Cover
Zacznij teraz za darmo 2algemeneregelsvoorRechtspersonenWVVoktober2024.pptx
Summary
# Oprichting en rechtspersoonlijkheid van vennootschappen
Dit onderwerp behandelt de fasen in de oprichting van een vennootschap, de vereisten voor de oprichtingsakte, en de verwerving van rechtspersoonlijkheid met de bijbehorende gevolgen van publicatie.
### 1.1 Fasen in de oprichting van een vennootschap
De oprichting van een vennootschap doorloopt verschillende fasen, beginnend met de pre-contractuele fase.
#### 1.1.1 Pre-contractuele fase
In de pre-contractuele fase, beheerst door de algemene zorgvuldigheidsnorm (art. 1382 BW), kunnen partijen partiële overeenkomsten sluiten, zoals geheimhoudingsverklaringen of exclusiviteitsovereenkomsten. Een overeenkomst tot oprichting (hoewel zeldzaam) moet voldoende precies zijn wat betreft het voorwerp van de vennootschap, de aansprakelijkheidsbeperking en de omvang van de inbreng. Dergelijke overeenkomsten creëren een verbintenis om iets te doen, waarbij de sanctie bij terugtrekking doorgaans beperkt blijft tot een schadeloosstelling en geen gedwongen uitvoering in natura mogelijk is.
#### 1.1.2 Opstellen en neerleggen van de oprichtingsakte
Het opstellen van de oprichtingsakte leidt nog niet tot de totstandkoming van de vennootschap met rechtspersoonlijkheid. Deze wordt pas verkregen bij de formele neerlegging van de oprichtingsakte, en eventuele andere wettelijk bepaalde akten, op de griffie van de ondernemingsrechtbank. Handelingen gesteld vóór de verwerving van rechtspersoonlijkheid worden beschouwd als preconstitutief handelen.
> **Tip:** Preconstitutief handelen betreft handelingen gesteld door de oprichters in naam van de vennootschap in oprichting vóór de verwerving van rechtspersoonlijkheid. Dit dient ter bevordering van contracten met de vennootschap in oprichting en creëert een beschermingsmechanisme voor de oprichters, aangezien de rechtshandelingen na de oprichting door de vennootschap kunnen worden overgenomen. De promotor is oorspronkelijk persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk, tenzij de oprichting binnen twee jaar na de rechtshandeling plaatsvindt en de vennootschap de verbintenis overneemt binnen drie maanden na de verwerving van rechtspersoonlijkheid door een bevoegd orgaan.
### 1.2 Vereisten voor de oprichtingsakte
#### 1.2.1 Geschriftvereiste
De oprichtingsakte van een rechtspersoon moet schriftelijk zijn, wat een bestaansvereiste is en geen louter bewijsvereiste (art. 2.5 § 1 WVV). Voor vennootschappen met onbeperkte aansprakelijkheid is een onderhandse akte voldoende, mits deze voldoet aan de vereisten van ondertekening en het aantal exemplaren (art. 8.18 en 8.20 nieuw BW). Bij inbreng van onroerend goed in een vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid, of bij vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid en stichtingen, is een authentieke akte vereist. De sanctie voor het niet naleven van deze vormvereisten is nietigheid van de akte. Sinds juli 2021 kan de authentieke oprichting ook online gebeuren via videoconferencing met de notaris, waarbij de notariële akte digitaal kan worden opgemaakt.
> **Tip:** De geschriftvereiste geldt ook voor latere wijzigingen van de statuten. Een oprichting zonder geschrift of met de verkeerde vorm leidt tot de nietigheid van de vennootschap.
#### 1.2.2 Inhoud van de oprichtingsakte
Alle vennootschappen hebben een oprichtingsakte waarvan het uittreksel bepaalde gegevens moet bevatten voor bekendmaking (art. 2.8 § 2 WVV). Specifieke rechtsvormen kunnen bijkomende vereisten kennen. Bij vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid zijn er specifieke vermeldingen vereist, bijvoorbeeld in art. 5.12 WVV voor de BV of art. 7.14 WVV voor de NV. Het ontbreken van bepaalde essentiële vermeldingen (zoals naam, voorwerp, inbrengen) kan leiden tot nietigheid (art. 5.13, 2° WVV). Voor het merendeel van de ontbrekende vermeldingen zal men echter een schadevergoeding moeten betalen en kunnen de oprichters hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor door derden geleden schade.
### 1.3 Openbaarmaking van de oprichtingsakte
De openbaarmaking van de oprichtingsakte gebeurt in twee fasen: neerlegging ter griffie en bekendmaking in het Belgisch Staatsblad (BS).
#### 1.3.1 Neerlegging ter griffie
De neerlegging van de oprichtingsakte bij de griffie van de ondernemingsrechtbank, die elektronisch door vennoten of de notaris kan gebeuren, resulteert in de verwerving van rechtspersoonlijkheid. Dit dient te gebeuren binnen dertig dagen na opmaak van de akte, anders volgt een fiscale boete. Na registratie en betaling van registratierechten wordt de akte neergelegd.
#### 1.3.2 Bekendmaking in het Belgisch Staatsblad
De bekendmaking in de bijlagen van het BS, verzorgd door de griffie binnen tien dagen na neerlegging, zorgt voor de tegenwerpelijkheid van de akte aan derden (art. 2.18 WVV). Andere gegevens die openbaar gemaakt moeten worden, omvatten benoemings- en ontslagakten van bestuurders, vereffenaars en commissarissen, met vermelding van hun bevoegdheden, en statutenwijzigingen, inclusief gecoördineerde teksten. Al deze documenten moeten bewaard worden in het vennootschapsdossier en zijn gratis in te zien door het publiek; kopies zijn verkrijgbaar tegen betaling. Sinds 1 mei 2019 is er ook een Statutendatabank, beheerd door het notariaat, die een gecoördineerde tekst van alle statutenwijzigingen bevat.
#### 1.3.3 Gevolgen van publicatie
De bekendmaking in het BS maakt de vennootschap tegenwerpelijk, wat betekent dat de akte inroepbaar is. Dit creëert een risicoregeling voor derden. Hoewel feitelijke kennis niet vereist is, bestaat er geen vermoeden van kennis bij derden (Cassatiearrest). Indien derden echter effectief kennis hebben van de akte, is deze tegen hen inroepbaar, los van de bekendmaking. Na publicatie mogen derden vertrouwen op de juistheid van benoemingen, tenzij de vennootschap kan bewijzen dat de derde op de hoogte was van de onregelmatigheid. Onregelmatigheden in de benoeming die na bekendmaking worden ontdekt, zijn niet inroepbaar totdat een corrigerende bekendmaking plaatsvindt (art. 2.19 WVV).
### 1.4 Inschrijving in het KBO
De vennootschap moet ingeschreven worden in het Rechtspersonenregister van de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO). Dit kan elektronisch via de notaris of de griffie. Na inschrijving registreert de griffie de gegevens in het deelregister "rechtspersonen". Voor "ondernemingen" geldt een actieve inschrijvingsplicht (art. III.49 WER), waarbij oprichters of volmachtdragers zich tot een ondernemingsloket moeten wenden voor de registratie van vestigingseenheden, de statutaire zetel en de gemelde activiteiten. Een vordering ingesteld door een vennootschap die niet is ingeschreven in de KBO of waarvan de oprichtingsakte niet is neergelegd, is onontvankelijk (art. III.26 WER).
### 1.5 Nietigheid van de vennootschap
#### 1.5.1 Nietigheidsgronden
Voor vennootschappen met onbeperkte aansprakelijkheid gelden alle gemeenrechtelijke nietigheidsgronden uit het Burgerlijk Wetboek. Voor vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid zijn er vier limitatief bepaalde nietigheidsgronden:
* **Materiële nietigheidsgronden:**
* Ongeoorloofd voorwerp (statutair).
* Te weinig geldig verbonden oprichters (nul oprichters, of bij een coöperatieve vennootschap minder dan drie).
* **Formele nietigheidsgronden:**
* Oprichtingsakte niet in de vereiste vorm.
* Ontbreken van bepaalde wezenlijke gegevens in de oprichtingsakte (naam, voorwerp, inbrengen, kapitaal).
De nietigheid van de deelneming van één vennoot leidt niet automatisch tot de nietigheid van de gehele vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, tenzij eenhoofdigheid het gevolg is van de nietigheid en de vennootschap intuïtu personae is opgericht.
#### 1.5.2 Gevolgen van nietigheid
De nietigheid van de vennootschap heeft, anders dan bij het gemeen recht, in beginsel geen retroactiviteit en werkt enkel voor de toekomst (art. 2.34 WVV). Dit ter bescherming van het rechtsverkeer en komt neer op een gerechtelijke ontbinding. De nietigheid kan enkel door de rechter worden uitgesproken en is constitutief. Voor derden heeft de nietigheid pas effect vanaf de publicatie in het BS. Handelingen gesteld vóór de nietigheid blijven geldig. De rechtbank kan vereffenaars aanstellen en afwijkende vereffeningsregels bepalen. Een nietigheidsvordering wegens vormgebrek verjaart na vijf jaar (art. 2.143, zesde streepje WVV).
#### 1.5.3 Nietigheid VZW
Voor een VZW gelden eveneens limitatieve nietigheidsgronden (art. 9.4 WVV): minder dan twee oprichters, geen schriftelijke oprichtingsakte, of wanneer het doel of voorwerp in strijd is met de wet of openbare orde, of wanneer de bedoeling is vermogensvoordelen aan leden te verschaffen. Ook hier werkt de nietigheid niet retroactief.
### 1.6 Identificatie van rechtspersonen
#### 1.6.1 Naam
De vennootschapsnaam moet statutair worden vastgelegd en mag niet identiek zijn aan die van een andere vennootschap, anders kan een vordering tot naamswijziging ingesteld worden (art. 2.3 § 1 WVV). Bescherming van de vennootschapsnaam is gebaseerd op tijdsprioriteit en niet noodzakelijk op concreet verwarringsgevaar. Er is een toenemende tendens om vennootschapsnamen als merk te registreren, wat tot conflicten kan leiden. De vennootschapsnaam is bedoeld om op te treden in het rechtsverkeer en moet de rechtsvorm vermelden.
#### 1.6.2 Handelsnaam
De handelsnaam is de commerciële naam waarmee de vennootschap als onderneming handelt. De bescherming van de handelsnaam is gebaseerd op tijdsprioriteit en concreet verwarringsgevaar. Een vordering tot staking kan ingesteld worden bij concreet verwarringsgevaar. Een verwarrende naam ten opzichte van een bestaande naam kan gekwalificeerd worden als een inbreuk op de regels inzake eerlijke marktpraktijken (WER), waarbij een veroordeling in concreto vereist is.
#### 1.6.3 Zetel
De zetel is de maatschappelijke vestigingsplaats van de vennootschap, vergelijkbaar met de woonplaats van een natuurlijk persoon. In de statuten moet voortaan de aanduiding van het Gewest volstaan, terwijl het specifieke adres in de KBO en de oprichtingsakte wordt vermeld. De statutaire zetelleer bepaalt dat de zetel die in de statuten is opgenomen, onweerlegbaar is. Dit is vooral van belang in een internationale context voor de bepaling van de bevoegdheid van rechtbanken, de toepasselijke taalwetgeving en het internationaal privaatrecht, waarbij de zetel de toepasselijke vennootschapsrecht bepaalt.
> **Tip:** De statutaire zetelleer biedt meer rechtszekerheid dan de vroegere werkelijke zetelleer, die de plaats waar het centrum van de activiteiten zich bevond primair achtte. De vrijheid van vestiging uit het EU-recht beperkt de mogelijkheid voor lidstaten om hun eigen vennootschapsrecht toe te passen op vennootschappen met een statutaire zetel in een andere lidstaat, tenzij dit proportioneel is. De kritiek dat de werkelijke zetelleer nuttig was voor het beschermen van lokale belangen, wordt door sommigen als overtrokken beschouwd, aangezien de werkelijke zetelleer nog steeds geldt in faillissements- en fiscaal recht. Anti-misbruikbepalingen proberen het misbruik van "brievenbusvennootschappen" tegen te gaan, waarbij Belgische rechtbanken bevoegd kunnen zijn om de externe aansprakelijkheid van bestuurders te beoordelen indien de werkelijke zetel in België ligt.
#### 1.6.4 Verplaatsing van de zetel
Een verplaatsing van de zetel binnen België kan in de regel door het bestuur gebeuren, tenzij de statuten dit anders regelen. Een wijziging van het Gewest of de taal van de statuten vereist echter een beslissing van de algemene vergadering en een statutenwijziging. Een grensoverschrijdende zetelverplaatsing (emigratie of immigratie) vereist een statutenwijziging en kan gevolgen hebben voor het toepasselijke recht. De "grensoverschrijdende omzetting" is geregeld in de wet, waarbij bij emigratie een beslissing met een meerderheid van drievierde van de stemmen van de algemene vergadering vereist is, en er een verzetsrecht voor schuldeisers bestaat. Bij immigratie moet de oprichtingsakte authentiek worden vastgelegd en de balans volgens Belgisch boekhoudrecht openbaar worden gemaakt. Een zetelverplaatsing is niet toegestaan tijdens de vereffening, tenzij met homologatie van de rechtbank.
---
# Nietigheid van vennootschappen en rechtspersonen
Dit gedeelte behandelt de gronden voor nietigheid van vennootschappen en rechtspersonen, zowel met beperkte als onbeperkte aansprakelijkheid, de procedurele aspecten, en de gevolgen daarvan.
### 2.1 Gronden voor nietigheid
Nietigheid van een vennootschap kan voortvloeien uit diverse oorzaken, zowel materieel als formeel. Het onderscheid tussen vennootschappen met onbeperkte en beperkte aansprakelijkheid is hierbij cruciaal.
#### 2.1.1 Vennootschappen met onbeperkte aansprakelijkheid
Voor vennootschappen met onbeperkte aansprakelijkheid gelden de algemene nietigheidsgronden uit het Burgerlijk Wetboek. In tegenstelling tot vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, heeft een nietigheidsgrond die betrekking heeft op de deelname van één vennoot, bij vennootschappen met onbeperkte aansprakelijkheid, vaak tot gevolg dat de volledige vennootschap nietig wordt verklaard. Dit komt doordat deze vennootschappen vaak als *intuitu personae* worden beschouwd en een minimumaantal vennoten vereisen (bijvoorbeeld drie voor een coöperatieve vennootschap). Een eenhoofdigheid die niet voldoet aan de wettelijke vereisten kan dus tot nietigheid leiden.
#### 2.1.2 Vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid
Vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid kennen daarentegen een **limitatief aantal nietigheidsgronden**, zoals vastgelegd in de wet. Deze gronden zijn bedoeld om de rechtszekerheid en het rechtsverkeer te beschermen. De vier nietigheidsgronden zijn:
* **Ongeoorloofd voorwerp (statutair):** Dit betreft de situatie waarin het statutair vastgelegde doel van de vennootschap in strijd is met de wet of de openbare orde.
* **Te weinig geldig verbonden oprichters:** Er moet een minimumaantal oprichters zijn om de vennootschap rechtsgeldig op te richten. Voor de meeste vennootschappen is dit één oprichter, maar voor een coöperatieve vennootschap zijn er bijvoorbeeld minimaal drie vereist.
* **Oprichtingsakte niet in de vereiste vorm:** De oprichtingsakte moet voldoen aan de wettelijke vormvereisten, zoals een geschrift en, afhankelijk van de rechtsvorm en inbreng, een onderhandse of authentieke akte.
* **Ontbreken van bepaalde wezenlijke gegevens in de oprichtingsakte:** Essentiële vermeldingen zoals de naam, het voorwerp, de inbrengen en het kapitaal van de vennootschap moeten aanwezig zijn.
> **Tip:** Het is essentieel om de specifieke vereisten voor het aantal oprichters en de vormvereisten van de akte voor elke rechtsvorm goed te kennen, aangezien een schending hiervan tot nietigheid kan leiden.
#### 2.1.3 Specifieke nietigheidsgronden voor VZW's
Ook voor VZW's zijn er specifieke gronden voor nietigheid, die deels overlappen met die van vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid. Deze zijn limitatief opgesomd en omvatten:
* Minder dan twee oprichters.
* Het ontbreken van een schriftelijke oprichtingsakte.
* Het niet vermelden van de naam, zetel, of het voorwerp in de statuten.
* Een werkelijk doel of voorwerp dat in strijd is met de wet of de openbare orde.
* De bedoeling om vermogensvoordelen te verschaffen aan leden, bestuurders of oprichters.
### 2.2 Procedurele aspecten van nietigheid
De procedure voor het uitspreken van nietigheid is strikt geregeld om de rechtszekerheid te waarborgen.
* **Alleen door de rechter:** Nietigheid kan enkel door een rechter worden uitgesproken. Het is dus geen automatische sanctie die door partijen of de vennootschap zelf kan worden toegepast. De rechterlijke uitspraak heeft een constitutief karakter, wat betekent dat de nietigheid pas ontstaat op het moment van de rechterlijke beslissing.
* **Vordering tot nietigheid:** Elke belanghebbende kan de nietigheid vorderen. Dit omvat onder meer:
* Individuele vennoten.
* Het openbaar Ministerie (indien de nietigheid de openbare orde raakt).
* Schuldeisers (onder bepaalde voorwaarden).
De vennootschap zelf moet worden gedagvaard, niet de individuele vennoten.
* **Regularisatie mogelijk:** Gedurende de procedure is regularisatie van de gebreken vaak mogelijk. Dit betekent dat indien de gebreken tijdig worden hersteld, de nietigheid kan worden vermeden.
* **Verjaring:** Voor vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid verjaart het beroep op nietigheid wegens vormgebrek na vijf jaar. Ook statutenwijzigingen die nietig zijn wegens vormgebrek, hebben geen retroactieve uitwerking.
* **Bekendmaking aan derden:** De nietigheid heeft tegenover derden pas effect vanaf de bekendmaking ervan in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad. Handelingen die gesteld zijn vóór de uitspraak van nietigheid blijven geldig, tenzij de rechter anders bepaalt. De rechtbank kan vereffenaars aanstellen en afwijkende vereffeningsregels vastleggen.
> **Tip:** Hoewel de nietigheid constitutief is, is het belangrijk om te beseffen dat handelingen gesteld door de vennootschap in de periode vóór de uitspraak van nietigheid, in principe geldig blijven ten aanzien van derden die te goeder trouw handelden. Dit beschermt het rechtsverkeer.
### 2.3 Gevolgen van nietigheid
De gevolgen van nietigheid zijn ingrijpend en beogen het herstellen van de rechtstoestand zoals die zonder de nietige rechtshandeling zou zijn geweest.
* **Geen retroactiviteit (in principe):** In afwijking van het gemeen recht heeft de nietigheid van een vennootschap **in principe geen retroactieve uitwerking**. Dit betekent dat de nietigheid enkel uitwerking heeft voor de toekomst. De vennootschap wordt niet geacht nooit te hebben bestaan. Deze regel is cruciaal ter bescherming van het rechtsverkeer en de bescherming van derden die met de vennootschap contracteerden. Voor de maatschap geldt dit principe evenmin, gezien dit een contract met opeenvolgende prestaties is.
* **Vereffening:** Na een uitspraak van nietigheid treedt de vennootschap in vereffening, vergelijkbaar met de situatie na ontbinding. De vereffenaars blijven tot het einde van de vereffening de organen van de rechtspersoon.
* **Gevolgen voor preconstitutief handelen:** Handelingen die gesteld zijn door de vennootschap *in oprichting* (preconstitutief handelen) kunnen, na de definitieve oprichting van de vennootschap, door deze worden overgenomen. Indien de vennootschap wordt verklaard nietig, blijft de oorspronkelijke promotor in beginsel persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk voor de aangegane verbintenissen.
> **Voorbeeld:** Een vennootschap wordt nietig verklaard omdat de statuten een ongeoorloofd voorwerp bevatten. De vennootschap die gedurende haar bestaan, vóór de uitspraak van nietigheid, contracten sloot met derden, zal deze contracten nietig kunnen verklaren op basis van het ongeoorloofd voorwerp. Echter, de handelende derden die te goeder trouw waren, kunnen hun rechten nog wel uitoefenen, en de vennootschap zal in vereffening gaan. De nietigheid zelf heeft geen terugwerkende kracht voor de handelingen die reeds gesteld werden.
* **Nietigheid van deelneming versus nietigheid van de vennootschap:** Het is belangrijk te onderscheiden dat de nietigheid van de deelname van één vennoot niet noodzakelijkerwijs leidt tot de nietigheid van de gehele vennootschap, zeker niet bij vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid. Alleen indien een eenhoofdigheid ontstaat die de wettelijke vereisten schendt, kan dit wel tot een volledige nietigverklaring leiden, vooral bij vennootschappen die *intuitu personae* zijn opgericht.
---
# Identificatie en zetel van vennootschappen
Dit onderwerp behandelt de identificatiekenmerken van vennootschappen, specifiek de vennootschapsnaam en de zetel, en de juridische implicaties hiervan.
### 3.1 De vennootschapsnaam
De vennootschapsnaam is het identificatiemiddel waarmee een rechtspersoon in het rechtsverkeer optreedt en is statutair vast te leggen.
#### 3.1.1 Vereisten en bescherming
* **Onderscheidend vermogen:** De vennootschapsnaam moet verschillen van die van elke andere reeds bestaande vennootschap. Bij schending hiervan kan een vordering tot naamswijziging worden ingesteld.
* **Tijdsprioriteit:** De eerste gebruiker van een vennootschapsnaam krijgt prioriteit en wordt beschermd tegen identieke namen. Voor sterk gelijkende namen moet verwarringsgevaar worden aangetoond.
* **Registratie als merk:** In toenemende mate worden vennootschapsnamen geregistreerd als merk, wat kan leiden tot conflicten met reeds bestaande merkdeponeringen.
#### 3.1.2 Verschil met handelsnaam
* **Vennootschapsnaam:** Dit is de statutaire of maatschappelijke naam van de vennootschap.
* **Handelsnaam:** Dit is de commerciële of ondernemingsnaam waarmee de vennootschap in het handelsverkeer opereert en heeft een publieke marketingfunctie. De vennootschapsnaam en handelsnaam kunnen samenvallen.
* **Bescherming handelsnaam:** Voor een identieke handelsnaam geldt ook tijdsprioriteit. Voor sterk gelijkende handelsnamen kan bescherming worden ingeroepen indien verwarring in concreto wordt aangetoond (ontwikkeld op basis van rechtspraak), waarbij er aangetoond moet worden dat verwarring kan en is ontstaan binnen dezelfde markt en hetzelfde territorium.
#### 3.1.3 Juridische gevolgen van naamswijziging
* Een vordering tot naamswijziging kan worden ingesteld indien de vennootschapsnaam niet voldoet aan de onderscheidingsvereiste.
* Procedure voor statutenwijziging moet worden nageleefd bij een naamswijziging, inclusief de geldende meerderheden.
* Een naamswijziging is niet toegestaan tijdens de vereffening van de vennootschap om de duidelijkheid voor schuldeisers te waarborgen.
### 3.2 De zetel van de vennootschap
De zetel is vergelijkbaar met de woonplaats van een natuurlijk persoon en moet statutair worden vastgelegd. Tegenwoordig is alleen de aanduiding van het Gewest in de statuten verplicht; het specifieke adres wordt in de KBO en de oprichtingsakte vermeld.
#### 3.2.1 Statutaire zetelleer
* **Vroeger:** De werkelijke zetel (waar de leiding en beraadslaging plaatsvindt) primeerde en de statutaire zetel was een weerlegbaar vermoeden. Dit kon leiden tot toepassing van buitenlands vennootschapsrecht indien de statutaire zetel in het buitenland lag, maar de werkelijke zetel in België.
* **Nu (statutaire zetelleer):** Er is maar één zetel, de statutaire zetel, en deze is onweerlegbaar. Dit geldt vooral in een internationale context en biedt meer rechtszekerheid.
#### 3.2.2 Belang van de zetel
* **Territoriale bevoegdheid:** Bepaalt de bevoegdheid van de rechtbank.
* **Betekeningen en briefwisseling:** Dient als adres voor officiële communicatie.
* **Toepasselijke taalwetgeving:** Kan van invloed zijn op de te hanteren taal.
* **Internationaal Privaatrecht (IPR):** De statutaire zetel bepaalt de "nationaliteit" van de vennootschap en daarmee het toepasselijk vennootschapsrecht. Dit omvat regels omtrent oprichting, organen, bevoegdheden, nietigheid, ontbinding, vertegenwoordiging, en rechten van aandeelhouders.
#### 3.2.3 De statutaire zetelleer in internationale context
* De statutaire zetel duidt altijd het toepasselijk vennootschapsrecht aan, ongeacht de locatie van de werkelijke hoofdzetel of activiteiten. Dit maakt de keuze voor Belgisch recht door buitenlandse ondernemers gemakkelijker.
* **Rechtspraak van het Hof van Justitie:** Inzake de vrijheid van vestiging (Van Centros tot Polbud) mag een lidstaat eigen vennootschapsrecht niet toepassen op een vennootschap met een statutaire zetel in een andere lidstaat, tenzij dit proportioneel is (cf. *rule of reason* uit Cassis de Dijon). In de praktijk is proportionaliteit zelden aantoonbaar.
#### 3.2.4 Kritiek en anti-misbruikbepalingen
* **Kritiek:** De statutaire zetelleer wordt bekritiseerd omdat de werkelijke zetelleer nuttiger zou zijn voor het beschermen van lokale belangen, zoals die van schuldeisers.
* **Nuancering:** In faillissementsrecht, fiscaal recht en sociaal recht blijft de werkelijke zetel of plaats van tewerkstelling relevant.
* **Anti-misbruikbepaling:** Belgische rechtbanken blijven bevoegd om de externe aansprakelijkheid van bestuurders te beoordelen indien de werkelijke zetel in België ligt, zelfs als de statutaire zetel puur formeel buiten de EU is gelegen. Echter, dit betekent niet dat het Belgisch recht altijd zal worden toegepast; het recht van de staat met de statutaire zetel blijft van toepassing.
#### 3.2.5 Verplaatsing van de zetel
* **Binnenlands:** De verplaatsing van de zetel binnen België kan in de regel door het bestuur worden doorgevoerd, tenzij de statuten dit anders bepalen. Een adreswijziging is geen statutenwijziging zolang het Gewest in de statuten niet wijzigt. Een wijziging van de taal van de statuten vereist een beslissing van de Algemene Vergadering (AV). Zetelverplaatsing is niet toegestaan tijdens vereffening, tenzij met homologatie door de rechtbank.
* **Internationaal (grensoverschrijdende zetelverplaatsing):** Dit vereist een statutenwijziging en leidt tot een wijziging van het toepasselijk recht.
* **Emigratie (van België naar buitenland):** Vereist een beslissing met een drievierde meerderheid van de AV en een authentieke akte. Schuldeisers hebben een verzetsrecht. Sinds de implementatie van de Europese mobiliteitsrichtlijn bestaat er een uittredingsrecht voor dissidente vennoten. De rechtsvorm moet worden aangepast aan het recht van het nieuwe land.
* **Immigratie (van buitenland naar België):** Vereist een authentieke akte en een openbaarmaking van de balans volgens Belgisch boekhoudrecht.
---
# Preconstitutief handelen en bevrijding van de promotor
Hieronder volgt een gedetailleerde samenvatting van het onderwerp "Preconstitutief handelen en bevrijding van de promotor", gebaseerd op de verstrekte documentinhoud en gericht op gebruik in een studiegids voor examens.
## 4. Preconstitutief handelen en bevrijding van de promotor
Dit onderdeel behandelt de rechtshandelingen die door oprichters namens een vennootschap in oprichting worden verricht voordat deze vennootschap rechtspersoonlijkheid verkrijgt, en de voorwaarden waaronder de oprichter van zijn aansprakelijkheid kan worden bevrijd.
### 4.1 Het preconstitutief handelen
#### 4.1.1 Definitie en toepassingsgebied
Preconstitutief handelen verwijst naar alle handelingen die door de oprichters worden verricht in naam van de vennootschap in oprichting, gedurende de periode die voorafgaat aan de daadwerkelijke oprichting en de verwerving van rechtspersoonlijkheid door de vennootschap. Dit concept is geregeld in artikel 2:2 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) en geldt voor alle rechtspersonen.
Het doel van deze regeling is om het contracteren met promotoren te faciliteren, omdat het gemeenrecht in dergelijke situaties vaak onbillijk is. De principes van preconstitutief handelen gelden ongeacht of de handelende personen achteraf daadwerkelijk oprichters zullen zijn van de vennootschap. Personen die niet hebben deelgenomen aan het preconstitutief handelen maar wel bestuurder worden, vallen buiten deze beschermingsregel en worden niet als promotoren beschouwd.
#### 4.1.2 Overeenkomsten in de pre-contractuele fase
In de pre-contractuele fase kunnen verschillende soorten overeenkomsten worden gesloten:
* **Partiële overeenkomsten:** Dit zijn overeenkomsten die slechts een specifiek deel van de toekomstige vennootschapsrelatie regelen, zoals een geheimhoudingsverklaring (non-disclosure agreement, NDA) of een exclusiviteitsovereenkomst.
* **Overeenkomst tot oprichting:** Dit is een meeromvattende overeenkomst die de oprichting van de vennootschap beoogt. Om bindend te zijn, moet deze overeenkomst een voldoende bepaald voorwerp hebben, wat inhoudt dat de vorm van de vennootschap, het doel van de vennootschap, de beperking van aansprakelijkheid en de omvang van de inbrengen voldoende duidelijk moeten zijn gedefinieerd.
Een overeenkomst tot oprichting creëert louter een verbintenis om iets te doen. Gedwongen uitvoering in natura van de oprichting van de vennootschap is niet mogelijk indien een partij zich terugtrekt uit de overeenkomst. Enkel schadeloosstelling kan dan gevorderd worden.
#### 4.1.3 Aansprakelijkheid van de promotor
Het principe is dat de promotor, die namens de vennootschap in oprichting handelt, persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk is voor de aangegane verbintenissen. Dit geldt ook wanneer de handelende persoon achteraf geen oprichter wordt.
> **Tip:** Het is cruciaal om te beseffen dat de promotor vanaf het moment van het preconstitutief handelen persoonlijk gebonden is.
### 4.2 Overname door de vennootschap en bevrijding van de promotor
#### 4.2.1 Voorwaarden voor overname en bevrijding
Om van zijn persoonlijke aansprakelijkheid bevrijd te worden, moet de vennootschap in oprichting de door de promotor aangegane verbintenissen overnemen. Hiervoor gelden de volgende cumulatieve voorwaarden:
1. **Handelen in naam van de vennootschap in oprichting:** De promotor moet duidelijk hebben gehandeld in de hoedanigheid van vertegenwoordiger van de vennootschap in oprichting.
2. **Oprichting binnen twee jaar na rechtshandeling:** De vennootschap moet opgericht worden binnen een termijn van twee jaar na de rechtshandeling die door de promotor werd gesteld.
3. **Tijdige overname:** De overname van de verbintenis door de vennootschap moet plaatsvinden binnen een termijn van drie maanden na de verwerving van rechtspersoonlijkheid door de vennootschap.
4. **Bevoegd orgaan:** De overname moet gebeuren door het daartoe bevoegde orgaan van de vennootschap. Dit kan zowel uitdrukkelijk als stilzwijgend gebeuren.
#### 4.2.2 Gevolgen van overname
Wanneer aan de voorwaarden is voldaan, wordt de vennootschap gebonden door de verbintenissen die de promotor heeft aangegaan. Dit leidt tot de bevrijding van de promotor uit zijn persoonlijke en hoofdelijke aansprakelijkheid. De vennootschap blijft als enige gehouden tot de verbintenis.
Het principe van retro-activiteit is hierbij van toepassing: de verbintenis die door de vennootschap wordt overgenomen, wordt geacht vanaf de aanvang door de vennootschap te zijn aangegaan.
> **Tip:** De toestemming van de wederpartij bij de oorspronkelijke verbintenis is **niet** vereist voor de overname door de vennootschap en de daaruit voortvloeiende bevrijding van de promotor.
#### 4.2.3 Gevolgen van laattijdige overname
Indien de overname van de verbintenissen door de vennootschap laattijdig gebeurt (d.w.z. buiten de termijn van drie maanden na de verwerving van rechtspersoonlijkheid), kan de promotor niet meer bevrijd worden uit zijn aansprakelijkheid. De vennootschap kan zich in dat geval niet meer als medecontractant opwerpen. Wel kan er in de regel sprake zijn van schuldtoetreding door de vennootschap, wat betekent dat de vennootschap mede-aansprakelijk wordt, maar de promotor blijft hoe dan ook medeaansprakelijk.
#### 4.2.4 Situaties van nietigheid van de vennootschap
De nietigheid van de vennootschap kan diverse gevolgen hebben voor de preconstitutieve handelingen en de aansprakelijkheid van de promotoren:
* **Nietigheid van deelneming versus nietigheid van de vennootschap:** De nietigheid van de deelneming van een vennoot is niet noodzakelijk de nietigheid van de gehele vennootschap, tenzij de vennootschap hoofdelijk is opgericht (intuitu personae).
* **Vennootschappen met onbeperkte aansprakelijkheid:** Voor deze vennootschappen gelden alle gemeenrechtelijke nietigheidsgronden uit het Burgerlijk Wetboek. De nietigheid leidt tot de nietigverklaring van de volledige vennootschap, omdat deze vaak als persoonvennootschap worden beschouwd en intuitu personae worden opgericht.
* **Vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid:** Hier zijn er slechts vier limitatief bepaalde nietigheidsgronden:
* Ongeoorloofd voorwerp van de statuten.
* Te weinig geldig verbonden oprichters (minder dan twee, of minder dan drie bij een coöperatieve vennootschap).
* Oprichtingsakte niet in de vereiste vorm.
* Ontbreken van wezenlijke gegevens in de oprichtingsakte (zoals naam, voorwerp, inbrengen, kapitaal).
Bij vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid leidt de nietigheid van de participatie van één vennoot niet tot de nietigheid van de gehele vennootschap, aangezien er nog andere vennoten kunnen zijn.
#### 4.2.5 Gevolgen van nietigheid voor het rechtsverkeer
De nietigheid van een vennootschap werkt in beginsel niet retroactief voor alle vennootschappen. De wet bepaalt expliciet dat de nietigheid uitwerking heeft voor de toekomst. Dit geldt ook voor vennootschappen met rechtspersoonlijkheid en voor de maatschap, gezien de aard van het contract met opeenvolgende prestaties. Dit principe dient ter bescherming van het rechtsverkeer en komt neer op een gerechtelijke ontbinding.
De nietigheid kan enkel door de rechter worden uitgesproken en heeft een constitutief karakter. Regularisatie van de nietigheidsgrond is mogelijk. Tegenover derden heeft de nietigheid pas effect vanaf de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad. Tot het sluiten van de vereffening blijven de oprichters en bestuurders in functie, en de eerder gestelde handelingen blijven geldig. De rechtbank kan vereffenaars aanstellen en afwijkende vereffeningsregels bepalen.
> **Tip:** Hoewel de nietigheid van de vennootschap in principe niet retroactief is, blijft het essentieel om te voldoen aan de vormvereisten en inhoudelijke bepalingen om dergelijke situaties te vermijden.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Rechtspersoonlijkheid | De juridische hoedanigheid die een entiteit (zoals een vennootschap) in staat stelt om rechten en plichten te hebben, zelfstandig te handelen in het rechtsverkeer, en zelfstandig te procederen of gedagvaard te worden. |
| Pre-contractuele fase | De periode voorafgaand aan de officiële oprichting van een rechtspersoon, waarin partijen onderhandelingen voeren en overeenkomsten kunnen sluiten die verband houden met de toekomstige vennootschap. |
| Oprichtingsakte | Het formele document waarin de essentiële bepalingen van een vennootschap worden vastgelegd, zoals de naam, zetel, voorwerp, kapitaal, en de rechten en plichten van de vennoten. Dit is een vereiste voor de verwerving van rechtspersoonlijkheid. |
| Griffie van de ondernemingsrechtbank | Het administratieve orgaan bij de ondernemingsrechtbank waar juridische documenten, zoals oprichtingsakten en statutenwijzigingen, worden neergelegd en geregistreerd voor openbaarmaking. |
| Geschriftvereiste | De wettelijke verplichting om bepaalde rechtshandelingen, zoals de oprichting van specifieke vennootschapsvormen, schriftelijk vast te leggen, wat een bestaansvoorwaarde is en niet enkel een bewijsvereiste. |
| Authentieke akte | Een akte die verleden wordt voor een notaris, wat een bijzondere bewijswaarde heeft en vaak vereist is voor belangrijke rechtshandelingen, zoals de oprichting van vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid of de inbreng van onroerende goederen. |
| Nietigheid | De juridische sanctie die een rechtshandeling ongeldig verklaart vanaf het ontstaan ervan, waardoor deze geen rechtsgevolgen heeft. Dit kan voortvloeien uit gebreken in de vorm of de inhoud van de rechtshandeling. |
| Openbaarmaking | De officiële publicatie van juridisch relevante gegevens van een onderneming, zoals de oprichtingsakte, in het Belgisch Staatsblad. Dit dient ter informatie van derden en maakt bepaalde handelingen tegenwerpelijk. |
| Tegenwerpelijkheid | De eigenschap waarbij een rechtshandeling of een feit juridisch afdwingbaar wordt ten aanzien van derden, nadat de relevante informatie openbaar is gemaakt conform de wettelijke voorschriften. |
| Preconstitutief handelen | Handelingen die worden gesteld door de oprichters namens een vennootschap die nog in oprichting is, vóór de verwerving van rechtspersoonlijkheid. Deze handelingen kunnen na oprichting door de vennootschap worden overgenomen. |
| Promotor | Een persoon die optreedt in naam van een vennootschap in oprichting en rechtshandelingen stelt die later door die vennootschap kunnen worden overgenomen. De promotor kan persoonlijk aansprakelijk zijn voor deze handelingen. |
| Vennootschapsnaam | De officiële naam waaronder een vennootschap handelt in het rechtsverkeer, statutair wordt vastgelegd en moet verschillen van die van andere vennootschappen. Deze naam dient ter identificatie en bescherming. |
| Statutaire zetel | De zetel van een vennootschap zoals vastgelegd in de statuten. Volgens de statutaire zetelleer bepaalt deze locatie het toepasselijke recht, ongeacht de werkelijke locatie van de bedrijfsactiviteiten. |
| Statutaire zetelleer | Een juridisch principe dat stelt dat de zetel zoals bepaald in de statuten van een vennootschap bepalend is voor het toepasselijke recht, met name in internationale context, ter bevordering van rechtszekerheid en de vrijheid van vestiging. |