Cover
Start nu gratis PPT Antibiotica deel 4 - niet-beta-lactam anitbiotica (aminoglycosiden, glycopeptiden, reserve antibiotica, alternatieven).pdf
Summary
# Classificatie en prioriteit van antibiotica
Dit onderwerp behandelt de classificatie van antibiotica op basis van verschillende criteria en plaatst ze vervolgens in prioriteitscategorieën om een gestructureerde aanpak voor antibioticagebruik te waarborgen [3](#page=3).
### 1.1 Criteria voor classificatie
De classificatie van antibiotica wordt gebaseerd op een reeks criteria die de relevantie en impact van een antibioticum weerspiegelen. Deze criteria omvatten:
* Mortaliteit [3](#page=3).
* Gezondheidszorglast [3](#page=3).
* Gemeenschapslast [3](#page=3).
* Overdraagbaarheid [3](#page=3).
* Prevalentie van resistentie [3](#page=3).
* 10-jaarstrend van resistentie [3](#page=3).
* Voorkombaarheid [3](#page=3).
* Behandelbaarheid [3](#page=3).
* Pipeline (nieuwe antibiotica in ontwikkeling) [3](#page=3).
### 1.2 Prioriteitscategorieën
Op basis van de bovengenoemde criteria worden antibiotica ingedeeld in prioriteitscategorieën, wat essentieel is voor rationeel antibioticagebruik en het tegengaan van resistentie.
#### 1.2.1 Kritieke antibiotica (Critical)
Deze categorie omvat antibiotica die absoluut essentieel zijn voor de behandeling van ernstige infecties en waarbij alternatieven beperkt of afwezig zijn [4](#page=4) [5](#page=5) [6](#page=6).
#### 1.2.2 Hoge prioriteit antibiotica (High priority)
Antibiotica in deze categorie zijn belangrijk voor de behandeling van specifieke infecties, vaak als eerstelijnskeuze, maar er kunnen alternatieven beschikbaar zijn [7](#page=7) [8](#page=8).
#### 1.2.3 Voorbeelden van antibiotica per categorie (Indicatief)
De documentatie geeft voorbeelden van antibiotica die onder deze categorieën vallen, met een onderscheid tussen Gram-positieve en Gram-negatieve bacteriën, evenals specifieke resistentietypes [10](#page=10) [11](#page=11) [12](#page=12) [9](#page=9).
* **Gram-positief:**
* Penicilline [9](#page=9).
* Amoxicilline [9](#page=9).
* Cloxacilline [9](#page=9).
* Lincomycine (ook bekend als Clindamycine) [11](#page=11) [9](#page=9).
* Vancomycine [12](#page=12) [9](#page=9).
* Amoxicilline-clavulaanzuur [9](#page=9).
* **Gram-negatief:**
* Piperacilline-tazobactam [12](#page=12) [9](#page=9).
* Ceftriaxone [12](#page=12) [9](#page=9).
* Ciprofloxacine [12](#page=12) [9](#page=9).
* Meropenem [12](#page=12) [9](#page=9).
* Gentamicine [11](#page=11) [9](#page=9).
* Amikacine [12](#page=12) [9](#page=9).
* Colistine [12](#page=12) [9](#page=9).
* **Specifieke resistentie-targets en antibiotica:**
* MRSA (Methicilline-resistente *Staphylococcus aureus*) [10](#page=10).
* VRE (Vancomycine-resistente Enterokokken) [10](#page=10).
* MDR-Gram-negatieven (Multidrug-resistente Gram-negatieven) [10](#page=10).
* **Nieuwe klassen en pijplijn antibiotica:**
* Linezolid (Oxazolidinone) [10](#page=10) [12](#page=12).
* Tigecycline (Glycylcycline) [10](#page=10) [12](#page=12).
* Nieuwe bla-bli en pijplijn antibiotica [10](#page=10).
* Ceftazidime-avibactam [12](#page=12).
* Ceftolozane-tazobactam [12](#page=12).
* **Andere relevante antibiotica genoemd:**
* Temocilline (BL) [12](#page=12).
* Azithromycine (ML) [10](#page=10) [12](#page=12).
* Co-trimoxazole [10](#page=10).
* Nitrofurantoin [10](#page=10).
* Fosfomycin [10](#page=10).
> **Tip:** De classificatie in ACCESS, WATCH en RESERVE categorieën, zoals gedefinieerd door de WHO, is een veelgebruikt raamwerk om antibiotica te prioriteren en rationeel gebruik te bevorderen. Antibiotica in de ACCESS-categorie zijn doorgaans het meest essentieel en moeten altijd beschikbaar zijn. WATCH-antibiotica vereisen een bewust en gericht gebruik, terwijl RESERVE-antibiotica worden gereserveerd voor ernstige, multiresistente infecties wanneer andere opties falen [11](#page=11) [12](#page=12).
> **Tip:** Het begrijpen van de mechanismen achter de resistentie (bijvoorbeeld de aanwezigheid van bèta-lactamases zoals bla-bli) is cruciaal voor het plaatsen van antibiotica in de juiste prioriteitscategorie en voor het kiezen van de meest effectieve behandeling [10](#page=10).
---
# Specifieke antibiotica en hun toepassingen
Dit gedeelte biedt een gedetailleerde analyse van diverse specifieke antibiotica, inclusief hun werkingsmechanismen, spectrum, farmacokinetiek, veiligheidsprofielen en resistentie.
### 2.1 Vancomycine
Vancomycine is een antibioticum dat wordt ingezet bij moeilijk te behandelen Gram-positieve infecties, zoals MRSA, VISA/VSRA en VRE [14](#page=14).
#### 2.1.1 Werkingsmechanisme en spectrum
Vancomycine remt de celwandsynthese van bacteriën. Het spectrum is beperkt tot Gram-positieven, waaronder MRSA en ampicilline-resistente enterokokken. Voor MSSA is cloxacilline echter effectiever [15](#page=15).
#### 2.1.2 Farmakokinetiek
Vancomycine wordt uitsluitend intraveneus toegediend. Het is tijdsafhankelijk, wat frequentere of continue dosering vereist. Een laaddosis kan helpen om sneller de gewenste serumspiegels te bereiken. De dosering wordt aangepast op basis van de nierfunctie en de dal- of steady-state concentratie [15](#page=15) [20](#page=20) [21](#page=21).
#### 2.1.3 Veiligheid en allergie
Bij te snelle infusie kan het "red man syndrome" optreden. Andere toxiciteiten omvatten cytopenie, flebitis en vooral renale toxiciteit, die verhoogd is bij gelijktijdige toediening van andere nefrotoxische middelen of bij reeds bestaande nierinsufficiëntie. Er is een nauwe therapeutische marge, wat bloedspiegelmonitoring noodzakelijk maakt voor zowel effectiviteit als toxiciteit [15](#page=15) [18](#page=18).
#### 2.1.4 Resistentie
Resistentie tegen vancomycine is zeldzaam maar komt opkomend voor, met name bij VRE [15](#page=15).
#### 2.1.5 Overige informatie
Vancomycine is duur, niet altijd beschikbaar en wordt beschouwd als een "WATCH" antibioticum [15](#page=15).
### 2.2 Clindamycine
Clindamycine is een antibioticum dat wordt gebruikt voor Gram-positieve aerobe en anaërobe infecties, zoals groep A streptokokken, abcessen in de mond of longen, en huid- en weke delen infecties (SSTI) veroorzaakt door MRSA. Het kan ook worden ingezet als antimalariamiddel, anti-Pneumocystis en anti-toxoplasma [26](#page=26).
#### 2.2.1 Werkingsmechanisme en spectrum
Clindamycine remt de eiwitsynthese door zich te binden aan de 50S ribosomale subeenheid. Het spectrum omvat Gram-positieve aeroben en anaeroben [26](#page=26).
#### 2.2.2 Farmakokinetiek
Clindamycine kan intraveneus en oraal worden toegediend. Het is bacteriostatisch en penetreert uitstekend in weefsels [26](#page=26).
#### 2.2.3 Veiligheid en allergie
Veelvoorkomende bijwerkingen zijn misselijkheid en diarree, wat kan leiden tot een infectie met *Clostridium difficile* [26](#page=26) [31](#page=31).
#### 2.2.4 Resistentie
Co-resistentie met MRSA komt vaak voor, evenals kruisresistentie met macroliden [26](#page=26).
#### 2.2.5 Overige informatie
Clindamycine heeft een meerwaarde bij ernstige SSTI's vanwege het "Eagle effect" (inoculum effect), waarbij het minder gevoelig is voor dit fenomeen en de productie van toxines remt. Het heeft ook een post-antibiotisch effect en bevordert de fagocytose van *Streptococcus pyogenes*. Clindamycine wordt beschouwd als een "ACCESS" antibioticum [26](#page=26) [29](#page=29).
> **Tip:** Het "Eagle effect" beschrijft de paradoxale overleving van bacteriën onder antibiotische behandeling bij ernstige weke delen infecties. Clindamycine is hiertegen relatief resistent [29](#page=29).
#### 2.2.6 *Clostridium difficile* infectie
*C. difficile* is een ziekenhuisinfectie die kan ontstaan door het gebruik van antibiotica. Het veroorzaakt ontsteking van de dikke darm (colitis) met diarree en koorts, en kan leiden tot toxisch megacolon, perforatie of gangreen. Preventie omvat beperkt antibioticagebruik en contactisolatie [31](#page=31).
### 2.3 Linezolid
Linezolid is een oxazolidinon antibioticum dat wordt ingezet bij resistente Gram-positieve pathogenen zoals MRSA en VRE. Het wordt gebruikt bij pneumonie, SSTI's, bot- en gewrichtsinfecties en als tweedelijnsbehandeling voor multiresistente tuberculose (MDR-TB) [34](#page=34).
#### 2.3.1 Werkingsmechanisme en spectrum
Linezolid remt de eiwitsynthese door te binden aan de 50S ribosomale subeenheid. Het spectrum is gericht op resistente Gram-positieve pathogenen [34](#page=34).
#### 2.3.2 Farmakokinetiek
Linezolid is beschikbaar als intraveneuze en orale toediening met uitstekende biologische beschikbaarheid, wat zorgt voor goede concentraties in bot, huid en longen [34](#page=34).
#### 2.3.3 Veiligheid en allergie
Veelvoorkomende bijwerkingen zijn hoofdpijn, diarree, huiduitslag en misselijkheid. Bij langdurig gebruik kunnen ernstigere bijwerkingen optreden, zoals het serotoninesyndroom, beenmergsuppressie, hoge lactaatspiegels en zenuwschade [34](#page=34) [37](#page=37).
#### 2.3.4 Resistentie
Resistentie tegen linezolid is tot nu toe beperkt [34](#page=34).
#### 2.3.5 Overige informatie
Linezolid wordt beschouwd als een "RESERVE" antibioticum vanwege de potentiële bijwerkingen en is moeilijk verkrijgbaar. Alternatieven voor MDR-Gram-positieve bacteriën zijn tigecycline en daptomycine, evenals nieuwere cephalosporines zoals ceftaroline en ceftobiprole [34](#page=34) [38](#page=38) [39](#page=39).
### 2.4 Gentamicine
Gentamicine is een aminoglycoside antibioticum dat geen monotherapie is. Het wordt gebruikt voor synergisme bij Gram-positieve endocarditis en ter verbreding van de empirische therapie tegen Gram-negatieven [44](#page=44) [47](#page=47).
#### 2.4.1 Werkingsmechanisme en spectrum
Gentamicine remt de eiwitsynthese door zich te binden aan de 30S ribosomale subeenheid. Het spectrum omvat voornamelijk Gram-negatieven en wordt gebruikt in combinatie met bèta-lactams voor Gram-positieven (streptokokken, enterokokken). Het is niet effectief in zure omgevingen zoals pus [44](#page=44) [47](#page=47).
#### 2.4.2 Farmakokinetiek
Gentamicine wordt uitsluitend intraveneus toegediend. Het is dosisafhankelijk, waarbij de piekconcentratie belangrijk is [44](#page=44).
#### 2.4.3 Veiligheid en allergie
De belangrijkste toxiciteiten zijn renale en ototoxiciteit. Ototoxiciteit is gerelateerd aan de accumulatie van het geneesmiddel (AUC), patiëntgewicht en de duur van de behandeling. Renale toxiciteit is gerelateerd aan saturabele tubulaire heropname en kan leiden tot apoptose. Een dosering éénmaal per 24 uur (q24) wordt als veiliger beschouwd dan een dosering elke 8 uur (q8) met betrekking tot renale toxiciteit. De therapeutische marge is smal [44](#page=44) [55](#page=55) [56](#page=56) [57](#page=57).
#### 2.4.4 Resistentie
Resistentie tegen gentamicine komt frequent voor, met name bij ESBL-producerende bacteriën, en is gebruikelijker dan resistentie tegen amikacine [44](#page=44).
#### 2.4.5 Overige informatie
Gentamicine wordt beschouwd als een "ACCESS" antibioticum, maar heeft ook een "RESERVE" status vanwege de toxiciteit. Het is effectief bij bloedbaaninfecties, endovasculaire infecties en urogenitale infecties, maar minder bij anaerobe/lage pH omgevingen, hersenvocht en intracellulaire pathogenen [44](#page=44) [45](#page=45) [52](#page=52).
### 2.5 Amikacine
Amikacine is een aminoglycoside antibioticum met een vergelijkbaar werkingsmechanisme en spectrum als gentamicine, maar met een breder bereik tegenover sommige resistente Gram-negatieven [47](#page=47).
#### 2.5.1 Dosering
Een belangrijke aanbeveling voor amikacine is de dosering éénmaal per 24 uur [51](#page=51).
#### 2.5.2 Effectiviteit
Amikacine is effectief bij bloedbaaninfecties, endovasculaire infecties en urogenitale infecties. De effectiviteit is zeer zwak in anaerobe/lage pH omgevingen, hersenvocht en intracellulaire pathogenen [52](#page=52).
#### 2.5.3 Veiligheid
Net als gentamicine is amikacine geassocieerd met ototoxiciteit en renale toxiciteit [55](#page=55) [56](#page=56) [58](#page=58).
### 2.6 Colistine
Colistine, ook bekend als polymyxine E, is een laatste redmiddel antibioticum voor multiresistente Gram-negatieve infecties, inclusief carbapenem-resistente bacteriën [59](#page=59) [72](#page=72).
#### 2.6.1 Werkingsmechanisme en spectrum
Colistine beschadigt de bacteriële celmembraan, waardoor de celinhoud lekt; het werkt als een "deuropener". Het spectrum is beperkt tot Gram-negatieven, waaronder *Pseudomonas aeruginosa* en *Acinetobacter baumannii* [59](#page=59) [64](#page=64) [65](#page=65) [72](#page=72).
#### 2.6.2 Farmakokinetiek
Colistine wordt intraveneus toegediend en is bactericide. Het vereist vaak een laaddosis en soms combinatie met andere antibiotica. Het is beschikbaar in verschillende formuleringen en kan ook via inhalatie worden gegeven [59](#page=59) [63](#page=63) [72](#page=72).
#### 2.6.3 Veiligheid en allergie
De belangrijkste bijwerkingen zijn renale en neurologische toxiciteit [59](#page=59).
#### 2.6.4 Resistentie
Resistentie tegen colistine is laag maar neemt toe, mede door het gebruik in de diergeneeskunde. Het meten en opvolgen van resistentie is technisch uitdagend [59](#page=59) [69](#page=69) [71](#page=71).
#### 2.6.5 Overige informatie
Colistine is een "RESERVE" antibioticum. Er is een gebrek aan gestandaardiseerde dosering en gevoeligheidstesten. Synergie met andere antibiotica, zoals minocycline, kan optreden bij colistine-resistentie. De (over)bruik in de veterinaire sector is een zorgpunt [59](#page=59) [66](#page=66) [70](#page=70) [71](#page=71).
> **Tip:** Colistimethate sodium is een inactieve prodrug die in het lichaam wordt omgezet in het actieve colistine [72](#page=72).
### 2.7 Nieuwere bèta-lactam combinaties
Nieuwere combinaties van bèta-lactam antibiotica met bèta-lactamase/carbapenemase remmers, zoals ceftazidime + avibactam, ceftolozane + tazobactam en meropenem + vaborbactam, worden ingezet als "RESERVE" antibiotica. Deze middelen zijn nog steeds problematisch voor multiresistente *Pseudomonas* en *Acinetobacter* infecties [73](#page=73) [76](#page=76).
---
# Alternatieven en toekomstige ontwikkelingen in antimicrobiële therapie
Dit onderwerp verkent alternatieve behandelmethoden zoals bacteriële fagen en vaccins, evenals de uitdagingen en de toekomstige pijplijn voor de ontwikkeling van nieuwe antibiotica [77](#page=77) [78](#page=78).
### 3.1 De uitdagingen van antibioticaresistentie en de behoefte aan alternatieven
De toenemende antibioticaresistentie vormt een grote bedreiging voor de volksgezondheid, wat de noodzaak voor alternatieve behandelstrategieën onderstreept. De traditionele antibioticapijplijn kent tekortkomingen, waardoor er gezocht wordt naar innovatieve benaderingen [77](#page=77) [78](#page=78).
### 3.2 Bacteriële fagen als alternatieve therapie
Bacteriële fagen (fagen) zijn virussen die specifiek bacteriën infecteren en doden [81](#page=81) [82](#page=82).
#### 3.2.1 Eigenschappen van bacteriële fagen
* Fagen zijn soortspecifiek, wat betekent dat ze een bepaalde bacteriesoort targeten [82](#page=82).
* Ze evolueren samen met hun gastheerbacterie [82](#page=82).
* Fagen dringen menselijke cellen niet binnen, wat hun veiligheidsprofiel ten goede komt [82](#page=82).
#### 3.2.2 Klinische ervaring met fagen
Er is klinische ervaring opgedaan met fagen in landen als Georgië en Polen, en recentelijk ook in België. Toepassingen omvatten dekolonisatie, het verminderen van bacteriële belasting, en ze kunnen oraal, rectaal, via urineweginstallatie en soms intraveneus worden toegediend [83](#page=83).
### 3.3 Vaccins ter vermindering van antimicrobiële resistentie
Vaccins kunnen een cruciale rol spelen bij het verminderen van de noodzaak voor antibiotica, en daarmee de ontwikkeling van resistentie tegengaan [84](#page=84) [87](#page=87).
#### 3.3.1 Impact van vaccins op infectieziekten
* **Pneumokokkenziekte:** Vaccins tegen *Streptococcus pneumoniae* hebben aangetoond de incidentie van pneumokokkenziekte te verminderen, zoals gedemonstreerd in studies in Zuid-Afrika en de VS [85](#page=85) [86](#page=86).
* **Andere ziekteverwekkers:** Vaccins tegen *Haemophilus influenzae*, influenza en tyfus dragen ook bij aan het verminderen van infecties die mogelijk antibiotica vereisen [87](#page=87).
* **Kwantificering van de impact:** Onder de huidige dekkingsniveaus voorkomen pneumokokken- en rotavirusvaccins jaarlijks miljoenen gevallen van door antibiotica behandelde ziekten bij kinderen onder de vijf jaar in landen met lage en middeninkomens. Het bereiken van universele dekkingsdoelen voor deze vaccins zou het aantal gevallen van door antibiotica behandelde ziekten nog verder kunnen reduceren [89](#page=89).
#### 3.3.2 Voorbeelden van vaccin-gerelateerde impact
De impact van influenza-vaccinatie op infectieziekten is significant. Vaccins tegen pneumokokken en rotavirus zijn essentieel gebleken in het terugdringen van antibioticagebruik bij jonge kinderen [88](#page=88) [89](#page=89).
### 3.4 De toekomst van de antibioticapijplijn
Hoewel er uitdagingen zijn in de ontwikkeling van nieuwe antibiotica, blijft de pijplijn voor nieuwe antimicrobiële middelen van belang. Toekomstige inspanningen zullen waarschijnlijk gericht zijn op een combinatie van nieuwe antibiotica en innovatieve therapieën zoals fagen en vaccins om de groeiende dreiging van antimicrobiële resistentie het hoofd te bieden [77](#page=77) [78](#page=78) [90](#page=90).
> **Tip:** Begrijpen hoe vaccins de incidentie van bacteriële en virale infecties verminderen, is cruciaal om hun rol in de strijd tegen antibioticaresistentie te waarderen. Focus op de specifieke ziekteverwekkers en de mechanismen waarmee vaccins infecties voorkomen.
>
> **Tip:** De soortspecificiteit van bacteriële fagen is zowel een voordeel (minder impact op de commensale flora) als een uitdaging (beperkter inzetbaar bij gemengde infecties).
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Aminoglycosiden | Een klasse antibiotica die de bacteriële eiwitsynthese remt door te binden aan de 30S ribosomale subunit. Ze worden voornamelijk gebruikt voor ernstige Gram-negatieve infecties en kunnen nefrotoxiciteit en ototoxiciteit veroorzaken. |
| Glycopeptiden | Een klasse antibiotica, waaronder vancomycine, die de synthese van de bacteriële celwand remmen door te binden aan D-alanyl-D-alanine-uiteinden. Ze zijn effectief tegen Gram-positieve bacteriën, inclusief MRSA, en worden vaak gebruikt bij ernstige infecties. |
| Reserve antibiotica | Antibiotica die worden gereserveerd voor de behandeling van infecties veroorzaakt door multiresistente bacteriën of wanneer andere behandelingen falen. Deze middelen hebben vaak een beperkter spectrum, hogere toxiciteit of zijn duurder. |
| Cefalosporinen | Een brede klasse van bèta-lactam antibiotica, ingedeeld in generaties, die de celwandsynthese remmen. Ze worden gebruikt voor een breed scala aan bacteriële infecties, met toenemende activiteit tegen Gram-negatieven in latere generaties. |
| Carbapenemase-remmers | Stoffen die worden gecombineerd met bèta-lactam antibiotica (zoals carbapenems) om de activiteit van bèta-lactamase-enzymen, geproduceerd door resistente bacteriën, te neutraliseren en zo de effectiviteit van het antibioticum te herstellen. |
| MRSA (Meticilline-resistente Staphylococcus aureus) | Een stam van Staphylococcus aureus die resistent is geworden tegen meticilline en andere bèta-lactam antibiotica. MRSA is een belangrijke oorzaak van nosocomiale infecties en vereist specifieke behandelstrategieën. |
| VRE (Vancomycine-resistente Enterokokken) | Enterokokken die resistent zijn geworden tegen vancomycine, een belangrijk antibioticum dat vaak wordt gebruikt tegen Gram-positieve bacteriën. VRE-infecties zijn moeilijk te behandelen en komen vaak voor in zorginstellingen. |
| MDR-Gram-negatieven (Multidrug-resistente Gram-negatieve bacteriën) | Gram-negatieve bacteriën die resistent zijn tegen meerdere klassen van antibiotica. Deze bacteriën vormen een aanzienlijke bedreiging voor de volksgezondheid vanwege de beperkte behandelingsopties. |
| ESBL (Extended-spectrum bèta-lactamase) | Enzymen geproduceerd door bacteriën die bèta-lactam antibiotica, waaronder cefalosporinen, kunnen afbreken. Bacteriën die ESBL produceren, zijn resistent tegen veel gangbare antibiotica. |
| Bèta-lactam antibiotica | Een grote groep antibiotica die gekenmerkt worden door een bèta-lactamring in hun moleculaire structuur. Ze remmen de bacteriële celwandsynthese en omvatten onder andere penicillines, cefalosporinen, carbapenems en monobactams. |
| Linezolid | Een oxazolidinon-antibioticum dat de bacteriële eiwitsynthese remt door te binden aan de 50S ribosomale subunit. Het wordt voornamelijk gebruikt voor infecties veroorzaakt door resistente Gram-positieve bacteriën zoals MRSA en VRE. |
| Tigecycline | Een glycylcycline-antibioticum, een deriv van tetracyclines, dat de bacteriële eiwitsynthese remt. Het heeft een breed spectrum dat Gram-positieve, Gram-negatieve en anaerobe bacteriën omvat, en wordt gebruikt voor complexe infecties. |
| Daptomycine | Een lipopeptide-antibioticum dat de bacteriële celmembraan destabiliseert, leidend tot snelle depolarisatie en celdood. Het is effectief tegen Gram-positieve bacteriën, waaronder MRSA en VRE, en wordt gebruikt voor ernstige infecties. |
| Ceftaroline / Ceftobiprole | Dit zijn zogenaamde 'vijfde generatie' cefalosporinen, die een breder spectrum hebben dan eerdere generaties, waaronder activiteit tegen MRSA. Ze worden beschouwd als belangrijke opties voor complexe Gram-positieve infecties. |
| Colistine (Polymyxine E) | Een antibioticum dat de bacteriële celmembraan aantast door te fungeren als een kationische detergent. Het wordt voornamelijk gebruikt tegen ernstige Gram-negatieve infecties, vooral die veroorzaakt door multiresistente stammen zoals carbapenem-resistente Enterobacteriaceae (CRE) en Pseudomonas aeruginosa. |
| Bacteriële fagen | Virussen die specifiek bacteriën infecteren en doden. Ze bieden een alternatief voor antibiotica en worden onderzocht voor de behandeling van bacteriële infecties, met name bij resistentieproblemen. |
| Antibioti-resistente bacteriën | Bacteriën die ongevoelig zijn geworden voor antibiotica, waardoor infecties moeilijker te behandelen zijn. Dit is een groeiend wereldwijd gezondheidsprobleem. |
| Celwandsynthese | Het proces waarbij bacteriën hun celwand opbouwen. Veel antibiotica, zoals penicillines en vancomycine, werken door dit proces te verstoren, wat leidt tot celdood. |
| Eiwitsynthese | Het proces waarbij bacteriën essentiële eiwitten produceren. Antibiotica zoals aminoglycosiden, tetracyclines en macroliden remmen dit proces door te binden aan bacteriële ribosomen. |
| Celmembraan | De buitenste laag van een bacteriële cel die de inhoud omsluit. Sommige antibiotica, zoals colistine en daptomycine, tasten de integriteit van het celmembraan aan. |
| Tubulaire re-uptake | Het proces waarbij de nieren bepaalde stoffen, waaronder medicijnen, opnieuw opnemen uit de voorurine terug in de bloedbaan. Dit proces kan bijdragen aan de toxiciteit van bepaalde antibiotica. |
| Cytopaenia | Een tekort aan een bepaald type bloedcel, zoals witte bloedcellen, rode bloedcellen of bloedplaatjes. Dit kan een bijwerking zijn van sommige antibiotica. |
| Ototoxiciteit | Schade aan het gehoororgaan, wat kan leiden tot gehoorverlies, tinnitus (oorsuizen) of evenwichtsproblemen. Aminoglycosiden zijn hier met name om bekend. |
| Nefrotoxiciteit | Schade aan de nieren, wat kan leiden tot verminderde nierfunctie of nierfalen. Veel antibiotica, waaronder aminoglycosiden en vancomycine, kunnen nefrotoxisch zijn. |
| Serotonine syndroom | Een potentieel levensbedreigende aandoening die wordt veroorzaakt door een teveel aan serotonine in het lichaam, vaak als gevolg van interacties tussen medicijnen. Linezolid kan dit syndroom veroorzaken bij langdurig gebruik. |
| Lactic acidose | Een ophoping van melkzuur in de bloedbaan, wat kan leiden tot metabole acidose. Dit kan een ernstige bijwerking zijn van linezolid door mitochondriale toxiciteit. |
| Antibiotische pijplijn | Verwijst naar de reeks van nieuwe antibiotica en antimicrobiële middelen die zich in verschillende stadia van ontwikkeling bevinden, van preklinische studies tot klinische proeven. |