Cover
Start nu gratis 11.+Internationale+Betrekkingen.pptx
Summary
# Definitie en evolutie van internationale betrekkingen
Dit onderwerp verkent de definitie en historische evolutie van internationale betrekkingen, met een focus op de verschuiving van een staatscentrisch perspectief naar een bredere analyse van diverse actoren en de impact van globalisering.
## 1. Wat is "internationale betrekkingen"?
Internationale betrekkingen (IB) omvat de studie van relaties die de grenzen van een politieke gemeenschap en haar rechtspraak overstijgen. Hoewel de interacties tussen samenlevingen al sinds de prehistorie bestaan, gedreven door regionale en tijdelijke belangen, is de intensiteit en schaal ervan aanzienlijk toegenomen vanaf de 16e-17e eeuw.
### 1.1 Historische wortels van internationale interacties
* **Vroege contacten:** Regionale en tijdelijke belangen dreven contacten tussen prehistorische en antieke samenlevingen. De ontdekking en handel in brons leidde tot omvangrijke maatschappelijke, economische en religieuze vernieuwingen, met grootschalige handelsnetwerken en migratie.
* **Oude denkers:**
* **Sun Tzu (China, 544-496 v.Chr.):** Zijn werk "De Kunst van het Oorlogvoeren" is een van de oudste geschriften over militaire strategie en benadrukt het belang van de staat en nationale veiligheid boven moraliteit.
* **Kautilya (India, 375-283 v.Chr.):** "De Wetenschap van het Materieel voordeel" behandelt economie, staatkunde en buitenlands beleid, met de principes dat de sterkste regeert en diplomatie enkel een middel is wanneer dominantie niet haalbaar is.
### 1.2 De opkomst van de natiestaat en soevereiniteit
Vanaf de 16e-17e eeuw nam de frequentie en schaal van grensoverschrijdende relaties toe, wat leidde tot de ontwikkeling van het concept van 'externe soevereiniteit'.
* **Interne soevereiniteit:** Het bestaan van een centraal gezag dat legitiem kan handelen binnen het grondgebied van een staat.
* **Externe soevereiniteit:** Wederzijdse erkenning door staten van de onschendbaarheid van hun territorium en het recht om dit autonoom te besturen.
* **De staat als autonome entiteit:** De staat wordt gezien als een autonome, afgebakende entiteit die handelt op basis van nationale belangen.
### 1.3 De Vrede van Westfalen (1648)
Deze vredesonderhandeling markeerde een cruciaal moment na de Dertigjarige en Tachtigjarige Oorlog. Het impliceerde de erkenning van het belang van interne en externe soevereiniteit, de natiestaat als erkende entiteit, en legde de basis voor het internationaal recht.
### 1.4 De term "internationale betrekkingen"
* **Jeremy Bentham (1789):** Introduceerde de term "internationaal" om de relaties tussen naties of staten te beschrijven, met een nadruk op interstatelijke relaties.
* **Specialisatie na WOII:** Na de Tweede Wereldoorlog specialiseerde de politicologie zich, wat leidde tot de ontwikkeling van IB als een aparte subdiscipline met tal van gespecialiseerde tijdschriften en denktanks.
### 1.5 De evolutie van de focus in IB
* **Historisch staatscentrisch:** Traditioneel lag de focus sterk op staten en hun belangen.
* **Toenemende aandacht voor niet-gouvernementele actoren:** Door globalisering is er een groeiende aandacht voor niet-gouvernementele actoren zoals multinationals, banken, internationale non-gouvernementele organisaties (INGO's) en academische instellingen.
* **Nieuwe terminologie:** Sommige wetenschappers verkiezen termen als "globale studies" of "transnationale studies", maar "internationale betrekkingen" blijft dominant.
* **IB als alles met impact buiten de grenzen:** IB wordt beschouwd als alles wat impact heeft op het bestuur van een politieke gemeenschap, maar de grenzen daarvan overstijgt.
### 1.6 Globalisering en de "krimpende wereld"
* **Definitie van globalisering:** Een sterke toename van de interdependentie tussen regio's, continenten en landen, voortkomend uit toenemende grensoverschrijdende communicatie, handels- en kapitaalstromen, gekoppeld aan een bewustzijn van een 'kleiner wordende wereld'.
* **"Tijd-ruimtecompressie":** De reductie in de tijd die nodig is voor informatie of objecten om een andere plaats te bereiken, mede door technologische vooruitgang.
* **Bezorgdheden en opportuniteiten van globalisering:**
* **Bezorgdheden:** Export van culturele producten, ontwikkeling van een gestandaardiseerde cultuur, toenemende macht van multinationale ondernemingen, verplaatsing van productie naar lagere loonlanden, en de vraag naar controle over internationale instellingen. Dit leidde tot de opkomst van Alter-Globalisation/Anti-Globalisation Bewegingen (bv. de "Battle of Seattle" in 1999).
* **Opportuniteiten:** Collectieve aanpak van globale problemen (klimaat, vluchtelingen), en de mogelijkheid om druk uit te oefenen op landen voor progressief beleid (bv. EU-toetreding).
## 2. Anarchie en de internationale orde
Een centraal concept in de analyse van internationale betrekkingen is **anarchie**, wat de afwezigheid van een legitieme, hogere autoriteit of wereldregering betekent die het internationale systeem stuurt.
### 2.1 Anarchie in internationale betrekkingen
* **Definitie:** Afwezigheid van een wereldheerser. Internationale instellingen hebben geen inherente autoriteit; hun legitimiteit en effectiviteit zijn afhankelijk van de instemming en naleving door staten.
* **Soevereiniteit primeert:** De gelijke en onafhankelijke soevereiniteit van staten is primair, en internationale verdragen zijn afhankelijk van nationale ratificatie.
### 2.2 Verschil tussen nationale en internationale politiek
* **Nationale context:** Burgers wenden zich bij dreiging tot een hogere autoriteit (de staat), die fungeert als arbiter in conflicten. Het rechtssysteem beschermt burgers tegen de staat en heeft een afschrikkend effect.
* **Internationale context:** Staten kunnen zich slechts beperkt tot hogere autoriteiten wenden. Er zijn internationale regimes (formele en informele regels), maar staten kunnen reserves inroepen, wat resulteert in een "lappendeken" van internationaal recht op maat van nationale belangen. Er zijn minder garanties voor naleving of afdoende compensatie.
* **Kenneth Waltz:** De afwezigheid van een wereldregering is het onderscheidende kenmerk van internationale politiek, niet zozeer het gebruik van geweld, maar de verschillende organisatiemodi om ermee om te gaan.
### 2.3 Hedley Bull en de "anarchische samenleving"
Hedley Bull betoogde dat, ondanks anarchie, internationale stabiliteit mogelijk is door de vorming van een "virtuous cycle":
1. **Patronen uit statenpraktijk:** Veelvuldige en herhaalde interacties leiden tot patronen in het gedrag van staten, wat voorspelbaarheid creëert.
2. **Internationale gemeenschap:** Deze patronen worden versterkt door een internationale gemeenschap die gedeelde overtuigingen en praktijken ontwikkelt, waardoor de kosten van non-compliance toenemen.
## 3. Belangrijke theorieën in internationale betrekkingen
De studie van internationale betrekkingen wordt gedomineerd door twee hoofdparadigma's: idealisme en realisme.
### 3.1 Idealisme
* **Centraal argument:** Staten moeten en kunnen handelen volgens morele principes en juridische normen.
* **Context:** Ontstaan als reactie op de gruwelen van WOI en WOII, met de oprichting van de Volkenbond en de Verenigde Naties.
* **Mensbeeld:** Geloof in een positief/utilitaristisch mensbeeld en de redelijkheid van actoren, wat de capaciteit voor compromissen benadrukt.
* **Nadruk op horizontale relaties:** Staten streven naar relatieve voordelen van samenwerking.
* **Wortels:** Ingebed in het liberaal gedachtegoed.
#### 3.1.1 Kernconcepten en voorbeelden van idealisme
* **Rechtvaardige oorlogstheorie:** Ontwikkeld door Thomas van Aquino, stelt dat oorlog legitiem kan zijn onder strikte voorwaarden (verdediging, door rechtmatige heersers, met de juiste morele intenties, kans op succes, proportionaliteit, laatste redmiddel). Dit is een positie tussen bellicisme en pacifisme.
* **Democratische vrede:** Immanuel Kant stelde dat democratieën minder geneigd zijn tot oorlog voeren, mede door respect voor rechtsregels en de kracht van publieke opinie. Hoewel dit onderwerp van wetenschappelijk debat is, benadrukt het belang van economische integratie en wederzijds begrip.
* **Volkenbond en Verenigde Naties:** Woodrow Wilson's visie op een "algemene Volkenbond" en het Handvest van de VN (art. 2§3-4) weerspiegelen de idealistische grondbeginselen.
* **Gereedschap van idealisme:**
* **Soft powers:** Economische en militaire sancties, vrijhandel, militaire ontwapening.
* **Multilateralisme:** Collectief nastreven van gezamenlijke doelen, wederzijdse consultatie.
* **Internationale instellingen:** Grotere acceptatie van supranationale autoriteiten, internationale arbitrage van conflicten.
* **Mensenrechten:** Bescherming van mensenrechten via internationale verdragen en instellingen zoals het Internationaal Strafhof en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
* **Internationale instellingen:**
* **Verenigde Naties (VN):** Met de Algemene Vergadering en de Veiligheidsraad (met vetorecht voor de permanente leden), fungeert als een platform voor samenwerking en soft power, ondanks hervormingsuitdagingen.
### 3.2 Realisme
* **Centraal argument:** Staten moeten en zullen handelen volgens hun nationale eigenbelangen.
* **Context:** Een reactie op het falen van de Volkenbond en de realiteit van internationale conflicten. Leunt aan bij Thomas Hobbes' "Leviathan".
* **Mensbeeld:** Pessimistisch mensbeeld; de internationale gemeenschap is een "self-help" systeem gekenmerkt door anarchie en onvermijdelijk conflict.
* **Nadruk op hiërarchische en verticale relaties:** Stabiliteit wordt bereikt door dominantie en machtsbalans.
* **Handelen gebaseerd op 'relatieve macht':** Staten worden ingedeeld naar hun machtspositie.
#### 3.2.1 Kernconcepten en voorbeelden van realisme
* **Thomas Hobbes (16e-17e eeuw):** Beschreef de "natuurtoestand" als "ieder tegen allen" en pleitte voor een sociaal contract op nationaal niveau om orde te creëren. Internationaal niveau kenmerkt zich door anarchie.
* **Thucydides (460-400 v.Chr.):** In "Geschiedenis van de Peloponnesische Oorlog" (De Melische Dialoog) wordt gesteld dat recht enkel een kwestie is tussen gelijken in macht: "de sterken doen wat ze kunnen en de zwakken lijden wat ze moeten." Dit illustreert het internationale "self-help" systeem en de nadruk op harde macht.
* **Niccolo Machiavelli (1469-1527):** Koppelde politiek los van moraliteit in "Il Principe", en benadrukte het belang van "virtu" (kunde) om doelen te bereiken, zelfs met "vuile handen". Het doel heiligt de middelen.
* **Carl von Clausewitz (1780-1831):** Beschouwde oorlog als een voortzetting van politiek met andere middelen en een legitiem instrument voor nationale belangen en veiligheid. Hij bekritiseerde de proportionaliteitsleer van de rechtvaardige oorlog.
#### 3.2.2 Uitgangspunten van realisme
* **Nationale eigenbelangen:** Staten handelen primair vanuit hun eigenbelang.
* **Anarchie en conflict:** De internationale gemeenschap is anarchisch en conflict is onvermijdelijk.
* **Dominante staten:** Staten zijn de dominante actoren en de enigen die voldoende gewicht hebben om het systeem te beïnvloeden.
* **Rationele en unitaire actoren:** Staten worden beschouwd als rationele, onverdeelde eenheden die kosten-batenanalyses maken.
* **Relatieve macht:** Machtsbalans en dominantie, in plaats van gelijkheid, zorgen voor internationale stabiliteit.
* **Oorlog als instrument:** Oorlog kan een legitiem middel zijn om een machtsbalans te realiseren.
#### 3.2.3 Praktische invulling van realisme
* **Hard powers:** Gebruik van militaire en economische macht als legitieme politieke instrumenten.
* **Unilateralisme:** Het recht om eigen koers te varen en strategieën uit te stippelen ter promotie van nationale belangen.
* **Nationale soevereiniteit:** Nadruk op het uitgangspunt van nationale soevereiniteit.
* **Intergouvernementele samenwerking:** Voorkeur voor samenwerking tussen regeringen en weerstand tegen supranationale instellingen.
### 3.3 Kritiek op het realisme
* **Beschrijvend, niet normatief:** Realisme wordt soms gezien als louter een beschrijving van de realiteit (Realpolitik), maar kan ook gebruikt worden om unilateraal handelen te rechtvaardigen.
* **Veiligheidsdilemma:** Idealisten waarschuwen dat staten die hun veiligheid willen vergroten door militaire machtsuitbreiding, juist een groter onveiligheidsgevoel bij andere staten kunnen veroorzaken, leidend tot wederzijdse bewapening en escalatie.
* **Prisoner's dilemma:** Dit gedachte-experiment illustreert hoe individuele rationaliteit (verraad) kan leiden tot een suboptimale uitkomst voor het collectief (beiden langer gevangen). Realisten zien dit als bewijs tegen demilitarisering. Idealisten wijzen erop dat dit model de mogelijkheid tot leren en langdurige interacties miskent.
### 3.4 Vergelijking: Idealisme versus Realisme
| Kenmerk | Idealisme | Realisme |
| :--------------------------- | :----------------------------------------------------------- | :----------------------------------------------------------- |
| **Sturen van buitenlands handelen** | Recht op initiatief, multilateralisme, bescherming mensenrechten | Unilateralisme, nationale soevereiniteit, eigenbelang |
| **Methode van besluitvorming** | Supranationaal bestuur (hogere autoriteit, gedeelde soevereiniteit) | Intergouvernementeel bestuur (soevereine onafhankelijkheid, consensus, veto) |
| **Focus** | Collectieve doelen, vrede, samenwerking | Nationale belangen, machtsbalans, conflict |
| **Instrumenten** | Soft powers, diplomatie, internationale recht | Hard powers, militaire kracht, economische druk |
| **Mensbeeld** | Positief, redelijk, capabel tot compromis | Pessimistisch, egoïstisch, gericht op eigenbelang |
| **Internationale orde** | Anarchische samenleving met potentieel voor orde | Anarchisch "self-help" systeem, inherent conflict |
---
# Anarchie en de internationale orde
Internationale betrekkingen worden fundamenteel gekenmerkt door anarchie, de afwezigheid van een wereldregering die autoriteit kan afdwingen.
### 2.1 Het concept anarchie in de internationale politiek
Anarchie in de internationale betrekkingen betekent de afwezigheid van een centrale, legitieme autoriteit of wereldregering die het internationale systeem kan aansturen. In tegenstelling tot de nationale politiek, waar burgers zich bij dreiging kunnen wenden tot een hogere autoriteit en een staat kan optreden als arbiter in conflicten, is dit op internationaal niveau sterk beperkt. Internationale instellingen bestaan, maar hun autoriteit is afhankelijk van de instemming en naleving door staten. Staten behouden hun soevereiniteit en kunnen zich beperkt beroepen op hogere autoriteiten; er zijn geen garanties voor naleving van recht of adequate compensatie.
Kenneth Waltz benadrukt dat het verschil tussen nationale en internationale politiek niet zozeer in het gebruik van geweld ligt, maar in de verschillende organisatievormen om hiermee om te gaan.
#### 2.1.1 Thomas Hobbes en de natuurtoestand
Thomas Hobbes beschreef in zijn werk *Leviathan* een pessimistisch mensbeeld, waarbij de "natuurtoestand" wordt gekenmerkt door een "oorlog van allen tegen allen". Op nationaal niveau wordt dit ondervangen door een sociaal contract, waarbij burgers vrijheid inperken in ruil voor orde en bescherming door een soevereine macht. Op internationaal niveau heerst echter anarchie. Hobbes zag dominantie (politiek, militair, economisch) als het tegengif voor de natuurtoestand, en containment (het beperken van de macht van andere staten) als een middel voor stabiliteit.
#### 2.1.2 Hedley Bull en de anarchistische gemeenschap
Hedley Bull introduceerde in *The Anarchical Society* het idee dat internationale stabiliteit mogelijk is ondanks anarchie. Hij stelt dat een "virtuous cycle" kan ontstaan:
1. Veelvuldige en herhaalde interacties tussen staten leiden tot patronen in statenpraktijken, wat voorspelbaarheid creëert.
2. Hieruit ontstaat een internationale gemeenschap die, op haar beurt, de statenpraktijk vormgeeft op basis van gedeelde overtuigingen.
Deze gemeenschappelijke praktijken en overtuigingen verhogen de kosten van non-compliance en dragen zo bij aan internationale stabiliteit. Dit staat tegenover de natuurtoestand van Hobbes.
> **Tip:** Let op het onderscheid tussen 'anarchisch' (zonder heerser, kenmerk van het internationale systeem) en 'anarchistisch' (een ideologische stroming die een staatloze samenleving nastreeft).
### 2.2 Internationale politiek versus nationale politiek
De kern van het verschil tussen internationale en nationale politiek ligt, volgens Kenneth Waltz, niet in de frequentie van geweld, maar in de organisatievormen om hiermee om te gaan.
* **Nationale context:** Bij dreiging wenden burgers zich tot een hogere autoriteit; de staat fungeert als arbiter. Het rechtssysteem beschermt burgers tegen de staat en heeft een afschrikkend effect.
* **Internationale context:** Staten kunnen zich beperkt beroepen op hogere autoriteiten. Hoewel er internationale regimes zijn (formele en informele regels van samenwerking zoals internationaal recht), kunnen staten hier reserves tegen inroepen. Dit resulteert in een 'lappendeken' van internationaal recht, aangepast aan nationale belangen. Er is geen gegarandeerde naleving van recht of adequate compensatie.
> **Voorbeeld:** De Russische terugtrekking uit de ondertekening van het statuut van het Internationaal Strafhof wordt gezien als een illustratie van hoe staten zich kunnen onttrekken aan internationale rechtsregels wanneer dit hun nationale belangen dient, ondanks de anarchistische internationale context.
### 2.3 De rol van anarchie bij verschillende theorieën
De consensus tussen idealisten en realisten is dat anarchie een centraal concept is dat de internationale betrekkingen stuurt. Echter, de interpretatie en de gevolgen van deze anarchie verschillen sterk per theorie.
#### 2.3.1 Idealisme en de anarchistische samenleving
Idealisme stelt dat staten zich moeten en kunnen richten naar morele principes en juridische normen. Dit geloof is mede voortgekomen uit de ervaringen van Wereldoorlog I en II, wat leidde tot de oprichting van de Volkenbond en later de Verenigde Naties.
Het idealisme gelooft in de mogelijkheid van een "anarchische samenleving" (in de zin van Hedley Bull) en kent een positief mensbeeld toe, waarbij redelijkheid en de capaciteit tot compromis centraal staan. De nadruk ligt op horizontale relaties tussen staten die relatieve voordelen van samenwerking nastreven. Dit gedachtegoed is ingebed in het liberalisme.
> **Tip:** De idealistische visie op anarchie impliceert niet het ontbreken van regels, maar het ontbreken van een centrale afdwingende macht. Internationale samenwerking en recht kunnen stabiliteit brengen.
Idealisme bepleit geen absoluut pacifisme, maar legt de nadruk op *soft powers* zoals economische sancties, ontwapening en multilaterale samenwerking. Humanitaire interventies en de bescherming van mensenrechten, zoals vastgelegd in internationale verdragen en afgedwongen door instellingen als het Internationaal Strafhof, zijn belangrijke uitingen van dit gedachtegoed.
#### 2.3.2 Realisme en het "self-help" systeem
Realisme stelt dat staten primair en noodzakelijkerwijs handelen volgens hun nationale eigenbelangen. Dit perspectief leunt sterk op het idee van een "internationaal zelfhulp systeem" (self-help system), waar stabiliteit enkel gegarandeerd kan worden door dominantie en containment, zoals beschreven door Thomas Hobbes.
Het realisme benadrukt hiërarchische en verticale relaties en ziet machtsbalans en dominantie, in plaats van gelijkheid, als bron van internationale stabiliteit. Staten worden gezien als rationele, solitaire actoren die handelen op basis van hun "relatieve macht". Oorlog wordt beschouwd als een legitiem instrument om machtsbalans te realiseren of te bewaren.
> **Voorbeeld:** De Melische dialoog uit Thucydides' geschiedenis van de Peloponnesische Oorlog illustreert het realistische principe dat recht op internationaal niveau slechts een kwestie is tussen gelijken in macht, waarbij de sterken doen wat ze kunnen en de zwakken lijden wat ze moeten.
Realisten zien anarchie als een context waarin conflict onvermijdelijk is en staten op zichzelf aangewezen zijn voor hun veiligheid. Praktische invullingen omvatten het gebruik van *hard powers*, unilateralisme, en een voorkeur voor intergouvernementele samenwerking boven supranationale structuren.
### 2.4 Kritiek en spanningen tussen idealisme en realisme
Beide theorieën worden bekritiseerd. Het realisme wordt verweten slechts een beschrijving van de werkelijkheid te geven (realpolitik), maar kan ook worden gebruikt om unilateraal handelen te rechtvaardigen. Idealisten waarschuwen voor het veiligheidsdilemma: de pogingen van staten om hun eigen veiligheid te vergroten door militaire machtsuitbreiding, kunnen juist leiden tot meer onveiligheid en escalatie bij andere staten.
Het verschil tussen de twee theorieën komt ook tot uiting in hun benadering van besluitvorming:
* **Realisme:** Pleit voor intergouvernementeel bestuur, gebaseerd op respect voor de soevereine onafhankelijkheid van staten, met consensusbesluitvorming waarbij elke staat een veto kan hebben.
* **Idealisme:** Staat meer open voor supranationaal bestuur, waarbij een hogere autoriteit haar wil aan natiestaten kan opleggen, met besluitvorming bij gekwalificeerde meerderheid.
Dit verschil is ook zichtbaar in de opvattingen over het recht op initiatief voor buitenlands handelen: realisme promoot unilateralisme, terwijl idealisme multilateralisme en collectief optreden na overleg bevordert.
---
# Theorieën van idealisme en realisme in internationale betrekkingen
Dit onderwerp vergelijkt en contrasteert de kernargumenten, historische wortels en praktische invullingen van het idealisme en realisme, twee dominante theorieën binnen internationale betrekkingen, inclusief hun perspectieven op oorlog, soevereiniteit en samenwerking.
### 3.1 Idealisme
Centraal in het idealisme staat het argument dat staten zowel *moeten* als *kunnen* handelen volgens morele principes en juridische normen. Deze stroming werd mede gevormd door de ervaringen van de Eerste en Tweede Wereldoorlog, wat leidde tot de oprichting van de Volkenbond en de Verenigde Naties. Idealisten geloven in de mogelijkheid van een "anarchische samenleving" waarbij staten, ondanks de afwezigheid van een wereldregering, samenwerking kunnen nastreven.
#### 3.1.1 Kernkenmerken en historische wortels
* **Mensbeeld en redelijkheid:** Idealisten hanteren vaak een positief of utilitaristisch mensbeeld, waarbij ze geloven in de redelijkheid van actoren en hun capaciteit om compromissen te sluiten. Dit leidt tot een focus op horizontale relaties tussen staten die relatieve voordelen van samenwerking nastreven, ingebed in liberaal gedachtegoed.
* **Vroege invloeden:**
* **Thomas van Aquino (1225-1274):** Zijn principes van een "rechtvaardige oorlog" bieden een kader om, ondanks de principiële veroordeling van geweld, oorlog onder specifieke voorwaarden als moreel gerechtvaardigd te beschouwen. Deze voorwaarden omvatten: verdediging, leiding door rechtmatige heersers, juiste morele intenties, kans op succes, proportionaliteit van geweld en het gebruik als laatste redmiddel. Dit plaatst het ideaalisme tussen bellicisme en pacifisme in.
* **Immanuel Kant (1724-1804):** Zijn theorie van democratische vrede stelt dat democratieën minder geneigd zijn oorlog te voeren vanwege respect voor rechtsregels en de kracht van publieke opinie, wat leidt tot meer terughoudendheid bij het aangaan van conflicten. Wetenschappelijk debat bestaat echter over de causaliteit en de precieze aard van dit verband. Vrijhandel wordt gezien als een bevorderaar van vrede en wederzijds begrip.
#### 3.1.2 Praktische invulling in internationale betrekkingen
* **Internationale samenwerking en instituties:** Idealisten benadrukken het belang van "soft powers" zoals economische en militaire sancties, en pleiten voor de oprichting van internationale organisaties om collectieve problemen aan te pakken en normen te handhaven.
* **Woodrow Wilson en de Volkenbond (1920-1946):** Oprichting van een internationale organisatie om staten wederzijdse garanties te bieden voor hun politieke onafhankelijkheid en territoriale integriteit. Wilson hoopte hiermee de "jungle" van internationale politiek om te vormen tot een "dierentuin".
* **Verenigde Naties (VN):** Het Handvest van de VN ontleent basisbeginselen aan de historische wortels van het idealisme. De VN omvat de Algemene Vergadering en de Veiligheidsraad. Hoewel de Veiligheidsraad met haar permanente leden en vetorecht tot patstellingen kan leiden, heeft de VN ook een sterke humanitaire impact via gespecialiseerde organisaties.
* **Rechten en interventies:**
* **Menselijke Rechten:** Idealisten pleiten voor de universele afdwingbaarheid van mensenrechten, wat resulteerde in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948), het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (1950) en de oprichting van internationale rechtbanken zoals het Internationaal Strafhof (ICC) en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
* **Humanitaire Interventies:** De politieke bereidheid om in de jaren '90 militaire interventies uit te voeren in Somalië, Bosnië en Kosovo onderstreept de idealistische visie op de afdwingbaarheid van mensenrechten.
* **Drijfveren en methoden:**
* **Drijfveer:** Niet relatieve macht ten opzichte van andere staten, maar relatief voordeel ten opzichte van het verleden is de drijfveer. Wederzijds voordeel, zoals in handel, creëert ruimte voor samenwerking.
* **Methoden:** Klemtoon op soft powers, vrijhandel, militaire ontwapening, multilateralisme (collectief nastreven van gezamenlijke doelen), internationale arbitrage van conflicten, en bescherming van mensenrechten.
* **Besluitvorming:** Idealisten staan meer open voor supranationaal bestuur, waarbij een "hogere autoriteit" haar wil aan natiestaten kan opleggen, met besluitvorming bij gekwalificeerde meerderheid (bv. internationale federaties, gedeelde soevereiniteit).
### 3.2 Realisme
Het kernargument van het realisme is dat staten (moeten) handelen volgens hun nationale eigenbelangen. Deze stroming gelooft in een "internationaal zelf-help systeem" en is kritisch ten opzichte van het idealisme. Stabiliteit kan volgens realisten enkel worden gegarandeerd door dominantie en containment van macht.
#### 3.2.1 Kernkenmerken en historische wortels
* **Mensbeeld en anarchie:** Realisten hebben een pessimistisch mensbeeld en zien de internationale gemeenschap als gekenmerkt door anarchie en onvermijdelijk conflict. Dit leidt tot een focus op hiërarchische en verticale relaties.
* **Vroege invloeden:**
* **Thomas Hobbes (16e-17e eeuw):** In zijn werk "Leviathan" beschrijft Hobbes een "natuurtoestand" van allen tegen allen. Op nationaal niveau wordt dit voorkomen door een sociaal contract; internationaal blijft de anarchie bestaan. Dominantie, politiek, militair of economisch, is het tegengif voor de natuurtoestand. Containment, het beperken van de macht van andere staten, draagt bij aan stabiliteit.
* **Thucydides (460-400 v.Chr.):** In zijn "Geschiedenis van de Peloponnesische Oorlog" en specifiek "De Melische Dialoog" wordt de internationale politiek beschreven als een "self-help" systeem waar machtsverhoudingen centraal staan ("wat ons betreft, zullen wij u niet lastigvallen met schijnheilige beweringen... U weet immers net zo goed als wij dat recht, zoals de wereld nu eenmaal is, alleen een kwestie is tussen gelijken in macht, terwijl de sterken doen wat ze kunnen en de zwakken lijden wat ze moeten."). De focus ligt op "hard powers" en onverholen machtsargumenten.
* **Niccolo Machiavelli (1469-1527):** In "Il Principe" scheidt Machiavelli moraal en politiek. Een goede heerser beschikt over "virtu", de kunde om situaties in te schatten en doelen te realiseren, waarbij het doel de middelen heiligt ("dirty hands"). Hij meent dat een heerser moet leren "niet goed te zijn" wanneer de omstandigheden dit vereisen.
* **Carl von Clausewitz (1780-1831):** Als militair strateeg bekritiseerde hij de proportionaliteitsleer van de "rechtvaardige oorlog". Oorlog is voor hem geen moreel verwerpelijke daad, maar een middel om een doel (nationale belangen en veiligheid) te bereiken. "Oorlog is de voortzetting van politiek met andere middelen." Hamvraag is hoe een oorlog gewonnen wordt.
#### 3.2.2 Praktische invulling in internationale betrekkingen
* **Kernprincipes:**
* Staten handelen volgens hun nationale eigenbelangen.
* Conflict is onvermijdelijk in een anarchistisch systeem.
* Staten zijn de dominante en rationele, unitaire actoren die handelen op basis van kosten-batenanalyses.
* Statelijk handelen wordt ingegeven door "relatieve macht"; niet gelijkheid, maar machtsbalans of dominantie brengt internationale stabiliteit.
* Oorlog is een legitiem instrument om balans te realiseren.
* **Drijfveren en methoden:**
* **Drijfveer:** Staten handelen op basis van hun relatieve macht. Onderscheid tussen kleine, middelgrote en grootmachten is cruciaal.
* **Methoden:** "Hard powers" zijn legitieme instrumenten van politiek. Unilateralisme wordt geprefereerd, waarbij staten het recht hebben hun eigen koers te varen ter promotie van nationale belangen.
* **Samenwerking:** Klemtoon op intergouvernementele samenwerking en verzet tegen supranationale instellingen.
* **Besluitvorming:** Realisten pleiten voor intergouvernementeel bestuur, gebaseerd op respect voor de soevereine onafhankelijkheid van staten. Consensusbesluitvorming, waarbij elke staat een vetorecht heeft, is de vorm (bv. verdragen, allianties, confederaties).
### 3.3 Idealisme versus realisme: een vergelijking
De twee theorieën verschillen fundamenteel in hun benadering van internationale betrekkingen:
* **Soevereiniteit en handelingsinitiatief:** Realisme promoot een unilaterale opvatting van internationale relaties, met het recht op initiatief voor buitenlands handelen gebaseerd op nationale soevereiniteit. Idealisme, met zijn gehechtheid aan vrede en bescherming van mensenrechten, promoot een multilaterale opvatting. De Verenigde Staten met hun machtspositie neigen naar eenzijdige maatregelen, terwijl Europese landen een traditie van multilateralisme kennen.
* **Methode van besluitvorming:** Realisme pleit voor intergouvernementeel bestuur gebaseerd op soevereine onafhankelijkheid en consensusbesluitvorming. Idealisme staat meer open voor supranationaal bestuur, waarbij een hogere autoriteit haar wil kan opleggen met besluitvorming bij gekwalificeerde meerderheid.
#### 3.3.1 Kritiek op het realisme
* **Beschrijving versus normativiteit:** Critici stellen dat realisme slechts een beschrijving is van "de realiteit" (realpolitik), maar dat de gekozen lens en belichte feiten kunnen leiden tot een andere conclusie. Realisme draagt ook een normatief karakter in zich en kan gebruikt worden om unilateraal handelen van staten te rechtvaardigen.
* **Veiligheidsdilemma:** Idealisten waarschuwen voor het veiligheidsdilemma: wanneer staten hun veiligheid nastreven door militaire machtsuitbreiding, kan dit leiden tot verhoogde onveiligheid bij andere staten, met wederzijdse bewapening en escalatie als gevolg.
* **Prisoner's Dilemma:** Realisten gebruiken het gevangenendilemma om de waarschijnlijkheid van "dubbel verraad" in internationale betrekkingen te illustreren, wat een pleidooi is tegen demilitarisering. Idealisten bekritiseren dit door te wijzen op de beperking van het dilemma tot één geïsoleerd evenement en het negeren van de mogelijkheid tot leren en langdurige internationale interacties.
> **Tip:** Het is cruciaal om te onthouden dat "anarchisch" (afwezigheid van een heerser) en "anarchistisch" (een politieke ideologie) twee verschillende concepten zijn. Hedley Bull spreekt van een "anarchische samenleving", niet een "anarchistische samenleving".
> **Tip:** Houd bij de analyse van de democratische vrede van Kant rekening met de complexiteit en het wetenschappelijke debat over de causaliteit en de mogelijke wederzijdse beïnvloeding tussen democratie, vrijhandel en vrede. Leg niet te snel rechtstreekse verbanden.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Internationale Betrekkingen (IB) | De politiek-wetenschappelijke studie van de relaties tussen staten en andere actoren op het internationale toneel, die de grenzen van politieke gemeenschappen en hun rechtspraak overstijgt. |
| Anarchie (internationale politiek) | De afwezigheid van een legitieme autoriteit of wereldregering die het internationale systeem aanstuurt, waarbij de soevereiniteit van staten primeert en internationale instellingen hun legitimiteit ontlenen aan de instemming van staten. |
| Soevereiniteit | Een staat heeft interne soevereiniteit wanneer er een centrum van autoriteit is dat legitiem kan handelen binnen zijn territorium, en externe soevereiniteit wanneer staten wederzijds de onschendbaarheid van hun territorium erkennen en het recht om dit autonoom te besturen. |
| Vrede van Westfalen (1648) | Een reeks vredesverdragen die het einde markeerden van de Dertigjarige en Tachtigjarige Oorlog, en die de basis legden voor internationaal recht door de erkenning van de interne en externe soevereiniteit van staten en de natiestaat als erkende entiteit. |
| Globalisering | Een proces van toenemende interdependentie tussen regio's, continenten en landen als gevolg van een toename van grensoverschrijdende communicatie, handels- en kapitaalstromen, gekoppeld aan het expliciete bewustzijn van deze trend naar een 'kleiner wordende wereld'. |
| Idealisme (IB) | Een theorie binnen internationale betrekkingen die stelt dat staten moeten en kunnen handelen volgens morele principes en juridische normen, met een nadruk op samenwerking, relatieve voordelen en de mogelijkheid om conflicten af te wenden door middel van soft powers en internationale instellingen. |
| Realisme (IB) | Een theorie binnen internationale betrekkingen die stelt dat staten primair handelen vanuit hun nationale eigenbelangen, gedreven door de zoektocht naar relatieve macht in een anarchistisch internationaal systeem, waarbij hard powers en eigenrichting als legitieme instrumenten worden gezien. |
| Soft powers | Middelen van internationale beïnvloeding die gebaseerd zijn op aantrekkingskracht en overtuiging, zoals economische sancties, diplomatie, culturele export en humanitaire hulp, in tegenstelling tot militaire dwang. |
| Hard powers | Middelen van internationale beïnvloeding die gebaseerd zijn op dwang en militaire of economische macht, zoals militaire dreiging, invasie of economische blokkades. |
| Multilateralisme | Een benadering van internationale betrekkingen die de voorkeur geeft aan collectieve actie, gezamenlijke doelen nastreven en wederzijdse consultatie tussen staten, vaak binnen internationale organisaties. |
| Unilateralisme | Een benadering van internationale betrekkingen waarbij een staat de nadruk legt op het recht om zijn eigen koers te varen en strategieën uit te stippelen ter promotie van nationale belangen, zonder noodzakelijkerwijs overleg of instemming van andere staten te zoeken. |
| Intergouvernementeel | Een vorm van samenwerking tussen staten waarbij soevereiniteit bij de nationale regeringen blijft liggen en besluitvorming vaak consensus vereist, zoals bij verdragen en allianties. |
| Supranationaal | Een vorm van bestuur waarbij een hogere autoriteit boven de nationale staten staat en haar wil aan de lidstaten kan opleggen, vaak gebaseerd op gekwalificeerde meerderheid in besluitvorming, zoals in internationale federaties. |
| Veiligheidsdilemma | Een situatie waarin de pogingen van staten om hun eigen veiligheid te vergroten door middel van militaire machtsuitbreiding, onbedoeld de onveiligheid van andere staten vergroten, wat kan leiden tot een wapenwedloop en escalatie. |
| Prisoner's dilemma | Een gedachteoefening in besluitvormingsprocessen waarbij twee individuen die hun eigenbelang nastreven, een suboptimale uitkomst voor beiden of de collectiviteit produceren, wat de spanning tussen individuele rationaliteit en collectieve rationaliteit illustreert. |