Cover
Zacznij teraz za darmo 6.Pijn.pptx
Summary
# Definitie en benaderingen van pijn
Dit topic introduceert de definitie van pijn en verkent de traditionele somatische benadering, waarbij de nadruk ligt op het ontbreken van een eenduidig verband tussen objectieve weefselschade en de subjectieve pijnervaring.
### 1.1 Definitie van pijn
Pijn wordt gedefinieerd als een onplezierige, sensorische en emotionele ervaring die gepaard gaat met feitelijke of mogelijke weefselbeschadiging. Het is essentieel om te erkennen dat pijn dat is wat de persoon die het ervaart, zegt dat het is, en het is aanwezig wanneer die persoon aangeeft dat het aanwezig is.
### 1.2 Benaderingen van pijn
#### 1.2.1 De somatische benadering
De somatische benadering van pijn stelt dat pijn primair wordt bepaald door weefselschade. Methoden zoals beeldvorming (röntgenfoto's, echografie, MRI) kunnen objectief aantonen waar er weefselschade is en waar de pijn vandaan komt. Echter, deze benadering erkent ook dat er vaak geen direct lineair verband bestaat tussen de objectieve bevindingen van weefselschade en de intensiteit van de ervaren pijn.
#### 1.2.2 Het model van Loeser
Een klassiek model, opgesteld door pijnspecialist Loeser, beschrijft pijnbeleving in vier cirkels die de verschillende componenten van pijn weergeven:
1. **Nociceptie**: Dit is het fysiologische proces waarbij pijnprikkels worden omgezet in elektrische signalen in de zenuwen. Dit vertegenwoordigt het biologische en fysiologische aspect van pijn, zoals pijn als gevolg van een ziekteproces, therapie of lichamelijke achteruitgang.
2. **Pijngewaarwording**: In deze fase registreert het centrale zenuwstelsel de door de nociceptie gegenereerde pijn. Dit omvat eveneens het biologische/fysiologische aspect van pijn.
3. **Pijnbeleving**: Dit is het emotionele aspect van pijn. Het ontstaat niet alleen door de directe pijnervaring, maar ook als reactie op andere bedreigende gebeurtenissen zoals eenzaamheid, angst en onzekerheid. Culturele en religieuze achtergronden, sociale ondersteuning, persoonlijkheid en lichamelijke invloeden kunnen hierbij een rol spelen.
4. **Pijngedrag**: Dit omvat alle gedragingen die voor een hulpverlener duiden op de aanwezigheid van pijn. Pijngedrag is een uiting van de interactie tussen de persoon die pijn heeft en zijn omgeving. De grootte van de cirkel die pijngedrag voorstelt, kan variëren ten opzichte van de pijn-prikkel, wat betekent dat pijngedrag overdreven kan zijn, of juist te gering.
> **Tip:** Het model van Loeser benadrukt dat pijn veel meer is dan alleen een lichamelijk letsel; het omvat ook emotionele en gedragsmatige componenten.
### 1.3 Psychosomatische aspecten van pijn
Pijn kan zowel fysieke als mentale componenten hebben, en er is een wisselwerking tussen lichaam en geest (psychosomatiek). Psychische klachten kunnen zich soms manifesteren als pijnsensaties, en omgekeerd kan pijn invloed hebben op de mentale gesteldheid. Psychosomatische klachten zijn lichamelijke klachten met een psychische oorzaak waarbij artsen geen lichamelijke verklaring kunnen vinden. Voorbeelden hiervan zijn chronische hoofdpijn, spierpijn, buikpijn of rugpijn, vaak gerelateerd aan stressvolle situaties zoals hoge werkdruk, emotionele periodes, ruzies, familiale problemen of het verlies van een dierbare.
#### 1.3.1 Invloed van stress op het lichaam
Stress activeert de afgifte van hormonen zoals adrenaline en cortisol, die het lichaam beïnvloeden:
* **Adrenaline**: Werkt op korte termijn en verhoogt de hartslag, het hartslagvolume, de ademhaling, de bloeddruk, de zweetsecretie en de spierspanning, wat kan leiden tot een gevoel van onrust en algemeen onbehagen.
* **Cortisol**: Werkt op lange termijn en kan de bloeddruk, schildklierwerking en ontstekingsreacties verhogen, terwijl het immuunsysteem en cognitieve functies (concentratie, aandacht) worden verlaagd. Dit kan resulteren in een algemeen en langdurig gevoel van malaise.
> **Tip:** Adrenaline-effecten kunnen op korte termijn worden beïnvloed door ontspanningsoefeningen of sport. Cortisolspiegels normaliseren doorgaans wanneer de stressvolle situatie wordt opgelost.
Bij de behandeling van pijn is het daarom van belang om stress-situaties te analyseren en aan te pakken, actief te leren ontspannen en actief te bewegen.
### 1.4 Behandeling van pijn vanuit een cliëntgericht perspectief
De ergotherapeut speelt een belangrijke rol in de behandeling van pijn, waarbij de focus ligt op bio-psycho-sociale ondersteuning. Dit omvat diverse benaderingen:
#### 1.4.1 Psycho-educatie
Het informeren van de patiënt over wat pijn is, de wisselwerking tussen lichaam en geest, en de invloed van stress is cruciaal.
#### 1.4.2 Coaching
Coaching is gericht op het positief veranderen van gedrag. Modellen zoals GRROW (General, Recognize, Realize, Own, Work) worden gebruikt om cliënten te stimuleren zelf actief problemen te verhelderen en oplossingen te vinden. Motiverende gesprekstechnieken helpen bij het identificeren van motivatiebronnen om een veranderingsproces op gang te brengen.
#### 1.4.3 Relaxatietherapie
Diverse technieken helpen bij het herkennen en controleren van lichaamssignalen, en het trainen van lichaamsbewustzijn. Voorbeelden zijn:
* **Progressieve relaxatie van Jacobson**: Leert subtiele spierspanningen waar te nemen en los te laten door contrast tussen spanning en ontspanning.
* **Autogene training van Schultz**: Richt zich op gevoelens van zwaarte, warmte, hart- en ademhalingsregulatie, buikwarmte en hoofdkoelte.
* **Visualisaties**: Creëert mentale beelden van ontspanning en rust, waarbij alle zintuigen worden aangesproken.
* **Technieken op onbewust niveau**: Snoezelen, massage, hydrotherapie, warmte/infrarood, muziek, sfeer en geur, die gericht zijn op sensorische stimulatie.
#### 1.4.4 Ergonomisch advies
Het geven van advies over de inrichting van de leef- en werkomgeving om belastbaarheid te optimaliseren.
#### 1.4.5 Bewegen/Oefentherapie
Bewegen is een essentieel onderdeel van pijnbehandeling. Het voorkomt verstijving, vergroot de belastbaarheid, kan afleiden, bijdragen aan sociale interactie (samen sporten) en het zelfbeeld en zelfvertrouwen verbeteren. De intensiteit van de beweging wordt aangepast aan de aard van de aandoening. Bij pijn die bijvoorbeeld veroorzaakt wordt door druk op zenuwen, obstructie van bloedvaten, of na chirurgie, is een zeer zachte opbouw en dagelijkse feedback essentieel.
De behandeling van pijn is multidisciplinair en omvat informatieoverdracht, begeleiding, coaching, relaxatietherapie en bewegingstherapie, waarbij de ergotherapeut een belangrijke rol vervult.
---
# Psycho-educatie als pijnbestrijdingsmethode
Psycho-educatie is een essentiële pijnbestrijdingsmethode die zich richt op het informeren, het verklaren van de wisselwerking tussen lichaam en geest, en het aanpakken van de invloed van stress op het lichaam.
### 2.1 Het model van Loeser over pijnbeleving
Het model van Loeser biedt een raamwerk voor het begrijpen van pijn, waarbij vier cirkels de verschillende aspecten van pijnbeleving vertegenwoordigen:
* **Nociceptie:** Dit is het initiële proces waarbij pijnprikkels worden omgezet in elektrische signalen in de zenuw. Dit vormt het fysiologische aspect van pijn.
* **Pijngewaarwording:** Het centrale zenuwstelsel registreert de ontvangen pijnsignalen. Dit is het tweede biologische/fysiologische aspect. De oorzaken van deze pijn kunnen divers zijn, zoals:
* Pijn als gevolg van het ziekteproces.
* Pijn als gevolg van therapie.
* Pijn als gevolg van lichamelijke achteruitgang.
* **Pijnbeleving:** Dit betreft het emotionele aspect van pijn. Het ontstaat niet alleen door de directe pijnervaring, maar ook als reactie op bedreigende gebeurtenissen zoals eenzaamheid, angst en onzekerheid. Culturele en religieuze achtergrond, sociale ondersteuning en persoonlijkheid spelen hierbij een rol.
* **Pijngedrag:** Dit omvat alle waarneembare gedragingen die duiden op pijn. Pijngedrag is een uiting van de interactie tussen de persoon met pijn en zijn omgeving. De omvang van het pijngedrag kan variëren ten opzichte van de initiële pijnprikkel.
> **Tip:** Het is belangrijk om te beseffen dat er geen lineair verband bestaat tussen de biologische componenten van pijn (nociceptie en pijngewaarwording) en de uiting ervan in pijngedrag. De subjectieve beleving en externe factoren spelen hierin een cruciale rol.
### 2.2 Psychosomatiek en de invloed van stress
Psycho-educatie legt uit dat er een wisselwerking bestaat tussen lichaam en geest, wat bekend staat als psychosomatiek. Dit betekent dat mentale gesteldheid invloed heeft op fysieke klachten, en vice versa. Psychosomatische klachten zijn lichamelijke klachten die een psychische oorzaak hebben, waarbij medisch onderzoek geen lichamelijke verklaring vindt.
Voorbeelden van psychosomatische pijnklachten zijn chronische hoofdpijn, spierpijn, buikpijn en rugpijn. Deze kunnen verergeren door stress, zoals hoge werkdruk, periodes met veel emoties, ruzies, familiale problemen of het verliezen van een dierbare.
#### 2.2.1 De invloed van stress op het lichaam
Stress heeft een directe impact op het lichaam door de afgifte van hormonen zoals adrenaline en cortisol.
* **Adrenaline:** Dit hormoon, afkomstig uit de bijniermergschors, veroorzaakt een tijdelijke verhoging van:
* Hartfrequentie
* Hartslagvolume
* Ademhaling
* Bloeddruk
* Zweetsecretie
* Spanning in de spieren
* Pijnperceptie
Dit kan leiden tot gevoelens van onrust en algeheel onbehagen. Adrenaline werkt op korte termijn en kan worden beïnvloed door activiteiten zoals sporten of relaxatieoefeningen.
* **Cortisol:** Dit hormoon, ook afkomstig uit de bijnierschors, leidt tot een verhoging van:
* Bloeddruk
* Schildklierwerking
* Ontstekingsreacties
Tegelijkertijd zorgt cortisol voor een afname van:
* Het immuunsysteem
* Cognitieve functies zoals concentratie en aandacht
Langdurige verhoging van cortisol leidt tot algemeen en langdurig welzijnsverlies. Het cortisolgehalte normaliseert doorgaans wanneer de stressvolle situatie wordt opgelost.
> **Tip:** Het is cruciaal om bij de behandeling van pijn aandacht te besteden aan stressfactoren. Het benoemen en aanpakken van angst, depressie en vermoeidheid als gevolg van pijn is essentieel. Ergotherapeuten kunnen hierbij ondersteunen door middel van actieve ontspanningstechnieken en beweging.
### 2.3 Overige pijnbestrijdingsmethoden binnen psycho-educatie
Naast het informeren en de uitleg over stress, omvat psycho-educatie ook andere behandelingsvormen die gericht zijn op gedragsverandering en zelfmanagement bij pijn:
* **Coaching:** Dit is een begeleidingsvorm die erop gericht is om gedrag positief te veranderen. Modellen zoals GRROW bieden een gestructureerde aanpak om cliënten te helpen zelf oplossingen te vinden en hun motivatie te vergroten. Motiverende gesprekstechnieken spelen een belangrijke rol in dit proces.
* **Relaxatietherapie:** Diverse technieken helpen bij het herkennen en controleren van lichaamssignalen, het trainen van lichaamsbewustzijn en het verlagen van het stressniveau. Voorbeelden hiervan zijn:
* Progressieve relaxatie van Jacobson (gericht op spierspanning en ontspanning).
* Autogene training van Schultz (gericht op zwaarte, warmte, hart, ademhaling, buik en hoofd).
* Visualisaties (het creëren van rustgevende mentale beelden).
Daarnaast zijn er technieken die meer op onbewust niveau werken via sensorische stimulatie, zoals snoezelen, massage, hydrotherapie, warmte/infrarood, muziek, sfeer en geur.
* **Ergonomisch advies en beweging:** Beweging is essentieel in pijnbehandeling om verstijving te voorkomen, de belastbaarheid te vergroten, afleiding te bieden en het zelfbeeld te bevorderen. De intensiteit van beweging wordt aangepast aan de specifieke aandoening. Een multidisciplinaire aanpak, waarbij de ergotherapeut een sleutelrol speelt, is van groot belang voor een succesvolle pijnbestrijding.
---
# Coaching en therapeutische interventies bij pijn
Dit topic belicht de rol van coaching en diverse therapeutische interventies in de behandeling van pijn, met specifieke aandacht voor de aanpak vanuit de ergotherapie.
### 3.1 De aard van pijn
Pijn wordt gedefinieerd als een onaangename, sensorische en emotionele ervaring die gepaard gaat met feitelijke of mogelijke weefselbeschadiging. Cruciaal is de erkenning dat pijn dat is wat de persoon die het ervaart, zegt dat het is en voorkomt wanneer deze persoon dit aangeeft. Pijn is veel meer dan enkel een lichamelijk letsel; het is een complexe ervaring die zowel fysieke als psychologische componenten omvat.
#### 3.1.1 Somatische benadering van pijn
De somatische benadering stelt dat pijn wordt bepaald door weefselschade. Beeldvormende technieken zoals röntgenfoto's, echografie en MRI kunnen objectief weefselbeschadiging aantonen en de locatie van de pijn helpen identificeren. Echter, er is vaak geen directe en eenduidige correlatie tussen deze objectieve bevindingen en de intensiteit van de ervaren pijn.
#### 3.1.2 Het bio-psycho-sociale model van pijn
Een integrale aanpak van pijn richt zich op de bio-psycho-sociale ondersteuning. Dit model erkent de interactie tussen biologische, psychologische en sociale factoren die bijdragen aan de pijnervaring.
#### 3.1.3 Het model van Loeser
Het model van Loeser biedt een uitgebreid kader voor het begrijpen van pijn en pijnbeleving:
* **Nociceptie:** Dit is het initiële proces waarbij pijnprikkels worden omgezet in elektrische signalen binnen de zenuwen. Dit betreft het fysiologische aspect van pijn.
* **Pijngewaarwording:** Het centrale zenuwstelsel registreert de pijn die vanuit de nociceptie wordt doorgegeven. Dit markeert het biologische/fysiologische stadium, dat kan voortkomen uit het ziekteproces, de therapie of lichamelijke achteruitgang.
* **Pijnbeleving:** Dit is het emotionele aspect van pijn. Het wordt beïnvloed door de pijnervaring zelf, maar ook door andere bedreigende factoren zoals eenzaamheid, angst en onzekerheid. Culturele en religieuze achtergrond, sociale ondersteuning, persoonlijkheid en lichamelijke invloeden spelen hierbij een rol.
* **Pijngedrag:** Dit omvat alle waarneembare gedragingen die wijzen op de aanwezigheid van pijn. Pijngedrag is een uiting van de interactie tussen de persoon met pijn en diens omgeving. De omvang van de pijnprikkel hoeft niet proportioneel te zijn aan het getoonde pijngedrag; zowel overmatig als te weinig pijngedrag kan voorkomen.
#### 3.1.4 Psychosomatiek en stress
Er is een significante wisselwerking tussen lichaam en geest (psychosomatiek). Psychische klachten kunnen zich manifesteren als pijnsensaties, en pijn kan de mentale gesteldheid negatief beïnvloeden. Psychosomatische klachten zijn lichamelijke klachten zonder duidelijke lichamelijke oorzaak, die echter wel een psychische oorsprong hebben. Voorbeelden hiervan zijn chronische hoofdpijn, spierpijn, buikpijn en rugpijn, vaak getriggerd door stressoren zoals hoge werkdruk, emotionele periodes of familiale problemen.
Stress heeft een directe invloed op het lichaam via hormonen als adrenaline en cortisol:
* **Adrenaline:** Werkt op korte termijn en verhoogt hartfrequentie, ademhaling, bloeddruk, zweetsecretie, spierspanning en pijnperceptie. Dit kan leiden tot gevoelens van onrust. Adrenaline kan beïnvloed worden door fysieke activiteit en ontspanningsoefeningen.
* **Cortisol:** Werkt op lange termijn en beïnvloedt de bloeddruk, schildklierwerking en ontstekingsreacties. Het kan het immuunsysteem en cognitieve functies zoals concentratie en aandacht verminderen, wat leidt tot algeheel welzijnsverlies. Cortisolspiegels normaliseren wanneer de stresssituatie wordt opgelost.
Bij pijnbehandeling is het essentieel om stressfactoren te identificeren en aan te pakken, en om patiënten te leren actief te ontspannen en te bewegen.
### 3.2 Behandeling van pijn door de ergotherapeut
De ergotherapeut hanteert een breed scala aan interventies om cliënten te ondersteunen bij pijnbeheer. Dit omvat psycho-educatie, coaching, relaxatietherapie, ergonomisch advies en bewegings- of oefentherapie.
#### 3.2.1 Psycho-educatie
Psycho-educatie omvat het informeren van de cliënt over:
1. **Wat pijn is:** Het uitleggen van de definitie van pijn en de interactie tussen lichaam en geest.
2. **De psychosomatische component:** Uitleggen hoe psychische factoren pijn kunnen beïnvloeden en vice versa.
3. **De invloed van stress:** Het inzichtelijk maken hoe stresshormonen het lichaam beïnvloeden.
#### 3.2.2 Coaching
Coaching is een begeleidingsvorm gericht op het positief veranderen van gedrag. De ergotherapeut kan hierbij gebruik maken van modellen zoals het GRROW-model (Goal, Reality, Options, Way forward, Will) om cliënten te stimuleren zelf actief problemen te verhelderen en oplossingen te vinden. Motiverende gesprekstechnieken zijn essentieel om het motivatiepeil van de cliënt te verhogen en veranderingen in pijngedrag op gang te brengen.
#### 3.2.3 Relaxatietherapie
Relaxatietherapie richt zich op het herkennen en controleren van lichaamssignalen, wat leidt tot een verhoogd lichaamsbewustzijn. Diverse technieken kunnen worden toegepast, afhankelijk van de ontvankelijkheid van de cliënt:
* **Progressieve relaxatie van Jacobson:** Leert subtiele spierspanningen waar te nemen en vervolgens los te laten. Door het contrast tussen spanning en ontspanning wordt het vermogen om te ontspannen vergroot. Dit werkt als een vorm van interne biofeedback op het musculoskeletale systeem.
* **Autogene training van Schultz:** Gebruikt suggesties gericht op zwaarte (spieren), warmte (bloedvaten), hartsensatie, ademhaling, buikwarmte en voorhoofdskoelte om lichamelijke ontspanning te induceren.
* **Visualisaties:** Het creëren van mentale beelden van rust en ontspanning, waarbij het lichaam sterk reageert op deze innerlijke voorstellingen. Het is belangrijk om zoveel mogelijk zintuiglijke gewaarwordingen te betrekken.
* **Technieken op onbewust niveau:** Snoezelen, massage, hydrotherapie, warmtebehandelingen, muziek, sfeer en geur zijn gericht op sensorische stimulatie om ontspanning te bevorderen.
#### 3.2.4 Ergonomisch advies
Ergonomisch advies richt zich op het aanpassen van de omgeving en activiteiten om fysieke belasting te verminderen en pijn te voorkomen of te verlichten.
#### 3.2.5 Bewegings- en oefentherapie
Bewegen is een essentieel onderdeel in de pijnbehandeling. Het voorkomt verstijving van spieren en gewrichten, vergroot de belastbaarheid, biedt afleiding en kan sociale interactie stimuleren (bv. samen sporten). Activiteiten zoals zwemmen, aqua gym, wandelen en Nordic Walking kunnen bijdragen aan een beter zelfbeeld en zelfvertrouwen. De intensiteit van de beweging wordt bepaald door de aard van de aandoening. Bij complexe situaties, zoals pijn bij kanker of na chirurgie, is een geleidelijke opbouw en dagelijkse feedback cruciaal.
### 3.3 Multidisciplinaire aanpak
De behandeling van pijn is een multidisciplinair proces dat informatieoverdracht, begeleiding, coaching, relaxatietherapie en bewegingstherapie omvat. De ergotherapeut speelt hierin een sleutelrol.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Pijn | Een onplezierige, sensorische en emotionele ervaring die gepaard gaat met feitelijke of mogelijke weefselbeschadiging; het is wat de persoon die het heeft, zegt dat het is en het komt voor als die persoon zegt dat het voorkomt. |
| Somatische benadering | Een benadering waarbij pijn wordt bepaald door aantoonbare weefselschade, vaak onderzocht met behulp van beeldvormende technieken zoals RX, echografie of NMR. |
| Beeldvorming (RX, Echografie, NMR) | Technieken die objectief kunnen aantonen waar er weefselbeschadiging is, hoewel er vaak geen direct verband is tussen de vaststelling en de ervaren pijn. |
| Bio-Psycho-Sociale ondersteuning | Een gerichte benadering van pijnbestrijding die rekening houdt met biologische, psychologische en sociale factoren die de pijnbeleving en het functioneren van een persoon beïnvloeden. |
| Psycho-educatie | Een vorm van educatie gericht op het informeren van patiënten over hun aandoening, wat pijn is, de wisselwerking tussen lichaam en geest, en de invloed van stress op het lichaam. |
| Nociceptie | Het fysiologische proces waarbij pijnprikkels worden omgezet in elektrische signalen in de zenuwen, die vervolgens door het centrale zenuwstelsel worden geregistreerd. |
| Pijngewaarwording | Het centrale zenuwstelsel registreert de pijn die wordt veroorzaakt door nociceptie. |
| Pijnbeleving | Het emotionele aspect van pijn, dat ontstaat als reactie op pijnervaringen en andere bedreigende gebeurtenissen, beïnvloed door culturele, religieuze, sociale en persoonlijke factoren. |
| Pijngedrag | Alle gedragingen waaruit een hulpverlener kan afleiden dat er sprake is van pijn, en dat een uiting is van de interactie tussen de pijnpatiënt en zijn omgeving. |
| Psychosomatische klachten | Lichamelijke klachten die een psychische oorzaak hebben en waarvoor geen lichamelijke verklaring wordt gevonden door artsen, zoals chronische hoofdpijn, spierpijn of buikpijn, vaak gerelateerd aan stress. |
| Stress (Adrenaline, Cortisol) | Hormonen die vrijkomen bij stress en diverse fysiologische reacties teweegbrengen, zoals verhoogde hartslag, bloeddruk en spierspanning (adrenaline) en langdurige effecten op onder andere het immuunsysteem en cognitieve functies (cortisol). |
| Coaching | Een begeleidingsvorm gericht op het positief veranderen van gedrag, waarbij de cliënt wordt aangezet om zelf oplossingen te vinden voor problemen en de eigen krachten en ideeën te benutten. |
| GRROW-model | Een gestructureerd coachingmodel dat cliënten helpt om in vijf stappen naar een concreet eindresultaat te werken door het probleem te verhelderen en actief naar oplossingen te zoeken. |
| Motiverende gesprekstechnieken | Technieken die worden gebruikt om het motivatieniveau van de cliënt te verhogen en motivatiebronnen aan te boren, met als doel een gedragsveranderingsproces op gang te brengen. |
| Relaxatietherapie | Technieken gericht op het herkennen van lichaamssignalen en het leren controleren van lichaamsgevoelens om stress te verminderen en lichamelijke spanning te ontladen. |
| Progressieve relaxatie van Jacobson | Een techniek waarbij men leert subtiele spierspanningen waar te nemen en deze vervolgens los te laten, door het contrast tussen spanning en ontspanning wordt de ontspanning beter toegelaten. |
| Autogene training van Schultz | Een relaxatietechniek die gebruikmaakt van zelfsuggestie om gevoelens van zwaarte, warmte, regulatie van hart en ademhaling, buikwarmte en hoofdruimte te induceren, met als doel ontspanning te bevorderen. |
| Visualisaties | Het creëren van mentale beelden waarin spanning wordt opgelost en men zich in een omgeving van rust en ontspanning bevindt, waarbij de geest en het lichaam sterk reageren op de opgeroepen beelden. |
| Ergonomisch advies | Advies gericht op het optimaliseren van de omgeving en werkwijzen om fysieke belasting te verminderen en de gezondheid te bevorderen, in deze context gericht op pijnbestrijding en preventie. |
| Bewegingstherapie | Het essentieel onderdeel van pijnbestrijding dat zich richt op het voorkomen van verstijving, het vergroten van de belastbaarheid, het afleiden van de pijn en het bevorderen van het zelfbeeld en zelfvertrouwen door middel van fysieke activiteit. |
| Multidisciplinair | Een aanpak waarbij verschillende disciplines (zoals ergotherapie, psychologie, geneeskunde) samenwerken om de patiënt op een integrale manier te behandelen. |