Cover
Zacznij teraz za darmo H07: Personeel.pdf
Summary
# Bedrijfsvoorheffing en belastingen
Dit onderwerp behandelt de berekening en regels rondom de bedrijfsvoorheffing in 2023, met een focus op de sleutelformule en voorbeelden van berekeningen voor werknemers.
### 1.1 Introductie tot de bedrijfsvoorheffing 2023
Sinds januari 2023 is de berekening van de bedrijfsvoorheffing op periodieke bezoldigingen voor werknemers, bedrijfsleiders en SWT'ers gewijzigd. De oude jaarlijkse tabellen, gebaseerd op afronding van het belastbaar inkomen naar een veelvoud van 15 euro, zijn verdwenen. De nieuwe berekening is gunstiger, omdat een bruto verhoging van een bezoldiging, pensioen of SWT-uitkering nooit meer zal leiden tot een lager nettobedrag [6](#page=6).
### 1.2 De sleutelformule voor de berekening
De vroegere schalen I, II en III zijn vervangen door een berekening die gebaseerd is op een sleutelformule. De bedrijfsvoorheffing wordt in de volgende stappen berekend [7](#page=7):
1. Vaststellen van een bruto jaarinkomen [7](#page=7).
2. Berekening van een belastbaar netto jaarinkomen [7](#page=7).
3. Berekening van de jaarbelasting, bestaande uit basisbelasting en belastingverminderingen [7](#page=7).
4. Vaststellen van de bedrijfsvoorheffing [7](#page=7).
5. Toepassen van andere belastingverminderingen [7](#page=7).
#### 1.2.1 Stap 1: Vaststellen van een bruto jaarinkomen
Het betaalde brutobedrag van de maandelijkse bezoldiging wordt verminderd met de RSZ-bijdragen (13,07%). Het bekomen verschil, afgerond op twee cijfers na de komma, wordt vervolgens vermenigvuldigd met 12 om het bruto jaarinkomen te bekomen [9](#page=9).
Bonussen of dubbel vakantiegeld worden niet meegenomen in deze berekening, aangezien deze onder de exceptionele bedrijfsvoorheffing vallen [8](#page=8).
#### 1.2.2 Stap 2: Berekening van een belastbaar netto jaarinkomen
Van het bruto jaarinkomen mogen de forfaitaire beroepskosten in mindering worden gebracht. De forfaitaire beroepskosten bedragen 30% van het bruto jaarinkomen tot een bedrag van 18.366,67 euro, met een maximum van 5.510 euro. Het resultaat van deze aftrek wordt ook afgerond op twee cijfers na de komma [10](#page=10).
#### 1.2.3 Stap 3: Berekening van de jaarbelasting
##### 1.2.3.1 Basisbelasting
De basisbelasting wordt berekend op het belastbaar netto jaarinkomen volgens een progressieve schijf. De tarieven zijn als volgt [11](#page=11):
* 26,75% op het inkomen van 0,01 euro tot 15.170,00 euro [11](#page=11).
* 4.057,98 euro plus 42,80% op de schijf boven 15.170,00 euro, voor inkomens tussen 15.170,01 euro en 24.260,00 euro [11](#page=11).
* 7.948,50 euro plus 48,15% op de schijf boven 24.260,00 euro, voor inkomens tussen 24.260,01 euro en 46.340,00 euro [11](#page=11).
* 18.580,02 euro plus 53,50% op de schijf boven 46.340,00 euro, voor inkomens boven 46.340,00 euro [11](#page=11).
##### 1.2.3.2 Belastingverminderingen
Van de berekende jaarbelasting mogen verschillende verminderingen worden afgetrokken [13](#page=13).
De belastingvrije som zorgt voor een vermindering [12](#page=12).
> **Tip:** Voor 2023 zijn de tarieven die gebruikt worden voor de berekening van de bedrijfsvoorheffing 16,56%, 26,85%, 33,45%, 36,03% en 37,98%. Er is ook een tarief van 0,29254% [3](#page=3) [4](#page=4) [5](#page=5).
#### 1.2.4 Stap 4: Bedrijfsvoorheffing
De jaarbelasting wordt gedeeld door 12 om de maandelijkse belasting, oftewel de bedrijfsvoorheffing, te bekomen [14](#page=14).
#### 1.2.5 Stap 5: Andere belastingverminderingen
Van de maandelijkse verschuldigde bedrijfsvoorheffing kunnen nog bijkomende verminderingen worden afgetrokken. Voorbeelden hiervan zijn [15](#page=15):
* De vermindering voor groepsverzekering (30% op het bedrag van de persoonlijke werknemersbijdragen) [15](#page=15).
* Vermindering voor overwerk met overwerktoeslag, met specifieke urenlimieten voor 2023 (130 uren, verhoogd tot 180 uren van januari tot juni 2023, en 360 uren voor de horecasector) [15](#page=15).
* De fiscale werkbonus (33,14%) [15](#page=15).
* Verminderingen ingevolge de gezinssituatie, zoals de vermindering voor een alleenstaande (144 euro per jaar), een niet-hertrouwde weduwnaar/weduwe of ongehuwde ouder met kinderlast (540 euro per jaar), of voor zorgbehoevende familieleden (1.728 euro per jaar) [13](#page=13).
### 1.3 Voorbeeld van een berekening
**Gegeven:**
Een werknemer is gehuwd met een partner met eigen beroepsinkomsten. Hij ontvangt een maandloon van 4.000 euro. Het koppel heeft geen kinderen ten laste [8](#page=8).
**Berekening:**
1. **Bruto jaarinkomen:**
* Maandloon: 4.000 euro [8](#page=8).
* RSZ (13,07%): $4.000 \times 0.1307 = 522.80$ euro
* Netto maandloon na RSZ: $4.000 - 522.80 = 3.477.20$ euro
* Bruto jaarinkomen: $3.477.20 \times 12 = 41.726.40$ euro [9](#page=9).
2. **Belastbaar netto jaarinkomen:**
* Bruto jaarinkomen: 41.726,40 euro
* Forfaitaire beroepskosten (maximum): 5.510 euro
* Belastbaar netto jaarinkomen: $41.726.40 - 5.510 = 36.216.40$ euro [10](#page=10).
3. **Jaarbelasting:**
* **Basisbelasting:**
* 26,75% op 15.170,00 euro = $15.170.00 \times 0.2675 = 4.057.98$ euro
* 42,80% op (24.260,00 - 15.170,00) euro = $9.090.00 \times 0.4280 = 3.890.52$ euro
* 48,15% op (36.216,40 - 24.260,00) euro = $11.956.40 \times 0.4815 = 5.757.01$ euro
* Totale basisbelasting: $4.057.98 + 3.890.52 + 5.757.01 = 13.705.51$ euro [12](#page=12).
* **Belastingvermindering belastingvrije som:** 2.573,35 euro [12](#page=12).
* **Totale jaarbelasting:** $13.705.51 - 2.573.35 = 11.132.16$ euro [12](#page=12).
4. **Bedrijfsvoorheffing (maandelijks):**
* Jaarbelasting: 11.132,16 euro
* Maandbelasting/Bedrijfsvoorheffing: $11.132.16 / 12 = 929.77$ euro [14](#page=14).
> **Voorbeeld Resultaat:** De maandelijkse bedrijfsvoorheffing voor deze werknemer bedraagt 929,77 euro [16](#page=16).
> **Let op:** Dit voorbeeld neemt geen rekening met de bijkomende verminderingen die mogelijk nog afgetrokken kunnen worden van de maandelijkse bedrijfsvoorheffing. De bedragen 1011,64 en 29,07% in pagina 16 lijken gerelateerd aan vergelijkbare berekeningen of overzichten [15](#page=15) [16](#page=16).
---
# Boekhoudkundige verwerking van bezoldigingen
Dit gedeelte beschrijft de journaalposten en boekingen die nodig zijn voor de verwerking van bruto- en nettolonen, afhoudingen, werkgeversbijdragen, voorschotten en beslaglegging op bezoldigingen [19](#page=19).
### 2.1. Berekening bezoldigingen
De totale kost van een werknemer voor de werkgever is hoger dan enkel het brutoloon [19](#page=19).
#### 2.1.1. Journaalposten bij berekening bezoldiging
Bij de berekening van de bezoldigingen worden de volgende posten geboekt:
* **Brutoloon:** Dit is het totale loon vóór aftrek van afhoudingen [20](#page=20).
* **Afhouding RSZ (werknemer):** Dit percentage wordt ingehouden op het brutoloon [20](#page=20).
* **Belastbare basis:** Het brutoloon min de afhouding RSZ [20](#page=20).
* **Afhouding BV (bedrijfsvoorheffing):** Belastingen die worden ingehouden op het belastbare loon [20](#page=20).
* **Netto bezoldiging:** Het bedrag dat daadwerkelijk aan de werknemer wordt uitbetaald na alle aftrekkingen [20](#page=20).
De journaalpost voor de berekening van de bezoldiging ziet er als volgt uit:
D 45500 Bezoldigingen C 3.000,00
D 45300 Ingehouden BV C 1.043,16
D 45400 RSZ (werknemer) C 392,10
C 620.0 Bezoldigingen C 1.564,74 [20](#page=20).
#### 2.1.2. Journaalpost bij werkgeversbijdrage RSZ
De werkgeversbijdrage RSZ is een kost voor de onderneming en wordt berekend als een percentage van het brutoloon [21](#page=21).
* Werkgeversbijdrage RSZ: 25% op brutoloon. In het voorbeeld is dit 750,00 euro [21](#page=21).
De journaalpost voor de werkgeversbijdrage RSZ:
D 45400 RSZ (werknemer) C 750,00
C 62100 Wg. bijdrage RSZ C 750,00 [21](#page=21).
#### 2.1.3. Journaalpost bij betaling van de bezoldigingen
Bij de betaling van de bezoldigingen worden de openstaande bedragen vereffend [22](#page=22).
De journaalpost voor de betaling van de bezoldigingen:
D 45500 Bezoldigingen C 1.564,74
D 45300 Ingehouden BV C 1.043,16
D 45400 RSZ (werknemer) C 392,10
D 45400 RSZ (werkgever) C 750,00
C 55000 Kredietinstellingen C 3.710,00 (N.B.: In het document staat 1.564,74 + 1.043,16 + 392,10 + 750,00 = 3.750,00. Er lijkt een fout in de som in het document te zitten. Uitgaande van de bruto- en afhoudingsbedragen zou de uitgaande betaling 1.564,74 + 1.043,16 + 392,10 = 3.000,00 moeten zijn, waarna de werkgeversbijdrage er nog bovenop komt. De journaalpost in het document zelf is correct opgesteld met de correcte saldi.) [22](#page=22).
> **Tip:** De berekening van de werknemersbijdrage RSZ kan verschillen voor arbeiders en bedienden. Voor arbeiders wordt vaak een correctiefactor (x 1,08) toegepast. Ook voor werkgeversbijdragen voor arbeiders kan deze factor van toepassing zijn [23](#page=23).
### 2.2. Voorschotten op bezoldigingen personeel
Om de berekening van de bezoldigingen slechts periodiek te hoeven uitvoeren of op aanvraag van het personeelslid, kunnen voorschotten worden uitbetaald. Deze worden later verrekend met de definitieve loonbetaling [25](#page=25).
#### 2.2.1. Journaalpost bij toekenning en uitbetaling voorschot
Bij de toekenning en uitbetaling van een voorschot wordt dit geboekt op een aparte rekening [27](#page=27).
Vb.: een voorschot van 375,00 euro [25](#page=25).
D 41623 Voorschotten op bezoldigingen personeel C 375,00
C 55000 Kredietinstellingen C 375,00 [27](#page=27).
#### 2.2.2. Journaalpost bij berekening bezoldigingen en werkgeversbijdrage
De reguliere berekening van bezoldigingen en werkgeversbijdragen vindt plaats, waarbij de voorschotten reeds in mindering worden gebracht [27](#page=27).
Vb.: Bruto 2.000,00, RSZ (werknemer) 261,40, BV 575,00, netto 1.163,60, werkgeversbijdrage RSZ 500,00 [25](#page=25).
D 45500 Bezoldigingen C 1.163,60
D 45300 Ingehouden BV C 575,00
D 45400 RSZ (werknemer) C 261,40
C 620.0 Bezoldigingen C 2.000,00
D 62100 Wg. bijdrage RSZ C 500,00 [27](#page=27).
#### 2.2.3. Journaalpost bij afboeking voorschot
Het toegekende voorschot wordt afgeboekt tegen de bruto bezoldigingen [28](#page=28).
D 41623 Voorschotten op bezoldigingen personeel C 375,00
C 45500 Bezoldigingen C 375,00 [28](#page=28).
#### 2.2.4. Journaalpost bij betaling van resterende schulden
De resterende schulden, na aftrek van het voorschot en reeds ingehouden bedragen, worden betaald aan de werknemer [28](#page=28).
Vb.: Resterend netto te betalen is 1.163,60 (netto) - 375,00 (voorschot) = 788,60 [28](#page=28).
D 45500 Bezoldigingen C 575,00
D 45300 Ingehouden BV C 761,40
D 45400 RSZ C 1.163,60
C 55000 Kredietinstellingen C 2.500,00 (N.B.: De post "D 45500 Bezoldigingen" is in de journaalpost een debetpost voor het netto bedrag exclusief het voorschot. De totale uitgaande betaling is het netto bedrag min het reeds betaalde voorschot.) [28](#page=28).
### 2.3. Bezoldigingen van bestuurders en zaakvoerders
#### 2.3.1. Vennootschap
Personen die prestaties leveren buiten een dienstverband worden als zelfstandigen beschouwd. Hun bezoldigingen worden geboekt onder rubriek 61. De werkgever hoeft geen RSZ af te houden en is geen werkgeversbijdrage RSZ verschuldigd [29](#page=29).
* **Voorbeeld:** Zaakvoerder ontvangt 3.000,00 EUR per maand, bedrijfsvoorheffing bedraagt 1.068,66 EUR [29](#page=29).
* **Belangrijke opmerking:** Indien een werknemer ook de sociale status van bestuurder of zaakvoerder heeft en via een arbeidsovereenkomst verbonden is met de onderneming, worden de bezoldigingen geboekt onder rubriek 62 (62000 Bezoldigingen bestuurders of zaakvoerders) [29](#page=29).
#### 2.3.2. Handelaar – natuurlijk persoon
Voor een handelaar die optreedt als natuurlijk persoon, worden de vergoedingen beschouwd als een voorafname van de eigenaar op het resultaat van het boekjaar [31](#page=31).
* **Voorbeeld:** Handelaar X kent zichzelf een vergoeding toe van 1.000,00 EUR voor de maand mei [31](#page=31).
D 41621 Diverse vorderingen op exploitant C 1.000,00
C 55000 Kredietinstellingen C 1.000,00 [31](#page=31).
### 2.4. Beslaglegging op bezoldigingen
Wanneer een personeelslid veroordeeld is tot het betalen van een schuld en er beslag wordt gelegd op het loon, moet de werkgever een deel van het nettoloon rechtstreeks aan de schuldeiser storten [32](#page=32) [34](#page=34) [37](#page=37).
De bedragen van het 'schijvenloonbeslag' kunnen jaarlijks wijzigen, de cijfers in het handboek dienen ter illustratie [32](#page=32).
#### 2.4.1. Voorbeeld van de werking van loonbeslag
**Situatie:** Brutoloon van 3.510,00 euro [34](#page=34).
* **Berekening bezoldiging:**
* Brutobezoldiging: 3.510,00 [34](#page=34).
* Werknemersbijdrage RSZ: 458,76 [34](#page=34).
* Belastbaar loon: 3.051,24 [34](#page=34).
* Bedrijfsvoorheffing: 848,77 [34](#page=34).
* Netto loon: 2.202,47 [34](#page=34).
* Werkgeversbijdrage RSZ: 877,50 [34](#page=34).
Journaalpost bij berekening bezoldiging:
D 45500 Bezoldigingen C 2.202,47
D 45300 Ingehouden BV C 848,77
D 45400 RSZ (werknemer) C 458,76
C 620.0 Bezoldigingen C 3.510,00
D 62100 Wg. bijdrage RSZ C 877,50 [36](#page=36).
* **Berekening beslaglegging:**
Het netto loon wordt verdeeld in schijven, waarvan een deel ingehouden wordt [35](#page=35).
Vb. berekening van de beslagbare som:
* Schijven 20,80 + 46,20 + 61,60 = 128,60 [35](#page=35).
* Netto loon 2.202,47 - 1.800,00 (vrijgesteld bedrag) = 402,47 [35](#page=35).
* Totaal beslag: 128,60 + 402,47 = 531,07 euro [35](#page=35).
* **Journaalpost bij beslaglegging:**
Het deel dat ingehouden wordt, wordt geboekt op een schuldrekening [37](#page=37).
D 45500 Bezoldigingen C 531,07
D 48930 Andere diverse schulden C 531,07 [37](#page=37).
* **Journaalpost bij betaling personeel:**
Het resterende netto loon wordt aan het personeelslid uitbetaald [37](#page=37).
D 45500 Bezoldigingen C 1.671,40
C 55000 Kredietinstellingen C 1.671,40 [37](#page=37).
* **Journaalpost bij betaling beslaglegger:**
Het ingehouden bedrag wordt betaald aan de schuldeiser [38](#page=38).
D 48930 Andere diverse schulden C 531,07
C 55000 Kredietinstellingen C 531,07 [38](#page=38).
---
# Personeelsadministratie en vakantiegeld
Dit gedeelte behandelt de personeelsadministratie door de onderneming zelf, inclusief de relatie met sociale zekerheidsinstanties en de boekhoudkundige verwerking van vakantiegeld voor arbeiders en bedienden [40](#page=40).
### 3.1 Personeelsadministratie door de onderneming zelf
De onderneming is verantwoordelijk voor de inning en afdracht van sociale zekerheidsbijdragen aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ). Deze verplichtingen worden driemaandelijks vastgelegd op basis van kwartaalaangiftes die de onderneming moet indienen vóór de laatste dag van de maand volgend op het kwartaal [40](#page=40).
#### 3.1.1 Voorschotten en afrekening RSZ
Ondernemingen die in een vorig kwartaal meer dan 4.000 EUR aan bijdragen hebben aangegeven, zijn verplicht om binnen de eerste vijf dagen van de volgende twee maanden een voorschot te betalen aan de RSZ. Dit voorschot bedraagt 30% van het verschuldigde bedrag voor het voorlaatste vervallen kwartaal. Voor het vierde kwartaal gelden specifieke percentages: 35%, 35% en 20%. Vóór het einde van de maand na het afsluiten van het kwartaal moet het saldo tussen de aangifte en de voorschotten betaald zijn [40](#page=40).
De volgende tabel geeft een overzicht van de timing van deze betalingen en aangiftes:
* **Vóór 5 januari:** 20% van het 2e kwartaal op rekening RSZ 4e kwartaal [41](#page=41).
* **Vóór eind januari:** Saldo tussen aangifte en provisie 4e kwartaal [41](#page=41).
* **Vóór 5 februari:** 30% van het 3e kwartaal op rekening RSZ 1e kwartaal [41](#page=41).
* **Vóór 5 maart:** 30% van het 3e kwartaal op rekening RSZ 1e kwartaal [41](#page=41).
* **Vóór 5 april:** 30% van het 3e kwartaal op rekening RSZ 1e kwartaal [41](#page=41).
* **Vóór eind april:** Aangifte 1e kwartaal binnen, saldo tussen aangifte en provisie 1e kwartaal [41](#page=41).
* **Vóór 5 mei:** 30% van het 4e kwartaal op rekening RSZ 2e kwartaal [41](#page=41).
* **Vóór 5 juni:** 30% van het 4e kwartaal op rekening RSZ 2e kwartaal [41](#page=41).
* **Vóór 5 juli:** 30% van het 4e kwartaal op rekening RSZ 2e kwartaal [41](#page=41).
* **Vóór eind juli:** Aangifte 2e kwartaal binnen, saldo tussen aangifte en provisie 2e kwartaal [41](#page=41).
* **Vóór 5 augustus:** 30% van het 1e kwartaal op rekening RSZ 3e kwartaal [41](#page=41).
* **Vóór 5 november:** 35% van het 2e kwartaal op rekening RSZ 4e kwartaal [41](#page=41).
#### 3.1.2 Boekhoudkundige verwerking RSZ
De verrichtingen in relatie tot de RSZ worden georganiseerd per kwartaal. De RSZ-rekeningen kunnen worden onderverdeeld per kwartaal volgens het MAR-systeem (Master Accounting Record) [43](#page=43):
* 454: Rijksdienst voor Sociale Zekerheid [43](#page=43).
* 45400: RSZ 4e kwartaal vorig jaar [43](#page=43).
* 45401: RSZ 1e kwartaal [43](#page=43).
* 45402: RSZ 2e kwartaal [43](#page=43).
* 45403: RSZ 3e kwartaal [43](#page=43).
* 45404: RSZ 4e kwartaal [43](#page=43).
**Voorbeeld boekingen op rekening 45401 (RSZ 1e kwartaal):**
De volgende journaalposten illustreren de boekingen gerelateerd aan RSZ-afdrachten en voorschotten:
| Debet | Credit | Ref. | Omschrijving | Nr. | Datum |
| :------ | :------ | :--- | :--------------------- | :-- | :---- |
| 45401 | 55000 | | RSZ 1e kwartaal | | |
| 45402 | 55000 | | RSZ 2e kwartaal | | |
| | 45500 | | Bezoldigingen | | |
| | 45300 | | Ingehouden BV | | |
| | 62100 | | WgBijdrage RSZ | | |
| | 620.0 | | Bezoldigingen | | |
Deze posten worden gekoppeld aan voorschotten en te betalen bedragen voor verschillende kwartalen en maanden, zoals gedetailleerd in de bijbehorende schema's [44](#page=44).
### 4. Personeelsadministratie via een erkend sociaal secretariaat
Wanneer een onderneming beroep doet op een erkend sociaal secretariaat, verschuift de primaire verantwoordelijkheid voor de personeelsadministratie naar dit secretariaat. Dit omvat onder andere de loonberekening, de aangifte en afdracht van sociale bijdragen en bedrijfsvoorheffing [46](#page=46) [47](#page=47).
#### 4.1 Relatie en verantwoordelijkheden
De werkgever blijft echter verantwoordelijk voor het correct doorgeven van alle relevante personeelsinformatie aan het sociaal secretariaat. De essentiële informatie die wordt uitgewisseld, betreft de brutolonen, inhoudingen (bedrijfsvoorheffing, werknemersbijdrage RSZ) en de werkgeversbijdragen [46](#page=46) [47](#page=47).
#### 4.2 Boekhoudkundige verwerking met sociaal secretariaat
Bij ontvangst van de bezoldigingsafrekening van het sociaal secretariaat, worden de brutolonen, ingehouden bedrijfsvoorheffing, werknemersbijdrage RSZ en de werkgeversbijdrage RSZ geboekt. De betalingen aan het secretariaat, inclusief beheerskosten, worden eveneens verwerkt [47](#page=47).
### 5. Vakantiegeld
De berekening van het jaarlijkse vakantiegeld is complex en kent verschillen tussen bedienden en arbeiders, alsook tussen vast en variabel loon [49](#page=49).
#### 5.1 Basisprincipe van vakantierechten
Personeel heeft recht op vakantiegeld in het jaar dat volgt op het jaar waarin de prestaties geleverd zijn (het vakantiedienstjaar). Dit betekent dat personeel dat in jaar 20N0 heeft gewerkt, in 20N1 vakantiegeld ontvangt. In het vakantiedienstjaar ontstaat de kost voor de onderneming en tegelijkertijd een schuld aan het personeel. Deze schuld wordt in het daaropvolgende jaar (het vakantiejaar) uitbetaald [50](#page=50).
#### 5.1.1 Opbouw vakantierechten
Medewerkers moeten eerst vakantierechten opbouwen tijdens het vakantiedienstjaar, alvorens ze deze kunnen opnemen tijdens het vakantiejaar. Een voltijds tewerkgesteld persoon die vijf dagen per week werkt, heeft recht op twintig dagen betaalde vakantie (vier weken). Voor een zesdaagse werkweek zijn dit 24 vakantiedagen. Tijdens studie of werkloosheid worden geen vakantierechten opgebouwd [51](#page=51).
**Jeugdvakantie:**
Medewerkers die pas afgestudeerd zijn of een lange periode zonder werk zaten, komen mogelijk in aanmerking voor jeugdvakantie. Dit geldt indien zij:
* Jonger zijn dan 25 jaar [51](#page=51).
* Afstuderen of een opleiding beëindigen in het vakantiedienstjaar [51](#page=51).
* In het vakantiedienstjaar minstens een maand verbonden zijn met een arbeidsovereenkomst en 13 dagen of 70 uren hebben gewerkt [51](#page=51).
* Verbonden zijn met een arbeidsovereenkomst op het moment van opname van de jeugdvakantie [51](#page=51).
* Eerst hun wettelijke vakantie opnemen [51](#page=51).
* Voordien niet in aanmerking kwamen voor uitkeringen jeugdvakantie [51](#page=51).
#### 5.2 Vakantiegeld voor arbeiders
Arbeiders worden niet betaald tijdens het opnemen van hun wettelijke vakantiedagen. Ze ontvangen eenmalig enkel en dubbel vakantiegeld van de Rijksdienst Jaarlijkse Vakantie (RJV). De financiering hiervan gebeurt door werkgeversbijdragen op het brutoloon van 108%. De werkgever betaalt hiervoor kwartaalbijdragen en een jaarlijkse bijdrage, die apart door de RSZ worden gefactureerd. Arbeiders ontvangen hun vakantiegeld via de RJV tussen 2 mei en 30 juni [52](#page=52).
#### 5.3 Boekhoudkundige verwerking vakantiegeld zonder sociaal secretariaat
**Boekjaar 20N0 (Vakantiedienstjaar):**
De schuld aan de personeelsleden wordt geboekt als volgt:
* **Raming vakantiegeld:**
* Arbeiders: 10,27% van 108% van de totale bruto lonen [57](#page=57) [58](#page=58).
* Bedienden: 18,20% van de totale bruto wedden [57](#page=57) [58](#page=58).
* **Voorbeeld:**
* Brutolonen = 230.000,00 EUR [57](#page=57) [58](#page=58).
* Brutowedden = 98.000,00 EUR [57](#page=57) [58](#page=58).
| Debet | Credit | Ref. | Omschrijving | Nr. | Datum |
| :------ | :------ | :--- | :--------------------- | :-- | :---- |
| 62031 | 45630 | | Vakantiegeld arbeiders | | |
| 62021 | 45620 | | Vakantiegeld bedienden | | |
Berekeningen:
* Vakantiegeld arbeiders: 230.000,00 EUR x 1,08 x 10,27% = 25.510,68 EUR [58](#page=58).
* Vakantiegeld bedienden: 98.000,00 EUR x 18,20% = 17.836,00 EUR [58](#page=58).
**Boekjaar 20N1 (Vakantiejaar):**
1. **Ontvangst afrekening vakantiegeld arbeiders van RSZ:** 17.960,18 EUR [59](#page=59) [60](#page=60) [63](#page=63) [64](#page=64).
2. **Berekening enkel en dubbel vakantiegeld bedienden:** 12.203,53 EUR, inclusief 1.595,00 EUR RSZ en 3.314,25 EUR bedrijfsvoorheffing [59](#page=59) [60](#page=60) [63](#page=63) [64](#page=64).
3. **Einde boekjaar:** Berekening van het vakantiegeld over de bezoldigingen van 20N1 en aanvulling van het saldo [59](#page=59) [60](#page=60) [63](#page=63) [64](#page=64).
* Brutolonen = 290.000,00 EUR [59](#page=59) [60](#page=60) [63](#page=63) [64](#page=64).
* Brutowedden = 102.000,00 EUR [59](#page=59) [60](#page=60) [63](#page=63) [64](#page=64).
Berekeningen voor aanvulling:
* Vakantiegeld arbeiders: 290.000,00 EUR x 1,08 x 10,27% = 32.165,64 EUR. Het reeds betaalde bedrag (afkomstig uit 20N0 en voorschotten) dient aangevuld te worden. Verschil = 32.165,64 - 7.550,50 = 24.615,14 EUR [63](#page=63) [64](#page=64).
* Vakantiegeld bedienden: 102.000,00 EUR x 18,20% = 18.564,00 EUR. Het reeds betaalde bedrag dient aangevuld te worden. Verschil = 18.564,00 - 5.632,47 = 12.931,53 EUR [63](#page=63) [64](#page=64).
Journaalposten (einde boekjaar 20N1):
| Debet | Credit | Ref. | Omschrijving | Nr. | Datum |
| :------ | :------ | :--- | :----------------------------- | :-- | :---- |
| 45630 | 45400 | 1 | Vakantiegeld arbeiders aan RSZ | | |
| 45620 | 45400 | 2 | Vakantiegeld bedienden aan RSZ | | |
| | 45300 | | Ingehouden bedrijfsvoorheffing | | |
| | 45500 | | Bezoldigingen | | |
| 62031 | 45630 | 3 | Vakantiegeld arbeiders | | |
| 62021 | 45620 | | Vakantiegeld bedienden | | |
#### 5.4 Boekhoudkundige verwerking vakantiegeld mét sociaal secretariaat
**Boekjaar 20N0 (Vakantiedienstjaar):**
De boekhoudkundige verwerking is identiek aan de situatie zonder sociaal secretariaat. De schuld aan de personeelsleden wordt op dezelfde manier geboekt [55](#page=55) [65](#page=65).
**Boekjaar 20N1 (Vakantiejaar):**
1. **Ontvangst van afrekeningen van het sociaal secretariaat:**
* Afrekening vakantiegeld arbeiders: 17.960,18 EUR [66](#page=66) [70](#page=70) [71](#page=71).
* Berekening vakantiegeld bedienden: 12.203,53 EUR, waarvan 1.595,00 EUR RSZ en 3.314,25 EUR bedrijfsvoorheffing [66](#page=66) [70](#page=70) [71](#page=71).
2. **Factuur sociaal secretariaat:** Beheerskosten (100,00 EUR excl. 21% btw) en de door te storten RSZ en bedrijfsvoorheffing [66](#page=66) [70](#page=70) [71](#page=71).
3. **Betaling factuur sociaal secretariaat:** [66](#page=66) [70](#page=70) [72](#page=72).
4. **Betaling netto-vakantiegeld:** [67](#page=67).
5. **Einde boekjaar:** Berekening van het vakantiegeld over de bezoldigingen van N1 en aanvulling van het saldo [67](#page=67).
* Brutolonen = 290.000,00 EUR [67](#page=67).
* Brutowedden = 102.000,00 EUR [67](#page=67).
De berekeningen voor de aanvulling van het vakantiegeld zijn analoog aan de situatie zonder sociaal secretariaat [70](#page=70).
Journaalposten (einde boekjaar 20N1 met sociaal secretariaat):
| Debet | Credit | Ref. | Omschrijving | Nr. | Datum |
| :------ | :------ | :--- | :----------------------------- | :-- | :---- |
| 45630 | 45400 | 1a | Vakantiegeld arbeiders aan RSZ | | |
| 45620 | 45400 | 1b | Vakantiegeld bedienden aan RSZ | | |
| | 45300 | | Ingehouden bedrijfsvoorheffing | | |
| | 45500 | | Bezoldigingen | | |
| 45400 | 45910 | 2a | RSZ aan Te betalen Soc. Secr. | | |
| 45300 | 45910 | 2b | Ingehouden BV aan Te betalen Soc. Secr. | | |
| 61310 | 49959 | | Beheerskosten Soc. Secr. | | |
| 44000 | | | Leveranciers | | |
| 45910 | 55000 | 3 | Te betalen Soc. Secr. aan KI: R/C | | |
| 44000 | 55000 | | Leveranciers aan KI: R/C | | |
| 62031 | 45630 | 5 | Vakantiegeld arbeiders | | |
| 62021 | 45620 | | Vakantiegeld bedienden | | |
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Personeel | Een groep werknemers die samenwerken binnen een onderneming om gemeenschappelijke doelen te bereiken. |
| Onderneming | Een organisatie of bedrijf dat economische activiteiten ontplooit met het oog op het genereren van winst. |
| Arbeidscontract | Een juridisch document waarin de afspraken tussen een werkgever en een werknemer worden vastgelegd, zoals functie, loon en arbeidsduur. |
| Arbeidsreglement | Een document dat de interne regels en procedures van een onderneming bevat met betrekking tot arbeid, zoals werktijden en gedragsnormen. |
| Bruto bezoldiging | Het totale bedrag aan loon dat een werknemer verdient vóór aftrek van belastingen en sociale zekerheidsbijdragen. |
| Sociale zekerheid | Een stelsel dat burgers beschermt tegen financiële risico's zoals ziekte, werkloosheid en ouderdom, gefinancierd door bijdragen. |
| Personeelslid | Een individu dat in dienst is bij een werkgever en betaald wordt voor zijn of haar arbeid. |
| RSZ | Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, de instantie die instaat voor de inning van sociale bijdragen en de financiering van de sociale zekerheid in België. |
| Belastingbesturen | De overheidsinstanties die verantwoordelijk zijn voor de inning van belastingen van natuurlijke personen en bedrijven. |
| Kostprijs van de arbeid | De totale kosten die een werkgever maakt voor het in dienst hebben van een werknemer, inclusief loon, sociale bijdragen en andere voordelen. |
| Additionele werkgeversbijdrage | Een extra bijdrage die werkgevers moeten betalen bovenop de standaard sociale bijdragen, vaak afhankelijk van de sector of specifieke regelingen. |
| Brutobezoldiging | Het totale inkomen van een werknemer voordat er belastingen en andere inhoudingen van worden afgetrokken. |
| Belastbare bezoldiging | Het deel van de brutobezoldiging waarop belastingen en sociale bijdragen worden berekend. |
| Afhouding RSZ | Het bedrag dat van het brutoloon wordt ingehouden voor de sociale zekerheid. |
| BV | Bedrijfsvoorheffing, een voorschot op de personenbelasting dat werkgevers inhouden op het loon van hun werknemers. |
| Netto bezoldiging | Het bedrag dat een werknemer daadwerkelijk ontvangt na aftrek van alle belastingen en sociale zekerheidsbijdragen. |
| Bedrijfsvoorheffing | Een voorschot op de personenbelasting dat door de werkgever van het inkomen van de werknemer wordt ingehouden en doorgestort aan de staat. |
| Sleutelformule | Een formule die gebruikt wordt om de bedrijfsvoorheffing te berekenen, gebaseerd op verschillende belastbare schijven. |
| Jaarbelasting | Het totale bedrag aan inkomstenbelasting dat een persoon of entiteit over een heel jaar verschuldigd is. |
| Belastingverminderingen | Kortingen op de te betalen belasting, gebaseerd op bepaalde criteria zoals het hebben van kinderen ten laste of specifieke uitgaven. |
| Belastingvrije som | Een deel van het inkomen dat vrijgesteld is van belastingen. |
| Forfaitaire beroepskosten | Een vastgesteld bedrag dat in mindering mag worden gebracht op het inkomen als representatie van de kosten die gemaakt worden voor het uitoefenen van een beroep. |
| RSZ | Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, de Belgische overheidsinstantie die instaat voor de inning van sociale bijdragen. |
| SWT | Stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, een regeling die oudere werknemers toestaat om vervroegd met pensioen te gaan. |
| Loonbeslag | De wettelijke procedure waarbij een deel van het loon van een werknemer wordt ingehouden om schulden te voldoen aan een schuldeiser. |
| Sociaal secretariaat | Een extern dienstverlenend bedrijf dat gespecialiseerd is in het beheer van personeelsadministratie, loonberekening en sociale aangiften voor andere ondernemingen. |
| Vakantiegeld | Een jaarlijkse toelage die werknemers ontvangen, bedoeld om hen te ondersteunen tijdens hun vakantie. |
| Vakantiedienstjaar | Het kalenderjaar waarin de werknemer de prestaties levert waarover vakantierechten worden opgebouwd. |
| Vakantiejaar | Het kalenderjaar waarin de werknemer recht heeft op het opgebouwde vakantiegeld en de betaalde vakantiedagen. |
| Jeugdvakantie | Een specifieke regeling die jongeren die net afstuderen of een lange periode zonder werk hebben gezeten, toestaat om toch recht te hebben op betaalde vakantie in hun eerste werkende jaar. |
| RJV | Rijksdienst Jaarlijkse Vakantie, de instantie die instaat voor de uitbetaling van vakantiegeld aan arbeiders in België. |
| Brutoloon | Het loon van een arbeider vóór aftrek van sociale bijdragen en belastingen. |
| Brutowedde | Het loon van een bediende vóór aftrek van sociale bijdragen en belastingen. |
| Wenbijdrage RSZ | Werknemersbijdrage aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. |
| Wg. bijdrage RSZ | Werkgeversbijdrage aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. |