Cover
Zacznij teraz za darmo 25-26 Verkenning kleuteronderwijs - les 2.pdf
Summary
# De rol van de leerkracht als begeleider, opvoeder, expert en organisator
Dit onderwerp verkent de vier kerncompetenties van de leerkracht: begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen, opvoeder, inhoudelijk expert en organisator, inclusief hun bijbehorende taken en pedagogische visies.
### 1.1 Basiscocompetentie 1: De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
De leerkracht als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen richt zich op het zo goed mogelijk tot ontwikkeling brengen van elk kind. Dit omvat het ontwerpen en voorbereiden van leeractiviteiten, waarbij rekening wordt gehouden met de beginsituatie van de kinderen, de doelen (conform het leerplan), de inhoud en ervaringen, de leermiddelen en werkvormen, en het creëren van een krachtige leeromgeving met een passend aanbod en themaopbouw [7](#page=7) [9](#page=9).
#### 1.1.1 Taken van de leerkracht als begeleider
De leerkracht bevordert of hanteert hierbij:
* Aangepaste werk- en groeperingsvormen voor de kinderen [8](#page=8).
* Krachtige leermiddelen en materialen [8](#page=8).
* Een krachtige leeromgeving met activiteiten, aanbod en themaopbouw [8](#page=8).
* Observatie en evaluatie van kinderen [8](#page=8).
* De betrokkenheid van alle kinderen, inclusief die met zorgvragen [8](#page=8).
#### 1.1.2 Doel van Basiscocompetentie 1
Het hoofddoel is om elk kind zo goed mogelijk tot ontwikkeling te brengen [9](#page=9).
### 1.2 Basiscocompetentie 2: De leraar als opvoeder
De leerkracht als opvoeder draagt bij aan de emancipatie en persoonlijke ontplooiing van kinderen door het creëren van een positief leefklimaat en het stimuleren van maatschappelijke participatie. Dit gebeurt vanuit een emancipatorische, leerlinggerichte visie die recht doet aan persoonlijke kwaliteiten en behoeften, gericht op optimale persoonlijke ontplooiing. Kortom, de leerkracht laat de mens in de leerling tot zijn recht komen [34](#page=34) [35](#page=35).
#### 1.2.1 Aspecten van de opvoedende rol
De leerkracht bevordert of hanteert:
* Een positief leefklimaat voor de kinderen [34](#page=34).
* De emancipatie van de kinderen [34](#page=34).
* Attitudevorming ter bevordering van individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie [34](#page=34).
* Actuele maatschappelijke ontwikkelingen in een pedagogische context [34](#page=34).
* Ondersteuning van lerenden in sociaal-emotionele probleemsituaties of met gedragsmoeilijkheden [34](#page=34).
* De fysieke en geestelijke gezondheid van de kinderen [34](#page=34).
* Communicatie met kinderen met diverse achtergronden in verschillende talige situaties [34](#page=34).
#### 1.2.2 Belang van de pedagogische rol
De pedagogische rol van de leerkracht is essentieel. Opvoeding wordt gezien als een gedeelde verantwoordelijkheid tussen ouders en school [37](#page=37) [38](#page=38).
### 1.3 Basiscocompetentie 3: De leraar als inhoudelijk expert
De leerkracht als inhoudelijk expert beheerst de basiskennis van de leerinhouden en kan deze kennis en vaardigheden toepassen bij de kinderen. Een essentieel aspect is het volgen en verwerken van recente ontwikkelingen in onderwerpen en vaardigheden, en het plaatsen van het eigen aanbod binnen het bredere onderwijsaanbod. Kennis speelt een belangrijke rol bij het leggen van fundamentele leerprincipes. Het gaat hierbij om het bepalen van het 'wat' (de doelen) maar niet per se het 'hoe' (de didactiek) [40](#page=40) [43](#page=43) [44](#page=44).
#### 1.3.1 Kennis en vaardigheden van de leerkracht
De leerkracht dient te beschikken over:
* Beheersing van de basiskennis van de leerinhouden voor kleuteronderwijs [40](#page=40).
* Het vermogen om leerinhouden (kennis en vaardigheden) toe te passen bij kinderen [40](#page=40).
* Bijblijven met recente ontwikkelingen over inhouden en vaardigheden [40](#page=40).
* Contextualisering van het eigen aanbod binnen het geheel van het onderwijsaanbod [40](#page=40).
### 1.4 Basiscocompetentie 4: De leraar als organisator
De leerkracht als organisator zorgt voor een gestructureerd werkklimaat, een soepel en efficiënt dag- en weekverloop, voert administratieve taken correct uit en creëert een stimulerende, werkbare en veilige klasruimte [46](#page=46).
#### 1.4.1 Kernaspecten van de organisatie
De leerkracht bevordert of hanteert:
* Een gestructureerd werkklimaat voor de kinderen [46](#page=46).
* Een soepel en efficiënt dag- en weekverloop [46](#page=46).
* Correcte uitvoering van administratieve taken [46](#page=46).
* Een stimulerende en werkbare klasruimte met aandacht voor veiligheid [46](#page=46).
#### 1.4.2 Belang van structuur en routines
Er is orde, discipline, rust en structuur nodig om tot leren te komen. Schoolbrede routines, vaste rituelen en gewoonten bieden houvast en helpen bij het creëren van een goede cultuur. Gedragingen die het leren ondersteunen, zijn belangrijke attitudes en vaardigheden die opgebouwd en aangeleerd worden en integraal deel uitmaken van goed onderwijs en klasmanagement [47](#page=47).
---
# Universeel Ontwerp voor Leren (UDL) en inclusie
Dit onderwerp verkent de principes van Universeel Ontwerp voor Leren (UDL) en de toepassing ervan om leeromgevingen toegankelijker te maken voor alle leerlingen, met een focus op diversiteit en het wegnemen van barrières.
### 2.1 De kern van inclusie en diversiteit
Inclusie gaat verder dan het simpelweg onderbrengen van leerlingen met een beperking of een label in het regulier onderwijs. Het principe is gebaseerd op het erkennen en omarmen van de uniciteit en verscheidenheid van alle leerlingen als een normaal gegeven en als vertrekpunt voor het ontwerpen van leeromgevingen. Diversiteit in de leeromgeving omvat een breed scala aan kenmerken, zoals leerproblemen, verstandelijke of fysieke beperkingen, gedragsstoornissen, verschillende gezinsvormen, of het zijn van een anderstalige leerling [11](#page=11).
### 2.2 Wat is Universal Design for Learning (UDL)?
Universal Design for Learning (UDL) is een raamwerk dat is ontworpen om leeromgevingen te creëren die toegankelijk zijn voor iedereen, waarbij diversiteit als norm wordt beschouwd. Het oorspronkelijke concept van "Universal Design" vindt zijn oorsprong in de architectuur, waar het gaat om het ontwerpen van gebouwen en omgevingen die gebruiksvriendelijk zijn voor een breed scala aan gebruikers, ongeacht leeftijd, vermogen of situatie [14](#page=14) [15](#page=15) [16](#page=16).
Het principe achter Universal Design is dat toegankelijkheid en bruikbaarheid een voordeel bieden voor iedereen, niet alleen voor mensen met specifieke behoeften. Het gaat om het vooraf nadenken over mogelijke barrières en deze proactief weg te nemen in het ontwerpproces van leeromgevingen. UDL past deze filosofie toe op het onderwijs, met als doel leeromgevingen te ontwikkelen die barrièrevrij zijn [18](#page=18).
UDL stelt drie centrale vragen die als leidraad dienen bij het ontwerpen van inclusieve leerervaringen [20](#page=20):
* Hoe kan ervoor gezorgd worden dat alle leerlingen gemotiveerd blijven om te leren?
* Hoe kan informatie op verschillende manieren aangeboden worden?
* Hoe kunnen leerlingen op verschillende manieren hun kennis en vaardigheden tonen?
#### 2.2.1 Toepassing van UDL in de praktijk
De principes van UDL kunnen worden geïllustreerd aan de hand van concrete voorbeelden in de kleuterklas:
* **Geluidsbeperking ten gunste van iedereen:** Wanneer een leerling, Sam, moeite heeft met concentratie door geluid (zoals schuivende stoelen), kunnen zachte doppen onder de stoelpoten worden geplaatst. Dit werd oorspronkelijk voorgesteld als een oplossing voor Sam, maar leidt tot een rustigere omgeving die alle kinderen ten goede komt. Dit illustreert hoe een aanpassing voor één leerling een bredere positieve impact kan hebben [21](#page=21).
* **Creëren van een prikkelarme hoek:** Voor een kleuter met autisme, Ruben, die overprikkeld kan raken en behoefte heeft aan rust, wordt een prikkelarme hoek ingericht. Deze hoek is toegankelijk voor alle kinderen die op bepaalde momenten behoefte hebben aan een rustige plek, waardoor het niet exclusief is voor Ruben [22](#page=22).
* **Gezinsuitbreiding bij evenementen:** Juf Sien organiseert een "Kom eens kijken in onze klas!" middag. In plaats van een traditionele "grootouder namiddag", nodigt ze de kleuters uit om personen uit hun leefwereld uit te nodigen. Dit erkent dat niet elk kind grootouders heeft die aanwezig kunnen zijn. Door de doelgroep te verbreden naar bijvoorbeeld tantes, nonkels, of buren, wordt rekening gehouden met de diversiteit van de gezinsstructuren van de kleuters [23](#page=23).
#### 2.2.2 Eigenaarschap en voorbeelden in UDL
Het toepassen van UDL is niet oneerlijk; het is juist eerlijker omdat het tegemoetkomt aan de specifieke onderwijsbehoeften van leerlingen, zowel met als zonder een officiële diagnose of attest [24](#page=24).
Het is cruciaal om eigenaarschap te geven aan de leerlingen en dit te bespreken met ouders en de leerling zelf [24](#page=24).
> **Voorbeeld:** Een leerkracht kan het gesprek aangaan met een leerling: "Ik zie dat je de hoofdtelefoon dan gebruikt hebt en dan niet. Merkte je het verschil? Helpt het jou?". Dit soort vragen stimuleert zelfreflectie en bewustwording bij de leerling over wat voor hen werkt [24](#page=24).
> **Tip:** Universal Design for Learning bevordert proactief ontwerp om barrières weg te nemen, in plaats van achteraf oplossingen te bieden voor individuele problemen. Het streeft naar flexibiliteit en keuzevrijheid in de leeromgeving.
---
# Zorgcontinuüm en specifieke onderwijsbehoeften
Dit onderwerp verkent het concept van het zorgcontinuüm binnen het Vlaamse onderwijs, met specifieke aandacht voor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften en hoe hun maximale ontplooiing bevorderd kan worden.
### 3.1 Het zorgcontinuüm in het Vlaamse onderwijs
Het zorgcontinuüm beschrijft de evolutie en de verschillende niveaus van ondersteuning die leerlingen kunnen ontvangen binnen het onderwijslandschap. Dit concept is essentieel om leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften (SOB) te begeleiden naar maximale ontplooiing, leerwinst, welbevinden, zelfredzaamheid en volwaardige participatie [26](#page=26) [28](#page=28).
Het zorgcontinuüm omvat zowel het gewoon onderwijs als het buitengewoon onderwijs. De basis van het gewoon onderwijs bestaat uit het kleuter- en lager onderwijs (bao) [26](#page=26).
#### 3.1.1 Het decreet leersteun
Met ingang van 1 september 2023 is het decreet leersteun, ook wel het M-decreet genoemd, van kracht. Dit decreet heeft als doel leersteun te bevorderen op verschillende niveaus [27](#page=27):
* **Leerlingenniveau:** Leersteun richt zich op het ondersteunen van individuele leerlingen [28](#page=28).
* **Leerkrachtenniveau:** Leersteun versterkt de competenties van leraren in het begeleiden van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften [28](#page=28).
* **Schoolniveau:** Leersteun draagt bij aan het creëren van een inclusieve klaspraktijk en schoolcultuur [28](#page=28).
Het decreet leersteun bevordert specifiek de maximale ontplooiing, leerwinst, het welbevinden, de zelfredzaamheid en de volwaardige participatie van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften in het gewoon onderwijs. Bovendien versterkt het de capaciteiten van leraren en schoolteams om leerlingen met SOB te begeleiden en een inclusieve omgeving te realiseren [28](#page=28).
> **Tip:** Het is belangrijk om te beseffen dat ondanks de inspanningen, er nog steeds uitdagingen bestaan in de praktijk van zorg en ondersteuning voor leerlingen [30](#page=30).
Het decreet leersteun is cruciaal voor het realiseren van een inclusief onderwijssysteem waarin elke leerling de nodige ondersteuning krijgt om zijn of haar potentieel te bereiken. Dit impliceert een continue focus op het welzijn en de leerontwikkeling van elke leerling binnen het zorgcontinuüm [28](#page=28).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Basiscompetenties | De kernvaardigheden en -rollen die van een leerkracht worden verwacht in het onderwijs, onderverdeeld in verschillende domeinen zoals begeleider, opvoeder, expert en organisator. |
| UDL (Universal Design for Learning) | Een onderwijsfilosofie en een kader dat gericht is op het creëren van flexibele leeromgevingen die toegankelijk zijn voor alle leerlingen, door proactief barrières voor leren weg te nemen en diverse leermethoden aan te bieden. |
| Zorgcontinuüm | Het geheel van ondersteuningsmaatregelen en -diensten die beschikbaar zijn voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, van vroege detectie tot gespecialiseerde hulp, om hun maximale ontwikkeling te garanderen. |
| Inclusie | Het principe waarbij alle leerlingen, ongeacht hun achtergrond, kenmerken of behoeften, welkom zijn en volledig kunnen participeren in het reguliere onderwijs en de samenleving. |
| Leersteun | Ondersteuning die wordt geboden aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften binnen het gewoon onderwijs, gericht op het versterken van hun leerproces, welbevinden en zelfredzaamheid. |
| Krachtige leermiddelen | Materialen en hulpmiddelen die het leerproces op een effectieve en boeiende manier ondersteunen en die aansluiten bij de behoeften en het niveau van de leerlingen. |
| Krachtige leeromgeving | Een omgeving waarin leerlingen worden gestimuleerd om actief deel te nemen, te ontdekken en te leren, gekenmerkt door rijke activiteiten, een passend aanbod en een coherente thematische opbouw. |
| Emancipatie | Het proces waarbij individuen of groepen worden bevrijd van onderdrukking en beperkingen, en de mogelijkheid krijgen om hun volledige potentieel te ontwikkelen en actief deel te nemen aan de samenleving. |
| Pedagogische context | De omstandigheden en de omgeving waarin opvoeding en onderwijs plaatsvinden, inclusief sociale, culturele en emotionele factoren die het leerproces van kinderen beïnvloeden. |
| Didactiek | De wetenschap en kunst van het onderwijzen; de methoden en strategieën die worden gebruikt om kennis en vaardigheden over te dragen aan leerlingen. |