ontstaat wanneer een of beide partners kinderen hebben uit een eerdere relatie, wat leidt tot een mix van biologische, stief- en halfbroers/zussen. |
| Regenbooggezin | Een gezin met twee ouders van hetzelfde geslacht, dat biologisch, geadopteerd of via een draagmoeder is ontstaan. |
| Bevelshuishouding | Een huishoudingsstructuur waarbij de autoriteit en beslissingen primair bij de ouders liggen en de kinderen deze zonder veel discussie dienen op te volgen. |
| Onderhandelingshuishouding | Een huishoudingsstructuur waarin beslissingen en regels meer besproken en onderhandeld worden tussen ouders en kinderen, wat leidt tot meer wederzijdse inspraak. |
| Gender | De sociaal en cultureel bepaalde rollen, gedragingen, uitingen en identiteiten die worden geassocieerd met mannelijkheid en vrouwelijkheid, en die verschillen van biologisch geslacht. |
| Non-binair | Een genderidentiteit die niet exclusief mannelijk of vrouwelijk is, maar zich ergens daartussenin bevindt, of meerdere genders omvat, of geen gender kent. |
| Migratie | Het proces waarbij mensen hun oorspronkelijke woonplaats verlaten om zich permanent of tijdelijk elders te vestigen, zowel binnen een land als internationaal. |
| Vervrouwelijking van migratie | Een demografische trend waarbij het aandeel vrouwen onder migranten toeneemt, zowel in absolute aantallen als relatief ten opzichte van mannen. |
| Superdiversiteit | Een sociologisch concept dat de toenemende complexiteit en variëteit in samenlevingen beschrijft, gekenmerkt door een veelheid aan nationaliteiten, etniciteiten, talen, religies, migratiemotieven en sociaaleconomische achtergronden. |
| Gastarbeid | Arbeid waarbij werknemers tijdelijk uit het buitenland worden aangetrokken om specifieke tekorten op de arbeidsmarkt op te vullen, met de intentie dat zij na afloop van het contract terugkeren naar hun thuisland. |
| Migratiestop | Een overheidsbeleid dat gericht is op het beperken of volledig stoppen van immigratie, vaak als reactie op economische neergang of maatschappelijke spanningen. |
| Gezinshereniging | Het proces waarbij migranten hun gezinsleden (echtgenoten, kinderen, ouders) laten overkomen naar het land waar zij zelf verblijven. |
| Affectief burgerschap | Een vorm van burgerschap waarbij individuen bijdragen aan de samenleving door middel van zorg, emotionele betrokkenheid en solidariteit, naast formele participatie en naleving van wetten. |
| Intersectionaliteit | Een theoretisch kader dat onderzoekt hoe verschillende sociale categorieën (zoals gender, ras, klasse, seksuele geaardheid) elkaar kruisen en overlappen om specifieke vormen van discriminatie, ongelijkheid en privileges te creëren. |
| Transnationaal leven | Het bestaan van sociale, economische en culturele banden die de grenzen van één natiestaat overstijgen, waarbij individuen en gemeenschappen actief betrokken zijn in meerdere landen tegelijk. |
Cover
Les_17_Gastcollege_Amal_Miri_gender_migratie.pptx
Summary
# Introductie tot gender en migratie
Dit gedeelte introduceert de concepten gender als sociaal construct en migratie, verkent de diversiteit aan migratiemotivaties en -typen, en legt de cruciale link tussen gender en migratie, inclusief de 'feminisering van migratie' en vooroordelen.
### 1.1 Wat is gender?
Gender wordt gedefinieerd als een verzameling maatschappelijke verwachtingen en sociale rollen die worden toegekend aan mannen en vrouwen. Het wordt beschouwd als een continuüm dat variërende expressies van vrouwelijkheid, mannelijkheid en non-binariteit omvat. Gender heeft een significante invloed op verschillende levensdomeinen, zoals familie, werk en wonen. Er is een groeiend debat over gender als veranderlijk en als een belangrijke bron van ongelijkheid, wat de noodzaak van kruispuntdenken benadrukt.
### 1.2 Kruispuntdenken (intersectionality)
Kruispuntdenken, ook wel intersectionality genoemd, erkent dat gender, sociale klasse, migratieachtergrond, religie en andere identiteitsaspecten niet los van elkaar staan, maar in samenhang iemands levenskansen beïnvloeden. Deze kruispunten bepalen ook hoe individuen maatschappelijke processen, zoals migratie, ervaren. De ervaring van migratie verschilt bijvoorbeeld aanzienlijk naargelang iemands genderidentiteit (vrouw, man, non-binair) en hoe dit interageert met klasse, etniciteit en andere machtsverhoudingen. Deze verschillende assen versterken elkaar.
### 1.3 Wat is migratie?
Migratie wordt gedefinieerd als de beweging van mensen van de ene plaats naar de andere, wat zowel binnen als buiten landsgrenzen kan plaatsvinden. De redenen voor migratie zijn divers en de motivaties kunnen complex en meervoudig zijn. Dit wordt geïllustreerd door projecten die de verschillende drijfveren achter migratie onderzoeken, verdergaand dan enkel economische verklaringen zoals de push- en pulltheorie.
Er worden verschillende types migratie onderscheiden, waaronder interne, internationale, gedwongen migratie en arbeidsmigratie. Het is echter belangrijk te erkennen dat deze categorieën vaak niet strikt te onderscheiden zijn en in de praktijk met elkaar verweven kunnen zijn.
### 1.4 De link tussen gender en migratie
De relatie tussen gender en migratie wordt onderstreept door de toenemende migratie van vrouwen, aangeduid als de 'feminisering van migratie'. Hierbij rijst de kritische vraag of deze ontwikkeling altijd positief is en automatisch leidt tot meer vrijheid voor vrouwen.
Er bestaan ook vooroordelen over zowel vrouwelijke als mannelijke migranten, bijvoorbeeld de categorisering van vrouwelijke migranten als 'reproductieve' migranten (gericht op demografie en gezin) en mannelijke migranten als 'productieve' migranten (gericht op arbeid). Dit roept vragen op over genderrollen binnen migratiecontexten en de beroepen die geassocieerd worden met verschillende genders onder migranten.
#### 1.4.1 Evoluties in onderzoek
Belangrijke evoluties in het onderzoek naar gezin, migratie en gender zijn:
* Een verschuiving van de focus op de *hoeveelheid* migranten naar het begrijpen van de *reden* waarom ze migreren.
* Een transitie van het verzamelen van *cijfers* naar het bestuderen van de *ervaringen* van migranten.
* Een beweging van louter *meten* naar het *begrijpen* van de complexe realiteiten, wat resulteert in een toename van etnografisch en participatief onderzoek waarbij migranten actief betrokken worden en zeggenschap krijgen.
### 1.5 Migratie en integratie in België
Migratie naar België omvat de verplaatsing van mensen om uiteenlopende redenen zoals werk, gezin, studie of bescherming. Integratie wordt gezien als een proces van deelname aan de samenleving, wat zich uit in aspecten als werk, wonen, onderwijs en sociale relaties.
Integratie is geen eenzijdige aanpassing van migranten, maar een wederzijds proces waarbij zowel migranten als de ontvangende samenleving een rol spelen. De integratie verloopt niet voor iedereen gelijk; dit wordt sterk beïnvloed door intersectionaliteit, waarbij gender, klasse en migratieachtergrond elkaar versterken.
#### 1.5.1 Casus – Amina
Amina (32) is via gezinshereniging naar België gekomen en woont in Vlaanderen met haar twee jonge kinderen. Hoewel ze een diploma als verpleegkundige heeft, wordt dit niet erkend. Ze volgt een verplicht inburgeringstraject. Haar toegang tot werk wordt beperkt door taalbarrières, gebrek aan kinderopvang en haar verblijfsstatus. Haar integratie wordt beïnvloed door de versterkende effecten van gender, klasse en migratiestatus, wat leidt tot meer formele rechten maar tegelijkertijd structurele drempels.
#### 1.5.2 Casus – Omar
Omar (27) is een alleenstaande asielzoeker en woont momenteel in een opvangcentrum. Hij heeft geen directe toegang tot de arbeidsmarkt en zijn autonomie over wonen en inkomen is beperkt. Onzekerheid over zijn verblijfsstatus speelt een grote rol. Zijn integratie wordt primair bepaald door juridische uitsluiting en institutionele controle, wat resulteert in minder rechten en een sterke afhankelijkheid van beleid.
#### 1.5.3 Gastarbeiders versus nieuwkomers (eerste generatie)
Er worden verschillen opgemerkt tussen gastarbeiders van de eerste generatie en nieuwkomers van de eerste generatie:
* **Gastarbeiders (1e generatie):** Vaak geen eerdere generaties met migratie-ervaring in het gezin. Kwamen in een andere historische en socio-politieke context. Hadden een kleiner netwerk en gemeenschap. Ontvingen geen Nederlandse les of inburgeringsprogramma's. Het economisch model zag vrouwen vaak als reproductief. Veelal laag opgeleid, maar ondanks deze omstandigheden was er weinig ruimte voor autonomie en 'agency'.
* **Nieuwkomers (1e generatie):** Eveneens geen eerdere generaties met migratie-ervaring. Leven in een tijd van globalisering en digitalisering. Hebben vaak een groter netwerk en gemeenschap. Inburgeringstrajecten en Nederlandse les zijn verplicht. Economische motivaties vereisen dat vrouwen bijdragen aan de economie. Vaker ervaring met migratie (bv. uit Spanje). Hoger opgeleid, maar ervaren toch verplichtingen en beperkte 'agency'.
Integratie is een politiek en institutioneel gestuurd proces, zoals benadrukt door de 'gender politics of migration'. Er bestaat niet één uniforme migratie-ervaring; deze wordt beïnvloed door gender, sociale klasse, migratieachtergrond/etniciteit en verblijfsstatus. Deze kenmerken werken samen om de geleefde ervaringen vorm te geven (intersectionaliteit).
Sociaal werk dient verder te kijken dan individuele 'tekorten', rekening te houden met structurele drempels en de bredere socio-politieke en historische context mee te nemen. Artist-based methodieken, zoals interviews of groepsgesprekken, en films of documentaires kunnen helpen om deze bredere context te belichten en te begrijpen.
### 1.6 Affectief burgerschap
Migrantenmoeders worden beschouwd als 'affectieve burgers' van de samenleving. Dit concept gaat verder dan louter juridische, culturele of economische aspecten van integratie (zoals taal of inburgeringscursussen). Affectief burgerschap omvat het behoud van eigen tradities en cultuur, wat kan samengaan met de adoptie van nieuwe tradities.
Het betreft de betrokkenheid bij kinderen, families, de buurt, en participatie op school of in jeugdbewegingen. Zorg en solidariteit staan centraal en dragen bij aan integratie. Dit uit zich in praktische zaken zoals het organiseren van culturele evenementen (bv. iftar), het omgaan met feestdagen (Sinterklaas, Kerstmis), het bemiddelen en vertalen op school of in jeugdbewegingen, en het deelnemen aan verenigingsleven, zelfs als dit primair gericht is op projecten in de landen van herkomst, wat transnationalisme bevordert.
Het begrijpen van affectief burgerschap is cruciaal voor het creëren van een inclusieve en participatieve samenleving. Door de emotionele dimensies van burgerschap te erkennen en te waarderen, kunnen beleidsmakers en gemeenschappen werken aan het bevorderen van een gevoel van verbondenheid en het aanmoedigen van actieve maatschappelijke betrokkenheid onder alle groepen in de samenleving.
---
# Migratie en integratie in België
Dit onderdeel verkent het proces van migratie en integratie specifiek in België, met de nadruk op de wederkerigheid van integratie en de impact van intersectionaliteit, geïllustreerd door concrete casestudies.
### 2.1 Concepten: migratie en integratie
#### 2.1.1 Migratie
Migratie wordt gedefinieerd als de beweging van mensen van de ene plaats naar de andere, zowel binnen als buiten landsgrenzen. De redenen en motivaties achter migratie zijn divers en kunnen complex en meervoudig zijn. Verschillende types migratie omvatten interne, internationale, gedwongen en arbeidersmigratie, hoewel deze types in de praktijk vaak met elkaar verweven zijn.
#### 2.1.2 Integratie
Integratie wordt beschreven als het proces van deelname aan de samenleving, wat werk, wonen, onderwijs en sociale relaties omvat. Cruciaal is dat integratie geen eenzijdige aanpassing van migranten is, maar een proces waarbij zowel de migranten als de samenleving een rol spelen. Dit proces verloopt niet voor iedereen gelijk.
### 2.2 De rol van intersectionaliteit
Intersectionaliteit, of kruispuntdenken, erkent dat gender, sociale klasse, migratieachtergrond, religie en andere identiteitsaspecten niet afzonderlijk, maar in samenhang iemands kansen in het leven beïnvloeden. Deze kruispunten bepalen ook hoe mensen maatschappelijke processen zoals migratie ervaren. De ervaring van migratie verschilt bijvoorbeeld naargelang iemand vrouw, man of non-binair is, en hoe dit samenwerkt met klasse, etniciteit en andere machtsverhoudingen. Verschillende assen kunnen elkaar versterken.
> **Tip:** Begrijpen dat de ervaringen van migratie en integratie sterk persoonlijk zijn en beïnvloed worden door een complex samenspel van factoren is essentieel.
### 2.3 Migratie en integratie in België: casestudies
#### 2.3.1 Casus: Amina
Amina is een 32-jarige vrouw die via gezinshereniging naar België is gekomen en in Vlaanderen woont met haar twee jonge kinderen. Haar diploma als verpleegkundige wordt niet erkend, wat haar toegang tot werk belemmert. Ze volgt een verplicht inburgeringstraject en ervaart beperkte toegang tot werk door taalbarrières, gebrek aan kinderopvang en haar verblijfsstatus. Amina's integratie wordt beïnvloed door de wederzijdse versterking van gender, klasse en migratiestatus. Ze beschikt wel over meer formele rechten, maar ondervindt aanzienlijke structurele drempels.
#### 2.3.2 Casus: Omar
Omar is een 27-jarige alleenstaande asielzoeker die in een opvangcentrum woont. Hij heeft geen directe toegang tot de arbeidsmarkt en zijn autonomie over wonen en inkomen is beperkt. De onzekerheid over zijn verblijfsstatus is een constante factor. Omar's integratie wordt primair bepaald door juridische uitsluiting en institutionele controle. Hij heeft minder rechten en is sterk afhankelijk van overheidsbeleid.
> **Voorbeeld:** Amina's situatie illustreert hoe formele rechten (zoals het recht op gezinshereniging) kunnen botsen met structurele belemmeringen (niet-erkend diploma, taalbarrière), terwijl Omar's situatie de impact van juridische uitsluiting en beperkte autonomie benadrukt bij asielzoekers.
### 2.4 Evoluties in onderzoek en de politieke sturing van integratie
#### 2.4.1 Evolutie in onderzoek
Het onderzoek naar gezin, migratie en gender heeft een evolutie gekend: van het focussen op de kwantiteit van migratie naar de redenen erachter, van cijfers naar ervaringen, en van meten naar begrijpen. Dit heeft geleid tot meer etnografisch en participatief onderzoek, waarbij onderzoeken met en door migranten wordt gedaan om hun zeggenschap te vergroten.
#### 2.4.2 Gastarbeiders versus nieuwkomers
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen gastarbeiders (eerste generatie) en nieuwkomers (eerste generatie), hoewel beide groepen tot dezelfde generatie behoren.
* **Gastarbeiders:** Kenmerkend door geen eerdere generaties migranten in de familie, migratie in een andere (oudere) tijd, een klein netwerk en gemeenschap, geen gestructureerde taalcursussen of inburgeringstrajecten. Het economisch model was gericht op arbeid, met vrouwen vaak in een reproductieve rol. Er was vaak weinig ruimte voor autonomie en agency, ondanks een weigering om zich volledig aan te passen.
* **Nieuwkomers:** Eveneens zonder eerdere generaties migranten, maar in een context van globalisering en digitalisering. Ze hebben vaak een groter netwerk en gemeenschap, en verplichte taalcursussen en inburgeringstrajecten zijn standaard. De economische motivatie is breder, waarbij vrouwen ook geacht worden bij te dragen aan de economie. Er is vaker ervaring met migratie (bv. vanuit Spanje) en er is sprake van opgeleide of hoogopgeleide individuen. Desondanks ervaren ook zij verplichtingen en weinig ruimte voor agency.
#### 2.4.3 Integratie als politiek en institutioneel proces
Integratie wordt altijd gezien als een politiek en institutioneel gestuurd proces. De 'gender politics of migration' benadrukt dat er niet één migratie-ervaring is. Factoren zoals gender, sociale klasse, migratieachtergrond/etniciteit en verblijfsstatus werken samen om de geleefde ervaringen vorm te geven (intersectionaliteit). Sociaal werk dient verder te kijken dan individuele 'tekorten' en rekening te houden met structurele drempels en de bredere sociopolitieke en historische context.
> **Tip:** Bij het analyseren van migratie en integratie is het cruciaal om zowel de individuele ervaringen als de bredere structurele en politieke context mee te nemen.
### 2.5 Affectief burgerschap
Affectief burgerschap, zoals beschreven door Umut Erel, gaat verder dan juridische, culturele of economische aspecten van integratie (zoals taallessen of integratiecursussen). Migrantenmoeders maken deel uit van de samenleving als 'affectieve burgers' door zich te bekommeren om hun kinderen, families en de buurt. Ze dragen bij door te helpen op school, in jeugdbewegingen of lokale moskeeën. Zorg en solidariteit staan centraal en dragen bij aan integratie. Dit uit zich onder meer in het organiseren van activiteiten, het bemiddelen en vertalen op school, en het deelnemen aan het verenigingsleven, wat ook bijdraagt aan integratie hier, ondanks transnationale connecties.
#### 2.5.1 Samenvatting affectief burgerschap
Het begrijpen van affectief burgerschap is cruciaal voor het creëren van een inclusieve en participatieve samenleving. Door de emotionele dimensies van burgerschap te erkennen en te waarderen, kunnen beleidsmakers en gemeenschappen werken aan het bevorderen van een gevoel van verbondenheid en het aanmoedigen van actieve maatschappelijke betrokkenheid onder alle groepen in de samenleving.
---
# Affectief burgerschap en samenvatting
Dit onderdeel introduceert het concept van 'affectief burgerschap' voor migrantenmoeders, waarbij zorg en solidariteit centraal staan en integratie wordt gezien als het behouden en combineren van culturen, met nadruk op de erkenning van emotionele dimensies voor een inclusieve samenleving.
### 3.1 Affectief burgerschap
Affectief burgerschap beschouwt migrantenmoeders als volwaardige leden van de samenleving. Dit concept gaat verder dan enkel juridische, culturele of economische aspecten van integratie, zoals het volgen van taalcursussen of het vinden van werk. De kern van affectief burgerschap ligt in het omarmen van de emotionele dimensies van iemands bestaan en betrokkenheid bij de gemeenschap.
#### 3.1.1 Integratie door zorg en solidariteit
Integratie wordt binnen dit kader niet gezien als een proces van volledige aanpassing aan de nieuwe cultuur, maar als het **behouden van eigen tradities en culturen** die vervolgens kunnen samengaan met nieuwe tradities en culturen. Migrantenmoeders dragen op verschillende manieren bij aan de samenleving door middel van zorg en solidariteit. Dit uit zich onder andere in:
* Actieve betrokkenheid bij hun kinderen en families.
* Zorg voor de buurt.
* Ondersteuning op school en bij jeugdactiviteiten.
* Hulp bieden binnen de lokale religieuze gemeenschap.
* Praktische bijdragen zoals het maken van koekjes of soep voor schoolfeesten of iftar-maaltijden.
* Bemiddelen en vertalen in formele settings zoals scholen of jeugdbewegingen, wat een duidelijke uiting van solidariteit is.
* Het vinden van oplossingen om culturele tradities die men oorspronkelijk niet vierde, zoals Sinterklaas of Kerstmis, te integreren binnen het gezinsleven.
Zelfs verenigingsleven, dat soms gericht is op projecten in de landen van herkomst, draagt bij aan integratie hier door middel van transnationalisme.
#### 3.1.2 Samenvatting van de kernconcepten
Het belang van het begrijpen van affectief burgerschap wordt benadrukt als cruciaal voor het creëren van een inclusieve en participatieve samenleving. Door de **emotionele dimensies van burgerschap te erkennen en te waarderen**, kunnen beleidsmakers en gemeenschappen effectiever werken aan:
* Het bevorderen van een gevoel van verbondenheid.
* Het aanmoedigen van actieve maatschappelijke betrokkenheid onder alle groepen in de samenleving.
Dit perspectief vraagt om verder te kijken dan individuele 'tekorten' en rekening te houden met bredere structurele drempels en de sociaal-politieke en historische context waarin migratie en integratie plaatsvinden.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Gender | Een sociaal geconstrueerd begrip dat verwijst naar de maatschappelijke verwachtingen, rollen en gedragingen die worden toegeschreven aan mannen, vrouwen en non-binaire personen. Het wordt gezien als een continuüm en een belangrijke factor in sociale ongelijkheid. |
| Migratie | Het proces waarbij mensen zich van de ene plaats naar de andere verplaatsen, hetzij binnen landsgrenzen of internationaal, om diverse redenen zoals werk, gezin, studie of bescherming. |
| Intersectionaliteit (Kruispuntdenken) | Een theoretisch raamwerk dat stelt dat verschillende identiteitsaspecten zoals gender, sociale klasse, migratieachtergrond, religie en andere factoren elkaar niet afzonderlijk, maar in samenhang beïnvloeden. Deze kruispunten bepalen iemands kansen en hoe maatschappelijke processen worden ervaren. |
| Feminization of migration | Een trend waarbij een groter aantal vrouwen migreert, wat vragen oproept over of dit altijd leidt tot meer vrijheid en gelijkheid. |
| Integratie | Het proces waarbij migranten deelnemen aan de samenleving op gebieden zoals werk, wonen, onderwijs en sociale relaties. Het is een wederzijds proces waarbij zowel de migranten als de ontvangende samenleving een rol spelen. |
| Affectief burgerschap | Een concept dat stelt dat migrantenmoeders deel uitmaken van de samenleving door hun rol in zorg en solidariteit, zowel binnen het gezin als in de bredere gemeenschap. Dit gaat verder dan juridische, culturele of economische aspecten van burgerschap. |
| Juridische uitsluiting | Situaties waarin individuen, vaak door hun verblijfsstatus of gebrek aan rechten, beperkte toegang hebben tot essentiële diensten en maatschappelijke participatie. |
| Structurele drempels | Obstakels in de samenleving die de integratie van migranten bemoeilijken, zoals beperkte toegang tot werk door taalbarrières, gebrek aan kinderopvang of de erkenning van diploma's. |
| Verplaatsing | Het fysiek overbrengen van mensen van een oorspronkelijke locatie naar een nieuwe locatie, wat de basis vormt voor migratie. |
| Sociopolitieke context | De bredere maatschappelijke en politieke omstandigheden en historische ontwikkelingen die de ervaringen en integratie van migranten beïnvloeden. |
Cover
Les_18_Gastcollege_migratie_superdiversiteit Dirk Geldof.pptx
Summary
# De historische evolutie van migratie naar België
Dit onderwerp verkent de geschiedenis van migratie naar België, van de periode voor 1920 tot de hedendaagse superdiversiteit, inclusief gastarbeid, gezinshereniging en intra-EU migratie.
## 1. De geschiedenis van migratie naar België: van gastarbeid tot superdiversiteit
Om de hedendaagse Belgische samenleving te begrijpen, is het essentieel om de migratiegeschiedenis te kennen die de samenleving heeft gevormd. Deze geschiedenis is er een van opeenvolgende migratiegolven, die België transformeerde van een land met beperkte etnisch-culturele diversiteit naar een superdiverse realiteit.
### 1.1 De voorgeschiedenis tot 1920
Migratie is een fenomeen dat altijd heeft bestaan, van de oude Grieken en Romeinen tot de migratie na de ontdekkingsreizen. Echter, voor 1920 was de migratie naar België voornamelijk spontaan en afkomstig uit buurlanden. In 1910 bedroeg het aandeel niet-Belgen in de bevolking slechts 3,5%.
### 1.2 Georganiseerde migratie: 1920-1940
In de periode tussen 1920 en 1940 werd migratie meer georganiseerd. Arbeiders uit Italië, Polen en Tsjecho-Slowakije werden aangetrokken, voornamelijk voor de steenkoolmijnen in Wallonië en Limburg. In 1930 was het aandeel niet-Belgen licht gestegen tot 3,9%.
### 1.3 Na de Tweede Wereldoorlog: heropbouw en gastarbeid
Na WO II was er een behoefte aan heropbouw. Van 1945 tot 1956 kwamen er aanzienlijke contingenten Italianen (77.000 Zuid-Italianen) en Polen (20.000) naar België voor werk in de steenkoolmijnen en zware industrie in Wallonië, Limburg en Brussel. De tragische mijnramp in Marcinelle in 1956, waarbij 262 doden vielen met 12 verschillende nationaliteiten, waaronder veel Italianen en Belgen, onderstreepte de aanwezigheid van internationale werknemers. Tegen 1947 telde België 4,3% niet-Belgen.
### 1.4 De "gouden sixties" en de gastarbeid
Tijdens de "gouden sixties" (1956-1969) ontstond er een tekort aan arbeidskrachten in België. Naast de toename van vrouwelijke werknemers, werd er actief ingezet op het aantrekken van gastarbeiders uit nieuwe wervingslanden zoals Spanje, Griekenland, Marokko en Turkije. Dit leidde tot een significante stijging van het aantal niet-Belgen; in 1970 was dit opgelopen tot 696.300, wat 7,2% van de bevolking vertegenwoordigde. Het Interfederaal Gelijkekansencentrum heeft de ervaringen van deze eerste generatie gastarbeiders gedocumenteerd in de documentaire "Reis zonder terugkeer".
### 1.5 De economische crisis en de migratiestop in de jaren '70
De oliecrisis van 1973 en de daaropvolgende economische crisis zetten een rem op de instroom van buitenlandse werknemers. In 1974 kondigde de Belgische overheid een "immigratiestop" af, die het aantal immigraties van buiten de EU beperkte. Dit betekende echter geen volledige stop, maar een verschuiving in de migratiekanalen.
### 1.6 Verschuiving naar gezinshereniging en intra-EU migratie (vanaf de jaren '80 en '90)
Met de poort voor arbeidsmigratie van buiten de EU deels gesloten, verschoof de focus naar gezinshereniging, wat intensiever werd vanaf de jaren '80. Vanaf de jaren '90 nam ook de intra-EU migratie en de instroom van asielzoekers toe. In 1991 bedroeg het aantal niet-Belgen 9% van de bevolking (904.500).
#### 1.6.1 De jaren '90: meer asielaanvragen en uitbreiding EU
De jaren '90 kenmerkten zich door een sterke stijging van het aantal asielaanvragen en de uitbreiding van de Europese Unie met nieuwe lidstaten. Globalisering en intra-EU migratie, gecombineerd met conflicten zoals in Bosnië, Kosovo en de Golfoorlog, droegen bij aan deze stijging. De val van de Berlijnse Muur in 1989 opende ook de weg voor migratie uit Oost-Europa.
### 1.7 De na-oorlogse migratie in grafiek
Verschillende grafieken illustreren de evolutie van migratie in België:
* **Gastarbeiders uit Zuid-Europa in de jaren '50.**
* **Gastarbeiders uit Turkije en Marokko in de jaren '60, gevolgd door volgmigratie.**
* **Afremming van migratie door de crisis in de jaren '70 en '80.**
* **De val van de Muur (1989) als kantelpunt voor migratie uit Oost-Europa.**
* **Algemene groei van migratie in West-Europese landen door globalisering en EU-uitbreiding.**
* **Positief migratiesaldo, met impact van de coronapandemie (daling in 2020) en de oorlog in Oekraïne (stijging in 2021-2022).**
In 2023 immigreerden 173.033 niet-Belgen naar België, tegenover 91.781 emigraties, wat resulteerde in een netto bevolkingsgroei van ongeveer 80.000 mensen door migratie.
### 1.8 België vandaag: een superdiverse samenleving
Op 1 januari 2024 had meer dan één op de drie inwoners van België een migratie-achtergrond (35%). Dit omvat 1,6 miljoen niet-Belgen (14% "vreemdelingen") en 21% Belgen met een buitenlandse achtergrond.
> **Tip:** Het is belangrijk te beseffen dat nationaliteit steeds minder een accurate indicator is voor etnische origine, aangezien een groeiend aandeel kinderen dat als Belg geboren wordt, een andere etnische achtergrond heeft.
### 1.9 De opkomst van superdiversiteit
De opeenvolgende migratiegolven hebben geleid tot een veel complexere sociale realiteit, met name in de steden. Het concept "superdiversiteit" beschrijft deze nieuwe realiteit, die verder gaat dan de eerdere noties van diversiteit en multiculturalisme. Het is een term die de veranderende samenleving tracht te vatten en te analyseren.
#### 1.9.1 Kernkenmerken van superdiversiteit
Superdiversiteit wordt gekenmerkt door drie basisdimensies:
1. **Kwantitatieve dimensie:** Een algemene toename van diversiteit, die het sterkst is in grote steden. Dit leidt tot zogenaamde "majority-minority cities", waar de meerderheid van de bewoners uit verschillende minderheden bestaat. Steden als Brussel en Antwerpen behoren tot de meest superdiverse ter wereld.
2. **Kwalitatieve dimensie:** Een verandering in de aard van de diversiteit. Vroeger migreerden mensen uit een beperkt aantal landen naar een beperkt aantal gastlanden. Nu is er sprake van migratie vanuit een zeer groot aantal landen naar een zeer groot aantal gastlanden. Dit resulteert in een groeiende "diversiteit in de diversiteit", met een enorme variëteit in etnische, taalkundige, culturele en religieuze achtergronden, migratiemotieven, verblijfsstatuten, sociaal-economische posities en transnationalisme.
3. **Normalisering van diversiteit:** Superdiversiteit wordt steeds meer de dagelijkse realiteit en is niet langer de uitzondering of de afwijking van de norm. Dit fenomeen, ook wel "commonplace diversity" genoemd, doet zich voor in alle maatschappelijke sectoren, inclusief sociaal werk, onderwijs en gezondheidszorg.
> **Voorbeeld:** In Antwerpen heeft meer dan 56% van de inwoners een migratie-achtergrond (ouders meegerekend), waarbij dit percentage onder jongeren nog hoger ligt. Dit toont de demografische transitie naar een majority-minority city aan.
Superdiversiteit is dus niet alleen een kwestie van *meer* diversiteit, maar vooral van een toenemende *diversiteit in de diversiteit*, en een (moeizaam) proces van normalisering van deze diversiteit.
---
# Het concept superdiversiteit en haar kenmerken
Superdiversiteit is een nieuw concept dat de hedendaagse, steeds complexere sociale realiteit beschrijft, gekenmerkt door zowel kwantitatieve als kwalitatieve dimensies en de normalisering van deze diversiteit.
### 2.1 De evolutie naar superdiversiteit: een historische context
De huidige superdiverse samenleving is het resultaat van meer dan driekwart eeuw aan migratiegeschiedenis in België. Hoewel migratie een fenomeen van alle tijden is, heeft de schaal en aard ervan in de naoorlogse periode geleid tot een fundamentele verandering van de Belgische samenleving.
#### 2.1.1 Vroege migratiegolven
* **Voor 1920:** Migratie was voornamelijk spontaan en vanuit buurlanden. In 1910 bedroeg het aandeel niet-Belgen 3,5%.
* **1920-1940:** Georganiseerde migratie vanuit Italië en Polen, voornamelijk voor de steenkoolmijnen in Wallonië en Limburg. In 1930 was dit aandeel gestegen tot 3,9%.
* **Na WO II (1945-1956):** Heropbouw na de oorlog leidde tot de komst van Italiaanse en Poolse contingenten voor de zware industrie en mijnbouw. De mijnramp in Marcinelle in 1956, met slachtoffers van diverse nationaliteiten, illustreerde de aanwezige diversiteit. In 1947 was het aandeel niet-Belgen 4,3%.
#### 2.1.2 Gastarbeid en de eerste migratiestop
* **Jaren '60:** Op zoek naar arbeidskrachten werden actief gastarbeiders aangetrokken uit Spanje, Griekenland, Marokko en Turkije. Dit leidde tot een aanzienlijke stijging van het aantal niet-Belgen tot 7,2% in 1970.
* **Jaren '70:** De oliecrisis en economische crisis leidden tot een rem op buitenlandse werknemers. In 1974 kondigde de Belgische overheid een immigratiestop af, wat de poort voor arbeidsmigratie buiten de EU deels sloot.
#### 2.1.3 Verschuiving van migratiekanalen
Na de immigratiestop verschoof de migratiestroom:
* **Gezinshereniging:** Werd intensiever vanaf de jaren '80.
* **Intra-EU-migratie en asiel:** Nam toe vanaf de jaren '90.
#### 2.1.4 De jaren '90 en de vooravond van superdiversiteit
De jaren '90 kenmerkten zich door een sterke stijging van de immigratie, mede door globalisering, intra-EU-migratie, oorlogen (Bosnië, Kosovo, Golfoorlog) en de val van de Berlijnse Muur, wat migratie uit Oost-Europa stimuleerde en de EU-uitbreiding bevorderde. In 1991 was 9% van de bevolking niet-Belg.
#### 2.1.5 België vandaag: een superdiverse realiteit
* **Bevolkingssamenstelling:** Op 1 januari 2024 had meer dan een derde van de inwoners (35%) een migratie-achtergrond. Dit omvat 1,6 miljoen niet-Belgen (14% 'vreemdelingen') en 21% Belgen met een buitenlandse achtergrond.
* **Nationaliteit versus afkomst:** Nationaliteit zegt steeds minder over de etnische origine, aangezien een groeiend aandeel van de in België geboren kinderen van niet-Belgische origine is.
* **Migratiesaldo:** In 2023 was er een positief migratiesaldo van ongeveer 80.000 mensen.
### 2.2 Superdiversiteit als concept: definitie en kenmerken
Superdiversiteit is een concept geïntroduceerd door Steven Vertovec om de veranderende, complexe sociale realiteit te beschrijven. Het is geen synoniem voor bestaande concepten als 'diversiteit' of 'multicultureel', maar een nieuwe term die de complexiteit beter kan vatten en analyseren.
#### 2.2.1 De drie basiskenmerken van superdiversiteit
1. **Kwantitatieve dimensie: toenemende diversiteit, vooral in steden**
* Diversiteit groeit overal, maar het sterkst in grote steden, die steeds vaker 'majority-minority cities' worden (steden waar minderheden de meerderheid vormen). Voorbeelden zijn New York, Londen, maar ook Brussel en Antwerpen.
* **Voorbeeld:** In Antwerpen was in 2019 meer dan 56% van de inwoners van buitenlandse herkomst (ouders meegerekend), met een nog hoger percentage bij jongeren. Dit demografische proces zorgt ervoor dat de stad ook zonder nieuwe migratie diverser wordt.
* **Tip:** Houd rekening met de ruimtelijke spreiding; superdiversiteit is niet enkel een stedelijk fenomeen, maar suburbaniseert ook.
2. **Kwalitatieve dimensie: diversiteit in de diversiteit**
* Het basispatroon van migratie is veranderd van enkele landen van herkomst naar een klein aantal gastlanden, naar een zeer groot aantal landen van herkomst naar een zeer groot aantal gastlanden.
* Dit resulteert in een enorme diversiteit en complexiteit op alle vlakken:
* **Etnisch, taalkundig, cultureel, religieus:** Meer nationaliteiten, meertaligheid, diverse religieuze achtergronden.
* **Migratiemotieven, verblijfsstatuten, sociaal-economische posities.**
* **Transnationalisme:** Groeiend contact met herkomstlanden door communicatietechnologie en mobiliteit.
* **Tip:** Het is cruciaal om oog te hebben voor de 'diversiteit in de diversiteit', om niet te vervallen in generaliseringen over migrantengroepen.
3. **Normalisering van diversiteit (omstreden)**
* Diversiteit wordt steeds meer de dagelijkse realiteit en niet langer gezien als de uitzondering of afwijking van de norm. Dit wordt ook wel 'commonplace diversity' genoemd.
* Dit geldt ook voor professionele settings zoals sociaal werk, onderwijs en gezondheidszorg.
* Hoewel de trend naar normalisering wijst, is dit proces omstreden en vraagt het om een aanpassing van onze denk- en beleidskaders.
### 2.3 Superdiversiteit als uitdaging voor de 21e eeuw
De huidige realiteit van superdiversiteit stelt de samenleving en sociaal werk voor diverse uitdagingen:
* **Voorbij het wij-zij-denken:** Er is noodzaak om te evolueren van een 'of/of'-denken (Belg of migrant) naar een 'en/en'-denken, met aandacht voor meervoudige identiteiten en mengvormen. Nationaliteit als exclusief identiteitskenmerk verliest aan relevantie.
* **Voorbeeld:** De Rode Duivels, artiesten als Stromae, en filmmakers als Adil El Arbi & Billal Fallah illustreren de realiteit van meervoudige identiteiten.
* **Tip:** Leer denken voorbij 'wij-en-zij' en erken de complexiteit van identiteiten en achtergronden.
* **Transnationale realiteiten:** Migratie is veranderd door snelle communicatie en mobiliteit, wat leidt tot blijvend contact met herkomstlanden en 'wereldwijde families'.
* **Meertalige steden:** Superdiverse steden zijn meertalige steden. Dit vereist een erkenning en een aanpak die meertaligheid stimuleert, in plaats van te focussen op één dominante taal. In Vlaanderen spreekt ruim 15% van de kinderen en jongeren thuis een andere taal dan Nederlands, met uitschieters in Antwerpen.
* **Tip:** Meertaligheid erkennen is ook mensen in hun identiteit erkennen en kan een hefboom zijn voor emancipatie, mits correct benaderd.
* **Menswaardig onthaal van vluchtelingen:** De 'opvangcrisis' toont aan dat een menswaardig onthaal de basis vormt voor integratie.
* **Interculturalisering van maatschappelijke sectoren:** Er is een nood aan verdere interculturalisering in alle sectoren, met specifieke aandacht voor sociaal werk, onderwijs en gezondheidszorg. Dit vraagt om divers-sensitief werken vanuit vijf handelingsprincipes:
1. Open, respectvolle en nabije basishouding.
2. Gericht op samenwerking en dialoog.
3. Krachtgerichte kijk op mensen, cliënten en diversiteit.
4. Vaardigheid in (interculturele) communicatie en cultuursensitiviteit.
5. Kritische houding ten aanzien van machtsverschillen.
* **Divers-sensitieve organisaties:** Interculturalisering en divers-sensitief werk vereisen ook organisaties met een duidelijke visie en missie, vertaald in personeels- en vormingsbeleid.
### 2.4 De paradox van superdiversiteit
De 'normalisering van superdiversiteit' betekent dat we de focus op etniciteit soms moeten loslaten en oog moeten hebben voor andere assen van verschil (gender, leeftijd, klasse, opleiding, geloof). Tegelijkertijd, om huidige ongelijkheden aan te pakken en tot een 'diversiteit in de diversiteit' te komen, is er voorlopig nog méér aandacht nodig voor etniciteit, maar dan wel op een divers-sensitieve manier.
### 2.5 Toekomstscenario's van superdiversiteit
Superdiversiteit is een feitelijke ontwikkeling die niet inherent goed of slecht is, maar afhangt van hoe de samenleving ermee omgaat. Er kunnen twee scenario's worden geschetst:
1. **Scenario van angst, vernedering en polarisatie:** Gekenmerkt door blijvend wij-zij-denken, groeiende armoede, werkloosheid, ongelijkheid, schoolse uitval, en verlies van sociaal kapitaal. Dit kan leiden tot wederzijdse polarisering en een 'sociale tijdbom'.
2. **Scenario van hoop, verbinding en empowerment:** Waarin superdiversiteit een evidente realiteit wordt met ruimte voor meervoudige identiteiten, interculturalisering van diensten en bedrijven, emancipatie en sociale stijging. Dit scenario vereist een beleid dat inzet op herverdeling én erkenning.
**Besluit:** De toekomst van onze steden ligt in de mobilisatie van de superdiversiteit van alle bewoners. Sociaal werkers kunnen hierin een cruciale rol spelen door te werken aan een scenario van hoop en empowerment.
---
# Uitdagingen en kansen van superdiversiteit voor sociaal werk
Superdiversiteit stelt significante uitdagingen aan de samenleving en het sociaal werk, die een heroverweging van bestaande denk- en beleidskaders vereisen.
### 3.1 De evolutie naar superdiversiteit
Onze samenleving is in de afgelopen decennia geëvolueerd van een beperkte etnisch-culturele diversiteit naar een realiteit van superdiversiteit, voornamelijk gedreven door opeenvolgende migratiegolven.
#### 3.1.1 Historische migratie naar België
De migratiegeschiedenis van België kent verschillende fasen:
* **Voorgeschiedenis tot 1920:** Spontane migratie vanuit buurlanden, met een klein percentage niet-Belgen.
* **1920-1940:** Georganiseerde arbeidsmigratie, met name Italianen en Polen, voor de steenkoolmijnen in Wallonië en Limburg. Het aandeel niet-Belgen bleef laag.
* **Na WO II (1945-1956):** Heropbouw na de oorlog leidde tot contingenten Italiaanse en Poolse mijnwerkers. De mijnramp van Marcinelle in 1956 illustreerde de internationale aard van deze gemeenschappen.
* **Jaren '60:** Actieve aanwerving van gastarbeiders om de arbeidskrachtenkrapte op te vangen. Nieuwe wervingslanden zoals Spanje, Griekenland, Marokko en Turkije werden aangesproken, wat resulteerde in een aanzienlijke stijging van het aantal niet-Belgen.
* **Jaren '70 en '80:** De economische crisis van 1973 leidde tot een rem op buitenlandse werknemers en een zogenaamde 'immigratiestop'. Dit betekende echter geen volledige stop, maar een verschuiving naar andere migratiekanalen zoals gezinshereniging, dat intensiever werd vanaf de jaren '80.
* **Jaren '90:** Verdere stijging van de immigratie door gezinshereniging, toenemende asielaanvragen (door conflicten zoals in Bosnië en Kosovo) en de val van de Berlijnse Muur, wat migratie uit Oost-Europa stimuleerde. De uitbreiding van de EU bracht ook nieuwe lidstaten met zich mee.
#### 3.1.2 Superdiversiteit: een nieuw concept
Het concept 'superdiversiteit', geïntroduceerd door Steven Vertovec, beschrijft de huidige, veel complexere sociale realiteit, met name in stedelijke gebieden. Het is geen synoniem voor 'diversiteit' of 'multicultureel', maar een nieuwe lens om veranderingen te analyseren en ermee om te gaan.
**Drie basiskenmerken van superdiversiteit:**
1. **Kwantitatieve dimensie: Toenemende diversiteit, vooral in steden:**
* Diversiteit groeit overal, maar is het sterkst in grote steden, die evolueren naar 'majority-minority cities' waar de meerderheid van de bewoners tot diverse minderheidsgroepen behoort.
* Voorbeelden zijn Brussel, Antwerpen, Genk, Vilvoorde, Rotterdam, Londen en New York.
* In Antwerpen behoort meer dan 56% van de inwoners tot een migratieachtergrond (ouders meegeteld), met een nog hoger aandeel bij jongeren. Deze demografische transitie wordt versterkt door geboortes en sterftes, naast de instroom van nieuwkomers.
* Ook Genk en Vilvoorde zijn majority-minority-steden.
* De superdiversiteit suburbaniseert geleidelijk.
2. **Kwalitatieve dimensie: Diversiteit in de diversiteit:**
* Het basispatroon van migratie is veranderd van een klein aantal landen van herkomst naar een klein aantal gastlanden, naar een situatie met een zeer groot aantal landen van herkomst en gastlanden.
* Dit leidt tot een toenemende diversiteit op alle vlakken: etnisch, taalkundig, cultureel, religieus, qua migratiemotieven, verblijfsstatuten, sociaal-economische posities en transnationalisme.
* Nationaliteit zegt steeds minder over etnische origine, aangezien een groeiend deel van de in België geboren kinderen van niet-Belgische origine is.
3. **Normalisering van diversiteit:**
* Superdiversiteit wordt de dagelijkse realiteit en is niet langer de uitzondering of afwijking van de norm. Dit wordt ook wel 'commonplace diversity' genoemd.
* Dit geldt ook voor professionele settings zoals sociaal werk, onderwijs en gezondheidszorg.
### 3.2 Uitdagingen van superdiversiteit voor de samenleving en sociaal werk
De superdiverse realiteit vereist een aanpassing van onze manier van denken en handelen.
#### 3.2.1 Voorbij het wij-zij-denken
* **Probleemstelling:** De samenleving blijft vaak denken in 'wij-en-zij'-termen, wat de complexe realiteit onvoldoende erkent.
* **Oplossing:** Overgang naar een 'wij zowel als zij'-denken, dat meervoudige en gelaagde identiteiten erkent. Dit betekent het loslaten van 'of/of'-denken (Belg of migrant) naar 'en/en'-denken, waarbij mengvormen en meervoudige identiteiten worden erkend.
* **Kosmopolitische realiteit:** Burgers combineren diverse posities en identiteiten, zoals zichtbaar bij de Rode Duivels of artiesten als Stromae.
* **Nieuwe minderheid:** Ook mensen zonder migratie-achtergrond groeien op, wonen en werken steeds vaker in wijken waar ze geen meerderheid meer zijn. Zij moeten ook leren omgaan met verschil en actief bijdragen aan goed samenleven.
* **Focus op dagelijkse praktijken:** Minder nadruk op 'integratie' en meer aandacht voor de dagelijkse praktijken van goed samenleven.
> **Tip:** Bekijk de video 'All that we share - It is easy to put people in boxes' om het concept van 'wij-zij-denken' en meervoudige identiteiten beter te begrijpen.
#### 3.2.2 Erkenning van transnationale realiteiten
* **Verandering in migratie:** Migratie is fundamenteel veranderd van een (bijna) definitief afscheid naar blijvend contact door de ontwikkeling van communicatietechnologie (GSM, internet, Skype, satelliettelevisie) en snelle, goedkope mobiliteit.
* **Pendelmigratie en wereldfamilies:** Dit faciliteert pendelmigratie en creëert een groeiend aantal wereldfamilies die fysiek en/of mentaal grenzen overstijgen.
#### 3.2.3 Superdiverse steden zijn meertalige steden
* **Taaldiversiteit:** Steden zoals Brussel kennen een grote taaldiversiteit (104 talen in 2011). In Brussel spreekt een derde van de inwoners thuis geen Nederlands of Frans.
* **Impact op onderwijs en beroepen:** Meer dan 15% van de kinderen en jongeren in Vlaanderen spreekt thuis een andere taal dan Nederlands. In Antwerpen is dit meer dan 40%. Meertaligheid is essentieel in frontlinieberoepen zoals sociaal werk en onderwijs.
* **Politiek gevoelig thema:** Het stimuleren van Nederlands vanuit erkenning van meertaligheid is cruciaal. Een te 'schoolse' aanpak of dwingende scenario's kunnen leiden tot uitsluiting en taal gebruiken als excuus voor achterstelling in plaats van emancipatie.
* **Erkenning van identiteit:** Meertaligheid erkennen betekent ook mensen in hun identiteit erkennen.
#### 3.2.4 Vluchtelingen/opvangcrisis en menswaardig onthaal
* De huidige opvangcrisis, met honderden asielzoekers die dakloos zijn, toont aan dat een menswaardig onthaal de basis vormt voor integratie.
#### 3.2.5 Interculturalisering van alle maatschappelijke sectoren
* **Noodzaak van interculturalisering:** Werken in en met diversiteit vraagt om verdere interculturalisering, van interculturele communicatie tot intercultureel maatwerk en de interculturalisering van opleidingen voor zowel studenten als docenten.
* **Frontlinieberoepen:** Dit is met name van belang in sociaal werk, onderwijs, gezondheidszorg, op de arbeidsmarkt en in het beleid.
##### 3.2.5.1 Divers-sensitief werken: vijf handelingsprincipes
Divers-sensitief werken vereist specifieke principes en houdingen:
1. **Open, respectvolle, nabije en uitnodigende basishouding:** Hulpverleners laten handelingsvrees achterwege.
2. **Samenwerking en dialoog:** Gezamenlijke probleemdefiniëring en oplossingsstrategieën vormen de kern, vaak in 'onderhandelde' afspraken.
3. **Krachtgerichte kijk:** Een tegengewicht bieden aan het dominante problematiserende denken door te focussen op competenties, inspanningen, mogelijkheden en potenties van mensen.
4. **Vaardigheid in (interculturele) communicatie:** Cruciale rol voor cultuursensitiviteit en het omgaan met taaldiversiteit.
5. **Kritische houding t.a.v. machtsverschillen:** Van een 'aanpassingslogica' en assimilatie naar verandering en co-creatie.
> **Tip:** Interculturalisering en divers-sensitief werk zijn meer dan individuele competenties; ze vereisen divers-sensitieve organisaties met een duidelijke visie, missie en personeels- en vormingsbeleid.
### 3.3 De paradox van superdiversiteit
De 'normalisering van superdiversiteit' betekent dat we de 'etnische lens' moeten leren loslaten en niet alles vanuit etnische verschillen bekijken. Dit vereist minder focus op etnische diversiteit en meer aandacht voor andere assen van verschil zoals gender, leeftijd, klasse, opleiding en geloof. Echter, om de huidige ongelijkheid aan te pakken, is er tegelijkertijd (en voorlopig) meer aandacht nodig voor etniciteit, maar dan op een divers-sensitieve manier.
### 3.4 Toekomstscenario's van superdiversiteit
Superdiversiteit is een feitelijke ontwikkeling die niet inherent goed of slecht is, maar afhangt van hoe we ermee omgaan. Het roept nieuwe vragen op over migratie en integratie. Twee toekomstscenario's kunnen worden geschetst:
1. **Scenario van angst, vernedering & polarisatie:**
* Wederzijds dominant wij-zij-denken.
* Groeiende gekleurde armoede, werkloosheid, ongelijkheid en schoolse uitval.
* Verlies van sociaal kapitaal bij tweede en derde generaties.
* Wederzijdse polarisering rond symbooldossiers (hoofddoeken, bourkini).
* Relativering van racisme en bestempeling van vluchtelingen als 'gevaar'.
* Dit scenario leidt tot een sociale tijdbom.
2. **Scenario van hoop, verbinding & empowerment:**
* Superdiversiteit wordt een evidente realiteit met ruimte voor en erkenning van meervoudige identiteiten.
* Interculturalisering van diensten en bedrijven.
* Ruimte voor emancipatie en sociale stijging.
* Een beleid dat inzet op emancipatie binnen gemeenschappen, ondersteund door een beleid van herverdeling én erkenning.
**Conclusie:** De toekomst van onze steden ligt in de mobilisatie van de superdiversiteit van alle bewoners. Sociaal werkers kunnen hierin een cruciale rol spelen door te werken naar een scenario van hoop en empowerment.
---
# Toekomstscenario's van superdiversiteit
Dit gedeelte schetst twee mogelijke toekomstscenario's met betrekking tot superdiversiteit: een negatief scenario van angst, vernedering en polarisatie, en een positief scenario van hoop, verbinding en empowerment, waarbij sociaal werkers een cruciale rol spelen.
### 4.1 De paradox van superdiversiteit en de rol van sociaal werkers
Superdiversiteit wordt beschreven als een feitelijke ontwikkeling die op zichzelf niet goed of slecht is, maar waarvan de uitkomst afhangt van hoe men ermee omgaat. Het markeert een scharniermoment dat nieuwe vragen oproept of oude vragen over migratie en integratie in een nieuwe context plaatst. Maurice Crul en collega's presenteren twee toekomstscenario's.
#### 4.1.1 Een scenario van angst, vernedering en polarisatie
Dit scenario kenmerkt zich door het voortduren van het "wij-zij"-denken, wat leidt tot wederzijdse polarisatie. Gevolgen hiervan zijn:
* Groeiende gekleurde armoede, werkloosheid en ongelijkheid.
* Schoolse uitval en achterstelling, met een deels verloren sociaal kapitaal voor de tweede en derde generatie.
* Polarisatie rondom symbooldossiers, zoals het hoofddoekenverbod en bourkini-debatten.
* Het relativeren van racisme en het bestempelen van vluchtelingen als een "gevaar".
* Uitingen variërend van Pegida en "eigen volk eerst" tot IS-geïnspireerde terreur.
Dit scenario wordt gezien als een potentiële "sociale tijdbom".
#### 4.1.2 Een scenario van hoop, verbinding en empowerment
Dit positieve scenario ziet superdiversiteit uitgroeien tot een evidente realiteit waarin:
* Er ruimte is voor en erkenning is van meervoudige identiteiten.
* Diensten en bedrijven geïnterculturaliseerd zijn.
* Emancipatie en sociale stijging mogelijk zijn.
Een beleid dat hierop inzet, ondersteunt en stimuleert emancipatie binnen gemeenschappen vanuit een beleid van herverdeling en erkenning.
#### 4.1.3 De cruciale rol van sociaal werkers
De toekomst van onze steden ligt volgens dit scenario niet in verdere polarisatie, maar in de mobilisatie van de superdiversiteit van alle bewoners. Sociaal werkers kunnen hierin een cruciale rol vervullen door:
* **Divers-sensitief werken:** Dit impliceert een open, respectvolle, nabije en uitnodigende basishouding, waarbij handelingsvrees wordt achterwege gelaten.
* **Gericht op samenwerking en dialoog:** Probleemdefiniëring en oplossingsstrategieën worden gezamenlijk vormgegeven.
* **Krachtgerichte kijk:** Een tegengewicht bieden aan het dominante problematiserende denken door te focussen op competenties, inspanningen, mogelijkheden en potenties, en door hoop te creëren en toekomstdoelen te helpen formuleren.
* **Vaardigheid in (interculturele) communicatie:** Cultuursensitiviteit en een krachtgerichte omgang met taaldiversiteit zijn hierbij cruciaal.
* **Kritische houding ten aanzien van machtsverschillen:** Streven naar verandering en co-creatie in plaats van een "aanpassingslogica" of assimilatie.
Interculturalisering en divers-sensitief werk vereisen niet alleen individuele competenties, maar ook divers-sensitieve organisaties met een duidelijke visie, missie en beleid op personeel en vorming.
> **Tip:** De transformatie naar een scenario van hoop en empowerment vereist een bewuste inzet op interculturalisering en divers-sensitiviteit in alle maatschappelijke sectoren, met een bijzondere focus op frontlinieberoepen zoals sociaal werk.
> **Tip:** De paradox van superdiversiteit is dat, hoewel we de "etnische lens" moeten leren loslaten om diversiteit op andere assen (zoals gender, leeftijd, klasse) te zien, er tegelijkertijd (en voorlopig) méér aandacht nodig is voor etniciteit, maar dan op een divers-sensitieve manier, om onderwijs- en sociale ongelijkheid aan te pakken.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Superdiversiteit | Een concept dat een nieuwe sociale realiteit beschrijft die gekenmerkt wordt door een toename van diversiteit op meerdere vlakken, met name in stedelijke gebieden. Het gaat niet enkel om meer diversiteit, maar ook om een grotere variëteit binnen die diversiteit en een proces van normalisering van deze complexiteit. |
| Gastarbeid | Een vorm van migratie waarbij werknemers uit het buitenland worden aangetrokken om te voorzien in een tekort aan arbeidskrachten in het gastland. Dit was een belangrijke factor in de migratiegeschiedenis van België, vooral in de jaren '60. |
| Migratiestop | Een beleidsmaatregel die de instroom van buitenlandse werknemers beperkt of stopzet. In België werd een dergelijke stop afgekondigd in 1974, wat de migratiekanalen deed verschuiven van arbeidsmigratie naar gezinshereniging. |
| Gezinshereniging | Het proces waarbij migranten hun familieleden naar het gastland halen. Dit werd na de migratiestop een belangrijk migratiekanaal in België vanaf de jaren '80. |
| Intra-EU-migratie | Migratie binnen de Europese Unie. Met de uitbreiding van de EU nam dit type migratie toe, wat bijdroeg aan de toenemende diversiteit in België vanaf de jaren '90. |
| Majority-minority cities | Steden waarin de meerderheid van de bevolking afkomstig is uit verschillende minderheidsgroepen. Concepten als Brussel en Antwerpen worden als voorbeelden van dergelijke steden genoemd, waar diversiteit de norm is. |
| Diversiteit in de diversiteit | Dit aspect van superdiversiteit verwijst naar de toenemende complexiteit en variëteit binnen de migrantengroepen zelf. Het omvat verschillen in etniciteit, taal, cultuur, religie, migratiemotieven, verblijfsstatuten en sociaal-economische posities. |
| Normalisering van diversiteit | Het proces waarbij diversiteit niet langer als een uitzondering of afwijking van de norm wordt gezien, maar als een alledaagse realiteit. Dit impliceert dat etnische verschillen minder dominant worden in ons denken en dat er meer aandacht komt voor andere assen van verschil. |
| Interculturalisering | Het proces van het aanpassen en integreren van interculturele competenties en praktijken binnen alle maatschappelijke sectoren. Dit omvat interculturele communicatie, maatwerk en de aanpassing van opleidingen, met als doel een divers-sensitieve benadering te realiseren. |
| Divers-sensitief werken | Een benadering in sociaal werk en andere frontlinieberoepen die gekenmerkt wordt door een open, respectvolle en uitnodigende basishouding, gericht op samenwerking en dialoog. Het legt de nadruk op een krachtgerichte kijk op mensen, de erkenning van competenties en het omgaan met machtsverschillen. |
| Transnationale realiteiten | De connecties en interacties die mensen onderhouden met hun herkomstlanden, ondanks hun vestiging in een ander land. Door moderne communicatietechnologie en snelle mobiliteit is er sprake van blijvend contact en groeiende wereldfamilies over grenzen heen. |
| Meertaligheid | Het bestaan van meerdere talen binnen een samenleving of stad. In superdiverse steden als Brussel en Antwerpen is meertaligheid een kenmerkende realiteit, wat zowel uitdagingen als kansen biedt voor sociaal werk, onderwijs en andere diensten. |
| Wij-zij-denken | Een cognitieve bias waarbij de samenleving wordt opgedeeld in "wij" (de eigen groep) en "zij" (de andere groepen). In de context van superdiversiteit wordt gepleit om voorbij dit binaire denken te gaan en een "wij zowel als zij"-benadering te hanteren die meervoudige identiteiten erkent. |
| Machtsongelijkheid | Ongelijke verhoudingen in macht en invloed tussen verschillende groepen in de samenleving. Divers-sensitief werken vereist een kritische houding ten opzichte van machtsverschillen en streeft naar een verschuiving van aanpassingslogica naar co-creatie. |
| Empowerment | Het proces waarbij individuen en groepen meer controle krijgen over hun eigen leven en de omstandigheden waarin ze leven. In het kader van superdiversiteit is empowerment een sleutelcomponent van een hoopvol toekomstscenario, waarbij emancipatie en sociale stijging worden gestimuleerd. |
Cover
Samenvatting brede kijk diversiteit.pdf
Summary
# Introductie tot diversiteit en identiteit
Dit onderwerp verkent het concept van diversiteit in de hedendaagse samenleving en de multidimensionale aard van persoonlijke en sociale identiteit.
### 1.1 De vloeibare samenleving en diversiteit
De hedendaagse samenleving wordt gekenmerkt door een "vloeibare samenleving" waarin vaste structuren verloren gaan en verschillen toenemen. Dit leidt tot veranderingen in maatschappelijke normen en praktijken, zoals geïllustreerd door voorbeelden rond gezinsstructuren en religieuze feesten [2](#page=2).
### 1.2 Begripsvorming rond diversiteit
Er is geen eenduidige definitie van diversiteit. Het concept kan worden onderverdeeld in drie onderling samenhangende aspecten [2](#page=2):
1. **Diversiteit en identiteit**: Wie ben ik [2](#page=2)?
2. **Diversiteit en verschil**: Op welke manier verschil ik met de ander [2](#page=2)?
3. **Diversiteit en normen**: Regels en kaders die bepalen wie erbij hoort [2](#page=2).
#### 1.2.1 Diversiteit en identiteit: de bouwstenen van "wie ben ik"
Identiteit wordt beschouwd als zowel persoonlijk als sociaal [2](#page=2).
* **Persoonlijke identiteit**: Dit omvat de unieke eigenschappen van een individu, zoals leeftijd, opleiding, gezondheid en gender [2](#page=2).
* **Sociale identiteit**: Deze wordt gevormd door de groepen waartoe iemand behoort, zoals gezin, werk, hobby's, nationaliteit, cultuur en eventuele beperkingen [2](#page=2).
* **Dynamische identiteit**: Identiteit is niet statisch, maar ontwikkelt zich gedurende het leven door ervaringen en gebeurtenissen. Een veranderende opvatting, bijvoorbeeld na het krijgen van kinderen, illustreert dit dynamische aspect [3](#page=3).
* **Gelaagde identiteit**: Een individu neemt verschillende rollen op zich, waardoor het gedrag kan variëren afhankelijk van de context. Voorbeelden hiervan zijn het verschil in gedrag binnen een jeugdbeweging versus op school, als ouder versus uitgaand, of de transformatie van een rustige vader thuis tot een fanatieke sportsupporter op een wedstrijd [3](#page=3).
Elk persoon is een kruispunt van deelidentiteiten en ervaringen. Ontmoetingen tussen mensen vinden plaats op deze diverse aspecten van identiteit, waar overeenkomsten en verschillen zichtbaar worden. Een gedeelde regionale identiteit, zoals die van West-Vlamingen op reis in Spanje, kan bijvoorbeeld direct een band creëren [3](#page=3).
> **Tip:** Begrijpen dat identiteit dynamisch en gelaagd is, helpt om open te staan voor de veelzijdigheid van zowel jezelf als anderen.
#### 1.2.2 Diversiteit en verschil: de assen van identiteitsvorming
Iedereen verschilt van elkaar op verschillende assen van identiteitsvorming, wat bijdraagt aan brede diversiteit. Dit roept de vraag op waar verbinding met anderen gevonden kan worden en waar niet [3](#page=3).
##### 1.2.2.1 Kruispuntdenken
Kruispuntdenken is een benadering die verschillen analyseert vanuit de onderlinge samenhang en verwevenheid van kenmerken die mensen en groepen onderscheiden. Het biedt een kader om de complexiteit van diversiteit te begrijpen [3](#page=3).
> **Voorbeeld:** Een persoon kan tegelijkertijd deel uitmaken van een bepaalde etnische groep, een specifieke religie aanhangen, een bepaalde sociaaleconomische status hebben en een fysieke beperking ervaren. Kruispuntdenken erkent hoe deze verschillende identiteitskenmerken elkaar beïnvloeden en samen een uniek perspectief vormen.
---
# Diversiteit, verschil en normen
Dit gedeelte behandelt de manieren waarop individuen van elkaar verschillen en hoe deze verschillen worden geïnterpreteerd binnen de context van sociale normen en referentiekaders.
### 2.1 Diversiteit en verschil
Individuen verschillen van elkaar op basis van veertien assen van identiteitsvorming, wat leidt tot een brede diversiteit. Deze verschillen roepen de vraag op waar men verbinding kan vinden met anderen en waar niet [3](#page=3).
#### 2.1.1 Kruispuntdenken
Kruispuntdenken is een denkwijze over verschillen die uitgaat van de onderlinge samenhang en verwevenheid van kenmerken die mensen en groepen doen verschillen [3](#page=3).
### 2.2 Diversiteit en normen
Mensen reageren op verschil vanuit hun eigen kennis en ervaringen. Pogingen om iets dat anders is te begrijpen, gebeuren door het te kaderen [4](#page=4).
#### 2.2.1 Referentiekader
Een referentiekader, gevormd vanaf de kleuter- en lagere schoolleeftijd, is de manier waarop men naar de wereld en mensen kijkt. Wat bekend is en past binnen dit kader, wordt begrepen (groen). Men probeert het andere te begrijpen (rood). Wanneer iets te veel afwijkt van het eigen kader, kan dit angst veroorzaken [4](#page=4).
> **Tip:** Het is belangrijk om bewust te zijn van je eigen referentiekader en ook daarbuiten te kijken.
#### 2.2.2 De bevolking in België
Specifieke assen van identiteit in België omvatten nationaliteit, etniciteit, verblijfsstatuut en cultuur. De structuur van de Belgische bevolking is geëvolueerd, waarbij de bevolking is toegenomen en cultureel diverser is geworden. Op 1 januari 2022 bestond de Belgische bevolking uit [4](#page=4):
* 66,6% Belgen met een Belgische achtergrond [4](#page=4).
* 20,6% Belgen met een buitenlandse achtergrond [4](#page=4).
* 12,8% niet-Belgen [4](#page=4).
De nationaliteitsgroepen van herkomst worden onderscheiden in:
A. Buurlanden (Frankrijk, Nederland, Luxemburg, Duitsland, VK) [4](#page=4).
B. EU-landen [4](#page=4).
C. Landen buiten de EU [4](#page=4).
---
# Bevolkingssamenstelling en migratiegeschiedenis in België
Dit onderwerp onderzoekt de evolutie van de bevolkingsstructuur in België, met een focus op de toenemende diversiteit en de historische context van migratiestromen.
### 3.1 Evoluerende bevolkingssamenstelling in België
De bevolking van België is significant toegenomen en is cultureel veel diverser geworden. Op 1 januari 2022 bestond de Belgische bevolking uit [4](#page=4):
* 66,6% Belgen met een Belgische achtergrond.
* 20,6% Belgen met een buitenlandse achtergrond.
* 12,8% niet-Belgen [4](#page=4).
De nationaliteitsgroepen van herkomst worden onderverdeeld in drie categorieën:
A. Buurlanden (Frankrijk, Nederland, Luxemburg, Duitsland, Verenigd Koninkrijk).
B. Europese Unie (EU).
C. Buiten de EU [4](#page=4).
De grootste groepen onder de Belgen met een buitenlandse achtergrond en niet-Belgen zijn afkomstig uit:
* 51,8% buiten de EU27.
* 28,2% uit de EU27 exclusief buurlanden.
* 20% uit buurlanden [5](#page=5).
Deze cijfers illustreren de toegenomen diversiteit op cultureel vlak [5](#page=5).
> **Tip:** Begrijpen van deze statistieken is cruciaal om de huidige bevolkingsdynamiek in België te duiden. Let op de onderscheiding tussen 'Belg met buitenlandse achtergrond' en 'niet-Belg'.
### 3.2 Beknopte geschiedenis van migratie in België
België's culturele diversiteit is mede gevormd door de migratiegeschiedenis, die na de Tweede Wereldoorlog een versnelling kende [5](#page=5).
#### 3.2.1 Naoorlogse migratie (1946 – 1956)
Na WO II was er een grote vraag naar arbeidskrachten, voornamelijk voor de koolmijnen en de opruimingswerkzaamheden. Door de oorlog was er een tekort aan Belgische werkkrachten. In 1946 werd een kolenakkoord gesloten tussen België en Italië, waarbij Italië gastarbeiders leverde in ruil voor steenkool. De initiële bedoeling was dat deze gastarbeiders na verloop van tijd terug zouden keren naar hun land. Dit akkoord werd stopgezet in 1956 na een grote mijnramp [5](#page=5).
#### 3.2.2 De golden Sixties (1956 – 1969)
Deze periode kenmerkte zich door een onbekende economische groei, wat leidde tot een nog grotere behoefte aan arbeidskrachten. Het recruteringsgebied werd uitgebreid naar andere Zuid-Europese landen zoals Spanje Griekenland en later ook Marokko en Turkije en Algerije. Laagopgeleide mannen uit landelijke gebieden emigreerden naar België omwille van de economische welvaart en de vraag naar arbeid. Hoewel de migratie aanvankelijk een tijdelijk karakter had, bleven veel gastarbeiders en lieten zij hun gezinnen overkomen, wat de migratiebestendig maakte [5](#page=5) [6](#page=6).
#### 3.2.3 De migratiestop (1974 – 1989)
De wereldwijde economische crisis, mede veroorzaakt door de oliecrisis, leidde tot een dalende vraag naar arbeidskrachten en een stijgende werkloosheid. Dit resulteerde in een migratiestop, waarbij de instroom van nieuwe migranten daalde, maar niet volledig stopte. De aanvankelijke tijdelijkheidsgedachte evolueerde verder naar permanente vestiging [6](#page=6).
#### 3.2.4 Superdiversiteit (1989 – heden)
Vanaf de jaren '90 deed een aantal belangrijke ontwikkelingen zich voor die leidden tot superdiversiteit. Deze omvatten [6](#page=6):
1. **Economische globalisering en technologische ontwikkelingen:** Dit faciliteerde internationale export en import [6](#page=6).
2. **Grote toestroom van vluchtelingen in Europa:** Oorzaken hiervan waren onder andere economische problemen en oorlogssituaties [6](#page=6).
3. **De val van de Berlijnse Muur en uitbreiding van de EU:** Dit leidde tot openere Europese grenzen en verhoogde bewegingsvrijheid binnen Europa [6](#page=6).
> **Tip:** Het concept van 'referentiekaders' (pagina 4) is hier relevant. Verschillen in achtergrond en ervaring kunnen leiden tot uiteenlopende interpretaties en reacties op migratie en diversiteit.
### 3.3 Kenmerken van superdiversiteit
Superdiversiteit manifesteert zich op twee manieren:
A. **Kwantitatieve toename:** Er is een grotere populatie en de herkomst van de inwoners is diverser geworden [7](#page=7).
B. **Kwalitatieve toename:** De diversiteit is niet alleen toegenomen in absolute aantallen, maar ook binnen bestaande groepen. Dit betekent dat er binnen groepen zoals 'Belgen', 'Italianen' of 'Marokkanen' zelf aanzienlijke diversiteit bestaat, waardoor het moeilijk wordt om nog te spreken van een eenduidig typisch voorbeeld [7](#page=7).
#### 3.3.1 Majority – Minority – City
Dit concept verwijst naar steden of bevolkingsgroepen waar mensen met een migratieachtergrond de meerderheid vormen, of een aanzienlijk deel uitmaken van de populatie, met een andere nationaliteit dan de 'oorspronkelijke'. Voorbeelden hiervan in België zijn Antwerpen, Genk, Vilvoorde en Brussel. Dit fenomeen wordt steeds vaker waargenomen in het onderwijs [7](#page=7).
---
# Superdiversiteit en stedelijke context
Superdiversiteit verwijst naar de toename van de diversiteit van de bevolking in stedelijke gebieden, zowel kwantitatief als kwalitatief.
### 4.1 De evolutie naar superdiversiteit
De periode vanaf 1989 wordt gekenmerkt door de opkomst van superdiversiteit, mede ingegeven door drie belangrijke ontwikkelingen [6](#page=6):
* **Economische globalisering en technologische ontwikkelingen**: Dit leidde tot een wereldwijde toename van export en import [6](#page=6).
* **Grote toestroom van vluchtelingen in Europa**: Economische redenen en oorlogen droegen bij aan deze instroom [6](#page=6).
* **De val van de Berlijnse Muur en de uitbreiding van de EU**: Dit resulteerde in het openen van Europese grenzen, waardoor meer landen deel gingen uitmaken van een gebied met vrij verkeer voor personen [6](#page=6).
Deze factoren hebben geleid tot een veranderende bevolkingssamenstelling, waarbij de oorspronkelijke gedachte van tijdelijke migratie is overgegaan in permanente vestiging [6](#page=6).
### 4.2 Kenmerken van superdiversiteit
Superdiversiteit kan worden onderverdeeld in twee hoofdcategorieën [7](#page=7):
#### 4.2.1 Kwantitatieve toename
Dit aspect verwijst naar een algemene toename van het aantal inwoners en een grotere diversiteit in de afkomst van deze inwoners [7](#page=7).
#### 4.2.2 Kwalitatieve toename
Naast een grotere diversiteit in groepen, wordt ook de diversiteit *binnen* deze groepen significant groter. Dit betekent dat het steeds moeilijker wordt om typische voorbeelden te geven van een bepaalde nationaliteit, aangezien individuen binnen die groepen enorm variëren [7](#page=7).
### 4.3 De stedelijke context: Majority-Minority Cities
In de context van superdiversiteit is er sprake van "Majority-Minority Cities" [7](#page=7).
* **Definitie**: Dit zijn steden of bevolkingsgroepen waarbij de meerderheid van de inwoners een migratieachtergrond heeft, wat betekent dat ze een andere nationaliteit hebben dan de oorspronkelijke bevolking [7](#page=7).
* **Voorbeelden**: Steden zoals Antwerpen, Genk, Vilvoorde en Brussel worden als voorbeelden van dergelijke steden genoemd [7](#page=7).
* **Impact**: Dit fenomeen wordt steeds vaker waargenomen, onder andere in het onderwijs [7](#page=7).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Vloeibare samenleving | Een samenlevingsvorm waarin traditionele, vaste structuren en zekerheden afnemen of verdwijnen, wat leidt tot toenemende verandering en onzekerheid. |
| Diversiteit | Het concept dat verwijst naar de aanwezigheid van verschillen binnen een groep of samenleving, verdeeld over meerdere aspecten zoals identiteit, meningen en achtergronden. |
| Identiteit | Het geheel van kenmerken, rollen en groepsverbanden die bepalen wie een persoon is, zowel op persoonlijk als op sociaal niveau, en die dynamisch kan evolueren. |
| Persoonlijke identiteit | Dat deel van iemands identiteit dat voortkomt uit unieke, individuele eigenschappen zoals leeftijd, opleiding, gezondheid en gender. |
| Sociale identiteit | Dat deel van iemands identiteit dat wordt gevormd door de groepen waarmee men zich identificeert, zoals familie, werk, hobby's, nationaliteit of cultuur. |
| Dynamische identiteit | De identiteit van een persoon die niet statisch is, maar zich gedurende het leven ontwikkelt en verandert door ervaringen en gebeurtenissen. |
| Gelaagde identiteit | De identiteit van een persoon die bestaat uit meerdere rollen die tegelijkertijd kunnen worden vervuld en die het gedrag in verschillende situaties beïnvloeden. |
| Kruispuntdenken | Een denkwijze die de samenhang en verwevenheid van verschillende kenmerken die mensen en groepen doen verschillen, centraal stelt bij het analyseren van diversiteit. |
| Referentiekader | Een door de omgeving gevormd systeem van kennis, ervaringen en normen dat bepaalt hoe iemand de wereld en andere mensen waarneemt en interpreteert. |
| Migratie | Het proces waarbij personen zich vanuit een bepaald gebied naar een ander gebied verplaatsen, vaak met de intentie zich daar blijvend te vestigen. |
| Gastarbeider | Een werknemer die tijdelijk in een ander land werkt, vaak aangetrokken door economische welvaart en een tekort aan arbeidskrachten in het ontvangende land. |
| Superdiversiteit | Een situatie waarin de bevolking niet alleen kwantitatief toeneemt, maar ook kwalitatief veel diverser wordt, met een brede waaier aan achtergronden en identiteiten, zelfs binnen specifieke groepen. |
| Majority – Minority – City | Stedelijke gebieden waar de meerderheid van de bevolking bestaat uit mensen met een migratieachtergrond of een andere nationaliteit dan de oorspronkelijke bevolking. |