Cover
Zacznij teraz za darmo PPT_Venb_3KM_reeks_6_(Belastingberekening)_25-26.pptx
Summary
# Berekening van de basisbelasting
Dit hoofdstuk behandelt de berekening van de basisbelasting binnen het Belgische vennootschapsrecht, met aandacht voor het gewone stelsel, diverse tarieven en afzonderlijke aanslagen.
## 1. Berekening van de basisbelasting
De berekening van de basisbelasting volgt het "gewone stelsel van aanslag". Dit stelsel kent een algemeen basistarief, een verminderd basistarief en bijzondere tarieven, evenals afzonderlijke aanslagen voor specifieke situaties zoals niet bewezen lasten en de liquidatiereserve.
### 1.1 Het gewone stelsel van aanslag
#### 1.1.1 Basistarief
Het algemene basistarief voor de vennootschapsbelasting bedraagt 25%.
#### 1.1.2 Verminderd basistarief
Een verminderd tarief van 20% is van toepassing op het deel van de belastbare grondslag dat 100 000 euro niet overschrijdt. Dit verlaagde tarief is onderworpen aan specifieke voorwaarden.
#### 1.1.3 Voorwaarden voor het verminderde tarief
Om van het verminderde tarief van 20% te kunnen genieten, moet de vennootschap aan de volgende voorwaarden voldoen:
1. **Kleine vennootschap:** De vennootschap moet op het moment van het aanleggen van de liquidatiereserve worden beschouwd als een kleine vennootschap.
2. **Geen financiële vennootschap:** De vennootschap mag geen financiële vennootschap zijn. Dit betekent dat de beleggingswaarde van de aandelen die de vennootschap bezit, maximaal 50% mag bedragen van het gestorte kapitaal, de belaste reserves en de geboekte meerwaarden (op eindbalans).
3. **Aandeelhouderschap:** De aandelen die het kapitaal vertegenwoordigen, moeten op de datum van afsluiten van het boekjaar voor ten minste de helft in handen zijn van natuurlijke personen of verenigingen zonder winstoogmerk (vzw's).
4. **Bezoldiging van bedrijfsleider:** De vennootschap moet aan minstens één bedrijfsleider een bezoldiging toekennen van minstens 45 000 euro per jaar.
* Deze voorwaarde is niet van toepassing in de eerste vier belastbare tijdperken van de vennootschap, tenzij er sprake is van een omvorming van een eenmanszaak naar een vennootschap.
* Indien de belastbare winst van de vennootschap lager is dan 45 000 euro, dan dient de minimumbezoldiging gelijk te zijn aan deze belastbare winst.
* Volgens het "Zomerakkoord" moet de bezoldiging minstens 50 000 euro bedragen en mag deze maximaal voor 20% bestaan uit voordelen van alle aard (VAA).
#### 1.1.4 Bijzondere tarieven
Naast het algemene en het verminderde tarief bestaan er ook bijzondere tarieven die van toepassing zijn in specifieke situaties (zoals hieronder beschreven bij afzonderlijke aanslagen).
### 1.2 Afzonderlijke aanslagen
Afzonderlijke aanslagen zijn heffingen die op specifieke inkomsten of reserves worden toegepast, los van de algemene belastbare winst.
#### 1.2.1 Aanslag op niet bewezen lasten en bedragen
Dit betreft een bijzondere aanslag van 100%, die soms ook 50% kan bedragen. Dit wordt beschouwd als een "vergelegen uitgave" (VU), wat betekent dat de niet-bewezen lasten niet aftrekbaar zijn als beroepskost.
* Deze heffing is altijd verschuldigd, ongeacht of de vennootschap een fiscaal verlies lijdt.
* Er kunnen geen aftrekbewerkingen worden toegepast op de aanslagbasis en er is geen verrekening mogelijk met voorheffingen.
Er worden verschillende categorieën onderscheiden:
* **Geheime commissielonen:** Dit zijn vergoedingen en voordelen van alle aard (VAA) die niet op individuele fiches worden vermeld. Hierop rust een bijzondere aanslag van 100%. Indien de begunstigde een rechtspersoon is, kan dit 50% bedragen.
* **Ontsnappingsroutes:**
1. Spontane aangifte door de begunstigde.
2. Identificatie van de begunstigde binnen twee jaar en zes maanden vanaf de eerste dag van het aanslagjaar.
3. Indien de begunstigde niet tijdig geïdentificeerd wordt, maar de vennootschap kan bewijzen dat de begunstigde belastingen heeft betaald op de ontvangen vergoedingen.
* **Meerwinsten:** Dit betreft meerwinsten die voortkomen uit een niet-correcte of frauduleuze boekhouding. Hierop rust een bijzondere aanslag van 100%.
* **Smeergelden:** Ook op smeergelden wordt een bijzondere aanslag van 100% geheven.
#### 1.2.2 Afzonderlijke aanslag op de liquidatiereserve
Deze aanslag is van toepassing op liquidatiereserves die door kleine vennootschappen worden aangelegd.
* **Aanleggen liquidatiereserve:**
* De heffing bedraagt 10% op de liquidatiereserve. Dit is een afzonderlijke aanslag.
* Er moet voldaan worden aan de onaantastbaarheidsvoorwaarde, wat inhoudt dat de reserve geboekt moet worden op een subrekening van de beschikbare reserves of de wettelijke reserves.
* De maximale liquidatiereserve die kan worden aangelegd, is gelijk aan de winst van het boekjaar na belastingen.
* De aanleg van de liquidatiereserve moet gebeuren via opgave 275A.
* **Uitkering van de liquidatiereserve:**
* Voor liquidatiereserves die uiterlijk op 31 december 2025 werden aangelegd, geldt dat voor uitkeringen vanaf 29 juli 2025 (datum van publicatie van het programmawet in het Belgisch Staatsblad) specifieke tarieven van toepassing zijn.
* Voor liquidatiereserves die na 31 december 2025 worden aangelegd, wordt een verhoging van 6,5% naar 9,8% voorzien in het begrotingsakkoord van 24 november 2025. Dit geldt voor liquidatiereserves aangelegd vanaf een nog te bepalen datum.
> **Tip:** Het is cruciaal om de voorwaarden voor het verminderde tarief en de regels rond de liquidatiereserve nauwkeurig na te leven om fiscale voordelen te behalen en boetes te vermijden.
> **Voorbeeld:** Een kleine vennootschap heeft een belastbare winst van 80 000 euro. Het deel tot 100 000 euro wordt belast tegen 20%, dus op 80 000 euro is het tarief 20%. De vennootschap voldoet aan alle andere voorwaarden. De belasting op dit deel bedraagt $80.000 \times 0.20 = 16.000$ euro. Het resterende deel van de winst wordt tegen het basistarief van 25% belast.
---
# Afzonderlijke aanslagen op de liquidatiereserve
Dit onderdeel gaat dieper in op de specifieke fiscale behandeling van de aanleg en uitkering van een liquidatiereserve, exclusief voor kleine vennootschappen.
### 2.1 Definitie en doel van de liquidatiereserve
Een liquidatiereserve is een specifieke reserve die kleine vennootschappen kunnen aanleggen om een fiscaal gunstiger liquidatie te realiseren. Het doel is om een deel van de winst die op een later moment wordt uitgekeerd, te laten belasten aan een lager tarief dan het standaard vennootschapsbelastingtarief, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.
### 2.2 Aanleg van de liquidatiereserve
#### 2.2.1 Toepassingsgebied
De mogelijkheid om een liquidatiereserve aan te leggen is strikt voorbehouden aan **kleine vennootschappen**. Dit moet het geval zijn op het moment van aanleg van de liquidatiereserve.
#### 2.2.2 Fiscale heffing bij aanleg
Bij het aanleggen van de liquidatiereserve wordt een **afzonderlijke aanslag** geheven. Het tarief hiervan bedraagt **10 procent** van het bedrag dat als liquidatiereserve wordt geboekt. Deze heffing is niet onderworpen aan de normale vennootschapsbelastingtarieven.
#### 2.2.3 Onaantastbaarheidsvoorwaarde
Om te kunnen genieten van de gunstige fiscale behandeling bij latere uitkering, moet de liquidatiereserve voldoen aan een **onaantastbaarheidsvoorwaarde**. Dit houdt in dat de gereserveerde bedragen correct moeten worden geboekt. De liquidatiereserve dient te worden opgenomen op een **subrekening van de beschikbare reserves of wettelijke reserves**.
#### 2.2.4 Maximale limiet
Er geldt een maximale limiet voor het bedrag dat als liquidatiereserve kan worden aangelegd. Deze limiet is gelijk aan de **winst van het boekjaar na belasting**.
> **Tip:** De aanleg van de liquidatiereserve en de bijhorende 10% heffing moeten worden aangegeven via het formulier 275A.
### 2.3 Uitkering van de liquidatiereserve
De fiscale behandeling van de uitkering van een liquidatiereserve hangt af van de datum waarop deze reserve werd aangelegd en de datum van uitkering.
#### 2.3.1 Liquidatiereserve aangelegd uiterlijk op 31 december 2025
Voor liquidatiereserves die werden aangelegd uiterlijk op 31 december 2025, geldt dat voor uitkeringen die plaatsvinden **vanaf 29 juli 2025** (de datum van publicatie van de programmawet in het Belgisch Staatsblad), er een specifiek tarief van toepassing is.
#### 2.3.2 Liquidatiereserve aangelegd na 31 december 2025
Voor liquidatiereserves die worden aangelegd na 31 december 2025, zijn er nog geen definitieve tarieven bekend op basis van het begrotingsakkoord van 24 november 2025. Er is sprake van een mogelijke verhoging van het basistarief van 6,5 procent naar **9,8 procent** voor liquidatiereserves aangelegd vanaf een nog te bepalen datum.
### 2.4 Overige relevante fiscale bepalingen
#### 2.4.1 Basistarief roerende voorheffing
Voor de uitkering van dividenden gelden verschillende basistarieven voor de roerende voorheffing. Een **5 procent** tarief is van toepassing op de liquidatiereserve.
#### 2.4.2 VVPR-bis en liquidatiereserve
Er zijn specifieke tarieven voor de roerende voorheffing in het kader van VVPR-bis regelingen in combinatie met liquidatiereserves:
* Een tarief van **20 procent** geldt voor dividenden die betrekking hebben op de liquidatiereserve en VVPR-bis.
> **Tip:** Bij het toepassen van de VVPR-bis regeling moet er rekening mee gehouden worden dat deze enkel van toepassing is voor kleine vennootschappen. De aandelen moeten op naam staan en volgestort zijn.
#### 2.4.3 Begrotingsakkoord 24 november 2025
Het begrotingsakkoord van 24 november 2025 voorziet in een mogelijke verhoging van het tarief van 15 procent naar **18 procent** voor dividenden die worden uitgekeerd vanaf een nog te bepalen datum, met betrekking tot VVPR-bis en de liquidatiereserve.
#### 2.4.4 Voorafbetalingen
De afzonderlijke aanslagen op de liquidatiereserve zijn **niet onderworpen** aan de normale regels voor voorafbetalingen. Dit betekent dat er geen vermeerdering van belasting van 6,75 procent (aanslagjaar 2026) is verschuldigd indien de voorafbetalingen onvoldoende zijn voor deze specifieke aanslag. Voor KMO-vennootschappen geldt er in de eerste drie jaar geen vermeerdering van belasting wegens onvoldoende voorafbetalingen.
---
# Effectief verschuldigde of terugvorderbare belasting
Deze sectie behandelt de behandeling van niet-terugbetaalbare en terugbetaalbare voorheffingen, met een focus op de roerende voorheffing en de toepassing van tarieven op liquidatiereserves en VVPR-bis aandelen.
### 3.1 Niet terugbetaalbare voorheffingen
De Belgische bedrijfsvoorheffing (BBV) wordt beschouwd als een verrekenbare, maar niet terugbetaalbare voorheffing. Dit betekent dat de vennootschap de BBV die door derden is ingehouden op inkomsten die aan de vennootschap toekomen, kan verrekenen met haar eigen verschuldigde belastingen. Indien de BBV echter hoger is dan de verschuldigde belasting, wordt het overschot niet aan de vennootschap terugbetaald.
### 3.2 Terugbetaalbare voorheffingen
Terugbetaalbare voorheffingen daarentegen, kunnen, indien ze de verschuldigde belasting overschrijden, worden teruggevraagd door de vennootschap.
Een belangrijk voorbeeld van een terugbetaalbare voorheffing is de roerende voorheffing (RV).
**Uitzondering binnen de roerende voorheffing:** De RV die de vennootschap ten laste neemt bij de uitkering van een netto-gedecreteerd dividend is **niet** verrekenbaar. Dit is een cruciaal punt om te onthouden, aangezien de vennootschap deze kosten zelf draagt en niet kan recupereren via verrekening.
#### 3.2.1 Toepassing van tarieven op liquidatiereserves en VVPR-bis aandelen
De roerende voorheffing kent verschillende tarieven, afhankelijk van de aard van de uitkering of inbreng:
* **Algemeen basistarief:** 30%
* **Uitzonderingen met verlaagde tarieven:**
* 5% op bepaalde liquidatiereserves.
* 6,5% op liquidatiereserves.
* 15% op dividenden die betrekking hebben op VVPR-bis aandelen.
* 20% op bepaalde liquidatiereserves en dividenden met betrekking tot VVPR-bis aandelen.
##### 3.2.1.1 Liquidatiereserve
De aanleg van een liquidatiereserve is voorbehouden aan **kleine vennootschappen** op het moment van aanleg. Er wordt een afzonderlijke aanslag van **10%** geheven op deze liquidatiereserve. Deze heffing is een specifieke belasting op het gereserveerde bedrag en wordt beschouwd als een afzonderlijke aanslag.
* **Voorwaarden:** De liquidatiereserve moet onaantastbaar zijn. Dit betekent dat het bedrag geboekt moet worden op een subrekening van de beschikbare reserves of de wettelijke reserves.
* **Maximaal bedrag:** De maximale liquidatiereserve die kan worden aangelegd, is gelijk aan de winst van het boekjaar na belastingen.
* **Uitkering van de liquidatiereserve:**
* Voor liquidatiereserves aangelegd uiterlijk op 31 december 2025, gelden specifieke tarieven voor uitkeringen vanaf 29 juli 2025.
* Voor liquidatiereserves aangelegd na 31 december 2025 wordt een verhoging van het tarief naar 9,8% voorzien, van 6,5%, voor uitkeringen vanaf een nog te bepalen datum.
##### 3.2.1.2 VVPR-bis aandelen
Het VVPR-bis regime (Verlaagd Vroegtijdige Prijs-Bis) biedt een verlaagd tarief op dividenden voor kleine vennootschappen.
* **Voorwaarden:**
* De dividenden moeten betrekking hebben op nieuwe inbrengen in geld vanaf 1 juli 2013.
* De nieuwe aandelen moeten op naam zijn en volledig volgestort.
* **Tarieven RV:**
* **20%** voor dividenden die betrekking hebben op het tweede boekjaar na dat van de inbreng (enkel van toepassing voor inbrengen tot 31 december 2025).
* **15%** voor dividenden vanaf het derde boekjaar na dat van de inbreng.
* **Begrotingsakkoord 24 november 2025:** Er is een voorgestelde verhoging van het tarief van 15% naar 18% voor dividenduitkeringen vanaf een nog te bepalen datum.
> **Tip:** Het is cruciaal om de specifieke voorwaarden en de timing van de inbrengen en uitkeringen nauwkeurig te volgen om te bepalen welk tarief van roerende voorheffing van toepassing is op VVPR-bis aandelen en liquidatiereserves.
### 3.3 Voorafbetalingen
Onvoldoende voorafbetalingen door de vennootschap kunnen leiden tot een vermeerdering van de te betalen belasting. Voor aanslagjaar 2026 bedraagt deze vermeerdering **6,75%**.
**Belangrijke kanttekening:** Deze vermeerdering is niet van toepassing op de afzonderlijke aanslagen.
#### 3.3.1 Vermijden van de vermeerdering via voorafbetalingen (aj. 2026)
Om de vermeerdering van de belasting te vermijden, kunnen vennootschappen tijdig voorafbetalingen verrichten.
* **KMO-vennootschap:** Een KMO-vennootschap is vrijgesteld van deze vermeerdering in de eerste drie jaar van haar bestaan.
> **Tip:** Goede planning van voorafbetalingen is essentieel om te allen tijde onnodige belastingvermeerderingen te voorkomen. Raadpleeg de geldende regels en tarieven per aanslagjaar.
---
# Voorafbetalingen en vermeerdering van de belasting
Hier is een samenvatting over voorafbetalingen en vermeerdering van de belasting, opgesteld als een examengericht studieonderdeel.
## 4. Voorafbetalingen en vermeerdering van de belasting
Dit onderdeel behandelt de gevolgen van onvoldoende voorafbetaalde belastingen en de bijbehorende vermeerderingspercentages, met specifieke aandacht voor uitzonderingen voor KMO-vennootschappen.
### 4.1 Vermeerdering van de belasting wegens onvoldoende voorafbetalingen
Wanneer een vennootschap onvoldoende voorafbetalingen verricht, kan de verschuldigde belasting verhoogd worden. Voor het aanslagjaar 2026 bedraagt deze vermeerdering 6,75 procent. Deze vermeerdering is niet van toepassing op afzonderlijke aanslagen.
> **Tip:** Het is cruciaal om tijdig en correcte voorafbetalingen te doen om deze bijkomende kost te vermijden. De berekening van de optimale voorafbetalingen is een belangrijk aspect van fiscaal beheer.
#### 4.1.1 Vermijden van de vermeerdering
Om de vermeerdering van de belasting te vermijden, kunnen vennootschappen voorafbetalingen doen.
#### 4.1.2 Uitzonderingen voor KMO-vennootschappen
Kleine vennootschappen (KMO's) genieten een specifieke uitzondering met betrekking tot de vermeerdering wegens onvoldoende voorafbetalingen. Voor de eerste drie belastbare tijdperken na hun oprichting of, in het geval van een omvorming van een eenmanszaak naar een vennootschap, na die omvorming, is er geen vermeerdering verschuldigd, zelfs indien er onvoldoende voorafbetalingen zijn gedaan.
> **Tip:** Dit is een belangrijke fiscale stimulans voor jonge KMO's om hen te ontlasten tijdens de opstartfase. Houd de termijn van drie jaar goed in de gaten.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Gewoon stelsel van aanslag | Het standaard belastingstelsel waarbij de winst van een vennootschap progressief of tegen een vast tarief wordt belast, afhankelijk van de specifieke regels. |
| Basistarief | Het standaard belastingtarief dat van toepassing is op de belastbare winst van een vennootschap onder het gewone stelsel. |
| Verminderd basistarief | Een lager belastingtarief dat van toepassing is op een deel van de belastbare grondslag, mits aan specifieke voorwaarden wordt voldaan, zoals voor kleine vennootschappen tot een bepaalde winstgrens. |
| Bijzondere tarieven | Specifieke belastingtarieven die van toepassing zijn op bepaalde inkomsten of winsten, zoals liquidatiereserves of meerwinsten, in plaats van het algemene tarief. |
| Afzonderlijke aanslagen | Een belasting die apart wordt geheven op specifieke posten, zoals niet bewezen lasten of liquidatiereserves, en die vaak losstaat van de algemene winstberekening. |
| Niet bewezen lasten en bedragen | Kosten die een vennootschap in haar boekhouding heeft opgenomen, maar waarvoor de fiscale autoriteiten geen sluitend bewijs kunnen vinden of die als niet-aftrekbaar worden beschouwd. |
| Liquidatiereserve | Een reserve die door een vennootschap kan worden aangelegd uit haar winsten na belastingen, met als doel latere uitkering te faciliteren tegen een gunstiger fiscaal regime. |
| Kleine vennootschap | Een vennootschap die aan bepaalde criteria voldoet op het gebied van omzet, balanstotaal en personeelsbestand, wat recht kan geven op specifieke fiscale voordelen zoals een verminderd basistarief. |
| Financiële vennootschap | Een vennootschap die hoofdzakelijk tot doel heeft financiële participaties aan te houden, waarbij de beleggingswaarde van de aandelen een belangrijke indicator is. |
| Bedrijfsleider | Een natuurlijke persoon die leiding geeft aan een vennootschap en daarvoor een bezoldiging ontvangt. |
| Zomerakkoord | Een politiek akkoord dat kan leiden tot aanpassingen in de fiscale wetgeving, bijvoorbeeld met betrekking tot de minimale bezoldiging van bedrijfsleiders. |
| Geheime commissielonen | Vergoedingen of voordelen die niet op individuele fiches worden vermeld en waarvan de begunstigde niet geïdentificeerd kan worden, wat kan leiden tot een bijzondere aanslag. |
| Meerwinsten | Winsten die voortkomen uit een niet-correcte of frauduleuze boekhouding, wat kan resulteren in een bijzondere aanslag. |
| Smeergelden | Betalingen die worden gedaan om ongeoorloofde voordelen te verkrijgen in het handelsverkeer, en die onderworpen zijn aan een bijzondere aanslag. |
| Onaantastbaarheidsvoorwaarde | Een vereiste waaraan een aanlegde reserve moet voldoen om specifieke fiscale voordelen te genieten, wat inhoudt dat deze reserve niet zomaar mag worden aangewend voor andere doeleinden. |
| Beschikbare reserves | Reserves van een vennootschap die niet wettelijk zijn gebonden en die, onder bepaalde voorwaarden, kunnen worden uitgekeerd of aangewend. |
| Wettelijke reserves | Reserves die door de wet verplicht zijn om door een vennootschap te worden aangelegd en aangehouden. |
| Opgave 275A | Een fiscaal document dat gebruikt wordt voor de aangifte van specifieke informatie met betrekking tot de belasting van vennootschappen. |
| Niet terugbetaalbare voorheffingen | Belastingen die door een vennootschap zijn ingehouden en afgedragen aan de fiscus, welke weliswaar verrekenbaar zijn met de verschuldigde vennootschapsbelasting, maar niet kunnen worden teruggevraagd indien ze de belasting overstijgen. |
| FBB | Federale Belasting (mogelijk gerelateerd aan voorheffingen of een specifieke belastingcategorie). |
| Terugbetaalbare voorheffingen | Belastingen die door een vennootschap zijn ingehouden en afgedragen aan de fiscus, welke zowel verrekenbaar zijn als kunnen worden teruggevraagd indien ze de verschuldigde vennootschapsbelasting overstijgen. |
| Roerende voorheffing (RV) | Een bronbelasting die wordt ingehouden op inkomsten zoals dividenden, rente en royalty's. |
| Netto-gedecreteerd dividend | Het bedrag van een dividend dat na aftrek van de roerende voorheffing wordt uitgekeerd aan de aandeelhouders. |
| VVPR-bis | Een regime dat een verlaagd tarief voor roerende voorheffing biedt op dividenden die betrekking hebben op nieuwe inbrengen in geld vanaf een bepaalde datum, onder voorwaarden. |
| Inbrengen in geld | Kapitaalinjecties die een vennootschap ontvangt door de storting van geld door aandeelhouders of investeerders. |
| Volstort | Wanneer het volledige bedrag van een aandeleninbreng is betaald. |
| Voorafbetalingen | Betalingen van vennootschapsbelasting die de vennootschap gedurende het belastbaar tijdperk verricht om een belastingvermeerdering wegens laattijdige betaling te vermijden. |
| Vermeerdering belasting | Een verhoging van de verschuldigde vennootschapsbelasting die wordt opgelegd wanneer niet tijdig of onvoldoende voorafbetalingen zijn gedaan. |
| KMO-vennootschap | Een vennootschap die valt onder de definitie van een kleine of middelgrote onderneming, vaak met specifieke fiscale en administratieve voordelen. |