Cover
Start nu gratis Bijzondere overeenkomsten.docx
Summary
# Koopovereenkomsten
Hier is de studiegids voor Koopovereenkomsten, gebaseerd op de verstrekte documentatie:
## 1. Koopovereenkomsten
Dit document behandelt de totstandkoming, kenmerken, verplichtingen van verkoper en koper, en beëindiging van koopovereenkomsten, met specifieke aandacht voor zowel het gemeen kooprecht als consumentenkoop.
### 1.1 Algemene indeling van overeenkomsten
Overeenkomsten zijn meerzijdige rechtshandelingen waarbij wilsovereenstemming tussen twee of meer partijen leidt tot rechtsgevolgen die afdwingbaar zijn. Ze vormen de wet tussen de partijen.
#### 1.1.1 Soorten overeenkomsten op basis van totstandkoming
* **Consensuele overeenkomst**: Komt tot stand door loutere wilsovereenstemming.
* **Zakelijke overeenkomst**: Vereist naast wilsovereenstemming de afgifte van de zaak.
* **Plechtige overeenkomst**: Vereist specifieke vormvereisten (bv. notariële akte).
#### 1.1.2 Soorten overeenkomsten op basis van verbintenissen
* **Eenzijdige overeenkomst**: Slechts één partij heeft verbintenissen.
* **Wederkerige overeenkomst**: Beide partijen hebben verbintenissen.
#### 1.1.3 Soorten overeenkomsten op basis van economisch voordeel
* **Overeenkomst onder bezwarende titel**: Beide partijen genieten een economisch voordeel.
* **Overeenkomst om niet**: Geen economisch voordeel voor een of beide partijen.
#### 1.1.4 Overige soorten overeenkomsten
* **Intuïtu personae**: Contract gesloten op basis van persoonlijke eigenschappen; eindigt bij overlijden.
* **Raamovereenkomst**: Legt algemene principes vast, later uitgevoerd via uitvoeringscontracten.
* **Toetredingscontract**: Eén partij heeft geen zeggenschap over de inhoud (zwakke vs. sterke partij).
### 1.2 Koopovereenkomst
De koopovereenkomst is een centraal type overeenkomst dat eigendomsoverdracht regelt.
#### 1.2.1 Kenmerken van de koopovereenkomst
* **Wederkerige overeenkomst**: Beide partijen hebben verplichtingen.
* **Onder bezwarende titel**: Economisch voordeel voor beide partijen.
* **Consensueel**: Komt tot stand door wilsovereenstemming over het goed en de prijs, zelfs zonder schriftelijkheid of levering.
#### 1.2.2 Essentiële bestanddelen
1. Een overeenkomst met betrekking tot een **goed**.
2. Een overeenkomst met betrekking tot **eigendomsoverdracht**.
3. Een tegenprestatie **in geld**.
#### 1.2.3 Goed
Elk voorwerp dat vatbaar is voor toe-eigening, inclusief vermogensrechten en zakelijke gebruiksrechten.
#### 1.2.4 Eigendomsoverdracht
* **Principieel ogenblikkelijk**: Gaat over van zodra er wilsovereenstemming is over het goed en de prijs (solo consensu).
* **Uitzonderingen/Afwijkingen**: Partijen kunnen contractueel uitstel van eigendomsoverdracht bedingen, bv. tot de betaling van de prijs of de verlijding van de notariële akte.
* **Risico-overdracht**: Volgt de eigendomsoverdracht, tenzij anders bedongen.
#### 1.2.5 Prijs
* Moet **in geld** zijn.
* Moet **bepaald of bepaalbaar** zijn.
* Moet **ernstig** zijn; een (zeer) lage prijs kan duiden op een vermomde schenking, wat nietig is.
#### 1.2.6 Simulatie en prijsbewimpeling
* **Simulatie**: Veinzing van een rechtshandeling onder bezwarende titel die in werkelijkheid een schenking is.
* **Prijsbewimpeling**: Naar buiten toe een lagere prijs simuleren dan de werkelijke prijs. Tussen partijen gelden de werkelijke afspraken; derden (zoals de fiscus) kunnen zich beroepen op de werkelijke prijs.
#### 1.2.7 Relativiteit en tegenwerpelijkheid van overeenkomsten
* **Relativiteit**: Een contract geldt enkel tussen de contracterende partijen.
* **Tegenwerpelijkheid**: Derden moeten het bestaan van de overeenkomst erkennen (passief), en kunnen deze onder bepaalde voorwaarden inroepen (actief).
### 1.3 Koopovereenkomst onroerend goed
#### 1.3.1 Kenmerken en totstandkoming
* **Consensueel contract**: Komt tot stand door wilsovereenstemming, niet door de notariële akte zelf.
* **Compromis**: De onderhandse koopovereenkomst is bindend.
* **Voordeel tussenkomst notaris**: Juridische controles, informatieplicht, zekerheid voor beide partijen.
* **Voorschot (10%)**: Gedeponeerd op een geblokkeerde rekening van de notaris ter bescherming van de koper.
* **Registratierechten**: Te betalen binnen 4 maanden na ondertekening compromis.
#### 1.3.2 Notariële akte
Vereist voor de overschrijving in de hypothecaire registers en voor de tegenwerpelijkheid aan derden. De notaris onderzoekt eigendomstitel, bekwaamheid en beschikkingsbevoegdheid.
#### 1.3.3 Tegenwerpelijkheid t.o.v. derden
* Vereist **overschrijving in de registers van het hypotheekkantoor**.
* **Flikkermoment**: Het moment van overschrijving bepaalt de rangorde bij concurrerende rechten.
* **Niet-tegenwerpbaarheid**: Indien niet overgeschreven, is de eigendomsoverdracht niet tegenwerpbaar aan derden te goeder trouw met een concurrerend recht.
#### 1.3.4 Dubbele verkoop
Bij dubbele verkoop van een onroerend goed, gaat het goed naar de koper wiens akte het eerst wordt overgeschreven, mits deze te goeder trouw was.
#### 1.3.5 Technologie en onderhandse overeenkomsten
Elektronische contracten (sms, e-mail) kunnen als begin van bewijs dienen, maar een elektronische handtekening is vaak vereist voor bewijskracht. Voor de verkoop van onroerend goed blijft de authentieke akte, met het bodemattest, cruciaal.
### 1.4 Koopovereenkomst roerend goed
#### 1.4.1 Kenmerken
* **Geen publiciteitssysteem** zoals bij onroerende goederen.
* **Tegenwerpelijkheid aan derden**: Vanaf de levering van het goed (bezit geldt als titel).
* Uitzonderingen: Derde had feitelijke kennis van de verkoop of behoorde dit te weten.
#### 1.4.2 Dubbele verkoop
Bij dubbele verkoop van roerende goederen, gaat het goed naar de eerste verkrijger die het goed in bezit heeft gekregen, tenzij deze wist van de eerdere verkoop.
#### 1.4.3 Eigendomsvoorbehoud
Een clausule waarbij de eigendom pas overgaat na betaling van de prijs. Geeft de onbetaalde verkoper een **revindicatierecht**. Vereist een schriftelijk beding, uiterlijk op het moment van levering.
#### 1.4.4 Risico-overdracht
* **Hoofdregel**: Risico gaat over met de eigendomsoverdracht.
* **Eigendomsvoorbehoud**: Risico blijft bij de verkoper indien contractueel bedongen, tenzij de koper in gebreke blijft met betaling.
### 1.5 Totstandkoming van de koopovereenkomst
#### 1.5.1 Wilsovereenstemming, bekwaamheid en geoorloofd voorwerp
* **Wilsovereenstemming**: Vereist een aanbod en een aanvaarding. De precontractuele fase kan leiden tot aansprakelijkheid wegens culpa in contrahendo.
* **Bekwaamheid**: Partijen moeten handelingsbekwaam zijn. Uitzonderingen gelden voor bv. echtgenoten (relatief nietig).
* **Geoorloofd voorwerp**: Het voorwerp mag niet in strijd zijn met de wet, openbare orde of goede zeden.
#### 1.5.2 Specifiek: optie
Een **voorovereenkomst** waarbij één partij zich onherroepelijk verbindt om te verkopen of te kopen onder bepaalde voorwaarden, en de andere partij vrij is om de optie te lichten. Gaat verder dan een aanbod, want het is een meerzijdige overeenkomst.
* **Lichten van de optie**: Een eenzijdige rechtshandeling die de koopovereenkomst tot stand brengt.
* **Koop met commandverklaring**: De werkelijke koper (commandaar) wordt verborgen achter een schijnbare koper (commandataris), wat uitdrukkelijk moet worden erkend in het contract.
#### 1.5.3 Gebreken bij toestemming
* **Dwaling**: Onvrijwillig de zaken anders voorstellen; moet substantieel en verschoonbaar zijn.
* **Bedrog**: Kunstgrepen met de bedoeling te bedriegen; leidt tot nietigheid indien het doorslaggevend was.
* **Geweld**: Indruk op een redelijk mens.
#### 1.5.4 Vorm en bewijs
* **Consensualisme**: Geen vormvereisten, tenzij anders bepaald (bv. voor onroerend goed).
* **Bewijs**: Normale bewijsregels (geschrift boven 3500 EUR).
### 1.6 Verbintenissen van de verkoper
#### 1.6.1 Levering
* De verkochte zaak **overdragen in macht en bezit van de koper**.
* **Conformiteit**: De geleverde zaak moet voldoen aan de overeengekomen kwaliteit, kwantiteit en identiteit.
#### 1.6.2 Vrijwaring voor verborgen gebreken (art. 1641-1649 BW)
De verkoper vrijwaart de koper voor gebreken die de zaak ongeschikt maken voor het gebruik waarvoor ze bestemd is, of die het gebruik zodanig verminderen dat de koper de zaak niet of tegen een mindere prijs zou hebben gekocht.
* **Voorwaarden**:
1. **Gebrek**: Intrinsiek of functioneel, vermindert de waarde of het gebruik.
2. **Verborgen**: Niet zichtbaar bij een normaal en aandachtig onderzoek.
3. **Ernstig**: Voldoende ernstig om de waarde of het gebruik significant te beïnvloeden.
4. **Anterieur**: Het gebrek moet (minstens in kiem) bestaan op het ogenblik van de koop.
* **Rechtsmiddelen**: Ontbinding (actio redhibitoria), prijsvermindering (actio aestimatoria), schadevergoeding (afhankelijk van goede/kwade trouw verkoper).
* **Meldingstermijn**: Moet "binnen korte tijd" gebeuren.
* **Exonoratie**: De verkoper kan zijn aansprakelijkheid voor verborgen gebreken beperken, tenzij hij kwader trouw was.
#### 1.6.3 Vrijwaring uit uitwinning
* De verkoper garandeert de koper **ongestoord bezit** van de zaak en vrijwaring voor **lasten** die niet werden opgegeven.
* **Vrijwaring voor eigen daad**: Verkoper mag het bezit niet zelf verstoren (feitelijk of juridisch).
* **Vrijwaring voor daden van derden**: Verkoper is aansprakelijk voor juridische stoornissen door derden (bv. een beweerde erfdienstbaarheid). Niet voor feitelijke stoornissen door derden (bv. burenhinder).
### 1.7 Consumentenkoop (art. 1649bis – 1649octies BW)
Een speciaal regime ter bescherming van de consument-koper bij de aankoop van roerende lichamelijke zaken.
#### 1.7.1 Kenmerken
* **Monistisch systeem**: Eén enkele plicht voor de verkoper: het leveren van een conforme zaak.
* **Dwingend recht**: Partijen kunnen niet afwijken van deze regels ten nadele van de consument.
* **Nieuwe regels garantie**: Omzetting van Europese richtlijnen, met o.a. wijzigingen in de termijn voor de omkering van de bewijslast (nu 2 jaar).
#### 1.7.2 Aansprakelijkheid verkoper
De verkoper is aansprakelijk indien het consumptiegoed niet in overeenstemming is met het contract.
* **Voorwaarden**: Consumptiegoed niet conform, anterioriteit (op moment van levering), gebrek manifesteert zich binnen 2 jaar, melding binnen meldingstermijn, vordering binnen verjaringstermijn.
* **Conformiteit**: Voldoet aan objectieve en subjectieve criteria.
* **Anterioriteit**: Bewijslastvermoeden ten gunste van de consument gedurende 2 jaar na levering.
#### 1.7.3 Remedies
Kosteloos herstel, kosteloze vervanging, passende prijsvermindering, ontbinding.
### 1.8 Verbintenissen van de koper
#### 1.8.1 Inontvangstnemingsverplichting
De koper moet de geleverde zaak in ontvangst nemen en inspecteren. Bij zichtbare gebreken moet geprotesteerd worden.
#### 1.8.2 Betalingsverplichting (art. 1650 BW)
De koper is gehouden de prijs te betalen.
* **Tijdstip en plaats**: Vrij te bepalen, anders datum levering en plaats levering.
* **Betaling in geld**: Chartaal of giraal geld. Beperkingen op chartale betalingen boven een bepaald bedrag.
* **Indexering**: Enkel indien contractueel bepaald of wettelijk toegestaan.
#### 1.8.3 Bescherming van de onbetaalde verkoper
* **Exceptio non adimpleti contractus (ENAC)**: De verkoper kan de levering opschorten bij niet-betaling.
* **Ontbinding**: Bij ernstige wanprestatie van de koper.
* **Voorrecht en revindicatierecht**: Specifieke beschermingsmechanismen voor de onbetaalde verkoper.
### 1.9 Beëindiging koopovereenkomst
Naast gemeenrechtelijke beëindigingsmanieren, zijn er specifieke gevallen:
* **Beding van wederinkoop**: De verkoper behoudt het recht om de zaak terug te nemen binnen een bepaalde termijn.
* **Benadeling bij verkoop onroerend goed**: De verkoper kan de nietigheid inroepen indien hij voor meer dan 7/12de benadeeld is.
### 1.10 Varia
* **Verkoop op afbetaling**: Regeld door de wet Consumentenkrediet, met strikte informatieplichten en een herroepingsrecht.
* **Verkoop aan consument op afstand of buiten verkoopruimten**: Bevat specifieke informatieplichten en een herroepingsrecht.
* **Concessie van alleenverkoop**: Exclusieve verkooprecht voor een bepaalde periode.
* **Internationale koop**: Geregeld door o.a. het Weens Koopverdrag.
### 1.11 Kanscontracten
Contracten waarbij de winst of het verlies afhankelijk is van een onzekere gebeurtenis. Voorbeelden zijn spel en weddenschap, lijfrente, tontine en aanwas.
#### 1.11.1 Spel en weddenschap (art. 1965-1967 BW)
Vorderingen voor speelschulden zijn principieel niet toegestaan wegens ongeoorloofde oorzaak, tenzij de schuld door de schuldenaar wordt erkend na het spel.
#### 1.11.2 Lijfrente (art. 1968 BW)
Een periodieke rente die levenslang wordt betaald. Kan onder bezwarende titel (kanscontract) of om niet (schenking) zijn.
#### 1.11.3 Tontine en aanwas
Bedingen die de langstlevende van twee kopers (of samenwonenden) eigenaar maken van het geheel, waardoor het aandeel van de eerststervende buiten de nalatenschap valt. Het aanwasbeding is in België de meest gebruikte vorm.
### 1.12 Dading (art. 2044 BW)
Een contract waarbij partijen een geschil beëindigen of voorkomen door wederzijdse toegevingen. Vereist schriftelijkheid voor het bewijs.
#### 1.12.1 Essentiële bestanddelen
* Gerezen of toekomstig geschil.
* Wederzijdse toegevingen.
* Will om te dading (animus transactionis).
#### 1.12.2 Geldigheidsvereisten
Gelden de algemene voorwaarden voor contracten: bekwaamheid, toestemming (geen dwaling over het recht, wel over feiten), geoorloofd voorwerp en oorzaak.
#### 1.12.3 Gevolgen
Werkt tussen partijen als gezag van gewijsde; de dading kan worden ingeroepen als exceptie tegen nieuwe geschillen.
### 1.13 Verschillende regimes van huur
* **Gemeen huurrecht (art. 1714-1762bis BW)**: Grote contractuele vrijheid, met suppletief recht.
* **Bijzondere beschermingsregimes**:
* **Woninghuurwet (Vlaams Woninghuurdecreet)**: Dwingend recht ter bescherming van de huurder van een hoofdverblijfplaats. Vereist schriftelijkheid, registratie en voldoet aan bepaalde kwaliteitsnormen.
* **Studentenhuisvesting**: Specifieke regels, deels gebaseerd op de woninghuur.
* **Handelshuur (Handelshuurwet)**: Dwingend recht ter bescherming van handelaars, met een minimumduur van 9 jaar.
* **Pacht**: Specifiek voor landbouwgrond.
* **Sociale huur**: Geregeld op gewestelijk niveau.
#### 1.13.1 Verbintenissen verhuurder (gemeen huurrecht)
* Levering van het goed in goede staat.
* Onderhoudsverplichting (uitzonderingen voor huurder).
* Vrijwaring voor rustig genot (eigen daad, rechtsstoornissen door derden, gebreken).
#### 1.13.2 Verbintenissen huurder (gemeen huurrecht)
* Betalen van huurprijs, kosten en lasten.
* Goed gebruiken en onderhouden conform bestemming.
* Goed teruggeven op einde huurperiode (in oorspronkelijke staat, behoudens slijtage).
#### 1.13.3 Huurovereenkomst van +9 jaar en tegenwerpelijkheid
Vereist overschrijving op het hypotheekkantoor voor tegenwerpelijkheid aan derden.
### 1.14 Leningsovereenkomst
#### 1.14.1 Bruiklening (art. 1875-1891 BW)
Tijdelijk persoonlijk gebruiksrecht op een niet-vervangbare zaak, om niet, met verplichting tot teruggave in natura. De uitlener blijft eigenaar en draagt het risico van verlies door toeval.
#### 1.14.2 Verbruiklening (art. 1892 BW)
De ontlener wordt eigenaar van vervangbare zaken en moet een equivalent teruggeven. Het risico ligt bij de ontlener. Kan om niet of onder bezwarende titel (bv. lening met interest).
#### 1.14.3 Bijzondere soorten kredieten
* **Consumentenkrediet**: Lening van een onderneming aan een consument, strikt geregeld ter bescherming van de consument.
* **Hypothecair krediet**: Krediet gewaarborgd door een hypotheek, geregeld om misbruiken te bestrijden.
#### 1.14.4 Leasing
Een financieringsovereenkomst waarbij de leasinggever het genot van een goed verleent tegen een periodieke prijs, met een aankoopoptie voor de lessee.
### 1.15 Dienstovereenkomsten
#### 1.15.1 Aanneming (art. 1787-1799 BW)
Een overeenkomst waarbij de ene partij zich verbindt om iets te verrichten voor de andere tegen een bedongen prijs, in volle onafhankelijkheid.
* **Verbintenissen aannemer**: Werk goed en tijdig uitvoeren, leveren en teruggeven van materialen, waarschuwingsplicht.
* **10-jarige aansprakelijkheid (art. 1792 BW)**: Voor zware gebreken die de stabiliteit van bouwwerken aantasten.
* **Verbintenissen opdrachtgever**: Werk mogelijk maken, prijs betalen, werk in ontvangst nemen.
* **Onderaanneming**: Hoofdaannemer laat werk geheel of gedeeltelijk uitvoeren door een derde op eigen kosten en verantwoordelijkheid.
* **Nevenaanneming**: Opdrachtgever sluit contracten met verschillende aannemers.
#### 1.15.2 Bewaargeving (art. 1915-1954 BW)
Overeenkomst met afgifte van een roerende zaak ter bewaring, met verplichting tot teruggave in natura. De bewaarnemer mag de zaak in principe niet gebruiken. Het risico ligt bij de bewaarnemer, tenzij er overmacht is.
* **Hotelbewaargeving**: Specifieke regels voor aansprakelijkheid van hotelhouders voor bagage van gasten, met beperkingen op de aansprakelijkheid.
#### 1.15.3 Lastgeving (art. 1984-2010 BW)
Een overeenkomst waarbij de lasthebber wordt belast om in naam en voor rekening van de lastgever een rechtshandeling te stellen. De lasthebber treedt in beginsel niet persoonlijk gebonden tegenover derden, tenzij hij buiten de grenzen van zijn mandaat treedt of de lastgever de handeling niet bekrachtigt.
* **Omvang volmacht**: Algemene of bijzondere volmacht, in algemene of uitdrukkelijke bewoordingen.
* **Einde lastgeving**: Overlijden, onbekwaamverklaring, opzegging, herroeping.
* **Zorgvolmacht**: Een preventieve lastgeving om te anticiperen op eigen wilsonbekwaamheid.
#### 1.15.4 Handelsagentuur en bemiddeling
* **Makelaar**: Brengt partijen bij elkaar, treedt niet noodzakelijk op in naam en voor rekening van de principaal.
* **Handelsagent**: Treedt duurzaam op voor de principaal, met een zekere mate van zelfstandigheid.
* **Handelsvertegenwoordiger**: Een werknemer die optreedt voor rekening van de werkgever.
---
# Andere bijzondere overeenkomsten
Hier is een gedetailleerde en uitgebreide samenvatting van het onderwerp "Andere bijzondere overeenkomsten", opgesteld als een examenklare studiegids.
## 2. Andere bijzondere overeenkomsten
Dit topic behandelt een reeks specifieke en diverse overeenkomsten die niet onder de algemene regels vallen of specifieke kenmerken vertonen, waaronder kanscontracten, lijfrentes, tontine en aanwas, dading, diverse huurvormen, leningsovereenkomsten, leasing, franchising en licenties.
### 2.1 Kanscontracten
#### 2.1.1 Begrip
Een kanscontract is een wederkerige overeenkomst waarbij het gelijkwaardige van de wederkerige prestaties onzeker is, doordat het bestaan of de omvang van één van de prestaties afhangt van een onzekere gebeurtenis. Dit brengt een kans op winst of een risico op verlies met zich mee voor de partijen. De partijen aanvaarden een risico en kunnen hier achteraf niet over klagen, aangezien dit risico een wezenlijk bestanddeel van het contract vormt.
#### 2.1.2 Kenmerken
* **Aleatoir karakter:** De prestatie van een partij hangt af van een onzekere gebeurtenis.
* **Risicoaanvaarding:** Partijen accepteren het risico op winst of verlies.
#### 2.1.3 Soorten
* Spel en weddenschap
* Lijfrente
* Tontine en aanwas
#### 2.1.4 Spel en weddenschap
##### 2.1.4.1 Begrip
Een weddenschap wordt beschouwd als een spelcontract, waarbij de onzekerheid afhankelijk is van toeval of van het gedrag van derden. Een spel is daarentegen gebaseerd op onzekerheid die afhankelijk is van het gedrag van de partijen zelf. Het is onzeker welke partij zal moeten presteren.
##### 2.1.4.2 Gevolg
Spel en weddenschap worden in principe als ongeoorloofd beschouwd vanwege hun mogelijke immorele karakter en omdat ze de openbare orde kunnen schenden. Een vordering voor een speelschuld is niet toegestaan. De verliezer kan de "spelexceptie" inroepen tegen een eis van de winnaar. Een uitzondering hierop is het kansspel, dat geregeld wordt door de Wet van 7 mei 1999 op de kansspelen en waarvoor een Kansspelcommissie en een strafrechtelijke regeling bestaan.
#### 2.1.5 Lijfrente
##### 2.1.5.1 Constructie
Een lijfrente is een overeenkomst waarbij een renteplichtige partij zich ertoe verbindt periodiek een geldsom te betalen aan een rentegenieter (de begunstigde) gedurende het leven van een bepaald "lijf" (de rentetrekker, die de lijfrentegenieter zelf of een derde kan zijn). Deze overeenkomst kan voortvloeien uit een contract, maar ook uit een testament, een rechterlijke beslissing of een schenking.
##### 2.1.5.2 Kenmerken
* Het is een **rechtsverhouding** die de kenmerken van een contract kan hebben, maar ook op andere gronden kan ontstaan.
* Bij contractuele lijfrentes is de overeenkomst **onder bezwarende titel** indien er een economisch voordeel is voor beide partijen (bv. de verkoop van een goed in ruil voor lijfrente). Als het om niet is, is het geen kanscontract.
* Indien het een **kanscontract** is (onder bezwarende titel), is het risico voor beide partijen afhankelijk van de duur van het menselijk leven.
##### 2.1.5.3 Onder bezwarende titel
Bij een lijfrente onder bezwarende titel verschaft de rentegenieter een goed of kapitaal in ruil voor de ontvangst van rentetermijnen. De juiste tegenwaarde hangt af van de levensduur van de rentetrekker. De verkoper wordt de stipulant (en meestal ook de rentetrekker), terwijl de koper de renteplichtige wordt. De rentevoet is vrij te bepalen, maar de overeenkomst moet een kanscontract blijven; anders kan deze nietig zijn wegens gebrek aan voorwerp of als vermomde schenking worden beschouwd.
##### 2.1.5.4 Het lijf
Het "lijf" is de persoon op wiens hoofd de rente is gevestigd. Deze persoon moet in leven zijn op het moment van de contractsluiting. Ook mag de persoon niet ziek zijn en binnen 20 dagen na contractsluiting overlijden als gevolg van die ziekte.
##### 2.1.5.5 Wettelijke kans op winst en verlies
De kans op winst of verlies ontstaat doordat de totale waarde van de rentebetalingen afhankelijk is van de levensduur van de rentetrekker. De renteplichtige heeft meer kans op winst indien de rentetrekker vroeg sterft, terwijl de rentegenieter meer kans op winst heeft bij een langere levensduur.
##### 2.1.5.6 Ontbinding
Bij loutere wanbetaling van de rentetermijnen is er geen recht op ontbinding van het contract. De rentegenieter kan enkel dwanguitvoering vorderen. Dit is een aanvullend recht.
#### 2.1.6 Tontine en aanwas
##### 2.1.6.1 Algemeen
Tontine en aanwas zijn bedingen die vaak worden gebruikt als modaliteit bij andere overeenkomsten, zoals de verkoop van onroerend goed, samenlevingscontracten, aandeelhoudersovereenkomsten of schenkingen. Ze zijn met name interessant in situaties waar een van de partijen kinderen heeft uit een eerder huwelijk of erfenisrechtelijke aanspraken heeft, om zo het vastgoed buiten de erfenis te houden.
##### 2.1.6.2 Tontine
Oorspronkelijk was tontine een financiële constructie waarbij geld werd ingelegd door een groep personen en de laatste overlevende de pot ontving. Tegenwoordig wordt het gebruikt als een beding bij de verkoop van een onroerend goed aan twee of meer personen, waarbij bij het overlijden van één van hen de langstlevende eigenaar wordt van het geheel. In België volstaat een aanwasbeding. Dit beding werkt retroactief, alsof de langstlevende vanaf het begin mede-eigenaar was van het geheel. De vereiste van alea (kans op winst/verlies) is aanwezig indien er een zekere gelijkheid is in de overlevingskansen tussen de partijen. Bij een groot verschil in leeftijd kan dit als een schenking worden beschouwd.
##### 2.1.6.3 Beding van aanwas
Dit is een clausule in een aankoopakte waarbij elke deelgenoot het aandeel van de andere verkrijgt onder opschortende voorwaarde van zijn overleven. Het heeft dezelfde gevolgen als een tontinebeding. Het beding van aanwas moet wel voldoen aan de vereiste van alea, wat kan worden afgeleid uit de levensverwachtingen van de partijen. Indien er een groot verschil is, kan compensatie vereist zijn om het karakter van kanscontract te behouden.
### 2.2 Dading
#### 2.2.1 Definitie
Dading is een contract waarbij partijen een gerezen geschil beëindigen of een toekomstig geschil voorkomen. Kenmerkend is dat dit gebeurt door middel van wederzijdse concessies of toegevingen. Hoewel het een consensueel contract is, moet het schriftelijk worden opgemaakt voor bewijsdoeleinden.
#### 2.2.2 Essentiële bestanddelen
* **Gerezen of toekomstig geschil:** Er moet sprake zijn van een conflict dat opgelost wordt of voorkomen wordt.
* **Wederzijdse toegevingen:** Beide partijen moeten iets opgeven of toegeven. Deze toegevingen hoeven niet gelijkwaardig te zijn.
* **Animus transactionis:** De wil om het geschil te beslechten moet aanwezig zijn.
#### 2.2.3 Geldigheidsvereisten
* **Bekwaamheid:** Partijen moeten bekwaam zijn om te dadingen, wat wordt beschouwd als een daad van beschikking.
* **Toestemming:** Dwaling over het objectieve recht is niet mogelijk (het recht zelf is het voorwerp van de dading), maar dwaling over feitelijke omstandigheden, bedrog en geweld kunnen wel tot nietigheid leiden. Benadeling kan wel ingeroepen worden met betrekking tot het recht.
* **Voorwerp:** Het voorwerp van de dading moet bestaan, bepaald of bepaalbaar, mogelijk, wettelijk en in de handel zijn. Rechten die de openbare orde raken, kunnen principieel niet het voorwerp van een dading zijn.
#### 2.2.4 Vorm en bewijs
Dading is een consensueel contract, maar er geldt een bewijsregel: een dading moet schriftelijk worden opgemaakt om als uitvoerbare titel te gelden. Een gewone dading volstaat niet als uitvoerbare titel; hiervoor is een authentieke akte of een akkoordvonnis vereist.
#### 2.2.5 Gevolgen
Een dading heeft een bindende kracht tussen de partijen (res inter alios acta). Het sluit de mogelijkheid uit om het geschil opnieuw aan te vechten, tenzij de dading zelf nietig wordt verklaard of er sprake is van niet-nakoming, wat kan leiden tot ontbinding met schadevergoeding.
### 2.3 Huur
Huur is een wederkerig contract waarbij een partij (de verhuurder) zich ertoe verbindt om een andere partij (de huurder) het tijdelijk en persoonlijk genotsrecht op een zaak (onroerend of roerend) te verlenen tegen een bepaalde of bepaalbare prijs. De wet kent verschillende regimes toe aan huurovereenkomsten, afhankelijk van het type goed en de bestemming ervan.
#### 2.3.1 Gemeen huurrecht
Het gemeen huurrecht (art. 1714 - 1762bis BW) biedt grote contractuele vrijheid. Het is van toepassing als er geen specifiek dwingend regime van toepassing is.
##### 2.3.1.1 Verbintenissen verhuurder
* **Leveringsverplichting:** Het verhuurde goed moet in goede staat van onderhoud worden geleverd.
* **Onderhoudsverplichting:** De verhuurder moet de nodige herstellingen uitvoeren om het goed bruikbaar te houden voor het bestemde gebruik, met uitzondering van herstellingen ten laste van de huurder (bv. kleine herstellingen).
* **Vrijwaring voor rustig genot:** De verhuurder mag het genot van de huurder niet verstoren (vrijwaring voor eigen daad) en moet de huurder vrijwaren voor rechtsstoornissen door derden (bv. als iemand beweert ook huurder te zijn). Hij moet ook vrijwaren voor gebreken (art. 1721 BW).
##### 2.3.1.2 Verbintenissen huurder
* **Betalen prijs, kosten en lasten:** De huurder is gehouden tot betaling van de huurprijs en, indien contractueel bedongen, van bijkomende kosten en lasten. De indexatie van de huurprijs is onderworpen aan strikte regels (art. 1728bis BW).
* **Goed gebruiken en onderhouden conform bestemming:** De huurder moet het goed als een goede huisvader gebruiken en de overeengekomen bestemming respecteren.
* **Goed teruggeven op einde huurperiode:** Het gehuurde goed moet worden teruggegeven in de staat waarin het zich bevond bij aanvang van de huur, behoudens normale slijtage. De huurder is aansprakelijk voor schade, tenzij bewezen wordt dat deze niet door zijn schuld is ontstaan (art. 1732 BW).
##### 2.3.1.3 Duur en beëindiging
De duur van het huurcontract kan bepaald of onbepaald zijn. Bij bepaalde duur eindigt het contract van rechtswege, tenzij stilzwijgend wederverhuurd. Bij onbepaalde duur is opzegging mogelijk, met inachtneming van een opzegtermijn.
##### 2.3.1.4 Onderverhuur en overdracht van huur
Onderverhuur en overdracht van huur zijn in beginsel mogelijk, tenzij contractueel uitgesloten.
##### 2.3.1.5 Overdracht verhuurde goed
De overdracht van het verhuurde goed (bv. verkoop) beëindigt de huur niet, tenzij er een uitzettingsbeding is opgenomen en de huurovereenkomst geen vaste dagtekening heeft.
#### 2.3.2 Woninghuur
Het Vlaams Woninghuurdecreet (WHD) van 2018 regelt de huur van voor bewoning bestemde goederen met als doel de huurder te beschermen. Dit is een dwingend recht.
* **Toepassingsgebied:** Geldt voor huurovereenkomsten gesloten door natuurlijke personen voor hun hoofdverblijfplaats in het Vlaams Gewest.
* **Vormvereisten:** Schriftelijk contract met verplichte vermeldingen en registratie.
* **Modaliteiten:** Het verhuurde goed moet voldoen aan elementaire vereisten van veiligheid, gezondheid en bewoonbaarheid.
* **Duur en beëindiging:** In principe 9 jaar, met specifieke regels voor opzegging door huurder en verhuurder, en bescherming van de huurder.
* **Verbintenissen huurder:** Huurwaarborg (max. 3 maanden), verbod tot onderverhuur zonder toestemming, beperkte herstellingsplicht.
#### 2.3.3 Huurovereenkomst voor studentenkamers
Dit valt onder een specifieke titel van het Woninghuurdecreet en kent eigen regels, met onder andere een verbod op overdracht van huur en onderverhuur, tenzij met toestemming van de verhuurder of voor studie-uitwisselingsprogramma's.
#### 2.3.4 Handelshuur
De Handelshuurwet (HHW) van 1951 beschermt handelaren die een onroerend goed huren voor kleinhandel of ambachtelijke activiteiten, met als doel hen zekerheid te bieden over de duur van hun onderneming.
* **Toepassingsgebied:** Vereist een huurovereenkomst van een onroerend goed voor kleinhandel of ambacht, met directe contact met het publiek.
* **Duur:** Minimumduur van 9 jaar, met verlengingsmogelijkheden.
#### 2.3.5 Leningsovereenkomsten
Leningsovereenkomsten vallen onder twee hoofdtypen: bruiklening en verbruiklening.
##### 2.3.5.1 Bruiklening
Bruiklening (art. 1875 - 1891 BW) is een zakelijke, eenzijdige en kosteloze overeenkomst waarbij een zaak tijdelijk ter beschikking wordt gesteld voor gebruik, met de verplichting deze in natura terug te geven. De uitlener blijft eigenaar en draagt in principe het risico voor verlies door toeval, tenzij de ontlener zijn verbintenissen (gebruik, bewaring, teruggave) verzaakt of er sprake is van een uitzondering.
##### 2.3.5.2 Verbruiklening
Verbruiklening (art. 1892 BW) is een overeenkomst waarbij verbruikbare zaken worden geleend, met de verplichting om een equivalent terug te geven. De eigendom gaat over op de ontlener, die dus het risico draagt. Dit kan ten bezwarende titel zijn (met interest).
##### 2.3.5.3 Bijzondere soorten kredieten
* **Consumentenkrediet:** Lening van een onderneming aan een consument, geregeld door het Wetboek Economisch Recht om de consument te beschermen.
* **Hypothecair krediet:** Lening gewaarborgd door een hypotheek op onroerend goed, eveneens geregeld in het WER.
#### 2.3.6 Leasing
Leasing is een financieringsovereenkomst waarbij de leasinggever het genot van een goed (roerend, onroerend, bedrijfsmateriaal) verleent aan de lessee in ruil voor een periodieke betaling. Vaak bevat het een aankoopoptie voor de lessee na de leaseperiode. Er bestaan verschillende vormen, zoals financiële leasing (met aankoopoptie) en operationele leasing (zonder aankoopoptie, vaak met onderhoudscontract).
#### 2.3.7 Franchising
Franchising is een distributietechniek waarbij de franchisenemer, tegen betaling van een vergoeding, het recht krijgt om een merk, knowhow en een commercieel systeem van de franchisor te exploiteren. De franchisenemer blijft juridisch zelfstandig.
#### 2.3.8 Licentie
Een licentie is de toelating van een titularis van een intellectueel eigendomsrecht of knowhow aan een licentienemer om bepaalde handelingen te stellen die normaal onder zijn monopolie vallen, tegen betaling van een vergoeding (royalty's). Het kan worden beschouwd als een huur van onlichamelijke roerende goederen.
### 2.4 Dienstovereenkomsten
Dienstovereenkomsten omvatten drie hoofdtypen: aanneming, bewaargeving en lastgeving. Het onderscheid is gebaseerd op de aard van de prestatie (materiële handeling vs. rechtshandeling) en de vertegenwoordigingsbevoegdheid.
#### 2.4.1 Aanneming
Aanneming is een overeenkomst waarbij de ene partij (de aannemer) zich verbindt om een werk te verrichten of een dienst te leveren voor de andere partij (de opdrachtgever), tegen betaling van een prijs. De aannemer werkt in volle onafhankelijkheid. Belangrijk is het onderscheid tussen aanneming en koop (eigendomsoverdracht vs. werklevering). De aannemer heeft drie hoofdverbintenissen: het werk goed uitvoeren (middelenverbintenis of resultaatsverbintenis), het werk tijdig uitvoeren en het werk leveren en teruggeven. Contractuele aansprakelijkheid en de 10-jarige aansprakelijkheid voor bouwwerken (art. 1792 BW) zijn cruciaal.
#### 2.4.2 Bewaargeving
Bewaargeving is een zakelijke, hoofdzakelijk kosteloze overeenkomst waarbij een roerende zaak wordt afgegeven ter bewaring en bewaking, met de verplichting deze in natura terug te geven. De bewaarnemer mag de zaak niet gebruiken, tenzij contractueel anders bepaald. De aansprakelijkheid van de bewaarnemer is doorgaans een inspanningsverbintenis (bij onbezoldigde bewaargeving) of een resultaatsverbintenis (bij bezoldigde bewaargeving), met uitzonderingen bij overmacht. Hotelbewaargeving kent een quasi-objectieve aansprakelijkheid van de hotelhouder tot een bepaald plafond.
#### 2.4.3 Lastgeving
Lastgeving is een overeenkomst waarbij de lasthebber wordt belast om rechtshandelingen te stellen in naam en voor rekening van de lastgever. Dit impliceert vertegenwoordigingsbevoegdheid. De lastgeving is in beginsel kosteloos, maar kan ook bezoldigd zijn. De lasthebber moet de verbintenissen van de lastgever nakomen en de lastgever moet de kosten en eventueel het loon vergoeden. Het einde van de lastgeving kan door overlijden, onbekwaamverklaring, opzegging of herroeping.
### 2.5 Andere bijzondere overeenkomsten
#### 2.5.1 Vaststellingsovereenkomst
Een vaststellingsovereenkomst is een ruimere categorie dan dading, waarbij partijen tot vaststelling van juridische waarheid komen om onzekerheid of een geschil te beëindigen, wat leidt tot onmogelijkheid van tegenbewijs.
#### 2.5.2 Verkoop op afbetaling
Dit is een vorm van consumentenkrediet, geregeld in het Wetboek Economisch Recht, met specifieke informatieplichten en een herroepingsrecht voor de consument.
#### 2.5.3 Concessie van alleenverkoop
Een exclusieve verkoopconcessie waarbij de concessiegever zich verbindt om uitsluitend producten aan de concessiehouder te verkopen.
#### 2.5.4 Internationale koop
De internationale verkoop van roerende zaken wordt voornamelijk beheerst door het Weens Koopverdrag (CISG), dat regels bevat over totstandkoming, verplichtingen en wanprestatie.
#### 2.5.5 Woningbouwwet (Wet Breyne)
Deze dwingende wet beschermt de bouwheer of koper van een nog te bouwen woning. Ze regelt onder andere stortingen, verplichte vermeldingen in contracten, oplevering en aansprakelijkheid. Het doel is fraude te voorkomen en kopers te beschermen door een strikte regeling rond voorschotten en betalingen.
---
**Tip:** Bestudeer de verschillen tussen de verschillende huurregimes (gemeen huurrecht, woninghuur, handelshuur) en de specifieke kenmerken van de overeenkomsten, zoals het onderscheid tussen bruiklening en verbruiklening, en de rol van vertegenwoordiging bij lastgeving versus aanneming. Let ook goed op de bewijsregels en de gevolgen van niet-naleving.
---
# Aannemingsovereenkomsten en woningbouwwet
Dit topic behandelt de verbintenissen van de aannemer en opdrachtgever, contractuele aansprakelijkheid, de 10-jarige aansprakelijkheid, en de specifieke bescherming die de woningbouwwet biedt.
## 3.1 Aannemingsovereenkomsten
### 3.1.1 Algemeen
De aannemingsovereenkomst, ook wel huur van werk genoemd, is een overeenkomst waarbij de ene partij, de aannemer, zich verbindt om iets te verrichten voor de andere partij, de opdrachtgever, tegen betaling van een overeengekomen prijs. Deze overeenkomst is consensueel, wederkerig en ten bezwarende titel. De aannemer handelt in volle onafhankelijkheid.
### 3.1.2 Kenmerken van de aanneming
De aannemingsovereenkomst kenmerkt zich door drie essentiële bestanddelen:
1. **Werkprestatie:** Dit kan zowel een materiële als een intellectuele prestatie zijn, of het leveren van diensten.
2. **Volledige onafhankelijkheid:** De aannemer bepaalt zelf hoe hij de werken zal uitvoeren, in tegenstelling tot een arbeidsovereenkomst waarbij de werknemer onder het gezag van de werkgever valt.
3. **Vergoeding:** De prestatie wordt geleverd tegen een overeengekomen prijs.
### 3.1.3 Onderscheid met andere overeenkomsten
* **Aanneming vs. Koop:** Bij koop wordt eigendom van een goed overgedragen tegen een prijs. Bij aanneming wordt een werk of dienst geleverd tegen een prijs. Bij levering van materiaal door de aannemer én de prestatie van het werk, is het een aanneming. Als de opdrachtgever het materiaal levert, is het ook aanneming. Bij gemengde overeenkomsten, waar zowel eigendomsoverdracht als een werkprestatie plaatsvinden, is de kwalificatie cruciaal voor de toepassing van specifieke regels (bv. eigendomsovergang, risico, gebreken).
* **Aanneming vs. Lastgeving:** Bij lastgeving stelt de lasthebber rechtshandelingen in naam en voor rekening van de lastgever, wat vertegenwoordigingsbevoegdheid impliceert. Bij aanneming is er geen vertegenwoordiging, maar de aannemer verricht een materiële handeling. Een combinatie van beide is mogelijk (bv. een architect die zowel een ontwerp maakt als een aannemer aanstelt).
### 3.1.4 Beperking van de vrije keuze van de medecontractant
* **Overheidsopdrachten:** Voor overheidsopdrachten geldt een strikte procedure (bekendmaking, openbare aanbesteding, offerteaanvraag) om de vrije keuze van de aannemer te beperken en concurrentie te waarborgen.
* **Erkenning van aannemers:** Hoewel de vestigingswetgeving grotendeels is afgeschaft, vereist de erkenning van aannemers nog steeds basiskennis van bedrijfsbeheer en technische beroepsbekwaamheden, ter bescherming van de consument.
### 3.1.5 Verbintenissen van de aannemer
De aannemer heeft drie hoofdverbintenissen:
1. **Het werk goed uitvoeren:** Dit impliceert de uitvoering volgens de "regels van de kunst" (wat een andere redelijke aannemer ook zou doen). Dit kan een middelenverbintenis (bv. zorg dragen voor de werf) of een resultaatsverbintenis (bv. de afmetingen van het zwembad respecteren) zijn. De aannemer heeft tevens een informatieplicht om de opdrachtgever te waarschuwen bij problemen en een bewarings- en bewakingsplicht van de werf.
2. **Het werk tijdig uitvoeren:** Afhankelijk van de afspraak kan dit een middelenverbintenis (binnen een redelijke termijn) of een resultaatsverbintenis (op een specifieke datum) zijn.
3. **Leveren en grondstof teruggeven:** Dit is een resultaatsverbintenis waarbij de aannemer de werken levert en niet-gebruikte materialen teruggeeft. De levering is de materiële handeling, de oplevering is de juridische goedkeuring van de werken door de opdrachtgever.
### 3.1.6 Contractuele aansprakelijkheid van de aannemer
Bij slechte, niet of laattijdige uitvoering kan de opdrachtgever verschillende remedies inroepen:
* **Dwanguitvoering (uitvoering in natura):** Indien mogelijk, anders uitvoering bij equivalent.
* **Schadevergoeding:** Vaak forfaitair vastgelegd in een schadebeding, met mogelijke matiging door de rechter.
* **Gerechtelijke ontbinding:** Bij ernstige wanprestatie, waarbij alle economische voordelen worden ontnomen.
### 3.1.7 De 10-jarige aansprakelijkheid (art. 1792 BW jo. art. 2270 BW)
Dit is een dwingende bepaling van openbare orde die de aannemer en architect (bij bouwzaken) 10 jaar lang aansprakelijk stelt voor zware gebreken die de stabiliteit van een bouwwerk aantasten.
* **Voorwaarden:** Bouwwerk, aannemingsovereenkomst, zwaar gebrek (stabiliteit aantastend), fout van de aannemer/architect.
* **Vervaltermijn:** De vordering moet ingesteld worden binnen 2 jaar na ontdekking van het gebrek, maar uiterlijk 10 jaar na aanvaarding van de werken.
* **Lichte verborgen gebreken:** Voor gebreken die de stabiliteit niet aantasten, geldt een waarborgtermijn van 10 jaar vanaf oplevering. De fout van de aannemer moet hier wel bewezen worden door de opdrachtgever, en de vorderingstermijn is redelijk. Deze bepaling is niet van openbare orde en kan contractueel beperkt worden.
### 3.1.8 Verbintenissen van de opdrachtgever
De opdrachtgever heeft drie hoofdverbintenissen:
1. **Het werk mogelijk maken:** Voorzien in nodige vergunningen, terrein toegankelijk maken, informatie verschaffen.
2. **De prijs betalen:** Tijdig en volgens contractuele afspraken. De Exceptio Non Adimpleti Contractus (ENAC) kan door beide partijen ingeroepen worden. De prijs kan vast of variabel zijn.
3. **Het werk in ontvangst nemen en aanvaarden (oplevering):** De aanvaarding dekt zichtbare gebreken en begint de termijn voor de 10-jarige aansprakelijkheid.
### 3.1.9 Aansprakelijkheid van de aannemer ten aanzien van derden
Schade aan derden die vreemd is aan de aannemingsovereenkomst kan leiden tot quasi-delictuele aansprakelijkheid (art. 1382, 1384, 1386 BW). Burenhinder kan ook ingeroepen worden tegen de bouwheer, en regres is mogelijk tegen de aannemer bij fout.
### 3.1.10 Onderaanneming en nevenaanneming
* **Onderaanneming:** De hoofdaannemer laat werk uitvoeren door een onderaannemer op eigen kosten en verantwoordelijkheid. De hoofdaannemer blijft contractueel aansprakelijk voor de fouten van de onderaannemer ten aanzien van de opdrachtgever.
* **Nevenaanneming:** De opdrachtgever sluit afzonderlijke contracten met verschillende aannemers.
### 3.1.11 Risico bij aanneming
Het risico gaat pas over op de opdrachtgever bij definitieve aanvaarding van de werken, tenzij de aannemer enkel arbeid levert of de opdrachtgever eigenaar is van de grond.
### 3.1.12 Einde van de aanneming
De overeenkomst eindigt door:
* Voltooiing van de werkzaamheden.
* Minnelijk akkoord.
* Ontbinding wegens wanprestatie.
* Eenzijdige opzegging door de opdrachtgever (mits schadeloosstelling).
* Overlijden van de aannemer (indien intuitu personae).
## 3.2 De woningbouwwet (Wet Breyne)
### 3.2.1 Wettelijk kader en algemeen doel
De woningbouwwet van 9 juli 1971 (Wet Breyne) is een dwingende wet die de bouwer van een huis en de koper van een te bouwen woning uitgebreid beschermt. Het doel is voornamelijk fraude door aannemers te voorkomen en de bouwheer te beschermen, met name bij verkoop op plan of sleutelklare woningen.
### 3.2.2 Toepassingsgebied
De wet is van toepassing op overeenkomsten tot eigendomsovergang van een woning die nog gebouwd moet worden of in aanbouw is, en waarbij minstens één storting vóór de voltooiing van de werken is bedongen (minimaal 5% van de prijs of 18.600 euro). De wet is niet van toepassing als de aannemer pas betaald wordt na voltooiing of als de bouwheer zelf alle aannemers aanstelt en coördineert.
### 3.2.3 Verplichte vermeldingen en formele voorwaarden
De wet schrijft tal van verplichte vermeldingen voor in de overeenkomst, waaronder de identiteit van de partijen, gegevens van de bouwvergunning, prijsbepalingen, startdatum en uitvoeringstermijn van de werken, en de wijze van oplevering. Overtreding van deze voorschriften kan leiden tot nietigheid van de overeenkomst.
### 3.2.4 Oplevering
De oplevering is een eenzijdige rechtshandeling waarbij de opdrachtgever de werken aanvaardt. Er is een onderscheid tussen voorlopige en definitieve oplevering. De aanvaarding dekt zichtbare gebreken.
### 3.2.5 Aansprakelijkheid en risico
De woningbouwwet regelt de overdracht van eigendom en risico. Erkende aannemers moeten een waarborg van 5% voorzien, terwijl niet-erkende aannemers een voltooiings- of terugbetalingswaarborg moeten bieden.
### 3.2.6 Betaling
De wet regelt de betalingsmodaliteiten strikt: geen betaling vóór ondertekening van de overeenkomst, maximaal 5% voorschot bij authentieke akte, en betalingen in schijven naargelang de uitgevoerde werken.
### 3.2.7 Sancties
Sancties bij miskenning van de woningbouwwet omvatten de nietigheid van bedingen of de hele overeenkomst, afhankelijk van de ernst van de overtreding.
---
# Huurrecht
Hier is een gedetailleerde samenvatting van het huurrecht, opgesteld als een examen-gereed studiemateriaal:
## 4. Huurrecht
Dit topic behandelt de kernaspecten van huurovereenkomsten, van hun definitie en algemene kenmerken tot de specifieke verbintenissen van zowel verhuurder als huurder, en de verschillende wettelijke regimes die van toepassing kunnen zijn, waaronder het gemeen huurrecht, de woninghuur en de handelshuur.
### 4.1 Definitie van huur
Een huurovereenkomst is een wederkerig contract waarbij een partij, de verhuurder, een tijdelijk persoonlijk gebruiksrecht verleent op een zaak (onroerend of roerend, lichamelijk of onlichamelijk, in de handel), tegen een bepaalde of bepaalbare prijs. Het is cruciaal dat er sprake is van een subjectief of objectief evenwaardig geachte tegenprestatie, die in geld of in natura kan zijn.
### 4.2 Algemene kenmerken van de huurovereenkomst
* **Consensueel contract:** De huurovereenkomst komt tot stand door loutere wilsovereenstemming en vereist in principe geen specifieke vormvereisten. Ook mondelinge huur is geldig.
* **Wederkerig:** Zowel de verhuurder als de huurder hebben verbintenissen.
* **Onder bezwarende titel:** Beide partijen verkrijgen een economisch voordeel.
* **In principe niet intuitu personae:** De huurovereenkomst is in beginsel niet gebonden aan de persoon van de huurder, tenzij anders bedongen.
* **Persoonlijk genotsrecht:** De huurder verkrijgt een persoonlijk vorderingsrecht op de zaak, geen zakelijk recht zoals bij vruchtgebruik. Dit geldt voor zowel roerende als onroerende goederen.
* **Essentiële prestatie huurder:** De betaling van de huurprijs, in geld of in natura, is essentieel. Bij gebreke hiervan kan er sprake zijn van bruikleen of een kosteloze overeenkomst.
### 4.3 Bekwaamheid
De algemene bekwaamheidsregels zijn van toepassing. Niet enkel de eigenaar kan verhuren; iemand die niet de eigenaar is, kan ook verhuren, maar verkrijgt dan slechts een persoonlijk vorderingsrecht met de huurder en heeft enkel de verbintenis het genot van het gehuurde te verschaffen.
### 4.4 Vormvereisten
Hoewel de huurovereenkomst consensueel is, geldt voor het bewijs ervan het gemeenrechtelijk bewijsregime. Voor huurovereenkomsten die nog niet tot uitvoering zijn gebracht, geldt een afwijkende suppletieve bewijsregel, waarbij getuigen en vermoedens niet zijn toegelaten, zelfs niet voor bedragen onder de 3.500 euro of met een begin van schriftelijk bewijs.
### 4.5 Tegenwerpbaarheid ten aanzien van derden
Derden moeten de huurovereenkomst als een feit respecteren. Bij huurovereenkomsten van langer dan negen jaar, of huurovereenkomsten met kwijting van meer dan drie jaar huurprijs, is overschrijving op het hypotheekkantoor verplicht, wat een authentieke akte vereist. Een niet-overgeschreven huurovereenkomst is niet tegenwerpbaar aan derden te goeder trouw.
### 4.6 Verschillende huurregimes
Er bestaan diverse huurregimes, die onderling afhankelijk zijn van het gehuurde goed en de bestemming ervan:
* **Gemeen huurrecht (suppletief):** Geldt in principe wanneer geen specifieke wettelijke regeling van toepassing is. Er is grote contractuele vrijheid.
* **Woninghuurwet:** Dwingende regeling ter bescherming van de huurder van een hoofdverblijfplaats.
* **Sociale Huur:** Geregeld op gewestelijk niveau.
* **Pacht:** Specifieke regeling voor landbouwgebruik.
* **Handelshuur:** Specifiek regime voor kleinhandel of ambachtelijke bedrijven.
* **Studentenhuisvesting:** Specifieke regels voor huurcontracten van studenten.
### 4.7 Verbintenissen van de verhuurder (Gemeen huurrecht)
De verhuurder heeft drie hoofdverbintenissen:
1. **Leveringsverplichting:** Het verhuurde goed leveren in een goede staat van onderhoud. Dit is een essentiële verbintenis waarvoor de verhuurder zich niet kan exonereren.
2. **Onderhoudsverplichting:** Het goed zodanig onderhouden dat het kan dienen voor het overeengekomen gebruik. Dit omvat de uitvoering van nodige herstellingen, met uitzondering van deze ten laste van de huurder (tenzij anders geregeld).
3. **Vrijwaring voor rustig genot:** De verhuurder moet het ongestoord genot van het gehuurde garanderen. Dit omvat:
* **Vrijwaring voor eigen daad:** De verhuurder mag het genot niet rechtstreeks of onrechtstreeks verstoren.
* **Vrijwaring voor rechtsstoornissen door derden:** De verhuurder is aansprakelijk voor juridische stoornissen veroorzaakt door derden, niet voor feitelijke stoornissen.
* **Vrijwaring voor gebreken:** De verhuurder is aansprakelijk voor gebreken die het normaal gebruik van het gehuurde verstoren, zelfs indien ze tijdens de huur ontstaan (in tegenstelling tot bij koop).
**Sancties bij gebreken:** Bij gebreken kan de huurder de exceptie van niet-uitvoering (ENAC) inroepen, prijsvermindering vragen, of, bij een ernstige verstoring, de ontbinding van de huurovereenkomst vorderen.
### 4.8 Verbintenissen van de huurder (Gemeen huurrecht)
De huurder heeft drie hoofdverbintenissen:
1. **Betalen van de huurprijs, kosten en lasten:** De huurprijs is in principe vrij te bepalen. Indexatie is enkel mogelijk indien contractueel bepaald en met inachtneming van de wettelijke bepalingen. Kosten en lasten kunnen contractueel worden aangerekend, met uitzonderingen voor de woninghuur.
2. **Goed gebruiken en onderhouden conform bestemming:** Het gehuurde goed moet gebruikt worden als een goed huisvader en volgens de overeengekomen bestemming. Wijziging van bestemming kan leiden tot ontbinding. Kleine herstellingen zijn ten laste van de huurder.
3. **Goed teruggeven op einde huurperiode:** Het gehuurde moet worden teruggegeven in de staat waarin het zich bevond bij aanvang, behoudens normale slijtage. De huurder is contractueel aansprakelijk voor beschadigingen, tenzij hij kan bewijzen dat deze niet door zijn schuld zijn veroorzaakt. Een plaatsbeschrijving bij de aanvang van de huur is cruciaal om latere discussies te vermijden.
**Verbouwingen:** Verbouwingen zijn in principe verboden, tenzij contractueel anders bedongen en mits deze wegneembaar zijn en conform de bestemming.
**Huisraad:** De huurder is verplicht het gehuurde te stofferen met voldoende huisraad.
**Brand:** De huurder is in principe aansprakelijk voor brand, tenzij hij kan bewijzen dat deze buiten zijn schuld is ontstaan.
### 4.9 Duur van de huur (Gemeen huurrecht)
* **Bepaalde duur:** De duur is vrij te bepalen, met een wettelijke beperking van maximum 99 jaar. De huur eindigt van rechtswege bij het verstrijken van de termijn, tenzij stilzwijgende wederverhuring plaatsvindt.
* **Onbepaalde duur:** Kan mondeling of schriftelijk zijn. De opzeggingstermijn is in principe één maand.
### 4.10 Einde van de huur (Gemeen huurrecht)
De huur kan eindigen door opzegging, minnelijk akkoord, wanprestatie, verval van het voorwerp, of door overlijden (tenzij anders bedongen). Overlijden of faillissement van de huurder of verhuurder beëindigt de huur niet van rechtswege, tenzij anders bedongen.
### 4.11 Onderverhuur en overdracht van huur (Gemeen huurrecht)
* **Onderverhuur:** In principe mogelijk, tenzij contractueel uitgesloten. De onderhuurder heeft geen rechtstreekse contractuele band met de hoofdverhuurder.
* **Overdracht van huur:** Resulteert in een nieuwe, zelfstandige overeenkomst. De oorspronkelijke huurder blijft contractueel gebonden tegenover de hoofdverhuurder.
### 4.12 Overdracht van het verhuurde goed (Gemeen huurrecht)
De overdracht van het verhuurde goed beëindigt de huur in beginsel niet (art. 1743 BW), op voorwaarde dat de huurovereenkomst een vaste dagtekening heeft verworven. Dit geldt niet voor derden te goeder trouw die geen kennis hebben van de huurovereenkomst.
### 4.13 Woninghuur (Vlaams Woninghuurdecreet)
Het Vlaams Woninghuurdecreet (WHD) regelt de huur van voor bewoning bestemde goederen in het Vlaams Gewest en is dwingend van aard.
* **Toepassingsgebied:** Huur door natuurlijke personen van een onroerend goed dat dient als hoofdverblijfplaats, met instemming van de verhuurder.
* **Vormvereisten:** Schriftelijk contract met verplichte vermeldingen en bijlagen. Registratie van de huurovereenkomst is verplicht en kosteloos.
* **Staat van het verhuurde goed:** Het goed moet voldoen aan elementaire vereisten van veiligheid, gezondheid en bewoonbaarheid. Sancties variëren van uitvoering van werken tot ontbinding van de huur.
* **Duur:** In principe negen jaar. Kortere contracten zijn mogelijk maar minder flexibel.
* **Beëindiging:** Opzegging door huurder of verhuurder is mogelijk, met specifieke termijnen, vergoedingen en motiveringsplichten voor de verhuurder.
* **Verbintenissen huurder:** Prijs, kosten en lasten, goed gebruik en onderhoud, en teruggaaf. Kleine en dringende herstellingen zijn ten laste van de huurder.
* **Verbintenissen verhuurder:** Het genot van het huurhuis bieden, onderhoud uitvoeren, en vrijwaring voor uitwinning en gebreken.
* **Onderhuur en overdracht:** Gedeeltelijke onderverhuur is mogelijk mits toestemming van de verhuurder. Overdracht van de huurovereenkomst is verboden, tenzij met schriftelijke toestemming. De verkrijger van het verhuurde goed treedt in de rechten en plichten van de verhuurder.
### 4.14 Huurovereenkomst voor studentenhuisvesting
Dit regime, dat sinds 1 januari 2019 van kracht is, is van toepassing op huurovereenkomsten waarbij de bewoner een student is en het gehuurde goed niet dient als hoofdverblijfplaats. Het bouwt voort op de principes van de woninghuur, maar kent specifieke afwijkingen, zoals een verbod op onderverhuur en overdracht zonder toestemming van de verhuurder, en een specifieke indexatiemogelijkheid.
### 4.15 Handelshuur
De handelshuur kent een specifiek, dwingend regime ter bescherming van handelaren.
* **Toepassingsgebied:** Huur van een onroerend goed bestemd voor kleinhandel of een ambachtelijk bedrijf, met rechtstreeks contact met het publiek. Dit geldt niet voor groothandels, gelegenheidsverhuringen of woningen met een gering kadastraal inkomen.
* **Duur:** In principe een minimumduur van negen jaar.
### 4.16 Andere huurvormen
* **Bruiklening:** Tijdelijk persoonlijk gebruiksrecht op een niet-vervangbare zaak, om niet, met teruggaveplicht in natura.
* **Verbruiklening:** Lening van verbruikbare zaken, waarbij de eigendom overgaat en een equivalent in natura moet worden teruggegeven. Kan ten bezwarende titel zijn (bv. lening met interest).
* **Leasing:** Financieringsovereenkomst waarbij de leasinggever het genot van een goed verleent tegen een periodieke prijs, vaak met een aankoopoptie.
* **Franchising:** Distributietechniek waarbij de franchisenemer het recht verkrijgt om een merk, knowhow en commercieel systeem van de franchisor te exploiteren, tegen betaling van een vergoeding.
* **Licentie:** Toestemming van de titularis van een intellectueel eigendomsrecht om bepaalde handelingen te stellen tegen betaling van royalty's.
### 4.17 Huur van goederen vs. Aanneming
Bij twijfel tussen huur en aanneming, wordt gekeken naar het hoofdbestanddeel van de overeenkomst. Bij huur gaat het om het genot van een zaak, terwijl bij aanneming het leveren van een werk of dienst centraal staat.
### 4.18 Huur versus bewaargeving
Bij huur krijgt de huurder een persoonlijk genotsrecht, terwijl de bewaarnemer een zaak slechts moet bewaren en teruggeven, zonder deze te mogen gebruiken.
### 4.19 Huur versus parkingcontract
Een parkingcontract waarbij enkel een plaats ter beschikking wordt gesteld, valt onder de huur, waarbij de uitbater niet aansprakelijk is voor diefstal. Is er sprake van een actieve bewaking en teruggaveplicht, dan kan het als bewaargeving gekwalificeerd worden.
### 4.20 Huur versus hotelbewaargeving
De aansprakelijkheid van een hotelhouder voor de bagage van zijn gasten is quasi-objectief, met enkele uitzonderingen en beperkingen.
### 4.21 Huur versus lastgeving
Bij lastgeving wordt een persoon belast om rechtshandelingen te stellen in naam en voor rekening van een ander. Bij huur gaat het enkel om het genot van een zaak.
### 4.22 Huur versus dienstencontracten
Dienstencontracten omvatten aanneming (materiële handelingen), bewaargeving (bewaren van goederen) en lastgeving (rechtshandelingen stellen). Het onderscheid is gebaseerd op het voorwerp van de overeenkomst.
---
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
- Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
- Let op formules en belangrijke definities
- Oefen met de voorbeelden in elke sectie
- Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Term | Definitie |
| Aanbod | Een voorstel tot het sluiten van een overeenkomst dat alle essentiële elementen bevat en waarbij de aanbieder gebonden is zodra de tegenpartij er kennis van krijgt. |
| Aanvaarding | De instemming met een aanbod, waardoor een overeenkomst tot stand komt. Dit kan uitdrukkelijk of stilzwijgend gebeuren. |
| Anterioriteit | Het vereiste dat een gebrek (in ruime zin) reeds aanwezig was in de kiem op het moment van de totstandkoming van de overeenkomst, of ten laatste op het moment van risico-overgang of levering. |
| Bedrog | Een kunstgreep die de andere partij bedriegt met de bedoeling om haar tot het sluiten van de overeenkomst aan te zetten. Dit kan leiden tot de nietigheid van de overeenkomst indien het bedrog doorslaggevend was. |
| Benoemd contract | Een contract waarvoor de wet een specifieke regeling heeft uitgewerkt, zoals een koopovereenkomst of een huurovereenkomst. |
| Consensueel contract | Een overeenkomst die tot stand komt door loutere wilsovereenstemming van partijen, zonder dat er bijkomende formaliteiten vereist zijn. Bij een koopovereenkomst is eigendomsoverdracht doorgaans al door wilsovereenstemming over het goed en de prijs tot stand gekomen. |
| Consumentenkoop | Een koopovereenkomst gesloten tussen een verkoper die handelt in het kader van zijn handelsactiviteiten en een consument (natuurlijke persoon) die het goed koopt voor privédoeleinden. Deze regeling biedt extra bescherming aan de consument. |
| Dading | Een contract waarbij partijen een gerezen of toekomstig geschil beëindigen door middel van wederzijdse toegevingen, teneinde rechtszekerheid te creëren. |
| Dubbele verkoop | Situatie waarbij een verkoper hetzelfde goed aan twee verschillende kopers verkoopt. De verkrijging van het goed hangt af van publiciteit en goede trouw van de kopers. |
| Eigendomsoverdracht | De juridische overgang van het eigendomsrecht van een goed van de verkoper naar de koper. Bij een koopovereenkomst gaat het eigendom in beginsel over zodra er wilsovereenstemming is over het goed en de prijs. |
| Eenzijdige overeenkomst | Een overeenkomst waarbij slechts één partij verbintenissen aangaat. Bijvoorbeeld een schenking, waarbij de schenker iets weggeeft en de begunstigde niets hoeft te doen. |
| Elektronische handtekening | Een digitale handtekening die wettelijk gelijkgesteld wordt aan een geschreven handtekening, en die nodig is voor de geldigheid van bepaalde rechtshandelingen die elektronisch worden gesloten. |
| Erfopvolging | Het proces waarbij de nalatenschap van een overledene wordt verdeeld onder zijn erfgenamen volgens de wet of een testament. |
| Essentiële bestanddelen | De onmisbare elementen die noodzakelijk zijn voor het bestaan en de geldigheid van een overeenkomst, zoals het goed en de prijs bij een koopovereenkomst. |
| Exoneratiebeding | Een clausule in een overeenkomst die de aansprakelijkheid van een partij beperkt of uitsluit, bijvoorbeeld voor verborgen gebreken. De geldigheid ervan is echter aan beperkingen onderworpen, zeker in consumentenkoop. |
| Gebrek | Een tekortkoming aan de intrinsieke of functionele eigenschappen van een verkocht goed, dat het gebruik ervan ongeschikt maakt voor het bestemde doel of de waarde ervan vermindert. |
| Gemeen recht koop | Het algemene regime dat van toepassing is op koopovereenkomsten, tenzij specifieke wetgeving zoals consumentenkoop of het Weens Koopverdrag van toepassing is. Het is aanvullend recht. |
| Gevolg van overgang eigendom | De juridische consequenties die voortvloeien uit de overgang van eigendom, zoals de overdracht van het risico met betrekking tot het goed. |
| Goede trouw | Het principe dat partijen bij de uitvoering van een overeenkomst eerlijk en correct dienen te handelen. Het speelt onder meer een rol bij de tegenwerpelijkheid van transacties aan derden. |
| Handelshuur | Een specifieke huurovereenkomst die van toepassing is op de verhuring van onroerende goederen die hoofdzakelijk bestemd zijn voor kleinhandel of een ambachtelijk bedrijf. |
| Huurwaarborg | Een door de huurder gestelde zekerheid, die dient ter dekking van eventuele schade of huurschulden aan het einde van de huurovereenkomst. |
| Koopovereenkomst | Een wederkerige overeenkomst waarbij de ene partij zich verbindt een zaak te geven en de andere partij zich verbindt daarvoor een prijs in geld te betalen. |
| Koop van andermans goed | Een koopovereenkomst waarbij de verkoper niet de eigenaar is van het verkochte goed. Deze overeenkomst is in principe nietig en de koper kan het goed moeten afstaan aan de werkelijke eigenaar. |
| Koop van toekomstige zaak | De koop van een goed dat nog niet bestaat op het moment van de overeenkomst, maar dat wel in de toekomst verwacht wordt te ontstaan. Dit is toegelaten bij de wet. |
| Koop van soortgoederen | Een koopovereenkomst met betrekking tot goederen die niet individueel bepaald zijn, maar enkel naar hun soort worden aangeduid. De eigendomsoverdracht vindt pas plaats bij individualisering van de goederen. |
| Koop onroerend goed | Een koopovereenkomst met betrekking tot onroerende goederen, waarvoor specifieke vormvereisten gelden zoals een authentieke akte en de registratie ervan. |
| Koop roerend goed | Een koopovereenkomst met betrekking tot roerende goederen. Deze overeenkomsten zijn doorgaans consensueel en de overdracht aan derden wordt beschermd door publiciteit via levering. |
| Koop op afbetaling | Een kredietovereenkomst waarbij de koper de prijs van een goed in termijnen betaalt, terwijl de verkoper vaak het eigendomsvoorbehoud behoudt tot de volledige prijs betaald is. |
| Kosteloos | Zonder betaling van een prijs of vergoeding. Een overeenkomst om niet is kosteloos. |
| Kwalificatieprobleem | Wanneer een overeenkomst niet duidelijk onder een specifieke wettelijke regeling valt, en de rechter moet bepalen welke regels van toepassing zijn. Dit kan bijvoorbeeld bij gemengde overeenkomsten. |
| Lastgeving | Een overeenkomst waarbij de lasthebber zich verbindt om rechtshandelingen te stellen in naam en voor rekening van de lastgever. |
| Levering | De handeling waarbij de verkoper het verkochte goed overdraagt in de macht en het bezit van de koper. Dit is een essentiële verbintenis van de verkoper. |
| Lijfrente | Een kanscontract waarbij de ene partij periodiek een rente betaalt gedurende het leven van een bepaald persoon (het "lijf"). |
| Meldingstermijn | De periode waarbinnen een gebrek of niet-conformiteit aan de verkoper gemeld moet worden na de ontdekking ervan, teneinde aanspraak te kunnen maken op remedies. |
| Modelovereenkomst | Een standaardovereenkomst die door partijen kan worden gebruikt als basis voor hun contractuele afspraken. |
| Nietigheid | De sanctie die inhoudt dat een rechtshandeling geacht wordt nooit te hebben bestaan. Dit kan het gevolg zijn van het ontbreken van essentiële geldigheidsvereisten. |
| Niet-conformiteit | Een situatie waarbij het geleverde goed niet overeenstemt met wat contractueel was afgesproken, zowel wat betreft de kwaliteit, de kwantiteit als de identiteit van het goed. |
| Onderhandse akte | Een akte die door partijen zelf wordt opgesteld en ondertekend, zonder tussenkomst van een notaris. |
| Onderhuur | Een huurovereenkomst waarbij een hoofdhuurder een deel of het geheel van het gehuurde goed verder verhuurt aan een onderhuurder. |
| Ontbinding | De beëindiging van een overeenkomst, met terugwerkende kracht, wegens wanprestatie van een van de partijen. |
| Oplevering | De handeling waarbij de opdrachtgever de uitgevoerde werken van de aannemer aanvaardt, wat juridisch de beëindiging van de aannemingsovereenkomst markeert en de 10-jarige aansprakelijkheid doet ingaan. |
| Optie | Een voorovereenkomst waarbij de ene partij zich onherroepelijk verbindt om aan de andere partij de mogelijkheid te geven om een bepaald contract (bv. een koopcontract) te sluiten tegen vooraf bepaalde voorwaarden gedurende een bepaalde termijn. |
| Prijs | De tegenprestatie in geld die de koper betaalt voor het goed. Deze moet bepaald of bepaalbaar zijn en ernstig. |
| Prijsvermindering | Een remedy waarbij de koper een vermindering van de koopprijs kan eisen wegens een gebrek aan het geleverde goed. |
| Publiciteit | Het proces van bekendmaking van bepaalde rechtshandelingen aan derden, bijvoorbeeld door overschrijving in openbare registers, teneinde deze tegenwerpelijk te maken. |
| Quasi-delictuele aansprakelijkheid | De aansprakelijkheid die voortvloeit uit een fout die buiten een contractuele relatie schade veroorzaakt, bijvoorbeeld door onzorgvuldigheid. |
| Raamcontract | Een overeenkomst waarbij de algemene principes en voorwaarden voor toekomstige transacties worden vastgelegd, die later worden uitgewerkt via uitvoeringscontracten. |
| Registratierechten | Belastingen die verschuldigd zijn bij de overdracht van eigendom, met name bij de verkoop van onroerende goederen, en die binnen een bepaalde termijn moeten worden betaald. |
| Rechtsmiddelen | De juridische stappen of vorderingen die een partij kan instellen bij wanprestatie van de andere partij, zoals de vordering tot nakoming, ontbinding of schadevergoeding. |
| Risico | De kans dat een goed tenietgaat of beschadigd raakt. In principe draagt de eigenaar het risico voor het goed. Bij een koopovereenkomst gaat het risico over op de koper op hetzelfde moment als de eigendom. |
| Risico-overdracht | Het moment waarop het risico voor verlies of beschadiging van het goed van de verkoper overgaat op de koper. Dit gebeurt in beginsel gelijktijdig met de eigendomsoverdracht. |
| Roerend goed | Een verplaatsbaar goed, dat niet onroerend is. De regels rondom roerende goederen verschillen vaak van die voor onroerende goederen. |
| Ruil | Een overeenkomst waarbij partijen zich verbinden om aan elkaar een zaak te geven in ruil voor een andere zaak. Dit verschilt van een koopovereenkomst waarbij de tegenprestatie in geld is. |
| Schenking | Een overeenkomst waarbij de ene partij (de schenker) een goed om niet overdraagt aan de andere partij (de begunstigde), met de bedoeling haar te begunstigen. |
| Schijnbare eigenaar | De persoon die naar buiten toe als eigenaar van een goed wordt voorgesteld, maar wiens eigendom niet (volledig) is ingeschreven of tegenwerpelijk is aan derden. |
| Schuldeiser | De persoon die recht heeft op een betaling of prestatie van een schuldenaar. |
| Schuldenaar | De persoon die verplicht is tot een betaling of prestatie aan een schuldeiser. |
| Simulatie | De handeling waarbij partijen een schijnbare rechtshandeling aangaan die niet overeenstemt met hun werkelijke wil, om derden te misleiden. Er kan sprake zijn van een verborgen schenking onder het mom van een koopovereenkomst. |
| Spel en weddenschap | Een kanscontract waarbij de uitkomst van winst of verlies afhangt van een onzekere gebeurtenis, die vaak gebaseerd is op toeval of het gedrag van partijen. Deze overeenkomsten zijn in beginsel niet rechtsgeldig indien ze ongeoorloofd zijn. |
| Stilzwijgende aanvaarding | De aanvaarding van een aanbod of van een geleverd goed die niet uitdrukkelijk wordt geuit, maar die kan worden afgeleid uit het gedrag van de partij, bijvoorbeeld door het niet protesteren binnen een bepaalde termijn. |
| Stille overdracht | Een overdracht van eigendom of rechten die niet openbaar wordt gemaakt, en daardoor niet tegenwerpelijk is aan derden. |
| Tegenbewijs | Het bewijs dat het tegendeel aantoont van een vermoeden of een vastgestelde rechtstoestand. |
| Tegenwerpelijkheid | Het principe dat een rechtshandeling of een overeenkomst juridische gevolgen heeft voor derden, of dat derden de rechtshandeling moeten erkennen als een feit. |
| Tijdelijke afwezigheid | Situaties waarin iemand tijdelijk niet aanwezig is op zijn hoofdverblijfplaats, maar die verblijfplaats wel behoudt om juridische redenen (bv. ziekte, studie). |
| Tontine en aanwas | Bedingen die bij een koopovereenkomst of andere overeenkomsten worden opgenomen, waarbij het aandeel van een overleden deelgenoot automatisch toekomt aan de langstlevende deelgenoot. Dit is een vorm van kanscontract en kan de nalatenschap beïnvloeden. |
| Totstandkoming overeenkomst | Het moment waarop een overeenkomst juridisch geldig wordt geacht te zijn gesloten, doorgaans door wilsovereenstemming tussen de partijen. |
| Tontine | Een specifieke vorm van aanwasbeding, waarbij de langstlevende deelgenoot het volledige aandeel van de overleden deelgenoot verkrijgt. |
| Uitdrukkelijk ontbindend beding | Een clausule in een contract die bepaalt dat de overeenkomst automatisch wordt ontbonden bij een specifieke wanprestatie, zonder tussenkomst van de rechter. |
| Uitwinning | De situatie waarin de koper het rustig bezit van het gekochte goed verliest door een juridische aanspraak van een derde, bijvoorbeeld omdat de verkoper niet de ware eigenaar was. |
| Uitvoering in natura | De nakoming van een verbintenis door het daadwerkelijk leveren van de overeengekomen prestatie, in plaats van het betalen van een schadevergoeding. |
| Uitvoeringscontract | Een contract dat wordt gesloten ter uitvoering van een raamcontract, en dat de specifieke details van de transactie regelt. |
| Verbintenis | Een juridische verplichting die een persoon heeft jegens een ander. Dit kan een resultaatsverbintenis (het bereiken van een bepaald resultaat) of een middelenverbintenis (het leveren van de nodige inspanningen) zijn. |
| Verbruikslening | Een lening waarbij de ontlener de geleende zaken verbruikt en verplicht is om een equivalent daarvan terug te geven, waarbij de eigendom van de geleende zaken overgaat op de ontlener. |
| Verbouwingen | Wijzigingen aan een onroerend goed die worden aangebracht door de huurder. De regels rondom verbouwingen zijn afhankelijk van de toestemming van de verhuurder en het soort verbouwing. |
| Verd Explanation | Een uitleg die de betekenis van een term verduidelijkt, met verwijzing naar de wettelijke bepalingen of juridische principes. |
| Verkoop aan consument | Een verkoop die plaatsvindt met een consument als koper, waarbij specifieke beschermingsregels van toepassing zijn. |
| Verkoop buiten verkoopruimten | Een verkoop die plaatsvindt buiten de normale verkoopruimten van de onderneming, bijvoorbeeld aan huis. Hierbij gelden specifieke informatieplichten en een herroepingsrecht voor de consument. |
| Verkoop op afstand | Een verkoop die wordt gesloten zonder fysiek contact tussen koper en verkoper, bijvoorbeeld via internet of telefoon. Hierbij zijn er specifieke informatieplichten en een herroepingsrecht voor de consument. |
| Verkoop op afbetaling | Een koopovereenkomst waarbij de koopprijs in termijnen wordt betaald. De verkoper kan hierbij een eigendomsvoorbehoud bedingen. |
| Verkoopbelofte | Een overeenkomst waarbij een partij zich verbindt om een goed te verkopen aan een andere partij, indien deze laatste de belofte aanvaardt. Dit is onderscheiden van een aanbod. |
| Verlening van volmacht | Het toekennen van de bevoegdheid aan een persoon om namens een ander rechtshandelingen te stellen. |
| Verplichting tot levering | De juridische plicht van de verkoper om het verkochte goed ter beschikking te stellen van de koper, in de staat en op de plaats zoals overeengekomen. |
| Vertegenwoordiging | Het optreden van een persoon (de vertegenwoordiger) in naam en voor rekening van een ander (de vertegenwoordigde), waardoor de vertegenwoordigde direct gebonden is door de rechtshandelingen van de vertegenwoordiger. |
| Vormvereisten | Specifieke formaliteiten die wettelijk voorgeschreven zijn voor de geldigheid van een overeenkomst, zoals een geschrift of een authentieke akte. |
| Vrijwaring | De verplichting van de verkoper om de koper te beschermen tegen uitwinning en tegen verborgen gebreken die het genot van het goed verstoren. |
| Vrijwaring voor eigen daad | De verplichting van de verkoper om de koper niet te storen in zijn rustig genot van het goed, zowel feitelijk als juridisch. |
| Vrijwaring voor derden | De verplichting van de verkoper om de koper te beschermen tegen juridische stoornissen die door derden worden ingesteld op het goed, indien deze stoornissen een oorsprong hebben vóór de verkoop. |
| Vrijwaring voor uitwinning | De verplichting van de verkoper om de koper te beschermen tegen het verlies van het bezit van het goed als gevolg van juridische aanspraken van derden, bijvoorbeeld door een hypothecaire vordering of een revindicatie. |
| Vruchtgebruik | Een zakelijk recht dat de houder het recht geeft om een goed te gebruiken en de vruchten ervan te genieten, zonder de eigendom ervan te hebben. |
| Vormelijk contract | Een contract dat slechts geldig tot stand komt wanneer bepaalde vormvereisten worden nageleefd, zoals het opmaken van een authentieke akte. |
| Wanprestatie | Het niet-nakomen van een verbintenis die voortvloeit uit een overeenkomst. Dit kan leiden tot diverse rechtsmiddelen voor de benadeelde partij. |
| Wederkerige overeenkomst | Een overeenkomst waarbij beide partijen verbintenissen aangaan jegens elkaar. Bijvoorbeeld een koopovereenkomst, waarbij de verkoper een goed levert en de koper de prijs betaalt. |
| Weens Koopverdrag | Een internationaal verdrag dat regels bevat voor de internationale koop van roerende lichamelijke goederen tussen professionelen. |
| Woninghuur | Een specifieke huurovereenkomst die van toepassing is op de verhuring van een pand dat dient als hoofdverblijfplaats van de huurder. Deze regeling biedt bijzondere bescherming aan de huurder. |
| Woeker | Het bedingen van een interestvoet die onredelijk hoog is en een onevenwicht vertoont tussen de wederzijdse prestaties. Dit is verboden door de wet. |
| Zakelijk contract | Een overeenkomst die pas tot stand komt bij de afgifte van de zaak, zoals bruikleen en verbruikslening. |
| Zakelijk recht | Een recht dat rechtstreeks betrekking heeft op een zaak, en dat tegenstelbaar is aan derden, zoals eigendom, erfdienstbaarheid of vruchtgebruik. |
| Zakelijk gebruiksrecht | Een recht dat een persoon toelaat om een zaak van een ander te gebruiken, zonder er eigenaar van te zijn, zoals een erfdienstbaarheid of vruchtgebruik. |
| Zichtbaar gebrek | Een gebrek aan een goed dat door een normaal en aandachtig onderzoek bij de levering kan worden ontdekt. Indien dit gebrek wordt aanvaard, kan de koper zich hier niet meer op beroepen. |
| Zorgvolmacht | Een door een wilsbekwame persoon opgestelde lastgeving die uitwerking heeft wanneer de lastgever wilsonbekwaam wordt, teneinde specifieke handelingen te stellen met betrekking tot vermogen of persoon. |
| Kanscontract | Een overeenkomst waarbij de gelijkwaardigheid van de wederkerige prestaties onzeker is, omdat het bestaan of de omvang van één van de prestaties afhangt van een onzekere gebeurtenis, wat leidt tot een kans op winst of een risico op verlies voor de partijen. |
| Beding van aanwas | Een clausule in een overeenkomst, vaak bij de aankoop van een onroerend goed door samenwonenden, waarbij elke deelgenoot het aandeel van de andere deelgenoot verkrijgt onder de opschortende voorwaarde van zijn of haar overleven. Dit heeft retroactieve werking en kan als kanscontract worden beschouwd. |
| Huur | Een wederkerig contract waarbij een partij, de verhuurder, een zaak tijdelijk ter beschikking stelt van een ander, de huurder, in ruil voor een bepaalde of bepaalbare prijs. Het verleent de huurder een persoonlijk genotsrecht over de zaak. |
| Leningsovereenkomst | Een overeenkomst waarbij de ene partij, de ontlener, een zaak tijdelijk gebruikt en na afloop een gelijkwaardige zaak moet teruggeven (verbruiklening) of dezelfde zaak in natura moet teruggeven (bruiklening). |
| Leasing | Een financieringsovereenkomst waarbij de leasinggever het genot van een goed biedt aan de leasingnemer in ruil voor een periodieke prijs. Vaak is er aan het einde van de leasingperiode een optie voor de leasingnemer om het goed aan te kopen. |
| Franchising | Een distributietechniek en toetredingscontract waarbij een franchisegever zijn imago, knowhow en commercialisatiesysteem ter beschikking stelt van een franchisee in ruil voor een vergoeding, waardoor de franchisee een bepaald merk of een commerciële formule mag exploiteren. |
| Licentie | Een overeenkomst die de titularis van een industrieel eigendomsrecht of knowhow toestaat aan een licentienemer om bepaalde handelingen te verrichten die normaal onder het monopolie van de titularis vallen, in ruil voor een vergoeding, ook wel royalty's genoemd. |
| Vaststellingsovereenkomst | Een ruimere categorie van contracten dan dading, waarbij partijen tot vaststelling komen van een juridische waarheid of onzekerheid met als gevolg dat er geen tegenbewijs meer mogelijk is. Dading is een specifieke toepassing hiervan. |
| Bruiklening | Een zakelijke, eenzijdige en kosteloze overeenkomst waarbij een partij, de uitlener, een niet-vervangbare zaak tijdelijk ter beschikking stelt van een ander, de ontlener, die deze zaak na gebruik in natura moet teruggeven, zonder er vruchten van te trekken. |
| Verbruiklening | Een leningsovereenkomst met betrekking tot verbruikbare zaken, waarbij de ontlener verplicht is om na gebruik een gelijkwaardige zaak terug te geven. Bij deze overeenkomst gaat de eigendom van de zaak over op de ontlener. |
| Aanneming | Een overeenkomst waarbij de ene partij, de aannemer, zich verbindt om voor de andere partij, de opdrachtgever, iets te verrichten (een werk of dienst) tegen betaling van een tussen hen bedongen prijs, waarbij de aannemer dit in volle onafhankelijkheid uitvoert. |
| Bewaargeving | Een overeenkomst waarbij een partij, de bewaarnemer, een roerende zaak van een ander, de bewaargever, in ontvangst neemt met de plicht deze te bewaren en in natura terug te geven op eerste verzoek, zonder de zaak te mogen gebruiken. |
| :--------------------------------------------- | :------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ |
| **Aannemingsovereenkomst** | Een contract waarbij de ene partij, de aannemer, zich ertoe verbindt om, tegen betaling van een tussen hen overeengekomen prijs, een bepaald werk te verrichten, en waarbij de andere partij, de opdrachtgever, zich ertoe verbindt dit werk te aanvaarden en te betalen. |
| **Opdrachtgever** | De partij die in een aannemingsovereenkomst de opdracht geeft voor het uit te voeren werk en de aannemer hiervoor betaalt. |
| **Aannemer** | De partij die in een aannemingsovereenkomst de verbintenis aangaat om een bepaald werk uit te voeren voor de opdrachtgever tegen een overeengekomen prijs. |
| **Contractuele aansprakelijkheid** | De aansprakelijkheid die voortvloeit uit het niet naleven van de voorwaarden en verbintenissen die zijn opgenomen in een contract, zoals een aannemingsovereenkomst. |
| **10-jarige aansprakelijkheid** | Een wettelijk vastgelegde aansprakelijkheid die de aannemer en architect tien jaar lang bindt voor de stabiliteit van bouwwerken, zelfs na oplevering, en die van openbare orde is. |
| **Bouwwerk** | Een constructie die is opgericht, geheel of gedeeltelijk, op een perceel grond en die bedoeld is om duurzaam te zijn, zoals een huis of een gebouw. |
| **Zwaar gebrek** | Een defect aan een bouwwerk dat de stabiliteit van het gebouw aantast, hetzij zichtbaar, hetzij verborgen, en waarvoor de aannemer of architect aansprakelijk kan worden gesteld binnen de 10-jarige aansprakelijkheidstermijn. |
| **Licht verborgen gebrek** | Een gebrek dat niet direct de stabiliteit van een bouwwerk aantast, maar dat toch verborgen is en kan leiden tot aansprakelijkheid van de aannemer, vaak binnen een vastgestelde waarborgtermijn na oplevering. |
| **Oplevering** | De handeling waarbij de opdrachtgever de door de aannemer uitgevoerde werken aanvaardt, wat de beëindiging van de contractuele verbintenissen markeert en het begin van bepaalde aansprakelijkheidstermijnen inluidt. |
| **Voorlopige oplevering** | Een initiële aanvaarding van de werken door de opdrachtgever, vaak na een eerste controle, waarbij zichtbare gebreken nog kunnen worden gemeld, maar dit nog geen definitieve goedkeuring betekent. |
| **Definitieve oplevering** | De uiteindelijke aanvaarding van de voltooide werken door de opdrachtgever, meestal na een bepaalde periode (zoals een jaar) en na het doorlopen van de vier seizoenen, waarbij de 10-jarige aansprakelijkheidstermijn aanvangt. |
| **Woningbouwwet (Wet Breyne)** | Een dwingende wet die specifieke bescherming biedt aan kopers van nog te bouwen woningen of woningen in aanbouw en aan bouwheren die een aannemingsovereenkomst sluiten voor de bouw van hun woning, met het oog op het voorkomen van fraude en het waarborgen van de kwaliteit. |
| **Verkoop op plan** | Een overeenkomst waarbij een woning wordt verkocht die nog niet is gebouwd, gebaseerd op plannen, specificaties en eventueel een maquette, en die onderworpen is aan de bepalingen van de Woningbouwwet. |
| **Sleutel-op-de-deur aanneming** | Een type aannemingsovereenkomst binnen de Woningbouwwet waarbij de aannemer verantwoordelijk is voor alle aspecten van de bouw, van ontwerp tot oplevering, en de woning kant-en-klaar oplevert aan de bouwheer. |
| **Quasi-delictuele aansprakelijkheid** | Aansprakelijkheid die ontstaat uit een daad of nalatigheid die schade veroorzaakt aan derden, buiten een contractuele relatie om, gebaseerd op de artikelen 1382 en 1383 van het Burgerlijk Wetboek. |
| **Onderaanneming** | Een overeenkomst waarbij de hoofdaannemer, op eigen initiatief en verantwoordelijkheid, een deel of het geheel van het werk laat uitvoeren door een derde, de onderaannemer. |
| **Nevenaanneming** | Een situatie waarbij de opdrachtgever zelf verschillende aannemers inschakelt voor specifieke onderdelen van een bouwproject, in plaats van één hoofdaannemer. |
| **Risico-overgang** | Het moment waarop het risico van tenietgaan of beschadiging van het werk van de aannemer overgaat op de opdrachtgever, wat meestal samenvalt met de oplevering, tenzij anders contractueel bepaald. |
| **Eenzijdige opzegging opdrachtgever** | Het recht van de opdrachtgever om, op basis van artikel 1794 BW, de aannemingsovereenkomst op elk ogenblik en zonder motivering te beëindigen, mits de aannemer schadeloos wordt gesteld voor alle gemaakte kosten, arbeid en gederfde winst. |
| **Overlijden aannemer** | In een aannemingsovereenkomst die intuitu personae is, leidt het overlijden van de aannemer tot het einde van de overeenkomst, tenzij de erfgenamen de verbintenissen kunnen overnemen. |
| **Garantietermijn** | Een periode na de oplevering waarin de aannemer aansprakelijk blijft voor bepaalde gebreken in het werk, zoals de 10-jarige aansprakelijkheid voor stabiliteit. |
| **Vervaltermijn** | Een strikte wettelijke termijn waarbinnen een rechtsvordering moet worden ingesteld, zoals de 10-jarige aansprakelijkheid voor bouwwerken, na welke termijn het recht om op te treden vervalt. |
| **Verplichte vermeldingen (Woningbouwwet)** | Specifieke informatie die verplicht in een overeenkomst onder de Woningbouwwet moet worden opgenomen, zoals de identiteit van de partijen, de bouwvergunning, de prijsbepaling en de uitvoeringsduur, ter bescherming van de bouwheer. |
| **Aansprakelijkheid / Risico (Woningbouwwet)** | De Woningbouwwet regelt de overdracht van eigendom en risico tijdens de bouw, met waarborgen en aansprakelijkheidsregelingen voor de architect, verkoper en aannemer, ter bescherming van de bouwheer tegen faillissementen en bouwfouten. |
| **Betaling (Woningbouwwet)** | De Woningbouwwet reguleert de betalingen aan de aannemer, waarbij niets mag worden betaald vóór ondertekening van de overeenkomst en een voorschot van maximaal 5% is toegestaan, met verdere betalingen naarmate de werken vorderen en er authentieke akten worden verleden. |
| **Sancties (Woningbouwwet)** | Sancties die de Woningbouwwet voorziet bij miskenning van haar bepalingen, zoals nietigheid van bedingen of zelfs van de gehele overeenkomst, om de bouwheer te beschermen. |
| Huurovereenkomst | Een wederkerig contract waarbij een partij (de verhuurder) aan de andere partij (de huurder) het tijdelijk genot verleent van een zaak, hetzij onroerend, hetzij roerend, tegen een bepaalde of bepaalbare prijs. |
| Huurder | De partij die zich verbindt om een huurprijs te betalen in ruil voor het genot van een gehuurde zaak. |
| Verhuurder | De partij die zich verbindt om het genot van een gehuurde zaak te verlenen tegen betaling van een huurprijs. |
| Gemeen huurrecht | Het standaard huurrecht dat van toepassing is wanneer er geen specifieke wettelijke regeling voor een bepaald type huur geldt. Het biedt partijen veel contractuele vrijheid. |
| Onderhoudsverplichting (verhuurder) | De plicht van de verhuurder om het verhuurde goed zodanig te onderhouden dat het kan dienen voor het beoogde gebruik, inclusief het uitvoeren van nodige herstellingen, met uitzondering van bepaalde herstellingen ten laste van de huurder. |
| Vrijwaring voor rustig genot | De verplichting van de verhuurder om ervoor te zorgen dat de huurder ongestoord genot heeft van het gehuurde goed, zowel tegen feitelijke als juridische stoornissen veroorzaakt door de verhuurder zelf of door derden. |
| Gebreken (huurrecht) | Een tekortkoming in het gehuurde goed, die het normale gebruik ervan belemmert of vermindert, ongeacht of dit gebrek zichtbaar of verborgen is, en ongeacht de oorzaak. |
| Prijs, kosten en lasten (huur) | De huurprijs, die vrij te bepalen is, evenals de kosten en lasten die aan de huurder kunnen worden aangerekend, zoals uitgaven voor energie, onderhoud en belastingen, mits dit contractueel is overeengekomen of wettelijk is bepaald. |
| Plaatsbeschrijving | Een gedetailleerde en omstandige beschrijving van de staat van het gehuurde goed bij aanvang en einde van de huurovereenkomst, die dient ter bewijsregeling en ter voorkoming van conflicten tussen huurder en verhuurder. |
| Overdracht van huur | De door de huurder aan een derde overgedragen huurovereenkomst, waardoor de derde de oorspronkelijke huurder vervangt als directe huurder ten opzichte van de hoofdverhuurder, mits de nodige formaliteiten worden nageleefd. |
| Tegenwerpelijkheid aan derden (huur) | De erkenning van het bestaan van een huurovereenkomst door derden, wat vooral relevant is bij huurovereenkomsten van lange duur die moeten worden overgeschreven om tegenstelbaar te zijn. |
| Huur van studentenhuisvesting | Een specifiek regime voor huurovereenkomsten waarbij de huurder een student is en het gehuurde goed niet tot hoofdverblijfplaats dient, met specifieke regels inzake duur, overdracht en kosten. |
| Handelshuurwet | De wet die een specifiek regime regelt voor de huur van onroerende goederen die worden gebruikt voor handel of ambacht, met als doel de continuïteit van de handelszaak te waarborgen door middel van een lange huurtermijn. |