Cover
Zacznij teraz za darmo Deontologie - Les 1 en 2.pptx
Summary
# Inleiding tot deontologie en recht
Dit document introduceert de concepten deontologie en recht, hun onderlinge relatie, en de specifieke regels en principes die van toepassing zijn op professioneel gedrag binnen verschillende beroepsgroepen.
## 1. Inleiding tot deontologie en recht
### 1.1 Wat is deontologie?
Deontologie omvat ethische of morele regels die specifiek van toepassing zijn op een bepaald beroep en die niet noodzakelijkerwijs in de wet zijn vastgelegd. Het gaat om het handelen op een manier die als goed of ethisch juist wordt beschouwd binnen de context van een specifiek beroep.
### 1.2 Wat is ethiek?
Ethiek is een breder begrip dan deontologie en richt zich op de studie van moraliteit en moreel gedrag. Deontologie is de praktische toepassing van ethische principes binnen een bepaald professioneel domein.
### 1.3 Deontologie versus recht
* **Deontologie:** Bestaat uit ethische regels specifiek voor een beroep. Naleving is verplicht voor leden van die beroepsgroep. Overtredingen leiden tot sancties opgelegd door de beroepsorganisatie, niet door een rechter.
* **Recht:** Bestaat uit regels waarvan de naleving afdwingbaar is door een rechter of overheid. Rechtsregels worden gemaakt door wetgevende instanties.
#### 1.3.1 Rechtsregels
Een rechtsregel is een gedragsregel waarvan de naleving door de overheid of een rechter kan worden afgedwongen. Deze regels worden gemaakt door wetgevende instanties zoals het Europees Parlement, de Kamer van Volksvertegenwoordigers, regionale parlementen en gemeenteraden.
#### 1.3.2 Doel van het recht
Het recht regelt de samenleving door middel van geïnstitutionaliseerde, afdwingbare regels die menselijk handelen ordenen. Het zorgt voor orde door te bepalen wat wel en niet mag, en voorziet in consequenties bij overtreding, die variëren van burgerrechtelijke (bv. betalen van factuur) tot strafrechtelijke sancties (bv. bij diefstal).
#### 1.3.3 Gelijkheid voor de wet
Het principe van gelijkheid voor de wet, zoals vastgelegd in de grondwet, stelt dat er geen onderscheid mag zijn tussen burgers. Alle Belgen zijn gelijk voor de wet, met mogelijke wettelijke uitzonderingen. Ook de gelijkheid van mannen en vrouwen is gewaarborgd.
#### 1.3.4 Afdwingbaarheid van rechtsregels
Rechtsregels zijn afdwingbaar ten aanzien van rechtsubjecten, dit zijn dragers van juridische verplichtingen. Dit omvat natuurlijke personen (mensen) en rechtspersonen (vennootschappen, verenigingen, stichtingen).
### 1.4 Kenmerken van deontologische regels
* Niet verzameld in één wetboek; ze zijn specifiek voor een bepaald beroep of functie.
* Kunnen versnipperd en soms ongeschreven zijn.
* Verschillen per beroepsgroep.
#### 1.4.1 Wie maakt de deontologische regels?
Meestal worden deontologische regels opgesteld door de beroepsorganisatie zelf (zelfregulering of autoregulering). Sommige deontologische regels kunnen later in wetgeving worden omgezet (bv. beroepsgeheim).
#### 1.4.2 Autoregulering
Autoregulering stelt beroepsgroepen in staat om zelf concrete, flexibele en gedragen regels op te stellen. Dit respecteert professionele autonomie, beschermt het publieke vertrouwen en biedt een aanvulling op de wet.
**Redenen voor autoregulering:**
* Bescherming tegen overheidsinmenging.
* Erkenning dat de specifieke vakkennis bij de beroepsgroep ligt.
* Flexibiliteit en snelle actualisering door veranderingen in de praktijk.
* Gevoel van eigenaarschap en verantwoordelijkheid.
* Collegiale controle en tuchtrecht.
* Bescherming van het publiek en het behouden van vertrouwen.
* Aanvulling op, en niet vervanging van, de wet.
**Nadelen van autoregulering:**
* Gevaar voor corporatisme (zelfbescherming ten koste van cliënt/patiënt).
* Mogelijk gebrek aan transparantie.
* Te milde tuchtsancties.
### 1.5 Verschil tussen rechtsregel en deontologische regel
* **Rechtsregel:** Afdwingbaar door de rechter, vastgelegd in wetten, sancties door de rechter.
* **Deontologische regel:** Ethische gedragsregels voor een beroep, niet altijd wettelijk vastgelegd, sancties door de beroepsorganisatie (tuchtrecht).
### 1.6 Wat regelt de deontologie?
De deontologie regelt het ethisch professioneel gedrag van een beroepsbeoefenaar en de wijze waarop dit gedrag verantwoord is. Het beoogt te voorkomen dat ondeontologisch gedrag het vertrouwen van de samenleving in het beroep aantast.
#### 1.6.1 Belangrijk gedrag binnen deontologie
* Gedrag ten aanzien van cliënten/patiënten.
* Gedrag ten aanzien van familie, vrienden en kennissen van cliënten.
* Gedrag ten aanzien van superieuren (beroepsorganisaties).
* Gedrag ten aanzien van andere beroepsbeoefenaars (collegialiteit).
* Gedrag in het privéleven van de beroepsbeoefenaar.
#### 1.6.2 Specifieke deontologische verplichtingen
* **Integriteit, collegialiteit, loyaliteit:** Universele verplichtingen.
* **Onpartijdigheid (rechter) vs. partijdigheid (advocaat):** Specifieke verplichtingen per beroep.
* **Beroepsgeheim:** Een essentiële verplichting, vaak ook wettelijk verankerd, die het vertrouwen van de cliënt waarborgt. Schending kan leiden tot gevangenisstraffen en geldboetes.
* **Uitzondering op beroepsgeheim:** Bij dreigend gevaar voor minderjarigen of kwetsbare personen, kan de informatie gemeld worden aan de Procureur des Konings.
* **Vertrouwelijke briefwisseling (advocaten):** Brieven tussen advocaten mogen niet zonder meer als bewijs gebruikt worden om vrije communicatie te bevorderen.
* **Onafhankelijkheid:** De beroepsbeoefenaar mag de deontologie niet schenden, ook niet op vraag van de cliënt, en moet in eer en geweten handelen.
#### 1.6.3 Wat regelt de deontologie NIET?
* Schadevergoedingen.
* Beoordeling van de kwaliteit van het werk.
### 1.7 Beroepsgroepen en hun deontologie
Deontologie is van toepassing op verschillende categorieën beroepsbeoefenaars:
#### 1.7.1 Vrije beroepen
Dit zijn intellectuele beroepen die persoonlijk, zelfstandig en op basis van erkende vakbekwaamheid worden uitgeoefend, met eigen verantwoordelijkheid en professionele onafhankelijkheid. Kenmerken zijn:
* **Intellectueel beroep:** Vereist gespecialiseerde kennis.
* **Toelating nodig:** Uitoefening is gereguleerd en vereist een vergunning.
* **Verplichte permanente bijscholing:** Om expertise te behouden.
* **Ten dienste van de samenleving:** Werk heeft maatschappelijke impact.
* **Persoonlijk belang ondergeschikt:** Aan belangen van cliënt of samenleving.
Voorbeelden van vrije beroepen zijn: artsen, apothekers, tandartsen, advocaten, gerechtsdeurwaarders, notarissen, architecten, landmeters, bedrijfsrevisoren, boekhouders, belastingadviseurs.
#### 1.7.2 Gezagsdragers
Personen die professioneel ten dienste staan van de samenleving en de macht van de overheid uitoefenen of een openbare dienst waarnemen.
* **Makers van regels:** Parlementsleden, ministers, burgemeesters.
* **Handhavers van regels:** Politie, leger, gerecht.
* **Dienstverleners:** Onderwijzers, ambtenaren.
#### 1.7.3 Niet wettelijk geregelde intellectuele beroepen
Beroepen die niet wettelijk gereguleerd zijn zoals vrije beroepen, maar wel aan een deontologie onderworpen zijn om maatschappelijk vertrouwen te waarborgen.
* Voorbeelden: Journalisten, PR- en communicatieverantwoordelijken.
### 1.8 Deontologie voor studenten
Ook voor studenten kunnen deontologische regels bestaan, vaak vastgelegd in interne reglementen, met als doel een correcte en ethische academische houding te bevorderen.
### 1.9 Tuchtprocedure
Overtreding van deontologische regels leidt tot een tuchtprocedure, ingesteld door de tuchtoverheid van de betreffende beroepsorganisatie.
* **Start:** Meestal met een klacht.
* **Onderzoek:** De tuchtoverheid onderzoekt de feiten.
* **Tuchtrechter:** Indien de zaak ernstig is, wordt deze voorgelegd aan een tuchtrechter (bestaande uit collega's).
* **Sancties:** Kunnen variëren van een berisping, schorsing tot een beroepsverbod.
Het tuchtrecht en gerechtelijk recht kunnen naast elkaar bestaan voor feiten die zowel een deontologische als een wettelijke overtreding vormen.
### 1.10 Belangrijke concepten en verschillen
* **Recht vs. Deontologie:** Juridische afdwingbaarheid versus ethische beroepsnormen.
* **Autoregulering:** Zelfregulering door beroepsgroepen versus overheidsregulering.
* **Gedragscodes vs. Deontologie:** Gedragscodes van bedrijven zijn kwaliteitsgaranties en geen deontologie in de strikte zin.
* **CSR (Corporate Social Responsibility) en Greenwashing:** Vormen van maatschappelijke verantwoordelijkheid en communicatie, die losstaan van deontologische verplichtingen.
* **Vrije beroepen en reclame:** Reclame is onder voorwaarden toegestaan, mits eerlijk, waarheidsgetrouw en waardig.
---
# Beroepsgroepen en hun deontologische codes
## 2. Beroepsgroepen en hun deontologische codes
Dit onderdeel van de cursus behandelt de diverse beroepsgroepen die gebonden zijn aan een deontologie, met specifieke aandacht voor vrije beroepen, gezagsdragers en intellectuele beroepen die niet wettelijk gereglementeerd zijn, en belicht de maatschappelijke rol van deze beroepen.
### 2.1 Wat is deontologie?
Deontologie kan worden omschreven als een geheel van ethische of morele regels die specifiek van toepassing zijn op een bepaald beroep of een welbepaalde functie. Deze regels zijn niet noodzakelijk wettelijk vastgelegd, maar hun naleving wordt verwacht van alle beoefenaars van een bepaald beroep. Het naleven van deontologische regels is een morele kwestie, waarbij gehandeld wordt wat als "goed" of "ethisch juist" wordt beschouwd binnen de context van dat specifieke beroep. Dit onderscheidt deontologie van puur recht, dat afdwingbaar is via de rechtbank.
#### 2.1.1 Deontologie versus Recht
* **Rechtsregels:** Zijn afdwingbaar door de rechtbank en de overheid. Ze regelen de samenleving en zorgen voor orde door te bepalen wat men mag en niet mag doen. Bij overtreding wordt een rechter geraadpleegd die een sanctie oplegt. Rechtsregels worden opgesteld door wetgevende instanties zoals het Europees Parlement, de Kamer van Volksvertegenwoordigers en regionale parlementen.
* **Deontologische regels:** Zijn specifiek voor een beroep en hun naleving wordt gecontroleerd door de beroepsgroep zelf, vaak via een beroepsorganisatie of "Orde". Sancties bij overtreding zijn tuchtsancties en worden niet door een rechter opgelegd, hoewel sommige deontologische verplichtingen later wettelijk verankerd kunnen worden (bv. beroepsgeheim).
#### 2.1.2 Noodzaak van Deontologie
Deontologie is noodzakelijk omdat bepaalde beroepsgroepen een grotere maatschappelijke verantwoordelijkheid dragen. Het naleven van deontologische codes waarborgt het vertrouwen van de samenleving in deze essentiële beroepen en voorkomt slechte beroepsuitoefening. De regels worden doorgaans opgesteld door de beroepsorganisatie zelf, een principe dat bekend staat als **autoregulering** of **zelfregulering**.
> **Tip:** Het is cruciaal om het onderscheid te maken tussen wettelijke regels en deontologische regels. Hoewel ze elkaar kunnen overlappen, is de aard van afdwingbaarheid en de instantie die de regels handhaaft verschillend.
### 2.2 Categorieën van Beroepsgroepen met Deontologie
Beroepsgroepen die aan een deontologie gebonden zijn, kunnen grofweg worden ingedeeld in drie categorieën:
#### 2.2.1 Vrije beroepen
Vrije beroepen kenmerken zich door het persoonlijk en zelfstandig aanbieden van gespecialiseerde intellectuele diensten. Kenmerkend zijn:
* **Erkende vakbekwaamheid:** Vereist specifieke opleiding en kwalificaties.
* **Eigen verantwoordelijkheid en professionele onafhankelijkheid:** De beoefenaar is niet onderworpen aan hiërarchisch gezag en handelt in eer en geweten.
* **Beroepsorde en deontologische code:** Vaak georganiseerd in een beroepsorde met een eigen plichtenleer.
* **Intellectueel karakter:** Hoewel er ook technische prestaties kunnen zijn, vereist de kern van het beroep gespecialiseerde kennis en denkvermogen.
* **Toelating vereist:** Uitoefening is enkel toegestaan na het verkrijgen van een officiële toelating (bv. inschrijving bij een Orde, benoeming). Wie zonder toelating werkt, is strafbaar.
* **Continue eisen:** Men moet blijvend aan strenge eisen voldoen om de toelating te behouden, zoals permanente vorming. Dit garandeert dat de beroepsbeoefenaar een expert blijft.
* **Dienstverlening aan de samenleving:** Hoewel men werkt voor klanten, heeft het beroep een impact op de samenleving en moet men in het algemeen belang handelen.
* **Ondergeschiktheid van persoonlijk belang:** Het eigenbelang van de beroepsbeoefenaar mag niet primeren op dat van de klant of de samenleving.
**Voorbeelden van vrije beroepen:**
* **Medische sector:** Artsen, apothekers, tandartsen, kinesisten, vroedvrouwen.
* **Juridische sector:** Advocaten, gerechtsdeurwaarders, notarissen.
* **Onroerend goed sector:** Architecten, landmeters.
* **Financiële sector:** Bedrijfsrevisoren, boekhouders, belastingadviseurs.
> **Voorbeeld:** Een landmeter bepaalt percelen en grenzen. Hoewel hij wordt betaald door de eigenaar, moet hij onpartijdig en correct zijn om de eigendomsrechten in de samenleving te respecteren.
#### 2.2.2 Gezagsdragers
Gezagsdragers zijn personen die professioneel ten dienste staan van de samenleving en de macht van de overheid uitoefenen of een dienst aan de overheid leveren. Ze worden onderverdeeld in:
* **Wetgevers:** Mensen die regels maken (bv. parlementsleden, ministers, burgemeesters).
* **Handhavers:** Mensen die zorgen voor de naleving van regels (bv. politie, leger, gerecht).
* **Openbare dienstverleners:** Mensen die een openbare dienst waarnemen (bv. onderwijzers, ambtenaren ruimtelijke ordening).
Deze categorieën hebben elk hun eigen specifieke deontologische regels, gericht op hun specifieke rol binnen de maatschappij.
#### 2.2.3 Niet (wettelijk) geregelde intellectuele beroepen
Sommige beroepen zijn niet wettelijk gereglementeerd zoals vrije beroepen, maar zijn toch onderworpen aan een deontologie om maatschappelijk vertrouwen te waarborgen.
**Voorbeelden:**
* Journalisten
* PR- en communicatieverantwoordelijken
Deze beroepen hebben vaak een code opgesteld door hun respectievelijke beroepsorganisaties om hun ethisch handelen te reguleren.
### 2.3 Kenmerken van Deontologische Regels
* **Specifiek per beroep:** Deontologische regels zijn eigen aan een bepaald beroep of functie en verschillen dus per beroepsgroep.
* **Versnipperd en soms ongeschreven:** Ze zijn niet altijd verzameld in één wetboek en kunnen soms ongeschreven regels bevatten, wat kan leiden tot discussies over interpretatie.
* **Autoregulering:** De regels worden opgesteld door de beroepsgroep zelf, wat flexibiliteit en actualisering mogelijk maakt en eigenaarschap bevordert.
* **Aanvulling op de wet:** Deontologie vult de wettelijke kaders aan, zonder deze te vervangen.
> **Tip:** De term "gedragscode" wordt soms verward met deontologie. Een gedragscode is echter vaak een kwaliteitsgarantie van een onderneming en niet hetzelfde als een deontologische plichtenleer voor een specifiek beroep.
### 2.4 De Inhoud van Deontologie
Deontologie regelt het ethisch professioneel gedrag van beroepsbeoefenaars en beoordeelt gedrag op basis van het risico op bedreiging van het maatschappelijk vertrouwen in het beroep. Belangrijke aspecten van deontologisch gedrag omvatten:
#### 2.4.1 Gedrag ten aanzien van de cliënten/patiënten
* **Integriteit:** Eerlijk en betrouwbaar handelen.
* **Collegialiteit:** Samenwerken en respect tonen voor collega's.
* **Loyauteit:** De belangen van de klant vooropstellen.
* **Correcte behandeling:** Klanten moeten eerlijk en correct behandeld worden. De invulling hiervan varieert per beroep (bv. onpartijdigheid van een rechter versus partijdigheid van een advocaat).
* **Belangenconflict:** Situaties waarin het persoonlijk belang van de beroepsbeoefenaar botst met het belang van de klant, moeten vermeden worden.
#### 2.4.2 Beroepsgeheim
Dit is een fundamentele deontologische en vaak ook wettelijke verplichting. Het betekent dat informatie over de klant absoluut geheim moet blijven. Dit is cruciaal voor het vertrouwen van de klant. Schending kan leiden tot wettelijke sancties (gevangenisstraf en geldboete) en tuchtsancties.
**Uitzonderingen op het beroepsgeheim:**
* Dreigend gevaar voor fysieke of psychische integriteit van minderjarigen of kwetsbare personen, mits deze niet anderszins beschermd kan worden.
* Reëel gevaar op ernstige misdrijven (bv. opzettelijke doodslag). In deze gevallen kan de informatie gemeld worden aan de Procureur des Konings.
> **Voorbeeld:** Informatie verkregen door een arts, advocaat, notaris, leerkracht of ambtenaar valt onder het beroepsgeheim. De precieze invulling en reikwijdte kunnen echter verschillen.
#### 2.4.3 Vertrouwelijke briefwisseling bij advocaten
Dit is een uitloper van het beroepsgeheim en maakt het mogelijk dat advocaten vrij met elkaar kunnen communiceren om oplossingen te zoeken voor hun cliënten, zonder dat deze communicatie als bewijs in de rechtbank kan worden gebruikt.
#### 2.4.4 Onafhankelijkheid
De beroepsbeoefenaar is geen marionet van de klant en mag de deontologie niet schenden, zelfs niet op verzoek van de klant. De dienstverlening gebeurt op een onafhankelijke wijze, in het belang van de opdrachtgever en de samenleving.
#### 2.4.5 Gedrag ten aanzien van familie, vrienden en kennissen van de klant
De beroepsbeoefenaar moet ook rekening houden met de belangen van de omgeving van de klant en zich steeds eerlijk, loyaal en rechtschapen gedragen. Oneerlijk gedrag ten opzichte van de omgeving kan evenzeer een deontologische fout zijn.
#### 2.4.6 Gedrag ten aanzien van collega's
Er geldt een plicht tot collegialiteit, zowel tegenover directe collega's als tegenover het beroep in het algemeen (bv. geen "nestbevuiling"). Oncollegiaal gedrag kan het vertrouwen in het beroep aantasten.
#### 2.4.7 Gedrag ten aanzien van de hiërarchie
Beroepsbeoefenaars dienen oprecht, respectvol, loyaal en eerlijk te zijn ten aanzien van hun oversten, die vaak de beroepsorganisaties zelf zijn. Liegen tijdens een tuchtrechtprocedure is niet toegestaan.
#### 2.4.8 Gedrag in het privéleven
Soms worden van beoefenaars van bepaalde beroepen verwacht dat zij zich ook buiten de uitoefening van hun beroep van bepaalde activiteiten onthouden om het vertrouwen in het beroep te beschermen. Dit geldt bijvoorbeeld voor journalisten, rechters, politieagenten, gerechtsdeurwaarders en notarissen.
> **Voorbeeld:** Een journalist die commerciële activiteiten uitoefent naast zijn journalistieke werk, kan in conflict komen met deontologische regels.
### 2.5 Wat valt buiten de deontologie?
Niet alle aspecten van beroepsuitoefening vallen onder de deontologie. Zaken zoals schadevergoedingen en de beoordeling van de concrete kwaliteit van het werk vallen hier meestal buiten, hoewel sommige fouten zowel deontologisch als wettelijk gesanctioneerd kunnen worden. Organisaties die zich presenteren met "gedragscodes" doen dit vaak ter aanduiding van kwaliteitsgaranties, wat niet synoniem staat met deontologie.
Corporate Social Responsibility (CSR) en "greenwashing" zijn evenmin deontologie. CSR omvat de maatschappelijke verantwoordelijkheid van ondernemingen naast winstmaximalisatie, terwijl greenwashing een vorm van misleiding is waarbij een organisatie zichzelf duurzamer voorstelt dan ze is.
### 2.6 Sancties bij Overtreding van Deontologische Regels (Tucht)
Overtreding van deontologische regels leidt tot een **tuchtprocedure**, ingesteld door de tuchtoverheid (bv. de beroepsorde).
#### 2.6.1 Verloop van een tuchtzaak
1. **Onderzoeksfase:** De tuchtoverheid onderzoekt de klacht of feiten die op een deontologische overtreding wijzen. De betrokkene kan informatie aanleveren ter verdediging.
2. **Rechterlijke fase:** Indien de tuchtoverheid beslist de zaak verder te laten onderzoeken, wordt deze voorgelegd aan de tuchtrechter of tuchtrechtbank. Dit zijn vaak collega-beroepsbeoefenaars, geen "echte" rechters.
3. **Verdediging:** De beroepsbeoefenaar mag zich verdedigen en zich laten bijstaan door een advocaat.
#### 2.6.2 Tuchtstraffen
De aard van de tuchtstraffen varieert per beroep en de ernst van de overtreding. Mogelijke sancties zijn:
* **Berisping:** Een formele waarschuwing.
* **Schorsing:** Tijdelijke uitsluiting van het beroep.
* **Beroepsverbod:** De zwaarste sanctie, waarbij men definitief niet meer mag uitoefenen.
---
# Gedragsregels en professionele ethiek
Dit onderdeel behandelt de essentiële gedragsregels en professionele ethiek die van toepassing zijn op diverse beroepsgroepen, met een focus op hun verantwoordelijkheden jegens cliënten, collega's, leidinggevenden en in hun privéleven, evenals specifieke verplichtingen zoals beroepsgeheim en belangenconflicten.
## 3.1 Wat is deontologie?
Deontologie verwijst naar ethische of morele regels die specifiek van toepassing zijn op een bepaald beroep. Deze regels zijn niet noodzakelijk wettelijk vastgelegd, maar hun naleving wordt verwacht van iedereen die het betreffende beroep uitoefent. Handelen volgens de deontologie is een morele kwestie, gericht op wat ethisch juist is. Dit onderscheidt zich van rechtsregels, waarvan de naleving wettelijk afdwingbaar is door de rechtbank.
### 3.1.1 Deontologie versus recht
Rechtsregels worden gecreëerd door wetgevende instanties en hun naleving kan worden afgedwongen door de rechter. Ze regelen de samenleving en zorgen voor orde door duidelijke verboden en verplichtingen te stellen. Deontologische regels daarentegen zijn specifiek voor beroepsgroepen en worden meestal niet door de staat afgedwongen, maar door de beroepsorganisatie zelf, wat kan leiden tot specifieke sancties binnen de beroepsgroep.
## 3.2 Doel van deontologie
Het hoofddoel van deontologie is het vermijden van slechte beroepsuitoefening en het waarborgen van het vertrouwen dat de samenleving heeft in bepaalde essentiële beroepen. Dit is met name van belang voor beroepen met een grotere maatschappelijke verantwoordelijkheid.
## 3.3 Wie maakt de deontologie?
Deontologische regels worden doorgaans opgesteld door de beroepsorganisatie van elke specifieke beroepsgroep, vaak aangeduid als een "Orde" (zoals de Orde van advocaten of de Orde van geneesheren), of door andere relevante raden (zoals de Raad voor de Journalistiek).
### 3.3.1 Geschiedenis van deontologie
De deontologie van artsen vindt zijn oorsprong in de eed van Hippocrates (omstreeks 400 v.Chr.), die artsen verplicht tot ethisch handelen ten aanzien van patiënten. Voor advocaten ontwikkelde de deontologie zich geleidelijker, met vroege professionele regels die teruggaan tot de 13e eeuw, waaronder verboden op het behartigen van onrechtvaardige zaken, de verplichting tot discretie en het verbod op het behartigen van tegenstrijdige belangen. Door de eeuwen heen is de deontologie geëvolueerd en uitgebreid naar diverse andere beroepsgroepen.
## 3.4 Beroepsgroepen met een deontologie
Deontologische regels zijn van toepassing op verschillende categorieën beroepen:
### 3.4.1 Vrije beroepen
Vrije beroepen kenmerken zich door het persoonlijk en zelfstandig aanbieden van gespecialiseerde intellectuele diensten, gebaseerd op erkende vakbekwaamheid en met professionele onafhankelijkheid. Ze vereisen vaak een toelating, voldoen aan strenge eisen, maken persoonlijk belang ondergeschikt aan dat van de cliënt en de samenleving, en vervullen een rol in de bredere maatschappij.
Voorbeelden zijn:
* **Medische sector:** Artsen, apothekers, tandartsen, kinesisten, vroedvrouwen.
* **Juridische sector:** Advocaten, gerechtsdeurwaarders, notarissen.
* **Onroerend goed sector:** Architecten, landmeters.
* **Financiële sector:** Bedrijfsrevisoren, boekhouders, belastingadviseurs.
Belangrijke kenmerken van vrije beroepen:
1. **Intellectueel beroep:** Vereist gespecialiseerde kennis en intellectuele prestaties.
2. **Toelating nodig:** Uitoefening is gebonden aan specifieke toelatingen en vergunningen.
3. **Verplichte permanente bijscholing:** Noodzakelijk om expertise te behouden en het vertrouwen van de samenleving te waarborgen.
4. **Ten dienste van de samenleving:** De werkzaamheden hebben invloed op de maatschappij als geheel.
5. **Persoonlijk belang ondergeschikt:** Het belang van de cliënt of de samenleving gaat voor op persoonlijk gewin.
### 3.4.2 Gezagsdragers
Gezagsdragers zijn personen die professioneel ten dienste staan van de samenleving en de macht van de overheid uitoefenen of een openbare dienst waarnemen. Dit omvat:
* Personen die regels maken (parlementsleden, ministers).
* Personen die zorgen voor naleving van regels (politie, leger, gerecht).
* Personen die openbare diensten waarnemen (onderwijzers, ambtenaren).
### 3.4.3 Niet (wettelijk) geregelde beroepen
Sommige beroepen zijn niet wettelijk geregeld als vrije beroepen, maar zijn toch onderworpen aan een deontologie om maatschappelijk vertrouwen te waarborgen.
Voorbeelden zijn:
* Journalisten
* PR- en communicatieverantwoordelijken
### 3.4.4 Deontologie voor studenten
Hoewel deontologische regels primair gericht zijn op concrete beroepsgroepen, kunnen er ook regels bestaan voor studenten, met name om een correcte en respectvolle omgang binnen de onderwijsinstelling te waarborgen.
## 3.5 Kenmerken van deontologische regels
* **Niet verzameld in één wetboek:** Deontologische regels kunnen versnipperd zijn en soms ongeschreven.
* **Eigen aan een specifiek beroep of functie:** Ze verschillen per beroepsgroep en context.
* **Vaag en abstract:** De interpretatie van termen als "particuliere belangen" of "waardigheid" kan subjectief zijn.
* **Autoregulering:** De regels worden vaak opgesteld door de beroepsgroep zelf, wat zelfregulering of autoregulering inhoudt. Dit beoogt overheidsinmenging te minimaliseren en de expertise van de beroepsgroep te benutten.
### 3.5.1 Voordelen en nadelen van autoregulering
**Voordelen:**
* Bescherming tegen overheidsinmenging en politieke invulling.
* Gebruik van de specifieke vakkennis binnen de beroepsgroep.
* Flexibiliteit en snellere actualisering dan wetgeving.
* Gevoel van eigenaarschap en verantwoordelijkheid binnen de groep.
* Collegiale controle en toepassing van tuchtrecht.
* Bescherming van het publiek en waarborg van vertrouwen.
* Aanvulling op de wet, niet ter vervanging.
**Nadelen:**
* Gevaar voor corporatisme (zelfbescherming van de groep).
* Mogelijk gebrek aan transparantie.
* Risico op te milde tuchtsancties.
## 3.6 Wat wordt via de deontologie geregeld?
Deontologie regelt primair het **ethisch professioneel gedrag** van de beroepsbeoefenaar. Dit omvat:
### 3.6.1 Gedrag ten aanzien van de cliënten of patiënten
Cliënten moeten altijd vertrouwen kunnen hebben in het beroep en eerlijk en correct behandeld worden. De specifieke invulling hiervan verschilt per beroep (bv. onpartijdigheid van een rechter versus partijdigheid van een advocaat).
Universele verplichtingen hierbij zijn:
* **Integriteit:** Eerlijkheid en betrouwbaarheid.
* **Collegialiteit:** Respect en samenwerking met collega's.
* **Loyauteit:** Trouw aan de cliënt binnen de grenzen van het ethische.
### 3.6.2 Gedrag ten aanzien van familie, vrienden en kennissen van de cliënten
De beroepsbeoefenaar moet ook rekening houden met de belangen van de omgeving van de cliënt en zich steeds eerlijk, loyaal en rechtschapen gedragen.
### 3.6.3 Gedrag ten aanzien van collega's
Dit omvat collegialiteit ten opzichte van directe collega's en het beroep in zijn geheel ("nestbevuiling" vermijden). Voorbeelden zijn het informeren van de tegenstrever door een advocaat of het delen van kennis door artsen.
### 3.6.4 Gedrag ten aanzien van superieuren (hiërarchie)
Deontologische plicht om oprecht, respectvol, loyaal en eerlijk te zijn ten aanzien van beroepsorganisaties en hiërarchische oversten.
### 3.6.5 Gedrag in het privéleven
Om het vertrouwen in bepaalde beroepen te beschermen, wordt verwacht dat personen zich ook buiten de uitoefening van hun beroep onthouden van activiteiten die dit vertrouwen kunnen aantasten. Dit verschilt per beroep.
#### 3.6.5.1 Specifieke verplichtingen
* **Belangenconflict:** Situaties waarin het persoonlijk belang van de beroepsbeoefenaar nadelig is voor de cliënt. Deontologie verbiedt het om zich in een situatie van belangenconflict te begeven.
* **Beroepsgeheim:** Een van de meest essentiële verplichtingen, die inhoudt dat informatie over de cliënt absoluut geheim gehouden moet worden. Dit geldt ook voor personen die voor de beroepsbeoefenaar werken. Schending kan leiden tot wettelijke sancties (gevangenisstraf, geldboete) en tuchtsancties. Uitzonderingen gelden bij dreigend gevaar voor minderjarigen of kwetsbare personen.
* **Vertrouwelijke briefwisseling (bij advocaten):** Brieven tussen advocaten mogen behoudens uitzonderingen niet als bewijs gebruikt worden, wat de vrije communicatie bevordert.
* **Onafhankelijkheid:** De beroepsbeoefenaar mag de deontologie niet schenden, zelfs niet op vraag van de cliënt, en moet zijn activiteiten in eer en geweten kunnen uitoefenen.
## 3.7 Wat wordt via de deontologie *niet* geregeld?
Niet alles in het kader van beroepsuitoefening valt onder de deontologie. Zaken als schadevergoedingen of een directe beoordeling van de kwaliteit van het werk vallen hier doorgaans buiten. Echter, sommige fouten kunnen zowel deontologisch als wettelijk gesanctioneerd worden.
### 3.7.1 Onderscheid met gedragscodes en kwaliteitsgaranties
Ondernemingen die niet onderworpen zijn aan een deontologie, hanteren soms "gedragscodes" of "ethische charters". Deze zijn echter geen deontologische codes, maar eerder kwaliteitsgaranties of uitingen van maatschappelijke verantwoordelijkheid (CSR - Corporate Social Responsibility). Ze weerspiegelen niet de bindende ethische regels die inherent zijn aan een beroep.
### 3.7.2 CSR en greenwashing
Corporate Social Responsibility (CSR) betreft de maatschappelijke verantwoordelijkheid van ondernemingen naast winstmaximalisatie. Greenwashing is een vorm van misleiding waarbij een organisatie zich duurzamer voordoet dan zij werkelijk is.
## 3.8 Sancties bij overtreding van deontologische regels
Overtredingen van deontologische regels worden bestraft via **tuchtprocedures**.
### 3.8.1 Tuchtprocedures
Een tuchtprocedure wordt gestart door een klacht bij de tuchtoverheid (meestal de beroepsorganisatie). De tuchtoverheid onderzoekt de zaak en kan beslissen deze voor te leggen aan de tuchtrechter. De tuchtrechter, bestaande uit collega-beroepsbeoefenaars, oordeelt over het gedrag. De beroepsbeoefenaar heeft het recht zich te verdedigen en zich te laten bijstaan door een advocaat.
### 3.8.2 Tuchtstraffen
De mogelijke tuchtstraffen variëren per beroep en zijn afhankelijk van de aard van de overtreding. Ze kunnen variëren van een lichte berisping tot zwaardere sancties zoals schorsing of beroepsverbod (de zwaarste sanctie).
### 3.8.3 Reclame door vrije beroepen
Vroeger was reclame voor vrije beroepen verboden, maar nu is dit onder bepaalde voorwaarden toegelaten, mits de reclame eerlijk, waarheidsgetrouw, waardig is en de beroepsregels respecteert.
---
# Handhaving en sancties bij deontologische overtredingen
Dit hoofdstuk behandelt de procedures en de gevolgen van het overtreden van deontologische regels, inclusief het concept tucht, de rol van de tuchtoverheid en tuchtrechter, en de mogelijke tuchtstraffen.
## 4. Handhaving en sancties bij deontologische overtredingen
Deontologische regels reguleren het ethisch professioneel gedrag van beroepsbeoefenaars en bepalen hoe gedrag verantwoord wordt geacht of niet. Schending van deze regels kan het vertrouwen van de samenleving in het betreffende beroep bedreigen.
### 4.1 Tucht en tuchtoverheid
Wanneer een beroepsbeoefenaar de deontologie overtreedt en hierop wordt aangesproken, spreekt men van tucht of tuchtonderzoek. Dit wordt ingeleid door de tuchtoverheid.
* **Initiatie van het dossier:** Meestal start een tuchtdossier met een klacht.
* **Rol van de tuchtoverheid:** De tuchtoverheid, vaak de hiërarchische overste van de beroepsbeoefenaar (zoals de orde van advocaten of geneesheren), beslist of een dossier wordt geopend en of de betrokkene zich na onderzoek voor de tuchtrechter moet verantwoorden. De tuchtoverheid beschikt over een aanzienlijke macht.
#### 4.1.1 Het verloop van een tuchtzaak
Een tuchtzaak kent doorgaans twee fasen:
1. **Onderzoeksfase:** De tuchtoverheid onderzoekt de zaak zelf of wijst iemand aan om dit te doen. De betrokkene wordt ondervraagd en kan informatie aanleveren om aan te tonen dat er geen deontologische fout is gemaakt.
2. **Rechterlijke fase:** Indien de tuchtoverheid beslist de zaak voor de tuchtrechter te brengen, oordeelt deze over het gedrag van de betrokkene. De tuchtrechter is geen "echte" rechter, maar een collega-beroepsbeoefenaar van de betrokkene.
**Belangrijke principes in een tuchtzaak:**
* De beroepsbeoefenaar mag zich verdedigen en zich laten bijstaan door een advocaat.
* Een tuchtrechtprocedure verschilt van een procedure voor de rechtbank.
* Indien een deontologische fout ook een wettelijke fout is, kunnen een tuchtprocedure en een gerechtelijke procedure gelijktijdig lopen, met verschillende gevolgen en sancties.
### 4.2 Tuchtrechter en tuchtrechtbank
De tuchtrechter of tuchtrechtbank is de instantie die oordeelt over het gedrag van de betrokkene in een tuchtzak. Hoewel het geen "echte" rechters zijn, zijn het wel collega's uit hetzelfde beroep die de specifieke context van de deontologie kunnen beoordelen.
### 4.3 Mogelijke tuchtstraffen
De mogelijke tuchtstraffen zijn afhankelijk van het specifieke beroep en de aard van de overtreding. Er wordt onderscheid gemaakt tussen lichte en zware straffen.
* **Berisping:** Een officiële waarschuwing.
* **Schorsing:** Tijdelijke uitsluiting van de uitoefening van het beroep.
* **Beroepsverbod:** De zwaarste sanctie, waarbij de betrokkene permanent de uitoefening van het beroep wordt ontzegd.
> **Tip:** Het is cruciaal om te onthouden dat deontologische regels specifiek zijn voor elk beroep en dus ook de sancties die eraan verbonden zijn, kunnen variëren. Raadpleeg altijd de specifieke deontologische code van het betreffende beroep.
#### 4.3.1 Schending van het beroepsgeheim
Het beroepsgeheim is een van de meest essentiële deontologische verplichtingen. Schending hiervan kan leiden tot strafrechtelijke sancties, zoals een gevangenisstraf en een geldboete, naast de tuchtsancties. Voor bepaalde beroepen, zoals artsen en advocaten, is het beroepsgeheim ook wettelijk verankerd.
**Uitzondering op het beroepsgeheim:** In specifieke gevallen, zoals bij dreigend gevaar voor minderjarigen of kwetsbare personen, kan het beroepsgeheim doorbroken worden door dit te melden aan de Procureur des Konings.
#### 4.3.2 Vertrouwelijke briefwisseling bij advocaten
Brieven tussen advocaten mogen, met uitzondering van specifieke gevallen, niet als bewijs in de rechtbank worden gebruikt. Dit principe, dat een uitloper is van het beroepsgeheim, waarborgt dat advocaten vrijuit met elkaar kunnen communiceren om oplossingen voor hun cliënten te zoeken. Huiszoekingen bij advocaten zijn enkel mogelijk als de advocaat zelf verdacht wordt van een misdrijf, en dan nog onder strikte voorwaarden met aanwezigheid van de stafhouder om het beroepsgeheim te beschermen.
### 4.4 Verschil tussen rechtsregel en deontologische regel
Een rechtsregel is een regel waarvan de naleving kan worden afgedwongen door de rechtbank of een overheid, en die vaak wettelijk is vastgelegd. Deontologische regels zijn daarentegen ethische regels die specifiek gelden voor een bepaald beroep en waarvan de naleving doorgaans wordt bewaakt door de beroepsorganisatie zelf, met eigen sanctiemechanismen. Hoewel sommige deontologische verplichtingen ook wettelijk verankerd kunnen zijn (zoals het beroepsgeheim), zijn deontologische regels niet noodzakelijk wettelijke regels.
### 4.5 Wat wordt via de deontologie niet geregeld?
Niet alle aspecten van de beroepsuitoefening vallen onder de deontologie. Zaken als schadevergoedingen voor fouten of de pure beoordeling van de kwaliteit van het werk vallen doorgaans buiten de beoordeling van de deontologie. Echter, sommige fouten kunnen zowel deontologisch als wettelijk gesanctioneerd worden. Gedragscodes van bedrijven die geen wettelijke basis hebben, worden soms ten onrechte als deontologische code bestempeld; dit zijn eerder kwaliteitsgaranties. Corporate Social Responsibility (CSR) en greenwashing vallen eveneens buiten de definitie van deontologie, hoewel ze wel een ethische component kunnen bevatten.
> **Belangrijk:** De deontologie focust op professioneel ethisch gedrag, niet op de contractuele kwaliteit van geleverde diensten of het herstellen van geleden schade.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Deontologie | Een geheel van ethische of morele regels die specifiek van toepassing zijn op een bepaald beroep of een welbepaalde functie, en die niet noodzakelijk wettelijk vastgelegd zijn. |
| Ethiek | Een tak van de filosofie die zich bezighoudt met de studie van moraliteit, de studie van de concepten goed en kwaad, en de principes die het menselijk gedrag sturen. |
| Rechtsregel | Een regel waarvan de naleving afdwingbaar is door de rechtbank of een overheidsinstantie, en die door wetgevende instanties wordt gemaakt om het menselijk handelen in de samenleving te ordenen. |
| Rechtssubject | Iedere drager van juridische verplichtingen, wat kan neerkomen op natuurlijke personen (elke mens) of rechtspersonen (vennootschappen, verenigingen, stichtingen). |
| Autoregulering (zelfregulering) | Het principe waarbij een beroepsgroep zijn eigen deontologische regels opstelt en naleeft, vaak met als doel overheidsinmenging te minimaliseren en de professionele autonomie te behouden. |
| Beroepsgeheim | Een van de meest essentiële ethische verplichtingen, waarbij strikte geheimhouding wordt betracht over alle informatie die een beroepsbeoefenaar verkrijgt in de uitoefening van zijn opdracht. |
| Belangenconflict | Een situatie waarin de belangen van de beroepsbeoefenaar nadelig zijn voor de belangen van de cliënt of de samenleving, en die potentieel kan leiden tot partijdigheid of oneerlijke behandeling. |
| Vrije beroepen | Beroepen die gekenmerkt worden door persoonlijke en zelfstandige uitoefening van gespecialiseerde intellectuele diensten, gebaseerd op erkende vakbekwaamheid, eigen verantwoordelijkheid en professionele onafhankelijkheid. |
| Collegialiteit | De plicht van beroepsbeoefenaars om collegiaal te zijn ten aanzien van collega's, wat inhoudt dat men kennis deelt, elkaar ondersteunt en de integriteit van het beroep als geheel beschermt. |
| Tucht | De procedure die wordt gestart wanneer een beroepsbeoefenaar de deontologie overtreedt, waarbij een tuchtoverheid of tuchtrechter oordeelt over het gedrag en eventueel sancties oplegt. |
| Corporatisme | Een nadeel van autoregulering waarbij een beroepsgroep zichzelf beschermt in plaats van de belangen van de patiënt of cliënt, wat kan leiden tot gebrek aan transparantie en te milde sancties. |
| Openbare dienst | Diensten die door de overheid worden verleend aan burgers, uitgevoerd door ambtenaren of gezagsdragers, met als doel het algemeen belang te dienen. |
| Vertrouwensrelatie | Een speciale relatie tussen een beroepsbeoefenaar en zijn cliënt of patiënt, gebaseerd op geheimhouding, integriteit en eerlijkheid, essentieel voor het functioneren van veel beroepen. |
| Tuchtrechter | Een persoon of college dat belast is met het beoordelen van deontologische overtredingen binnen een specifiek beroep. Dit zijn vaak collega-beroepsbeoefenaars die zitting hebben in een tuchtrechtbank. |