Cover
Zacznij teraz za darmo 3. FinancieelRecht II-geregelementeerde ondernemingen.pptx
Summary
# Evolutie van gereguleerde financiële actoren en hun toezicht
Dit onderwerp schetst de historische ontwikkeling en de huidige structuur van gereguleerde entiteiten in de financiële sector, met een focus op hun evolutie, internationalisering, despecialisering en de integratie van toezichtmodellen.
## 1.1 Algemene beschouwingen over financiële actoren en toezicht
### 1.1.1 Traditionele verzuiling in het financiële bestel
Traditioneel werd de financiële sector onderverdeeld in drie hoofdcategorieën:
* **Bancaire actoren**: omvattende banken, gespecialiseerde kredietverleners en instellingen voor betalingsverkeer.
* **Kapitaalmarktactoren**: waaronder beursvennootschappen, asset managers (voor individueel en collectief vermogensbeheer), beleggingsadviseurs, en verrekenings- en vereffeningsinstellingen.
* **Verzekeringsactoren**: onderverdeeld in levensverzekering en schadeverzekering.
De EU-regulering volgde lange tijd deze sectorale indeling.
### 1.1.2 Trends in regulering en toezicht
Sedert de financiële crisis is er een verschuiving zichtbaar in de regulering en het toezicht op financiële actoren, gekenmerkt door:
* **Internationalisering**: Dit wordt geïllustreerd door initiatieven zoals het Bazel-comité, IOSCO, en na de financiële crisis door de G20 en de Financial Stability Board.
* **Formalisering**: Een algemene trend naar meer gestructureerde en formele regelgeving.
* **Despecialisering en branchevervaging**:
* Binnen de bancaire sector zien we een toenemende overlap in diensten.
* De grens tussen de bancaire en beleggingssector vervaagt.
* Ook tussen banken/beleggingen en verzekeringen is er desintermediatie, bijvoorbeeld met tak 21 en tak 23 verzekeringen.
* **Integratie van toezichtmodellen**:
* De jaren negentig zagen de start van integratie in toezicht.
* Na de financiële crisis werd het **twin peaks-model** geïntroduceerd, waarbij het toezicht wordt opgesplitst in prudentieel toezicht en gedragstoezicht.
#### 1.1.2.1 Prudentieel versus gedragstoezicht
* **Prudentiële regulering**: Focust enkel op de algemene financiële situatie van een instelling en controleert niet de individuele relatie tussen de financiële instelling en de klant.
* **Gedragstoezicht (productregulering)**: Richt zich op de relatie tussen financiële instellingen en hun klanten, inclusief producttransparantie en gedragsregels.
#### 1.1.2.2 Evolutie na 'twin peaks'
* De **Nationale Bank van België (NBB)** is verantwoordelijk voor zowel macro-prudentieel als micro-prudentieel toezicht.
* Sinds 2014 is het **Single Supervisory Mechanism (SSM)** van kracht, waarbij de Europese Centrale Bank (ECB) het toezicht op de belangrijkste kredietinstellingen uitoefent.
* De **Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA)** is belast met gedragstoezicht en de bescherming van retailklanten, onder andere met betrekking tot reclame voor rekeningen en producttransparantie voor beleggingsdiensten.
#### 1.1.2.3 'Twin peaks II' en uitbreiding
* De wetgeving is uitgebreid om ook financiële producten zoals spaarproducten en verzekeringsproducten onder het toepassingsgebied van 'twin peaks' te brengen.
* De **Verzekeringswet van 4 april 2014** heeft het 'twin peaks'-model doorgetrokken naar de verzekeringssector.
* Koninklijke besluiten uit 2014 hebben geleid tot de zogenaamde 'MiFID-isering' van verzekeringstussenpersonen.
### 1.1.3 Dominante EU-invloed en Europeseisering
De Europese Unie speelt een steeds grotere rol in het vormgeven van het landschap van financiële actoren en hun toezicht.
* **Vervaging van traditionele verzuiling**: De EU-regelgeving bevordert de integratie en vermindert de strikte scheiding tussen sectoren.
* **Level playing field**: EU-coördinatie tussen de European Supervisory Authorities (ESA's) zorgt voor een gelijk speelveld.
* **Europeanisering van het financieel toezicht**:
* EU-richtlijnen worden omgezet in verordeningen, wat leidt tot meer uniforme toezichts- en handhavingsregels.
* Rechtstreeks toezicht door EU-instanties zoals de ECB en de European Securities and Markets Authority (ESMA) is geïntroduceerd.
## 1.2 Gereguleerde instellingen: bancaire actoren
Dit deel focust op de specifieke evolutie van de regulering van bancaire actoren, hoewel de gedetailleerde informatie hierover beperkt is in het verstrekte document. De algemene trends van internationalisering, formalisering en de toepassing van het twin peaks-model zijn echter ook van toepassing op banken.
## 1.3 Gereguleerde instellingen: financiële markten en kapitaalmarktactoren
### 1.3.1 Historische evolutie van kapitaalmarktactoren
* **Voor 1990**: De rol van 'wisselagenten' was dominant. Zij hadden een monopolie op de uitvoering van beursorders en konden opereren als natuurlijke persoon of vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid. Het toezicht was primair deontologisch en uitgeoefend door een zelfregulerend orgaan. Banken waren in deze periode wel al betrokken bij andere effecten-gerelateerde diensten, zoals de tussenkomst bij uitgiftes en bemiddeling bij overdrachten.
* **1990: Wet van 4 december 1990 ('Big Bang')**:
* De rol van de wisselagent werd omgevormd tot die van **effectenmakelaar**.
* De organisatie moest verplicht gebeuren in vennootschapsvorm, met de oprichting van zogenaamde 'beursvennootschappen'.
* Het toezicht kwam onder de verantwoordelijkheid van de **Commission Bancaire, Financière et des Assurances (CBFA)**.
* **1995: Wet van 6 april 1995**: Introduceerde het statuut van "**beleggingsonderneming**", in lijn met de Europese Richtlijn Beleggingsdiensten van 1993. Kredietinstellingen verkregen een gedeeld monopolie voor de uitvoering van beurstransacties.
* **2016: Wet van 25 oktober 2016**: Zorgde voor een verdere opsplitsing van deelstatuten. Het toezichtsstatuut van beursvennootschappen werd geïntegreerd in de **Bankwet van 25 april 2014**. Ook de statuten voor 'vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies' werden verder uitgewerkt.
* **2022: Wet van 20 juli 2022**: Dit is een significante wijziging waarbij het toezichtsstatuut van beursvennootschappen werd opgenomen in een specifieke wet. Dit is de omzetting van de Europese "**Investment Firms Directive**" (Verordening 2019/2034).
### 1.3.2 Beheer van beleggingsfondsen
* **ICB (Institution de Certification Bancaire)**: Een vroeg model voor de certificering van beleggingsproducten.
* **Beheerreglement beleggers**: Regelt het beheer van beleggersfondsen.
* **Pool van financiële activa deelbewijzen**: Verwijst naar de structuur van beleggingsfondsen waarbij een pool van activa wordt beheerd en verdeeld over deelbewijzen.
* **Beheervennootschap**: De entiteit die verantwoordelijk is voor het beheer van de activa van het fonds.
* **Bewaarder**: De entiteit die belast is met de bewaring van de activa van het fonds, onder toezicht.
* **Intellectueel beheer**: Verwijst naar de strategie en besluitvorming met betrekking tot de beleggingen.
* **Bewaring activa**: De fysieke of digitale opslag van de beleggingsactiva.
Het toezicht op deze structuren is essentieel om de belangen van beleggers te beschermen.
---
# Cartografie van gereguleerde actoren in de financiële sector
Dit onderwerp schetst de traditionele indeling van de financiële sector en de evolutie ervan onder invloed van regulering, met speciale aandacht voor de impact van EU-regelgeving op de vervaging van traditionele grenzen tussen sectoren.
### 2.1 Traditionele indeling van de financiële sector
Traditioneel werd de financiële sector ingedeeld in drie hoofdpijlers:
* **Bancaire actoren:** Dit omvat banken, gespecialiseerde kredietverleners en actoren die actief zijn in het betalingsverkeer.
* **Kapitaalmarktactoren:** Deze pijler omvat beursvennootschappen, vermogensbeheerders (individueel en collectief), beleggingsadviseurs, en verrekenings- en vereffeningsinstellingen.
* **Verzekeringsactoren:** Hieronder vallen instellingen die levensverzekeringen en schadeverzekeringen aanbieden.
### 2.2 Evolutie van regulering en impact op actoren
De regulering van de financiële sector is in de loop der tijd geëvolueerd, met een toenemende internationalisering en formalisering. De impact van EU-regelgeving is hierin dominant geweest.
#### 2.2.1 Despecialisering en branchevervaging
Een significante ontwikkeling is de toenemende despecialisering en de vervaging van traditionele grenzen tussen de sectoren:
* **Binnen de bancaire sector:** Er is een ontwikkeling gaande waarbij banken meer diverse diensten aanbieden.
* **Tussen banken en de beleggingssector:** De grenzen tussen bancaire en beleggingsactiviteiten worden minder strikt.
* **Tussen banken/beleggingssector en verzekeringen:** Er vindt desintermediatie plaats, met producten die elementen van beide sectoren combineren, zoals tak 21 en tak 23 verzekeringen.
> **Tip:** De "twin peaks II"-regelgeving (Wet 30 juli 2013) heeft deze productgewijze toenadering verder gestimuleerd door een meer geïntegreerde regulering van financiële producten.
#### 2.2.2 Integratie van toezicht en het 'twin peaks'-model
Na de financiële crisis is er een verschuiving geweest naar een meer geïntegreerd toezichtmodel, bekend als het 'twin peaks'-model. Dit model scheidt prudentieel toezicht van gedragstoezicht:
* **Prudentiële regulering:** Focust op de financiële stabiliteit en soliditeit van instellingen. Dit omvatte oorspronkelijk enkel de controle op de globale financiële situatie van een instelling, zonder toezicht op de individuele relatie tussen de financiële instelling en de klant.
* **Gedragstoezicht (ook wel productregulering):** Richt zich op de bescherming van consumenten en het waarborgen van eerlijke marktpraktijken.
De evolutie na de introductie van het 'twin peaks'-model ziet er als volgt uit:
* **Nationale Bank van België (NBB):** Verantwoordelijk voor macro-prudentieel en micro-prudentieel toezicht.
* **Single Supervisory Mechanism (SSM) (sinds 2014):** De Europese Centrale Bank (ECB) houdt direct toezicht op significante kredietinstellingen.
* **Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA):** Verantwoordelijk voor gedragstoezicht en de bescherming van retailklanten. Dit omvat onder meer reclame rond rekeningen en producttransparantie en gedragsregels voor beleggingsdiensten.
> **Tip:** De 'twin peaks II'-aanpak heeft gedragsregels uitgebreid tot "financiële producten" in bredere zin, inclusief spaarproducten en verzekeringsproducten. De Verzekeringswet van 4 april 2014 heeft dit 'twin peaks'-principe ook doorgetrokken naar de verzekeringssector, met Koninklijke Besluiten uit 2014 die de 'MiFID-isering' van verzekeringstussenpersonen bevorderden.
#### 2.2.3 Dominante EU-invloed en Europeanisering van toezicht
De Europese Unie speelt een cruciale rol in het landschap van financiële actoren en hun regulering.
* **Level playing field:** EU-regelgeving streeft naar een gelijk speelveld voor alle financiële instellingen binnen de lidstaten.
* **Coördinatie:** Er vindt coördinatie plaats op EU-niveau tussen de European Supervisory Authorities (ESA's).
* **Richtlijnen en Verordeningen:** EU-wetgeving, in de vorm van richtlijnen en verordeningen, leidt tot een toenemende harmonisatie van toezichts- en handhavingsregels.
* **Europees toezicht:** Er is sprake van een Europeanisering van het financieel toezicht, met potentieel direct toezicht door EU-instanties zoals de ECB en de European Securities and Markets Authority (ESMA).
### 2.3 Gereguleerde instellingen: Kapitaalmarktactoren
De regulering van kapitaalmarktactoren heeft een significante evolutie gekend, met name rondom de rol van beursvennootschappen.
#### 2.3.1 Historische evolutie van beursactoren
* **Vóór 1990:** Actoren die beursorders uitvoerden, stonden bekend als 'wisselagenten'. Zij opereerden als natuurlijke personen of vennootschappen met onbeperkte aansprakelijkheid. Het toezicht werd uitgeoefend door een deontologisch orgaan. Banken boden aanvullende diensten aan rond effecten, zoals tussenkomst bij uitgiftes en bemiddeling bij overdrachten.
* **1990: Wet van 4 december 1990 ('big bang'):** Dit markeerde een cruciale wijziging. De wisselagent werd vervangen door de 'effectenmakelaar', die verplicht werd zich te organiseren als een vennootschap ('beursvennootschap'). Het toezicht kwam in handen van de Commissie voor Bank- en Financiewezen (CBFA).
* **1995: Wet van 6 april 1995:** Introduceerde het statuut van de 'beleggingsonderneming', in lijn met de Europese Richtlijn Beleggingsdiensten (1993). Kredietinstellingen kregen een gedeeld monopolie voor de uitvoering van beurstransacties.
* **2016: Wet van 25 oktober 2016:** Leidde tot een verdere opsplitsing van deelstatuten. Het toezichtstatuut van de 'beursvennootschap' werd opgenomen in de 'Bankwet' van 25 april 2014.
* **2022: Wet van 20 juli 2022:** Nam het toezichtsstatuut van beursvennootschappen op in een specifieke wet, ter omzetting van de Europese 'Investment Firms Directive' (2019/2034).
#### 2.3.2 Organisatie van vermogensbeheer en beleggingsadvies
De regulering omvat ook entiteiten die zich bezighouden met collectief beleggingsbeheer.
* **Instellingen voor Collectieve Belegging (ICB's):** Deze worden beheerd via beheerreglementen.
* **Asset managers:** Zij beheren een pool van financiële activa en delen van deze activa (deelbewijzen).
* **Bewaarders:** Verantwoordelijk voor de bewaring van de activa van ICB's.
> **Tip:** Het toezicht op deze verschillende entiteiten zorgt voor een geïntegreerde aanpak van het beheer en de bewaring van beleggingsportefeuilles, wat cruciaal is voor de bescherming van investeerders.
---
# Europese invloed op financieel toezicht en regulering
Dit onderwerp onderzoekt de doorslaggevende rol van Europese regelgeving en toezichtsinstrumenten, zoals richtlijnen en verordeningen, bij het vormgeven van de financiële sector, met nadruk op de Europese standaardisatie van toezichts- en handhavingsregels en de directe rol van EU-instanties.
### 3.1 De evolutie van financieel toezicht en de rol van de EU
Traditioneel werd de financiële sector onderverdeeld in drie pijlers: bancaire actoren, kapitaalmarktactoren en verzekeringsactoren. De Europese regulering volgde aanvankelijk een sterk sectorale aanpak. De internationalisering van de financiële markten, met initiatieven als het Bazel-comité en IOSCO, en de reactie op de financiële crisis door de G20 en de Financial Stability Board, hebben geleid tot een grotere behoefte aan Europese coördinatie.
De toenemende despecialisering binnen de bancaire sector, de vervaging van grenzen tussen banken en de beleggingssector, en desintermediatie tussen banken, beleggingsondernemingen en verzekeringen, hebben de traditionele structuren uitgedaagd. De introductie van producten zoals Tak 21 en Tak 23 verzekeringen illustreert deze convergentie.
De financiële crisis heeft geleid tot een herziening van de toezichtsmodellen, met de invoering van het 'twin peaks'-model. Dit model scheidt prudentieel toezicht van gedragstoezicht.
* **Prudentieel toezicht:** Focust op de solvabiliteit en de algehele financiële stabiliteit van financiële instellingen. Het beoogt niet het toezicht op de individuele relatie tussen de financiële instelling en de klant.
* **Gedragstoezicht / Productregulering:** Richt zich op de bescherming van de retailklant, producttransparantie en gedragsregels bij het aanbieden van financiële producten en diensten.
Na de invoering van 'twin peaks II' in België, met de wet van 30 juli 2013, is de regulering uitgebreid naar een meer productgerichte benadering. Vanaf 2014 kreeg de Nationale Bank van België (NBB) macro- en micro-prudentieel toezicht toegewezen, terwijl de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) instaat voor het gedragstoezicht. De oprichting van het Single Supervisory Mechanism (SSM) in 2014 gaf de Europese Centrale Bank (ECB) direct toezicht op significante kredietinstellingen. De 'twin peaks'-benadering werd verder doorgetrokken in de verzekeringssector met de Verzekeringswet van 4 april 2014 en de bijbehorende koninklijke besluiten van 2014, die ook de 'MiFID-isering' van verzekeringstussenpersonen bewerkstelligden.
### 3.2 De dominante invloed van Europese regelgeving
De Europese Unie speelt een dominante rol in het vormgeven van de financiële sector. Dit wordt gekenmerkt door:
* **Vervaging van traditionele sectorale grenzen:** Europese regelgeving bevordert een meer geïntegreerd financieel systeem.
* **Creëren van een 'level playing field':** De EU streeft naar gelijke concurrentievoorwaarden voor alle financiële instellingen binnen de lidstaten.
* **Coördinatie op EU-niveau:** De Europese Toezichthoudende Autoriteiten (ESA's) spelen een cruciale rol in de coördinatie van het toezicht.
* **Europese standaardisatie:** Richtlijnen en verordeningen leiden tot meer eenvormige toezichts- en handhavingsregels in de hele Unie.
* **Rechtstreeks toezicht door EU-instanties:** Instellingen zoals de ECB en de European Securities and Markets Authority (ESMA) oefenen rechtstreeks toezicht uit.
### 3.3 Gereguleerde instellingen: bancaire actoren en kapitaalmarktactoren
De Europese invloed heeft geleid tot aanzienlijke veranderingen in de regulering van zowel bancaire als kapitaalmarktactoren.
#### 3.3.1 Gereguleerde instellingen: bancaire actoren
De regulering van banken is geëvolueerd van een nationale aanpak naar een sterk geïntegreerd Europees kader, met een nadruk op zowel prudentieel als gedragstoezicht.
#### 3.3.2 Gereguleerde instellingen: financiële markten en kapitaalmarktactoren
Historisch gezien kenden beursactiviteiten in België een specifieke ontwikkeling, van 'wisselagenten' die een monopolie hadden op de uitvoering van beursorders, tot de oprichting van effectenmakelaars en later beleggingsondernemingen.
* **Voor 1990:** Wisselagenten (natuurlijke personen of vennootschappen met onbeperkte aansprakelijkheid) stonden onder toezicht van deontologische organen. Banken boden aanvullende diensten aan rond effecten.
* **1990 (Big Bang):** De Wet van 4 december 1990 transformeerde de wisselagent naar 'effectenmakelaar', die verplicht vennootschapsvormen moest aannemen ('beursvennootschap'). Het toezicht kwam bij de CBFA (Commisie voor het Bank-, Financie- en Beleggingswezen).
* **1995:** De Wet van 6 april 1995 introduceerde het statuut van 'beleggingsonderneming', deels gebaseerd op de Richtlijn Beleggingsdiensten van 1993. Kredietinstellingen kregen een gedeeld monopolie op de uitvoering van beurstransacties.
* **2016-2022:** Verdere opsplitsingen en aanpassingen van statuten vonden plaats. De Wet van 25 oktober 2016 integreerde het toezicht op beursvennootschappen in de Bankwet van 25 april 2014. De Wet van 20 juli 2022 nam het toezichtsstatuut van beursvennootschappen op in een specifieke wet, ter omzetting van de 'Investment Firms Directive' 2019/2034.
De structuur van collectieve beleggingsinstellingen (ICB's) omvat beheerven die beleggingsportefeuilles beheren, en bewaarders die de activa bewaren. Dit model is verder gespecificeerd door Europese regelgeving om transparantie en investeerdersbescherming te waarborgen.
> **Tip:** Begrijp de impact van Europese richtlijnen en verordeningen op de convergentie en standaardisatie van financieel toezicht binnen de EU. Focus op de verschuiving van nationale, sectorale regulering naar een meer geïntegreerde, productgerichte en gedragsgeoriënteerde aanpak, mede gedreven door de crisis en de rol van EU-instanties.
> **Voorbeeld:** De invoering van MiFID II (Markets in Financial Instruments Directive II) is een uitstekend voorbeeld van Europese invloed. Het heeft geleid tot een aanzienlijke harmonisatie van regels voor beleggingsondernemingen en markten in de hele EU, met als doel een hoger niveau van investeerdersbescherming en marktintegriteit te realiseren. Dit omvatte onder meer strengere regels voor transparantie, de reikwijdte van gedragstoezicht en de afschaffing van bepaalde handelsplatformen.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Gereguleerde actoren | Entiteiten binnen de financiële sector die onderworpen zijn aan specifieke wet- en regelgeving en toezicht door autoriteiten, zoals banken, verzekeraars en beleggingsondernemingen. |
| Bancaire actoren | Financiële instellingen die zich primair bezighouden met bankactiviteiten, zoals het accepteren van deposito's, het verstrekken van leningen en het faciliteren van betalingen. |
| Kapitaalmarktactoren | Partijen die actief zijn op de kapitaalmarkten, waaronder effectenhuizen, vermogensbeheerders en beleggingsadviseurs, die zich bezighouden met de handel en het beheer van effecten en andere financiële instrumenten. |
| Asset managers | Professionele partijen die namens individuele of collectieve beleggers financiële activa beheren, met als doel het genereren van rendement en het minimaliseren van risico's volgens een vooraf bepaalde strategie. |
| Verrekenings- en vereffeningsinstellingen | Organisaties die verantwoordelijk zijn voor de financiële afwikkeling van transacties op de financiële markten, waarbij ze zorgen voor de overdracht van effecten en gelden tussen kopers en verkopers. |
| Prudentieel toezicht | Toezicht dat gericht is op de financiële soliditeit en stabiliteit van financiële instellingen, om te waarborgen dat zij voldoende kapitaal en liquiditeit hebben om aan hun verplichtingen te voldoen en financiële risico's te beheersen. |
| Gedragstoezicht | Toezicht dat zich richt op de manier waarop financiële instellingen zich gedragen in hun interactie met klanten en de markt, met als doel eerlijke handelspraktijken, consumentenbescherming en marktintegriteit te waarborgen. |
| Twin peaks-model | Een toezichtsmodel waarbij de verantwoordelijkheid voor het financiële toezicht wordt opgesplitst tussen twee autoriteiten: één die zich richt op prudentieel toezicht (financiële stabiliteit) en één die zich bezighoudt met gedragstoezicht (consumentenbescherming en marktgedrag). |
| Macro-prudentieel toezicht | Toezicht gericht op de stabiliteit van het financiële systeem als geheel, in plaats van op individuele instellingen, om systemische risico's te identificeren en te beheersen die de gehele economie kunnen beïnvloeden. |
| Micro-prudentieel toezicht | Toezicht gericht op de financiële gezondheid en het risicobeheer van individuele financiële instellingen, om faillissementen te voorkomen die negatieve gevolgen kunnen hebben voor andere instellingen en het bredere financiële systeem. |
| Retailklanten | Individuele consumenten die financiële producten en diensten afnemen voor persoonlijk gebruik, zoals spaarrekeningen, hypotheken en beleggingsproducten. |
| MifID-isering | Het proces van het toepassen van de regels en principes van de Markets in Financial Instruments Directive (MiFID) op specifieke financiële markten of producten, met als doel de transparantie en consumentenbescherming te vergroten. |
| Level playing field | Een situatie waarin alle concurrenten, ongeacht hun nationaliteit of omvang, onderworpen zijn aan dezelfde regels en omstandigheden, waardoor eerlijke concurrentie mogelijk is. |
| ESA's (European Supervisory Authorities) | Drie Europese autoriteiten (EBA voor banken, EIOPA voor verzekeringen en pensioenen, ESMA voor effecten) die toezicht houden op de financiële sector binnen de Europese Unie en bijdragen aan de harmonisatie van regelgeving en toezichtspraktijken. |
| Beursvennootschap | Een vennootschap die bevoegd is om bepaalde beurstransacties uit te voeren en effecten te verhandelen, onderworpen aan specifieke regelgeving en toezicht. |
| Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies | Een onderneming die professioneel diensten verleent op het gebied van vermogensbeheer en het geven van beleggingsadvies aan cliënten. |
| ICB (Instelling voor Collectieve Belegging) | Een beleggingsvehikel dat geld van meerdere beleggers samenbrengt om te beleggen in een gediversifieerde portefeuille van effecten of andere activa, beheerd door een professionele beheermaatschappij. |