Cover
Zacznij teraz za darmo HC11 - Akoestiek akoestisch veld en spraakverstaanbaarheid.pptx
Summary
# Akoestische eigenschappen van ruimtes
Hier volgt een gedetailleerde samenvatting van de akoestische eigenschappen van ruimtes, geoptimaliseerd voor studie.
## 1. Akoestische eigenschappen van ruimtes
De overdracht van spraak in een ruimte wordt bepaald door de akoestische eigenschappen van die ruimte, met name door absorptie en hoe geluid zich gedraagt in verschillende velden.
### 1.1 Akoestische ruimte en geluidsvelden
#### 1.1.1 Vrije veld
In een theoretisch "vrije veld" blijft de bron continue energie toevoegen, en er is sprake van absorptie. Dit leidt tot een evenwichtssituatie waarbij de geluidssterkte afneemt naarmate de afstand tot de bron toeneemt.
#### 1.1.2 Gesloten ruimte
In een gesloten ruimte bereikt geluid de waarnemer op twee manieren:
* **Direct geluid:** Dit is het geluid dat rechtstreeks vanuit de bron naar de waarnemer reist. De sterkte hiervan neemt af met de afstand tot de bron.
* **Indirect of diffuus geluid:** Dit is het geluid dat de waarnemer bereikt na één of meer weerkaatsingen tegen de wanden. In het ideale diffuse veld heeft dit geluid op elke plaats in de ruimte dezelfde sterkte, onafhankelijk van de afstand tot de bron.
> **Tip:** Het onderscheid tussen directe en diffuse geluid is cruciaal om te begrijpen hoe geluid zich gedraagt en hoe de ruimte de waarneming beïnvloedt.
#### 1.1.3 Diffuus veld en reverberatie
In het diffuse veld weerkaatst het geluid continu. Dit effect, bekend als reverberatie (galm), kan gekwantificeerd worden met behulp van de galmstraal en de galmtijd.
* **Galmstraal:** Dit is de afstand tot de bron waarbinnen de geluidsdruk in het directe veld gelijk is aan die in het diffuse veld. Tot aan de galmstraal is er geen negatief effect van de galm of reflectie op de geluidskwaliteit.
* **Galmtijd ($T_g$):** Dit is de tijdsduur waarbinnen een geluid nog hoorbaar is nadat de geluidsbron is gestopt met produceren.
### 1.2 Absorptie
Absorptie (A) in een ruimte wordt vaak uitgedrukt in "Open Raam" (O.R.) of "Open Window" (O.W.) in vierkante meters ($m^2$). Het vertegenwoordigt de absorptie alsof er een raam open stond in de ruimte. De absorptie is afhankelijk van het materiaal waaruit de ruimte is opgebouwd of waarmee deze bekleed is.
De formule voor absorptie is:
$A = \text{oppervlakte van de ruimte} \times \alpha$
Hierbij is $\alpha$ de absorptiecoëfficiënt, een maat uitgedrukt per octaaf.
> **Tip:** De absorptiecoëfficiënt ($\alpha$) is een materiaaleigenschap die aangeeft hoeveel geluidsenergie een materiaal absorbeert. Deze varieert per frequentie.
### 1.3 Factoren die geluidsdruk beïnvloeden
De geluidsdruk in een afgesloten ruimte wordt beïnvloed door verschillende factoren:
* **Vermogen van de bron ($P$):** De luidheid waarmee geluid wordt geproduceerd.
* **Richtfactor van de bron ($Q$):** Hoe gerichter het geluid wordt uitgestuurd, hoe meer geluid er bij de luisteraar aankomt.
* **Afstand tot de bron ($R$):** In het directe veld neemt de geluidsdruk af naarmate de afstand toeneemt.
* **Dichtheid van het medium ($\rho$):** Voor lucht zijn deze waarden grotendeels constant.
* **Golfsnelheid ($c$):** Is in lucht constant, tenzij de temperatuur stijgt.
De geluidsdruk in het directe veld kan worden beschreven met de formule:
$L_{dir} = L_1 - 20 \log R$ (in dB)
Hierbij is $L_1$ de geluidsproductie van de bron.
Het diffuse geluid wordt beïnvloed door de volgende factoren:
$L_{dif} = L_1 - 10 \log Q - 10 \log V + 10 \log T_g + 24.5$ (in dB)
Hierbij is:
* $V$ het volume van de ruimte.
* $T_g$ de galmtijd.
Het diffuse geluid kan ook gerelateerd worden aan de galmstraal ($R_g$):
$L_{dif} = L_1 - 20 \log R_g$ (in dB)
> **Tip:** Begrijp de invloed van elke factor op de geluidsdruk, ook al hoef je de exacte berekeningen niet uit het hoofd te kennen voor het examen.
### 1.4 Galmstraal en absorptie
De grootte van de galmstraal ($R_g$) is afhankelijk van de reflectie-eigenschappen van de wanden, de aanwezige meubilering en de grootte van de ruimte.
* Sterk reflecterende wanden, harde meubels en kleine ruimtes leiden tot een **kleine galmstraal**.
* Een grotere richtfactor ($Q$) van de bron leidt tot een **grotere galmstraal**.
* Meer absorptie in de ruimte leidt eveneens tot een **grotere galmstraal**.
Grafisch gezien neemt de geluidsterkte in het directe veld af met toenemende afstand, terwijl het diffuse veld een constante geluidsterkte heeft. De galmstraal markeert het punt waar het directe veld overgaat in het diffuse veld.
### 1.5 Galmtijd
De galmtijd ($T_g$) is een cruciale factor voor spraakverstaanbaarheid. Een te lange galmtijd kan leiden tot "versmering" van spraakklanken doordat ze te lang blijven nagalmen en elkaar overlappen. Dit verstoort het patroon van modulaties in het spraaksignaal.
De galmtijd kan worden berekend met de volgende formule (Sabine's formule):
$T_g = \frac{0.161 \times V}{A}$
Hierbij is:
* $V$ het volume van de ruimte.
* $A$ de totale absorptie in de ruimte.
> **Tip:** Een lange galmtijd is gewenst in ruimtes zoals concertzalen of kerken voor muzikale doeleinden, maar nadelig voor spraakverstaanbaarheid.
De relatie tussen galmtijd en galmstraal is indirect: een grote galmtijd impliceert doorgaans een kleine galmstraal, wat betekent dat het directe veld kleiner is.
### 1.6 Spraakverstaanbaarheid
Spraakverstaanbaarheid verwijst naar hoe goed spraak begrepen kan worden door een luisteraar. Verschillende metrieken worden gebruikt om dit te kwantificeren:
#### 1.6.1 Verschil tussen directe en diffuse veld
Hoe groter het verschil tussen de geluidsdruk in het directe veld ($L_{dir}$) en het diffuse veld ($L_{dif}$), hoe kleiner de invloed van de ruimte en hoe beter de geluidskwaliteit. Een positief verschil ($L_{dir} - L_{dif} > 0$) bevordert het verstaan van details.
Betere verstaanbaarheid wordt bereikt bij:
* Grotere richtfactor van de bron ($Q \uparrow$)
* Groter volume van de ruimte ($V \uparrow$)
* Kleinere galmtijd ($T_g \downarrow$)
* Kleinere afstand tot de bron ($R \downarrow$)
#### 1.6.2 Articulatie Index (AI)
De Articulatie Index (AI) is een gewogen gemiddelde van de signaal-ruisverhouding over 15 tot 20 frequentiebanden. De waarde ligt tussen 0 en 1, waarbij 1 staat voor een ongestoorde overdracht en 0 voor geen overdracht. De nagalm wordt hierbij niet direct meegenomen.
#### 1.6.3 Peutz ALc-methode
De Articulation Loss of Consonants (ALc) methode meet het percentage articulatieverlies van consonanten. De formule is:
$ALc = 9 \times T_g \times (\frac{R}{R_c})^2$ (in %)
Hierbij is $R_c$ de kritieke afstand, gedefinieerd als $3.3 \times R_g$.
* Een hogere galmtijd ($T_g$) leidt tot een hoger verlies van consonanten.
* Een grotere afstand tot de bron ($R$) verhoogt het verlies.
* Boven de kritieke afstand is de verstaanbaarheid onafhankelijk van verdere berekeningen.
> **Tip:** De ALc-methode geeft een negatieve indicator (verlies), dus een lagere waarde duidt op betere verstaanbaarheid.
#### 1.6.4 Spraak Transmissie Index (STI)
De Spraak Transmissie Index (STI) meet de resterende modulaties in het spraaksignaal na ruimtelijke beïnvloeding. Natuurlijke spraak bevat modulaties die de verstaanbaarheid verbeteren. Ruimtelijke effecten, zoals galm, kunnen deze modulaties afvlakken.
* De waarde van STI ligt tussen 0 en 1, waarbij 1 staat voor ongestoorde overdracht en 0 voor maximale "versmering".
* Een hogere STI hangt samen met een kleinere galmtijd en een grotere signaal-ruisverhouding.
De berekening van de STI houdt rekening met de achteruitgang in modulaties in verschillende octaafbanden die belangrijk zijn voor spraak.
---
# Galmstraal en galmtijd
De galmstraal en galmtijd zijn fundamentele akoestische concepten die de geluidskwaliteit en spraakverstaanbaarheid in een ruimte bepalen, door de interactie tussen direct en indirect geluid te kwantificeren.
### 2.1 De akoestische ruimte
In een gesloten ruimte bereikt geluid de waarnemer op twee manieren:
* **Direct geluid:** Dit is het geluid dat rechtstreeks van de bron naar de waarnemer reist. De sterkte ervan neemt af naarmate de afstand tot de bron toeneemt.
* **Indirect of diffuus geluid:** Dit is het geluid dat de waarnemer bereikt via één of meer weerkaatsingen tegen de wanden en objecten in de ruimte. In een volledig diffuus veld heeft dit geluid op elke plaats in de ruimte dezelfde sterkte.
> **Tip:** Het onderscheid tussen direct en diffuus geluid is essentieel voor het begrijpen van de akoestische eigenschappen van een ruimte.
### 2.2 De galmstraal
De galmstraal, aangeduid als $R_g$, definieert de afstand tot de geluidsbron waarbinnen de geluidsdruk in het directe geluidsveld gelijk is aan die in het diffuse geluidsveld. Binnen de galmstraal is het directe geluid dominant, en er is nog geen significant negatief effect van galm of reflectie merkbaar. Voorbij de galmstraal wordt het diffuse geluid dominant.
De grootte van de galmstraal is afhankelijk van verschillende factoren:
* **Reflectie-eigenschappen van de wanden en meubilering:** Sterk reflecterende wanden en harde meubilering leiden tot een kleinere galmstraal.
* **Grootte van de ruimte:** Kleinere ruimtes hebben over het algemeen een kleinere galmstraal.
* **Gerichtheid van de bron ($Q$):** Hoe gerichter het geluid wordt uitgestuurd, hoe groter de galmstraal.
* **Absorptie in de ruimte:** Meer absorptie in de ruimte leidt tot een grotere galmstraal.
> **Tip:** Een grotere galmstraal betekent dat het directe geluid langer dominant blijft naarmate men zich verder van de bron verwijdert, wat gunstig kan zijn voor de verstaanbaarheid in bepaalde contexten.
Een grotere absorptie (meer absorberend materiaal en mensen in de ruimte) vergroot de galmstraal, terwijl minder absorptie (bijvoorbeeld met kale, harde muren) een kleinere galmstraal oplevert.
### 2.3 De galmtijd
De galmtijd, $T_g$, is de tijdsduur waarbinnen een geluidverschijnsel in een ruimte nog hoorbaar is nadat de geluidsbron reeds is gestopt met produceren. Het is de tijd die het geluid nodig heeft om in sterkte af te nemen tot een bepaald niveau, meestal tot 60 dB onder de oorspronkelijke waarde.
De galmtijd is cruciaal voor spraakverstaanbaarheid, omdat spraaksegmenten kort duren (enkele tienden van een seconde). Een te lange galmtijd kan leiden tot "versmering" van het spraakgeluid, waarbij de optelling en vermenging van het directe en indirecte geluid het patroon van modulaties in het spraaksignaal verstoort. Dit maakt het moeilijker om spraak te verstaan.
De galmtijd kan worden berekend met de volgende formules:
$$ T_g = \frac{6V}{A} $$
Hierbij is:
* $V$ het volume van de ruimte.
* $A$ de totale absorptie in de ruimte, berekend als de som van de oppervlakte van alle oppervlakken ($S_i$) vermenigvuldigd met hun respectievelijke absorptiecoëfficiënten ($\alpha_i$): $A = \sum S_i \alpha_i$.
Een groter volume van de ruimte leidt tot een grotere galmtijd. Meer absorberend materiaal en meer mensen in de ruimte vergroten de totale absorptie ($A$) en verminderen daardoor de galmtijd.
Er is ook een relatie tussen de galmtijd en de galmstraal: als de galmtijd groot is, is de galmstraal klein, wat betekent dat het directe veld relatief klein is.
> **Tip:** Een kortere galmtijd is over het algemeen wenselijk voor spraakverstaanbaarheid, omdat het "versmering" van klanken vermindert. Echter, in ruimtes zoals concertzalen of kerken kan een langere galmtijd juist gewenst zijn voor de akoestische beleving van muziek.
### 2.4 Invloed op geluidsdruk en spraakverstaanbaarheid
De geluidsdruk op een bepaalde locatie in de ruimte wordt beïnvloed door factoren zoals het vermogen van de bron ($P$), de richtfactor van de bron ($Q$), de dichtheid van het medium ($\rho$) en de golfsnelheid ($c$).
In het directe veld neemt de geluidsdruk af met de afstand tot de bron, wat kan worden beschreven met:
$$ L_{dir} = L_1 - 20 \log R $$
waarbij $L_1$ het geluidsdrukniveau van de bron is en $R$ de afstand tot de bron.
In het diffuse veld wordt de geluidsdruk beïnvloed door de gerichtheid van de bron ($Q$), het volume van de ruimte ($V$) en de galmtijd ($T_g$):
$$ L_{dif} = L_1 - 10 \log Q - 10 \log V + 10 \log T_g + 24.5 $$
Spraakverstaanbaarheid neemt toe naarmate het verschil tussen het directe en het diffuse geluidsveld groter is ($L_{dir} - L_{dif} > 0$). Een beter verschil en dus betere verstaanbaarheid wordt bereikt bij:
* Hogere gerichtheid van de bron ($Q \uparrow$).
* Groter volume van de ruimte ($V \uparrow$).
* Kortere galmtijd ($T_g \downarrow$).
* Kleinere afstand tot de bron ($R \downarrow$).
> **Tip:** Om de spraakverstaanbaarheid te verbeteren, kan men de bron gerichter maken, de ruimte efficiënter inrichten (bijvoorbeeld door het absorberende materiaal aan te passen), de galmtijd verkorten, of ervoor zorgen dat luisteraars dichter bij de bron zitten.
Er zijn verschillende methoden om spraakverstaanbaarheid te meten, waaronder de Articulatie Index (AI) en de Articulation Loss of Consonants (ALc)-methode, die beide rekening houden met de galmtijd, afstand, en andere akoestische factoren. De kritieke afstand ($R_c$) is de afstand waarbinnen de absorptie geen invloed meer heeft op de verstaanbaarheid en wordt gedefinieerd als $R_c = 3.3 R_g$. Op de kritieke afstand geldt $L_{dir} - L_{dif} = -10 \text{ dB}$.
---
# Spraakverstaanbaarheid en meetmethoden
Spraakverstaanbaarheid wordt beïnvloed door akoestische eigenschappen van de ruimte en kan gemeten worden met verschillende methoden die de mate van geluidsoverdracht tussen zender en ontvanger kwantificeren.
## 3.1 Akoestische ruimte en geluidsoverdracht
De akoestische eigenschappen van een ruimte bepalen de mate van spraakoverdracht. Geluid kan een ontvanger op twee manieren bereiken:
* **Direct geluid:** Komt rechtstreeks van de bron. De sterkte ervan neemt af met de afstand tot de bron.
* **Indirect of diffuus geluid:** Bereikt de ontvanger via één of meerdere weerkaatsingen tegen de wanden. In het ideale diffuse veld heeft dit geluid op elke plaats in de ruimte dezelfde sterkte, onafhankelijk van de afstand tot de bron.
### 3.1.1 Absorptie en de open raam methode
De absorptie (A) in een ruimte wordt uitgedrukt in Open Raam (O.R.) of Open Window (O.W.) in vierkante meters. Dit is een maat voor de geluidsabsorptie, alsof er een raam open staat in de ruimte. De absorptie is afhankelijk van de materialen waaruit de ruimte is opgebouwd of waarmee deze is bekleed.
De absorptie wordt berekend als:
$A = \text{oppervlakte van de ruimte} \times \alpha$
Hierbij is $\alpha$ de absorptiecoëfficiënt, uitgedrukt per octaaf.
### 3.1.2 Vrij veld versus gesloten ruimte
* **Vrij veld:** In een vrije veld situatie wordt continu energie toegevoegd en is er absorptie, wat resulteert in een evenwichtssituatie. De geluidssterkte neemt af met toenemende afstand tot de bron.
* **Gesloten ruimte:** Hier onderscheiden we het directe veld (geluidsterkte neemt af met afstand) en het indirecte, diffuse veld (geluidsterkte is onafhankelijk van de positie).
### 3.1.3 Diffuus veld en galm
In het diffuse veld treedt weerkaatsing (reverberatie) op. Dit effect wordt gekenmerkt door de galmstraal en de galmtijd.
* **Galmstraal ($R_g$):** De afstand tot de bron waarbinnen de geluidsdruk in het directe veld gelijk is aan die in het diffuse veld. Tot aan de galmstraal is er geen negatief effect van galm of reflectie. De grootte van de galmstraal is afhankelijk van de reflectie-eigenschappen van de wanden, meubilering en de grootte van de ruimte. Sterk reflecterende wanden, harde meubels en kleine ruimtes resulteren in een kleine galmstraal. Gerichtheid van de bron (Q) en absorptie vergroten de galmstraal.
* **Galmtijd ($T_g$):** De tijdsduur waarbinnen een geluid nog hoorbaar is nadat de geluidsbron is gestopt. Spraaksegmenten duren enkele tienden van seconden, waardoor een te lange galmtijd kan leiden tot 'versmering' van het spraakgeluid, waarbij de optelling en vermenging van directe en indirecte geluiden het patroon van modulaties in het spraaksignaal verstoort. Een korte galmtijd is daardoor gunstig voor spraakverstaanbaarheid. Een lange galmtijd kan gewenst zijn in ruimtes zoals concertzalen of kerken.
De galmtijd kan berekend worden met de volgende formule:
$$T_g = \frac{V}{6A}$$
waarbij $V$ het volume van de ruimte is en $A$ de totale absorptie. Een groter volume leidt tot een langere galmtijd, terwijl meer absorberend materiaal of mensen in een ruimte de galmtijd verkorten.
### 3.1.4 Geluidsdruk in verschillende velden
De geluidsdruk kan worden berekend voor het directe en diffuse veld:
* **Direct veld ($L_{dir}$):**
$$L_{dir} = L_1 - 20 \log R \quad (\text{dB})$$
Hierbij is $L_1$ het geproduceerde geluidsdrukniveau van de bron en $R$ de afstand tot de bron. De geluidsdruk neemt af met toenemende afstand.
* **Diffuus veld ($L_{dif}$):**
$$L_{dif} = L_1 - 10 \log Q - 10 \log V + 10 \log T_g + 24.5 \quad (\text{dB})$$
Het diffuse geluid wordt beïnvloed door de gerichtheid van de bron (Q), het volume van de ruimte (V) en de galmtijd ($T_g$). Dit niveau is in principe constant, onafhankelijk van de afstand tot de bron, maar wordt wel bepaald door de galmstraal ($R_g$).
Een alternatieve formule voor het diffuse veld, gerelateerd aan de galmstraal, is:
$$L_{dif} = L_1 - 20 \log R_g \quad (\text{dB})$$
### 3.1.5 Invloed op spraakverstaanbaarheid
De spraakverstaanbaarheid wordt beter naarmate het verschil tussen het directe en het diffuse veld groter is ($L_{dir} - L_{dif} > 0$), wat betekent dat meer details verstaanbaar zijn. De volgende factoren dragen bij aan een betere verstaanbaarheid:
* **Grotere gerichtheid van de bron (Q $\uparrow$):** Een gerichtere geluidsuitstraling leidt tot betere verstaanbaarheid.
* **Groter volume van de ruimte (V $\uparrow$):** Een groter lokaal kan leiden tot betere spraakverstaanbaarheid.
* **Kortere nagalm ($T_g \downarrow$):** Een kortere galmtijd (en dus kortere nagalm) verbetert de verstaanbaarheid.
* **Dichter bij de bron zitten (R $\downarrow$):** Een kleinere afstand tot de bron resulteert in betere verstaanbaarheid.
Dit kan samengevat worden in de relatie voor het verschil tussen het directe en diffuse veld:
$L_{dir} - L_{dif} = 10 \log Q + 10 \log V - 10 \log T_g - 20 \log R - 24.5$
## 3.2 Meetmethoden voor spraakverstaanbaarheid
Verschillende methoden worden gebruikt om spraakverstaanbaarheid te meten:
### 3.2.1 Articulatie Index (AI)
De Articulatie Index (AI) is een gewogen gemiddelde van de signaal-ruisverhouding over 15 tot 20 frequentiebanden. De waarde loopt van 0 tot 1:
* AI = 1: Ongestoorde overdracht.
* AI = 0: Niets wordt overgedragen.
De AI houdt geen rekening met nagalm. Een hogere waarde duidt op een betere spraakverstaanbaarheid.
### 3.2.2 Peutz ALc-methode
De Articulation Loss of Consonants (ALc) methode, ontwikkeld door Peutz, meet het percentage articulatieverlies van medeklinkers. De waarde is een percentage:
$$ALc = 9 \times T_g \times \left(\frac{R}{R_c}\right)^2 \quad (\%)$$
Hierbij is $T_g$ de galmtijd, $R$ de afstand tot de bron, en $R_c$ de kritieke afstand.
* Een hogere galmtijd ($T_g$) leidt tot een hoger verlies aan medeklinkers.
* Een grotere afstand tot de bron ($R$) leidt ook tot een hoger verlies.
De kritieke afstand ($R_c$) is gedefinieerd als $3.3 \times R_g$. Boven deze afstand is de verstaanbaarheid onafhankelijk van de berekening. Bij $R = R_c$ is het verschil tussen $L_{dir}$ en $L_{dif}$ gelijk aan -10 dB, en de absorptie heeft geen invloed meer op de geluidsterkte in het diffuse veld. Een lagere ALc-waarde indiceert een betere spraakverstaanbaarheid.
### 3.2.3 Spraak Transmissie Index (STI)
De Spraak Transmissie Index (STI) meet de mate waarin de modulaties in het spraaksignaal behouden blijven na transmissie door de ruimte. Natuurlijke spraak bevat modulaties die de verstaanbaarheid verbeteren; ruimtelijke effecten zoals galm kunnen deze modulaties afvlakken.
* De STI is een waarde tussen 0 en 1.
* STI = 1: Ongestoorde overdracht waarbij alle modulaties behouden blijven.
* STI = 0: Maximale 'versmering' waarbij nauwelijks tot geen modulaties behouden blijven.
De uiteindelijke STI is een gewogen gemiddelde van de achteruitgang van de spraakkwaliteit over verschillende octaafbanden die belangrijk zijn voor spraak. Een hogere STI-waarde duidt op een betere spraakverstaanbaarheid.
**Vergelijking STI en ALc:**
Een hogere STI-waarde correleert met een kleinere galmtijd en een grotere signaal-ruisverhouding, wat overeenkomt met een betere spraakverstaanbaarheid. Omgekeerd, een slechte spraakverstaanbaarheid is geassocieerd met een langere galmtijd en een lagere signaal-ruisverhouding.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Akoestiek | De studie van geluid, inclusief de productie, transmissie, ontvangst en effecten van geluid. Het onderzoekt hoe geluidsgolven zich voortplanten en interageren met hun omgeving. |
| Absorptie (A) | De eigenschap van materialen om geluidsenergie te absorberen in plaats van te reflecteren of door te laten, wat bijdraagt aan de akoestische eigenschappen van een ruimte. |
| Open Raam (O.R.) / Open Window (O.W.) | Een maatstaf voor de absorptie in een ruimte, uitgedrukt in vierkante meters, die aangeeft hoeveel geluid er geabsorbeerd wordt alsof er een raam openstaat. |
| Absorptiecoëfficiënt ($\alpha$) | Een dimensieloze grootheid die de mate aangeeft waarin een oppervlak geluid absorbeert, variërend van 0 (perfecte reflectie) tot 1 (perfecte absorptie). |
| Vrije veld | Een akoestische situatie waarbij geluid zich ongehinderd kan voortplanten, met continue bronenergie en continue absorptie, wat resulteert in een evenwichtssituatie waarin de geluidssterkte afneemt met de afstand tot de bron. |
| Direct geluid | Het geluid dat rechtstreeks van de bron naar de ontvanger reist, zonder weerkaatsingen op oppervlakken in de ruimte. |
| Indirect of Diffuus geluid | Geluid dat de ontvanger bereikt na één of meerdere weerkaatsingen tegen de wanden, vloer of plafond van een ruimte, waardoor het op elke plaats in de ruimte dezelfde sterkte lijkt te hebben. |
| Reverberatie (galm) | Het verschijnsel waarbij geluid in een gesloten ruimte langdurig blijft nagalmen door herhaalde weerkaatsingen, totdat de energie volledig is gedissipeerd. |
| Galmstraal ($R_g$) | De afstand tot de bron binnen dewelke de geluidsdruk in het directe veld gelijk is aan die in het diffuse veld. Tot deze afstand is er geen negatief effect van de galm. |
| Galmtijd ($T_g$) | De tijdsduur waarbinnen een geluidverschijnsel in een ruimte nog hoorbaar is nadat de geluidsbron is gestopt met produceren. |
| Richtfactor (Q) | Een maat voor de directionaliteit van een geluidsbron, die aangeeft hoe gericht het geluid wordt uitgestraald. Een hogere Q betekent een meer gerichte geluidsbundel. |
| Geluidsdruk | De drukvariatie in een medium veroorzaakt door een geluidsgolf, gemeten in Pascals (Pa). Het geluidsdrukniveau wordt uitgedrukt in decibel (dB). |
| Geluidsdrukniveau ($L_p$) | Een logaritmische maat voor de geluidsdruk ten opzichte van een referentiedruk, uitgedrukt in decibel (dB). |
| Spraakverstaanbaarheid | Het vermogen om gesproken taal duidelijk te begrijpen, beïnvloed door factoren zoals signaal-ruisverhouding, nagalm en de kwaliteit van de akoestische omgeving. |
| Articulatie Index (AI) | Een maat voor spraakverstaanbaarheid, gebaseerd op het gewogen gemiddelde van de signaal/ruis-verhouding over 15 tot 20 frequentiebanden, met waarden tussen 0 en 1. |
| Articulation loss of consonants (ALc) | Een maat die het percentage articulatieverlies van medeklinkers aangeeft, berekend met de Peutz-methode, en uitgedrukt in procenten. |
| Kritieke afstand ($R_c$) | De afstand tot de bron waarbij het verschil tussen het directe en diffuse geluidsveld -10 dB is, en de absorptie van de ruimte geen significante invloed meer heeft op de verstaanbaarheid. |
| Spraak Transmissie Index (STI) | Een maat voor spraakverstaanbaarheid die de resterende modulaties in het spraaksignaal na ruimtelijke effecten kwantificeert, met waarden tussen 0 en 1. |