Cover
Zacznij teraz za darmo OPO13 - LES 5 - ELEMENTEN - 2025-26.pdf
Summary
# Funderingen
Dit deel behandelt de funderingstechnieken, inclusief de functies, invloeden van grond en grondwater, methoden voor grondverbetering, verschillende ondergrondse constructies zoals ondiepe en diepe funderingen, beschoeide bouwputten, onderschoeiingen, en mogelijke problemen die kunnen optreden.
### 1.1 Functies van de fundering
De fundering heeft als primaire functie het opvangen van de lasten die voortkomen uit de structuur van het gebouw. Vervolgens worden deze lasten overgedragen op de ondergrond ter hoogte van de funderingsaanzet, waarbij een veiligheidsmarge ten opzichte van de draagkracht van de grond in acht wordt genomen. Daarnaast kan de fundering ook voorzien in ondergrondse ruimtes zoals kelders, garages of kruipruimtes [6](#page=6) [7](#page=7).
### 1.2 Invloed van de grondsamenstelling
#### 1.2.1 Algemeen
In België en Nederland komen funderingen voornamelijk voor op alluviale grond, rots, of mengvormen hiervan. Alluviale grond bestaat typisch uit klei, zand, water en lucht [8](#page=8) [9](#page=9).
#### 1.2.2 Belang van water
Water speelt een cruciale rol in het bepalen van het draagvermogen van de grond. Wanneer water wordt onttrokken, kan de grond inkrimpen. Bij verdere belasting wordt lucht weggedrukt en de korrels samengedrukt. Toevoeging van water kan leiden tot uitzetting in verschillende richtingen, wat ongewenste op-en-neerbewegingen veroorzaakt en de stabiliteit van het gebouw beïnvloedt [10](#page=10).
#### 1.2.3 Verschillende grondsoorten
* **Niet-samengangende gronden (grind en zand):** Deze gronden worden bij voorkeur gebruikt om op te funderen, omdat ze minder gevoelig zijn voor uitzetting en krimp door waterinvloeden en de korrels compact en stabiel liggen [11](#page=11) [12](#page=12).
* **Wel-samengangende gronden (klei, leem en veen):**
* **Klei en leem:** Deze gronden zijn onderhevig aan vormverandering door water, waardoor hun draagkracht kan variëren. De hoeveelheid water beïnvloedt het gedrag onder belasting, wat voorzichtigheid vereist bij fundering op deze lagen [13](#page=13).
* **Veen en humus:** Deze organische gronden zijn samendrukbaar en daardoor ongeschikt voor fundering, aangezien aanzienlijke zettingen te verwachten zijn [14](#page=14).
* **Rotsgrond:** Dit type grond komt in de Benelux nauwelijks voor, maar vereist aandacht indien aanwezig. Een golvend verloop kan leiden tot afglijden van de funderingsconstructie [15](#page=15).
#### 1.2.4 Gevaren van zettingen
Onjuiste fundering op de ondergrond kan leiden tot zettingen, met gevolgen als scheuren, barsten, breuken en verzakkingen. Deze zettingen kunnen integraal zijn over het gehele gebouw, of differentiële, waarbij zwaarder belaste delen meer zakken dan minder belaste delen. Het is daarom essentieel om het draagvermogen van de bodem grondig in kaart te brengen [16](#page=16).
#### 1.2.5 Factoren die het draagvermogen bepalen
Het draagvermogen van de grond wordt bepaald door diverse factoren [17](#page=17):
* Grond-eigenschappen (na grondonderzoek) [17](#page=17).
* Diepte, soort en dikte van de grondlagen; veenlagen beïnvloeden het draagvermogen nadelig door hun samendrukbaarheid [17](#page=17).
* Vorm, afmeting en stijfheid van de fundering [17](#page=17).
* Watergehalte en stand van het grondwater [17](#page=17).
#### 1.2.6 Methoden voor het bepalen van het draagvermogen
Verschillende methoden kunnen worden toegepast om het draagvermogen te bepalen [18](#page=18):
* Graven van putten [18](#page=18).
* Gebruik van de sondeerstaaf [18](#page=18).
* Oppervlaktesonderingen [18](#page=18).
* Grondboringen [18](#page=18).
* Diepsonderingen [18](#page=18).
* Proefbelastingen [18](#page=18).
* Laboratoriumonderzoek [18](#page=18).
**Diepsondering:** Een diepsondering, of sondering, geeft een gedetailleerd beeld van de bodemsamenstelling tot op grote diepte. Hierbij wordt een sondeerpunt met staven met constante snelheid in de grond gedrukt, waarbij de benodigde kracht voor de sondeerpunt (conusweerstand) en de staven (wrijvingsweerstand) continu wordt gemeten [19](#page=19).
#### 1.2.7 Toelaatbare gronddruk
De toelaatbare gronddruk is de gronddruk die wordt gehanteerd bij het bepalen van de afmetingen van de funderingsaanzet. Deze wordt afgeleid uit het grensdraagvermogen van de grond. Voor minder belangrijke gebouwen, indien geen specifieke proeven worden uitgevoerd, kunnen standaardwaarden worden aangenomen. Bijvoorbeeld, op vast zand is de toelaatbare gronddruk 2 daN/cm², wat overeenkomt met 200 kN/m² of 20.000 kg/m² [23](#page=23) [24](#page=24).
### 1.3 Invloed van grondwater
#### 1.3.1 Grondbemaling
Bij grondbemaling wordt grondwater weggepompt om het freatisch oppervlak tijdelijk te verlagen, wat de uitvoering van funderingen zonder water mogelijk maakt. Na de werkzaamheden herstelt het grondwaterpeil zich, wat spanningen in de grondlagen kan herstellen en mogelijk zwelling kan veroorzaken [29](#page=29).
#### 1.3.2 Ontwateren van de ondergrond
* **Open bemaling:** Wordt toegepast bij open putten en bouwkuipen, en bij slecht doorlatende gronden zoals klei, veen en leem om overtollig grondwater af te voeren [31](#page=31).
* **Bronbemaling:** Maakt gebruik van verticale onttrekkingsfilters om het grondwaterpeil te verlagen met behulp van bovengrondse pompen. Om zettingen bij buren te voorkomen, kan de bouwput omringd worden met een wand om het waterniveau op aangrenzende percelen gelijk te houden [32](#page=32).
#### 1.3.3 Gevolgen van het wegnemen van bronbemaling
Er dient opgemerkt te worden bij het wegnemen van bronbemaling [33](#page=33).
### 1.4 Verbeteren van grondstructuur
#### 1.4.1 Grondvervanging en zandkoffer
Een fundering kan worden aangelegd op een grondvervanging of een zandkoffer [35](#page=35).
#### 1.4.2 Grindkernen
Grindkernen kunnen worden toegepast als grondverbetering. De uitvoeringswijze omvat het creëren van een grindheiprop aan de onderzijde van een stalen voerbuis, het heien van deze buis in de grond, het uitheien van de heiprop, en het opbouwen van een verdichte grindzuil door de buis geleidelijk op te trekken en grind toe te voegen [36](#page=36).
#### 1.4.3 Trilverdichting
Trilverdichting is een methode om de grondstructuur te verbeteren [37](#page=37).
#### 1.4.4 Injecties (Sleuf- en groutinjecties)
Injectietechnieken, zoals jet-grouting, worden gebruikt voor grondverbetering. Het proces omvat een boorfase met water- of cementspoeling, gevolgd door een jetfase waarbij onder hoge druk een water-cement mengsel wordt geïnjecteerd om de grondstructuur te eroderen en een groutkolom of -wand te vormen. Een wapeningsstaaf of stalen profiel kan in de verse groutkolom worden aangebracht [38](#page=38).
#### 1.4.5 Bevriezing
Bevriezing is een methode voor grondverbetering [39](#page=39).
### 1.5 Ondergrondse constructies
#### 1.5.1 Classificatie op diepte
Funderingsconstructies worden ingedeeld in vier hoofdcategorieën op basis van hun diepte: ondiepe funderingen, diepe funderingen, (bouw-)putten en onderschoeiingen [40](#page=40) [41](#page=41).
#### 1.5.2 Ondiepe funderingen
Ondiepe funderingen omvatten diverse types [42](#page=42):
* Gemetste funderingen [42](#page=42) [44](#page=44).
* Sleuffunderingen (gewapend en/of ongewapend) [42](#page=42) [43](#page=43).
* Algemene funderingsplaat [42](#page=42) [45](#page=45).
* Geïsoleerde funderingsmassieven (fundering op poeren) [42](#page=42) [48](#page=48).
* Funderingen op putten [42](#page=42) [49](#page=49) [50](#page=50).
#### 1.5.3 Factoren om rekening mee te houden bij fundering
Bij het ontwerpen van funderingen moeten diverse factoren worden meegenomen [51](#page=51):
* **Vorstvrije diepte:** In België en Nederland is dit 80 tot 100 cm, afhankelijk van de locatie [51](#page=51).
* **Zwelling en krimp:** Door veranderingen in het watergehalte, met name bij kleigronden [51](#page=51).
* **Erosie:** Veroorzaakt door waterstromingen, relevant op sterk hellende terreinen [51](#page=51).
* **Grondwaterstand:** Van invloed op de uitvoering, draagkracht en weerstand tegen onderdruk [51](#page=51).
* **Onregelmatigheden in de ondergrond:** Verstoorde lagen door eerdere werken zoals rioleringen, waterputten of oude funderingen [51](#page=51).
* **Wortelvrije grond:** De fundering dient op wortelvrije grond te worden aangezet [51](#page=51).
#### 1.5.4 Diepe funderingen
Diepe funderingen omvatten verschillende technieken [52](#page=52):
* **Grondverringende schroefpaal:** Een boorbuis met losse punt wordt in de grond geschroefd, waarbij de grond horizontaal wordt verdrongen. Na het bereiken van de diepte wordt wapening geplaatst, de buis met beton gevuld en de buis oscillerend uitgetrokken [53](#page=53).
* **Niet-grondverringende schroefpaal:** Gebruikt een speciale paalpunt om indringing van water en grond te voorkomen. Grond wordt zijdelings weggeperst tijdens het inschroeven. Beton wordt onder druk via de holle buis geïnjecteerd tijdens het uitschroeven, wat een tweede grondverdrengingseffect creëert [54](#page=54).
* **Micropalen:** Een type diepe fundering [55](#page=55) [56](#page=56).
#### 1.5.5 Beschoeide bouwputten
Beschoeide bouwputten zijn constructies die nodig kunnen zijn om een bouwput te stabiliseren. Verschillende methoden bestaan, waaronder [57](#page=57):
* **Berlinerwand:** Een damwandconstructie met stalen H-profielen en planken, gebruikt waar geen grondwater gekeerd hoeft te worden en ruimte voor taluds ontbreekt. De profielen worden ingebracht, en planken of predallen worden tussen de flenzen aangebracht naarmate de ontgraving vordert [58](#page=58).
* **Damwand:** Een grond- en/of waterkerende constructie bestaande uit verticaal geplaatste elementen (planken of panelen) die met een gronddichte verbinding aan elkaar zijn gekoppeld. De damwand wordt in de grond gebracht door heien, trillen of drukken [60](#page=60).
* **Secanspalenwand:** Gevormd door primaire en secundaire, in elkaar geplaatste betonnen palen. Deze kan dienen als beschoeiing met een waterremmende functie, maar is geen definitieve waterdichte bescherming door de uitvoeringsmethoden [62](#page=62).
* **Slibwand (Diepwand):** Een in de grond gevormde wand door het aanbrengen van beton en staalwapening in een sleuf, uitgegraven met grijpers onder bescherming van een steunsuspensie zoals bentoniet [63](#page=63).
#### 1.5.6 Onderschoeiingen
Onderschoeiingen zijn constructies die, vaak bij verbouwingen, voorkomen en dienen om bestaande wanden of funderingen te versterken of om een fundering onder een bestaande fundering te creëren, bijvoorbeeld voor grondkering. Dit kan met beton of metselwerk gebeuren in moten van maximaal 1 à 1,5 meter [65](#page=65).
* **Ondermetselen:** Dit is de meest risicovolle, maar ook de eenvoudigste en goedkoopste methode voor onderschoeiing [66](#page=66).
### 1.6 Mogelijke problemen met funderingen
Diverse problemen kunnen zich voordoen met funderingen, vaak gerelateerd aan zettingen [72](#page=72):
* **Verschillende belastingen (differentiële zetting):** Funderingen op dezelfde diepte met gelijke grondlagen, maar met sterk verschillende belastingen, kunnen leiden tot grotere zettingen bij de zwaarder belaste delen, met breuken tot gevolg [73](#page=73).
* **Funderingen op verschillende dieptes:** Bij gelijkmatige grondlagen en vergelijkbare belastingen, zullen minder diep gefundeerde delen grotere zettingen ondergaan dan dieper gefundeerde delen, wat leidt tot breuken [74](#page=74).
* **Funderingen op verschillende funderingstypes:** Zelfs op een draagkrachtige ondergrond, kan het combineren van funderingstypes (bv. fundering op staal en paalfunderingen) leiden tot grotere zettingen bij het minst diep gefundeerde deel, met scheuren of breuken tot gevolg [75](#page=75).
* **Funderingen op verschillende ondergrondtypes:** Een homogene fundering op een heterogene laag met samendrukbare zones of ophogingen kan leiden tot grotere zettingen boven de samendrukbare delen, wat breuken kan veroorzaken [76](#page=76).
* **Funderingen op samendrukbare grondlagen met veranderlijke dikte:** Bij onafhankelijke funderingsstroken kunnen scheuren ontstaan. Een stijve fundering, zoals een funderingsplaat, kan kantelen [77](#page=77).
* **Elementen in de ondergrond:** Een homogene fundering op een schijnbaar homogene laag kan problemen ondervinden van harde punten, zoals oude funderingen of ondergrondse constructies, met breukgevaar ter plaatse van dit "harde element" [78](#page=78).
* **Fundering op hellend terrein:** Een constructie op een sterk hellend terrein kan gevaarlijk zijn door het risico op afglijden, verhoogd door grote belastingen en wijzigingen in de circulatie van oppervlaktewater. Ook wegspoelen door grondwaterstroming is een risico [79](#page=79).
* **Schommeling van waterpeil:** Grote schommelingen van het waterpeil in samendrukbare grond (bv. door pompen, draineren of waterdichte schermen) kunnen zettingen veroorzaken in constructies die op deze gronden gefundeerd zijn [80](#page=80).
* **Overbelasting van gemene muur:** Het is verboden om een nieuw gebouw op een bestaande fundering of gebouw te plaatsen, aangezien de bestaande fundering berekend is voor het oorspronkelijke ontwerp en niet de extra belasting van een nieuw gebouw kan dragen [81](#page=81).
---
# Gevelopeningen
Dit onderdeel verkent de ontwerp- en constructieprincipes van gevelopeningen, met illustraties aan de hand van architecturale voorbeelden zoals House N van Sou Fujimoto en het werk van Thomas Shutte [82](#page=82) [86](#page=86) [91](#page=91).
### 2.1 Soorten gevelopeningen
Gevelopeningen omvatten een breed scala aan elementen die de relatie tussen het interieur en exterieur van een gebouw definiëren. Deze variëren van functionele elementen zoals deuren en ramen tot meer sculpturale of abstracte openingen die bijdragen aan de esthetiek van de gevel [83](#page=83).
### 2.2 Ontwerpaspecten van gevelopeningen
Het ontwerp van gevelopeningen is cruciaal voor de architectonische expressie en de functionele eigenschappen van een gebouw. Hierbij wordt rekening gehouden met factoren als lichtinval, ventilatie, uitzicht, privacy en de algehele visuele impact op de gevel [84](#page=84) [85](#page=85).
#### 2.2.1 House N - Sou Fujimoto
Het project House N van Sou Fujimoto illustreert een innovatieve benadering van gevelopeningen door het concept van 'openheid' te exploreren. Fujimoto creëert een reeks gedifferentieerde, deels transparante ruimtes die de traditionele scheiding tussen binnen en buiten vervagen [86](#page=86) [87](#page=87) [88](#page=88) [89](#page=89) [90](#page=90).
De gevelopeningen in House N zijn niet enkel functioneel, maar fungeren als poreuze membranen die de perceptie van ruimte en verbinding met de omgeving beïnvloeden. Door het spelen met schaal, dichtheid en transparantie van de openingen, wordt een gelaagde ervaring van de buitenwereld gecreëerd [86](#page=86) [87](#page=87) [88](#page=88) [89](#page=89) [90](#page=90).
#### 2.2.2 Werk van Thomas Shutte
Het werk van Thomas Shutte toont een andere benadering van gevelopeningen, vaak gekenmerkt door een meer gestructureerde en soms monumentale architectuur. Shutte onderzoekt hoe de plaatsing, grootte en vorm van openingen de perceptie van de gevel en de relatie tot de stedelijke context bepalen [100](#page=100) [91](#page=91) [92](#page=92) [93](#page=93) [94](#page=94) [95](#page=95) [96](#page=96) [97](#page=97) [98](#page=98) [99](#page=99).
Shutte gebruikt gevelopeningen vaak om ritme en orde te creëren in zijn ontwerpen. De consistentie in de detaillering en de modulatie van de gevels door middel van openingen, benadrukt een formele discipline [100](#page=100) [91](#page=91) [92](#page=92) [93](#page=93) [94](#page=94) [95](#page=95) [96](#page=96) [97](#page=97) [98](#page=98) [99](#page=99).
### 2.3 Constructieve aspecten van gevelopeningen
De constructieve realisatie van gevelopeningen vereist zorgvuldige aandacht voor de overbrugging van de openingen en de integratie met de omringende constructie .
#### 2.3.1 Overbruggingen
Overbruggingen boven gevelopeningen zijn essentieel om de belastingen van de bovenliggende constructie op te vangen en deze veilig naar de zijdelingse dragende elementen af te leiden .
De keuze van het overbruggingsmateriaal en de vorm hangt af van de overspanning, de aard van de belastingen en de architecturale eisen. Veelvoorkomende oplossingen omvatten lateien, bogen, en gewelven .
##### 2.3.1.1 Lateien
Lateien zijn horizontale balken die boven openingen worden geplaatst om de lasten over te dragen. Ze kunnen vervaardigd zijn uit materialen zoals beton, staal, natuursteen of hout, afhankelijk van de toepassing en de esthetiek .
##### 2.3.1.2 Bogen en gewelven
Bogen en gewelven zijn structuren die door hun vorm de krachten omzetten in druk en deze zijwaarts afvoeren naar de opleggingen. Dit maakt ze geschikt voor grotere overspanningen en draagt bij aan de karakteristieke esthetiek van traditionele architectuur .
#### 2.3.2 Dagkanten en raamdorpels
De dagkanten (zijwanden) en raamdorpels (onderkant) van gevelopeningen vereisen specifieke afwerkingen om bescherming te bieden tegen weersinvloeden en om een esthetisch verantwoorde overgang te creëren .
De detaillering van dagkanten kan variëren van eenvoudige afschuiningen tot meer complexe geprofileerde elementen. Raamdorpels zijn ontworpen om regenwater af te voeren, weg van de gevel, en kunnen verschillende vormen en materialen hebben .
> **Tip:** De keuze en detaillering van de constructieve elementen rondom gevelopeningen hebben een significante impact op zowel de structurele integriteit als de visuele uitstraling van het gebouw .
---
# Trappen
Dit onderwerp behandelt de essentiële aspecten van trappen, inclusief ontwerpoverwegingen, rekenmethoden, gedetailleerde uitwerkingen en tekenprincipes, geïllustreerd met een architecturaal voorbeeld .
### 3.1 Ontwerp
Het ontwerp van trappen omvat diverse overwegingen die de functionaliteit, veiligheid en esthetiek beïnvloeden. Een belangrijk architecturaal voorbeeld is de Casa Malaparte op Capri, ontworpen door Adalberto Libera en Curzio Malaparte. Dit gebouw toont hoe trappen geïntegreerd kunnen worden in de algehele architectonische visie. Bij het ontwerpen van trappen dient rekening gehouden te worden met de gebruiksfunctie, de beschikbare ruimte en de gewenste uitstraling .
### 3.2 Rekenmodule
De rekenmodule voor trappen omvat de berekening van proporties en afmetingen om te voldoen aan ergonomische en veiligheidseisen. De totale optrede van een trap kan worden berekend door de optrede van individuele treden te sommeren. Een voorbeeld van een dergelijke berekening is: $(2 \times 18\text{cm}) + (1 \times 23\text{cm}) = 36\text{cm} + 23\text{cm} = 59\text{cm}$. Dit illustreert hoe verschillende optreden van treden kunnen worden gecombineerd om een gewenste totale hoogte te bereiken .
> **Tip:** Bij het ontwerpen van trappen is het cruciaal om de optrede en aantrede van de treden te optimaliseren voor comfort en veiligheid. Standaardrichtlijnen bieden hiervoor houvast .
### 3.3 Tekenmethode
De tekenmethode voor trappen omvat de grafische weergave van het ontwerp, inclusief alle relevante afmetingen, materialen en aansluitingen. Gedetailleerde tekeningen zijn essentieel voor de correcte uitvoering van de trap door de aannemer of vakman. Dit omvat typisch bovenaanzichten, zijaanzichten en doorsneden van de trap. Ook details over de bevestiging van de treden, de leuningen en de constructie van de trapconstructie zelf moeten duidelijk worden weergegeven .
> **Voorbeeld:** Een gedetailleerde tekening van een trap zal onder andere de breedte van de treden, de hoogte van de optrede, de hoek van de trap en de diepte van de aantrede specificeren. Ook de plaatsing van eventuele tussenbordessen en de aansluiting met de vloeren zijn hierin opgenomen .
---
# Grafische analyse van architecturale elementen
Dit deel van de studie behandelt de grafische analyse van architecturale elementen, met de Kapel in Batschuns door Marte & Marte als casestudy, en verkent verschillende methoden om tekeningen te bewerken, verduidelijken en te interpreteren .
### 4.1 Casestudy: Kapel in Batschuns (Oostenrijk) – architect Marte & Marte
De casestudy van de Kapel in Batschuns dient als een praktijkvoorbeeld voor het toepassen van grafische analysetechnieken op een specifiek architecturaal project .
### 4.2 Analyse tekening: bewerken en verduidelijken van beschikbare tekeningen
Het proces van grafische analyse begint met het kritisch bekijken en bewerken van bestaande tekeningen om ze te verduidelijken en beter te begrijpen .
#### 4.2.1 Constructiematerialen en samenstellende elementen
Een essentieel onderdeel van de analyse is het identificeren van de gebruikte constructiematerialen en de specifieke elementen waaruit het gebouw is opgebouwd .
#### 4.2.2 Relatie tussen tekening en legende
Het begrijpen van de relatie tussen de grafische voorstellingen op een tekening en de bijbehorende legende is cruciaal voor een correcte interpretatie .
### 4.3 Analyse tekening: de relatie tussen foto en tekening
Het vergelijken van fotografisch materiaal met architecturale tekeningen biedt waardevolle inzichten in de driedimensionale vorm, de textuur en de ruimtelijke ervaring van een gebouw .
> **Tip:** Het naast elkaar leggen van foto's en tekeningen helpt bij het valideren van de weergave en het ontdekken van details die mogelijk niet op de tekening staan, of vice versa.
### 4.4 Analyse tekening: de reductie tekening
Een reductietekening is een vereenvoudigde weergave die de essentie van een architecturaal element of geheel vastlegt. Dit proces van reductie helpt om de kernvormen en structurele principes te isoleren .
> **Tip:** Reductietekeningen zijn uitstekend geschikt om de belangrijkste geometrische relaties en proporties te bestuderen zonder afgeleid te worden door details.
### 4.5 Analyse tekening: de constructie als een sequentie
Het analyseren van de constructie als een sequentie houdt in dat de opbouw van het gebouw stap voor stap wordt begrepen, waarbij de volgorde van plaatsing van elementen en materialen centraal staat .
> **Example:** Een sequentieanalyse kan bijvoorbeeld de fasen van fundering, dragende muren, dakconstructie en afwerkingen in kaart brengen.
### 4.6 Analyse tekening: de combinatie van verticale snede en perspectief
Het combineren van een verticale snede met een perspectivische weergave biedt een krachtige methode om zowel de interne organisatie (snede) als de externe verschijningsvorm en ruimtelijke beleving (perspectief) van een architecturaal element te tonen .
> **Tip:** Deze gecombineerde weergave is bijzonder nuttig om te begrijpen hoe interieurruimtes zich verhouden tot de buitenkant en hoe de constructie de ruimtelijke ervaring beïnvloedt.
---
# Oefening bouwelementen
Deze oefening is gericht op het in de praktijk uittekenen van een specifiek bouwelement, met name een trap voor het bezoekerscentrum De Bourgoyen in Mariakerke, waarbij de nadruk ligt op het correct weergeven van de constructie in verschillende projecties en details .
### 5.1 Opdrachtbeschrijving
De opdracht betreft het uittekenen van een trap voor het bezoekerscentrum De Bourgoyen, gelegen in Mariakerke. Dit architecturaal project, ontworpen door EVR architecten en uitgevoerd tussen 2005 en 2008 dient als casestudy voor de toepassing van bouwkundige tekenvaardigheden .
### 5.2 Tekenvereisten
Het uittekenen van de trap dient te gebeuren op schaal en op een A3-formaat. De volgende specifieke weergaven zijn vereist :
#### 5.2.1 Plan
Het plan geeft een horizontale doorsnede van de trap weer, tonend hoe de trap zich verhoudt tot de omringende vloeren en muren .
#### 5.2.2 Snede
De snede toont een verticale doorsnede van de trap, waarbij de opbouw, de materialen en de constructieve elementen zichtbaar worden gemaakt .
#### 5.2.3 Aanzicht
Het aanzicht presenteert de trap zoals deze van buitenaf of vanuit een bepaalde visuele hoek zichtbaar is. Dit kan een vooraanzicht, zijaanzicht of achteraanzicht zijn .
#### 5.2.4 Detail
Een detailtekening zoomt in op specifieke, constructief belangrijke of complexe delen van de trap. Dit kan bijvoorbeeld de aansluiting van de treden aan de tredeband, de bevestiging van de leuning, of de constructie van de trapboom omvatten .
> **Tip:** Bij het uittekenen van details is het cruciaal om rekening te houden met de gebruikte materialen en de wijze van bevestiging. Dit geeft inzicht in de stabiliteit en de duurzaamheid van de constructie.
> **Tip:** Zorg ervoor dat de schaal op alle tekeningen duidelijk wordt aangegeven en consistent wordt toegepast. Dit is essentieel voor de leesbaarheid en de praktische bruikbaarheid van de bouwkundige plannen.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Fundering | Het onderdeel van een bouwwerk dat de lasten overdraagt van het gebouw naar de ondergrond, essentieel voor de stabiliteit en draagkracht. |
| Actie / Reactie | Principes die beschrijven hoe krachten zich voortplanten binnen een constructie en hoe de ondergrond reageert op de door het gebouw opgelegde belastingen. |
| Bodemonderzoek | Een analyse van de samenstelling, eigenschappen en draagkracht van de grondlagen ter plaatse van een bouwproject, cruciaal voor de keuze van de funderingsmethode. |
| Grondwater | Water dat zich in de poriën en scheuren van de bodem bevindt, en dat een significante invloed kan hebben op de stabiliteit en het draagvermogen van de ondergrond. |
| Bemalen | Het proces van het wegpompen van grondwater om de grond tijdelijk droog te leggen, wat nodig kan zijn voor de bouw van ondergrondse constructies. |
| Zandkoffer | Een funderingsmethode waarbij grond wordt vervangen door zand om de draagkracht te verhogen, vaak toegepast bij minder draagkrachtige bodems. |
| Grindkernen | Verticale pilaren van verdicht grind die in de grond worden aangebracht om de draagkracht van de bodem te versterken en de zetting te verminderen. |
| Trilverdichting | Een methode om de bodem te verdichten door middel van trillingen, wat de draagkracht en stabiliteit van de grond verbetert. |
| Injecteren | Het onder druk inbrengen van een vloeistof, zoals een water-cementmengsel, in de bodem om de grondstructuur te versterken, te stabiliseren of waterdicht te maken. |
| Bevriezen | Een tijdelijke methode om de grondwaterstand te verlagen door de grond te bevriezen, wat stabiliteit biedt bij grondwerken in natte omstandigheden. |
| Ondergrondse constructies | Bouwwerken die zich geheel of gedeeltelijk onder het maaiveld bevinden, zoals kelders, funderingen en bouwputten. |
| Ondiepe funderingen | Funderingssystemen die relatief dicht bij het maaiveld worden aangebracht, zoals sleuf- en strookfunderingen. |
| Diepe funderingen | Funderingssystemen die reiken tot diepere, meer draagkrachtige grondlagen, zoals paalfundering en schroefpalen. |
| Beschoeide bouwputten | Tijdelijke constructies die worden aangebracht om de wanden van een bouwput te ondersteunen en te voorkomen dat de grond instort tijdens de graafwerkzaamheden. |
| Onderschoeiingen | Versterkingen van bestaande funderingen of muren, vaak toegepast bij verbouwingen om de draagkracht te vergroten of te stabiliseren. |
| Toelaatbare gronddruk | De maximale druk die een bepaalde grondsoort kan weerstaan zonder ontoelaatbare zettingen te veroorzaken, gebruikt bij het dimensioneren van funderingen. |
| Freatisch oppervlak | De bovenste waterlijn van het grondwater in de bodem. |
| Cementinjectie | Het proces waarbij een mengsel van cement en water onder hoge druk in de grond wordt geïnjecteerd om deze te verstevigen en te stabiliseren, vaak gebruikt bij grondverbetering. |
| Slibwand | Een diepwand die wordt gevormd door het aanbrengen van beton in een sleuf, beschermd door een bentoniet-suspensie, voornamelijk gebruikt voor grond- en waterkering. |
| Differentiële zetting | Ongelijkmatige zetting van een gebouw, waarbij verschillende delen van de constructie meer of minder zakken, wat kan leiden tot scheurvorming en structurele schade. |
| Gevelopeningen | Openingen in de gevel van een gebouw, zoals ramen en deuren, die zowel een esthetische als een constructieve functie hebben. |
| Trappen | Constructieve elementen die verschillende niveaus in een gebouw met elkaar verbinden, waarbij ontwerp, rekenmethoden en tekenmethoden belangrijk zijn. |
| Grafische analyse | Een methode om architecturale elementen te bestuderen en te begrijpen door middel van het analyseren en bewerken van tekeningen en afbeeldingen. |