Cover
Start nu gratis IPR les 10.pptx
Summary
# De due diligence verplichting in het internationaal milieurecht
Hieronder volgt een gedetailleerde samenvatting van de due diligence-verplichting in het internationaal milieurecht, bedoeld als studiemateriaal voor examens.
## 1. De due diligence-verplichting in het internationaal milieurecht
De due diligence-verplichting in het internationaal milieurecht is geëvolueerd van een principe van burenhinder tussen staten naar een algemene norm die geldt voor de bescherming van mondiale milieucomponenten en gebieden buiten nationale jurisdictie.
### 1.1 Ontstaan en evolutie van de due diligence-gewoonte
De gewoonte inzake due diligence in het internationaal milieurecht kent een relatief vroege oorsprong. Aanvankelijk lag de focus niet op natuurbehoud, maar op het voorkomen van grensoverschrijdende hinder tussen staten.
#### 1.1.1 De Trail Smelter Arbitration (1941)
De **Trail Smelter Arbitration** tussen de Verenigde Staten en Canada in 1941 wordt beschouwd als een cruciaal moment in de ontwikkeling van dit principe.
* **Feiten:** Een Canadese smelterij veroorzaakte door de uitstoot van rook schade aan oogsten op Amerikaans grondgebied. De VS dagvaardde Canada.
* **Uitspraak en kernpunten:** De arbitrale rechtbank gaf de VS gelijk en formuleerde een belangrijke regel:
* Geen enkele staat heeft het recht om zijn grondgebied op een zodanige manier te gebruiken of het gebruik ervan toe te laten, dat dit schade veroorzaakt aan het grondgebied, de eigendommen of de personen in een andere staat, mits de schade van ernstige gevolgen is en met duidelijk en overtuigend bewijs kan worden aangetoond.
* De regel impliceert dat een staat controle moet uitoefenen over private actoren op zijn grondgebied.
* De schade dient van "serious consequence" te zijn, wat later werd geformuleerd als "significant harm". Dit om dagelijkse, maar minder ernstige grensoverschrijdende vervuiling uit te sluiten.
* Er geldt een bewijsvereiste van "clear and convincing evidence".
* **Karakter:** Dit principe geldt als een tussenstatelijk principe, gericht op de relatie tussen soevereine territoria.
#### 1.1.2 De Pulp Mills-zaak (2010)
Het Internationaal Gerechtshof (ICJ) bevestigde en verfijnde de regel in de **Pulp Mills on the River Uruguay-zaak** (Argentinië tegen Uruguay) in 2010.
* **Context:** Papierfabrieken in Uruguay veroorzaakten vervuiling van de Uruguay-rivier, wat stroomafwaarts schade toebracht aan Argentinië.
* **Bevestiging en toevoeging:** Het Hof paste de Trail Smelter-regel toe en voegde een essentieel element toe: staten moeten niet alleen passende regels en maatregelen aannemen, maar ook een zekere mate van waakzaamheid betrachten bij de handhaving ervan en effectieve administratieve controle uitoefenen op zowel publieke als private operatoren.
* **Due diligence als norm:** Dit maakte duidelijk dat due diligence in het internationaal milieurecht niet alleen het aannemen van regels omvat, maar ook de toepassing ervan en de handhaving. Het is een zorgvuldigheidsnorm, vergelijkbaar met de 'goede huisvader' in het burgerlijk recht.
#### 1.1.3 Uitbreiding naar Global Commons
De due diligence-verplichting is verder uitgebreid naar gebieden buiten nationale jurisdictie, de zogenaamde **global commons**.
* **ICJ, Legality of the Threat or Use of Nuclear Weapons (1996):** Het Hof stelde dat er een algemene verplichting bestaat voor staten om ervoor te zorgen dat activiteiten binnen hun rechtsmacht en controle het milieu van andere staten **of van gebieden buiten nationale controle** respecteren. Dit toonde aan dat de regel niet langer beperkt is tot burenhinder tussen staten, maar ook geldt voor de bescherming van bijvoorbeeld de hoge zee, de atmosfeer en Antarctica.
* **Belang:** Deze uitspraak was een cruciale stap in de ontwikkeling van het internationaal milieurecht, waarbij due diligence een algemene regel werd voor de bescherming van mondiale milieucomponenten.
#### 1.1.4 Due diligence in de Klimaatzaak (2025)
Het recente advies van het ICJ over klimaatverandering (2025) bevestigt de toepasbaarheid en zelfs de strengheid van de due diligence-verplichting in deze context.
* **Bevindingen:** Het Hof stelt dat elke staat bijdraagt aan de klimaatproblematiek en erdoor wordt beïnvloed. Dit universele risico vereist een navenante zorgvuldigheidsplicht, een "general standard of conduct", rekening houdend met "common but differentiated responsibilities".
* **Strengheid:** De due diligence-standaard voor het voorkomen van significante schade aan het klimaatsysteem wordt als **streng** beschouwd, strenger dan bij klassieke gevallen van grensoverschrijdende vervuiling of schade aan andere global commons.
> **Tip:** De evolutie van de due diligence-plicht toont een verschuiving van enkel staten onderling naar een breder verantwoordelijkheidsgevoel voor gedeelde mondiale hulpbronnen en het milieu.
### 1.2 Due diligence en procedurele verplichtingen
De due diligence-verplichting impliceert concrete procedurele verplichtingen voor staten.
#### 1.2.1 Samenwerkingsplicht
Het ICJ heeft in de klimaatzaak (2025) de **samenwerkingsplicht** benadrukt, die voortvloeit uit twee basisredenen:
1. **Efficiëntie:** Gezien de globale aard van milieuproblemen, leiden individuele en ongecoördineerde inspanningen niet tot zinvolle resultaten.
2. **Gemeenschappelijke belangen:** De verplichting tot samenwerking vloeit ook voort uit het principe van het behoud en beheer van gedeelde rijkdommen en het milieu, gebaseerd op wederzijdse belangen en beheerst door het beginsel van goede trouw.
#### 1.2.2 Milieueffectenbeoordeling (EIA)
Een centrale procedurele verplichting binnen due diligence is de **milieueffectenbeoordeling (EIA)**.
* **Pulp Mills-zaak:** Het Hof erkende in 2010 dat het uitvoeren van een EIA een vereiste is onder het algemeen internationaal recht, wanneer er een risico bestaat dat een geplande industriële activiteit significante negatieve gevolgen kan hebben in een grensoverschrijdende context, in het bijzonder voor een gedeelde hulpbron.
* **Nieuwe verplichtingen:** Indien een EIA bevestigt dat er een risico op significante grensoverschrijdende schade bestaat, is de staat die de activiteit plant, verplicht om de potentieel getroffen staat te **notificeren** en **te goeder trouw te consulteren**. Dit gebeurt om passende maatregelen te bepalen ter preventie of mitigatie van het risico.
* **Toepassing op klimaatverandering (ICJ-advies 2025):**
* **Globale EIA's:** Staten moeten globale klimaateffectenrapportages opstellen.
* **Specifieke EIA's:** Voor welbepaalde activiteiten met een groot risico op significante schade aan het klimaat, moet een specifieke EIA worden uitgevoerd.
> **Tip:** Het Hof leidt de verplichting tot EIA niet zozeer af uit specifieke staatspraktijk, maar eerder uit de aard van de preventieve zorgvuldigheidsplicht zelf.
### 1.3 Due diligence en aansprakelijkheidsrecht
De due diligence-verplichting heeft belangrijke implicaties voor het internationaal aansprakelijkheidsrecht.
#### 1.3.1 Middelenverbintenis (Inspanningsverbintenis)
Due diligence is een **middelenverbintenis**, wat betekent dat het een inspanningsverbintenis is. Het is niet zo dat een staat automatisch aansprakelijk is enkel en alleen omdat schade niet is voorkomen. De staat moet aantonen dat hij zijn uiterste best heeft gedaan om de schade te voorkomen.
* **Schending van preventieplicht:** Volgens het ILC Articles on State Responsibility (art. 14.3) wordt een verplichting tot preventie pas geschonden wanneer de gebeurtenis zich effectief voordoet. De schending loopt vervolgens over de gehele periode dat de gebeurtenis voortduurt.
* **Problematiek:** Bij milieuschade, die vaak onherstelbaar is, kan deze regel ertoe leiden dat aansprakelijkheid pas kan worden vastgesteld wanneer het te laat is.
#### 1.3.2 Het verbod om zich achter anderen te verschuilen
Een cruciaal principe dat het ICJ heeft benadrukt (o.a. in de Genocide-zaak, Bosnië tegen Servië-Montenegro, 2007) is dat een staat zich niet mag verschuilen achter andere staten of het argument dat hij de schade toch niet had kunnen voorkomen.
* **Inspanningsverbintenis:** Elke staat heeft een blijvende inspanningsverplichting, ongeacht of het resultaat gegarandeerd kan worden. Het argument "wij konden het niet voorkomen" is ongeldig.
* **Collectieve inspanning:** Zelfs als één staat individueel de schade niet kon voorkomen, blijft de verplichting bestaan, omdat de **collectieve inspanningen** van meerdere staten wél tot het gewenste resultaat hadden kunnen leiden. Dit is een principe van "geen Pontius Pilatus-gedrag".
> **Voorbeeld:** Een staat die claimt te klein te zijn om bijvoorbeeld een andere staat tegen te houden bij het begaan van ernstige schendingen, mag zich hier niet op beroepen. De focus moet liggen op wat die staat, in samenwerking met andere staten, kan doen om het te voorkomen.
#### 1.3.3 Bewijs en schade
De bewijslast in milieuzaken kan complex zijn, maar het internationaal recht kent hier flexibele benaderingen.
* **Bewijslast:** De algemene regel "actori incumbit probatio" (wie een feit aanvoert, draagt de bewijslast) blijft gelden. De samenwerkingsplicht impliceert dat staten relevant bewijs niet mogen achterhouden. Het voorzorgsbeginsel wijzigt de bewijslast niet.
* **Bewijsstandaarden:** In milieuzaken hanteert het ICJ de "balance of probabilities" (de waarschijnlijkheid van het bewijs, meer waarschijnlijk dan niet), in plaats van de strengere "beyond reasonable doubt" die in het strafrecht geldt. Dit is noodzakelijk omdat bewijs in milieuzaken extreem moeilijk te leveren kan zijn.
* **Bewijzen van schadeomvang:** Het Hof erkent dat het soms moeilijk is om de exacte omvang van schade te bewijzen. Het zou een "perversion of fundamental principles of justice" zijn om geen schadevergoeding toe te kennen enkel op basis van het onvermogen om de precieze omvang aan te tonen. Het volstaat dat de schade wordt aangetoond "as a matter of just and reasonable inference" (via een redelijke afleiding of billijkheidsoordeel).
#### 1.3.4 Causaal verband met schade
Het vaststellen van een causaal verband tussen de handeling van een staat en de geleden schade is essentieel.
* **"But for"-test:** Het internationaal aansprakelijkheidsrecht maakt gebruik van de "but for"-test, wat grofweg overeenkomt met de equivalentieleer in het Belgisch recht. Dit betekent: "Ik zou deze schade niet hebben geleden, zonder deze onrechtmatige daad."
* **Meerdere oorzaken:** Het Hof erkent dat schade kan voortkomen uit meerdere samenlopende oorzaken, of dat de wetenschap onzeker is over de precieze causale links. Het Hof hanteert hier een flexibele, casuïstische benadering: **"Ultimately, it is for the Court to decide."**
* **Verdeling van aansprakelijkheid:** Wanneer meerdere staten verantwoordelijk zijn voor dezelfde onrechtmatige daad die schade veroorzaakt, kan elke staat individueel aansprakelijk worden gesteld voor zijn eigen bijdrage aan de schade. Het Hof kiest in de klimaatzaak niet voor een systeem waarbij elke staat volledig aansprakelijk is voor de totale schade, maar wel voor individuele aansprakelijkheid voor de eigen onrechtmatige bijdrage. Het principe is dat men zich niet mag verschuilen achter de bijdrage van anderen. De discussie spitst zich toe op het bepalen van ieders aandeel in de totale schade, geval per geval.
> **Tip:** De focus op individuele aansprakelijkheid, zelfs bij mondiale problemen zoals klimaatverandering, versterkt de effectiviteit van het internationale systeem door te voorkomen dat staten ontsnappen aan hun verantwoordelijkheid door te verwijzen naar de kleinheid van hun bijdrage.
### 1.4 Conventionele regimes en institutioneel kader
Naast gewoonterecht zijn ook conventies en internationale organisaties relevant voor de due diligence-verplichting.
#### 1.4.1 Conventionele regimes
* **Rio-verklaring (1992):** Principes zoals samenwerking voor het behoud van het ecosysteem ("common but differentiated responsibilities") en het voorzorgsbeginsel zijn hierin vastgelegd.
* **Internationaal klimaatrecht (UNFCCC, Kyoto Protocol, Akkoord van Parijs):** Deze regimes leggen de nadruk op mitigatie (verminderen uitstoot), adaptatie (aanpassen aan gevolgen) en samenwerking (financiering). Het Akkoord van Parijs, met zijn Nationally Determined Contributions (NDC's), werkt via nationale autonomie, een progressiebeginsel en transparante rapportage, wat de normatieve werking stuwt via reputatiedruk en internationale controle.
#### 1.4.2 Institutioneel kader
Er bestaat geen gespecialiseerde VN-instelling voor milieubescherming. Wel zijn er programma's zoals UNEP (United Nations Environment Programme) en diverse verdragsecretariaten met hun Conferences of the Parties (COPs). Deze structuren, hoewel soms minder formeel, fungeren als effectieve mechanismen voor internationale milieusamenwerking en -regulering.
### 1.5 Conclusie: Harmonisatie en de Damocles-dreiging
Het internationaal milieurecht kenmerkt zich door een harmonische benadering tussen gewoonterechtelijke en verdragsrechtelijke bronnen. De due diligence-verplichting blijft een volledig geldig en nuttig beginsel, ook voor actuele problemen zoals klimaatverandering.
* **Harmonisatie:** Het ICJ probeert oudere bronnen (zoals due diligence) te verzoenen met nieuwe, zoals de definitie van vervuiling in UNCLOS (die focust op de introductie van schadelijke stoffen, los van de schade). Dit is nuttig omdat de vereiste van "significante schade" bij klimaatverandering soms moeilijk te bewijzen is voor individuele staten.
* **Verhouding conventioneel recht en algemeen internationaal recht:** Conventionele regimes (zoals het Akkoord van Parijs) proberen de complexe verdeling van aansprakelijkheid te omzeilen, maar gaan vaak te traag vooruit. Hierdoor stappen staten opnieuw naar het algemeen internationaal recht (via procedures voor verschillende internationale rechtbanken) om aansprakelijkheid af te dwingen.
* **De Damocles-dreiging van aansprakelijkheid:** Het idee van het zwaard van Damocles (aansprakelijkheid als noodzakelijke druk) suggereert dat zonder het risico op aansprakelijkheid, staten nooit voldoende zullen samenwerken om mondiale milieuproblemen tijdig aan te pakken. Aansprakelijkheid functioneert hier prospectief: niet primair om schade uit het verleden te herstellen, maar om staten vandaag onder druk te zetten een effectief internationaal regime op te bouwen en te versterken.
---
# Conventionele regimes en internationaal klimaatbeleid
Hieronder volgt een gedetailleerde en uitgebreide samenvatting over "Conventionele regimes en internationaal klimaatbeleid" voor uw examenstudiehandleiding.
## 2. Conventionele regimes en internationaal klimaatbeleid
Dit deel van het studiemateriaal richt zich op de ontwikkeling en de kernprincipes van internationale akkoorden en verdragen die gericht zijn op het beheersen van klimaatverandering, beginnend bij algemene milieuprincipes en evoluerend naar specifieke klimaatregimes.
### 2.1 Due diligence als algemene milieunorm
De *due diligence*-verplichting, oorspronkelijk geworteld in het principe van burenhinder, is geëvolueerd tot een centrale norm in het internationaal milieurecht, met uitbreiding naar de *global commons*.
#### 2.1.1 Oorsprong en ontwikkeling
* **Trail Smelter Arbitration (1941):** Dit baanbrekende arbitraal vonnis stelde dat een staat zijn grondgebied niet mag gebruiken op een manier die schade veroorzaakt aan een ander grondgebied. Essentiële elementen uit dit vonnis zijn:
* Het verbod op het gebruik of het toestaan van gebruik van eigen grondgebied dat schade veroorzaakt aan een ander territorium. Dit impliceert een staatsverantwoordelijkheid voor acties van private actoren.
* De vereiste van *transboundary harm* (grensoverschrijdende schade).
* De eis van *serious consequence* (ernstige gevolgen), wat later werd geherformuleerd als *significant harm* (significante schade) om dagelijkse, minder ernstige grensoverschrijdende vervuiling uit te sluiten van aansprakelijkheid.
* De bewijsvereiste van *clear and convincing evidence* (duidelijk en overtuigend bewijs).
* **ICJ, Pulp Mills on the River Uruguay (2010):** Het Internationaal Gerechtshof (ICJ) bevestigde de regel van Trail Smelter en voegde een cruciaal element toe: staten moeten niet alleen regels en maatregelen aannemen, maar ook voldoende waakzaamheid tonen in de handhaving en effectieve administratieve controle uitoefenen op zowel publieke als private operatoren. Dit betekent dat *due diligence* de adoptie van regels, de toepassing ervan en adequate handhaving omvat.
#### 2.1.2 Uitbreiding naar de global commons
De *due diligence*-verplichting is uitgebreid naar gebieden buiten nationale jurisdictie, de zogenaamde *global commons* (bv. de atmosfeer, de hoge zeeën, Antarctica, de ruimte).
* **ICJ, Legality of the Threat or Use of Nuclear Weapons (1996):** Het Hof stelde dat staten een algemene verplichting hebben om ervoor te zorgen dat activiteiten binnen hun jurisdictie en controle het milieu van andere staten *en* gebieden buiten nationale controle respecteren. Dit was een cruciale stap die de *due diligence*-verplichting transformeerde van een regel van nabuurschap naar een algemene milieuregel voor mondiale milieucomponenten.
* **ICJ, Obligations concerning Climate Change (2025):** In dit advies wordt de *due diligence*-verplichting toegepast op klimaatverandering. Het Hof stelt dat alle staten bijdragen aan dit risico en erdoor worden beïnvloed, wat een universeel risico vormt. Dit vereist een algemene gedragsstandaard, rekening houdend met *common but differentiated responsibilities*. De *due diligence*-standaard voor het voorkomen van significante schade aan het klimaatsysteem wordt als *stringent* (streng) beschouwd, strenger dan bij klassieke gevallen van grensoverschrijdende vervuiling.
#### 2.1.3 Procedurele verplichtingen
De *due diligence*-verplichting impliceert specifieke procedurele verplichtingen.
* **Samenwerkingsplicht:** Staten hebben een verplichting om samen te werken, deels uit efficiëntieoverwegingen (ongecoördineerde inspanningen zijn ineffectief) en deels vanuit gemeenschappelijke belangen en het beginsel van goede trouw bij het beheer van gedeelde hulpbronnen.
* **Milieueffectenbeoordeling (EIA):**
* Het ICJ erkende in de *Pulp Mills*-zaak dat het uitvoeren van een EIA een verplichting is onder het algemeen internationaal recht wanneer er een risico bestaat op significante negatieve impact in een grensoverschrijdende context.
* In de zaak *Certain Activities Carried Out by Nicaragua* (2015) voegde het Hof toe dat bij een bevestigd risico op significante grensoverschrijdende schade, de staat die de activiteit plant, verplicht is de potentieel getroffen staat te informeren en te consulteren in goed vertrouwen om preventieve of mitigerende maatregelen te bepalen.
* In het advies inzake klimaatverandering (2025) stelt het Hof dat zowel globale EIA's als specifieke EIA's voor bijzonder significante voorgestelde individuele activiteiten die bijdragen aan broeikasgasemissies vereist zijn, gebaseerd op de best beschikbare wetenschap.
#### 2.1.4 Due diligence in het aansprakelijkheidsrecht
* **Middelenverbintenis (*obligation of conduct*):** *Due diligence* is een inspanningsverbintenis. Een schending treedt pas op wanneer de gebeurtenis (de schade) zich voordoet. De bewijslast ligt bij de staat die stelt dat hij alle redelijke inspanningen heeft geleverd.
* Volgens het ILC's artikelen over Staatsaansprakelijkheid (art. 14.3) duurt de schending van een preventieverplichting voort gedurende de gehele periode dat de gebeurtenis plaatsvindt. Dit kan problematisch zijn bij onherstelbare milieuschade, aangezien aansprakelijkheid pas ontstaat wanneer het te laat is.
* Het Hof benadrukt in de Genocide Conventie-zaak (Bosnië v. Servië) dat een staat zich niet achter anderen mag verschuilen om aan zijn verplichtingen te ontkomen; zelfs als een staat het gevolg niet alleen kon voorkomen, blijft de verplichting bestaan, mede door collectieve inspanningen.
* **Bewijs (*evidence*):**
* De algemene regel *actori incumbit probatio* (wie een feit aanvoert, draagt de bewijslast) geldt. De samenwerkingsplicht houdt in dat relevante bewijzen niet mogen worden achtergehouden.
* Het voorzorgsbeginsel verandert de bewijslast niet.
* In milieuzaken wordt vaak de *balance of probabilities* (de waarschijnlijkheid dat iets gebeurd is, is groter dan dat het niet gebeurd is) als bewijsstandaard gehanteerd, in plaats van *beyond reasonable doubt* (buiten redelijke twijfel).
* Bij het exact bewijzen van de omvang van schade is het voldoende als dit 'as a matter of just and reasonable inference' (via een redelijke afleiding of billijkheidsoordeel) wordt aangetoond.
* **Causaal verband:**
* De *but for test* (zou de schade zijn opgetreden zonder de onrechtmatige daad?) wordt gebruikt, wat in het Belgische recht overeenkomt met de equivalentieleer.
* Bij meerdere samenlopende oorzaken erkent het Hof dat het aan de rechter is om te beslissen.
* In geval van meerdere verantwoordelijke staten kan elke staat individueel aansprakelijk worden gesteld voor zijn eigen onrechtmatige bijdrage. De discussie spitst zich toe op het bepalen van het aandeel in de totale schade, wat geval per geval wordt beoordeeld.
### 2.2 Conventionele regimes in het internationaal klimaatbeleid
Verschillende internationale verdragen en akkoorden hebben de aanpak van klimaatverandering gevormd.
#### 2.2.1 Rio Declaration on Environment and Development (1992)
De Rio-verklaring legde belangrijke principes vast:
* **Principe 3:** Bescherming van de ontwikkelings- en milieubehoeften van huidige en toekomstige generaties.
* **Principe 7:** Verplichting tot samenwerking om het ecosysteem van de aarde te beschermen, met *common but differentiated responsibilities* (gemeenschappelijke maar gedifferentieerde verantwoordelijkheden). Ontwikkelde landen erkennen hun verantwoordelijkheid vanwege hun maatschappelijke druk op het milieu en hun technologische en financiële middelen.
* **Principe 10:** Milieukwesties worden het best aangepakt met deelname van alle betrokkenen.
* **Principe 15:** Het voorzorgsbeginsel (*precautionary approach*).
#### 2.2.2 VN-kaderconventie inzake klimaatverandering (UNFCCC) (1992)
* **Doelstelling (Artikel 2):** Stabilisatie van broeikasgasconcentraties op een niveau dat gevaarlijke antropogene interferentie met het klimaatsysteem voorkomt, binnen een tijdsbestek dat aanpassing van ecosystemen, voedselzekerheid en duurzame economische ontwikkeling mogelijk maakt.
* **Principes (Artikel 3):** Bescherming van het klimaatsysteem ten behoeve van huidige en toekomstige generaties, op basis van *equity* (billijkheid) en *common but differentiated responsibilities and respective capabilities* (CBDR-RC). Ontwikkelde landen worden geacht het voortouw te nemen.
* **Pijlers van klimaatactie:**
* **Mitigatie:** Vermindering van uitstoot van broeikasgassen en verhoging van *carbon sinks*.
* **Adaptatie:** Aanpassing aan onvermijdelijke gevolgen van klimaatverandering.
* **Coöperatie:** Financiële en technische samenwerking, inclusief *loss and damages* (schade en verlies).
* **Rechtvaardigheidsconcepten:**
* **Restauratieve rechtvaardigheid:** Gericht op wie de schade heeft veroorzaakt (historische vervuiling door het Westen). Uitdagingen hierbij zijn de rol van huidige grote vervuilers zoals China en de complexe relatie tussen productie en consumptie.
* **Distributieve rechtvaardigheid:** Rijkere landen met meer middelen moeten meer bijdragen.
* **Rechtvaardigheid in transitie:** Ondersteuning voor regio's die economisch getroffen zijn door de energietransitie.
#### 2.2.3 Protocol van Kyoto (1997)
* Dit protocol legde kwantitatieve reductiedoelstellingen op voor 37 ontwikkelde landen.
* De effectiviteit werd ondermijnd door het weigeren van deelname door de VS, gebaseerd op het argument dat China niet deelnam, wat in strijd is met het beginsel om zich niet achter anderen te verschuilen.
#### 2.2.4 Akkoord van Parijs (2015)
* **Doelstellingen (Artikel 2.1):**
* (a) De stijging van de gemiddelde temperatuur wereldwijd beperken tot ruim onder 2°C boven pre-industriële niveaus en inspanningen leveren om de temperatuurstijging te beperken tot 1,5°C, wat de risico's en gevolgen van klimaatverandering aanzienlijk zou verminderen.
* (b) Het aanpassingsvermogen aan nadelige gevolgen van klimaatverandering vergroten.
* (c) Geldstromen in overeenstemming brengen met een pad naar lage broeikasgasemissies en klimaatbestendige ontwikkeling.
* **Nationally Determined Contributions (NDC's) (Artikel 4):** In tegenstelling tot Kyoto bepaalt het Akkoord van Parijs dat elke partij haar eigen klimaatplannen (NDC's) opstelt, communiceert en onderhoudt.
* **Nationalisering van normstelling:** De beslissing over doelstellingen ligt bij de staten zelf.
* **Zwakke bindende kracht:** Het verdrag verplicht staten niet om hun zelfgekozen doelstellingen te behalen of de inspanningen daarvoor te garanderen.
* **Progressiebeginsel:** Elke opeenvolgende NDC moet een vooruitgang zijn ten opzichte van de vorige en de hoogst mogelijke ambitie weerspiegelen, rekening houdend met de verantwoordelijkheden en capaciteiten van de staat.
* **Transparantie en vergelijkbaarheid:** Staten moeten informatie verstrekken die duidelijk, transparant en vergelijkbaar is. Dit creëert internationale druk en de mogelijkheid tot evaluatie.
Het Akkoord van Parijs werkt voornamelijk via nationale autonomie, verplichte ambitieprogressie en transparante rapportage, met de bedoeling efficiëntie en politieke haalbaarheid te combineren.
### 2.3 Institutioneel luik
Het institutionele aspect van milieubescherming kenmerkt zich door het ontbreken van een gespecialiseerde VN-instelling.
* **UNEP (United Nations Environment Programme):** Een programma onder de Algemene Vergadering, wat institutioneel minder uitgewerkt is.
* **Verdragsecretariaten en Conferenties van de Partijen (COPs):** Deze functioneren als een systeem dat, ondanks het ontbreken van een formele internationale organisatie, toch effectief is gebleken in het combineren van de voordelen van formele en informele organisaties.
### 2.4 Conclusie
Internationaal milieurecht combineert oude en nieuwe bronnen, zoals *due diligence* en verdragsrecht. Het ICJ-advies inzake klimaatverandering benadrukt de harmonieuze benadering tussen deze bronnen. De definitie van vervuiling in UNCLOS (focus op introductie van schadelijke stoffen) is nuttig om het bewijs van significante schade, vereist door *due diligence*, te omzeilen bij mondiale milieucomponenten.
Het conventionele regime, zoals het Akkoord van Parijs, probeert de verdeling van aansprakelijkheid te omzeilen door middel van flexibiliteit en NDC's. Echter, omdat dit te traag vooruitgaat, stappen staten opnieuw naar het algemeen internationaal recht via verschillende procedures. De dreiging van aansprakelijkheid (*zwaard van Damocles*) fungeert als noodzakelijke druk voor staten om effectieve internationale samenwerking te realiseren, zowel prospectief (om toekomstige schade te voorkomen) als retrospectief (om bestaande regimes te versterken).
---
# Institutioneel kader voor milieubescherming
Dit onderdeel van het internationaal publiekrecht schetst de institutionele opzet voor milieubescherming op internationaal niveau, met de nadruk op het ontbreken van een gespecialiseerde VN-instelling en de rol van UNEP en verdragssecretariaten.
### 3.1 Het ontbreken van een gespecialiseerde VN-milieu-instelling
Kenmerkend voor het institutionele kader van milieubescherming op internationaal niveau is het ontbreken van een specifieke, gespecialiseerde VN-instelling die exclusief belast is met milieubescherming. Hoewel er gespecialiseerde VN-instellingen bestaan voor diverse andere domeinen, zoals toerisme of de postunie, ontbreekt een dergelijke entiteit voor het milieu.
### 3.2 De rol van UNEP (United Nations Environment Programme)
Wat wel bestaat, is het UNEP (United Nations Environment Programme). Dit is echter een programma, en geen onafhankelijke instelling. UNEP staat onder controle van de Algemene Vergadering van de VN, wat impliceert dat het institutioneel minder uitgewerkt en minder autonoom is dan een volwaardige gespecialiseerde instelling.
### 3.3 Verdragssecretariaten en COPs
Naast UNEP spelen verdragssecretariaten en de Conferences of the Parties (COPs) een cruciale rol. Deze organen, die functioneren in het kader van specifieke internationale milieuregio's, zijn ontstaan om de implementatie en opvolging van multilaterale milieuakkoorden te waarborgen. Hoewel er geen formele internationale organisatie voor milieu bestaat, hebben de COPs zich bewezen als een effectief mechanisme dat de voordelen van zowel formele als informele internationale samenwerkingsstructuren combineert. Ze faciliteren onderhandelingen, monitoren de naleving van verdragen en dragen bij aan de verdere ontwikkeling van het internationaal milieurecht.
### 3.4 Conclusie over het institutionele luik
Het institutionele luik van milieubescherming op internationaal niveau wordt gekenmerkt door een decentrale aanpak. Het ontbreken van een centrale VN-milieu-instelling wordt gecompenseerd door de activiteiten van UNEP en de functionele rol van de verdragssecretariaten en COPs. Deze structuur, hoewel niet traditioneel hiërarchisch, slaagt erin om alsnog een substantieel kader voor internationale samenwerking en regelgeving op milieugebied te bieden.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Gewoonterecht | Een rechtsbron in het internationaal recht die ontstaat uit een algemene praktijk van staten die wordt aanvaard als recht. |
| Conventioneel recht | Regels die voortvloeien uit internationale verdragen en overeenkomsten die door staten zijn gesloten. |
| Due diligence | Een zorgvuldigheidsnorm die vereist dat staten redelijke maatregelen nemen om schade aan het milieu, zowel binnen als buiten hun rechtsmacht, te voorkomen. |
| Trail Smelter Arbitration | Een arbitragezaak uit 1941 waarin een principe van internationaal recht werd gevestigd dat staten verbiedt hun grondgebied te gebruiken op een manier die aanzienlijke schade toebrengt aan andere staten. |
| Significant harm | Schade van aanzienlijke omvang die een staatsverplichting kan schenden, vooral in de context van grensoverschrijdende milieuschade. |
| Global commons | Gebieden buiten de nationale jurisdictie, zoals de volle zee, de atmosfeer en de ruimte, die toebehoren aan de internationale gemeenschap. |
| Milieueffectbeoordeling (MEB) | Een procedurele verplichting onder het internationaal recht om de potentiële milieu-impact van een voorgenomen activiteit te evalueren, met name wanneer er risico is op grensoverschrijdende schade. |
| Middelenverbintenis | Een verplichting om bepaalde inspanningen te leveren om een resultaat te bereiken, zonder garantie op het succesvolle bereiken van dat resultaat. |
| Causaal verband | Het verband tussen een onrechtmatige daad van een staat en de geleden schade, dat aangetoond moet worden om aansprakelijkheid te vestigen. |
| Rio Declaration on Environment and Development | Een verklaring uit 1992 die belangrijke principes voor duurzame ontwikkeling en milieubescherming vaststelt, waaronder het voorzorgsbeginsel en common but differentiated responsibilities. |
| Common but differentiated responsibilities (CBDR-RC) | Een principe in het internationaal milieurecht dat erkent dat staten gedeelde verantwoordelijkheden hebben voor mondiale milieuproblemen, maar dat deze verantwoordelijkheden verschillen op basis van hun capaciteiten en historische bijdragen. |
| UNFCCC (VN-kaderconventie over klimaatsveranderingen) | Een internationaal verdrag dat tot doel heeft de concentraties van broeikasgassen in de atmosfeer te stabiliseren om gevaarlijke antropogene interferentie met het klimaatsysteem te voorkomen. |
| Protocol van Kyoto | Een internationaal verdrag dat bindende kwantitatieve reductiedoelstellingen oplegde voor broeikasgasemissies aan ontwikkelde landen. |
| Akkoord van Parijs | Een internationaal akkoord dat tot doel heeft de stijging van de wereldwijde gemiddelde temperatuur ruim onder de 2°C boven het pre-industriële niveau te houden en inspanningen te leveren om de temperatuurstijging te beperken tot 1,5°C. |
| Nationally Determined Contributions (NDCs) | De individuele klimaatplannen die elke partij bij het Akkoord van Parijs opstelt om haar bijdrage aan de wereldwijde klimaatdoelstellingen te specificeren. |
| UNEP (UN Environment Programme) | Het VN-milieiprogramma dat zich richt op het coördineren van VN-activiteiten op milieugebied en het ondersteunen van staten bij milieubeleid en -management. |
| UNCLOS (Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee) | Een verdrag dat de rechten en plichten van staten met betrekking tot de oceanen en hun hulpbronnen vastlegt, inclusief bepalingen over de preventie van mariene vervuiling. |