Cover
Start nu gratis fenomenen theorieen .docx
Summary
# Kunstcriminaliteit en de relevantie van criminologische theorieën
Dit topic verkent hoe diverse criminologische theorieën, zoals culturele criminologie en rationele keuzetheorie, toegepast kunnen worden op fenomenen binnen kunstcriminaliteit, met een focus op symboliek, emotie en economische factoren.
### 1.1 Culturele criminologie
Culturele criminologie, met sleutelfiguren als Katz, Lyng, Presdee en Hayward, is van belang voor het begrijpen van kunstcriminaliteit omdat dit type criminaliteit sterk draait om symboliek, betekenis, emotie en status, en niet uitsluitend om economische winst.
* **Toepassing:**
* **Seductions of Crime (Katz):** Deze theorie benadrukt de opwinding, trots en het prestige die gepaard gaan met kunstdiefstal.
* **Edgework (Lyng):** Dit concept verklaart de aantrekkingskracht van risico en controle bij het plegen van diefstallen uit musea.
* **Carnival of Crime (Presdee):** Dit perspectief ziet kunstcriminaliteit als een vorm van transgressie, met name binnen de elitaire kunstwereld.
* **Zombie theories (Hayward):** Deze benadering biedt kritiek op louter rationele verklaringen voor kunstcriminaliteit.
### 1.2 Rationele keuzetheorie
De rationele keuzetheorie, ontwikkeld door Cornish en Clarke, is relevant voor kunstcriminaliteit, met name bij professionele kunstdiefstal en vervalsing, waarbij een kosten-batenanalyse een rol speelt.
* **Toepassing:** De afweging van beveiliging, de kans op ontdekking (pakkans) en de doorverkoopbaarheid van gestolen kunstwerken bepalen mede de keuze van het doelwit.
### 1.3 Kritische / conflictcriminologie
Deze benadering, met denkers als Marx en Quinney, stelt dat de plundering van kunst en cultureel erfgoed ingebed is in structurele machtsverhoudingen en maatschappelijke ongelijkheid.
* **Toepassing:** Dit verklaart fenomenen zoals de plundering door de nazi's, de diefstal van Benin Bronzes en de bredere problematiek van koloniaal erfgoed.
### 1.4 Labeling & sociale reactietheorie
De theorie van labeling en sociale reactie, zoals uiteengezet door Becker en Lemert, suggereert dat wat als "kunstcriminaliteit" wordt bestempeld, afhangt van maatschappelijke definities en normen.
* **Toepassing:** Wat vandaag als illegale kunstroof wordt beschouwd, was in het verleden (bijvoorbeeld tijdens koloniale periodes) mogelijk legaal of maatschappelijk geaccepteerd.
> **Tip:** Bij het analyseren van kunstcriminaliteit is het cruciaal om verder te kijken dan de puur economische motieven en de symbolische, emotionele en sociale dimensies mee te nemen, zoals de culturele criminologie aangeeft.
> **Voorbeeld:** Een kunstdiefstal uit een museum kan niet alleen worden verklaard door de potentiële verkoopwaarde van het kunstwerk, maar ook door de sensatie, het risico en de erkenning die de dief ermee denkt te verwerven.
---
# Vuurwapentrafiek en -geweld vanuit criminologisch perspectief
Dit topic analyseert vuurwapentrafiek en -geweld door de lens van verschillende criminologische theorieën, waarbij patronen, gelegenheden en de symbolische waarde van wapens centraal staan.
### 2.1 Positivisme en statistiek
Het positivisme, met nadruk op statistische analyse, is nuttig voor het identificeren van patronen in vuurwapentrafiek en -geweld. Hierbij wordt gekeken naar variabelen zoals leeftijd, geografische regio's en de evolutie van trends.
* **Beperking:** Een significant probleem is het zogenaamde "dark number" (het aantal niet-geregistreerde of onopgemerkte incidenten), wat leidt tot onvolledige kennis over de omvang van het fenomeen.
### 2.2 Routine-activiteiten en gelegenheidstheorie
Deze theorieën, met name uitgewerkt door Cohen en Felson, bieden inzicht in de circulatie van vuurwapens door de focus op de gelegenheid die deze circulatie biedt.
* **Toepassing:**
* **Gemotiveerde daders:** Netwerken met een intrinsieke motivatie om wapens te bemachtigen, zoals drugsnetwerken.
* **Geschikte doelwitten:** De beschikbaarheid van wapens zelf vormt een doelwit voor verdere trafiek of gebruik.
* **Gebrek aan toezicht:** Factoren zoals open grenzen (bv. binnen de Schengenzone), oorlogssituaties die wapens vrijkomen, en inadequaat wapenbeheer of opslag creëren kansen voor illegale handel.
### 2.3 Rationele keuzetheorie
De rationele keuzetheorie verklaart de voorkeur voor bepaalde soorten vuurwapens.
* **Toepassing:** De keuze voor handvuurwapens wordt ingegeven door hun praktische eigenschappen, zoals klein formaat, lage kostprijs en het gemak waarmee ze te verbergen zijn. Dit maakt ze aantrekkelijker voor crimineel gebruik.
### 2.4 Culturele criminologie
Culturele criminologie belicht de emotionele en symbolische betekenis die wapens kunnen hebben, naast hun utilitaire functie.
* **Toepassing:**
* **Status en intimidatie:** Wapens kunnen worden gebruikt om status te verwerven, anderen te intimideren of een bepaalde identiteit te projecteren.
* **Identiteit:** Dit is met name relevant voor specifieke groepen zoals jongeren, die wapens kunnen gebruiken als onderdeel van hun identiteitsvorming, of voor terroristische groeperingen.
### 2.5 Conflictbenadering
De conflictbenadering plaatst vuurwapentrafiek in een bredere maatschappelijke en politieke context.
* **Toepassing:** Oorlogssituaties, geopolitieke spanningen en inherente ongelijkheid spelen een cruciale rol in de stromen van vuurwapens. Historische en actuele voorbeelden hiervan zijn de wapenstromen die voortvloeien uit conflicten in de voormalige Joegoslavië en de oorlog in Oekraïne.
> **Tip:** Bij de analyse van vuurwapentrafiek en -geweld is het cruciaal om zowel de concrete, praktische redenen (rationele keuze, gelegenheid) als de diepere, symbolische en maatschappelijke factoren (culturele betekenis, conflict) te betrekken. Een dergelijke multi-theoretische benadering levert het meest complete beeld op.
---
# Jongeren, publieke ruimte en sociale controle
Hier volgt een gedetailleerd overzicht van het thema "Jongeren, publieke ruimte en sociale controle", samengesteld voor examenvoorbereiding.
## 3. Jongeren, publieke ruimte en sociale controle
Dit thema verkent de dynamische relatie tussen jongeren en de publieke ruimte, waarbij theoretische perspectieven zoals symbolisch interactionisme en labeling theory centraal staan om identiteitsvorming, sociale controle en gendergerelateerde ervaringen te begrijpen.
### 3.1 Theoretische kaders
#### 3.1.1 Symbolisch interactionisme
Dit perspectief, prominent vertegenwoordigd door Erving Goffman, beschouwt de publieke ruimte als een sociaal geconstrueerd toneel waar interacties plaatsvinden en identiteiten worden gevormd. De concepten van "civil inattention", "stigma" en "identiteit" zijn hierbij cruciaal.
> **Tip:** Symbolisch interactionisme focust op de micro-niveau interacties en de betekenis die actoren aan situaties en elkaars gedrag toekennen.
#### 3.1.2 Labeling theory
Voortbouwend op het werk van Howard Becker en Edwin Lemert, stelt labeling theory dat de maatschappelijke reactie op het gedrag van jongeren bepalend is voor hun identiteit en verdere gedragspatronen. Wanneer jongeren als "probleem" worden gelabeld, kan dit leiden tot secundaire deviantie en toenemende politiecontroles.
> **Voorbeeld:** Een jongere die wordt betrapt op vandalisme kan door de maatschappij, inclusief justitie, als "crimineel" worden bestempeld. Dit label kan vervolgens leiden tot meer wantrouwen en controles, waardoor de jongere zich mogelijk identificeert met dit label en ander "probleemgedrag" gaat vertonen.
#### 3.1.3 Sociale controletheorie
Travis Hirschi's sociale controletheorie suggereert dat een gebrek aan sterke sociale bindingen met instituties zoals school en werk leidt tot meer tijd besteed in de publieke ruimte en een verhoogde kans op afwijkend gedrag. De theorie stelt dat sociale controle niet zozeer ontstaat door het aanleren van normen, maar door de aanwezigheid van bindingen die afwijkend gedrag ontmoedigen.
> **Tip:** Deze theorie verklaart waarom individuen zich aan de regels houden, namelijk door hun bindingen met de maatschappij.
#### 3.1.4 Subcultuurtheorie
De subcultuurtheorie, ontwikkeld door Albert Cohen en later uitgebreid door Cloward en Ohlin, verklaart bepaald jongerengedrag vanuit statusfrustratie en beperkte legale kansen. Dit kan leiden tot de vorming van subculturen en territorialisering, met name in achtergestelde buurten waar jongeren een eigen identiteit en groepsgevoel ontwikkelen.
> **Voorbeeld:** Een groep jongeren die zich in een bepaalde buurt ophoudt en specifieke kledingstijlen of gedrag vertoont, kan een subcultuur vormen om zich af te zetten tegen de dominante maatschappij en status te verwerven binnen de groep.
### 3.2 Gender en de publieke ruimte
#### 3.2.1 Kritische en feministische criminologie
Deze benaderingen, waaronder het werk van Carol Smart, benadrukken dat de publieke ruimte gendered is. Dit betekent dat de ervaringen van jongeren in de publieke ruimte sterk kunnen verschillen op basis van hun gender. Meisjes en jonge vrouwen ervaren specifieke vormen van sociale controle, intimidatie en onveiligheid die anders zijn dan die van hun mannelijke leeftijdsgenoten.
> **Tip:** Houd rekening met hoe genderrollen en verwachtingen de sociale controle en de beleving van de publieke ruimte door jongeren beïnvloeden.
---
# Milieucriminaliteit en maatschappelijke schade
Dit topic analyseert milieucriminaliteit, met inbegrip van fenomenen zoals PFAS, vanuit de perspectieven van white collar crime en kritische criminologie, met bijzondere aandacht voor social harm, de rol van het kapitalisme en de vaak ongrijpbare slachtoffers.
### 4.1 White collar crime
Dit concept, oorspronkelijk geïntroduceerd door Edwin Sutherland, focust op criminaliteit gepleegd door personen uit de midden- of hogere klasse, vaak in een professionele context. Bij milieucriminaliteit manifesteert dit zich doordat bedrijven en organisaties die maatschappelijk als respectabel worden beschouwd, aanzienlijke schade toebrengen aan het milieu.
> **Voorbeeld:** De problematiek rond PFAS (per- en polyfluoralkylstoffen) en de vervuiling veroorzaakt door bedrijven zoals Tata Steel en DuPont illustreert hoe de activiteiten van ogenschijnlijk legitieme organisaties leiden tot wijdverspreide milieuschade.
### 4.2 Kritische criminologie en social harm
Kritische criminologen zoals Hillyard en Tombs breiden het traditionele criminologische discours uit door de focus te verleggen van louter strafbaarheid naar het bredere concept van "social harm" (maatschappelijke schade). Dit perspectief erkent dat legale, maar schadelijke activiteiten, net zo goed onder de aandacht van criminologen verdienen te staan als conventionele criminaliteit.
> **Tip:** Houd rekening met het feit dat veel milieuschade voortkomt uit activiteiten die op het moment van uitvoering binnen de wettelijke kaders vallen, maar op langere termijn desastreuze gevolgen hebben.
### 4.3 Marxistische benaderingen
Vanuit een marxistische criminologische invalshoek, zoals uiteengezet door Karl Marx en Willem Bonger, wordt betoogd dat het kapitalistische systeem inherent neigt tot het externaliseren van schade. De kosten van milieudegradatie worden vaak afgewenteld op de meest kwetsbare groepen binnen de samenleving of op toekomstige generaties, terwijl de winsten ten goede komen aan een selecte groep.
### 4.4 Victimologie en diffuse slachtoffers
De victimologie, met bijdragen van onderzoekers als Mendelsohn en Wolfgang, benadrukt dat de slachtoffers van milieucriminaliteit vaak diffuus en onzichtbaar zijn. In tegenstelling tot traditionele misdrijven waarbij de slachtoffers direct identificeerbaar zijn, lijden bij milieucriminaliteit omwonenden, werknemers en zelfs toekomstige generaties onder de gevolgen van vervuiling, zonder dat zij direct kunnen worden aangewezen als individuele slachtoffers.
> **Voorbeeld:** De langetermijneffecten van bodem- of waterverontreiniging door industriële lozingen kunnen generaties lang merkbaar zijn voor gemeenschappen die van deze natuurlijke hulpbronnen afhankelijk zijn, hoewel de initiële schade zich jaren eerder heeft voorgedaan.
### 4.5 Neutralisatietheorie
De neutralisatietheorie van Sykes en Matza verklaart hoe daders, in dit geval bedrijven, hun schadelijke handelingen rechtvaardigen of ontkennen. Dit kan gebeuren door de ernst van de schade te minimaliseren, de verantwoordelijkheid te ontlopen, of door te beweren dat de acties noodzakelijk waren voor economische vooruitgang.
> **Tip:** Analyseer hoe bedrijven en organisaties publieke en juridische druk trachten te omzeilen door middel van specifieke communicatiestrategieën en juridische manoeuvres.
---
# Drugscriminaliteit en de rol van gelegenheid en sociale structuren
Dit topic analyseert drugscriminaliteit door de lens van gelegenheidstheorie, rationele keuzetheorie en sociale leertheorie, waarbij de kwetsbaarheden van havens, netwerken en sociale structuren worden onderzocht.
### 5.1 Gelegenheidstheorie
De gelegenheidstheorie, zoals ontwikkeld door Cohen en Felson, biedt een kader om te begrijpen waarom bepaalde locaties en situaties vatbaar zijn voor criminaliteit. In de context van drugscriminaliteit focust deze theorie op de structurele gelegenheden die de instroom en verwerking van drugs mogelijk maken.
* **Toepassing op drugscriminaliteit:** De theorie verklaart de kwetsbaarheid van havens als knooppunten voor de internationale drugshandel. Grote logistieke centra, zoals de havens van Antwerpen en Rotterdam, bieden door hun omvang, activiteit en internationale connecties uitstekende mogelijkheden voor smokkel en de verhulling van illegale goederen. De aanwezigheid van gemotiveerde daders, geschikte doelwitten (de drugs zelf) en een gebrek aan adequaat toezicht of handhaving (vaak door de immense schaal en complexiteit van de operaties) creëren een gunstige omgeving voor drugscriminaliteit.
### 5.2 Rationele keuzetheorie
De rationele keuzetheorie stelt dat criminelen, net als andere individuen, kosten-batenanalyses maken bij het plegen van delicten. Ze wegen de verwachte voordelen af tegen de verwachte kosten en risico's.
* **Toepassing op drugscriminaliteit:** Deze theorie is relevant voor het begrijpen van de motivaties van individuen die betrokken raken bij drugscriminaliteit, zoals "uithalers" (personen die drugs ophalen op locatie, bijvoorbeeld in havens) en jongeren die worden gerekruteerd voor criminele activiteiten. Voor deze groepen kan de snelle en relatief gemakkelijke toegang tot geld, status of sociale erkenning opwegen tegen de risico's van detectie, arrestatie en bestraffing. Factoren als financiële noodzaak, sociale druk of het verlangen naar een snelle levensstijl kunnen de afweging naar de criminele optie sturen.
### 5.3 Sociale leertheorie
De sociale leertheorie, ontwikkeld door Sutherland en verder uitgewerkt door Akers, benadrukt dat crimineel gedrag wordt aangeleerd door interactie met anderen, voornamelijk binnen intieme persoonlijke groepen. Dit leerproces omvat de overdracht van technieken om crimineel gedrag te plegen en, belangrijker nog, de specifieke drijfveren, rationalisaties en attitudes die crimineel gedrag ondersteunen.
* **Toepassing op drugscriminaliteit:** Deze theorie verklaart de instroom van personen in de drugscriminaliteit via diverse sociale netwerken. Dit kan gebeuren via:
* **Netwerken:** Vrienden, familieleden of kennissen die al betrokken zijn bij de drugshandel kunnen nieuwe rekruten aantrekken en hen inwijden in de criminele wereld.
* **Gevangenis:** De gevangenis kan dienen als een "school" voor criminaliteit, waar gedetineerden elkaar beïnvloeden en contacten leggen die later buiten de muren worden benut.
* **Buurt:** In achtergestelde wijken of gebieden met een hoge werkloosheid en weinig legale kansen, kunnen criminele netwerken dominant worden en een aantrekkelijk alternatief bieden voor legale economische activiteiten. De sociale normen binnen deze gemeenschappen kunnen crimineel gedrag, inclusief drugsgerelateerde activiteiten, normaliseren.
### 5.4 Verdergaande theoretische perspectieven op drugscriminaliteit
Naast de kern theorieën, worden ook andere perspectieven aangereikt om drugscriminaliteit te duiden:
* **Subcultuur- en Strain-theorie:** Theorieën van Merton en Cohen, die stellen dat criminaliteit kan voortkomen uit een spanning ($strain$) tussen maatschappelijke doelen (zoals financieel succes) en de legitieme middelen om deze te bereiken. In contexten waar legale kansen beperkt zijn, kunnen individuen subculturen vormen die afwijkende normen en waarden hanteren, waarin snelle geldwinst via drugs een geaccepteerde strategie wordt. Dit kan ook samenhangen met het najagen van status en prestige die niet op legale wijze bereikt kan worden.
* **Kritische criminologie:** Dit perspectief werpt een kritische blik op de maatschappelijke structuren en machtsverhoudingen die drugscriminaliteit mede vormgeven. Het onderzoekt de impact van de "War on Drugs", die vaak leidt tot selectieve repressie gericht op lagere niveaus van de keten en kwetsbare gemeenschappen, terwijl de hoogste niveaus en financiële stromen buiten schot blijven. Ook wordt de normalisering van drugsgebruik in bepaalde sociale kringen onderzocht, wat de grenzen tussen legaal en illegaal vervagen.
> **Tip:** Bij het analyseren van drugscriminaliteit is het cruciaal om de wisselwerking tussen individuele keuzes (rationele keuzetheorie), aangeleerd gedrag (sociale leertheorie) en de structurele omstandigheden (gelegenheidstheorie, kritische criminologie) te benadrukken.
---
# Space crime: macht, exploitatie en regulering
Dit topic onderzoekt space crime vanuit het perspectief van organisatiecriminaliteit en kritische criminologie, met nadruk op de commercialisering van de ruimte, planetaire milieuschade en de achterblijvende regulering.
### 6.1 Organisatiecriminaliteit en machtsstructuren
Space crime wordt sterk beïnvloed door de aanwezigheid van machtige publieke en private actoren. Deze organisaties spelen een cruciale rol in de commercialisering en exploitatie van hulpbronnen in de ruimte. De complexiteit en ondoorzichtigheid van de besluitvormingsprocessen binnen ruimtevaartbedrijven, ook wel aangeduid als 'black box-denken', bemoeilijken het inzicht in en de regulering van potentiële criminele activiteiten. De dominantie van deze grote spelers suggereert een sterke link met de concepten van white collar crime en organisatiecriminaliteit, waarbij macht, economische belangen en juridische mazen de overhand kunnen krijgen.
### 6.2 Milieuschade op planetaire schaal
Vanuit het perspectief van groene criminologie wordt space crime geassocieerd met grootschalige milieuschade. Ruimtepuin, een direct gevolg van menselijke activiteiten in de ruimte, wordt gezien als een vorm van milieucriminaliteit op planetaire schaal. Dit probleem omvat niet alleen de huidige schade aan satellieten en ruimtevaartuigen, maar ook de langetermijngevolgen voor de leefbaarheid en het gebruik van de ruimte voor toekomstige generaties.
### 6.3 Achterblijvende regulering en genormaliseerde schade
Kritische criminologie werpt licht op de lacunes in de huidige regulering van ruimteactiviteiten. Er is een duidelijke kloof tussen de snelheid van technologische ontwikkelingen en de implementatie van effectieve wet- en regelgeving om criminele of schadelijke activiteiten te voorkomen en te bestraffen. Dit leidt ertoe dat bepaalde vormen van schade, zoals milieuvervuiling door ruimtepuin of de uitputting van hulpbronnen, genormaliseerd worden. Het idee van 'forbearance' (het bewust niet ingrijpen) kan hier een rol spelen, waarbij de focus ligt op het faciliteren van ruimte-economie in plaats van op het streng handhaven van regels.
### 6.4 Culturele aspecten en mythevorming
Culturele criminologie biedt een kader om de verhalen en percepties rond ruimtevaart te onderzoeken. Het heersende ruimte-optimisme en de mythe van onbegrensde vooruitgang kunnen de aandacht afleiden van potentiële negatieve consequenties en criminele aspecten. Sciencefiction wordt in dit verband niet alleen als entertainment gezien, maar ook als een methode om kritisch na te denken over de mogelijkheden, risico's en ethische dilemma's van ruimteverkenning en -exploitatie.
> **Tip:** Bij het analyseren van space crime is het cruciaal om de interactie tussen machtige organisaties, de omvang van potentiële milieuschade en de ontoereikendheid van de huidige juridische kaders te benadrukken. Denk hierbij aan de commerciële belangen die mogelijk prioriteit krijgen boven duurzaamheid en ethische overwegingen.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Culturele criminologie | Een benadering die zich richt op de symbolische en culturele betekenissen die ten grondslag liggen aan crimineel gedrag, waarbij de emotionele en esthetische aspecten van criminaliteit worden benadrukt, naast economische motieven. |
| Rationele keuzetheorie | Een theorie die stelt dat individuen rationele beslissingen nemen door kosten en baten af te wegen, wat impliceert dat crimineel gedrag ontstaat wanneer de verwachte voordelen opwegen tegen de verwachte kosten. |
| Kritische criminologie | Een benadering die zich richt op machtsverhoudingen, sociale ongelijkheid en de rol van de staat in het creëren en handhaven van criminaliteit, vaak met een focus op sociale schade veroorzaakt door structurele factoren. |
| Labeling theory (Labelingstheorie) | Een sociologische theorie die stelt dat criminaliteit niet zozeer een eigenschap van het individu is, maar eerder een gevolg van het labelen van bepaald gedrag als crimineel door maatschappelijke reacties en instituties. |
| Positivisme (in criminologie) | Een wetenschappelijke benadering die de nadruk legt op het gebruik van empirisch bewijs en statistische analyse om crimineel gedrag te begrijpen en te verklaren, vaak zoekend naar causale verbanden en voorspellende patronen. |
| Routine-activiteiten theorie | Een theorie die stelt dat criminaliteit plaatsvindt wanneer drie elementen samenkomen: een gemotiveerde dader, een geschikte gelegenheid en een gebrek aan capabel toezicht. |
| Symbolisch interactionisme | Een sociologische perspectief dat zich richt op de betekenissen die mensen creëren door middel van sociale interactie, en hoe deze betekenissen hun gedrag en identiteit vormgeven. |
| Sociale controletheorie | Een theorie die zich richt op waarom mensen zich aan de wet houden, in plaats van waarom ze dat niet doen, en stelt dat sociale bindingen zoals gehechtheid, betrokkenheid, activiteit en overtuiging deviant gedrag voorkomen. |
| Subcultuurtheorie | Theorieën die stellen dat criminaliteit kan voortkomen uit de waarden, normen en gedragingen van specifieke subgroepen binnen een samenleving, die afwijken van de dominante cultuur. |
| White collar crime (Witwasmisdaad/Zakenmisdaad) | Criminaliteit gepleegd door personen in posities van aanzien en autoriteit, vaak in een zakelijke of overheidscontext, die financiële winst of macht nastreven door middel van misleiding, fraude of corruptie. |
| Social harm (Sociale schade) | Een concept binnen de kritische criminologie dat verder gaat dan de juridische definitie van criminaliteit en alle vormen van schade omvat die mensen ondervinden, ongeacht of deze illegaal zijn. |
| Victimologie | De wetenschappelijke studie van slachtoffers van criminaliteit, hun kenmerken, de oorzaken van hun slachtofferschap en hun reacties op het delict. |
| Neutralisatietheorie | Een theorie die verklaart hoe daders hun morele verantwoordelijkheid voor crimineel gedrag kunnen ontkennen of minimaliseren door middel van neutralisatietechnieken, zoals ontkenning van verantwoordelijkheid of ontkenning van schade. |
| Gelegenheidstheorie (in criminologie) | Een benadering die de nadruk legt op de rol van specifieke omstandigheden en mogelijkheden die het plegen van criminaliteit vergemakkelijken, vaak gekoppeld aan routine-activiteiten. |
| Sociale leertheorie | Een theorie die stelt dat crimineel gedrag wordt geleerd door interactie met anderen, met name door observatie, imitatie en de beloning of straf die volgt op bepaald gedrag. |
| Space crime | Een opkomend onderzoeksveld binnen de criminologie dat zich bezighoudt met illegale activiteiten die plaatsvinden in de ruimte, waaronder ruimtepuin, exploitatie van ruimtebronnen en de commercialisering van de ruimte. |
| Zwarte doos-denken (Black box-thinking) | Een fenomeen waarbij de besluitvormingsprocessen binnen organisaties of systemen ondoorzichtig en moeilijk te doorgronden zijn, waardoor analyse en verantwoordelijkheid bemoeilijkt worden. |