Cover
Start nu gratis PE Starter - CC Onderzoek - S1E3.pdf
Summary
# De onderzoekscyclus
De onderzoekscyclus beschrijft de systematische stappen die gevolgd worden om problemen of vragen uit het werkveld op te lossen [5](#page=5) [6](#page=6).
### 1.1 De zes fasen van de onderzoekscyclus
De onderzoekscyclus bestaat uit zes opeenvolgende fasen [5](#page=5) [6](#page=6):
1. **Oriënteren:** Het initiëren van het onderzoeksproces door een probleem of vraag te identificeren. Dit kan variëren van passief onderzoek tot actieve opdrachten van een opdrachtgever, afhankelijk van het niveau van expertise (PE Starter, PE Gevorderden, PE Expert) [5](#page=5) [6](#page=6).
2. **Richten:** Het afbakenen en specificeren van het onderzoeksprobleem.
3. **Plannen:** Het ontwerpen van de onderzoeksstrategie, inclusief methoden en technieken [5](#page=5) [6](#page=6).
4. **Verzamelen:** Het uitvoeren van het onderzoek en het verzamelen van gegevens. Dit kan door middel van een testbatterij bij PE Gevorderden, of "on demand" opdrachten bij PE Experts [5](#page=5) [6](#page=6).
5. **Analyseren en concluderen:** Het bewerken en interpreteren van de verzamelde gegevens om conclusies te trekken [5](#page=5) [6](#page=6).
6. **Rapporteren en presenteren:** Het communiceren van de onderzoeksresultaten en conclusies [5](#page=5) [6](#page=6).
> **Tip:** De onderzoekscyclus is een iteratief proces waarbij de fasen soms overlappen of herhaald kunnen worden om tot een optimaal resultaat te komen.
### 1.2 Context en toepassingen
De fasen van de onderzoekscyclus zijn van toepassing op diverse niveaus binnen het werkveld, van beginnende onderzoekers (PE Starter) tot meer ervaren professionals (PE Gevorderden en PE Expert) [6](#page=6).
### 1.3 Verband met andere onderwerpen
Deze cyclus vormt de basis voor het systematisch aanpakken van onderzoeksvragen en wordt verder uitgebreid met onderwerpen zoals het zoeken van bronnen, het interpreteren van betrouwbaarheid en validiteit, en het correct refereren van bronnen [7](#page=7).
* * *
# Bronnen zoeken en evalueren
Het effectief zoeken naar en evalueren van bronnen is essentieel voor het formuleren van een heldere probleemstelling en onderzoeksvraag, en vormt de basis van elk onderzoek [10](#page=10) [8](#page=8) [9](#page=9).
### 2.1 Probleemstelling en onderzoeksvragen formuleren
De probleemstelling is het startpunt en de aanleiding van je onderzoek. Het definieert wat je wilt weten, voor wie en op welke manier. Het doel van het onderzoek is cruciaal: wat wil jij of je opdrachtgever te weten komen [10](#page=10) [8](#page=8) [9](#page=9)?
#### 2.1.1 Het PICO-model
Het PICO-model kan helpen bij het structureren van de onderzoeksvraag, vooral wanneer deze meerdere elementen bevat [11](#page=11).
* **P:** Populatie (bijvoorbeeld: senioren, uithoudingsatleten) [11](#page=11).
* **I:** Interventie (bijvoorbeeld: stageles, trainingsvorm) [11](#page=11).
* **C:** Comparison (vergelijking, bijvoorbeeld: interventie A versus B) [11](#page=11).
* **O:** Outcome (uitkomst, bijvoorbeeld: zelfvertrouwen, structuur, herstel) [11](#page=11).
Uit de probleemstelling en het PICO-model volgt de concrete onderzoeksvraag, eventueel aangevuld met deelvragen [10](#page=10) [11](#page=11).
### 2.2 Doorzoeken van literatuur
Het doorzoeken van literatuur vereist een gestructureerde aanpak. De "PE" (onderzoeksplan) sectie kan hierbij helpen, waarbij de volgende elementen worden vastgelegd:
* Datum zoektocht [17](#page=17).
* Bron (databank, catalogus, zoekmachine, overheidsdienst, etc.) [17](#page=17).
* Zoektermen [17](#page=17).
* Filters [17](#page=17).
* Aantal hits [17](#page=17).
* Interessante zoekresultaten [17](#page=17).
#### 2.2.1 Zoekmachines
Er zijn diverse zoekmachines die gebruikt kunnen worden om literatuur te vinden:
* **Gemini:** Beschikbaar via [https://gemini.google.com/app?hl=nl-BE](https://gemini.google.com/app?hl=nl-BE) [12](#page=12).
* **Consensus.app:** Te vinden op [https://consensus.app](https://consensus.app) [14](#page=14).
#### 2.2.2 Kritisch blijven bij het zoeken
Het is cruciaal om altijd kritisch te blijven tijdens het zoekproces. Een gevaar is het te snel afschrijven van nieuwe, innovatieve onderzoekstopics; blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Daarnaast kan het verlies van een kritische blik optreden, waarbij de correctheid van interpretaties nagelaten wordt te controleren [13](#page=13) [15](#page=15).
### 2.3 Relevantie van bronnen
Relevantie verwijst naar de samenhang of het belang van een onderwerp ten opzichte van een ander onderwerp. Verschillende facetten bepalen of een bron relevant is voor jouw onderzoek [18](#page=18):
* Populatie/steekproef [18](#page=18).
* Interventie [18](#page=18).
* Context [18](#page=18).
* Praktische bruikbaarheid [18](#page=18).
> **Tip:** De probleemoriëntatie helpt bij het bepalen waar je bronnen over wilt vinden [10](#page=10).
> **Tip:** Deelvragen zijn nuttig als je onderzoek meerdere elementen bevat [11](#page=11).
* * *
# Betrouwbaarheid en validiteit van bronnen
Het kritisch evalueren van de betrouwbaarheid en validiteit van gevonden literatuur is essentieel voor academisch onderzoek [23](#page=23).
### 3.1 Betrouwbaarheid versus validiteit
Betrouwbaarheid en validiteit zijn twee cruciale concepten bij het beoordelen van bronnen, vergelijkbaar met hoe we de nauwkeurigheid van een weegschaal of thermometer beoordelen. Betrouwbaarheid verwijst naar de mate waarin een bron consistente en accurate informatie levert, terwijl validiteit aangeeft of de bron daadwerkelijk meet wat het beoogt te meten. Het is belangrijk om deze twee aspecten te onderscheiden om de kwaliteit van informatie effectief te kunnen beoordelen [21](#page=21) [22](#page=22).
### 3.2 Interne factoren van betrouwbaarheid
Interne factoren zijn kenmerken van de publicatie zelf die de betrouwbaarheid beïnvloeden. Hieronder vallen [21](#page=21):
* **Type publicatie**: Verschillende publicatietypes, zoals peer-reviewed artikelen, boeken, rapporten of webpagina's, hebben een inherent variërende mate van betrouwbaarheid [21](#page=21).
* **Opbouw publicatie**: De structuur en organisatie van een publicatie kunnen indicatoren zijn van betrouwbaarheid. Een duidelijke en logische opbouw duidt vaak op een grondige aanpak [21](#page=21).
* **Ouderdom publicatie**: De actualiteit van de informatie is van belang. Oudere bronnen kunnen verouderd zijn, afhankelijk van het onderzoeksveld [21](#page=21).
* **Profiel van de auteur**: De expertise, achtergrond en eventuele belangenverstrengelingen van de auteur spelen een rol in de geloofwaardigheid van de publicatie [21](#page=21).
> **Tip:** Bij het beoordelen van de ouderdom, bedenk of het onderzoeksveld zich snel ontwikkelt. Voor sommige disciplines is recente literatuur cruciaal.
### 3.3 Externe factoren van betrouwbaarheid
Externe factoren betreffen de beoordeling en acceptatie van de publicatie door de wetenschappelijke gemeenschap. Deze omvatten [21](#page=21):
* **Beoordeling vooraf**: Systemen zoals redactiecommissies bij tijdschriften en de impactfactor van een tijdschrift (die de gemiddelde citatiescore van artikelen daarin weergeeft) fungeren als een initiële kwaliteitscontrole [21](#page=21).
* **Beoordeling nadien**: Recensies (reviews) van het werk en het aantal citaties dat de publicatie ontvangt van andere academici, geven een indicatie van de erkenning en het belang ervan binnen het vakgebied [21](#page=21).
> **Voorbeeld:** Een artikel gepubliceerd in een gerenommeerd peer-reviewed tijdschrift met een hoge impactfactor en dat veel geciteerd wordt door andere onderzoekers, wordt over het algemeen als betrouwbaarder beschouwd dan een onbekende blogpost.
### 3.4 Analyse van de bron
Om de betrouwbaarheid te beoordelen, zijn er verschillende stappen te volgen. Het is cruciaal om niet zomaar informatie aan te nemen, maar deze actief te analyseren [20](#page=20).
* **Stop en analyseer de bron**: Neem de tijd om de bevindingen kritisch te bekijken [20](#page=20).
* **Lokaliseer andere bronnen**: Vergelijk de informatie met wat andere, betrouwbare bronnen zeggen [20](#page=20).
* **Traceer de originele context**: Ga na of de informatie correct wordt weergegeven en niet uit zijn verband is gerukt [20](#page=20).
> **Tip:** Gebruik de HALT-methode (Ho, Analyseer, Lokaliseer, Traceer) als een leidraad voor het kritisch bevragen van informatie [20](#page=20).
### 3.5 Je eigen interactieve literatuurdatabase
Het aanleggen van een eigen, interactieve literatuurdatabase kan helpen bij het systematisch organiseren en evalueren van bronnen. Dit stelt je in staat om een overzicht te bewaren van de gebruikte literatuur en de beoordeling van hun betrouwbaarheid en validiteit vast te leggen [23](#page=23).
* * *
# Bronnen refereren
Bronnen refereren is essentieel om de informatie die je gebruikt controleerbaar te maken, de originele auteurs te respecteren en plagiaat te voorkomen [29](#page=29).
### 4.1 Waarom refereren?
Het correct refereren aan bronnen is cruciaal om meerdere redenen [29](#page=29):
* **Informatief:** Het stelt de lezer in staat om de gebruikte bronnen zelf op te zoeken [29](#page=29).
* **Kwaliteitsborging:** Het toont aan dat de informatie die je presenteert controleerbaar is en van betrouwbare bronnen afkomstig is [29](#page=29).
* **Eerbiediging van auteursrecht:** Het respecteert en beschermt het werk van anderen [29](#page=29).
* **Plagiaatpreventie:** Het voorkomt het oneigenlijk gebruiken van andermans werk als eigen creatie [29](#page=29).
Plagiaat wordt gedefinieerd als het proberen om andermans werk of woorden te laten doorgaan als je eigen creatie. Dit kan leiden tot consequenties binnen de onderwijsinstelling, zoals vermeld in het ECTS/OER. Auteursrecht beschermt creatieve werken. Zelfs het hergebruiken van eigen werk zonder duidelijke vermelding (autoplagiaat) kan problematisch zijn [30](#page=30).
### 4.2 Wanneer refereren?
Je dient te refereren wanneer je:
* Iets letterlijk overneemt of weergeeft [32](#page=32).
* Een bepaald idee samenvat of overneemt [32](#page=32).
* Cijfermateriaal of controleerbaar feitenmateriaal gebruikt [32](#page=32).
* Gegevens gebruikt die door iemand anders zijn verzameld [32](#page=32).
* De theorie van iemand anders toepast op je eigen ontwerp [32](#page=32).
* Een hypothese of interpretatie van iemand anders weergeeft [32](#page=32).
In principe dien je (bijna) altijd te refereren; het is beter om te veel dan te weinig te refereren [32](#page=32).
Er zijn echter situaties waarin je \_niet hoeft te refereren:
* Bij algemeen erkende stellingen of feiten die algemeen bekend zijn [33](#page=33).
* Wanneer de stelling of interpretatie volledig van je eigen gedachtegoed afkomstig is [33](#page=33).
> **Tip:** Raadpleeg de "Stijlwijzer" cursus op Canvas voor een gedetailleerde snelgids over refereren binnen Thomas More [38](#page=38) [39](#page=39).
### 4.3 Primaire versus secundaire bronnen
Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen primaire en secundaire bronnen [34](#page=34):
* **Primaire bron:** Dit is de originele bron van de informatie [35](#page=35).
* **Secundaire bron:** Dit is een bron die zelf al naar een primaire bron heeft verwezen. Voorbeelden hiervan zijn reviews, samenvattingen, documentaires of algemene vakliteratuur [35](#page=35).
> **Cruciaal:** Je moet altijd proberen te refereren naar de primaire bron van de informatie [35](#page=35).
**Voorbeeld:** Als je informatie vindt in een artikel dat verwijst naar een onderzoek van Smith uit 2010, en jij baseert je op dit artikel, dan is het artikel van Smith de primaire bron. Het artikel waarin je de informatie vindt, is dan een secundaire bron ten opzichte van het onderzoek van Smith [35](#page=35).
### 4.4 Hoe refereren?
Studenten van Thomas More gebruiken de APA-stijl voor het refereren naar bronnen. Deze stijl zorgt voor [38](#page=38):
* **Volledigheid:** Alle nodige informatie is aanwezig [38](#page=38).
* **Uniformiteit:** Een consistente aanpak [38](#page=38).
* **Leesbaarheid:** Eenvoudig te volgen voor de lezer [38](#page=38).
#### 4.4.1 Citeren versus parafraseren
* **Citeren:** Dit houdt in dat je een stuk tekst letterlijk overneemt. Dit mag enkel bij korte tekstfragmenten. Een citaat moet tussen dubbele aanhalingstekens staan en cursief worden weergegeven. Uiteraard moet je hierbij refereren [40](#page=40).
* **Parafraseren:** Hierbij geef je de inhoud van een tekst met je eigen woorden weer. Ook bij parafraseren is het verplicht om te refereren [40](#page=40).
#### 4.4.2 In de tekst refereren
Referenties in de tekst kunnen op twee manieren worden geplaatst: aan het einde van de zin, of vooraan/in de zin [41](#page=41) [42](#page=42).
Aantal auteursReferentie aan einde van de zinReferentie vooraan/in de zin1 auteurTekst (Auteur, Jaar).Auteur (Jaar) toont aan dat...2 auteursTekst (Auteur & Auteur, Jaar).Auteur en Auteur (Jaar) tonen aan dat...3+ auteursTekst (Auteur et al., Jaar).Auteur et al. (Jaar) tonen aan dat...
#### 4.4.3 Refereren bij tabellen, figuren en grafieken
Bij tabellen, figuren of grafieken die je overneemt of bewerkt, plaats je onderaan de tabel/figuur/grafiek een 'noot' [43](#page=43) [44](#page=44) [45](#page=45).
* **Noot: overgenomen uit:** referentie [43](#page=43) [44](#page=44) [45](#page=45).
* **Noot: bewerking van:** referentie [43](#page=43) [44](#page=44) [45](#page=45).
Vergeet niet om deze bronnen ook op te nemen in de eindreferentielijst [43](#page=43) [44](#page=44).
#### 4.4.4 De literatuurlijst
De literatuurlijst aan het einde van je werk bevat een volledig overzicht van alle geraadpleegde bronnen. De bronnen in de literatuurlijst worden alfabetisch gerangschikt op de achternaam van de eerste auteur [41](#page=41) [46](#page=46).
**Voorbeeld van een wetenschappelijk artikel in de literatuurlijst:** Auteur A., Auteur B., & Auteur C. (Jaar). Titel artikel. \_Naam tijdschrift, \_Volume(Editie), Pagina's. [46](#page=46).
**Voorbeelden van vermeldingen in de literatuurlijst:**
1. Bravo, C. A., & Hoffman-Goetz, L.. Tweeting about prostate and testicular cancers: do twitter conversations and the 2013 Movember Canada campaign objectives align? \_Journal of Cancer Education, \_31 236-243. [2](#page=2) [46](#page=46).
2. Lovejoy, K., Waters, R. D., & Saxton, G. D.. Engaging stakeholders through Twitter: How nonprofit organizations are getting more out of 140 characters or less. \_Public Relations Review, \_38 313-318. [2](#page=2) [46](#page=46).
Er zijn verschillende referentiestijlen afhankelijk van het type bron, zoals papers/artikels, boeken, hoofdstukken in boeken, interviews, websites, en zelfs GenAI [48](#page=48).
### 4.5 Hulpmiddelen voor refereren
Er zijn verschillende handige hulpmiddelen beschikbaar om je te helpen bij het correct refereren volgens de APA-stijl [49](#page=49):
* **Scribbr:** Biedt uitgebreide informatie en tools voor APA-stijl [50](#page=50).
* **Google Scholar:** Kan nuttig zijn voor het vinden van bronnen en soms ook voor het genereren van citaties [51](#page=51).
* * *
## Veelgemaakte fouten om te vermijden
* Bestudeer alle onderwerpen grondig voor examens
* Let op formules en belangrijke definities
* Oefen met de voorbeelden in elke sectie
* Memoriseer niet zonder de onderliggende concepten te begrijpen
Glossary
| Term | Definition |
|------|------------|
| Onderzoekscyclus | Een systematische reeks stappen die gevolgd worden om een probleem te onderzoeken en op te lossen, beginnend bij oriëntatie en eindigend bij rapportage en presentatie. |
| Probleemstelling | De formulering van het centrale vraagstuk of de aanleiding van een onderzoek, die aangeeft wat er onderzocht moet worden. |
| Onderzoeksvraag | Een specifieke vraag die voortkomt uit de probleemstelling en die het precieze onderwerp van het onderzoek definieert. |
| Desk research | Het verzamelen van informatie uit reeds bestaande bronnen, zoals literatuur, databases en rapporten, in tegenstelling tot veldonderzoek. |
| IMRAD-structuur | Een veelgebruikte indeling voor wetenschappelijke artikelen die staat voor Introductie, Methoden, Resultaten en Discussie, bedoeld voor een duidelijke presentatie van onderzoek. |
| Betrouwbaarheid bronnen | De mate waarin een bron nauwkeurig en consistent is, en of de informatie die het bevat vrij is van systematische fouten of vertekeningen. |
| Validiteit bronnen | De mate waarin een bron accuraat meet wat het beoogt te meten, en of de conclusies die eruit getrokken kunnen worden, gerechtvaardigd zijn door het bewijs. |
| APA-stijl | Een veelgebruikte referentiestijl voor academische teksten, die richtlijnen geeft voor in-tekst citaties en de opmaak van de literatuurlijst, om uniformiteit en leesbaarheid te waarborgen. |
| Plagiaat | Het overnemen van het werk, de woorden of ideeën van iemand anders zonder correcte bronvermelding, waardoor het wordt gepresenteerd als eigen creatie. |
| Primaire bron | De originele publicatie of het originele werk waarin onderzoeksresultaten voor het eerst worden gerapporteerd of een idee wordt geïntroduceerd. |
| Secundaire bron | Een bron die informatie uit primaire bronnen samenvat, analyseert of interpreteert, zoals een reviewartikel, een samenvatting of een documentaire. |
| Citeren | Het letterlijk overnemen van een deel van de tekst van een bron, waarbij de exacte woorden worden gebruikt en deze tussen aanhalingstekens worden geplaatst, inclusief bronvermelding. |
| Parafraseren | Het herformuleren van de inhoud van een tekst in eigen woorden, waarbij de oorspronkelijke betekenis behouden blijft en de bron wel correct wordt vermeld. |
| PICO-model | Een acroniem dat helpt bij het formuleren van onderzoeksvragen, met name in de gezondheidswetenschappen, staand voor Populatie, Interventie, (Comparison) en Outcome. |
| Impact factor | Een maatstaf voor het relatieve belang van een tijdschrift, berekend op basis van het gemiddelde aantal citaties dat artikelen in dat tijdschrift ontvangen. |
| Autoplagiaat | Het hergebruiken van eigen eerder gepubliceerd werk zonder dit expliciet te vermelden, alsof het nieuwe originele inhoud is. |